16
Esau en Jakob Genesis 25:19-34 eerstgeborene

Jak esau190715dg

  • Upload
    dgorter

  • View
    941

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Esau en JakobGenesis 25:19-34

eerstgeborene

Ale tholdoth: ‘dit zijn de verwekkingen’

1:1 – 2:4 schepping en herstel

2:4 de verwekkingen van hemelen en aarde 5:1 …Adam 6:9 …Noach 10:1 …Noach 11:10 …Sem

11:27 de verwekkingen van Terach

25:12 …Ismaël 25:19 …Isaäk 36:1 …Esau 36:9 …de zonen van Esau 37:1 …Jakob

Structuur: Genesis

25:19

Dit zijn de verwekkingen van Izaäk, de zoon van Abraham; Abraham verwekte Izaäk

De God van: Abraham geloof - rechtvaardiging Izaäk belofteJakob keuze

25:19

Dit zijn de verwekkingen van Izaäk, de zoon van Abraham; Abraham verwekte Izaäk

Abraham (verheven vader van een menigte) – gelooft God, die doden opwektIzaäk (doet lachen)

25:20

En Izaäk was veertig jaar oud, toen hij Rebekka, de dochter van Bethuël, de Syriër, uit Paddan-Aram, en de zuster van Laban, de Syriër, voor zich tot vrouw nam.

Rebekka: de boeiende, grote samenloop samenbinding

Izaäk – de belofte (Romeinen 9:7; Galaten 4:28)

25:21En Izaäk bad IEUE (Ik ben) voor zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar. En IEUE werd gebeden door hem en Rebekka, zijn vrouw, werd zwanger.

Izaäk gelooft – bidt op de beloften dieIEUE gegeven had

25:22

De zonen botsten in haar tegen elkaar. En zei zij: Zou dit zo zijn? Waarom heb Ík dit? En zij ging onderzoeken bij IEUE.

Onderzoeken : de Heer vragen, Zijn woord opzoeken

25:23En IEUE zei tegen haar: Er zijn twee natiën in jouw buik, en twee volken zullen zich uit jouw ingewanden verdelen, het ene volk zal sterker zijn dan het andere, en de meerdere zal de mindere dienen

Gods plan bekendgemaakt, zowel voor de mens als voorvolkeren.

25:24,25

En vervuld zijn de dagen voor haar om te baren, en zie! een tweeling in haar schoot.

En de eerste ging uit, rossig en helemaal behaard als een haren mantel; en men roept hem bij de naam Ezau.

Ezau: ruige, ruw doenerEdom: rood, aarde, bloed

25:26Daarna kwam zijn broeder te voorschijn, en zijn hand de hiel van Esau vasthield; en men riep over hem de naam Jakob.Izaäk was zestig jaar bij hun geboorte.

Twee broersTwee zonen van

samen in één gezinJakob hield de hiel (akev) vastJakob = vasthouder: wie? de broeder

25:26Daarna kwam zijn broeder te voorschijn, en zijn hand de hiel van Esau vasthield; en men riep over hem de naam Jakob.Izaäk was zestig jaar bij hun geboorte.

Twee broersEerstgeborene Esau

Jakob werd de eerstgeborenevoor Esau;

de Heer voor ons:de Eerstgeborene onder veel broeders

25:27,28Toen die jongens opgroeiden, werd Ezau een man, een bekende jager, een man van het veld. En Jakob is een oprecht man, woonde in tenten.

Ezau een man, een bekende jager

Jakob is een oprecht man, woonde in tenten

25:27,28Izaäk had Esau lief, want hij eet wildbraad; en Rebekka heeft Jakob lief.

Voorkeur van ouders niet in overeenstemming met Gods wil,Zijn bedoeling / voornemen werkt Hij uit!

Esau en Jakob25:29-34

eerstgeborene

Esau: later verbitterd en koestert onwil tegen Jakob en wil hem doden

Esau en Jakob: broeders