voorganger mevr drs Kramer, luister mee op kerknoordwolde.nl
Citation preview
1. Welkom bij deze ochtenddienst olv mevr drs Kramer uit Urk
Organist is dhr de Vries Thema:Spelbrekers op het feest van de
wereld
2. ELB 371 Mijn Jezus, ik houd van U,
3. 1 Mijn Jezus, ik houd van U, ik noem U mijn vriend, want U
nam de straf op U die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn
Redder bent U; 'k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als
nu.
4. 2 Mijn Jezus, ik houd van U, want U hield van mij, toen U
aan het kruis hing, een wond in uw zi,j. Voor mij de genade, een
doornenkroon voor U; 'k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als
nu.
5. 3 Ik zal van U houden in leven en dood en ik wil U prijzen,
zelfs dan in mijn nood. Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U:
'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
6. 4 Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom, Dan buig ik mij
voor U in uw heiligdom. Gekroond met uw heerlijkheid zal 'k zingen
voor U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
7. Welkom bij deze ochtenddienst olv mevr drs Kramer uit Urk
Organist is dhr de Vries Thema:Spelbrekers op het feest van de
wereld
8. Ps. 138: 3, 4 Dan zingen zij, in God verblijd,
9. Dan zingen zij, in God verblijd, aan Hem gewijd, / van 's
HEREN wegen. Groot is des HEREN heerlijkheid, zijn majesteit / ten
top gestegen.
10. Hij slaat, ofschoon oneindig hoog, op hen het oog / die
needrig knielen. Maar ziet van ver met gramschap aan de eigenwaan /
van trotse zielen.
11. Als ik, omringd door tegenspoed, bezwijken moet, / schenkt
Gij mij leven. Wanneer mijn vijands toorn ontbrandt, uw rechterhand
/ zal redding geven.
12. De HEER is zo getrouw als sterk, Hij zal zijn werk / voor
mij voleinden. Verlaat niet wat uw hand begon, o Levensbron, / wil
bijstand zenden.
13. Votum en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige
Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot
eeuwigheid. Amen.
14. Introductie op het thema: Spelbrekers op het feest van de
wereld
15. Psalm 66: 3, 4 Doe onze God uw loflied horen,
16. 3 Doe onze God uw loflied horen, gij volken, zingt alom op
aard, looft Hem door wie wij zijn herboren, die ons voor wanklen
heeft bewaard.
17. Gij toetst ons, Gij beproeft ons leven, zoals men erts tot
zilver smelt. Gij die ons, aan het vuur ontheven, gelouterd voor uw
ogen stelt.
18. 4 Gij bracht ons in des vijands netten. Hij heeft het tuig
ons aangelegd om in het zadel zich te zetten, en als een rijdier
ons geknecht.
19. Hij heeft ons in het vuur gedreven en door de wateren
gejaagd. Toen hebt Gij 't leven ons hergeven en alles wat ons hart
behaagt.
20. Gebed van verootmoediging Leefregel
21. Opw 427 Maak mij rein voor U
22. Maak mij rein voor U als gelouterd goud, en zuiver zilver.
Laat mij zijn voor U als gelouterd goud; puur goud.
23. Dwars door het vuur maakt U mij rein en puur. Ik strek mij
uit, Jezus, naar meer van uw Geest en uw heiligheid. Ja, ik
besluit, Jezus, een dienstknecht te zijn van U, mijn Meester,
steeds tot uw wil bereid.
24. Maak mij rein voor U. Was mijn leven schoon, vergeef mijn
zonden. Laat mij zijn voor U, zuiver als uw Zoon; heilig mij.
25. Gebed om de opening van het Woord
26. k Heb Jezus nodig,
27. k Heb Jezus nodig, heel mijn leven k Heb Jezus nodig, dag
aan dag in mn handel, in mn wandel, in mn slapen en ontwaken k heb
Hem nodig dag aan dag.
