18
Ouderenzorg: Onze zorg? Een socratische dialoog over een publieke kwestie Saskia van der Werff Creathos bv/2015 Creathos bv Berenkoog 80 1822 BZ Alkmaar www.creathos.nl [email protected] 06-107 76 858 1. INLEIDING ........................................................ 2 2. INSTEEK VAN EEN PUBLIEKE DIALOOG 3 3. STAPPEN IN HET GESPREK ......................... 5 3.1 VAN THEMA NAAR DIALOOGVRAAG ............. 5 3.2 VAN DIALOOGVRAAG NAAR CONCRETE ERVARINGEN ............................................................ 7 3.3 VAN CONCRETE ERVARINGEN NAAR KERNBEWERINGEN ................................................... 9 3.4 VAN ESSENTIE NAAR OPBRENGST ............... 13 4. OPBRENGST: GEMEENSCHAPPELIJK DENKKADER EN PUBLIEKE MAATSTAF ...... 15 5. BIJLAGEN........................................................ 17 5.1 BEGELEIDERS TIJDENS DEZE DIALOOG ........ 17 5.2 GESPREKSWIJZER PUBLIEKE DIALOOG IN OUDERENZORG ....................................................... 17

Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Ouderenzorg: Onze zorg?

Een socratische dialoog over een publieke kwestie

Saskia van der Werff Creathos bv/2015

Creathos bv

Berenkoog 80 1822 BZ Alkmaar www.creathos.nl

[email protected] 06-107 76 858

1. INLEIDING ........................................................ 2

2. INSTEEK VAN EEN PUBLIEKE DIALOOG 3

3. STAPPEN IN HET GESPREK ......................... 5

3.1 VAN THEMA NAAR DIALOOGVRAAG ............. 5 3.2 VAN DIALOOGVRAAG NAAR CONCRETE

ERVARINGEN ............................................................ 7 3.3 VAN CONCRETE ERVARINGEN NAAR

KERNBEWERINGEN ................................................... 9 3.4 VAN ESSENTIE NAAR OPBRENGST ............... 13

4. OPBRENGST: GEMEENSCHAPPELIJK DENKKADER EN PUBLIEKE MAATSTAF ...... 15

5. BIJLAGEN ........................................................ 17

5.1 BEGELEIDERS TIJDENS DEZE DIALOOG ........ 17 5.2 GESPREKSWIJZER PUBLIEKE DIALOOG IN

OUDERENZORG ....................................................... 17

Page 2: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 2 van 18

1. Inleiding

Op het moment dat ik (als professional) de dochter vroeg of

zij mantelzorg aan haar hulpbehoevende moeder kon verle-

nen, brak zij in tranen uit. Ik vond het hartverscheurend. –

Leg eens uit?- Ik vond dat ik een grens was overgegaan. Ik

had dit niet mogen vragen. –Hoezo niet?- Ik dwong iemand

om iets te doen wat je normaal gesproken vanuit liefde voor

een ander doet. Dat kan niet. –Welk principe is dit?-

Liefde laat zich niet dwingen.

Dit korte gespreksfragment onthult een rijke, in-

dringende en complexe werkelijkheid. Deze en an-

dere concrete praktijkervaringen dienden als onder-

zoeksmateriaal voor een socratische dialoog over

ouderenzorg. Tijdens deze socratische dialoog

kwam een gemêleerd gezelschap bij elkaar om geza-

menlijk na te denken over het thema ouderenzorg.

Sinds 2015 zijn gemeenten voor een groot deel ver-

antwoordelijk voor goede ouderenzorg. Uitgangs-

punt bij de decentralisaties van ouderenzorg is dat

gemeenten alleen voorzieningen of zorg aanbieden

als de cliënt niet op eigen kracht, met hulp van an-

deren in de sociale omgeving of met mantelzorg in

staat is tot zelfredzaamheid of participatie. Gedu-

rende het decentralisatieproces lopen betrokkenen

tegen heel wat kwesties aan. Bij wie kan ik terecht

voor zorg? Wie behoort mantelzorg te geven? Hoe

ver reikt mijn verantwoordelijkheid als professional?

