View
1
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
HOE KAN KAAP INTERESSANT ZIJN
VOOR JONGEREN EN WELKE ROL
KAN EEN JONGERENWERKING
HIERIN SPELEN?
Aantal woorden: 21850
Luka Franck Studentennummer: 01510057
Promotor: Prof. dr. Manfred Sellink
Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting
Kunstwetenschappen
Academiejaar: 2018 - 2019
2
3
De auteur en de promotor(en) geven de toelating deze studie als geheel voor
consultatie beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt
onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de
verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze
studie.
4
5
Dankwoord
Dit onderzoek was niet tot stand gekomen zonder de hulp van een aantal mensen.
Hen wil ik graag eerst bedanken.
Als eerste mijn promotor Manfred Sellink voor zijn colleges ‘Museumkunde en
Kunstbeleid’ die mee mijn interesse aanwakkerden voor dit onderwerp. Ook bedankt
om mij de kans te geven dit eerder atypisch onderzoek uit te werken.
Ik wil ook Rolf Quaghebeur en Evelyn Demaertelaere bedanken voor de kans en het
vertrouwen. Bedankt voor jullie tijd, enthousiasme en eerlijkheid doorheen dit hele
proces. Met jullie ondersteuning weet ik zeker dat we dit project ook op de best
mogelijke manier zullen uitvoeren. Dit is nog maar het begin van een avontuur.
Ik wil alle jongerencoördinatoren bedanken die tijd maakten om op een open manier
hun ervaringen te delen. Dankjewel Hilde Peeters, Sanne Van De Werf, Rik De
Jonghe, Liene Conard, Aurélie Cerf, Inne Gheeraert, Lies Ledure en Aukelyn Allary.
Ook heel erg bedankt aan Lieven Fiers.
Als laatste wil ik Sander, mijn (groot)ouders, mijn zus en mijn vrienden graag
bedanken. Jullie leerden me wat doorzettingsvermogen is.
Bedankt.
6
7
Inhoudstabel
Dankwoord
Deel 1. Inleiding 11
1. Voorstelling en motivering onderwerp 11
2. Status quaestionis 14
3. Vraagstelling en doelstelling 15
4. Afbakening van het onderwerp 16
5. Onderzoeksstrategie en -methodologie 17
Deel 2. Corpus
1. Stand van zaken - vooronderzoek 21
1.1. Relevante theorieën: participatie - vrije tijd - jongere(n) - vrijwillig(ers) - cultuur 21
1.1.1. Nina Simon Participatie & Roger Hart Jongerenparticipatie 21
1.1.2. Harry Ganzeboom Onderzoek naar determinanten van
cultuurdeelname & AmuseeVous Drempelonderzoek 24
1.1.3. Youngworks en Motivaction Cultureel Jongeren Profiel 26
1.1.4. David Kolb Leerstijlentheorie 29
1.1.5. Robbert Stebbins Vormen van vrijetijdsbesteding 30
1.1.6. Movisie Vrijwilligerskwadrant 31
1.2. Bestaande jongerenwerkingen Vlaanderen 33
1.2.1. Schoonvolk - MSK Gent 36
1.2.2. Soundcast - Concertgebouw Brugge 37
1.2.3. MAS in jonge handen - MAS Antwerpen 39
1.2.4. K-team - kaaitheater Brussel 41
1.2.5. Belvue bende - Belvuemuseum Brussel 42
1.2.6. Untitled - Mu.Zee Oostende 44
1.2.7. Jongbloed! - KMSKA 45
1.2.8. aMAZe - Cultuurcentrum Brugge 46
1.2.9. Wat betekent participatie voor KAAP? 48
1.3. Beleid 50
1.4. Regelgeving vrijwilligerswerk 55
8
9
2. KAAP - Jongerenproject 56
2.1. Voorstelling KAAP 56
2.1.1. Van De Werf en Vrijstaat O. tot KAAP 56
2.1.2. Organisatie structuur 58
Vast team
Vrijwilligers
Raad van bestuur
Algemene vergadering
2.1.3. Missie en visie - voor en na de fusie 60
2.2. Analyse KAAP 63
2.2.1. SWOT-analyse 63
2.2.2. Interne Analyse 66
Huidige publiek
Huidige aanbod
Vrijwilligerswerking
Publiekswerking
Communicatie
2.2.3. Externe Analyse 73
Creatieve jongerenprojecten in Brugge en Oostende
KAAP als regionaal kunstencentrum met lokale verankering
2.3. Jongerenwerking KAAP 80
2.3.1. Opstart jongerenproject 80
2.3.2. Concreet: DANSAND 84
2.3.3. Lange termijn 86
Deel 3. Conclusie 87
1. Algemene conclusie 87
2. Concrete aanbevelingen 90
2.1. DANSAND als opstap 90
2.2. Samenwerkingen 91
2.3. Imago en naambekendheid 91
Deel 4. Verder onderzoek 93
Bibliografie 95
Bijlagen 101
10
11
Deel 1. Inleiding
1. Voorstelling en motiveren onderwerp
KAAP
De interesse voor het onderwerp van dit onderzoek werd gewekt tijdens mijn stage bij
AmuseeVous. Deze organisatie is dé matchmaker tussen jongeren, cultuur en musea
in Vlaanderen en bracht mij in contact met diverse participatieve projecten. Daarnaast
leerde ik ook heel veel gemotiveerde jongeren kennen, vastbesloten om zich in te
zetten om leeftijdsgenoten naar de door hen georganiseerde culturele evenementen
te lokken. Mijn ervaringen bij AmuseeVous brachten mij ertoe om voor mijn
bachelorproef te werken rond structurele jongerenwerkingen gekoppeld aan culturele
organisaties. Aangezien toen slechts vier casussen werden besproken was de eerste
stap in dit onderzoek om een zo volledig mogelijk overzicht van bestaande
jongerenwerkingen in Vlaanderen te bieden. Daarnaast merkte ik dat ik tijdens
gesprekken die ik voerde met mensen uit het culturele veld die werken met jongeren,
vaak tips kon meegeven en dat ze het waardevol vonden om te horen hoe andere
jongerenwerkingen de dingen aanpakten. Ik wou dan ook graag iets doen met de
kennis die ik verworven had en ging op zoek naar een organisatie die interesse had in
het opstarten van een jongerenproject. Omdat ik zelf Bruggeling ben en aanvoel dat
er veel “leeft” in de stad op dit moment wou ik graag in Brugge een project opstarten.
Dit onderzoek is dus niet enkel gegroeid uit mijn interesse voor cultuur of participatieve
jongerenprojecten, maar ook uit mijn zin voor ondernemen. Via via kwam ik bij KAAP
terecht, een kunstencentrum dat onder die naam nog niet zo lang bestond en op dat
moment geen programma voor publiekswerking had. In januari 2019 werd een eerste
afspraak gemaakt met Rolf Quaghebeur, sinds zomer 2018 directeur van KAAP, en
meteen daarna werd het onderzoek opgestart. In april werd Evelyn Demaertelaere
aangenomen als medewerker publiekswerking en vrijwilligerswerving en vanaf dat
moment werd het project meer en meer concreet. Dit onderzoek zal dienen als de
basis voor de opstart van een jongerenproject bij KAAP en zal een eerste uitvoering
kennen tijdens DANSAND, een dansfestival op 5, 6 en 7 juli.1
1 “KAAP”, laatst geraadpleegd op 27 mei 2019, https://www.kaap.be/.
12
Bredere context
Zoals vermeld in voorafgaand onderzoek, structurele jongerenwerkingen gekoppeld
aan culturele organisaties: een onderzoek naar de belangrijkste slaagfactoren aan de
hand van 4 casussen, is het opstarten van een jongerenwerking een opkomend
fenomeen van de laatste jaren en zien culturele organisaties steeds vaker de
voordelen ervan in. Het onderwerp van dit onderzoek valt volledig te kaderen binnen
de trend van de laatste jaren waarbij binnen de publiekswerking topics als “participatief
werken” en “doelgroep jongeren” steeds vaker aan bod komen. Studiedagen en
publicaties rond projecten voor en door jongeren duiken steeds meer op.2 Dit
fenomeen valt te kaderen binnen de ontwikkelingen in het culturele veld waarbij de
focus voor culturele instellingen steeds meer ligt op publiek binnenhalen en behouden.
De bezoeker zelf is centraal komen te staan. Culturele instellingen spelen hierop in
door in te zetten op publieksdifferentiatie en voor elk type bezoeker een programma
aan te bieden dat aansluit bij zijn/haar interesses.3 De culturele context waarin dit alles
plaatsvindt is er één van verandering.4 Er beweegt van alles in de museale, en met
uitbreiding, de culturele wereld. Zo spreekt men al enkele jaren van de cultural turn,
waarmee bedoeld wordt dat culturele instellingen niet meer de nadruk leggen op de
vastgelegde betekenis van iets, maar dat die net gaat focussen op de verschillende
interpretaties die kunnen gegeven worden aan dat iets. Musealisering heeft lange tijd
als doel gehad om de identiteit van de eigen cultuur vast te stellen en te vergroten,
maar in de context van bijvoorbeeld immigratie en globalisering is dit helemaal niet
meer aan de orde. 5 De interpretaties die mensen aan kunst of cultuur geven, hangen
af van persoon tot persoon, van groep tot groep, … Afhankelijk van iemands visie op
de wereld vormt hij of zij betekenissen op een bepaalde, persoonlijke manier en het is
aan culturele instellingen om hierop in te spelen.6
2 Luka Franck, “Structurele jongerenwerkingen gekoppeld aan culturele organisaties: een onderzoek naar de belangrijkste slaagfactoren aan de hand van 4 casussen,” (bachelorproef, Universiteit Gent, 2018). 3 Sanne Kwak, Ellen Vehoff en Hannet Engel, Leerstijlen in kunstmusea (Utrecht: Universiteit Utrecht, 2012), 3. 4 In bijna alle besproken literatuur wordt voornamelijk gesproken over musea. Echter, veel van deze tendensen zijn ook van toepassing op een bredere culturele context. 5 Musealisering kan hier gedefinieerd worden als de toename van het aantal musea en toename van het aantal objecten dat het waard bevonden wordt om in musea geplaatst te worden. Lise den Brok, “Denken, dromen of doen? Educatietheorieën en hun belang voor de onderbouwing van het educatiebeleid in musea,” (masterproef, Universiteit Utrecht, 2010),7. 6 den Brok, “Denken, dromen of doen? Educatietheorieën en hun belang voor de onderbouwing van het educatiebeleid in musea,” 7-8.
13
Echter niet enkel musea of kunstencentra zijn één van de factoren die een aandeel
hebben in het construeren van die betekenissen. Ook de opkomst van internet en
nieuwe media spelen een rol en bieden culturele instellingen nieuwe
communicatiemogelijkheden.7 Daarnaast is er ook de opkomst van alternatieve
vrijetijdsbestedingen die heel doelgroepgericht programmeren en communiceren.
Culturele instellingen zullen moeten gaan nadenken over hoe ze hiermee zullen
concurreren.8
Lise den Brok schrijft in haar masterproef dat een museum net een plek is waar al die
veranderingen - de cultural turn, internet en nieuwe media en concurrentie van
alternatieve vrijetijdsbestedingen - voor nieuwe mogelijkheden kunnen zorgen. Zo ook
de mogelijkheid om een nieuwe doelgroep, bijvoorbeeld jongeren, te bereiken.9
Dat participatie in het algemeen “hot topic” is, bewijst ook het project “Expeditie
Participatie” uit 2018 waarin FARO op zoek ging naar de betekenis van participatie.
Naar aanleiding van het “Groot Onderhoud”, een themadag rond participatie met
honderden erfgoedwerkers, werden verschillende vragen rond erfgoed verspreid.
Deze werden in een affichevorm gebundeld en verspreid als vertrekpunt om na te gaan
wat participatie voor een bepaalde organisatie betekende. Daarnaast werd via de
website een platform opgesteld om bevindingen met elkaar te delen. Vragen als “wat
is schijnparticipatie?”, “wanneer is participatie een succes?” en “wat kan participatief
onderzoek inhouden?” zijn ook erg relevant voor dit onderzoek.10
7 den Brok, “Denken, dromen of doen? Educatietheorieën en hun belang voor de onderbouwing van het educatiebeleid in musea,” 8. 8 den Brok, “Denken, dromen of doen? Educatietheorieën en hun belang voor de onderbouwing van het educatiebeleid in musea,” 8. 9 den Brok, “Denken, dromen of doen? Educatietheorieën en hun belang voor de onderbouwing van het educatiebeleid in musea,” 9-10 10 “FARO: expeditie Participatie,” laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, https://faro.be/expeditieparticipatie; FARO, “Het Groot Onderhoud,” laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, https://faro.be/node/49205.
14
2. Status quaestionis
De aanzet voor dit onderzoek was de publicatie Mind the Gap van Olga van Oost. Van
Oost spreekt in dit artikel over jongeren tussen de 16 en 26 jaar als “underserved
audience”, een groep voor wie vaak geen cultureel aanbod op maat bestaat. Jongeren
tot 16 jaar worden via schoolgebonden activiteiten betrokken en jongeren ouder dan
26 jaar zouden zelf de weg terug vinden naar culturele organisaties, maar de 16 t.e.m.
26 jarigen vallen dus uit de boot. In Mind the Gap gaat van Oost op zoek naar
inspirerende voorbeelden van participatieve projecten voor deze leeftijdscategorie en
zo wordt de link gelegd met jongerenwerkingen. Ze gaat dieper in op een aantal
internationale projecten in o.a. New York en Nederland en zoomt dan in op
Vlaanderen.11
De kenner op het vlak van participatieve jongerenprojecten binnen het
cultuurlandschap in Vlaanderen is AmuseeVous. Van jongerenrapporten, kotroutes en
jonge curatoren tot museumspelen voor (jong)volwassenen, de diversiteit aan
projecten is groot. Door de jaren heen bundelde het haar ervaringen en expertise in
verschillende publicaties, telkens met een andere focus. Via Transmit it en Content
please geeft het concrete tips en voorbeelden over communicatie, zowel wat betreft
de verschillende kanalen als het inhoudelijke aspect. Een belangrijke bron voor dit
onderzoek specifiek is ook Take Part, een publicatie die tips bundelt voor musea die
willen inzetten op participatie. The Young Ones gaat nog een stap verder en is een
bundeling van tips en tricks voor musea bij de opstart van een succesvolle
jongerenwerkingen. AmuseeVous vertrekt hierbij telkens vanuit haar eigen ervaringen
en projecten.12
Een andere publicatie, die net als deze paper vertrekt vanuit een specifieke casus, is
Kies* - bijna 150 aanbevelingen voor een MAS in jonge handen. Naar aanleiding van
de opening van het MAS in 2011 werd een onderzoek opgestart met als insteek dat
jongeren de prioritaire doelgroep zou worden en de vraag hoe dat moest worden
gerealiseerd.
11 Olga van Oost, “Mind the Gap,” 36, laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, http://bartrooms.be/wp-content/uploads/2014/08/MindTheGap_2009.pdf. 12 “AmuseeVous: publicaties,” laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties.
15
Na 10 maanden onderzoek kwam het MAS tot 146 aanbevelingen voor een
jongerenwerking, MAS in jonge handen. Aanbevelingen die echter niet enkel voor het
MAS van toepassing zijn, maar ook inspirerend kunnen werken voor andere musea.
Deze publicatie is een belangrijke bron geweest voor voorafgaand onderzoek, namelijk
Structurele jongerenwerkingen gekoppeld aan culturele organisaties: een onderzoek
naar de belangrijkste slaagfactoren aan de hand van 4 casussen. Echter, in plaats van
tot veralgemeenbare stellingen te komen, lag de focus net veel meer op de verschillen
tussen de jongerenwerkingen en het onderzoeken van bepaalde keuzes die leiden tot
die verschillen.13
Algemeen kan besloten worden dat in bestaand onderzoek de focus voornamelijk op
musea ligt. Onderzoek naar en vergelijkingen met casussen in de theater-, dans- of
muziekwereld is dus een terrein dat nog open ligt.
3. Vraagstelling en doelstelling
Dit onderzoek is vertrokken vanuit de vraag hoe KAAP interessant kan zijn voor
jongeren en welke rol een jongerenwerking hierin kan spelen. Het doel van deze paper
was dan ook om te komen tot een aantal concrete aanbevelingen voor KAAP zodat
het aan de slag kan in de praktijk. Dit onderzoek beperkt zich tot het theoretisch
gedeelte, maar zal ook echt geraadpleegd worden voor de verdere uitvoering van een
jongerenproject. Hoewel het hier dus om een academische paper gaat is het toch heel
erg geënt op de praktijk en op de werking van KAAP.
13 Franky Devos, “Kies* - bijna 150 aanbevelingen voor een Mas in jonge handen,” laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, https://www.mas.be/sites/mas/files/KIES.pdf; Luka Franck, “Structurele jongerenwerkingen gekoppeld aan culturele organisaties: een onderzoek naar de belangrijkste slaagfactoren aan de hand van 4 casussen,” (bachelorproef, Universiteit Gent, 2018).
16
4. Afbakening van het onderwerp
In dit onderzoek wordt eerst en vooral een geografische afbakening gemaakt. Voor
een onderdeel van het vooronderzoek, namelijk het in kaart brengen van een aantal
bestaande jongerenwerkingen, werd gekozen om enkel op Vlaanderen te focussen. Er
is niet gezocht naar voorbeelden in Wallonië, noch wordt er ingezoomd op casussen
uit het Buitenland. Dit zou zeker een interessante aanvulling kunnen vormen, maar zou
dit onderzoek te lijvig maken.
De keuze voor Brugge en meer bepaald voor KAAP is enerzijds een persoonlijke
keuze. Anderzijds werd Brugge lange tijd niet gepercipieerd als een hippe
jongerenstad en lijkt daar nu stap voor stap verandering in te komen.
Er is ook bewust voor gekozen om niet enkel binnen de museale werking te blijven,
maar ook culturele instellingen als een kunstencentrum of een concertgebouw mee op
te nemen in de analyse. Enerzijds omdat KAAP zelf een kunstencentrum is en geen
museum, maar ook omdat het net heel interessant kan zijn om andere soorten
jongerenwerkingen te bekijken en niet enkel binnen een “vertrouwde omgeving” te
blijven.
Het begrip “jongerenwerking” wordt in dit onderzoek gedefinieerd als een vaste groep
jongeren die voor een bepaalde tijd verbonden is aan een culturele organisatie en deze
organisatie steunt in haar missie om meer jongeren aan te trekken en te bereiken. Het
opstarten van zo’n jongerenwerking staat dus los van het educatief, schoolgebonden
programma dat de meeste culturele organisaties voorzien in hun aanbod. Naarmate
het onderzoek vorderde werd gesteld dat KAAP niet meteen een vaste
jongerenwerking zal opstarten, maar eerst kleinere interventies zal doen. Om deze
acties te benoemen wordt de term “jongerenprojecten” gebruikt, daardoor blijft het
onderscheid met een vaste jongerenwerking duidelijk.
17
5. Onderzoeksstrategie en -methodologie
Structuur
De kern van dit onderzoek bestaat uit twee grote delen. Het eerste deel bevat een
hoofdstuk literatuur en een hoofdstuk o.b.v. veldonderzoek. Hierin wordt een soort
stand van zaken meegedeeld met enerzijds een overzicht van wetenschappelijke
theorieën m.b.t. participatieve jongerenprojecten en anderzijds een overzicht van een
aantal casussen uit de praktijk.
Het tweede grote deel van dit onderzoek focust specifiek op KAAP en de opstarting
van een jongerenproject. Dit deel start met een hoofdstuk waarin KAAP wordt
voorgesteld. Daarna volgt een grondige analyse van het kunstencentrum. Ten slotte
volgt een hoofdstuk over de effectieve opstart van een jongerenproject bij KAAP.
Literatuurstudie
Het opstarten van participatieve jongerenprojecten bevindt zich op de kruising van een
aantal begrippen met een gelaagde betekenis. Dit onderzoek vangt dan ook aan met
een literatuurstudie, waarin termen als participatie, vrijwilliger, vrije tijd en “de jongere”
onder de loep worden genomen. Een uiteenzetting van het eerder gevoerde
theoretisch onderzoek naar deze begrippen moet een bewustwording van de
complexiteit van deze termen teweeg brengen en een inleiding vormen voor het
concreet project bij KAAP.
De bespreking van die theorieën is vrij beperkt in dit onderzoek, maar moet vooral
aantonen dat het wel belangrijk is met (theoretische) voorkennis aan een dergelijk
project te beginnen. De selectie voor deze literatuurstudie is gevormd door te kijken
naar referenties in recente publicaties over participatieve jongerenprojecten. Op die
manier is geprobeerd een aantal theorieën samen te brengen die nog steeds relevant
zijn.
18
Bestaande jongerenwerkingen
Met het in kaart brengen van een aantal bestaande jongerenwerkingen in Vlaanderen
wordt een tweede stap gezet in het onderzoek. Initieel was het de bedoeling om een
analyse te maken van alle huidige jongerenwerkingen in Vlaanderen, maar doorheen
de zoektocht naar casussen werd duidelijk dat dit het onderzoek té lijvig zou maken.
Het overzicht dat in deze paper aan bod komt, is opgesteld om als houvast en inspiratie
te dienen voor het project bij KAAP. Daarbij is gezocht naar casussen uit verschillende
steden, met een verschillende werking en verschillende doelstellingen. Het overzicht
moet aantonen welke concrete vormen projecten van een jongerenwerking kunnen
aannemen en welke zaken de werking van deze projecten beïnvloedt. In dit onderdeel
wordt ook teruggekoppeld naar de literatuurstudie, door de praktijk van de
jongerenwerkingen aan de participatieladder van Roger Hart te koppelen.14
Het hoofdstuk over de bestaande jongerenwerkingen kwam voornamelijk tot stand via
interviews met de coördinatoren van de verschillende jongerenprojecten. Voorafgaand
aan het interview werden de begeleiders telkens via mail gecontacteerd waarin in
bijlage de vragen waarop het interview gebaseerd zou worden, al werden toegevoegd.
Dit gaf de geïnterviewde coördinators de kans om indien gewenst al een aantal
antwoorden voor te bereiden.
KAAP
De voorstelling van KAAP start met een schets van de situatie waarin het
kunstencentrum zich bevindt na de fusie tussen De Werf en Vrijstaat O. in 2017. Het
is namelijk noodzakelijk hier kennis van te hebben om een idee te krijgen van de
context waarin het jongerenproject zal opgestart worden. Na het deel over de fusie
volgt een uiteenzetting van de organisatiestructuur van KAAP en de missie en visie.
De documenten die voor dit onderdeel zijn gebruikt zijn zeer delicaat. KAAP bevindt
zich op een kantelmoment en is dus volop in verandering. De informatie die in dit
onderdeel verwerkt is, is dus nog steeds in volle evolutie.
14 “Lasso: Jongerenparticipatie in de praktijk,” laatst geraadpleegd op 18 maart 2019, http://www.lasso.be/documents/draaiboek-TBSCW.pdf.
19
Om genoeg duiding te krijgen en deze informatie op een correcte manier in dit
onderzoek te verwerken werd ook Lieven Fiers, sinds 2013 lid van de raad van bestuur
van KAAP, geïnterviewd. Daarnaast werden verschillende gesprekken gevoerd met
Rolf Quaghebeur, directeur van KAAP, en Evelyn Demaertelaere, medewerker voor
publiekswerking en vrijwilligerswerving, die een aanvulling vormden op de eerder
genoemde documenten.
Conclusie
De conclusie van dit onderzoek is tweeledig. Op basis van de interviews met de
jongerencoördinatoren van de verschillende culturele organisaties worden een aantal
algemene conclusies getrokken. De meest voorkomende aandachtspunten worden
hier gebundeld tot algemene aanbevelingen. Het tweede deel van de conclusie bevat
3 concrete aanbevelingen naar KAAP toe voor de opstart van een jongerenproject en
eventueel op langere termijn een vaste jongerenwerking.
20
21
Deel 2. Corpus
1. Stand van zaken - vooronderzoek
Het opstarten van een jongerenwerking bevindt zich op de kruising van volgende
kernbegrippen: participatie - vrije tijd - jongere(n) - vrijwillig(ers) - cultuur. Een aantal
van deze begrippen hebben een gelaagde betekenis en verschillende wetenschappers
hebben er dan ook al onderzoek naar gevoerd. In dit onderdeel worden een aantal
theorieën besproken die relevant zijn bij het opstarten van een jongerenwerking.
1.1 Relevante theorieën: participatie - vrije tijd - jongere(n) - vrijwillig(ers) -
cultuur
1.1.1. Nina Simon participatie & Roger Hart Jongerenparticipatie
“Participatief werken” is de laatste jaren een zeer actuele topic binnen de
publiekswerking. In Take Part lijst AmuseeVous de voordelen op van participatief
werken met jongeren. Zo levert het nieuwe kennis en methodieken op, kan het helpen
drempels te verlagen, opent het deuren naar het publiek en zorgt het voor dialoog met
en tussen bezoekers.15 Wat betekent “participatie” nu precies en wat heeft het te
maken met de opstart van een jongerenwerking?
De Amerikaanse museologe en directeur van het Santa Cruz Museum of Art and
History, Nina Simon, staat aan de basis van het concept en bespreekt het binnen de
context van een culturele instelling. Simon schreef in 2010 “The Participatory Museum”
waarin ze een participatief museum definieert als een museum waarin de bezoeker
actief mag deelnemen.16 De publicatie van AmuseeVous, Take Part, biedt een
beknopte inleiding van de basisprincipes van Simon. Hierin wordt participatief werken
in de context van een museum als volgt gedefinieerd: de bezoeker heeft een aandeel
in de culturele instelling.17
15 Brent Blockx en Nathalie Brejaart, “Take part,” 16, laatst geraadpleegd op 18 maart 2019, https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties. 16 Blockx en Brejaart, “Take part,” 3; Nina Simon, The Participatory Museum, (Santa Cruz: Museum 2.0, 2010). 17 Blockx en Brejaart, “Take part,” 4.
22
Bezoekers worden niet gezien als passieve consumenten, maar krijgen de kans om
hun verhaal, mening en gevoel te delen met de culturele instelling, maar ook met
andere bezoekers. De link met het opstarten van een jongerenwerking is duidelijk,
ondanks dat Simon zich in haar onderzoek niet beperkt tot de doelgroep jongeren.
Anderen legden de focus wel specifiek op jongerenparticipatie, maar bleven niet
binnen het gebied van de culturele sector. Zo beschreef Roger Hart in 1992 een model
dat organisaties moet helpen bepalen in welke mate zij aan jongerenparticipatie doen.
Het model is gebaseerd op de participatieladder van Sherry Arnstein en bestaat uit 8
verschillende stadia of “treden” van participatie. Het staat los van de culturele of
museale context, maar is wel zeer bruikbaar voor dit onderzoek.18 Vooral de
bespreking van de verschillende niveaus van participatie is hier relevant omdat het ook
voor KAAP een interessant middel is om zich te oriënteren bij het oprichten van haar
eigen jongerenproject. Verder in dit onderzoek volgt ook een overzicht van een aantal
bestaande jongerenwerkingen in Vlaanderen en op welke trede van de
participatieladder zij zich bevinden. Zo kan KAAP beter inschatten welk soort project
het wil starten en op welke manier het met de jongeren wil omgaan en samenwerken.
Nina Simon
Nina Simon onderscheidt 5 participatiestadia, waarbij de klemtoon steeds meer van
een ik-gevoel naar een wij-gevoel evolueert. Afhankelijk van het stadium waarin je je
bevindt, stelt Simon, gebruik je ander participatiemodel. In het eerste stadium wordt
nog niet over actieve participatie gesproken. De bezoeker is louter consument van de
inhoud die hem/haar wordt aangeboden. In stap twee is er sprake van interactie tussen
de bezoeker en de inhoud, waardoor hij of zij individuele ervaringen beleeft. In het
derde stadium van participatie worden deze individuele ervaringen gebundeld en
gepresenteerd aan het publiek. De vijfde stap is van toepassing wanneer de interacties
die individuen met de opstelling beleven een aanleiding vormen om met anderen in
sociale interactie treden. In het vijfde stadium van participatie ontstaat er sociale
interactie tussen individuen, los van de voorgaande individuele interacties met de
opstelling.19
18 “Lasso: Jongerenparticipatie in de praktijk” 19 Blockx en Blejaart, “Take part,” 6.
23
Het stadium van participatie bepaalt volgens Simon de keuze van het
participatiemodel. De vier modellen die Simon voorstelt, onderscheiden zich steeds
op vlak van intensivering en vragen dus telkens een andere aanpak.
Het eerste model is dat van de “bijdragende projecten” of “contributory”, waarbij
bezoekers worden uitgenodigd om een object, actie of idee aan te leveren. Bij
samenwerkingsprojecten of “collaborative” gaat men een stap verder en wordt de
bezoeker gevraagd om actief mee te werken aan een project. Bij projecten die
“samen gemaakt” worden of “co-creative” zijn wordt van in het begin samen gewerkt
met medewerkers van culturele instelling zodat de inhoud sterkt aansluit bij de
interesses van de bezoeker en de gemeenschap. Het meest intensieve
participatiemodel is dat waarbij de culturele instelling “gastheer of ontvanger” is
(“hosted”) en haar faciliteiten en middelen ter beschikking stelt voor andere
organisaties of personen die een programma willen presenteren aan een breder
publiek.20
Roger Hart
Naast de 4 modellen van Simon is er dus ook het model van Hart uit de jaren ’90. De
participatieladder van de Amerikaanse psycholoog bestaat uit acht treden. Lasso,
Brussels netwerk voor cultuurparticipatie en kunsteducatie, verdeelt de ladder in 3
grote delen. Bij de onderste twee treden van de ladder is er sprake van non-
participatie. De volgende 3 treden worden schijnparticipatie genoemd en dienen als
overgang tussen non-participatie en echte participatie, waarbij wordt gedoeld op de
laatste 3 treden. Een verdere bespreking van dit model volgt in het onderdeel 1.2.
Bestaande jongerenwerkingen Vlaanderen.21
20 Blockx en Blejaart, “Take part,” 8. 21 “Lasso: jongerenparticipatie in de praktijk,” 3.
24
1.1.2. Harry Ganzeboom Determinanten van cultuurdeelname & AmuseeVous
drempelonderzoek
In 1989 voerde Harry Ganzenboom een onderzoek naar de determinanten van
cultuurdeelname in Nederland. Het doel van zijn onderzoek was om een verklarende
theorie op te stellen waarin de voorwaarden voor deelname aan culturele activiteiten
worden besproken.22
Het vertrekpunt van Ganzenboom zijn onderzoek is het feit dat cultuurdeelname een
vorm van menselijk keuzegedrag is en dat de keuze voor een bepaald gedrag
gebaseerd is op een rationale afweging van kosten en baten.23 Aan de deelname aan
een culturele activiteit gaat dus een keuzeproces vooraf en dat keuzeproces is
gebaseerd op 4 voorwaarden: geldkost, tijdskost, informatiedrempels en
statusdrempels. Uit het onderzoek blijkt dat de belangrijkste drempel de
informatiedrempel is. Deze duidt op het feit dat je bij een cultuurdeelname over
bepaalde vaardigheden moet beschikken om de culturele informatie te kunnen
verwerken. Ook stelt Ganzenboom dat die drempel veel meer geënt is op de opleiding
die iemand volgt dan op de opvoeding die die persoon gehad heeft.24 Een tweede
voorwaarde waarop de keuze voor cultuurdeelname gebaseerd is, is de
statusdrempel. Aan welke culturele activiteit iemand deelneemt hangt dus af van de
overheersende normen binnen zijn of haar kringen. Elke levensstijl heeft m.a.w. eigen
waarden en gewoontes en een eigen wijze van cultureel participeren.25 Afwegingen
omtrent de investering van tijd is de derde voorwaarde voor het al dan niet deelnemen
aan een culturele activiteit. Volgens Ganzenboom is geldkost de laatste drempel,
waarbij de afweging wordt gemaakt tussen de kost van de deelname en het budget
dat men beschikbaar heeft. Ganzenboom besluit echter dat de geldprijs bij de meeste
van de culturele activiteiten te laag is om een drempel te kunnen zijn.26
22 Harry Ganzenboom, Cultuurdeelname in Nederland: een empirisch-theoretisch onderzoek naar determinanten van deelname aan culturele activiteiten, (Assen/Maastricht: Van Gorcum, 1989), 4. 23 Ganzenboom, Cultuurdeelname in Nederland, 31. 24 Ganzenboom, Cultuurdeelname in Nederland, 177. 25 Charlotte Nackom, “Jongeren en musea,” (masterproef, LUCA school of arts en Hogeschool PXL, 2015), 38; Ganzenboom, Cultuurdeelname in Nederland, 31. 26 Harry Ganzenboom, 31.
25
Harry Ganzenboom zijn onderzoek wordt nog steeds gebruikt als referentie in recente
publicaties, maar aangezien het onderzoek dateert uit 1989 kan de vraag gesteld
worden in hoeverre het nog relevant is. AmuseeVous schrijft in haar publicaties The
Young Ones, Take Part en Blikwerpers over mogelijke drempels voor jongeren om een
museum te bezoeken. Deze zijn echter ook breder toe te passen, op culturele
activiteiten in het algemeen, en kunnen in verband gebracht worden met de
voorwaarden van Ganzenboom.27
In The Young Ones worden twee drempels besproken. Ten eerste sluit de inhoud van
musea en andere culturele instellingen vaak niet aan bij de interesse en leefwereld
van jongeren. Ten tweede, en dit is ook een gevolg van het eerste punt, denken veel
jongeren dat voorkennis een vereiste is voor het begrijpen van kunst. Echter, kunst
draait vaak helemaal niet rond dingen “begrijpen” en het gevoel dat ze die voorkennis
missen komt net doordat het aanbod vaak niet aansluit bij hun interesses en
leefwereld.28 In Blikwerpers, een publicatie die ontstond na een bevraging van de
AmuseeVous-vrijwilligers, wordt deze drempel nogmaals benadrukt. Daarnaast wordt
ook de nadruk gelegd op het belang van imago en naamsbekendheid. De
AmuseeVous-jongeren benadrukten hoe belangrijk het is om naar de buitenwereld, en
naar jongeren toe, een duidelijke missie te communiceren. Via een logo of persoonlijk
motto kan dit versterkt worden. 29
In de thesis Jongeren en musea. van Charlotte Nackom wordt de theorie van
Ganzenboom besproken maar zij stelt zelf ook een lijst van mogelijke drempels samen.
