Westfriese OmringdijkDe toeristisch-recreatieve sector in beeld
November 2011
Kennis & Economisch Onderzoek
Vraagstelling
• Wat is de omvang van de toeristisch-recreatieve sector in de gemeenten omsloten door ‘Westfriese Omringdijk’, ook in relatie tot de gehele regionale economie?
• Hoe presteert de sector in bedrijfseconomisch opzicht?
• Waar komen de bezoekers vandaan?
Diverse partners (gemeenten, provincie, Hoogheemraadschap en de Rabobanken
Hoorn-Midden West Friesland en West Friesland Oost) ondersteunen het project
‘Westfriese Omringdijk’ (WFO). Dit project heeft tot doel om het toeristisch product in het
gebied verder te ontwikkelen, vooral door reeds aanwezige voorzieningen met elkaar te
verbinden en deze te promoten. De partners hebben de wens geuit om inzicht te krijgen
in het effect van de inspanningen. Deze rapportage geeft daarin inzicht en kan – hoewel het project al enige tijd bestaat – als een nulmeting worden gezien.
Gebied Tot het onderzoeksgebied behoren de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Harenkarspel, Heerhugowaard, Hoorn, Koggenland, Medemblik (incl de voormalige gemeenten Andijk en Wervershoof), Niedorp, Opmeer, Schagen, Stede Broec, Alkmaar en Langendijk. In deze rapportage wordt onderscheid gemaakt naar een westelijk en een oostelijk deel, soms wordt op gemeenteniveau gerapporteerd.
Inhoudsopgave
• Belangrijkste conclusies
• Regio algemeen – Aanbod van toeristisch-recreatieve voorzieningen – Economisch profiel regio, economisch presteren, ontwikkelingen in de tijd
• Betekenis toeristisch-recreatieve sector voor de regionale economie – Werkgelegenheid, omzet, toegevoegde waarde etc.
• Economisch profiel sector in de regio – Waarden, groei, werkgelegenheid etc.
• Consument/bezoekersherkomst – Vanuit consument en vanuit sector
• Bijlagen:
– Begrippen en bronnen
Conclusies aanbod en ruimtelijke kenmerken
• Ruimtelijk gezien (bodemgebruik, exclusief water) neemt de sector een zeer klein deel van de regio voor haar rekening. De agrarische sector is veruit de grootste ruimtegebruiker.
• Het cultuuraanbod is geconcenteerd in de (historische) steden.
• Het museumbezoek toont (van 2008 op 2009) een dalende trend.
• Dankzij Alkmaar zijn cultuurhistorische elementen (vergeleken met het landelijke beeld) in West goed vertegenwoordigd.
Conclusies Regionale economie
• De regio heeft een zeer behoorlijk economisch profiel. Wel zijn er binnen het gebied (per gemeente) grote verschillen. Alkmaar/Heerhugowaard en Hoorn zijn leidend en presteren bovengemiddeld. De kleinere gemeenten scoren mn op economische groei wat lager, maar doen het verhoudingsgewijs nog heel redelijk. Er zijn geen gemeenten die in de gevarenzone zitten. West lijkt in het algemeen iets sterker dan Oost. Met name bij groei van winst en toegevoegde blijft Oost wat achter. Het investeringsniveau ligt bovengemiddeld. De arbeidsproductiviteit blijft wat achter, wat niet verklaard kan worden uit de sectorstructuur. De relatie met het investeringsniveau kan ook niet eenduidig worden gelegd. Voor beide verschillen ligt de verklaring waarschijnlijk op het niveau van individuele bedrijven, maar dit is niet onderzocht.
• De regio lijkt minder conjunctuurgevoelig dan de gemiddelde Nederlandse regio. In tijden van laagconjunctuur scoorde de regio wat hoger, in 2010 (bij enig conjunctuurherstel) waren de relatieve scores weer wat bescheidener. Meestal bepaalt de sectorstructuur de conjunctuurgevoeligheid, maar dat lijkt hier niet de verklaring. Ook hier moet de verklaring waarschijnlijk bij individuele bedrijven gezocht worden.
• Gerelateerd aan de beroepsbevolking kent de regio iets minder werkgelegenheid dan gebruikelijk, maar dit vertaalt zich niet in een hogere werkloosheid. Er zal veel gependeld worden naar de omliggende grotere kernen in de regio, waaronder Amsterdam.
Conclusies Betekenis T&R voor de regionale economie
• Afhankelijk van de gebruikte definitie is de bijdrage van T&R aan de regionale economie tamelijk bescheiden. Voor Oost iets meer dan voor West, de bijdrage in West ligt onder het landelijke cijfer.
• Het aandeel in de werkgelegenheid is meer dan dat in de toegevoegde waarde. De toegevoegde waarde per werkende in de sector ligt dus lager dan landelijk het geval is. Het relatief geringe aandeel ‘ logies’ zou hiervoor een verklaring kunnen zijn.
• Als we kijken naar het aandeel van de sector in de investeringen, dan is dat nog bescheidener. Anders gezegd: de sector investeert relatief weinig, hetgeen ook van invloed kan zijn op de arbeidsproductiviteit.
• In de periode 1996-2010 is de werkgelegenheidsgroei van de sector lager geweest dan landelijk. Pas vanaf 2006 is een verbetering zichtbaar en dankzij een sterke groei van Oost in 2008 is de opgebouwde achterstand weer ingehaald. 2010 laat echter weer een omslag zien, waarvan het nog niet
duidelijk is of deze incidenteel of structureel is.
Conclusies Profiel sector
• De totale sector is goed voor een omzet van 485 mln, waarvan 276mln in Oost en 209mln in West. Het omzetaandeel logies is aanzienlijk lager dan gebruikelijk. Kennelijk heeft de regio te weinig aantrekkingskracht of –profiel om zich als zodanig te manifesteren. Mede als gevolg hiervan is de bijdrage van maaltijden en dranken hoger. Cultuur en overige recreatie is goed voor 71 mln omzet.
