1
Splitsen type 1 10
1
10
2
2
Instapniveaus splitstype 1
Stap A: Begripsopbouw met context dia 3 t/m 12
Stap B: T-opgaven met apart type 1/.., 2/.. dia 13 t/m 15
Stap C: Tientaloverschrijders type dia 16 t/m 25
N.B. Gewenste dianummer intoetsen; gevolgd door enter
3
Splitsen type 1 stap A: met context
10
1
4
5
1
Splitsen type 1 stap A: met context
5
8
2
Splitsen type 1 stap A: met context
6
7
1
Splitsen type 1 stap A: met context
7
10
1
Splitsen type 1 stap A: met context
8
9
1
Splitsen type 1 stap A: met context
9
10
2
Splitsen type 1 stap A: met context
10
10
2
Splitsen type 1 stap A: met context
11
Splitsen type 1 stap A: met context
10
1 9
12
Splitsen type 1 stap A: met context
10
2 8
13
Splitsen type 1 stap B: kale splitsopgaven
10
2
8
1
5
1
10
1
9
2
8
2
9
1
7
2
14
Splitsen type 1 stap B: kale splitsopgaven
10
2
8
1
5
1
7
2
10
1
9
2
8
2
9
1
15
8
2 …
1
……
…
… …
5
… 1
…
……
2
… …
Splitsen type 1 stap B: kale splitsopgaven
10
2 …
1
……
…
… …
16
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
8 + 6 =
17
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
12 - 9 =
18
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
11 - 7 =
19
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
9 + 6 =
20
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
4 + 9 =
21
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
11 - 9 =
22
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
4 + 8 =
23
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
12 - 7 =
24
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
9 + 7 =
25
Splitsen type 1 stap C: tientaloverschrijders
3 + 8 =