36
Moedermelk Een vloeibaar immuunsysteem?

Moedermelk Immunologie

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Moedermelk; Een vloeibaar Immuunsysteem?

Citation preview

Page 1: Moedermelk Immunologie

MoedermelkEen vloeibaar

immuunsysteem?

Page 2: Moedermelk Immunologie

Evolutie van het zogen

ANATOMIE• Zoogdierachtige reptielen;

voorouder; vogelbekdier• Ei met leerachtige schil• Haarzakje en talgklieren;

melkvelden– Uitdroging– Bescherming– voedingsstoffen

• Buideldieren > haar + zakje geevolueerd

STOFWISSELING• Ontstekingsreaktie

beschermd gewervelden (=Herstel)

• Melkklieren geevolueerd vanuit een ontstekingsreaktie

• Aangeboren immuunsysteem

Page 3: Moedermelk Immunologie

Thermografie

23% naar hersenen 30% naar lacterende borsten

Page 4: Moedermelk Immunologie

Afweersysteem

NIET SPECIFIEK• Huid• Slijmvlies

– Neus, longen, maag, darm

• Mechanisch– Naar buiten gerichte vloeistof

stroom

• Chemisch– Maag- en darmsap

• Voorbereidende reaktie– Vreetcellen/macrofaag

SPECIFIEK OF VERWORVEN• lymfocyten

Page 5: Moedermelk Immunologie

Afweersysteem > aangeboren

• Werkt direct vanaf geboorte

• Bacterie/virus of immuuncomplex activeert eiwitten

• Kettingreaktie• Primitieve reaktie

Page 6: Moedermelk Immunologie

Afweersysteem > aangeleerd

Systemisch• reeds in bloedsomloop

Lokaal• plaatsen direct in contact

met omgeving

Page 7: Moedermelk Immunologie

Kenmerken immuunreaktie

• Gericht tegen lichaamsvreemde stof• Gericht tegen een bepaalde indringer• Immunologisch geheugen

Altijd een lymfocyt ofwel een wit bloedlichaam

Page 8: Moedermelk Immunologie

Beenmerg > stamcellenonrijp in de bloedbaan

• THYMUS

• T-lymfocyten > in lymfeklieren

– Celgebonden afweer– Rechtstreekse reaktie

met antigeen

• BURSA (vogels) MILT?

• B-lymfocyten > in lymfeklieren

– Afweer in de lichaamsvloeistoffen via antilichamen

Page 9: Moedermelk Immunologie

T en B Lymfocyten circulatie

• Via bloed en lymfevaten

– lymfeklieren» Milt» Neus en keelamandelen

(maag/darm en luchtwegen)» Platen van Peyer (dunne darm)

Page 10: Moedermelk Immunologie

B-lymfocyt

• Specifiek > eiwit op de celwand = slot. Het antigeen is sleutel

• Activatie – > plasmacel > maakt antilichaam > circulatie:

bloed, tranen, slijmvocht, melk– > geheugencel

Page 11: Moedermelk Immunologie

Immunoglobulineneiwitstructuur bepaald specificiteit

• IgM• IgG

– Méér bij 2e contact– Passeert placenta

• IgA– Lokale immuniteit

• IgE– Allergische reakties

• IgD– onbekend

Bloed Bloed

Direct contact omgeving

Slijmvliezen

Page 12: Moedermelk Immunologie

Interne vloeistoffen• bloed, hersenvloeistof,

buikholtevocht

• IgG 58%• IgA 26%

Externe vloeistoffen• speeksel, traanvocht,

neusslijm, darmsap, vaginaslijm, moedermelk

• IgA 62% > SIgA• IgG 12%

Page 13: Moedermelk Immunologie

Kettingreaktie

1. Antilichaam en antigeen hechten aan elkaar

2. Hechting van een complement-eiwit

3. Vernietiging celwand4. Verwijdering uit

lichaam

• KOST VEEL ENERGIE

Page 14: Moedermelk Immunologie

Voorkomen is beter dan genezen!

