Upload
kerk-noordwolde
View
89
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Welkom
Voorganger dhr Pasterkamp
Organiste mevr v/d Pol
Thema: “Hoop voor hopelozen!”
VDD ELB 180 – 1, 2, 3
'k Ben een koninklijk kind,
1
'k Ben een koninklijk kind,
door de Vader bemind,
en 'k zal wonen in's Konings paleis,
in die stad nooit aanschouwd,
met straten van goud:
glorievol als een schoon paradijs.
Refrein:
'k Ben een koninklijk kind,
door de Vader bemind,
en zijn oog rust zo teder op mij!
Als de daag'raad straks gloort,
de bazuin wordt gehoord,
roept Hij mij om te staan aan zijn zij!
2
'k Ben een koninklijk kind,
niet slechts dienstknecht of vrind,
'k ben gekocht met het bloed van
mijn Heer!
En dat bloed geeft mij recht,
meer te zijn dan een knecht,
'k ben Gods kind, dat verblijdt mij zo
zeer.
Refrein:
'k Ben een koninklijk kind,
door de Vader bemind,
en zijn oog rust zo teder op mij!
Als de daag'raad straks gloort,
de bazuin wordt gehoord,
roept Hij mij om te staan aan zijn zij!
Elb. 180 : 3
'k Ben een koninklijk kind,
dat zijn vreugd daar in vindt,
God te loven met jub'lende stem,
tot ik sta voor de poort,
van het hemelse oord,
waar ik zijn zal voor eeuwig met
Hem!
Refrein:
'k Ben een koninklijk kind,
door de Vader bemind,
en zijn oog rust zo teder op mij!
Als de daag'raad straks gloort,
de bazuin wordt gehoord,
roept Hij mij om te staan aan zijn zij!
Welkom
Voorganger dhr Pasterkamp
Organiste mevr v/d Pol
Thema: “Hoop voor hopelozen!”
JdH 881 – 1, 2Is hier een hart, door vrees benard,
1. Is hier een hart, door vrees benard,Vermoeid door 's levens strijd?Twijfel drukt u neer, gij struikelt telkens weer.O, vat weer moed, want God is goedEn steeds tot hulp bereid:Zo gij slechts kunt geloven,Ziet gij zijn heerlijkheid.
Refr.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht,Voor elk die wond'ren van Hem verwacht!Ja, wie Hem aanraakt, ervaart zijn kracht,Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.
2. Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt?Leg dan uw lasten neer!Tob niet langer voort, vertrouw op 's Heren woord.Hij hoort uw beê en schenkt u vreeIn liefde eind'loos teer.Zo gij slechts kunt geloven,Niets is onmoog'lijk meer!
Refr.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht,Voor elk die wond'ren van Hem verwacht!Ja, wie Hem aanraakt, ervaart zijn kracht,Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.
Votum en groet
Daarna Opw 386 – 1, 2, 3
Lof zij de Heer
Lof zij de Heer (Opw 386) t. J. Neander; m. Duits, 1640; v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt
Lof zij de Heer (Opw 386) t. J. Neander; m. Duits, 1640; v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt
Lof zij de Heer (Opw 386) t. J. Neander; m. Duits, 1640; v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt
Lof zij de Heer (Opw 386) t. J. Neander; m. Duits, 1640; v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt
Lof zij de Heer (Opw 386) t. J. Neander; m. Duits, 1640; v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt
Lof zij de Heer (Opw 386) t. J. Neander; m. Duits, 1640; v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt
Gebed,
daarna P 138 – 1, 2
Psalm 138 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 138 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 138 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 138 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Lezen 2 Kron 33 : 1 t/m 14De regering van Manasse
1 Manasse was twaalf jaar oud, toen hij koning werd; hij regeerde vijfenvijftig jaar te Jeruzalem. 2 Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN, in overeenstemming met de gruwelen der volken die de HERE voor de Israëlieten uit had verdreven. 3 Hij herbouwde de offerhoogten die zijn vader Jechizkia had afgebroken,
richtte altaren voor de Baäls op, maakte gewijde palen en boog zich neer voor het gehele heer des hemels en diende ze. 4 Ook bouwde hij altaren in het huis des HEREN, met het oog waarop de HERE gezegd had: In Jeruzalem zal mijn naam zijn tot in eeuwigheid. 5 Hij bouwde altaren voor het gehele heer des hemels in de beide voorhoven van het huis des HEREN.
