SAMENWERKEN, ZORG OF ZEGEN?
FOCUS: OMGAAN MET KRIMPÁlle betrokkenen op zoek naar creatieve oplossingen
INTERVIEW SANDER DEKKER‘Een vrijheid bescherm je niet door haar af te schaffen’
‘
VO-SCHOLEN DIE LATER SELECTEREN, MOETEN BELOOND WORDEN’Een rondvraag met vijf Tweede Kamerleden
SCHOLEN VERNIEUWEN VOLOPDaar is Dekkers wetsvoorstel echt niet voor nodig
MAGAZINE VOOR KATHOLIEK EN CHRISTELIJK ONDERWIJSNr.2 | november 2016
de klas van...
Tekst: Hester van de Kaa | Fotografie: Merijn Sitsen
“DE WERELD VRAAGT OM CREATIEVE WERELDBURGERS”
De klas van...
NAMEN: LÉONIE JANSEN EN BARBARA DIERINKLEEFTIJDEN: 39 JAAR EN 43 JAAR SCHOOL: BASISSCHOOL DE SPRINGPLANK IN HALSTERENGROEP: 8VRIJE TIJD: LÉONIE- REIZEN, LEUKE DINGEN DOEN MET MIJN GEZIN EN HARDLOPEN IN HET BOS. BARBARA- TENNISSEN, FIETSEN EN OP PAD GAAN MET FAMILIE EN VRIENDEN
tegenslag bij de pakken neerzitten. We willen
onze leerlingen leren denken:
‘Hoe kan ik verder? Wat of wie heb ik daar-
voor nodig?’ Doelgericht.” Barbara: “En ze
weten dat wij vertrouwen in hen hebben.
Wij gaan uit van hun mogelijkheden en niet
van hun beperkingen. Het geeft heel veel
energie om op die manier elke dag de klas
in te gaan. De kinderen zijn zo betrokken,
je hebt nooit het idee dat je het alleen doet.”
Leonie: Ook wij als duo-collega’s zijn erg
betrokken bij elkaar en vullen elkaar heel erg
aan. Sinds 2012 werken we samen, voor
verschillende klassen. Als er in de loop van
de week iets in de groep is gebeurd en het
komt op één van mijn werkdagen terug,
hoor ik de kinderen vaak zeggen: ‘Dat zei juf
Barbara ook!’ We lossen dingen vaak al van
nature op dezelfde manier op.” Barbara:
“En we maken elkaar enorm enthousiast.
De één komt met een idee, de ander bouwt
het uit. Dan zitten we met z’n tweeën te
stuiteren op onze stoel.” •
bijvoorbeeld, maakten we een woordweb:
waaraan denk je bij het thema Voor altijd
jong? De moeder van een leerling is
schoonheidsspecialiste. Hij zei: ‘Als je naar
haar toegaat, zie je er voor altijd jong uit.’
En dan stellen we de vraag: wat gaan we
hiermee doen?” Leonie: “Een ander bedacht
dat we gezonde hapjes gaan maken, om fit
oud te worden. Er is ruimte in ons programma
voor dit soort ideeën. We laten de kinderen
dan nadenken: wat heb je nodig en hoe ga
je dat dan organiseren?” Barbara: “De wereld
vraagt om innovatieve en creatieve wereld-
burgers. Dat willen we dus in hen stimu leren.”
Leonie: “Ze moeten oplossingsgericht aan
de slag kunnen gaan. Niet bij de eerste
Barbara: “Dit is een klas die ontzettend graag
meedenkt. Ze zijn heel kritisch, maar ook heel
creatief. Tijdens de Kinderboekenweek
2
IN DEZE EDITIE
24
COLOFON
16 18 284
Nr.2 | november 2016VERUS MAGAZINE VOOR KATHOLIEK EN CHRISTELIJK ONDERWIJS
VERUS is de vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs in Nederland. Ruim 4000 scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs zijn aangesloten. Vanuit het hart inspireert, begeleidt en ondersteunt Verus bestuurders, toezichthouders, schoolleiders, docenten en ouders, zodat de kwaliteit van het onderwijs en daarmee het welzijn van kinderen en studenten verbetert, als dienst aan onze samenleving.
ISSN: 2352-5320
REDACTIE Hester van de Kaa (redacteur)Guido de Bruin (hoofdredacteur)Corine de Reus (bladmanager, eind- en beeldredacteur)
REDACTIEADRES Houttuinlaan 5b, Postbus 381, 3440 AJ [email protected].
VERUS DIGITAAL Het magazine kan als pdf gedownload worden van www.verus.nl.
VORMGEVING Ontwerpwerk, Den HaagDRUK Ten Brink, MeppelCOVERFOTO Hollandse Hoogte/Jan de Groen
ABONNEMENTEN (excl. 6% btw)Verus Magazine verschijnt zes keer per jaar. Verus Magazine is voor leden gratis en kost voor niet-leden 50.Voor niet-leden wordt het abonnement zonder schriftelijke opzegging (per e-mail of post) na een jaar automatisch verlengd voor onbepaalde tijd. Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Voor informatie en losse nummers: 0348 74 44 44 of [email protected].
COPYRIGHT Voor overname van artikelen of gedeelten daarvan graag voorafgaand contact met de redactie.
DISCLAIMER Aan de informatie in dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend.
DE ZORGEN EN ZEGENINGEN VAN SAMEN-WERKEN 4Is een samenwerkingsschool
uiteindelijk een openbare
school? Of ontstaat een nieuwe
identiteit? Vier bestuurders over
de risico’s en uitdagingen.
SANDER DEKKERHOUDT VAN ‘ZELFBEWUSTE’ SCHOLEN 10Een gesprek met een liberaal
met christelijke wortels, die
de vloer aanveegt met recente
pleidooien tegen bijzonder
onderwijs.
FOCUS:OMGAAN MET KRIMP 16Stichting Primair Onderwijs
De Liemers startte het gesprek
over de toekomst van een
aantal kleinere scholen. Sinds
begin 2015 gebeurt dit onder
begeleiding van Verus.
‘‘Je zoekt met alle betrokkenen
naar creatieve oplossingen.’’
SCHOLEN VERNIEUWEN VOLOP, OOK ZONDER DEKKERS WETSVOORSTEL 18Staatssecretaris Dekker heeft
een wetsvoorstel aangekondigd
dat het gemakkelijker moet
maken scholen te stichten.
Belangrijk argument: bestaande
scholen vernieuwen te weinig.
Vijf bestuurders bewijzen het
tegendeel. “Er is volop beweging.”
VERUS VERDIEPT:SCHOOL WORDT IKC 24Communicatie ontspoort
eenvoudig omdat mensen
verantwoordelijkheden, belangen
hebben en beschikken over een
eigen geschiedenis.
‘ZIN IN ONDER-WIJS’ VOOR VO-DOCENTEN 28Hoe zit het met mijn eigen
drijfveren en idealen? En hoe
verhouden die zich tot de
christelijke identiteit van mijn
school? Docenten in het
christelijk voortgezet onderwijs
die zich op zulke vragen willen
bezinnen, kunnen gebruikmaken
van het traject ‘Zin in onderwijs’
dat Verus met scholen
ontwikkelde.
DE RONDVRAAG:‘VO-SCHOLEN DIE LATER SELEC-TEREN, MOETEN BELOOND WORDEN’ 34In De Rondvraag stellen wij
een vraag of poneren wij een
stelling waar betrokkenen uit
het onderwijsveld op reageren.
In de aanloop naar de
v erkiezingen zijn dat Tweede
Kamerleden.
RUBRIEKENDE KLAS VAN…2
NIEUWSPLEIN 8, 9, 30, 31
COLUMN WIM KUIPER 12
DIENSTVERLENING IN DE
PRAKTIJK 13
MIJN VERHAAL 14
OPINIE 21
WHAT’S IN A NAME? 22
JURIDISCHE KWESTIE 32
LEDENVOORDEEL 33
inhoud
33
Het schoolplein van samenwerkingsschool Zuidland. De openbare en de protestants-christelijke school uit Zuidland gaan samen verder als ‘samenwerkingsschool’.
4
“Er is veel respect voor elkaars mening en geloof. En een grote samenhorigheid, omdat iedereen denkt en werkt vanuit het belang van het kind”
4
In de jaren negentig gaf Dick Lieftink
leiding aan een van de eerste – informele –
samenwerkingsscholen in Nederland, een
fusie in het voortgezet onderwijs van Oost-
Groningse scholen met een uiteenlopende
identiteit: protestants, katholiek en open-
baar. Twaalf jaar lang was hij rector van dit
Comenius College, dat inmiddels is opge-
gaan in Ubbo Emmius.
“Ik heb toen ervaren dat het heel erg
ingewikkeld is om een herkenbare identiteit,
afgestemd op leven en leren, in stand te
houden. De bronnen en voeding van de
verschillende scholen waren zo verschillend,
dat het uiteindelijk optisch wel aardig liep,
maar ondertussen erg lastig was om echte
gelijkgerichtheid te bereiken.”
GrondtoonLieftink nam die ervaring mee toen hij vijf jaar
geleden bestuurder werd van de Bisschop
Möller Stichting, die in Friesland alle 31
rooms-katholieke basisscholen verenigt.
“Wij hechten zeer aan de katholieke
identiteit en zijn erg terughoudend als het
op samenwerking aankomt. Daar kan pas
sprake van zijn als we dezelfde grondtoon
delen.”
Omdat daar bij De Plotter, een montessori-
school uit Drachten, sprake van was, is de
katholieke stichting sinds kort uitgebreid met
één algemeen bijzondere school. “Maar dat
was best wel een puzzel. Op bestuurlijk
niveau hebben we daar hevig over gesproken.
Omdat het pedagogisch-didactisch concept
van deze school heel dicht bij onze identiteit
ligt, hebben we ermee ingestemd. Anders
hadden we dat niet gedaan.”
DE ZORGEN EN ZEGENINGEN VAN SAMENWERKEN
>
Dapper doorgaan, samenwerken of verdwijnen – dat is vraag voor veel scholen in gebieden met een krimpende bevolking. De antwoorden lopen sterk uiteen. “Uiteindelijk is een samenwerkingsschool een openbare school”, zegt de één. Welnee, reageert de ander: “Uit samen-werking ontstaat een nieuwe identiteit.” Vier bestuurders over de risico’s en uitdagingen van samenwerking.
MysterieHoe die grondtoon klinkt? Lieftink: "Voor ons
is religie niet louter de kerk met haar rituelen,
leerstellingen en morele opvattingen.
Het gaat ons vooral ook om de beleving en
ervaring van de kinderen van het meta-
fysische. Het maakt nogal uit of je het leven
voor een deel als een mysterie ziet waar je
zelf niet over gaat, en waarvoor je kinderen
leert respect te hebben. Of dat je zegt dat
de materiële wereld om je heen de wereld is
waarin je gelooft. Het ene is niet beter dan
het andere, maar het leidt wel tot een heel
andere levenshouding.”
De stichting houdt “standvastig” aan
haar koers vast, zegt Lieftink. “Wij staan
open voor gesprek, maar geven duidelijk
het signaal af dat wij niet de partij zijn die –
omdat er nou eenmaal krimp is en de samen-
leving om allerlei politiek- pragmatische
Tekst: Bert van der Kruk | Fotografie: Hollandse Hoogte/Jan de Groen coverstory
5
voor de reformatorische en de openbare.
Samenwerking kan op facilitair gebied,
zonder dat de identiteit op losse schroeven
komt te staan.”
DraagvlakHet woord ‘samenwerkingsschool’ komt
vooralsnog niet voor in Van Dis’ woorden-
boek. “Dat gebeurt pas op het moment
dat twee heel kleine scholen door externe
factoren niet meer zelfstandig kunnen
voortbestaan. Dat zie ik nog niet gebeuren.
Zolang de kleinescholentoeslag blijft en de
kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd is,
gaan wij voor instandhouding van het
protestants-christelijk onderwijs, zoals ook
in de statuten van onze vereniging staat.
De oudste dateren al van 1887.”
De kleinste VPCO-school in Anna Jacoba-
polder (ongeveer 40 leerlingen) is de enige in
dat dorp, dus daar is de discussie over een
mogelijke samenwerkingsschool niet aan de
orde. Maar ook in de andere dorpen, waar
de pc-school de grootste van de twee
scholen is, gaat het er niet over. “Dat is ook
sterk afhankelijk van het standpunt van de
ouders. Als er bij hen geen draagvlak voor
is, moet je er niet aan beginnen. Dan zul je
zien dat ze toch een school buiten het dorp
gaan zoeken.”
