Als directeur is Buijs zich bewust van haar rol in
het vormgeven van het christelijk karakter van de
school. Een slinkend deel van de ouders had nog
binding met de christelijke traditie, een groot deel
was er onbekend mee. Buijs dacht daarbij steun
te kunnen hebben aan predikant Otto Grevink.
“We zijn beiden christelijk en doen niets samen”,
zei ze tegen hem. En dat vond ze vreemd. Grevink
is een predikant met de blik gericht op de wereld.
Hij legde vanuit de kerk contacten met
Plusprojecten in Waalwijk, waarin maatschap-
pelijke verbanden als buurtwerk, ouderenzorg,
kinderopvang en scholen samen optrekken.
Ook de christelijke basisschool Juliana van
Stolberg voelde dat ze in haar omgeving een bij-
drage te leveren had. Grevink wilde ook betrokken
zijn bij de school en van betekenis zijn bij vragen
van geloofsopvoeding die leven binnen de school
en zeker ook bij een aantal ouders.
KlikZo is een bijzondere band gegroeid. De school
kent een actieve werkgroep vieren en geloven.
De predikanten maken er geen deel van uit, maar
Grevink is wel een animator. Een van de leden is
Sandra Gaakeer. Zij is al lang aan de school ver-
bonden, eerst als ouder en invalleerkracht, nu als
begeleider van zorgleerlingen. Met hen drieën
spreek ik over een dynamisch proces van betrok-
kenheid dat zowel de enige protestantse basis-
school in Waalwijk als de kerken blijkt te
verrijken.
Soms vinden ze elkaar: kerk en school. Zoals in Waalwijk, waar het christelijk basisonderwijs en de kerken vroeger weinig met elkaar te maken hadden. Tot een jaar of zes geleden de Juliana van Stolbergschool een nieuwe directeur kreeg, Adri BuijsVersteeg, die ideeën ontwikkelde voor een nieuwe brede school. En ongeveer tegelijkertijd Otto Grevink als predikant van de Ambrosiuskerk ver binding zocht met maatschappelijke organisaties. Ze vonden elkaar.
Het begon dus bij een klik tussen mensen. Adri
Buijs nodigde de predikanten van de protestantse
kerken in Waalwijk uit om bij een onderwijsproject
iets te komen vertellen. Zij wil bewust met alle
kerken goede banden hebben. Alle predikanten
zagen dit helemaal zitten. Ook met het oog op het
beeld dat kinderen van de kerk hebben. Grevink
vertelt hoe hij als gast aanwezig was bij de ope-
ning van een moskee, hoe hij later in de klas door
Turkse jongens herkend werd en hoe die hem
daarom waardeerden.
Kerk is gastvrouwNu kent de school jaarlijks een bijzonder
Bijbelproject waaraan predikanten deelnemen en
dat uitmondt in een viering in de kerk. Aan het
School en kerk zorgen voor verbinding
28School en kerk zorgen voor verbinding Tekst Paul Boersma | Fotografie Juliana van Stolbergschool
Bijbelproject dragen de predikanten hun steentje
bij door in de klassen gesprekken te voeren. “We
krijgen dan natuurlijk vragen als: wat deed Noach
in de ark met de mest? En dominee, gelooft u in
geesten?”
Zoals op wel meer scholen zijn er tussen kerk en
school afspraken gemaakt over de liedcultuur. Het
zijn kerkelijke liederen, liederen uit de wereld van
kinderen en soms een lied uit de oude doos, zoals
‘Ik wandel in het licht van Jezus’. “Als kinderen
dat zingen verbinden de generaties zich, voelen de
ouderen zich thuis bij die kinderen.”
In Waalwijk heeft dat geleid tot een gezamenlijk
repertoire waaruit geput kan worden op school en
in de kerkdienst. In die kerk-schoolviering is de
kerk leidend en treedt op als gastvrouw. Maar de
viering draait ook om de inbreng van de school.
Kinderen spelen een spel, leraren musiceren,
leerlingen maken het Bijbelverhaal tot een beeld-
verhaal. Grevink zelf leidt het koor van kinderen
waarmee hij in de school heeft geoefend.
