52
‘Nieuw elan’ voor de vakbond Een onderzoek naar de waarden en behoeften van de Nederlandse beroepsbevolking Opdrachtgever: CNV Vakcentrale Door: MWM2 Datum: 23-12-2011 Versie: 2.0

Nieuw elan onderzoeksrapport

Embed Size (px)

DESCRIPTION

CNV wil geen vakbeweging zijn, die alléén bezig is om oude rechten te verdedigen, maar een die de moderne behoeften van de Nederlandse beroepsbevolking (jong + oud) onderkent en waarborgt. Op welke waarden moet het CNV gaan inzetten? Wat maakt dat mensen met plezier werken en kunnen blijven werken. Een onderzoek heeft hier inzicht in gegeven.

Citation preview

Page 1: Nieuw elan onderzoeksrapport

‘Nieuw elan’ voor de vakbond Een onderzoek naar de waarden en behoeften

van de Nederlandse beroepsbevolking

Opdrachtgever: CNV Vakcentrale

Door: MWM2

Datum: 23-12-2011

Versie: 2.0

Page 2: Nieuw elan onderzoeksrapport

2

Samenvatting

Het CNV wil geen vakbeweging zijn die alléén bezig is om oude rechten te verdedigen, maar

één die moderne waarden van maatschappelijk belang en behoeften van de Nederlandse

beroepsbevolking (jong én oud) onderkent en waarborgt. De vraag die voorligt, is wát deze

waarden van de beroepsbevolking zijn en op welke van deze waarden het CNV dus moet

inzetten. Wat maakt dat mensen met plezier werken, en wat maakt dat ze met plezier en

naar tevredenheid kunnen blijven werken? Een onderzoek onder de Nederlandse

beroepsbevolking heeft hier inzicht in gegeven.

Het onderzoek valt samen te vatten aan de hand van drie vraagblokken:

1. Hoe gaat het met werkend Nederland? Werkt men met plezier?

2. Hoe gaat het met specifieke groepen in het bijzonder? Waar is het plezier het grootst,

waar het kleinst?

3. Waarom gaat het zoals het gaat? Hoe komt het dat sommige mensen wél met plezier

werken en anderen niet? Welke waarden liggen hieraan ten grondslag?

We beginnen met de eerste vraag. Gemiddeld genomen gaat het goed met werkend

Nederland. Ruim driekwart is tevreden over zijn of haar huidige baan en tweederde heeft

het gevoel ook echt op zijn of haar plek te zitten. Daarnaast is slechts een klein deel van

werkend Nederland op zoek naar een nieuwe baan. Plezier en salaris zijn de belangrijkste

elementen in het werk – eigenlijk voor iedereen – en vooral over het eerste is men tevreden.

Op dit moment hebben jongeren minder plezier in hun werk dan ouderen. Zelfstandig

ondernemers zijn juist meer tevreden dan mensen in loondienst. Tussen mannen en

vrouwen zit eigenlijk geen verschil, ook zien we weinig verschil tussen vakbondsleden en

mensen die geen lid zijn.

Wat verklaart waarom men al dan niet tevreden is en plezier in het werk heeft? In het

onderzoek komen vier kernwaarden naar voren die het meeste invloed hebben op iemands

tevredenheid en werkplezier. Zodra aan een of meer van die waarden niet wordt voldaan,

begint het bij mensen te knagen. Dan ebt het plezier weg, voelt men zich niet meer op zijn

plek en wil men weg. Soms gaat dat echter niet. Niet iedereen is even wendbaar. Met name

45-plussers willen soms wel weg, maar kunnen dat niet altijd meer – voor hun gevoel.

Andersom werkt het echter ook. Dit onderzoek toont aan dat zodra de waarden voldoende

zijn geborgd in het werk, mensen meer tevreden zijn. Om welke vier waarden gaat het nu?

Page 3: Nieuw elan onderzoeksrapport

3

Op de eerste plaats blijkt afwisseling in het werk een grote impact te hebben op overall

tevredenheid. Op de tweede plaats komt waardering. Persoonlijke groei en ontwikkeling,

staat op drie en werksfeer is de nummer vier. Hoe meer tevreden men is over deze waarden,

hoe hoger de tevredenheid, hoe groter het werkplezier. Laten we eens nader inzoomen op

deze vier waarden, die tezamen de nieuwe maatstaf voor CNV (zouden kunnen) vormen.

Afwisseling is zoals gezegd de belangrijkste waarde die plezier in het werk bepaalt. Het

voorkomt verveling, werk wordt minder saai en het houdt de spanning erin. Zoals een

werknemer in het onderzoek formuleert: “Afwisselend werk houdt mij scherp, ik zou me

anders snel gaan vervelen.” Het gaat om de afwisseling in werkzaamheden, maar zeker ook

om afwisselende contacten tijdens het werk. Zoals een andere werknemer beaamt: “Niet

van te voren weten wat de dag zal brengen, omgaan met allerlei soorten mensen”. Bij een

goede afwisseling in werkzaamheden hoort overigens ook een goede werkdruk, wanneer

deze werkdruk niet in orde is zakt het plezier weg. Wanneer mensen ontevreden zijn over

hun baan is een veel genoemd minpunt immers de werkdruk.

Op twee staat waardering. Bij waardering gaat het om respect, positieve reacties uit de

omgeving, complimenten, schouderklopjes en – toch ook - het ontvangen van een bonus.

Waardering kan en mag van iedereen komen; van collega’s, van leidinggevenden, maar zeker

ook van klanten, patiënten of leerlingen zoals blijkt uit de reactie van een respondent op de

vraag hoe waardering zich in zijn of haar baan uit: “Patiënten die tevreden zijn en weer beter

kunnen functioneren”. Een aantal werknemers is niet tevreden over de waardering die zij

krijgen in hun huidige baan, zeker niet gezien het belang dat zij hier aan hechten.

Op drie staat persoonlijke ontwikkeling en groei. Denk hierbij aan de mogelijkheid om door

te groeien in een bedrijf, cursussen en opleidingen te volgen en het opdoen van nieuwe

ervaringen. Wanneer men hier ontevreden over is, komen reacties naar voren als “Mijn

persoonlijke ontwikkeling staat nu stil... En er is nu te weinig privé tijd om dit op andere

manieren in te vullen” of “zou mij meer willen ontwikkelen. Ontevreden gevoel.”

Werksfeer komt op de vierde plek. Werksfeer betekent voor veel werknemers vooral het

hebben van leuke collega’s, een gezellig team, prettige contacten en een goede omgang met

elkaar. Een prettige werksfeer heeft tevens consequenties voor de werkprestaties, zoals een

respondent beweert: “Alleen in een goede werksfeer kun je optimaal presteren”. Verder

blijkt de samenhang tussen werksfeer en plezier in het werk ook uit de quote: “Als de

werksfeer goed is heb ik automatisch meer plezier in mijn werk”.

Deze vier aspecten zijn het meest plezierverhogend én er liggen kansen om deze te

verbeteren; zeker voor het CNV.

Page 4: Nieuw elan onderzoeksrapport

4

Salaris blijkt minder van invloed op werkplezier. Deze invloed is substantieel kleiner dan die

van voorgaande vier waarden. Het werkt bovendien subtieler. Het salaris hoeft voor mensen

niet per sé zo hoog mogelijk te zijn, het moet vooral voldoen aan de verwachtingen. Maar

ook in lijn zijn met wat collega’s verdienen en wat marktconform is. Men wil letterlijk krijgen

wat men verdient. Wanneer dit niet gebeurt, nemen de meeste werknemers zelf het

initiatief om te gaan praten en onderhandelen met hun werkgever. Hetzelfde geldt voor

zekerheid in het werk: mensen willen niet per se maximale zekerheid, maar de juiste

zekerheid. Als dat in orde is, dan stijgt ook de overall tevredenheid. Dit geldt ook voor de

vrijheid om privé met werk te combineren: hoeft niet maximaal, maar optimaal.

Page 5: Nieuw elan onderzoeksrapport

5

Inhoudsopgave

Samenvatting ............................................................................................................................... 2

Hoofdstuk 1: Inleiding .................................................................................................................. 7

1.1 Achtergrond ................................................................................................................................... 7

1.2 Doelstellingen ................................................................................................................................ 7

1.3 Leeswijzer ...................................................................................................................................... 8

Hoofdstuk 2: Onderzoeksverantwoording ..................................................................................... 9

2.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 9

2.2 Online forum ................................................................................................................................. 9

2.2.1 Opzet ...................................................................................................................................... 9

2.2.2 Topics ...................................................................................................................................... 9

2.3 Online survey ............................................................................................................................... 10

2.3.1 Opzet .................................................................................................................................... 10

2.3.2 Vragenlijst ............................................................................................................................. 10

2.4 Respondentenprofiel ................................................................................................................... 11

Hoofdstuk 3: Tevredenheid werkend Nederland ......................................................................... 15

3.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 15

3.2 Werkplezier ................................................................................................................................ 15

3.3 Mate van tevredenheid over waarden ........................................................................................ 19

3.4 Oplossingen voor ontevredenheid .............................................................................................. 20

Hoofdstuk 4: Waarden die werkplezier bepalen .......................................................................... 21

4.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 21

4.2 Vier kernwaarden ........................................................................................................................ 21

4.3 Kernwaarden per doelgroep ....................................................................................................... 22

Hoofdstuk 5: Vergelijkend onderzoek ......................................................................................... 23

5.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 23

5.2 Respondentenprofiel ................................................................................................................... 23

5.3 Werkplezier ................................................................................................................................. 24

5.4 Mate van tevredenheid verschillende waarden ......................................................................... 24

5.5 Waarden die tevredenheid bepalen ........................................................................................... 25

5.6 Conclusie ..................................................................................................................................... 25

Page 6: Nieuw elan onderzoeksrapport

6

Bijlage 1: Resultaten online forumdiscussie ................................................................................. 26

Topic 1 ‘Waarden in uw werk’ ........................................................................................................... 26

Topic 2 ‘Uw werk: wat is belangrijk/ onaanvaardbaar?’ ................................................................... 28

Bijlage 2: Online enquête ............................................................................................................ 30

Bijlage 3: Uitsplitsingen per doelgroep (leeswijzer tabellenrapport) ............................................. 43

Belang ................................................................................................................................................ 43

Tevredenheid..................................................................................................................................... 45

Jongeren ............................................................................................................................................ 46

Bijlage 4: Betekenis waarden ...................................................................................................... 47

Betekenis waarden (belang) .............................................................................................................. 47

Betekenis waarden (indien minder tevreden) .................................................................................. 51

Page 7: Nieuw elan onderzoeksrapport

7

Hoofdstuk 1: Inleiding

1.1 Achtergrond

Het CNV wil graag een nieuw elan bewerkstelligen. Het CNV wil een vernieuwende en

eigentijdse beweging zijn. CNV wil geen vakbeweging zijn die alléén bezig is om oude rechten

te verdedigen, maar één die moderne waarden van maatschappelijk belang en behoeften

van de Nederlandse beroepsbevolking (jong én oud) onderkent en waarborgt. De vraag die

voorligt, is wát deze waarden van de beroepsbevolking zijn en op welke van deze waarden

het CNV moet inzetten. Een onderzoek onder de Nederlandse beroepsbevolking moet hier

inzicht in geven.

Door een ‘thermometer in de Nederlandse werkende bevolking te steken’, wil het CNV

vaststellen wat maakt dat mensen met plezier en naar tevredenheid werken, en wat maakt

dat ze met plezier en naar tevredenheid kunnen blijven werken. Hiermee wil het CNV een

relevante, actuele maatstaf ontwikkelen waaraan zij haar eigen beleid kan toetsen, die ook

geldt in tijden van crisis.

1.2 Doelstellingen

Het doel van onderhavig onderzoek is om een maatstaf te ontwikkelen waaraan nieuw

beleid kan worden getoetst. Deze maatstaf duidt de waarden die er voor de Nederlandse

werknemer toe doen. Hiermee beschikt het CNV over een richtlijn hoe zij haar boodschap

het beste kan verwoorden (eventueel voor een specifieke doelgroep zoals jongeren). Door

dit consequent te doen, wordt gewerkt aan een nieuw én relevant imago van de vakbond.

Binnen het CNV leeft de veronderstelling dat wanneer een werknemer in ieder geval met

respect (erkenning, waardering) wordt behandeld, de juiste mate van zekerheid (mate van

garantie waarin iemand in zijn levensonderhoud kan voorzien) heeft en zich kan blijven

ontwikkelen in zijn werk, hij of zij met plezier werkt en kan blijven werken.

In dit onderzoek is getoetst of bovenstaande hypothese geldt voor de Nederlandse

werknemer. Zijn dit inderdaad de belangrijkste waarden en behoeften en hoe verhouden ze

zich onderling? Is er een prioritering te maken? Wat betekenen deze waarden in de praktijk?

Hoe kunnen de onderliggende waarden effectief worden verwoord én vertaald in beleid?