En als ouders en bestuurders denken dat
vorming van een samenwerkingsschool de
enige manier is om de laatste school in het
dorp te behouden? Dan moeten ze dat
vooral doen, zegt Van Dis. “Maar dan
moeten ze niet denken dat ze daarmee het
bijzonder onderwijs een positie hebben
gegeven. Als je bestuurlijk fuseert met het
openbaar onderwijs, krijg je ook gezamenlijk
personeelsbeleid, waarmee je de eigen
christelijke identiteit ondergraaft. Uiteindelijk
is een samenwerkingsschool een openbare
school.”
Nieuwe identiteit“Daar ben ik het faliekant mee oneens”,
reageert Johan Heddema, bestuurder van
Penta Primair in het Groningse Grootegast,
waaronder naast zestien pc-scholen ook
zes ‘informele’ samenwerkingsscholen
ressorteren. Hij kreeg weleens het verwijt het
christelijk onderwijs “om zeep te helpen”.
Zijn reactie luidde dan steevast: “Ja, je hebt
gelijk, het christelijk onderwijs houdt op te
bestaan. Maar het openbaar onderwijs ook.
En samen moeten ze in staat zijn om een
nieuwe identiteit te zoeken. In onze regio is
dat mogelijk, er is draagvlak voor.”
De samenwerking met de openbare
stichting Westerwijs begon tien jaar geleden,
toen de krimp in de regio zich aankondigde.
De christelijke school in een van de dorpen
telde nog dertig leerlingen, de openbare
vijftig. De twee bestuurders konden goed
met elkaar opschieten, hadden geen zin in
een survival of the fittest en besloten tot
redenen grotere scholen wil – samenwerking
of fusie zoeken. In die materiële redenering
gaan we niet mee. We hebben de luxe dat
het goed met onze scholen gaat; we hebben
voldoende financiële middelen om dit waar
te kunnen maken.”
Vanwaar die vastberadenheid? “Omdat de
vrijheid van onderwijs ons deze mogelijkheid
biedt. Artikel 23 is niet voor niks ontstaan.
Het is van tweeën één: óf we zijn stand-
vastig óf niet. Als je dat eerste niet bent,
vind ik dat je ook niet gerechtigd bent om
artikel 23 te gebruiken. Maak er dan maar
een openbare school van.”
Losse schroevenAan de andere kant van Nederland, in de
Zeeuwse gemeente Tholen, vindt Lieftink
in Kees van Dis een geestverwant.
Samenwerking op praktisch vlak is mogelijk,
zoals bij de toekomstige gezamenlijke
huisvesting van vijf basisscholen in de stad
Tholen zelf, maar veel verder wil de bestuur-
der van VPCO Tholen e.o. (vier basisscholen
op het eiland) niet gaan.
“Wij hebben in Nederland een uniek
onderwijsbestel: er valt wat te kiezen.
Dus ook als we straks met vijf scholen van
verschillende denominaties onder één dak
komen, moet er wat te kiezen blijven.
Dat betekent dat je je als school goed moet
profileren: laten zien waar je voor staat.
Dat geldt niet alleen voor onze school, ook
6
samenwerking vanuit de geachte: klein is
kwetsbaar. “Beter één school dan geen
school, zeiden we. En: als één van beiden
het niet redt, dan helpen we elkaar. We waren
er beiden van overtuigd dat we elkaar iets
te bieden hebben.”
De eerste twee samenwerkingsscholen
moest Heddema “weggeven” aan zijn open-
bare collega, op grond van de uitspraak
dat het bevoegd gezag komt te liggen bij de
grootste van de samenwerkende scholen.
“Ik heb eerst moeten leren geven, loslaten.
Niet wetende dat er nog zes scholen achter-
aan kwamen die nu onder onze stichting
vallen. Samenwerken heeft alles met
vertrouwen te maken. Als je dat niet hebt,
moet je er niet aan beginnen.”
Ondertussen blijft het op juridisch vlak
behelpen met de informele samenwerking.
Penta Primair en Westerwijs willen –
geholpen door Verus en VOS/ABB – graag
een bestuurlijke fusie die leidt tot één
stichting voor de openbare, christelijke en
samenwerkingsscholen. “Dan zijn we pas
écht gezamenlijk verantwoordelijk. En dan
kunnen we het personeel een gezamenlijke
werkgever geven.” Dat is nu nog niet toege-
staan. Het wetsvoorstel van staatssecretaris
Dekker dat zulke fusies mogelijk maakt, wacht
nog op goedkeuring door het parlement.
Mocht de wet er onverhoopt niet doorkomen,
dan zullen de besturen “pas op de plaats
moeten maken”, zegt Heddema. “Maar tien
jaar samenwerking laat je niet zomaar los.
Op onze scholen zijn inmiddels mensen uit
beide tradities heel geïnspireerd bezig om
onderwijs vanuit een nieuw perspectief te
verzorgen. Daarvoor moet je inderdaad een
stap kunnen zetten vanuit je oude, veilige
traditie naar een onzekere nieuwe. De ouders
en leerkrachten kunnen dat. Zij gaan heel
bewust met de identiteit om. Nergens wordt
vaker over identiteit gesproken dan op een
samenwerkingsschool.”
Van onderopOok Henk de Kock weet dat inmiddels.
Als directeur-bestuurder van VCO De Kring
(tien pc-basisscholen) was hij onlangs
betrokken bij de oprichting van stichting
Samenwerkingsscholen Voorne-Putten.
Vooralsnog valt daar één school onder,
De Vlasbloem in Zuidland, waarin de voor-
malige scholen De Bongerd (pc) en
De Wissel (openbaar) opgingen. Wellicht
sluiten zich er op termijn andere scholen bij
aan, want veel dorpen in de regio kampen
met krimp en willen toch kwalitatief goed
onderwijs blijven bieden.
Voor een uitruil van scholen – het ene dorp
een christelijke school, het andere een
openbare – voelen de bestuurders niks.
Ook in concurrentie hebben ze geen zin.
“Waar worden kinderen beter van?
Van samenwerking. In Zuidland was de tijd
daar rijp voor. De fusie van de scholen is er
helemaal van onderop gegroeid.”
‘Henk, regel het maar’De scholen gingen bij elkaar in één nieuw
gebouw. Toen dat klaar was, waren er nog
steeds twee scholen en twee teams.
Maar snel besloten de directeuren tot één
teamkamer en één directiekamer. De Kock:
“Zo heeft men elkaar snel gevonden.
De onderwijskundige visies bleken dicht bij
elkaar te liggen. De ouders zagen dat ook
en wilden graag af van de combinatieklassen.
Het personeel zag ook de voor delen van
samenwerking. Op een gegeven moment
hoorde ik letterlijk: ‘Henk, regel het maar;
hoe je het doet, maakt ons niet uit, maar wij
willen één school.’”
Wettelijk was een samenwerkingsschool
niet mogelijk. De samenwerkingsschool is
ondergebracht is een aparte stichting die via
een personele unie aan beide schoolbesturen
is verbonden. De nieuwe stichting moest
wel wettelijk een “kleur” kiezen en dat werd
de openbare.
Uiteraard had De Kock liever gezien dat het
etiket ‘samenwerkend’ mogelijk was geweest.
“Als christelijk onderwijs hebben we onze
zekerheden ingebouwd, met een identiteits-
commissie en aandacht voor godsdienst-
onderwijs. Dat is allemaal gedetailleerd
uitgewerkt en vastgelegd in de statuten.”
En het werkt goed, zegt de bestuurder.
“Er is veel respect voor elkaars mening en
geloof. En een grote saamhorigheid, omdat
iedereen denkt en werkt vanuit het belang
van het kind.” Toen de school in augustus
onder de vlag van de nieuwe stichting de
lessen begon, is iedereen gebleven:
personeel, ouders, leerlingen. “Dat geeft
het grote vertrouwen aan.” •
7
coverstory
NIEUWSPLEIN
20 t/m 26 maart: Week van de HOOP
Voor leerkrachten, docenten, medewer-
kers, schoolleiders, bestuurders én
pabo-studenten, organiseert Verus op
9 november de Identiteitsdag katholiek
onderwijs 2016. Het thema: Veerkracht
en hoop, onmisbaar voor elke professio-
nal. Zo spreekt Bert Roebben, theoloog
en hoogleraar in Dortmund, over het
ontwikkelen van veerkracht vanúit hoop.
En zorgt Rinka van Zundert (die teams
van leerkrachten helpt veerkracht te
ontwikkelen om dit ook mee te geven
aan kinderen) voor praktische inspiratie
zodat je het thema ook in de onderwijs-
praktijk toe kunt passen. Daarnaast zijn
er diverse workshops om uit te kiezen.
Aanmelden kan via www.verus.nl/
identiteitsdag of door een mail te
sturen naar [email protected]. Locatie is
Theater Maitland op Landgoed de Horst
in Driebergen.
36498_Adv_HOOP_210x280mm_WT.indd 1 02-06-16 16:38
Verus staat voor hoop en vertrouwen
in de toekomst. Voor onszelf en onze
kinderen. Daarom organiseren we van
20 t/m 26 maart 2017 de Week van
de HOOP. Meld je aan – als bestuur,
school, leraar – en laat van je horen
in deze Week van de HOOP. Als we
allemaal onze hoop uitspreken maken
we samen het verschil.
Veerkracht en hoop op de Identiteitsdag Katholiek Onderwijs
Bert RoebbenRinka van Zundert
Locatie van de Identiteitsdag: Theater Maitland op Landgoed de Horst
8
Oudertrainingen: Wat drijft uw puber? of Is uw kind media-wijs genoeg?
Verus Ouderbetrokkenheid heeft een
aanbod voor scholen én ouders.
Zo kunnen lid-scholen bij ons terecht
voor een gratis sparringgesprek
en een traject op maat, maar ook
een gesprekstraining voor teams
en ondersteuning bij het uitwerken
van vragen rondom identiteit of
stakeholderschap in relatie tot ouders.
Ouders die actief zijn op scholen in de
(G)MR, Ouderraad/-Vereniging of als
overblijfouder kunnen bij ons terecht
voor ondersteunende trainingen.
Ook aan medezeggenschap binnen
Passend Onderwijs besteden we
aandacht.
Doe eens een bijeenkomst cadeau En wat dacht je ervan ouders eens
een ouderbijeenkomst cadeau te
doen? Over bijvoorbeeld Geluk,
kun je dat leren, Wat moet ik met die
Bijbelverhalen?, De do’s & dont’s van
grenzen stellen of An apple a day.
Het volledige aanbod vind je op
www.verus.nl/ouderbetrokkenheid.
Laatste nieuws? Meld u aan voor de digitale nieuwsbrief: www.verus.nl
Laatste tweets? www.twitter.com/VerusNL
Verus @VerusNL Tip van moeder Vlaamse psychiater Dirk de Wachter: 'Als je niks kunt, ga je maar gewoon studeren'
CBS De Springplank @SpringplankRHN @VerusNL Vorige week in gr 3: ma schoolreisje, di juf C, wo juf F, do meester H, vr juf M. Leve #WWZ in ons PC onderwijs
Verus @VerusNL 'Deze week heeft mijn groep7 les gehad van 8 verschillende leraren omdat de eigen leerkracht ziek werd' #meldpuntWWZ http://bit.ly/2e5klmV
Jeanette van Ommen @Fort_Jeanette Geïnspireerd tijdens bijeenkomst Verschillen waarderen @VerusNL Omgaan met verschillen, ‘de cultuur die we meemaken bepaalt onze identiteit’
Reinoud de Vries @ReinoudDeVries Nieuwe service.@VerusNL maakt korte metten met onzin die politici uitkramen: http://bit.ly/2dPmTST #factcheck bewering @JaspervanDijkSP
nieuwsplein
Week van het katholiek onderwijs 2016 in het teken van hoopDe tweede week van november is de Week
van het katholiek onderwijs. Dit jaar staat die
in het teken van Hoop. Leerkrachten kunnen
teken van hoop zijn – door er voor hun
leerlingen te zijn en hun toekomst. En op
katholieke scholen zijn praktijken van hoop
te vinden. Van 7 t/m 11 november 2016
worden die mensen en praktijken van hoop
onder de aandacht gebracht, met elkaar
gedeeld en gevierd. Meer informatie op
www.nksr.nl.
VERUS 2017
Houd donderdag 18 mei 2017 vrij in je agenda, want dan vindt ons jaarlijkse event plaats, in Spant! in Bussum.
2017VOOR KATHOLIEK EN
CHRISTELIJK ONDERWIJS
9
veel meer het gesprek aangaan. Het is goed
dat de inspectie breder is gaan kijken naar
onderwijskwaliteit. Het nieuwe inspectie-
toezicht is vooral gericht op de visie-
ontwikkeling van scholen en op de vraag
hoe scholen waarmaken wat ze zeggen.”
Daarmee is het veel meer aan de school-
leider en bestuurder om de inspectie te
vertellen hoe de vlag erbij hangt. “Een goede
schoolleider of bestuurder kan haarfijn
uitleggen wat er in de scholen goed gaat en
waar verbetering mogelijk is. Dat zelf-
bewustzijn vind ik belangrijk. Scholen die
zich bewust zijn van wat ze belangrijk
vinden en waar ze heen willen, doen het
vaak erg goed.”
