2
Titratie van HCl met NaOH - molariteit (M) Voor titratiereacties met een 1:1 stoichiometrie is het gebruik van gramequivalenten in principe niet nodig. HCl + NaOH --→ NaCl + H 2 O Besef echter dat het eindpunt wordt gevisualiseerd met behulp van een zuur-base indica- tor rond het equivalentiepunt. Dit betekent dat er een equivalente hoeveelheid H + met een equivalente hoeveelheid OH - moet gereageerd hebben. H + + OH - --→ H 2 O Standaardisatie van NaOH met KHftalaat Er wordt een ±0, 1 M NaOH-oplossing bereid. De NaOH-oplossing wordt gestandaardiseerd met KHFtalaat volgens de tweede methode. C C O O OH O OH C C O O O O H 2 O MM NaOH = 40, 00 g/mol MM KHftalaat = 204, 23 g/mol KHftalaat 1. (ml) 2. (ml) 3. (ml) 4. (ml) E.V. NaOH 19,37 20,29 20,40 B.V. NaOH 0,26 1,12 1,35 T.V. NaOH 19,11 19,17 19,05 mg KHftalaat mmol KHftalaat mmol NaOH ml NaOH M NaOH 1 407,8 1,997 1,997 19,11 0,1046 2 408,1 1,998 1,998 19,17 0,1042 3 407,0 1,993 1,993 19,05 0,1046 Foutenmarge = M grootst - M kleinst M kleinst × 100% = 0, 1046 M - 0, 1042 M 0, 1042 M × 100% = 0, 38% < 1% Analytische chemie: lab T. Mortier 1

Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteit

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteit

Titratie van HCl met NaOH - molariteit (M)

Voor titratiereacties met een 1:1 stoichiometrie is het gebruik van gramequivalenten in principe

niet nodig.

HCl + NaOH −−→ NaCl + H2O

Besef echter dat het eindpunt wordt gevisualiseerd met behulp van een zuur-base indica-

tor rond het equivalentiepunt. Dit betekent dat er een equivalente hoeveelheid H+ met een

equivalente hoeveelheid OH− moet gereageerd hebben.

H+ + OH− −−→ H2O

Standaardisatie van NaOH met KHftalaat

Er wordt een ±0, 1 M NaOH-oplossing bereid. De NaOH-oplossing wordt gestandaardiseerd

met KHFtalaat volgens de tweede methode.

C

C

O

O

OH

O

OH

C

C

O

O

O

O

H2O

MMNaOH = 40, 00 g/mol

MMKHftalaat = 204, 23 g/mol

KHftalaat 1. (ml) 2. (ml) 3. (ml) 4. (ml)

E.V. NaOH 19,37 20,29 20,40

B.V. NaOH 0,26 1,12 1,35

T.V. NaOH 19,11 19,17 19,05

mgKHftalaat mmolKHftalaat mmolNaOH mlNaOH MNaOH

1 407,8 1,997 1,997 19,11 0,1046

2 408,1 1,998 1,998 19,17 0,1042

3 407,0 1,993 1,993 19,05 0,1046

Foutenmarge =Mgrootst −Mkleinst

Mkleinst× 100%

=0, 1046M− 0, 1042M

0, 1042M× 100%

= 0, 38% < 1%

Analytische chemie: lab T. Mortier 1

Page 2: Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteit

We nemen het gemiddelde van de drie molariteiten om de molariteit van de bereide NaOH-

oplossing te kennen.

Mgem =0, 1046M+ 0, 1042M+ 0, 1046M

3= 0, 1045M

Nu kunnen we een onbekend staal HCl (±0, 1N) titreren met de gestandaardiseerde NaOH-

oplossing.

HCl + NaOH −−→ NaCl + H2O

MMHCl = 36, 45 g/mol

HCl 10,00ml 20,00ml 20,00ml 20,00ml

E.V. NaOH 10,95 19,44 19,18 19,26

B.V. NaOH 1,30 0,31 0,22 0,24

T.V. NaOH 9,65 19,13 18,96 19,02

Foutenmarge =Vgrootst −Vkleinst

Vkleinst× 100%

=19, 13ml− 18, 96ml

18, 96ml× 100%

= 0, 90% < 1%⇒ OK!

Vgem =19, 13ml + 18, 96ml + 19, 02ml

3= 19, 04ml

Wanneer men wil werken in molariteiten, raden we aan om de verhouding te nemen van het

aantal mol volgens de reactiestoichiometrie.

nHCl

nNaOH=

MHCl ×VHCl

MNaOH ×VNaOH=

1

1

MHCl =1

1

MNaOH ×VNaOH

VHCl

=1

1

0, 1045M× 19, 04ml

20, 00ml= 0, 09948M

We berekenen vervolgens het aantal mg HCl per 100 ml oplossing.

0, 09948mol/l× 36, 45 g/mol = 3, 626 g/l

= 3, 626mg/ml

= 362, 6mg HCl/100ml Oplossing

2 T. Mortier Analytische chemie: lab