274
A.M. DE JONG DE VREEMDE BROEDERS

D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

A.M. DE JONG

DEVREEMDE

BROEDERS

Page 2: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn
Page 3: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn
Page 4: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn
Page 5: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

DE VREEMDE BROEDERS

Page 6: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn
Page 7: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

A. M. DE JONG

DE VREEMDE BROEDERSEEN BRABANTSE ROMAN

VIERDE DRUK

AMSTERDAM

N.V. EM. QUERIDO'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJ

94

Page 8: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn
Page 9: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

VOOR MARIE-LOUISE

Page 10: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn
Page 11: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Een kwartier gaans buiten het dorp, in de bocht vande oude binnendijk, lag de Hagenhorst, waar sindsmensenheugenis de Verhagens boerden. Een zeeroude hoeve. Sommige gedeelten, zoals het ovenhuisen de achterste helft van de wagenschuur, hadden on-gewoon dikke muren met boogvormige vensterope-ningen, en zij waren gebouwd van vreemdsoortige,bonkige bakstenen, zoals je nergens anders vond.Overblijfselen van de oude hoeve, die misschien welin of v6Or de Spaanse tijd gebouwd was en in de Fran-se tijd door de Sans-culotten bestormd, geplunderd enbij na geheel verwoest ; achter in de wagenschuur wa-ren nog de zwartgeblakerde plekken van de grotebrand te zien.De jonge Bart Verhagen uit die tijd was door deFransen meegenomen en geprest dienst te nemen inhet leger. Hij was, door vele littekens geschonden,levend uit Rusland teruggekeerd. En dadelijk na hetherstel, toen het Franse gevaar definitiefgeweken was,koning Willem stevig op de troon zat en rustiger tijdenaanbraken, had hij kalm in een hoek van de boom-gaard de grote ijzeren kist opgegraven met het familie-vermogen en alle eigendomsbewijzen, en was begon-nen de boerderij weer op te bouwen. Hij kocht er landbij van geruineerde Buren en bracht energiek het be-

7

Page 12: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

drijf op gang. Een doortastend en hard soldaat. Eenzwijgzame en hardnekkige boer.

Heel Europa had hij doorzworven, meegevochten inalle historische veldslagen van het Grote Leger, zich

geweerd als een wolf en hoge onderscheidingen ge-kregen. Het verhaal ging, dat hij officier geweest wasbij de dragonders. Maar niemand wist er het ware vanen zelf sprak hij er nooit over. Want door heel Europahad hij maar een droom meegedragen en in alle veld-slagen had hij alleen gevochten om die droom te be-veiligen : eenmaal, als deze bloedige waanzin voorbijwas, terugkeren naar het oude, Brabantse land, dehoeve weer op te bouwen, boer te zijn op de „Hagen-horst", het werk van zijn vaderen voort te zetten. Hijwist, waar zijn voorzichtige vader het geld verborgenhad, een paar maanden voor het ongeluk gekomenwas. Soldaat of officier, simpel ruitersman of bevel-

voerder, boer was hij gebleven, en in verre landen had

zijn door de greep van de sabel verharde hand vaak,bevend van diep verlangen, heimelijk een gebrokenploegstaart gestreeld op een in puin geschoten hoer-d erijEen Franse vrouw had hij meegebracht, bruin van

haar en ogen, een rijzige, welige boerendochter uit

Picardie, gewend aan zuinigheid en hard werken. Hetyolk van de streek had haar aanvankelijk met bozeogen aangekeken. Maar zij had de taal geleerd enspoedig de tegenzin in haar afkomst overwonnen. Zij

was een goede vrouw, zonder hoogmoed, vriendelijken vrolijk van aard, niet te lui om aan te pakken, een

voorbeeldige boerin, proper en met eelt in de rode

handen, met een snelle blik en gezag over het yolk, en

8

Page 13: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

na jaren dacht niemand er meer aan, dat zij eenvreemde was, gekomen uit het diep gehate land vande vijand.Zij stierf, toen haar enige zoon vijftien jaar oud was.De vader hertrouwde niet, voedde zijn zoon streng opin de eerbied voor het land en de trouw aan het harde,gestadige, mooie werk van de grote boer op eigen on-bezwaarde grond, de enige rijkdom die telt en blijft.Hij was wethouder der gemeente en zijn zoon werdhet na hem, een stil en streng man, niet geheel vrijvan hoogmoed en die in boerse dracht en op klompendoor zijn velden liep als een koning door zijn rijk. Hijtrouwde een rijke boerendochter, met wier geld hijnog meer land kocht, stallen en schuren vergrootte,en de machtigste boer wijd uit de omtrek werd. Defortuin liep hem na, hij had spreekwoordelijk geluk,hagelstormen schoren de korenakkers zijner Burenkaal zonder dat een halm van de Hagenhorst geknaktwerd; bij een zware overstroming bleef bij na zijn helebezit gespaard, hij had altijd de beste oogsten en alshij een nieuw gewas beproefde, bleek er juist dat jaarveel vraag naar te zijn. Hij was een dier mensen vanwie men zegt, dat alles wat zij aanraken in goud ver-andert. Als een goed christen aanvaardde hij dank-baar zijn voorspoed, maar in zijn hart fluisterde dehoogmoed, dat de beste man altijd wint en dat defortuin hem dient, die haar weet te dwingen door ver-stand en ijzeren wilskracht, ijver, waakzaamheid eninzicht. Want hoewel de legende, aan de Hagenhorstverbonden, hem bekend was, bleef zijn gedachten-leven daar onberoerd door: de Verhagens waren on-afhankelijke geesten, vroom, maar vrij van bijgeloof.

9

Page 14: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Hij leefde goed doch sober en met het toenemen vanzijn bezit kreeg hij geen verkwistende neigingen. Drin-ken deed hij alleen bij de gestelde gelegenheden, zijnoogst- en slachtfeesten waren befaamd om de royalewijze, waarop zij gevierd werden. Het yolk werktegraag voor hem; hij wist goede arbeid te waarderenen was niet karig met hulp als hij nood zag. Maar zijnhuis was niet vrolijk, al werd het voor de jonge boerinvergroot en verfraaid. Want uit het kraambed was devrouw lusteloos en vermoeid opgestaan, en nooit meerde oude geworden. Er kwamen ook geen kinderenmeer en het was tamelijk eenzaam voor de kleine Bartop de grote boerderij tussen een versomberende, zieke-lijke moeder, die steeds meer haar troost zocht in dekerk en bij haar rozenkrans, en een wader, die durendachter het werk aan zat, te hardnekkiger naarmatezijn vrouw langzaam verzonk in zwijgende zwaar-moedigheid, waarvoor geen aanwijsbare oorzaak wasen die wel een straf van God moest zijn. Maar voorwelke zonde ?

De kleine Bart was een mooi kind, een echte Verhagen.Hij had pikzwarte haren, die in een natuurlijke golfrond zijn hoog voorhoofd vielen. Zwarte wenkbrau-wen stonden in een verwonderd boogje boven zijnhelder grijze ogen, die warm konden stralen in ge-negenheid en vreugde, de koude gloed van glad staalkregen als hij boos was, en bleek glansden als hij on-verschillig langs mensen en dingen heen keek. Demeiden op de hoeve verwenden hem, lieten zich doorde kleine jongen tiranniseren, want zij hadden mede-

I 0

Page 15: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

lijden met hem, omdat hij zoveel miste met de in-dolente zwaarmoedigheid van zijn moeder en met zijnvader altijd op het veld, in schuren en stallen of reke-nend aan de hoge lessenaar in de opkamer. Hij konzo aanhalig zijn als een katje, zich behaaglijk schik-kend op een brede schoot, tegen de zachtheid van eenvoile vrouwenborst, de armpjes rond een warme, vle-zige nek geslagen. Vertederd drukte de meid hemvaster tegen zich aan, het arme ventje, dat om zo tezeggen geen moeder kende. Maar als zij hem wildenaanhalen, omdat zij misschien zelf behoefte haddenaan tederheid, en de kleine Bart was in andere dingenverdiept, dan sloeg hij heftig van zich af, beet entrapte wreed en er kwam zo'n kille woede-blik in zijnogen, dat zij de kleine duivcl haastig met rust lietenen neiging voelden een kruisje te maken. De knechtsstoeiden met hem, leerden hem fluitjes maken van rieten wilgetwijgen en hoe je een uitgeholde pompoentot een spook kon omtoveren om de meiden een dood-schrik op het lijf te jagen; zij zetten hem op de rugvan de zware werkpaarden, en lieten hem de uitein-den van de leidsels vasthouden, als hij meereed op dekar, zodat hij zich verbeelden kon, dat hij zelf mende.Maar onder alle vertrouwelijkheid en kameraadschapvan meiden eninechten voelde hij onveranderlijk eenverzwegen eerbied, die op vreemde wijze een afstandschiep tussen hem en hen, en dat gaf een onverklaar-baar prettig gevoel. Tot zijn zevende jaar hadden demeiden zijn uitgesproken voorkeur. Toen merkte hij,dat de knechts grinnikten, omdat hij zo lekker warmtegen Maaike aanlag en de blonde krulletjes langshaar oor wegblies. Een zonderlinge schroom beving

II

Page 16: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hem en van die dag of sloot hij zich hecht bij de man-

nen aan en begon de meiden te verachten als onvQl-

komen, weke, snaterende wezens, die alleen maarwisten van flikflooien, en onwaardige lieve naampjes

voor je verzonnen. Hij leerde vloeken en grove woor-den kernachtig te pas brengen, tegelijk met de eerste

lessen van het vragenboekje en de geijkte gebeden opde kleine lering.

Hij werd op school gedaan bij Mesjeu Holster want

de onderwijzer werd daar Mesjeu genoemd eenstreng man, maar met veel gevoel voor humor en eenonbestreden gezag over de zes klassen dorpskinderen,die hij geheel alleen te regeren en te onderrichten had.

Bart voelde bij de kinderen van school een zelfde soortgezindheid als bij de knechts en meiden thuis, een

verzwegen eerbied, een stifle terughouding, die eenafstand betekende en alle echte vertrouwelijkheid bui-ten sloot; maar hier lag er een heimelijke onwil door

gemengd, die hem prikkelde en waar tegenover hijzijn houding niet goed wist te vinden. Hier maakte hij

ook kennis met een andere Bart, de zoon van notarisMolijn van Warmshoven, die even buiten het dorp op

een kasteelachtige villa woonde en met een freule er-gens uit de Meierij getrouwd was.Bartje Molijn was fijn en slank gebouwd, de enige

aristocraat tussen de grove boeren- en arbeiderskin-deren, en de heimelijke eerbied tegenover de boeren-

zoontjes werd tegenover hem tot openlijke verering en

onderdanigheid. Want de notaris was een wezen vanhoger orde, droeg zwarte, stadse kleren en bakkebaar-

den en reed op een dun Engels paard, vaak met zijnvrouw, de freule ergens uit de Meierij, die dan een heren-

12

Page 17: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hoed met een sluier op had en een prachtig lang kleeddroeg met verlakte rijlaarsjes er onder. Bartje Molijnhad nog een zuster, maar die was op een pensionaatver weg, helemaal in het Belze land.Bart Verhagen haatte de zoon van de notaris van deeerste dag af. Nooit had hij iemand zo onbevangenhoren lachen, noch iemand gezien, die zich zo sierlijken ongedwongen bewoog. Tegen de meester sprak hijstads, tegen de kinderen hun eigen dialect, maar datklonk vreemd, voornaam en spottend. Hij leidde encommandeerde bij alle spelletjes en verbaasde zichniet over de volgzaamheid der anderen, merkte dieniet eens op, aanvaardde ze als iets, dat hem vanrechtswege toekwam. Maar Bart Verhagen hield zichongemerkt achteraf, keek toe met een nors gezicht,wou die popperige pierewiet verachten en voelde, dathij hem bewonderde en de neiging had zich bij hemaan te sluiten, wat zijn haat nog verdiepte. Maar hijsprak er nooit met anderen over, misschien omdat hijonbewust voelde, dat zijn haat hem vernederde zon-der den ander te kunnen deren.Bart Verhagen leerde gemakkelijk en met de jongenvan de notaris was hij de beste van de klas. Hij spandezich in tot het uiterste, vergat niets, leerde een fraaiehand schrijven, rekende vlug en zonder fouten, maarmerkte telkens, dat de ander hem moeiteloos bijhield,spelenderwijze, lui en onverschillig, en dat hij nog eenmassa wist, wat op school niet geleerd werd. Het wasvan zijn kant een grimmige wedloop, waarin hij nooiteer zou behalen, want hij was degene die moeite had,zich inspande, terwijl de ander achteloos naast hembleef zonder ooit te hijgen of te zweten, zonder zelfs

1 3

Page 18: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

op te merken, dat er een wedstrijd gelopen werd. Zijnenige genoegdoening was, dat hij Bart genoemd werden de notariszoon Bartje. Bart van baas Verhagen enBartje van de notaris. En toch was Bartje een halfhoofd langer dan Bart.In de vijfde klas was het conflict gekomen. BartjeMolijn had niet goed geluisterd, in gedachten ver-diept, en op de vraag wat de hoofdstad van Noor-wegen was, vlot geantwoord: „Berlijn". Bart Ver-hagen verkneukelde zich in de vergissing, schoot ineen lach en zei hardop :„Wad'een stommelieng!"Om twaalf uur had Bartje hem op de weg aange-houden, hem verteld dat hij een stomme boer was enliever z'n soort moest uitlachen. Bart had hem een op-stopper gegeven en toen waren ze als vechtende hon-den over de straat gerold te midden van een kringdansende en hitsende jongens en gillende meisjes. Zesloegen en scheurden wat ze konden, tot ze eindelijkhij Bend en op van vermoeienis overeind krabbelden,bloedend en gehavend, met vuile, gescheurde kleren.Bart haalde moeilijk adem, veegde met de rug van dehand het bloed van zijn neus en hield zijn tegenstan-der in het oog, klaar om hem dadelijk weer aan tegrijpen bij het eerste teken van agressie. Toen ge-beurde het nooit vertoonde. Bartje Molijn stak zijnhand uit en zei:„Nou zijn me kiet... Loat oons nou moar goeievriende zijn."Het werd ineens muisstil om hen heen. Zo hadden zeeen vechtpartij nog nooit zien aflopen!Bart keek naar de smalle, vuile hand. Het woord

' 4

Page 19: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„goede vrienden” had hem wonderlijk getroffen.Langzaam kwam er een lachje om zijn strakke mond,en hij lei zijn hand in die van Bartje. Niemand lachte,toen zij elkaar als twee veekopers, die een handel af-gesloten hebben, de hand schudden. En niemandsloot zich aan, toen zij naast elkaar wegstapten. Jetsals een beklemming hield de kinderen bevangen, alsofzij getuigen geweest waren van een historische gebeur-tenis.En dat waren zij eigenlijk ook. Want dit was het beginvan een verbazingwekkende vriendschap, een vreemdboeiende, fatale vriendschap, waarin zij beiden zou-den to gronde gaan. Een vriendschap, waarondervijandigheid loerde, haat en afgunst, een wedloop inaldoor versnellend tempo, die niet eindigen zou eerbeide kampioenen bezweken waren, en die een men-senleeftijd lang de grote opwinding van de streek zouvormen, mijlen in het rond.

Bart en Bartje, de onafscheidelijken. Jut en Jul zeidende mensen. David en Jonathan zei de notaris, dieplezier had in het samengaan van de ongelijksoortigejongens. De freule ergens uit de Meierij had stands-bezwaren, maar boer Verhagen was een der voor-naamste clienten van Molijn, en toen deze haar de be-zittingen van Barts vader opsomde, zweeg ze verbaasdstil en bekeek de jongen met heel andere ogen : deenige erfgenaam van een fortuin, dat niemand hierzou verwachten. Zij ontving de onbeholpen boeren-zoon vriendelijk als een goede tante; hij stotterde vanverlegenheid tegenover haar elegante schoonheid, die

15

Page 20: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hij nooit van zo nabij gezien had, en keek de ruisende

gestalte van de notarisvrouw tersluiks overal na, alsaanschouwde hij een wonder. Voor het eerst voeldehij spijt, dat hij een boerenzoon was, want nooit zou

een Boer zo'n vrouw kunnen hebben. Bartje natuurlijkwel; die zou hier of daar uit de stad of een kasteelzo'n vrouw halen en er hier mee komen pronken. Erroerde een vage woede in hem, zo vaak hij daaraandacht. En Bartjes zuster Hortense, die hij in de vacan-ties zag, was een droom van donkere krullen, ruisende

volants, waaiende linten, spottende ogen en verachte-lijk glimlachende welige lippen. Een angstaanjagendedroom, waartegen hij nauwelijks of en toe de ogendurfde opslaan, al behandelde zijn vriend haar ookmet de nonchalante hatelijkheid, broers tegenover

zusters eigen. Tot ontsteltenis van Bart Verhagen.Op de boerderij voelde Bartje zich volkomen thuis.Hij adoreerde Verhagen, die heimelijk trots was op de

vriendschap tussen zijn zoon en het deftige notaris-jong en hem alles van het boerenbedrijf uitlegde meteen ernst als sprak hij tegen een volwassene. Maar hij

voelde zich wat schuw tegenover de zwijgzame, eeu-wig gebeden prevelende boerin, die hem vluchtig toe-lachte en verder geen notitie van hem nam. Spoedigkende hij elk hoekje van het huis, de stallen en schu-ren, hooibergen en graanzolders, waar je alleen kous-voetelings lopen mocht. 's Avonds bracht hij met deopperknecht en Bart de paarden naar de wei, trotszaten ze op de brede ruggen, de handen in de manengeklauwd, en galoppeerden de dijk langs; de zware

hoeven van de veertien of vijftien paarden sloegen eendonder uit de harde grond, en Bartje verbeeldde zich,

6

Page 21: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

dat hij een ridder was en met zijn ruitertroep eenstormaanval deed; de slanke rijpaarden thuis lekenhem onnozel speelgoed. De grove kost aan de boeren-tafel smaakte hem heerlijker dan de fijnste dingen uitzijn moeders Franse keuken en zijn vrolijkheid stakde knechts en meiden aan tot kinderlijke jool. Zij nvriendje merkte, hoe ze allemaal naar hem keken enluisterden, alles bewonderden wat hij deed en zei, envoelde zich gekrenkt en achteruit gezet. Hier was hijde eerste en wou dat blijven. Maar het notarisjongmet zijn losse manieren en vlugge vrolijkheid trok alleaandacht naar zich toe, hij zag hoe de knechts anderslachten, hoe de meiden met andere ogen naar hemkeken en glimlachten, en voelde verbaasd hoe hijBartje nog even vurig haten kon als vroeger, vOOr zijvrienden werden.

Bij het spel en de zwerftochten door de velden spandeBart zich in om zijn vriend te overbluffen door ver-toon van kracht en roekeloze durf, maar Bartje gingoveral mee op af, werd niet geimponeerd door degrotere spierkracht van de ander, overtrof hem inbehendigheid en scheen het gevaar niet eens op temerken. Zij waren de aanvoerders van de dorpsjon-gens bij alle spel en kattekwaad. Als er erge dingengebeurden en er gestraft moest warden, kwam de voilezwaarte altijd op Bart Verhagen neer. Ridderlijkkwam Bartje Molijn tussenbeide en eiste zijn aandeelin de verantwoordelijkheid op, maar het was duide-lijk, dat hij slechts aarzelend en met tegenzin gestraftwerd.

Om een ding kon Bart zijn vriend hartgrondig ver-achten en uitlachen: de meisjes drentelden altijd om

2 17

Page 22: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hem heen, hadden hem altijd wat te vragen, provo-ceerden hem tot stoeien, waren als spinnende katjes,als hij vriendelijk deed. En inplaats van ze weg tesnauwen en zich te schamen voor die flemerij, scheenhij er behagen in te scheppen, praatte er mee of hetgelijken waren, stoeide aanhalig en maakte ze zojaloers op elkaar, dat ze heftig ruzie kregen en elkaarin de haren vlogen. Dan lachte hij om het spektakelvan de huilende meiden, maar hij bleef er zelf nietminder verachtelijk om. In dat opzicht voelde Bartzich duidelijk superieur en hij begreep niet, hoe somstoch een doffe ijverzucht in hem kon broeien als hijzag hoe een meisje zijn vriend stond na te kijken meteen dromerig gezicht, blind en doof voor alles omhaar heen. Dan kon hij haar verwoed aan de harentrekken of haar onverwacht een beentje lichten enhard, maar geforceerd lachen om haar schrik en kake-lende woede... Hoe kon een jongen met een beetjegevoel van eigenwaarde zich ophouden met dat misse-lijk soort wezens! Bartje was een meidengek... en daarmoest je eigenlijk mee te doen hebben...Na de zesde klas was Bart volleerd. Doch Bartje Molijnging naar een kostsch.00l, want hij moest op studie omook notaris te worden. De oude Molijn had tegen Ver-hagen gezegd, dat hij zijn zoon eigenlijk ook moestlaten studeren; de jongen had een zeldzaam vlug enhelder verstand, kon leren wat hij wou, en het geldwas er toch voor! De boer had hem verbaasd aange-keken en gezegd:„Een d'oef dan?"Na een korte pauze had hij er bij gevoegd:„Een boer kan ok een goeie kop gebruike... Of dochte

8

Page 23: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gij soms a'ge 'n loomperik op zo'n groot 'oef kuntzette ?"Daarmee was het onderwerp van de baan. Bart kwamop de hoeve en begon het boerenbedrijf onder leidingvan zijn vader grondig te leren.Hij miste Bart Molijn. Hij had nooit geweten, dat hijzoveel van hem hield en hem zo nodig had. Over dui-zend dingen had hij met hem willen praten, elke over-winning op het werk met hem willen bespreken, hemvertellen van de Idepper, die de haverbak leeggevretenhad, op het punt stond om te barsten en toen doorChiel, de nieuwe opperknecht, die bij de huzaren ge-legen had, in een razende rit dwars door de omge-ploegde velden gejaagd was, net zo lang tot de haverer uit gekomen was als een knetterende stroom; metschuim overdekt, hijgend en wankelend op zijn beven-de benen was het dier naar de stal teruggebracht, drie-kwart dood van vermoeienis en kreunend van napijn,maar het was gered en de knecht had tien gulden vanvader gekregen voor het waagstuk, want de klepperhad gesteigerd en geslagen als een razende en gebruld,dat iedereen stond te ijzen. Of over de nieuwe stier,die vader uit Holland had laten komen en waar hijmooier vee mee wou kweken. En over zoveel meer,waar hij nu direct bij betrokken was en deskundigover leerde meepraten. Maar Bartje zat ver weg opzijn kostschool, en hij kon hem niet eens vertellen hoehij geploegd had met drie paarden, en een paar vanzijn voren zo recht getrokken had, dat vader en Chielverbaasd hadden gestaan ; dagen lang had hij er eengevoelvan overgehouden of hij geradbraakt was, maardat had iedereen eerst en later ging dat over.

I 9

Page 24: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Bij de notaris was hij nog een paar keren geweest,omdat mevrouw aangehouden had, maar zonder desteunende aanwezigheid van Bartje voelde hij zichlomp en onhandig in de sierlijk gemeubelde kamers enbleef er weg.De andere jongens leken hem stom en vervelend, ruwen oninteressant; ze wisten van niets dan mesten ensjouwen en begonnen al meer over de meiden te klet-sen, vuile praatjes, die hem stuitten en dwaas leken.Niet omdat hij zo braaf was, maar zijn zinnen slui-merden lang, meisjes merkte hij niet op en hij dachtnooit anders aan haar dan in verband met haar aan-deel in het werk.In de vacanties kwam Bartje thuis en dan waren zeveel samen. Verhagen liet zijn zoon maar doen. Dejongen van de notaris was hele dagen op de boerderij,pakte voor de grap mee aan, wandelde met Bart doorde velden, zij praatten honderduit over wat zij beleefdhadden en wilden gaan,doen. Bartje vertelde van stre-ken, die op de kostschool werden uitgehaald, van boe-ken, die hij gelezen had en die Bart vooral ook lekenmoest. Hij zinspeelde op een avontuur met de dochtervan de kostschoolhouder, zag de frons op Barts ge-zicht, glimlachte en gleed behendig over naar eenander onderwerp. De dagen vlogen om; dan kwamhet afscheid, met een onverschillige lack en een arm-zwaai, en Bart vroeg zich of of de ander onder zijnglimlach ook dat wrange gevoel van spijt en eenzaam-heid verborg, waaronder hij zijn tanden opeenklemdeom zijn tranen te verbijten... Waarschijnlijk niet...Bartje Molijn leefde voor zijn plezier en dacht natuur-lijk nooit aan die boerennegerij. Maar dan kwam er

20

Page 25: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

onverwachts een brief, waarin Bartje schreef over deprettige vacantie en vroeg hoe het ging met de Bles,die dampig was en hoe hoog de tarwe nu al stond enof de klaver al bloeide, en of Chiel nog altijd voor niksachter Mieke snuffelde ? Bart was blij verrastenschreefterug. Maar het ging niet zo vlot, zijn vingers warenstijf van het zware gereedschap en de pen was zoakelig dun en het was moeilijk om vertrouwelijk tezijn in die harkerige brieventaal. De correspondentiewas gauw over.Iedere vacantie vonden ze elkaar terug en bekekenelkaar lachend. Ze waren weer groter geworden, Bartsschouders weer breder, Bartjes vel blanker van hetbinnenzitten en studeren.Toen Bart vijftien jaar was, gebeurde er iets, dat eengrote verandering in zijn leven bracht. Het was in dehooitijd en broeiend warm. Er dreigde onweer en erwerd koortsig gewerkt om zoveel mogelijk hooi te Ber-gen voor de regen neersloeg. Hij had het voer hooibinnen gereden en een losse arbeidster stak het opnaar de schelf, waar hij het spreidde zoals hem geleerdwas. Bij elke greep keek hij neer in het gespannen,zwetende gezicht van het meisje. Donkere krulletjeskleefden om haar voorhoofd en het stof zat tot in haarooghaartjes. Zij had voor de gloeiende hitte haar jakjevan boven losgeknoopt en haar hals was wit en mals;bij het opsteken spanden de jonge borsten onder hetstrakke jakje alsof zij er uit zouden scheuren en Bartmoest er telkens naar kijken, ontevreden en kwaad opzichzelf. Toen, terwijl ze een grote plok hooi op dework naar hem omhoog stak, gleed ze onderuit, strui-kelde een paar passen achterwaarts en viel plat op

2I

Page 26: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

haar rug; haar rokken zwaaiden omhoog. In een oog-wenk was ze weer overeind en vloekte lachend. MaarBart stored star op haar neer te zien, bleek en. metwijdopen ogen. Zij lachte hem uit, menend, dat hijgeschrokken was, riep, dat ze niets gebroken had enstak hem alweer een plok hooi toe. Hij greep aan enwerkte door, maar voor zijn ogen was aldoordatvluch-tig visioen van de lange, blanke benen boven de zwartwollen kousen. Meisjesbenen. Vrouwen hadden be-nen... Natuurlijk hadden ze benen!... dat wist hijtoch!... Maar er bleef een onredelijke, gejaagde ver-wondering, die in de loop der dagen tot een obsessiewerd... Onder al die lange, tot de grond hangenderokken bewogen benen. Zijn moeder had benen enMevrouw van de notaris had benen, al de meisjes envrouwen hadden benen, die wit waren boven de kou-sen en blonken als marmersteen en samenkwamen ineen donkere kroezelin- g. Het joeg zijn bloed inwilde golven naar het hoofd, zijn hart sloeg dofen zwaar, een beving ging door zijn spieren eneven zag hij alles door het troebele waas van eenduizeling...Het hielp hem niet, dat hij schamper om zichzelflachte en zei, dat hij het immers altijd geweten had:alle mensen hadden benen, mannen en vrouwen... bijde kleine meisjes zag je ze toch onder de rokjes uit-komen, de vrouwen op de bietenvelden droegen ookkorte rokken en je zag haar benen in plompe slobkou-sen... Hij was dus niets nieuws te weten gekomen...Hoe kon het hem dan zo ontstellen ? Eerst ontstellenals had hij iets vreselijks ontdekt, iets dat ontstemde,bijna weerzin wekte... en hem daarna opwinden tot

22

Page 27: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

een koortsachtige nieuwsgierigheid, die hem straknaar de meiden deed kijken met de voorstelling, dathij de benen zag onder die afwerende, alles verhul-lende rokken, die witte rechte benen, waardoor hijachtervolgd werd tot in zijn dromen, zwoele, afmat-tende, beschamende dromen, waaruit hij langzaamen zwaar teruggleed naar de werkelijkheid, en danzichzelf verachtelijk vond, minderwaardig en slap.Het verwekken van nieuw dierenleven was hem alsboerenjongen van zijn prilste kinderjaren bekend, endat het bij mensen precies zo ging, wist hij uit veleopmerkingen en hittige gesprekken onder de jongensen tussen knechts en meiden, maar het had nooit totzijn fantasie gesproken; hij had de opwinding daar-over kinderachtig gevonden, weerzinwekkend en on-begrijpelijk. Het had hem nooit getrokken, nooit be-koord. Nu hield het hem gevangen in het ontuchtigebeeld van die naakte benen, en hij kwam er niet vanlos, dag noch nacht. Hij versomberde, liep schuwrond, met onbestemde, dwalende bilk, doelloze be-wegingen, traag in zijn werk. Zijn vader vroeg of hijziek was, maar hij schudde het hoofd, schaamde zichdieper, wierp zich driftig op het werk, raasde rond,snauwde knechts en meiden af, voelde, dat hij om hetminste of geringste in huilen zou kunnen uitbarsten.Tot hij na weken langzaam aan kalmeerde en dekwellendevisioenennaar de achtergrond kon dwingen.Het duurde tot het volgende voorjaar eer de bekoringin volle kracht terugkwam. Op een late middag inApril was hij op de hooizolder om voer in de ruivender paarden to laten, die nog op stal stonden. Hijvond er een van de meiden, die beweerde eieren

23

Page 28: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

to zoeken, want er kwamen hier geregeld een paarldppen afgefladderd. Zij hield haar rokken wat op,want telkens zakte ze bijna tot de knieèn in het hooi.Hij zag haar stappende benen tot in de knieholte eneen plotse razernij beving hem. Hij sprong op haartoe en greep haar aan. Zij gaf een onderdrukteschreeuw en viel zijwaarts weg. Hij rolde over haarheen, de armen om haar middel. Toen lachte zij,pakte met beide handen zijn hoofd en zoende hemgloeiend op de mond, gaf zich gewillig aan zijn bevendgrijpende handen. Hij wist later nooit of zij hem op-zettelijk verlokt had en die eierenzoekerij had voor-gewend. Die nacht sliep hij bij haar tot het eerstehanengekraai. Daarna keek hij haar niet meer aan enhaatte haar, alsof zij hem het grootste kwaad van dewereld gedaan had.