Veel te kiezenAls liberaal vindt Dekker het een groot goed
dat scholen in Nederland op veel verschil-
lende manieren gestalte geven aan goed
onderwijs. “Ik kijk met een liberale blik naar
Staatssecretaris Sander Dekker (VVD) houdt van scholen die “zelfbewust” kunnen vertellen waar ze heen willen, wat ze goed doen en hoe ze zich kunnen verbeteren. Hij is daarom blij dat de inspectie haar toezichtrol nu anders en breder invult. “We moeten weg van de afvinklijstjes en veel meer het gesprek aangaan.” Een gesprek met een liberaal met christelijke wortels, die de vloer aanveegt met recente pleidooien tegen bijzonder onderwijs.
artikel 23. Er is geen land ter wereld waar
op het gebied van onderwijs zoveel te
kiezen is.”
Recente pleidooien voor het afschaffen van
bijzonder onderwijs zijn aan hem niet
besteed. “Wat mij betreft staat artikel 23
niet ter discussie. De vrijheid van onderwijs
hoort bij de Nederlandse onderwijstraditie.
We leven in een tijd waarin veel vrijheden
onder vuur liggen, en een vrijheid bescherm
je niet door haar af te schaffen.”
Profielorganisaties als Verus horen wat hem
betreft bij het onderwijslandschap. “Het is
goed dat er profielorganisaties zijn die
nadenken over het vorm en inhoud geven
aan identiteit en opkomen voor belangen
waar dat aan de orde is.”
Geen staatsonderwijsOok het argument dat bijzonder onderwijs
segregatie in de hand zou werken, wil er
bij Dekker niet in. “Ik zie in het bijzonder
Dekker groeide op in een christelijk gezin,
ging naar een christelijke basisschool
en doorliep het voorgezet onderwijs op
een katholieke en een christelijke school.
Hij heeft thuis en op school deugden
meegekregen als “zuinig zijn op je talenten
en er iets mee doen, omzien naar een ander
en verantwoordelijkheid nemen. Stuk voor
stuk deugden die ik me eigen heb gemaakt,
niet omdat ze in de Bijbel staan maar omdat
ze inherent goed zijn.”
ZelfbewustzijnDat hoort voor Dekker ook bij goed onder-
wijs. “Het gaat erom dat kinderen léren,
in de breedste zin van het woord.” In het
politieke en maatschappelijke onderwijs-
debat is de afgelopen jaren juist veel
aandacht geweest voor ‘smalle’ onderwijs-
opbrengsten en toetsdruk. Dat is wat
Dekker betreft niet het hele verhaal.
“We moeten weg van de afvinklijstjes en
“Van afvinklijstjes naar een goed gesprek”
Sander Dekker over goed (bijzonder) onderwijs
10
Tekst: Guido de Bruin en Wouter van den Berg | Fotografie: Valerie Kuipers
onderwijs veel scholen met gemengde
klassen, terwijl Frankrijk met zijn staats-
onderwijs juist veel eenzijdig samengestelde
scholen kent. Ik wil niet toe naar staats-
onderwijs Ik vind juist de diversiteit die we
in Nederland hebben, zo mooi.”
Sterker: Dekker wil nog meer ruimte voor
diversiteit. Met zijn wetsvoorstel Meer ruimte
voor nieuwe scholen pleegt hij naar eigen
zeggen onderhoud aan het “monument” van
artikel 23. Het verouderde richtingenbegrip
staat volgens hem de stichting van nieuwe
scholen in de weg. “De vrijheid van onder-
wijs is er niet alleen om bestaande scholen
te beschermen.”
Of het wetsvoorstel veel nieuwe scholen zal
opleveren, valt te betwijfelen. “Het zal niet
tot een aardverschuiving leiden”, erkent
Dekker. “Maar voor mij is het een principieel
punt: we moeten recht doen aan de vrijheid
van onderwijs.” Tegelijk wil hij die vrijheid
tegen “misbruik” beschermen, met aan de
voorkant een stevige toets op onderwijs-
kwaliteit en aansluiting bij de Nederlandse
kernwaarden. Daarmee hoopt hij af te zijn
van incompetente bestuurders die een
spoor van mislukte scholen achter zich
laten. “Aan die gekkigheid van draaideur-
scholen moet een einde komen.”
ContinuïteitDe bestuurskundige Dekker, als wethouder
in Den Haag gewend aan snel resultaten
boeken, heeft zich in zijn jaren als staats-
secretaris verzoend met de realiteit dat de
molens in de Hoftoren en op het Binnenhof
veel langzamer malen. “Op zijn best zet je
iets in gang waarvan je opvolger de
vruchten plukt.”
Die (eventuele) opvolger wil hij vooral het
belang van continuïteit meegeven.
“Het onderwijs wordt er tureluurs van als
de wind steeds uit een andere richting
waait.” •
Ouders tevreden met scholenaanbod
Dekker wil meer ruimte voor nieuwe
scholen, maar uit onderzoek van TNS
NIPO in opdracht van Verus en VGS
blijkt dat ouders in overgrote meerder-
heid (zeer) tevreden zijn over het
huidige scholenaanbod. Dat geldt
voor maar liefst 85% van de ouders in
het primair onderwijs en 83% van de
ouders in het voortgezet onderwijs.
Meer informatie op www.verus.nl/
schoolaanbod.
Zie ook het artikel ‘Scholen vernieuwen volop, ook zonder Dekkers wetsvoorstel’ op pagina 18-20.
“Een vrijheid bescherm je niet door haar af te schaffen”
11
interview
De discussie over zin en onzin van door de
overheid bekostigd bijzonder onderwijs is weer
volop losgebarsten. Voor sommigen waren de
ruzies binnen de Turkse gemeenschap de aan -
leiding, voor anderen zal de satirische uitzending
van Zondag met Lubach een welkome inspiratie-
bron zijn geweest.
Hoe dan ook, binnen enkele gevestigde en nieuwe
politieke partijen gaan weer eens stemmen op om hier een einde aan te maken. Dit bewijst
dat zelfs ten aanzien van grondrechten niets vanzelfsprekend is. Want dat wordt nog wel
eens over het hoofd gezien. Het recht van ouders om een school te kiezen die in overeen-
stemming is met de eigen levensovertuiging, is een internationaal en Europees erkend
grondrecht. Dat geldt ook voor het recht op gratis onderwijs.
In Nederland hebben we er gelukkig sinds 1917 voor gekozen om die twee grondrechten
met elkaar te combineren, waardoor de vrijheid van onderwijs niet alleen voorbehouden is
aan een elite die zich dat financieel kan veroorloven. We hebben daardoor in ons land geen
Angelsaksische toestanden, met private elitescholen naast kwalitatief minderwaardig
openbaar onderwijs, met alle kansenongelijkheid van dien.
Het is des te vreemder dat het nu vooral linkse politici zijn die pleiten voor het afschaffen van
overheidssubsidie voor bijzonder onderwijs. Gelukkig is er een tweederdemeerderheid nodig
om de Grondwet te wijzigen, en die lijkt vooralsnog ver weg. Toch kan ook door allerlei
wetgeving met een simpele meerderheid het stelsel langzaam maar zeker uitgehold worden.
Ik hoop dat het komend eeuwfeest van de vrijheid van onderwijs gaat leiden tot meer
bewustwording van het mooie van ons onderwijsbestel. Gratis onderwijs dat bij je past;
iets om trots op te zijn! •
Wim Kuipervoorzitter Verus
Reageren? Mail naar [email protected]
“ ONDERWIJS-VRIJHEID ONDER VUUR”
rubriekcolumn
12
Meer weten over de dienstverlening van Verus rondom inkoop en aanbesteden? Kijk op www.verus.nl/ ledenvoordeel/inkoop-en-aanbesteden of neem contact op met Pascal van Onna via 0348 74 44 36 en [email protected].
Onder de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) vallen maar liefst 66 basisscholen en 21 peuterspeelzalen. Die opereren bovendien behoorlijk autonoom. Een Europese aan - besteding uitvoeren is geen sinecure in deze complexe context. Een gedreven inkoper leidt het proces met steun van Verus in goede banen.
DIENSTVERLENING IN DE PRAKTIJKTijd steken in inkoop loont
Michel van de Luitgaarden, senior inkoper bij RVKO:
“Ik heb veel ervaring met inkoop, maar
dan vooral aan de inschrijvende kant.
Dankzij een postacademisch cursus
aanbestedingsrecht heb ik wel kennis
over aanbesteden, maar de praktijk is
vaak net anders. Vandaar dat ik bij ons
aanbestedingstraject voor de afval-
inzameling en -verwerking aanklopte
bij Verus voor ondersteuning. Adviseurs
Pascal van Onna en Joost Rog hebben
mij met raad en daad bijgestaan tijdens
de verschillende stappen van de
aanbestedingsprocedure. Verus heeft
ook een methodiek ontwikkeld om de
aanbiedingen te beoordelen op prijs en
geadviseerd hoe we de kwalitatieve
beoordeling kunnen vormgeven.
De samenwerking met Pascal en Joost
verloopt prettig. Het past in de eerdere
positieve ervaringen die ik had met
Verus. Naar verwachting gaan we bij
de aanbesteding van kopieerapparaten
volgend jaar dan ook in zee met Verus-
partner Printen voor Scholen.”
Pascal van Onna,adviseur ledenvoordeel bij Verus:
“We hebben bij Verus veel ervaring met
aanbesteden en kennen het onderwijs
goed. Uit ervaring weten we dat het
belangrijk is om tijd en aandacht te
steken in de voorbereidingsfase en om
alles goed af te stemmen met de hele
organisatie. Michel heeft hier veel
effort in gestoken en dat is van grote
waarde gebleken. Het kost tijd en
energie om de organisatie te betrekken
bij een aanbestedingsprocedure en om
te inventariseren wat de behoeften zijn.
Zeker bij een grote en decentrale
organisatie als RVKO. Maar juist hiermee
kun je veel winnen. Met een werkgroep
en een nieuwsbrief heeft Michel dit proces
voortvarend vormgegeven. Op deze
manier zorg je niet alleen voor een
succesvolle aanbesteding van de afval-
inzameling en –verwerking. Je creëert
ook meer aandacht voor inkoop binnen
de eigen organisatie.” •
Tekst: Noël Houben dienstverlening in de praktijk
13
Tekst: Siebren Miedema | Fotografie: Thomas Schlijper
Mijn verhaal
Wat is het verhaal dat Nederlandse
schoolleiders, bestuurders, toezicht-
houders en leraren onlangs vertelden
of deelden om anderen te inspireren?
Wat willen zij overbrengen op leerlingen,
studenten, collega’s, ouders en andere
bij hun school of organisatie betrokken
mensen? ‘Mijn verhaal’ is een rubriek
waaruit u als lezer ook naar hartenlust
inspiratie mag putten. Deze keer:
Siebren Miedema, emeritus hoogleraar algemene pedagogiek en godsdienst-pedagogiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en lid van de raad van toezicht van PCPO Duin- en Bollenstreek, in een verkorte versie van zijn lezing bij de uitreiking van het bachelor-diploma aan de pabo van Viaa in Zwolle.
HOOPVOLLE VORMING IS DE CRUX VAN GOED ONDERWIJS
“Zolang ik me bewust ben van de geschiedenis en in de wereld ben, vecht ik vol
verwachting voor de droom, voor de utopie, voor de hoop
vanuit het perspectief van een kritische pedagogiek.
Dat is geen ijdele, geen vergeefse strijd.”
Paulo Freire, in maart 1997, het jaar van zijn overlijden, in: Paulo Freire (2007), Bildung und
Hoffnung. Waxmann: Münster/New York/München, 121 (vertaling Siebren Miedema).
jongeren op school kennisnemen van
andere culturen en religies. Op die manier
krijgen leerlingen weet van wat anderen
drijft en kunnen zij zich ook beter in anderen
verplaatsen. Volgens Dekker ligt hier een
belangrijke taak voor scholen, omdat
gemeenschap en zingeving vaak niet meer
met kerk, synagoge of moskee zijn
verbonden.
Als we ‘de staat van het onderwijs’ bekijken,
kunnen we minstens twee hoopvolle ontwik-
kelingen signaleren. Er is de laatste tijd
gelukkig weer volop aandacht voor vorming.
Daarnaast leeft in de maatschappij breed
aandacht voor religie in het onderwijs.
De VVD-staatssecretaris van Onderwijs,
Sander Dekker, gaf onlangs duidelijk aan
dat hij het belangrijk vindt dat kinderen en
14
mijn verhaal
Dekkers pleidooi sluit naadloos aan bij
het in januari verschenen eindadvies
Ons Onderwijs 2032 van de commissie-
Schnabel. Ook hierin wordt kennis van
religies als aspect van de cultuur expliciet
genoemd, met als doel kennis en begrip
teweeg te brengen bij leerlingen.