Wat moet ik zelf regelen, wat mag ik van een ander

verwachten? Deze en andere vragen kwamen tijdens

Page 3: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 3 van 18

de dialoog aan bod. Wij, drie liefhebbers van de so-

cratische dialoog, namen het initiatief tot deze mid-

dag, vanuit de hoop dat een helder inzicht in het

grotere plaatje van ouderenzorg bijdraagt aan goede

ouderenzorg in de dagelijkse praktijk. De dialoog

was dan ook gericht op het elkaar beter ‘verstaan’

als opmaat voor toekomstige concrete ideeën voor

lastige kwesties, waar de deelnemers dagelijks mee te

maken hebben. Ouderen, mantelzorgers, politici,

ambtenaren, professionals deelden hun gedachten,

idealen en zorgen over het thema. Aan de hand van

de opzet van de dialoog neem ik u mee in onze re-

flectie over zowel het thema ouderenzorg als over

de dialoog.

2. Insteek van een publieke dialoog

Een socratische dialoog in de publieke ruimte is een

variant van het socratische gesprek. Een socratisch

gesprek kent vaste stappen (onderzoeksvraag, con-

crete ervaringen, onderzoeken kernbeweringen/te

hanteren maatstaf en reflectie over het gesprek),

vraagt om bepaalde gespreksvaardigheden (aandach-

tig luisteren, zwijgen, opschorten oordeel, verplaat-

sen in de kwestie, kritisch samen denken). Ge-

spreksdeelnemers beoefenen een specifieke dialoog-

houding: de houding van niet-weten. Niet het vin-

den van oplossingen maar het onderzoeken van dra-

gende principes en ideeën maakt van een gesprek

een dialoog. Deze elementen van het socratische ge-

sprek geven aan een dialoog haar bezinnende ka-

rakter.

Page 4: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 4 van 18

De Griekse filosoof Socrates heeft ons op het

pad gezet van de dialoog. Hij sprak mensen aan op

straat en bevroeg hen. Volgens Socrates leidde zijn

gesprekspraktijk tot het politieke ideaal van kritisch

burgerschap. Het socratische gesprek kent daarmee

van origine een politieke insteek. Naast de keuze

voor het thema -een kwestie van publiek belang- en

de gemêleerde samenstelling van deelnemers, ver-

krijgt de dialoog door de wijze waarop deelnemers

zich verplaatsen in de positie van anderen haar pu-

blieke karakter. In het onderzoeken van de verschil-

lende perspectieven op een kwestie, ontstaat een

‘publieke ruimte’ waarin er zicht ontstaat op de we-

reld als geheel. Gesprekspartners ontmoeten elkaar

als unieke personen, die ieder voor zich een stukje

bijdragen aan een menselijke wereld. Door het ver-

plaatsen zijn deelnemers in staat om tegelijkertijd

verschillende gedachten en gevoelens, voortkomend

uit de ervaringen van de andere gespreksdeelnemers,

in hun oordeel mee te wegen en daartussen een af-

weging te maken. Aan dit representatieve denken

ontleent de dialoog haar publieke insteek. Onder-

staande citaten van deelnemers gaan in op dat pu-

blieke karakter tijdens de dialoog over ouderenzorg.

Wat een publieke dialoog is, was mij aan het begin van het

gesprek eigenlijk niet zo helder. Ik denk nu dat het gaat om

een zoektocht met onbekenden, die ieder op hun eigen wijze

een ervaring of inzicht inbrachten. De ouderenzorg is hierdoor

meer voor me gaan leven. De bijdrage van de professionals ga-

ven aan de bijeenkomst een extra cachet.

Page 5: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 5 van 18

Ik heb veel gehad aan de meningen en persoonlijke belevenis-

sen van andere deelnemers. Ik ervoer de openheid waarmee ie-

dereen meedeed als waardevol.

Dat iedere deelnemer vanuit zijn/haar invalshoek open heeft

kunnen zeggen wat hij/zij wilde zeggen, en dat er diversiteit

was in de personen die hebben deelgenomen, gaf een publieke

dimensie aan de dialoog.

3. Stappen in het gesprek

Aan de hand van een vooraf bepaald stappenplan

(zie bijlage §5.2) begeleidden de gespreksleiders deze

dialoog. Een stappenplan biedt houvast tijdens het

gesprek en zorgt ervoor dat het bezinnende en ver-

diepende van de dialoog tot stand komt. Niet elk so-

cratisch gesprek kent dezelfde stappen maar bestaat

wel uit 4 elementen: een dialoogvraag die het onder-

zoek stuurt, concrete ervaringen van deelnemers,

onderzoeken van kernbeweringen/te hanteren

maatstaf en reflectie over de opbrengst.

