Zegen (staande)
Koorzang “To God be the glory”
Dank aan God dat Hij Zijn Zoon voor ons gegeven heeft.
Dank aan God dat Hij ons bijstaat in het leven.
Dank aan God voor alles wat Hij voor ons doet.
Bij de uitgang wordt een inzameling gehouden voor de onkosten van deze dienst.
Na afloop van de dienst is er koffie/thee voor wie dat wil.
In deze dienst is voorgegaan :
Ds. Jan Glazema
•
Muzikale medewerking werd verleend door
Gospelkoor GoodNews o.l.v. Margreet Veerman
Joost Veerman – orgel/piano
Dit was de laatste vesper van dit seizoen.
Na de vakantie, op 18 September, gaan
wij verder met de serie Vrouwen in de
Bijbel. Het gaat dan over Sara – oftewel
over lachen. Wie voorgaat en wie muzi-
kale medewerking verleent, kunt u lezen
in de Verbinding en op de webstek van
onze gemeente: www.protestantshuizen.
nl. Wij wensen u een mooie zomer !
Vrienden van de Vespers
Liturgieboekjes.., gastpredikanten.., zangers en instrumentalisten..,
koffie en thee na afloop… Een vesper kost niet niks.
Als u het prettig vindt de vespers mee te maken en het belangrijk
vindt dat deze diensten blijven voortbestaan, steun ons dan met een
extra gift. Doormiddel van een bijdrage van minimaal € 10 per jaar
wordt u Vriend van de Vespers en zorgt u ervoor dat wij kunnen
doorgaan met het organiseren van deze diensten.
U kunt uw bijdrage overmaken op rekeningnummer NL59 INGB 0004 7058 83 van de
Prot. Gem. Huizen o.v.v. Vrienden van de Vespers. Bij voorbaat onze hartelijke dank !
Protestantse Gemeente Huizen - Wijkgemeente Goede Herderkerk
Zondag na Pinksteren - 22 Mei 2016 - 19.30 uur
V E S P E R VROUWEN IN DE BIJBEL
DE KANANESE VROUW de hoop vasthouden
Hope
„Hope” is the thing with feathers –
That perches in the soul –
And sings the tune without the words –
And never stops – at all –
And sweetest – in the Gale – is heard –
And sore must be the storm –
That could abash the little Bird
That kept so many warm –
I've heard it in the chillest land –
And on the strangest Sea –
Yet – never – in Extremity,
It asked a crumb – of me.
„Hoop” is dat ding met veertjes -
Dat neerstrijkt in de ziel -
Er wijsjes zonder woorden zingt -
En nooit valt hij er - stil -
Hoe hard - de wind ook waaien zal -
Hoe hevig ook de storm -
Zij die zovelen warmte biedt
Dat vogeltje houdt vol -
Het zong zelfs in het koudste land -
En in het verste oord -
Toch vroeg het mij - in grote nood,
Nooit - om een kruimel brood.
Emily Dickinson
•
Afbeelding voorzijde :
Tegel uit het Nederlands Tegelmuseum te Otterloo. Gemaakt 1750-1800.
2
Koorzang “Foundation of Hope”
Eer en glorie komt toe aan God, de Eeuwige. Hij schonk ons hoop,
hoop door Jezus Christus die voor onze zonden is gestorven en weer
opgestaan. Met Jezus belanden we niet in drijfzand, want Hij is de
Rots waar we op mogen staan. Hij is het fundament voor ons leven.
Openingslied 221 (uit het Nieuwe Liedboek)
2. Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om,
als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
3. Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in Uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil alle liefde aan Uw mens besteden. 3
Wees Gij vandaag mijn brood zowaar Gij leeft.
Gij zijt toch Zelf de ziel van mijn gebeden.
Aansteken van de kaarsen & Inleidende woorden
Koorzang “Wonderful Grace”
Jezus laat mij Zijn liefde zien door mijn zonden te vergeven.Met
alles wat ik heb mag ik bij Hem komen, want Hij is mijn Verlosser
en Redder. Zijn genade is groot.
Gebed van Inkeer
Psalm 62 (uit de bundel ‘Opstaan’ uit Iona)
- afgewisseld met woorden overeenkomstig Psalm 6 -
k. Op God alleen wacht ik nu verstild,
mijn burcht en rots, want Hij bevrijdt mij.
s. Houdt U, God, niet doof, wees barmhartig, luister naar mijn
klagen: ik ben bang en moe en hulploos, en mijn hart dat
siddert diep in mij.
a. Op God alleen wacht ik …
s. HEER, hoe lang zult U wachten ? Kom haastig, kom om mij te
helpen. Wees niet boos, laat mij niet in het donker; geef mij
licht opdat ik U kan loven.
a. Op God alleen wacht ik …
s. Ik word verteerd door verdriet; in de nacht lukt mij het niet te
slapen: mijn ogen zijn rood van de tranen en mijn kussen is
nat van al het huilen. 4
a. Op God alleen wacht ik …
s. HEER, hoor hoe ik roep, verstop toch niet voor mij Uw oren: ik
hoop op U, maak een eind aan alles wat mij kwelt.
a. Op God alleen wacht ik nu verstild,
mijn burcht en rots, want Hij bevrijdt mij.