Hebben de waarden voor alle werknemers hetzelfde belang of zijn er relevante verschillen te

onderscheiden (verschillende segmenten/doelgroepen)?

De centrale vraag van dit onderzoek is: “Welke waarden dragen bij aan de tevredenheid van

werknemers met hun huidige baan (‘werkplezier’) en zijn hierin verschillen tussen

werknemers te onderscheiden?”

Page 8: Nieuw elan onderzoeksrapport

8

1.3 Leeswijzer

De opzet en methode van het onderzoek worden in hoofdstuk 2 behandeld, evenals het

respondentenprofiel. In hoofdstuk 3 wordt gekeken hoe het staat met de tevredenheid van

werkend Nederland en hoe tevreden men is over twaalf specifieke waarden in de huidige

baan. Om te bepalen wat nu de grootste impact op tevredenheid en plezier in het werk

heeft zijn er verschillende analyses uitgevoerd om de centrale vraag te kunnen

beantwoorden in hoofdstuk 4. In het laatste hoofdstuk worden tot slot de uitkomsten van

het vergelijkend onderzoek onder het eigen CNV-panel beschreven.

In de bijlagen komen achtereenvolgens de resultaten van het forum aan bod, een overzicht

van de complete websurvey, alle verschillen tussen doelgroepen die gevonden zijn in het

onderzoek en een overzicht van de duiding van alle waarden.

Page 9: Nieuw elan onderzoeksrapport

9

Hoofdstuk 2: Onderzoeksverantwoording

2.1 Inleiding

Het onderzoek is uitgevoerd in twee fasen. In de exploratieve, kwalitatieve fase heeft er een

online forumdiscussie plaatsgevonden. De respondenten zijn geworven via het CNV-leden

panel. Dit panel is eind 2006 in samenwerking met onderzoeksbureau MWM2 opgezet. De

bevindingen van de online forumdiscussie zijn vervolgens gebruikt voor de vragenlijst van

het grootschalige ‘hoofdonderzoek’: een online survey onder een representatieve

steekproef van Nederlandse werknemers. De belangrijkste resultaten van het online forum

zijn terug te lezen in bijlage 1. Parallel aan het hoofdonderzoek is een online survey onder

het CNV-leden panel afgenomen, om na te gaan of er verschillen zijn tussen beide panels.

2.2 Online forum

2.2.1 Opzet

Het doel van de online forumdiscussie was input te krijgen voor het construeren van een

online enquête die optimaal aansluit op de belevingswereld van de respondenten. Er hebben

twee online forumdiscussies plaatsgevonden. Voor iedere forumdiscussie werd een

uitnodiging verstuurd aan een steekproef van 250 panelleden uit het CNV-panel. Bij het

trekken van de steekproef is rekening gehouden met een goede afspiegeling van de zes

grootste bonden en de leeftijd van de panelleden. De panelleden werden via een link in de

uitnodigingsmail naar het online forum geleid waar zij konden reageren (een post plaatsen)

op de geponeerde vraag (topic), andere forumdeelnemers konden hun reacties lezen en

hierop reageren.

De eerste forumdiscussie vond plaats in week 39 (26 september tot 3 oktober 2011). De

tweede forumdiscussie was opengesteld in week 40 (3 oktober tot 10 oktober 2011). Bij de

eerste discussie zijn er 57 posts (berichten) door 27 unieke panelleden geplaatst. Bij de

tweede forumdiscussie was er een iets minder actieve groep, toen zijn er 18 posts van 12

unieke panelleden geplaatst.

2.2.2 Topics

De hoofdvraag van de eerste online forumdiscussie was: ‘Wat zijn voor u de belangrijkste

drijfveren in uw werkende leven?’. Om een idee te krijgen van het belang van verschillende

waarden, buiten salaris om, werd een vervolgvraag voorgelegd: ‘Kunt u aangeven welke

drijfveren (waarden) naast salaris uw top 3 vormen (van meest belangrijk naar minst

belangrijk)?’. Een veelgenoemde drijfveer was ‘plezier in het werk’ en ‘waardering’. Om

inzicht te krijgen hoe dit zich uit, en of dit zich in beroepen op verschillende wijze

manifesteert, werd een laatste vraag voorgelegd: ‘Zou u misschien aan kunnen geven welk

beroep u beoefent en op welke manier plezier en waardering in het werk bij u tot uiting

komen?’.

Page 10: Nieuw elan onderzoeksrapport

10

In de tweede forumdiscussie was de geponeerde hoofdvraag: ‘Wat vindt u onaanvaardbaar

in uw werk en waarom?’, gevolgd door de vervolgvraag: ‘Zou u naast wat u onaanvaardbaar

vindt in uw werk, ook aan kunnen geven wat u onaanvaardbaar vindt van uw werkgever?’.

Om inzicht te krijgen in wat werknemers belangrijke verbeteringen zouden vinden, werd als

laatste vraag voorgelegd: ‘Hoe denkt u dat er verbetering kan optreden op de werkvloer?

Welke oplossingen zou u aandragen?’.

2.3 Online survey

2.3.1 Opzet

Het tweede gedeelte van het onderzoek bestond uit een grootschalige online enquête onder

een representatieve steekproef van de Nederlandse beroepsbevolking. De respondenten

voor dit onderzoek zijn geworven via het grootste online panel van Nederland. Voorwaarden

voor dit onderzoek was dat men werkzaam is (in loondienst of als zelfstandig ondernemer)

en dat men 18 jaar of ouder is.

Aan dit onderzoek hebben in totaal 1050 mensen meegedaan. Na opschoning van het

bestand (respondenten die het onderzoek niet goed/ serieus hadden ingevuld zijn er uit

gehaald) bleven er 1027 respondenten over. Daarnaast is dezelfde online enquête uitgezet

onder het CNV leden panel, om te kijken of er verschillen tussen beide panels zitten. In dit

panel zitten 2265 leden, daarvan hebben 902 leden meegedaan aan het onderzoek, wat een

responspercentage van 40% inhoudt. Na opschoning van dit bestand (respondenten die

geen CNV lid waren zijn er uit gehaald) bleven er 893 respondenten over.

Het onderzoek is uitgevoerd volgens de CASI-methode (computer assisted self-interviewing).

Het veldwerk onder het externe online panel heeft gelopen van 1 november tot en met 10

november 2011. Het veldwerk onder het CNV-leden panel heeft gelopen van 3 november tot

en met 3 december 2011, om zoveel mogelijk mensen de kans te geven mee te doen aan het

onderzoek.

2.3.2 Vragenlijst

Om de waarden van de Nederlandse beroepsbevolking om (met plezier/ tevredenheid) te

werken in kaart te brengen, is respondenten gevraagd om spontaan waarden te noemen

(open vraag). Vervolgens is aan hen gevraagd in hoeverre specifieke waarden (mede

gebaseerd op de resultaten uit het online forum) voor hen belangrijk of onbelangrijk zijn om

in het algemeen te werken op een zevenpuntsschaal. In een vervolgvraag konden zij

maximaal 5 waarden rangschikken van meest belangrijk naar iets minder belangrijk. Om

inzicht te krijgen in wat de belangrijkste waarden betekenen is over de top 3 een doorvraag

gesteld. Bijvoorbeeld: ‘U heeft aangegeven waardering belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit

in uw huidige baan?’.

Page 11: Nieuw elan onderzoeksrapport

11

Na dit onderdeel over het belang van waarden in het werk is aan respondenten een blok met

vragen over de tevredenheid met betrekking tot deze waarden voorgelegd. Zo werd aan hen

eerst gevraagd waar zij minder tevreden over zijn in hun huidige baan (open vraag).

Vervolgens konden zij voor eerder genoemde waarden aangeven op een zevenpuntsschaal

in hoeverre zij tevreden zijn over deze waarden in hun huidige baan. Wanneer men

ontevreden was over een bepaalde waarde is daarover een doorvraag gesteld. Bijvoorbeeld:

‘U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de waardering in uw huidige baan. Kunt u

dit toelichten aan de hand van uw eigen situatie?’. Door de waarden om te werken en de

(on)tevredenheid over de huidige baan uit te vragen in de vorm van een open vraag, worden

mensen gestimuleerd zoveel mogelijk hun eigen ideeën te verwoorden en zelf waarden te

formuleren die zij belangrijk vinden in hun werk, zonder te sturen.

Tot slot zijn er nog een groot aantal achtergrondgegevens uitgevraagd waaronder geslacht,

leeftijd, regio, opleiding, huishoudsituatie en inkomen. Maar ook specifiekere

werkgerelateerde vragen voor dit onderzoek als functie en branche waarin men werkzaam

is, grootte bedrijf, aantal uren werkzaam per week en aantal jaar werkzaam. Door middel

van deze achtergrondkenmerken en andere vragen kan achterhaald worden of er verschillen

zijn in waarden tussen werknemers met verschillende achtergronden. Voor een volledig

overzicht van de online vragenlijst zie bijlage 2.

2.4 Respondentenprofiel

Voor het onderzoek is een representatieve steekproef getrokken uit de Nederlandse

beroepsbevolking op geslacht, leeftijd, regio en werksituatie (ZZP, loondienst, overheid).

Uit tabel 1 hieronder blijkt dat er 599 mannen (58%) en 428 vrouwen (42%) hebben

meegedaan aan het onderzoek. 60% van de respondenten was jonger dan 45 jaar en 40%

was 45 jaar of ouder. 10% van hen is woonachtig in het Noorden, 20% in het Oosten, 24% in

het Zuiden en bijna de helft (46%) in het Westen van het land.

Tabel 1: Verdeling respondenten naar geslacht, leeftijd, regio

Variabele Categorieën Aantal respondenten Percentage

Geslacht Man 599 58%

Vrouw 428 42%

Leeftijd < 25 jaar 111 11%

25-45 jaar 508 49%

45-65 jaar 404 39%

> 65 jaar 4 0,4%

Regio Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) 107 10%

Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland) 201 20%

Zuid (Noord-Brabant, Limburg, Zeeland) 249 24%

West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht) 470 46%

Page 12: Nieuw elan onderzoeksrapport

12

Verder is de huishoudsituatie en de huidige of hoogst genoten opleiding van de respondent

in kaart gebracht, zie tabel 2 hieronder. 15% is alleenstaand zonder kinderen, 7%

alleenstaand met kinderen. 23% is samenwonend/gehuwd zonder kinderen en bijna de helft

(47%) is samenwonend/gehuwd met kinderen. Een kwart (25%) is laag opgeleid, 42% is

middelbaar opgeleid en 32% is hoog opgeleid.

Tabel 2: Verdeling respondenten naar huishoudsituatie,opleiding

Variabele Categorieën Aantal respondenten Percentage

Huishoudsituatie Alleenstaand zonder kinderen 153 15%

Alleenstaand met thuiswonende kinderen 53 5%

Alleenstaand met uitwonende kinderen 25 2%

Samenwonend/gehuwd zonder kinderen 238 23%

Samenwonend/gehuwd met thuiswonende kinderen 405 39%

Samenwonend/gehuwd met uitwonende kinderen 84 8%

Thuiswonend bij (groot) ouder(s)/ familie 66 6%

Studentenhuis/ woongroep 3 0,3%

Opleiding Basisonderwijs 14 1%

LBO/MBO/MAVO 244 24%

MBO 321 31%

HAVO/VWO 112 11%

HBO 247 24%

WO 81 8%

Wil ik liever niet zeggen 8 1%

Wanneer er gekeken wordt naar de werksituatie dan is 80% van de respondenten in

loondienst, 12% is werkzaam bij de overheid en 9% is ZZP’er. Circa een derde (34%) van de

respondenten is werkzaam bij een klein bedrijf (0-99 werknemers), 31% bij een middelgroot

bedrijf (100-500 werknemers) en 35% bij een groot bedrijf (500 werknemers of meer).

Ruim een kwart (28%) werkt 30 uur of minder per week, bijna driekwart werkt meer dan 30

uur per week, waarvan een groot deel aangeeft zelfs meer dan 40 uur per week te werken.

12% van de respondenten is starter (0-3 jaar werkzaam), 22% werkt al tussen de 3-10 jaar en

tweederde (66%) is al meer dan 10 jaar werkzaam, zie tabel 3 op de volgende pagina.