3.1 Van thema naar dialoogvraag

De start van de dialoog was het thema Ouderen-

zorg. Om te komen tot een goede onderzoeksvraag,

gingen de deelnemers twee-aan-twee met elkaar in

gesprek. Er kwamen grofweg vier categorieën vra-

gen naar voren:

1. Praktische-handelingsgerichte vragen: Hoe houd

je de zorg betaalbaar, zonder de mantelzorger

teveel te belasten? Hoe kan je zelf invloed uitoe-

fenen om goede ouderenzorg te realiseren?

Page 6: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 6 van 18

2. Ethische vragen: Wat is de waarde van ouderen

voor onze maatschappij? In hoeverre ga je mee

in het verplichten tot mantelzorg? Wat is goede

ouderenzorg? Mag ouderenzorg inkomens-

en/of vermogensafhankelijk zijn?

3. Conceptuele/verhelderingsvragen: Is ouderen-

zorg permanent of tijdelijk? Wat is oud? Hoe

ziet de zorg er over 5 jaar uit?

4. Retorische vragen (bevatten stellingen): Waarom

delen we de zorg op? (We moeten de zorg niet

opdelen!) Waarom brengen we geld in relatie tot

zorg? (Geld en zorg worden teveel aan elkaar

verbonden!).

De ervaring leert dat deelnemers aan een socratische

dialoog intuïtief kiezen voor een vraag, die prikke-

lend is en die tot denken aanzet. Na een korte stem-

mingsronde gingen we in twee groepjes aan de slag

met onderzoeksvragen uit de ethische categorie. ‘In

hoeverre ga je mee in het verplichten tot mantel-

zorg’ en ‘Wat is goede ouderenzorg’.

Zowel de voorstellingsronde als de inventarisatie-ronde zorg-

den er voor dat de deelnemers kleur toonden. Het doet er toe

wie je bent en in welke hoedanigheid je aan een dialoog deel-

neemt. De rollen die de deelnemers innamen tijdens deze eerste

ronde, kleurden hun nog onuitgesproken en ongedefinieerde

belang. Hoe verhoudt zich het individuele ten opzichte van het

(algemene) publieke belang?

Belangen zijn belangrijk, ze zijn van waarde, ze doen er toe

in zo’n gesprek. De onuitgesproken belangen verbinden de

Page 7: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 7 van 18

deelnemers met het thema, ze zijn het bindmiddel dat een ge-

sprek persoonlijk, concreet en tegelijkertijd algemeen maakt.

Is het mogelijk en/of wenselijk om belangeloos in een pu-

blieke kwestie te gaan staan?

Deze reflecties op de dialoog brengen een onder-

scheidend aspect van een publieke dialoog naar vo-

ren. Mensen nemen deel aan de dialoog, omdat ze

er vanuit hun specifieke rollen een zeker belang bij

hebben. Het kan verwarrend zijn om gedurende de

dialoog die belangen op tafel te leggen en los te la-

ten. Toch draagt dit loslaten bij aan de zoektocht

naar een dragend publieke belang. Belangen zijn

richtingaanwijzers naar die publieke maatstaf.

3.2 Van dialoogvraag naar concrete ervaringen

Concrete ervaringen zorgen ervoor dat de onder-

zoeksvraag tot leven komt. Een verhaal zorgt er-

voor dat mensen zich tonen in hun concrete werke-

lijkheid, ze zijn geen cijfertjes of nummertjes op een

spreadsheet. Verhalen maken vaak duidelijk wat er

in een kwestie op het spel staat. De gespreksdeelne-

mers krijgen gelegenheid om feitelijke vragen over

de ervaring te stellen. Feiten dragen bij aan helder-

heid in een kwestie. Het naast elkaar zetten van ver-

halen maken een kwestie ook complex, onoverzich-

telijk, chaotisch. Wat heeft het ene verhaal met het

andere te maken? Welke publieke belang verhult

zich achter de verhalen? Die chaotische weergave

van uiteenlopende verhalen geven een weerslag van

de weerbarstige praktijk. Zoiets als het echte leven?

Page 8: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 8 van 18

Ik heb een goede vriendin, die hulpbehoevend is. Ik help haar

graag en met veel plezier. Ik heb een sleutel van haar huis,

zodat ik vrij kan komen en gaan. Ik heb ook een hulpbehoe-

vende schoonmoeder, en het gevoel waarmee ik haar onder-

steun is anders dan waarmee ik mijn vriendin help. Bij de

een voelt het als verplichting, als een zware last die ik bij de

ander niet voel. Zeker omdat de rest van onze familie het een

beetje laat afweten, vraag ik me af of ik me niet meer tijd

voor mezelf zou moeten gunnen.