Hij was nu zestien, niet groot, maar stevig en harmo-nisch gebouwd, zoals de Verhagens waren. Een luch-tig dons schemerde om zijn, wangen en lippen. Zijnstem schoot komiek uit, als hij haar een lage, manne-lijke klank wou geven, en bromde onverwacht als eenbas, terwijl hij juist een hogere toon zocht. Zijn be-wegingen kregen iets lobbesachtigs en onhandigs alsvan een Jong dier, dat heel groot zal worden en metzijn nog onevenredig lange ledematen geen raad weet.Soms voelde hij zich hopeloos belachelijk, maar in deglimlach van de meisjes was geen spot, wel iets anders,dat hem zacht opwond, dock waartegen hij zich nahet beestige avontuur met de meid een tijdlang hard-nekkig verzette. Maar het verlangen verontrustte zijndromen steeds heviger en het visioen van al die blanke

24

Page 29: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

benen, zoetjes bewegend in de duisternis onder dezwarte rokken verlamde zijn weerstand, joeg de lustin hem op, deed hem zich voornemen er weer een aante grijpen en te nemen. Jets weerhield hem nochtans,een schaamte, een tegenzin, de vrees voor de ont-nuchterende vernedering, het gevoel van ziedendehaat om een besmeuring daarna.Die warme voorzomer begon hij met enkele andereboerenzoons de kermissen in de omtrek of te lopen.Uit bravoure dronk hij brandewijn, die hem keel enmaag verschroeide, hem duizelig maakte, maar hemook de moed gaf een meid op de dansvloer te trekken,mee te stampen in de schots, schor zingend, een zwartesigaar in de mondhoek geklemd, als een volleerde ker-miszwabber. En 's avonds, dronken en oververhit, laghij ermee tegen de dijk of in het gras langs een weg-berm, nam hij ze , brutaal en wild. En telkens walgdehij de volgende dag van zichzelf, voelde zich ziek enverzwijnd, vervloekte de meiden en zijn eigen zwak-heid, maar het verlokkende visioen van de warme,witte benen, die onder zijn strelende handen getrildhadden, kon hij niet uit zijn verbeelding dringen.Toen Bartje Molijn met vacantie kwam, lachten zijbeiden bij het weerzien, zodanig vonden zij elkaargegroeid en man geworden, Bart Verhagen stoer envierkant, de ander slank en sierlijk in zijn bewegingenen dure, elegante kleding. De jonge Molijn wou mee-werken in de oogst, maar het zware gesjouw brak hemen hoewel hij in gekwetste trots koppig naast Bart woublijven, moest hij het na een paar dagen opgeven. Hijspotte nu voi afkeer en minachting op het slaven enbeulen van de stomme boeren, die hun ]ichaam ver-

25

Page 30: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

woestten en hun geest afstompten met hun onzinnig

gezwoeg en de voortdurende omgang met dieren. Ver-hagen liet zijn zoon vrij om met zijn vriend vacantie

to houden, mopperend, maar gevleid door de omgangmet de deftige, rijke notarisfamilie, waarvan de moe-der een freule was ergens uit de Meierij, niets minder.De notaris vroeg zijn zoon glimlachend, waarom hij

nog altijd zo gesteld was op Bart, een bonkige boeren-

lummel after all, zonder cultuur of ontwikkeling. Dezoon keek hem peinzend aan, haalde de schouders op

en antwoordde:„Ik weet niet. Bart is niet de eerste de beste... Ja...'t is gek... ik heb vaak 'et gevoel, dat we bij elkaarhoren..."De notaris lachte hartelijk, sloeg zijn erfgenaam op de

schouders, en zei:

„Amuseer jij je maar!"Op het oogstfeest was de jonge Molijn hoofdpersoon.Hij had een mand wijn meegebracht, hij sprong mee

over de deel in de woeste rondedans, hij zong liedjesin 't Frans, waarnaar eerbiedig geluisterd werd, hijzat aan de lange tafel met de armen om de twee meis-

jes naast hem, fluisterde haar dingen in het oor waar

ze om schaterden met kleuren als boeien, at en dronkmee als alien, raakte boven zijn thee, werd luidruch-

tig en wild, maar Bart zag de aparte sfeer rondomhem, die hem als in een toverkringetje van de anderen

afscheidde. Ze noemden hem voor die avond Bartje,lachten en klonken met hem, maar hij bleef de jonker,het fijne raspaard tussen de werkknollen. De meidenkeken naar hem als naar een fijn stuk wildbraad,

waarvan zij wel gehoord hadden, maar dat zij nooit

26

Page 31: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zouden eten, verliefd, bewonderend, verlangend,maar gelaten en uit de verte van de ingeworteldeeerbied voor de hogere standen. Bart was overtuigd,dat zijn vriend ze allemaal zou kunnen hebben, stukvoor stuk. Hij misschien ook, omdat hij de zoon vande boer was. Maar naar Bartje Molijn keken ze anders,ze vraten hem met hun ogen op, ze werden naar hemtoegetrokken, ze wouen wel in hem vergaan. Zelfszijn stille moeder zat aan het hoofd van de-tafel naastde boer glimlachend naar hem te kijken, met een vaagdromende blik alsof zij zich iets poogde te herinne-ren, wat zij geweten had en was vergeten. En hijzelf?Hij haatte hem verschrikkelijk. Hoe kwam hij dan zolaf, toch trots op hem te zijn en te proberen hem nogmeer te doen schitteren, hem aan te moedigen, tevragen dit of dat nog eens te zingen. Het was vreemden verwarrend... hij hield diep van die slanke, sier-lijke jongen, en tegelijkertijd had hij een afschuw vanhem. Hij wou hem wel wegdringen van de tafel, uitde bewondering en de genegenheid van de anderen...om zijn plaats in te nemen... Was het dat?... Enhaalde hij hem daarom naar voren en koesterde zichin zijn afglans... hij, de vriend van de afgod ?... Hetwas onwaardig, maar hij kon er niet af... hij was aanhem gebonden. Het was verkeerd. Het gaf verwar-ring, onrust, het gevoel of hij weggleed naar iets on-bekends vol gevaren. Hij wou er van los, hij moester van los, het was beter alleen maar om te gaan metzijn gelijken, de grove, rauwe boerenzoons, de wildegezellen, die zwaar werkten, zwaar aten en dronkenen zich uittobden op kermissen en karnavals tot zetrouwden, op een eigen hoeve zaten en bedaarde,

2 7

Page 32: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

bedachtzame boeren werden. Bartje trok hem naareen andere wereld, waar hij niet in hoorde en waarniets goeds hem wachtte, omdat hij er nooit de eerstezou kunnen zijn hier. Een drift doorbeefde hem.Hij dronk zijn glas wijn in een teug leeg, de wrang-heid trok zijn mond samen, maar de zwoele nasmaakwas heerlijk, bedwelmend en opwindend. En waaromzou hij niet de eerste kunnen zijn overal waar hijkwam... als hij het werkelijk wilde ?De boer en zijn vrouw gingen slapen, vermaanden hetjonge yolk het niet te lang meer te maken en maat tehouden. Er werd nog wat traag gedanst. Wat latermiste Bart zijn vriend, keek scherp rond en zag, dat ermeer ontbraken, ook meisjes. Het bloed schoot hemnaar het hoofd, hij danste uit de kring weg, trok demeid mee naar de boomgaard. De volgende morgenwist hij niet eens meer, wie het geweest was.Zij spraken over meisjes. Bart aarzelend en be-schroomd, Bartje lachend, nonchalant. Bart voelde,dat de ander iets achterhield, vroeg hem uit, tot hijeindelijk loskwam. Een ongewone gloed doorvlamdezijn ogen, zijn stem beefde soms, een verschrikkendehartstocht laaide uit hem naar Bart over. Hij hadsinds twee maanden een verhouding met de jongevrouw van zijn wiskundeprofessor, een veel oudereman, een verdorde droogstoppel, waar ze mee hadmoeten trouwen om zijn geld; want haar familie waswel deftig, maar doodarm. Ze was vierentwintig envijf jaargetrouwd. Kinderen had ze niet gekregen vandie uitgedroogde wiskundeknots. Ze was vreselijk on-gelukkig. Hij was er aan huis gekomen, omdat hijextra lessen in wiskunde nodig had, en hij was dade-

28

Page 33: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

lijk verliefd geworden op haar blonde pijpekrullen enhaar bedroefde blauwe ogen. Ze was erg gereserveerdgeweest, maar ze kon hem soms zo hulpeloos aankij-ken, net of ze om bijstand vroeg. En op een dag, toende professor toevallig net weggeroepen werd, haddenze samen gepraat; hoe het gebeurd was, wist hij nounog niet, maar ineens had ze in zijn armen gelegenen gehuild en gelachen; een week naderhand, toen deprofessor ergens examen moest gaan afnemen, had zezich aan hem gegeven. Opgetogen vertelde hij vanhaar. Zoiets liefs en zachts kon je je niet voorstellen.Haar huid voelde precies aan als koel satijn, en mettrillende stem beschreef hij, hoe hij haar altijd zelfontkleedde, de ruisende zijden rokken, het grappigekanten broekje met stroken, het zijden hemd zo dunals een blaadje en waar de rose huid doorschemerde.Ze was razend op hem en hij kon aan niets andersmeer denken. Ze wou met hem w-eglopen zodra hijoud genoeg was. En die bonenstaak van een professorkon ie wel vermoorden. Hij verging van woede enjaloezie als hij bedacht hoe die vuilak elke nacht naasthaar in bed lag en mocht toekijken als zij zich uit- enaankleedde. Beroerd, dat ie nog geen achttien was ennog zo lang moest studeren. Als 't aan hem lag, gingie er morgen met haar vandoor. Een heerlijke vrouw!Alles liefde en podzie wat er aan was... beschaafd,vurig en zo oneindig liefelijk...„Moar op de fooi giengde toch mee een meske d'rtussen uit," viel Bart hem giftig in de rede.De ander keek hem verwonderd aan, lachte dan luidop en antwoordde:„Nou ja, met zo'n boeretrien... en ik was bezopen

29

Page 34: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ook. Dat telt niet... Dat is immers niet te vergelijken."Juist. Het was niet te vergelijken. Dat woord haaktezich vast in Bart Verhagens hersens. Zo'n boere-trien... dat was niet te vergelijken... Een fijne damemet een huidje als satijn, dat rozig door een zijdenhemmetje schemerde, en die onder haar ruisende zij-den rokken ook nog een kanten broekje droeg metstroken, een grappig kanten broekje... hij kon zichniet eens voorstellen hoe zoiets er uit zag... Natuur-lijk... dat was allemaal niet te vergelijken... Zo'n boe-retrien en zo'n sprookjesachtig aangedane dame uitde grote wereld, uit de hogere stand. Mesjeu Holstermocht gerust beweren, dat de boerenstand de hoogstestand van allemaal was... flauwe praat, waar de lom-merd geen cent op gaf. Bartje Molijn, die hoorde totde hogere standen, en daar alleen vond je van diesoort vrouwen... niet te vergelijken met de boeretrie-nen, waar hij zich mee tevreden zou moeten stellen.Andere beelden dan vroeger dwaalden door zijn fan.-tasie en dromen. Wonderlijke vrouwen, die getrouwdwaren, maar op hem verliefd, en wier slanke benen inkanten broekjes bewogen onder zijden rokken. Zeroken naar eau de cologne, droegen pijpekrullen enwijd-uitstaande japonnen, waar je net het puntje vaneen verlakt schoentje onderuit zag neuzen af en toe.Ze kirden als duiven, terwiji hij ze langzaam uit-kleedde... Maar meest keken ze hem verachtelijk aan,sloegen kwaad zijn handen weg en wendden zichhooghartig af van de grove pummel... die moest maarnaar de boeretrienen gaan!...En hij had geen zin meer in de boeretrienen.Somers dacht hij erover zijn vader te vragen of hij toch

30

Page 35: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

nog mocht gaan leren op een school in de stad endokter worden of advocaat... de wereld, die dan voorhem open zou gaan, zag hij vol vrouwen met pijpe-krullen en kanten broekjes. Maar zijn vader zou hetnooit toestaan, hij was de enige zoon en moest op dehoeve komen. En hij was al te oud ook. Het was telaat. Volgend jaar ging Bartje als student naar Leiden. En in die andere wereld staan zonder Bartje...dat kon hij zich niet voorstellen. Bovendien... hij hoor-de er niet thuis. Hij keek naar zijn brede handen metde afgebrokkelde nagels, de platte toppen vol zwartegroefjes, die je niet weg kon wassen, die vereelte pal-men, de zware knoken van de polsen. Hij dacht aande smalie, blanke handen van Bartje Molijn en lachtebitter zichzelf uit. Onmogelijk. Hij was een boer enmoest boer blijven. Onder de boeren kon hij iemandzijn... overal elders zouden ze hem belachelijkvinden.In het volgend voorjaar werd vrouw Verhagen op eenmorgen dood in bed gevonden. Ze was die wintersteeds stiller geworden, bleker en trager in haar be-wegingen. En plotseling was het voorbij. Zonder eenwaarschuwing, zonder een groet was ze heengegaan,zwijgend, alleen en biddend, zoals zij de laatste jarengeleefd had. Na het lijkmaal zaten vader en zoon alleenin de mooie kamer met de grote haard, waarin hetvuur versmeulde onder de berookte waterketel, diezachtjes zong. Bart keek naar zijn vader. Die had dehanden op de knieen gelegd en staarde voor zich uittegen het dompe licht van de mistige middag. Er lag :

een zwarte groef tussen de dikke wenkbrauwen, entwee voren stonden scherp gesneden van de grote, ge-bogen neus naar de hoeken van de vast gesloten mond.

Page 36: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Een bruin verweerd boerengezicht. Stond het verdrie-tig ? Nee, het was een stork en hard gezicht. Ernstig,maar zonder weke droefheid. Zou hij niet van moe-der gehouden hebben? Of niet meer ? Bart wist, dathij zich bloedig geergerd had aan haar stil, lijdzaamwezen, haar eeuwig dubben en bidden zonder aan-

dacht of belangstelling voor het werk op de hoeve. Delaatste jaren waren er geen ruzies meer geweest, vaderhad het opgegeven, erin berust, dat hij een ziekeboerin had, die zoetjesaan in stille simpelheid weg-dommelde. Nu was zij dood. Hij zou hem graag ge-vraagd hebben of hij om haar treurde, dan wel haardood als een opluchting voelde. Maar hij durfde niet.Er was geen vertrouwelijkheid tussen hen ooit ge-

weest. Ze waren vader en zoon, twee geslachten, ge-

bonden aan dezelfde grond, hetzelfde werk, dat wasalles... Plotseling zuchtte de boer diep en richtte zichin zijn leunstoel hoger op. Misschien zuchtte hij daar-

mee de laatste gedachte aan de gestorven vrouw weg.Zijn ogen stonden glashelder en onbewogen, toenhij zei:

„Morrege woord er geploegd achter den dijk op 'tdiirp oan. D'r zijn drie nieuwe ploegers bij. 'Ouwt 'ereen oogsken op, want ik ben morrege bij de notoarisvor je moeders versterref."„ Joa, voader."

Hij was vereerd met de opdracht. Vader vertrouwdehem. Hij begon de arbeid to kennen. De grote zoonvan de grote boer.

Van die tijd of betrok Verhagen Bart steeds meer in alhet werk, leerde hem de boeken bijhouden, verteldehij bizonderheden van de verschillende akkers, gaf

3 2

Page 37: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hem raad voor de omgang met het werkvolk, droeghem in het bizonder de zorg op voor de paarden enhet vee, vertelde waarom hij deze hengst en die stiergekocht had. Ze hadden nu al de beste paarden en hetmooiste vee. Er zat veel in de fokkerij. Chiel had erook plezier in. Samen met hem moest Bart zich daarnou maar es op specialiseren. In het kabinet lagenboeken, waaruit heel wat to leren viel over die dingen,maar je moest er het gevoel voor hebben, kijk op debeesten, een bepaalde aanleg, anders bracht je er nogniks van terecht. Geleerdheid was maar een hulp-middel.Bart wierp zich met vreugde op het nieuwe werk. Hijlas in de boeken, schreef in een dik schrift wat hijspeciaal onthouden wou, bepraatte alles met Chiel,de pientere opperknecht, die alles van paarden afwisten van dieren hield alsof het zijn kinderen waren. Dewildste hengst at uit zijn hand en liep hem als eenhondje achterna. Samen hoorden zij de veearts uit, alsdie naar een ziek dier kwam kijken, wilden overal hethoe en waarom van weten, tot hij lachend wegliep en zei :„Zo vraag je de boeren de kunst af, maar een veeartsniet, hoor!"Maar hij had plezier in de jonge kerels en hun enthou-siasme, vertelde hun veel, gaf raad en verheugde zicheven hard als zij, wanneer zijn voorspellingen uitkwa-men en een kalf of een veulen de verwachte bizondereeigenschappen had.Chiel was zesentwintig en met Pasen getrouwd.„Nog al loat, 'ee ?" legde hij Bart lachend uit. „Moanze moake mijn nie wijs a't meet de meinsen aandersis as meet de pere. A'ge prcipere fiajes 'emme wilt,

3 33

Page 38: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

doar wad' in zit, motte 'n schoone merrie bij eengoeien 'engst brengen, aanders goad' alles noar dekloote van d' arreme lui. 'k 'Em lang gezocht, jonge,moar 'k 'em de merrie gevonne! Ge zuld' es zien,wa'n prachte van kinders a'me goan kweke!"Bart moest lachen. Zo had hij nog nooit over het hu-welijk horen praten. Hij kende de vrouw van Chiel,een welige, rosbionde meid, die hij van een ander dorpweggevrijd had. Met haar brede heupen, vurigebruine ogen en rosse manen deed ze hem nu in-derdaad aan een zwaargebouwde merrie denken.Lachend zei hij :„ Je goudvos!"„Da's de noam!" bulderde Chiel, zich op de dijenslaande. „M'n goudvos! Ik noem ze, gaddomme,nooit aanders meer !...

Het harde werken en de intense aandacht voor dedieren brachten rust in Barts bloed. Hij ging weinignaar de kermissen, hij danste er wat met de meisjes,maar ging er niet mee de dijk langs. Als hij op diemanier aan een meisje dacht, troebelde aldoor de her-innering aan Bartjes verhaal door zijn fantasie en hijwist, dat het een to grote ontgoocheling zijn zou. Allesin hem verlangde naar het evenbeeld van Bartjes min-nares en het woord „boeretrien" had een verlammen-de uitwerking op zijn begeerten.Bartje zou die zomer niet met vacantie naar huis ko-men. Hij was geslaagd en ging in October naar deHogeschool. Hij had net zo lang aangehouden tot denotaris toestemming gegeven had tot een voetreis meteen vriend door de Ardennen en langs de Rijn. Maar

34

Page 39: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

een paar weken later ging onverhoeds meneer de no-taris zelf ook op reis en kwam na een dag of twintigmet zijn zoon terug. Het was voor iedereen een afge-sproken schikking, maar Bart hoorde onder diepe ge-heimhouding de waarheid : de vriend was het mooievrouwtje van de wiskunde-droogpruim geweest en zehadden in een badplaats in Frankrijk gezeten. Hetwas een verschrikkelijk schandaal geworden, de po-litic had hen opgespoord, zijn vader was gekomen enhet schattige vrouwtje had te keer gegaan als eenwilde boskat. Ze wou niet terug, ze wou haar Bartjeniet meer kwijt, maar d'r was niets aan te doen, depolitie had opdracht van haar man, de notaris waskoud en onvermurwbaar en schreiend had zij zich ge-schikt, belovend, dat ze rattenkruid zou innemen zo-dra ze thuis was. En een week later was Bartje metzijn vader vertrokken...Duizelig en ontdaan had Bart naar het verhaal ge-luisterd.„Eën as ze d'r eige nou es vergiftigt ?" vroeg hij metstokkende adem.Bartje glimlachte vaag.„Dat doet ze niet," antwoordde hij zonder nadruk.„D'r man heeft nog meer leerlingen."Sprakeloos keek de ander hem aan. Na een poosjevroeg hij :„Bedoelde... bedoelde, da' ze... ?"„Precies," knikte de a.nder, „ik wist al een poosje, datik de eerste niet was, en dus zal ik ook de laatste wetniet zijn."„Zo'n 'oer!" viel Bart uit, woedend als was hij per-soonlijk beledigd.

35

Page 40: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

De jonge Molijn schopte een steentje voor zijn

voeten weg, haalde de schouders op en zei onver-

schillig:„Och... 't is die ouwe impotente bok z'n eigen schuld...Tenslotte, zie je, Bart, ben ik blij, dat 'et zo gelopen is.Toen ik daar met 'er in Frankrijk zat, wist ik verdomd

niet, waar 'et op uit moest draaien. Ze had me over-

gehaald... ze was wel gek op me, en ik op haar ook...maar toen ik ze zo dag en nacht om me heen had, be-gon ik er waarachtig bang voor te warden... en deaardigheid ging d'r af... En ik had net genoeg geldvoor een week of zes... Ik begon d'r es over te denken,wat er daarna komen moest... Natuurlijk schrok ik

me dood, toen ik de ouwe heer het hotel binnen zagkomen... maar ik was ook opgelucht... een paar rot-

dagen, en toen was 'et over... Vader z'n woede zaktenog al gauw toen ze afgereisd was... Ik geloof, dat ie

'et een tamelijk knap stukje vond voor zo'n snotneusvan een jongen... Enfin... dat hebben we weer ge-

had... Kop houen, hoor... en laat me nou die Porn-merse hengst van jullie es zien... daar heb ik wonde-

ren van gehoord..."Werktuigelijk liep Bart met hem naar de stallen.Dagenlang bekwam hij niet van zijn schrik en ver-bazing.Hoe kon zoiets bestaan ? Zo leefden ze dus, die groteheren en dames! Speelden een beetje met elkaar, gin-gen d'r vandoor, voerden een comedie op en uit was'et...! Dat hebben we weer gehad... laat me nou jePommerse hengst maar es zien... Een deftige damemet pijpekrullen, een kanten broekje onder ruisendezijden rokken, een rozige, satijnen huid onder een

36

Page 41: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

doorschijnend dun hemmetje... lets aanbiddelijks, om jeleven lang voor geknield te liggen... en zo ruw endoodgewoon liep het af... net als met een boeretrien,die je nam in het hooi of langs de dijk, en die je danvergat... niet meer zag of onverschillig voorbij keek...dat hebben we weer gehad...! Zeker had hij zich teveel voorgesteld van zo'n hemels wezen...! Verdom-me... was 'et dan overal net eender... ? Maar Bartjehad 'et dan toch maar gehad...! En wat zou hij noghebben, als hij eenmaal student was... ? Hoe zo'n jongalles toegegooid kreeg, alleen maar omdat zijn vaderde notaris Molijn van Warmshoven was en zijn moedereen freule ergens uit de Meierij, met een nog langerenaam... En hij was de pummelachtige zoon van boerVerhagen, die op de Hagenhorst woonde... Verhagenvan de Hagenhorst... dat klonk waarachtig net adel-lijk...! Bitter lachte hij zichzelfuit. Boer geboren, boergebleven, boer gestorven...In die dagen begon hij na te .denken over rijkdom.Z'n vader was een rijke boer, zei iedereen. Maar watis een rijke boer ? Kan de rijkdom van een boer ver-geleken worden met die van een notaris Molijn... ?Waarschijnlijk net als een boeretrien met een wel-geurende dame met pijpekrullen en een kantenbroekje... Hij stond er niet lang bij stil. Het leek hemde moeite niet waard.Met Sint Andries kwam er een nieuwe eerste meid.Maaike zat als huishoudster aan tafel op de plaats vanmoeder en speelde duchtig de rol van boerin, tot ge-noegen van vader, tot woede van de knechts en mei-den, die nog nooit zo achterna gereden waren. Denieuwe was het meisje, dat bij het hooien achterover

37

Page 42: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gevallen was en het visioen van naakte vrouwenbenenin zijn fantasie gebrand had.Het duurde veertien dagen eer hij haar opmerkte eneensklaps met een schok wist wie zij was. In geen tij-den had hij naar een meisje omgekeken. Het werk hadhem geheel en al in beslag genomen, en de verbitte-rende dromerij rond vrouwen zoals zijn vriend hembeschreven had, veroorzaakte een met afkeer ge-mengde onverschilligheid tegenover de boeretrienen.Maar de herinnering aan het onvergetelijke ogenblikwekte een zachte- opwinding, die bleef zingen in zijnbloed als een niet onaangename koorts. Onopvallendlette hij op haar, volgde haar bewegingen met loeren-de blik. Ze was flunk van gestalte en had een vriende-lijk, open gezicht, een paar donkere ogen, die je vrolijken frank aankeken, een beetje spottend en soms uit-dagend. Maar de zoon van de boer gaf ze bijna geenaandacht. Dat prikkelde hem te meer. Hij begon tevinden, dat ze een mooi gezicht had, dat haar halslanger en blanker was dan die van andere meisjes, datze een vrije, fiere gang had. Ze wiegde bijna onmerk-baar in de heupen. Hij wist de benen, die dat slankelijf droegen, de eerste benen, die zijn begeerten had-den losgeslagen, de mooiste, de blankste, recht enrond. De koorts ruiste zachtjes in zijn bloed. Hij steldezich haar gezicht voor met het haar in pijpekrullenlangs haar wangen, die blanker zijn zouden, een be-droefde blik in de ogen. Hij glimlachte. Hij zou diebenen weer zien. Misschien was er even weinig of evenveel aan als aan de andere, die hij gezien had. Het be-gon hem te ergeren, dat hij telkens aan haar denkenmoest. Hij wou een eind maken aan die onrust en

38

Page 43: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

daarvoor was de beste remedie: haar to nemen. Daar-na zou de hitte van zijn bloed bekoeld zijn en bestondde hele meid niet meer voor hem.Op een Zondagmiddag wist hij haar alleen thuis.Alles was naar het lof of de herberg. Hij vond haarkousenstoppend bij de tafel. Zij droeg een zwarte Zon-dagse japon, nauwsluitend tot de taille, ruim vallendvan de heupen tot de grond. Aan de hals en de mou-wen schuimde een helderwit kanten ruche. Een gou-den broche met de rode druppel van een bloedkoraalstak op haar borst. Ze zag er weinig meid-achtig uiten een aarzeling bekroop hem, die hij heftig terug-duwde. Hij ging in vaders grote stoelbij de haardzittenen vroeg of er koffie was. Zij bracht hem die en hijpakte haar pols, trok haar op zijn knie en keek haarvan vlakbij in de ogen. Zij was bleek geworden, hieldeen hand tegen zijn borst gedrukt, keek terug in zijnharde grijsblauwe ogen, die fonkelden en somber ke-ken. Hij trok haar naar zich toe en kuste haar ruw opde mond, kort en heftig. Zij trilde, sloot de ogen enverslapte in zijn armen. Toen liet hij haar voor zichop de matten vloer glijden en sloeg met een wild ge-baar haar kleed omhoog. Roerloos lag ze, een armover haar ogen gebogen, bevend. Daar waren de be-nen. Een woede steeg in hem op. Het liefst zou hijhaar doodgeslagen hebben. De oorzaak van zoveel be-schaming, dolle drift en vernedering. Zij met haarbenen had het in hem gewekt en nu zou het altijdblijven wringen en hem opzwepen tot wat hij woestbegeerde en toch niet wou... Het was haar schuldniet... het was bij ongeluk gebeurd en zij had er nietsmee bedoeld... toch had ze het vergif in hem gestort.