Page 13: Nieuw elan onderzoeksrapport

13

Tabel 3: Verdeling respondenten naar werksituatie, aantal werknemers, aantal uur, aantal

jaar werkzaam (in dezelfde branche)

Variabele Categorieën Aantal respondenten Percentage

Werksituatie Zelfstandig ondernemer 89 9%

Werkzaam in loondienst (ex. overheid) 819 80%

Werkzaam bij de overheid 119 12%

Aantal werknemers in bedrijf 1 werknemer 50 5%

2-9 werknemers 98 10%

10-49 werknemers 196 19%

50-99 werknemers 118 11%

100-499 werknemers 203 20%

500 werknemers of meer 362 35%

Aantal uur werkzaam per week 1-10 uur 34 3%

11-20 uur 107 10%

21-30 uur 149 15%

31-40 uur 528 51%

Meer dan 40 uur 209 20%

Aantal jaar werkzaam 0-3 jaar 122 12%

3-10 jaar 227 22%

10-20 jaar 259 25%

20-40 jaar 372 36%

Meer dan 40 jaar 47 5%

Aantal jaar werkzaam in dezelfde branche 0-3 jaar 239 23%

3-10 jaar 334 33%

10-20 jaar 262 26%

20-40 jaar 186 18%

Meer dan 40 jaar 6 1%

Overige achtergrondkenmerken zijn dat 58% van de ondervraagden hoofdkostwinner in het

huishouden is, bij bijna de helft (45%) het jaarlijkse bruto huishoudinkomen bovenmodaal is

(meer dan 34.000 euro) en dat 25% lid is van een vakbond.

Tabel 4: Verdeling respondenten naar hoofdkostwinner, inkomen, lidmaatschap

vakbond

Variabele Categorieën Aantal respondenten Percentage

Hoofdkostwinner Ja, ik verdien het meest 419 58%

Nee, mijn partner verdient het meest 228 32%

Verdienen beiden evenveel 76 11%

Jaarlijkse bruto huishoudinkomen Minder dan 23.000 euro 177 21%

Tussen 23.000 en 34.000 euro (modaal) 290 34%

Meer dan 34.000 euro 384 45%

Lidmaatschap vakbond Ja, CNV 45 4%

Ja, FNV 167 16%

Ja, andere vakbond 48 5%

Nee, wel interesse 24 2%

Nee, wel lid geweest 111 11%

Nee, ook nooit lid geweest 662 64%

Page 14: Nieuw elan onderzoeksrapport

14

Tot slot is in onderstaande tabel zichtbaar in welke branche respondenten werkzaam zijn en

welke functie zij hebben.

Tabel 5: Verdeling respondenten naar branche en functie

Variabele Categorieën Aantal respondenten Percentage

Branche Zakelijke dienstverlening 121 12%

Financiele instellingen 68 7%

Vervoer en verkeer 82 8%

ICT 22 2%

Handel 153 15%

Horeca 30 3%

Industrie 126 12%

Bouwnijverheid 50 5,0%

Landbouw en visserij 19 2%

Energie- en waterleidingsbedrijven 11 1%

Gezondheids- en welzijnszorg 169 17%

Onderwijs, pedagogisch 69 7%

Openbaar bestuur 56 6%

Cultuur en overige dienstverlening 49 5%

Anders, namelijk 32 3%

Functie Financieel-economisch werk 67 7%

Accountancy 12 1%

Juridisch/ bestuurlijk 11 1%

Consultancy en overig beleidswerk 25 3%

Commercieel/ verkoop 100 10%

Marketing/ communicatie 19 2%

Productie/ logistiek 160 16%

Personeel/ administratie/ secretarieel 158 16%

Automatisering/ IT 84 9%

Onderwijs 38 4%

Onderzoek 20 2%

Beveiliging/ defensie/ politie 20 2%

Directeur/ manager/ leidinggevende 163 17%

Anders, namelijk 189 19%

Page 15: Nieuw elan onderzoeksrapport

15

Hoofdstuk 3: Tevredenheid werkend Nederland

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk brengen we in beeld hoe tevreden werkende Nederlanders zijn met hun

huidige baan. Of zij op hun plek zitten, hoe tevreden zij zijn over het plezier in hun werk en

of zij op zoek zijn naar een nieuwe baan. Vervolgens wordt beschreven hoe tevreden de

werkende Nederlander is over twaalf specifieke waarden in zijn of haar huidige baan.

3.2 Werkplezier

Merendeel Nederlanders tevreden over huidige baan

Driekwart van de werkende Nederlanders (76%) is enigszins tot zeer tevreden over hun

huidige baan zijn, tweederde (66%) op zijn of haar plek zit en maar liefst 86% tevreden is

over het plezier in werk.

Figuur 1: Drie variabelen die Werkplezier vormen

23%

13%

13%

49%

27%

43%

14%

26%

20%

7%

16%

7%

3%

8%

8%

3%

6%

3%

3%

6%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Plezier in het werk

Op plek zitten

Tevredenheid

Werkplezier

Zeer tevreden Tevreden Enigszins tevreden Noch tevreden, noch ontevreden Enigszins ontevreden Ontevreden Zeer ontevreden

Page 16: Nieuw elan onderzoeksrapport

16

Uit analyse blijkt dat bovenstaande drie variabelen sterk samenhangen met elkaar waardoor

er een nieuwe variabele is samengesteld, genaamd Werkplezier. Deze variabele Werkplezier

is het gemiddelde van de scores op de drie variabelen. De gemiddelde waarde voor de

Nederlandse werknemer is 5,29, waarbij 1 het minimum is en 7 het maximum. De figuur

hieronder geeft de verdeling van de scores over de ondervraagde werkende Nederlanders

weer.

Figuur 2: Verdeling scores op Werkplezier (nieuwe samengestelde variabele)

Opvallend is dat oudere werknemers (45 jaar of ouder) hoger scoren op Werkplezier dan

jongeren, en dan met name ten opzichte van jongeren onder de 25 jaar. Zelfstandig

ondernemers hebben meer werkplezier dan mensen in loondienst. Zij zijn met name meer

tevreden over hun huidige baan en hebben het gevoel meer op hun plek te zitten. Verder

blijkt ook dat mensen met een bovenmodaal huishoudinkomen meer tevreden zijn dan

huishoudens die minder verdienen. Voor een volledig overzicht van alle verschillen, zie

bijlage 3.

Page 17: Nieuw elan onderzoeksrapport

17

Eerder werd al genoemd dat ruim acht op de tien werkende Nederlanders tevreden is over

het plezier in werk. Wat betekent het eigenlijk voor werknemers: ‘plezier in werk’? Het blijkt

dat hier met name de sfeer op het werk mee bedoeld wordt (contacten met collega’s,

klanten e.d), maar ook de inhoud en het soort werk alsmede de waardering die men krijgt of

voelt. Slechts een klein deel van de ondervraagde werkende Nederlanders (7,6%) heeft

aangegeven niet tevreden te zijn over het plezier in hun werk. In onderstaande figuur is

weergegeven wat hierover genoemd is.

Figuur 3: Ontevreden over plezier in werk (N=78)

Ontevreden over:

Plezier in werk dit komt door de

werkdruk en

onbegrip van

management

Door de hele gang van

zaken (reorganisatie) heb

ik totaal geen plezier meer

om nog verder voor deze

werkgever te werken

De manager waar mee

ik werk is onmogelijk,

en de hele afdeling is

daardoor ontevreden.

Het plezier vergaat je

de sfeer is niet

goed en ik

werk onder

mijn niveau

Mijn kennis en

ervaring kan ik niet

goed kwijt in mijn

huidige baan

hoge werkdruk,

onduidelijkheden, steeds

meer met minder en weinig

waardering voor eigenheid

Geen leuke

werksfeer, weinig

collegialiteit. Saai,

hersenloos werk.

Geen waardering in

welke vorm dan ook.

Page 18: Nieuw elan onderzoeksrapport

18

Zoektocht nieuwe baan

Er is een sterk verband tussen Werkplezier en de mate waarin men op zoek is naar een

nieuwe baan. Mensen die niet op zoek zijn naar een andere baan hebben de hoogste score

op werkplezier, namelijk 5,94. Mensen die echter zo snel mogelijk een nieuwe baan willen

scoren het laagst (3,12).

Figuur 4: Op zoek naar nieuwe baan

0% 10% 20% 30% 40% 50%

Niet van toepassing

Anders, namelijk:

Ik wil graag zo snel mogelijk een

nieuwe baan

Ik zou graag een andere baan

willen, maar dat is voor mij niet

(meer) mogelijk

Ben niet hard op zoek naar een

nieuwe baan, maar ik houd mijn

ogen wel open

Ik hoef geen nieuwe baan, zit

(voorlopig) goed

11%

2%

8%

6%

37%

36%

In hoeverre bent u op zoek naar een nieuwe baan?

Desgevraagd geeft 8% van de ondervraagden aan op dit moment op zoek te zijn naar een

nieuwe baan (vooral jongeren tot 25 jaar). Verder geeft 6% aan graag een andere baan te

willen maar denkt dat dit niet (meer) mogelijk is voor hen (voornamelijk 45 plussers). Ruim

een derde (37%) van de werkende Nederlanders geeft aan niet hard op zoek te zijn naar een

nieuwe baan, maar wel de ogen open te houden. Dit wordt vooral genoemd door

werkenden tussen de 25 en 45 jaar. Ruim een derde zegt (voorlopig) goed te zitten, geen

nieuwe baan te hoeven.

Page 19: Nieuw elan onderzoeksrapport

19

3.3 Mate van tevredenheid over waarden

Werkende Nederlanders is gevraagd aan te geven in hoeverre zij tevreden zijn over twaalf

specifieke waarden in hun werk. Zoals in de onderstaande grafiek is af te lezen zijn de

meeste werkende Nederlanders tevreden over de werksfeer in hun huidige baan. Ook over

de inhoud van het werk (inzetten van de eigen kwaliteiten en de afwisseling in

werkzaamheden) is de meerderheid tevreden. Over het salaris, de waardering, persoonlijke

groei en zekerheid is men het minst tevreden. Zie voor een duiding van alle waarden het

overzicht in bijlage 4.

Figuur 5: Mate van tevredenheid waarden

43%

49%

50%

52%

51%

61%

59%

60%

60%

65%

64%

68%

23%

21%

25%

24%

26%

17%

20%

19%

20%

18%

19%

18%

25%

24%

15%

10%

13%

13%

12%

18%

12%

10%

10%

8%

0%

1%

10%

15%

12%

12%

13%

13%

15%

15%

17%

5%

4%

5%

6%

7%

5%

5%

1%

5%

3%

3%

4%

4%

2%

5%

5%

6%

5%

4%

2%

3%

4%

3%

2%

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Aanzien/ status

Maatschappelijke bijdrage leveren

Persoonlijke ontwikkeling/ groei*

Waardering*

Salaris

Zekerheid

Balans tussen werk en privé

Dagbesteding hebben

Arbeidsomstandigheden

Afwisseling in werkzaamheden*

Inzetten eigen kwaliteiten/ kennis

Werksfeer/ contacten op het werk*

(Zeer) tevreden Enigszins tevreden Enigszins ontevreden (Zeer) ontevreden

Kunt u aangeven in hoeverre u over onderstaande aspecten tevreden of ontevreden bent

in uw huidige baan?

Nb: de antwoordoptie ‘noch tevreden, noch ontevreden’ is buiten beschouwing gelaten voor een beter overzicht

Werknemers onder de 25 jaar zijn het minst tevreden over de ontwikkeling in hun huidige

baan. Een jonge werknemer onder de 25 jaar duidt dit als: “Persoonlijke ontwikkeling is

belangrijk, omdat wanneer men stil staat ook het plezier in het werk achteruit gaat”.

Verder zijn mensen met een jaarlijks bruto huishoudinkomen onder modaal een stuk minder

tevreden over hun ontwikkeling, aanzien en logischerwijs salaris dan mensen met een

bovenmodaal huishoudinkomen.

Page 20: Nieuw elan onderzoeksrapport

20

3.4 Oplossingen voor ontevredenheid

Wat doet de werkende Nederlander als hij ergens ontevreden over is in zijn of haar baan?

Wat ondernemen zij of willen zij gaan doen om deze ontvredenheid op te lossen? Bijna de

helft heeft aangegeven dat ze willen gaan praten of hebben gepraat/onderhandeld met hun

huidige werkgever. Dat hebben vooral werknemers gezegd, die aangegeven hebben

ontevreden zijn met hun salaris, de waardering die ze krijgen, de werkdruk en/of de

werksfeer. Een vijfde heeft aangegeven ook zelf initiatief te hebben genomen of willen

nemen, waardoor hun werk leuker wordt.

Figuur 6: Oplossingen voor ontevredenheid huidige baan

0% 10% 20% 30% 40% 50%

Niets

Anders, namelijk

Hulp inschakelen van een

overkoepelende organisatie (in mijn

branche)

Hulp inschakelen van een vakbond

Om- of bijscholen

Een nieuwe baan zoeken in een andere

functie/ branche

Een nieuwe baan zoeken in dezelfde

functie/ branche

Andere initiatieven nemen waardoor

mijn huidige werk leuker wordt

Praten/ onderhandelen met mijn huidige

werkgever

28%

3%

2%

5%

12%

16%

14%

21%

43%

U heeft aangegeven over een aantal aspecten minder tevreden te zijn in uw

huidige functie, welke van onderstaande oplossingen wilt u gaan ondernemen of

heeft u reeds ondernomen?