Page 15: Moedermelk Immunologie

T-lymfocytaltijd zelf betrokken

UITVOERENDE

• Directe reaktie– Celdodende T-cel

REGULERENDE (GEHEUGENCEL)

• Aansturing van antilichaamproductie door B-cel in het immuunapparaat

– Activering > T-helper– Onderdrukking >

T-suppressor

Werkt op ontspoorde cellen of door infectie veranderde cellen; schimmels, kanker, virus, bacterieen

Page 16: Moedermelk Immunologie

ONTWIKKELING IMMUUNSYSTEEM bij foetus

• Na ontwikkeling van organen > ontwikkeling van bloedcellen

• T-cellen vóór de geboorte op eindstadium

• 2e/3e week ontstaan bloedcellen

• 6e week bloedcellen in leverlymfocyten verlaten de leverRijpen uit in de lymfoide

organenT-cellen in ThymusB-cellen in

beenmerg

• 7e/8e week jonge lymfocyten in foetale bloed

• 12e week milt, lever en beenmerg bevolkt

Page 17: Moedermelk Immunologie

ONTWIKKELING IMMUUNSYSTEEM bij foetus

B-cellen• 9e wk IgM• 9 1/2 wkIgG• 11 1/2 wk IgA • B-cellen als eerste aangetroffen

in lever• Daarna milt (11/12 wkn) en bloed• Na 15 weken op niveau geboorte

• 2 weken na de geboorte immuunapparaat baby zelf antilichamen produceren

• Systeem is dus nog te traag

Page 18: Moedermelk Immunologie

Waarom is de baby zo vatbaar?

• Baby wordt steriel geboren• Mechanisch en Chemische afweer

onvoldoende• Darmwand nog niet gesloten• Traag immuunsysteem vgl. groeisnelheid van

bacterien• Beperkte mogelijkheid om weefselschade

door infectie te matigen

Page 19: Moedermelk Immunologie

Kolonisatie van de babydarm

Anaerobe bacterien

• 99,9 % vh totaal– Bifdusbacterium– lactobacillus

• Overleven zuurstof niet• Ongevaarlijk in normale

omstandigheden

Aerobe bacterien

• Tolereren/gebruiken zuurstof

• Gevaarlijk in andere delen vh lichaam

Milieu in de baby darm nogniet zuurstofvrij in het begin

Page 20: Moedermelk Immunologie

Waar dringen ziekteverwekkers binnen?

• Slijmvliezen• Epitheel

– bekleding huid en vrije lichaamsholten

• Wond

Page 21: Moedermelk Immunologie

EEN HELPENDE HAND

Page 22: Moedermelk Immunologie

• Laxerende werking– Betere darmbewegingen

• onverteerde en niet geabsorbeerde eiwitten = gisting = bacteriele overgroei > productie van stoffen die cellen van darmwand stuk maken > barrierefunctie is weg

• Kolonisatie van bacterien

• Stimulans voor het immuunsysteem om te groeien

Page 23: Moedermelk Immunologie

Ontstekingsremmende elementen in moedermelk

• Antilichamen die geen ontsteking veroorzaken

• Eiwitten die immuunfuncties reguleren of wijzigen

• Blokkerende eiwitten die signaalafgifte verstoren

• Eiwitten die het aangeboren immuunsysteem blokkeren

• Groeifactoren die het rijpen van het epitheel bevorderen

Page 24: Moedermelk Immunologie

S-IgA

• Bindt zich aan microben• Voorkomen dat

microben hechten aan slijmvliezen en binnendringen

• Bevorderen van bacterien met een lage virulentie

= GÉÉN INFECTIE

• Geproduceerd door secundaire lymfoide organen waar specificatie plaats vindt.