Net als bij Ganzenboom komen de informatiedrempel, financiële drempel en culturele
drempel aan bod, maar Nackom voegt daar nog de praktische drempel en sociale
drempel aan toe. Vooral die sociale drempel zou van belang zijn voor jongeren. Zij
voelen zich namelijk ongemakkelijk alleen en kunnen zich pas op hun gemak voelen
als zij samen zijn met vrienden.30
27 Inge de Wolf, “The young ones,” laatst geraadpleegd op 15 mei 2019, https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties; Silke Leenen, “Blikwerpers,” laatst geraadpleegd op 15 mei 2019, https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties. 28 De Wolf, “The young ones,” 4. 29 Leenen, “Blikwerpers,” 3. 30 Nackom, “Jongeren en musea,” 41.
26
1.1.3. Youngworks en Motivaction Cultureel Jongeren Profiel
Om meer te kunnen inspelen op de leefwereld en interesses van jongeren ontwierp
YoungWorks in samenwerking met Motivaction het CJP of Cultureel Jongeren Profiel.
Het CJP is een segmentatiemodel dat culturele instellingen moet helpen meer inzicht
te krijgen in de belevingswereld van jongeren.31
YoungWorks onderscheidt drie levensfasen die jongeren (12-25 jarigen) doorlopen,
vroege (10-14 jaar), midden- (14-16 jaar) en late adolescentie (16-22 jaar). Deze
overgang van de ene fase naar de andere verloopt uiteraard niet bij elke jongere op
hetzelfde moment en ook kunnen de fasen elkaar overlappen. Het is belangrijk dat een
organisatie zich hiervan bewust is zodat het kan inspelen op wat leeft onder die
doelgroep. Zo is in de late adolescentie zelfontplooiing en identiteit zeer belangrijk,
terwijl in de vroege adolescentie jongeren nog veel meer gefocust zijn op het opgaan
in de groep. Een kunstervaring zal dus door de verschillende groepen op een heel
andere manier beleefd worden en daarop kan worden ingespeeld. Dit model kan
culturele instellingen helpen om niet enkel het aanbod, maar ook de
communicatiewijze aan te passen aan het type jongeren dat bereikt wil worden.32
Het segmentatiemodel van YoungWorks kwam tot stand via het ondervragen van
jongeren a.d.h.v. stellingen. Deze stellingen werden verdeeld over 9 dimensies: 1)
intrinsieke interesse, 2) drempelvrees, 3) zelfexpressie en creatie, 4) performance
angst, 5) muziek als katalysator, 6) sociale beleving, 7) escapisme, 8) algemene
vorming en 9) leergierigheid. De 4 types van het Cultureel Jongeren Profiel zijn
gevormd o.b.v. een unieke combinatie van scores op die 9 dimensies. Binnen elk type
hebben jongeren globaal een gelijkaardige houding t.o.v. kunst en cultuur.33
31 YoungWorks definieert deze doelgroep als 12 t.e.m. 25 jarigen. Bas Delmee, Maxime Rooijmans en Annika
Baeten, “Cultureel Jongerenprofiel,” 3, laatst geraadpleegd op 15 mei 2019,
http://www.kunstcontext.com/ckv/cjprofiel.pdf. 21 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 6. 22 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 8. 23 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 12, 20. 24 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 20.
27
Het eerste type is de geïnteresseerde toeschouwer. Deze jongeren zijn intrinsiek
geïnteresseerd in kunst en cultuur en vinden het een belangrijk deel van de algemene
vorming. Vaak zijn de jongeren binnen dit type als iets ouder, vaak studenten, en
wonen in de stad. Dit type heeft geen behoefte om zelf creatief aan de slag te gaan,
maar kan wel genieten als anderen dit doen. Ze hebben een heel brede kijk op kunst
en cultuur en staan dus open voor veel verschillende activiteiten. De geïnteresseerde
toeschouwer zal zich steeds de vraag stellen “wat kan ik zien en wat kan ik leren?”.
YoungWorks geeft volgende tips aan culturele instellingen om zich af te stemmen op
deze doelgroep: bied kennis aan op het juiste niveau, zorg ervoor dat er iets valt bij te
leren, geef veel achtergrondinformatie en zorg ervoor dat de beleving op een rustige
en individuele manier kan verlopen.34 Om de jongeren uit dit segment te bereiken moet
ingezet worden op communicatie via vrienden, school en ouders. Deze communicatie
moet argumenten bevatten waarom de activiteit interessant is en mag niet om een
commerciële manier gebracht worden.35
Het tweede jongerentype is dat van de ondernemende cultuurfan. Net als het vorige
type hecht de ondernemende cultuurfan belang aan kunst en cultuur om dingen te
leren en zichzelf te ontwikkelen, maar daarnaast ook om te ontspannen en genieten.
Dit type ervaart niet echt drempels voor het deelnemen aan culturele activiteiten en
vindt het dan ook een aanwinst voor iedereen. De jongeren die tot deze groep behoren
zijn vaak ook actief in culturele initiatieven en staan graag eens in de belangstelling.
Ook het sociale aspect is dus van belang.36 Om deze groep jongeren te bereiken zet
een culturele instelling best in op projecten waarin de jongeren zelf aan de slag kunnen
en waar ze ook sociale contacten kunnen leggen. Het deelnemen aan een culturele
activiteit moet een bijzondere ervaring zijn, uitdagend en inspirerend zijn en hen aan
het denken zetten. Deze groep is zowel via social mediakanalen als via offline
communicatie te bereiken. In de communicatie moet het uitdagend en hipt karakter
van het aanbod duidelijk zijn.37
36 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 14. 37 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 21.
28
De creatieve entertainer is het derde type van het Cultureel Jongeren Profiel. Dit type
komt vooral voor bij jongere jongeren voor wie het nog heel belangrijk is om bij de
groep te horen. Dit type staat graag zelf in de spotlight en is graag bezig met muziek,
maar vindt “klassieke” culturele activiteiten eerder niet zo interessant.38 Het aanbod
voor de creatieve entertainer moet dus eerder laagdrempelig zijn, liefst gerelateerd
aan muziek. De nadruk mag niet op educatie liggen, maar moet eerder aansluiten bij
trends en liefst op een interactieve manier. Door bekende dansers/zangers/bands in
te schakelen als ambassadeurs kan een culturele instelling erop inzetten om deze
groep aan te trekken. Ook het creëren van een must-see gevoel of inspelen op een
strategie zijn goeie strategieën voor het bereiken van deze doelgroep. Er wordt daarbij
best gebruik gemaakt van commerciële kanalen.39
Het vierde type is de honkvaste cultuurmijder die weinig tot niet geïnteresseerd is in
cultuur. Dit type jongere is weinig ambitieus of ondernemend, voelt zich best in een
vertrouwde omgeving en is weinig creatief. Ze associëren kunst en cultuur enkel met
toneel of schilderijen en participeren dan ook weinig in deze activiteiten. Om deze
weinig enthousiaste groep toch te bereiken kan een culturele organisatie focussen op
het inspelen op de belevingswereld van dit type en door linken te leggen met
dagdagelijkse zaken. Ook mag er niet veel eigen inbreng verwacht worden. De
honkvaste cultuurmijder is vooral te bereiken via school en docenten. Om dit type
jongeren aan te trekken moet je hen een vertrouwd gevoel geven, liefst op een locatie
dichtbij en op een plek waar vrienden ook kunnen deelnemen.40
Inzicht krijgen in de leefwereld van jongeren en de manier waarop zij kunst en cultuur
beleven kan voor een culturele instelling de eerste stap zijn richting een beter begrip
van deze doelgroep. Het Cultureel Jongerenprofiel kan hierbij als hulpmiddel dienen
voor het ontwikkelen van culturele activiteiten op maat.41
38 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 16. 39 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 22. 40 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 23. 41 Delmee, Rooijmans en Baeten, “Cultureel jongerenprofiel,” 24.
29
1.1.4. David Kolb Leerstijlentheorie
Tegenwoordig ligt de focus voor culturele instellingen heel erg op publiek binnenhalen
en dat publiek behouden, ook jongeren. Daarbij staat de bezoeker en de
bezoekersbeleving centraal. Culturele instellingen proberen in te spelen op hoe elk
type bezoeker een museumbezoek/voorstelling/tentoonstelling beleeft om zo een zo
groot mogelijk publiek aan te trekken. Om een brug te slaan tussen de info in een
culturele instelling en de bezoeker zelf, is een individuele aanpak nodig.42 De vier
leerstijlen van de Amerikaanse pedagoog David Kolb zouden hier een toepasselijk
theoretisch kader kunnen bieden. Kolb stelt dat leren bestaat uit twee dimensies, de
ervaren-begrijpen dimensie en de intern-extern dimensie. Kolb plaatst deze dimensies
op een as en komt zo tot wat hij een leercyclus noemt. In de leercyclus volgen 4
manieren van leren elkaar op: concreet ervaren, reflectief observeren, abstract
conceptualiseren en actief experimenteren. Elk van de vier leerstijlen, dromer, denker,
beslisser, doener, is het resultaat van een combinatie van twee manieren van leren.43
In 2007 wordt door Els Hoogstraat en Annemarie Vels Heijn onderzocht of de leerstijlen
van Kolb te vertalen zijn naar de context van een museale situatie.44 Hiernaar volgt in
2012 verder onderzoek door de Universiteit van Utrecht. De centrale vraag van deze
onderzoeken is in hoeverre de verschillende leerstijlen van Kolb door jongeren ingezet
worden bij een museumbezoek. Indien in een museum alle vier de leerstijlen, doener
- denker - dromer - beslisser, worden aangesproken, zou men van een toenemende
toegankelijkheid en publieksvriendelijkheid kunnen spreken.45
Voor KAAP kan dit onderzoek naar de leerstijlen interessant zijn om in te spelen op de
manier waarop jongeren een voorstelling, performance of muziekoptreden ervaren.
Meteen moet de kanttekening gemaakt worden dat KAAP geen museum is en dat haar
jongerenproject zal focussen op culturele activiteiten buiten schoolgebonden context,
in tegenstelling tot hierboven vermelde onderzoeken.
42 Kwak, Vehoff en Engel, Leerstijlen in kunstmusea, 3. 43 Kwak, Vehoff en Engel, Leerstijlen in kunstmusea, 8. 44 Els Hoogstraat en Annemarie Vels Heijn, De leertheorie van Kolb in het museum: dromer, denker, beslisser, doener, (Amsterdam, Museumvereniging, 2006). 45 Kwak, Vehoff en Engel, Leerstijlen in kunstmusea, 2.
30
Toch kan het nuttig zijn om wanneer KAAP met jongeren zal samenwerken, na te gaan
volgens welke leerstijl zij de dingen ervaren. Jongeren kunnen zich naargelang hun
eigen leerstijl misschien beter inzetten om projecten bij KAAP aan te passen aan
jongeren met een gelijkaardige leerstijl. Op de hoogte zijn van de individuele leerstijl
van de jongeren binnen de jongerengroep ook kan helpen hen gepaste taken en
functies te laten uitvoeren.
1.1.5. Robbert Stebbins Vormen van vrijetijdsbesteding
In 1973 startte de Amerikaanse socioloog Robbert Stebbins met een onderzoek naar
de verschillende vormen van vrijetijdsbesteding. Hij ontwierp een theoretisch model,
het SLP-model of the serious leisure perspective, waarin hij die vormen van
vrijetijdsbesteding samenbrengt. “Leisure” of vrijetijdsbesteding wordt door de
socioloog gedefinieerd als volgt: “Leisure is defined in the SLP as un-coerced,
contextually framed activity engaged in during free time, which people want to do and,
using their abilities and resources, actually do in either a satisfying or a fulfilling way
(or both)”.46 Stebbins onderscheidt “serious leisure” ( = serieuze vrijetijdsbesteding),
“project-based leisure” ( = projectmatig ingevulde vrije tijd) en “casual leisure” ( =
vrijblijvende vrije tijd). Naarmate het onderzoek vorderde werden steeds meer
subtypes en variëteiten toegevoegd.47
In een publicatie van FARO, het ABC van vrijwilligerswerk in de erfgoedsector, worden
de types van Stebbins besproken en wordt gesteld dat de activiteiten en taken van
erfgoedvrijwilligers vooral passen binnen de “serious leisure” of de “project-based
leisure”, afhankelijk van de tijdsduur van het engagement. Het engagement dat je als
jongere aangaat wanneer je je inzet voor een jongerenwerking valt ook onder de
categorie “serious leisure”. De taken die door de jongeren verricht zullen worden op
DANSAND vallen eerder onder het begrip “project-based leisure”.
46 “The serious Leisure Perspective (SLP),” laatst geraadpleegd op 30 maart 2019, https://www.seriousleisure.net/concepts.html; Daphné Maes et al., “FARO: ABC van vrijwilligerswerk in de erfgoedsector,” 25 , laatst geraadpleegd op 30 maart 2019, https://faro.be/publicaties/abc-van-het-vrijwilligerswerk-de-erfgoedsector. 47 “The serious Leisure Perspective (SLP)”
31
De betekenis van “serious” in deze context slaat niet op het feit dat er geen plezier
beleefd wordt aan de taken die de vrijwilligers doen, maar wel op het feit dat deze op
een zeer toegewijde en zorgvuldige manier worden uitgevoerd. Het duidt dus op de
plaats die dit soort activiteiten inneemt in het leven van de jongere.48
1.1.6. Movisie Vrijwilligerskwadrant
Tijdens een studiedag in Antwerpen bleek het begrip “vrijwilliger” stof tot discussie te
zijn. De vraag werd gesteld of het eerlijk is dat jongeren als vrijwilligers in ruil voor
hun participatie een vergoeding, opleiding en/of expertise krijgen, maar niet voluit
betaald moeten worden? Of zijn het net die jongeren die de expertise aanleveren en
soms even hard werken als vaste medewerkers en is het begrip “vrijwilliger”
oneerlijk? Moeten jongeren een vergoeding krijgen voor de tijd die ze zich engageren
of is het idee van vrijwilligerswerk net dat je dit doet zonder ervoor betaald te
worden?49
Aangezien de jongerenprojecten bij KAAP onder de verantwoordelijkheid van de
medewerker publiekswerking en vrijwilligerswerving zullen vallen en aangezien het
om een vrijwillig engagement in de vrije tijd gaat, is ervoor gekozen om de
deelnemende jongeren hier wel onder de noemer “vrijwilligers” te bespreken. Wat het
wettelijk betekent wordt nog verduidelijkt in 1.4. Regelgeving vrijwilligerswerk.
Net zoals niet alle jongeren dezelfde zijn, zijn ook niet alle vrijwilligers hetzelfde. Om
na te gaan met welk type vrijwilliger je als culturele organisatie te maken hebt,
ontwikkelde Movisie, Nederlands centrum voor de kennis en aanpak van sociale
vraagstukken, het vrijwilligerskwadrant. Het kwadrant dient als tool om verschillende
soorten vrijwilligers te herkennen en a.d.h.v. zijn of haar persoonlijkheid de vrijwilliger
op een efficiënte en correcte manier in te schakelen.50
48 Maes et al., “ABC van vrijwilligerswerk in de erfgoedsector,” 26. 49 FARO, “Studiedag: MAS in jonge handen: is een jongerenwerking de sleutel voor een toekomstig museum?”, MAS: Antwerpen, 11 februari 2019. 50 “Movisie,” laatst geraadpleegd op 13 maart 2019, https://www.movisie.nl/.
32
Het kwadrant is opgebouwd op basis van twee dimensies. Enerzijds houdt het
rekening met het gedrag van de vrijwilliger ten aanzien van de sociale omgeving,
anderzijds ligt de focus op de manier waarop de vrijwilliger het werk ervaart en benut.
Uit het gedrag van de vrijwilliger kan blijken dat hij/zij op zoek is naar een veilige plek
om tot rust te komen of dat hij/zij net gaat zoeken naar kansen en uitdaging. Ook wordt
een onderscheid gemaakt tussen egogericht gedrag, waarbij een vrijwilliger zoekt naar
zelfbevestiging en onafhankelijkheid, en omgevingsgericht gedrag, waarbij een
vrijwilliger zoekt naar acceptatie van anderen.51
Op basis van deze twee dimensies komt Movisie tot vier types vrijwilligers, namelijk
ondernemers, stimulators, regelaars en dienstverleners. De sterkte van het
vrijwilligerskwadrant is dat het als tool kan dienen om deze verschillende types te
linken aan bepaalde taken binnen de organisatie. Zo kan elke vrijwilliger inzetten op
zijn eigen kwaliteiten. In Museumpeil 33 worden die vrijwilligerstaken toegepast in
museale context, maar ze kunnen ook worden aangepast aan de werking van andere
organisaties.52
51 Girbe Buist, “Het vrijwilligerskwadrant: een hulpmiddel om kwaliteiten van vrijwilligers te onderscheiden,” Museumpeil, nr. 33 (2010): 25, laatst geraadpleegd op 18 maart 2019, https://www.museumpeil.eu/museumpeil/Museumpeil-33.pdf 52 Buist, “het vrijwilligerskwadrant,” 26.
33
1.2. Bestaande jongerenwerkingen Vlaanderen
In dit onderzoek wordt het begrip “jongerenwerking” gedefinieerd als een vaste groep
jongeren die voor een bepaalde tijd verbonden is aan een culturele organisatie en deze
organisatie steunt in haar missie om meer jongeren aan te trekken en te bereiken. Het
opstarten van zo’n jongerenwerking staat dus los van het educatief, schoolgebonden
programma dat de meeste culturele organisaties voorzien in hun aanbod.
De werking van een vaste “jongerengroep” kan op zeer veel verschillende manieren
ingevuld worden. Welke projecten en acties de jongeren doen hangt af van de
organisatie waaraan ze verbonden zijn, maar ook van de stedelijke context, de groep
zelf, … Om KAAP een idee te geven van wat zo’n jongerenwerking kan betekenen,
volgt hieronder een overzicht van een aantal bestaande jongerenwerkingen in
Vlaanderen. Er zullen telkens drie aspecten besproken worden:
1. Doelstellingen en verwachtingen van de organisatie
2. Functie en projecten van de jongerenwerking
3. Graad van participatie
Dit laatste aspect duidt aan in hoeverre de jongeren betrokken worden binnen de
werking van de organisatie en hoe intensief zij een impact hebben. Een handige tool
om na te gaan hoe ver die participatie gaat, is de participatieladder van Roger Hart.
Deze tool telt 8 trappen met telkens een intensere graad van participatie. Het is niet
de bedoeling om als organisatie de hoogste trap na te streven, maar wel om bewust
na te denken over welke graad van participatie past bij welk project en bij de
participerende jongeren. Bij de opstart van een jongerengroep is het dan ook nuttig dat
de organisatie in kwestie vooraf gaat nadenken over wat participatie voor hen betekent
en op welke manier zij dit vorm zullen geven.53
De participatieladder van Hart bestaat uit 8 treden: 1) manipulatie, 2) decoratie, 3)
afkopen, 4) in opdracht, maar geïnformeerd, 5) geconsulteerd en geïnformeerd, 6)
geïnitieerd door volwassenen maar jongeren beslist mee, 7) geïnitieerd en geleid door
jongeren, 8) geïnitieerd door jongeren en jongeren beslissen samen met volwassen.
53 Eveline Bohez, “De invloed van leerlingenparticipatie in het deeltijds beroepssecundair onderwijs op het welbevinden van de leerlingen,” (masterproef, Universiteit Gent, 2011), 5.
34
De onderste 3 treden noemt de Amerikaanse psycholoog non-participatie, pas vanaf
trede 4 kan van werkelijke participatie gesproken worden.54 Van deze tool bestaan
verschillende bewerkingen. Zo hanteert Lasso, Brussels netwerk voor
cultuurparticipatie en kunsteducatie, een model waarbij de eerste 2 treden als non-
participatie worden aangeduid, de volgende 3 als schijnparticipatie en slechts de
laatste 3 als werkelijke participatie worden omschreven.55 In andere modellen worden
non-participatie en schijnparticipatie als synoniem gebruikt, bijvoorbeeld bij het model
van het JeugdOnderzoeksPlatform. De benamingen voor de treden in dit model zullen
ook voor volgende analyse gebruikt worden: 1) manipulatie, 2) decoratie, 3) afkopen,
4) informeren, 5) raadplegen, 6) adviseren, 7) coproduceren, 8) (mee)beslissen. 56
Volgende jongerenwerkingen zullen besproken worden:57
1. Schoonvolk (MSK - Gent)
2. Soundcast (Concertgebouw - Brugge)
3. MAS in jonge handen (MAS - Antwerpen)
4. K-team (Kaaitheater - Brussel)
5. Belvue bende (Belvue museum - Brussel)
6. Untitled (Mu.Zee - Oostende)
7. Jongbloed! (KMSKA - Antwerpen)
8. aMAZe (Cultuurcentrum - Brugge)
54 Bohez, “De invloed van leerlingenparticipatie in het deeltijds beroepssecundair onderwijs op het welbevinden van de leerlingen,” 5. 55 “Lasso,” laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://www.lasso.be/. 56 “Jeugdonderzoeksplatform,” laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://www.jeugdonderzoeksplatform.be/nl. 57 In het Yper museum is sinds 2015 ook een jongerenwerking actief. De jongeren helpen mee denken over het beleid van het museum en zetten projecten op poten voor leeftijdsgenoten. Aangezien de leden van deze jongerenwerking leerlingen uit het secundair onderwijs zijn, wordt deze hier niet opgenomen in de bespreking. Ook het project ‘paleisje pimpen’ van het Gruuthusemuseum in Brugge wordt hier niet verder besproken. Vanuit de Brugse musea hoopt men dat een aantal van de deelnemende jongeren zich na het project zullen blijven engageren als vaste jongerengroep, maar voorlopig is dit nog niet het geval. Er zijn nog andere jongerenwerkingen en projecten die hier niet besproken worden. Daarover meer in het besluit van dit onderzoek. “Yper museum: voorlopig bewind,” laatst geraadpleegd op 29 april 2019, https://www.ypermuseum.be/voorlopig-bewind; “Paleisje pimpen,” laatst geraadpleegd op 5 mei 2019, https://www.verrijkjekijkopbrugge.be/2018/12/21/paleisje-pimpen/.
35
In dit onderzoek wordt niet expliciet dieper ingegaan op het feit dat deze
jongerenwerkingen bij 8 zeer verschillende instellingen horen. Het is echter wel
belangrijk om dat in het achterhoofd te houden bij het lezen van volgende analyse.
Ten eerste is het soort organisatie, museum/cultuurcentrum/kunstencentrum/… een
bepalende factor. Daarnaast speelt ook het programma en aanbod van deze
instellingen een rol, muziek/theater/dans/beeldende kunst/…, net als de stedelijke
context waarin deze instellingen zich bevinden.
36
1.2.1. Schoonvolk - MSK Gent (Bijlage I)
Doelstellingen en verwachtingen
Schoonvolk werd in 2017 opgericht na aandringen van de medewerkers
publiekswerking van het MSK. Bij de opstart van het project werden volgende doelen
opgesteld: 1) Via Schoonvolk wil het museum haar publieksbereik vergroten.
Momenteel is slechts 20 % van de bezoekers van het MSK “jongere”. 2) Het MSK wil
een museum zijn voor iedereen. De jongvolwassenen die zich in de leeftijdscategorie
18 tot 24 jaar bevinden, blijken moeilijk te bereiken. De groep bezoekt het MSK niet
meer in schoolverband, maar komt ook nog niet via een eigen zin met het museum in
contact. Via Schoonvolk wil het MSK ook deze categorie bereiken. 3) Schoonvolk moet
helpen betrokkenheid creëren. 4) De leden van schoonvolk zorgen idealiter voor een
frisse blik en vernieuwende insteek. 5) Via Schoonvolk wil het MSK haar
naambekendheid vergroten. 6) Schoonvolk kan een opstap zijn naar het uitbreiden van
het vrijwilligersbestand en de Vrienden van het MSK. Leden van Schoonvolk die ouder
dan 24 worden en dus niet meer bij de jongerengroep kunnen blijven, kunnen zich wel
blijven engageren als vrijwilliger.58
Projecten/functie
Schoonvolk maakte o.a. al een eigen programma voor museumnacht, gaf al
gidsbeurten, voorzag een life audio guide om het museumbezoek dynamischer te
maken, leverde promotiemateriaal, … De voorwaarde voor alle projecten is dat de link
met het museum altijd duidelijk blijft. Zo was de “metafloristieke yoga” niet zomaar
yoga, maar wel gelinkt met een werk uit het museum.59
58 Lies Ledure (coördinator MSK), interview door Luka Franck (studente Universiteit Gent), maart 2019. Zie Bijlage I, 101-104. 59 Ledure interview.
37
Graad van engagement participatie
Wanneer de jongeren aanwezig zijn krijgen ze telkens een vergoeding, bepaald
volgens het vrijwilligersstatuut. Voor een volledige dag kunnen ze 30 tot 35 euro
krijgen, maar budget voor eten tijdens vergaderingen of evenementen wordt daar
vanaf getrokken. Er wordt van hen verwacht dat ze één keer per maand samenkomen
met één van de coördinators in het MSK. Daarnaast spreken ze, tussen deze
momenten door, ook zelf nog af op zondagavond, zonder de coördinators. Het
bedenken en uitwerken van projecten werkt in twee richtingen. Enerzijds stellen de
jongeren zelf ideeën voor aan het museum, anderzijds kunnen de museumwerkers
ook kiezen om de jongeren te betrekken bij bepaalde projecten. Tot nu toe komen bijna
alle voorstellen echter van de jongeren zelf. Ze hebben heel veel energie en heel veel
ideeën en krijgen voor elke brainstormsessie dan ook alle vrijheid. Er wordt vooraf
geen kader opgesteld waarbinnen gedacht moet worden.60 De projecten van
Schoonvolk komen tot nu toe dus vooral in coproductie tot stand, dit is “trede” 7 op
de participatieladder. De jongeren nemen zelf initiatief voor het bedenken van een
bepaalde activiteit en nemen beslissingen over hoe die zal uitgevoerd worden.61
1.2.2. Soundcast - Concertgebouw Brugge (Bijlage II)
Doelstellingen en verwachtingen
De belangrijkste drijfveer voor de opstart van Soundcast 6 jaar geleden waren
bevindingen omtrent het imago van het concertgebouw en communicatiemiddelen die
werden gebruikt. Het bleek namelijk dat jongeren die het concertgebouw kennen zeer
positief oordeelden over het imago, maar dat dit veel minder zo was bij jongeren die
er nog nooit waren geweest. Ook zouden niet de juiste communicatiemiddelen gebruikt
zijn om jongeren te bereiken. De bedoeling van Soundcast is onder andere om dus
meer individuele jongeren te bereiken en om mee te denken over communicatie-
methodes.62
60 Ledure interview. 61 Lasso: Jongerenparticipatie in de praktijk,” 3. 62 Rik de Jonghe (coördinator Soundcast), interview door Luka Franck (studente Universiteit Gent), maart 2018. Zie Bijlage II, 105-108.
38
Projecten/functie
Met de oprichting van Soundcast wil het concertgebouw via een beperkte groep
jongeren andere jongeren warm maken. In de eerste plaats is Soundcast een
feedbackgroep/klankbord die mee helpt om het concertgebouw meer jongerenproof te
maken. De stem van Soundcast telt binnen het concertgebouw (en kan zeker nog
vaker ingezet worden), maar heeft vooral op vlak van communicatie veel inspraak.
Naast het geven van feedback heeft de groep ook een functie als reporters. De ene
helft van de groep bestaat vooral uit fotografen en filmers, de andere helft zijn
voornamelijk tekstschrijvers. Ze schrijven verslagen en maken beelden van de
voorstellingen, interviewen kunstenaars, filmen repetities, enz. De leden van
Soundcast maken ook reclame voor geplande projecten. Zo is bij het begin van het
seizoen een project opgestart waarbij jongeren naar 7 voorstellingen kunnen gaan
kijken voor maar 7 euro. Het concertgebouw biedt al 50 procent korting aan op alle
voorstellingen voor -26 jarigen, maar er werd gemerkt dat vele jongeren hier niet van
op de hoogte zijn. Naast hun functie als reporters en als klankbord, willen de jongeren
ook zelf creatief aan de slag gaan. In het verleden werd door Soundcast al een
“tanksessie” gecureerd in Het Entrepot. Dit project was zeer succesvol en in november
2017 werd dan ook een nieuw project opgezet, FRONT, een event voor en door
jongeren rond het War Requiem van Benjamin Britten.
Binnenkort zal ook een herprofilering van Soundcast gebeuren. Nu de
jongerenwerking vijf jaar bestaat, is deze grondig geëvalueerd. Uit die evaluatie is
besloten dat er extra aandacht moet geschonken worden aan het behouden van het
evenwicht tussen de drie functies/taken van de jongerenwerking. Vooral de artistieke
component zal iets kleinschaliger moeten en zal duidelijker omkaderd en begeleidt
worden. Het is een zeer moeilijke oefening om een evenwicht te vinden tussen de
autonomie van de groep en de begeleiding van het concertgebouw.63
63 De Jonghe interview.
39
Participatiegraad
Lid zijn van Soundcast doe je op volledig vrijwillige basis. Er is geen
vrijwilligersvergoeding aan gekoppeld, maar de soundcastjongeren krijgen soms wel
betalende opdrachten van buitenaf. Ook mogen ze gratis naar alle voorstellingen en
wordt een onkostenvergoeding voorzien.
Als feedbackgroep heeft soundcast vooral een adviserende rol. De groep wordt
gevraagd om hun mening te geven over de beslissingen die het concertgebouw neemt.
Voor hun andere activiteiten, bijvoorbeeld als reporters, kan eerder gesproken worden
over coproductie. Hoe zij voorstellingen in beeld brengen beslissen zij zelf, maar hun
ideeën worden wel altijd afgetoetst met de coördinator. Deze geeft ook duidelijk aan
hoe moeilijk het is om telkens per project te gaan bepalen welke graad van participatie
verwacht/toegelaten wordt.
1.2.3. MAS in jonge handen - MAS Antwerpen (Bijlage III)
Doelstellingen en verwachtingen
Het MAS werd geopend in 2011, maar al in 2005 werd beslist dat jongeren een
speciale plek zouden krijgen in het museum. Het doel van de jongerenwerking is om
van het MAS een jongerenmuseum te maken. Hoe ze dit zouden doen, mogen de
jongeren zelf invullen.64
Projecten/functie
MAS in jonge handen organiseerde zo dit jaar voor het eerst een eigen tentoonstelling
voor en door jongeren, Instinct. De jongeren gaven niet enkel rondleidingen in hun
eigen tentoonstelling. Er gingen ook live concerten door en werden sprekers
uitgenodigd. Jaarlijks organiseert MAS in jonge handen ook het gemaskerd bal,
Masked, en tal van andere activiteiten.65
64 Liene Conard (coördinator MAS in jonge handen), interview door Luka Franck (studente Universiteit Gent). Maart 2018. Zie Bijlage III, 109-111. 65 Conard interview.
40
Participatiegraad
Vaak vertrekken de jongeren vanuit de collectie van het MAS of vanuit eigen
ervaringen om een project op te starten, maar evengoed wordt het jongerenteam
gevraagd of ze het zien zitten om rond een bepaald onderwerp te werken. Het
opstarten van nieuwe projecten ontstaat dus altijd uit een wisselwerking tussen het
jongerenteam en de andere medewerkers van het museum. Het MAS organiseert af
en toe workshops en opleidingen die aansluiten bij de ideeën en projecten van de
groep. Omdat de jongeren bijna wekelijks samen komen en dit telkens ’s avonds is,
heeft elk lid van het team een badge waarmee hij/zij in het hele gebouw kan. Op die
manier wil het museum de jongeren ook duidelijk maken dat ze als gelijkwaardige
medewerkers worden beschouwd en dat ze een bepaalde verantwoordelijkheid
hebben. Het MAS evalueert haar jongerenwerking ook elk jaar. Dit is ook noodzakelijk
aangezien ze een soort kwaliteitslabel hebben gekregen en ze een
competentiecertificaat mogen uitdelen. Bij het verlaten van MAS in jonge handen
krijgen de jongeren namelijk een competentiepas, een soort certificaat van alle
competenties die ze hebben verworven tijdens het traject. Er is ook een beperkte
vergoeding voorzien.66
De projecten van MAS in jonge handen worden altijd in coproductie gerealiseerd.
Echter hun laatste project Instinct, de tentoonstelling die ze a.d.h.v. de collectie van
het MAS zelf maakten voor een publiek van jongeren, leunt al aan bij de laatst
participatietrede (mee)beslissen. Uiteraard werd de coördinator bij de besluitvorming
mee betrokken, maar toch was het echt een project door jongeren voor jongeren.
66 Conard interview.
41
1.2.4. K-team - kaaitheater Brussel (Bijlage IV)
Doelstellingen en verwachtingen
Met de oprichting van het K-team in 2010 wil het kaaitheater meer jongeren bereiken
en betrekken bij hun voorstellingen en werking. In de periode voordat de huidige
coördinator aangesteld werd, was het zo dat jongeren die lid waren van het K-team
gratis iemand mochten meenemen naar een voorstelling. Nu is het meer de bedoeling
dat de jongeren echte “kenners” worden van het kaaitheater en hun achterban
proberen te enthousiasmeren om ook de eerste stappen richting het kunstencentrum
te zetten.67
Projecten/functie
De jongeren van het K-team zijn een soort “ambassadeurs” en “kenners” van het
theater en de bedoeling is dat ze andere jongeren warm maken om naar het
kaaitheater te komen. Het programma van het kaaitheater is zeer uitgebreid en
misschien niet laagdrempelig genoeg voor jongeren en via het K-team moet hier dus
verandering in komen. Het is niet de taak van jongeren om evenementen te
organiseren, rondleidingen te geven of zelf voorstellingen te maken, maar wel vooral
om andere jongeren enthousiast te maken. De jongeren uit het K-team mogen het hele
jaar door gratis naar alle voorstellingen. Voor iedereen onder de 26 jaar is er sowieso
een kortingstarief voorzien. Zij mogen op vertoon van hun identiteitskaart naar alle
voorstellingen voor 10 euro. De jongeren van het K-team worden door hun coördinator
gestimuleerd om vanuit hun eigen talenten ook een soort reportersfunctie op zich te
nemen. Zo werd er in het verleden al eens een kunstenaar geïnterviewd of een filmpje
gemaakt rond een voorstelling.68
67 Hilde Peeters (coördinator K-team), interview door Luka Franck (studente Universiteit Gent), maart 2018. Zie Bijlage IV, 112-114. 68 Peeters interview.
42
Participatiegraad
Het K-team gaat één keer per maand samen naar een voorstelling. Vooraf eten ze
samen onder begeleiding van hun vaste coördinator en een andere werknemer van
het kaaitheater. Er komt dus telkens iemand anders de jongeren wat meer vertellen
over zijn/haar job. Voor de eerste voorstelling is dit telkens de algemene directie, dan
eens de persverantwoordelijke, de artistieke directie, enz.69
De jongeren hebben geen inspraak in wat het aanbod en de programmatie van het
kaaitheater betreft. Ze worden na de besluitvorming wel geïnformeerd, dit is stadium
4 van participatie. Van hen wordt verwacht dat ze die kennis omzetten in een creatieve
boodschap, geënt op hun eigen kwaliteiten, waarmee ze leeftijdsgenoten in contact
kunnen brengen met het kaaitheater. Hoe ze dit doen mogen ze volledig zelf kiezen.
