30
Kosten Boek Financieel plan Hoofdstuk 7 Slideshare.net jetidskes (aan elkaar)

Financieel plan h7 kosten

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Financieel plan h7 kosten

Kosten

Boek Financieel plan Hoofdstuk 7

Slideshare.net jetidskes (aan elkaar)

Page 2: Financieel plan h7 kosten

Kosten

Definitie: ‘de waarde van de economisch efficiënt opgeofferde productiemiddelen, uitgedrukt in geld’

Vertaling: alles wat opgemaakt moet worden om iets te kunnen maken

Page 3: Financieel plan h7 kosten

Kosten

Definitie: ‘de waarde van de economisch efficiënt opgeofferde productiemiddelen, uitgedrukt in geld’

Dus: verspilling niet!

Page 4: Financieel plan h7 kosten

Belangrijkste kostensoorten

• Personeelskosten • Huisvestingskosten • Verkoopkosten • Overige kosten

Hierna per onderdeel uitleg!

Page 5: Financieel plan h7 kosten

Personeelskosten

• Loonkosten: brutoloon, werkgeversdeel premies volksverzekeringen en pensioen, kosten secundaire arbeidsvoorwaarden (studiekosten, reiskosten)

• Om je een idee te geven: het netto loon moet ongeveer keer 1,8 gedaan worden om de loonkosten voor een werkgever te krijgen

Page 6: Financieel plan h7 kosten

Huisvestingskosten

• Alle kosten die je maakt voor het gebruik van een pand voor je bedrijf

• Dus: huur / hypotheekOnroerende Zaak belasting Verzekering

• Let op de regels als je werkt vanuit huis! Zie de site van de belastingdienst

Page 7: Financieel plan h7 kosten

Verkoopkosten

• Alle kosten die je maakt om de verkoop te stimuleren

• Bijvb. Reclame, website, bijdrage ondernemersvereniging, sponsoring

Page 8: Financieel plan h7 kosten

Overige kosten

• Afschrijving • Complementaire kosten van duurzame

productiemiddelen • Rentekosten • Voorrraadkosten

• Volgende dia’s zijn weer uitleg hiervan!

Page 9: Financieel plan h7 kosten

Afschrijving

• Afschrijving is het (op papier) in waarde laten verminderen van duurzame productiemiddelen

• Oftewel: sparen om iets groots te vervangen…

• Afschrijven heeft invloed op de boekwaarde van je vaste activa (wordt minder)

Page 10: Financieel plan h7 kosten

Lineaire afschrijving

Aanschafwaarde – Restwaarde ------------------------------------------- = afschrijving per levensduur jaar

Levensduur: 1 Technische levensuur (wanneer is het kapot) 2 Economische levensduur (wanneer wil je het

vervangen)

Page 11: Financieel plan h7 kosten

Lineaire afschrijving

VB: een auto die nog vier jaar met normaal onderhoud meegaat en een koopsom heeft van 2.000 euro is over 4 jaar nog 400 euro waard. De afschrijving is dus

2.000 – 400 ----------------------- = 400 euro per jaar

4 jaar

Page 12: Financieel plan h7 kosten

Lineaire afschrijving

Het afschrijvingspercentage is

jaarlijks afschrijvingsbedrag ----------------------------------------- * 100

aanschafprijs bedrijfsmiddel

Page 13: Financieel plan h7 kosten

Afschrijven met een percentage van de boekwaarde

• Het afschrijvingsbedrag wordt dan elk jaar lager

• BVB: machine van 10,000 euro jaarlijks met 10% van de boekwaarde afschrijven wordt:

Afschrijving nieuwe boekwaarde Jaar 1 10% van 10,000 = 1,000 9,000jaar 2 10% van 9,000 = 900 8,100Jaar 3 10% van 8,100 = 810 7,290Jaar 4 10% van 7,290 = 729 6,561 etc

komt nooit op nul!

Page 14: Financieel plan h7 kosten

Regels afschrijven

• Afschrijvingen zijn wel kosten (dus drukken de winst, waardoor je minder belasting op winst hoeft te betalen) maar geen uitgaven (het geld gaat niet weg)

• Dus zijn er fiscale regels voor afschrijven

• Zie site belastingdienst!

Page 15: Financieel plan h7 kosten

Herhaling eerdere Dia Overige kosten

• Afschrijving • Complementaire kosten van duurzame

productiemiddelen • Rentekosten • Voorrraadkosten

• Volgende dia’s zijn weer uitleg hiervan!

Page 16: Financieel plan h7 kosten

Complementaire kosten

• Alle vaste activa hebben ook onderhoud nodig en misschien ook energiekosten.

• Deze kosten zijn de bijkomende / aanvullende / complementaire kosten

Page 17: Financieel plan h7 kosten

Rentekosten

• Geld dat je in vaste activa hebt gestopt, kan je niet op de bank laten staan. Dus je verliest er rente op!