28. k Wil Jezus volgen heel mijn leven k Wil Jezus volgen dag
aan dag in mn handel in mn wandel in mn slapen en ontwaken k wil
Hem volgen, dag aan dag
29. Wij gaan naar de kindernevendienst, tot straks
30. Schriftlezing: OT Dan. 3: 1-28 Het gouden beeld
31. 1 Op een dag gaf koning Nebukadnessar opdracht een gouden
beeld te maken, zestig el hoog en zes el breed, en hij liet het
opstellen in de provincie Babel, in de vlakte van Dura. 2
Vervolgens ontbood hij de satrapen, stadhouders, gouverneurs,
staatsraden, schatbewaarders, rechters,
32. magistraten en alle bestuurders van de provincies; ze
moesten de inwijding bijwonen van het beeld dat koning
Nebukadnessar had opgericht. 3 De satrapen, stadhouders,
gouverneurs, staatsraden, schatbewaarders, rechters, magistraten en
alle bestuurders van de provincies kwamen bijeen om het beeld
33. dat koning Nebukadnessar had opgericht in te wijden. Ze
stelden zich op voor het door Nebukadnessar opgerichte beeld. 4 Een
heraut riep met luide stem: Volken en naties, welke taal u ook
spreekt, luister naar dit bevel. 5 Zodra u de muziek hoort van
hoorn, panfluit, lier, luit, citer, dubbelfluit en andere
instrumenten,
34. valt u op uw knien neer en buigt u in aanbidding voor het
gouden beeld dat koning Nebukadnessar heeft opgericht. 6 Wie niet
neerknielt en buigt, zal onmiddellijk in een brandende oven worden
gegooid. 7 En dus knielden alle volken en naties, welke taal zij
ook spraken, zodra ze de muziek van hoorn, panfluit,
35. lier, luit, citer en andere instrumenten hoorden, en bogen
zij in aanbidding voor het gouden beeld dat koning Nebukadnessar
had opgericht. 8 Enkele Chaldeen namen de gelegenheid te baat en
traden naar voren om de Judeers te beschuldigen. 9 Ze zeiden tegen
koning Nebukadnessar:
36. Majesteit, leef in eeuwigheid! 10 U hebt bevolen dat
iedereen die de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, citer,
dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op zijn knien moet
neervallen en het gouden beeld moet aanbidden, 11 en dat ieder die
weigert in een brandende oven moet worden gegooid.
37. 12 Er zijn enkele Judese mannen aan wie u het bestuur over
de provincie Babel hebt opgedragen, Sadrach, Mesach en Abednego.
Deze mannen storen zich niet aan uw bevel, majesteit. Ze vereren uw
goden niet en buigen niet voor het gouden beeld dat u hebt
opgericht.
38. 13 Nebukadnessar barstte in woede uit en beval Sadrach, Me-
sach en Abednego bij hem te brengen. Toen de mannen voor de koning
waren geleid, 14 voer Ne- bukadnessar uit: Is het waar, Sadrach,
Mesach en Abednego, dat jullie mijn goden niet vereren en niet
willen neerknielen voor het gouden beeld dat ik heb opgericht?
39. 15 Luister goed, als jullie je bereid tonen om, zodra je de
muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, citer, dubbelfluit en
andere instrumenten hoort, op je knien te vallen en in aanbidding
te buigen voor het beeld dat ik gemaakt heb ... Maar weigeren
jullie te buigen, dan worden jullie onmiddellijk
40. in een brandende oven gegooid. En welke god zal jullie dan
uit mijn handen kunnen redden? 16 Sadrach, Mesach en Abednego
zeiden hierop tegen de koning: Wij vinden het niet nodig,
Nebukadnessar, uw vraag te beantwoorden, 17 want als de God die wij
vereren ons uit een
41. brandende oven en uit uw handen kan redden, zal hij ons
redden. 18 Maar ook al redt hij ons niet, majesteit, weet dan dat
wij uw goden niet zullen vereren, noch zullen buigen voor het
gouden beeld dat u hebt opgericht. 19 Nebukadnessar werd razend, en
met een van woede vertrokken
42. gezicht keek hij Sadrach, Mesach en Abednego aan. Hij gaf
opdracht de oven zevenmaal heter op te stoken dan men gewoonlijk
deed. 20 En hij beval enkele van de sterkste mannen uit zijn leger
om Sadrach, Mesach en Abednego te knevelen en in de brandende oven
te gooien.
43. 21 De mannen werden gekneveld en met kleren en al, met
jassen, broeken en mutsen, in de brandende oven gegooid. 22 Omdat
het bevel van de koning strikt was opgevolgd en de oven
uitzonderlijk heet was gestookt, werden de mannen die Sadrach,
Mesach en Abednego naar boven brachten
44. door de uitslaande vlammen gedood. 23 De drie, Sadrach,
Mesach en Abednego, vielen gekneveld in de laaiende oven. 24 Toen
sloeg de schrik koning Nebukadnessar om het hart. Hij stond haastig
op en zei tegen zijn raadsheren: Wij hebben toch drie geknevelde
mannen in het vuur gegooid?