De uiteindelijke uitvoering gebeurt altijd in coproductie met de coördinator van het k-
team.
1.2.5. Belvue bende - Belvuemuseum Brussel (Bijlage V)
Doelstellingen en verwachtingen
In 2016 heropende het Belvue museum met een nieuwe collectie. Naar aanleiding
daarvan werd in 2014 een jongerengroep samengesteld die mee zou nadenken over
hoe ze via die nieuwe collectie meer jongeren naar het museum zouden kunnen
krijgen.70
Projecten/functie
De vraag “Wat willen jullie als jongeren in een museum over België zien?” stond
centraal tijdens het hele project. Zowel qua vormgeving als qua inhoud moest het
museum aansluiten bij de focusdoelgroep die het wil bereiken: kinderen en jongeren
van 3 t.e.m. 18 jaar, zowel binnen als buiten een schoolcontext.
69 Peeters interview. 70 Aurelie Cerf (medewerker Belvue Museum), interview door Luka Franck (studente Universiteit Gent), maart 2018. Zie Bijlage V, 115-117.
43
Van 2014 t.e.m. 2016 dachten de jongeren mee na over het nieuwe Belvue museum.
De eerste 6 maanden na de opening hebben ze ook een aantal evenementen
georganiseerd, zoals een spel doorheen Brussel, rondleidingen, een festival met
concerten, ze werkten mee aan museum night fever, maakten een audiogids, … Erna
is de jongerengroep ermee opgehouden. Het “doel” was bereikt, namelijk de opening
van het museum.71
Participatiegraad
De jongeren kregen tijdens samenkomsten veel vrijheid om te brainstormen. Er werd
vooraf geen kader gevormd en bijna alle projecten zijn toch uitgevoerd. Het
Belvuemuseum wou de jongeren alle vertrouwen en vrijheid geven, zodat ze zich ook
verantwoordelijk zouden voelen voor hun projecten.72
De jongerengroep werd in de eerste plaats geraadpleegd en om advies gevraagd
om een antwoord te kunnen bieden op de vraag “wat willen jongeren in een museum
over België zien?”. Na de heropening van het Belvue museum heeft de jongerengroep
ook nog een aantal activiteiten georganiseerd voor leeftijdsgenoten. Het initiatief kwam
daarbij vooral van de Belvue bende zelf, telkens wel begeleidt door hun coördinator.
Voor de opening hadden de jongeren dus vooral een adviserende rol. De projecten na
de opening van het museum zijn veel meer in coproductie ontstaan.
71 Cerf interview. 72 Cerf interview.
44
1.2.6. Untitled - Mu.Zee Oostende (Bijlage VI)
Doelstellingen en verwachtingen
Mu.Zee richtte vorig jaar een jongerenwerking op vanuit de wens om meer jongeren te
betrekken in de werking van het museum, het jongerenimago van het museum te
versterken, regelmatig projecten samen met jongeren uit te werken, hen een platform
aan te bieden om projecten te organiseren en ook om samen te werken met andere
jongeren. Het kernteam dat momenteel uit 5 jongeren bestaat, is opgericht in 2018 als
onderdeel van de stage van een studente sociaal werk.73
Projecten/functie
De jongerengroep is dus pas opgericht, maar zal ingezet worden om projecten en
evenementen te organiseren, andere jongeren te enthousiasmeren, drempels voor
andere jongeren weg te nemen en zal opgenomen worden in bestaande projecten.
Ze zijn relatief vrij in het uitwerken van de tentoonstelling, in de mate van het
mogelijke. Uit een brainstormsessie met het kernteam kwam een projectvoorstel voor
het organiseren van een eigen tentoonstelling voor en door jongeren. Samen met de
medewerkers van Mu.ZEE werd daarvoor een kader opgesteld en dat werd aan de
deelnemers van het tentoonstellingsproject voorgesteld. Er werden suggesties
gedaan door de medewerkers maar er was nog steeds heel veel vrije ruimte voor
input.74
Participatiegraad
Mu.ZEE is van mening dat het open karakter en het participatieve element belangrijk
is voor een project en dat dus niet alles vooraf binnen een kader moet vastgelegd
worden om iets te doen slagen. Tijdens de eerste vergaderingen voor tentoonstelling
werd aan praktische en financiële mogelijkheden nog geen aandacht besteed zodat er
volop kan ingezet worden op creativiteit. Deze zaken zullen pas in een tweede fase
aan bod komen.75
73 Inne Gheeraert (coördinator Unitled), interview door Luka Franck (studente Universiteit Gent), april 2019. Zie Bijlage VI, 118-121. 74 Gheeraert interview. 75 Gheeraert interview.
45
Aangezien Untitled nog niet zo lang geleden is opgestart is het nog wat zoeken naar
hoe de organisatie van projecten verloopt. Het is alleszins wel de bedoeling van
Mu.ZEE om de jongeren zoveel mogelijk bij alle besluiten te betrekken. Voorlopig is dit
te plaatsen op het 7e niveau van participatie, coproduceren, waarbij zowel het initiatief
als de besluiten over de uitvoering door de jongeren worden genomen, maar ze nog
steeds wel begeleid worden door een volwassene.
1.2.7. Jongbloed! - KMSKA (Bijlage VII)
Doelstellingen en verwachtingen
Naar aanleiding van de heropening van het KMSKA focust de jongerencrew zich het
laatste jaar vooral op zichzelf en hoe zij zich zal profileren binnen het nieuw museum.
Jongbloed! stelde samen met Bloedverwanten, de oud-leden van Jongbloed!, een
SWOT-analyse op. Op basis daarvan werden drie pijlers opgesteld voor het nieuwe
museum: structurele inbedding van de jongerenwerking in het museum, Jongbloed!
als culturele vrijhaven en inzetten op diversiteit. Met dit laatste punt wordt voornamelijk
bedoeld dat men wil gaan werken met verschillende graden van engagement, i.p.v.
enkel de kerngroep Jongbloed!.76
Projecten/functie
De jongerencrew van het KMSKA staat in voor het bedenken van jongerenactiviteiten
voor leeftijdsgenoten. Als ambassadeurs van het museum gaan ze aan de slag met
de collectie van het KMSKA. Sinds het museum gesloten is voor verbouwingen is de
jongerenwerking vooral actief op gastlocaties. Zo zijn er o.a. al projecten geweest in
het rockoxhuis en de Fabiola zaal en hebben ze al samengewerkt met het Mhka. De
jongeren realiseerden al kleinschalige kunstenfestivals, museumnacht, een eigen
tentoonstelling, … Daarnaast is Jongbloed! ook een feedbackgroep voor het museum.
76 Sanne Van De Werf (coördinator Jongbloed!), interview door Luka Franck (studente Universiteit Gent), april 2018. Zie Bijlage VII, 122-124.
46
Participatiegraad
Aan het begin van het jaar worden de plannen van het KMSKA voorgesteld. Daarna
gaan de jongeren brainstormen en op basis van deze plannen werken ze eigen
evenementen uit. Er wordt over gewaakt dat de jongeren genoeg gestimuleerd worden
om te vertrekken vanuit hun eigen talenten en dat ze eigen verantwoordelijkheden
krijgen. Om ze extra te motiveren krijgen de leden van Jongbloed! ook een
vrijwilligersvergoeding. Voor het bijwonen van een vergadering ontvangen ze 10 euro,
voor het aanwezig zijn op een evenement krijgen ze 20 euro voor een halve dag en 30
euro voor een hele dag. De jongeren krijgen naast een vergoeding ook toegang tot
exclusieve evenementen zoals het personeelsfeest en werfbezoeken. Wanneer daar
vraag naar is, organiseert het KMSKA ook workshops en vormingen voor Jongbloed!.
De inhoud van deze workshops en het aantal workshops hangt telkens af van project
tot project. In het verleden werd op vraag van de jongeren bijvoorbeeld al een vorming
over communicatie en een gidsenopleiding voorzien. Tot het einde van 2017 werd ook
een competentiepas uitgedeeld.
De projecten van Jongbloed! komen dus tot stand via coproductie met het museum.
Echter, het is wel zo dat zij hun projecten, die ze vrij zelfstandig uitwerken en uitvoeren,
moeten inpassen in de planning van het KSMKA.
1.2.8. aMAZe - Cultuurcentrum Brugge (Bijlage VII)
Doelstellingen en verwachtingen
De vraag naar een jongerenwerking bij cultuurcentrum Brugge kwam enerzijds vanuit
het beleid. Men wou inzetten op projecten die de Magdalenazaal een frisser imago
zouden doen krijgen. Anderzijds kwam de aanzet ook vanuit het cultuurcentrum zelf
omdat er werd vastgesteld dat er zo goed als geen jongeren naar de voorstellingen
kwamen. De groep werd opgericht in 2014, maar is sinds vorig jaar niet meer actief.77
77 Aukelyn Allary (coördinator aMAZe), interview door Luka Franck (studente Universiteit Gent), mei 2019. Zie Bijlage VIII, 125-128.
47
Projecten/functie
De functie van de jongerengroep aMAZe was tweeledig. Ten eerste selecteerden zij
uit een 120-tal avondvoorstellingen 25 voorstellingen voor jongeren. Deze werden dan
aan een kortingstarief van 7 euro per ticket aangeboden aan iedereen onder de 26
jaar. Anderzijds mochten de jongeren ook projecten die ze ergens gezien hadden en
ook in Brugge wilden zelf organiseren onder leiding van het cultuurcentrum. Dit bleek
moeilijk omdat jongeren eigenlijk niet mobiel genoeg zijn om te prospecteren.78 Met de
opleiding cultuurmanagement van Vives werd ook al verschillende keren
samengewerkt. De studenten krijgen dan de kans om hun project met ondersteuning
van het cultuurcentrum en aMAZe uit te voeren.79
Sinds vorig jaar is aMAZe niet meer actief. De groepsdynamiek zat niet zo heel goed,
veel jongeren waren al in andere groepen geëngageerd, het verschil tussen 16 en 26
jarige bleek best groot te zijn, nadenken over de programmatie voor een jaar erna was
moeilijk omdat het nog zo ver af was, degenen die verder studeerden kregen minder
voeling met Brugge, het was moeilijk om een datum te vinden om te vergaderen die
zowel voor leerlingen uit het secundair onderwijs als voor studenten paste, … Door al
deze factoren lukte het niet meer om jongeren een seizoen lang aan aMAZe te binden.
Aukelyn werkt momenteel aan een nieuw dossier om een aantal veranderingen in te
voeren. Ten eerste zal een expertenjury worden opgericht waarin enerzijds jongeren,
maar anderzijds ook mensen die werken met jongeren zullen zitten. Vorig jaar
gebeurde dit voor de eerste keer en toen waren en mensen van Soundcast, van de
Jeugdhostel de Snuffel, van Blvrd, … De bedoeling is ook om in de toekomst meer
projectmatig te werken waarbij jongeren naar het cultuurcentrum kunnen komen als ze
iets willen organiseren i.p.v. te werken met een vaste poule. Voor deze projecten wil
het cultuurcentrum ook echt inzetten op samenwerkingen met andere spelers in
Brugge, waarbij elke organisatie wel zijn gezicht/verantwoordelijke voor
jongerenprojecten blijft behouden.
78 Allary interview. 79 Allary interview.
48
De verbouwingen van de culturele wijk kunnen hier ook een rol in spelen als het hart
van de stad voor jongerenprojecten. Het cultuurcentrum wil haar werking vooral nog
meer flexibel maken door op een aantal dagen haar locaties vrij te houden voor
jongerenprojecten.80
Participatiegraad
Met het prospecteren en selecteren van voorstellingen voor jongeren had de
jongerenwerking die actief was tussen 2014 en 2018 vooral een adviserende functie.
De projecten in samenwerking met Vives gebeurden telkens in coproductie tussen
de studenten en de aMAZe coördinator. In de toekomst wil het cultuurcentrum een
plaats zijn die jongeren ondersteunt bij het uitwerken van eigen projecten en dus meer
en meer inzetten op projecten die te plaatsen zijn op de hoogste graad van participatie,
namelijk (mee)beslissen.
1.2.9. Wat betekent participatie voor KAAP?
Uit bovenstaande analyse valt de concluderen dat zo goed als alle jongerenprojecten
zich bevinden in de laatste drie stadia van participatie en dus als werkelijke participatie
kunnen benoemd worden. Daarnaast blijkt dat er een aantal activiteiten zijn die telkens
terug komen en dus ook telkens gekoppeld kunnen worden aan een bepaalde graad
van participatie.
De vraag voor dit onderzoek zal natuurlijk zijn wat participatie voor KAAP betekent en
hoe KAAP dit begrip via het opstarten van een jongerenwerking zal invullen. Volgende
vragen kunnen hierbij helpen: Hoe versterkt participatie onze organisatie? Op welke
gebieden zien we een/geen meerwaarde? Wat zijn de uitdagingen? Welke mogelijke
valkuilen zijn er? Hoe past deze visie op participatie binnen de algemene missie en
visie van de organisatie?81
80 Allary interview. 81 “FARO: Routeplanner participatie,” 2, laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://faro.be/publicaties/routeplanner-participatie.
49
KAAP wil voor het opstarten van een participatief jongerentraject vooral werken rond
de vraag “Wat heeft KAAP jongeren te bieden?”. Vertrekkende vanuit haar
beschikbare locaties wil het kijken wat het kan betekenen voor jongeren en hoe het via
jongeren verbindingen kan maken met artiesten en de stedelijke contexten van Brugge
en Oostende. Een duidelijke uitgewerkte visie omtrent een jongerenwerking of
jongerenprojecten wil KAAP niet vooraf vastleggen, maar wel eerder dynamisch laten
groeien vanuit de praktijk. Het kernidee is dat KAAP wil verbinden met jongeren door
hen o.a. de kans te bieden om KAAP “te kapen”.82
De eerste uitdaging voor KAAP zal zijn om geduld te hebben en de tijd te nemen om
de nieuwe participatiemogelijkheden met jongeren te verkennen. KAAP is volop bezig
met het uitschrijven van een vernieuwende en passende visie. Dit wil zeggen dat het
nog zoekende is en dus ook dat er heel veel mogelijkheden zijn. KAAP wil haar nieuwe
visie, die opgebouwd is rond kernwoorden als “verbinden” en “duurzaamheid” ook
uiten in haar jongerenprojecten door te starten met kleinschalige, intieme acties. Een
tweede uitdaging zal dus zijn om op lange termijn deze micro-interventies verder uit te
werken en duurzaam te maken. Daarnaast is er ook het uniek gegeven van de twee
steden waar KAAP actief is. Voor de jongerenprojecten zal het kunstencentrum
vertrekken vanuit hetzelfde idee als bij de algemene werking, namelijk vanuit centrale
pijlers maar wel met een lokale uitwerking. Wanneer mogelijkheden voor een project
zich voordoen zal een oproep gelanceerd worden zodat jongeren kunnen deelnemen.
Echter de werking kan ook omgekeerd verlopen, waarbij jongeren bij KAAP
aankloppen met een idee voor een project..83
Het feit dat KAAP niet (meteen) met een vaste jongerengroep wil werken, maar
jongeren via kleine projecten de kans wil geven om KAAP “te kapen” sluit meest aan
bij de participatiegraad van het (mee)beslissen. De participatie-intensiteit zal wel nog
steeds afhangen van project tot project (Bijlage IX). Zoals elke organisatie die beslist
om jongeren te betrekken bij haar werking zal het voor KAAP een uitdaging zijn om
geduld te hebben en tijd te investeren in projecten die misschien niet altijd op de meest
efficiënte wijze zullen tot stand komen, maar dat schrikt het kunstencentrum niet af.
82 Evelyn Demaertelaere, Pieter Koten en Rolf Quaghebeur (medewerkers KAAP), brainstormsessie door Luka Franck (student Universiteit Gent), april 2019. Zie Bijlage IX, 129-130. 83 Medewerkers KAAP, brainstormsessie.
50
1.3. Beleid
Nagaan of en op welke manier in het beleid aandacht wordt geschonken aan
jongerenparticipatie binnen het domein van kunst en cultuur is geen eenvoudige taak
omdat het onderwerp zich bevindt op een kruispunt van verschillende
beleidsdomeinen. In het onderzoek dat hieraan vooraf ging werd geanalyseerd vanuit
welke invalshoek de interesse voor jongerenwerkingen ontstond, namelijk vanuit de
organisaties zelf, vanuit jongeren of gestimuleerd vanuit het beleid. In het kader
daarvan werden volgende documenten besproken: beleidsnota voor onroerend
erfgoed van Geert Bourgeois, beleidsnota voor cultuur en beleidsnota voor jeugd van
Sven Gatz, cultureel erfgoeddecreet en kunstendecreet.84 In dit onderzoek wordt de
lijst met onderzochte documenten aangevuld met het participatiedecreet en ligt de
focus opnieuw op de aandacht voor participatieve jongerenprojecten binnen het
domein van kunst en cultuur.
Beleidsnota voor onroerend erfgoed
Omdat de focus specifiek op het kunstencentrum KAAP ligt is in het kader van dit
onderzoek de beleidsnota voor onroerend erfgoed minder interessant. Echter in de
omgevingsanalyse wordt vermeld dat uit verschillende onderzoeken is vastgesteld dat
het gemiddelde profiel van een receptieve participant voor onroerend erfgoed een
Vlaamse hoger opgeleide man tussen de 45 en 54 jaar is. Hoewel in het
vrijwilligersonderzoek van Evelyn, dat later nog aan bod komt in dit onderzoek, niet
gepolst wordt naar opleiding en afkomst, ligt de leeftijd van deze gemiddelde
participant erg in lijn met de gemiddelde leeftijd van een vrijwilliger van KAAP.85 In de
beleidsnota staat ook dat er geen aandacht voor onroerend erfgoed is bij 18 tot 34
jarigen. Dit kan in verband gebracht worden met de term “underserved audience” die
Olga van Oost in haar publicatie Mind the Gap gebruikt voor het aanduiden van de
leeftijdscategorie 16 tot 26 jarigen.86
84 Franck, “Structurele jongerenwerkingen gekoppeld aan culturele organisaties: een onderzoek naar de belangrijkste slaagfactoren aan de hand van 4 casussen.” 85 Evelyn Demaertelaere, e-mail aan Luka Franck, 26 april 2019. 86 Geert Bourgeois, Beleidsnota 2014-2019 Onroerend erfgoed (Brussel: Afdeling Communicatie Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, 2014), 11; Van Oost, “Mind the Gap,” 13.
51
Beleidsnota voor cultuur
De beleidsnota Cultuur, opgesteld voor de periode 2014 tot 2019, geeft de beleidsvisie
weer van minister voor cultuur, jeugd, media, en Brussel, Sven Gatz. In de
omgevingsanalyse aan het begin van de beleidsnota wordt een eerste onderdeel
gewijd aan participatie en superdiversiteit, maar het gaat hierbij vooral om diversiteit
o.b.v. etnische afkomst. Diversiteit en participatie zijn begrippen die hier dus niet
meteen in verband worden gebracht met de doelgroep jongeren, maar wel met
doelgroepen met een andere herkomst of een andere economische, sociale of
culturele achtergrond. 87
Bij het gedeelte “Publieksgerichte samenwerking tussen erfgoedgemeenschappen en
-instellingen actief stimuleren” onder het hoofdstuk “Strategische en operationele
doelstellingen” wordt benadrukt dat het maatschappelijk draagvlak voor cultureel
erfgoed versterkt moet worden. Gatz stelt dat er moet ingezet worden op brede
publieksparticipatie en ook moeilijkere doelgroepen moeten bereikt worden.88 Of hij
met het begrip “moeilijkere doelgroepen” ook op jongeren duidt, wordt niet expliciet
vermeld. Verder in de alinea wordt wel de nadruk gelegd op de “participatieve manier”
waarop het publiek moet worden aangesproken. Hier wordt dus wel het nodige belang
aan gehecht:
De gemeenschappen moeten echter niet enkel aangesproken worden als publiek,
maar ook als actieve participanten, zowel in groep als op individuele basis. Dit kan
als deelnemer, vrijwilliger, (her)gebruiker, aanbrenger van collecties of inhoud of als
medebepaler van het beleid.89
87 Sven Gatz, Beleidsnota 2014-2019 Cultuur (Brussel: Afdeling Communicatie Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, 2014), 16. 88 Gatz, Beleidsnota 2014-2019 Cultuur, 41. 89 Gatz, Beleidsnota 2014-2019 Cultuur, 41.
52
Beleidsnota voor jeugd
Sven Gatz is naast Minister voor Cultuur ook bevoegd als Minister van Jeugd. In zijn
beleidsnota voor jeugd voor de periode 2014-2019 legt hij verschillende keren de link
tussen jeugdbeleid, jongerenparticipatie en cultuur. 90
Omdat ik ook bevoegd ben voor Cultuur en Media zal ik ijveren voor meer deelname
van kinderen en jongeren aan culturele activiteiten en maak ik een werkpunt van
mediawijsheid, met een grotere focus op de digitale en sociale media. (…) Ik blijf dan
ook inzetten op de ondersteuning van cultuureducatieve organisaties en projecten, en
op initiatieven die kinderen en jongeren mogelijkheden geven om zelf cultuur te
maken. Dat laatste gebeurt onder meer via de middelen die jeugdhuizen krijgen voor
hun bovenlokale werking rond de artistieke expressie van jongeren. Cultuureducatief
jeugdwerk bereikt nog te weinig jongeren. Ik wil werken aan de toegankelijkheid
ervan, niet enkel door gerichte en uitgebreide informatie over het bestaande aanbod,
maar ook door na te denken over hoe werkingen met maatschappelijk kwetsbare
kinderen en jongeren samen met hun cultuureducatieve collega’s banden kunnen
smeden voor een kruisbestuiving.91
Gatz benadrukt hier duidelijk hij dat vindt dat cultuureducatief jeugdwerk nog te weinig
jongeren bereikt en dat hij wil inzetten op het toegankelijk maken voor iedereen. Hij
stelt dat iedereen moet kunnen participeren en wijdt een onderdeel van de beleidsnota
aan het toegankelijk maken van het jeugdwerk voor maatschappelijk kwetsbaren en
jongeren van vreemde origine. Wanneer Gatz spreek over ontmoetingsplekken voor
jongeren worden openbare plaatsten genoemd, zoals bossen, parken en pleinen.
Daarnaast is er ook aandacht voor sport- en jeugdverenigingen en de infrastructuur
die zij ter beschikking hebben. Participatieve jongerenprojecten lijkt Gatz dus nog niet
meteen te koppelen aan musea of kunstencentra.
90 Sven Gatz, Beleidsnota 2014-2019 Jeugd (Brussel: Afdeling Communicatie Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, 2014), 7. 91 Gatz, Beleidsnota 2014-2019 Jeugd, 22.
53
Cultureel erfgoeddecreet
In het Cultureel erfgoeddecreet staan de regels waarop de Vlaamse overheid zich
baseert om het cultureel-erfgoedveld in Vlaanderen te ondersteunen en subsidiëren.92
Op 24 februari 2017 werd een nieuw decreet bekrachtigd door de Vlaamse regering.
In de Memoire van toelichting, waar elk artikel inhoudelijk besproken wordt, geeft men
onder de titel “Doelgroepen die indirect betrokken zijn bij het cultureel-erfgoedbeleid”
expliciet aan dat kinderen en jongeren een specifieke doelgroep zijn voor
collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties. Over kunstencentra of
theaterhuizen wordt hier niet gesproken. 93
Binnen het cultureel-erfgoedbeleid zijn kinderen en jongeren verder ook indirect
betrokken partij omdat zij een specifieke doelgroep vormen binnen het publieksbeleid
van collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties (vnl. musea, maar ook culturele
archiefinstellingen en erfgoedbibliotheken).94
Kunstendecreet
Het vorige kunstendecreet uit 2004 werd in 2013, na een grote evaluatie, aangepast
en vernieuwd. De vernieuwingen van het decreet hebben als doel om het
kunstenbeleid beter af te stemmen op de noden van de kunstensector.95 Eén van die
wijzigingen gaat over de samenvoeging van BAM, VTi en Muziekcentrum Vlaanderen
tot één kunstensteunpunt, namelijk Kunstenpunt.96 Kunstenpunt is een organisatie die
instaat voor de ontwikkeling van de beeldende kunsten, muziek en podiumkunsten in
Vlaanderen en Brussel. De kerntaken van de organisatie worden in het decreet
beschreven en vooral het 3e aandachtspunt is in de context van dit onderzoek
interessant:
92 “Kunsten en erfgoed: Cultureel-erfgoeddecreet,” laatst geraadpleegd op 22 april 2018, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/cultureel-erfgoeddecreet. 93 De Memoire van toelichting wordt altijd mee ingediend met het ontwerp van het decreet en geeft aan waarom een nieuwe decreet nodig was. “Cultureelerfgoeddecreet: Memoire van toelichting,” laatst geraadpleegd op 22 april 2018, http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2016-2017/g1014-1.pdf. 94 “Cultureelerfgoeddecreet: Memoire van toelichting” 95 “Departement Cultuur, Jeugd en Media: Uitvoeren kunstenbeleid,” laatst geraadpleegd op 22 april 2018, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/wat-doen-we/uitvoeren-kunstenbeleid. 96 “Kunstenpunt,” laatst geraadpleegd op 25 mei 2018, https://www.kunsten.be/.
54
Actief bijdragen aan de ontwikkeling van de internationale dimensie van de kunsten uit
Vlaanderen door internationale communicatie en promotie.97 Het Kunstensteunpunt
besteedt binnen zijn werking aandacht aan de bevordering van culturele diversiteit.
Het ondersteunt tevens kunstenaars en kunstenorganisaties op het vlak van
kunsteducatie, sociaal-artistiek werk en de participatie van kinderen en jongeren.
Het Kunstensteunpunt kan daarvoor samenwerken met andere organisaties die op die
terreinen over de nodige expertise beschikken.98
Kunstenpunt speelt dus o.a. een belangrijke rol in het ondersteunen en bevorderen
van de participatie van kinderen en jongeren en daarvoor wordt duidelijk de nadruk
gelegd op het belang van samenwerking met andere organisaties.
Opmerkelijk is dat men aandacht heeft voor de rol die kunst en cultuur spelen in de
ontwikkeling van kinderen en jongeren, maar dat enkel gefocust wordt op de
schoolgebonden context. Over jongerenparticipatie en deelname aan cultuur in de vrije
tijd wordt niet gesproken. Wel wordt net zoals in de beleidsnota voor cultuur, ook hier
aangegeven dat kunst en cultuur helpen om talenten te ontwikkelen en vaardigheden
aan te leren.
Zo is kunst en cultuur voor onderwijs een essentiële factor voor de ontwikkeling
van kinderen en jongeren op diverse cognitieve, psychologische en sociale niveaus
en voor talentontwikkeling. Men streeft er bijvoorbeeld naar om cultuur integraal te
verweven in het curriculum. Scholen worden gestimuleerd om relaties aan te gaan met
culturele instellingen en kunstenaars kunnen soms resideren in scholen.99
97 “Departement Cultuur, Jeugd & Media: Kunstendecreet, Artikel 72,” laatst geraadpleegd op 9 april 2018, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/wet-en-regelgeving/kunstendecreet. 98 “Departement Cultuur, Jeugd & Media: Kunstendecreet, Artikel 72,” 99 “Kunstendecreet: Memoire van toelichting,”, 5, laatst geraadpleegd op 25 mei 2018, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/140522_Memorie%20van%20toelichting_KD.
55
1.4. Regelgeving vrijwilligerswerk
Volgende organisaties mogen werken met vrijwilligers: een vzw, een lokale afdeling
van een koepel, een stichting van openbaar nut, openbare besturen, ivzw’s en feitelijke
verenigingen door minstens 2 personen geleid.100 Volgens de website van de Vlaamse
Overheid kan gesproken worden van vrijwilligerswerk wanneer iemand zich inzet in
een organisatie die geen winst nastreeft, daarbij niet betaald wordt en dit niet
gedwongen doet. Vanaf het jaar waarin iemand 16 jaar wordt, mag aan
vrijwilligerswerk gedaan worden. De Belgische nationaliteit hebben is geen vereiste.101
Wie aan vrijwilligerswerk doet krijgt dus nooit betaald, maar in sommige gevallen mag
wel een onkostenvergoeding ontvangen worden. Dit hangt af van de organisatie
waarvoor het vrijwilligerswerk gedaan wordt en kan volgens verschillende systemen:
de reële kostenvergoeding, de gewone forfaitaire kostenvergoeding en de verhoogde
forfaitaire kostenvergoeding. Bij de vrijwilligerswerking van KAAP en bij de
geïnterviewde jongerenwerkingen werd gebruik gemaakt van de gewone forfaitaire
kostenvergoeding. Hierbij wordt een kostenvergoeding van maximum 34,71 euro per
dag betaald aan vrijwilligers zonder dat daar bewijsstukken tegenover staan. Een
vrijwilliger kan op die manier jaarlijks maximum 1388,40 euro als vergoeding krijgen.
Bovenstaande informatie wordt ook omschreven in de vrijwilligerswet, die geldt voor
vrijwilligerswerk in België en vrijwilligerswerk dat in het buitenland doorgaat maar wel
vanuit België is georganiseerd.102 Naast de vrijwilligerswet is er ook het Vlaams
Decreet op Vrijwilligerswerk dat extra regels oplegt voor Vlaamse organisaties met een
erkenning of structurele subsidiëring van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid
en Gezin. De vrijwilligerswet beschermt organisaties en vrijwilligers door specifieke
rechten en plichten op te stellen, zoals een informatieplicht en een
verzekeringsplicht.103
100 “vzw Vlaams steunpunt Vrijwilligerswerk,” laatst geraadpleegd op 27 mei 2019, https://www.vlaanderenvrijwilligt.be/wetgeving/de-vrijwilligerswet/mag-jij-vrijwilligers-inschakelen/. 101 Personen die een uitkering krijgen van de RVA, die een leefloon ontvangen van het OCMW of die een ziekte- of invaliditeitsvergoeding krijgen van het ziektefonds vormen hier een uitzondering in. Zij moeten zich melden aan de betrokken dienst. Wanneer ambtenaren aan vrijwilligerswerk willen doen, moeten zijn toestemming krijgen van hun hiërarchische overste. “Vlaanderen: vrijwilligerswerk,” laatst geraadpleegd op 27 mei 2019, https://www.vlaanderen.be/vrijwilligerswerk; “vzw Vlaams steunpunt Vrijwilligerswerk” 102 “vzw Vlaams steunpunt Vrijwilligerswerk: wetgeving” 103 “vzw Vlaams steunpunt Vrijwilligerswerk”
56
2. KAAP - jongerenproject
In dit onderdeel volgt een korte voorstelling van KAAP, een toelichting van de fusie
tussen De Werf en Vrijstaat O. en het punt waarop KAAP zich vandaag bevindt.
Daarna wordt de werking van het kunstencentrum grondig geanalyseerd en wordt er
ingezoomd op het gegeven van KAAP als regionaal kunstencentrum dat actief is in
twee steden. Op die manier wordt een zo volledig mogelijk beeld van de context van
KAAP gegeven vooraleer verder in te gaan op de opstart van een jongerenproject.
2.1. Voorstelling KAAP
2.1.1. Van De Werf en Vrijstaat O. tot KAAP
De Werf werd in 1986 opgericht door Rik Bevernage met de overname van de
theaterzaal van Theater 19 in Brugge.104 Tot 2006 legde KAAP vooral de focus op jazz,
maar door de fusie met Het Net kwam daar dan ook theater bij. Het Net ontstond uit
De Korre dat in 1961 werd opgericht als De Korrekelder.105 Vrijstaat O. in Oostende
werd in 2010 door Hendrik Tratsaert opgericht als eerste en enige kunstencentrum aan
de kust. Het centrum verbond beeldende kunst en literatuur met podium en muziek.
Vrijstaat O. moest plaats bieden aan kunstenaars die aan de slag wouden gaan in
eigen stad. Het werd een plaats voor experiment en een plaats waar Oostendenaars
konden kennis maken met nieuwe ideeën.106
Sinds 1 januari 2017 vormen De Werf en Vrijstaat O. officieel samen KAAP, het eerste
regionale kunstencentrum van Vlaanderen. KAAP verwijst enerzijds naar de ligging
aan zee, maar anderzijds wil het via het idee van “gekaapt te worden” ook een rebels
kantje aan haar imago toevoegen. Vanuit De Werf speelde al een tijd het idee dat er
meer moest ingezet worden op vernieuwing. Op een bepaald moment zocht Vrijstaat
O., op dat moment een groeiend kunstencentrum in Oostende, toenadering en zo
startten de eerste gespreken met het oog op een fusie.
104 Veerle Vermeulen, Twintig jaar De Werf 1986-2006 (Oostende: Lammaing, 2006), 5. 105 Vermeulen, Twintig jaar De Werf 1986-2006, 102. 106 Lieven Fiers (lid Raad van Bestuur), interview door Luka Franck (student Universiteit Gent), april 2019. Zie Bijlage X, 131-133; “Kunstencentra De Werf en Vrijstaat O. fuseren,” De Morgen, 21 september 2015, n.p., laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.demorgen.be/tv-cultuur/kunstencentra-de-werf-en-vrijstaat-o-fuseren~b58ef968/.