Zelf kiezenEen aantal jonge religiewetenschappers
aan de Universiteit Leiden constateerde
eind juni 2016 op de conferentie ‘Religie-
wetenschap en religieonderwijs’ dat zoiets
met een neutrale insteek moet gebeuren.
Maar docenten, godsdienstpedagogen
en lerarenopleiders stelden daar unaniem
tegenover dat alleen kennis van of over
religie pedagogisch te beperkt is.
Kennisverwerving is een belangrijk aspect
van de vorming van leerlingen, maar het is
nog maar de helft.
Het gaat erom dat de leerlingen zichzelf
waarden, normen en een visie op het leven
toe-eigenen. Dat zij ondersteund worden
om gaandeweg tot eigen, persoonlijke
keuzes te komen. Jonge kinderen zullen nog
vaak nauw aansluiten bij de opvattingen van
de ouders, maar jongeren kunnen soms een
levensbeschouwing ontwikkelen waarbij het
kan schuren met de ouderlijke visies en
manieren van doen.
Levensbeschouwelijke persoonsvormingIn zo’n vormende benadering op school –
die ik liever heb dan dat er louter kennis
wordt overgedragen – is de professionele
en persoonlijke inbreng van de leraar onmis-
baar. Hij of zij moet leerlingen stimuleren
gaandeweg steeds meer verantwoordelijk-
heid te nemen voor hun eigen bestaan,
voor hun eigen zin- en levensvragen.
Levensbeschouwelijke vorming gedijt dus
niet door alleen kennis aan te reiken, maar
heeft meer nodig. Deze vorming vraagt ook
om leraren die als professional weet hebben
van de grote diversiteit in het religieuze en
levensbeschouwelijke landschap. Om leraren
die ook zelf kunnen reflecteren op hun eigen
levensbeschouwing of godsdienst – en
daarbij wellicht ook de nodige zielzorg nodig
hebben. Om leraren die de uitkomsten van
die reflectie op een pedagogisch en didactisch
verantwoorde manier ook kunnen en willen
delen met de kinderen. Het doel daarbij is
niet in de eerste plaats het toeleiden naar
geloofsgemeenschappen of het ontwikkelen
van gelovigen van een bepaalde soort, maar
het stimuleren van levensbeschouwelijke
of godsdienstige persoonsvorming van
kinderen. Christelijke en katholieke scholen
hebben hier gelukkig sinds jaar en dag
ervaring mee, en beperken zich niet tot
louter kennis overdracht.
Mens wordenDe leraar als professional én als persoon
– het is een onlosmakelijke twee-eenheid.
De leraar, die het unieke van elke leerling wil
eerbiedigen én dienstbaar wil zijn aan de
persoonsvorming, omdat hij beseft dat het
gaat om een persoonlijkheid in wording,
geschapen naar Gods beeld en gelijkenis.
In de ontmoeting tussen leerling en leraar
gaat het om hun beider menswording.
De bevrijdingspedagoog Paulo Freire is de
pedagoog van bewustmaking en bevrijding
maar ook de pedagoog van het hart en van
de hoop. De opvoedbaarheid van het hart
hangt volgens Freire nauw samen met de
liefde, die funderend is voor de dialoog.
De dialoog, de ontmoeting in de peda-
gogische relatie van leerkracht en leerling en
van leerlingen onderling, kan alleen bestaan
waar sprake is van diepe liefde voor de
wereld en de mensen.
Leraren zijn hierbij hoopdragers, omdat ze
samen met de leerlingen gericht zijn op het
heden en op de toekomst. Ze zijn gericht op
herscheppingskansen en moeten wars zijn
van doemdenken en passiviteit.
Hoopvolle vorming is de crux waar het
in goed christelijk en katholiek onderwijs
om draait. •
HOOPVOLLE VORMING IS DE CRUX VAN GOED ONDERWIJS
15
Tekst: Marijke Nijboer | Fotografie: Thinkstock
Gezien de krimp in de Achterhoek startte het bestuur van Stichting Primair Onderwijs De Liemers het gesprek over de toekomst van een aantal kleinere scholen. Sinds begin 2015 gebeurt dit onder begeleiding van Verus. “Je zoekt met alle betrokkenen naar creatieve oplossingen.”
FOCUS: OMGAAN MET KRIMP
Werk samen toe naar een oplossing
16
Tekst: Marijke Nijboer | Fotografie: Thinkstock
en daar op aansturen. Je gaat met alle
betrokkenen stap voor stap vooruit, en met
elkaar zoek je naar creatieve oplossingen.’’
Zo startte in het voorjaar van 2014
het proces voor Het Kompas en de
St. Antoniusschool. De St. Antoniusschool
heeft momenteel nog 79 leerlingen. Ook
Het Kompas is gekrompen. Bij ongewijzigd
beleid gaan er in 2020 nog 149 kinderen
naar deze school.
Deze scholen, die drie kilometer uit elkaar
liggen, bezonnen zich op een gezamenlijke
toekomst. Geleidelijk werd de beste
oplossing zichtbaar: ze zouden steeds
meer gaan samenwerken en op termijn
zou St. Antonius intrekken bij Het Kompas.
De directeuren, mr’s en ouderverenigingen
zochten de samenwerking. De mr’s bespraken
thema’s als onderwijsinhoud, identiteit en
communicatie.
Op zoek naar nieuwe identiteitBeide scholen zijn katholiek, maar er zijn
ook verschillen. De St. Antoniusschool is
een dorpsschool die in de kleine gemeen-
schap van Nieuw-Dijk fungeert als
ontmoetingsplek. Het nieuwe pand van
Het Kompas staat aan de rand van Didam.
De onderwijsvisies komen overeen, maar
de schoolcultuur verschilt. De identiteit van
de fusieschool wordt druk besproken.
‘‘We willen niet een beetje van de een en
een beetje van de ander, maar een goede
nieuwe school’’, zegt directeur Marjolein
Wenting.
We zijn allemaal gelijkwaardigBinnen SPO de Liemers werd gesproken
over de toekomst van in totaal zes basis-
scholen, in drie verschillende gemeenten.
Op een stichtingbrede informatieavond
werden alle betrokkenen bijgepraat.
Van Hekken en de bestuurder gingen in
gesprek met een volle zaal over de te zetten
stappen, besluitvorming, dilemma’s en
communicatie.
‘‘Een spannend moment, want de sfeer had
best kunnen omslaan naar boosheid,
argwaan of actief verzet. Ik probeerde
zoveel mogelijk uit te gaan van gelijkwaardig-
heid. Ik kwam niet vertellen hoe het moest.
Mijn boodschap was: sommige dingen
gaan we samen uitvinden.’’ Het werd een
constructieve avond.
Voor de zomervakantie van 2016 stemden
ook de mr’s van Het Kompas en de
St. Antoniusschool in met de Fusie Effect
Rapportage. De mr’s stelden wel voorwaar-
den. Zo wilden zij openheid over de financiën,
een informatieavond voor ouders en een
veilige fietsroute naar Het Kompas. Op
1 augustus 2017 fuseren de twee scholen.
Spiegelen helptMr-lid Monique Damen is tevreden met
de begeleiding door een deskundige van
buitenaf. ‘‘Dimitri leidt gesprekken, vat
samen en denkt mee op beleidsniveau.
Hij reikt ook methodieken aan.’’ Directeur
Wenting: ‘‘Dimitri heeft inzicht gegeven in de
verschillende rollen en verantwoordelijkheden.
Hij heeft ons als directie ook vaak een spiegel
voorgehouden: wat is jouw rol en hoe kan
je die het beste invullen? Zijn feedback naar
aanleiding van bijeenkomsten was voor mij
als directeur heel waardevol.’’ •
SPO De Liemers (14 basisscholen in de
regio Duiven, Montferland en Zevenaar) ziet
haar leerlingenaantal langzaam maar zeker
slinken. De stichting besloot om toe te
werken naar nauwere onderlinge samen-
werking. Fusies werden niet uitgesloten.
Ook wanneer iedereen begrijpt dat er iets
moet gebeuren, is zo’n veranderproces
ingrijpend.
Formuleer een visie Het is belangrijk om te vertrekken vanuit een
duidelijke visie op de toekomst van de kleine
scholen. Beheert het bestuur ook grote
scholen, dan biedt dit doorgaans ruimte
om ook de kleinere scholen te laten voort-
bestaan. Maar wil zij dat? Bij welke grootte
vindt het bestuur dat de onderwijskwaliteit in
gevaar komt? En hoe belangrijk vindt zij de
functie van de school als sociaal trefpunt in
een kleine kern?
Voorjaar 2013 sprak het bestuur van SPO
De Liemers al met de scholen in Loil en
Nieuw-Dijk. Zij kondigde aan deze scholen
‘op termijn’ te sluiten. Het bestuur meende
correct en tijdig te handelen, maar de bood-
schap creëerde onrust. Men besloot het
roer om te gooien, hetgeen zorgde voor
meer draagvlak en eendracht. Een werk-
groep met vertegenwoordigers van de
scholen, mr’s, dorpsraden en bestuursleden
van de stichting formuleerde een visie op de
instandhouding van scholen binnen de hele
stichting.
Samen toewerken naar oplossing Adviseur Dimitri van Hekken van Verus zette
met het bestuur de feiten op een rij. De ruimte
om de kleinere scholen te behouden, bleek
slinkende. Niets doen was geen optie.
Het Toekomstplan Scholen SPO De Liemers
werd de basis voor een plan van aanpak op
stichtingsniveau.
Onderzoek naar het mogelijke samen-
brengen van organisaties, teams en school-
culturen roept emoties op. ‘‘Als je aan zo’n
proces begint’’, zegt Van Hekken, ‘‘moet je
niet vooraf weten wat eruit zal komen
Meer weten? Neem voor meer informatie contact op met met Dimitri van Hekken via [email protected] of 06 54 25 68 16.Een uitgebreide versievan dit verhaal staat op www.verus.nl/focus2-16.
focus
17
Staatssecretaris Dekker heeft een wetsvoorstel aangekondigd dat het gemakkelijker moet maken scholen te stichten. Belangrijk argument: bestaande scholen vernieuwen te weinig. Vijf bestuurders bewijzen het tegendeel. “Er is volop beweging.”
SCHOLEN VERNIEUWEN VOLOP, OOK ZONDER DEKKERS WETSVOORSTEL
Romain Rijk, bestuursvoorzitter van
Stichting Carmelcollege (vijfenvijftig school-
locaties VO), vindt dat het onderwijs de
hand in eigen boezem mag steken.
“De ramen en deuren mogen wel verder
open. Ik hoor in het land weleens van
scholen dat ze het niet nodig vinden om
zich open te stellen voor wensen uit hun
omgeving.” Dat zou ook zijn antwoord zijn
aan staatssecretaris Sander Dekker (VVD,
onderwijs) die een wetsvoorstel heeft aan-
gekondigd om het gemakkelijker te maken
nieuwe scholen te stichten, met een
concept dat aansluit bij de behoefte van
ouders. Onderwijsvernieuwing is met
andere woorden een belangrijk argument
in het wetsvoorstel om in te breken in het
bestaande stelsel.
Maar Rijk voegt er in één adem aan toe dat
er wel degelijk ook veel besturen zijn die
flink aan de weg timmeren. “Wij zijn daar
intensief mee bezig.” Vijftien jaar geleden
trok Stichting Carmelcollege al landelijk de
aandacht met Slash 21, een project van
verregaande onderwijsinnovatie.
Rector Willem de Vos van het Christelijk
Lyceum in Veenendaal ziet om zich heen
tal van scholen die hun onderwijs in een
nieuw jasje steken. Op zijn school is er
volop beweging. Voor vernieuwing van
het onderwijsproces, waar ook leerlingen
een belangrijk aandeel in hebben, is het
Plataanfonds ingesteld.
“Wat wij doen aan vernieuwingen ligt voor
een groot deel in de lijn van het gepersonali-
seerd leren. We hebben allerlei mogelijk-
heden en projecten voor leerlingen. Maar
het is niet zo dat alle 2151 leerlingen een
individueel programma kunnen krijgen, dat
is niet te realiseren. Bovendien, er zit in leren
altijd iets collectiefs, leerlingen moeten ook
leren om samen te werken, samen te leren,
samen te luisteren.”
Tekst: Emmanuel Naaijkens | Fotografie: Nancy Zwaal Fotografie
18
“Wij staan open voor ouders die behoefte hebben aan aanbod dat er nog niet is”
SCHOLEN VERNIEUWEN VOLOP, OOK ZONDER DEKKERS WETSVOORSTEL
>
Tekst: Taco Visser | Fotografie: Thinkstock
Geen eenheidsworstIn het Brabantse Schijndel is het bestuur
Skopos in het basisonderwijs de enige
aanbieder. Maar het is beslist geen
eenheidsworst die ouders voorgeschoteld
krijgen, maakt algemeen directeur
Marcel van den Hoven duidelijk. Skopos
bestaat uit zes bijzondere, en een openbare
school. “Elke school heeft een eigen
karakter en een eigen onderwijsconcept.