1e Lezing 1 Koningen 17: 7-16 (uit de Bijbel in Gewone Taal)
Al gauw was er geen water meer in de rivier, omdat er geen regen viel in het land.
Toen zei de HEER tegen Elia: ‘Ga naar de stad Sarefat, in de buurt van Sidon, en
blijf daar voorlopig. Er woont daar een weduwe bij wie je kunt logeren. Ik heb haar
gezegd dat ze voor jou moet zorgen.’
Elia ging naar Sarefat. Toen hij vlak bij de stadspoort was, zag hij daar een weduwe
die hout aan het zoeken was. Hij riep haar en vroeg: ‘Wilt u een beetje water voor
me halen, zodat ik iets kan drinken?’ Toen ze wegliep, riep Elia: ‘En neemt u dan
ook een stuk brood voor me mee!’ Maar de vrouw antwoordde: ‘Ik heb helemaal
niets meer in huis. Alleen nog wat meel in een pot, en een restje olijfolie in een
kruik. Ik heb een paar takken bij elkaar gezocht voor een vuur. Nu kan ik nog net
iets te eten maken voor mij en mijn zoon. Maar als dat op is, zullen we doodgaan
van de honger. Dat is zo zeker als de HEER, uw God, leeft!’
Toen zei Elia tegen haar: ‘Maakt u zich geen zorgen. Ga naar huis en doe wat u
van plan was. Maar bak eerst wat brood voor mij en breng me dat. Dan kunt u
daarna iets klaarmaken voor uzelf en uw zoon. Want er zal steeds genoeg meel
en olie zijn, ook al valt er nog geen regen op het land. Dat heeft de HEER, de God
van Israël, beloofd.’
De vrouw ging naar huis en deed wat Elia gezegd had. Zijzelf, de mensen in haar
huis en Elia hadden elke dag genoeg te eten. De pot met meel raakte niet leeg,
en er zat altijd olie in de kruik. Zo had de Heer het beloofd en zo had Elia het
gezegd.
Lied 170 (uit het Liedboek voor de Kerken)
1. Meester, men zoekt U wijd en zijd,
komend langs velerlei wegen.
Oud’ren gaan rustig, welbereid,
jongeren aarz’lend U tegen.
Maar vroeg of laat, ’t zij dag of nacht,
eens vindt G’ons moe en zonder kracht,
hunkerend naar Uwe zegen.
5
2. Arts aller zielen, ’t is genoeg,
als Gij ons neemt in Uw hoede.
Heel toch de wond, die ’t leven sloeg,
laat ons niet hooploos verbloeden.
Spreek slechts één woord, één woord met macht,
dan krijgt ons leven nieuwe kracht.
Spreek, dan keert alles ten goede.
2e Lezing Markus 7: 24-30 (uit de Bijbel in Gewone Taal)
Jezus ging naar de omgeving van de stad Tyrus. Hij was daar bij iemand in huis.
Hij wilde zijn bezoek geheimhouden, maar de mensen ontdekten toch dat hij er
was. Al snel kwam er een vrouw naar hem toe die over hem gehoord had. De
vrouw was niet Joods, ze kwam uit het gebied van Tyrus. Ze had een dochter die
een kwade geest in zich had. De vrouw knielde voor Jezus en vroeg: ‘Wilt u de
kwade geest uit mijn dochter wegjagen ?’
Maar Jezus antwoordde: ‘Eerst mogen de kinderen eten zo veel als ze lusten. Het
is verkeerd om het brood voor de kinderen aan de honden te voeren.’ De vrouw
antwoordde: ‘Maar Heer, de kinderen laten soms stukjes brood op de grond
vallen. Dat mogen de honden onder de tafel opeten.’ Jezus zei tegen haar: ‘Dat
heb je goed gezegd. Ga maar rustig naar huis. De kwade geest is al weg uit je
dochter.’
Toen de vrouw thuiskwam, lag haar dochter in bed. De kwade geest was weg.
Koorzang “I stand here forgiven”
Ik ben vrij, bevrijd uit de gevangenis van zonden. God heeft mijn
zonden vergeven, Hij heeft ze weggegooid in de diepe oceaan.
Jij mag ook naar God toe gaan en vragen om vergeving en
genezing. Hij wil je wijsheid geven en je helpen met alles wat je
doet. Wanneer je je vult met de woorden die God tot je zegt, dan
heeft de satan geen macht meer over jou. Dan ben je vrij en een
kind van God.
Overdenking
Stilte
Koorzang “You raise me up”
Wanneer ik verdrietig ben en overweldigd door de problemen van
het leven, dan word ik stil totdat U komt en naast me gaat zitten.
Dan bemoedigt en helpt U mij, zodat ik bergen kan overwinnen.
Dan bemoedigt en helpt U mij, zodat ik stormen kan trotseren.
Wanneer ik op U mag steunen, ben ik sterk en kan ik het leven aan. 6
Magnificat het koor zingt het lied eenmaal voor, daarna zingen wij het na ;
vervolgens zingen we het enkele malen met het koor in canon.
Gebeden • Voorbeden (afgewisseld met korte stiltes)
• Stil Gebed
• Avondgebed
Avondlied 256 (uit het Nieuwe Liedboek)
k. Blijf met Uw genade bij ons, Heer onze God.
O, blijf met Uw genade bij ons, Licht in het duister.
7