LOGO-congres 15 juni 2012 Onderwijsvernieuwing met Ambitie en Passie
WORKSHOP: “Wat zijn uw eigen competenties?”
Theo Bouman & Valerie Hoogendoorn Opleidingsinstituut PPO Groningen
1
Doel Feeling te krijgen voor competentiegericht opleiden door
1. Kennis maken met het competentieprofiel
2. Toepassen van onderdelen daarvan op uzelf
3. Reflecteren op het gebruik binnen de opleidingen
.
2
Programma
• Competentieprofiel GZ-psycholoog
• Definities en voorbeelden
• Oefening 1: uw competenties
• Oefening 2: uw leerdoelen
• Oefening 3: toetsen
3
4
Communicatie
Samenwerking
Kennis & wetenschap
Maatschappelijk handelen
Organisatie
Professionaliteit
Psychologisch handelen
5
Definities
Competenties
– Combinaties van kennis, inzicht, vaardigheden, motivatie, houding en persoonskenmerken die nodig zijn om effectief te handelen in de beroepssituatie (context gebonden)
Competentiegebied
– In een competentiegebied is een aantal competenties geclusterd. De competentiegebieden in het profiel hebben onderling samenhang en zijn essentieel om als GZ-psycholoog goed te kunnen functioneren
6
Voorbeeld competentie en indicatoren (Competentiegebied: Psychologisch handelen)
Competentie:
De GZ-psycholoog voert op gestructureerde wijze een behandelproces uit.
Indicatoren
Dit houdt in dat de GZ-psycholoog:
• behandelingsdoelen formuleert;
• de behandeling in het licht van de doelen plant;
• het behandelingsproces evalueert;
• doelen en plan bijstelt op grond van die evaluatie;
• de focus in de behandeling formuleert en bewaakt.
7
Voorbeeld competentie en indicatoren (Competentiegebied: Communicatie)
Competentie
De GZ-psycholoog bouwt effectieve behandelrelaties met cliënten op en onderhoudt deze (bij behandelgroepen hanteert hij eveneens groepsprocessen)
Indicatoren
Dit houdt in dat de GZ-psycholoog:
• een sfeer van vertrouwen creëert;
• betrokkenheid toont bij cliënt (en diens systeem) en daarmee de basis legt voor een duurzame vertrouwensrelatie;
• van motiveringstechnieken gebruikmaakt;
• (tegen)overdrachtsfenomenen opmerkt.
8
Opbouw elementen
1. Competentiegebieden en competenties
2. Indicatoren
3. Thema’s
4. Themakaarten
5. Kenmerkende beroepssituaties (KBS)
6. Kennis en vaardigheden
7. Toetsing/beoordelingsinstrumenten
9
Samengevat
Competentie = Wat kan ik?
Thema = Waar laat ik zien dat ik dat kan?
Indicator = Hoe laat ik zien dat ik dit kan?
KBS = Wanneer en aan wie laat ik zien dat ik het kan?
Toetsing = Hoe goed is het?
10
11
Culinair voorbeeld
Competentie = Koken
Thema = Italiaanse deeggerechten
Indicator = Ravioli met zalmvulling maken
KBS = Op een zaterdagavond voor je beste
vrienden (of een Italiaanse chef-kok?)
Toetsing = Hoe goed is de ravioli gelukt?
12
Themakaarten in de GZ
1. Diagnostiek en rapportage 2. Angst en stemmingsstoornissen 3. Persoonlijkheidsproblematiek 4. Psychotische stoornissen 5. Verslaving en stoornissen in de impulscontrole 6. Stoornissen in de kindertijd 7. Stoornissen met somatische symptomen 8. Cognitieve stoornissen 9. Beleid en Organisatie
13
OEFENING 1
Uw eigen competentieniveau
14
Instructie
1. Lees de tekst over de competentiegebieden
2. Geef een inschatting van uw eigen competenties, middels de Scorekaart, waarbij u onderstaande becijfering gebruikt.
Deze competentie is Cijfermatige aanduiding
kritiekpunt verbeterpunt naar verwachting boven verwachting excellent
1 2 3 4 5
15
Nabespreken &
Discussie
16
OEFENING 2
Uw eigen leerdoelen
17
Instructie
1. Na het inschatten van uw eigen competenties neemt u 1 of 2 competenties waarop u zichzelf het laagst heeft gescoord.
2. In tweetallen gaat u voor deze competenties een of meer concrete leerdoelen formuleren.
3. Maak hiervoor gebruik van het Formulier Leerdoelen
18
Formulier leerdoelen Wat wil ik leren
binnen dit
competentiegebie
d?