• Qua rentabiliteit en financiele positie lijkt de sector in de regio min of meer gemiddeld te presteren; de verschillen zijn niet groot.
Conclusies Herkomst bezoekers
• De sector bedient in belangrijke mate de lokale/regionale markt. De twee regio’s waarvan de gemeenten een onderdeel zijn (Alkmaar eo en Kop van Noordholland) leveren het leeuwendeel van de bezoekers. Op grote afstand volgt Groot-Amsterdam.
• Voor de sector ‘Cultuur en overige recreatie geldt dit patroon in nog sterkere mate. Hier is echt sprake van een (boven)lokale markt.
• Bezoekers uit de omliggende grote(re) steden gaan vooral naar de meest nabijgelegen regio. Kennelijk is afstand/bereikbaarheid een belangrijk bezoekmotief.
• Er is weinig interactie tussen het oostelijk en westelijk deel van het gebied.
Leeswijzer
• Beelden met belangrijkste kenmerken – Rapportageniveau regio als geheel, oostelijk en westelijk deel,
individuele gemeenten (waar relevant/mogelijk)
– Indien nodig: technische en inhoudelijke toelichting • Notitiepagina’s met meer details
– Belangrijkste conclusies
– Orientatiehulp helpt bij navigatie
– Sectorbepaling (vanwege beschikbare bronnen): • ‘ Horeca’ : logies, maaltijd- en drankverstrekking; gebruikt bij analyse sector in
fin.economisch perspectief t.o.v. andere sectoren
• ‘ Toeristisch-recreatieve sector’: Horeca+Kunst/cultuur+Sport; gebruikt bij onderdelen omzetraming sector, werkgelegenheidsontwikkeling en consumentenherkomst/bestedingen
• Rapportage start met overall-conclusies
• Bijlagen met begrippen etc.
Inhoudelijke toelichting
Technische toelichting
Onder-deel
Horeca
T&R
Westfriese Omringdijk
Basiskenmerken regio
(tegen achtergrond vraagstelling)
Basiskenmerken regio: bodemgebruik
Basisken-merken
regio
Bron: CBS Bodemstatistiek Nb: ‘ Water’ als ruimte voor recreatie is buiten beschouwing gelaten.
Ruimtegebruik op hoogdlijnen
Specificatie toeristisch-recreatieve ruimte
Duidelijke verschillen tussen stedelijke en plattelandsgemeenten; agrarisch ruimtegebruik in in vrijwel alle gemeenten dominant. Aandeel ‘ recreatie’ en ‘ bos en natuur’ is beperkt.
Relatief veel ruimte voor dag- en verblijfsrecreatie.
Logiesaanbod en museumbezoek
Basisken-merken
regio
Museum NMV Plaats 2009 2008
Stedelijk Museum Alkmaar ALKMAAR 31.182 35.205
Het Hollands Kaasmuseum ALKMAAR 14.643 22.834
Grote Sint Laurenskerk Alkmaar, st ALKMAAR 9.318 7.182
Nat. Biermuseum De Boom ALKMAAR 5.994 7.288
Poldermuseum "het Grootslag" ANDIJK 1.495 2.379
Museum Broeker Veiling BROEK OP LANGEDIJK 16.627 18.674
Zuiderzeemuseum ENKHUIZEN 240.000 238.002
Museumstoomtram Hoorn-Medemblik HOORN 49.738 57.201
Westfries Museum HOORN 25.283 16.496
Museum van de Twintigste Eeuw HOORN 20.185 57.788
Huizer Museum HUIZEN 3.348
Bakkerijmuseum De Oude Bakkerij MEDEMBLIK 39.624 56.318
Nederlands Stoommachinemuseum MEDEMBLIK 9.742 12.330
Museum De Speeltoren MONNICKENDAM 1.668
Museummolen Schermerhorn SCHERMERHORN 15.194 27.756
Scheringa Museum SPANBROEK 42.811 47.566
Bron: Bedrijfschap Horeca en Catering, resp. provincie Noord-Holland
Logiesaanbod is voornamelijk een stedelijke activiteit. Het Zuiderzeemuseum trekt forse aantallen bezoekers. Enkele uitzonderingen daargelaten, is het aantal museumbezoekers in 2009 (t.o.v. 2008) gedaald.
Bevolking en cultuurelementen
2010 1990-2010
2010-2020
2020-2030
Alkmaar 93.851 1,1% 4,0% 3,0%
Andijk 6.535 2,6% 3,8% 3,3%
Drechterland 18.992 8,4% 4,2% 2,6%
Enkhuizen 17.809 5,1% 7,6% 5,1%
Harenkarspel 16.087 7,7% 2,2% 1,8%
Heerhugowaard 51.838 17,2% 10,8% 5,8%
Hoorn 69.482 7,6% 5,0% 1,7%
Koggenland 21.875 10,3% 3,4% -0,3%
Langedijk 26.293 10,9% 4,8% 5,6%
Medemblik 27.290 5,1% 1,4% 0,4%
Niedorp 12.289 8,1% 8,3% 5,3%
Opmeer 11.363 4,7% 1,3% -0,6%
Schagen 19.178 11,7% 3,9% 1,5%
Stede Broec 21.457 1,3% 0,8% 2,5%
Wervershoof 8.794 4,0% 1,9% -0,1%
Provincie Noord-Holland 2.659.364 5,2% 5,0% 4,6%
Nederland 16.536.134 4,2% 2,9% 2,2%
beschemde gezichten
cultuurhistorische elementen monumenten
Alkmaar 2 99 371
Andijk 0 3 3
Drechterland 0 1 25
Enkhuizen 1 3 327
Harenkarspel 0 32 33
Heerhugowaard 0 40 5
Hoorn 2 29 365
Koggenland 2 26 89
Langedijk 0 38 10
Medemblik 2 22 77
Niedorp 1 30 41
Opmeer 0 52 33
Schagen 0 6 14
Stede Broec 0 2 12
Wervershoof 0 8 5
Bevolking: omvang en ontwikkeling Aanbod cultuurelementen (2010)
Per saldo nog steeds bevolkingsgroei, op lange termijn in enkele gemeenten lichte krimp.
