8
Jer. 20,7-9 — "Maar dan laait er een vuur op in mijn hart" De profeet Jeremia bad als volgt: “Heer God, Gij hebt mij verleid, ik ben bezweken; Gij waart mij te sterk, ik kan niet tegen U op. De hele dag lacht men mij uit, iedereen drijft de spot met mij. Telkens als ik het woord neem, moet ik schreeuwen, geweld en onderdrukking roepen. Het woord van de Heer brengt mij iedere dag schande en smaad. Soms denk ik: Ik wil er niets meer van weten, ik spreek niet meer in zijn Naam. Maar dan laait er een vuur op in mijn hart, het brandt in mijn gebeente. Ik doe alle moeite om het in bedwang te houden maar het lukt me niet.” Rom. 12,1-2 — "Wijdt uzelf aan God" Broeders en zusters, ik smeek U bij Gods erbarming: wijdt uzelf aan God toe als een levende, heilige offergave, die Hij kan aanvaarden. Dat is de geestelijke eredienst die u past. Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Wordt andere mensen, met een nieuwe visie. Dan zijt ge in staat om uit te maken wat God van u wil, en wat goed is, wat zéér goed is en volmaakt. Mt. 16,21-27 — "Wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden" In die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan; dat Hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn, op de derde dag zou verrijzen. Toen nam Petrus Jezus terzijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden: “Dat verhoede God, Heer! Zo iets mag U nooit overkomen!” Maar Hij keerde zich om en zei tot Petrus: “Ga weg, satan, terug! Gij zijt Mij een aanstoot, want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.” En daarna tot zijn leerlingen: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden. Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen als het ten koste gaat van eigen leven? Of wat zal een mens kunnen geven in ruil voor zijn eigen leven? Want de Mensenzoon zal komen in de heerlijkheid van zijn Vader, vergezeld van zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.” 22 ste zondag door het jaar – A-jaar 2017 “Ondanks alles" Jer. 20,7-9 - Rom. 12,1-2 - Mt. 16,21-27 ‘PREEK VAN DE WEEK’ Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail:

preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 16,21-27_2.docx  · Web viewDe rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 16,21-27_2.docx  · Web viewDe rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen

Jer. 20,7-9 — "Maar dan laait er een vuur op in mijn hart"De profeet Jeremia bad als volgt: “Heer God, Gij hebt mij verleid, ik ben bezweken; Gij waart mij te sterk, ik kan niet tegen U op. De hele dag lacht men mij uit, iedereen drijft de spot met mij. Telkens als ik het woord neem, moet ik schreeuwen, geweld en onderdrukking roepen. Het woord van de Heer brengt mij iedere dag schande en smaad. Soms denk ik: Ik wil er niets meer van weten, ik spreek niet meer in zijn Naam. Maar dan laait er een vuur op in mijn hart, het brandt in mijn gebeente. Ik doe alle moeite om het in bedwang te houden maar het lukt me niet.”

Rom. 12,1-2 — "Wijdt uzelf aan God"Broeders en zusters,ik smeek U bij Gods erbarming: wijdt uzelf aan God toe als een levende, heilige offergave, die Hij kan aanvaarden. Dat is de geestelijke eredienst die u past. Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Wordt andere mensen, met een nieuwe visie. Dan zijt ge in staat om uit te maken wat God van u wil, en wat goed is, wat zéér goed is en volmaakt.

Mt. 16,21-27 — "Wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden"In die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan; dat Hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn, op de derde dag zou verrijzen. Toen nam Petrus Jezus terzijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden: “Dat verhoede God, Heer! Zo iets mag U nooit overkomen!” Maar Hij keerde zich om en zei tot Petrus: “Ga weg, satan, terug! Gij zijt Mij een aanstoot, want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.” En daarna tot zijn leerlingen: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden. Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen als het ten koste gaat van eigen leven? Of wat zal een mens kunnen geven in ruil voor zijn eigen leven? Want de Mensenzoon zal komen in de heerlijkheid van zijn Vader, vergezeld van zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.”