Hoe ga ik dit
doen?
Wanneer ben ik
tevreden
(resultaat)?
Welke
ondersteuning
heb ik nodig?
Wanneer wil ik het
resultaat bereikt
hebben
(planning)?
Hoe wil ik getoetst
worden?
Ik wil een actievere
rol in gaan nemen
in de
teamvergaderingen
en mij daarin
profileren.
Door in iedere
teamvergadering
minimaal een keer
mijn mening te
laten horen.
Overleg met
werkbegeleiders
over de
vorderingen.
Mijzelf na iedere
vergadering
afvragen: “Wat heb
ik gezegd en wat
had ik willen
zeggen”.
Wanneer ik over een
half jaar een actieve
rol heb binnen
vergaderingen, de
discussie durf aan te
gaan, en vrij mijn
mening durf te geven.
Een van te voren
opgestelde agenda,
zodat ik mij goed op
de vergaderingen
kan voorbereiden.
Feedback van de
werkbegeleiders en
andere collega’s.
Dit leerdoel ook
kenbaar maken bij
de andere collega’s,
zodat ook zij er op
kunnen letten.
(zie tevredenheid
resultaat).
Feedback van mijn
werkbegeleider en
andere collega’s.
19
Nabespreken &
Discussie
20
OEFENING 3
Hoe gaat u het toetsen?
21
Instructie
Op welke wijze kan getoetst worden of (in welke mate) u het leerdoel heeft behaald?
1. Bespreek onderling een aantal manieren om dit te toetsen
2. Ontwerp voor een van uw eigen leerdoelen een concrete toets en de daarbij behorende indicatoren
3. Wat zijn de voor- en nadelen van deze toets?
22
Voorbeelden van toetsen
• Praktijkbeoordeling (KBS)
• 360° feedback
• Referaat
• Kennistoets
• Vaardighedentoets
• Verslaglegging
• CAT (CriticallyAppraisal Topic)
23
Voorbeeld KBS: PO naar persoonlijkheid en klachten
Beoordelingscriteria GEZIEN
ja/nee
KWALITEIT
1 t/m 5
Psychologisch handelen
Formuleert psychodiagnostische vraagstellingen
Expliciteert het diagnostische model en past dit toe
Kiest kwalitatief goede diagnostische methoden
Neemt de meest voorkomende tests af bij verschillende vraagstellingen en problematiek
Scoort de tests en interpreteert, integreert en combineert de testresultaten
Beantwoordt de vraagstelling
Rapporteert
Betrekt op beredeneerde wijze psychologische theorieën en methoden in de rapportage
Kennis en wetenschap
Stelt zich op de hoogte van actuele psychodiagnostische theoretische inzichten
Maakt systematisch gebruik van literatuur
Organisatie
Organiseert adequaat het diagnostisch onderzoek en stelt prioriteiten
Feedback
Wat gaat er goed:
Wat kan er beter:
24
Voorbeeld toets en criteria: Referaat
Criteria met
betrekking tot:
Criterium Beoordeling
Inhoud Wetenschappelijk onderbouwing van het betoog Kies een
item.
PIOG geeft voldoende relevante aanknopingspunten voor de praktijk Kies een
item.
Kritische reflectie (o.a. op theorie, link naar de praktijk, kwaliteit van onderzoek) Kies een
item.
Presentatie Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Kies een
item.
Kwaliteit van het materiaal (bijv. audiovisuele ondersteuning) Kies een
item.
Afstemming publiek (sluit aan bij kennisniveau, nodigt uit tot discussie, stelt en
beantwoordt vragen)
Kies een
item.
25
Nabespreken &
Discussie
26
Afronding
• Hoe staat het nu met uw feeling voor CGO?
• Wat zijn algemene en specifieke aandachtspunten in de toepassing binnen uw eigen rol (docent, praktijkbegeleider)
• Wat zijn uw ideeën rondom implementatie?
27
28