Mensen die ontevreden zijn over het salaris en de waardering, maar niet over de aard van de

werkzaamheden zien vaker een oplossing in het veranderen van baan in dezelfde functie of

branche. Diegene die het gevoel hebben niet hun kwaliteiten in te kunnen zetten gaan vaker

op zoek naar een nieuwe baan in een andere functie of branche. Werknemers die niets

ondernemen, zijn met name ontevreden over hun balans tussen werk en privé.

Page 21: Nieuw elan onderzoeksrapport

21

Hoofdstuk 4: Waarden die werkplezier bepalen

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk behandelen we de centrale vraag van het onderzoek: “Welke waarden

dragen bij aan het werkplezier van werknemers met hun huidige baan en zijn hierin

verschillen tussen werknemers te onderscheiden?” Om dit te kunnen onderzoeken is de

relatie van verschillende variabelen met, en hun relatieve impact op, Werkplezier bekeken.

4.2 Vier kernwaarden

Om vast te stellen welke variabelen invloed hebben op Werkplezier en in welke mate zij van

invloed zijn, is gekeken naar de relatie tussen Werkplezier en de tevredenheid over de twaalf

genoemde waarden uit paragraaf 3.3. Ook is het gevonden verschil tussen de tevredenheid

over en het belang1 van de twaalf waarden (zogenaamde gap-variabelen) betrokken bij het

vaststellen van de factoren die van invloed zijn op Werkplezier.

Vier kernwaarden blijken een grote impact te hebben op Werkplezier. Op volgorde van

impact (groot naar klein) zijn dit: afwisseling, waardering, persoonlijke groei/ ontwikkeling

en werksfeer. Drie andere waarden komen als ‘gap-variabele’ terug. Dit betekent dat

tevredenheid over deze waarde geen rechtstreeks impact heeft op Werkplezier, maar dat

het belang dat iemand hecht aan een waarde moet worden verdisconteerd. Deze drie gap-

variabelen zijn achtereenvolgens balans tussen werk en privé, zekerheid en salaris. Salaris

hoeft voor mensen dus niet per se zo hoog mogelijk te zijn, het moet vooral voldoen aan de

verwachtingen. Men wil letterlijk krijgen wat men verdient. Hetzelfde geldt voor zekerheid in

het werk: mensen willen niet per se maximale zekerheid, maar de juiste zekerheid. Als dat in

orde is, dan stijgt ook het Werkplezier. Idem voor de vrijheid om privé met werk te

combineren (balans werk en privé): niet maximaal, maar optimaal. Zie voor een overzicht de

tabel hieronder:

Tabel 6: Waarden met grootste impact op Werkplezier

Waarde

1. Afwissel ing

2. Waardering

3. Persoonlijke groei

4. Werksfeer

5. GAP_balans werk/privé

6. GAP_zekerheid

7. GAP_salaris

1 Naast de tevredenheid over de waarden, is ook gevraagd naar het belang van de waarden (“Kunt u aangeven

in hoeverre onderstaande aspecten voor u belangrijk of onbelangrijk zijn in werk in het algemeen?”).

Page 22: Nieuw elan onderzoeksrapport

22

De gevonden waarden kunnen gezamenlijk dienen als maatstaf voor het CNV. Het zijn de

kernwaarden die werkplezier het sterkst beïnvloeden. Voorafgaand aan het onderzoek had

het CNV de volgende hypothese geformuleerd:

“Wanneer een werknemer in ieder geval met respect (erkenning, waardering) wordt

behandeld, de juiste mate van zekerheid (mate van garantie waarin iemand in zijn

levensonderhoud kan voorzien) heeft en zich kan blijven ontwikkelen in zijn werk, hij of zij

met plezier werkt en kan blijven werken.”

Respect/waardering zien we inderdaad terug, net als persoonlijke ontwikkeling en groei. Ook

zekerheid vinden we terug als kernwaarde, maar dan moet het inderdaad gaan om de juiste

zekerheid. ‘Nieuw’ zijn afwisseling en werksfeer. Die blijken erg belangrijk; belangrijker nog

dan (juiste) zekerheid. Het juiste salaris en de juiste vrijheid om werk en privé te

combineren, kunnen tevens worden toegevoegd2.

4.3 Kernwaarden per doelgroep

Er is ook gekeken naar de impact van waarden op Werkplezier tussen verschillende

(doel)groepen binnen het onderzoek. Afwisseling blijkt bij de meeste groepen de

belangrijkste waarde voor tevredenheid/werkplezier, zie de tabel hieronder. Slechts bij de

oudste werknemers en diegenen met een middelbare opleiding is waardering de

belangrijkste waarde.

Mannen en vrouwen verschillen niet veel. Vrouwen hechten alleen iets meer belang aan

werksfeer dan mannen, die juist waardering weer iets belangrijker vinden. Jongeren (onder

de 25) hebben opvallend weinig kernwaarden die hun werkplezier bepalen. Het draait bij

hen vooral om afwisseling. Bij laag opgeleiden zien we de juiste arbeidsomstandigheden

terugkomen. Inzet van eigen kennis en kwaliteit speelt vooral een rol bij ouderen en hoog

opgeleiden.

Tabel 7: Impact waarden op Werkplezier per doelgroep

Mannen Vrouwen < 25 jaar 25-45 jaar 45-65 jaar

Laag

opgeleiden

Middelbaar

opgeleiden

Hoog

opgeleiden

1 Afwisseling Afwisseling Afwisseling Afwisseling Waardering Afwisseling Waardering Afwisseling

2 Waardering Werksfeer GAP_zekerheid Waardering Afwisseling Waarderomg Werksfeer Waardering

3 Werksfeer Waardering GAP_werksfeer Werksfeer Persoonlijke groei

GAP_arbeidsomst

andigheden Afwisseling Inzet kennis

4 GAP_groei Persoonlijke groei GAP_salaris GAP_balans Inzet kennis

GAP_persoonlijke

groei

Persoonlijke

groei GAP_werksfeer

5 Balans werk/privé GAP_zekerheid GAP_zekerheid Balans werk/privé Balans werk/privé GAP_zekerheid

6 GAP_zekerheid

GAP_balans

werk/privé

GAP_balans

werk/privé

2 Dit (deel van het) rapport is niet noodzakelijkerwijs de beste plek om ons advies te geven, toch zijn wij van

mening dat het CNV zich in de maatstaf het beste kan beperken tot de vier kernwaarden. Vermoedelijk maakt

dit de boodschap krachtiger en de maatstaf makkelijker hanteerbaar.

Page 23: Nieuw elan onderzoeksrapport

23

Hoofdstuk 5: Vergelijkend onderzoek

5.1 Inleiding

Om te onderzoeken of er verschillen zijn tussen de Nederlandse beroepsbevolking

(representatieve steekproef uit het grootste online panel van Nederland) en betrokken CNV-

leden uit het CNV-ledenpanel is er een vergelijkend onderzoek onder dit laatste panel

uitgezet. Deze panelleden kregen exact dezelfde vragen voorgelegd om een vergelijking te

kunnen maken. Uiteindelijk is er gewerkt met 893 volledig ingevulde vragenlijsten.

5.2 Respondentenprofiel

In deze paragraaf wordt kort weergegeven hoe de verdeling op achtergrondkenmerken

binnen dit vergelijkende onderzoek is geweest. Onder de ondervraagden zijn zowel

werkenden als niet-werkenden (gepensioneerden, werklozen, arbeidsongeschikten e.d.).

Aan niet-werkenden is gevraagd om bij alle vragen in het onderzoek hun laatste

baan/functie in gedachten te nemen.

In het onderzoek hebben uiteindelijk 80% werkenden en 20% niet-werkenden meegedaan.

Driekwart van de respondenten is man en 80% is 45 jaar of ouder (waarvan circa een tiende

65 jaar of ouder), zie de tabel hieronder.

Tabel 8: Verdeling respondenten naar werksituatie, geslacht, leeftijd, regio

Variabele Categorieën Aantal respondenten Percentage

Werksituatie Zelfstandig ondernemer 13 1,5%

Werkzaam in loondienst (ex. overheid) 507 56,8%

Werkzaam bij de overheid 197 22,1%

Met de VUT/pensioen 113 12,7%

Werkloos/werkzoekend 21 2,4%

Arbeidsongeschikt 25 2,8%

Vrijwilliger 8 0,9%

Huisman/huisvrouw 6 0,7%

Anders 3 0,3%

Geslacht Man 651 75,0%

Vrouw 213 25,0%

Leeftijd Jonger dan 25 jaar 3 0,3%

25 tot 45 jaar 175 19,6%

45 tot 65 jaar 630 70,5%

65 jaar of ouder 85 9,5%

Regio Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) 155 17,4%

Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland) 245 27,4%

Zuid (Noord-Brabant, Limburg, Zeeland) 190 21,3%

West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht 303 33,9%

Page 24: Nieuw elan onderzoeksrapport

24

Verder zijn de meeste respondenten uit dit onderzoek lid van CNV vakmensen (27%), CNV

Dienstenbond (27%), CNV Publieke Zaak (23%) of CNV Onderwijs (16%). Circa de helft (51%)

is hoger opgeleid, 34% heeft een middelbare opleiding genoten en 15% is lager opgeleid.

Ongeveer tweederde is samenwonend/gehuwd met (thuis- of uitwonende) kinderen en circa

20% is samenwonend zonder kinderen. Vier op de tien (39%) werkt in een bedrijf met 500 of

meer werknemers en 80% werkt meer dan 30 uur waarvan circa een kwart meer dan 40 uur.

Vrijwel alle respondenten zijn al meer dan 10 jaar werkzaam, waarvan meer dan driekwart

ook in dezelfde branche. De meeste respondenten zijn werkzaam in de branches onderwijs/

pedagogisch (21%), zakelijke dienstverlening (14%), industrie (13%) en de zorg (12%). Wat

betreft de functies is een groot gedeelte werkzaam op het secretariaat/administratieve of

personeelsafdeling (20%), als onderwijzer (18%), als productie- of logistiek medewerker

(17%) en circa 13% heeft een leidinggevende positie. Tot slot; meer dan driekwart van de

respondenten is kostwinner: 59% verdient bovenmodaal, 32% modaal en 9% beneden

modaal.

5.3 Werkplezier

De mate van tevredenheid in de huidige baan onder ondervraagden uit het CNV ledenpanel

is vergelijkbaar met die onder werkende Nederlanders. Respondenten uit het CNV

ledenpanel geven alleen net iets vaker aan op hun plek te zitten in hun huidige baan en zijn

minder vaak op zoek naar een nieuwe baan dan de gemiddelde werkende Nederlander.

Wanneer we tevens in dit onderzoek de scores op ‘tevredenheid baan’, ‘op plek zitten’ en

‘tevredenheid op plezier in werk’ samen nemen tot de variabele Werkplezier dan blijkt dat

het gemiddelde ook precies 5,29 is, net als in het onderzoek onder representatief werkend

Nederland. Ondervraagden die hard op zoek zijn naar een nieuwe baan hebben een score

van 3,34 op Werkplezier en respondenten die voorlopig goed zitten hebben een score van

maar liefst 5,93 hebben (score 1 is het minimum en een 7 het maximum).

5.4 Mate van tevredenheid verschillende waarden

Op de vraag in hoeverre de CNV-leden tevreden zijn over de specifieke waarden in hun

huidige werk staat afwisseling in werkzaamheden op de eerste plek, gevolgd door de

werksfeer en het inzetten van de eigen kwaliteiten. Het minst tevreden zijn zij over het

salaris, waardering, zekerheid en de persoonlijke groei, net als het onderzoek onder

representatief werkend Nederland. Verschillen tussen dit onderzoek en het

‘hoofd’onderzoek uiten zich doordat de respondenten uit dit onderzoek iets meer tevreden

zijn over de afwisseling in hun werkzaamheden en de zekerheid die zij hebben in hun huidige

baan. Werknemers van 45 jaar of ouder zijn in dit onderzoek ook meer tevreden over het

salaris en hun persoonlijke groei dan jongere werknemers onder de 45 jaar.

Page 25: Nieuw elan onderzoeksrapport

25

5.5 Waarden die tevredenheid bepalen

Vervolgens kijkend naar welke waarden Werkplezier nu het meest bepalen dan blijkt er een

iets andere volgorde naar voren te komen dan in het ‘hoofd’onderzoek. Voor de

ondervraagde CNV panelleden blijkt namelijk het inzetten van kennis en kwaliteiten de

grootste impact te hebben, gevolgd door waardering, afwisseling in werkzaamheden en de

arbeidsomstandigheden. Het feit dat het ‘inzetten van kennis en kwaliteit’ hier de hoogste

impact heeft is niet verwonderlijk aangezien in dit panel een oververtegenwoordiging van

ouderen en hoger opgeleiden zitten. Zoals in paragraaf 4.3 geconstateerd is gelden deze

waarden met name bij ouderen en hoog opgeleiden, evenals waardering.

5.6 Conclusie

De conclusie die getrokken kan worden is dat de resultaten uit het vergelijkend onderzoek

grotendeels overeenkomen met het onderzoek onder representatief werkend Nederland.