We hebben bijvoorbeeld een school die wat
meer traditioneel is, een Jenaplanschool,
maar ook een school met een sterk milieu-
educatief profiel of een zorgprofiel. Er is
veel diversiteit.” In het strategisch beleids-
plan is vernieuwing een belangrijk speer-
punt. “Maar wel met behoud van kwaliteit,
vernieuwen is geen doel op zich.”
Bestuursvoorzitter Judith Steenvoorden
van het interconfessionele ZAAM in
Amsterdam vindt ook dat Dekker te kort
door de bocht gaat. “We zijn vier jaar
geleden gestart als ZAAM en vanaf dat
moment staan onder nemerschap en inno-
vatie hoog op de agenda.” Steenvoorden
geeft als voorbeeld scholen die zich profi-
leren met een sport, met dans en muziek,
met techniek, met economie, met speciale
zorg. Als een rode draad loopt door al die
scholen personali sering van het onderwijs.
“We faciliteren professionalisering heel ruim,
we hebben een eigen academie. En docen-
ten nemen zelf het initiatief voor onderlinge
kennis deling, vaak schooloverstijgend.”
ZAAM heeft een kwart van de voortgezet
onderwijsmarkt en is daarmee een grote
speler in Amsterdam. Maar die markt zit
beslist niet op slot, benadrukt
Steenvoorden. “OCW heeft eerder een
licentie afgegeven voor een humanistische
mavo en recent voor een havo. Wij staan
open voor ouders die behoefte hebben aan
aanbod dat er nog niet is. We zijn nu met
een groep in gesprek om een school
naar Fins model op te richten waarbij de
leer lingen in leerlagen en leerjaren door
elkaar zitten.”
Serieus luisterenSerieus luisteren naar wensen van ouders
doen ze ook bij Carmel. Bestuurder Rijk
geeft een voorbeeld. “In Deventer zijn we nu
de enige aanbieder van voortgezet onderwijs.
Er is een groep ouders die graag hun
kinderen naar een vrije school zou sturen,
maar de school in Zutphen zit aan de limiet.
We bekijken nu of we daar inhoudelijk in
Deventer in kunnen voorzien, maar dan
zonder onze grondslag aan te passen.”
Angela Horsten, manager schoolontwik-
keling van de Stichting xPect Primair in
Tilburg (twintig katholieke basisscholen),
heeft zelf aan de wieg gestaan van een
nieuwe school, Klinkers genaamd. “Ik kon
19
blanco beginnen, mocht zelf personeel
aantrekken en een concept ontwikkelen.
Dat was een hele opgave. Ik zie nu dat het
voor bestaande scholen heel veel inspan-
ning vraagt om te veranderen, daar heb je
een lange adem voor nodig, zo’n proces
duurt jaren. Bovendien zijn lang niet alle
ouders veranderingsgezind, hun beeld
van het onderwijs is toch dat uit hun eigen
jeugd.” In dat opzicht is de politiek te
ongeduldig, meent Horsten. Anderzijds ziet
ze dat wettelijke regels nu soms gebruikt
worden als excuus om als school niet met
de tijd mee te gaan. “Ik weet uit ervaring dat
je binnen de bestaande kaders echt kunt
vernieuwen. De Onderwijsinspectie zal erin
meegaan, zolang je voldoet aan de basis-
voorwaarden voor kwaliteit.”
In de prullenbakIs het wetsvoorstel – gezien de dynamiek –
wel nodig? Romain Rijk van Carmel heeft in
principe geen moeite met enige verruiming
tot het stichten van scholen, maar noemt
de lancering van het voorstel op dit moment
uiterst ongelukkig. “In een aantal regio’s
krimpt het onderwijs tien tot vijftien procent.
Dat geeft al veel onzekerheid.” Van rector
De Vos van het Christelijk Lyceum Veenendaal
mag het voorstel in de prullenbak.
“De staatssecretaris maakt een ernstige
generalisering en ik weet niet waar hij dat
op baseert. Er zullen best scholen zijn die
vanuit een comfortabele positie gemak-
zuchtig worden. Maar moet je daarvoor het
hele stelsel om zeep helpen? Die discussie
over artikel 23 Grondwet komt elk jaar een
keer langs. Het is zo’n flauwe discussie als
je ziet hoe de werkelijkheid in ons land is.
We doen het als onderwijs – ook internatio-
naal gezien – hartstikke goed, dus ik zie de
zin ervan niet.”
Bestuursvoorzitter Steenvoorden van ZAAM
plaatst ook vraagtekens bij de argumentatie.
Maar het is volgens haar goed dat er
aandacht is voor vernieuwing. “Dat houdt
ons scherp. Ik kom zelf uit het bedrijfsleven
en als ik naar het onderwijs kijk vind ik dat er
nog wel een tandje bij mag, de ontwikke-
lingen in de samenleving gaan snel.” Ze is
ook van mening dat er te weinig regie is in
de sector. “We laten teveel gebeuren. We
moeten meer het heft in eigen hand houden,
anders gaat de politiek voor ons beslissen.
Er gebeuren zoveel mooie dingen, maar
docenten vinden dat maar gewoon. Ik vind:
Be good and tell it.”
Wat Romain Rijk bijzonder vindt aan de
discussie over stichten van scholen is dat
die vooral over de bovenkant van de markt
gaat: mavo/havo/vwo. “Niemand heeft
het erover om nieuwe beroepsgerichte
vmbo-scholen te beginnen.”
Reactie VerusAdviseur Robbert Jan de Vries: “We vinden
het wetsvoorstel van Dekker niet nodig en
we hebben al een aantal argumenten
aangevoerd, zoals grote tevredenheid van
ouders over het huidige aanbod. Eén aspect
zou ik nog willen benadrukken. Een nieuwe
school stichten die voorziet in de wens van
ouders voor een bepaald onderwijsconcept,
kan grote gevolgen hebben voor bestaande
scholen, zeker in krimpgebieden. Het is
denkbaar dat door het vertrek van leerlingen
een school in haar bestaan wordt bedreigd.
Ouders die wél tevreden zijn met het
aanbod, passend bij hun overtuiging,
worden niet meer voorzien in hun behoefte.
Die staan dan in de kou. Over dat mogelijke
effect is niet nagedacht.” •Lees meer over het standpunt van
Verus over dit wetsvoorstel op o.a.
www.verus.nl/richtingvrije-planning
20
Toetsing van statuten
Onlangs werd ik benaderd door de bestuurder van een vo-school. Vanwege wijziging van de statuten had hij deze voorgelegd aan de Nederlands Katholieke Schoolraad (NKSR), zoals het ook in zijn statuten staat. Hij bestuurt (mede) katholiek onderwijs. Dat betekent dat de statuten juridisch worden getoetst aan het daarvoor geldende reglement voor het katholiek onderwijs en uiteindelijk goedkeuring krijgen van de NKSR als de statutenwijziging aan dat reglement voldoet. Ik kreeg de NKSR-brief met de goedkeuring onder ogen en ik vond het een mooie brief, ondanks dat zo’n toetsing soms best lastig kan zijn.
De bestuurder benaderde me overigens omdat hij vond
dat Verus - vanwege diens voorganger (Besturenraad)
– ook een advies over de statuten moest geven.
Ik antwoordde dat dit niet de gewoonte is en dat het
zijn eigen verantwoordelijkheid is om bijvoorbeeld de
grondslag en eisen aan de samenstelling van de raad
van toezicht en het bestuur op te stellen.
Toch zette dit mij aan het denken.
In een andere situatie denk ik met een protestants-
christelijk schoolbestuur mee over een fusie met
het openbaar onderwijs en de daarvoor op te stellen
statuten. Ik merk hoezeer de mening van de
gemeenteraad, uiteindelijk wettelijk verantwoordelijk
voor het openbaar onderwijs, de formulering van
verschillende onderdelen van de statuten beïnvloedt:
“We moeten het zo-en-zo opschrijven om goedkeuring
van de gemeenteraad te krijgen!”
Toen bedacht ik me dat ‘protestantse’ scholen toch
wel iets missen. Niet dat ik ervoor pleit dat protestantse
kerken zich weer met statutenwijzigingen moeten
gaan bemoeien. Wel dat Verus als verband van ook
de protestants-christelijke scholen best een rol kan
vervullen door met die schoolbesturen mee te denken
of de oorspronkelijke bedoeling van het christelijk
onderwijs, rekening houdend met de zich wijzigende
omstandigheden, voldoende in de statuten zijn opge-
nomen en gewaarborgd.
Ik opende mijn mail en schreef de vo-bestuurder dat ik
na enig nadenken zijn vraag eigenlijk niet anders dan
positief kon waarderen. We weten hoe zorgvuldig deze
bestuurder een proces met zijn school en alle leraren in
veranderende omstandigheden heeft doorlopen. Verus
kon hem er nu toch even mooi mee complimenteren.
Tot slot wenste ik hem, zijn leraren, zijn leidinggevenden
en de raad van toezicht namens Verus – en dus namens
zijn collega-scholen – Gods zegen toe om in de
dagelijkse praktijk van betekenis te mogen zijn voor de
leerlingen van de school en hun ouders.
Ik verstuurde de mail, wetend dat hij als bijlage aan de
statuten zou worden toegevoegd… •
Tekst: Dick den Bakker, directeur onderwijs en identiteit bij Verus
opinie
21
Fotografie: Ruben Schipper
Marit, Amélie, Sigrid, Thomas en Jan.
WHAT’SIN ANAME?
2222
what's is a name
Nu genoeg over Maarten Luther. Wat stond
er vroeger eigenlijk op de plek waar de
school nu staat? … Helemaal NIKS!
Alleen een stuk weiland. Er werd later
een wijk gebouwd. De school is tegelijk
gebouwd met deze wijk.
Maar waarom heet onze school nou de
Maarten Luther? Dat komt doordat
Maarten Luther hervormd was en onze
school is ook hervormd. Er zijn drie
hervormde scholen in Genemuiden:
De Johannes Calvijn, de Johannes
Bogerman en onze school: de
Maarten Luther. Dit zijn drie hervormers.
Wij vieren ook altijd Hervormingsdag en
dan zingen we met de hele school het
lied Een vaste burcht is onze God.
Normaal zingen we ook psalmen en lezen
we uit de Bijbel. Dus je merkt wel dat onze
school vernoemd is naar Maarten Luther. •
Wij zijn een school in Genemuiden dat dichtbij
Zwolle ligt, in Overijssel. De naam van onze
school komt van Maarten Luther. Hij heeft de
Bijbel van het Latijn naar het Duits vertaald.
De school is geopend op 21 december 1953
door burgemeester J.G. Hamer. De school is
een protestantse school. Maarten Luther is
geboren in Eisleben in Duitsland in 1483 en
ook overleden in Eisleben, in 1546. Hij was
tegen de Rooms-Katholieke Kerk, vooral
omdat de Rooms-Katholieke Kerk aflaten
verkocht aan de mensen voor veel geld
omdat de paus een nieuwe Sint-Pieters-
basiliek wilde bouwen. En dan dachten de
mensen dat ze in de hemel kwamen.
Toen spijkerde hij de 95 stellingen op de deur
van de kerk in Wittenberg. De paus werd
woedend en stuurde Maarten een brief dat hij
moest stoppen, maar Maarten gooide de brief
in het vuur. Luther werd uit de kerk gezet,
maar dat vond hij niet erg.
Achter de naam van een school gaat een verhaal schuil. In deze rubriek zoeken leerlingen uit wat dat verhaal is. Deze keer: Marit, Amélie, Sigrid, Thomas
en Jan van de Maarten Luther School in Genemuiden.
“De naam van de school komt doordat Maarten Luther hervormd was en onze school is ook hervormd”
2323
Geruchten of waarheid?In actuele discussies worden veel praatjes verkondigd. “Duizend geruchten door elkaar, valse en ware, die een stroom van praatjes rond doen waaien”, schreef Ovidius al. Verus Magazine zoekt uit waar het echt om gaat. Dit keer niet een woord of een praatje, maar ‘communicatie’, over het gebruik van taal, dat een beladen gebeuren is. Nico Dullemans geeft zijn visie, Taco Visser reageert.
Verusverdiept
24
Je staat er niet bij stil, maar communicatie is al snel belast omdat mensen (individueel of in groepsverband) verantwoordelijkheden en belangen hebben en over een biografie beschikken, een eigen geschiedenis. Communicatie ontspoort daarom eenvoudig. Zo berichtte een krant over de reactie van supporters van Feyenoord op een bestuurder van de club, die hen ‘klanten’ had genoemd. Zij waren daarop naar het bestuurskantoor getogen, een spandoek hooghoudend met daarop: ‘Wij zijn Feyenoord’. Geslaagde communicatie is misschien wel onmogelijk.
