12
Present/Past Perfect Door: miss Koeiman

Present past perfect

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Present past perfect

Present/Past PerfectDoor: miss Koeiman

Page 2: Present past perfect

Doelen

Aan het eind van deze presentatie hebben jullie een betere beeld van waarvoor Present en Past Perfect worden gebruikt.

Aan het eind van deze presentatie weten jullie hoe je een Present en Past perfect herkennen.

Aan het eind van deze presentatie kunnen jullie Present en Past Perfect in bevestigend, ontkennend en vragende zinnen vervoegen.

Page 3: Present past perfect

Present Perfect

Vorm Zinsconstructie Wanneer het wordt gebruikt Signaalwoorden

Page 4: Present past perfect

Present Prefect Vorm:

Have/has + past participle

Singular PluralI have We haveYou have You haveShe has They haveHe hasIt has

Hele werkwoord

Verleden tijd Voltooid deelwoord(past participle)

Regelmatige ww.

to work worked worked

Onregelmatige ww.

To choose chose chosen

Page 5: Present past perfect

Present Perfectzinsconstructie:

Bevestigend You have kicked the ball.

Ontkennend You have not kicked the ball.

Vragend Have you kicked the ball?

Page 6: Present past perfect

Present PerfectWanneer het wordt gebruikt:

Om aan te geven dat iets in het verleden begon maar niet belangrijk wanneer. I have been to London.

Om aan te geven dat iets in het verleden begon maar nog steeds voorduurt. I have played the piano for ten years

Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd maar nu nog steeds merkbaar is. I have lost my keys.

Page 7: Present past perfect

Present Perfect Signaalwoorden:

Always (n)ever Have you ever watched a

football game? Just (not) yet We have not seen that

fil yet. Already Since For I have lived here for

three years.

Page 8: Present past perfect

Past Perfect

Vorm Zinsconstructie Wanneer het wordt gebruikt

Page 9: Present past perfect

Past Perfect Vorm:

Had + past participle

Singular PluralI had We hadYou had You hadShe had They hadHe hadIt had

Hele werkwoord

Verleden tijd Voltooid deelwoord(past participle)

Regelmatige ww.

to work worked worked

Onregelmatige ww.

To choose chose chosen

Page 10: Present past perfect

Past PerfectZinsconstructie:

Bevestigend You had kicked the ball.

Ontkennend You had not kicked the ball.

Vragend Had you kicked the ball?

Page 11: Present past perfect

Past PerfectWanneer het wordt gebruikt:

Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd, maar voordat iets anders in het verleden is gebeurd. I had brushed my teeth, before I went to bed.

They decided to buy a car, after the old one had broken down.

Page 12: Present past perfect