Wat betreft het belang dat mensen hechten aan waarden om te werken en de tevredenheid

die zij over deze waarden hebben in hun huidige werk zijn slechts kleine verschillen

merkbaar met de gemiddelde werkende Nederlander. Zo blijkt dat leden uit het CNV panel

iets meer belang hechten aan het inzetten van eigen kwaliteit en kennis in het werk en het

leveren van een maatschappelijke bijdrage, iets wat ook naar voren kwam in de online

forumdiscussie. Verder zijn de werknemers uit het CNV-leden panel iets meer tevreden over

de afwisseling in hun werkzaamheden en de zekerheid die zij hebben in hun huidige baan.

Overall gezien zitten zij ook net iets meer op hun plek in hun huidige functie en zijn zij

minder op zoek naar een nieuwe baan dan de respondenten uit het onderzoek onder

representatief werkend Nederland. De waarden die de grootste impact hebben op

Werkplezier verschillen wel iets van representatief werkend Nederland, maar deze

verschillen worden waarschijnlijk veroorzaakt door de oververtegenwoordiging van ouderen

en hoger opgeleiden in dit onderzoek. De overige kleine verschillen in dit onderzoek kunnen

te verklaren zijn doordat in het CNV ledenpanel betrokken vakbondsleden zitten en onder de

Nederlandse beroepsbevolking slechts een gedeelte vakbondslid is (waarvan een nog kleiner

deel lid van CNV, namelijk 4%), maar het kan mede te verklaren zijn door de

oververtegenwoordiging van ouderen (45 jaar of ouder) én mannen in het panel. Hiermee

samenhangend zitten er ook meer mensen in het panel die al langer werkzaam zijn, een

hoger inkomen hebben, kostwinner zijn, samenwonen en kinderen hebben en fulltime

werken. De trend dat deze mensen meer tevreden zijn over het plezier in hun huidige baan

is tevens te zien in het onderzoek onder representatief werkend Nederland. Tot slot de trend

dat werknemers jonger dan 45 jaar meer belang hechten aan groei en ontwikkeling dan

ouderen maar er minder tevreden over zijn bleek eveneens uit het ‘hoofdonderzoek’.

Page 26: Nieuw elan onderzoeksrapport

26

Bijlage 1: Resultaten online forumdiscussie

Topic 1 ‘Waarden in uw werk’

Posts

• (57 posts, 2 posts van moderator en 2 lege posts) = 61 totaal

• 27 unieke respondenten

• 15 x 1 post, overige deelnemers 2 of meer posts

Respondenten

Ik ben lid van: Totaal %

in CNV

panel

Uitgenodig

d

<45 jaar

Uitgenodig

d

>45 jaar

Deelgenome

n

<45 jaar

Deelgenome

n

>45 jaar

Totaal

CNV Bedrijvenbond

(nu CNV Vakmensen)

20 % 30 20 1 4 5

CNV Publieke Zaak 21 % 30 20 4 3 7

CNV Onderwijs 16 % 25 15 2 3 5

CNV Hout en Bouw

(nu CNV Vakmensen)

11 % 20 10 0 2 2

CNV Dienstenbond 21 % 30 20 6 1 7

ACP 9 % 20 10 0 1 1

TOTAAL 98%* 155 95 13 14 27

* 2% is lid van overige bonden binnen CNV

NB: slechts 1 respondent was jonger dan 30 jaar (lid van Dienstenbond)

NB: Slechts 1 ACP lid heeft deelgenomen en slechts 2 leden van de Hout en Bouw vakbond. De meeste

deelnemers zijn lid van de Dienstenbond of CNV publieke zaak. Dit zijn overigens ook de bonden die

oververtegenwoordigd zijn in het panel (zie percentages hierboven).

NB: er hebben 13 mannen en 14 vrouwen meegedaan aan de discussie

E-mails moderator

Datum Aantal Vraag

26-09-2011 (16.00) 250 Wat zijn voor u de belangrijkste waarden in uw werkende leven?

28-09-2011 (9.30) 250 Kunt u aangeven welke waarden naast salaris uw top 3 vormen (van

meest belangrijk naar minst belangrijk)?

29-09-2011 (16.00) 250 Zou u misschien aan kunnen geven welk beroep u beoefent en op welke

manier plezier en waardering in het werk bij u tot uiting komen?

Posts moderator

Datum Vraag

26-09-2011

(18.00)

Hartelijk dank voor de eerste reacties!

Kunt u wellicht ook antwoord geven op de vraag, wat maakt werk plezierig voor u?

27-09-2011

(11.15)

Bedankt voor alle bijdragen!

We zien dat Conny waardering een belangrijke drijfveer vindt in haar werk.

Herkent u zich hierin? En hoe uit zich dit in uw werk?

Page 27: Nieuw elan onderzoeksrapport

27

Genoemde waarden

Onderstaande waarden werden random genoemd, voordat om een top 3 werd gevraagd.

Drijfveer Aantal keer

Salaris/ geld (om in eigen onderhoud en gezin te voorzien) 8

Nut/ meerwaarde/ maatschappelijke bijdrage/ publiek belang 8

Waardering/ hoe het bedrijf met mij om gaat 4

Leuke collega’s / klanten 4

Inzet kwaliteiten/ kennis/ talenten 3

Voorbeeld voor kinderen/ eigen ding doen naast mama zijn 2

Inhoudelijk bezig zijn 2

Plezier in werk 2

Ontwikkeling / groei/ nieuwe dingen leren 2

Afwisseling/ Ritme aan leven (vrije tijd meer waarderen) 2

Doel in je leven 1

Verantwoordelijkheid 1

God/ geloof 1

Top 3 waarden

De onderstaande waarden werden genoemd in de top 3 van respondenten.

Drijfveer Aantal keer

Plezier in het werk 7

Deelnemen/ een bijdrage leveren aan de maatschappij 6

Waardering/ respect 4

Verder ontwikkelen/ bijleren / kennis gebruiken en ontwikkelen/ jong & bij blijven/

Uitdaging cognitief & sociaal

5

Leuke collega’s/ team 4

Salaris/ loon/ Inkomen om niet afhankelijk te zijn 4

Contacten met klanten/kinderen/ouder 3

Serieus genomen worden/ gevoel er toe te doen/ mee tellen (aanzien) 3

Zinvolle werkzaamheden/ iets betekenen voor anderen/ goed product afleveren

voor klant

3

Passie voor onderwijs 1

Elke dag anders (afwisseling) 1

Ondanks de vraag om een top 3 naast salaris te maken, zijn er 4 respondenten die dit wel mee

hebben genomen in hun top 3.

´Plezier´ en ´maatschappelijke bijdrage´ zijn de waarden die het meest worden genoemd. Daarnaast

worden ontwikkeling en waardering vaak genoemd.

Page 28: Nieuw elan onderzoeksrapport

28

Topic 2 ‘Uw werk: wat is belangrijk/ onaanvaardbaar?’

Posts

• (18 posts, & 3 posts moderator) = 21 posts totaal

• 12 unieke respondenten

• 8 deelnemers = 1 post, 2 deelnemers = 2 posts, 2 deelnemers= 3 posts

Respondenten

Ik ben lid van: Totaal

% in

panel

Uitgenodigd

<45 jaar

Uitgenodigd

>45 jaar

Deelgenomen

<45 jaar

Deelgenom

en

>45 jaar

Tot

aal

CNV Bedrijvenbond

(nu CNV Vakmensen)

20 % 30 20 0 1 1

CNV Publieke Zaak 21 % 30 20 1 0 1

CNV Onderwijs 16 % 25 15 1 0 1

CNV Hout en Bouw

(nu CNV Vakmensen)

11 % 20 10 2 0 2

CNV Dienstenbond 21 % 30 20 4 3 7

ACP 9 % 20 10 0 0 0

TOTAAL 98%* 155 95 8 4 12

*2% is lid van overige bonden binnen CNV

NB: geen enkele respondent was jonger dan 30 jaar.

NB: Er hebben 3 vrouwen en 9 mannen meegedaan aan de discussie

E-mails moderator

Datum Aantal Vraag

03-10-2011

(16.00)

250 Wat vindt u onaanvaardbaar in uw werk en waarom?

05-10-2011

(10.00)

250 Zou u naast wat u onaanvaardbaar vindt in uw werk, ook aan kunnen

geven wat u onaanvaardbaar vindt van uw werkgever?

06-10-2011

(16.00)

250 Hoe denkt u dat er verbetering kan optreden op de werkvloer? Welke

oplossingen zou u aandragen?

Posts moderator

Datum Vraag

04-10-2011

(9.45)

Hartelijk dank voor de eerste reacties! Kunt u wellicht toelichten wat u onder

´ongewenste omgangsvormen´ verstaat?

05-10-2011

(9.25)

Beste Gerrit,

Hartelijk bedankt voor de uitgebreide toelichting. Omdat u eerder aangaf dat u

ongewenste omgangsvormen onaanvaardbaar vindt, ben ik vooral benieuwd wat

dit voor u inhoudt. Welke vorm is voor u onaanvaardbaar?

Page 29: Nieuw elan onderzoeksrapport

29

Onaanvaardbare zaken

Onderstaande zaken werden random genoemd, voordat specifiek naar onacceptabele zaken van de

werkgever werd gevraagd.

Onaanvaardbare zaak Aantal keer

Ongewenste omgangsvormen*/ intimidatie /pesten/ collega's die niet eerlijk zijn

tegenover elkaar/ meningen die gebaseerd zijn op geruchten en niet op feiten

4

Corruptie en diefstal / legale inhaligheid 3

Werkzaamheden verrichten in gevaarlijke omstandigheden (wegenbouw): gevaar

voor letsel

1

Grens werk & privé steeds vager/ altijd bereikbaar moeten zijn voor je werk/

normaal moeten vinden om op zondag te werken

2

Vrijwilligerswerk: Professioneel werk steeds vaker door vrijwilligers gedaan "mag"

worden/ minder tijd voor vrijwilligerswerk

4

*Genoemde ongewenste omgangsvormen zijn verder: pesten, roddelen, uitschelden, gezicht spugen,

iemands werk bewust in de war schoppen, seksuele intimidatie, vechtpartijen

Onaanvaardbare van werkgever

Onderstaande zaken werden als onaanvaardbaar van de werkgever geduid.

Onaanvaardbare zaak werkgever Aantal keer

Tornen aan arbeidsvoorwaarden 1

Slecht leidinggeven 3

Omgangsvormen: Dronken op het werk verschijnen/ Tijdens een plaspauze van een

medewerker achter diens pc gaan zitten en mail en documenten bekijken.

2

Vormen van intimidatie in de richting van een werknemer(s)/ Medewerkers

uitschelden./ Medewerkers tegen elkaar uitspelen.

3

Balans werk/ privé: Werkgever die het raar vindt als je veel weekenden vrij neemt/

Het dwingen van werknemers op zondag te werken/ Als je een dag vrij wilt wordt

dat van je vakantiesaldo ingehouden, aanvragen (zoals b.v. extra vakantie) niet tijdig

terugkoppelen/ Werkrooster: de planning voor de komende week niet klaar is/

wijzigingen in vaststaand rooster niet met de persoon in kwestie doornemen, maar

gewoon invullen

3

Favoritisme, als er niet gekeken wordt naar de capaciteiten maar naar het uiterlijk

b.v.

1

Verschuilen achter systemen, procedures enz. 1

Oplossingen verbetering op de werkvloer

Onderstaande oplossingen werden genoemd als verbeteringen op de werkvloer

Oplossingen verbetering op werkvloer

Aantal keer

Slachtoffers van ongewenste omgangsvormen weerbaarder te maken 1

Strenger en effectiever controleren van werkgevers op PSA arbeidsbelasting/ARBO 1

Werkgevers er op wijzen dat ongewenste omgangsvormen heel duur kunnen

uitpakken

1

Het UWV moet ingrijpen in de richting van werkgevers als er duidelijk sprake is van

ziekte bij een werknemer veroorzaakt door intimidatie van een werkgever in de

richting van een werknemer

1

Normen en waarden opstellen voor het bedrijf 1

Page 30: Nieuw elan onderzoeksrapport

30

Bijlage 2: Online enquête

(Noot: op dit overzicht zijn de voorwaarden op de vragen niet zichtbaar, deze zijn wel op te vragen)

1 We willen graag beginnen met een paar korte achtergrondvragen.

Bent u een man of vrouw?