Na woede is er rouw als de prestaties van
het elftal achterblijven. De bestuurder in
kwestie zal dat woord ‘klanten’ domweg zijn
ontglipt. Het moet in een mindere periode
van Feyenoord zijn geweest.
Supporterskritiek kan dan genadeloos en
zelfs haatdragend zijn.
De voetbalwereld is één en al turbulentie.
Te midden daarvan moeten clubs het
hebben van honkvaste supporters en een
Het begint altijd met een woordDie bestuurder zal niet in ernst hebben
gemeend dat de voetbalsupporters klanten
van de club zijn. Hoewel zij bediend willen
worden, en wel snel een beetje, zijn
supporters hun club onvoorwaardelijk
trouw. Zij voelen er een liefde voor die zij
zelfs aan hun kinderen willen doorgeven.
Dat supporters hun club zouden willen
omwisselen voor een andere, is ondenkbaar.
stel flexwerkers, die overal in de wereld aan
de slag kunnen. In de verte lijkt het onder-
wijs daar een beetje op: scholen met
honkvast personeel en leerlingen die daar
door hun ouders tijdelijk zijn gebracht.
De tanende macht van de schoolOok in die wereld valt het woord ‘klant’ wel
eens, en ook daar wordt dan aangevoeld
dat het niet past. Een school herbergt geen
Tekst: Nico Dullemans en Taco Visser (kader), adviseurs identiteit bij Verus | Fotografie: Thinkstock
School wordt IKC: communiceren met nieuwe woorden is niet onschuldig
>
Verus verdiept
Verus verdiept:Communicatie
25
staan zij voor de zeer moeilijke vraag hoe
zij op een geslaagde wijze daarover met
bestuurders van andere jeugdvoorzieningen
en gemeenten kunnen communiceren.
Inhoud steeds onbelangrijkerDe communicatie-expert wijlen Paul
Watzlawick is bekend om zijn stellingen over
‘de pragmatische aspecten van de mense-
lijke communicatie’, die vrij vertaald op het
volgende neerkomen.
Mensen communiceren altijd, ook als zij er
het zwijgen toe doen. Als er daadwerkelijk
iets gezegd wordt, heeft dat altijd twee
kanten: het heeft inhoud en het is gedrag.
Die tweede kant betekent dat het bericht op
de een of andere manier uitdrukt hoe de
inhoud ervan moet worden opgevat. Dit om
een bepaalde reeks van vervolggedrag op
te roepen.
Maar in zo’n reeks van interacties kan het
zo misgaan. De inhoudelijke boodschappen
die over en weer worden afgegeven en
de bijbehorende gedragingen matchen
niet altijd, of gedrag wordt verkeerd
geïnterpreteerd. Verder is er natuurlijk de
moeilijkheid dat beoogde partners tot
overeenstemming moeten zien te komen,
terwijl hun onderlinge verschillen relevant
zijn en blijven.
Als de partners zich te weinig rekenschap
geven van dit min of meer formele verloop
van communicatie, kan er vrij gemakkelijk
een ziek patroon van gedragingen ontstaan.
De inhoud van de communicatie wordt dan
steeds onbelangrijker.
klanten. Zo ook is een school geen onder-
neming en zijn leraren geen werknemers,
hoewel ook die woorden wel gebruikt
worden. Dan wordt daar weer op gerea-
geerd met woorden die een ander gevoel
moeten oproepen: ouders zijn partners
van de school en leraren haar professionals
aan wie ruimte moet worden gelaten.
En de school is een gemeenschap, wordt
ook gezegd.
Misschien is het wel zo dat naar nieuwe
woorden wordt gezocht omdat aan de
betekenis van de school, aan haar bedoeling
wordt getwijfeld. Het woord ‘school’ roept
misschien niet meer die collectieve waar-
dering op, de algehele erkenning die het in
het verleden genoot. Ooit is dit woord
gecreëerd en werd het met status omgeven,
er ging een vanzelfsprekende macht vanuit.
Dat naar nieuwe woorden wordt gezocht,
zal een aanwijzing zijn dat de macht van
de school tanende is.
Waarom op zoek naar een vervangend woord?Mogelijk raakt het woord ‘school’ zelfs in
onbruik. Dit valt op te maken uit de opkomst
van een nieuw woord, IKC, dat voor de
omineuze woordcombinatie integraal kind-
centrum staat. Het zou om een centrum
gaan waarin meerdere functies, die voor
de ontwikkeling van het kind van belang
worden geacht, moeten worden verenigd.
Behalve onderwijs zijn dat medische en
sociale zorg, maar ook een recreatief en
sociaal naschools-programma.
De gedachte is dat elk kind een meer
omvattende professionele begeleiding
nodig heeft. Het hoofdmotief hierachter
is preventie, die door politieke partijen,
belangenorganisaties en media – en in hun
kielzog de gemeenten – als urgent wordt
voorgesteld. Zo’n centrum moet alle
kinderen monitoren en op tijd interveniëren
als het met hen mis dreigt te gaan.
De voorzieningen die in een IKC worden
samengebracht, worden als een keten
voorgesteld, waarvan de school dus een
onderdeel is.
De school verliest zo haar eigen positie,
haar programma zal in de toekomst een
uitvloeisel zijn van een hogerstaand
programma dat in feite een samenstel zal
zijn van program maatjes van de afzonder-
lijke kinderen. Voor een ieder van hen zal
er een eigen ontwik kelingstraject zijn, dat
door een multi disci plinair samengesteld
groepje deskundigen zal zijn vastgesteld.
Communiceren over goed onderwijs is moeilijkZo’n allesomvattend IKC is toekomstmuziek
en het is nog maar de vraag of het zo ver
komt. Want hoe muzikaal zal dat centrum
zijn? Goed onderwijs is geen ontwikkelings-
traject, hoewel vanwege passend onderwijs
die indruk gemakkelijk kan ontstaan. Anders
dan een IKC stelt een goede school niet het
kind centraal, maar handelt ze in het volle
besef van de driehoek leerling – leraar –
leerstof. Die komt hierop neer dat de leraar
de leerling een cultuur binnenleidt. Via deze
inleiding kwalificeert het kind zich, socialiseert
het zich en leert het kind zich als een
persoon verstaan. De vervulling van deze
drie functies van de school staat dus niet
voorop, maar is een indirect gevolg van het
goede onderwijzen van de leraar. Goed
onderwijs geven komt eerst.
Neen, een IKC is echt iets anders dan een
goede school. Intussen nodigen gemeenten
de bestuurders van scholen uit om links en
rechts IKC’s op te richten. Ervan uitgaande
dat zij het goede onderwijs willen bewaren,
26
Waar het onderwijs met andere instan-
ties samenwerkt aan de individuele
ontwikkeling van elk kind, zoals bij een
IKC, is het goed om te letten op de taal
van de communicatie. Onderwijs spreekt
naast de taal van ontwikkeling ook de
taal van vorming. Voor je het weet, ligt
miscommunicatie op de loer en zijn we
verder van… school.
Terecht legt Dullemans (zie hiervoor) de nadruk op de inhoud van communicatie. Natuurlijk kent communicatie meer lagen, zoals die van procedure, gevoel, gedrag, interactie, relatie en appel, en is taal ook macht. Wie taal beheerst, beheerst werkelijkheid. Misschien niet volstrekt ‘beheersen’, maar toch: grip en begrip. Wie taal verliest, verliest grip en begrip.
TweetaligheidWat is de taal van onderwijs? Eeuwenlang was dat de taal van enculturatie en socialisatie. Zeg maar de taal van de cultuur en de samenleving, die sinds begin 19e eeuw is vertaald in de diverse vakken van het onderwijscurriculum en bedoeld is als algemene vorming; later kwam daar beroepsvorming bij. Kennisoverdracht en directe instructie, ook van vaardigheden, werden dé manieren van leren.
Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw kwam daar, ook in Nederland, de taal bij van de natuurlijke ontwikkeling en zelfontplooiing van het kind. De bijpassende manieren van leren werden: leren door doen, ervaren en ontdekken. De leraar ging aansluiten bij de ontwikkeling en leerwijze van het kind. En toch: alleen ‘traditionele’ vernieuwingsscholen als montessorischolen en jenaplanonderwijs voerden deze reformpedagogische ideeën consequent door. Totdat de taal van ontwikkeling en zelfontplooiing in onze 21e eeuw weer ‘in’ werd. Elke school spreekt inmiddels over talentontwikkeling en jezelf worden. Hoewel… het blijft lastig persoonsvorming in school vorm te geven als je ook de eindtermen van het curriculum wilt halen. Onderwijstaal is dus tweetaligheid: de taal van (algemene) vorming, dat wat de huidige generatie de nieuwe generatie wil onderwijzen qua culturele geletterdheid ( enculturatie) en maatschappelijke deugdzaamheid (socialisatie), én de taal van persoonsvorming, het ruimte maken voor de eigen (talent)ontwikkeling, leerwijze en zelfontplooiing van jonge mensen. Daarom spreekt Gert Biesta over kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming als drie samenhangende doeldomeinen van onderwijs.
Bedoeling van onderwijsBewust zijn of weer worden van deze tweetaligheid van onderwijs is van belang, omdat veel mensen in onderwijs en samenleving neigen naar één van beide talen. Maar onderwijs is jonge mensen zowel inleiden in de wereld, in de betekenissen van de cultuur, als ruimte bieden aan die nieuwe generatie om de cultuur en wereld op eigen wijze toe te eigenen en te vernieuwen of verbeteren. Dullemans zegt het de cultuurpedagoog Imelman goed na: in onderwijs gaat het om leerstof (lees: cultuur/wereld), leraar (die namens de huidige generatie deze vormingsstof aanbiedt) en leerling (die zich als nieuwe generatie daaraan ontwikkelt). Kortom: als de samenleving of overheid bij het realiseren van een IKC alleen inzet op de taal van de ontwikkeling van elk kind, met alle goede bedoelingen, dan zal de school de taal van de vorming in moeten brengen. De school zal daarbij dus begrip voor de bedoeling van onderwijs moeten vragen. •
TWEETALIGHEID ALS BEDOELING VAN ONDERWIJS
Tekst: Taco Visser
Verus verdiept
‘Als de samenleving bij een IKC alleen inzet op de taal van de ontwikkeling van elk kind, moet de school de taal van de vorming inbrengen’
27
‘Zin in onderwijs’ voor vo-docenten Jouw onderwijs-
idealen en die van de school
Meer weten? Neem voor informatie over dit onderwerp contact op met Loes Mulders, [email protected], 06 22 52 69 99 of Pim Kalkman, [email protected], 06 23 46 90 76.
Marianne de Rijke is docent
scheikunde op het Christelijk
Lyceum Delft. Ze schreef mee
aan de module ‘Mijn verhaal en
de school’. Of leerkrachten hier
echt op zitten te wachten, vraagt
ze zich af. “Maar ik denk zelf dat
het heel nuttig is om als docent
na te denken over je verhouding
tot de identiteit van de school.
In de sollicitatieprocedure komt
die ter sprake, maar daarna gaat
het er niet zo vaak meer over.
Je bent niet dagelijks met je
drijf veren bezig, maar die zijn wel
de basis van waaruit je werkt.”
Levensbeschouwelijk gesprekVeel collega’s komen niet uit de christelijke
traditie van de school, vervolgt De Rijke.
“Maar we zijn wél een christelijke school,
met een duidelijke missie. Die identiteit wordt
uitgedragen door het personeel. Daarom is
het goed om te kijken waar we als docenten
staan, wat wij zelf van onze normen en
waarden vinden, en hoe die zich verhouden
tot de christelijke identiteit van de school.”
Naast bezinning op dergelijke vragen spreekt
ook de praktische kant van het traject haar
aan: hoe voer je bijvoorbeeld als docent een
levensbeschouwelijk gesprek? “Dat heb ik in
mijn opleiding niet meegekregen. Ik ben een
bèta, maar heb wel een mentoraat met
dertig leerlingen. Er bestaan trainingen in
gesprektechniek en zo, maar een levens-
beschouwelijk gesprek vind ik een andere
tak van sport. Dat is een dialoog, waarin je
geen gelijk hoeft te krijgen. Het is heel
waardevol om te leren hoe je zo’n gesprek
in de klas coacht.”