• Getransporteerd naar borstklierweefsel waarna het zich zal richten op de specifieke microbe

Page 25: Moedermelk Immunologie

Lactoferrine

• Bindt ijzer• Stimuleert groei van het

darmepitheel en bifidus bacterie

• Destabiliseert het celmembraan van bacterie

• Cel is nu gevoelig voor Lysozyme

• Is antiviraal• Is antifungaal

• Dringt de kern van witte bloedlichaampjes binnen en remt de stof die ontstekingen en symptomen oproept

Page 26: Moedermelk Immunologie

α-Lactalbumine

• Zet aan tot geprogrammeerde celdood

• Bij binding aan oliezuur > HAMLET

• Lage zuurgraad babymaag

• Voedend eiwit

Human α-lactalbumin

Made Lethal to Tumor cells

Page 27: Moedermelk Immunologie

Lysozyme

• Splijt celwand van enkele bacterien

• Samenwerking met SIgA en lactoferrine

• Hoge concentratie in;– Moedermelk– paardenmelk

• Lage concentratie in;– Koemelk

Page 28: Moedermelk Immunologie

Koolhydraat bestanddelen

• 1/3 van de melkbestanddelen

• Niet opgenomen

• Blokkeren van receptoren• Bevorderen van bacterien

met lage virulentie• Stimuleert vermeerderen

van bifidusbacterie (SIgA)• Belemmeren vermeerderen

van bacterie die lactose laat gisten (oligofructose)

Page 29: Moedermelk Immunologie

Vetten en vetglobuli

• D.m.v. vetsplitsing ontstaan vetzuren en monoglyceriden

• Vetglobuli dragen verbindingen tussen koolhydraten + eiwitten of koolhydraten + vetten

Verstoren de vet-envelop ven virussen, bacterien en parasieten

Cel – cel interactie Cel – matrix interactie(bepaald inschakeling van

het immuunsysteem)

Page 30: Moedermelk Immunologie

nucleotiden

• Bouwstenen van DNA en RNA

• Baby heeft méér nodig dat hij zelf maakt– Uit melk– Uit bacterieresten

Snelle groei en rijping van slijmvlies in de darm

Rijping mucosale immuunsysteem

Page 31: Moedermelk Immunologie

defensinen

• Srt antibiotica gemaakt door het lichaam

• Niet specifiek• Eerste verdediging• Ontbinding celwand

Invloed op antigeen-presenterende cellen (APC’S)

Invloed op T-cel > meer specifiek

=versterking verworven immuunsysteem

Page 32: Moedermelk Immunologie

cytokinen• Kunnen 1 of meer

immuunfuncties wijzigen of reguleren

BALANS:• Oplosbare Tumor

Necrosis Factor-α (stimuleert ontsteking) receptoren

• IL -7 ontwikkeling cryptopatches (steunen productie T-cellen

• IL-10 onderdrukt ontsteking in de darm

• IL-1β onderdrukt IL-2 (stimuleert toename T-cellen)

• IL -6 – helpt B-cel te

differentieren– Ondersteunt productie α

1—antitrypsine (remt elastase)

Page 33: Moedermelk Immunologie

Hormonen en groeifactoren

• Stimuleren de ontwikkeling van het epitheel

• Zijn in staat 1 of meer immuunfuncties te wijzigen of te reguleren

• Hebben een effect op het neuro-endocrien systeem en zodanig ook op het immuunsysteem

• Stimuleren stofwisseling en groei

• Ontwikkeling zenuwstelsel• Ontwikkeling nieuwe

bloedvaten ivm zuurstoftoevoer na trauma

• Productie rode bloedcellen• Stimuleert eetlust en

beïnvloed zodanig ook lichaamstemp/stress-axis en immuunsysteem

Page 34: Moedermelk Immunologie

Anti-secretoire factori-secretoire factor

• Verminderd naar buiten gerichte vloeistofstroom

• Blokkeert zo ontstekingsproces

Page 35: Moedermelk Immunologie

Oplosbare CD-14 en Toll-like receptor 2

TLR4 in darm

• CD14 – Bindt celmembraan aan

TLR4 = activatie fagocyt

• TLR2– Verminderd reactie op

bacterie en micro-organismen

Page 36: Moedermelk Immunologie

melkleukocyten

• Neutrofielen– Fagocyteren in de darm

vd baby

• Macrofagen– Zelfde als in het bloed

alleen reageren ze minder heftig

– SIgA receptor > binding = activatie

• Lymfocyten

– T-cellen 83%

– B-cellen 6%

– NK-cellenenige