Ik heb jarenlang met liefde mijn moeder met Alzheimer ver-

zorgd. Het was een slopend proces en ik trok het op een gege-

ven moment niet meer. We konden niet anders dan haar in

een verzorgingstehuis laten opnemen. Het moment dat ik

haar moest achterlaten in dat huis, staat in mijn geheugen ge-

grift. Ik had mijn belofte aan haar, dat ik haar nooit in een

verzorgingshuis zou laten terechtkomen, gebroken. Ze was

binnen een maand dood. Dit heeft me jarenlang achtervolgd.

Nu ik zelf hulp nodig heb, waak ik ervoor teveel van mijn

kinderen te vragen. Ik zal hen nooit in zo’n situatie willen

brengen als waar ik in ben terechtgekomen.

Mijn schoonmoeder had op een gegeven moment zorg nodig.

Mijn vrouw en ik woonden het dichtste bij zodat mijn vrouw

automatisch het grootste deel van de zorg op zich nam. Ik

moest mee en wilde het eigenlijk niet maar deed het toch.

Mijn vrouw deed het voor haar moeder, ik deed het voor mijn

vrouw.

In mijn dagelijkse werk ondersteun ik vrijwilligers. Ik kwam

in gesprek met een vrijwilliger, die ook zorg voor haar moeder

op zich heeft genomen. Ze had met haar familie en vrienden

Page 9: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 9 van 18

een heel rooster gemaakt om haar moeder heen en weer te rij-

den naar de zorginstelling. Dat wat begon als het bieden van

een helpende hand ging steeds meer over in een verplichting:

‘Ik zit nu drie dagen vast en dat belast mij’ zei ze. Ik schrok

hiervan. Want voordat je het weet bevind je je in een sluis

waar je niet meer uit kan.

Het uitwisselen van concrete ervaringen deed iets

met de deelnemers. Ze raakten betrokken op elkaar,

ze vroegen zich af hoe zij in die situatie zouden han-

delen. In deze fase van het gesprek is het van belang

dat deelnemers hun verhaal kunnen vertellen, zoals

zij dat hebben ervaren. Ondanks dat persoonlijke

ervaringen elkaar niet direct raken, zeggen ze wel

wat over het thema en de onderzoeksvraag. Dat wat

het te zeggen heeft over het thema, vraagt nog wel

om een verdiepende slag.

3.3 Van concrete ervaringen naar kernbeweringen

Tijdens de publieke dialoog over ouderenzorg kwa-

men allerlei verhalen op tafel te liggen. Hartver-

scheurende, hoopgevende en liefdevolle verhalen

die de complexiteit van het thema naar voren

bracht. Het kan dan een hele opgaaf zijn om iets

verbindends en gemeenschappelijks in de diversiteit

van die verhalen te vinden. Om te komen tot een

gemeenschappelijke essentie zoals zich die op dat

moment achter de verschillende ervaringen voor-

deed, verplaatsten deelnemers zich in de positie van

de ander. Tijdens de dialoog sloten we deze stap af

Page 10: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 10 van 18

met de vraag, wat er volgens de deelnemers in de

vertelde verhalen op het spel stond.

Goede ouderenzorg heeft te maken met zorg die aansluit op

de behoefte en de wens van de persoon zelf. Professionele zorg

vormt een belangrijke aanvulling op wat je als mantelzorger

doet, zoals bijvoorbeeld een goed contact met de huisarts. Het

hele pakket samen zorgt ervoor dat er sprake is van goede

zorg. Zeker als de zorg eindig is, gaat het om liefdevol en res-

pectvol afscheid kunnen nemen in de eigen omgeving.

Het is goed om gesprekken met elkaar te voeren. Om te kun-

nen vertellen en laten zien wie je bent. Niet praten over maar

praten met elkaar. Zodat er oog is voor wat er voor die per-

soon van belang is, verdergaand dan de basale zorg. Het heeft

ook te maken met zingeving. Op het spel staat de identiteit

van de oudere.

Het is niet goed om mensen die vanuit betrokkenheid voor

hun geliefden zorgen, zo onder druk te zetten dat zorg een

verplichting wordt. Dat doe je een ander niet aan.