57
Op 16 en 17 december 2016 werd een huwelijksfeest georganiseerd in Oostende en
Brugge waarna Hendrik Tratsaert als nieuwe artistiek directeur werd aangesteld en
Veerle Mans als nieuwe zakelijk directeur.107
Vanuit de pers krijgt KAAP echter al vrij snel kritiek. “Getrouwd voor het geld” schreef
De Standaard op 16 december 2016. Volgens het artikel zei zakelijk directeur Veerle
Mans dat de fusie o.a. moet leiden tot een groter artistiek budget. Uit de afgelopen
subsidierondes zou gebleken hebben dat steeds meer werd ingezet op grotere
organisaties. Het samenvoegen van de twee kunstencentra en als KAAP een dossier
indienen voor de subsidieronde voor de periode 2017-2022 had dan ook zeker zijn
voordelen.108 De insteek voor het nieuwe KAAP was echter vooral dat de fusie zou
leiden tot artistieke vernieuwing en uitbreiding. De Werf wou actualiseren en
vernieuwen, Vrijstaat O. wou groeien. Als eerste regionale kunstencentrum wilde
KAAP dan ook voor een nieuwe aanpak gaan. Het wil publiek, stad en kunstenaars
met elkaar in contact brengen en uitdagen om met elkaar in dialoog te gaan. KAAP
werkt aan één visie/identiteit die gebaseerd is op verschillende kernbegrippen, maar
deze kan afhankelijk van de locatie verschillende vormen aannemen. 109
Tijdens de zomer van 2017 bleek dat in de eerste maanden van het nieuwe KAAP een
groot financieel tekort werd opgebouwd en daarnaast viel de publieksopkomst wat
betreft de reguliere programmering tegen. In de periode december 2017 t.e.m. januari
2018 werd door de raad van bestuur intens vergaderd en werden een aantal moeilijke
beslissingen genomen. Zo werden een aantal mensen ontslaan en werd de
directiestructuur herzien.110 Na de zomer van 2018 werden een nieuwe mensen
aangenomen, o.a. een nieuwe directeur, een zakelijke assistent en een medewerker
publiekswerking en vrijwilligerswerving. De toeschouwersaantallen zijn gestegen en
de financiële situatie is opnieuw stabiel. . KAAP kan opnieuw focussen op het artistieke
aspect van haar werking.111
107 Fiers interview. 108 “Kunstencentra De Werf en Vrijstaat O. fuseren,” De Morgen, n.p; Wouter Hillaert, “Getrouwd voor het geld,” De Standaard, 16 december 2016, n.p., laatst geraadpleegd op 22 mei 2019, http://www.standaard.be/cnt/dmf20161215_02629432. 109 Fiers interview. 110 Fiers interview; Filip Tielens, “Bestuur van KAAP moet ook in de spiegel kijken,” De Standaard, 13 februari 2018, n.p., laatst geraadpleegd op 22 mei 2019, http://www.standaard.be/cnt/dmf20180213_03356202. 111 Fiers interview.
58
2.1.2. Organisatie - Structuur
Vast team
De belangrijkste aanpassing voor het vaste team van KAAP is de komst van drie
nieuwe medewerkers: een nieuwe directeur, een zakelijke assistent en een
medewerker publiekswerking en vrijwilligerswerving. Binnenkort wordt ook iemand
nieuw aangenomen voor communicatie.
Vrijwilligers
Naast het vaste team kan KAAP ook rekenen op een vrij uitgebreide groep vrijwilligers.
Er is een officiële lijst met 144 vrijwilligers, er zijn er zo’n 40-tal actief betrokken.
Wekelijks zijn er twee vrijwilligers die meehelpen, één iemand bij de administratie en
één iemand als barverantwoordelijke. Tijdens de festivals worden veel meer mensen
ingezet en zijn de taken veel diverser. Vrijwilligers helpen dan bij op- en afbouw van
infrastructuur, maar kunnen ook artiesten informeren en begeleiden, helpen bij de
ticketingcontrole, koken of afwassen, … In het onderdeel 2.3.1. “Interne Analyse” wordt
de vrijwilligerswerking uitgebreider besproken.112
Raad van bestuur
De raad van bestuur is een wettelijk verplicht orgaan voor elke vzw. De leden van de
raad van bestuur van KAAP zijn Bart Caron, Pascal Ennaert, Jan op de Beeck, Lieven
Fiers, Valery Desmedt, Bert Vanlaere, Johan Penson en Stefaan Kerger. Zij komen 5
tot 6 keer samen per jaar en zijn bevoegd voor alle zaken die de wet niet uitdrukkelijk
aan de algemene vergadering toeschrijft. De raad van bestuur vertegenwoordigt en
bestuurt KAAP en beschikt over een rechtsbevoegdheid. Dit bestuursorgaan kan leden
voor de algemene vergadering voordragen en het aantal leden moet daarom altijd
minder zijn dan in de algemene vergadering.113
112 Evelyn Demaertelaere, e-mail. 113 Fiers interview; Dienst communicatie en informatie Federale overheidsdienst, “De vzw,” 9, 17, laatst geraadpleegd op 24 april 2019, https://justice.belgium.be/sites/default/files/vzw-nl.pdf.
59
Dagelijks bestuur
Naast de raad van bestuur is er ook bij KAAP ook een dagelijks bestuur. Het dagelijks
bestuur wordt gevormd door de leden Bart Caron, Pascal Ennaert, Jan op de Beeck,
Lieven Fiers en Valery Desmedt. Het dagelijks bestuur bestaat uit een kleine groep
mensen die frequenter samenkomt dan de raad van bestuur (ongeveer maandelijks)
en is wettelijke niet verplicht voor een vzw. De taak van het dagelijks bestuur bij KAAP
is om de raad van bestuur voor te bereiden.114
Algemene vergadering
De algemene vergadering van KAAP bestaat uit Bart Caron, Pascal Ennaert, Jan op
de Beeck, Lieven Fiers, Valery Desmedt, Bert Vanlaere, Johan Penson, Stefaan
Kerger, Chantal De Smet, Chris Persyn, Eli Devriendt, Julie Vandenbroucke, Lieven
Van Den Abeele, Philip Deceuninck, Geert Tavernier, Vanessa Vens en Jan Vanroose.
De algemene vergadering moet minsten ééns persoon meer tellen dan de raad van
bestuur en komt twee maal per jaar samen. De taken waarvoor de algemene
vergadering bevoegd is zijn o.a. bestuurders aanduiden, statuten wijzigen,
goedkeuring van de begroting en van de rekening van de vzw en uitsluiting van een
lid.115
Na de fusie
De twee besturen, één van Vrijstaat O. en één van De Werf, werden na de fusie in
2017 samengebracht waardoor de raad van bestuur van KAAP bestond uit 12 à 13
mensen. Het idee was dat de raad van bestuur 5 à 6 keer per jaar samen zou komen
en dat het dagelijks bestuur, een kleinere groep, samen met de directie en voorzitter,
frequenter samen zou komen, namelijk één keer per maand. Er werden twee
voorzitters aangesteld, Bart Caron (gelinkt aan Vrijstaat O.) en Pascal Ennaert (gelinkt
aan De Werf). Sinds begin 2018 is Bart Caron voorzitter en Pascal Ennaert
ondervoorzitter.116
114 Fiers interview; Dienst communicatie en informatie Federale overheidsdienst, “De vzw,” 21. 115 Fiers interview; Dienst communicatie en informatie Federale overheidsdienst, “De vzw,” 16. 116 Bart Caron is politicus bij Groen en in Vlaams parlement. Ook Pascal Ennaert is politicus, bij SPA, en zetelt in de Brugse gemeenteraad. Hij is ook voorzitter van de Brugse huisvestingsmaatschappij. Fiers interview.
60
Na een tijdje voelde men namelijk aan dat de focus te veel op het dagelijks bestuur
kwam te liggen waardoor de betrokkenheid van de raad van bestuur veel minder was.
Het idee is om die in de toekomst te hervormen, te versterken, te vervrouwelijken, en
vaker te laten samenkomen. Ook de directiestructuur werd na een tijdje herzien. Voor
de fusie was Hendrik Tratsaert directeur van Vrijstaat O. en Veerle Mans directeur van
De Werf. Na de fusie werd Veerle Mans aangesteld als zakelijk directeur en Hendrik
Tratsaert als artistiek directeur. Na de zomer van 2018 werd een nieuwe directeur
aangenomen, Rolf Quaghebeur.117
2.1.3. Missie en visie - voor er na de visie
De huidige visie van KAAP, degene die op de website staat, wordt sinds november
2018 onder de loep genomen en is klaar voor verandering. Totdat een definitieve
versie staat uitgeschreven is deze nog officieel de missie van KAAP:118
KAAP is veel - KAAP is het eerste regionale kunstencentrum van Vlaanderen. Er wordt
gewerkt rond 4 disciplines, podiumkunsten, jazz, literatuur & debat en beeldende
kunst, en dit op 4 locaties in Brugge en Oostende. KAAP is ontstaan uit een
versmelting van Vrijstaat O. en De Werf. De naam De Werf blijft nog altijd bestaan
onder het huislabel W.E.R.F.-records.119
KAAP is ontmoeting - KAAP wil kunstenaars en publiek elkaar laten ontmoeten via
open ateliers, open repetities, lezingen en voor -en nabesprekingen. Makers worden
aangezet uit hun werkplek te breken en de stad en het publiek tegemoet te komen.120
KAAP is creatie, een verhaal - KAAP wil als kunstencentrum een verhaal creëren
samen met, voor en door artiesten. Via ontmoetingen, interdisciplinair werk en het
betrekken van de regio en de stad.121
117 Fiers interview. 118 Rolf Quaghebeur, Nota organisatieschema, 1, najaar 2018. 119 “KAAP: over ons,” laatst geraadpleegd op 22 mei 2019, https://www.KAAP.be/over-ons/over-KAAP. 120 “KAAP: over ons” 121 “KAAP: over ons”
61
Locaties - KAAP heeft vier vaste uitvalsbasissen. In Oostende werkt KAAP enerzijds
vanuit Vrijstaat O., gelegen op de Zeedijk en deel van de koninklijke gaanderijen.
Daarnaast heeft ze ook Freestate, een multifunctionele site naast het Provinciedomein
Raversyde, ter beschikking. In Brugge bevindt zich de residentiewerkplek van
theatermaker en podiumartiesten in de Groenplaats, gelegen in het centrum van
Brugge. Tijdens kleine festivals, toonmomenten of debatten wordt de plaats ook
opengesteld voor publiek. De vierde locatie waar KAAP actief is is De Werf in De
Werfstraat.122
In november 2018 startte KAAP met brainstormen over een vernieuwde/nieuwe missie
rond volgende kernideeën: KAAP is onafhankelijk. Kunst is de kern: in klank, beeld en
woord. KAAP is uitdagend. KAAP is verbindend. KAAP produceert en presenteert.
Kaap is publieksgericht. KAAP is kritisch geëngageerd en maatschappelijk relevant.
KAAP heeft een internationaal perspectief met lokale verankering. KAAP is duurzaam.
Op basis van deze kerngedachten werd een voorlopige versie van een missietekst
geschreven. De tekst is in volle ontwikkeling en dus nog niet definitief. Het is dan ook
een uiterst delicate bron.123
KAAP is een onafhankelijk kunstencentrum met thuisbasis in Oostende en Brugge.
Ons werkterrein is de kunst (woord, beeld en klank). Ons perspectief is internationaal.
Ons engagement is maatschappelijk. We werken in, met, voor en door de steden
waarin we actief zijn. KAAP zet in op de hele waardenketen van het artistiek proces.
We ontwikkelen, produceren presenteren en contextualiseren. KAAP daagt
kunstenaars én publiek uit door vanuit een kritische houding te experimenteren en te
verbinden.124
In deze nieuwe missie zal de nadruk eerder komen te liggen op het feit dat KAAP een
kunstencentrum is dat actief is in twee steden en minder op het begrip “regionaal
kunstencentrum”. Daarnaast zal de focus van de werking liggen op de eigen identiteit
van KAAP en de twee locaties waar het actief is en minder de vier disciplines als
vertrekpunt nemen.125
122 “KAAP: praktisch locaties,” laatst geraadpleegd op 22 mei 2019, https://www.KAAP.be/praktisch/locaties. 123 Quaghebeur, Nota organisatieschema, 2. 124 Quaghebeur, Nota organisatieschema, 2. 125 Quaghebeur, Nota organisatieschema, 2.
62
De veelheid aan formats en festivalformules zal worden afgeschaft ten gunste van
meer herkenbaarheid en helderheid. Ook zal meer focus gelegd worden op de
jaarwerking, die vertrekt vanuit een artistiek en maatschappelijk parcours, en minder
op de festivals. Er zullen maximaal 2 festivals per jaar plaatsvinden, één in Oostende
en één in Brugge. Daarnaast zullen de kernfuncties van KAAP productie en presentatie
zijn. Er wordt niet enkel ingezet op residentiewerking, maar ook op het geven en
begeleiden van creatieopdrachten. KAAP zal om de werking vorm te geven volgende
principes hanteren:126
De missie is richtinggevend. Er is één artistiek verhaal waaraan we met en vanuit
verschillende disciplines uiting geven. Het programma komt collegiaal tot stand en er
is interne afstamming binnen het artistiek team en binnen de projectteams. De werking
wordt opgebouwd vanuit de kunst. De werking is gelinkt aan en heeft voeling met
stedelijke realiteit. KAAP werkt publieksgericht. We gebruiken de locaties waarvoor ze
geschikt zijn (duurzaam). Minimum de helft van de kunstenaars waarmee we werken
zijn vrouw. We aanvaarden geen dogma’s.127
126 Quaghebeur, Nota organisatieschema, 3; Rolf Quaghebeur, KAAP artistiek, 2, najaar 2018. 127 Quaghebeur, Nota organisatieschema, 2-3.
63
2.2. Analyse KAAP
Om te weten op welke manier KAAP jongerenprojecten kan implementeren in haar
werking moet een grondige analyse gebeuren. Zoals eerder beschreven in het
onderdeel 2.1. Voorstelling KAAP is KAAP lang een organisatie in heropbouw geweest
en bevindt het zich nu terug op een startpunt. Het is dan ook nuttig om de sterktes,
zwaktes, kansen en bedreigingen op te lijsten en na te denken over hoe hiermee om
te gaan. Hieronder volgt een SWOT-analyse van KAAP. Vervolgens worden een
aantal interne zaken uitgelicht die rechtstreeks een invloed zullen hebben op het
jongerenproject. Daarna wordt extra ingezoomd op het gegeven van de twee steden
en de mogelijkheden en uitdagingen die daarmee gepaard gaan.
2.2.1. SWOT- analyse
Stengths (sterktes - intern)
Locaties - Het feit dat KAAP een regionaal kunstencentrum is, biedt potentieel voor
zowel kunstenaars, als publiek, als de steden zelf. Het vergroot de mogelijkheden tot
artistiek experiment voor de kunstenaars en biedt het publiek een uitgebreider aanbod.
En hoewel KAAP graag benadrukt dat haar perspectief internationaal gericht is, wordt
een even grote nadruk gelegd op lokale verankering. KAAP zet actief in op het
verbinden met de stedelijke realiteit van Brugge en Oostende en met haar bewoners.
Met haar locatie in Oostende, vlak aan de zeedijk en met zich op zee, heeft KAAP
ook een unieke troef in handen.
Werking - KAAP heeft, voornamelijk in Oostende, een uitgebreide groep betrouwbare
vrijwilligers. Daarnaast zijn er bij het vaste team van KAAP een aantal nieuwe
mensen aangenomen met veel energie en motivatie; een nieuwe directeur, zakelijk
assistent, publiekswerker, …
64
Aanbod - Het aanbod van KAAP omvat 4 kunstdisciplines: muziek, woord, podium
en beeld. Door in te zetten op zo’n gevarieerd programma vergroot KAAP haar
publieksbereik. W.E.R.F. records, het eigen label van KAAP is een vaste waarde in
de jazzwereld. Het huisvest meer dan 250 muzikanten en heeft al 150 titel bereikt, een
uniek gegeven in Brugge en Oostende.128
Weaknesses (zwaktes - intern)
Locaties - Het feit dat KAAP een regionaal kunstencentrum is biedt mogelijkheden,
maar brengt ook uitdagingen met zich mee. Zo vindt het Brugse publiek niet altijd de
weg naar Oostende en omgekeerd. Ook op vlak van kantoorruimte zorgt het gegeven
van de twee steden voor een versnippering. Dit jaar wordt dat aangepakt door
verbouwingen in de Groenplaats waardoor ruimte gecreëerd wordt om alle kantoren
samen te brengen. De ligging en zichtbaarheid van De Werf in Brugge is ook een
minpunt. Het gebouw is gelegen aan de rand van de stad en heeft helemaal geen
aantrekkelijk geveluitzicht.
Werking - Het team heeft een zware periode doorgemaakt sinds de fusie tussen De
Werf en Vrijstaat O. Het financieel tekort en de problemen binnen het bestuur leidden
tot het ontslag van verschillende mensen, wat voor het resterende team zorgde voor
een hoge werkdruk. Op dit moment is KAAP die moeilijke periode voorbij en biedt het
nieuwe begin opnieuw kansen.
Aanbod - Het huidige aanbod van KAAP is niet aangepast aan verschillende
doelgroepen. In de periode van De Werf waren er wel speciale activiteiten en
voorstellingen voor kinderen, maar die zijn er op dit moment niet meer. Ook voor
jongeren is er geen aangepast aanbod.
Image-building - KAAP heeft een vast publiek dat weet waarvoor KAAP staat en een
bepaalde perceptie van het kunstencentrum heeft, maar daarbuiten heeft KAAP niet
zo veel naamsbekendheid. Zeker bij jongeren en jongvolwassenen wordt het niet
zozeer als hip gepercipieerd. De lay-out van de website/flyers/programmaboekjes en
het logo zijn ook niet echt trendy te noemen. Daarbij aansluitend is ook de
zichtbaarheid op events en in het straatbeeld een werkpunt.
128 “De W.E.R.F. records,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.dewerfrecords.be/nl/over-ons.
65
Publiek - KAAP bereikt een weinig divers publiek, maar is hierin geen uitzondering.
Opportunities (kansen - extern)
Publieksbereik - Op vlak van digitale media en marketing zijn er nog heel wat
mogelijkheden te ontdekken voor KAAP. Door het inzetten op 4 kunstdisciplines
heeft KAAP ook een zeer groot potentieel publieksbereik.
Locaties - Er zijn steeds meer opkomende creatieve (jongeren)initiatieven in
Brugge en Oostende. Dit biedt kansen tot samenwerkingen en zorgt voor een
bruisende sfeer en mentaliteit. Ook de verhuis van alle kantoorruimtes naar de
Groenplaats biedt kansen m.b.t. publiekswerking. Vrijstaat O. kan op die manier
actiever ingezet worden, niet alleen voor presentatie, maar ook voor de inwoners van
de stad en voor andere organisaties.
Threats (bedreigingen - extern)
Het aantal creatieve (jongeren)initiatieven dat toeneemt in Brugge en Oostende
biedt kansen, maar kan ook als concurrentie gezien worden. Ook van alternatieve
vrijetijdsbestedingen heeft KAAP concurrentie, bijvoorbeeld cinema.
66
2.2.2. Interne analyse
Zoals eerder vermeld zal het jongerenproject bij KAAP de verantwoordelijkheid zijn
van de medewerker publiekswerking en vrijwilligerswerving. Echter een aantal andere
factoren, zoals het huidige publieksbereik en de communicatiewijze, zullen ook een
invloed hebben. In volgend onderdeel van dit onderzoek volgt een uitlichting van de
belangrijkste zaken binnen KAAP die in verband staan met de opstart van een
jongerenproject.
Huidige publiek
Volgens Lieven Fiers die sinds 2013 lid is van de raad van bestuur van De Werf/KAAP
en vaak zelf naar voorstellingen van KAAP gaat, bestaat het publiek in Brugge vooral
uit een oudere generatie jazz liefhebbers. In Oostende zou zich een publiek gevormd
hebben dat open staat voor experiment, aangezien Vrijstaat O. daar van bij de opstart
mee geassocieerd werd. In beide steden zijn het vooral mensen ouder dan 50 jaar die
naar voorstellingen komen.129 Via de ticketing wordt echter enkel een
adressenbestand bijgehouden. Over geslacht of leeftijd is geen info geweten.
Huidige aanbod
Er is momenteel geen “jongerenaanbod” bij KAAP, er wordt bij de programmatie niet
actief rekening gehouden met deze doelgroep. Wel is er een jongerenkorting van 40%
voorzien voor -26 jarigen.130
Vrijwilligerswerking
In april 2019 werd Evelyn Demaertelaere aangenomen als medewerker voor
publiekswerking en vrijwilligerswerving. Ze startte meteen een bevraging op bij de
vrijwilligersgroep om een idee te krijgen van de werking tot dan toe.
129 Fiers interview. 130 “KAAP: praktisch - tickets,” laatst geraadpleegd op 13 mei 2019, https://www.kaap.be/praktisch/tickets-en-info.
67
Uit deze bevraging bleek dat van de 144 ingeschreven vrijwilligers ongeveer 42
mensen effectief actief zijn. Er is geen selectieproces voor de vrijwilligers, iedereen
krijgt de kans om aan de slag te gaan. De oudste vrijwilliger is 75 jaar, de jongste 29
jaar. De meeste vrijwilligers zijn mensen op pensioen en zijn dus tussen de 55 en 70
jaar oud, daarvan zijn er net iets meer vrouwen dan mannen. Uit de bevraging blijkt
dat 35 van de 42 vrijwilligers ook nog actief zijn bij andere (culturele) organisaties in
Brugge en Oostende.
De drie belangrijkste drijfveren voor de vrijwilligers om zich in te zetten voor KAAP zijn
1) affiniteit met dans, theater, muziek en literatuur 2) nieuwe mensen leren kennen 3)
inzetten en ontwikkelen van vaardigheden. De top 5 van favoriete taken is 1) barwerk,
2) publiek informeren en begeleiden, 3) ticketing controle, 4) ticketing verkoop en 5)
helpen bij de catering. Alle vrijwilligers krijgen de kans om in de stad naar voorkeur
mee te helpen. Wanneer het overzicht van de activiteiten wordt bekend gemaakt kan
men kiezen waar en wanneer men zich beschikbaar stelt. Het merendeel van de groep,
71,4 %, heeft echter een voorkeur voor Oostende, slechts 2% heeft geen voorkeur.
Volgens Evelyn heeft dit o.a. te maken met het feit dat bij het vertrek van Rik
Bevernage, de oprichter van De Werf, ook een groot deel van de Brugse vrijwilligers
is vertrokken. Voor barwerk, ticketing, fotograferen en flyeren wordt een
vrijwilligersvergoeding voorzien. Deze is verschillend in Brugge en Oostende.131
De huidige vrijwilligerswerking is een uitloper van de fusie tussen Vrijstaat O. en De
Werf en er zijn een aantal dingen die met de komst van Evelyn zullen veranderen. Het
is de bedoeling om te streven naar een nieuwe, duidelijke en uniforme manier van
werken. Zo zal ten eerste gezorgd worden dat vrijwilligers in Oostende en Brugge
consistent op een gelijke manier vergoed zullen worden. Ook het intekensysteem zal
geëvalueerd en op punt gesteld worden. Evelyn organiseert de komende weken
kleinschalige samenkomsten met de vrijwilligers. Op basis daarvan zal ze een
vrijwilligersbrochure uitwerken waarin o.a. precies beschreven staat wat verwacht
wordt van de vrijwilligers, wat hun taken zijn, er zal een draaiboek en checklist voor
bepaalde taken enz.132
131 Evelyn Demaertelaere, e-mail. 132 Evelyn Demaertelaere, e-mail.
68
Publiekswerking
Ook de publiekswerking wordt aangepast aan de nieuwe missie en visie. “Verbinding”
en “duurzaamheid” staan centraal. KAAP wil vertrekken vanuit wat leeft in Brugge en
Oostende en dit verbinden met een artistiek programma en met een publiek. Hiervoor
gaat KAAP eerst en vooral haar vrijwilligers inzetten als ambassadeurs. Idealiter wordt
die groep vrijwilligers uitgebreid, gediversifieerd en verjongd. Op dit moment is de
groep vrijwilligers, net zoals het publiek algemeen, weinig divers. Kaap is hierin niet de
uitzondering, maar wil wel inzetten op het bereiken van een breder publiek. Het is de
bedoeling om via kleinschalige en creatieve acties impact te hebben en niet om de
traditionele publiekswerking-acties uit te voeren. KAAP staat dan ook erg open voor
samenwerkingen en wisselwerkingen met andere organisaties. Dat ook de
jongerenprojecten op deze manier zullen aangepakt worden wordt verder nog
verduidelijkt.133
Communicatie
Met de komst van een nieuwe medewerker wordt de huidige communicatiemethode
volledig herzien. De impact en mogelijkheden van de brochure, website, affiches en
flyers zal geëvalueerd worden en men wil meer gaan inzetten op low impact
communicatie, digitale communicatie en storytelling.134 De nieuwe
communicatiemedewerker zal ook manieren moeten vinden om jongeren te bereiken
voor projecten bij KAAP. Over jongerencommunicatie werd al heel veel geschreven
door AmuseeVous, de matchmaker tussen jongeren en cultuur, en als er één iets is
wat zij benadrukken is dat communicatie op maat noodzakelijk is om jongeren te
enthousiasmeren. AmuseeVous baseert zich voor haar publicaties voornamelijk op
eigen ervaringen met jongerenprojecten, maar daarnaast maakt ze ook gebruik van
cijfers van Apestaartjaren, het Vlaams mediawijs congres over jongeren en digitale
media. Apestaartjaren is een initiatief van Mediawijs, Mediaraven en imec-mict-ugent
om het mediagebruik en -bezit bij jongeren in kaart te brengen. Ze baseren zich
hiervoor op enquêtes die worden afgenomen in Vlaamse en Brusselse lagere en
middelbare scholen.
133 Quaghebeur, KAAP artistiek, 8. 134 Quaghebeur, KAAP artistiek, 8.
69
Tweejaarlijks brengen ze een rapport uit.135 Hieronder volgt een bundeling van
adviezen die AmuseeVous aan culturele instellingen meegeeft wat betreft
communicatie.136
In Transmit it, een publicatie van AmuseeVous over het gebruik van verschillende
communicatiekanalen om jongeren te bereiken, worden 3 zaken aangehaald die
belangrijk zijn voor doelgerichte communicatie. Ten eerste moet een instelling de
communicatie(kanalen) aanpassen aan de leeftijd die het wil bereiken. Zo is een 16
jarige eerder actief op Snapchat en een 25 jarige eerder op Twitter of Instagram.
Daarnaast is ook de plek waar je een oproep doet belangrijk. Niet in alle steden zijn
studenten zo talrijk aanwezig als bijvoorbeeld in Gent, in Brussel zul je moeten
rekening houden met Franstalige jongeren, … Als laatste moet er bij het
communiceren ook rekening gehouden worden met de socio-culturele achtergrond van
de mensen die je wilt bereiken.137 Om op een gepaste manier te communiceren heb
je als organisatie dus info nodig over wie je publiek is. Om dit te weten te komen
bestaan een aantal tools. Zo is er Facebook insights die info verschaft i.v.m. wie je
Facebookpagina bezoekt, op welk tijdstip, … Google analytics biedt zeer veel
informatie over de bezoekers van een website. Het geeft bijvoorbeeld weer via welke
kanalen bezoekers bij de website terecht kwamen, een gegeven waar je als instelling
zeker op kan inspelen.138
AmuseeVous deed zelf ook een bevraging bij een grote groep jongeren en bundelde
hun antwoorden in de publicatie Blikwerpers. Hieruit bleek dat instellingen die niet
actief zijn op social media heel vaak als ouderwets worden bestempeld. Terwijl de
website de plaats is waar uitgebreide en praktische info neergeschreven staat is social
media juist de plek voor oproepen, nieuwtjes en populaire artikels.139
135 “Apestaartjaren: jongeren en digitale media,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.apestaartjaren.be/. 136AmuseeVous, “Publicaties” 137 Céline Rimaux en Silke Leenen, “Transmit it,”, 4, laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, http://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties. 138 Rimaux en Leenen, “Transmit it”, 5. 139 Rimaux en Leenen, “Transmit it”, 6, 12; Leenen, “Blikwerpers”
70
Facebook is nog steeds het belangrijkste social media kanaal. Het kan gebruikt
worden voor oproepen en reclame voor de organisatie, maar moet ook andere
boodschappen verspreiden. AmuseeVous geeft aan dat zij op hun eigen pagina
slechts 25% voor eigen promo gebruiken, 20% voor promo voor anderen en daarnaast
55% voor grappige boodschappen “als sausje om de rest van de communicatie
verteerbaar te maken”.140
140 Leenen, “Blikwerpers,” 14; Rimaux en Leenen, “Transmit it,” 8.
AmuseeVous Facebookpagina
Fun
AmuseeVous Facebookpagina Promo voor anderen
AmuseeVous Facebookpagina Eigen promo
71
Het algoritme van Facebook zorgt ervoor dat slechts 5% tot 10% van de volgers van
een bepaalde pagina, de nieuwe berichten van die pagina ook te zien krijgen. Om dat
bereik te vergroten kan je ervoor zorgen dat je berichten interactie uitlokken door
bijvoorbeeld te vragen naar de opinie van je volgers over een bepaalde topic.141
Andere social media kanalen zoals Twitter en Instagram zijn meest populair bij 18 tot
26 jarigen. Snapchat wordt nog steeds meer door 12 tot 18 jarigen gebruikt wordt.142
Communicatie via social media werkt dan ook best als je je boodschap aanpast aan
een specifiek kanaal. Zo is Twitter vooral geschikt voor boodschappen die te maken
hebben met de actualiteit en wat op dat moment hot topic is. Hierop kan zowel op een
serieuze als op een luchtige manier ingespeeld worden. Instagram heeft dan weer
eerder een artistiek kantje. De foto’s die daarop gepost worden hebben een zeker
charisma en gunnen de bezoeker vaak een blik achter de schermen van de
organisatie. Bij zowel Twitter als Instagram kun je gebruik maken van # en @ om je
boodschap meer te verspreiden.143
Voor het opstellen van een Facebookpost heeft AmuseeVous een aantal heel concrete
tips samengebracht. Zo raden ze ten eerste aan om zoveel mogelijk sprekende
beelden te gebruiken en ook te variëren in het type beelden.144 Wanneer tekst aan een
social media bericht wordt toegevoegd is die best zo kort mogelijk, groot van lettertype
en interlinie, zijn er geen lange alinea’s en zijn de titels duidelijk. Wat inhoud betreft is
enerzijds humor belangrijk, maar anderzijds ook identiteit en authenticiteit.145 Ook
timing is een cruciaal element bij communicatie naar jongeren toe. Een oproep wordt
best geen te lange periode op voorhand gelanceerd, want jongeren zijn late beslissers.
Zoals eerder vermeld is het mogelijk om via Facebook insights te achterhalen wanneer
de doelgroep vaakst online is. Het is dan ook op deze momenten dat posts best
geplaatst worden. AmuseeVous raadt aan om meermaals per week te posten en
daarbij in te spelen op zaken uit de leefwereld van jongeren, bijvoorbeeld de
examenperiode, de start van een nieuw academiejaar, de verkiezingen, …
141 Rimaux en Leenen, “Transmit it,” 8, 9. 142 Rimaux en Leenen, ”Transmit it,” 8. 143 Rimaux en Leenen, “Transmit it,” 10; Leenen, “Blikwerpers,” 14. 144 Rimaux en Leenen, “Transmit it,” 12. 145 “Content please,” 6, 7, laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties.
72
Dit kan op een grappige manier, maar er moet wel over gewaakt worden dat de
boodschappen ook steeds authentiek blijven, het moet bij de identiteit van de
organisatie passen. Om het belang hiervan duidelijk te maken schreef AmuseeVous
een publicatie die specifiek focust op het inhoudelijk aspect van
jongerencommunicatie, Content Please.146 Ze geven daarin ook als tip om jongeren
zelf de social media te laten beheren. Zij pikken veel sneller trends op, sharen hun
eigen posts veel sneller en zijn vaak heel actief en interactief betrokken op social
media. Het biedt de jongeren zelf ook een uitdaging en geeft hen een gevoel van
verantwoordelijkheid.147
Zoals eerder vermeld is naast het beheren van social media pagina’s, de website van
een organisatie ook nog steeds heel belangrijk. Deze moet er goed uitzien en duidelijk
zijn, want weerspiegelt daarmee de organisatie. Tegenwoordig is het ook zeer
belangrijk dat deze mobile friendly is. Op de website moet alle uitgebreide informatie
te vinden zijn, zoals praktische zaken, de missie en visie van de organisatie, uitleg over
partners, …148 Daarnaast maken veel organisaties ook nog steeds nieuwsbrieven op.
Uit bevragingen door AmuseeVous blijkt dat hierop enkel ingetekend wordt door
jongeren die al een band hebben met de organisatie. Ook is het geen slecht idee om
een aparte nieuwsbrief te maken aangepast aan de doelgroep jongeren.149
Naast alle online kanalen zijn offline media nog steeds zeer belangrijk. Het zorgt
ervoor dat je als organisatie zichtbaar bent in het straatbeeld. Vaak krijgen flyers of
kaartjes een tweede leven aan muren van studentenkoten en ook stickers worden vaak
gebruikt als decoratie voor laptops. Wat betreft offline media is het dus des te
belangrijker om een opvallende lay out te hebben, maar ook om ervoor te zorgen dat
het logo duidelijk te herkennen is.150
Het allerbelangrijkste communicatiekanaal blijft echter mond tot mond reclame tussen
jongeren onderling. Zij zijn nog steeds meest overtuigd als zij boodschappen via peer
to peer ontvangen. Een jongerenwerking zou hierin een rol kunnen spelen.151
146 Rimaux en Leenen, “Transmit it,” 12; Leenen, “Blikwerpers,” 15; “Content please,” 4. 147 Rimaux en Leenen, “Transmit it,” 15. 148 Leenen, “Blikwerpers,” 15. 149 Leenen, “Blikwerpers,” 15. 150 Leenen, “Blikwerpers,” 15; Rimaux en Leenen, “Transmit it,” 6. 151 Rimayx en Leenen, “Transmit it,” 15.
73
2.2.3. Externe analyse
De jongereninterventies/projecten die KAAP zal opstarten, zullen sterk verbonden zijn
met de stedelijke context van Brugge en Oostende. Het is de bedoeling om daarbij
complementair te werken met de initiatieven die al bestaan en niet te veel te
overlappen. Echter het is ook niet de bedoeling om een soort systeem te creëren
waarbij elke organisatie zich focust op een specifieke doelgroep. Om de
jongerenprojecten van KAAP te kunnen plaatsen binnen haar stedelijke contexten
volgt hier een overzicht van culturele initiatieven gelinkt aan jongeren in Brugge en
Oostende.152
Creatieve jongerenprojecten in Brugge en Oostende
Het Entrepot staat bekend als dé plek voor fuiven in Brugge, maar is veel meer dan
dat. Sinds 2007 is het een cultuurhuis en vrijhaven voor jonge creatievelingen. Het stelt
haar verschillende ruimtes ter beschikking tegen democratische prijzen en wil op die
manier jongeren ondersteunen en begeleiden tijdens het experimenteren, repeteren,
creëren en ondernemen. Naast de fuif- en concertzaal beschikt het Entrepot over
verschillende danszalen, een polyvalente zaal en muziekrepetitieruimtes.