Vormende waardeAanvankelijk was het idee om aan het traject
‘Zin in onderwijs’ een diploma te koppelen,
naar analogie van het DCBO voor leraren in
het basisonderwijs. Wim Drenth, tot begin
oktober bestuurder van CSG Het Noordik,
vond dat niet zo’n goed idee. “De praktijk
zal leren dat zo’n diploma geen grote rol
speelt bij benoemingen in scholen. De animo
bij studenten van lerarenopleidingen lijkt me
Tekst: Bert van der Kruk | Fotografie: Joost Grol
ook niet groot. Het leek mij beter om het
aanbod te richten op docenten die al
werkzaam zijn – daar is in het veld meer
behoefte aan.”
Nadat het diploma-idee van tafel was
gegaan, dacht Drenth van harte mee over
nadere invulling van dit aanbod, dat hij
bewust geen ‘scholing’ wil noemen.
“Er is meer aandacht voor de vormende,
zin gevende waarde van het onderwijs,
bij ouders en docenten. Maar daar zijn
geen foefjes voor, het is niet iets wat je
even leert. Daarvoor moet je met jezelf aan
de gang: wie ben ik, wat zijn mijn idealen en
die van de school? Vallen die samen? En hoe
geven we met z’n allen vorm aan de identi-
teit van de school?”
Ook na zijn afscheid zal Drenth zich nog
inspannen om, samen met vier andere
scholen in het noorden en oosten van het
land, de modules aan te bieden aan
geïnteresseerde docenten. Voor Het Noordik
en CSG Reggesteyn borduurt dat voort op
de korte kloosterretraites die de twee
scholen “als cadeautje” hebben gegeven
aan inmiddels zo’n honderd docenten.
“Zij zijn daar enthousiast over en vragen
naar een vervolg. Ze vinden het fijn om
tijd te krijgen om met zichzelf aan het werk
te kunnen, om even los van gedoe van
alledag na te denken over de vraag waarom
ze docent geworden zijn en daarover in
gesprek te gaan met collega’s.”
Diverse netwerkenVerus-adviseur Loes Mulders
coördineerde als projectleider
van ‘Zin in onderwijs’ de invulling
van de vijf modules (1. Mijn
verhaal, 2. Mijn verhaal en de
school, 3. Ons verhaal in de
praktijk, 4. Ons verhaal in
gesprek, 5. Bijbelverhalen en
ons verhaal). De opbouw van
de serie maakt duidelijk dat de
docent zelf het uitgangspunt is.
Hoe scholen daarmee aan de
slag gaan, of met de inhoud
‘spelen’, is uiteraard aan hen.
Verder stak Mulders tijd in de
totstandkoming van netwerken
van vo-scholen die met deze materie aan
de slag willen. “Scholen lopen vaak tegen
dezelfde vragen aan en zoeken hun eigen
antwoorden. Door uitwisseling komen ze op
andere ideeën.” Voor de ‘brede’ pc-scholen
zijn er inmiddels twee netwerken, in het
noorden en westen. Daarnaast is er een
netwerk van zeven vo-scholen met een
gereformeerde of evangelische signatuur,
waarvoor de Christelijke Hogeschool Ede
(CHE) een eigen traject ontwikkelde.
Daar spelen immers bij bestuurders en
docenten dezelfde vragen, zegt Roel van
Swetselaar, ‘professionaliseringsmakelaar’
bij de CHE. “Je ziet dat er op dit moment
redelijk wordt gemorreld aan het christelijk
onderwijs. Je ziet ook dat gereformeerde
scholen een opener toelatingsbeleid voeren.
Dan komt snel de vraag: hoe borgt de
school haar identiteit? Dat kan in statuten,
maar je bereikt meer als je het via de
docenten doet, want zij dragen uiteindelijk
de identiteit.” Aan de CHE-modules hangt,
anders dan bij het Verus-traject, wel “een
vorm van certificering”, zegt Van Swetselaar.
Inhoudelijk zijn er ook verschillen, maar qua
vorm komen beide trajecten sterk overeen.
“In beide werelden willen mensen verhalen
met elkaar delen en zoeken ze vormen van
inspiratie of retraite. De tijd dat we de
identiteit alleen maar in regelgeving konden
vastleggen, is voorbij. Het is eerder een
kwestie van met elkaar zoeken naar wegen
om die vorm te geven.” •
Hoe zit het met mijn eigen drijfveren en idealen? En hoe
verhouden zich die tot de christelijke identiteit van mijn
school? Docenten in het christelijk voortgezet onderwijs die zich op
zulke vragen willen bezinnen, kunnen gebruikmaken van het
traject ‘Zin in onderwijs’ dat Verus met scholen
ontwikkelde.
29
NIEUWSPLEIN
“Ik ben een gelukzoeker, maar dat
ben jij ook”, zongen leerlingen van
de Wilhelminaschool in Rotterdam-
Crooswijk mee met rapper
Alex Karakhanian. Ze stonden op het
podium van de Grote Kerk in Den Haag
om tijdens de ‘interlevensbeschouwelijke
bezinningsbijeenkomst’ op de ochtend
van Prinsjesdag hun bijdrage te leveren
aan het thema Te gast in de wereld.
Dat deden ook de vertegenwoordigers
van de deelnemende religies en levens-
beschouwingen, ten overstaan van
premier Rutte, de bewindslieden Van der
Steur, Dekker, Van Rijn en Klijnsma, vele
Kamerleden en honderden leerlingen en
andere belangstellenden. Verus is al
jaren bij de viering betrokken als schakel
tussen de organisatie en de deel-
nemende scholen.
‘Gelukzoekers’ pleitten in Prinsjesdagviering hartstochtelijk voor gastvrijheid
De jaarlijkse Prinsjesdagviering is “een cadeau
van de religieuze en levensbeschouwelijke
organisaties van ons land aan overheid en
parlement en aan een breed publiek”, zei
voorzitter Ineke Bakker van de Stichting
Prinsjesdagviering.
Oerbeeld van gastvrijheidHet thema van dit jaar vertolkt het besef
dat wij allemaal slechts tijdelijke bewoners
van deze aarde zijn, zei rabbijn Awraham
Soetendorp in zijn hoofdtoespraak. “Dat is
een beeld dat in alle eeuwen is herkend en
hooggehouden door spirituele tradities en
levensbeschouwingen.”
Met Abraham als “oerbeeld van gast-
vrijheid” pleitte hij hartstochtelijk voor een
ruimhartige ontvangst van vluchtelingen
en vreemdelingen in ons midden. Zoals
Abraham drie vreemdelingen gastvrij in
zijn tent onthaalde, terwijl hij zelf eigenlijk
een vreemdeling was – “zijn papieren
waren nog niet helemaal in orde, hij was
nog niet helemaal geïntegreerd.”
Eigenbelang overstijgenSoetendorp betuigde de aanwezige
kinderen zijn spijt dat “wij jullie niet een
ruimhartiger wereld nalaten”. Tegelijk put
hij hoop uit de “inventiviteit en kracht”
van jonge mensen, en uit het feit dat de
leden van de wereldgemeenschap wel
degelijk in staat blijken hun eigenbelang
te overstijgen, getuige de mondiale
afspraken over nieuwe millenniumdoelen
en klimaatdoelstellingen.
“Mogen wij aan elkaar de kracht ontlenen
om te blijven werken aan een toekomst
waarin ieder mens zijn waardigheid
heeft”, besloot de rabbijn zijn pleidooi.
Geluk delenIn andere bewoordingen klonk een
soortgelijke boodschap uit de mond
van rapper Alex en de leerlingen van
de Wilhelminaschool in het nummer
‘Gelukzoeker’:
Er is geluk zat en dat weet jij ookDe vraag is willen we het delen
Er wordt haat gezaaid en dat is wat je oogstIs dat de weg die we moeten nemen?Of wordt het tijd dat je wakker wordt
En wordt liefde de taal om te spreken.
30
Ga in gesprek met Michel Rog en Paul van Meenen
Dat kan tijdens onze algemene
leden vergadering op 25 november.
We starten met het formele gedeelte
over onder andere de jaarrekening
2015 en het activiteitenplan voor
2017 met het daaraan gekoppelde
contributiebesluit. Daarna gaan we in
gesprek met de Tweede Kamerleden
Rog (CDA) en Van Meenen (D66).
Locatie is Baarn, aanvang: 10.00 uur.
Meer informatie op www.verus.nl/
alv-2016.
In dit nummer van Narthex gaat het
onder meer over vluchtelingen en de
omgang met hen. Er zijn interviews
met (ex-)vluchtelingen en personen
die maatschappelijk actief zijn op
dit thema.
Interesse in een exemplaar? Neem
contact op via [email protected].
RectificatieIn Verus Magazine september is
helaas een storende fout geslopen
in de rubriek Mijn Verhaal (pagina
14-15). Onder het kopje ‘Zesde
contrast’ was een verkeerde tekst
geplaatst. De gecorrigeerde versie
vindt u op:
www.verus.nl/vm-sep-2016
nieuwsplein
De Verheldering
“Moeten we onze kostbare vergader-
tijd besteden aan de katholiciteit van
de scholen”, vraagt Hans Derks
(voorzitter CvB Kempenkind) zich af in
het voorwoord van De Verheldering.
“Helderheid omtrent onze identiteit
geeft rust”, ontdekte hij. “Dat lijkt me
in deze tijd geen overbodige luxe.”
Jos Roemer levert met De Verheldering
– Een onderzoek naar de identiteits-
ontwikkeling van katholieke basis-
scholen in een tijd van ontkerkelijking,
een bijdrage aan de verheldering
van wat ‘katholieke school’ in een tijd
van ontkerkelijking kan betekenen.
Een uitgave van SOL Identiteits-
begeleiders, Nijmegen, 2016.
17 en 18 januari 2017 te Utrecht
‘Orthodoxie versus fundamentalisme; wat is je heilig in het levensbeschouwelijk onderwijs?’
Tweedaags congres voor docenten, schoolleiders, beleidsmakers en studenten. Praat mee met sprekers en deelnemers van diverse achtergronden en religies over dit actuele onderwerp.
Aanmelden? Ga naar www.orthfund.nl
Het congres wordt georganiseerd door de Tilburg School of Catholic Theology in samenwerking
met Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing en met medewerking van
Verus-Vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs, VDLG-Vereniging van Docenten Levensbeschouwing en Godsdienst en KOV-Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
School of Catholic Theology
160565 adv Orthodoxie versus fundamentalisme 160x240_bleed mm.indd 1 29-09-16 14:11
€10
rug bij 96 pagina’s bw = 5,8 mmzwart op achterplat = 2, zwart op voorplat = 5
jaargang 16, nr . 3
NartheXt i j d s c h r i f t v o o r l e v e n s b e s c h o u w i n g e n e d u c a t i e
Waar ben je bang voor? | Ieder1 mag zichzelf zijn, dát is Nederland! | Gelukbrenger | “Iedereen zijn eigen klompen!” | De leerling leert vloeken | Boomba | Burgerschap tegen polarisatie | Het Gelaat van de Ander | Elkaar een gevoel van thuis geven | Voor vluchtelingen naar Thermopylae | Achtergronden en aanknopingspunten | “Dan komen ze allemaal” | Twee brandende vragen na de aanslagen | Polarisatie door onwetendheid | Radicalisering en schoolidentiteit | Godsdienstonderwijs na Brussel en Parijs
Tussen angst en hoopWat de samenleving en het onderwijs (kunnen) doen tegen de polarisatie tussen ons en in ons
NA
RT
HEX
JA
AR
GA
NG
16. N
R.3
- TU
SSEN
AN
GST EN
H
OO
P
voor yvonne: 28-29-232-22
opm vp NX2016-3.indd 1 30-09-16 15:52
Verus subsidieert sinds 1 september samen
met het LVGS een onderzoeksplaats aan
de Theologische Universiteit te Kampen.
Deze onderzoeksplaats is verbonden aan de
leerstoel ‘Christelijke Identiteit’ van prof.dr.
Roel Kuiper. Als onderzoeker is dr. Wolter
Huttinga benoemd. Het onderzoek richt
zich op de theologische verdieping van de
identiteit van christelijke scholen.
De onderzoeksplaats in Kampen is opgezet
samen met het LVGS en is de derde van
Verus. Naast deze heeft Verus onderzoeks-
plaatsen aan de Vrije Universiteit en de
Radbouduniversiteit in Nijmegen. Het is
Verus-LVGS-TU Onderzoeksplaats in Kampen
de bedoeling dat onderzoekers van verschil-
lende universiteiten met elkaar gaan samen-
werken. In Kampen wordt al onderzoek
gedaan naar de identiteitsontwikkeling op
orthodox-protestantse scholen.
Identiteit voor kwaliteitVerus wil graag dit type onderzoek onder-
steunen met het oog op de rol van theo-
logische bezinning voor de verdieping van
de identiteit van het christelijk onderwijs.
Volgens Dick den Bakker, directeur onder-
wijs en identiteit van Verus, helpt dit scholen
hun kwaliteit verder te onderbouwen.