Zwaartepunt in historische steden.
Zie volgende sheet voor vergelijking met Nederlandse situatie.
Aanbodprofiel cultuurhistorie
Per saldo scoort het oostelijk deel van het gebied laag op cultuurhistorie (en onder het landelijke cijfer). Het westelijk deel heeft haar score in belangrijke mate te danken aan Alkmaar met relatief veel en geconcentreerd aanbod
Bij de berekeningen: omwillen van de vergelij-king met Nederland is het aanbod uitgedrukt in dichtheden: gerelateerd aan oppervlakte. Stedeschoon obv beschermde dorps/stadsgezichten. Zie ook eerdere tabel met cultuurelementen.
Basisken-merken
regio
Westfriese Omringdijk
Economisch profiel van de regio
(algemeen)
De regio kent relatief veel ‘maakactiviteiten’ en daardoor minder dienstverlening. In het algemeen is dienstverlening meer in grootstedelijke gebieden geconcentreerd. Nederland wordt steeds meer dienstverleningsland.
Basis: werkgelegenheid. Maakactiviteiten: industrie, energie en bouwnijverheid. Horeca is opgenomen in ‘ dienstverlening’.
Econo-misch profiel regio Sectorstructuur gemeenten
124
141 141
120
151
124
137
144
128
198
100
125
117
99
130127
133
125
80
100
120
140
160
180
200
Indexcijfer werkgelegenheid in 2010 (1996=100)
Over de lange termijn bezien groeit de werkgelegenheid in de regio sneller dan landelijk. Vooral het westelijk deel van de regio heeft het goed gedaan. Per gemeente bestaan echter grote verschillen.
Kleine gemeenten fluctueren vaak meer dan grote. De volgende sheet toont voor het goede begrip de werkgelegenheid (absolute omvang) per gemeente.
Econo-misch profiel regio Werkgelegenheidsgroei
totaal
Werkgelegenheid per gemeente
Econo-misch profiel regio
0,50 0,60 0,70 0,80 0,90 1,00 1,10 1,20 1,30 1,40 1,50
Alkmaar
Harenkarspel
Schagen
Niedorp
Heerhugowaard
Opmeer
Koggenland
Langedijk
Medemblik
Wervershoof
Andijk
Stede Broec
Enkhuizen
Drechterland
Hoorn
Nederland
Werkgelegenheidsfunctie (aantal banen/beroepsbevolking), 2009
Uitgezonderd Wervershoofd en Alkmaar hebben de gemeenten overwegend een woonfunctie. Icm de lage werkloosheidscijfers (zie volgende sheet) kan worden geconcludeerd dat er veel pendel is naar grotere gemeenten in de regio/provincie.
De werkgelegenheids-functie is de verhouding tussen banen en be-roepsbevolking. Idealiter is deze 1 of hoger, maar vanwege oa pendel hoeft een lage werkgelegen- heidsfunctie niet tot een hogere werkloosheid te leiden. De figuur geeft inzicht in ‘ werk- ‘ en ‘ woongemeenten’. Basis: alle banen, ongeacht arbeidsduur.
Econo-misch profiel regio
Woon/werkfunctie gemeenten
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
Werkloosheid als % van de beroepsbevolking, 2009
Zonder uitzondering kennen de gemeenten een lagere werkloosheid dan landelijk, hetgeen een duidelijke indicatie is voor de kracht van de economie.
Werkloos-heidscijfers 2010 nog niet beschikbaar
Econo-misch profiel regio Werkloosheid gemeenten
De economische thermometer
Winstgroei
Productiegroei
Arbeidsvolumegroei
Investeringsgroei
Rendement op Eigen Vermogen
Arbeidsproductiviteit
Werkgelegenheidsfunctie
Investeringsratio
Groei Kracht
Prestatie
Hoe presteert de regio tov het landelijke gemiddelde? Zie toelichting op de methodiek in de bijlage. Landelijk gebaseerd op basisgegevens van 100.000 bedrijven, regionaal 2400, waarvan 103 horecabedrijven, waardoor op regionaal niveau betrouwbare uitspraken zijn te doen. Zie ook de jaarlijkse ‘ Rabobank Regio Top40’ op www.rabobank.com/economie onder ‘ regionaal’.
Econo-misch profiel regio
6,6 6,7
5,8
6,0
6,2 6,1
6,2
6,4
6,0
5,4
5,6
5,8
6,0
6,2
6,4
6,6
6,8
2008 2009 2010
Groei
Oost West Gemiddelde regioNL = 6,0
Ogenschijnlijk verliest de regio enig terrein, in 2010 scoort men op het landelijke cijfer na een ‘plus’ in 2009. Het zijn echter relatieve cijfers en landelijk is er in 2010 een duidelijke groei geweest. Op grond van het verloop in de periode 2008-2010 kan worden geconcludeerd dat de regio minder conjunctuurgevoelig is dan gemiddeld Nederland: in tijden van laagconjunctuur scoort men beter, bij conjunctuurherstel zijn de scores wat lager. West deed het in 2010 iets beter dan Oost, itt voorgaande jaren.
Nb: rapportcijfers waarbij de lndelijke score op een 6 is gezet. >6 = voldoende, < 6 = onvoldoende. ‘Groei‘ kan ook worden gelezen als ‘conjunctuur’.
Econo-misch profiel regio Groeiscores
5,9 5,9 5,95,8 5,8 5,85,8 5,8 5,8
5,0
5,5
6,0
6,5
7,0
2008 2009 2010
Kracht
Oost West Gemiddelde regioNL = 6,0
Op ‘Economische Kracht’ ligt de score van de regio iets onder het landelijke cijfer, maar de verschillen zijn niet groot en varieren weinig in de tijd.
Econo-misch profiel regio
Nb: rapportcijfers waarbij de lndelijke score op een 6 is gezet. >6 = voldoende, < 6 = onvoldoende. ‘Kracht’ kan ook worden gelezen als ‘structuur’. De krachtscores wisselen in de tijd doorgaans minder dan de groeiscores.
