Ko

rte b

eric

hte

n

pagina 3

Critical Care nr. 01/2009

IC-rapport van IGZ voorbarig en onzorgvuldigDiverse Nederlandse IC-organisaties

hebben uiterst kritisch gereageerd op

het onlangs verschenen rapport van

de Inspectie voor de Gezondheids-

zorg (IGZ). 4 van de 47 ziekenhuizen

die de IGZ afgelopen jaar onderzocht,

zouden door dit rapport geen IC-zorg

meer kunnen geven.

De ziekenhuizen zouden volgens de IGZ niet voldoen aan de essentiële voorwaarden omdat ze niet beschikken over een intensivist. De verschillende IC-organisaties stellen in een gezamen-lijk rapport dat het IGZ met deze con-clusie voorbarig heeft geoordeeld, waardoor een aantal ziekenhuizen re-putatieschade heeft opgelopen.De verenigingen, waaronder de Orde van Medisch Specialisten en de Neder-landse Vereniging voor Intensive Care, benadrukken dat zij dat het goed vin-den dat het IGZ toeziet op de invoering van richtlijnen voor IC-afdelingen. Hun kritiek is dat het onderzoek zoals dat door de IGZ is verricht, niet de kwali-teit van zorg onderzoekt, maar alleen kijkt of de IC’s voldoen aan de rand-voorwaarden. De verenigingen stellen dat patiënten die nu op een IC worden behandeld, geen gevaar lopen, zoals het rapport wel suggereert. Door de toets

zagen vier ziekenhuizen zich onlangs ge-noodzaakt hun IC’s te sluiten.Het sluiten van een aantal IC’s zou grote gevolgen hebben gehad voor de zorg die in deze ziekenhuizen wordt geleverd. De vier ziekenhuizen die niet voldeden aan de voorwaarden van het IGZ zijn: de IJsselmeerziekenhuizen te Lelystad, het Röpcke-Zweers Zieken-huis in Hardenberg, het St. Anna Zie-kenhuis in Geldrop en het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland. De directe aanleiding voor het grootscha-lig onderzoek van de IGZ waren be-richten in de media in november 2007 over mogelijk 250 vermijdbare doden op IC-afdelingen van niveau 1.In 2006 zijn de richtlijnen voor IC-zorg door het IGZ geheel herzien en in 2011 moeten ze zijn ingevoerd. De betrokken organisaties zeggen zich te realiseren dat het soms, ondanks maximale inspannin-gen, erg moeilijk is voor ziekenhuizen om de zorg volgens de IC-richtlijnen te leveren, maar zijn er zeker van dat in de ziekenhuizen altijd alles in het werk wordt gesteld om optimale IC-zorg te leveren. De verenigingen zijn er dan ook van overtuigd dat de patiëntveiligheid en de kwaliteit van zorg in het overgro-te deel van de Nederlandse IC’s niet in het gedrang zijn. <

Tóch antibiotica voor IC-patiëntAan de jarenlange discussie over de zin

en onzin van het preventief toedienen

van antibiotica op IC-afdelingen lijkt

met een nieuwe grootschalig onderzoek

een eind gekomen te zijn.

Uit de studie bleek dat bij IC-patiënten die preventief antibiotica toegediend kregen, de sterftekans afnam. In heel Nederland zouden daardoor op jaarbasis enkele hon-derden patiënten op IC’s minder sterven. Het debat over het gevaar voor resistentie is hierdoor voorlopig opgeschort. Dertien ziekenhuizen namen deel aan de studie, onder supervisie van het Universi-tair Medisch Centrum in Utrecht (UMCU). In totaal deden zesduizend IC-patiënten mee, die minimaal twee dagen aan de be-ademing moesten liggen. Een deel kreeg preventief extra antibiotica; het andere deel kreeg de standaard IC-behandeling. Gezien de resultaten van het onderzoek stellen de onderzoekers van het UMCU dat alle ziekenhuis-IC’s preventief antibio-tica aan hun patiënten zouden moeten toe-dienen. De maatregel zou kosteneffectief zijn omdat niet alleen de mortaliteit af-neemt. Patiënten zouden ook sneller van de IC naar een verpleegafdeling en uitein-delijk met ontslag kunnen. De onderzoeks-resultaten zijn onlangs gepubliceerd in New Engeland Journal of Medicine. <

Minder beademings volume bij prematuren De instelling van de beademing bij pre-maturen moet gewijzigd worden om schade van de longen bij deze groep kin-deren terug te dringen. Prematuren zou-den met iets kleinere volumes beademd moeten worden. Het onvolledige respi-ratoire CO2 dat daarbij vrijkomt, zou bij de behandeling op te koop toegenomen moeten worden, omdat dit een gunstig effect zou hebben op de longen.Dit concludeert kinderintensivist F. Hal-bertsma van het Máxima Medisch Cen-trum uit Eindhoven/Veldhoven in zijn promotieonderzoek aan het UMC St

Radboud. In zijn proefschrift stelt hij dat behandelstandaarden van volwasse-nenbeademing vaak doorvertaald wor-den naar kinderen. Terwijl pasgebore-nen een andere anatomie hebben en een specifieke ontwikkeling doormaken.Door de studie van de kinderintensivist kunnen nieuwe praktische beademings-mogelijkheden worden ontwikkeld om longschade, zoals permanente dyspnoe bij kinderen, te beperken of te voorko-men. Hiervoor is nog wel aanvullend klinisch onderzoek bij prematuren op een PICU noodzakelijk. <