6 Ja, hij deed zijn zonen door het vuur gaan in het dal Ben-Hinnom en liet zich in met toekomstvoorspellingen, waarzeggerij en toverij, en stelde bezweerders van doden en van geesten aan. Hij deed veel, dat kwaad is in de ogen des HEREN en krenkte Hem daardoor. 7 Hij plaatste ook een stenen afgodsbeeld, dat hij gemaakt had, in het huis Gods,
waarvan God tot David en diens zoon Salomo gezegd had: In dit huis, hier in Jeruzalem, dat Ik verkoren heb uit al de stammen van Israël, zal Ik mijn naam vestigen tot in eeuwigheid; 8 en Ik zal Israëls voet niet meer doen wijken van het land, dat Ik voor uw vaderen bestemd heb, indien zij slechts naarstig doen al wat Ik hun geboden heb: de gehele wet en de inzettingen en de verordeningen, gegeven door Mozes.
9 Manasse verleidde Juda en de inwoners van Jeruzalem ertoe, meer kwaad te doen dan de volken die de HERE vóór de Israëlieten had verdelgd.
10 De HERE sprak tot Manasse en zijn volk, maar zij luisterden niet. 11 Daarom bracht de HERE over hen de legeroversten van de koning van Assur, die Manassegrepen met haken,
hem boeiden met twee koperen ketenen en naar Babel voerden. 12 Maar, toen hij in het nauw geraakt was, zocht hij de gunst van de HERE, zijn God; hij verootmoedigde zich diep voor het aangezicht van de God zijner vaderen 13 en bad tot Hem; toen liet Hij Zich door hem verbidden, hoorde zijn smeking, bracht hem naar Jeruzalem terug en herstelde hem in zijn koningschap.
En Manasse erkende, dat de HERE God is.
14 Hierna bouwde hij een buitenmuur voor de stad Davids, ten westen van Gichon, in het dal en in de richting van de Vispoort, trok hem om Ofel heen en maakte hem zeer hoog. Ook stelde hij legeroversten aan in al de versterkte steden in Juda.
P 51 – 1, 7
Ontferm U God,
Psalm 51 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 51 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 51 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 51 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. L. Bourgeois 1551
Hoop voor hopelozen!
Opw 407
O Heer, mijn God
O, Heer mijn God,
wanneer ik in verwondering
de wereld zie
die U hebt voortgebracht.
Het sterrenlicht,
het rollen van de donder,
heel dit heelal,
dat vol is van uw kracht.
refrein
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
Als ik bedenk,
hoe Jezus zonder klagen
tot in de dood
gegaan is als een Lam.
Sta ik verbaasd,
dat Hij mijn schuld wou dragen
en aan het kruis
mijn zonde op zich nam.
refrein
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
Als Christus komt
met majesteit en luister,
brengt Hij mij thuis,
hoe heerlijk zal dat zijn.
Dan zal ik vol aanbidding
voor Hem buigen
en zingt mijn ziel:
o Heer, hoe groot zijt Gij!
refrein
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
Geloofsbelijdenis.
G 310 – 1, 2, 3
Bewaar ons, Here, bij uw woord,
1
Bewaar ons, Here, bij uw woord,
betoom des vijands roof en moord.
Hij trok ten strijde om uw Zoon
te stoten van uw hoge troon.
2
Heer Jezus Christus, toon uw macht,
Heer aller heren, kom met kracht.
Bescherm uw arme christenheid,
dat zij U love te allen tijd.
3
O Geest, die onze Trooster zijt,
geef dat uw volk één Heer belijdt,
wees bij ons in de laatste nood,
leid ons ten leven uit de dood.
Gebed
Collecte
1ste evangelisatie
2de eigen gemeente
Opw 249
Heer, wat een voorrecht
Heer, wat een voorrecht
om in liefde te gaan,
schouder aan schouder
in uw wijngaard te staan,
samen te dienen, te zien wie U bent,
want uw woord maakt
uw wegen bekend.
Samen op weg gaan,
dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor
door U apart is gezet.
Vol van uw liefde,
genade en kracht,
als een lamp,
die nog schijnt in de nacht.
Samen te strijden in woord en in werk.
Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk.
Delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
Samen op weg gaan,
dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor
door U apart is gezet.
Vol van uw liefde,
genade en kracht,
als een lamp,
die nog schijnt in de nacht.
Zegen
3 x amen