Krachtscores
5,1
6,5
6,3
5,4
6,1
6,1
6,1
6,2
5,7
6,3
6,2
5,9
5,0 5,5 6,0 6,5 7,0
Winstgroei
Investeringsgroei
Arbeidsvolumegroei
Bruto toegevoegde waarde groei
Economische groei 2010
Oost West Gemiddelde regioNL = 6,0
De tegenvallende score van Oost is vooral te wijten aan een lagere groei van de toegevoegde waarde en winst. De onderliggende waarden van West zijn allemaal positief. De investeringen onderscheiden zich positief, maar hierbij moet worden aangetekend dat landelijk in 2010 nauwelijks van investeringsgroei sprake is geweest.
Onderliggende variabelen van Groei. (zie schema van methodiek). Rapportcijfers .
Econo-misch profiel regio
Onderliggende variabelen groei
6,9
4,8
6,8
5,1
6,4
5,5
5,9
5,6
6,6
5,3
6,2
5,4
4,0 5,0 6,0 7,0 8,0
Rentabiliteit eigen vermogen
Arbeidsproductiviteit
Investeringsratio
Arbeidsvolume per kracht beroepsbevolking
Economische kracht 2010
Oost West Gemiddelde regioNL = 6,0
De goede rentabiliteit eigen vermogen is te danken aan een bovengemiddeld resultaat, icm een min of meer gebruikelijk eigen vermogen. De arbeidsproductiviteit blijft achter. Normal gesproken komt dit door de sectorstructuur (diensten = lage prod., maken en handel is hoog), maar dat lijkt hier niet de waarschijnlijke verklaring. Het investeringsniveau is min of meer cf het landelijke cijfer. Gerelateerd aan de beroepsbevolking telt de regio relatief weinig werkgelegenheid, zie ook eerder bij werkgelegenheidsfunctie.
Econo-misch profiel regio
Onderliggende variabelen van Kracht(zie schema van methodiek). Rapportcijfers .
Onderliggende variabelen kracht
Alkmaar (Heerhugowaard) en Hoorn trekken de kar in West, resp Oost. De kleinere gemeenten scoren wat lager, mn op groei. Maar het beeld valt zeker niet tegen, kleine gemeenten zitten vaak in het kwadrant linksonder (onvoldoende op groei en kracht), maar dat is hier niet het geval.
Scores van de individuele gemeenten, met markering West en Oost. Omvang cirkel staat voor omvang van de lokale economie. Beide indicatoren vormen een kwadrant; idealiter zit een gemeente in het kwadrant rechtsboven (bovengemiddelde groei en kracht).
Econo-misch profiel regio Groei en kracht per gemeente
Westfriese Omringdijk
Betekenis toeristisch-recreatieve sector voor de lokale en regionale
economie
4%2%
3%
0% 5% 10% 15% 20% 25%
Landbouw en visserij
Industrie en openbaar nut
Bouw
Handel en reparatie
Horeca
Vervoer, opslag en communicatie
Financiele instellingen
Zakelijke dienstverlening
Overheid en onderwijs
Gezondheidszorg
Sectoraandeel arbeidsvolume (2010)
Nederland West Oost
Wisselende sectorstructuur met relatief hoog aandeel agrarisch, bouw en handel. Minder zakelijke dienstverlening. Relatief bescheiden bijdrage ‘horeca’.
Sectorstructuur op basis van werkgelegenheid. Vergeleken met eerdere sheet hier meer sectoraal gespecificeerd, maar alleen voor Oost en West, geen gemeenten. Volgende sheets hebben zelfde invalshoek, maar ander thema. Bron: RET.
Betekenis T&R voor
regio Bijdrage sector werkgelegenheid
3%1%
1%
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%
Landbouw en visserij
Industrie en openbaar nut
Bouw
Handel en reparatie
Horeca
Vervoer, opslag en communicatie
Financiele instellingen
Zakelijke dienstverlening
Overheid en onderwijs
Gezondheidszorg
Sectoraandeel bruto toegevoegde waarde (2010)
Nederland West Oost
Aandeel van horeca in toegevoegde waarde is kleiner dan bij werkgelegenheid: sector kent een relatief geringe productiviteit, wat zou kunnen samenhangen met een iets kleinere schaal en gering aandeel ‘logies’ (zie ook later).
Betekenis T&R voor
regio Bijdrage sector toegevoegde waarde
1%1%1%
0% 10% 20% 30% 40% 50%
Landbouw en visserij
Industrie en openbaar nut
Bouw
Handel en reparatie
Horeca
Vervoer, opslag en communicatie
Financiele instellingen
Zakelijke dienstverlening
Overheid en onderwijs
Gezondheidszorg
Sectoraandeel investeringen (2010)
Nederland West Oost
Zakelijke dienstverlening en overheid (crisismaatregelen?) hebben relatief veel geinvesteerd. Aandeel horeca is verwaarloosbaar klein.
Betekenis T&R voor
regio Bijdrage sector investeringen
Westfriese Omringdijk
Kenmerken, werkgelegenheid en bedrijfseconomische prestaties van
de toeristisch-recreatieve sector
Omzet toeristisch-recreatieve sectoren 2010 (mln euro)
12,6
177,2
44,1 43,017,4
119,0
27,1 45,0
0
50
100
150
200
250
300
350
Logies Maaltijd- en drankverstrekking Cultuur & overige recreatie Sport
Omzet toeristisch-recreatieve sector 2010
Oost West
Totale omzet (2010), 485 mln, waarvan 30 mln logies, 296 mln maaltijden en dranken, 71 mln cultuur en overige recreatie en 88 mln sport. Oost 276 mln, west 209 mln.
Schatting omzet obv werkgelegenheid en arbeidsproductiviteit., getoetst met uitkomsten RET Nb. Logies = hotels, incl. evt. maalt+drankverkoop.
Omvang en kenmerken
T&R
Omzet en -samenstelling toeristisch-recreatieve sector per gemeente, 2010
Zwaartepunt in steden.