K * P * T --------------------- = rente op jaarbasis 100K = Kapitaal P = percentage T = tijd (in jaren)

Page 18: Financieel plan h7 kosten

Rentekosten

Dus: ik koop een machine voor 7.000,- De rente op een spaarrekening is 2%. De machine is pas na 8 jaar afgeschreven.

K * P * T 7,000 * 2 * 8 ------------------ = -------------------- = rente op jaarbasis = 1,120 euro 100 100

K = Kapitaal P = percentage T = tijd (in jaren)

Page 19: Financieel plan h7 kosten

Rente

• Rente is meestal niet Enkelvoudig (zoals net) maar samengesteld: dus rente op rente.

• BVB: je zet 1500 euro op de bank tegen 2% rente

rente eindsaldo Jaar 1 2 % van 1500= 30 1530Jaar 2 2 % van 1530 = 30,60 1560,60Jaar 3 2 % van 1560,60 = 31,21 1590,81

etc

Page 20: Financieel plan h7 kosten

Voorraadkosten

3 R’s

• Rente geld in de voorraad staat niet op de bank

• Ruimte Stellingen, een magazijn etc• Risico Bederf, diefstal

Page 21: Financieel plan h7 kosten

Kostprijsformule

C V--- + --- = KPN W

constante kosten Variabele kosten Kostprijs = ------------------------ + ----------------------

Normale productie Werkelijke productie

Page 22: Financieel plan h7 kosten

Kostprijsformule

C V--- + --- = KPN W

constante kosten ------------------------ Dit deel bepaalt de normale productie doorberekening van de vaste

kosten

Page 23: Financieel plan h7 kosten

Kostprijsformule

C V--- + --- = KPN W

Variabele kosten ------------------------ Dit deel is voor de kosten Werkelijke productie die gemaakt worden die

afhankelijk van het aantal klanten zijn.

Page 24: Financieel plan h7 kosten

Kostprijsformule

VB : een kapper knipt dagelijks gemiddeld 15 klanten. Aan materiaal (gel e.d.) is hij op een dag dan 3 euro kwijt. Zijn huur, personeel, afschrijving etc kost 90 euro per dag. Zijn kostprijs wordt dan:

constante kosten Variabele kosten Kostprijs = ------------------------ + ----------------------

Normale productie Werkelijke productie3 90

= ----------- + -------------- = 0,20 + 6,- = 6,2015 15

Page 25: Financieel plan h7 kosten

Kostprijsformule

KP formule gebruik je voor de integrale kostprijs, maar is voornamelijk handig om te kijken of je incidenteel een differentiële KP kan rekenen.

VB : een meubelmaker maakt per maand gemiddeld 15 kasten. Aan materiaal is hij dan totaal 300 euro kwijt. Zijn huur, personeel, afschrijving etc per maand is 1500 euro. Zijn integrale kostprijs wordt dan:

constante kosten Variabele kosten Kostprijs = ------------------------ + ----------------------

Normale productie Werkelijke productie 1500 300= ----------- + -------------- = 100 + 20 = 120,- 15 15

Page 26: Financieel plan h7 kosten

Kostprijsformule

Een differentiële KP kan je gebruiken voor incidenteel meerwerk.

VB : Onze meubelmaker krijgt de vraag of hij ‘voor weinig’ vier extra kasten kan maken. Hij ziet dit ook als reclame en wil dit wel. Maar ja, wat moet die kast dan kosten? Zijn integrale kostprijs is:

constante kosten Variabele kosten Kostprijs = ------------------------ + -------------------------------- = 100 + 20 = 120,-

Normale productie Werkelijke productie

Zijn vaste kosten zijn al betaald door de Normale productie aan kasten. Hij kan dus incidenteel alleen materiaalkosten rekenen : 20 euro per kast.

Page 27: Financieel plan h7 kosten

Kosten

Variabele kosten = directe kosten Constante kosten = indirecte kosten

Indirecte kosten hebben dus geen direct verband met die ene klant.

Vaak gebruik je voor die kosten dus een opslagpercentage

Page 28: Financieel plan h7 kosten

Opslagpercentage

Totale indirecte kosten -------------------------------------- * 100 = Opslagpercentage Totale directe kosten

Voorbeeld:Onze meubelmaker heeft totaal op jaarbasis 40.000 vaste kosten. Aan hout heeft hij voor 20.000 euro ingekocht. Zijn opslagpercentage is dan (40,000 / 20,000)*100 =200%

Dus als hij voor een kast voor 50 euro hout moet kopen, moet hij als kostprijs voor die kast 50 + 200% = 150,- rekenen

Page 29: Financieel plan h7 kosten

Let op!

Een kostprijs is nog geen winst! Directe kosten

Plus opslag indirecte kosten . = KostprijsPlus brutowinstopslag . = nettoverkoopprijs Plus BTW .= Brutoverkoopprijs (consumentenprijs)

Page 30: Financieel plan h7 kosten

© Jet Idskes , 2013