39

Page 44: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Er ging een trilling door haar benen, zij drukte de

knieEn krampachtig tegeneen. Toen was hij plotselingontroerd, ze leek hem aandoenlijk als een hulpeloos

klein meisje, al was zij ouder dan hij. Toch bleef eendof gevoel van vijandschap in zijn hart, het woogzwaar en deed pijn. Zij had het in hem gewekt, zemoest er nu ook maar onder door. Hij nam haar invijandige drift, als in een gevecht vol wrok en zuchttot vernietigen. Daarna liep hij weg, zonder eenwoord, de schuur langs naar de paardenstal.De warme dierengeur kalmeerde hem. Hij ging op een

bankje zitten, leunde het hoofd tegen het beschot enkeek met halfgesloten ogen naar de vale plek van hethalf ronde venstertje, waarachter de dompe Decem-

berdag druilde. Een vreemde bevrediging begon hem

langzaam to doordringen, een gevoel, dat hij nooitgekend had. Hoe kwam dat ? Wat was er dan ge-beurd ? Waar bleef de weerzin, het gevoel van smerig-heid, de vernedering, omdat hij zich weer niet hadkunnen bedwingen ? Waar bleef de verachting, die devoorstelling van zo'n meid tot een kwelling kon ma-ken en het weerzien tot een walg ? De vijandschap, die

hem daar straks op haar afgedreven had, was wegge-vloeid uit zijn. hart, en een zacht medelijden bewooghem, iets lichts groeide en verwijdde zijn borst. Ver-bazing sperde zijn ogen. Waarom zou hij medelij den

hebben met die meid ? Ze wouen het zelf, ze genotener van, nog feller dan jij. Als ze zich al even verzetten,

was 'et uit schijnheiligheid, aanstellerij, kunsten. Ze

vroegen niet beter. Ze had zich niet eens verzet. Zehad gekreund van genot. Of van pijn... ? Of... van

verdriet... ? Van angst en verdriet... ? Ineens zag hij

40

Page 45: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

haar gezicht weer vlak bij het zijne, bleek en metgrote, verschrikte ogen. Ze had hem niet gekust, hemniet tegen zich aangedrukt, ze had geen rood, zwetendgezicht gehad, geen ogen, die deden denken aan eenvuurgloed achter mist... Nee, ze was niet geweest zo-als de anderen... En plotseling zag hij haar weer, zoalsze achterover gevallen lag naast het voer hooi, ont-bloot zonder het te weten of te willen, zo argeloos enonschuldig. Het gaf hem een diepe ontroering en nuwist hij, dat het mooi geweest was, maar zijn wildezinnen hadden het tot lelijkheid bezoedeld. En datogenblik had hij nu willens en wetens met harde handtot nieuwe werkelijkheid gcmaakt, het ruw geschon-den. Dat was gemeen tegenover haar geweest, gemeenen lelijk. En hij had het nog erger gemaakt, door haarbrutaal te nemen, zoals hij gedaan had met de anderemeiden, hier op de hoeve of op de kermissen. Zij wasantlers. Er was iets tussen hen geweest, waarvan the-mand wist, zij beiden nauwelijks, zij misschien hele-maal niet, en dat onberoerd had moeten blijven. Hijhad met haar te doen. Met zichzelf ook een beetje,maar meer met haar. Ze was lief, ze had hem geenaanleiding gegeven en hij had het niet moeten doen...Hij stond op, sneed een roggebrood in stukken en gingde paarden tracteren. Hij stapte over de aan hun ket-tingen schommelende afscheidingsbalken van vak totvak, liet de dieren het brood uit zijn hand eten, hetgeschuifel van hun bewegelijke, vlezige lippen overzijn handpalm gaf een vertrouwd gevoel, sommigepaarden wreven aanhalig de zware kop tegen zijnschouders, de grote schimmel knabbelde speels aanzijn mouw. Goed was het hier in de warme stal bij de te-

4 1

Page 46: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

vreden dieren en de koude wind buiten, die fluitendlangs het dak joeg.Ineens bleef hij staan. Een gedachte was hem inge-vallen.Natuurlijk.Zo was het geweest.Hij had, na die dag bij het hooien, altijd alleen haargewild. Alleen haar gezocht bij die anderen, en waskwaad geweest, omdat hij haar niet vond. Had gerild,omdat het telkens de verkeerde was, geen bevrediginggevonden, maar afkeer en berouw, spijt en vernede-ring. Nu was het anders. Nu was zij het zelf en daaromwas het goed... De vos met de scheve bles duwde hemmet de kop in de rug. Lachend keerde hij zich halfom en zei:„'t Is goed, vos, ik goan al!"Hij vond haar op haar oude plaats bij de tafel zittenmet diep gebogen hoofd; de hand, die de stopnaalddoor de kapotte kous dreef, beefde. Zij keek niet op,toen hij binnenkwam. De stijve stof van haar japonrokwas gekreukt. Dat vertederde hem wonderlijk. Zachtlegde hij zijn hand op haar schouder.„Zij de kwoad op me, Trees ?"Zij schudde langzaam het hoofd.„Kek me dan es oan ?"Dieper boog zij voorover en hij zag tranen op haarhanden vallen.Snel knielde hij naast haar neer, lei de arm om haarheupen, keek van onderop in haar bleek gezicht.„Nie schreeuwe, Trezeke... toe... Vergeev'et memoar."Ze nokte:

42

Page 47: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„G'6... g'ê gin eens wa' gezeed...”Het verwijt kionk zo kinderlijk. Hij wou erwel om lachen, maar er schoot iets in zijn keel enhij moest enige keren slikken eer hij antwoordenkon.„Trezeke... 'k 'ouw zo veul van jou."„Da' meende toch nie."„'k 'Em al veul van je g'ouwe van die dag af, da' mesoamen een voer 'ooi loste... witte 't nog?"Een glimlachje om een bedroefde mond.„Toen ik achterover viel ?"„Toen a' gij achterover viel, joa."„Een toen a' gij zo verschrokke war."„Omda 'k je bloote beene zag."„'Ouw je moond, lillekerd!"Ze was nog tienmaal zo mooi als ze bloosde. Hijkwam overeind, hief haar van de stoel, ging er zelf opzitten en zette haar op zijn knieen. Haar armen lagenom zijn hals. Zij kusten elkaar en fluisterden en kustenweer en keken in elkaars ogen en praatten zachtjes.De oude woorden, door alle mensengeslachten in alletalen door alle tijden heen herhaald, en altijd weernieuw. Zachte woorden, die aaien over de ziel,lachende leugens, die misschien de enige waarheidvan het leven zijn, leugens als bloemen in de zon, on-verwelkbaar voor de herinnering... De warmte vanhaar lichaam doorzinderde hem met een groot ver-langen. Rustig zei hij :„Ik kom vannacht bij je."„Neee!"Zij schokte van schrik in zijn armen.„ Joa," antwoordde hij kalm.

43

Page 48: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Toen lei ze haar voorhoofd gelaten tegen het

zijne.

Het werd een rustige winter, een rustig voorjaar, eenrustige vroegzomer voor de jonge Bart Verhagen. Derustigste tijd van zijn leven, waaraan hij nooit zonderverholen heimwee kon terugdenken, verlangender

naarmate hij ouder werd. De dagen gleden weg alszeilende schepen over glad water voor een goedewind. Hij werkte driftig en met toewijding, groeide

vaster in het bedrijf, volgde met blijde ogen de groeider gewassen, verbaasde zich over het vele geld, datheen en weer vloeide, begon lets te begrijpen van debetekenis dezer hoeve en de rijkdom, die zij vertegen-woordigde. De fokkerij ging prachtig, de veulens en

kalveren sprongen in de wei, men begon te sprekenover de resultaten van Bart en Chiel, die als bezetenenaan hun dieren overdreven zorgen wijdden.

En altijd was er Trees. Trees was de rust, de veilig-heid, het vurige genot, de diepe warmte van een even-wichtig leven. Voorzichtig behoedden zij hun liefde,gingen in tegenwoordigheid van anderen zonder aan-dacht langs elkaar heen, geheel van elkaar vervuld.Trees was vaak angstig en schreide 's nachts haar

kussen nat, als het grote verdriet haar overweldigde.Met het instinct van het armeluiskind wist zij, dat dit

geluk niet kon duren. Het was te groot, te hevig, te

geweldig, het kwam een daggeldersdochter niet toe.Ze zou nooit anders zijn dan een voorbijgaand pleizierin het leven van de grote boer Verhagen. Vandaag of

morgen zou een harde hand haar in de nek grijpen enhaar terug smijten naar de kring waar zij hoorde. En

44

Page 49: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Bart zou het laten gebeuren. omdat hij nog zo jongwas zou hij wat tegenspartelen misschien, maar danzou hij het laten gebeuren en haar vergeten. Zij namhet hem niet kwalijk. Hij kon het ook niet gebeteren.Het leven was nu eenm.aal zo. Geld zocht geld. Denoon van de rijkste Boer uit de omtrek trouwde geenvrouw uit het klootjesvolk. Dit was over haar geko-men, ze was zwak geweest, ze leefde in zonde metBart, niemand zou meelij met haar hebben, het washaar gerechte straf. Maar zij wist, dat zij niet zon-digde : haar liefde voor Bart kon niet zondig zijn; hijsliep bij haar en dat gaf laaiende vervoeringen, maarhet was het voornaamste niet; zij hield nog andersvan hem, hij was alles voor haar, vader en moeder enkind, de lucht, die zij inademde, het gebed dat zij op-zond naar de Allerhoogste. Als hij straatarm gewor-den was, zou zij gejuicht hebben, omdat ze dan voorhem had mogen zwoegen, omdat hij dan van haarhad mogen zijn. Wie anders dan God kon haar indeze zee van geluk en smarten geworpen hebben?Het was geen zonde, een man blij en gelukkig to ma-ken, zoals Bart bij haar was. En als het toch zondewas, ook goed. En als ze er in de hel voor zou moetenboeten, dan zou ze boeten, want ze kon niet an-ders. Het was alleen zo vreselijk, dat het niet durenmocht. De dagen brandden voor haar op met angst-wekkende snelheid, en elke nacht als zij alleen lag,proefde zij de bittere as op de tong en bad God en alzijn Heiligen, dat deze dag nog niet de laatste mochtzijn geweest. Maar tot Bart sprak zij nooit over haarangst en haar vlagen van wanhoop. Voor hem was zijde lachende, altijd bloeiende tuin van de lente des

45

Page 50: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

levens, vol zon en verlangen en blind stralend vanbloesems.Bart dacht aan al deze dingen niet. Hij leefde in eendurende roes, een kalmerende roes, schreed van deene verrukking naar de andere, plukte de bloemenMet gretige handen, zonder te vragen of dit duren kon.Hij was gewend de dingen naar zich toe te zien komenen ze gedachteloos te nemen als iets, dat hem toe-kwam. Trezeke was het mooiste, warmste, heerlijksteen het was voor hem. Daar was niets verwonderlijksaan. Hij was dol op haar, hij koesterde zich in haarzachte gloed... het was best zo... Waarom zou dit nietduren, als hij het prettig vond en het wou ? Hij hadgedacht, dat je. met meiden niets anders beleven kondan k.ortstondige extase, gevolgd door veel bittere be-roerdigheden, maar van Trees had hij geleerd, dat hetanders was. Zij was een schat van goud en ze was vanhem en dus was alles goed.En plotseling was het einde er. Praatjes waren de boerter ore gekomen en hij kon moeilijk meer twijfelen.Toen Bart met Chiel van een paardenmarkt terugkwam, moest hij bij zijn vader in de opkamer komen.Daar werd hem verteld, dat Trees weg was van dehoeve : de boer had haar die middag met pak en zaknaar huis gestuurd met de huur voor het hele jaar enze kon nog meer hebben, als ze soms een kind moestkrijgen van de stommeling, die Bart was. De jongenwerd wit tot in zijn lippen. Trezeke weg ?„'Adde soms meet'er wille trouwe ?" vroeg zijn vaderschamper.Trouwen... ? Daar had Bart nooit aan gedacht.„Een woarom nie ?" stoof hij op.

4.6

Page 51: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Mee een daggeldersmeid ?”Het woord was gevallen als een zware slagboom, dietwee werelden scheidt. Bart gaf zich nog niet gewon-nen. Hij schreeuwde en vloekte en ging te keer, dat demeiden en knechts in het achterhuis schrokken vanhet geweld, maar diep in zijn hart had hij al erkend,dat hij zou moeten toegeven: een daggeldersmeid opde hoeve als boerin... het was wel eens vertoond,maar het was nooit goed gegaan, en die het door-gezet hadden, waren mannen geweest met een andereaard en een ander soort kop dan de jonge Bart Ver-hagen, in wie de droom van de vrouw met de pijpe-krullen en het kanten broekje wel ingesluimerd was,maar niet gestorven. Zijn verdriet en woede warenoprecht, want hij kon niet zonder strijd loslaten, wathij eerlijk meende, dat zijn eigendom was en hem zo-veel vreugde gebracht had. Trezeke was het mooisteen liefste stuk speelgoed geweest, dat hem nog ooit inhanden gekomen was en hij protesteerde heftig, nuzijn vader het hem zo onverhoeds had afgenomen.Dat ze nog heel wat meer voor hem geweest was, be-greep hij eerst veel later, toen het allang te laat was.Nu brulde en vloekte hij eerst, schreide later, maarbezweek tegenover de ijzeren onverzettelijkheid vanzijn vader. Het baatte hem niet, dat hij dezen ver-weet, dat iedereen vertelde, dat hij ook wel bij Maaikesliep. Met onverwachte mildheid antwoordde de boer:„Da's woar, jonge. Ik zijn nog moar midden in deveertig, een zoonder vrouw is't me te dir. MoarMaaike woor gin boerin, een da' wit ze. Mee jou is 'twad' aanders. Ge zij te jong een te locht tot zottestreke te brenge. Me zullen een goeie vrouw vor je

47

Page 52: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zoeke. Moar den 'Oagen'orst is nie vor d'eeste de

beste arrebeiersmeid."

„Stikt mee j'w vrouw!" schreeuwde Bart. „Ik mot er

gin... 'k 'em nooit mee Trezekes over trouwe geproat."

„Zo veul te beter, dan kan ze d'r eige niks in d'r kop

'oalen ok."

Sombere, opstandige dagen volgden. Woest verdriet

om de verloren regelmaat, de verstoorde rhythmen, de

gebroken glans van het vertrouwelijk, zorgeloos sa-

menleven. Trezeke deed geen pogingen om hem terug

te zien; zij diende achter in de polder op een kleine,

afgelegen hoeve, en toen zij hem niet te hulp riep,

mokte hij, alsof zij hem persoonlijk beledigd had. Het

zwarte leed verdofte tot een grijze lusteloosheid, waar-

in het werk troost bracht. Niemand sprak over de ver-

dwenen meid, hij noemde nooit haar naam, maar in

zijn eenzaam bed kon hij brandend naar haar ver-

langen, zo pijndoend hevig, dat hij op een nacht zich

voornam weg te lopen, haar te trouwen en boeren-

knecht te worden. Maar de volgende morgen wist hij,

dat hij zijn paarden niet in de steek kon laten, en dat

boerenzoons verplichtingen hebben, die hen dwingen

sommige persoonlijke dingen op te offeren. Arbeiders

waren in dat opzicht beter af, maar hij was nu een-

maal een boererlzoon.

Toen kwam Bartje Molijn, zwieriger dan ooit, met

een donker kneveltje, donzige bakkebaardjes en een

rotting met een gouden knop. Vrolijker en wereld-

wijzer, vol dolle invallen en frivole verhalen over

studentenfuiven en liefdeshistories en belevenissen

met meisjes van plezier. Hij lachte om Barts don-ker gezicht, verweet hem zijn ouwemannetjes-zwaar-

48

Page 53: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

wichtigheid tegenover de luchtige, vluchtige dingenvan het jongemannenleven. Hij had zijn vriend voorwijzer aangezien. Baas Verhagen had groot gelijk ge-had. Geen banden. • Boven of beneden je stand, datspeelde in het plezier geen rol, maar die dingen moestje niet te lang laten duren, dan werd 'et net onkruid,dat niet meer uit te roeien was. Hij had de eerste paarmaanden wat gehad met de dochter van z'n ploerterij,een hondje van een meisje, maar toen ze kleverigwerd, was hij verkast...Ze zaten 's avonds op zijn oude kamer in het notaris-huis en dronken wijn en rookten fijne sigaren en dewereld werd al wijder en het leven al rijker, voller envrolijker en toen Bart naar huffs ging, schopte hij desteentjes voor zich van de grintweg en liep te grinni-ken, en was blij vrij man te zijn, alles nog naar zijnwil te kunnen zetten... Heel de wereld lag voor hemopen, en iemand, die wist wat het leven betekende,bond zich niet... Avonturen, noemde die bliksemseBartje dat...! Avonturen als dat met Trezeke kon hijer nog honderd hebben. Ze wemelden voor zijn ogen,de welige meisjes en wenkten en lonkten... aardiggoed... fijn spul... maar speelgoed en niet meer.Toen werd hij zelf speelgoed.De twee laatste weken waren er logees op de villa vande notaris. Twee meisjes, vriendinnen van Bartjeszuster Hortense. Bartje haalde hem erbij en hij zat inzijn stijflakens pak in de salon en draaide aan de steelvan zijn wijnglas en keek als betoverd naar de oudsteder vriendinnen, met blauw-zwart haar en ogen alsviolen zo donker en fluwelig. Ze moest „mevrouw"genoemd worden, want al was ze pas`vijf-en-twintig,

4 49

Page 54: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zij was een gescheiden vrouw, eigenlijk geen omgangvoor deftige mensen, maar ze was van een grote Gel-

derse familie en vreselijk rijk. Zij lette gearnuseerd opde stijve boerenjongen... natuurlijk de zoon van een

rijke client, maar wat een idee van de jonge Molijnom hem voor te stellen als zijn beste vriend...! Hij zathaar aan te gapen alsof ze een wonderdier uit eenkermistent was. Zij gniffelde achter haar waaier tegenHortense, die toegefelijk glimlachte en wat terug zeimet een snelle blik op Bart. Hij werd rood tot achterzijn oren, dronk zijn glas in een teug leeg en keek eenandere kant op, maar spoedig moest hij zijn ogenterugwenden naar de wonderbaarlijk mooie geschei-den vrouw, die plotseling vriendelijk tegen hem glim-lachte, waardoor heel haar gezicht verblindend werdals een zon waarvoor je je ogen moest neerslaan. 'Vatlater begon Bartje over paarden te praten en destoeterij van de Hagenhorst. Bart antwoordde eerstwat onwillig, maar de wijn en het onderwerp wondenhem op en hij vertelde vlotter. De dame had ook ver-stand van paardenfokkerij en spoedig ging het ge-sprek geheel tussen hem en haar. Zij was dichterbijkomen zitten, haar wijde rok raakte zijn schoenen, zijluisterde aandachtig naar zijn vurig betoog, keekglimlachend naar zijn rode mond met de witte tan-

den, zijn schitterende Brij ze ogen en brede schouders.Zij dacht, dat die armen je wel fijn zouden kunnendrukken, als hij in drift raakte en rilde aangenaam.

Het zou opwindend genoeg kunnen zijn. Maar daarzou zo'n jongen nooit aan durven denken. Hij had

brede handen, niet slecht gevormd. Er zat ras in dieknaap, een ruw ras, niet het hare, maar je zou het in

50

Page 55: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zekere zin ras kunnen noemen. Hij kon zijn hoofd weltrots achterover gooien, en zijn mond was bepaaldmooi... Zij wou graag de paarden zien en de heleboerderij. De volgende morgen zouden zij komen.Bart leidde hen rond. Hij had weinig geslapen. Heelde nacht had hij dat warme gezichtje gezien met dedansende pijpenkrullen, zwart als de wieken van eenraaf, de lachende ogen, de welving van de trotse borstboven het laag uitgesn .eden keurslijf. Zijn hand gloeidenog van de hare, die ze hem bij het afscheid zo liefhad toegestoken. Hij wist wel, dat hij zich niets moestverbeelden, maar het was al heerlijk, in haar nabij-heid te mogen zijn, haar vriendelijk lachje te zien,haar stem te horen, die tot hem sprak, zuivere muziek.Nu was ze er, liep naast hem, stak haar arm door dezijne in de stal, een beetje bang voor die machtigepaardenlijven. Als ze over een ongelijke steen struikel-de, kneep zij in zijn underarm en hij lachte, had haarwel willen dragen over alle ongelijke stenen van dewereld. Met een kleur als bloed sprak hij over depaarden. Zij prees de stallen, vond de geur van dedieren, vermengd met die van hooi en stro, verrukke-lijker dan het fijnste parfum, zei dat ze er door be-dwelmd werd en leunde lachend tegen zijn schouder,hij voelde de zachtheid van haar borst tegen zijnelleboog...Binnen stond de royale en smakelijke koffietafel klaarmet boterkoeken, verse anijsbeschuit, wittebrood, kaasen grote sneden gerookte en gekookte ham op oudetinnen schalen. Het gezelschap tastte vrolijk toe, lach-te en schertste, bewonderde de tegelwand in deschouw, de helderheid in de grote, schemerige kamer.

5 1

Page 56: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Voor het eerst sinds Trezekes vertrek voelde hij zich

weer gelukkig, de zoon van boer Verhagen te zijn. Dejonge vrouw zat naast hem, bij het overbuigen om

hem iets te vragen krieuwelden haar krullen zijn han-den of wangen, zij was uitgelaten vrolijk en riep, dathet heerlijk moest zijn op zo'n boerderij te mogen

leven.„Probeer 'et, Melanie," zei de jonge Molijn een beetjeschamper. „Trouw met Bart, hij is nog vrij."Zij kreeg een kleur, maar niet zó diep als Bart, diewoedend naar zijn vriend keek. Daarop lachte ze kir-

rend, en zei :„ Je vraagt niet eens of je vriend me zou willen

hebben."Ze keek er Bart bij aan, die wenste door de grond temogen zinken. Haar knie rustte tegen de zijne en zijtrok die niet terug. De oude Verhagen, die aan de an-dere kant naast haar zat, lachte. Hij pakte haar kleine,

zachte handje en hield het met de palm naar bovennaast de hand van Maaike, die bediende.„Ge zou eest zukk' aande motte zien te krijge, me-

vrouw," zei hij. „Mee zukke poezelige pootjes komd'er

'ier op d'oef nie."Zij keek naar Maaikes hand, breed, vol eeltplekken,met zwarte kloofjes in de schoongeboende, rode top-pen. Een trek van afgrijzen kwam op haar gezicht,maar zij lachte dadelijk weer.„Zukk' aande zouw ze nooit 'oeve te krijge," viel

Bart plots op norse toon uit.Hij wou er nog iets aan toevoegen, doch zweeg, toenze allen plotseling luid begonnen te lachen. Maar

Melanie keek hem erkentelijk aan, lei haar handje

52

Page 57: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

over de zijne, die op het geblokte tafellaken lag, en zeizacht :„Dank je... dat is heel lief van je..."Dan maakten ze nog een rondgang door de schurenen bijgebouwen, de moestuin en de boomgaard ennamen bossen zomerbloemen mee voor Mevrouw vande notaris. Duizelend bleef Bart achter.Dagenlang span Melanie hem met haar coquetteriesteeds dieper in, tot hij niet meer wist of hij waakteof droomde, gelukkig was of diep rampzalig. Bartjezag het spel glimlachend aan, hij had hem voor haarkunnen waarschuwen, maar hij vond het veel teamusant, en een goede leerschool voor zijn goedgelo-vige vriend. Toen kwam het ogenblik, dat Bart op eenrijtoer alleen met haar was tussen de hagen van eendwaaltuin, en zij hem vroeg even stil te staan: ze waszo moe. Ze leunde tegen hem aan en keek kwijnendnaar hem op. Plotseling verloor hij zijn zelfbeheer-sing, sloeg beide armen am haar heen en kuste haarwild op de mond. Zij boog het hoofd achterover, slootde ogen en kreunde zachtjes. Zij gaf hem zijn kusterug, een lange, diepe kus. Tot hij haar voelde wan-kelen en haar nog vaster tegen zich aandrukte. Zijstreelde zijn wang, glimlachte vermoeid met be-dwelmde ogen en zei:„Kom, we moeten terug naar de anderen."Ze nam haar rokken bijeen en liep haastig voor hemuit. Hijgend volgde hij haar. Het zweet prikte onderzijn haren. Zijn hart sloeg hoog en woest. Ze had hemgekust. Dan hield ze ook van hem...! Duizelig liep hijtussen de hagen door achter haar trippende voetjes,die met de fijne enkels zichtbaar waren onder haar

53

Page 58: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

opgenomen rokken. Zijn hoofd ronkte, hij gloeide,

alsof zijn lijf vol vuur zat...

In de late, vochtige avond liep Bart stilletjes het huis

uit, de stille velden door, ver weg, tot aan de zeedijk.Hij voelde, dat er aldoor een lachje om zijn mond

bleef, een zot gevoel, maar hij probeerde Been enkelekeer het te verdrijven. Het zat om zijn mond zoalshet zat in zijn hart. Een verbaasd lachje, blij, maar

nog meer verbaasd. Een wonder was als een bliksem-straal zijn leven binnengeslagen. De godin met dezwarte pijpekrullen had zich naar hem overgebogen.