Je mag iemand mantelzorg opleggen, zolang je binnen zijn of

haar mogelijkheden blijft. Dat wat een oudere wil, zou cen-

traal moeten komen te staan. Maar aan wie is het om die

mogelijkheden of de begrenzingen van wat wenselijk is, te be-

palen? Daar gaat het nu juist om. Ik vind dat ik er als

mens achter moet kunnen blijven staan.

Wat zich tijdens deze fase aandiende, was het in-

zicht dat de publieke zaak rondom ouderenzorg een

Page 11: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 11 van 18

complexer geheel blijkt te zijn dan aanvankelijk ge-

dacht. Er speelden meer belangen dan wat op voor-

hand werd aangenomen. In plaats van helderheid

leek deze fase alleen maar verwarring en verontrus-

ting met zich mee te brengen. Is er een parellel te

trekken met de verwarring in onze dialoog en de

chaos in de dagelijkse praktijk van de ouderenzorg?

Er lijkt sprake te zijn van een veranderend mensbeeld dat

onuitgesproken voeding geeft aan het transitieproces van de

overheid. De zelfredzame burger, de onafhankelijke mens, de

mondige consument, waar hebben we het over? Belang, nut en

noodzaak van bezuinigingen kan vanuit het standpunt van

verschillende belanghebbenden tot geheel andere voorkeuren

leiden. Is er dan nog zoiets als een centraal uitgangspunt voor

goede ouderenzorg?

Een gesprekspartner vertelt erover dat hij geen idealen heeft.

Er komt zoveel in zijn dagelijkse werk op hem af dat er al-

leen maar chaos heerst. Het is niet meer te overzien, laat

staan dat er sprake is van een visie of ideaal. Zorgwekkend,

denk ik. Ik laat het rusten.

Kritisch meedenken is niet eenvoudig. Zeker daar

waar aangrijpende verhalen gedeeld worden, ligt er

een claim op het empathische vermogen van deelne-

mers. Dat gebeurde ook tijdens deze dialoog. Men

luisterde met veel aandacht naar elkaar, was betrok-

ken op elkaar, voelde met elkaar mee. Dit met elkaar

meevoelen is de kracht en zwakte van een socrati-

sche dialoog. Het is een kracht omdat een verhaal

door de gedeelde emoties tot de verbeelding

spreekt. Het is een zwakte omdat een verhaal door

Page 12: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 12 van 18

het delen van emoties het kritische meedenken in

vanzelfsprekendheid kan stilleggen. Deze vanzelf-

sprekendheid is o.a. te doorbreken met de houding

van niet-weten.

Gespreksdeelnemers beoefenen een specifieke

dialooghouding: de houding van niet-weten. Wat wil

dat eigenlijk zeggen, een houding van niet-weten?

Tijdens zijn dialogen geeft Socrates uiting aan zijn

houding van niet-weten. Deze houding verwijst niet

naar onnozelheid, het onvermogen om iets te ont-

houden of de dingen in de werkelijkheid waar te ne-

men. Niet-weten is een heel nauwkeurige vorm van

weten. Het maakt de grenzen tussen wat we wel en

niet weten duidelijk. Om te weten wat je niet weet,

is het van belang om te reflecteren op wat je wel

weet. Klopt het wat je weet? Hoe weet je wat je

weet? Socrates zette zijn gesprekspartners met zijn

houding van niet-weten op het spoor van zelf kri-

tisch nadenken. Een ongemakkelijk, verontrustend

spoor vol twijfel en onzekerheden, wat toch de

moeite van het volgen waard is. Met het kritisch

doorvragen op ogenschijnlijk vanzelfsprekende uit-

spraken ondersteunen deelnemers elkaar in het be-

oefenen van het niet-weten.

In het benoemen van idealen en angsten kwamen onderlig-

gende waarden aan het licht. Deze conflicteerden met elkaar,

en dat bracht verwarring en onzekerheid met zich mee. Het

delen en luisteren naar elkaar over welke waarden in het ge-

ding waren, bracht (persoonlijke) inzichten. Ik denk dat

vooral in deze stap het niet-weten naar boven kwam. Want

we begrijpen hoe waarden kunnen conflicteren en beseffen ons

Page 13: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 13 van 18

tegelijkertijd dat die waarden niet te verenigen zijn in één ge-

deelde waarde of één gedeeld publiek belang. Dat is verwar-

rend onmogelijk. Hier ligt de opgave te doordenken wat we

niet-weten.