Vraag

(single

response)

Man

Vrouw

2 Wat is uw leeftijd? Vraag

(single

response)

Jonger dan 25 jaar

25 tot 45 jaar

45 tot 65 jaar

65 jaar of ouder

3 In welke regio woont u? Vraag

(single

response)

Regio noord (Groningen, Friesland, Drenthe)

Regio oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland)

Regio zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg)

Regio west (Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland)

4 Welke van onderstaande situaties is het meest op u van toepassing? Vraag

(single

response)

Zelfstandig ondernemer

Werkzaam in loondienst (excl. overheid)

Werkzaam bij de overheid

Huisman/ huisvrouw [>> 53. Screenout pagina]

Vrijwilliger [>> 53. Screenout pagina]

Werkloos/werkzoekend [>> 53. Screenout pagina]

Arbeidsongeschikt [>> 53. Screenout pagina]

Met de VUT/ pensioen [>> 53. Screenout pagina]

Scholier/ student [>> 53. Screenout pagina]

Page 31: Nieuw elan onderzoeksrapport

31

5 Wat is uw huidige of hoogst genoten opleiding? Vraag

(single

response)

Geen opleiding

Basisonderwijs

LBO/VMBO/MAVO

MBO

HAVO/VWO

HBO

WO

Wil ik liever niet zeggen

6 Wat is uw huishoudsituatie? Vraag

(single

response)

Alleenstaand zonder kinderen

Alleenstaand met thuiswonende kinderen

Alleenstaand met uitwonende kinderen

Samenwonend/gehuwd zonder kinderen

Samenwonend/gehuwd met thuiswonende kinderen

Samenwonend/gehuwd met uitwonende kinderen

Thuiswonend bij (groot) ouder(s)/ familie

Studentenhuis/ woongroep

Anders, namelijk:

7 In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over uw huidige baan? Vraag

(single

response)

Zeer ontevreden

Ontevreden

Enigszins ontevreden

Noch tevreden, noch ontevreden

Enigszins tevreden

Tevreden

Zeer tevreden

8 In hoeverre zit u ´op uw plek´ in uw huidige baan? (Dat wil zeggen: is dit de baan die u (altijd)

graag gewild heeft?)

Semantische

Differentiaal

Helemaal niet

Page 32: Nieuw elan onderzoeksrapport

32

Helemaal wel

9 In hoeverre bent u op zoek naar een nieuwe baan? Vraag

(single

response)

Ik wil graag zo snel mogelijk een nieuwe baan

Ben niet hard op zoek naar een nieuwe baan, maar ik houd mijn ogen wel open

Ik zou graag een andere baan willen, maar dat is voor mij niet (meer) mogelijk

Ik hoef geen nieuwe baan, zit (voorlopig) goed

Anders, namelijk:

Niet van toepassing

10 We willen u nu een aantal vragen voorleggen die betrekking hebben op uw waarden om te

werken.

Wat zijn voor u de belangrijkste waarden/ beweegredenen om te werken?

(Dat wil zeggen: wat motiveert u om elke dag naar uw werk te gaan? / waarom werkt u?)

Open vraag

(groot)

11 Kunt u aangeven in hoeverre onderstaande aspecten voor u belangrijk of onbelangrijk zijn in

werk in het algemeen?

Tabelvraag

(single

response)

Willekeurige volgorde subvragen

Zeer

onbelangrijk Onbelangrijk

Enigszins

onbelangrijk

Noch

belangrijk,

noch

onbelangrijk

Enigszins

belangrijk Belangrijk

Zeer

belangrijk

Weet

niet/

nvt

Plezier in het werk

Salaris

Zekerheid

Waardering

Maatschappelijke

bijdrage leveren

Werksfeer/ contacten

Page 33: Nieuw elan onderzoeksrapport

33

op het werk

Inzetten eigen

kwaliteiten/ kennis

Persoonlijke

ontwikkeling/ groei

Aanzien/ status

Balans tussen werk en

privé

Dagbesteding hebben

Arbeidsomstandigheden

Afwisseling in

werkzaamheden

nieuwe pagina

12 U heeft van onderstaande aspecten aangegeven dat u deze (enigszins of zeer) belangrijk vindt.

Kunt u deze nu rangschikken van meest belangrijk naar iets minder belangrijk?

(Maximaal 5 aspecten mogelijk)

Rangorde vraag

Om verder te gaan dient u hier minstens 1 en maximaal 5 antwoorden te selecteren.

13 In de volgende vragen willen we graag iets meer van u weten over de belangrijkste aspecten uit

de vorige vraag. Zou u kunnen aangeven waarom deze aspecten voor u het belangrijkste in uw

werk zijn en wat deze voor u betekenen?, bijvoorbeeld door middel van eigen ervaringen of

voorbeelden. U kunt hierbij alles noemen wat in u opkomt.

Tussenpagina

14 U heeft aangegeven plezier in het werk belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw huidige baan? Open vraag

(groot)

15 U heeft aangegeven salaris in het werk belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw huidige baan? Open vraag

(groot)

16 U heeft aangegeven zekerheid in het werk belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw huidige

baan?

Open vraag

(groot)

Page 34: Nieuw elan onderzoeksrapport

34

17 U heeft aangegeven waardering in het werk belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw huidige

baan?

Open vraag

(groot)

18 U heeft aangegeven het leveren van een maatschappelijke bijdrage belangrijk te vinden. Hoe uit

zich dit in uw huidige baan?

Open vraag

(groot)

19 U heeft aangegeven de werksfeer belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw huidige baan? Open vraag

(groot)

20 U heeft aangegeven het inzetten van uw kwaliteiten en kennis in uw werk belangrijk te vinden.

Hoe uit zich dit in uw huidige baan?

Open vraag

(groot)

21 U heeft aangegeven persoonlijke ontwikkeling/ groei in uw werk belangrijk te vinden. Hoe uit

zich dit in uw huidige baan?

Open vraag

(groot)

22 U heeft aangegeven aanzien/ status belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw huidige baan? Open vraag

(groot)

23 U heeft aangegeven de balans tussen werk en privé belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw

huidige baan?

Open vraag

(groot)

Page 35: Nieuw elan onderzoeksrapport

35

24 U heeft aangegeven het hebben van een dagbesteding belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in

uw huidige baan?

Open vraag

(groot)

25 U heeft aangegeven de arbeidsomstandigheden belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw

huidige baan?

Open vraag

(groot)

26 U heeft aangegeven afwisseling in werkzaamheden belangrijk te vinden. Hoe uit zich dit in uw

huidige baan?

Open vraag

(groot)

27 De volgende vragen gaan over de tevredenheid in uw werk. Waar bent u minder tevreden over

in uw huidige baan? (Dat wil zeggen: Wat zou wat u betreft anders of beter kunnen?)

Open vraag

(groot)

28 Zou u nu over dezelfde aspecten aan kunnen geven in hoeverre u hier tevreden of ontevreden

over bent in uw huidige baan?

Tabelvraag

(single

response)

Zeer

ontevreden Ontevreden

Enigszins

ontevreden

Noch

tevreden,

noch

ontevreden

Enigszins

tevreden Tevreden

Zeer

tevreden

Weet

niet/nvt

Plezier in het werk

Salaris

Zekerheid

Waardering

Maatschappelijke

bijdrage leveren

Page 36: Nieuw elan onderzoeksrapport

36

Werksfeer/ contacten

op het werk

Inzetten eigen

kwaliteiten/ kennis

Persoonlijke

ontwikkeling/ groei

Aanzien/ status

Balans tussen werk en

privé

Dagbesteding hebben

Arbeidsomstandigheden

Afwisseling in

werkzaamheden

29 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over het plezier in uw huidige baan. Kunt u dit

toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

30 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over het salaris in uw huidige baan. Kunt u dit

toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

31 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de zekerheid in uw huidige baan. Kunt u dit

toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

32 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de waardering in uw huidige baan. Kunt u dit

toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

33 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de maatschappelijke bijdrage in uw huidige Open vraag

Page 37: Nieuw elan onderzoeksrapport

37

baan. Kunt u dit toelichten aan de hand van uw eigen situatie? (groot)

34 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de werksfeer in uw huidige baan. Kunt u dit

toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

35 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over het kunnen inzetten van uw kwaliteiten en

kennis in uw huidige baan. Kunt u dit toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

36 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over het kunnen inzetten van persoonlijke

ontwikkeling/ groei in uw huidige baan. Kunt u dit toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

37 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de aanzien/ status in uw huidige baan. Kunt u

dit toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

38 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de balans tussen werk en privé in uw huidige

baan. Kunt u dit toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

39 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over het gevoel deel te nemen aan de samenleving/

een dagbesteding hebben in uw huidige baan. Kunt u dit toelichten aan de hand van uw eigen

situatie?

Open vraag

(groot)

40 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de arbeidsomstandigheden in uw huidige Open vraag

Page 38: Nieuw elan onderzoeksrapport

38

baan. Kunt u dit toelichten aan de hand van uw eigen situatie? (groot)

41 U heeft aangegeven minder tevreden te zijn over de afwisseling van uw werkzaamheden in uw

huidige baan. Kunt u dit toelichten aan de hand van uw eigen situatie?

Open vraag

(groot)

42 U heeft aangegeven over een aantal aspecten minder tevreden te zijn in uw huidige functie,

welke van onderstaande oplossingen wilt u gaan ondernemen of heeft u reeds ondernomen?

Vinkvraag

(multi

response)

Minimaal aantal vinkjes: 1

Praten/ onderhandelen met mijn huidige werkgever

Andere initiatieven nemen waardoor mijn huidige werk leuker wordt

Een nieuwe baan zoeken in dezelfde functie/ branche

Een nieuwe baan zoeken in een andere functie/ branche

Om- of bijscholen

Hulp inschakelen van een vakbond

Hulp inschakelen van een overkoepelende organisatie (in mijn branche)

Anders, namelijk

Niets Ex

43 Tot slot nog een paar laatste achtergrondvragen.

In welke branche bent u werkzaam?

Vinkvraag

(multi

response)

Minimaal aantal vinkjes: 1

antwoorden willekeurige volgorde

Landbouw en visserij

Industrie

Energie- en waterleidingsbedrijven

Bouwnijverheid

Handel

Horeca

Vervoer en verkeer

Financiële instellingen

Zakelijke dienstverlening

Openbaar bestuur

Page 39: Nieuw elan onderzoeksrapport

39

Onderwijs, pedagogisch

Gezondheids- en welzijnszorg

Cultuur en overige dienstverlening

Anders, namelijk:

44 Wat is uw functie? Vinkvraag

(multi

response)

Minimaal aantal vinkjes: 1

antwoorden willekeurige volgorde

Directeur/ manager/ leidinggevende

Personeel/ administratie/ secretarieel

Automatisering/ IT

Beveiliging/ defensie/ politie

Productie/ logistiek

Commercieel/ verkoop

Financieel-economisch werk

Marketing/ communicatie

Financiële sector

Onderwijs

Consultancy en (overig) beleidswerk

Onderzoek

Accountancy

Juridisch/ bestuurlijk

Anders, namelijk

45 Hoeveel werknemers zijn er werkzaam in uw organisatie, inclusief u zelf? Vraag

(single

response)

1 werknemer (ben ZZP´er)

2-9 werknemers

10-49 werknemers

50-99 werknemers

100-499 werknemers

500 werknemers of meer

46 Hoeveel uur werkt u (gemiddeld) per week? Vraag

(single

response)

1-10 uur

Page 40: Nieuw elan onderzoeksrapport

40

11-20 uur

21-30 uur

31-40 uur

Meer dan 40 uur

47 Hoeveel jaar bent u momenteel werkzaam?

(bijbanen tijdens school/ studie niet meegerekend)

Vraag

(single

response)

0 tot 3 jaar

3 tot 10 jaar

10 tot 20 jaar

20 tot 40 jaar

Meer dan 40 jaar

48 En hoeveel jaar bent u werkzaam in uw huidige branche? Vraag

(single

response)

0 tot 3 jaar

3 tot 10 jaar

10 tot 20 jaar

20 tot 40 jaar

Meer dan 40 jaar

49 Wat is uw jaarlijkse bruto huishoudinkomen? Vraag

(single

response)

Minder dan 23.000 euro

Tussen 23.000 en 34.000 euro (modaal)

Meer dan 34.000 euro

Wil ik liever niet zeggen

50 Bent u de hoofdkostwinner in uw huishouden? Vraag

(single

response)

Ja, ik verdien het meest

Nee, mijn partner verdient het meest

Mijn partner en ik verdienen (ongeveer) evenveel

Anders, namelijk:

Page 41: Nieuw elan onderzoeksrapport

41

51 Bent u op dit moment lid van een vakbond? Multi-level

vraag

Minimaal aantal vinkjes: 1

Ja, van CNV bond:[>>Einde onderzoek]

ACOM

ACP

CNV Jongeren

CNV Vakmensen

CNV Onderwijs

CNV Internationaal

CNV Kostersbond

CNV Kunstenbond

CNV Dienstenbond

CNV Publieke Zaak

CNV BKM

CNV Zelfstandigen

Anders, namelijk:

Weet niet

Ja, van FNV bond:[>>Einde onderzoek]

Abvakabo

AFMP

ANBO

AOb

FNV Bondgenoten

FNV Bouw

FNV Horecabond

FNV Kiem

FNV Mooi

FNV Marver

Nautilus International

FNV Sport

NL Sporter

NPB politiebond

NVJ

FNV Vrouwenbond

VVCS

FNV ZBo

FNV Zelfstandigen

Anders, namelijk

Weet niet

Page 42: Nieuw elan onderzoeksrapport

42

Ja, ben lid van vakbond:[>>Einde onderzoek]

Nee, wel lid geweest van vakbond:

Nee, maar ik heb wel interesse in vakbond:[>>Einde onderzoek]

Nee, ook nooit geweest

52 Waarom bent u geen lid (meer) van de vakbond? Vinkvraag

(multi

response)

Minimaal aantal vinkjes: 1

Geen behoefte (meer) aan[>>Einde onderzoek]

Zie het nut er niet van in[>>Einde onderzoek]

Te duur[>>Einde onderzoek]

Anders, namelijk:[>>Einde onderzoek]

Weet niet/ geen specifieke reden[>>Einde onderzoek] Ex

Page 43: Nieuw elan onderzoeksrapport

43

Bijlage 3: Uitsplitsingen per doelgroep (leeswijzer tabellenrapport)

Inleiding

In deze bijlage worden de verschillen tussen groepen werkende Nederlanders in beeld

gebracht. Alleen wanneer de verschillen significant zijn met een betrouwbaarheidsinterval

van 99% of hoger worden deze genoemd. Een aantal vragen zijn gehercodeerd tot kleinere

groepen om er beter uitspraken over te kunnen doen (zoals leeftijd, opleiding en de vragen

over belang en tevredenheid op zevenpuntsschaal e.d.).

