34
Media Paragraaf 2 Bladzijde 92

Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Alle paragrafen (met uitzondering van paragraaf 1) van thema Media, Maatschappijleer 1. Zoek bij paragraaf 7 de betekenissen nog op van de media theorieën. (Bijvoorbeeld: wat houdt de indoctrinatie theorie in?)

Citation preview

Page 1: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

MediaParagraaf 2Bladzijde 92

Page 2: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Televisie en radio Commerciele zender (rtl 4, sbs 6) Een zender die vooral veel geld wil

verdienen

Publieke omroep (Nederland 1, TROS) Een zender die geld krijgt van de

overheid

Page 3: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Mediawet Publieke omroepen -> overheidsgeld ->

mediawet

Mediawet -> publieke omroepen moeten programma’s met informatie, nieuws en cultuur uitzenden

Page 4: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Kranten en tijdschriften Populaire kranten (Sp!ts, De Telegraaf) Grote aantrekkelijke koppen,

shownieuws, sport, persoonlijke problemen

Kwaliteitskranten (NRC, Trouw, Volkskrant)

Maatschappelijke problemen, economie, politiek, lange teksten.

Page 5: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Crossmedia / identiteit Crossmedia mix van verschillende

soorten media (Glazenhuis 3FM)

Identiteit media laten zien wie ze zijn en wat zij belangrijk vinden -> Doelgroep een groep mensen met dezelfde belangstelling.

Page 6: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Maken paragraaf 2 Bladzijde 107 werkboek Vragen: 1, 5, 7, 8, 10, 14,15.

Page 7: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

MediaParagraaf 3Bladzijde 94

Page 8: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Waar gebruiken we massamedia voor? 1. Kennis en nieuws 2. Ontspanning 3. Contacten 4. Reclame

Infotainment programma’s met een mix van informatie en ontspanning (RTL Boulevard)

Page 9: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Functies van de media 1. Informatieve functie (kennis en nieuws) 2. Recreatieve functie (ontspanning) 3. Sociale functie (media verbinden

mensen) 4. Commerciele functie (reclame)

5. Maatschappelijke functie iedereen moet in een democratie geïnformeerd worden over maatschappelijke problemen

Page 10: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Maken paragraaf 3 Bladzijde 111 in je werkboek. Vragen: 3, 5, 11.

Page 11: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

MediaParagraaf 3Bladzijde 96

Page 12: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Nieuwsselectie Nieuwsselectie journalisten beslissen

wat ze wel en wat ze niet opnemen als nieuwsbericht:

1. Actueel nieuwsfeit? 2. Bijzonder nieuwsfeit? 3. Vinden lezers/kijkers het nieuwsfeit

interessant? 4. Gaat het nieuwfeit over belangrijke of

bekende personen?

Page 13: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Waar komt nieuws vandaan? 1. Persbureaus (Algemeen Nederlands

Persbureau) 2. Ze gaan zelf op zoek naar nieuws. 3. Ze ontvangen berichten van personen

of bedrijven (tweets, persbericht).

Page 14: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Betrouwbaarheid Controleren of informatie betrouwbaar

is: 1. Waar komt de informatie precies

vandaan? 2. Gaat het om feiten of om de mening

van iemand? 3. Wat zeggen andere media over

hetzelfde onderwerp?

Page 15: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Voorwaaarden nieuwsbericht 1. Feiten controleren: hoor en

wederhoor 2. Scheiding tussen feiten en meningen 3. Vermelding nieuwsbron

Page 16: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

MediaParagraaf 5Bladzijde 98

Page 17: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Reclame Media verdiene geld door reclame. Hoe hoger het kijkcijfer, hoe duurder de

reclamespot (The voice, Sabotage)

Page 18: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Waarom zijn jongeren een bijzondere doelgroep? 1. Nederlandse jongeren kopen veel 2. Bedrijven proberen jongeren aan zich

te binden -> latere leeftijd ook klant. 3. Jongeren bepalen wat een trend

wordt.

Page 19: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Hoe werkt reclame? 1. Gevoelens oproepen (Becel boter,

Axe, Bacardi) 2. Ideaalbeelden 3. BN’ers laten zien (willen lijken op)

SPAM: Ongevraagd versturen van reclame via e-mail, telefoon (verboden)

Page 20: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Reclame en de mediawet Maximaal twaalf minuten per uur

reclame. Sluikreclame is verboden. (Merknamen

in soaps). Een programma mag een sponsor

hebben (Life 4 you).

Page 21: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Maken paragraaf 5 Bladzijde 117 in je werkboek. 5, 6, 10, 12, 13.

Page 22: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

MediaParagraaf 6Bladzijde 100

Page 23: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Soaps, series en games. Amusementsprogramma’s televisie

uitzendingen die de kijker vermaken (GTST, Dexter, televisiespelletjes etc.)

Welke functie hebben deze programma’s?

Page 24: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Kenmerken van amusement 1. Je kunt de werkelijkheid herkennen.

(Liefde in GTST) 2. Het is spannend. (Dexter) 3. Je kunt je verplaatsen in de

hoofdpersonen. (Series en Games) 4. Je kunt winnen. (Spelletjes)

Page 25: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Voordelen / nadelen van soaps Voordelen: Je leert wat de gevolgen kunnen zijn van

keuzes die je maakt. (Eetstoornis van Charlie in GTST)

Soaps worden gebruikt om voorlichting te geven.

Nadelen: Verkeerd beeld krijgen Vooroordelen

Page 26: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Games Voordelen: Je leert goed hoe je moet samenwerken. Je leert je goed te concentreren. Je wordt slimmer en creatiever.

Nadelen: Gameverslavingen Gewelddadige inhoud (agressie

veroorzaken)

Page 27: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Paragraaf 6 Werkboek bladzijde 121 Vragen: 1, 2, 3, 5, 9.

Page 28: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

MediaParagraaf 7Bladzijde 102

Page 29: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

De les Bespreken wat je aan het einde van deze les

kunt. Bespreken wat media is en welke invloed hij

heeft op jou dagelijks leven. Instructie over welke theorieen er zijn, over de

macht van media. Oefenen met de begrippen en theorieën in het

werkboek.

Page 30: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Wat kun je aan het einde van deze les?

Je kunt beschrijven en herkennen wat de injectienaaldtheorie inhoud met het gebruik van de begrippen: manipulatie en indoctrinatie.

Je kunt beschrijven en in een voorbeeld herkennen wat de theorie van de selectie waarneming inhoud.

Je kunt minimaal twee factoren benoemen die aangeven hoe je zelf bepaald hoeveel invloed de media op je hebben.

Page 31: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

De macht van media Korte opdracht Wat zijn media? Wat voor invloed heeft media op jou dagelijks

leven?

Page 32: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

De macht van media “Druppeltje voor druppeltje” Manipulatie Bijvoorbeeld in roddelbladen Indocrinatie Bijvoorbeeld bij voortdurend negatieve

berichten over subculturen Voorbeelden?

Page 33: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Selectieve waarneming http://www.youtube.com/watch?

v=Nc3N3dhCETE Kies je zelf wat je wilt zien of wilt horen?

Page 34: Paragraaf 1 t/m 7 van MEDIA Maatschappijleer

Werkboek Bladzijde 123 in je werkboek. Vragen: 1, 3, 4, 6, 10.