De engel met de viooltjesogen was tot hem afgedaald.Drie dagen lang al joeg een waanzin van verrukkin-

gen door hem heen. Benauwend. Vervoerend. En be-angstigend. Hij moest zich geweld aandoen om hetniet uit te schreeuwen waar iedereen bij was. Maarhij deed als zij, bleef op een afstand in tegenwoordig-

heid der anderen. Alleen kon hij niet zo koel huiche-len als zij, vrat haar met zijn vurige blikken op. Het

was goed tussen hen. Verholen handdrukjes, een langekus in een donkere hoek, een zijdelingse blik, waar

vonken uitspatten. Vanmiddag waren ze alleen in hetprieel achter in de tuin van de notaris. Zij had hemgevraagd haar laarsje vast te maken. Geknield lag hijvoor haar, zij stak hem haar voetje toe, trok haarkleed wat op. Een been als een droom, zo fijn en

slank, de schemer van een kanten broekje, een be-dwelming, die uit de ritselende zij naar hem over-

stroomde. Toen hij moeilijk het knoopje dichtgefrut-seld had, was zijn hand om haar kuit gegleden en hij

54

Page 59: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

had haar scheen gekus. t. Ze had gelachen, zijn dikzwart haar in de war gestreken en gezegd :„ Jij zou best een goed minnaar worden, Bart...Toen hadden er stappen gekraakt op het grint van hettuinpad. Er was niet eens meer de tijd elkaar een zoente geven, maar zij had uit de verte nog even gauw devoile lippen naar hem gespitst, en dat was nog op-windender bijna dan een echte kus. Wat een vrouwwas dat ! Wie zou ooitgeloofd hebben dat zoiets bestond ?En bovenal : wie zou ooit hebben durven dromen, datzo'n wonderwezen van hem weten wou ? De prikke-ling van haar zijden kous tintelde nog in zijn hand.Hij zou met haar trouwen. \TO& ze vertrok zou hij hethaar zeggen. Waar hij de moed vandaan moest halen,wist hij nog niet, maar het moest gebeuren... Vaderwou hem aan een vrouw helpen. Jawel, een of andereboerendochter met rode handen, een speknek en heu-pen als een Waalse fokmerrie, gekleed in ruw linnenen wol, met een gebreide borstrok aan en sajetten kou-sen... Niks voor hem...! Melanie kwam op de hoeve.Geen boerin ? Goeie boerinnen genoeg als huishoud-ster te huur. Een koningin zou hij trouwen en eenkoningin zou ze blijven. Haar handjes zouden niethard worden van het ruwe werk, haar gezichtje nietgetaand in weer en wind... Kon zoiets... ? Een dag-lonersmeid kon je nog trouwen als je hard wou. Maarzo'n piekfijne dame... ? Dat was nooit gebeurd...Goed. Maar hij zou het doen. Hij was dronken vanhartstocht, van moed en van trots. Ze zou het goed bijhem hebben. Hij zou bouwen, een huis apart voorhaar en hem. Geld genoeg. Het zou worden als bij denotaris, nog mooier, deftiger, rijker...

55

Page 60: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

In de verte blonk de brede stroom in een vleug maan-licht, dat door de wolken over het water scheerde. Desterke nachtwind woelde door zijn haren, langs zijnverhitte wangen. Hij kneep de handen tot vuisten,dat de gewrichten van zijn vingers knakten en pijndeden. Hij was sterk. Melanie zei het. Maar hoe sterkhij was, daar had zij nog geen begrip van. Zij niet enniemand. Bergen zou hij verzetten voor haar. En danmoest Bartje Molijn maar es opkomen en een vrouwthuisbrengen, die zijn Melanie in de schaduw stelde!Zoiets bestond in heel de wereld niet.Dat maakte alles nog zoveel zoeter: het betekende eenoverwinning op Bartje. Bartje werd door hem over-vleugeld, achteruit gedrukt, verdrongen uit de aan-dacht van het heerlijkste, ooit door Onze Lieve Heergeschapen. Boven de sjieke stadsjonker, de zwierigestudent, de welgeboren zoon van de voorname notarisMolijn van Warmshoven, was hij uitverkoren! Dit zouhem wreken voor duizend vernederingen, die de anderniet eens vermoedde. Dit was de genoegdoening, diehem eindelijk veroorloven zou, zichzelf voor vol aante zien. Als hij met Melanie trouwde, kon Bartje hemnooit en door niets meer ontzag inboezemen. Dankon hij zelfs goedmoedig op hem neerzien, en lachenom de pogingen hem met een beschermend air te-gemoet te treden... Hij moest alleen maar morgen ofovermorgen de moed vinden haar er over te spreken,en te bepalen, wanneer zij trouwen zouden. Voor eenweigering vreesde hij niet. Lag ze niet met bevendeoogleden tegen hem aan, als hij haar in zijn armentrok, kuste zij hem niet lang en zo vurig, dat zijn bloedwild werd, keek ze niet naar hem of hij het liefste was

56

Page 61: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

wat ze op de wereld kende ? Dwong ze hem met haarvochtige viooltjesogen niet om eindelijk de stouteschoenen aan te trekken en het beslissende woord tespreken... ? Hoe... ? Ach, wat vroeg de liefde nou naarmooi gedraaide woorden... ? Ik ben zot op je... wan-neer trouwen we... ? Als hij dat over zijn lippen konkrijgen, was alles goed. En waarom niet... ? Ze hieldtoch zeker juist van hem, omdat hij anders was dande mannen uit haar wereld! Ze had natuurlijk genoegvan die saletjonkers en pluimstrijkende grijns-apenmet verwijfde krullen over de oren en geen merg inhuh knoken... Morgen... Vader, ik ga trouwen metMelanie, je weet wel, die koningin met zwarte pijpe-krullen en dat gezichtje als een zon, waar je niet tegen-in kunt kijken... Oeioeioei! daar zou wat zwaaien!Maar niets zou hem kunnen tegenhouden, geen vader,geen duivel of dood... Bart Verhagen zou eens latenzien, wat hij waard was...De torenklok had al twaalf geslagen, toen hij terug-keerde naar de hoeve, met vlammende wangen, hardstappende benen, een hoofd vol Wilde visioenen en eenspanning in zijn borst of zijn hart bersten wou. Zijnbloed zong. Er ging een overwinnaar door de nacht.De volgende dag was er een theepartijtje bij de notaris,en Bart kwam op tijd, tot barstens toe vol dapperevoor-nemens en hoop op een gelegenheid, Melanie alleen tehebben. Er waren nieuwe gasten gekomen, twee vrien-den van Bartje, die van een buitenlandse reis terug-kwamen en hier een dag of wat zouden blijven. Erwas een lange vent bij, met dik, lichtblond haar, datin sierlijke golven om zijn zongebruind gelaat viel, eenpaar lachende, vrijmoedige blauwe ogen en een bru-

57

Page 62: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

tale kleine knevel boven een wat grote, maar mooi-

gevormde mond. Hij zat, vertrouwelijk vooroverge-bogen, in levendig gesprek met Melanie, en keek

verbaasd op, toen Bart recht op haar toeliep en haarde hand toestak... beledigend verbaasd. Maar dejonge Molijn schoot toe en stelde hem voor:„M'n goeie vriend Bart Verhagen... meneer Lodewijk

van Walebeke... een vriend uit Leiden."Melanie had hem een slap handje gegeven en hemverstrooid toegeknikt als een vage kennis. Nu wenddezij zich terug tot de student en zei:„Vertel verder."Haar donkere ogen lachten en Bart zag het plekje inhaar hals, waar het zachtjes klopte en dat hij gekusthad. Zijnvriend trok hem mee naar de andere student,

die verstand van paarden had, en begon over de fok-stal van de Hagenhorst te praten.Hij zag Melanie niet meer apart. Hij zag haar ook

niet anders meer dan in gezelschap van de grote,blonde student, die met haar omging, alsof hij allerechten op haar -had. Hij ving ook geen enkele blik

van verstandhouding van haar op en als hij zich ver-mande en in haar nabijheid drong, scheen ze hem nietop te merken en had nog meer aandacht voor Van

Walebeke. Een enkele maal meende hij haar blik tevoelen, maar als hij dan in haar richting keek, ginghaar blik langs hem heen en er lag een vreemd lachjeom haar mond, dat medelijdend zijn kon, maar even

goed spottend.

Hij begreep het niet. Hij wou het niet geloven. Hetkon, het mocht geen opzet van haar zijn. Wat was het

dan ? Wat was er gebeurd ? Had hij iets gedaan, waar-

58

Page 63: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

om ze boos was... ? Maar ze was niet boos. Ze wasvoor iedereen als altijd. Ook tegen hem deed ze of entoe verstrooid vriendelijk. Ze zag hem alleen nietmeer. Hij was weggevallen uit haar aandacht. Eenoppervlakkige kennis, een toevallig ontmoete boeren-jongen, waarvan niemand eigenlijk begreep, hoe hijin dit huis, in dit milieu verzeild was. Een school-vriend van de zoon, nou ja. Waarschijnlijk was z'nvader een welgestelde boer, een klant van de notaris, dieeen beetje ontzien moest worden. Verder. . . niemand. ..

Bart had een pijnlijk ontwikkeld gevoel voor dezedingen. Hij versomberde. En lioewel hij nog steedsniet geloven kon, dat Melanie plotseling in volle ernstniets meer met hem te maken wou hebben, zocht hijtevergeefs een andere aannemelijke reden voor haarhouding. Er werd piano gespeeld, de lange blondezong met een fluwelige bariton een Frans lied, waarBart geen woord van verstond; Melanie keek hem detonen uit de mond, om haar lippen het verzaligdelachje, dat hem zo gelukkig gemaakt had, maar haarogen dwaalden geen enkele keer zijn kant uit. Ze be-

gonnen druk over muziek te praten, over Franse enDuitse en Italiaanse componisten, over opera's ensymphonieen, over liederen, beroemde zangers envirtuozen, die de wereld rondtrokken en als vorstenontvangen en bejubeld werden. De blonde student enMelanie hadden het hoogste woord, zij had een kleurvan opwinding, Van Walebeke liefkoosde haar metzijn tedere blikken en zij scheen dat prettig te vinden.Ongemerkt sloop Bart weg en ging naar huis. Daartrok hij zijn werkkleren aan, ging naar de stal enbegon de vakken uit te mesten.

59

Page 64: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Hij werkte als een bezetene, woede vertroebelde zijnogen, hij stak de riek in de mest alsof hij een vijandattakeerde, smeet de dampende plakken op de grotekruiwagen en stompte de verschrikte paarden metellebogen of vuisten opzij. Toen hij klaar was, zag hijer smerig uit en stank van onderen tot boven. Chiel,die van het veld kwam, begreep er niets van, beweerdedat het niet nodig was, werd kwaadaardig afgesnauwden weggevloekt, en vluchtte hoofdschuddend naar zijngoudvos, die binnenkort haar eerste veulen zou wer-pen.Bart gooide Cesar, de driejarige hengst, die ze pas aanhet dresseren waren, hoofdstel en zadel om, sprong er,vuil als hij was, op, en raasde er vandoor. Hij moestbeweging hebben, kranzinnige dingen doen, om eenhitte in hem to doen bedaren, die hem verschroeideen tot moordzuchtige woede opzweepte. De hengstsprong bij de minste aanleiding meters opzij, steigerdevoor iedere kruiwagen, brieste en sloeg, weigerde,sprong weer vooruit, en alles wat op de grintweg was,maakte zich uit de voeten voor de dolle ruiter, dievloekte en het paard met de teugels ranselde en op depaardenrug vastgekleefd leek. Bart joeg het dier destoppelvelden door, over sloten en heggen, tot hetschuim van hals en flanken vloog en het sidderend aande minste druk der knieen gehoorzaamde. Bart zelfwas nat van het zweet, hij hijgde en kuchte van ver-moeienis, maar de woede was niet uitgeraasd, hij sloeghet beest, drukte het de knieen in de flanken, alsof hijhet de ribben breken wou, het steigerde briesend enschoot weer vooruit. Het leek Bart, dat hij zich wreekteover de belediging, die hij ondervonden had, als sloeg

6o

Page 65: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hij die hooghartige beroerlingen met de teugels omhun kop, als drukte hij zijn knieen in de weke zij denvan dat bedriegelijke wijf en kneep de adem uit haarlongen, tot ze om genade schreeuwde... In een wijdeboog kwam hij dwars door de velden weer op het dorpaan, sprong in woeste vaart over een sloot, waarachterstruiken stonden, wrong het snuivende beest scherpom, de weg op. Er werd gegild, Cesar wierp zich hoogop de achterpooten, danste even als een circuspaard,vrouwen stoven gillend opzij, mannen schreeuwden...het was het gezelschap van de notaris, dat een avond-wandelingetje maakte. Bart boog zich langs de halsvan Cesar, sloeg hem de hakken in de flanken, hinni-kend vloog het dier vooruit, Bart lachte en stoof tussenhet verschrikte troepje weg, was al met ratelend hoef-gekletter om een draai van de weg verdwenen, eer zijvan hun ontsteltenis om de razende ruiter bekomenwaren.„'t Was Bart," zei de jonge Molijn. „Hij is die jongehengst aan 't dresseren."Melanie klemde zich bleek en bevend aan de arm vande blonde student vast, die haar beschermend tegenzich aandrukte.„Zo'n onbehouwen boer!" stotterde zij driftig, mettranen in de ogen.'s Avonds kwamen de drie jongemannen Bart halen.Zij verzoenden hem een beetje door zijn hengst en zijnrijkunst te prijzen. Hij had, vermoeid en ontspannendoor de woeste rit, nagedacht, en uitgemaakt, dat hijmisschien te vlug geoordeeld had, dat het misschientot de hem onbekende goede manieren in haar kringbehoorde om wat tussen hen bestond niet te tonen

6i

Page 66: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

eer het algemeen bekend mocht zijn. Morgen zou hijhaar wel alleen krijgen. Hij ging mee naar het fuifjeop Bartjes kamer, drank mee, kaartte mee, zong mee,verloor meer geld dan hij bij zich had en vond diefijne heren groter vloekbeesten, zwijnen en vuilbekkendan de rauwste paardenknecht. Vrouwen schenenvoor hen alleen maar te bestaan voor kunstenmakerijin bed, en als je hen bezig hoorde, kon je gevoegelijkaannemen, dat heel de wereld een grote hoerenkastwas. Van hoerenkasten wisten de heren trouwens alleste vertellen en Bart geneerde zich, toen hij bekennenmoest, dat hij zo'n nuttige instelling nog nooit aan-schouwd had. Hij moest beloven, dat hij in de ko-mende winter eens naar Leiden zou komen : dan zou-den ze hem wel op de hoogte brengen. Volkomen ver-broederd en zwaaiend op hun benen brachten ze hemthuis, sloegen in het dorp de spaarzaam verspreidstaande petroleumlantarens met hun rottingen inscherven, lichtten het houten hek van de rentenierDe Kwak uit z'n scharnieren en lieten het varen in dekreek, klopten de kastelein van de Witte Ruiter uitzijn bed en wilden chámpagne drinken, maar die hadde goede man nog nooit gezien, laat staan in huis ge-had. Toen sleurden ze hem in hemd en onderbroek destraat op, sloten zijn deur, gooiden de sleutel over hethuis en lieten hem vloekend en tierend achter, zeertevreden met deze strafoefening tegenover een onver-antwoordelijke kastelein, die niet eens champagne inhuis had, op welk misdrijf volgens artikel elf van hetWetboek van Strafrecht minstens drie jaar tuchthuisstond, naar de jurist Molijn beweerde.Bart had de volgende dag een geweldige kater, maar

62

Page 67: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Melanie kreeg hij niet alleen te spreken, zij keek ijskoud langs hem heen en twee dagen later was zij on-verwacht afgereisd, zonder zelfs een groet voor hemachter te laten. Toen eerst begreep hij ten volle: hetwas uit.Uit ? Wat was uit ? Het was nooit aan geweest! Er wasnooit iets geweest. Van haar kant niet. Ze had eenbeetje met hem gesold. Ze had zeker eens willen we-ten, hoe zo'n boerenvlegel zoent en hoe gek ze hemwel zou kunnen maken. Hoe had hij het in zijn stom-me kop gekregen, te denken, dat zij er iets vanmeende ?Een doffe woede klopte door zijn bloed. Wat was hijvoor een vent ? Een prachtmeid als Trees liet ie zichafnemen, nadat hij zich aan haar gehecht had. Waar-om? Omdat hij een boer was. Een vrouw als Melaniebehandelde hem als een ding, een stuk speelgoed... Zoeen kon hij niet krijgen. Waarom niet ? Omdat hij eenboer was. De veelbenijde zoon van de rijke baas Ver-hagen. Wat was dan eigenlijk een boer ? Iemand diedoor zijn grond opgevreten werd ? Die het ene nietmocht en het andere niet kon, en daarom aldoor doenmoest wat hij niet wou, en laten waarnaar heel zijnhart verlangde ? Hij vervloekte zijn afstamming, deboerderij, zijn vader, Trezeke, Melanie, Bartje, dehele verdomde wereld, waar voor hem geen geluk was,alleen zwaar werk, verantwoordelijkheid en de enebittere tegenslag na de andere. Waarom ? Waartoe?Omdat hij een boer was en nog rijker moest wordendan zijn vader! Waar was dat goed voor? Kon je datgeld vreten ? Kon je het zoenen, je hoofd erin begra-yen als in de geurige haren van een Trezeke, beven

63

Page 68: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

als je het mocht aanraken als een Melanie ? Moest j eer je leven voor voorbij laten gaan in ontbering eneenzaamheid ? Was dat de voorbestemming van eenboer ?Hij lette op de andere boerenzoons, zijn schoolkame-raden. Een was er al getrouwd, zat met een stevigeboerendochter op de hoeve van zijn vader, een we-duwnaar als de zijne. De anderen werkten, speeldende baas over knechts en arbeiders, leerden hard corn-manderen, gingen onder elkaar uit, zopen en schreeuw-den, namen een meid als ze er zin in hadden in af-wachting van een vaste vrouw in bed, er gebeurdenwel es ongelukjes, maar daar was geld goed voor. Zeboemelden de kermissen langs, vochten en vrijden,zagen zich aan voor hele helden, voelden plezierighun macht over het klootjesvolk en leken heel tevre-den met de wereld en hun plaats daarin. Was hij an-ders dan zij of deden ze naar buiten maar zo, gelijk hijook deed ? Hij, had wel eens geprobeerd hen uit tehoren, maar vond alleen verbaasd gegrinnik, bottevoldaanheid; zij wisten hun plaats en wat er van henverwacht werd en vonden het geenszins moeilijk daar-aan te voldoen. Wat was er dan met hem ? Hij wastoch een der eersten onder hen! Wat was er dan?Met hem was : Bartje Molijn.Zijn vriendschap met de zoon van notaris Molijn vanWarmshoven. Als hij er over nadacht, vond hij op derotte plekken altijd de spores van die vriendschap.Hij had daar nooit aan moeten beginnen. Die vrienden zijn huis brachten hem op vreemde gedachten,wekten vreemde verlangens in hem, joegen hem eenweg op, waar hij telkens uitgleed, kijkend hoe sierlijk

64

Page 69: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

en ongedwongen de ander voortstapte. Hij was eengek. Hij moest Bartje en heel die kliek loslaten. Nu.zeker. Nu was er een aanleiding, die ze zeker be-grijpen zouden, al beet hij Bever zijn tong of dan ereen woord over te kikken. Niet meer met Bartje pra-ten, niet naar hem luisteren, niet meer kijken naar deschittering van dat andere leven, dat deugde van geenkanten. Beter zich aan de boeren-kameraads te hou-den, wier leven zonder zwoele geheimen was van kan-ten broekjes en bedwelmend geurende vrouwenlijvenin zijden hemden, zonder roekeloze avonturen metprofessorsvrouwen, speelschulden en studentenstreken.Een ruwe jeugd, die verliep naar een zwaar, maar ge-regeld en statig leven: de grote eigen boer, werkenddoor de seizoenen, zonder de vurige opwinding vangeweldige ondernemingen, maar ook zonder de vin-nige klappen, die daar uit voort konden komen.Beter met Bartje Molijn te breken.Maar zodra de gedachte bij hem opkwam, wist hij,dat hij het niet doen zou. Het kon niet. Juist nu niet.Het zou er uitzien alsof hij terug kroop naar zijn hok,als een bond, die een trap gekregen heeft en eensnauw. Hij was uit de hemel gevallen en voelde zichgeradbraakt, maar dat zou Bartje niet merken. Hijmoest doen als Bartje. Die had na de geschiedenismet de professorsvrouw een glimlachend gezicht ge-toond, net of het hem niet aanging, of hij nog blij wasop de koop toe. Maar wie zei, dat het werkelijk zowas ? Wie wist hoe het er van binnen bij hem had uit-gezien ? Kon hij niet net zo goed komediespelen alsBartje ? Hij had altijd alles even goed gekund, leren,spelen, paardrijden, dolle streken wagen, vechten.

5

65

Page 70: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

had niet doorgeleerd, hij bleef een Boer, maar was hijzijn mindere als man ? Als mens met gaven, met debekwaamheid om te doen, waarvoor hij bestemd was?Hij kroop niet terug in zijn hok. Hij was niet minderdan Bartje. Dat zou hij hem laten zieri. Hij bleefnaasthem. Eens zien, wie het het langste volhield, de sterk-ste was, het meeste waard...Bartje Molijn deed erg voorzichtig, toen ze elkaar ont-moetten en vermeed zorgvuldig, over Melanie te spre-ken. Ze hadden allemaal opgemerkt, hoe schandelijkze met hem gecoquetteerd had en hem toen als eenvod links laten liggen voor die interessante Lodewijk.Niet dat ze een ogenblik geloofd hadden aan ernstvan haar kant. Ze hadden stil glimlachend de beateverering van Bart gadegeslagen en geweten, dat zehem weer zou afpoeieren. Maar ze had het wel waterg cru, onelegant en wreed gedaan, en bij Molijnhadden ze een beetje met Bart te doen. Zo'n boeren-jongen moest wijzer zijn en zijn plaats beter kennen,maar hij was nog zo bloedig jong, en zij had hemschandalig aangehaald. Geen wonder dat de knaapoverstuur was, toen hij zo a bout portant afgedanktwerd...Daarom vond Bartje het beter, niet over de verdwe-nen logees te beginnen, en praatte over onverschilligedingen. Hij zag de verstoorde en gekwelde uitdruk-king in de ogen van zijn vriend, las de slapeloze nachtvan zijn vaal gezicht. Maar Bart had zijn houding be-paald en zichzelf volkomen in zijn macht. Hij streekzich over het voorhoofd en zei lachend :„'t Is moar goed 'at die vesiete bij jullie weg is. Chielbegon al te mopperen a'k'em alles alleen liet doen.

66

Page 71: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Eën van da' gezuip meet die kammeroads van joukred' een mein een kop as een ijzere pot!"„Kwestie van wennen," lachte de ander schouder-ophalend terug.Even keek Bart peinzend voor zich uit. Dan wreef hijgrinnikend de handen.„Da' zwart wefke was aanders een oarig dieng," zeihij met een knipoogje.„Melanie ?"„Wie aanders... ? Die kus je den oasem uit je lijf...Een poar beentjes om op te freten in d'r zije kouskeseen d'r kaante broekske..."Verbaasd keek Bartje hem aan.„Was je al zo ver ?" vroeg hij met een ongelovigeglimlach.„Wa' dochte gij dan ?" weervroeg de ander, verbaasdop zijn beurt. „Ze vroeg toch zeker nie beter... ?Moar ze'ad van die stadse streken een ze wou moarflikflooien een uitstelle... Een da' gieng mee Barte nie.Toen is ze nijig gewooren een ik wier kwoad... Allesof niks... Afijn, ze was toch lief... moar ik boat m'neige gin eeuwig'eid oan de proat 'ouwe..."Hij zweeg. In zijn ontstelde ogen, waarvoor het visioenleefde van de brutale fantasie, die hij ophing, las Bartjede leugen. Maar hij liet het niet merken, zei lachend :„Ze is de zonde waard."„Da's iets, da' zeker is," zuchtte Bart, en met een dap-pere poging tot een vergenoegd besluit voegde hij eraan toe :„Een lekker stukske spullegoed... Moar die poppekesverbeele d'r eige te veul... Afijn... da d'emmen aw-weer g'ad."

67

Page 72: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

))Juist," lachte Bartje, „en nou komt er weer een an-

der hoofdstuk."Even rilde de jonge boer, maar hij lachte mee, een

ietsje te hard.Het brandde lang na. De vernedering, die tot zelfver-

achting voerde, vrat met gloeiende tanden aan Bartseerzucht. Maar erger was het gif in zijn bloed; hij kon

Melanie niet vergeten. Hij haatte haar, noemde haarin gedachten bij de smerigste namen, maar iedere

vezel van zijn lijf verlangde naar haar, zijn herinne-ring was vol van haar, door zijn fantasie dwaalden debeelden van hun tedere ogenblikken, en bij wijlen zag

hij zo duidelijk de uitdrukking van verzaligde over-• gave op haar gezicht, dat zijn verbaasde ziel niet aanhaar verraad geloven wou: was er niet een misver-stand, dat uit de weg geruimd kon worden... ? Spoedigkwam het nuchtere inzicht terug. Nee, het enige mis-verstand was zijn goedgelovigheid geweest. Ze hadhem koelweg voor de gek gehouden, een zwoel spel-letje met hem gespeeld, waar hij niet op verdacht was.Hij kon zichzelf wel voor zijn kop slaan, dat hij hetniet dadelijk doorzien had en haar met gelijke munt

betaald. Maar als hij dan aan die mogelijkheid dacht,moest hij lachen om zijn onnozelheid. Hij zou datnooit hebben gekund. Dat hemelse wonder had hem,immers van het eerste ogenblik of met stomheid ge-

slagen en hem volkomen betoverd. En toen het naarhem leek neer te dale'', had hij beide handen uitge-stoken en gemeend, dat Onze Lieve Heer hem eenvan zijn eigen engelen zond om hem de hemel al op

aarde te bereiden... Zo'n loeder...! Uit de hel was zegekropen met haar mooie bekje en aanhalige ver-

68

Page 73: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

leidingskunsten. Ze had geen hart. Het was een slechtwijf, een doodgewoon slecht wijf, en hij had haarachterover moeten gooien daar in die doolhof en haarmoeten nemen als een kermissloerie, die je daarnanooit meer aankeek. Dat had ze verdiend. Maar enfin,'t was een goeie les geweest.Somber liep hij rond, deed zijn werk onverschillig,lachte zelden en nooit van harte, zat zwijgend bij demaaltijden, in gedachten verdiept. Zijn vader hieldhem in 't oog, maar zei Lange tijd niets. Doch op eenavond in November, toen zij samen gerekend hadden,zette hij de brandewijnkaraf en de sigaren op tafelen zei :„Me zullen een glaske drienke soame, Bart. 't Is eengoei joar gewiest, wa' gij ?"„Een goei joar," herhaalde.Bart, en lachte schamper:ze hadden hem Trezeke afgenomen en Melanie hadzijn hart en zijn trots in mekaar getrapt... dat noem-den ze een goed jaar... as ze maar geld verdienden...!Hij sloeg het glaasje brandewijn in een teug naar bin-nen en greep een sigaar. Zijn vader schonk hem dade-lijk weer in, stopte zijn stenen pijp uit de mahonie-houten tabakspot en leunde achterover in zijn stoel,een nauw merkbaar glimlachje om zijn scherp ge-sneden mond met de dunne lippen.„Een best joar," prees hij. „Vooral vor jou."„Vor mijn ?"Het klonk driftig en vol wrok.„G'ê vordeelig gefokt," verklaarde de boer effen.Bart maakte een onverschillig, brommend geluid.„Een ge zijd'een bietje wijzer gewooren ok," vervolg-de zijn vader rustig. „G'ed een poar dienge kunne

69

Page 74: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

leere, die een goeien boer wete mot om een goeienboer te zijn... den te blijve."Bart blies een rookwolk tegen de brandende punt vanzijn sigaar, en antwoordde niet. Het was allemaalflauw gezever. Die ouwere mensen pronkten altijdmet hun kolossale wijsheid tegenover de stommiteitvan de jongeren. Net of ze niet elke dag stomme stre-ken uithaalden.Verhagen lachte zacht om het verstoorde en minach-tende gezicht van zijn zoon.„Een boer," ging hij dan voort, „een boer, die eengoei leve wilt 'emme, mot in z'n staand blijve. Nienoar beneje kijken een nie noar bove. Een daggelders-meid is net zo min een goeie boerin as een prinses meepijpekrollen een zije rokke vol blommekes."Voor het eerst keek Bart hem aan.„Een a'ze nou es een goeie vrouw vor je warre ?" zeihij nors. „Is da' nie genog?"Zijn vader schudde het hoofd.„Neee, jonge. Da' deinkte wel es mee een driftige kopa'ge twintig joar zijt. Moar da's nie genog. Vor eenboer is een vrouw, die gin goeie boerin is, nooit eengoeie vrouw."„D'oef kom zeker eest ?"„Sjuust! Altij een in alles. Een aanders goaget scheef.Een goeien boer kan nie gelukkig leven a-t-er iets opd'oef nie loopt zoa 't mot. Een a-t-er gin goeie boerinis, loope d'r veul dienge verkeerd."Bart keek in z'n leven vooruit. Rondgaan door develden, ploegen, mesten, eggen, zaaien, wieden, oog-sten, rekenen, handelen, de vrouw thuis voor het toe-zicht op de meiden, melken, boter en kaas maken en