45. Zij antwoordden: Zeker, majesteit. 25 Hij vervolgde: Maar
ik zie vier mannen vrij rondlopen in het vuur. Ze zijn ongedeerd en
de vierde lijkt op een godenzoon! 26 Nebukadnessar liep naar de
deur van de brandende oven en riep: Sadrach, Mesach en Abednego,
dienaren van de hoogste God,
46. kom naar buiten, kom hier! Toen kwamen Sadrach, Mesach en
Abednego uit de vlammen naar buiten. 27 De satrapen, stadhouders,
gouverneurs en raadsheren van de koning drongen naar voren. Ze
bekeken de mannen en zagen dat het vuur geen vat had gekregen op
hun lichaam.
47. Geen haar op hun hoofd was verschroeid, hun jassen waren
nog heel, er hing zelfs geen brandlucht om hen heen. 28
Nebukadnessar nam het woord. Hij zei: Geprezen zij de God van
Sadrach, Mesach en Abednego, die zijn engel heeft gezonden en zijn
dienaren gered.
48. Zij hebben zich op hem verlaten, zij hebben het bevel van
de koning genegeerd en hun lichaam prijsgegeven, omdat zij voor
geen andere dan hun eigen God willen neerknielen of buigen.
49. P 115 2, 3, 5 De volken denken zelf hun goden uit:
50. 2 De volken denken zelf hun goden uit: hun gouden monden
geven geen geluid, geen licht is in hun ogen; hun handen tasten
niet; geen wierooklucht dringt tot hen door, hun oor hoort geen
gerucht, hun voet wordt niet bewogen.
51. 3 Wie in die goden zijn behagen vindt en wie ze maakt,
wordt even doof en blind als deze dode dingen. Maar wij, wij hebben
onze God die leeft, die spreekt en hoort en die het leven geeft aan
alle stervelingen.
52. 5 Vertrouw op God, gij die den HERE vreest, die altijd voor
de zijnen is geweest hun schild, hun vast betrouwen. De HEER heeft
zegenrijk aan ons gedacht, Arons huis en Israls geslacht doet Hij
zijn gunst aanschouwen.
53. NT 1 Petrus 4: 12-16
54. 12 Geliefde broeders en zusters, wees niet verbaasd over de
vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. 13
Hoe meer u deel hebt aan Christus lijden, des te meer moet u zich
verheugen, en des te uitbundiger zal uw vreugde zijn wanneer zijn
luister geopenbaard wordt.
55. 14 Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt,
prijs u dan gelukkig, want dat betekent dat de Geest van God in al
zijn luister op u rust. 15 Laat niemand van u moeten lijden omdat
hij een moordenaar is, een dief, misdadiger of onruststoker.
56. 16 Maar als u lijdt omdat u christen bent, schaam u dan
niet en draag die naam tot eer van God.
57. Spelbrekers op het feest van de wereld
58. Opw 124 Ik bouw op U,
59. Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser. Niet eenzaam
ga ik op de vijand aan. Sterk in uw kracht, gerust in uw
bescherming. Ik bouw op U en ga in uwe naam. Sterk in uw kracht,
gerust in uw bescherming. Ik bouw op U en ga in uwe naam.
60. Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend. En telkens meer
moet ik uw kracht verstaan. Toch rijst in mij een lied van
overwinning. Ik bouw op U en ga in uwe naam. Toch rijst in mij een
lied van overwinning. Ik bouw op U en ga in uwe naam.
61. Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser. Gij voert de
strijd, de huld' is U gewijd. In 't laatste uur zal 'k zegevierend
ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid.
62. In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan in rust met U
die mij hebt voortgeleid.
63. Dank- en voorbeden
64. Inzameling van de gaven 1ste Open Doors 2de eigen kerk
65. Opw 43: 1, 3, 4 In Gods overwinning
66. In Gods overwinning trekken wij ten strijd. Samen in zijn
leger, Hem ten dienst gewijd. Christus, onze Koning, stelt Zich aan
het hoofd. Hij heeft ons de zege in de strijd beloofd. Hij heeft
ons de zege in de strijd beloofd.
67. Tronen, machten, krachten zullen dra vergaan, waar de
heil'gen samen vastgeworteld staan. Niets kan ons weerhouden,
jagend naar het eind. Glorie voor de Schepper, nu en voor altijd.
Glorie voor de Schepper, nu en voor altijd.
68. Volg uw Meester, kind'ren, sluit u vast aaneen. Hef het
schild als pijlen suizen om u heen. Hem zij eer, aanbidding, roem
en heerlijkheid. Zingen wij tot glorie Hem in eeuwigheid. Zingen
wij tot glorie Hem in eeuwigheid.
69. Zegen 3x amen
70. Vanavond 19.00 uur Spokeplasdienst Thema: Forza FC Mensen
door ds Martje Veenstra Muziek Crescendo