De complexiteit van zaken waar ouderen, mantelzorgers,

professionals en andere betrokkenen mee te maken hebben

riep bij mij een gevoel van onrust op. Toch was het de verbre-

ding die mij steeds meer doet beseffen dat ik het ook niet weet,

dat ik geen weet heb van wat er allemaal speelt in de ouderen-

zorg. Wie weet het wel?

Wat ik mooi vond was dat het gedurende de hele dialoog het

concrete en de eigen ervaring van iedereen van belang bleef.

Door het gezamenlijk onderzoek ging er meer en ander licht

op schijnen. Men wilde gehoord worden, als uniek persoon

maar ook in de specifieke rol ( als cliënt, als professional, als

politicus). Er ontstond juist door de verschillende ervaringen

begrip voor elkaars visie/mening en andere kijk. Men ging

mee kijken door elkaars bril.

3.4 Van essentie naar opbrengst

De twee dialooggroepen kwamen weer samen om

de dialoog gezamenlijk af te sluiten. We stuitten

hierbij op het probleem, dat een dialoog niet een-

twee-drie is samen te vatten.

De middag is omgevlogen en had wat mij betreft langer mogen

duren. Mijn aandacht en concentratie om te doorgronden wat

er aan de andere tafel is gebeurd, is enigszins verslapt. Wat

ik meekreeg is dat de dialoog in de andere groep om andere

stappen vroeg dan de onze.

Page 14: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 14 van 18

Ik miste het stuk in hoe het in het andere gesprek is verlopen.

Ik heb niet echt nieuwe inzichten of verschuivingen in mijn in-

zichten opgedaan, die ik meestal na een socratisch gesprek wel

heb. De vraag die bij mij speelde, toen ik op weg naar huis

ging, was: ‘Hoe waarborg je niet-weten als er grote emoties

spelen en er veel kennis, ervaringen en uitgesproken meningen

bestaan?’

Ik aarzelde toen mij gevraagd werd een samenvatting te geven.

Ik had het gevoel dat dat onmogelijk was en om dat goed te

doen had ik tijd nodig om het op een rijtje te zetten. Het over-

rompelde me wat waardoor mijn samenvatting geen recht deed

aan de inzichten die op tafel waren gekomen. Deze samenvat-

ting leverde voor mij onvoldoende toegevoegde waarde.

We sloten de dialoog af met kernachtige opmerkin-

gen en reflectie van deelnemers over het gesprek.

Het inzicht dat deze dialoog bracht is dat publiek

belang veranderlijk is en met elke situatie meebe-

weegt. Dit publieke belang is niet in één zin te van-

gen.

Het bieden van ouderenzorg met oog voor de wensen van

de individuele (oudere) mens, die maatschappelijk betaal-

baar is zonder de directe omgeving van de oudere te

zwaar te belasten.

Dat het naast een publieke zaak ook vooral een per-

soonlijke zaak is hoe je dingen ziet en verwoordt.

Dat ouderenzorg ons allemaal aangaat en dat het ons

een zorg is en moet blijven dat het zo goed mogelijk geor-

ganiseerd is.

Page 15: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 15 van 18

Sturen op het versterken van de eigen kracht en zelfred-

zaamheid rekening houdend met druk op ouderen en hun

netwerk.

Van buitenaf opgelegde normen die niet stroken met de

eigen waarden.

4. Opbrengst: gemeenschappelijk denkkader

en publieke maatstaf

De menselijke opbrengst was tastbaar: mensen die

elkaar leerden kennen op een manier die impact

heeft, die inkerft en die bijblijft. Ze hadden iets met

elkaar meegemaakt, wat een band smeedde, die niet

in woorden was te vangen. De dialoog schept een

denkkader tussen de deelnemers, dat elke keer dat

deelnemers elkaar ontmoeten, aan te spreken is.

Mensen zijn er op aan te spreken. Het verslag speelt

daar een belangrijke rol bij.

Als ik het verslag lees, voel ik me dus weer in die groep zitten

en het puzzelen, nadenken, luisteren naar en met de anderen.

Voor mij is het gewoon een goede ervaring geweest! Ik herken

ook eigen uitspraken, maar ook een aantal van anderen. Het

stukje waar het verslag mee begint, het voorbeeld van de pro-

fessional, heeft zo’n diepe indruk op me gemaakt, dat ik het

herhaaldelijk in andere gesprekken als voorbeeld heb ge-

bruikt.