In 2017 startte het een eigen atelierwerking op in het hart van de stad waarbij De Tank
werd omgetoverd tot werkplek en expositieruimte voor kunstenaars. Voor jongeren tot
30 jaar geldt een voordelig tarief. Maandelijks organiseert het Entrepot ook Entre pot
en pint, telkens op een nieuwe locatie in Brugge. De bedoeling van dit project is om
mensen met creatieve energie en een passie voor Brugge een platform te geven om
met elkaar in dialoog te gaan. Telkens wordt een inspirerende spreker uitgenodigd en
wordt gezocht naar een originele locatie in Brugge, om zo de ideale omgeving te
creëren voor nieuwe ideeën en projecten. 153
152 Evelyn Demaertelaere, e-mail. 153 “Het Entrepot,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.hetentrepot.be/page/over-het-entrepot#; “De Tank,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.detank.be/page/ateliers; “Entre pot en pint,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.hetentrepot.be/event/entre-pot-en-pint-1/2018-10-11-200000.
74
Naast het Entrepot is er ook Kunstenal dat zich inzet om beginnende jonge
kunstenaars de kans te geven hun werk te tonen. Daarbij wordt actief gezocht naar
originele locaties met een rebels kantje, weg van de grote cultuurhuizen. Kunstenal
werkt dus nomadisch en probeert bij de keuzes van haar locaties zo laagdrempelig
mogelijk te zijn. Ook gaat er speciale aandacht naar het combineren van de
verschillende kunstdisciplines.154 In 2018 lanceerde Kunstenal De Basis, een
leegstaand kasteel ten dienste van innovatieve en creatieve projecten. Op de website
wordt De Basis omschreven als “een uitvalsbasis voor creatief geweld, voor
evenementen en expo, voor ontmoeten en creëren”.155
In samenwerking met De Republiek organiseert de Biekorf, hoofdbibliotheek van
Brugge, sinds maart 2019 ‘Soep en Feiten’, een reeks actualiteitslezingen in
combinatie met een kom soep. Tijdens lunchuur verzamelt het publiek zich rond een
gastspreker die inzoomt op een actueel thema.156 Daarnaast is De Republiek ook
verbonden met TURBO, een nieuw platform dat ondernemingszin bij Brugse jongeren
wil stimuleren en Handmade in Brugge, dat het publiek wil laten kennis maken met
ambachtelijke producten uit regio Brugge en toch ook de link wil leggen met
innovatie.157
Ook Cultuurcentrum Brugge, dat verschillende ruimtes doorheen de hele stad ter
beschikking heeft, probeert met haar aanbod verschillende doelgroepen te bereiken.
Het cultuurcentrum programmeert zowel hedendaagse dans en theater, als muziek en
circus, maar wil ook inzetten op multidisciplinaire projecten waarin ook andere
kunstvormen geïntegreerd worden. Vooral MaZ, de Magdalenazaal, leent zich als
locatie voor jongerenevenementen. Er worden fuiven georganiseerd, pop- en
rockconcerten, maar ook theater en dansoptredens.158 In 2014 richtte het
cultuurcentrum een jongerenwerking op, aMAZe, om via hen meer jongeren tussen de
16 en 26 jaar te bereiken.
154 “Kunstenal,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://kunstenal.be/about/. 155 “De Basis,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://kunstenal.be/de-basis/. 156 “Soep en feiten,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.brugge.be/soep-feiten-klimaatverandering. 157 “Turbo,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://turbo.be/; “Handmade in Brugge,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://republiekbrugge.be/ontdek/handmade-in-brugge/. 158 “Cultuurcentrum Brugge: missie en visie,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.ccbrugge.be/over_ons/Missie_Visie.
75
Zij selecteerden uit de seizoenbrochure een aantal voorstellingen die meest geschikt
waren voor die doelgroep en voor die selectie betaalde je dan slechts 7 euro voor een
ticket. Voor alle andere tickets is ook een jongerenkorting voorzien van 10% vanaf 15
euro. Naast selecteren mocht de groep ook organiseren, en daarvoor kregen ze carte
blanche. Sinds 2018 bestaat aMAZe niet meer in die vorm, maar het cultuurcentrum
zoekt nu naar een andere en effectievere manier om jongerenprojecten te
ondersteunen.159
Concertgebouw Brugge biedt ook een jongerenkorting aan, waarbij jongeren onder
de 26 jaar een korting van 50% krijgen voor elke voorstelling. Daarnaast heeft het
concertgebouw ook haar eigen jongerenwerking, Soundcast, die 7 voorstellingen
selecteerden die jongeren voor 7 euro kunnen bijwonen. Soundcast heeft daarnaast
ook een reportersfunctie, dient als feedbackgroep voor het concertgebouw en probeert
via verschillende kanalen om leeftijdsgenoten aan te trekken.160 Naast dans, theater
en muziek zet het concertgebouw ook in op fototentoonstellingen, video-installaties en
andere vormen van beeldende kunst.161
Afgelopen jaar werden voor het eerst ook jongeren betrokken bij een Brugs museum.
In mei 2019 heropende het Gruuthusemuseum en daarvoor heeft het beroep gedaan
op een groep jongeren tussen de 16 en 24 jaar. Zij zijn meer dan een half jaar
betrokken geweest bij de voorbereidingen aan de heropening en werkten samen met
kunstenaars naar een eigen creatieve installatie toe die op de zolder van het
Gruuthusemuseum te zien is. Men hoopt dat na dit project een aantal van de jongeren
zich willen blijven engageren en dat de Brugse musea zo ook hun eigen jongerencrew
krijgen.162 De rekrutering van de jongeren voor het Gruuthuseproject gebeurde in
samenwerking met De Batterie. Deze Brugse vzw zet creatieve projecten op touw met
kinderen en jongeren en werk daarvoor ook samen met kunstenaars. Het focust hierbij
op langdurige en intensieve samenwerkingen met de nadruk op kunstbeleving.
159 “Cultuurcentrum Brugge: aMAZe,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.ccbrugge.be/agenda/themas/32/aMAZe/. 160 “Concertgebouw: Soundcast,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.concertgebouw.be/nl/soundcast. 161 “Concertgebouw: Tentoonstellingen,” laatst geraadpleegd 12 mei 2019, https://www.concertgebouw.be/nl/tentoonstellingen. 162 “Verrekijkjeopbrugge: Paleisje pimpen?” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.verrijkjekijkopbrugge.be/2018/12/21/paleisje-pimpen/ ; “Paleisje pimpen,” laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.paleisjepimpen.be/.
76
De Grote Post in Oostende biedt een aantal mogelijkheden voor leerlingen uit het
secundair onderwijs. Zo voorziet het lesmappen en workshops voor scholen en is er
voor jongeren onder de 18 jaar een kortingstarief. Het cultuurcentrum probeert ook
sterk in te zetten op participatie, o.a. door de rubriek “ik doe mee” waarop oproepen
verschijnen voor het publiek om deel te nemen aan workshops of onderzoeken, te
figuren voor voorstellingen, try-outs bij te wonen … Ook heeft het een blog, “de grote
blog” waarin berichten verschijnen door (jonge) kunstenaars in residence, maar
bijvoorbeeld ook geschreven door stagiairs. De Grote Post kan ook rekenen op een
vrijwilligerspoule en om hen ook eens in de schijnwerpers te plaatsen werd een
interviewreeks met hen opgestart, “équipe volontaire”.163
KleinVerhaal verbindt haar artistiek programma met actuele, maatschappelijke
thema’s. Op die manier vertrekt het, net als KAAP, vanuit wat leeft in de maatschappij,
hoewel KAAP daar nog meer de focus legt op Brugge en Oostende specifiek. In het
aanbod van KleinVerhaal komen vooral film en muziek aan bod. De missie van
KleinVerhaal is om een ontmoetingsplek en creatieplek te zijn voor iedereen. De
gelijkenis met één van de kernpijlers van KAAP, namelijk “verbinden”, is duidelijk.164
De derde grote culturele speler in Oostende is Mu.ZEE. Het museum richtte in 2018
Untitled op, een platform voor en door jongeren dat wil bewijzen dat musea niet per
se saai of oubollig zijn. Via eigen projecten wil het jongerenteam Mu.ZEE meer
jongeren-minded maken. Het eerste grote project van Untiteld wordt gelanceerd eind
juli, wanneer een groep jongeren een eigen tentoonstelling voor jongeren op poten zal
zetten. Daarbij wordt ook gewerkt met jonge makers tussen de 16 en 25 jaar.165 Naast
Untitled heeft Mu.ZEE ook een aantal vaste formules voor jongeren uit het secundair
onderwijs. Er is ten eerste een jongerenparcours voorzien met een gids, waarbij
jongeren leren observeren, beeldtaal herkennen en hun eigen mening formuleren.
Daarvan is ook een meer interactieve variant, “out of the box”. Ook organiseert Mu.ZEE
op vrijdagavond workshops voor jongeren tussen de 15 en 30 jaar.166
163 “De Grote post,” laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://www.degrotepost.be/; “De grote blog,” laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://degrote.blog/. 164 “Kleinverhaal,” laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://www.kleinverhaal.be/. 165 “Mu.ZEE: Untitled,” laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://www.Mu.ZEE.be/de/Mu.ZEE/p1293/welkom-op-de-pagina-van-untitled. 166 “Mu.ZEE,” laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://www.Mu.ZEE.be/.
77
Het museum probeert via andere participatieve projecten te connecteren met haar
bezoekers. Zo is er elke maand het project “duo”, waarbij een kunstwerk
gepresenteerd wordt dat gemaakt is door een museumbezoeker en dat in dialoog
geplaatst wordt met een werk uit de collectie. Op die manier wil Mu.ZEE ontmoetingen
creëren tussen publiek en collectie en tussen de verschillende museumbezoekers.167
De Bibliotheek van Oostende richt zich ook naar jongeren, maar in eerste plaats als
plek om te studeren tijdens de examens. Daarnaast heeft het ook een leescafé waar
diverse andere activiteiten gebeuren die niet gelinkt zijn aan onderwijs.168 Een ander
initiatief van de stad is fuifzaal Elysée. Vergelijkbaar met de Magdalenazaal en Het
Entrepot in Brugge is Elysée een plek waar jongeren zelf evenementen kunnen
organiseren zoals fuiven en concerten.
In Oostende is ook Tomates Crevettes actief, een forum voor jong geweld uit
Oostende en omstreken. Tomates Crevettes organiseert o.a. graffiti- en zeefdruk
workshops en bouwt ateliers uit. Voor haar werking baseert het zich op de pijlers “doe
het zelf, doe het samen en doe het duurzaam”. Tomates Crevettes is actief in 0.666 ,
een oude loods die werd omgebouwd aan de Hendrik Baelsekaai en ruimte moet
bieden voor lokale initiatieven van creatievelingen en ondernemers.169
Een initiatief dat al samenwerkt met KAAP is Monokino, een plaats door en voor
Oostendenaren waar alle soorten film en videokunst een plaats krijgen. Monokino
werkt momenteel nomadisch, waardoor haar films o.a. al in Vrijstaat O. werden
getoond. Aangezien Monokino een zo breed mogelijk publiek wil bereiken en ook een
plek wil zijn waar jonge makers hun werk kunnen tonen, zijn hier zeker mogelijkheden
wat betreft jongereninitiatieven.170
167 “Mu.ZEE: DUO,” laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://www.Mu.ZEE.be/de/Mu.ZEE/p1262/duo. 168 “Oostende: bibliotheek,” laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://oostende.bibliotheek.be/uit-agenda. 169 “Facebookpagina: 0.666,” laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, https://www.Facebook.com/Oostende.666/; “0.666”, laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, http://www.o666.be/?fbclid=IwAR0BNwBHm5rU3qKHdN29IcIYeX7hRiVDG-CKfcp7s20RITnRqjcCQOYLtI4; “Facebookpagina: Tomates Crevettes,” laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, https://www.Facebook.com/pg/tomatescrevettes/about/?ref=page_internal. 170 “Monokino,” laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, https://monokino.org/nl.
78
Een ander vrij recent project is ZandZand. Een vzw die in 2016 door Lisa Tahon werf
opgericht en een overkoepeling is van 3 initiatieven: Studio Sandy, designer Cathérine
Lovatt en theatergezelschap Live Others. ZandZand biedt creatieve workshops aan
voor jong en oud waarin diverse disciplines samen komen. Met productiehuis Studio
Sandy werd al samengewerkt voor het in beeld brengen van DANSAND.171
Ook met Club Jacques is een samenwerking op komst. Dit performance- en
theatercollectief werd opgericht door drie jonge Oostendenaars, Sam Ecker, Sam
David en Daan Borloo. Ze verbinden tekst, lijf en klank en vertrekken daarbij telkens
vanuit een specifieke context. Die context bepaalt dan ook de vorm van de
voorstellingen die ze maken, van huiskamerperformances tot klassieke voorstellingen.
Door op maat te werken wil Club Jacques communiceren en verbinding zoeken met
haar publiek. Een denkwijze die erg aansluit bij de werking van KAAP.172
KAAP als regionaal kunstencentrum met lokale verankering
Dat KAAP actief is in 2 steden en daardoor uniek is in Vlaanderen brengt
mogelijkheden met zich mee, maar ook uitdagingen. Dit gegeven zal ook in rekening
genomen moeten worden bij de opstart van een jongerenproject en om dat te kunnen
wordt eerst de nieuwe visie van KAAP onder de loep genomen.
De keuze van Kaap om zich te verbinden met twee verschillende steden die toch in
elkaars nabijheid liggen creëert een enorm potentieel voor zowel kunstenaars, de
steden zelf, als voor haar (al dan niet tijdelijke) bewoners. Het vergroot de
mogelijkheden tot artistiek experiment, maakt het artistieke canvas dat we aan
kunstenaars kunnen aanbieden oneindig veel groter en gelaagder, genereert een
enorme diversiteit aan verhalen waarop we onze werking kunnen enten en waarmee
we aan de slag gaan. Naar ons publiek toe genereert dit extra mogelijkheden om hen
uit te dagen, hun blikveld en culturele bagage te verbreden, onverwachte verbindingen
tot stand te brengen…
171 “ZandZand,” laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, http://www.zandzand.be/over.html. 172 “Club Jacques,” laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, https://www.clubjaecques.be/over-ons.
79
We benaderen met andere woorden niet alleen de kunstenaar vanuit zijn of haar
uniciteit, maar ook de stedelijke contexten waarin we actief zijn en waarmee we ons
expliciet willen verbinden. De werking in Oostende is met andere woorden specifiek
op maat van Oostende gemaakt, die in Brugge is tailor-made voor Brugge.173
Het inspelen op de eigenheid en uniciteit van de twee steden heeft zowel met de
historiek van De Werf en Vrijstaat O., met het publiek als met de beschikbare ruimtes
te maken. In Oostende wordt vooral verder ingezet op de disciplines woord en klank
zoals debatten en jazz optredens. De jaarwerking van Vrijstaat O. legde voor de fusie
vooral de focus op muziek en woord, maar ook beeldende kunst en festivals kwamen
via festivals aan bod. Brugge heeft via De Werf een theatertraditie, maar heeft met
oprichter Rik Bevernage echt een jazz basis. De oudere generatie jazzliefhebbers
vormen dan ook het vaste publiek in Brugge, terwijl Vrijstaat O. in Oostende een eerder
experimentele reputatie heeft en een publiek dat hiervan houdt. Het inspelen op de
eigenheid van de twee steden heeft dus zowel met de historiek als met het publiek te
maken. Toch spelen ook de beschikbare ruimtes een rol bij de programmatiekeuze. In
Brugge zijn er twee ruimtes ter beschikking, De Werf en de Groenplaats. De Werf is
echter aan de rand van de stad gelegen, waar niet vaak mensen passeren, de
buitenkant van het gebouw geeft eerder een ouderwetse indruk en er zijn maximum
100 zitplaatsen in de zaal. In de toekomst zullen alle kantoren naar de Groenplaats
verhuizen en ook zijn daar twee zalen voor artiesten om te repeteren. In Oostende
wordt de mezzanine in Vrijstaat O. momenteel als kantoorruimte gebruikt, maar
wanneer verhuisd wordt naar de Groenplaats kan deze een andere functie krijgen.174
De bedoeling is om naast de plekken die eigendom zijn van KAAP ook nomadisch te
werken in de stad en op verplaatsing evenementen en voorstellingen te laten
doorgaan. Hoewel historiek, publiek en beschikbare ruimtes een rol spelen in de
programmatie, streeft KAAP er vooral naar te vertrekken vanuit wat leeft in Brugge en
Oostende en hoe dit te verbinden valt met een artistiek programma en een publiek.175
173 Rolf Quaghebeur, KAAP artistiek, 1. 174 Fiers interview. 175 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie; Fiers interview.
80
2.3. Jongerenwerking KAAP
Nu de geschiedenis, werking en toekomstplannen van KAAP onder de loep zijn
genomen en een beeld is geschetst van de omgeving waarin het kunstencentrum zich
bevindt, kan een plan gemaakt worden voor de opstart van een jongerenproject.
2.3.1. Opstart jongerenproject
Het team van KAAP werd uitgenodigd om via een brainstormsessie zoveel mogelijk
input aan te leveren voor het opstarten van dit jongerenproject. Volgende vragen, die
gebaseerd zijn op de vragen die gesteld zijn tijdens interviews met andere
jongerenwerkingen, dienden als kapstok tijdens de brainstormsessie.
1) Doelstellingen en verwachtingen
* Wat zou KAAP willen bereiken met het oprichten van een jongerenwerking of een
jongerenproject? Wanneer is het project m.a.w. geslaagd?
2) Samenstelling groep jongeren
* Wordt er gewerkt met een vaste groep of eerder projectmatig? Start de jongerenwerking
elk jaar opnieuw met een nieuwe groep of verandert die dynamisch?
* Op welke leeftijdscategorie wordt de aandacht gericht?
* Moeten de jongeren woonachtig zijn in Brugge of Oostende of is dit geen voorwaarde
* Wordt er op zoek gegaan naar jongeren met een affiniteit voor kunst/cultuur of zal er net
geprobeerd worden jongeren te betrekken die er geen voeling mee hebben?
* Wordt de groep zo divers mogelijk samengesteld of eerder homogeen en op welke
vlakken? (leeftijd, geslacht, studierichting, interesses, …)
3) Functie / projecten
* Waarvoor worden de jongerenwerking ingezet? Met andere woorden wat is hun functie?
(Feedbackgroep/klankbord, reportersgroep, eigen projecten en evenementen organiseren,
achterban laten kennismaken met KAAP, drempel voor andere jongeren wegnemen, …)
* Welke graad van betrokkenheid/engagement/vrijheid/verantwoordelijkheid/participatie
wordt nagestreefd?
4) Werking
* Op welke manier worden de jongeren vergoed?
* Op welke manier wordt omgegaan met het feit dat KAAP actief is in twee steden?
5) Communicatie
* Krijgen de jongeren hun eigen communicatiekanalen vb. eigen FB pagina, eigen
Instagrampagina, …?
81
De samenkomst werd ingeleid a.d.h.v. van een overzicht van bestaande
jongerenwerkingen en welke mogelijkheden het samenwerken met jongeren biedt.
Daarna volgde een geleide brainstormsessie waaraan Evelyn Demaertelaere
(Publiekswerking en vrijwilligerswerving), Rolf Quaghebeur (Directeur) en Pieter Koten
(Artistiek coördinator jazz) deelnamen. Hieronder een samenvatting van de genomen
beslissingen.
Visie
De visie op jongerenprojecten moet passen binnen de algemene visie en missie van
KAAP. KAAP positioneert zich als kunstencentrum zo dat het vertrekt vanuit de
stedelijke context van Brugge en Oostende en verbindt dit met wat leeft onder
kunstenaars en het publiek. Een duidelijke, uitgewerkte visie omtrent een
jongerenwerking/jongerenprojecten wil KAAP nu nog niet opstellen, maar zal eerder
groeien vanuit de praktijk. Het kernidee is wel dat KAAP wil verbinden met jongeren
en dat jongeren de kans krijgen om KAAP te kapen. KAAP wil hiervoor vertrekken
vanuit de vraag “Wat hebben wij jongeren te bieden?”.176
Doelstellingen en verwachtingen
Op korte termijn wil KAAP dus niet meteen een specifiek artistiek aanbod gaan
ontwikkelen voor jongeren, maar wel wil men kijken in hoeverre het jongeren kan
betrekken bij het bestaande aanbod. Op lange termijn zal dit hopelijk leiden tot een
wisselwerking waarbij, in samenwerking met de jongeren, een aantal aanpassingen
kunnen ingevoerd worden. Er is echter geen masterplan om dé jongerenwerking van
KAAP op te starten die alles van kaap overspant, maar veel eerder is het idee om
kleinere acties/ingrepen/interventies uit te werken. Het zou fijn zijn mocht er in de
toekomst een vrij vaste groep jongeren ontstaan, van waaruit verschillende initiatieven
en projecten zich ontwikkelen, maar dit is geen doel. Het is dan ook niet de bedoeling
om gericht naar een resultaat toe te werken, maar wel om klein te beginnen en deze
micro-interventies te laten groeien en duurzaam te maken.177
176 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie. 177 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie.
82
Projecten: micro-interventies
Het idee is niet om een jongerenwerking op te starten die het geheel van KAAP
overspant, maar wel om, waar mogelijkheden zich voordoen, eerder kleinere ingrepen
te doen op microniveau. Deze ingrepen/activiteiten ontstaan telkens vanuit een
wisselwerking tussen de jongeren zelf en/of KAAP en/of kunstenaars en/of de
stedelijke omgeving. Jongeren inzetten als KAAP-ambassadeurs die hun achterban
aanspreken zou niet tot deze projecten behoren. Wel lijken o.a. een reportersfunctie,
een feedbackfunctie en op termijn het mee helpen programmeren (mits een kader)
zeer interessant. KAAP stelt zich open voor nog veel andere mogelijke projecten, maar
wat deze precies zullen inhouden, zal uit opportuniteiten in de toekomst blijken.178
Samenstelling groep
Voor de leeftijd van de jongeren waarmee samengewerkt kan worden, mikt KAAP op
16 t.e.m. 25 jarigen. Er wordt bewust voor gekozen om ook leerlingen uit de laatste
graad van het secundair onderwijs te proberen bereiken. Op termijn is het de bedoeling
om een zo divers mogelijke groep te betrekken en ook de uitgewerkte activiteiten
daarop de enten en te diversifiëren, maar de eerste contacten zoekt KAAP binnen haar
eigen netwerk. Ook lijkt het een interessante piste om een oproep te doen in de
middelbare en hoge scholen in Brugge en Oostende die creatieve/artistieke
opleidingen voorzien. Daarnaast staat KAAP zeker ook open voor samenwerkingen
met andere relevante organisaties en partners.
178 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie.
83
Vergoeding
Voor activiteiten die ook door de vrijwilligers worden gedaan, bijvoorbeeld bar shifts,
zal een vergoeding worden betaald. Ook jongeren die als reporters voor KAAP op pad
gaan zouden een vergoeding krijgen. De vrijwilligersvergoeding mag echter vooral niet
de hoofdmotivatie zijn om deel te nemen aan een project. Er zal bij elk project
vertrokken worden vanuit de vraag “hoe kunnen we meerwaarde creëren voor
elkaar?”. Soms zal dit een vergoeding zijn, soms kennis, soms locaties ter beschikking
stellen, … Het belangrijkste is dat de samenwerking beide partijen het gevoel geeft dat
er een wisselwerking aan de gang is die meerwaarde creëert.179
Uitdagingen
Vanuit het KAAP-team is er zeker een gevoel van bereidwilligheid t.o.v. dit nieuwe
idee. Het besef dat werken met jongeren veel geduld zal vragen en dat dit soms ten
koste zal gaan van tijd en efficiëntie, schrikt niet af. Er wordt enthousiast uitgekeken
naar het uitwisselen van ideeën met deze nieuwe doelgroep.180
KAAP is zich ook zeer bewust van de uitdagingen en mogelijkheden die het werken in
twee steden met zich meebrengt. Voor de jongerenprojecten vertrekt men vanuit
hetzelfde idee als bij de algemene werking: vanuit de eigenheid van de steden/locaties.
Het is niet de bedoeling om een vaste jongerengroep samen te stellen in Brugge en
eentje in Oostende. Veeleer zal er telkens wanneer er mogelijkheden zijn voor een
nieuwe project, een oproep gedaan worden waarbij jongeren vanuit de hele regio
kunnen deelnemen. Woonachtig zijn in Brugge of Oostende zal geen voorwaarde zijn
voor het meewerken aan een project. Idealiter ontstaat er na een tijdje een soort vaste
jongerenpoule met jongeren uit o.a. Brugge en Oostende van waaruit kleinere
projecten vertrekken.181
179 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie. 180 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie. 181 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie.
84
2.3.2. Concreet: DANSAND
Project
De bedoeling is een om eerste jongerenproject op te starten en uit te testen tijdens
DANSAND. De ideeën die hieruit ontstaan kunnen een opstap zijn naar volgende
activiteiten door en/of voor jongeren bij KAAP. DANSAND is een dansfestival dat
doorgaat in Oostende, op verschillende locaties in de stad, op de dijk en op het strand.
Deze 6e editie, die dit jaar doorgaat op 5, 6 en 7 juli, staat in het teken van de impact
van de omgeving op een lichaam. Het is de bedoeling om tijdens dit dansfestival een
eerste test te doen door het festival in beeld te laten brengen door verschillende
doelgroepen, o.a. door een aantal jongeren.182 Zij zullen dus als DANSAND-reporter
aan de slag gaan en mogen dit begrip zelf invullen. Ze mogen de Instagram van KAAP
kapen, een podcast maken, een camera gebruiken om DANSAND in beeld te brengen,
iets schrijven, één van de dansers interviewen, … dit en zoveel meer. Er zal gevraagd
worden aan de reporters om één voor- of namiddag te engageren. Zij zullen hiervoor
een vrijwilligersvergoeding krijgen en hun vervoerskosten zullen terug betaald worden.
Daarnaast zal hen ook de mogelijkheid worden aangeboden om samen met het team
te eten.
Communicatie
Voor DANSAND zullen KAAP-medewerkers vooral binnen hun eigen netwerk mensen
aanspreken. Het is niet de bedoeling om een soort masterplan uit te rollen met officiële
vacatures waarin KAAP dé jongerenwerking wil opstarten. Omwille van de timing van
DANSAND (aan het begin van de zomervakantie, vlak na de examenperiode) en de
beslissing van KAAP om eerst op micro-niveau te experimenteren, zal enkel een
oproep gelanceerd worden via social media. In de toekomst zal de uitdaging zijn om
bij het plaatsen van een oproep het evenwicht te vinden tussen het concreet
voorstellen van een project en anderzijds nog een groot deel open te laten zodat de
activiteiten in dialoog met de jongeren ontstaan.183 Echter, voor dit eerste experiment
biedt KAAP iets meer sturing. De jongeren zullen ingezet worden als reporters, maar
mogen dit begrip wel nog steeds zelf zeer breed invullen.
182 “KAAP: DANSAND,” laatst geraadpleegd op 22 mei 2019, https://dansand.kaap.be/. 183 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie.
85
De oproep via social media zal gelanceerd worden op 27 mei en de deadline voor
inschrijven zal gesteld worden op 11 juni. Een eerste bijeenkomst zal gepland worden
in de laatste week van juni. Afhankelijk van de opkomst zal hiervoor door KAAP een
moment vast gelegd worden of zal met en doodle gewerkt worden. Voor de timing van
de oproep werd rekening gehouden met tips van Silke Leenen. Zij is communicatie-
medewerker bij AmuseeVous, geeft vaak vormingen over jongerencommunicatie en is
verantwoordelijk voor alle oproepen voor AmuseeVous-projecten. Uit ervaring heeft zij
een aantal basistips opgesteld: 1) een oproep voor vrijwilligers mag maximum 2,5
weken lopen 2) er mag nooit meer dan 3 weken en minder dan 1 week zijn tussen de
afloop van de oproep en de eerste sessie 3) vermeld de eerste sessie in de oproep.184
Er zal voor de oproep gebruik gemaakt worden van een foto van DANSAND 2017. De
bedoeling is dat het beeld meteen de aandacht trekt en dat het ook de identiteit van
KAAP en DANSAND uitstraalt. Op het beeld zal enkel de tekst “KAAP ZOEKT
REPORTERS VOOR DANSAND” staan. Verdere uitleg wordt bijgevoegd maar zal niet
op de foto zelf staan. Jongeren zullen kunnen inschrijven door een mailtje te sturen
naar Evelyn. Het is ook de bedoeling om een websitepagina te creëren voor dit
reportersproject met alle praktische informatie op. De link hiervan zal ook in de oproep
staan.
Tijdens DANSAND zullen ook andere doelgroepen betrokken worden en er zal
daarvoor meteen ingezet worden op samenwerkingen. Zo zullen een aantal mensen
van Refu Interim, FMDO en Open School deelnemen.
184 Silke Leenen, e-mail aan Luka Franck, 26 april 2019.
86
2.3.3. Lange termijn
Idealiter is DANSAND een opstap naar meer en duurzame jongerenprojecten bij
KAAP, maar hoe dit verder evolueert zal zichzelf uitwijzen. Het zou mooi zijn moest er
op termijn een vaste poule jongeren ontstaan die zich voor een langere duur willen
engageren voor KAAP, maar dit is geen doelstelling.185 In het Gruuthusemuseum in
Brugge werd op een gelijkaardige manier gewerkt met het project “paleisje pimpen”.
De heropening van het museum werd daar aangegrepen als opstap voor de vorming
van een jongerengroep.
In volgend het volgende onderdeel, namelijk de conclusie van dit onderzoek, volgen
een aantal concrete aanbevelingen voor KAAP voor het ontwikkelen van
jongerenprojecten in te de toekomst.
185 Demaertelaere, Koten en Quaghebeur, brainstormsessie.
87
Deel 3. Conclusie
1. Algemene aanbevelingen
Dit onderzoek vertrok vanuit de vraag “Hoe kan KAAP interessant zijn voor jongeren
en welke rol kan een jongerenwerking hierin spelen?”. Al vrij snel bleek dat het eerste
deel van deze vraag een veel bredere invulling zou krijgen bij KAAP dan bij de andere
casussen die aan bod komen in dit onderzoek. Door andere culturele organisaties
werd deze vraag namelijk voornamelijk opgevat als “hoe kunnen we meer jongeren tot
bij ons krijgen?”, met de focus dus op jongeren in het publiek. KAAP vertrekt bij deze
vraag eerder vanuit een andere invalshoek en gaat nadenken over hoe zij zich als
kunstencentrum kunnen ter beschikking stellen van of “laten kapen” door jongeren,
jonge makers en creatievelingen. KAAP vertrekt vanuit de vraag “Wat hebben wij
jongeren te bieden?” en ziet dit ook heel praktisch, zoals bijvoorbeeld het gebruik van
ruimtes. KAAP zal dus niet meteen haar aanbod aanpassen met als doel om meer
jongeren in het publiek te zien, maar zal eerst kijken wat zij op dit moment voor
jongeren kan betekenen. Op langere termijn kan, vanuit een wisselwerking, het huidige
aanbod wel geëvalueerd en aangepast worden, maar dit is niet de eerste stap.
Het tweede deel van de onderzoeksvraag focust op welke rol een jongerenwerking
kan spelen in het betrekken van jongeren bij de werking van KAAP. Om KAAP een
beeld van de mogelijkheden van zo’n jongerenwerking te geven werden verschillende
casussen samengebracht. Per casus werden de doelstellingen en verwachtingen, de
concrete projecten en de graad van participatie besproken. Zo kon beslist worden
welke manier van werken KAAP interessant vond en passend bij haar identiteit en
welke net niet. Dat vooronderzoek leidde ook tot een samenvatting van de
belangrijkste aandachtspunten voor het samenwerken met jongeren. Deze
aandachtspunten zijn gebaseerd op de bevindingen van de geïnterviewde
jongerencoördinatoren en omgevormd tot algemene aanbevelingen. Soms zijn ze
eerder algemeen, soms zeer specifiek. Soms sluiten ze bij elkaar aan, soms spreken
ze elkaar tegen, maar net daarom kunnen ze zeer waardevol zijn.
88
Vooronderzoek in andere steden en bij andere jongerenprojecten is belangrijk om te
kunnen beslissen wat je ook of wat je net niet wilt doen. - Liene Conard186
Zorg ervoor dat de jongerenprojecten passen binnen de algemene visie van de
instelling en dat de jongeren op de hoogte zijn van wat die algemene visie is. Zo zullen
de vaste medewerkers veel meer achter de projecten staan en hebben de jongeren
ook sturing. - Hilde Peeters187
Communiceer duidelijk genoeg de verwachtingen die de organisatie heeft van de
jongeren. Als de opdracht te vaag is, is het moeilijk om concreet aan de slag te gaan.
- Hilde Peeters188
Jongeren moeten zich welkom en gewaardeerd voelen binnen de organisatie. Dit kan
op verschillende manieren getoond worden, bijvoorbeeld via een uitnodiging voor een
receptie voor medewerkers, via een badge waarmee ze altijd toegang hebben, via
aangepaste kledij, via andere manieren van bedanking, … - Liene Conard en Aurélie
Cerf189
Het is heel belangrijk om de jongeren au serieux te nemen en hen het gevoel te geven
dat ze iets betekenen binnen de werking. - Rik De Jonghe190
Jongeren moeten behandeld worden als volwaardige volwassenen.
- Inne Gheeraert191
Het is heel fijn als de jongeren en vaste medewerkers elkaar leren kennen en als
hele organisatie achter de ideeën en projecten staat. Echter, samenwerken en
vergaderen met jongeren gebeurt vaak buiten de kantooruren. Er moeten dan ook
actief momenten georganiseerd worden waarop beide groepen in contact komen met
elkaar. - Lies Ledure192
Een peter en meter systeem tussen de jongeren en vaste medewerkers blijkt niet
altijd goed te werken omwille van de verschillende momenten waarop beide aanwezig
zijn. Een ander peter en meter systeem, waarbij nieuwe leden door oudere leden onder
de vleugels worden genomen, leek beter te werken. - Liene Conard en Sanne Van de
Werf193
Jongeren moeten vrijheid en vertrouwen krijgen. - Aurélie Cerf194
186 Conard interview, 111. 187 Peeters interview, 114. 188 Peeters interview, 114. 189 Conard interview, 111; Cerf interview, 117. 190 De Jonghe interview, 108. 191 Gheeraert interview, 121. 192 Ledure interview, 104. 193 Conard interview, 111; Van De Werf interview, 124. 194 Cerf interview, 117.