Omvang en kenmerken
T&R
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Logies Maaltijd- en drankverstrekking
Cultuur & overige recreatie
Sport
Omzetsamenstelling toeristisch-recreatieve sector 2010
Aandeel NL Aandeel Oost Aandeel West Aandeel Regio
Geringe bijdrage logies, daardoor (bij omzetaandeel is sprake van communicerende vaten) groter aandeel maalt+drankverkoop. Ondergemiddeld aandeel Cultuur + ov.recreatie.
Vergelijking omzetsamenstelling met Nederland; recente capaciteitsuitbreidingen – oa. In Hoorn – zijn hierin niet opgenomen.
Omvang en kenmerken
T&R Omzetsamenstelling T&R
Resultatenrekening horeca, 2010 (euro x miljoen en in % van de omzet)
Geen grote verschillen in kostenpatroon, regionaal iets beter bedrijfsresultaat dan landelijk, oa door betere marge en iets lagere huisvestingskosten
Vanwege beperkt basismateriaal alleen voor regio als geheel, vergeleken met NL
Omvang en kenmerken
T&R
Regio Nederland
abs. perc. abs. perc.
Omzet 377 100,0% 18303 100,0%
(-) Inkoop 104 27,5% 5579 30,5%
(-) Werk derden 0 0,0% 12 0,1%
Brutow inst 273 72,4% 12712 69,5%
(+) Overige opbrengsten 1 0,4% 115 0,6%
Totaal opbrengsten 275 72,8% 12826 70,1%
Afschrijvingen 30 12,9% 1482 12,7%
Totale Loonkosten 89 37,9% 4279 36,8%
Huisvestingskosten 46 19,5% 2444 21,0%
Overige kosten 49 20,9% 2468 21,2%
Financiele lasten 21 8,9% 960 8,3%
(-) Totaal kosten 234 62,1% 11633 63,6%
Bedrijfsresultaat 40 10,7% 1193 6,5%
Balans (%) en kengetallen Horeca 2010
Ook geen grote verschillen in financiele positie
Omvang en kenmerken
T&R
Regio Nederland Regio Nederland
VASTE ACTIVA 89% 87% EIGEN VERMOGEN 29% 27%
gebouwen 79% 71% VOORZIENINGEN 5% 3%
inventaris en vervoermiddelen 8% 10% LANG VREEMD VERMOGEN 51% 52%
immateriele activa 2% 5% bank lang 74% 81%
overige activa 11% 14% overig lang vreemd vermogen 26% 19%
VLOTTENDE MIDDELEN 7% 8% KORT VREEMD VERMOGEN 14% 17%
voorraden 11% 14% bank kort 12% 20%
debiteuren 23% 26% crediteuren 11% 22%
overige vlottend 65% 60% overige kort vreemd vermogen 76% 58%
LIQUIDE MIDDELEN 4% 4%
TOTALE ACTIVA 100% 100% TOTALE PASSIVA 100% 100%
Vanwege beperkt basismateriaal alleen voor regio als geheel, vergeleken met NL
90
100
110
120
130
140
150
19
96
19
97
19
98
19
99
20
00
20
01
20
02
20
03
20
04
20
05
20
06
20
07
20
08
20
09
20
10
Ind
exc
ijfe
r
Werkgelegenheidsontwikkeling toeristisch-recreatieve sector, 1996-2010(1996 = 100)
Index NL Index Oost Index West Index regio
Lange tijd (tot ca 2008 achterblijvende ontwikkeling. Inhaalslag vanaf 2006, voor ost sterk herstel in 2008 en 2009, maar in 2010 weer een terugval. Per saldo Oost beter dan West.
Bron: Lisa
Omvang en kenmerken
T&R Werkgelegenheidsontwikkeling 1996-2010
67%58%
62% 66%
33%42%
38% 34%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Oost West Regio Nederland
Fulltime vs Parttime werkgelegenheid 2010
Banen, FT Banen, PT
Aandeel parttime-arbeid verwijst vaak naar seizoensmatig karakter exploitatie; aandeel is hoger in West, hetgeen mogelijk met kustorientatie te maken heeft.
Bron: Lisa
Omvang en kenmerken
T&R
Full-/parttime werkgelegenheid
Westfriese Omringdijk
Herkomst bezoekers
Algemene toelichting Koopstromen
• Bron • Rabobank Koopstromenmodel (zie ook bronvermelding), 2009
• De bron bevat alleen binnenlandse betalingen
• Begrippen • Koopkrachtbinding: het deel van de uitgaven dat consumenten in hun eigen regio doen
• Koopkrachttoevloeiing: bestedingen van consumenten van buiten de regio (hier: Coropgebieden) in de regio
• Koopkrachtafvloeiing: de bestedingen van consumenten buiten de eigen regio
• Gebiedsniveau’s • Regio als geheel, oostelijk en westelijk deel
• Herkomstgebieden: 4 grotere omliggende gemeenten (Den Helder, Purmerend, Lelystad en Amsterdam) en 40 Nederlandse regio’s (Coropgebieden, zie kaartje in bijlagen)
• Omwille van de zichtbaarheid zijn er varianten zonder de grootste herkomstregio(‘s)
• Sectorindeling • Totaal
• Specificatie naar verblijfsrecreatie, maaltijdverstrekking, drankverstrekking, cultuur+overige recreatie, sport
Koopstro-men T&R
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%O
ost
-Gro
nin
gen
Del
fzij
l en
om
gevi
ng
Ove
rig
Gro
nin
gen
No
ord
-Fri
esla
nd
Zuid
wes
t-Fr
iesl
an
d
Zuid
oo
st-F
ries
lan
d
No
ord
-Dre
nth
e
Zuid
oo
st-D
ren
the
Zuid
wes
t-D
ren
the
No
ord
-Ove
rijs
sel
Zuid
wes
t-O
veri
jsse
l
Twen
te
Vel
uw
e
Ach
terh
oek
Arn
hem
/Nij
meg
en
Zuid
wes
t-G
eld
erla
nd
Utr
ech
t
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Agg
lom
era
tie
Ha
arl
em
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Het
Go
oi
en V
ech
tstr
eek
Agg
lom
era
tie
Leid
en e
n B
oll
enst
reek
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Del
ft e
n W
estl
an
d
Oo
st-Z
uid
-Ho
lla
nd
Gro
ot-
Rij
nm
on
d
Zuid
oo
st-Z
uid
-Ho
llan
d
Zeeu
wsc
h-V
laa
nd
eren
Ove
rig
Zeel
an
d
Wes
t-N
oo
rd-B
rab
an
t
Mid
den
-No
ord
-Bra
ba
nt
No
ord
oo
st-N
oo
rd-B
rab
an
t
Zuid
oo
st-N
oo
rd-B
rab
an
t
No
ord
-Lim
bu
rg
Mid
den
-Lim
bu
rg
Zuid
-Lim
bu
rg
Flev
ola
nd
Koopkrachttoevloeiingvanuit Corops naar regio
Eigen regio’s zijn veruit dominant, op grote afstand gevolgd door Groot-Amsterdam
Waar komen de bezoekers vandaan, obv alle 40 Nederlandse regio’s. 2009.
