• Wat is epilepsie?• Waardoor wordt epilepsie door veroorzaakt? • Generaliseerde aanvallen.• Partiële aanvallen• Helpen bij een aanval.• De gevolgen van epilepsie voor kinderen.• De invloed van epilepsie op het dagelijks leven.• Wat is een epilepsiesyndroom?• Hoe kan epilepsie behandeld worden?
• Impulsen.• Neurotransmitters.• Uitlopers.• Axon.• Dendriet.• Natrium.• Kaluim.• Ionen.• Synaptische spleet.• Chemische stofjes.
• Infecties.• Zuurstof gebrek.• Hersenschudding/Hersenbeschadiging.• Herseninfarct/Hersenbloeding.• Sterke lichtprikkels.• Verstandelijk gehandicapten.• Niet te achterhalen.• Aanleg.
• Algemene aanvallen.• Zenuwcellen.• Buiten bewust zijn.• Grote aanvallen.• De tonische, de clonische en de verslapping fase.• Verstijving of verkramping fase.• Fase van ½ min.• Samentrekking van de spieren.
• Fase van ½ tot 1 ½ min.• Afwezigheid.
• Gedeeltelijke aanvallen.• Eenvoudige partiële aanvallen.• Motorische verschijnselen.• Sensorische verschijnselen.• Auditieve of visuele verschijnselen.• Complex partiële aanvallen.• Twee delen.• Aura’s.• Smakken, friemelen.• Staus epilepsticus.
• Grote aanval.• absence of bij een partiële aanval.
• Niet alles doen.• Inspanningen.• Frequentie.• Risico's.• Voorzorgsmaatregelen.• Factoren.• Geïnformeerd.• Vastgesteld.• Samenhangende.• Psychosociale.
• Sport en recreatie.• Beroepskeuze.• Solliciteren.
• Gekarakteriseerd.• Indeling.• Toekomstverwachting.
• Neuroloog of een kinderarts.• Academisch ziekenhuis of een epilepsiecentrum.• Specialist.• Psychosociale problemen.• Medicijnen.• Anti-epileptica.• Therapieresistentie.• Monotherapie.• Nervus vagus stimulatie.
• Verzamelnaam.
• Functiestoornis van de hersenen.
• Aanvallen.
• Partiële aanvallen en gegeneraliseerde aanvallen.
• Diagnose.
• Epileptica.
• Wat kan een oorzaak van epilepsie zijn?• Wat is een gevolg van een kind met epilepsie?• Wat is een epileptica?• Welke twee groepen aanvallen zijn er?• Wat is een axon?