70

Page 75: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

kinderen krijgen, haastig verwekt met een doodmoelijf, gauw-gauw voor het verzinken in een loden slaap.Werken en je hele aandacht gespannen houden op hetwerk van anderen, net zo lang tot je in je kist lag. Enwaarvoor? Om de hoeve nog groter en nog rijker nate laten dan je hem gevonden had. En wie had erplezier van die rijkdom? Waar diende rijkdom voorals je er niet van genoot... ? Hij trok een lelijk gezicht.„D'r is nog meer op de wereld as een boeren'ofstee,"zei hij mokkend.„Vor een boer nie," verklaarde zijn vader kortaf.„Want a-t-er da' wel is, goa z'n 'oef noar de pinne-kes... een dan is alles uit."Bart voelde de harde waarheid van wat zijn vaderzei, maar het verdiepte slechts zijn wrok. Waaromwas hij geboren als zoon van een boer en dus veroor-deeld tot een dof, eentonig leven van hard labeur enonnozel plezier, rijk of niet rijk ? Het was even stil.Toen ging zijn vader voort:„Gij kek te veul naor Bartje Molijn, een noar 't levevan da' soort meinse, jonge... Da's jammer genog,want da' leve pas je nie... Die verdiene d'r geld temakkelijk, een ze geven 'et ok te makkelijk uit. Moarziede nou nie a' zo'n leve zo voos is as een ouwe knor-roap... ? Allemoal schijn, lochtig'ed, grootdoenderij,tege mekoaren opbieje? 'k 'Em boere gezien, die doaroonder mekoaren ok een. 'aandje van 'arre... niksweerd... ze zijn op strooi gestorreve... Oonze Lieven'eer 'ee jou vor een aander leve bestemd... ge zult ernog es daankboar vor zijn!"Bart grijnsde bitter. Zachter sprak zijn vader door.Hij had hem nog nooit zo veel achter elkaar horen

71

Page 76: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zeggen. Een tijdje gingen de woorden zijn aandacht

voorbij, maar iets in de toon van zijn vaders stem trok

hem uit zijn wrokkende gedachten weg. Een trillingvan vreugde was er in die stem, van trots, en een hoog

zelfbewustzijn. Verhagen sprak over het goede, mooieleven van de boer, een hard leven misschien, maar hetleven van een man, een kerel, een gebonden en toch

open leven, een strijd met de wisselvalligheden van

weer en wind, tegenslag van allerlei aard, onbereken-baar, altijd boeiend. Op zijn grond is de boer een

koning, hij gaat door zijn velden met het hoofd recht-op en alles buigt voor hem, want hier hoort hem demacht en niemand dan God alleen kan hem breken.Als de deftige en zo aanzienlijke notaris gasten aantafel heeft en de boer Bart Verhagen vraagt hem drin-

gend te spreken, komt het niet in zijn hoofd op zich

niet te willen vertonen. Zo'n notaris is een geletterden geleerd man, maar hij heeft gestudeerd om de ken-

nis te verzamelen, die de boer nodig heeft en uit tijd-

gebrek niet zelf verwerven kan. De hoer betaalt hemvoor zijn kennis en zijn diensten, de boer is machtiger

dan hij, want de boer heeft meer dan geld alleen : hijheeft het land en brengt voort wat meer is dan oneet-baar geld, meer dan krullig beschreven akten en pa-

pieren. Zonder notarissen zou de wereld niet onder-gaan. Maar zonder boeren ?Bart zag de boer schrijden onder de hoge hemel, eenkoning in bombazijn, op klompen of in grove laarzen,

bonkig, getaand, met zware, eeltige handen, breed enplomp, een machtig man. Zo was zijn vader, en hij

was er gelukkig bij. Hij kon sober leven, wreed zijn

tegen een Trezeke of Maaike, koud spotten met een

72

Page 77: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Melanie of een notaris Molijn, want in zijn konings-gevoel was hij ongenaakbaar voor gevaarlijke zwak-heden, die het heil van de boerderij misschien be-dreigden. Een Boer trouwde een boerin, die naast hemwerkte en heerste, zoals een koning alleen een prinsesnaast zich op de troon verhief. Dat eiste het heil vanhet land, in beide gevallen. Bart wist niet of het mooi,dan wel afschuwelijk was. Hij wist alleen, dat hij hetvoor zichzelf niet begeerde. Wat begeerde hij danwel? Vrijheid, plezier buiten het boerenwerk, hetlichte en luchtige, dat rond de Molijns en hun kringwas, de gemakkelijkheid in de omgang, de onverschil-ligheid met geld, de dingen waar zij met schitterendeogen over spraken, muziek, toneel, opera, reizen naarhet buitenland... Allemaal dingen, die wel voor deIviolijns waren en niet voor de Verhagens... Waaromniet... ? Waarom dan niet, verdomme... ? Hij wougeen mollenkoning zijn, maar in het licht staan, hetvrolijke, warme licht, waarin vrouwen kleurige vlin-ders waren en de mannen niet roken naar mest enzweet en stallen...Hij vroeg of hij in December een week naar Bartje inLeiden mocht. Na dagen aarzelen stemde zijn vadertoe.Het werden wilde dagen voor Bart. Hij was triomfan-telijk ingehaald en spoedig op zijn gemak geraakt metde vrienden. Hij zag- de opera in Den Haag, en eenberoemd toneelstuk in Amsterdam, hoorde een con-cert, waarvan hij niets begreep, maar dat een gewel-dige indruk op hem maakte. Hij leerde de liefde ken-nen van de meisjes van plezier, vermomd als grotedames met luifelhoeden, pijpekrullen, zijden rokken

73

Page 78: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

en de kanten broekjes, die hem al zolang geimponeerdhadden. Hij zwalkte van kamer tot kamer, van kroegtot kroeg, dronk tot hij van de canape rolde, en zwelg-de tien dagen lang in het vreemde leven, dat doorBartjes zorgen een doorlopend feest was. Hij werdoveral kameraadschappelijk ingehaald, een vriendvan Molijn, een merkwaardige boerenkaffer, bulkendvan het geld, goed van de tongriem gesneden als hijeenmaal een half stuk in zijn kraag had, gauw op zijnteentjes getrapt, brutaal als de beul met de meisjes,en met een paar poten aan zijn lijf als ijzeren klem-men. Hij zag er beestachtig uit in z'n lakens pak,maar ze vonden het sympathiek, dat hij pertinentweigerde stadse kleren te kopen of te lenen. Hij was desensatie van de club en op de laatste avond gaf hij eenafscheidsfeest op Bartjes kamer, en hij liet er louterboezemvrienden achter, die zwoeren, dat ze hem vande zomer kwamen opzoeken om op zijn beroemdepaarden te rijden en zijn machtige stieren de kunst ofte kijken.Bartje ging meteen met hem mee voor de kerstva-cantie, en zo duurde de sfeer nog voort en zijn vaderlachte tranen bij zijn verhalen over de roekelozekwajongensstreken van de studenten, hun vlottevriendschappelijkheid, de wilde fuiven en de balda-digheden op straat. Hij vertelde van de schouwbur-gen, hoe die er uitzagen, het fijne publiek en de ver-bazingwekkende gebeurtenissen op de planken. Overde meisjes van plezier zweeg hij wijselijk en ook overhet kaartspelen, waarbij hij kleine winsten gemaakthad, maar ijzingwekkende bedragen had zien ver-liezen, zonder dat iemand met de ogen knipte. Hij

74

Page 79: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

kwam er niet over uitgepraat, vond al de jongensprachtkerels en was ontzettend trots op hun vriend-schap. Maar hij wist niet of hij verlangde naar dezomer of er bang voor was: zouden ze het hier niet be-lachelijk boers vinden ? In ieder geval moest hij zijnvader zien over te halen wat wijn in de kelder tenemen, want dat soort vrienden kon je niet afschepenmet een stoop bier en een klaartje met suiker!Boer Verhagen merkte, hoe goed de reis Bart gedaanhad. Zijn somberheid was verdwenen, hij leek veelzekerder van zichzelf, deed opgewekt mee aan hetwinterwerk en de voorbereiding voor het nieuwe sei-zoen, verzorgde paarden en vee zorgvuldiger dan ooiten ging herhaaldelijk aan de zwier met andere boeren-zoons, naar feesten hier of daar en naar het carnavalin de stad, vanwaar hij terugkwam met een blauw oogen een gezwollen neus, maar vrolijk en voldaan. Afen toe verdacht zijn vader hem van een forse vrijerijmet een melkmeid, maar daar leek weinig gevaar bij,het duurde nooit lang, en de jeugd moest zich nu een-maal uitvieren en deed dat ook, al preekten de pastoorsal honderden jaren, dat het niet mocht. Maar het jonghad wel een wilde aard. Hij wou maar, dat hij gauwtegen een degelijke partij opliep, die hij als boerin opde Hagenhorst wou halen. De vader zou haar vanharte welkom heten en van een grote zorg bevrijd zijn.Maar zo ver was Bart nog niet... Hij had het gevoel,dat hij nou pas goed begon te leven.

Bart was vijf-en-twintig, toen hij eindelijk met eenvrouw aankwam. Het was de dochter van een groteboer achter Dinteloord. Ze bracht een goed stuk geld

75

Page 80: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

mee. En toch kon de oude Verhagen zich niet zonder

voorbehoud verheugen. Met wantrouwen bekeek hij

het mooie blonde meisje met haar ronde blauwe ogen

en melkachtige tint. Dat was niet de soort boerin,die hij zich voor de Hagenhorst had voorgesteld. Zeleek waarachtig een als boerin verkleed dametje methaar smalle heupen, haar dunne armen en lange hals.Zo min als vader Verhagen tevreden was met zijn

schoondochter, was vader Ouwenhuys het met zijnschoonzoon. De jongelui hadden elkaal ontmoet opeen harddraverij, waar Bart's paarden alle eerste prij-zen gewonnen hadden. Want de laatste jaren was datzijn grote liefhebberij geworden : fijnere rassen kwe-

ken, dravers voor de buggy en onder de man. Wijden zijd waren zijn paarden beroemd en tot diep inHolland, kenden ze de jonge, vurige boer, die zelf

achter zijn beste draver zat en hem feilloos ter over-winning voerde. Vader Verhagen vond het maar half

prettig en baas Ouwenhuys achtte het gladweg eenschande voor een grote eigen boer om zo de pias uit

te hangen; paarden fokken, goed, maar dan voor hetwerk, niet voor het janklasenspul van hard /openom nergens aan te komen. Maar zijn dochter Grietje

-- die door Bart was omgedoopt in Margreet —

was een en al bewondering voor de hardrijderij en zijvereerde in Bart de held, die overal vooraan stonden altijd weer dingen deed waar geen cnkele andereboerenzoon aan dacht. Ze was zacht van aard, Grietje,maar ze had een stille koppigheid in haar wezen,

waarop alle tegenwerking afstuitte, wanneer zij een-

maal het besluit genomen had iets te doen of te laten.Ze zag wel, dat Bart roekeloos kon drinken, dat er een

76

Page 81: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

vreemde wildheid in hem was, die haar een beetjebang maakte. Maar veel jonge boeren hadden dat,joegen door hun jonge jaren met brooddronken on-stuimigheid, maar hun branie kalmeerde wel als zeeenmaal getrouwd waren en moeder de vrouw zacht-jes de teugels aanhaalde.Bart had het meisje opgemerkt op het feest na deharddraverij. Het ging er nog al rauw toe. Tussen deopgewonden, zwetende boerendochters met haar rodegezichten en grove monden had hij plotseling eenblanker, fijner gelaat gezien, zo merkwaardig stil enzuiver van lijn binnen de omspanning van de kantenplooimuts. Er was iets aandoenlijks in. Een stil, drome-rig kind tussen een bende luidruchtige rabauwen. Hijhad met haar gedanst, voorzichtig, alsof hij bang was,dat ze breken zou in zijn ruwe amen. Zo was ook zijnpraten geweest, en Grietje had bij zichzelfuitgemaakt,dat er veel kwaad van hem gesproken moest worden:hij was heel anders dan er van hem verteld werd. Zehadden elkaar teruggezien. Ze hadden de boerendon-derdag van de kermis in de stad samen gevierd. Haaringetogenheid beviel hem. Haar kuise, aarzelende kus-sen ontroerden hem op vreemde wijze. Haar heftige,verschrikte afweer tegenover zijn vrijpostige handenamuseerde hem. Ze was een fijne pop en moest nogalles leren. Maar hij zag vaak een verholen gloed indie zachte blauwe ogen, waarvan hij veel verwachtte.Als de hartstocht eenmaal gewekt was in dat blankezieltje, kon je nog wel eens versteld staan van de hitteder vlammen... Hij besloot haar niet te verschrikkendoor te grove haast. Langzaam zou hij haar wekken,wachten tot ze zelf begon te gloeien. Ze was pas negen-

77

Page 82: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

tien geworden, had nog helemaal geen jongens ge-kend. Een fijn boutje voor zijn gulzige, smulgragemond!... Ze zou er nog zo gek niet uitzien in stadsekleren, met een zijden japan en een krullig gekapthoofd... Hij zou haar trouwen. En hij trouwde haar,in de eerste dagen van Mei, het volgende jaar.Zij bleek een betere boerin dan Vader Verhagen haddurven verwachten. Ze wist wat van haar gevraagdwerd en pakte stevig aan, liet zich door Maaike alleswijzen, drong haar vriendelijk, maar vastberaden vanhaar plaats. De oude boer zag het verwonderd en te-vreden aan; hij kreeg met de dag meer achting voorzijn schoondochter; zij had het goede bloed... betermisschien dan zijn driftige zoon, over wie hij zich inde loop der jaren steeds meer ongerust begon te maken.Maar de minnares, waarop Bart gehoopt had, vondhij in Margreet niet. Hij was eerlijk dol op haar, enom haar te sparen had hij haar niet aangeraakt voorzij getrouwd waren. Zonder verzet was ze hem terwille geweest, beschaamd en dodelijk verlegen. Hijhad haar zo voorzichtig mogelijk behandeld, banghaar te kwetsen en of te stoten. Hij zou haar schroomwel zoetjesaan overwinnen, het vuur in haar aanbla-zen, tot het naar buiten sloeg, zo verzengend als zijnhartstochtelijk temperament van een vrouw verlangde.Hij wou beurtelings de veroveraar en de veroverdezijn, al naar de luimen van het ogenblik van beidezijden. Maar van haar zij de kwam bijna nooit iets.Zij onderwierp zich, een enkele maal meende hij aanhaar verdroomde glimlach het verlangen te htrken-nen, zij kwam hem soms een ietsje tegemoet, maarenig initiatief kwam van haar kant nooit. Hij was ge-

78

Page 83: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

duldig, schreef het toe aan natuurlijke schroom en on-ervarenheid, probeerde ailes om een andere sfeer inhun omgang te scheppen, maar resultaat zag hij niet.Hij hield van haar sm/ alle, blanke, veerkrachtigelichaam, kon zich in de dag hevig opwinden, denkendaan de komende avond, als hij haar in zijn armen zouhouden. Hij zei het haar soms in het middaguur,fluisterend in haar kleine oorschelp, terwijl een los-gevallen haarlok zijn lippen bekrieuwelde. Heel deverdere dag roerde dan het verlangen in hem en deverwachting, dat ook in haar de stille opwinding stij-gen zou naar het brandende uur van samenzijn vOOrhet slapen gaan in de donkere, ruime bedstee. Maarhij merkte daar niets van; als hij om de proef te ne-men, haar dadelijk goenacht zei en zich omkeerde,toonde zij onrust noch ontevredenheid en sliep vijfminuten later zielsvergenoegd in. Dan liep hij de vol-gende dag rond met ontevreden, nors gezicht, zwijg-zaam en prikkelbaar. Verwonderd keek zij hem aan,vroeg soms wat er was, scheen nooit op de gedachtete komen van de eigenlijke oorzaak. Had ze dan hele-maal geen temperament ? Zeiden die dingen haar vol-strekt niets ? Hij kon het niet geloven, keek in devriendelijke, warme ogen, die toch wel iets beloof-den... Hoe moest hij de weg vinden naar her sluimerende vuur ? Hoe kon hij de trilling in haar wekken,die beantwoordde aan de zijne en bevrediging be-tekende aan beide zijden. Hij had sterke erotische be-hoeften, maar eiste ook passie en genot bij de ander.Hij wou ontvangen, maar misschien nog meer geven;,als dat niet lukte werd hij afgestoten, verkoelde, ver-lamde. 'Vat gaf hij Margreet? Gaf hij haar iets, dat

79-

Page 84: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

betekenis voor haar had, waarnaar zij terugverlangde ?

Hij merkte het nooit. Het was een bittere teleurstel-ling, die hij maar moeilijk verbijten kon, te m.oeilijker

omdat hij er niet aan geloven kon, er niets van be-greep, er verbaasd aan dacht als aan iets onnatuur-lijks, monsterachtigs, slecht of helemaal niet te ver-

,klaren.Margreet werd zwanger. Ze verstilde van wezen, werdtrager in haar bewegingen, ingetogener nog in heel

haar gedrag. Bart vond, dat ze steeds meer ging lijkenop een jonge Moeder Gods. Zij droeg een kind, zijnkind. Vertedering verdreef alle gevoel van onwil enwrevel. Hij eerbiedigde haar al die maanden en zij

scheen dat heel gewoon te vinden, alsof het zo hoorde,niet anders mogelijk was. Zij merkte niet, hoe moei-lijk hij het had, hoe zijn zinnen rumoerden, hoe hijzich geweld aandeed om haar te sparen, hoe hij al zijn.krachten inspande om niet elders te nemen wat hemthuis zo hopeloos ontbrak. Nooit merkte zij op, dathij naast haar verhongerde.Hij had zijn verwachting: als het kind er eenmaal was,zou ze wel veranderen. Hij had zoiets wel eens meergehoord. Koele vrouwen, die omsloegen als een blad-op een boom, zodra zij een kind gekregen hadden. Hij.hield oprecht van Margreet. Hij wou haar geen ver-.driet doen. Hij wou geen kwaad stellen tussen hem en

_haar. Hij bedwong zich, spaarde zich voor later. Zetdroeg zijn kind. Daarna zou het wel anders worden,

zou in de vrouw en moeder de minnares ontwaken, die-den man begeert en met hem opgaat in het vuur van.-de hartstocht. Het zou nog best een mooi leven wor-

den, want ze hield ook van hem, daar was geen twijfel

f3o

Page 85: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

aan. Er was zoveel tederheid in haar ogen, als zij hemzat aan to Als ze maar eenmaal ontwaaktwas... Ze sliep nog in haar kuise jongemeisjesschaamteal had het huwelijk haar tot vrouw gemaakt...Vreemd...Begin Maart werd zijn zoon geboren, en Bart ge-noemd, naar de traditie het wou. De kleine Bart wasblond als zijn moeder, maar het troebele blauw vanzijn ogen was nog wat onbestemd van kleur. Laterzou het opklaren naar het harde grijs van de Ver-hagens.Het was een moeilijke bevalling geweest en Bart hadeen gevoel van schuld niet kunnen onderdrukken.Arnie Margreet, wat had ze moeten uitstaan! Beulen-werk. Waar was dat toch goed voor ? Waarom moesteen kind, in ijlende lust verwekt, geboren worden inzoveel pijn, in bloed en levensgevaar. Wreed was het.Grootvader Bart had wantrouwig naar het blonde haarvan zijn kleinzoon gekeken. De Verhagens waren roet-zwart, altijd, hoe ook de moeder was. Dit blonde kindleek hem een slecht voorteken. Al geslachten lang had-den de Verhagens van de Hagenhorst maar een kindgekregen, een zoon, maar dat was altijd een zwarte,keiharde Verhagen geweest. Er was een lelijkdlegenderond dit vreemde verschijnsel, waarvoor hij de schou-ders ophaalde, maar waaraan hij toch niet graag her-innerd werd. Een kind op de hoeve, een zoon, dat wasten slotte een voordeel. Zo bleef land en bezit in eenhand, werd het niet verdeeld en versnipperd. DeHagenhorst was er groter en rijker door geworden daneen andere boerderij uit de omtrek. Maar er moest eenzwarte Verhagen op zitten met klare, harde grijze

6 8

Page 86: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ogen, waaraan niets ontsnapte. En deze was blond.Daar deugde iets niet. Doch spoedig liet de oude Bart

die gedachte varen. De kleine was zo levendig enschrander, onder het rozige babyhuidje bolden al desterke spieren, die de boer nodig heeft, hij groeide

voorspoedig en als hij zijn knuistje sloot om de harde

wijsvinger van grootvader en daar zo stevig in kneep,

glimlachte deze, zag hoe dat handje, groot en hardgeworden, de ploegstaart omklemde, en hoe de blondeVerhagen door de voren stapte en met ijzeren greepde drie zware paarden dwong lijnrecht over het veldto trekken. Misschien zou hij het nog beleven... overtwintig jaar was hij nog maar achter in de zestig...

Bart wachtte op het wonder, dat hem een warmeMargreet in de armen zou werpen. Ze was mooier ge-worden, voller, met breder heupen en een Keller glansin de blauwe ogen. Ongeduldig wachtte hij op tekenenvan verlangende toenadering, maar Margreet had al-leen oog voor de zuigeling, scheen op vreemde wijzezijn bestaan als man totaal vergeten. Na de voorge-

schreven tijd van zes weken deed zij haar kerkgang,trots en tevreden, van alle kanten gecomplimenteerd

en gelukgewenst. Er was grote visite op de hoeve metkoffie en feestelijk onthaal van drank en Bartje werdbewonderd en gevierd in zijn wieg, en keek met hel-

dere ogen naar de vreemde gezichten, lachte met zijntandeloos mon* wijd open, blies belletjes op zijnsputterende lippen, zoog op zijn duim en was uiter-mate bewonderenswaardig. Dat vond zijn vader ook.

Maar bewonderenswaardiger vond hij de moeder. Endie avond wou hij zonder mankeren bij haar slapen.

Zij verwonderde zich:

82

Page 87: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Nou weer al ?”Bart lachte, maar er was woede en ergernis en verdrietin zijn lach. Hij trok haar tegen zich aan, vast tegenzijn woest kloppend hart, streek een lok haar van haarvoorhoofd en keek haar van vlakbij in de ogen. Zijschrok van zijn felle, harde blik. Met gesmoorde stemvroeg hij :„Wa' deinkte gij eigelijk ad'een man is, Margreet ?"Zij keek hem nog even aan, maakte zich wat losser uitzijn arm en glimlachte dan. Zonder een spoor vanopwinding of ontroering zei ze :„Oach, jonge, doar weet ik ommes alles van.Moeder zee 'et zo dikkels : die maanskerels stoanaltij kloar... dag een nacht... net 'oane... Mee oonsis da' nou eenmoal aanders... da' motte toch begrijpe,Bart."„Mee oons ?" herhaalde hij met gefronste wenk-brauwen. „Wie meende doarmee ?"„Dons... vrouwe, van eiges."Hij liet haar los en keek haar opmerkzaam aan.Meende ze dat nou ? Haar wijs glimiachje verweethem zijn domme zelfzucht, zijn vernederende staatvan haan, die dag en nacht klaar staat... zijn beestigeneigingen. Heel haar houding was een spottende be-lediging van zijn man-zijn. Wist ze wat ze zei? Besefteze de zin van haar woorden ? Had ze werkelijk geenverlangen, geen drift... ? Stotterend van ingehoudenwoede zei hij :„ Julliew vrouwe... ? Doar woor wel es aanders overgeproat, witte da' wel ?"Margreet haalde de schouders op.„Ik weet wel, dat er sloeries roondloope," zei ze hoog-

83

Page 88: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hartig. „Moar ik 'em 'et over fesoendelijke vrouwe,zoas moeder een ikke."Ineens zag hij haar moeder voor zich met haar dorverbleekt blond haar, haar kille vissenogen, haar toteen streepje saamgenepen mond, haar platte boezemen knokige handen. Een grimme afweer tegen al watliefde of tederheid mocht lijken. Dat was haar moeder.Moest ze zo worden, Margreet ? Was ze van binnenal zo, als dat ouwe wijf van buiten... ?„Moar je moeder 'ee zeuve kinders g'ad!" viel hij uit.Zij knikte rustig.„Die kunne wij ommes ok krijge... Moar me-n-emmetoch al de tijd ?"Sprakeloos keek hij haar aan. Ze zat op de rand vande bedstee in haar witte hemd en draaide haar haarin een losse wrong voor de nacht. Hij zag haar rijpeborsten bewegen en het goudige gekroezel in haaroksels. Een razende woede sloeg in hem op.„Need," zei hij hard, „ik 'em de tijd nie!"Hij duwde haar achterover de bedstee in en viel overhaar been. Verschrikt weerde zij zich even, mompeldegesmoorde protesten, maar hij sloot haar mond metwoeste kussen en triomfeerde. Lachend hield hij haardan bij de schouders van zich af. Zijn woede en rade-loze angst waren eensklaps geweken. Het was zo niet.Margreet was zo niet. Hij had geen steen getrouwd,geen vrouw zonder zinnen of gevoel. Hij was eensufferd geweest. Ze moest gewekt worden, opgevoed,aan zichzelf geopenbaard. Ze wist nog niet wat eenheerlijkheden zij van de natuur meegekregen had.Zo'n welig, mollig, verrukkelijk warm lijf als dat vanMargreet zou niet verdorren in stomme onthouding

84

Page 89: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

en verbeten afweer. Ze was immers voor de liefde ge-schapen. Ze wist het alleen niet. Hij zou het haarleren. Maar hij mocht niet wachten, niet nog langerwachten. Dat kon gevaarlijk zijn. Hij moest haar overde drempel van haar onnozele schaamte heffen. Zemoest leren van het leven te genieten, leren welk aan-deel het lijf in het leven heeft. Hij moest haar wekken,geen tijd meer verzuimen...Maar hij wekte haar niet. Hij kon haar niet wekken.Het bleefals tevoren. Zij onderwierp zich. Zij liet hembegaan. Hij bemerkte ook, dat zij het genot voelde,maar zij liet er zich niet op gaan, verborg het schaam-achtig, had nooit een blik of gebaar van dankbaar-heid, probeerde nooit hem uit te lokken, als hij haardagen lang niet naderde. Zij leek dan juist tevreden,liep neuriend door het huis, goedgehumeurd en, zorg-zaam. Als hij het niet meer uithield en haar 's avondsaanhaalde, verzette zij zich nooit, toonde zich alleenverbaasd en soms ontstemd over de ruwheid van zijngreep, de wildheid van zijn omhelzing. Zij begreepniet welke wanhoop hij over haar passieflichaam uit-raasde, en hoe dicht zij op sommige ogenblikken mis-schien bij de dood was.Het vrat aan zijn hart. Hij kon dit niet. Hij kon geenvrouw beminnen, die gelaten in zijn armen lag, diezich mechanisch liet liefhebben. Als zijn hartstochtniet met gelijke hartstocht betaald werd, schaamde hijzich, voelde zich een beest, miskend, teruggestoten,ongelukkig. Zijn drift verlamde, zijn heerlijke opwin-ding verschrompelde, hij had een gevoel of lichaamen ziel tegelijk verdorden, hij liep vol wrok tegen devrouw, die de redeloze oorzaak hiervan was. Een doffe

85

Page 90: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

woede lei zich als een wolk over heel zijn denken endoen, zwijgend ging hij om, een frons tussen de wenk-brauwen, stoof bij de minste aanleiding in trillendewoede op. Nog wou hij het ook tegenover zichzelf niettoegeven, maar de grote angst breidde zich in hemuit, won steeds meer veld, als water dat onweerhoud-baar door een verborgen breuk in een dijk welt : deangst, dat met deze vrouw voor hem niet te leven viel,deze vrouw, die tot zijn dood aan hem verbonden wasen die een rem werd voor alles wat het heftigst in hemvoort wou stormen. Hij wist allang, wat de vrouwvoor hem was, zijn moest. Bij Trezeke alleen had hijhet in volheid gevonden. Het samen opgaan in eenlaaiend vuur, het een zich voelen in verlangen en be-vrediging, in de diepe stilte der zinnen daarna, waar-in werkdrift begint te koortsen, herinnering bijna on-hoorbaar in de verte zingt, en nieuw verlangen zoetj es-aan zwelt door de dag, het andere verlangen tege-moet. Dat had hij nodig om alles te kunnen zijn,waartoe hij in staat was. Dat had hij verwacht bijMargreet te zullen vinden. Als hij het niet vond, ver-kommerde hij, werd op zijpaden gedreven, waarvanhij de gevaren kende, en die hij niet gaan wou. Die hijtoch gaan zou, als hem geweigerd bleef, waarnaar hijhongerde.Hij kon het haar ook niet zeggen. Als zij het nietvoelde, hielp uitleggen niets. Wie dit niet voeldein zijn bloed, kon het met zijn verstand niet be-grijpen en er zeker niet aan tegemoet komen. Deenkele keren, dat hij erop zinspeelde, zag hij ver-bazing in haar ogen, een onbegrip als tegenover dewartaal van een idioot, een onmiskenbare afkeer

86

Page 91: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

alsof hij probeerde haar over te halen tot iets weer-zinwekkends.