22ste zondag door het jaar – A-jaar 2017

“Ondanks alles" 

Jer. 20,7-9 - Rom. 12,1-2 - Mt. 16,21-27

‘PREEK VAN DE WEEK’Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail: [email protected]

Page 2: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 16,21-27_2.docx  · Web viewDe rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen

Predikbroeders in woord en daadDominicanen in Vlaanderen

Als abonnee bij 'Preek van de week' kan u dit boek, voor de prijs van 25,95euro,

rechtstreek bestellen via de website van uitgeverij 'Halewijn' te Antwerpen. Bezoek onze website

De orde der dominicanen, ook gekend als predikbroeders of predikheren, bestaat in 2016 achthonderd jaar.Op vraag van de Vlaamse dominicanen heeft de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven een boek samengesteld waarin de recente geschiedenis van de dominicanen in Vlaanderen centraal staat. Onderzoekers van de faculteit hebben origineel werk verricht in verband met figuren en activiteiten die het Vlaamse dominicaanse leven in de twintigste eeuw karakteriseren.De rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen van het dominicaanse leven behoort. Of het nu gaat om spirituele, theologische, culturele, sociale of politieke kwesties, de dominicanen hebben, tot vandaag, steeds blijk gegeven van wat in hun motto 'Veritas' besloten ligt: ze zijn rusteloze Godzoekers die doorheen de tijd hun leven in dienst stellen van de steeds weer te ontdekken waarheid. De predikbroeders hebben op hun eigen wijze het verhaal van Dominicus gestalte gegeven in de geschiedenis van kerk en maatschappij in Vlaanderen. Hiervan wil dit boek een weerslag bieden.

Met bijdragen van Dries Bosschaert, Marcel Braekers, Mark De Caluwe, Bernard de Cock, Georges De Schrijver, Ignace D'hert, Leo Kenis, Mathijs Lamberigts, Anton Milh, Toon Osaer, Stephan van Erp, Dries Vanysacker en Sander Vloebergs.

Dominicus ontmoetenDominicus de gedreven prediker

Als abonnee bij 'Preek van de week' kan u dit boek, voor de prijs van 16,50euro,

rechtstreek bestellen via de website van uitgeverij 'Halewijn' te Antwerpen. Bezoek onze website

De Spaanse priester Dominicus stichtte achthonderd jaar geleden de Orde der Predikers, beter bekend als de dominicanen. Na een moeizaam begin groeide de Orde uit tot een invloedrijke internationale beweging van religieuze mannen en vrouwen, tot op de dag van vandaag.  In dit boek leren we Dominicus kennen als een gedreven prediker die voortdurend biddend en denkend contact hield met God. Tegelijk had hij oog voor de concrete noden en vragen die op zijn pad kwamen. Een heilige om na te leven. 

De auteur van het boek, Paul Dominikus Hellmeier (°1977, Landshut, Duitsland) trad in 1999 in bij de orde van de dominicanen. Van 2010 tot 2015 was hij werkzaam als docent middeleeuwse wijsbegeerte.Thans is hij rector van de Theatinerkerk in München en prior van het daaraan verbonden Dominicanenklooster.

Page 3: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 16,21-27_2.docx  · Web viewDe rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen

Preek van de week"Ondanks alles"