89
Hoe enthousiast de jongeren ook zijn, je kunt ze niet volledig vrij laten. Het blijven
vrijwilligers die af en toe aan hun afspraken en taken moeten herinnerd worden. - Lies
Ledure195
Het is telkens zoeken naar een balans tussen de structuur en organisatie van de
instelling en de manier waarop jongeren projecten aanpakken. Als organisatie moet je
proberen om die structuur niet als een belemmering te laten aanvoelen, maar er is
wel steeds een soort kader nodig. Het is een zeer moeilijke oefening om hier een
evenwicht in te vinden. - Rik De Jonghe196
Als organisatie moet je vooral luisteren naar de jongeren zelf en niet proberen
bepaalde dingen op te dringen. - Inne Gheeraert197
Wanneer je een brainstormsessie of workshop te veel kadert of in een bepaalde
richting duwt, zijn de jongeren veel minder gemotiveerd dan wanneer ze het gevoel
hebben dat het hun eigen idee is. Bij eigen ideeën hebben ze een groter gevoel van
verantwoordelijkheid en zullen ze zich extra hard inzetten voor een project. - Aurélie
Cerf198
Werken met twee coördinators kan het werk verlichten. Zo hoeft er telkens maar één
iemand aanwezig te zijn op bijeenkomsten met de jongeren en kun je elkaars ideeën
beoordelen en sturen. - Lies Ledure199
Het coördineren van een jongerengroep of project brengt heel wat met zich mee en
is niet altijd even eenvoudig te combineren met de andere taken. Het inzetten van
stagairs als ondersteuning kan hierbij helpen. - Hilde Peeters200
Het vrijmaken van budget is één van belangrijkste voorwaarden voor het doen slagen
van een jongerenproject. Dit budget is nodig voor een aparte communicatie, opleiding
en organisatie. - Liene Conard201
Spreek vaste momenten af om samen te komen. - Sanne Van De Werf202
Een taakverdeling binnen de groep blijkt niet goed te werken. Iedereen wil mee
brainstormen over alle ideeën. - Lies Ledure203
Jongeren kunnen veel bijbrengen aan de organisatie. Het is heel belangrijk om dit
te zien en te erkennen. - Inne Gheeraert204
195 Ledure interview, 104. 196 De Jonghe interview, 108. 197 Gheeraert interview, 121. 198 Cerf interview, 117. 199 Ledure interview, 104. 200 Peeters interview, 114. 201 Conard interview, 111. 202 Sanne Van De Werf, 124. 203 Ledure interview, 104. 204 Gheeraert interview, 121.
90
2 Concrete aanbevelingen
Bovenstaande aandachtspunten zijn eerder algemeen en kunnen toegepast worden
in verschillende organisaties. Voor de opstart van een jongerenwerking bij KAAP
volgen hier 3 concrete aanbevelingen, op maat van de organisatie.
2.1. DANSAND als opstap
Het reportersproject tijdens DANSAND kan een opstap vormen voor verdere
jongerenprojecten bij KAAP. Niet alleen is het voor KAAP een kans om het werken met
jongeren te ontdekken, het zal voor de jonge reporters ook een kans zijn om KAAP te
leren kennen. Dit eerste contact is dan ook zeer belangrijk en op een aantal dingen zal
moeten gelet worden. Ten eerste zal er duidelijk gecommuniceerd moeten worden en
zal er voldoende begeleiding of sturing moeten zijn. Dit begint al met in de oproep en
tijdens de infomomenten duidelijk te communiceren wat de verwachtingen zijn. Ook
moet aan de jongeren duidelijk gemaakt worden wie aanspreekpunt is voor hen en bij
wie ze terecht kunnen met vragen doorheen het project. Indien KAAP op langere
termijn opnieuw zou willen samenwerken met dezelfde jongeren zou het goed zijn om
de jongerenreporters in contact te brengen met de vaste medewerkers en hen als deel
van het team te beschouwen tijdens DANSAND. Deze eerste jongereninterventie mag
dan wel kleinschalig zijn, het zal erg van belang zijn dat dit serieus wordt genomen
door de hele organisatie. Wanneer het team hen met open armen ontvangt zullen ze
zich betrokken en mede verantwoordelijk voelen. Achteraf moet het project ook
geëvalueerd worden, zowel met de jongeren zelf als met het hele team van KAAP. Zo
kunnen ervaringen gedeeld worden en kunnen eventuele werkpunten voor de
toekomst opgesteld worden
91
2.2. Samenwerkingen
“Paleisje pimpen” werkte samen met vzw De Batterie om jongeren te rekruteren voor
het project in het Gruuthusemuseum, tijdens DANSAND zullen al twee jongeren
deelnemen die ook lid zijn van Soundcast en Cultuurcentrum Brugge droomt van een
gezamenlijke jongerenwerking voor verschillende organisaties in Brugge. In Oostende
is o.a. het jonge performancecollectief Club Jacques vragende partij voor
samenwerkingen. Zowel in Brugge als in Oostende zijn dus mogelijkheden wat betreft
samenwerkingen met andere initiatieven. In de opstart van zo’n project kan het KAAP
enkel ten goede komen om hierop in te zetten. Zowel op vlak van expertise en ervaring
als communicatie en positionering zijn hier voordelen aan verbonden.
Zeer belangrijk is wel om tijdens evenementen of activiteiten die mede georganiseerd
worden door KAAP, te zorgen dat de aanwezigheid van de organisatie duidelijk en
zichtbaar is, via aanwezigheid van het logo op banners, stickers, posters, …
2.3. Imago en naambekendheid
KAAP heeft een zeer divers aanbod en is een zeer flexibele organisatie die voor tal
van projecten open staat. Echter, KAAP heeft een beperkte zichtbaarheid en
naamsbekendheid en een imago dat niet meteen als hip gepercipieerd wordt. Het zal
een uitdaging zijn om hier in de toekomst verandering in te brengen. Eén van de
kernwoorden in de nieuwe missie en visie van KAAP is “verbinden” en daarnaast heeft
de naam van de organisatie ook een rebels kantje door het idee van te kunnen
“gekaapt worden”. Dit idee zou veel meer kunnen worden benadrukt in de
communicatie, bijvoorbeeld via een slagzin. Ook het logo van KAAP heeft niet zo’n
hippe uitstraling. Voor toekomstige jongerenprojecten zou een eigen logo of slagzin
gebruikt kunnen worden met een aantrekkelijkere lay-out.
Als KAAP in de toekomst actief aandacht beschouwd aan deze 3 aanbevelingen zullen
ze al een hele stap vooruit zetten richting een eigen jongerenwerking.
Maar eerst.. DANSAND!
92
93
Deel 4. Verder onderzoek
Binnen het kader van dit onderzoek is een selectie gemaakt van een aantal casussen.
Echter er zijn tal van andere initiatieven in België die ook zouden in kaart gebracht
kunnen worden en die een interessante aanvulling zouden geweest zijn. Zo zijn
projecten als “paleisje pimpen” in Brugge, de jongerenwerking met leerlingen uit het
secundair onderwijs “Voorlopig Bewind” in het Yper Museum en Spotnik, de
jongerenwerking van De Spil in Roeselare, in dit onderzoek onbesproken gebleven.205
Naast het onderzoeken van casussen in België zou ook nog kunnen vergeleken of
aangevuld worden met voorbeelden uit Nederland. Tijdens een studiedag in het MAS,
“MAS in Jonge Handen: is een jongerenwerking de sleutel voor een toekomstig
museum?”, werd duidelijk dat in Nederland ook al een groot aantal participatieve
jongerenprojecten te vinden zijn in culturele instellingen. Zo kwam Marleen Hartjes uit
het Van Abbemuseum spreken over het project dat daar aan de gang is en waren veel
stemmen uit Nederland te horen tijdens het toekomstdebat op het einde van de dag.206
Een andere piste voor onderzoek zou kunnen zijn om na te gaan in hoeverre het
participatief werken met jongeren een hype is en/of in hoeverre het verschilt met
inclusief werken. De vraag “waarom moeten we proberen jongeren lokken naar een
culturele instelling?” zou hiervoor het startpunt kunnen zijn. Ook interessant om te
onderzoeken is in hoeverre het effectief gaat om meer jongeren naar musea krijgen of
de insteek niet meer moet zijn “hoe kunnen culturele organisaties interessant en
relevant zijn voor jongeren?”. Hierbij kan nagedacht worden over hoe ver culturele
instellingen hierin kunnen/moeten gaan wat betreft activiteiten en evenementen en of
die jongerenparticipatie dan nog wel te rijmen vallen met de identiteit van de
organisatie.
205 “Spotnik,” laatst geraadpleegd op 24 mei 2019, https://spotnikdespil.wordpress.com/over/; “Yper Museum: Voorlopig Bewind,” laat geraadpleegd op 24 mei 2019, https://www.ypermuseum.be/voorlopig-bewind; “Paleisje pimpen,” laatst geraadpleegd op 24 mei 2019, https://www.brugge.be/paleisje-pimpen-gruuthuse-zkt-jong-talent. 206 FARO, “Studiedag”
94
95
Bibliografie
Literatuur Blockx, Brent en Nathalie Brejaart. “Take part.” Laatst geraadpleegd op 18 maart
2019, https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties.
Bourgeois, Geert. Beleidsnota 2014-2019 Onroerend erfgoed. Brussel: Afdeling
Communicatie Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, 2014.
Buist, Girbe. “Het vrijwilligerskwadrant: een hulpmiddel om kwaliteiten van vrijwilligers
te onderscheiden.” Museumpeil, nr. 33 (2010): 25-27. Laatst geraadpleegd op 18
maart 2019, https://www.museumpeil.eu/museumpeil/Museumpeil-33.pdf.
“Content please.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019,
https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties.
De Wolf, Inge. “The young ones.” Laatst geraadpleegd op 15 mei 2019,
https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties
Delmee, Bas, Maxime Rooijmans en Annika Baeten. “Cultureel Jongerenprofiel.”
Laatst geraadpleegd op 15 mei 2019, http://www.kunstcontext.com/ckv/cjprofiel.pdf.
Devos, Franky. “Kies* - bijna 150 aanbevelingen voor een Mas in jonge handen.”
Laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, https://www.mas.be/sites/mas/files/KIES.pdf.
Dienst communicatie en informatie Federale overheidsdienst. “De vzw.” Laatst
geraadpleegd op 24 april 2019, https://justice.belgium.be/sites/default/files/vzw-
nl.pdf.
“FARO: Routeplanner participatie.” Laatst geraadpleegd op 14 mei 2019,
https://faro.be/publicaties/routeplanner-participatie.
Ganzenboom, Harry. Cultuurdeelname in Nederland: een empirisch-theoretisch
onderzoek naar determinanten van deelname aan culturele activiteiten.
Assen/Maastricht: Van Gorcum, 1989.
Gatz, Sven. Beleidsnota 2014-2019 Cultuur. Brussel: Afdeling Communicatie
Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, 2014.
Gatz, Sven. Beleidsnota 2014-2019 Jeugd. Brussel: Afdeling Communicatie
Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, 2014.
Hoogstraat, Els en Annemarie Vels Heijn. De leertheorie van Kolb in het museum:
dromer, denker, beslisser, doener. Amsterdam: Museumvereniging, 2006.
Kwak, Sanne, Ellen Vehoff en Hannet Engel. Leerstijlen in kunstmusea. Utrecht:
Universiteit Utrecht, 2012.
“Lasso: Jongerenparticipatie in de praktijk.” Laatst geraadpleegd op 18 maart 2019,
http://www.lasso.be/documents/draaiboek-TBSCW.pdf.
96
Leenen, Silke. “Blikwerpers.” Laatst geraadpleegd op 15 mei 2019,
https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties.
Maes, Daphné et al. “FARO: ABC van vrijwilligerswerk in de erfgoedsector.” Laatst
geraadpleegd op 30 maart 2019, https://faro.be/publicaties/abc-van-het-
vrijwilligerswerk-de-erfgoedsector.
Rimaux Céline en Silke Leenen. “Transmit it.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019,
http://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties.
Simon, Nina. The Participatory Museum. Santa Cruz: Museum 2.0, 2010.
Van Oost, Olga. “Mind the Gap.” Laatst geraadpleegd op 26 mei 2019,
http://bartrooms.be/wp-content/uploads/2014/08/MindTheGap_2009.pdf.
Vermeulen, Veerle. Twintig jaar De Werf 1986-2006. Oostende: Lammaing, 2006.
Internetbronnen
“0.666.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, http://www.o666.be/?fbclid=IwAR0BNwBHm5rU3qKHdN29IcIYeX7hRiVDG-CKfcp7s20RITnRqjcCQOYLtI4. “AmuseeVous: publicaties.” Laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, https://www.amuseevous.be/adviesmogelijkheden/publicaties. “Apestaartjaren: jongeren en digitale media.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.apestaartjaren.be/. “Club Jacques.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, https://www.clubjaecques.be/over-ons. “Concertgebouw: Soundcast.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.concertgebouw.be/nl/soundcast. “Concertgebouw: Tentoonstellingen.” Laatst geraadpleegd 12 mei 2019, https://www.concertgebouw.be/nl/tentoonstellingen. “Cultureelerfgoeddecreet: Memoire van toelichting.” Laatst geraadpleegd op 22 april 2018, http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2016-2017/g1014-1.pdf. “Cultuurcentrum Brugge: aMAZe.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.ccbrugge.be/agenda/themas/32/aMAZe/. “Cultuurcentrum Brugge: missie en visie.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.ccbrugge.be/over_ons/Missie_Visie. “De Basis.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://kunstenal.be/de-basis/. “De grote blog.” Laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://degrote.blog/.
97
“De Grote post.” Laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://www.degrotepost.be/. “De Tank.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019,
https://www.detank.be/page/ateliers.
“De W.E.R.F. records.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019,
https://www.dewerfrecords.be/nl/over-ons.
“Departement Cultuur, Jeugd & Media: Kunstendecreet, Artikel 72.” Laatst
geraadpleegd op 9 april 2018, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/wet-en-
regelgeving/kunstendecreet.
“Departement Cultuur, Jeugd en Media: Uitvoeren kunstenbeleid.” Laatst
geraadpleegd op 22 april 2018, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/wat-doen-
we/uitvoeren-kunstenbeleid.
“Entre pot en pint.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019,
https://www.hetentrepot.be/event/entre-pot-en-pint-1/2018-10-11-200000.
“Facebookpagina: 0.666.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, https://www.Facebook.com/Oostende.666/. “Facebookpagina: Tomates Crevettes.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, https://www.Facebook.com/pg/tomatescrevettes/about/?ref=page_internal. “FARO: expeditie Participatie.” Laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, https://faro.be/expeditieparticipatie. “FARO: Het Groot Onderhoud.” Laatst geraadpleegd op 26 mei 2019, https://faro.be/node/49205. “Handmade in Brugge.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://republiekbrugge.be/ontdek/handmade-in-brugge/. “Het Entrepot.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.hetentrepot.be/page/over-het-entrepot#. “Jeugdonderzoeksplatform.” Laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://www.jeugdonderzoeksplatform.be/nl. “KAAP.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2019, https://www.kaap.be/. “KAAP: DANSAND.” Laatst geraadpleegd op 22 mei 2019, https://dansand.kaap.be/. “KAAP: over ons.” Laatst geraadpleegd op 22 mei 2019, https://www.KAAP.be/over-ons/over-KAAP. “KAAP: praktisch - tickets.” Laatst geraadpleegd op 13 mei 2019, https://www.kaap.be/praktisch/tickets-en-info. “KAAP: praktisch locaties.” Laatst geraadpleegd op 22 mei 2019, https://www.KAAP.be/praktisch/locaties.
98
“Kleinverhaal.” Laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://www.kleinverhaal.be/. “Kunsten en erfgoed: Cultureel-erfgoeddecreet.” Laatst geraadpleegd op 22 april 2018, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/cultureel-erfgoeddecreet. “Kunstenal.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://kunstenal.be/about/. “Kunstendecreet: Memoire van toelichting.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2018, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/140522_Memorie%20van%20toelichting_KD. “Kunstenpunt.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2018, https://www.kunsten.be/. “Lasso.” Laatst geraadpleegd op 14 mei 2019, https://www.lasso.be/. “Monokino.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, https://monokino.org/nl. “Movisie.” Laatst geraadpleegd op 13 maart 2019, https://www.movisie.nl/. “Mu.ZEE.” Laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://www.Mu.ZEE.be/. “Mu.ZEE: DUO.” Laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://www.Mu.ZEE.be/de/Mu.ZEE/p1262/duo. “Mu.ZEE: Untitled.” Laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://www.Mu.ZEE.be/de/Mu.ZEE/p1293/welkom-op-de-pagina-van-untitled. “Oostende: bibliotheek.” Laatst geraadpleegd op 20 mei 2019, https://oostende.bibliotheek.be/uit-agenda. “Paleisje pimpen.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.paleisjepimpen.be/. “Paleisje pimpen.” Laatst geraadpleegd op 5 mei 2019, https://www.verrijkjekijkopbrugge.be/2018/12/21/paleisje-pimpen/. “Soep en feiten.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.brugge.be/soep-feiten-klimaatverandering. “Spotnik.” Laatst geraadpleegd op 24 mei 2019, https://spotnikdespil.wordpress.com/over/.
“The serious Leisure Perspective (SLP).” Laatst geraadpleegd op 30 maart 2019,
https://www.seriousleisure.net/concepts.html
“Turbo.” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://turbo.be/ “Verrekijkjeopbrugge: Paleisje pimpen?” Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.verrijkjekijkopbrugge.be/2018/12/21/paleisje-pimpen/.
99
“Vlaanderen: vrijwilligerswerk.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2019,
https://www.vlaanderen.be/vrijwilligerswerk.
“vzw Vlaams steunpunt Vrijwilligerswerk.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2019,
https://www.vlaanderenvrijwilligt.be/wetgeving/de-vrijwilligerswet/mag-jij-vrijwilligers-
inschakelen/.
“vzw Vlaams steunpunt Vrijwilligerswerk: wetgeving.” Laatst geraadpleegd op 27 mei
2019, https://www.vlaanderenvrijwilligt.be/wetgeving/kosten-en-vergoedingen/de-
forfaitaire-kostenvergoeding/.
“Yper Museum: Voorlopig Bewind.” Laat geraadpleegd op 24 mei 2019, https://www.ypermuseum.be/voorlopig-bewind.
“Yper museum: voorlopig bewind.” Laatst geraadpleegd op 29 april 2019,
https://www.ypermuseum.be/voorlopig-bewind.
“ZandZand.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2019, http://www.zandzand.be/over.html.
Interviews Allary, Aukelyn (coördinator aMAZe). Interview door Luka Franck (studente
Universiteit Gent). Mei 2019.
Cerf, Aurélie (medewerker Belvue Museum). Interview door Luka Franck (studente
Universiteit Gent). Maart 2018.
Conard, Liene (coördinator MAS in jonge handen). Interview door Luka Franck
(studente Universiteit Gent). Maart 2018.
De Jonghe, Rik (coördinator Soundcast). Interview Luka Franck (studente Universiteit
Gent). Maart 2018.
Demaertelaere, Evelyn, Pieter Koten en Rolf Quaghebeur (medewerkers KAAP).
Brainstormsessie door Luka Franck (student Universiteit Gent). April 2019.
Fiers, Lieven (lid Raad van Bestuur). Interview door Luka Franck (student Universiteit
Gent). April 2019.
Gheeraert, Inne (coördinator Unitled). Interview door Luka Franck (studente
Universiteit Gent). April 2019.
Ledure, Lies (coördinator MSK). Interview door Luka Franck (studente Universiteit
Gent). Maart 2019.
Peeters, Hilde (coördinator K-team). Interview door Luka Franck (studente
Universiteit Gent). Maart 2018.
Van De Werf, Sanne (coördinator Jongbloed!). Interview door Luka Franck (studente
Universiteit Gent). April 2018.
100
Bachelor- en Masterproef Bohez, Eveline. “De invloed van leerlingenparticipatie in het deeltijds
beroepssecundair onderwijs op het welbevinden van de leerlingen.” Masterproef,
Universiteit Gent, 2011.
Den Brok, Lise. “Denken, dromen of doen? Educatietheorieën en hun belang voor de
onderbouwing van het educatiebeleid in musea.” Masterproef, Universiteit Utrecht,
2010.
Franck, Luka. “Structurele jongerenwerkingen gekoppeld aan culturele organisaties:
een onderzoek naar de belangrijkste slaagfactoren aan de hand van 4 casussen.”
Bachelorproef, Universiteit Gent, 2018.
Nackom, Charlotte. “Jongeren en musea.” Masterproef, LUCA school of arts en
Hogeschool PXL, 2015.
Studiedag FARO. “Studiedag: MAS in jonge handen - is een jongerenwerking de sleutel voor
een toekomstig museum?” MAS: Antwerpen, 11 februari 2019.
Krantenartikels
Hillaert, Wouter. “Getrouwd voor het geld.” De Standaard, 16 december 2016, n.p.
Laatst geraadpleegd op 22 mei 2019,
http://www.standaard.be/cnt/dmf20161215_02629432.
“Kunstencentra De Werf en Vrijstaat O. fuseren.” De Morgen, 21 september 2015,
n.p. Laatst geraadpleegd op 12 mei 2019, https://www.demorgen.be/tv-
cultuur/kunstencentra-de-werf-en-vrijstaat-o-fuseren~b58ef968/.
Tielens, Filip. “Bestuur van KAAP moet ook in de spiegel kijken.” De Standaard, 13
februari 2018, n.p. Laatst geraadpleegd op 22 mei 2019,
http://www.standaard.be/cnt/dmf20180213_03356202.
Niet gepubliceerd Quaghebeur, Rolf. KAAP artistiek. Najaar 2018.
Quaghebeur, Rolf. Nota organisatieschema. Najaar 2018.
101
Bijlagen
BIJLAGE I: INTERVIEW SCHOONVOLK MSK - LIES LEDURE Interview door Luka Franck
MSK (Gent) 26 maart 2019
DOELSTELLINGEN EN VERWACHTINGEN
Vanuit welke hoek kwam de vraag naar een jongerenwerking? Vanuit de
organisatie zelf? Vanuit de jongeren? Vanuit andere partijen?
De vraag naar een jongerenwerking kwam van bij de medewerkers publiekswerking.
Het idee om een jongerengroep op te starten was er al een aantal jaar, maar er was
al heel veel werk voor het aantal medewerkers. In 2017 werd dan toch beslist om de
jongerenwerking op te starten.
Wat willen jullie precies bereiken met jullie jongerenwerking? Wanneer is het
voor jullie geslaagd? Wat is er sinds de opstart van de jongerenwerking
anders?
De doelen van schoonvolk zijn:
- Groter publieksbereik (nu 20 % van de bezoekers is “jongere”)
- MSK als museum voor iedereen - tussen bezoeken in schoolverband en bezoeken
als “volwassene” zit er een leeftijdscategorie die niet snel naar musea komt, ca. 18-
24 jaar. Deze categorie wil het MSK ook bereiken
- Betrokkenheid creëren
- Frisse blik en andere insteek
- Vergroten van naambekendheid
- Uitbreiding van het vrijwilligersbestand en de Vrienden van het MSK
OPROEP
Sinds wanneer is jullie jongerenwerking actief? (Al dan niet achter de
schermen)
De jongerenwerking bestaat sinds 2017, toen nog zonder naam.
Op welke manier hebben jullie de oproep gelanceerd? Via welke
communicatiemiddelen?
De oproep werd in oktober 2017 gelanceerd via social media en de website van het
MSK. Er kwam meteen heel respons op.
Hoe werden de jongeren geselecteerd? Vond er een gesprek plaats/een
motivatiebrief/…?
De jongeren hoefden niet op gesprek te komen, maar werden geselecteerd op basis
van een mail waarin ze moesten enerzijds moesten uitleggen waarom ze zouden
willen deel uitmaken van de jongerenwerking en anderzijds een voorstel doen van
een idee dat ze zouden willen uitvoeren.
102
Is er een maximum aantal?
De groep is gestart met 10 jongeren, die geselecteerd werden op basis van hun mail.
Na een aantal maanden werd toch geopperd dat ze met te weinig waren. Daarna
werd beslist om nog 5 extra mensen aan te nemen. Zij werden geselecteerd op basis
van een gesprek met de coördinators van Schoonvolk.
Gaan jullie elk jaar op zoek naar nieuwe jongeren of verandert de groep op een
dynamische manier?
De jongeren mogen in de werking blijven t.e.m. het jaar dat ze 24 worden. Als er
mensen stoppen dan wordt er één maal per jaar een nieuwe oproep geplaatst.
GROEP
Binnen welke leeftijdscategorie gaan jullie op zoek naar jongeren - wanneer
ben je “jongere”?
Schoonvolk-leden moeten tussen 16 en 24 jaar zijn. Vorig jaar waren er twee
jongeren uit het middelbaar, maar zij zijn nu 18 geworden, waardoor er momenteel
enkel studenten in de groep zitten.
Moeten de jongeren woonachtig zijn in de stad waarin jullie actief zijn of is dit
geen voorwaarde?
De meesten zitten op kot in Gent, maar dit is geen voorwaarde. Het brengt wel met
zich mee dat in het weekend afspreken zeer moeilijk is.
Gaan jullie op zoek naar jongeren met een achtergrond in kunst/cultuur of is
iemand zonder voorkennis ook welkom?
Het msk ging wel op zoek naar jongeren met een algemene interesse voor kunst en
cultuur, maar sommige jongeren waren zelfs nog nooit in het museum geweest.
Studies met een link naar cultuur zijn zeker geen voorwaarde.
Is jullie jongerenwerking een homogene groep of een gemengde groep en op
welke vlakken? (leeftijd, geslacht, studierichting, interesses, …) Hebben jullie
een voorkeur voor één van beide?
De bedoeling was om de groep zo te selecteren zodat het een diverse groep zou
zijn, zowel op vlak van leeftijd, geslacht en studierichting. Dit is zeker gelukt, met
uitzondering van het feit dat de groep voornamelijk uit meisjes bestaat.
COMMUNICATIE
Hoe bereiken jullie de jongeren voor jullie jongerenwerking? Via welke
communicatiemiddelen communiceren jullie met de jongeren?
Schoonvolk heeft een geheime facebookgroep en werkt ook met een google drive.
103
Is jullie jongerengroep actief op sociale media? Zo ja, door wie wordt dit
beheerd?
Jongeren hebben een eigen facebook en instagram pagina. Oorspronkelijk
beheerden de begeleiders die, maar nu posten de jongeren zelf omdat ze heel veel
voorstellen hebben. Na de samenkomst met de medewerker communicatie waren ze
heel enthousiast over sociale media. Ze maken nu zelf via google drive een eigen
communicatieplan met posts voor facebook en instagram met verschillende
rubrieken.
DE WERKING
Welke taken nemen de jongeren op zich? Welke functie heeft de groep?
Ze maakten een eigen programma voor museumnacht, geven gidsbeurten,
voorzagen een life audio guide, promotiemateriaal , … Bij alle activiteiten moet
telkens de link met het museum wel duidelijk blijven. Zo was de yoga niet zomaar
yoga, maar wel gelinkt met schilderijen uit het museum.
Welke graad van verantwoordelijkheid/engagement/betrokkenheid/vrijheid
wordt er aan de jongeren gevraagd?
De jongeren zijn altijd zeer vrij om te brainstormen, ze krijgen vooraf geen kader. De
jongerengroep werkt in twee richtingen. Enerzijds leggen de jongeren zelf ideeën
voor aan het museum, anderzijds kunnen de museumwerkers ook kiezen om de
jongeren te betrekken bij bepaalde projecten. Tot nu toe komen bijna alle voorstellen
van de jongeren zelf. Ze hebben heel veel energie en heel veel ideeën.
Is er een onderverdeling/taakverdeling binnen de groep jongeren?
Sommige mensen hebben heel veel ideeën, anderen zijn stiller maar zijn wel altijd
aanwezig, … Op dat vlak is er veel variëteit. Er worden geen expliciete taken
verdeeld, maar bijvoorbeeld bij het gidsen wordt niet van iedereen verwacht dat ze dit
zullen doen.
Op welke manier worden de jongeren begeleidt? Is er iemand fulltime hiermee
bezig?
De jongerenwerking wordt gecoördineerd door de twee medewerkers van
publiekswerking. Niemand is er fulltime mee bezig, maar de begeleider raadt dit wel
aan. De twee coördinators van het msk kunnen het enthousiasme en de ideeën van
de jongeren nog maar net bijhouden.
Voorzien jullie vormingen of workshops voor de jongeren?
De jongeren hebben het nog niet over vormingen gehad omdat ze voorlopig zelf heel
veel ideeën hebben en die zelf kunnen uitvoeren. Ze krijgen wel altijd bijstand als ze
die vragen van de medewerkers van het msk. Voor de rondleidingen is ook
samengewerkt met cultour.
Hoe vaak komen jullie samen met de jongeren? Is dit vooral overdag/’s avonds,
in de week/het weekend?
Eén keer per maand, op maandagavond, komt de groep samen. De jongeren
spreken zelf daartussen nog af op zondagavond, zonder de coördinators. Tijdens
blokperiodes en grote vakantie ligt de jongerenwerking quasi stil.
104
Hebben de jongeren een eigen plek binnen de organisatie voor hun werking?
Geen fysieke eigen plek, maar ze hebben wel een badge zodat ze altijd binnen
kunnen.
Hoe “belonen” jullie je jongeren? Wordt er een vergoeding voorzien?
De jongeren krijgen een vergoeding volgens vrijwilligersstatuut (volledige dag: 30-35
euro - budget voor eten wordt daar vanaf getrokken). Er is geen vast budget voor de
projecten van de jongeren, dit wordt voorstel per voorstel bekeken.
TIPS AND TRICKS
Welke tips and tricks zou je kunnen meegeven aan een organisatie die een
jongerenwerking wil opstarten?
Opdelen in groepen tijdens vergaderingen werkt niet zo goed, iedereen wil altijd over
alles meedenken.
Het is leuk als de jongeren en vaste medewerkers elkaar leren kennen, maar je moet
er moeite voor doen aangezien jongeren vergaderen op een moment dat de medewerkers er
niet meer zijn. Het is heel fijn als hele organisatie achter de jongerenwerking staat.
Er wordt veel gewerkt buiten normale werkuren.
Het werken met twee maakt het haalbaar omdat je elkaar kan afwisselen.
Je kunt ze niet helemaal vrij laten, hoe enthousiast ze ook zijn. Het blijven vrijwilligers en je
moet hen af en toe achter de veren zitten om hun afspraken en taken na te komen.
105
BIJLAGE II: INTERVIEW SOUNDCAST CONCERTGEBOUW - RIK DE JONGHE
Interview door Luka Franck
Republiek (Brugge) 30 maart 2018
Opstart en vorming
De jongerenwerking van het concertgebouw Brugge, Soundcast, bestaat nu bijna vijf
jaar. Het idee om een jongerenwerking op te starten is ontstaan vanuit de vaststelling
dat op vlak van cultuureducatie en het aanbod voor scholen, het concertgebouw een
zeer succesvol programma heeft, maar dat het zeer moeilijk blijkt om individuele
jongeren te bereiken. Uit een onderzoek bleek dat jongeren die het concertgebouw
kennen zeer positief oordelen over het imago, maar dat dit veel minder zo is bij
jongeren die er nog nooit zijn geweest. Ook bleek uit het onderzoek dat niet van de
juiste communicatiemiddelen gebruik gemaakt wordt om jongeren te bereiken. In het
begin van het bestaan van Soundcast, maakte de jongerenwerking bijvoorbeeld
gebruik van “discovery tips flyers”. Hierbij werden een twintigtal voorstellingen die
gepland stonden voor het komend jaar én interessant zijn voor jongeren voorgesteld.
Deze discovery tips flyers werden na een tijdje aangepast met als belangrijk
aandachtspunt dat jongeren pas last minute beslissen. Vanaf dan werden ze per
trimester uitgegeven.
Deze twee factoren, imago en communicatiemiddelen, zijn de belangrijkste redenen
geweest om Soundcast op te starten en zo meer individuele jongeren bereiken. Bij
het opstarten van Soundcast is naar o.a. Jongbloed! KMSKA en MAS in jonge
handen gekeken. Meteen werd ook heel duidelijk vooropgesteld dat de kwaliteit van
de projecten van de jongerenwerking zeer belangrijk zou zijn en zou primeren op
kwantiteit.
Het samenstellen van de groep
Soundcast telt altijd tussen de 10 en 12 personen en op dit moment is het aantal
jongens en meisjes ongeveer eerlijk verdeeld. De deelnemers van Soundcast zijn
voornamelijk tussen de 21 en 24 jaar, maar het concertgebouw wil er wel naar
streven om ook jongere leden aan te trekken. De jongeren zijn allemaal afkomstig uit
Brugge, maar zitten o.a. op kot in Gent en Brussel.
Het is niet zo dat elk jaar een nieuwe groep wordt samengesteld. De jongeren
kunnen voor verschillende seizoenen blijven. Binnenkort zal het concertgebouw
opnieuw op zoek gaan naar nieuwe leden, aangezien een aantal jongeren na dit jaar
stoppen met Soundcast. Er is door de medewerkers van het concertgebouw een
soort profiel opgesteld van welke competenties een lid van Soundcast zou moeten
hebben. Voordat iemand nieuw wordt toegelaten tot de groep vindt er ook altijd een
intake gesprek plaats. Er wordt naar gestreefd dat in de groep jongeren zitten met
uiteenlopende interesses i.v.m. podiumkunsten en muziek. Het zijn dus voornamelijk
jongeren die een achtergrond in de culturele studies hebben die in Soundcast terecht
komen. Kijk- en luisterervaring is dus wel een vereiste om bij de groep te worden
“aangenomen”. In de groep van het concertgebouw wordt dus bewust de keuze
gemaakt om niet te werken met “doorsneejongeren”, maar wel met jongeren die al
een culturele achtergrond hebben.
106
Voor het vormen van de groep wordt niet expliciet een oproep gelanceerd. Wanneer
er een plaats vrijkomt in de groep of er wordt aangekaart dat er nood is aan een lid
met een bepaald talent/specialisatie/opleiding wordt gezocht naar zo iemand,
bijvoorbeeld via de kunstschool. Soms komen mensen zich ook zelf aanbieden.
De werking
Lid zijn van Soundcast doe je op volledig vrijwillige basis. Er is geen
vrijwilligersvergoeding aan gekoppeld, maar de soundcastjongeren krijgen soms wel
betalende opdrachten van buitenaf. Ook mogen ze gratis naar alle voorstellingen en
wordt een onkostenvergoeding voorzien.
De bedoeling van Soundcast is om via een beperkte groep jongeren andere jongeren
warm te maken voor het concertgebouw. Soundcast heeft dan ook drie functies: als
klankbordgroep, als reporters en de jongerenwerking heeft ook een meer artistieke
functie.
* Klankbord
Soundcast is in de eerste plaats een feedbackgroep die helpt om het concertgebouw
meer jongerenproof te maken. Een opmerking hierbij is meteen dat het toepassen
hiervan door de verschillende afdelingen in het concertgebouw nog een veel groter
automatisme moet worden. Heel vaak wordt in een laatste fase wel beroep gedaan
op Soundcast of op de mening van de coördinator ter controle, maar nog te weinig
worden de Soundcasters van in het begin betrokken.