Koopstro-men T&R
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%K
op
va
n N
oo
rd-H
oll
an
d
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Agg
lom
era
tie
Ha
arl
em
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Flev
ola
nd
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Verblijfsrecreatie Restaurantsector Drankensector Cultuur en overige recreatie Sport
Koopkrachttoevloeiingbelangrijkste Corops naar regio/sectoren
Op hoofdlijn zelfde herkomstpatroon voor vijf deelsectoren; eigen markt Alkmaar eo is voor cultuursector dominant.
Vijf belangrijkste herkomstregio’s voor de 5 segmenten.
Koopstro-men T&R
0,0%
0,5%
1,0%
1,5%
2,0%
2,5%
3,0%
3,5%
4,0%U
tre
cht
Ag
glo
me
rati
e H
aa
rle
m
Zaan
stre
ek
Gro
ot-A
mst
erda
m
Gro
ot-R
ijnm
ond
IJm
ond
Zaan
stre
ek
Gro
ot-A
mst
erda
m
Ag
glo
me
rati
e' s
-Gra
ven
ha
ge
Flev
olan
d
Ag
glo
me
rati
e H
aa
rle
m
Zaan
stre
ek
Gro
ot-A
mst
erda
m
Ag
glo
me
rati
e' s
-Gra
ven
ha
ge
Flev
olan
d
IJm
ond
Ag
glo
me
rati
e H
aa
rle
m
Gro
ot-A
mst
erda
m
He
t Goo
i en
Vec
htst
ree
k
Ag
glo
me
rati
e' s
-Gra
ven
ha
ge
Utr
ech
t
IJm
ond
Zaan
stre
ek
Gro
ot-A
mst
erda
m
Ag
glo
me
rati
e' s
-Gra
ven
ha
ge
Verblijfsrecreatie Restaurantsector Drankensector Cultuur en overige recreatie
Sport
Koopkrachttoevloeiing Corops (excl twee grootste) naar regio/sectorenNa de eigen regio’s is Groot-Amsterdam de dominante herkomstregio, gevolgd door Haarlem, Ijmond en de agglomeratie ‘s-Gravenhage (sport).
Als voorgaande sheet, omwille van de leesbaarheid zijn de twee eigen regio’s buiten beschouwing gelaten
Koopstro-men T&R
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%K
op
va
n N
oo
rd-H
oll
an
d
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Agg
lom
era
tie
Ha
arl
em
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Utr
ech
t
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Flev
ola
nd
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Flev
ola
nd
Zuid
wes
t-O
veri
jsse
l
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Agg
lom
era
tie
Ha
arl
em
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Verblijfsrecreatie Restaurantsector Drankensector Cultuur en overige recreatie Sport
Koopkrachttoevloeiingvanuit Corops naar Oost/sectoren
De Kop van Noord-Holland is met voorsprong de belangrijkste consumentenleverancier voor Oost
Toevloeiing vanuit de belangrijkste herkomstgebieden naar Oost
Koopstro-men T&R
0,0%
1,0%
2,0%
3,0%
4,0%
5,0%
6,0%
7,0%
8,0%A
lkm
aa
r en
om
gevi
ng
Agg
lom
era
tie
Ha
arl
em
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Utr
ech
t
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Flev
ola
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Flev
ola
nd
Zuid
wes
t-O
veri
jsse
l
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
Agg
lom
era
tie
Ha
arl
em
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Verblijfsrecreatie Restaurantsector Drankensector Cultuur en overige recreatie Sport
Koopkrachttoevloeiing Corops (excl. twee grootste naar Oost/sectoren)
Geringe bovenregionale aantrekkingskracht cultuur en overige recreatie. Groot Amsterdam is een relatief belangrijke toeleverancier.
Als voorgaande sheet, maar dan exclusief de twee belangrijkste herkomstgebieden. NB: let op de schaalverdeling op de as: zeer beperkte percentages!
Koopstro-men T&R
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%V
elu
we
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
Alk
ma
ar
en o
mge
vin
g
IJm
on
d
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Verblijfsrecreatie Restaurantsector Drankensector Cultuur en overige recreatie Sport
KoopkrachttoevloeiingCorops naar West/sectoren
West bedient in zeer belangrijke mate consumenten uit Alkmaar eo. Voor verblijfsrecreatie is Kop van Noord-Holland op afstand tweede.
Koopstro-men T&R
Toevloeiing vanuit de belangrijkste herkomstgebieden naar West
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
30,0%
35,0%
Vel
uw
e
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
IJm
on
d
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
IJm
on
d
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Agg
lom
era
tie'
s-G
rave
nh
age
Ko
p v
an
No
ord
-Ho
lla
nd
IJm
on
d
Zaa
nst
reek
Gro
ot-
Am
ster
da
m
Verblijfsrecreatie Restaurantsector Drankensector Cultuur en overige recreatie Sport
KoopkrachttoevloeiingCorops (excl Almaar eo) naar West/sectoren
Groot aandeel herkomst uit Kop van Noord-Holland; betekenis Groot Amsterdam marginaal.