In het begin van de winter had Margreet hem ge-zegd, dat zij meende weer zwanger te zijn. Bart hadhaar aangekeken en verstrooid geknikt. Hij voeldemeer verwondering dan vreugde, en moest dan omdie verwondering weer lachen. Natuurlijk kregenvrouwen, die niets voor de liefde voelden, maar haartoch gehoorzaam ondergingen als behorende tot dehuwelijkse plichten, ook kinderen. Het was wel eenbeetje gek, maar het was zo. Een tweede kind ? Nou,vooruit maar. De remedie tegen de liefde, die haarmoeder was, had er wel zeven gekregen! alshet met Margreet niet veranderde, zou hij het zo langniet volhouden...Toen hij een week later van een koopdag achter in depolder thuis kwam, een beetje aangeschoten zoals hethoorde, vond hij haar bij de tafel zitten, de handenwerkloos op het verstelgoed in haar schoot. Zij beant-woordde zijn vrolijke groet nauwelijks, bleef met eenvreemd vertrokken gezicht over haar knieen heennaar de vloer staren. Verwonderd keek Bart haar aan.„Is-t-er wa' ?"Zij hief het hoofd naar hem op en zei toonloos:

/) 'k Was abuis... d'r kom gin kind."„Nou," zei hij onverschillig, „doar zal de wereld nieom vergoan... Een aandere keer beter."Neuriend liep hij naar de kast, haalde de karaf bran-dewijn, schonk zich een borrel in en stak een sigaarop. Breeduit ging hij in de leunstoel bij het vuur zitten,zuchtte van welbehagen en vertelde, dat hij de vier

87

Page 92: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

mooiste jonge koeien gekocht had en een driejarigemerrie, waar meer inzat dan iemand op de koopdagbegrepen had. Toen hij even zweeg, zei Margreet:„'t Verwoonder jou niks', ee, dat er gin kind komt ?"Lachend antwoordde hij :„Belneent, meid... ielek schot is toch gin veugel!"Zij lachte niet, keek weer voor zich, en zei mokkend:„Zo meen ik 'et nie... Maar gij wit wel 'at er gintweede kind komme zal... 'Ier op d'oef kom nooitmeer as een kind... een zeun... een doarmee uit."Getroffen keek hij naar haar bleek gezicht met de inschrik vergrote ogen. Hij dacht na. Hij was enig kind,zijn vader ook, zijn grootvader was het ook geweest...verder wist hij het niet meer. Curieus. Maar dat wastoch geen wet voor alle eeuwigheid ? Een curieus toe-val. Maar waarom dacht Margreet, dat er bij hen nouook geen kinderen meer komen zouden ? Ze warenjong. De eerste was er binnen het jaar geweest... Ver-wonderd, zonder hardheid, maar toch verwijtendzei hij :„Wad' oalde j'w eige toch in je kop, zottin... ? 'Oekomd' op de gedachte ?"„Da's zo moar gin inval van mijn... da' wit iederen-deen."Nu werd hij opmerkzaam. Hij stond op en kwam eenpaar stappen dichterbij. Strak vroeg hij :„Wa' wit iederendeen ?"„Wa'k zeeg... dat er 'ier op d'oef moar een kindkomt."„Da's nie moeielijk to wete vor wa' was. Moar wieweet 'et vor wa' komme zal ?"„D'r komt er gin meer... 't Is een vloek..."

88

Page 93: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Met de handen in zijn broekzakken keek hij op haarneer. Hij was ook bleek geworden. Driftig blafte hij :„Wa's da' vor kinderproat... ? Een vloek ?"„Da' witte beter as ikke...! Moar g'emme nie ge-woarschouwd... Da' was je plicht gewiest... G'ad memotte woarschouwe!"In machteloze woede stampte hij op de vloer.„Nou is 't zeker uit, 'ee ?" grauwde hij. „Wie 'ee jeda' smoesje wijsgemoakt... ? Alice, komt er mee vorde pinne, a'ge nie wilt da'k j'w as een kwoaje meidroond j'w oore sloan!"Toen kwam, langzaam, onder tranen en snikken, hetverhaal. Ze had met Maaike hier gezeten en haar ver-teld, dat ze gedacht had weer zwanger te zijn en dathet een vergissing was geweest. De meid had haarmeewarig aangekeken en het hoofd geschud en ietsgemompeld van arm schaap, en zo vreemd gedaan,dat de boerin haar bevolen had te zeggen wat ze ophet hart had, en na veel aarzelen was dan het ver-schrikkelijke er uit gekomen : de boerin van de Hagen-horst zou nooit een tweede kind krijgen, want er lageen vloek op de hoeve, een vloek, die eigenlijk nog eenzegen was. Maaike wist het verhaal van haar moederen die had het weer van de hare, en och, iedereenwist het immers. Het kwam hierop neer :Lang geleden had de Verhagen, die toen op de hoeveboerde, grote verliezen geleden, zo erg, dat de boelverkocht zou moeten worden. Uit wanhoop en schaam-te had hij zich in het wagenhuis opgehangen. Hij hadeen zoon van voor in de twintig en op de avond, nadatde zelfmoordenaar in ongewijde aarde begraven was,kwam er een beer op bezoek bij de jonge boer, die

89

Page 94: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

spoedig van zijn hoeve verjaagd zou worden. En dieheer was Sinjeur de Duvel in hoogst eigen persoon

geweest. Ze hadden een verbond gesloten, waar instond, dat de duivel hem alle denkbare voorspoed zougeven, maar dat het tweede kind van de boer aan zijnHelse Majesteit vervallen zou, en ook weer het tweedekind van de volgende Verhagen en zo voort, net zo

lang als er Verhagens op de Hagenhorst zouden

zitten.Tot verbazing van iedereen had de zoon alle schuldenbetaald en van die dag af ging het hem voor de wind.Alles, wat hij aanpakte, lukte. Hij trouwde met eenboerendochter, die niet alleen rijk, maar ook heel

godvruchtig was, met een grote devotie voor de MoederGods. Toen het eerste kind geboren was, raakte de

jonge hoer in grote angst. Hij durfde zijn vrouw niet

meer aan te raken, en ten slotte heeft hij haar allesopgebiecht. Zij was er ontzettend van geschrokken,maar ze hield zo veel van haar man, dat ze hem inzijn grote nood niet verlaten wou. Ze is naar een heiligman gegaan, die als kluizenaar leefde in een hol op de

hei achter Rucphen, en samen hebben zij een gunstgevraagd en verkregen van de Heilige Maagd : op deHagenhorst zou geen tweede kind geboren worden...op de Hagenhorst zou nooit meer een tweede kind ge-boren worden... Zo werd de duivel van zijn schrikke-lijk loon beroofd, gelijk rechtvaardig is en noodza-

kelijk, want hij moge rondgaan als een briesende

leeuw om zielen te verderven, de ware christendeugdis hem altijd te sterk of althans te slim af. Nooit heefthij een onschuldig Verhagen-zieltje in zijn klauwen

gekregen, maar elk huwelijk op de Hagenhorst is ook

90

Page 95: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

na de geboorte van de zoon in onvruchtbaarheid weg-gedord. De duivel is razend, want hij moet aan hetcontract voldoen en voorspoed schenken. Maar naarzijn beloning kan hij fluiten, want er komt nooit eentweede kind bij een boer, die Bart Verhagen heet enop de Hagenhorst woont. Gelijk iedereen weet en degeschiedenis aantoont... En op die duivelshoeve wasMargreet ingetrouwd... zonder het te weten had zijzich onder de ban van die vloek begeven... Ze zounooit een tweede kind hebben, en altijd in doodsangstleven, dat er wel een komen zou en zij het moest af-staan aan Joostje Pek, die al zo eindeloos veel jaren,van ongeduld stampvoetend, op de loer stond... enhet zeker weg zou sleuren, als het nauwelijks haarschoot verlaten had... Bart had haar tevoren moetenwaarschuwen... ze zou het hem nooit vergeven, dathij haar zo in de vat gelokt had...Bleek en over al zijn leden bevend stond Bart haaraan te kijken. Een dolzinnige woede kookte in zijnbloed. Maar hij dwong zich kalm te blijven. Metschorre stem zei hij :„Meschien gloofde me nie a'k je zeeg, da'k da' mooivertelseltje vandaag vor 't eerst 'oor ?"„Neee."„Toch is 't zo. Ik 'em je dus nie kUnne woarschouwe...Moar a'k je nou es voruit gewoarschouwd 'ad...zouwde dan nie mee me getrouwd zijn ?"„Nooit van m'n leve!"„Mooi... dan wete me, woar amme-n-oan toe zijn...Ik dwieng je tot niks... Ge mot nie bij een vent blijve,die j'w in de kooi gelokt 'eet... Ge kun morrege jeboeltje pakken een noar je moeder vrom goan."

9

Page 96: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Margreet sprong op. Ze keek hem aan met ogen volhaat.„Een Bartje?"„Bartje blefd' ier. Bartjen is't kind van d'oef. A' dentweede vor den duvel is, dan is den eeste van mijn...Doe nou moar wa'ge wilt. Een omt'ouwt di' goed: zofang a' gij oan die zotteproat glooft, bestoade vormijn nie, of a'ge nou 'ier zijt of bij je moeder... D'rzal van mijn nie gezeed zijn a'k er op uit was omkachel'out voor Joosje Pek te moake. Ge kom 'etme moar es vertellen a'ge wijzer gewoore zijt."Snikkend was zij op haar stoel bij de tafel neergezakt.Bart liep met grote stappen de kamer door, rukte dedeur naar het achterhuis open en schreeuwde de don-kere ruimte in:„Maaike!"Een slaperige stem vroeg verschrikt, wat er was.„'Ier komme...! Een sebiet!"Even later verscheen Maaike, een rok haastig omge-gooid, slierten donker haar met bevende vingers on-der haar gehaakte slaapmuts stoppend.„Wad is-t-er goande ?"Zonder haar aan te kijken, antwoordde Bart:„Pak je spulle bij mekoaren een doonder van d'oefaf... op stoande voet..."Met open mond bleef de meid staan kijken.„hoar wa'..."„Ge ken te veul mooie vertelseltjes vor een goei'-uis'ouwster... een ge wit mijn te veul af van verboondemee-t-den duvel... Allem avveceerd' een bietje."Maaike zag de schreiende jonge boerin en begreepwaar de wind vandaan kwam... die stomme geit had

92

Page 97: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

heel de vervaarlijke historie aan d'r man verteld.Maar boer Verhagen was er ook nog. Ze was niet vanplan voetstoots het veld te ruimen. Brutaal zei ze: -„'k Zijn g'uurd deur den boas een nie deur jou! Gijkun me nie wegjoage."Bart was zich niet langer meester, deed een stap naarhaar toe en brulde :„Een toch doen 'k 'et! Een moak nou a'ge weg komtv6Or a'k je d'asses in sloan, serpent!"Maaike hief gillend de armen boven het hoofd. Toenging de deur naar de opkamer open. De boer, inbaaien hemd en blauwe onderbroek, de harige kuitenbloot, de kwast van zijn witte slaapmuts bungelendlangs z'n oor, stond met de ogen tegen het licht teknipperen en vroeg:„Wa' gebeurd' ier ?"„Ik flikker die sloerie d'oef af," schreeuwde Bart.„Een a'ge gin oongelukke wilt zien gebeure, zêgtdan a'ze sebiet opmietert, want ik breek ze denek."Verhagen begreep er niets van, kwam sussend naarvoren, maar Bart sprong plotseling naar de schouw,waar het jachtgeweer altijd geladen hing. Maaikevluchtte gillend het achterhuis in, smeet de deur ach-ter zich dicht. Zijn vader weerhield zijn hand,. dienaar het geweer greep, Margreet jammerde bij detafel met lange uithalen. In huis was gestommel vanwakkergeschrokken yolk.„'Ouw toch stil!" snauwde de boer. „Zijn julliestoapelzot gewoore ? Wa' doet er op ?"Met een enkel woord bracht Bart hem op de hoogte :hoe Maaike aan Margreet dat stomme verhaal ver-

93

Page 98: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

teld had en hoe die het geloofde en totaal overstuurwas. En hij eindigde met flikkerende ogen:„D'een staamp ik d'oef af... een d'aander kan ok goanas ze wilt."De boer schudde het hoofd.„Moar kinders, kinders toch...! 'oe kunde j'w eigenou zo opwinnen over zukk'ouwe-memme-proatjes...!Da's toch t'onnoozel om alleen te loope...!"

Wieste gij dan da' proatje, voader?"„Oach, dad' em ik, ik weet nie 'oelang geleje, wel esg'oord, joa... Ik doch 'at dad' allang uitgestorrevewar... da' flaauw gezeever..."„Noemde gij 'et moar flaauw gezeever," snikte Mar-greet. „Ik voel 'at woar is... 'k 'em 'ier gin grust uurmeer!"Bart wou uitvallen, maar zijn vader wenkte hem tezwijgen. Hij lei zijn hand op de schouder van zijnschoondochter en zei:„Ik zou doar moar es mee meneer pestooren overproate, meske. Ge wit 'a bijgloof een groote zoondenis. Wouwde gij deur boakerproatjes jouw leven eenda' van oons ammoal verbollemoonde? Zij toch wij-zer, kind."Schichtig viel ze uit:„Moar d'r is ier toch altij moar een zeun gewiest?"„Moar, meidlieve, da's toch niks as toeval... Een wieproat er nou van altij ?"„Loat ze moar," viel Bart verbitterd in. „'t Komt erwel van pas. Z'is-t-er niks op gebraand om kinders tekrijge..."„Da's gemeen van je!" stoof Margreet op. „'k 'Em jenooit geweigerd, is 't wel ?"

94

Page 99: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Neee,” beet Bart terug, wit van woede, „ge voelt erveul voor...! Afijn, ge wit wa'k je gezeed 'em... Zoek'et nou verder zellef moar uit... Aju!"Hij ging weg, gooide de deur met een dreunende slagin het slot en liep de werf over naar de paardenstal.In de bergplaats voor het stro ging hij liggen. Zijnhart deed pijn in zijn borst. Pijn hamerde door zijnhoofd. Een wilde lust om aan alles een eind to makenbenauwde hem. Heel die verdomde verwarde boelachter je laten, niks meer hebben, geen hoeve met eenvloek erop, geen familie, geen vrouw, geen kind, niks,arm en vrij leven als een schooier, een daggelder,werken voor wat je nodig hebt, een lekker warm wijfin je nest toveren, een beetje onbekommerd leven enalles achter je laten verrekken... Goed of was je als derijke zoon van de rijke boer Verhagen, de enige zoon,de enige erfgenaam...! Plakten ze ook nog een griezel-sprookje op je bestaan, waar je vrouw de kolder vanin d'r kop kreeg... Hoe kwamen ze in godsherenameop de onzin... ?Plots moest hij aan zijn moeder denken. Zijn moeder,die hij nooit anders gekend had dan stil en vreemd,biddend en naar de kerk lopend; had hij haar ooitzien lachen, vrolijk, zorgeloos horen schertsen... ?Nee... Zij moest het ook geweten hebben...! Zij moesthet ook geloofd hebben...! Heel haar leven was eensterven van angst geweest... Angst voor de geboortevan een wezen, dat voor de duivel bestemd was...angst voor de man, die haar tot moeder van dat wezenmaken zou... Maar... dat waren toch allemaal on-

zinnige praatjes, smerig bijgeloof, waarvoor je ook inde kerk gewaarschuwd werd. Hoe kon dat op vrouwen

95

Page 100: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zo'n invloed hebben ? En als ze zo zeker geloofden aandat contract met Joostje Pek, waarom vertrouwdenze dan niet rustig op de andere helft van het fraaieverhaal : dat Moeder Maria er plezier in had de duiveleen loer to draaien door to zorgen, dat er geen tweedekind kwam...! Ze hadden meer angst voor de mach-teloze boze geest dan voor de ontzaglijke macht vande Moedermaagd... Margreet ging dezelfde weg op...Daar hielp geen praten tegen. Ze zou zich wijs maken,dat de duivel dag en nacht op de hoeve rondloerde,ecnsdeels om de beschreven voorspoed to verzekeren,anderdeels met ongeduld spiedend of eindelijk de buitbinnengehaald zou kunnen worden. Een wonderlijkegast leefde met hen op de Hagenhorst... Als je bijge-lovig was, zou je daar gek van kunnen worden...Met Margreet was het uit, dat voelde hij. Het wasnooit veel geweest. Niet wat hij verwacht had, dat hetworden zou, omdat hij het zó nodig had. Het was hemlangzamerhand duidelijk geworden, dat het nooitbeter zou gaan. Ze pasten eenvoudig niet bij elkaar.Hun manier van zijn en leven verschilde zo veel, dater nooit harmonie zou zijn. Altijd strijd, tegenzin, on-wil, onbevredigdheid. Een vreemde voor je eigenvrouw. Je eigen vrouw een vreemde voor je zelf.Allebei met eigenschappen, die de ander belachelijkvond of stuitend. Juist in de dingen, die je als man envrouw voor elkaar in vuur en vlam moesten brengen.Hij had het moeten weten aan haar onbenaderbarepreutsheid voor ze getrouwd waren. Ze had gelachenom zijn gehunker, tegenzin getoond, was kwaad ge-worden. Hij was gek geweest. Hij had het nog aardiggevonden ook. Die aantrekkelijke kuisheid in een jong

96

Page 101: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

meisje... En nu kwam deze nonsens er ook nog tus-sen... Met Margreet werd het nooit meer iets... datdroombeeld kon hij wel opgeven.En de jonge boer Bart Verhagen had een zeer gevaar-lijke eigenschap : hij hield graag wat hij had, maar alshij eenmaal, terecht of ten onrechte, overtuigd was,dat hij het niet behouden kon, maakte hij zich er ookinnerlijk van los, liet het varen als had hij het nooitgehad. Misschien haakte er ergens nog een klein ver-driet, dat hem van tijd tot tijd kon kwellen, maarniemand merkte daar iets van. Stug en koud vol-hardde hij in zijn cynische houding van volkomenonverschilligheid. In deze nacht liet hij Margreet losen al de dromen, die hij in verband met haar ge-koesterd had, heel het rustige en toch bewogen samen-leven, dat hij zich met haar had voorgesteld. Hij keer-de terug tot de kameraden, die nog vrijgezel waren,had te hooi en te gras een avontuur met een meid ofeen vrouw, begon meer te drinken dan goed voor hemwas en reisde voor de paardenhandel en de -sport veelheen en weer. Hij had veel succes en over het alge-meen weinig plezier.

In September van het jaar, dat op deze winter volgde,kwam Bart Molijn voorgoed naar het dorp terug. Hijwas afgestudeerd en had enige jaren in verschillendenotariaten als candidaat gewerkt in de grote steden.Hij scheen nogal een scheve schaats gereden te hebbenaf en toe, had veel te veel geld uitgegeven en gevaar-lijke vrouwengeschiedenissen gehad, telkens schan-daal veroorzaakt en zijn deftige ouders veel verdrietveroorzaakt. Bart had hem weinig gezien, af en toe

7 97

Page 102: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

een amusante brief gekregen vol vermakelijke zelf-

beschuldigingen en klachten over de onvolmaaktheid

van de menselijke natuur, waarvan hij bij voortdu-

ring het slachtoffer werd. Maar de laatste tijd liep de

notaris stralend rond. Zijn zoon was eindelijk ver-

standig geworden, gedroeg zich voortreffelijk, en ver-

langde er naar zich te vestigen. Tja, natuurlijk : de

liefde...! 't Was eindelijk uit met dat eeuwige geflad-

der. Hij had nou het meisje gevonden, dat hem ge-

temd had en gevangen. Een schoonheid, een grote

naam en veel geld op de koop toe. Die drommelse

kwajongen kwam nog prachtig terecht. Enfin, 't werd

tijd, de aap had hem angsten genoeg aangejaagd met

zijn onbesuisde streken. Nu trouwde hij, maakte een

huwelijksreis naar Italie en kwam dan op het dorp

om het notariaat over te nemen. Zijn vader vond, dat

het tijd werd om te gaan rusten. Hij had een buitentje

gekocht onder Zeist en ging daar een genoeglijke

ouwe dag doorbrengen. Tegen de volgende lente was

Bartje wel volledig ingewerkt en dan moest hij het

verder maar alleen zien klaar te spelen.

Toen de jonge Molijn onverwachts met de diligence

uit de stad aankwam en de eerste verrassing thuis ge-

luwd was, nam hij zijn vrouw mee naar de Hagenhorst

om haar kennis te laten maken met zijn jeugdvriend

en naamgenoot, waarover hij haar veel verteld had in

half spottende, half bewonderende termen, een ruwe

boer, waar een groot man in verborgen stak. Bart was

bezig in de open manege achter de boomgaard een

jonge zwarte ruin voor de draverij onder de man te

dresseren. Chiel stond er met een lange piqueurs-

zweep in de hand hartig bij te vloeken en liet het leer

98

Page 103: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

knallen alsof er met het pistool geschoten werd. Bar thad het driftige dier kort aan de teugel, trok de mondnaar de borst, de sterke nek stond als een boog ge-spannen. Het paard verzette zich woest, snoof enstampte, probeerde te steigeren en toen hij niet opkon komen sloeg hij wild achteruit. Maar Bart zatdiep in het zadel, hield hem onbarmhartig vast enChiel knalde de lange zweep om de uitslaande achter-benen. Eindelijk ging het paard stapvoets, met prach-tige, in drift gespannen bewegingen. Maar zodra Barthet even meer teugel gaf en probeerde het in draf tezetten, wou het in galop wegspringen en het gevechtbegon opnieuw. Bart was blootshoofds, droeg een loswit hemd, een strakke gele rijbroek en laarzen metvinnige kleine sporen. Zijn golvend zwart haar viellangs zijn bruin, verhit gezicht, de kleine knevel stondals een zwarte veeg boven zijn rode mond en hetplukje haar aan zijn onderlip trilde in de bewegingvan het dansende dier. Thilde vond hem niets van eenboer hebben, eerder leek hij op een officier van decavalerie, en bewonderend keek zij aan Bartjes armnaar het ongelooflijke gemak, waarmee hij het woestzich verzettende dier in bedwang hield. Haar man hadhaar teruggehouden onder een grote kerseboom enstond even aandachtig te kij ken als zij . Toen riep Bart :„Pai op, Chiel, ik loat em evetjes goan."Hij boog zich wat vooraver. Plotseling schoot hetpaard weg, in razende galop, vier, vijfmaal de manegerond. Dan dreef hij het met een scherpe bocht naarhet midden en hield het bard in. Het dier steigerdehoog op, en terwijl het weer op zijn vier benen neer-kwam, was Bart er al met een slangachtige beweging

99

Page 104: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

afgegled en, stond naast het hoofd, klopte het lachendop de vochtige nek en voerde het klontjes. Het briesteeven, sloeg driftig met de staart, wreef dan zijn koptegen de schouder van de man.„Bravo!" riep een hoge stem, en er klonk handgeklap.Bart keerde zich om, zag de twee lachend op zichtoekomen.„Bartje!" riep hij verrast.„Dit is Thilde, m'n vrouw," zei Molijn. „Wie jij bent,weet ze allang."„Nee," zei ze, lachend met al haar hagelwitte tandenbloot, „maar nou weet ik het voor altijd : de Centaur!"Bart keek haar aan, vergat haar hand los to laten,voelde zijn knicen trillen... Dat was toch... dat wasMelanie...! Bartje lachte. Hij zag z'n schrik, zag haarbevreemding.„ Ja," zei hij, „ze lijkt onverantwoordelijk veel op haarzuster, maar ze is goddank twaalf jaar jonger... Hijkent Melanie, Thilde..."Dan lachten ze alle drie. Nog bevangen zei Bart:„'t Is een woonder, die gelijkenis... Ik doch werachtiga'k een spook zag."„Dank je wel voor 't compliment."Thilde maakte een reverence. Bart lachte :„Moar een pracht van een spook, Mevrouw!"„Kijk es hier," viel Bartje in. „We moeten hier samenop deze van god en alle mensen verlaten negorij eendeel van ons Leven doorworstelen. Laten we nou geenvervelende complimenten maken en mekaar as lievekinderen zoet bij de naam noemen."„Ik wil meneer z'n paard van dichtbij zien!" riepThilde.

Page 105: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Meneer de boer z'n paard loopt niet weg. Hij heefter nog een paar. En je bent een onhebbelijk wicht,want v6Or z'n paard moet je eerst zijn vrouw en z'nzoon zien. Vooruit, Bart, breng ons naar de troon-zaal.”Lachend gingen ze naar de boerderij terug. Margreetkende de jonge Molijn al. Zij was verlegen tegenoverde elegante jonge vrouw en de hoffelijkheid van denotaris, waarin altijd iets spottends bleef, een heime-lijke vertrouwelijkheid, die prikkelde tot driftig verzeten toch aangenaam was en deed lachen. De blondekleine Bart leek Thilde een engeltje. Hij liet zich zoetknuffelen en drukte schuw zijn kopje tegen haar borst.„Die heeft nou al dezelfde streken als z'n vader," be-weerde Molijn, en zuchtend voegde hij erbij : „Watworden we oud, Bart... Over een paar jaar zit dieknaap op dezelfde banken bij Monsieur Holster, alswaar wij mekaar uitvochten... en 't is jouw zoon...een nieuw geslacht groeit op... het ouwe neigt naarde herfst... foei foei toch!"Toen kwam de oude boer binnen, begroette lachendde gasten, bewonderde de jonge mevrouw:„Dad 'edde nie slecht uitgezocht, meneer de no-toaris."„Kan 'et geen Bartje meer lijen, grootvader?"Verhagen wuifde met de hand.„leder op z'n pick, 'ee ?"„Ik waarschuw je, grootvader," dreigde de ander.„Want dan ga ik jou met meneer aanspreken en ikzet je af, dat je d'r van kreunt."„Ge doe moar," lachte de boer. „Goa zitten eenzegd'es wa'ge drienke wilt."