Zo werd bijvoorbeeld in september een samenwerking met Artevelde Hogeschool
opgestart, “circuit”, waarbij mensen enkele dagen in de week het concertgebouw als
een soort museum kunnen bezoeken en zich hierbij kunnen laten begeleiden door
gidsen. Soundcast had nog veel meer betrokken kunnen zijn bij dit project.
Wel moet benadrukt worden dat de stem van Soundcast zeker telt binnen het
concertgebouw. Vooral op vlak van communicatie heeft de groep heel veel inspraak.
* Reportersgroep
Naast het geven van feedback heeft de groep ook een functie als reporters. De ene
helft van de groep bestaat vooral uit fotografen en filmers, de andere helft zijn
voornamelijk tekstschrijvers. Ze schrijven verslagen en maken beelden van de
voorstellingen, interviewen kunstenaars, filmen repetities, enz. Deze vind je allemaal
terug op de soundcastblog, via de facebookpagina en via de website.
De groep is ook vaak live aanwezig op festivals als More music, Iedereen klassiek en
Surround. Op die festivals hebben ze dan hun eigen reportagestand en maken ze
foto’s en reportages op het moment zelf.
107
De leden van Soundcast maken ook reclame voor geplande projecten. Zo is onlangs
een project opgestart waarbij jongeren naar zeven voorstellingen kunnen gaan kijken
voor maar zeven euro. Het concertgebouw biedt al 50 procent korting aan op alle
voorstellingen voor -26 jarigen, maar er werd gemerkt dat vele jongeren hier niet van
op de hoogte zijn. Desalniettemin was het een te grote stap om de prijs voor alle
voorstellingen naar 10 euro te verlagen voor jongeren en daarom is de 7 x 7 formule
opgestart. Ook door soundcast werd hiervoor campagne gemaakt. De jongeren
vertelden persoonlijk over welke voorstelling zij de moeite vonden. Op deze manier
kreeg de reclame een gezicht.
* Artistiek
Soundcast bestaat uit een zeer autonome groep jongeren met heel veel artistieke
kwaliteiten. De meeste leden zijn volop bezig met artistieke studies of zijn al
afgestudeerd. De jongeren vinden het dan ook zeer belangrijk dat wat ze afleveren
van hoge kwaliteit is. Dat de groep zeer autonoom en ondernemend is, bleek ook uit
hun vraag naar meer artistieke projecten. Naast hun functie als reporters en als
klankbord, willen de jongeren ook zelf creatief aan de slag. Dit werd nogmaals
bevestigd in het kader van een onderzoek dat door één van de leden werd opgestart.
Door een student cultuurmanagment/pianist werd onlangs een onderzoek opgestart
waarbij 60 jongeren werden ondervraagd. Van de 60 jongeren waren er 20 die vaak
naar het concertgebouw kwamen, 20 af en toe en de laatste 20 nooit. Met hen
allemaal werd een face to face gesprek gevoerd. Vanuit dit onderzoek werden
suggesties opgesteld en werd door de jongeren een nieuwe nota geschreven met 4
aandachtspunten.
Ten eerste werd gesteld dat de jongeren ervaren dat ze nood hebben aan
bijscholing. Wanneer ze bij de groep komen is er amper een vorming voorzien en dit
wordt zowel door de jongeren als door de coördinator gezien als een tekort. Een
tweede punt was dat er meer ingezet zou moeten worden op samenwerking met
andere jongerengroepen in Brugge of met andere jongerenwerkingen in Vlaanderen
zoals bijvoorbeeld Jongbloed! of MAS in jonge handen. Als derde werd aangehaald
dat de jongeren zelf af en toe artistieke projecten willen opzetten. Door hen werd
scherp geformuleerd dat ze “meer dan reporters” willen zijn. Vierde punt…
In het verleden werd door Soundcast al een tanksessie gecureerd in het entrepot. Dit
project was zeer succesvol en in november 2017 werd dan ook een nieuw project
opgezet, FRONT. FRONT is een event voor en door jongeren rond het War Requiem
van Benjamin Britten. Het event had een zeer breed bereik en had o.a. als doel om
de drempel voor jongeren richting concertgebouw kleiner te maken. Een nadeel van
FRONT is dat het een zeer grote hap uit de werking heeft gehaald, zowel op vlak van
tijd als budget, en dat ook niet alle twaalf leden van Soundcast betrokken waren. Het
project was zeker een positieve ervaring maar heeft wel duidelijk aangetoond dat er
een bepaald soort sturing/kader nodig is waarbinnen de jongeren aan de slag
kunnen. Tijdens de evaluatie van het project is dan ook besloten dat de komende
maanden vooral gefocust zal worden op enkele kleinere projecten.
108
Binnenkort zal ook een herprofilering van Soundcast gebeuren. Nu de
jongerenwerking vijf jaar bestaat, is deze grondig geëvalueerd. Uit die evaluatie is
besloten dat er extra aandacht moet geschonken worden aan het behouden van het
evenwicht tussen de drie functies/taken van de jongerenwerking. Vooral de artistieke
component zal iets kleinschaliger moeten en zal duidelijker omkaderd en begeleidt
worden. Het is een zeer moeilijke oefening om een evenwicht te vinden tussen de
autonomie van de groep en de begeleiding van het concertgebouw.
Communicatie
De volledige groep komt telkens in april samen met de artistieke directeur voor de
voorstelling van het programma van het komend seizoen. Daarop volgt meteen een
brainstorm over welke projecten Soundcast zou kunnen opstarten voor dat seizoen.
De verdere communicatie tussen de jongeren en de coördinator en tussen de
jongeren onderling verloopt allemaal via een gesloten facebookgroep. Hierin wordt
door iemand een voorstel voor een project gelanceerd en wordt een oproep gedaan
naar wie interesse heeft om daaraan mee te werken. Een werkpunt voor de toekomst
is om meer samen te komen en deze dingen te bespreken i.p.v. enkel via de
facebookgroep te communiceren. Het blijkt echter zeer moeilijk om de groep vaker
samen te krijgen en dit wordt door de coördinator als een groot tekort ervaren.
Wel zal geprobeerd worden om tijdens het project 7 x 7 telkens vooraf met de hele
groep samen te komen en voor de voorstelling samen te eten en te brainstormen.
Soundcast heeft ook haar eigen facebook en instagramaccount. De jongeren creëren
alle content voor deze kanalen, maar die wordt altijd gecontroleerd en gepost door
de coördinator.
Bevindingen / Tips and tricks
Eén van de belangrijkste aandachtspunten bij het opstarten van een jongerenwerking
is om de jongeren au serieux te nemen en hen het gevoel te geven dat ze iets
betekenen binnen de werking. Zo is het project FRONT exponentieel gegroeid door
de inbreng en ideeën van de jongeren. Achteraf is wel geconcludeerd dat er voor een
volgend project heel duidelijk een afbakening of kader nodig is, maar desalniettemin
is het concertgebouw wel meegegaan met de ideeën van de jongeren en was het
een leerrijke ervaring.
Een algemeen aandachtspunt is ook dat er een groot verschil is tussen de
jongerengroep, die zeer los en “artistiek” is en het concertgebouw zelf dat heel erg
gestructureerd is. De structuur die het concertgebouw wil aanbrengen wordt door de
jongeren soms als een belemmering ervaren, maar er is natuurlijk wel een soort
kader of afbakening nodig. Het is een zeer moeilijke oefening om hier een evenwicht
in te vinden. Ook is vastgesteld dat doordat de jongeren zo goed zijn in wat ze doen
op artistiek vlak, ze hun taken soms te professioneel aanpakken waardoor het effect
van het spontane verdwijnt. Zo is de bewerkingstijd van foto’s en filmpjes vaak te
lang, waardoor ze jongeren veel te laat bereiken en hun effect missen. Anderzijds is
het zeer begrijpelijk dat de jongeren eer willen halen van het kwalitatief hoogstaande
werk dat ze leveren. Ook hier moet men zoeken naar een evenwicht.
109
BIJLAGE III: INTERVIEW MAS IN JONGE HANDEN - LIENDE CONARD Interview door Luka Franck
MAS (Antwerpen) 18 maart 2018
Opstart en vorming
Het MAS werd geopend in 2011 en al van voor de opening was beslist dat jongeren
een speciale plek zouden krijgen in het museum. Aan het opstarten van MAS in
jonge handen is veel onderzoek voorafgegaan, hiervoor zijn speciaal mensen in
dienst genomen. Zo heeft men jongerenwerkingen van musea uit andere Europese
steden bekeken. Ook is er een adviescommissie opgesteld geweest die twee
rapporten heeft geschreven: “kies” (aanbevelingen naar musea toe) en “A la carte”
(bevragen van jongeren over wat zijn willen in een museum). Uit deze twee rapporten
werd de conclusie getrokken dat er een speciale plek voor jongeren moest komen
binnen het MAS. Eerst is dit geprobeerd door een volledige verdieping als
tentoonstellingsruimte voor de jongeren in te richten, maar dit bleek iets te ambitieus.
In 2011 jaar was Antwerpen ook Europese jongerenstad, waardoor er extra veel
aandacht en middelen gingen naar het oprichting van een jongerenwerking. Ook
werden in dat jaar jongeren gevraagd om creatieve items te maken die tentoon
gesteld werden in de gangen van het hele gebouw. Naar aanleiding van deze
tentoonstelling werden het schoolgebonden aspect en het vrijetijdsaspect nog samen
aangepakt, erna werd dit gescheiden. Voor beide aspecten is er ook een andere
coördinator. Zo is Liene Conard enkel verantwoordelijk voor het vrije tijdsaanbod en
haar collega enkel voor het schoolgebonden aanbod. Het ultieme doel van het
oprichten van een jongerenwerking is om van het MAS een jongerenmuseum te
maken. Hoe ze dit doen, mogen de jongeren zelf invullen.
Het samenstellen van de groep
De jongerenwerking van het MAS bestaat uit een tiental jonge vrijwilligers. Het is zo
dat je je telkens voor een jaar engageert en dat je op het einde van het jaar kan
kiezen of je blijft of uit de groep stapt. Wanneer er een plekje vrijkomt wordt er een
oproep gelanceerd en gaat de coördinator op zoek naar iemand nieuw. De oproep
wordt altijd volledig via social media en de website van het MAS gecommuniceerd.
Geïnteresseerden kunnen hun CV en motivatie doorsturen en daarna komen ze op
gesprek. Tijdens het gesprek wordt heel duidelijk gemaakt wat het MAS in jonge
handen nu eigenlijk is en wat er van je verwacht wordt als je bij de groep komt. De
jongeren worden geselecteerd op basis van inzet en enthousiasme, maar er wordt
ook gekeken hoe goed de kandidaat in de groep zal passen.
Om geselecteerd te worden hoef je niet per se in Antwerpen te wonen of studeren.
Het MAS in jonge handen neemt jongeren tussen 16 en 26 aan, maar in realiteit zijn
de meeste jongeren tussen de 18 en 24 jaar. De groep is op dit moment eerlijk
verdeeld qua verhouding jongens/meisjes en er zitten jongeren in vanuit alle
mogelijke studierichtingen. Het is niet nodig om “ervaring” te hebben binnen de
museale wereld.
110
Eén keer om de twee jaar komt er ook een jongere via de inburgeringsorganisatie
Atlas bij het team, op zo’n momenten wordt o.a. extra ingezet op groepsdynamica.
Tijdens het jaar worden geen nieuwe jongeren meer aangenomen. De groep die dit
jaar actief is, is dezelfde als vorig jaar. Er werd dus ook geen nieuwe oproep
geplaatst.
De werking
De bedoeling van de jongerenwerking is om van het MAS een jongerenmuseum te
maken. De manier waarop dit gebeurd wordt grotendeels door de jongeren zelf
bepaald. Om de jongeren een kader aan te reiken waarbinnen ze kunnen werken
worden vaak workshops en opleidingen georganiseerd die aansluiten bij de ideeën
en projecten van de jongeren. Bij de opstarting van MAS in jonge handen in 2011
werden de jongeren een halfjaar lang opgeleid door organisatie De Veerman. Drie
kunstenaars/begeleiders werden ingeschakeld om de jongeren elk vanuit hun eigen
vakgebied te begeleiden. Bij het verlaten van MAS in jonge handen krijgen de
jongeren ook een competentiepas, een soort certificaat van alle competenties die ze
hebben verworven tijdens het traject. Voor het bijwonen van een vergadering krijgen
de jongeren een vrijwilligersvergoeding van 5,5 euro, bij het bijwonen van een event
krijgen ze 8,5 euro.
De jongeren van MAS in jonge handen komen bijna wekelijks samen, zeker als er
een project aan de gang is. Dit is vooral ’s avonds in de week en in het weekend op
zondagmiddag. Elk lid van het team heeft een badge waarmee hij/zij in het hele
gebouw kan, op die manier krijgen jongeren een belangrijke rol en
verantwoordelijkheid binnen het museum.
Het opstarten van nieuwe projecten ontstaat altijd uit een wisselwerking tussen het
jongerenteam en de andere medewerkers van het museum. Vaak vertrekken de
jongeren vanuit de collectie van het MAS om een project op te starten, maar
evengoed wordt het jongerenteam gevraagd of ze het zien zitten om rond een
bepaald onderwerp te werken. In oktober start zo o.a. een eigen tentoonstelling van
het jongerenteam. De tentoonstelling zal “instinct” noemen en is ontstaan vanuit een
gemeenschappelijk element uit de volledige collectie van het MAS, namelijk dieren.
Het MAS evalueert haar jongerenwerking elk jaar. Dit is ook noodzakelijk aangezien
ze een soort kwaliteitslabel hebben gekregen en ze een competentiecertificaat
mogen uitdelen.
Communicatie
Alle communicatie tussen de coördinator en de jongeren gebeurt via whatsapp. De
facebookpagina van MAS in jonge handen wordt door de coördinator beheerd, maar
het instagram account en het snapchat account door de jongeren zelf. Hier laten ze
de volgers vooral een blik achter de schermen van zo’n jongerenwerking zien.
111
Bevindingen / tips and tricks
Volgens de coördinator van MAS in jonge handen is het zeer belangrijk dat de
jongeren zich welkom en gewaardeerd voelen in het museum. De jongeren krijgen
dan ook een badge waarmee ze overal binnen kunnen en er wordt aangepaste kledij
voorzien voor tijdens evenementen.
In het begin van het bestaan van de jongerenwerking is er ook eens geprobeerd om
met een peter-meter systeem te werken. Hierbij werd één van de
museummedewerkers peter of meter van één van de nieuwe jongeren uit het
jongerenteam. Dit bleek echter niet zo goed te werken, o.a. doordat de jongeren
vooral ’s avonds en in het weekend aanwezig waren in het MAS en de andere
medewerkers overdag tijdens de week. Vanaf nu is het zo dat de jongeren die al
langer in het team zitten, de jongere begeleiden.
Ook een taakverdeling binnen de groep bleek niet zo goed te werken. De jongeren
werken sinds dan ook altijd samen aan een project tot het afgerond is en beginnen
dan met een nieuw.
Evenementen voor jongeren ’s avonds laten doorgaan werkt zeer goed, maar heeft
een heel grote impact op het museum. Hier moet dus zeker het evenwicht bewaard
worden.
Volgens de coördinator van MAS in jonge handen is het fundamenteel geweest voor
de jongerenwerking dat er vooronderzoek is gedaan in andere steden in Europa, o.a.
in Londen, Parijs en Amsterdam. Daarnaast is het vrijmaken van budget één
belangrijkste voorwaarden voor het slagen van een jongerenwerking. Dit budget is
absoluut nodig voor een aparte communicatie, opleiding en organisatie.
112
BIJLAGE IV : INTERVIEW K-TEAM KAAITHEATER - HILDE PEETERS Interview door Luka Franck
Kaaitheater (Brussel) 2 maart 2019
Opstart en vorming
Het K-team is actief sinds 2010. De vraag naar een jongerenteam komt vooral vanuit
de organisatie zelf. Met de oprichting van het K-team wil het kaaitheater meer
jongeren bereiken en betrekken bij hun voorstelling en werking. Vijf jaar geleden
startte Hilder Peeters bij het kaaitheater en één van haar taken in het coördineren
van het jongerenteam. In de periode voor dat Hilde coördinator werd was het zo dat
jongeren die lid waren van K-team gratis iemand mochten meenemen naar een
voorstelling. Nu is het meer de bedoeling dat de jongeren zich helemaal verdiepen in
het kaaitheater, zo echte “kenners” worden en hun achterban kunnen
enthousiasmeren om ook de eerste stappen richting het theater te zetten. Het team
wordt voornamelijk geleid door Hilde, daarnaast worden ook af en toe stagiairs
ingeschakeld om het team te helpen begeleiden.
Het samenstellen van de groep
Elk jaar wordt door het kaaitheater een nieuw K-team samengesteld. Er wordt
gezocht naar 10 à 15 jongeren tussen de 16 en 26 jaar die studeren of wonen in
Brussel. Het kaaitheater streeft ernaar een zo divers mogelijke groep samen te
stellen. De jongeren komen idealiter uit verschillende studierichtingen en er wordt
gestreefd naar een gelijke verdeling tussen jongens en meisjes. Er zijn ook telkens
jongeren in de groep die al veel kijkervaring hebben, maar ook jongeren die nog
nooit naar theater zijn gaan kijken. In realiteit lukt het niet om elk jaar een even divers
team samen te stellen. Zo zijn er dit jaar 10 jongeren actief in het jongerenteam,
waarvan 8 meisjes en 2 jongens. Ook de leeftijd van de deelnemers ligt voornamelijk
tussen de 17 en 22 jaar. Uit ervaring blijkt dat jongeren die niet in Brussel wonen of
studeren/op kot zitten vaak na enkele tijd afhaken. Daarom is bij de oproep nu ook
toegevoegd dat dit wel degelijk een voorwaarde is om bij het team te komen. Het
huidige K-team is in november samengesteld en opgestart.
De oproep voor het samenstellen van het K-team wordt gelanceerd via de
publiekswerking. Sleutelfiguren binnen de leefwereld van jongeren worden
aangesproken om de oproep te verspreiden. Ook is deze terug te vinden op de
website van het kaaitheater. De jongeren die zich aangemeld hebben worden
uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek wordt gepolst naar
de motivatie van de jongeren en wordt uitgelegd wat van het verwacht wordt. Het
gebeurt zeer zelden dat er iemand geweigerd wordt. Tijdens het jaar worden er
normaal gezien geen extra jongeren meer aangenomen.
De werking
De bedoeling van de oprichting van het K-team is dat jongeren zich ontwikkelen als
kenners van het kaaitheater en hun vrienden en “achterban” aanspreken om zo de
stap richting het theater kleiner te maken. De jongeren zijn dus een soort
“ambassadeurs” en “kenners” van het theater en de bedoeling is dat ze andere
jongeren warm maken om naar het kaaitheater te komen.
113
Het programma van het kaaitheater is zeer uitgebreid en misschien niet
laagdrempelig voor jongeren en via het K-team moet hier dus verandering in komen.
Het is dus niet de taak van jongeren om evenementen te organiseren of
rondleidingen te geven, maar vooral om andere jongeren enthousiast te maken. De
jongeren uit het k-team mogen het hele jaar door gratis naar alle voorstellingen. Het
kaaitheater heeft ook een jongerentarief om de stap naar het theater kleiner te
maken. Op de website vind je terug dat dit 10 euro per voorstelling is, op de
facebookpagina staat 8 euro.
Via workshops worden de jongeren van het K-team o.a. begeleidt in het leren kijken
naar voorstellingen. In het verleden werden ook al bootcamp weekends
georganiseerd om bij te leren over theater en dans. De jongeren worden
voornamelijk gestimuleerd om vanuit hun eigen talenten te werken binnen het
jongerenteam. Zo werd er in het verleden al eens een kunstenaar geïnterviewd of
een filmpje gemaakt rond een voorstelling. Zoals eerder vermeld is het dus niet de
bedoeling dat de jongeren eigen evenementen/voorstellingen/rondleidingen
organiseren, maar wel dat ze zicht ontpoppen tot echte ambassadeurs van het
kaaitheater.
De jongeren gaan één keer per maand samen naar een voorstelling. Vooraf eten ze
samen onder begeleiding van Hilde, hun vaste coördinator, en een andere
werknemer van het kaaitheater. Er komt dus telkens iemand anders de jongeren wat
meer vertellen over zijn/haar job. Voor de eerste voorstelling is dit telkens de
algemene directie, dan eens de persverantwoordelijke, de artistieke directie, enz.
Communicatie
De communicatie tussen coördinator en leden van de jongerenwerking gebeurt
vooral via de facebookgroep. Het gebeurd vaak dat er nog extra wordt
gecommuniceerd via sms.
Het K-team heeft ook een eigen facebookpagina, die beheerd wordt door de
jongeren. Op de pagina zijn vooral foto’s en filmpjes te vinden. Deze tonen o.a.
interviews met kunstenaars, beelden van een voorstellingen, een blik achter de
schermen, enz. Het team van dit jaar is voorlopig nog niet actief geweest op de
facebookpagina.
114
Bevindingen / Tips and tricks
Het organiseren en draaiende houden van een jongerenwerking brengt heel wat met
zich mee en is niet altijd even eenvoudig te combineren met de andere taken die
Hilde heeft binnen het kaaitheater. Soms worden stagiairs ook ingezet om de
jongerenwerking te ondersteunen.
Met het jongerenteam van vorig jaar werd op het einde van de periode een
evaluatiemoment georganiseerd. Hilde had met alle jongeren een individueel
gesprek over de werking van het afgelopen jaar. Een vaak voorkomend
aandachtspunt bleek dat de jongeren de opdracht/verwachtingen gecommuniceerd
door het kaaitheater iets te vaag vonden waardoor ze niet goed wisten hoe ze aan de
slag moesten.
Omdat het initiatief voor het opzetten van projecten heel erg bij de jongeren zelf ligt,
hangt het “succes” van de jongerenwerking af van groep tot groep en van jaar tot
jaar. Het ene jaar zit de groepsdynamiek ook veel beter dan andere jaren. Als tip
werd meegegeven dat het heel belangrijk is dat de verwachtingen vooraf duidelijk
worden gesteld en dat de jongeren zich daar genoeg voor inzetten. Het is heel
vervelend om als coördinator de groep te moeten trekken zonder dat er veel respons
komt. Helaas komt dit soms wel voor, o.a. dit jaar heeft de groep een moeilijke start.
Voor het kaaitheater is het zeer belangrijk dat alle projecten die worden
georganiseerd passen binnen de identiteit van de organisatie. Het kaaitheater is een
receptief huis en maakt dus geen eigen voorstellingen. De organisatie bouwt een
lange termijnrelatie op met de artiesten en vele komen jaar na jaar terug. Het is voor
het kaaitheater zeer belangrijk om de projecten van het k-team ook in deze visie in te
passen.
115
BIJLAGE V: INTERVIEW BELVUE BENDE BELVUE MUSEUM - AURELIE CERF Interview door Luka Franck
Telefonisch gesprek 25 maart 2019
DOELSTELLINGEN EN VERWACHTINGEN
Vanuit welke hoek kwam de vraag naar een jongerenwerking? willen jullie
precies bereiken met jullie jongerenwerking? Wanneer is het voor jullie
geslaagd? Wat is er sinds de opstart van de jongerenwerking anders?
In 2016 heropende het Belvue museum met een nieuwe collectie. Naar aanleiding
daarvan werd in 2014 een jongerengroep samengesteld die mee zou nadenken over
hoe ze via die nieuwe collectie meer jongeren naar het museum konden krijgen. De
vraag “Wat willen jullie als jongeren in een museum over België zien?” stond centraal
tijdens het hele project. Zowel qua vormgeving als qua inhoud moest het museum
aansluiten bij de focusdoelgroep die ze wil bereiken: kinderen/jongeren van 3 t.e.m.
18 jaar, zowel binnen als buiten schoolcontext. Uit onderzoek blijkt dat 2/3e van de
bezoekers van het Belvuemuseum binnen deze leeftijdscategorie valt.
De jongerengroep is een halfjaar na opening gestopt. Het “doel” was bereikt,
namelijk de opening van het museum, en de groep trok eigenlijk niet veel nieuwe
jongeren naar het museum.
In 2017 werd een nieuwe jongerengroep opgericht met “jongere jongeren” met een
meer diverse achtergrond. Zij lijken met hun projecten wel nieuwe jongeren naar het
museum te lokken.
OPROEP
Op welke manier hebben jullie de oproep gelanceerd? Via welke
communicatiemiddelen?
De oproep werd gelanceerd via de traditionele communicatiemiddelen van het
museum.
Hoe werden de jongeren geselecteerd? Vond er een gesprek plaats/een
motivatiebrief/…? Is er een maximum aantal? Gaan jullie elk jaar op zoek naar
nieuwe jongeren of verandert de groep op een dynamische manier? Of werkt
de jongerenwerking projectmatig?
De jongeren werd gevraagd een cv en motivatiebrief op te sturen en daarna volgde
een “sollicitatiegesprek”. Er was vooraf geen maximum aantal deelnemers
vastgelegd. Na een jaar werd er opnieuw een oproep gedaan en kwamen er 4
nieuwe leden bij. De voorwaarden voor deelname waren interesse voor cultuur (in
zeer brede zin), leeftijd tussen 18 en 23 jaar, Frans of Nederlandssprekend en kennis
van de andere taal.
Voor de tweede groep mikt men op jongere jongeren die uit een sociaal moeilijkere
context afkomstig zijn. Deze groep werd van buitenaf geselecteerd via contact met
het jeugdnetwerk in Brussel. De Foyer selecteerde de jongeren en pas wanneer de
groep volledig was, werd kennis gemaakt met het Belvue museum.
116
GROEP
Binnen welke leeftijdscategorie gaan jullie op zoek naar jongeren - wanneer
ben je “jongere”? Moeten de jongeren woonachtig zijn in de stad waarin jullie
actief zijn of is dit geen voorwaarde? Gaan jullie op zoek naar jongeren met een
achtergrond in kunst/cultuur of is iemand zonder voorkennis ook welkom? Is
jullie jongerenwerking een homogene groep of een gemengde groep en op
welke vlakken? (leeftijd, geslacht, studierichting, interesses, …) Hebben jullie
een voorkeur voor één van beide?
Op vlak van leeftijd, geslacht en moedertaal was er diversiteit binnen de groep. Op
vlak van studierichting, sociale achtergrond en interesse in cultuur bleek de groep
zeer homogeen te zijn. Alle jongeren volgden een universitaire opleiding, vaak met
een duidelijke link naar cultuur. Wonen in Brussel was geen voorwaarde voor
deelname. De jongeren kwamen zowel uit Brussel, Vlaanderen en Wallonië en de
verplaatsing zorgde ook nooit voor problemen.
COMMUNICATIE
Is jullie jongerengroep actief op sociale media? Zo ja, door wie wordt dit
beheerd?
De jongerengroep had een eigen facebookpagina.
DE WERKING
Welke taken nemen de jongeren op zich? Welke functie heeft de groep? -
Projecten en evenementen organiseren? Rondleidingen geven? Andere
jongeren enthousiast maken? Feedbackgroep/klankbord? Drempels voor
andere jongeren wegnemen?
Van 2014 t.e.m. 2016 dachten de jongeren mee na over het nieuwe Belvue museum.
De eerste 6 maanden na opening hebben ze ook een aantal evenementen
georganiseerd zoals een jacht in Brussel, rondleidingen, festival met concerten,
meewerken aan museum night fever, audiogids, …
Welke graad van verantwoordelijkheid/engagement/betrokkenheid/vrijheid
wordt er aan de jongeren gevraagd? Steunt de hele organisatie het idee van
een jongerenwerking?
De jongeren kregen telkens heel veel vrijheid om te brainstormen. Er werd vooraf
geen kader gevormd en bijna alle projecten zijn uitgevoerd. Het Belvuemuseum wou
de jongeren alle vertrouwen en vrijheid geven, zodat ze zich ook verantwoordelijk
zouden voelen voor hun projecten.
Op welke manier worden de jongeren begeleidt? Is er iemand fulltime hiermee
bezig? Voorzien jullie vormingen of workshops voor de jongeren?
Een medewerker uit het museum was telkens aanwezig bij bijeenkomsten. De
jongerengroep was één van zijn/haar taken. Daarnaast was er bij elke samenkomst
externe begeleiding door iemand van de Veerman.
117
Hoe vaak komen jullie samen met de jongeren? Is dit vooral overdag/’s avonds,
in de week/het weekend?
De jongeren kwamen zo goed als elke woensdagnamiddag samen.
Hebben de jongeren een eigen plek binnen de organisatie voor hun werking?
De eerste jongerengroep niet, de tweede groep wel. De eerste groep kwam meestal
samen op kantoor bij de andere medewerkers. Zij waren helemaal geïntegreerd als
deel van het team.
Hoe “belonen” jullie je jongeren? Wordt er een vergoeding voorzien?
Nee, de jongeren deden dit volledig vrijwillig. Er was geen vergoeding voorzien, ook
niet voor transport.
TIPS AND TRICKS
Welke tips and tricks zou je kunnen meegeven aan een organisatie die een
jongerenwerking wil opstarten?
Wanneer je een brainstormsessie of workshop te veel kadert of in een bepaalde
richting duwt, zijn de jongeren veel minder gemotiveerd dan wanneer ze het gevoel
hebben dat het hun eigen idee is. Als iets een eigen idee is dan hebben ze een
groter gevoel van verantwoordelijkheid en zullen ze zich extra hard inzetten voor een
project.
Jongeren moeten vrijheid, maar ook vertrouwen krijgen. Zo is er nooit een project
geweest dat niet concreet is geworden.
Als je met jongeren samenwerkt moet je absoluut flexibel en out of the box denken.
Dit hangt heel erg af van de instelling van de organisatie.
Jongeren moeten zich welkom en op hun gemak voelen: iedereen moet jongeren
kennen, momenten met de ploeg, lunch/diner, deel van het team, …
118
BIJLAGE VI: INTERVIEW UNTITLED MU.ZEE - INNE GHEERAERT E-mail 9 april 2019
DOELSTELLINGEN EN VERWACHTINGEN
Vanuit welke hoek kwam de vraag naar een jongerenwerking? Vanuit de
organisatie zelf? Vanuit de jongeren? Vanuit andere partijen?
Het idee voor de oprichting van een jongerenwerking kwam er door Thea
Vandenbussche, studente sociaal werk aan de Arteveldehogeschool, die stage liep
bij Mu.ZEE. Zij heeft haar stage gericht rond de vraag “Hoe kan Mu.ZEE meer
jongeren bereiken en een meer jongerenvriendelijk imago uitbouwen?”. Zij heeft
haar klas uitgenodigd in Mu.ZEE voor kritische analyse van de huidige situatie en
een brainstorm rond haar centrale stagevraag. Uit deze brainstorm kwam het idee
om een jongerenplatform op te richten dat betrokken wordt bij de museumwerking en
eigen activiteiten mag uitwerken voor jongeren. Mu.ZEE heeft toen, samen met
Thea, een eerste open call uitgeschreven in april 2018, daaruit kwamen 5 jongeren
voort. Samen met hen hebben we het idee van een jongerenplatform, de
communicatie/promotie rond het platform en een eerste activiteit verder vorm
gegeven. De jongeren beslisten om eerst een promotiefilm te maken waarvoor we in
oktober een filmdag gehouden met een door hen zelf uitgedacht scenario. Daarna
hebben ze een communicatieplan uitgewerkt en regelmatig posts gedaan op
facebook (en in mindere mate instagram). Vervolgens hebben ze een eerste activiteit
bedacht: een tentoonstelling uitbouwen met jongeren voor jongeren in Mu.ZEE.
Hiervoor hebben ze een open call gedaan in maart 2019 en daar zijn 19 deelnemers
uit gekomen waarvan er nu nog 16 overblijven.
Steunt de hele organisatie het idee van een jongerenwerking?
Ja, het idee van een jongerenplatform wordt gedragen door de hele organisatie.
Enkele jongeren hebben ook geholpen bij de opbouw van een tentoonstelling en
worden nu ook ingezet voor het waarderingstraject van de collectie.
Wat willen jullie precies bereiken met jullie jongerenwerking? Wanneer is het
voor jullie geslaagd? Wat is er sinds de opstart van de jongerenwerking
anders?
We willen meer jongeren betrekken in onze werking, het jongerenimago van het
museum versterken, regelmatig projecten samen met hen uitwerken, jongeren een
platform aanbieden om projecten te organiseren en samen te werken met andere
jongeren.
Het kernteam van 5 jongeren is nu reeds nauwer betrokken bij de projecten. We
krijgen ook vragen van andere organisaties om met ons samen te werken, zoals
Pukkelpop en Filmfestival Oostende, omwille van onze jongerenwerking.
119
OPROEP
Op welke manier hebben jullie de oproep gelanceerd? Via welke
communicatiemiddelen?
De oproep werd verspreid via de website van het museum, via facebook, instagram,
de nieuwsbrief van Mu.ZEE, de nieuwsbrief van de jeugddienst, affiches bij de
culturele huizen, het zwembad en de bibliotheek van Oostende. Via facebook
hebben we extra promotie aangekocht, zodat we dagelijks 7000 jongeren bereikten
gedurende 2 weken.
Hoe werden de jongeren geselecteerd? Vond er een gesprek plaats/een
motivatiebrief/…?
Ze hebben een motivatiebrief en hun portfolio ingediend. Met het kernteam zijn we
vervolgens samengekomen om ze te selecteren. Daarna ontvingen ze een mail met
de boodschap of ze geselecteerd waren en werden ze uitgenodigd voor een eerste
bijeenkomst.
Is er een maximum aantal?
We hebben uiteindelijk niemand moeten uitsluiten. We hadden precies het juiste
aantal en het niveau zat goed. Het gaat hier echter om één specifiek project: de
tentoonstelling. Daarna zullen we weer opnieuw een open call maken voor een nieuw
project.
Gaan jullie elk jaar op zoek naar nieuwe jongeren of verandert de groep op een
dynamische manier?
Aangezien we pas gestart zijn moet de dynamiek en de aanpak van de groep zijn
weg nog vinden.
Sinds wanneer is jullie jongerenwerking actief? (Al dan niet achter de
schermen)
De jongerenwerking is gestart in april 2018.
GROEP
Binnen welke leeftijdscategorie gaan jullie op zoek naar jongeren - wanneer
ben je “jongere”? Moeten de jongeren woonachtig zijn in Oostende? Gaan
jullie op zoek naar jongeren met een achtergrond in kunst/cultuur of is iemand
zonder voorkennis ook welkom?
De jongeren die in aanmerking kwamen voor de jongerengroep moesten tussen de
16 tot 26 jaar zijn, maar wonen in Oostende was geen vereiste. Ook was een
achtergrond in kunst/cultuur geen must voor het deelnemen aan de jongerengroep.
Mensen die geen kunstachtergrond hebben zullen niet deelnemen aan de
tentoonstelling als kunstenaar, maar kunnen wel helpen met de organisatie,
communicatie en dergelijke.