Koopstro-men T&R
Als voorgande sheet, maar dan exclusief de twee belangrijkste herkomstgebieden; let op de aangepaste schaal!
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%
Verblijfsrecreatie
Restaurantsector
Drankensector
Cultuur en overige recreatie
Sport
Koopkrachtbinding Oost en West
Binnen West Binnen Oost
Relatief lager scores op cultuur en overige recreatie en verblijfsrecreatie zijn verklaarbaar vanuit het niet-dagelijks karakter van deze bestedingen. Oost heeft een grotere binding dan West.
Koopkrachtbinding: Mate waarin de eigen bevolking in de eigen regio besteedt.
Koopstro-men T&R
Koopkrachtbinding Oost en West
0% 1% 2% 3% 4% 5% 6%
Verblijfsrecreatie
Restaurantsector
Drankensector
Cultuur en overige recreatie
Sport
Krachtafvloeiing tussen subregio’s Oost en West
Van West naar Oost Van Oost naar West
Er is betrekkelijk weinig consumenteninteractie tussen Oost en West; per saldo is Oost meer op West georienteerd dan andersom.
Relaties tussen Oost en West: consumenten die over en weer besteden.
Koopstro-men T&R
Koopkrachtafvloeiing tussen Oost en West
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Amsterdam Purmerend Den Helder Lelystad
Koopkrachttoevloeiing vanuit grote steden naar regio
Naar Oost Naar West
Voorspelbare verdeling vanweg de ligging van de steden t.o.v de regio.
Hoe zijn de inwoners van de grote steden gericht?
Koopstro-men T&R
Toevloeiing vanuit grote steden
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Verblijfsrecreatie
Restaurantsector
Drankensector
Cultuur en overige recreatie
Sport
Totaal
Koopkrachttoevloeiing vanuit Amsterdam naar Oost/West
Naar Oost Naar West
Verblijfsrecreatie sterk naar Oost (nb: de Noordzeekust valt buiten de regio); cultuur sterk naar West.
Inwoners Amsterdam naar Oost/West en sectoren
Koopstro-men T&R
Toevloeiing vanuit Amsterdam naar sectoren
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Verblijfsrecreatie
Restaurantsector
Drankensector
Cultuur en overige recreatie
Sport
Totaal
Koopkrachttoevloeiingvanuit Purmerend naar Oost/West
Naar Oost Naar West
Relatief sterke orientatie op Oost.
Technische toelichting
Koopstro-men T&R
Inwoners Purmerend naar Oost/West en sectoren
Toevloeiing vanuit Purmerend naar sectoren
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Verblijfsrecreatie
Restaurantsector
Drankensector
Cultuur en overige recreatie
Sport
Totaal
Koopkrachttoevloeiing vanuit Den Helder naar Oost/West
Naar Oost Naar West
Zeer sterke orientatie op Oost, bij cultuur en overige recreatie iets genuanceerder.
Technische toelichting
Koopstro-men T&R
Inwoners van Den Helder naar Oost/West en sectoren
Toevloeiing vanuit Den Helder naar sectoren
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Verblijfsrecreatie
Restaurantsector
Drankensector
Cultuur en overige recreatie
Sport
Totaal
Koopkrachttoevloeiing vanuit Lelystad naar Oost/West
Naar Oost Naar West
Sterke orientatie op Oost, uitgezonderd sport en (in mindere mate) verblijfsrecreatie.
Technische toelichting
Koopstro-men T&R
Inwoners van Lelystad naar Oost/West en sectoren
Toevloeiing vanuit Lelystad naar sectoren
Bijlagen
• Samenstelling Rabobank Nederland
Kennis en Economisch Onderzoek
www.rabobank.com/economie
@Raboregio
Willem van der Velden
Afgesloten op 21 november 2011
• Opdrachtgevers Projectbureau Westfriese Omringdijk en partners
www.westfrieseomringdijk.nl
De Regionaal-Economische Thermometer (RET) meet de economische prestaties van
Nederlandse regio's en vergelijkt deze met het Nederlandse gemiddelde. De prestaties
worden gemeten aan de hand van acht indicatoren. Deze acht indicatoren zijn
ondergebracht bij twee indicatoren: ‘economische groei’ en ‘economische kracht’. Samen
vormen zij de score voor de ‘economische prestatie’. In de onderstaande figuur wordt de
opbouw van het model weergegeven.
Winstgroei
Productiegroei
Arbeidsvolumegroei
Investeringsgroei
Rendement op Eigen Vermogen
Arbeidsproductiviteit
Werkgelegenheidsfunctie
Investeringsratio
Groei Kracht
Prestatie
De economische prestatie van een regio waarderen we met een rapportcijfer. Voor elke
indicator zetten we de gemiddelde waarde in Nederland op een zes. Stel dat de gemiddelde
winstgroei in Nederland 10 procent bedraagt, dan krijgt een regio met een gemiddelde
winstgroei van 10 procent een waardering van een zes. Als het cijfer boven de zes ligt,
betekent dit dat de winstgroei in regio hoger was dan in Nederland als geheel. Een
waardering met een cijfer onder de zes duidt op een minder dan gemiddelde score en wordt
daarom als onvoldoende beoordeeld.1 Het rapportcijfer voor ‘economische groei’ en
‘economische kracht’ is het ongewogen gemiddelde van de rapportcijfers voor
respectievelijk de vier groei- en de vier krachtindicatoren. Het rapportcijfer voor de
‘economische prestatie’ is het ongewogen gemiddelde van de cijfers voor groei en kracht.
De rapportcijfers zijn berekend op basis van verschillende bronnen. Dit zijn onder andere de
MKB-database en de Monitor Bedrijfsactiviteit van de Rabobank, de financiële
jaarrekeningen van het CBS en de werkgelegenheidscijfers uit het zogenoemde LISA-
bestand (Landelijk Informatie Systeem Arbeidsorganisaties).