IOI

Page 106: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Het werd een gezellige visite. Toen ze aan de arm vanhaar man naar huis wandelde, zei Thilde :„Wat een aardige mensen, die Brabantse boeren. EnBart is werkelijk een bizondere man. Er is iets heeleigenaardigs aan hem. Wat denk je van z'n vrouw ?Geloofje, dat ze gelukkig zijn samen?"„Hoezo ?"„Nou, ik vond ze zo... zo koel voor mekaar..."„Boeren laten d'r gevoelens zo gemakkelijk niet zien."„Dat kan wel. Maar dit is toch anders. Ze kijken zovreemd langs elkaar heen... Is 'et jou niet opge-vallen... ? Ze heeft 'em niet een keer zo es even liefaangekeken."„Nou, dat moet jij dan maar voor d'r doen. Dat is jebest toevertrouwd."„Flauwerd...! Zeg liever es, wat jouw indruk was."Zij schudde zijn arm. Hij lachte.„Mijn indruk," zei hij, „is, dat je d'r bliksems vlug bijbent om in het huwelijksleven van mijn vrienden tegaan wroeten. En daaruit concludeer ik voor de zo-veelste maal, dat je een gevaarlijke vrouw bent."Hij wou er niet op ingaan. Maar hij had precies de-zelfde indruk gekregen. Een vreemd koel langs elkaarheen gaan, geen enkele aanraking. Wie het niet wist,•zou nooit denken, dat die twee getrouwd waren... Erdeugde iets niet... Nou ja... in de meeste huwelijkendeugde iets niet... Het zijne was al rot aan de wortelsal kon niemand daar iets van zien... een noodsprongom erger te voorkomen... maar zoiets liep nooit goedaf, en hij wenste zich geen illusies te maken. Met eenbeetje filosofie ging het zonder illusies ook, en beter :zonder schokkende verrassingen. Interessante boeren-

102

Page 107: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

vlegel toch, die Bart. Zat een heer in. De heimelijkezuchttotverdorvenheid van de heer, het ingewikkelde,veel te samengestelde wezen, waardoor hij nooit eengelukkige boer zou worden.Bart was in verwarring achtergebleven. De sprekendegelijkenis van Thilde met haar oudere zuster Melaniehad ontsteltenissen in hem wakker geroepen, die hijdood en vergeten waande. De heftigst gespannen tijdvan zijn leven, toen elke aanraking van een verafgoodwezen een ondraaglijk geluk werd, en de vervullingaller diepste, hoogste, heimelijkste dromen nabijscheen. En hots! daarop : de vat uit de sterren naar deschrikkelijkste vernedering. Plotseling begreep hij nietmeer, hoe hij het overleefd had. En nu was ze terug-gekomen, - Melanie, anders, jonger, mooier, opener,onbevangen vriendschappelijk... de vrouw van Bartje.Zoiets was Bartje weer toegevallen. En hij ging er ge-moedelijk schertsend mee om, een beetje hooghartig,als met een jongere vriend, beschermend en noncha-lant spottend, zoals hij zijn leven lang met Bart ge-daan had. Hield die jonge Molijn nou van Thilde ?Zeker niet zoals Bart dit begreep; ergens van houden,van een vrouw houden, dat betekende : er helemaalin opgaan, je er aan weggooien, er in opbranden... alsje mocht... Kon Bartje Molijn dat ? Hij geloofde hetniet. Bartje was te veel verwend. Van jongs of wasalles op hem toegekomen, had hem overstelpt, vriend-schap, genegenheid, liefde, aanbidding... Hij moestwel denken, dat het hem om een of andere reden vanrechtswege toekwam. Daarom aanvaardde hij hetzonder geestdrift, met neerbuigende vriendelijkheid,beleefd en geamuseerd. Nooit overkwam hem die ver-

103

Page 108: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

stikkende verwondering, dat jachtige hemelgevoel alshem iets groots toeviel... het gevoel,_dat Bart meege-sleurd had, toen hij dacht, dat Melanie van hem hielden elke seconde van dag en nacht een feest ging wor-den... Thilde was een jongere, zuivere Melanie, zon-der verraad... Bartje hield haar naast zich met preciesdezelfde beleefde aandacht als alle andere mensen,dieren en dingen, die hem in handen gegeven werden.Was hij zo slecht of zo dom en verblind... ? Waarhaalde hij de stille kracht vandaan om zo ironisch on-verschillig door het leven te gaan en de grootste kost-baarheden te hanteren, alsof hun waarde hem onbe-kend was, en hem niet interesseerde... hij hoefde nietste doen om ze te winnen, het kon hem niet schelen, alsze uit zijn handen kapot vielen. Zo was het met dierijkeluiskinderen. Gewend om alles te hebben waarze van droomden, beseffen ze van niets de waardemeer. Misschien misten ze daar sommige diepe vreug-den door, maar hun leven groeide zo vol genietingen,dat het toch onbeschrijfelijk gelukkig moest zijn, ver-anderlijk, wisselend, een voortd urend dartelspel,luch-tig, verrassend en opwindend. Dieper dan ooit voeldeBart de smartelijke, jaloerse haat, die hem vastsmeed-de aa,n het luchtige, vlinderachtige wezen van dejonge Molijn, onbegrijpelijk en verblindend, hem be-korend met een kracht, die hij niet weerstaan kon, diehem dwong naast hem te blijven en te trachten te zijnzoals hij. Maar hij was anders. Zwaar als lood was hij,en het vliegen kostte hem ontzaglijke inspanning.Soms dacht hij in deze dagen, dat het hem steeds ge-makkelijker ging vallen naast Bartje te fladderen.Want wat deze van nature had : de luchtige onver-

1 04

Page 109: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

schilligheid tegenover alles wat van geweldige waardemocht lijken, werd hem door het leven opgedrongen.Alles waaraan hij zich ooit met zijn woest uitschietendgevoel gehecht had, waar hij zich in vastgebeten hadals een wolf, waar hij zich in gevreten had met de be-zetenheid van een Wilde, waar hij in razend verlangende hemel van verwacht had, was hem ontgleden; hetwas hem ruw afgenomen, het had hem tegen het hartgetrapt, het was voos en hol gebleken, het was onderzijn hete handen verschrompeld, verdord, tot as ge-warden. Beter te zijn en te doen als Bartje, die ditallemaal door een gelukkige voorbeschikking leek teweten en een pantser droeg waarop alles afstuitte zon-der te wonden. Hij was afgunstig op zijn aangeborenlevenskunst, hij haatte hem, omdat hij zo'n opvallendzonnekind was, maar hij moest hem bewonderen ennaast hem blijven en trachten te warden als hij. Envan hem houden of hij wou of niet...Zij gingen veel met elkaar om. Thilde kwam graagop de boerderij, wou alles weten, vroeg honderd uiten praatte uren lang met Margreet, liep met haarrand, adoreerde de kleine Bart en liet zich plezierigbewonderen en aanbidden door het yolk, dat spoedigEfewonnen was door haar vroliike vriendelijkheid.Margreet werd levendiger, vond schertsende woor-den, luisterde met belangstelling naar Bartjes dwazeof opwindende verhalen van studentenjool of reis-avonturen. Zij bloosde en maakte zich kwaad, als dejonge Molijn op losse toon en zonder de minsteschaamte over amoureuze belevingen sprak en er eenof andere cynische moraal aan verbond, en vroegThilde of ze die schandelijke praat wou aanhoren, en

103

Page 110: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

of dat nou allemaal zo gebeurd was, en of ze nietjaloers was op die blauwbaard ? Maar Thilde scha-terde en zei:„Vermoedelijk is de helft bluf, of hij vertelt nog nieteens de helft. Maar dat was voor mijn tijd, en hij heefteerlijk gebiecht."„Een beterschap beloofd ?" vroeg Bart grinne-kend.„Naar beste krachten," zei Molijn nederig, „zoals eenoprecht biechteling betaamt..."„'t Is een monster," zei Thilde, lachend naar zijntwinkelende ogen en schijnheilig berouwvol gezicht,„maar monsters zijn er om door zachtaardige wezensgetemd te worden..."„Een a'ze nie te temme zijn ?" vroeg Margreettwijfelend.Thilde maakte een energieke beweging met de handen antwoordde:„Dan volgt de gerechte wraak."„Snijd'em dan z'n kop of?" vroeg Bart lachend.„Dan verwoest ik zijn ziel," verklaarde Thilde pathe-tisch.Haar man zuchtte en zei schouderophalend :„Dat zal je moeilijk vallen, liefste... een ruine ver-woesten is onbegonnen werk... die wordt alleen maarschilderachtiger, geheimzinniger en nog gevaarlijkeren aantrekkelijker..."Margreet fronste de wenkbrauwen, zich inspannendom het gesprek te kunnen volgen, dat haar een beetjebeangstte, omdat het rook naar heiligschennende din-gen. Maar Thilde lachte hartelijk, trok hem aan zijnhaar en zei:

ro6

Page 111: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Verwaande kwast...! Hij is nog trots op z'n verdor-venheid ook!”„Maar als ik nou niks anders heb om trots op te zijn ?"riep Bartje klagelijk.„Een slechte vent," zei Margreet later tegen Bart. „Zoslecht a't woater diep is."„Wellek woater ?" vroeg Bart spottend. „Een wa'witte gij van de slechtig'ed van de manne ?"„Alle maanskerels zijn slecht, d'r dugt er gin een."„Da's de vrullie d'r schuld," kaatste haar man. „Prak-kezeert doar moar es over."Nu had hij moeten lachen, zoals zijn vriend gedaanzou hebben, maar hij werd kwaad en liep weg, on-tevreden op zichzelf. Hij dacht te veel aan Thilde,droomde, dat ze Melanie was en hem prikkelde totstoeien en vrijen, dan keek Bartje hier of daar met eenonnozel spottend gezicht om een hoek en knipoogdetegen hem. Maar Thilde gaf hem geen aanleiding.Gedrieen reden zij paard, gevieren gingen zij wel naarde markten in de omliggende steden, Thilde was eenvrolijke kameraad en niets meer. Toch bracht ze hemop slechte gedachten en verlangens. Ze was een vrouwen vrouwen waren levende verleidingen voor mannen,

_ . .ule olueu 111 Milt Lut Itauttc.u. v

bloed geen bevrediging vond... Margreet had hemnooit gevraagd weer haar man te zijn, en hij vratliever de vingers van zijn handen, dan zich voor haarte vernederen. Al spookten er tien Thildes door zijndromen.

Tegen het einde van de winter kreeg boer Verhagenlongontsteking en stierf binnen een week. Een ge-

1 07

Page 112: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zonde, sterke man van voor in de vijftig, die er uitzagof hij het eeuwige leven zelf was. Zondags nog hoes-tend in de bank van de kerkmeesters, Zaterdags daar-op begraven. De Verhagens werden niet oud : dathoorde op een of andere manier bij de vloek, die opde Hagenhorst lag, en waarover in die dagen weervlijtig gemompeld werd.Bart was diep geschokt door de onverwachte doodvan zijn vader. Hij had een grote eerbied voor destugge, vierkante figuur, die zo vast zijn plaats in hetleven wist en zich daar zo trouw en onverzettelijk aanhield. Een trots man, streng en hard, maar die mede-lijden kende, goedheid voor misdeelden, en ieder hetzijne gunde. Een achtbaar en geacht man, die zijnzwakheden niet ontkende of meer verheimelijkte dannoodzakelijk was, vroom zonder femelarij, een strengmeester voor zijn yolk, maar ook een vriend als ze hemnodig hadden. Een rnachtige boer met de aartsvader-lijke allure, die al meer en meer verloren ging in dewereld.Bart dacht na over zichzelf en zijn vader. Hij voelde,dat hij anders was en het leven van zijn vader nooitzou aankunnen. Hij had hem niet durven vragen ofzijn moeder werkelijk door vrees voor de legende vande gevloekte voorvader gebroken was, en vader hadhet onderwerp nooit aangeroerd. Bart wist, dat deboer uit nood met andere vrouwen verkeerd had, maarhet leek hem zo onschuldig, zo mechanisch bij na, zon-der lust of opgejaagde verbeeldingen. Goed en ge-duldig was hij geweest voor de vrouw, die hem geenvrouw meer zijn kon, tot het laatste toe. Nooit hadiemand aanleiding gehad haar niet to behandelen met

1o8

Page 113: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

al de eerbied, die de boerin toekwam... Zou hij datlevenslang volhouden tegenover Margreet ? Nee, datzou hij zeker niet, dat voelde hij elke dag sterker...Zwijgend zat hij met zijn vrouw in Molijns kantoortegenover de oude notaris en zijn zoon en luisterdenaar het korte testament, dat hem tot enig erfgenaamverklaarde, afgezien van een som voor de kerk, eenvoor de armen van de gemeente en kleine legaten voorenkele oude getrouwen, waaronder Maaike. De no-taxis somde dan de bezittingen op, de grond en op-stallen onbezwaard, hypotheken op andere boerde-rijen, huizen en enkele schepen, effecten in staats-papieren, spoorwegen en fabrieken, eigendommen inde stad, waar Bart geen vermoeden van had, een kleinvermogen in baar, dat nog geen belegging had gevon-den en door de notaris bewaard en beheerd werd.Bart was diep verbaasd over het eindbedrag. Hij hadaltijd geweten, dat zij tot de rijkste boeren gerekendwerden. Nu wist hij eerst, dat hij zeer rijk was, duize-lingwekkend rijk. Dat was het resultaa -t van geslach-tenlange stoere en gelukkige arbeid op een hoeve,waar altijd maar een kind was. Een fabuleuze toe-neming van bezit en aldoor in een enkele hand ge-bleven... 1Nu was nu er neer en 1116CbLCI :—zijn testament vroeg zijn vader Gods zegen overzijn werk en vermaande hem op zijn beurt hetfamiliebezit te vergroten. De slotwoorden van denotaris drongen maar vaag tot hem door :„Grote verantwoordelijkheid... zware verplichtin-gen... zorgen overal... harde, eerlijke arbeid... eenoude, grote naam in de streek op te houden... adelverplicht, boerenadel niet het minst... waakzaamheid

109

Page 114: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

bij dag en bij nacht... opzien naar den Almachtige...werken zolang het dag is... het leven der mensen is alshet gras... voetsporen van eerbiedwaardige voorvade-ren... sober leven en zalig sterven... het besef eennuttig mens te zijn geweest... een voorbeeld voorvelen... jong, sterk, voortvarend... een lang, mooileven, geadeld door arbeid en traditie... grote moge-lijkheden... werken, werken en nog eens werken..."Even ving Bart een blik op van zijn vriend, die overde saamgelegde vingertoppen naar hem keek, een blikvan spottende verstandhouding, en de plechtige woor-den van de oude notaris kregen meteen iets zalvends,klonken opgeschroefd als een slechte preek en even.belachelijk. Ten slotte vroeg deze hem te willen na-denken over een verstandige helegging van het lossegeld; hij had er al herhaaldelijk met de overledeneover gesproken en zou een dezer dagen met voorstel-len komen. Bart knik.te verstrooid.Thuis liep hij rusteloos rond, zat lang aan de hogelessenaar van de opkamer, waar nog een dikke porte-feuille met bankpapier lag, grote , duizendenguldens. Rijk was hij. Onnoemelijk rijk. Een schat-rijke boer. Een rijk man. Met een vrouw en eenkind... De wereld lag voor hem open. Hij zou alleskunnen zien. Alles kunnen kopen. Alles kunnen ge-nieten. Overal heen kunnen reizen... Als ie geen boerwas...Maar hij was een boer.Gebonden aan zijn hoeve. Aan zijn grond. Aan zijnpaarden en vee. Aan de eeuwigdurende arbeid en dehandel om de producten. Hij dacht weer aan zijnvader, een rijk man. Hoe was zijn leven geweest ?

11 0

Page 115: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Vroeg op, lange dagen werken, zwaar boereneten,vroeg naar bed, een trieste vrouw, onnozele uitspan-ning, wat boogschieten en kegelen en kaartspelen omstuivers, een pint bier, een borrel klare jenever, eenkermisroes, carnavalspret, een reisje met het zangers-koor van de kerk. Hij had Antwerpen gezien, een-maal Brussel, Rotterdam en Den Haag misschientwee of drie keer. Verder de markten van de stadjesin de buurt. Een festival, de laatste jaren, door hem,wat harddraverijen. Hij had hazen geschoten op zijneigen grond of en toe. En verder had hij gewerkt engerekend en aldoor meer geld naar de notaris ge-bracht. En nauwelijks vijftig jaar oud had een long.ontsteking hem neergeslagen. Uit. Een mooi leven,zei meneer de notaris. Een voorbeeldig leven...Was dat een mooi leven... ? Een leven voor een rijkman... ? Waarom leefde de notaris dan ook niet zo... ?Waarom stonden de rijke jongens, die hij, door Bartjegekend had, dan ook niet om vier uur op om paardente verzorgen, te drenken en naar het veld te rijden ?Waarom leerden ze aan de hogeschool? Waaromzwierven ze door de bergen van Zwitserland, als deboeren met hun mooie leven hun rug voelden brekenbij het oogstgezwoeg, terwijl de gloeiende zon het velvan hun gezicht, nek en armen beet ? Waarom gingde notaris, die vijf-en-vijftig was, op een buiten bijZeist luieren, terwijl een Boer doorpeesde tot hij erdood bij neerviel of van gebrekkigheid niet meer meekon en in een hoekje bij de haard zijn laatste jarenverkniesde, sakkerend op iedereen, omdat niemandhard genoeg ploeterde ? Erg verlangend om 66k zomooi te leven waren ze blijkbaar niet, de rijke

Page 116: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

sen... Ze vonden het een mooi leven voor een boer,maar zelf leefden ze maar liever een beetje anders.Notaris was zeker niet rijker dan vader. Bart had welgemerkt, met wat een eerbied hij de eindeloze reeksbezittingen opgesomd had en hoe hij onder de indrukwas van het eindcijfer. Maar zoals de notaris en zijnfamilie leefden, zo mocht Bart niet leven. Want BartVerhagen van de Hagenhorst was een boer en moesteen mooi leven leiden: vroeg op, hard werken, veelgeld verdienen, zijn rijkdom vergroten en door denotaris laten beheren, luttel armzalig plezier, rond-wroeten in de molshoop van zijn boerderij, zijn zoonnog weer rijker achterlaten, die er ook weer niet an-ders van mocht genieten dan in een blind ploeteraars-leven... het mooie leven van de grote boer. Noemdenze dat soms: boerenbedrog... ?Het denken hierover wand hem op, maakte hem op-standig. Het kwam hem dwaas voor, zo rijk te zijn eneen heel leven hard te zwoegen om nog rijker te wor-den zonder van die rijkdom te profiteren. Er was zo-veel te genieten in het leven. De wereld was zo grooten zo mooi. Wat had Bartje al genoten en gezien, datzijn neus voorbijgegaan was... ? Had hij geen geld ge-noeg om net zo'n princesselijk vrouwtje in zijn bed tehalen als Thilde ? Hij kon hebben wat hij wou. Maaromdat hij een boer was, verwachtten ze van hem, dathij al die mooie dingen niet zou willen, alleen verlan-gen zou te mogen werken tot hij krom trok en omviel,naast een vrouw, die bang was een tweede kind vanhem te krijgen, omdat dit door de duivel gehaald zouworden... Een zottin, zo koud als ijs. Rijk was hij enjong, in de bloei van zijn jaren, sterk en gezond, met

112

Page 117: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

schuimend bloed., En hij zou zich voor de ploeg latenspannen als een reusachtig, gedwee werkpaard en metde kop naar de grond voortsjokken tot het einde,ploegen en vreten en slapen en ploegen en vreten enslapen en ploegen... ? Nee, bij God, dat zou hij niet!Dat kregen ze van Bart Verhagen, die bulkte van hetgeld, niet gedaan...!Hij ondervond al dadelijk, wat er van hem verwachtwerd. Tot nogtoe had hij zich in hoofdzaak alleenbezig gehouden met de fokkerij van vee en paardenen de dressuur. Daarvoor had hij Chiel naast zich eneen vijftal stalknechts. Hij had er zijn handen tamelijkvol aan. Maar nu viel plotseling de verantwoordingvoor het ganse bedrijf op hem alleen en met verbazingbemerkte hij, wat een berg werk door zijn vader ver-zet was. Hij werd ongeduldig, als hii niet da.deliik tiegegevens kon vinden, die hij nodig had. Margreetsuste: het kwam wel terecht, het was een kwestie vangewoonte, hij moest er even ingroeien. Ze was merk-waardig behulpzaam, stil en eerbiedig, als had zij nueerst ontdekt met wat een machtige boer zij getrouwdwas. De cijfers van de notaris hadden haar doen dui-zelen. Zij had het nog niet kunnen verwerken. En methet verstrijken der dagen werd zij steeds onrustiger.De onverwachte dood van vader Verhagen, van wiezij veel hield en tegen wie zij hoog opzag, had haarsterk aangegrepen. Hij was immers nog in de krachtvan zijn jaren, nooit ziek of kwakkelend en eensklapslag hij, na dat korte, felle lijden en de heftige doods-strijd, als een zware boom geveld. Zij kende het ver-haal, dat bij de vloek over de hoeve ook de vroegedood van de boer hoorde en huiverde bij de bevesti-

8

I13

Page 118: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ging van het praatje door dit sterfgeval. Heftiger danooit woelde de angst. En nu drong het steeds duide-lijker tot haar door, dat deze grote rijkdom der Ver-hagens onnatuurlijk was. Geen boer was ooit zo rijkgeweest. Dat was geen zuivere koffie... daar stak eengeheim achter, het gruwelijke geheim van het ver-bond met de duivel. Dat kon immers niet anders...!En hier moest zij in leven...! Van dit geld moest zijmeeprofiteren...! Haar verdoemenis zou zij er voorkopen... Er kon op dit alles geen zegen rusten... Alsde duivel begon te begrijpen, dat ook hier geen tweedekind geboren werd, zou hij kwaad worden, eerst haaren dan Bart, jong nog, de nek omwringen... de boerin-nen werden hier niet eens vijftig jaar... Schuwer nogontweek zij haar man. Was ze hier ma.ar nooit ge-komen!... Had ze het toch maar eerder geweten!...Meneer pastoor had haar uitgelachen en h.aar daarnastreng vermaand: zij mocht zulk godslasterlijk bijge-loof niet tot haar hart toelaten, dat waren goddelozebakersprookjes, dom, onnozel en zondig. Er was op deVerhagens niets aan te inerken, brave menseii, god-vruchtig en liefdadig, en wier harde arbeid door Godzichtbaar gezegend werd. Dat ze maar een kind had-den, was droevig genoeg, maar ook dat was in Godshand. Moeder Verhagen had heel wat kaarsen latenbranden en missen laten lezen en beewegen meege-lopen voor een bizondere intentie, en meneer Pastoorwist wel voor welke. Haar bede was niet verhoord,jammer genoeg, maar met bespottelijke griezelver-halen was zij nooit aangekomen. Hoe kon een jonge,gezonde vrouw na enkele jaren huwelijk wanhopenaan een tweede kind en zich zulke nonsens in het hoofd

I 14

Page 119: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

halen! Ze moest maar bidden en hopen en afwachten.Ze had hem niet durven vertellen, dat ze niet meer bijhaar man sliep. Ze was weggegaan, ongetroost, nietovertuigd. Hoe kon de pastoor weten, dat het nietwaar was ? Een mens kOn toch een verbond sluitenmet de duivel ? De pastoor op haar dorp had in degrote lering zelf verteld, dat b.v. de vrijmetselaarsdat ook deden en sommige gevaarlijke godloochenaarsen oproermakers. Ze konden hier op aarde alles vanhem loskrijgen, maar wee in het hiernamaals!... Enmeneer pastoor kon onmogelijk weten wat zo'n vroe-gere Verhagen had gedaan en hoe hij een vloek opzijn boerderij gehaald had.En nu vader Verhagen in eens dood was, en ze vanhet onnatuurlijk vele geld wist, werd ze elke dag ang-stiger. Ze zou het liefst weggelopen zijn, als ze maargeweten had waarheen. Bart merkte met bevreem-ding op, dat wat hij voor een wat spotachtig waarge-nomen eerbied gehouden had, een steeds toenemendeschuwheid was. Hij keek verwonderd naar haarvreemd gedrag, zag haar schrik als hij haar onver-wacht riep, bemerkte, dat zij heel de nacht een lampliet branden in de grote kamer waar zij sliep. Hijpraatte er over met de jonge Molijn. Deze stuurdeThilde er op af, maar Margreet liet niets los. Ze waseen beetje van streek na vaders dood, een beetje bangin het grote huis, dat zo hol en leeg leek nu. Het zouwel overgaan. Ze zou er wel aan gewend raken.Bart besloot met haar te spreken. Hij hield dit nietlanger uit. Er moest een eind aan komen. Maar voorhij er toe kwam, begon zij op een avond zelf. Hij zatrekeningen door te kijken en zij naaide aan kleertjes

11 5

Page 120: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

voor de kleine jongen. Plotseling hief ze het hoofd op,legde haar naaiwerk op tafel, en zei:„Bart... me motten es proate."Hij keek op, wreef met de hand over zijn stoppeligekin, en schoof de papieren langzaam van zich af.„Da' motte me net," antwoordde hij. „Komt er moares mee vor den dag. Wad' edd' op je lever ?"Zij beet zich op de lippen, frutselde met nerveuzevingers aan , het kindergoed, zweeg. Hij haalde zijnpijp en tabaksdoos te voorschijn-, en stopte. Zij keekeven naar hem, ontmoette zijn harde, onderzoekendeblik, sloeg haastig de ogen neer. Hij stak zijn pijp aanen wachtte rokend... En als ze hem nu eens vroeg,weer bij haar te komen slapen en te leven als vroeger?Zou hij er blij om zijn ?... Hij wist het niet en dat ver-bitterde hem tegen haar. Zo koud en leeg had ze zijnhart gemaakt, koud en ieeg als zijn huis. Eindelijkkwam haar eerste woord :„Ik... ik 'ouw 'et 'ier nie meer uit, Bart!"„Ik ok nie... zo nie," antwoordde hij kort.Weerzweegzij en hij wachtte. Na een poosje vroeg hij„Nog altij 'et ouwe smoesje ?"Zij knikte, een zo grote angst in haar ogen, dat mede-lijden hem bewoog. Maar hij verhardde zich tegenhaar redeloze dwaasheid. Stug zei hij :„A'ge 't 'ier nie uit kunt 'ouwe... dan motte weg-goan."„Da' wil ik ok..."Het kwam onverwacht, en schielijk als een noodkreet.Toen het onherroepelijke woord gezegd was, viel eenschrik in hem. Waarom ? Het was het beste. Hetmoest er toch van komen. Met een vrouw, die op

116

Page 121: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zulke gedachten zo lang broeien kon, was niets te be-ginnen.„Woar wouwde noar toe ?"„Noar moeders."„As ze je doar 'emme wille."Verschrikt keek zij hem aan. Misschien had zij het-zelfde gedacht.Haar ogen liepen vol tranen. Zij liet het hoofd op dearmen vallen en begon te schreien. Dan kwamen dewoorden. De angst, die nooit afliet. De gedachten, diespookten in de nacht. De vrees voor verschrikkelijkedingen, die niet uit konden blijven. De gekmakendevoorstelling van de onheilspellende geest, over dehoeve warend en loerend op zijn beloofde prooi, dienooit kwam. De wraak op de vrouwen en mannen,die hem bedrogen, en die hij vroeg liet sterven. Deafschuw van de boerderij en het onbegrijpelijk velegeld, waarop geen zegen rustte, maar een zwarevloek. Ze kon het niet meer verdragen, haar hartscheurde van angst, haar hoofd barstte van ontzetting,zij was er zeker van, dat de duivel op haar loerde ornhaar wat aan te doen.Hij luisterde. Aanvankelijk medelijdend, als naar eenkind, dat zich nodeloos overstuur maakt. Allengs ge-ergerd : hoe kon een volwassen mens zich zulke dingenin z'n hoofd halen, zich er zo dolzinnig aan overgeven,heel zijn leven er aan versmijten ? Dat was niet nor-maal meer. Dat mocht je niet verdragen. Daar kon jezelf aan te gronde gaan. Zoiets moest je van je af-gooien, van je wegtrappen, of je ging er mee aankapot. Hij had er nou genoeg van. Hij had eerlijk ge-wacht, tot de .malligheid uit haar hersens gewaaid

117

Page 122: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zou zijn. Maar zij maakte het steeds erger. Hoe lang

had ze hem zichzelf al onthouden ? Hem gedwongen

als een monnik te leven of als een vrouw-enjager ? Het

was mooi geweest... Toen ze zweeg, zei hij met eenstem, die klonk als ijzer, zonder de minste trilling van

ontroering:„'t Is goed. Morregenoched om acht ure breng Chiel

je mee 't gerij noar 'uis. Je goed za'k j'w achternoar

sture."Snel vroeg ze:„Eel]. 't kind ?... Ik mag Bartjes toch meeneme ?"

Hij schudde het hoofd.„Bartje blefd' ier."Ontzet hief zij haar betraand gezicht naar hem op.

„Bart toch!"„Mijn zeun 'oord op d'oef. Da's een Ver'oagen,

'ee ?... Een 't is den oudste... doar 'eet den duvel ginmacht over, da' witte toch ?... Gij kun goan, moar

't kind blefd' ier."Hij stond op. Haar tanden klapperden. Zij plukteaan haar bevende lippen. Hij hoorde haar mompelen :

„Bartje... m'n jongeske... need... need toch, 'ee,

Bart ?"...Hij moest de tanden op elkaar bijten om niet zelf in

tranen uit te barsten, haar in zijn armen te nemenen te bezweren alles weer goed te laten zijn. Maar hetkon niet meer, ze had hem te veel aangedaan, ze zouhem ook zijn zoon nog willen afnemen, hem moeder-

ziel alleen, naakt als een rat achterlaten op de ver-vloekte hoeve. Hij was niets voor haar. Ze dacht al-leen aan zichzelf. Dan moest ze 't ook maar alleen uit-zoeken. Hij had zijn laatste woord gesproken.