Belang

Op de open vraag (die gehercodeerd is naar de meest genoemde antwoorden) wat voor

respondenten de belangrijkste waarden/ beweegredenen zijn om te werken komen

onderstaande (belangrijkste) verschillen tussen de waarden naar voren:

Vrouwen hechten meer belang aan de werksfeer en de balans tussen werk en privé (incl.

werkdruk, werktijden, reistijd) dan mannen. Jongere werknemers (tot 45 jaar) vinden

persoonlijke groei en ontwikkeling belangrijker dan oudere werknemers (45 jaar of ouder).

Logischerwijs vinden mensen die in loondienst werken werksfeer belangrijker dan mensen

die een eigen onderneming hebben. Hoger opgeleiden vinden persoonlijke ontwikkeling het

belangrijkst, gevolgd door middelbaar opgeleiden en lager opgeleiden. Mensen met een

hoge opleiding hechten tevens meer waarde aan het leveren van een maatschappelijke

bijdrage dan mensen met een lage opleiding. Mensen die minder dan 30 uur per week

werken hechten meer belang aan de balans werk/ privé en minder aan persoonlijke groei

dan mensen die 30 uur of meer werken. Respondenten die niet de kostwinner in het

huishouden zijn vinden werksfeer en de balans tussen werk en privé belangrijker dan de

kostwinners. Werknemers werkzaam in de financiele en zakelijke dienstverlening (incl. ICT)

vinden persoonlijke groei belangrijker dan de ‘vakmensen’. Werknemers in de zorg,

onderwijs, cultuur en openbaar bestuur hechten het meest aan het leveren van een

maatschappelijke bijdrage (m.n. werknemers in de zorg) en meer aan waardering (m.n.

werknemers in het onderwijs) dan de ‘vakmensen’.

Op de gesloten vraag waar de respondenten op een zevenpuntsschaal (die gehercodeerd is

naar een top3 (enigszins belangrijk tot zeer belangrijk) en een bottom3 (enigszins

onbelangrijk tot zeer onbelangrijk) konden aangeven in hoeverre zij 13 genoemde waarden

belangrijk vinden in het werk kwamen de volgende verschillen naar voren:

Mannen vinden aanzien belangrijker dan vrouwen. ZZP’ers vinden zekerheid en salaris

minder belangrijk dan mensen in loondienst. Lager opgeleiden vinden het hebben van een

dagbesteding belangrijker dan hoger opgeleiden en opvallend: zij vinden aanzien het meest

belangrijk. ZZP’ers hechten het minste belang aan salaris, werksfeer en de

arbeidsomstandigheden. Werknemers in grote bedrijven (> 500 werknemers) hechten het

meeste belang aan salaris en goede arbeidsomstandigheden. Werknemers die meer dan 30

uur per week werken vinden aanzien belangrijker dan mensen die minder dan 30 uur per

week werken. Mensen met een modaal huishoudinkomen hechten meer belang aan het

Page 44: Nieuw elan onderzoeksrapport

44

leveren van een maatschappelijke bijdrage dan mensen met een bovenmodaal

huishoudinkomen. Aanzien wordt door ‘vakmensen’ belangrijker gevonden door mensen in

de 3e branche (openbaar bestuur, zorg, onderwijs, en cultuur).

Conclusie belang per drijfveer:

Plezier in werk: Geen verschillen, deze overkoepelende drijfveer wordt door iedereen

ongeveer even belangrijk gevonden.

Salaris: Met name mensen in loondienst die in een groot bedrijf werken (> 500 werknemers)

hechten hier het meeste belang aan.

Waardering: Vooral voor mensen in het onderwijs is waardering een belangrijke drijfveer.

Maatschappelijke bijdrage leveren: Werknemers in het onderwijs, cultuursector, openbaar

bestuur en met name de zorg hechten het meest aan het leveren van een maatschappelijke

bijdrage. Verder vinden mensen met een hoge opleiding (tov laag opgeleiden) en met een

modaal inkomen (tov een bovenmodaal inkomen) het leveren van een maatschappelijke

bijdrage in hun werk belangrijk.

Werksfeer: De werksfeer is voornamelijk van belang voor vrouwen in loondienst die niet de

hoofdkostwinner zijn. Mannen, ZZP’ers die het meest verdienen in het huishouden hechten

hier minder belang aan.

Persoonlijke groei/ontwikkeling: Met name van belang voor jonge werknemers (tot 45 jaar),

hoger opgeleiden, mensen die fulltime werken en mensen werkzaam in de financiele en

zakelijke dienstverlening (incl. ICT).

Balans tussen werk en privé (incl. werkdruk, werktijden, reistijd): Vrouwen, parttimers, en

niet-kostwinners vinden dit het belangrijkst.

Aanzien/status: Aanzien wordt het belangrijkst gevonden door mannen, fulltimers én

opvallend door lager opgeleide ‘vakmensen’(=werkzaam in landbouw, industrie,

energiesector, bouw, handel en horeca)

Arbeidsomstandigheden: Mensen in loondienst en werkzaam in grote bedrijven (> 500

werknemers) hechten het meeste belang aan goede arbeidsomstandigheden.

Dagbesteding hebben: Lager opgeleiden vinden het hebben van een dagbesteding

belangrijker dan hoger opgeleiden

Verder zijn er geen verschillen in zekerheid, inzetten kwaliteit en het belang van afwisseling

in werkzaamheden tussen de groepen.

Page 45: Nieuw elan onderzoeksrapport

45

Tevredenheid

Op de vragen gericht op algemene tevredenheid werk (zoals tevredenheid huidige baan, op

plek zitten, tevredenheid over plezier in werk, intentie om van baan te veranderen en de

nieuwe samengestelde Werkplezier) komen onderstaande (belangrijkste) verschillen op

achtergrondvariabelen naar voren:

Oudere werknemers (>45 jaar) zijn meer ‘overall’ tevreden in hun werk dan jongere

werknemers (met name jonger dan 25 jaar). Zij zijn vooral meer tevreden over hun huidige

baan en zitten meer op hun plek dan jongeren/ starters (minder dan 3 jaar werkzaam).

Ouderen denken wel vaker dan jongeren dat een nieuwe baan niet meer voor hen mogelijk

is. 25-45 jarigen zijn vaak niet hard op zoek naar een nieuwe baan maar houden hun ogen

wel open. 25-jarigen en jongeren zijn relatief het meest op zoek naar een nieuwe baan.

Zelfstandig ondernemers zijn meer overall tevreden dan mensen in loondienst, zij zijn meer

tevreden in huidige baan en zitten meer op hun plek. Middelbaar en hoger opgeleiden zijn

meer op zoek naar een nieuwe baan dan lager opgeleiden. Met name stellen met

(uitwonende) kinderen geven aan het meest op hun plek te zitten en mensen die langer dan

10 jaar werkzaam zijn. Mensen met bovenmodaal huishoudinkomen zijn het meest

tevreden, zitten het meest op hun plek en zijn het minst op zoek naar een nieuwe baan, met

name ten opzichte van onder modaal verdieners. De respondenten die lid zijn van een

vakbond zitten meer op hun plek dan mensen die geen lid zijn!

Op de open vraag (die gehercodeerd is naar de meest genoemde antwoorden) waarbij

respondenten aangaven waar zij minder tevreden over zijn in hun huidige baan, komen

onderstaande (belangrijkste) verschillen tussen de achtergrondkenmerken naar voren:

Vrouwen zijn minder tevreden over de werksfeer dan mannen. Jongeren (<45 jaar) en hoger

opgeleiden zijn minder tevreden over hun persoonlijke ontwikkeling dan ouderen en lager

opgeleiden. Zelfstandig ondernemers geven het vaakst (spontaan) aan dat ze tevreden zijn

met hun baan, evenals lager opgeleiden. Starters in de branche zijn het minst tevreden over

de inhoud van de werkzaamheden, dwz de afwisseling, zelfstandigheid en het inzetten van

hun kwaliteiten. Respondenten die lid zijn van een vakbond hebben vaker aangegeven

minder tevreden te zijn over de waardering die ze krijgen maar meer tevreden over het

salaris dat ze krijgen ten opzichte van de respondenten die geen lid zijn van een vakbond.

Op de gesloten vraag waar de respondenten op een zevenpuntsschaal (die gehercodeerd is

naar een top3 (enigszins belangrijk tot zeer belangrijk) en een bottom3 (enigszins

onbelangrijk tot zeer onbelangrijk) konden aangeven in hoeverre zij tevreden zijn over 13

genoemde waarden in hun huidige baan kwamen de volgende verschillen tussen de groepen

naar voren:

Werknemers jonger dan 25 jaar zijn het minst tevreden over hun ontwikkeling en aanzien.

Starters op de arbeidsmarkt (0-3 jaar werkzaam) zijn het minst tevreden over het inzetten

van hun kennis en hun ontwikkeling. Mensen die beneden modaal verdienen zijn het minst

Page 46: Nieuw elan onderzoeksrapport

46

tevreden over hun salaris, mensen met bovenmodaal huishoudinkomen zijn het meest

tevreden. Onder modaal verdieners zijn tevens het minst tevreden over hun ontwikkeling en

aanzien. Werknemers werkzaam in de 3e branche (openbaar bestuur, zorg, onderwijs en

cultuur) zijn het meest tevreden over hun bijdrage aan de maatschappij (m.n. in de zorg).

Conclusies tevredenheid per drijfveer:

Plezier in werk: Geen verschillen, over deze overkoepelende drijfveer is iedereen ongeveer

even tevreden.

Salaris: Mensen die een huishoudinkomen beneden modaal hebben zijn logischerwijs

minder tevreden over het salaris dan bovenmodaal-verdieners. Verder zijn mensen die lid

zijn van een vakbond meer tevreden zijn over hun salaris dan mensen die geen vakbondslid

zijn.

Waardering: Mensen die 10 jaar of langer in dezelfde branche werken én respondenten die

lid zijn van een vakbond zijn het minst tevreden over de waardering die ze krijgen in hun

werk.

Maatschappelijke bijdrage leveren: Werknemers werkzaam in de 3e branche (openbaar

bestuur, zorg, onderwijs en cultuur) zijn het meest tevreden over hun bijdrage aan de

maatschappij (m.n. in de zorg).

Werksfeer: Vrouwen hebben vaker aangegeven minder tevreden te zijn over de werksfeer in

hun huidige baan dan mannen.

Persoonlijke groei/ontwikkeling: Jongeren en hoger opgeleiden zijn minder tevreden over

hun groei dan ouderen en lager opgeleiden.

Aanzien/status: Werknemers jonger dan 25 jaar en mensen die beneden modaal verdienen

zijn het minst tevreden over hun aanzien.

Inzetten eigen kwaliteiten en kennis: Starters op de arbeidsmarkt (0-3 jaar werkzaam) zijn

het minst tevreden over het inzetten van hun kennis.

Verder zijn er geen verschillen in zekerheid, balans tussen werk en privé,

arbeidsomstandigheden, hebben van een dagbesteding en de tevredenheid over afwisseling

in werkzaamheden tussen de groepen.

Jongeren

Wanneer alleen gekeken wordt naar de verschillen tussen jongere en oudere werknemers in

Nederland dan valt het volgende op: Oudere werknemers hebben meer plezier in hun werk

dan jongeren. Zij geven vaker aan meer tevreden te zijn over hun baan en meer op hun plek

te zitten. Dit kan komen door de persoonlijke ontwikkeling en groei, die voor jongeren heel

belangrijk is maar waar zij vaak ontevreden over zijn.