31
Efficiënte en doelmatige
huisvesting van scholen is een
zaak die de overheid terecht
nastreeft. Maar de praktijk is,
zoals vaak, weerbarstiger dan het ideaal. Scholen groeien en
krimpen, en die ontwikkeling verloopt, alle prognoses ten spijt,
vaak grillig. Dat leidt zo nu en dan tot tegengestelde belangen van
scholen: wie kan aanspraak maken op welke onderwijsruimte(n)?
Gemeenten beschikken over het zogenoemde vorderingsrecht, de
bevoegdheid om een teveel aan ruimte bij de ene school te vorderen
ten behoeve van een tekort aan ruimte bij de andere school.
Maar in concrete situaties blijkt het toepassen van het vorderings-
recht door een gemeente toch niet altijd eenvoudig, zoals blijkt uit
de volgende casus. De kwestie draait om de verdeling van de
onderwijsruimte, met ingang van het nieuwe schooljaar, in een brede
school. Zowel een christelijke als een openbare school vinden in
dat gebouw onderdak. Het aantal leerlingen van de openbare
school groeit, en daarom claimt het bestuur meer lesruimte in het
gebouw. Dat betekent dat de christelijke school, die stabiel is qua
aantal leerlingen, een lokaal (met nevenruimte) moet inleveren.
In januari van dit jaar nodigt de gemeente beide schoolbesturen uit
voor nader overleg. Omdat de besturen er onderling niet uitkomen,
hakt het college van B en W op enig moment de knoop door.
Er komt een besluit tot vordering en de christelijke school moet
een leslokaal overdragen aan de ‘openbaren’. Het bestuur van
de christelijke school is niet gelukkig met de gang van zaken. De
huidige oppervlakte aan huisvesting is maar net genoeg om goed
onderwijs voor alle leerlingen te
kunnen verzorgen. De voor-
zieningenrechter wordt om een
uitspraak gevraagd. Belangrijk
argument van het christelijk schoolbestuur is dat B en W ten
onrechte hebben geconcludeerd dat er sprake is van leegstand
en bovendien de regels zoals voorgeschreven in de huisvestings-
verordening niet goed hebben toegepast. Het college had onder
andere al vóór 31 oktober van het lopende schooljaar met het
bestuur waarvan wordt gevorderd rond de tafel moeten gaan zitten.
En dat is niet gebeurd. De voorzieningenrechter oordeelt dat het
besluit om deze reden onrechtmatig is. Daarbij oordeelt de rechter
ook nog, en dit is erg interessant, dat bij de berekening van de
leegstand het hele brede schoolgebouw en dus alle leerlingen
(zowel van de christelijke als de openbare school) moeten worden
betrokken. Het gebouw is te klein om gelijktijdig te voorzien in de
ruimtebehoefte van beide scholen. Van leegstand is daarom geen
sprake. Hiermee legt de voorzieningenrechter het probleem van
het ruimtetekort bij de openbare school terug bij de gemeente. De
gemeente kan immers geen ruimte meer vorderen van de christelijke
school, ook niet als zij wèl de juiste procedure volgt. Een goede
zaak omdat het probleem van ruimtetekort bij de ene school maar
al te vaak wordt neergelegd bij een andere school, die wellicht wat
ruimer in het jasje zit maar toch, bijvoorbeeld vanwege passend
onderwijs of onderwijsvernieuwing, geen lokalen kan missen.
Het besluit van B en W wordt geschorst en de afhandeling vindt
verder plaats in de bezwaarschriftprocedure. •
rubriek
Heeft u vragen over dit onderwerp? Of over andere juridische zaken? Onze juristen staan u graag te woord. Neem contact op met de juridische helpdesk van Verus, 0348 74 44 60, [email protected].
GEMEENTE VORDERT TEN ONRECHTE ONDERWIJSRUIMTE
Een gemeente probeert het tekort aan lokalen van de ene school op te lossen
door bij de andere school ruimte te vorderen. Maar dat gaat zomaar niet,
stelt de voorzieningenrechter.
Tekst Emmanuel Naaijkens, m.m.v. mr. Josephine Haneveer, advocaat bij Verus
32
juridische kwestie
Verus en vijf andere organisaties sloten in 2012 een collectief af voor de aankoop van kantoor- en schoolartikelen. Inmiddels loopt weer een Europese aanbesteding, die waar schijnlijk in januari 2017 resulteert in een nieuw contract. Leden kunnen zich tussentijds blijven aan sluiten bij collectiviteit Schoolinkoop. Het Zuid-Hollandse Driestar College, deelnemer van het eerste uur, is nog steeds van de partij.
Tekst: Noël Houben | Fotografie: Thinkstock
de aanschaf van kantoorartikelen, was dus
zeer welkom. “We zijn al jaren lid van Verus”,
vertelt financieel administrateur Jan van Hell.
“Dat Verus een van de partijen achter dit
collectief was, gaf vertrouwen. We waren
bovendien eerder al ingestapt in Energie
voor Scholen. Ook op dit collectief waren
we door Verus gewezen. We hebben dankzij
Energie voor Scholen een behoorlijke
besparing kunnen inboeken op de energie-
kosten. Dat smaakte naar meer.”
FeedbackVan paperclips tot perforators, van pennen
tot stickers: het Driestar College heeft de
afgelopen jaren uiteenlopende kantoor-
artikelen ingekocht bij leverancier Lyreco.
Tevredenheid overheerst bij Van Hell
wanneer hij terugblikt. “De prijzen waren
goed, het assortiment ruim, de levering snel,
de facturen duidelijk. Maar er zaten ook
enkele kwalitatief mindere producten tussen.
We misten verder een beetje het menselijke
contact, een stukje warmte. Het klantcontact
verliep namelijk vooral via de website.
Deze en andere feedback hebben we mee -
gegeven aan Lyreco en Verus. We zijn
benieuwd wat er uit de nieuwe aanbesteding
zal rollen.” •
LEDENvoordeelLEDENVOORDEEL: KANTOORARTIKELEN COLLECTIEF
“Die besparing smaakte naar meer”
Meer informatie? Direct inschrijven? ? Kijk op www.schoolinkoop.nl of neem contact op met Schoolinkoop via [email protected] of 073 614 00 10.
genieten deze voordelen. Zijn profiteren
bovendien vanaf dag één van het nieuwe
contract, dat over enkele maanden ingaat.
VertrouwenHet Driestar College beleefde enkele jaren
geleden, zoals veel scholen in het voortge-
zet onderwijs, een financieel lastige periode.
De besparing die Schoolinkoop bij de eerste
aanbesteding in 2012 beloofde te bieden op
Enkele honderden scholenorganisaties
nemen op dit moment deel aan
Schoolinkoop. Zij besparen binnen het
huidige contract met leverancier Lyreco
gemiddeld veertig procent op de aankoop
van kantoorartikelen. Deze scholen hoeven
bovendien geen kostbare en ingewikkelde
Europese aanbestedingsprocedure te
doorlopen om een leverancier te selecteren.
Ook leden van Verus die zich nu aansluiten,
ledenvoordeel
33
‘VO-SCHOLEN DIE LATER SELECTEREN, MOETEN BELOOND WORDEN’
Jasper van DijkTweede Kamerlid voor de SP
“We hebben een wetsvoorstel hiervoor in de maak”“Ik ben het eens met de stelling.
Selectie is een groot probleem in het
Nederlandse onderwijs. Maar in het
verleden zijn bepaalde onderwijs-
vernieuwingen, zoals de midden-
school en de basisvorming, minder
goed uitgepakt. Laten we leren van
die fouten, en brede brugklassen op
een realistische manier opzetten.
Ze moeten behapbaar zijn. De SP wil
brede brugklassen stimuleren mits
deze klein worden gehouden. Wij
hebben daarvoor een wetsvoorstel in
de maak. We denken aan gemiddeld
23 leerlingen. Als een vo-school aan
de slag wil met brede brugklassen,
zou deze financieel geprikkeld kunnen
worden en budget kunnen krijgen
om kleinere klassen te maken.’’
Roelof BisschopTweede Kamerlid voor de SGP
“Selectie is nog onvoldoende flexibel”
‘‘Belonen hoeft niet; we kunnen
gewoon ruimte bieden binnen de
bestaande mogelijkheden. Het
echte probleem is dat de selectie
onvoldoende flexibel is. Bij de
inspectie-beoordeling zijn de door-
stroom, opstroom en afstroom nog
steeds bepalend. Geef scholen
de ruimte om een leerling voor te
sorteren op basis van het advies van
de basisschool, ondersteund door de
score op de eindtoets. Als je daar een
(eventueel dubbel) schooladvies aan
koppelt, kunnen de vo-scholen
dakpanklassen vormen. Daar kunnen
leerlingen zich in alle rust verder
ontwikkelen. Een school moet leer-
lingen, ook op een later moment, daar
kunnen plaatsen waar ze horen.’’
In De Rondvraag stellen wij een vraag of poneren wij een stelling waar betrokkenen uit het onderwijsveld op reageren. In de aanloop naar de verkiezingen zijn dat Tweede Kamerleden. Dit keer in De Rondvraag: ‘‘Vo-scholen die later selecteren, moeten beloond worden’
Tekst: Marijke Nijboer
3434
‘VO-SCHOLEN DIE LATER SELECTEREN, MOETEN BELOOND WORDEN’
Paul van MeenenTweede Kamerlid voor D66
“Geef ook meer tijd om school af te maken”
‘‘Het belonen van een latere selectie
lijkt me een prima plan. Dat kan via
het bekostigingsmodel. Bij latere
selectie geef je kinderen de kans om
zich verder te ontwikkelen. Het zou
goed zijn om dan de kinderen die dat
nodig hebben, ook meer tijd te geven
om hun opleiding af te maken. Je zou
hen bijvoorbeeld de ruimte kunnen
geven om vijf jaar te doen over het
vmbo of zes jaar over de havo. Op die
manier creëer je ook extra ruimte om
later te selecteren en kinderen te laten
opstromen.’’
Karin StrausTweede Kamerlid voor de VVD
“De negatieve prikkels zijn uit het systeem gehaald”‘‘Wij zijn voor maatwerk. Als een kind
meer tijd nodig heeft om z’n plek te
vinden, moet je die tijd bieden. En wil
een kind eerder naar het vo, dan moet
dat ook kunnen. Mede op ons initiatief
mogen vo-leraren nu ook in het po
lesgeven. Er zijn zelfs al scholen die
po en vo onder één dak hebben. Je
kunt de overgang dus minder scherp
maken. De negatieve prikkels die
scholen voorheen ervoeren bij vroege
selectie, zijn uit het systeem gehaald.
Scholen krijgen nu een plus voor goed
gedrag op dat punt. We moeten de
samenwerking tussen po en vo inten-
siveren, zodat je betere doorlopende
leerlijnen krijgt. Scholen die hier goed
mee omgaan, kun je belonen door ze
uit te dragen als goed voorbeeld.’’ •
Rik GrashoffTweede Kamerlid voor Groenlinks
“Ruimere bekostiging voor wie later selecteert”‘‘Eens. We selecteren in feite al in
groep 7 en 8. Veel kinderen zijn dan
nog niet zo ver ontwikkeld dat je die
keuze kunt maken. Daar zijn oplos-
singen voor: het gemengde advies
en de brede brugklas. Steeds minder
scholen maken hier echter gebruik
van. Dat heeft tot gevolg dat we gaan
selecteren op een manier die voor
veel kinderen ongunstig is, vaak juist
kinderen van laagopgeleide ouders.
Daarom moeten we zorgen dat
vo-scholen met brede brugklassen
blijven werken en later selecteren.
GroenLinks is voor een ruimere
bekostiging voor zulke scholen. Niet
alleen als beloning; een brede brug-
klas vraagt ook meer van de school.
Vanwege de grotere niveauverschillen
moeten deze klassen kleiner worden
gehouden en moet er meer aandacht
zijn voor begeleiding.’’
de rondvraag
35
MIEK LAEMERS(Workshop Actualiteit in het onderwijsrecht)bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam
PAUL FRISSEN(Spreker)hoogleraar Bestuurs-kunde aan de School voor Politiek en Bestuur van de Universiteit van Tilburg
U bent van harte welkom!Donderdag 2 februari 201712.00 – 17.00 uur Bomencentrum Baarn(Inclusief lunch en hapje/drankje achteraf) WORKSHOPSU kunt deelnemen aan twee workshoprondes over diverse onderwerpen, zoals huisvesting en bekostigingsvraagstukken, actualiteit in het onderwijsrecht en het nieuwe ontslagrecht.
Informatie en aanmelden: www.verus.nl/juridisch-onderwijscongres Meer informatie: [email protected] of 0348 74 44 48
LEDEN VAN
VERUS GRATIS
NIET LEDEN
€295 P.P.
EERSTE JURIDISCH ONDERWIJS CONGRES VERUS ADVOCATEN & JURISTENHét congres voor iedereen in het onderwijs die met juridische zaken te maken heeft