"Het is soms nauwelijks te verwerken en te bevatten, God, wat jouw evenbeelden op deze aarde elkaar allemaal aandoen in deze losgebroken tijden. Maar daarvoor sluit ik me niet op in mijn kamer, God, ik blijf alles onder ogen zien en wil voor niets weglopen en van de ergste misdaden tracht ik iets te begrijpen en te doorgronden. En ik probeer altijd weer de naakte kleine mens op te sporen, die dikwijls niet terug te vinden is midden in de monstrueuze ruïnes van zijn zinloze daden… Ik zit oog in oog met jouw wereld, God, en ik ontvlucht de werkelijkheid niet… en ik blijf je schepping prijzen, ondanks alles" Dit bekende dagboekfragment van Etty Hillesum moet geplaatst worden in de context van de Tweede Wereldoorlog en de holocaust. Maar het kan perfect in onze tijd gelezen worden. Elke tijd heeft trouwens zijn gruwel die het geloof in de liefde, in God en de schepping, in de mens onderuit lijkt te halen. Dat fragment over het ‘ondanks alles’ van Etty Hillesum past wonderwel bij de schriftlezingen van deze zondag. Het gebed van Jeremia en de woorden van Jezus kunnen tellen. Ze duwen ons met de neus op een werkelijkheid die we voor ons uitschuiven, waar we liever niet te veel aan denken. Namelijk: als ik in mijn leven duidelijk voor iets of iemand kies, als ik me op een enthousiaste manier voor een ideaal inzet, als ik mezelf totaal aan iemand geef, kortom als ik er voor ga, dan mag ik tegenwind verwachten. Betreft die idealistische inzet nu mijn gezin, of gaat ze over mijn roeping of over mijn job, of is het een enthousiast engagement voor bepaalde mensen waar ik mij mee solidariseer: armen, vluchtelingen,…, steevast zal ik reacties incasseren vanuit mijn omgeving. 'Je moet gek zijn om daar je energie in te stoppen'; 'Als je dat soort mensen in huis haalt, weet je nooit waar je uitkomt'; 'Kijk eens naar die, ze hebben zoveel voor hun kinderen gedaan, en wat krijgen ze terug: stank voor dank'; 'Denk liever aan jezelf, want als jij het slecht hebt, zal niemand je komen helpen'.Ik kan hier een uur vol praten met dergelijke reacties. Ze kunnen zo diep in ons vlees snijden dat we ze gaan overnemen, en dan beginnen we te twijfelen aan onze dromen en idealen. Kwaad en verdrietig stellen we dan de spontane en enthousiaste manier waarop we onze waarden in praktijk proberen te brengen, in vraag. Jeremia is duidelijk in dat geval. Hij had nooit de grote profeet willen zijn. Integendeel, hij had zich daar te jong voor gevoeld en niet competent. Ik kan niet goed spreken, had hij tegengeprutteld. Eigenlijk had hij gewoon schrik. Maar bezweken voor Gods verleiding, had hij zich met hart en ziel aan zijn roeping gegeven. Hij had in Gods naam de Joden toegeschreeuwd dat wij mensen goed en rechtvaardig met elkaar dienen om te gaan, en als zij dat niet deden, Jeruzalem zou verwoest en zijzelf gedeporteerd worden. Zijn liefde voor God en voor zijn medemensen had zich telkens opnieuw vertaald in zijn totale inzet. Maar men lacht de ongeluksprofeet uit, meer zelfs, men gooit hem de gevangenis in, hij wordt met stokken geslagen.En dan krijgen we zijn reactie te horen. Niet bij zichzelf lamenteert hij, maar aan God spreekt hij zijn verbitterde vertwijfeling uit. "Zie mij hier nu zitten, God, ik ben bezweken voor jouw sterke verleiding, en zoals het meestal met verleiden gaat, voel ik me nu bedrogen. Jouw verlokking is een misleiding geworden. Want als ik me volop inzet voor jouw zaak, God, word ik uitgelachen, mijn goede naam wordt door het slijk gehaald. Ik word er zelfs fysiek voor gefolterd."Wat een innerlijke strijd. Wraak, ontmoediging, spijt eraan begonnen te zijn, twijfel aan de roeping. Al die gevoelens woelen in hem tot hij uitroept: "Ik stop ermee". Hij wil zijn engagement opgeven, hij wil niet meer spreken in Gods naam. "Gedaan met de radicaliteit. Ik heb mijn lesje geleerd. De ronduit negatieve reactie van de mensen is er te veel aan. De kwade tongen hebben het gewonnen van mijn idealisme".

Page 4: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 16,21-27_2.docx  · Web viewDe rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen

 Maar precies op dat ogenblik van capitulatie gebeurt er iets merkwaardig. Het vuur in Jeremia’s hart laait terug op, het brandt in zijn gebeente. Hij doet alle moeite om het in bedwang te houden, maar het lukt hem niet. Blijkbaar is de verleiding toch meer dan een misleiding geweest, en zit zijn roeping dieper in hem verankerd dan hij zelf ooit heeft vermoed of het aan zichzelf heeft willen bekennen. Het is zoals Luther ooit zei: "Ik sta hier, ik kan niet anders". Langzamerhand zien we Jeremia zich – doorheen zijn twijfel – ten volle overgeven aan zijn onbegrijpelijke God. En tegelijkertijd beseft hij dat een eerlijk ingaan tegen de heersende stroming niet zonder slag of stoot kan, dat het altijd sterke weerstand zal oproepen. Dat kritiek en vervolging altijd zijn deel zal zijn. En met die waarheid voor ogen kiest hij ervoor trouw te zijn aan zijn ideaal. Ondanks alles. Terwijl ik dit hier aan het typen ben, voel ik bij mezelf echter enig ongemak. Want, zo’n trouw aan zichzelf, aan de mensen, aan God, ondanks zware tegenkanting, is dat wel haalbaar, is dat niet te hoog gegrepen voor een gewone sterveling? Wat als mijn eerlijke inzet door het kwaad wordt onderuitgehaald? Kan ik dan nog wel trouw zijn? Ik vertaal dat als: kan ik dan nog liefhebben? Vergeven en verder doen in die allesbehalve perfecte wereld, met mijn eigen twijfelende zelf, met onvolmaakte mensen, met een God die ik niet begrijp? Dat is één van de moeilijkste vragen in een mensenleven. En toch draait ons leven rond die keuze. Dat zoiets mogelijk is als de trouwe liefde van een onvolmaakte voor een onvolmaakte, is wellicht Gods grootste geschenk aan ons. Etty Hillesum toonde ons in geschrift en leven dat mensen daar in extreem moeilijke situaties kunnen voor kiezen. Het doet me denken aan een jong gezin: man en vrouw en vier kinderen. Als een gezin dat zich heel sterk laat inspireren door het evangelie, proberen ze het levensvoorbeeld van Jezus na te volgen. Tijdens de zogenaamde ‘vluchtelingen crisis’ besloten ze enkele vluchtelingen bij hen in huis op te nemen. Een oprecht nobele daad, ingegeven door hun gelovig en jong idealisme, waarin ze ook hun kinderen meenemen en hun een weg proberen voor te gaan.Die keuze was niet gemakkelijk, maar veel moeilijker hadden ze het met de reactie van de omgeving. Die was verpletterend, afbrekend, kelderend. "Je weet niet waaraan je begint"; "Zijn het geen terroristen?"; "Die vluchtelingen zijn allemaal dezelfde, let maar op dat ze jullie niet bestelen, of nog erger, dat ze jullie kinderen iets aandoen". En nog meer van dat fraais. De jonge ouders waren zo ontgoocheld en geschandaliseerd door deze reacties van hun omgeving, dat ze werkelijk al hun geloof hebben moeten samenrapen om tegen dat gif, tegen dat kwaad stand te houden.En wat hen het meest pijn deed: de ergste reacties kwamen van mensen van wie ze dat het minst hadden verwacht, hun dichte familie en hun beste vrienden incluis. Let wel, niet met kwade bedoelingen, maar integendeel, vanuit een oprechte zorg voor het jonge gezin. Maar ze hebben hun idealisme doorgedreven. Ze waren blijkbaar aangestoken door een goddelijk vuur als dat van Jeremia, door een ‘en toch’ als dat van Hillesum, door een ‘ik kan niet anders’ als dat van Luther, door de liefde, tegen de kwaadsprekerij in. Dat ons jonge gezin daarin zeer dicht bij Jezus staat, merken we aan het evangelie van vandaag. Daar is het Jezus’ vertrouweling, Petrus, die hem probeert van zijn levensopdracht en de consequenties af te brengen, nota bene, met een beroep op God zelf. Als Jezus zegt dat hij de levenskeuze die hij met veel vallen en opstaan heeft gemaakt, trouw wil blijven en dat die trouw hem het leven zal kosten, zegt Petrus hem van man tot man: "Dat God dat toch niet mag laten gebeuren! Toch niet met hem, Jezus!" Ook Petrus doet dat niet met kwade bedoelingen, maar in oprechte zorg voor zijn vriend Jezus. "Weg Satan, wat je daar zegt is schandalig", antwoordt Jezus scherp. Er staat letterlijk: "Je bent mij een skandalon". Dat Griekse woord betekent: aanstoot, ergernis, struikelsteen, schandaal. "Je wilt mij van mijn trouw afbrengen, mij doen struikelen,

Page 5: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 16,21-27_2.docx  · Web viewDe rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen

Petrus, je denkt dat die trouw mogelijk is zonder lijden en dood. Je praat de mensen naar de mond, en luistert niet naar God. Dat is duivels."En dan vat Jezus zijn hele leven samen in de paradox: "Wie zijn leven wil redden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om mijnentwil zal het vinden." Wij mensen weten dat die paradox juist is, maar bijna niet te realiseren. Vandaar dat de bekoringen om ervoor te vluchten zo sterk zijn. Ze waren dat ook voor Jezus. Ik zou hier een oproep willen doen. Dat we elkaar zouden mogen bemoedigen in onze keuzes, elkaar stutten om trouw te blijven aan onze idealen. Dat we vooral de dromen en het enthousiasme van jongeren niet onderuit halen met cynische opmerkingen. Maar dat zij met hún geloof ons een nieuwe impuls geven en onze eigen idealen opnieuw wat opfrissen.

@preekvdw