120
Is jullie jongerenwerking een homogene groep of een gemengde groep en op
welke vlakken? (leeftijd, geslacht, studierichting, interesses, …) Hebben jullie
een voorkeur voor één van beide?
De leeftijden van de jongeren is een goeie mix tussen 16 en 26 jaar. Wat betreft
geslacht is de verhouding mannen-vrouwen 40%-60%. De meeste jongeren
volg(d)en een opleiding die aansluit bij kunst en cultuur en hebben dus best al wat
voorkennis.
COMMUNICATIE
Hoe bereiken jullie de jongeren voor jullie jongerenwerking? Via welke
communicatiemiddelen communiceren jullie met de jongeren en de jongeren
onderling?
Momenteel wordt er nog wat geëxperimenteerd met welk communicatiekanaal best
werkt. Her kernteam van 6 personen communiceert via whatsapp en mail. De 16
jongeren die meewerken aan het maken van een eigen tentoonstelling hebben
onlangs een gesloten facebookgroep opgestart. Daarnaast wordt ook via mail
gecommuniceerd en komt de groep 1 à 2 keer per maand samen.
Is jullie jongerengroep actief op sociale media? Zo ja, door wie wordt dit
beheerd?
De jongerengroep is actie op facebook en instagram. Mu.ZEE is beheerder en het
jongerenkernteam is redacteur.
DE WERKING
Welke taken nemen de jongeren op zich? Welke functie heeft de groep?
Projecten en evenementen organiseren? Rondleidingen geven? Andere
jongeren enthousiast maken? Feedbackgroep/klankbord? Drempels voor
andere jongeren wegnemen?
Welke graad van verantwoordelijkheid/engagement/betrokkenheid/vrijheid
wordt daarvoor aan hen jongeren gevraagd?
De jongerengroep zal ingezet worden om projecten en evenementen te organiseren,
andere jongeren enthousiast maken, drempels voor andere jongeren wegnemen,
opgenomen worden in bestaande projecten. Ze zijn relatief vrij in het uitwerken van
de tentoonstelling, in de mate van het mogelijke. Uit een brainstormsessie met het
kernteam kwam een projectvoorstel voor het organiseren van een tentoonstelling.
Samen met de medewerkers van Mu.ZEE werd daarvoor een kader opgesteld en dat
werd aan de deelnemers van het tentoonstellingsproject voorgesteld. Er werden
suggesties gedaan maar er was nog steeds heel veel vrije ruimte voor input. Binnen
de grotere groep was er veel verdeeldheid over dit gegeven. Sommigen wouden een
vast kader, anderen vonden het juist moeilijk om daarbinnen te brainstormen. Er zijn
tijdens het brainstormproces nog 3 jongeren afgehaakt.
121
Mu.ZEE blijft wel van mening dat het open karakter en het participatieve element wel
belangrijk is voor het project en dat dus niet alles vooraf binnen een kader moet
vastgelegd worden om iets te doen slagen. Tijdens de eerste vergaderingen werd
over praktische en financiële mogelijkheden ook nog geen aandacht aan besteed om
volop in te zetten op creativiteit. Dit zal pas in een tweede fase aan bod komen.
Is er een onderverdeling/taakverdeling binnen de groep jongeren?
Elke jongere heeft zijn eigen taak: communicatie, organisatie, deelprojecten.
Op welke manier worden de jongeren begeleidt? Is er iemand fulltime hiermee
bezig?
Ik (Inne Gheeraert) ben hier zelf bij betrokken als hoofd publiekswerking, maar
uiteraard niet voltijds, Mu.ZEE heeft nog vele andere projecten.
Voorzien jullie vormingen of workshops voor de jongeren?
Dit is nog niet gebeurd, maar we bestaan dan ook nog maar pas. Het kan eventueel
in de toekomst.
Hoe vaak komen jullie samen met de jongeren? Is dit vooral overdag/’s avonds,
in de week/het weekend? Hebben de jongeren dan een eigen plek binnen de
organisatie voor hun werking?
We komen één keer per maand samen op zondagochtend. We maken gebruik van
de algemene vergaderruimte.
Hoe “belonen” jullie je jongeren? Wordt er een vergoeding voorzien?
De jongeren krijgen de vrijwilligersvergoeding van 34,71 euro.
TIPS AND TRICKS
Welke tips and tricks zou je kunnen meegeven aan een organisatie die een
jongerenwerking wil opstarten?
Vooral luisteren naar de jongeren zelf.
Ze behandelen als volwaardige volwassenen.
Ze kunnen veel bijbrengen aan de organisatie, belangrijk om dit te erkennen en te
zien.
122
BIJLAGE VII: INTERVIEW JONGBLOED! KMSKA - SANNE VAN DE WERF Interview door Luka Franck KMSKA (Antwerpen) 24 april 2018
Opstart en vorming Naar aanleiding van de heropening van het KMSKA focust de jongerencrew zich het laatste jaar vooral op zichzelf en hoe zij zich zal profileren binnen het nieuw museum. Jongbloed! stelde samen met Bloedverwanten, de oud leden van Jongbloed!, een SWOT-analyse op. Op basis daarvan werden drie pijlers opgesteld voor het nieuwe museum: structurele inbedding van de jongerenwerking in het museum, Jongbloed! als culturele vrijhaven en inzetten op diversiteit. Met dit laatste punt wordt voornamelijk bedoeld dat men wil gaan werken met verschillende graden van engagement, i.p.v. enkel de kerngroep Jongbloed!.
Het samenstellen van de groep De oproep gebeurt via sociale media, de website van het KMSKA, jongeren gaan flyeren op events en via mond op mond reclame. Bij de opstart van de jongerenwerking in 2010 is een campagne opgestart in samenwerking met een marketingbureau, vanaf het tweede jaar werd dit niet meer gedaan. In de oproep wordt meteen duidelijk gemaakt dat vanuit het KMSKA een heel intensief engagement verwacht wordt. Er wordt de jongeren gevraagd om een motivatiebrief in te dienen en daarna worden ze uitgenodigd op een speed date avond. Op die avond zijn de leden van Jongbloed! aanwezig en wordt kennis gemaakt met alle nieuwe kandidaten. Aanvullend op deze kennismaking wordt meteen door de groep gekozen wie bij de jongerenwerking kan aansluiten en wie niet.
Het is de bedoeling om van Jongbloed! een zo divers mogelijke groep te maken. Er wordt naar gestreefd om evenveel jongens als meisjes aan te nemen, maar dit blijkt moeilijk aangezien jaar na jaar meer meisjes dan jongens zich aanmelden. Ook zijn jongeren uit alle studierichtingen welkom en hoef je dus geen culturele achtergrond te hebben. Enkel enthousiasme en motivatie tellen. Jongbloed! verwelkomt ook jongeren die niet in Antwerpen wonen, maar uit ervaring is wel al gebleken dat deze na een tijdje wel eens afhaken door de afstand. De groep bestaat altijd uit maximum 15 jongeren die tussen de 16 en 24 jaar zijn.
Het ene jaar is de groepsdynamiek al beter dan het ander jaar, maar dit beïnvloed hoogstens het proces van de projecten, maar nooit het uiteindelijke resultaat. Over het algemeen is Jongbloed! een vriendengroep die ook buiten de KMSKA-uren afspreekt.
De jongerencrew van het KMSKA wordt niet elk jaar opnieuw samengesteld.207 De meeste jongeren blijven enkele jaren in de groep en wanneer er plaatsjes vrijkomen wordt een nieuwe oproep gelanceerd. De afgelopen jaren gebeurde de doorstroom op een zeer natuurlijke manier doordat meestal wel de helft van de jongeren overblijft. De jongerenwerking hoeft dus nooit terug vanaf nul te beginnen en de kennis en ervaring wordt op een heel natuurlijke manier doorgegeven.
207 KMSKA werkt van september tot september
123
Werking De jongerencrew van het KMSKA, Jongbloed!, staat in voor het bedenken van jongerenactiviteiten voor leeftijdsgenoten. Als ambassadeurs van het museum gaan ze aan de slag met de collectie van het KMSKA. Sinds het museum gesloten is voor verbouwingen is de jongerenwerking vooral actief op gastlocaties. Zo zijn er o.a. al projecten geweest in het rockoxhuis en de Fabiola zaal en hebben ze al samengewerkt met het Mhka. Er wordt ook altijd samengewerkt met verschillende andere werknemers van het KMSKA. De jongeren realiseerden al kleinschalige kunstenfestivals, museumnacht, een eigen tentoonstelling, … Naast het organiseren van evenementen is de jongerencrew ook een feedbackgroep voor het museum.
Aan het begin van het jaar worden de plannen van het KMSKA voorgesteld. Daarna gaan de jongeren brainstormen en op basis van deze plannen werken eigen evenementen uit. Vroeger werd eerst gebrainstormd en werd daarna pas gekeken bij welke projecten de ideeën van de brainstorm zouden kunnen aansluiten. Nu wordt omgekeerd gewerkt en wordt gekeken tot wat de plannen van het KMSKA de jongeren inspireert. De aanzet voor de projecten komt wel volledig vanuit de jongerengroep zelf. De verschillende projecten worden telkens één voor één met de hele groep aangepakt. Binnen een project worden welk taken verdeeld, maar het is niet zo dat het ene deel van de groep met een project/evenement bezig is en het andere deel met een ander project.
Er wordt over gewaakt dat de jongeren genoeg gestimuleerd worden om te werken vanuit hun eigen talenten en dat ze eigen verantwoordelijkheden krijgen. Om ze extra te motiveren krijgen de jongeren ook een vrijwilligersvergoeding. Voor het bijwonen van een vergadering ontvangen ze 10 euro, voor het aanwezig zijn op een evenement krijgen ze 20 euro voor een halve dag en 30 euro voor een hele dag. Het is de bedoeling dat ze zelf de nodige formulieren daarvoor invullen. De jongeren krijgen naast een vergoeding ook toegang tot exclusieve evenementen zoals het personeelsfeest en werfbezoeken. Ook de workshops en vormingen zijn gratis en op het einde van het jaar kregen ze tot vorig jaar een competentiepas. Jongbloed komt om de twee weken op donderdagavond samen voor een vergadering of brainstormsessie. Tijdens zo’n vergadering wordt ook samen gegeten. De vergaderingen worden geleid door coördinator Sanne van de Werf. Sanne werkt halftijds en het coördineren van de jongerenwerking is slechts een deel van haar takenpakket. Er wordt op dit moment dan ook goed over nagedacht hoe dit verder zal verlopen bij de heropening van het museum. Wanneer daar vraag naar is organiseert het KMSKA workshops en vormingen voor Jongbloed!. De inhoud van deze workshops en het aantal workshops hangt telkens af van project tot project. In het verleden werd op vraag van de jongeren al een vorming over communicatie en een gidsenopleiding voorzien.
Communicatie De communicatie tussen Jongbloed! en Sanne verloopt via een interne Facebookgroep en via mail. Voor last minute berichtjes wordt voornamelijk Whatsapp gebruikt. Alle documenten worden gedeeld via google drive. Jongbloed! is volledig zelf verantwoordelijk voor haar social media kanalen. Zowel het Facebook- als Instagramaccount worden door de jongeren zelf beheerd. Voor de algemene pagina’s van het KMSKA zijn andere medewerkers verantwoordelijk.
124
Bevindingen / Tips and tricks Vroeger werd gewerkt met doodles om af te spreken voor vergaderingen. Nu komen de jongeren samen op vaste data.
Vroeger werd gewerkt met een meter en peter systeem waarbij de medewerkers van het KMSKA als aanspreekpunt dienden voor de jongeren. Dit bleek moeilijk aangezien er niet veel contact was tussen beide groepen.
125
BIJLAGE VIII: INTERVIEW AMAZE CULTUURCENTRUM BRUGGE - AUKELYN
ALLARY Interview door Luka Franck
Cultuurcentrum (Brugge) 13 mei 2019
DOELSTELLINGEN
Vanuit welke hoek kwam de vraag naar een jongerenwerking? Vanuit de
organisatie zelf? Vanuit de jongeren? Vanuit andere partijen?
De vraag voor een jongerenwerking kwam enerzijds vanuit het beleid. Men wou
inzetten op projecten die de magdalenazaal een frisser imago zouden doen krijgen.
Anderzijds kwam de aanzet ook vanuit het cultuurcentrum zelf omdat er werd
vastgesteld dat er zo goed als geen jongeren naar de voorstellingen kwamen.
Steunt de hele organisatie het idee van een jongerenwerking?
Ja, de directeur is ook iemand die heel erg open staat voor experiment en die het
niet erg vindt als dingen daardoor eens mis lopen.
Wat willen jullie precies bereiken met jullie jongerenwerking? Wanneer is het
voor jullie geslaagd? Wat is er sinds de opstart van de jongerenwerking
anders?
Het doel was om meer jongeren aanwezig te zien bij de voorstellingen. Er worden
dan ook meer en meer tickets door jongeren gekocht. Uit de ticketing valt af te leiden
dat het -26 tarief steeds vaker wordt gekozen.
OPROEP
Op welke manier hebben jullie de oproep gelanceerd? Via welke
communicatiemiddelen?
De oproep werd verspreid via sociale media en via de website van cultuurcentrum
Brugge. Daarnaast ging de toenmalige verantwoordelijke ook langs bij scholen om
reclame te maken in klassen en klassenraden. Dit bleek zeer goed te werken.
Hoe werden de jongeren geselecteerd? Vond er een gesprek plaats/een
motivatiebrief/…?
Alle jongeren die zich aanmeldden werden uitgenodigd voor een eerste samenkomst.
Gaandeweg vielen er een aantal mensen af tot er een kerngroep van 10 personen
overbleef.
Gaan jullie elk jaar op zoek naar nieuwe jongeren of verandert de groep op een
dynamische manier?
De groep veranderde dynamisch. Geïnteresseerden contacteerden de coördinator en
kwamen zo in de jongerenwerking terecht. Soms brachten leden ook
geïnteresseerde vrienden mee die dan ook lid werden.
126
Sinds wanneer is jullie jongerenwerking actief?
De jongerengroep is gegroeid vanuit het label “jonge kaas”, een groep
programmatoren die voorstellingen als jonge kaas labelden voor jongeren die nog
geen kaas hadden gegeten van cultuur. In 2014 werd dan een actievere
jongerenwerking opgericht met als bedoeling om de magdalenazaal een frisser
imago te geven. De jongerengroep werd vorig jaar ontboden. De groepsdynamiek zat
niet zo heel goed, veel jongeren waren al in andere groepen geëngageerd, het
verschil tussen 16 en 26 jarige bleek best groot te zijn, nadenken over de
programmatie voor een jaar erna was moeilijk omdat het nog zo ver af was, degenen
die verder studeerden kregen een mindere link met Brugge, het was moeilijk om een
datum te vinden om te vergaderen die zowel voor leerlingen uit het secundair
onderwijs als voor studenten paste, … Door al deze factoren lukte het moeilijk om
jongeren een seizoen lang aan amaze te binden.
Aukelyn werkt momenteel aan een nieuw dossier om een aantal veranderingen in te
voeren. Ten eerste wordt een expertenjury opgericht waarin enerzijds jongeren, maar
anderzijds ook mensen die werken met jongeren aanwezig zijn. Vorig jaar gebeurde
dit voor de eerste keer en toen waren en mensen van Soundcast, van de Snuffel,
van Blvrd, … De bedoeling is om in de toekomst meer projectmatig te werken
waarbij jongeren naar het cultuurcentrum kunnen komen als ze iets willen
organiseren i.p.v. te werken met een vaste poule. Voor deze projecten wil
cultuurcentrum Brugge ook echt inzetten op samenwerkingen met andere spelers in
Brugge, waarbij elke organisatie wel zijn gezicht/verantwoordelijke voor
jongerenprojecten blijft behouden. De verbouwingen van de culturele wijk kunnen
hier ook een rol in spelen als het hart van de stad voor jongerenwerkingen.
Cultuurcentrum wil haar werking vooral nog meer flexibel maken door op een aantal
dagen haar locaties vrij te houden voor jongerenprojecten.
GROEP
Binnen welke leeftijdscategorie gaan jullie op zoek naar jongeren - wanneer
ben je “jongere”?
De doelgroep van cultuurcentrum Brugge is 16 t.e.m. 26 jaar.
Moeten de jongeren woonachtig zijn in de stad waarin jullie actief zijn of is dit
geen must?
Er waren vooral jongeren aangesloten die woonden, werkten of studeerden in
Brugge. Dit was geen vereiste, maar het was wel belangrijk dat ze een bepaalde
voeling hadden met de stad.
Gaan jullie op zoek naar jongeren met een achtergrond in kunst/cultuur of is
iemand zonder voorkennis ook welkom?
Iedereen was welkom, maar in praktijk waren het vooral jongeren die al een link met
kunst hadden.
127
Is jullie jongerenwerking een homogene groep of een gemengde groep en op
welke vlakken? (leeftijd, geslacht, studierichting, interesses, …) Hebben jullie
een voorkeur voor één van beide?
Op vlak van geslacht en leeftijd was de groep goed verdeeld. De meeste
studierichtingen van de jongeren waren gekoppeld aan kunst of cultuur.
COMMUNICATIE
Hoe bereiken jullie de jongeren voor jullie jongerenwerking? Via welke
communicatiemiddelen communiceren jullie met de jongeren?
O.a. via mail, telefoon en facebook.
Is jullie jongerengroep actief op sociale media? Zo ja, door wie wordt dit
beheerd?
De bedoeling was dat de jongeren de instagram- en facebookpagina van amaze zelf
zouden onderhouden, maar dit gebeurde eigenlijk niet. Cultuurcentrum Brugge bood
wel sturing, maar het was vooral aan de jongeren zelf. Het bleek ook moeilijk om de
pagina’s levendig te houden, omdat het cultuurcentrum sluit tijdens de
zomermaanden. Op die momenten wordt ook bijvoorbeeld reclame gemaakt voor
evenementen van organisaties waarmee wordt samengewerkt.
WERKING
Welke taken nemen de jongeren op zich? Welke functie heeft de groep?
De functie van de jongerengroep was tweeledig. Ten eersten selecteerden zij uit een
120-tal avondvoorstellingen 25 voorstellingen voor jongeren. Deze werden dan aan
een kortingstarief van 7 euro per ticket aangeboden aan iedereen onder de 26 jaar.
Anderzijds mochten de jongeren ook projecten die ze ergens gezien hadden en ook
in brugge wilden zelf organiseren onder leiding van cultuurcentrum brugge. Dit bleek
moeilijk omdat jongeren eigenlijk niet mobiel genoeg zijn om te prospecteren.
Met de opleiding cultuurmanagement van Vives werd ook al verschillende keren
samengewerkt. De studenten krijgen de kans om hun project met ondersteuning
cultuurcentrum Brugge en amaze uit te voeren.
Op welke manier worden de jongeren begeleidt? Is er iemand fulltime hiermee
bezig?
De groep werd begeleidt door Aukelyn, zij was hier halftime mee bezig.
Voorzien jullie vormingen of workshops voor de jongeren?
Dit is nog niet gebeurd omdat er hier gaan vraag naar was.
Hoe vaak komen jullie samen met de jongeren? Is dit vooral overdag/’s avonds,
in de week/het weekend?
Er waren geen vaste dagen waarop afgesproken werd. Op een vergadering werd
telkens de volgende datum vastgelegd. De hoeveelheid van de samenkomsten hing
af van intensiteit van het project.
128
Hebben de jongeren een eigen plek binnen de organisatie voor hun werking?
Nee.
Hoe “belonen” jullie je jongeren? Wordt er een vergoeding voorzien?
Nee, er werd geen vergoeding voorzien. Wel werd er af en toe gezorgd voor een
hapje en/of een drankje en ook vervoerskosten worden terug betaald.
TIPS AND TRICKS
Welke tips and tricks zou je kunnen meegeven aan een organisatie die een
jongerenwerking wil opstarten?
Het allerbelangrijkste voor een organisatie die met jongeren wil werken, is om zo
flexibel mogelijk te zijn. Het is dan ook belangrijk om iemand als vaste begeleider in
te schakelen voor deze projecten die ook flexibel kan zijn.
Met jongeren werken is experimenteren en experimenteren kan mislukken. Ook kun
je jongeren niet forceren. Wanneer het eens een periode moeilijker gaat, is het beter
van het even los te laten.
Als organisatie moet je je ervan bewust zijn dat je in het begin moet investeren in een
jongerenwerking, bijvoorbeeld in de lanceringscampagne.
Omdat “de jongere” niet bestaat wil cultuurcentrum Brugge in de toekomst meer
projectmatig werken, i.p.v. te proberen het over één kam te scheren.
129
BIJLAGE IX
BRAINSTORMSESSIE JONGERENWERKING KAAP
EVELYN DEMAERTELAERE, ROLF QUAGHEBEUR, PIETER KOTEN, LUKA FRANCK
DE WERF BRUGGE - 16/04/2019
VISIE OP JONGERENPROJECT ( BINNEN ALGEMENE VISIE VAN KAAP)
KAAP positioneert zich als kunstencentrum zo dat het vertrekt vanuit de stedelijke
context van Brugge en Oostende en verbindt deze met wat leeft onder kunstenaars
en het publiek. Een duidelijke, uitgewerkte visie omtrent een
jongerenwerking/jongerenprojecten zal groeien vanuit de praktijk, maar het kernidee
is dat KAAP wil verbinden met jongeren en dat jongeren de kans krijgen om KAAP te
kapen. KAAP stelt zichzelf hiervoor de vraag Wat hebben wij jongeren te bieden?.
Op korte termijn wil KAAP dus niet meteen een specifiek artistiek aanbod gaan
ontwikkelen voor jongeren, maar wel wil men kijken in hoeverre het jongeren kan
betrekken bij het bestaande aanbod. Op lange termijn zal dit hopelijk leiden tot een
wisselwerking waarbij, in samenwerking met de jongeren, een aantal aanpassingen
kunnen ingevoerd worden. Er is echter geen masterplan om dé jongerenwerking van
KAAP op te starten die alles van kaap overspant, maar veel eerder is het idee om
kleinere acties/ingrepen/interventies uit te werken. Het zou fijn zijn mocht er in de
toekomst een vrij vaste groep jongeren ontstaan, van waaruit verschillende
initiatieven en projecten zich ontwikkelen, maar dit is geen doel. Het is dan ook niet
de bedoeling om gericht naar een resultaat toe te werken, maar wel om klein te
beginnen en deze micro-interventies te laten groeien en duurzaam te maken.
Vanuit het KAAP-team is er zeker een gevoel van bereidwilligheid t.o.v. dit nieuwe
idee. Het besef dat werken met jongeren veel geduld zal vragen en dat dit soms ten
koste zal gaan van tijd en efficiëntie, schrikt niet af. Er wordt enthousiast uitgekeken
naar het uitwisselen van ideeën met deze nieuwe doelgroep.
TWEE STEDEN / LOCATIES
KAAP is zich zeer bewust van de uitdagingen en mogelijkheden die het werken in
twee steden met zich meebrengt. Voor de jongerenprojecten vertrekt men vanuit
hetzelfde idee als bij de algemene werking: vanuit de eigenheid van de
steden/locaties. Het is niet de bedoeling om een vaste jongerengroep samen te
stellen in Brugge en eentje in Oostende. Veeleer zal er telkens wanneer er
mogelijkheden zijn voor een nieuwe project, een oproep gedaan worden waarbij
jongeren vanuit de hele regio kunnen deelnemen. Woonachtig zijn in Brugge of
Oostende zal geen voorwaarde zijn voor het meewerken aan een project. Idealiter
ontstaat er na een tijdje een soort vaste jongerenpoule met jongeren uit o.a. Brugge
en Oostende van waaruit kleinere projecten vertrekken.
130
FUNCTIE
Het idee is niet om een jongerenwerking op te starten die het geheel van KAAP
overspant, maar wel om, waar mogelijkheden zich voordoen, eerder kleinere
ingrepen te doen op microniveau. Deze ingrepen/activiteiten ontstaan telkens vanuit
een wisselwerking tussen de jongeren zelf en/of KAAP en/of kunstenaars en/of de
stedelijke omgeving. Jongeren inzetten als KAAP-ambassadeurs die hun achterban
aanspreken zou niet tot deze projecten behoren. Wel lijken o.a. een reportersfunctie,
een feedbackfunctie en het mee helpen programmeren (mits een kader) zeer
interessant. KAAP stelt zich open voor nog veel andere mogelijke projecten, maar
wat deze precies zullen inhouden, zal uit de toekomst blijken.
“GROEP”
Voor de leeftijd van de jongeren waarmee samengewerkt kan worden, mikt KAAP op
16 t.e.m. 25 jarigen. Er wordt bewust voor gekozen om ook leerlingen uit de laatste
graad van het secundair onderwijs te betrekken. Op termijn is het de bedoeling om
een zo divers mogelijke groep te betrekken en ook de uitgewerkte activiteiten daarop
de enten en te diversifiëren, maar de eerste contacten zoekt KAAP binnen haar
eigen netwerk. Ook lijkt het een interessante piste om een oproep te doen in de
middelbare en hoge scholen in Brugge en Oostende die creatieve/artistieke
opleidingen voorzien. Daarnaast staat KAAP zeker ook open voor samenwerkingen
met andere relevante organisaties en partners.
Voor activiteiten die ook door de vrijwilligers worden gedaan, bijvoorbeeld bar shifts,
zal een vergoeding worden betaald. Ook jongeren die als reporters voor KAAP op
pad gaan zouden een vergoeding krijgen. De vrijwilligersvergoeding mag echter
vooral niet de hoofdmotivatie zijn om deel te nemen aan een project. Er zal bij elk
project vertrokken worden vanuit de vraag “hoe kunnen we meerwaarde creëren voor
elkaar?”. Soms zal dit een vergoeding zijn, soms kennis, soms locaties ter
beschikking stellen, … Het belangrijkste is dat de samenwerking beide partijen het
gevoel heeft dat er een wisselwerking aan de gang is die meerwaarde creëert.
DANSAND
De bedoeling is om tijdens DANSAND (5-7 juli 2019) een eerste test te doen door
o.a. DANSAND in beeld laten brengen door verschillende doelgroepen, dus ook door
jongeren. De projectjes die hieruit ontstaan kunnen een opstap zijn naar volgende
activiteiten door en/of voor jongeren bij KAAP. Voor deze eerste stappen zullen
KAAP-medewerkers vooral binnen hun eigen netwerk kijken en zal eventueel ook
een oproep gedaan worden via social media. Het is niet de bedoeling om een soort
masterplan uit te rollen met officiële vacatures waarin KAAP dé jongerenwerking wil
opstarten. De uitdaging zal zijn om de oproep enerzijds toch concreet te maken en
anderzijds nog een groot deel open te laten zodat de projecten/activiteiten in dialoog
met de jongeren ontstaan.
131
BIJLAGE X - INTERVIEW LIEVEN FIERS - BRUGGE - 15/04
Interview door Luka Franck
Lieven Fiers is 2013 lid geworden van de raad van bestuur van De Werf en is nu
nog steeds actief als lid van de raad van bestuur en het dagelijks bestuur van KAAP.
Naast het vaste team medewerkers en de vrijwilligers die voor KAAP werken is
er ook een dagelijks bestuur, een raad van bestuur en een algemene
vergadering verbonden aan KAAP. Wat zijn de functies van deze organen?
Waarin verschillen ze?
Ten eerste is er de raad van bestuur. Dit bestuursorgaan is een wettelijk verplicht
orgaan voor elke vzw. De leden van de raad van bestuur zijn Bart Caron, Pascal
Ennaert, Jan op de Beeck, Lieven Fiers, Valery Desmedt, Bert Vanlaere, Johan
Penson en Stefaan Kerger. Zij komen 5 tot 6 keer samen per jaar en zijn bevoegd
voor alle zaken die de wet niet uitdrukkelijk aan de algemene vergadering toeschrijft.
De raad van bestuur is het bestuursorgaan van de vzw, beschikt over een
rechtsbevoegdheid, maar draagt nieuwe leden aan voor de algemene vergadering.
Naast de raad van bestuur is er ook het dagelijks bestuur. Dit orgaan is niet wettelijk
verplicht en wordt gevormd door de leden Bart Caron, Pascal Ennaert, Jan op de
Beeck, Lieven Fiers en Valery Desmedt. Het dagelijks bestuur bestaat uit een kleine
groep mensen die frequenter samenkomen, ongeveer maandelijks. De taak van de
raad van bestuur bij KAAP is om de raad van bestuur voor te bereiden.
De algemene vergadering van KAAP bestaat uit Bart Caron, Pascal Ennaert, Jan op
de Beeck, Lieven Fiers, Valery Desmedt, Bert Vanlaere, Johan Penson, Stefaan
Kerger, Chantal De Smet, Chris Persyn, Eli Devriendt, Julie Vandenbroucke, Lieven
Van Den Abeele, Philip Deceuninck, Geert Tavernier, Vanessa Vens en Jan
Vanroose. De algemene vergadering moet minsten één persoon meer tellen dan de
raad van bestuur en komt twee maal per jaar samen. Eén van de taken van de
algemene vergadering is o.a. om de bestuurders aan te duiden
Wat was de aanleiding voor de fusie tussen De Werf en Vrijstaat O in 2017?
De Werf had het idee dat ze moesten vernieuwen en Vrijstaat O zocht rond dat
moment toenadering omdat ze graag wouden uitbreiden. Het idee was dat de fusie
moest tot een artistieke vernieuwing en uitbreiding moest leiden. Het feit dat KAAP
het eerste regionaal kunstencentrum zou zijn, actief in twee steden, werd als
uitdaging en experiment gezien.
132
Welke gevolgen had de fusie voor de organisatorische structuur van KAAP?
Voor de fusie waren er twee besturen, een bestuur van Vrijstaat O en een bestuur
van De Werf. Na de fusie werden die twee besturen samengebracht en bestond de
raad van bestuur van KAAP uit 12 à 13 mensen. Het idee was dat de raad van
bestuur 5 à 6 keer per jaar samen zou komen en dat het dagelijks bestuur, een
kleinere groep, samen met de directie en voorzitter, frequenter samen zou komen,
namelijk één keer per maand. Er werden twee voorzitters aangesteld, Bart Caron
(gelinkt aan Vrijstaat O) en Pascal Ennaert (gelinkt aan De Werf). Sinds begin 2018
is Bart Caron voorzitter en Pascal Ennaert ondervoorzitter. Bart Caron is politicus bij
Groen en in Vlaams parlement. Ook Pascal Ennaert is politicus, bij SPA, en zetelt in
de Brugse gemeenteraad. Hij is ook voorzitter van de Brugse
huisvestingsmaatschappij.
Na een tijdje voelde men aan dat de focus te veel focus op het dagelijks bestuur
kwam te liggen waardoor de betrokkenheid van raad van bestuur veel minder was.
Het idee is om die in de toekomst te hervormen, te versterken, te vervrouwelijken, en
vaker te laten samenkomen.
Ook de directiestructuur werd na een tijdje herzien. Voor de fusie was Hendrik
Tratsaert directeur van Vrijstaat O en Veerle Mans directeur van De Werf. Na de
fusie werd Veerle Mans aangesteld als zakelijk directeur en Hendrik Tratsaert als
artistiek directeur. Tijdens de zomer van 2017 bleek dat het financieel tekort veel
groter was dan gedacht. In de periode december 2017-januari 2018 werd door de
raad van bestuur zeer vaak vergaderd en werd beslist om een aantal mensen te
ontslaan. Ook de directiestructuur werd toen herzien. Na de zomer van 2018 werd
een nieuwe directeur aangenomen, Rolf Quaghebeur.
Als regionaal kunstencentrum is KAAP uniek in Vlaanderen. De werking in
twee steden, Brugge en Oostende, biedt zowel kansen als uitdagingen. In het
nieuwe beleidsplan van KAAP, dat nog volop in wording is, staat het volgende:
We benaderen met andere woorden niet alleen de kunstenaar vanuit zijn of
haar uniciteit, maar ook de stedelijke contexten waarin we actief zijn en
waarmee we ons expliciet willen verbinden. De werking in Oostende is met
andere woorden specifiek op maat van Oostende gemaakt, die in Brugge is
tailor-made voor Brugge. Wil dat “op maat van de stad” zeggen dat men vooral
rekening houdt met de beschikbare structuur in de stad? Of heeft dit te maken
met de eigen historiek van Vrijstaat O en De Werf?
De werking in twee steden is inderdaad een experiment en een uitdaging, het is de
eerste keer dat zoiets gebeurd in Vlaanderen. Beide plaatsen hebben elk hun eigen
historiek en publiek. In Oostende werd en wordt vooral ingezet op “woord” en “klank”,
bijvoorbeeld debat en jazz. In Brugge wordt vaker dans geprogrammeerd. Er is geen
traditie rond woord en literatuur in Brugge, maar eigenlijk is daar ook wel ruimte voor.
Voor veel mensen heef Vrijstaat O een eerder experimentele bijklank, terwijl in
Brugge vooral de oudere generatie jazzliefhebbers het vaste publiek vormen.
133
Het inspelen op de eigenheid van de twee steden heeft dus zowel met de historiek
als met het publiek te maken. Toch spelen ook de beschikbare ruimtes een rol bij de
programmatiekeuze. In Brugge zijn er twee ruimtes ter beschikking, De Werf en de
Groenplaats. Het probleem met De Werf is dat deze in een uithoek van de stad ligt,
waar niet vaak mensen passeren, dat de buitenkant van het gebouw geen uitstraling
heeft en dat er maximum 100 zitplaatsen zijn in de zaal. In de toekomst zullen alle
kantoren naar de Groenplaats verhuizen en ook zijn daar twee zalen voor artiesten
om te repeteren. In Oostende wordt de mezzanine in Vrijstaat O momenteel als
kantoorruimte gebruikt, maar ook deze zal verhuizen naar de Groenplaats.
De bedoeling is om naast de plekken die eigendom zijn van KAAP ook nomadisch te
werken in de stad en op verplaatsing evenementen en voorstellingen te laten
doorgaan. KAAP wil via de stad verbinding zoeken met haar publiek en vertrekt bij
het programmatieproces vanuit wat op dat moment leeft in Brugge en Oostende. Ook
dit is een aspect waarmee rekening wordt gehouden bij de invulling van het idee van
“op maat van de stad”.
Hoe zou je de huidige stand van zaken bij KAAP omschrijven?
KAAP bouwt na haar “valse start” in 2017 terug verder en verder op. Er worden
nieuwe mensen aangenomen, een nieuwe directeur, een zakelijke verantwoordelijke
en een nieuwe publiekswerker. De toeschouwersaantallen stijgen en de financiële
situatie is opnieuw stabiel. De bedoeling is om in de toekomst, nu de
organisatorische moeilijkheden opgelost geraken, meer en meer in te zetten op het
artistieke aspect.
Recommended