Page 47: Nieuw elan onderzoeksrapport

47

Bijlage 4: Betekenis waarden

Betekenis waarden (belang)

Wat betekent het als iemand plezier of zekerheid belangrijk vindt in zijn of haar werk? Hoe

uit zich dat in hun huidige baan? Aan de waarden die van relatief groot belang zijn voor de

werkende Nederlander, wordt hieronder nadere duiding gegeven. Met groot belang wordt in

dit geval de waarden bedoeld waarbij meer dan 200 (circa 20%) respondenten deze in de top

3 hebben gezet van meest belangrijk.

*Plezier in werk (N=725)

De drijfveer ‘plezier in werk’ is door 71% respondenten (N=725) in de top drie van

belangrijkste waarden gezet. Maar wat wordt met deze overkoepelende term nu bedoeld?

De meeste respondenten bedoelen met ‘plezier in werk’ de werksfeer. In de wordcloud

(woordenwolk waarin zichtbaar wordt wat het meest genoemd is) hieronder wordt beknopt

weergegeven welke termen de respondenten genoemd hebben (m.n. collega, contacten,

geen tegenzin, plezier, lachen, zin). Een kleiner groepje verstaat hieronder de inhoud en het

soort werk (dit uit zich door de termen ‘leuke werkzaamheden, leuk werk, afwisseling’ in de

wordcloud) en een nog kleiner deel bedoelt met plezier in het werk de waardering die ze

krijgen of voelen.

Duiding ‘plezier in werk’ in wordcloud

We zien dus dat men plezier associeert met een groot aantal van de andere waarden die ook

in het onderzoek zijn uitgevraagd, zoals werksfeer, waardering en afwisseling. Plezier is dus

eigenlijk meer een resultante, een gevolg van het al dan niet aanwezig zijn van bepaalde

waarden, zoals sfeer of afwisseling. Het CNV stelt dus terecht de vraag ‘Wat maakt dat

mensen met plezier werken?’

Page 48: Nieuw elan onderzoeksrapport

48

*Salaris (N=675)

Bij de doorvraag op salaris (door 675 mensen gekozen) wordt met name genoemd dat

mensen wel of juist niet tevreden zijn over hun salaris (zie wordcloud hieronder de termen

‘redelijk, goed salaris, kan beter, goed betaald’ e.d.). Verder wordt genoemd dat men

beloond wil worden naar wat in verhouding staat tot hun werkzaamheden, hun collega’s en

wat marktconform is. Tevens geeft een groot deel aan dat salaris voor hen betekent dat geld

nodig is voor levensonderhoud, financiële zekerheid en financiële onafhankelijkheid.

Duiding ‘salaris’ in wordcloud

*Zekerheid (N=294)

Bij de vraag hoe de drijfveer ‘zekerheid’ zich uit noemt de werkende Nederlander met name

het hebben van een vast contract, vaak aangevuld met ‘belangrijk in deze tijden (van crisis)’.

Een groot deel heeft tevens aangegeven dat zekerheid voor hen belangrijk is voor

levensonderhoud en het onderhouden van het gezin. Verder geeft men aan wel of niet

voldoende zekerheid te hebben in zijn of haar huidige baan. Een aantal woorden/termen die

vaak genoemd zijn, zijn ‘vaste baan, vast werk, contract voor onbepaalde tijd, jaarcontract,

toekomst, ontslag, zorgen en hypotheek’. Zie wordcloud hieronder.

Duiding ‘zekerheid’ in wordcloud

Page 49: Nieuw elan onderzoeksrapport

49

*Werksfeer (N=286)

De drijfveer ‘werksfeer’ wordt vooral aangeduid als het hebben van leuke collega’s, een

goede werksfeer, gezellig team, prettige contacten, plezier, gezelligheid, goede omgang etc.

Zie wordcloud hieronder. Er wordt verder vaker aangegeven dat men de werksfeer goed

vindt in de organisatie, dan slecht.

Duiding ‘werksfeer’ in wordcloud

Overige waarden

De waarden die door minder dan 20% (200 mensen of minder) van de respondenten wordt

genoemd, worden hieronder kort beschreven.

*Balans tussen werk en privé (N=188)

Het merendeel geeft aan dat er voldoende balans is in hun huidige werk en een kleinere

groep vindt juist dat deze balans ontbreekt. Verder wordt genoemd dat de balans belangrijk

is om goed te kunnen functioneren, het belangrijk is voldoende vrije tijd te hebben en dat

het fijn is om flexibele werktijden te hebben of thuis te kunnen werken.

*Waardering (N=180)

De uiting van waardering in het huidige werk wordt door respondenten geduid als ‘positieve

reacties uit omgeving, complimenten, positieve invloed op werk, meer motivatie, prettig om

waardering te krijgen en het ontvangen van een bonus/ salaris’. Verder geven net iets meer

werknemers aan dat ze wel waardering ontvangen dan niet.

*Persoonlijke ontwikkeling en groei (N=131)

Veel respondenten geven aan dat ze het gevoel hebben dat ze zich voldoende kunnen

ontwikkelen in hun huidige werk. Een deel zou zich graag verder willen ontwikkelen maar

hebben het gevoel dit te weinig te kunnen in hun huidige baan. Sommige respondenten

vinden dat deze ontwikkeling door ervaring komt en andere geven specifieker aan dat zij

cursussen en opleidingen volgen om zich door te ontwikkelen.

Page 50: Nieuw elan onderzoeksrapport

50

*Inzetten kwaliteit en kennis (N=124)

Het inzetten van de kwaliteit en kennis van respondenten uit zich in hun huidige werk als het

hebben van positieve gevolgen op het werk en andere collega’s. Veel mensen hebben wel

het gevoel dat ze hun kwaliteit en kennis kunnen uiten in hun werk en vinden dit ook leuk.

Het zorgt daarnaast ook voor verdere persoonlijke ontwikkeling en groei.

*Arbeidsomstandigheden (N=97)

Het aspect ‘arbeidsomstandigheden’ wordt uitgelegd als goede faciliteiten op de werkplek,

van invloed op de gezondheid, veiligheid en flexibiliteit.

*Afwisseling in werkzaamheden (N=84)

Dit aspect wordt omschreven als afwisseling in de werkzaamheden maar ook als

afwisselende contacten tijdens het werk. Afwisseling wordt belangrijk gevonden om

verveling tegen te gaan en spanning in het werk te behouden.

*Maatschappelijke bijdrage leveren (N=81)

Dit uit zich bij een deel in het type werk of het uit zich niet of te weinig in hun huidige werk.

Vaak wordt ook aangegeven dat het een goed gevoel geeft om een positieve,

maatschappelijke bijdrage te leveren.

*Dagbesteding hebben (N=68)

Het hebben van een dagbesteding wordt door mensen uitgelegd als het hebben van

regelmaat, wat nuttigs te doen hebben, niet de hele dag thuis zitten en bezig zijn.

*Aanzien/ status (N=16)

Dit aspect behoort voor slechts 16 respondenten in de top 3 van belangrijkste waarden. Wat

betreft de open antwoorden is het volgende genoemd: ‘het is fijn als mensen tegen je op

kijken’, ‘geen werk dan kijken ze op je neer’, ‘boven aan de top zitten’, ‘ik wil dat mensen me

waarderen’.

Page 51: Nieuw elan onderzoeksrapport

51

Betekenis waarden (indien minder tevreden)

Wat betekent het wanneer een werknemer minder tevreden is over de waardering in zijn of

haar huidige baan, of bijvoorbeeld het salaris of de balans tussen werk en privé? In deze

paragraaf wordt kort weergegeven wat respondenten geantwoord hebben op de vraag ‘U

heeft aangegeven minder tevreden te zijn over …. in uw huidige baan? Kunt u dit toelichten

aan de hand van uw eigen situatie?’ Achter de drijfveer staat het aantal mensen dat

aangegeven heeft enigszins tot zeer ontevreden te zijn over dit aspect. (Nb. De waarde

‘plezier in werk’ is reeds beschreven in paragraaf 3.2).

*Salaris (N=139)

Circa 14% van de Nederlandse beroepsbevolking is ontevreden over het huidige salaris. Veel

genoemde antwoorden zijn dat men er moeilijk van kan rondkomen, het salaris gewoon te

laag is, de verhouding tussen het salaris en de opleiding, de werkzaamheden of het salaris

van anderen is niet goed, of het salaris is niet marktconform.

*Zekerheid (N=96)

Voor een groot deel ligt de ontevredenheid over de zekerheid in hun baan in het ontbreken

van een vast contract, de vele ontslagen die er vallen door reorganisatie, bezuinigingen op

het werk of de financiële situatie op het werk. Een deel geeft aan altijd afhankelijk van het

werkaanbod te zijn waardoor er weinig zekerheid is.

*Waardering (N=111)

Circa 1 op de 10 werkende Nederlanders is ontevreden over de waardering die zij krijgen op

het werk. Dit uit zich voornamelijk in het gevoel niet gewaardeerd te worden door het

management of leidinggevenden, maar ook de weinige waardering van collega’s. Een gevolg

van deze slechte waardering uit zich vaak in het salaris, het feit dat er slecht geluisterd wordt

naar de medewerkers of sommigen die (na lang dienstverband) opeens ontslagen worden.

Ook blijkt dat negatieve waarden vaak genoemd worden, maar complimenten van de

werkgever schaars zijn.

*Maatschappelijke bijdrage (N=57)

Ontevredenheid over het leveren van een maatschappelijke bijdrage wordt door circa 6%

van de respondenten geantwoord. Een aantal mensen geeft aan dat het bij hen ontbreekt in

hun huidige baan waardoor ze zich niet echt nuttig voelen en het gevoel hebben te weinig te

doen voor de maatschappij.

*Werksfeer (N=60)

Bij een groot deel uit zich dit vooral in de omgang met collega’s door veel geroddel,

ongezelligheid, ruzie, te weinig teamwork en slechte mentaliteit. Daarnaast wordt ook vaak

de gehele sfeer op een afdeling (veel ontevreden mensen door drukte of door slecht

leidinggevende) genoemd.

Page 52: Nieuw elan onderzoeksrapport

52

*Inzetten van kwaliteit en kennis (N=59)

Ontevredenheid over inzetten kwaliteit en kennis uit zich bij sommigen doordat dit niet

gestimuleerd wordt door de baas, het werk van een te laag niveau is, er te weinig tijd voor

ontwikkeling is of doordat er geen cursussen of opleidingen aangeboden worden.

*Persoonlijke ontwikkeling/groei (N=95)

Circa 1 op de 10 werknemers is ontevreden over zijn of haar huidige ontwikkeling/ groei in

het werk. Bij sommigen uit zich dit in het feit dat zij denken dat hun leidinggevende dit niet

belangrijk genoeg vindt, doordat er te weinig doorgroeimogelijkheden zijn binnen het

bedrijf, doordat het werk van te laag niveau is of doordat men uitontwikkeld/ te oud is.

*Aanzien/status (N=84)

Ongeveer 8% is niet tevreden over het aanzien dat ze in hun huidige baan krijgen. Bij een

aantal respondenten uit zich dit doordat zij als voetveeg/ respectloos door klanten worden

behandeld, doordat zij zelf hun baan niet interessant vinden of doordat zij het gevoel

hebben dat alles om winst draait.

*Balans tussen werk en privé (N=84)

Een slechte balans tussen werk en privé uit zich door onder andere te veel (over)werk

waardoor men soms thuis nog met werk bezig is, te hoge werkdruk, te weinig flexibiliteit

voor het opnemen van verlof, moeten werken wanneer anderen vrij zijn of wisselende

diensten, te weinig vrije tijd, of een te lange reistijd.

*Dagbesteding hebben/ deelname aan de maatschappij (N=29)

Slechts een klein deel heeft aangegeven niet tevreden te zijn over hun deelname aan de

maatschappij. Toelichtingen die hierop gegeven zijn, zijn onder meer dat men te weinig uren

werkt, er te weinig op het werk te doen is, er te weinig sociale contacten op het werk zijn of

door het type werk.

*Arbeidsomstandigheden (N=77)

Ontevredenheid over arbeidsomstandigheden wordt uitgelegd door mensen als: te veel

geluidsoverlast, slechte klimaatregeling, vieze fabriekshal, weinig veiligheid en de Arbo-wet

wordt niet nageleefd. Maar ook onhandige lokatie, te weinig begeleiding, te hoge werkdruk,

slecht salaris, geen CAO en minder goede secundaire arbeidsvoorwaarden worden genoemd.

*Afwisseling in werkzaamheden (N=69)

Circa 7% is ontevreden over de afwisseling in zijn of haar werkzaamheden. Antwoorden die

op de doorvraag gegeven zijn, zijn onder meer ‘altijd hetzelfde werk doen, saai werk, te veel

administratieve werkzaamheden, te veel bureau werk, niet druk genoeg op het werk

waardoor verveling ontstaat en te veel routinewerk’.