De concrete ervaringen zijn na afloop van het ge-

sprek niet langer het ‘eigendom’ van de verteller, de

deelnemers eigenen zich de casus toe. Een casus

verkrijgt de rol van exemplarisch voorbeeld, dat re-

presentatief is voor het grotere geheel achter de

Page 16: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 16 van 18

kwestie. Het voorbeeld zegt niet alleen iets over

zichzelf, maar omvat een denkkader over de kwes-

tie, de maatschappij, met mensbeelden, betekenis-

volle concepten en criteria waarmee de publieke

kwestie is te beoordelen. Het onderzochte exempla-

risch voorbeeld benoemt het persoonlijke van een

kwestie én legt tegelijkertijd het algemene, overstij-

gende van de persoonlijke situatie bloot. Welke

maatstaf toonde zich in deze dialoog?

Daar waar de breedte van de problematiek in de ouderenzorg

in deze groep al flink toenam, vraag ik me af wat er gebeurt

als nog veel meer mensen hun ervaringen zouden vertellen. Ik

denk dat bij deelname van veel meer mensen de complexiteit

van de ouderenzorg problematiek alleen maar sterk toeneemt.

Hoe complex is de werkelijkheid? Wat staat er voor ons op

het spel? Bij mij komt er eigenlijk maar één woord omhoog:

Beschaving.

Hiermee kwam deze dialoog tot een einde. Het was

geen einde met een eenduidig antwoord, noch met

oplossingen voor de toekomst. Het was een open

einde dat allerlei nieuwe vragen opriep. Hoezo be-

schaving? Leg dat eens uit? Kan je daar een voor-

beeld bij geven? Wat zegt dat over het thema?

Page 17: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 17 van 18

5. Bijlagen

5.1 Begeleiders tijdens deze dialoog

Frits Prins (mediator, dialoogbeleider) van Prinscs

Franziska Lindinger (praktisch filosofe) van Denkatelier

Saskia van der Werff Ma Msc (filosoof, wijsgerig gespreksleider) van Creatos bv

5.2 Gesprekswijzer publieke dialoog in ouderenzorg

Elke kwestie en elk dialoog vraagt om een specifieke

benadering. Het socratische gesprek biedt ruimte

voor gevarieerde stappen in een gesprek. Die stap-

pen waar de kwestie op dat moment om vraagt. On-

derstaande gesprekswijzer was leidraad voor deze

publieke dialoog.

Stap 1: Inventariseren van vragen Bespreek in kleine groepjes (1-3 mensen) wat je be-zig houdt met betrekking tot het thema. Formuleer dat wat je bezighoudt in een vraag: 1e Kort en een-voudig geformuleerd; 2e Prikkelend; je kan nog steeds over de vraag nadenken als je een voorlopig antwoord vindt; 3e Algemeen, niet in persoonlijke termen geformuleerd

Stap 2: Kiezen van denkvragen Gezamenlijk kiezen tot 1-3 denkvragen. Het aantal denkvragen is afhankelijk van het aantal dialoogta-fels. De groep deelt zich op in groepjes van 4-8 deelnemers.

Stap 3: Uitwisselen concrete ervaringen Vertel elkaar concrete ervaringen waarin de vraag volgens jou een belangrijke rol speelt. Sluit het ver-tellen van je vraag af met wat er volgens jou op het spel staat.

Stap 4: Verplaatsen Bespreek één of meerdere verhalen aan de hand van de volgende vragen: Wat zou jij denken, voelen, en

Page 18: Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte

Saskia van der Werff/Ouderenzorg, onze zorg? pagina 18 van 18

doen in die situatie? Wat staat er volgens jou op het spel?

Stap 5: Beantwoording van de denkvraag Formuleer eerst individueel en daarna gezamenlijk een antwoord op de denkvraag. Indien dat niet mo-gelijk is, geef dan aan wat daarvan de redenen zijn. Wat betekent dit antwoord voor ons doen en laten in de toekomst? Stap 6: Samenbrengen uitkomsten dialoogkringen Deel met elkaar de uitkomsten per denkvraag. Wat zeggen de antwoorden over het thema? Stap 7: Gezamenlijke reflectie 1)Wat gaat ons aan het hart? 2)Wat staat ons te doen? 3)Wat vonden we van dit gesprek? Wat heeft het je opgeleverd?