1 De rapportcijfers variëren van 3 tot 9.
Achtergrond Regionaal-economische Thermometer
Zie ook de jaarlijkse Rabobank Regio Top40 met de scores van de Nederlandse regio’s op www.rabobank.com/economie.
Achtergrond Koopstromenmonitor Toelichting methodiek
De basis voor de KoopstromenMonitor wordt gevormd door de gemeten pintransacties van
Rabobank-klanten1. Dit geeft voor de gevestigde detailhandel de belangrijkste informatie
over het ruimtelijk koopgedrag van consumenten. Naast de pintransacties wordt ook
gekeken naar de incassotransacties, waarmee een omvangrijk deel van de aankopen van
met name duurzame goederen wordt betaald. Tevens wordt op basis van metingen van
geldopnames bij geldautomaten en afstortingen van contant geld door bedrijven een
schatting gemaakt van de chartale koopstromen2. Met het totaal van pintransacties, incasso
transacties en chartale transacties is het grootste deel van de betaalvormen m.b.t.
‘toonbankbestedingen’ afgedekt en zijn de koopstroomcijfers uit de monitor gebaseerd op
een vrijwel volledige dekking van het betalingsverkeer in Nederland.
De belangrijkste bron van de KoopstromenMonitor is een database met tientallen miljoenen feitelijke
transacties van Rabobank-klanten (consumenten) naar Rabobank-klanten (detailhandel). Omdat de
klantenkring van de Rabobank breed is vertegenwoordigd onder alle lagen van de bevolking
en in alle delen van Nederland, is sturen op representativiteit en dekking niet nodig. Om toch
eventueel optredende vertekening t.o.v. de Nederlandse populatie huishoudens en bedrijven
tegen te gaan, zijn de uitkomsten gecorrigeerd aan de hand van aanvullende databronnen
zoals het handelsregister van de KvK, de statistiek besteedbaar inkomen van Nederlandse
huishoudens en de productiestatistieken van het CBS.
Branchering voor koopstromen Cultuur en ov.recreatie Restaurantsector 926299 Overige buitensportverenigingen
9213 Vertoning van films 5552 Catering 9263 Binnensport
92311 Beoefening van podiumkunst 553011 Nederlandse restaurants 92641 Zwem- en onderwatersport
92312 Producenten van podiumkunst 553012 Chinees-Indische restaurants 92642 Roei-, kano-, zeil- en surfsport e.d.
92313 Beoefening van scheppende kunst 553013 Franse restaurants 92643 Zeil- en surfscholen
92321 Theater, schouwburg en concertgebouw 553014 Italiaanse restaurants 92651 Beroepssportlieden
92322 Evenementenhallen 553015 Griekse restaurants 92654 Supportersverenigingen (sport-)
92323 Dienstverlening, organisatie tbv cultuur 553016 Overige Zuideuropese restaurants 92655 Organiseren van sportevenementen
92331 Kermisattracties 553017 Mexicaanse restaurants 92656 Overkoepelende organen en samenwerkings- en adviesorganen op het gebied van sport
92332 Recreatiecentra 553018 Indiase restaurants 9271 Loterijen en kansspelen
92341 Dansscholen 553019 Overige restaurants met buitenlandse keuken 92721 Expl. van amusements- en speelautomaten
92342 Kunstzinnige vorming van amateurs 553021 Broodjeszaken 92722 Verzorgen van vistochten
92343 Overig amusement n.e.g. 553023 Lunchrooms 92723 Hengelsport
92511 Openbare bibliotheken 553024 Shoarmazaken 927241 Schutterijen
92512 Kunstuitleencentra 553025 Patates-friteskramen 927242 Organiseren van recreatieve evenementen
92513 Ov. cult. uitleencentra en archieven 553026 Viskramen 927243 Overkoepelende organen voor recreatie
92521 Kunstgalerieën en -expositieruimten 553027 Crêperies, pannenkoekenhuizen, poffertjeszaken 927244 Overige activiteiten o.h.g.v. recreatie
92522 Musea 553028 Overige kleine eetwaren verstrekkende bedrijven
92624 Tennis
92523 Monumentenzorg 55303 IJssalons 92625 Paardensport (maneges inbegrepen)
925311 Dierentuinen 553022 Cafetaria's, snackbars 926297 Golfverenigingen
925312 Plantentuinen Sport 92644 Jachthavens
925313 Kinderboerderijen 9261 Exploitatie van sportaccommodaties 92652 Sportinstructeurs
925314 School- en kindertuinen 92621 Voetbal 92653 Sportscholen (geen zeil- en surfscholen)
92532 Beheer van natuurgebieden 92622 Veldsport (in teamverband beoefend; geen voetbal)
930401 Exploitatie van sauna's
Drankensector 92623 Atletiek 930402 Exploitatie van zonnebanken
554001 Cafés 92626 Wielersport 930403 Massagesalons, bronnenbaden, afslankstudio's e.d.
554004 Tearooms 92627 Auto- en motorsport 930404 Badhuizen e.d.
554005 Koffiehuizen e.d. 92628 Wintersport 930405 Fitnesscentra
554006 Seizoen-horecabedrijven (drankenverstrekkend) 926291 Kaatsverenigingen Verblijfsrecreatie
554007 Buffetten in bioscopen, schouwburgen, theaters en treinen 926292 Wandelsportverenigingen 551 Hotels, pensions en conferentieoorden
554008 Buffetten in buurt- en clubhuizen 926293 Trimsportverenigingen 5521 Jeugdherbergen, kamphuizen e.d.
554009 Sociëteiten 926294 Schietsportverenigingen (buitensport) 5522 Kampeerterreinen
554002 Bar-dancings, discotheken en nachtclubs 926295 Luchtsportverenigingen 5523 Vakantiehuisjes, -bungalowparken e.d.
554003 Zalenverhuur (horeca inbegrepen) 926296 Touwtrekverenigingen 5523 Vakantiehuisjes, -bungalowparken e.d.
5551 Kantines 926298 Overige veldsportverenigingen (individueel beoefend)