Andere belevingOok islamitische en niet-gelovige leerlingen doen
mee. In een van de vieringen had een atheïstische
jongen de rol van Jezus gekregen. Zijn ouders –
overtuigde atheïsten – wilden erbij zijn. Na afloop
van het spel, halverwege de dienst, vroeg de jon-
gen of hij nu naar huis mocht. Maar hij heeft de
hele dienst meegemaakt. Grevink vindt dat
belangrijk. Kinderen maken zo echt iets mee van
wat in een kerkdienst met eigen rituelen gebeurt.
kerk-schoolproject meer dan een sociale activiteit.
“Mensen zijn niet enkel op grond van een ‘contract
social’ aan elkaar verbonden en verplicht.
Het gaat ook over een dieper besef dat de mens
ervaart waartoe hij op aarde is: een geroepene
zijn. Dan klinkt de vraag veel dieper die God aan
Kaïn stelde: waar is uw broeder?
VerbindingBijzonder is ook de bloemengroet die leerlingen
en kerkleden mee hebben genomen naar de kerk
en die zij na afloop van de dienst rondbrengen.
Aanvankelijk maakten Buijs en Gaakeer de boe-
ketten. Nu doen ouders die een bloemenwinkel
hebben het, samen met andere ouders, leerlingen
en kerkleden. Zo ervaren leerlingen ook iets van
dienstbaarheid. Een gezin waarvan de vader van
een leerling een ongeluk had gehad, kreeg bloemen
en de leerling bedankte de dominee via Hyves.
Grevink kon daarop weer zijn medeleven tonen.
Verbinding! Zo betekent de kerk echt ook iets voor
de school.
Maken jullie het de leraren niet te gemakkelijk
door het bij een commissie neer te leggen?, vraag
ik nog. “Zeker, maar daardoor krijgen we ook die
collega’s mee die minder kerkelijk meelevend zijn
en moeten wennen dat ze er ook op zondag bij
zijn. Daardoor is gaandeweg iedereen enthousiast
mee gaan doen,” antwoordt directeur Buijs.
Wat nog in het verschiet ligt, is het organiseren
van gespreksmomenten met ouders over levens-
en geloofsvragen. Want die vragen leven meer
dan we vaak denken, vermoedt Grevink.
Wordt vervolgd dus….
Wouw!, denk ik, als ik naar huis rijd: in Waalwijk
wordt echt volop samen gevierd, beleefd en
geloofd.
Gaakeer valt hem bij. “Als kinderen naar de kerk
gaan, krijgen ze een heel andere beleving dan op
school. Ze gaan vooraf eerst naar de lege kerk –
ook al iets bijzonders voor velen. Maar als ze dan
op zondag de volle kerk binnengaan, ervaren ze
werkelijk iets.”
Plaatje bij het praatje?De viering en het Bijbelproject hebben een sociaal
thema dat verbonden is met de doelen van de
school ten aanzien van burgerschapsvorming:
pesten, bouwen, wie is je naaste. Kinderen maken
daar behoorlijk werk van. Zo hebben leerlingen
het verhaal van Kaïn en Abel ‘vertaald’ in eigen
beelden door een fotoserie te maken, die is ver-
toond bij de lezing van het verhaal in de dienst.
“Fantastisch wat kinderen dan teruggeven. En het
wordt zo helemaal ook hun verhaal.” Bij een
ander thema ontstaat een rap of hebben leer lingen
‘elfjes’ gemaakt. En wat te zeggen van die Turkse
jongens die hun torens van Babel tentoonstelden
op de tafel in de kerk?
De preek vinden kinderen vaak het moeilijkste
onderdeel. Grevink maakt nu vooraf een preek-
schets, en de leerlingen maken daar tekeningen
bij die tijdens de preek worden getoond. Een
preek met beelden van de hoorders – kan het
mooier?
Krijgen kinderen ook iets mee van het religieuze?
Oftewel: komt God ter sprake? Grevink begrijpt de
vraag en duidt die als ‘is God enkel een plaatje
bij het praatje?’ Voor hem en de school is het
29 School en kerk zorgen voor verbinding