118

Page 123: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

En zo ontzettend was haar angst, dat zij de volgendemorgen alleen in het rijtuig stapte, bleek als een dode,met holle, van een slapeloze nacht brandende ogen,bevend over al haar leden.Ver in de velden zat Bart onbeweeglijk op zijn zwartehengst en zag het gele gerij met de glimmende zwartekap op hoge wielen over de dijk rollers. De klepperdraafde vrolijk, telkens bliksemde de morgenzon inzijn blank gesleten ijzers... Daar ging zijn vrouw, demoeder van zijn zoon... Hoeveel dromen van weligjong geluk rolden daar tussen de oude olmen naar hetnoorden ?... Voorbij... Alles ging voorbij... Alleswaar hij verwachtingen op gesteld had... Het rijtuigrolde de aprel of naar de polderweg, verzonk spoor-loos achter de hoge dijk... Met de harde mouw vanzijn mouwvest veegde hij driftig twee grote tranenvan zijn wangen, die plotseling uit zijn ogen gespron-gen waren. Hij keerde zijn paard, liet het moedelooswegstappen... Voorbij...

Laat in de middag kwam Chiel terug.Een uur later was Margreets vader er. Bart sloot zichmet de oude boer op in de grote kamer. De vaderbegon op to spelen. Dat ging zo maar niet! Je konje vrouw maar niet wegdoen als een versleten meubel.Bart hief de hand op.„'k Em ze nie weggedoan. Z'is gegoan...! 'Ee zeniet verteld woarom ?"„boar kon 'k gin touwen oan vastknoope. Ou' wijve-proat van den duvel een een vloek op 't uis... Eenkinderruzie... da's gadzamme..."„Liaterd' es, voader. Die kinderproat is z'in d'r kop

I 19

Page 124: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gesloge. Om die kinderproat sloap z'al in gin joarmeer bij me. Vor die kinderproat is ze zo bang ge-wooren a'z' ier nie meer dorf te blijve. 'k 'Em ge-proat as Brugman, meneer pestoor 'ee nog meer ge-proat. Z'ee nie willen 'oore. Ze moes weg. Een z'eetd'r zin."„Moar doar goan 'k nie mee accoord. Ge mot zevrom neme."„A' gij ze van die proatjes kunt genezen een as zevrom komt uit d'r eige vrije wil, een as m'n vrouw,verstoade, as m'n vrouw, die Ore bij me sloapt, dankan ze komme. Moar ik leef nie mee een zottin in'uis."Onthutst zat de oude man hem aan te kijken.„Zottin," herhaalde hij haperend. „Ze schreeuwdena'ze zot wier 'ier... Meschien is z'al wel zot... Jirre-kristes toch... Oons Grietje..."„Zo'n voart zal 't nie loope," suste Bart, toch ookverschrikt door de plotse gedachte. „Loat 'er bijjullie moar es evetjes bij komme, een week of zo. Ginmeins 'oeft er z'n moond oan te stoote. Ze komd' eenbietje bij d'r ouwers op feziete, da' kom toch voor... ?Over acht doage zumme weer zien. Ik stuur je denotoaris om alles te beproate. Moar da' zeg ik je,voader: ze kom vrom as m'n wijf, 'eemoal... of zebleft er uit... 'oe, da' zumme dan wel zien..."„Moar da' kunde toch nie meene, Bart!"„Da' meen ik, een doar blijf ik bij."Ongetroost moest de oude man vertrekken, nog meeroverstuur dan hij gekomen was. 's Avonds zat Bart bijMolijn. De oude notaris was een paar dagen geledenmet zijn vrouw afgereisd.

120

Page 125: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Zij zaten in de tuinkamer, die sinds hun komst geheelanders was ingericht. Bartje luisterde naar het ver-haal met een strak gezicht, waarover af en toe eenglimlachje speelde. Thilde was een en al aandacht.Haar levendig gezicht volgde in wisselende uitdruk-king alle fazen van Barts sober, maar bewogen ver-haal. Zij was vol verbazing, ontzetting, afschuw,medelijden. Een zodanig conflict tengevolge van eenbakersprookje, dat aan de middeleeuwen herinnerde ?Wat leefde er in de hersens en de ziel van zo'n boeren-vrouw ? Margreet had zo'n sympathieke indruk ophaar gemaakt, intelligent, rustig en beheerst. Ze vondhaar bepaald mooi en heel karakteristiek zoals ze's Zondags naar de kerk ging in haar donkere kierenmet de mooie kanten plooimuts, waarbinnen haarblond gezicht iets madonna-achtigs kreeg, fris onderde vrolijke warreling van het feestelijke kroontje metnagemaakte oranjebloesem. Ze had af en toe eendwalende, vaag verschrikte blik in haar heel blauweogen, maar Thilde had nooit vermoed, dat daar zo'nvreemde, diepe oorzaak voor was. Heel die verwarde,bezeten geschiedenis lag oneindig ver buiten Thildesgeestessfeer. Toch trilde er, diep in haar, iets mee,waardoor zij Margreet volgen kon in haar ziekelijkereacties. Een oer-oude angst voor dingen, die de ver-borgen geheimen des levens bedreigen, duistere din-gen, broeiend in het onbewuste, het instinctieve, voorhet heldere verstand ontoegankelijk, onbereikbaar,niet to beinvloeden. Mannen kenden dat misschienniet zo. Zij vond Margreets gedrag dom, dwaas,wreed en belachelijk, onredelijk en bekrompen, maarzij kon haar toch niet voluit veroordelen, want iets in

121

Page 126: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

haar antwoordde op de radeloze kreet om hulp uitdie ontwrichte vrouwenziel. Onderzoekend keek zijnaar het gekwelde gezicht van de jonge Boer, die inzijn eigenaardig dialect, dat zij zo aantrekkelijk vond,moeizaam zocht naar decente woorden om te sprekenover de trieste verwording van zijn huwelijksleven.Zij had een levendig temperament en haar erotischeverbeelding was in het samenleven met de geraffineer-de Molijn sterk geprikkeld geraakt. Zij begreep Bartsnood en ontreddering in onvoldaanheid volkomen enbloosde in het halfduister, omdat zij het zo goed be-greep en zo'n groot, warm medelijden met hem had,de behoefte voelde hem moederlijk te troosten, al washij tien jaar ouder bijna dan zij.Toen Bart zweeg, bleef het een poosje stil. Het don-kere geheim hing als een dreiging tussen hen in deschemerige kamer. Thilde zuchtte diep. Eindelijk zeiMolij n :„Een lamme historie, Bart... Wat denk je d'r zelf van ?„Ik deink niks," antwoordde deze schouderophalend.„Ik weet einkel a'k er m'n buik vol van 'em. Ze kanvrom komme zoa'k gezeed 'em, een aanders blef zed'r uit. Bij d'r ouwers of erreges aanders, da' mot zezellef wete. Z'oef gin arremoei te lije... ze kan krijgewa' z'emme wilt. Moar ik kan nie mee een wasse popin 'uis leve, da' verdom ik langer... 't een of't aander."„Wou je scheiden ?"„Da' kunne me nie. Roomse meinse kunne niescheie."„Als je bewijzen kunt, dat je vrouw gemeenschapweigert, is er kans, dat de Kerk het huwelijk ont-bindt."

122

Page 127: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Ik zijn nie van plan om dad' iederendeen oan z'nneus t'ange.”Er was schaamte in zijn stem. De notaris verborg zijnglimlach in een kuchje, merkte dan op :„Schandaal komt er hier toch van."„Da' kan me nie verschille... 'k 'Em gin meinsnoodig."Toen kwam Thildes stem:„Zeg es, Bart... hou je nog van Margreet ?"Hij keek riaar haar smal figuurtje, dat donker scha-duwde tegen het venster, en scheen na te denken.Molijn glimlachte geamuseerd. Vrouwen kwamenaltijd dadelijk tot de kern aller dingen, menend, datdaarmee alles gezegd zou zijn, en beseften niet, datjuist de bijkomstige omstandigheden, die zij zo ple-zierig plachten te verwaarlozen, de doorslag gaven.Bart schokschouderde.„Ik weet 'et nie," antwoordde hij moedeloos. „'Oekan een man veul blijven 'ouwe van een vrouw, die...die niks mee 'em te doen wilt 'emme?"Dan schaamde hij zich voor zijn zwakheid, richttezich hoger op en vervolgde hard :„Trouwes... doar goaget nie meer om. Ze wit woara't op stoat. Z'eed acht doage tijd om d'r over tedeinke... Wilde gij kommede week vor me noar d'rtoe goan om t'oore wa't zijn zal, Bartje ?"„Als je daar heil in ziet..."Bart sloeg met de vuist op de leuning van zijn stoel.„'Eil of gin 'eil, d'r mot nou gekoze woore... Alles ofniks... ge wit 'oe a'k zijn."„Als jullie het goed vinden, wil ik over een paar dageneens met haar gaan praten," viel Thilde in. „Mis-

123

Page 128: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

schien dat een vrouw haar beter tot rede brengen kandan een man... 't Gaat ten slotte om... om zulkesubtiele dingen, waar een vrouw moeilijk met eenman vertrouwelijk over spreken kan."Verrast keken de mannen elkaar aan. Bart knikte.„A'ge zo vriendelijk zou wille zijn, Thilde... da' wasmeschien 'et beste."„Welja," viel Molijn opgelucht in, „natuurlijk... Eenvrouw kan zoiets met veel meer takt behandelen."Hij had tegen het korvee opgezien als tegen eenberg. Zijn luchthartige aard verzette zich tegende inmenging in zulke zwaarwichtige en triestedingen.Thilde ging. En kwam verschrikt en verslagen terug.Ze had Margreet in bed gevonden, ziek en apathisch.In de boerderij hing de sfeer van een sterfhuis. Devader en moeder hadden enkel oog voor het schan-daal en hun boereneer, hielden hardnekkig aan, dathun dochter aan het eind van de week op de gesteldevoorwaarden naar haar man terug zou gaan, be-schouwden dat eenvoudig als een uitgemaakte zaak.Maar Margreet, alleen met Thilde, had gezworen,dat ze niet terugging, nooit meer. Liever alles, danop de Hagenhorst langzaam gewurgd te worden doorde angst, die misschien niet anders was dan de klauwvan de duivel zelf. Hoe Thilde ook gepraat had, erwas niets te bereiken, ze durfde niet met Bart slapen,ze wou geen kind, dat aan de duivel beloofd was...aldoor dezelfde verbijsterende onzin.Zij zat in de tuinkamer op haar mans knie, toen zehem het ontstellende verhaal deed. Verstrooid speeldezij met zijn bakkebaarden en keek peinzend naar zijn

1 24

Page 129: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

bezorgd gezicht, waar toch een spottend trekje opbleef dralen. Aarzelend vroeg ze:„Geloofjij, dat er vrouwen zijn met zo'n grote tegen-zin in de omgang met mannen, dat ze tot alles instaat zijn om er van of te komen ?"Verrast keek hij naar haar blozend gezichtje met deneergeslagen ogen.„Kreeg je die indruk van Margreet ?"„Op een ogenblik dacht ik daaraan, ja."Hij haalde de schouders op.„Ik ben zo'n monster nog nooit tegen gekomen," zeihij nadenkend. „Maar misschien zijn ze d'r wel..."Hij dacht weer na, streelde verstrooid over haar heup,vervolgde dan:„Ik heb Margreet daar nooit voor aangezien. Ze lijktme gezond genoeg en ze moet temperament hebbenook. Maar ze maakte wel een beetje slaperige indruk,vond ik... erotisch gesproken dan... 't Schijnt dat ervrouwen zijn, die alleen door een bepaald type be-koord en gewekt kunnen worden. Voor elk ander heb-ben ze een onoverwinnelijke tegenzin... Misschienheeft Margreet haar type nog niet gevonden..."„Acme Bart."„Arnie Margreet... voor haar is 'et toch het ergste...Ze heeft het hoogste, het heerlijkste nog niet gekend...Gek is dat: ik heb de overtuiging, dat Margreet meteen andere man een geweldige passie zou kunnenbeleven."„Hoe kom je daarbij ?"„'k Weet niet. Haar hele wezen... ze is zo door endoor vrouwelijk... Haar manier om je ineens ver-wonderd aan te kijken, of ze je voor 't eerst zag... met

125

Page 130: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zo'n vragende bilk, net als een heel jong meisje doenkan, dat begint te vermoeden wat voor gevaren enverrukkingener voor haar in de andere sexe schuilen."Thilde huiverde even en gaf hem een tik tegen zijnneus. Pruilend zei ze:

weet veel te veel van vrouwen af, jij..."„Nooit genoeg, liefje," antwoordde hij en boog hethoofd voor de kla.p, die hij verwachtte.Maar zij roefelde enkel zijn haar in de war.„Kan je nooit es ernstig zijn?"„Nee, schatje."„ Je maakt van het hele leven een spelletje."„ Ja, engel."„Maar dat is 'et niet... Is dat tussen Bart en Mar-greet soms ook een spelletje ?"„Zeker, kindje... een lelijk spelletje. Ze zijn teleur-gesteld en weten niet waarom. Dan worden de men-sen kwaad en stout. Stoute kinderen maken dingenkapot en snijden hun vingers aan de scherven..."„Probeer jij aan 't eind van de week de scherven maarte krammen."Hij zuchtte diep, trok haar als een kind in zijn armenen kuste haar in de hals onder haar oor, tot ze begonte lachen en spartelde om los te komen. Zo eindigdenaltijd haar pogingen om ernstig met hem te pr. aten.Maar de jonge notaris Molijn behoefde zijn pijnlijkeopdracht niet te vervullen. Op de avond voor heteinde van de overeengekomen bedenktijd kwam eenknecht van Margreets vader op een schuimend paardaangeraasd, om baas Verhagen het verschrikkelijkeongeluk mede te delen: die voormiddag was de jongeboerin een wandeling gaan maken. Toen ze maar niet

126

Page 131: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

terugkwam, waren ze gaan zoeken en hadden haar opde schorren in een kreek gevonden. Ze was verdron-ken... waarschijnlijk uitgegleden op de brokkeligeoeverrand, terwij1 het vloed was en er veel water in dekreek stond... toen ze haar bij laag water vonden, lagze bijna helemaal op het droge... dood...Bart liet de man in de keuken eten en drinken gevenvoor hij hem terugstuurde met de boodschap, dat hijde volgende morgen kwam. De knecht keek hem ver-wonderd in het bleek-verstorven gezicht: morgenpas ?Het nieuws vloog het dorp over. Een uur naderhandkwam de notaris met zijn vrouw. Zij vonden Bart inde grote kamer, waar alleen een klein lampje brand-de op de schouw. Thilde sloeg de armen om zijn halsen kuste hem op beide wangen:„O, Bart... wat vreselijk..."Zij snikte met het hoofd tegen zijn schouder.Hij voelde haar tranen op zijn gezicht. Hij klopte haareven op de rug, duwde haar aan de schouders zachtjesvan zich of en zei:„Stil moar, meske... stil moar... 't is zo meschien 'etbeste."Schreiend zat ze aan de tafel, bang voor zijn strakgezicht, dat vermagerd leek, zijn klankloze, koudestem was een pijn in haar oren.Molijn drukte zijn vriend zwijgend de hand. Hij waszeer verward door deze onverwachte afloop. Eindelijkvroeg hij met onzekere stem:„Kan ik iets voor je doen, Bart?"De boer schudde het hoofd.„Goat er bij zitte."

127

Page 132: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Het bleef lang stil. Alleen het onderdrukte snikkenvan de geschrokken Thilde was of en toe te horen.Dan vroeg Molijn aarzelend :„Denk je..."Hij sprak het woord niet uit. Bart knikte. Met de-zelfde toonloze, onbewogen stem zei hij :„Doar is gin twijfel oan. Z'eet er een end oan ge-moakt. Ze kon den aandere weg nie goan... Ik deinkda' ze wezelijk d'r verstaand kwijt was... Deur da'stom bijgloof of deur wad' aanders... da' weet ik nie...Moar ze kon d'r leve nie meer oan... toen 'ee ze di'gekoze... Niks oan te doen..."„'t Is zo vreselijk," fluisterde Thilde snuffend.„Meschien," antwoordde Bart. „Leve tege je zin eenje gemoed in is meschien nog aarger... Die dood is, dieis teminste veilig voor 'et leve. Da's veul gewonne."Molijn knikte. Thilde keek met afgrijzen n.aar de tweemannen, die het er over eens schenen, dat de doodeen begerenswaardig jets was, beter dan het leven...Kon er iets beter zijn d.an het leven... ? Heel haarjeugd kwam in opstand. Het was blasphemie zo overhet leven te spreken, het heerlijke, warme, voile leven,dat pas began en nog zo oneindig veel beloofde. Zezou graag in de armen van haar man gevlucht zijn,maar dat durfde zij niet voor de ander, wiens vrouwdaar ver weg op die andere boerderij lag, koud enverstijfd, verdronken in het slijkerige water van eenkreek tussen de schorren, waar de meeuwen zwermenen de wulpen roepen als klagende kinderen... Zojong nog... zo bloedig jong... Hoe kon iemand zojong afstand doen van het leven... ? Wat was er danin het leven, dat je het weg kon werpen als een rotte

128

Page 133: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

vrucht, waar je van walgde... ? Ze zou later nog vaakdenken aan dit van tranen en ontzetting gezwollenuur, zonder dat de bitterheid van haar gedachtener door verzacht werd.Margreet werd in het familiegraf van de Verhagensbijgezet na een plechtige Mis van Requiem, wantover zelfmoord was geen woord gesproken. Maar doorhet dorp, dat voor zover mogelijk in zijn geheel bij debegrafenis tegenwoordig was, slopen vage geruchten,samengeweven uit wat men gehoord had van het yolkop de boerderij, en waarin de vloek, die op de Hagen-horst rustte, een groot aandeel had. Vrouwen kekende jonge boer met zijn strak gezicht meewarig na,maar in hun medelijden lag angst gemengd en zijmoesten zich bedwingen om niet gauw een kruisje temaken...Op de Hagenhorst speelde de kleine Bart met zijnhouten paardje, spande het voor een doos vol blokkenen probeerde net te vloeken als de knechts deden,wanneer hun paarden zich verzetten. De handen vanvrouwen en meiden waren in die dagen heel zachtvoor hem en hij liet zich graag koesteren.

Wat broeide er in de stugge kop van de jonge, rijkeboer Verhagen, die zo plotseling weduwnaar ge-worden was ? Hij sprak niet veel, toonde zich vriende-lijk en streng in het bedrijf, reed te paard door develden, had overal het oog op en gaf op achtelozetoon zijn bevelen en opdrachten, zeker dat zij stiptzouden worden uitgevoerd. Hij vertoonde zich niet opkermissen of feesten, noodde niemand bij zich, maarkwam veel bij de notaris, waar hij geheel als huis-

9 129

Page 134: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

genoot behandeld werd. Thilde had veel sympathie

voor hem en respecteerde de stille, sterke terughou-ding, waarmee hij de zware slag droeg. Ze zag hemin een eigenaardig romantisch licht. De zwaar be-proefde jonge man en vader, op tragische wijze be-roofd van zijn mooie vrouw. De legende van de vloek

op zijn hoeve was een bakerpraatje natuurlijk, maarhet was toch de oorzaak van heel dat gespannen,

dramatische gebeuren, waarvan zij getuige geweestwas, en het maakte hem tot de belangwekkende heldvan een somber en boeiend verhaal. Zij voelde zichgevleid door de stille aandacht, waarmee hij naarhaar luisterde, terwijl zijn harder geworden Brij zeogen al haar bewegingen volgden, alsof hij keek naarhet spel van een sierlijk poesje, dat hem zacht be-koorde. Hij liet haar vertellen van haar jeugd, volgdenauwkeurig de beschrijving van haar thuis, eenpatricisch buiten in het Gelderse. Het liefste was haarde grote tuinkamer geweest, een zaal bijna, met wijdevensters en openslaande deuren naar de Franse tuin,die in twee terrassen afliep naar een vijver met water-

lelies, goudvissen en grote karpers, die uit je handkwamen eten, als je neerhurkte op de marmeren trap,

waar aan iedere kant een dolfijn zijn gekronkeldestaart in de lucht stak en uit zijn open bek een bredegulp water in het bassin spuwde. De tuinkamer hadeen parketvloer, waarop je heerlijk dansen kon. Danwerd het grate tapijt, dat haar overgrootvader, dieeen gezant was, zelf uit Perzie had meegebracht, op-gerold en met man en macht naar de gang of op het

terras gesleept, want het was ontilbaar zwaar. Als zehaar ogen dicht deed, kon ze meubel voor meubel

130

Page 135: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zien. Vooral 66n hoek, waar het groen-en-oudrosedamasten behang zijn diepste gloed had en tweeempireluchters boven een brede Turkse divan in deschemering zo'n heerlijk gouden kaarsengloed spreid-den... Wat had ze daar als kind geravot met haarvader en met de grote dog Pluto, een leeuw vankracht en een woesteling, maar die het minste gebaarvan haar handje gehoorzaamde als een schoot-poedeltje. En later, als ze met vacantie van kostschoolthuis was, hoeveel uren had ze daar niet liggen lezen,en dromen van alles wat ze doen zou, van de landen,die ze ontdekken, de helden, die ze veroveren wou...Ja, toen had ze nooit gedacht, dat ze nog es trouwenzou met een notaris, die haar weg zou sluiten in eendorp achter in de Brabantse klei... Maar die verdui-velde Molijn had al le prinsen, zeevaarders en veld-maarschalken uit haar fantasie op de vlucht gejaagden heel alleen hun aller plaats ingenomen.„Een Boar zitte nou mee een loompen Broabaansenboer op je kap," zei Bart.„Als je nog eens zoiets zegt, vertel ik je nooit meerwat," di eigde zij verstoord. „Ik heb jou graag in huis.je kan een boer zijn, en meer innerlijke beschavinghebben dan een salonjonker."„Daank. je, Thilleke, da' doe m'n boeren'art goed."Wat een bloem van een vrouwtje die Molijn ge-troffen •ad. Het vuur van Melanie zat ook in haar,vast, maar ze was honderdmaal liever, zo zacht enzonder kunsten. Ze deed zo haar best hem .afleidingte bezorgen, hem boven zijn verdriet uit te helpen.En hij had eigenlijk niet eens verdriet. Hij was alleenverbitterd en vol wrok. Het was zo stom geweest alle-

1 31

Page 136: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

maal, zo hard en liefdeloos, zo bot en plomp envenijnig. En zo nutteloos. Hij had het goed gemeend.Telkens als hij het goed gemeend had, was er eenharde klap op zijn hersens gevolgd. Ze zouen van zijngoede bedoelingen niet veel last meer hebben in hetvervolg...Ze vertelde weer over de fabuleuze tuinkamer vanhaar meisjesjaren. Wat een jeugd zo'n vrouwtje gehadhad...! Geen wonder, dat je dan opgroeide tot eenwezentje, dat je haast niet met je handen durfde aan-raken uit angst, dat je 't breken zou. En waar toch degloed in stak, die je hart en je hele lijf in vlammenkon jagen, als ze het wilden. Als je voor het geluk ge-boren was in een rijkeluishuis, zoals Bartje Molijn.Niet voor een knokige boer van de Hagenhorst, dieniet eens een boerendochter ontdooien kon, en allesverkeerd deed wat hij aanpakte. Die alleen maar rijkwas, plomp rijk, ontzettend boers rijk. En een boermocht niet aan zijn rijkdom komen om zulke mooiedromen to verwerkelijken als waarvan Thilde nouvertelde. De rijkdom van een boer behoorde niet aanhem, maar aan de hoeve, die rijkdom kleefde aan deklei en de mest, gaf geen lust, geen schoonheid, geenluchtig, blij leven, maar zorg en moeite, arbeid eneeuwig gereken... Wat zei ze nou: Melanie?„Slaap je... ? Bart heeft me verteld, dat je Melaniegekend hebt, m'n zuster."„ Joa... dad' is zo... moar amper een dag of tien..."„Ze is hertrouwd met een kolonel, veel ouder dan zij,en naar Indie gegaan."„Is ze doar nog?"„Nwnee... Melanie is altijd... eh... onberekenbaar

132

Page 137: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

geweest... ze is met een Engelse bankier weggelopen...Ze zit nou ergens in Australia, geloof ik."„ Joa... z'ad waarm bloed, da' wefke."Thilde keek hem aan.„Hoe weet jij dat?"„Oach... da' ziede toch..."Thilde streek een lokje haar van het voorhoofd,lachte dan:„ Ja, dat schijnen mannen gauw to merken... Daar,nou kan je es zien, hoe vertrouwelijk ik al met je ben,want eigenlijk is Melanie een verboden onderwerpvoor de fatsoenlijke vrouwen in onze familie."„Vertel liever nog moar es wa' van die mooie tuin-koamer."Een student, een kolonel, een bankier... die mochtenzo'n Melanie allemaal wel hebben... Een Boer mochter es aan snuffelen, omdat ze dat ook wel evenaardig vond, en dan kreeg ie met het puntige schoen-tje een schop onder z'n bombazijnen boerenbroek...Zelfs als ze niet deugden zoals die Melanie, bleven zekieskeurig... Nou, beter zo... Maar Thilde wasanders. Die haalde hem niet aan. Die behandeldehem als een gelijke, als een goeie vriend, als een soorttoevallig gevonden broer. Hij zou nooit genoeg naarhaar kunnen kijken. Er was niets op de wereld zomooi en zo lief als dat vrouwtje met haar zacht, don-ker gezicht; als ze liep wiegde ze bijna onmerkbaar inhaar wijde zijden kleed, haar bovenlijf met de rondeborsten spande zo fier en sierlijk in de corsage, maarze prikkelde hem nooit tot slechte gedachten. Daar-om kon hij zo rustig met haar praten en naar haarluisteren. Kwam nooit een verlangen hem bewegen ?

133

Page 138: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

0 ja, het was er altijd, maar het was een ver en zachtverlangen, dat nooit voerde tot voorstellingen, die eenfatsoenlijke vrouw zouden kunnen kwetsen. Het was

een verlangen als een dromerige muziek op de achter-grond, net als wanneer hij met Bartje op zijn werk-

kamer boven een fles wijn dronk en zij zat benedenaan haar kleine vleugelpiano en speelde... zij praatten

over allerlei dingen en luisterden niet naar de muziek,

maar jets in je luisterde toch en neuriede mee... Zo waszijn verlangen, jets stils en heel moois, zonder boos-aardigheid, onlichamelijk. Het wekte alleen maar dedringende wil iets voor haar te doen, waar ze blijom zou zijn... zoals hij haar op haar verjaardag in

Mei zijn beste draver gegeven had voor de dogcart,die ze van haar man kreeg. Ze mende zelf en had het

moeilijke paard goed in de hand. Het had een briefjeom de nek, waarop in Barts hard en wat stijf schriftgeschreven stond: „Voor alle hartelijkheid". Ze wasverschrikt geweest om het kostbare geschenk, maarblij en verrukt als een kind, toen haar man haar zei,het aan te nemen: het was immers tussen hen afge-sproken...! Hij wou wel iedere dag jets doen om haarblij te maken. Nog nooit had hij zo'n rustig gevoel

voor een vrouw gehad, en hij was haar daar dank-baar voor. Hij kon wel wat rust in zijn gehavende zielgebruiken. Het stormde er nog genoeg, zo erg soms,dat hij er zelf bang van werd. Dat vermoeide zo.Maar zij gaf rust, vrede...

Op een avond had hij taken besproken met zijn

vriend, regelingengetroffen en gecijferd. Daarna zatenze beneden bij de open tuindeuren, een zoele zomer-nacht vol sprankelende sterren stond over de oude

134

Page 139: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

tuin, waar de wind vermoeid ritselde in het zwarelover. Zij dronken Thildes lievelingsdrank: koeleMoezelwijn uit grote groene roemers met geringdevoet en sierlijk ingeetste wingerdblaren. Toen zeiMolijn :„Weet je wel, Thilde, dat deze jongeman heel rijk is,rijker dan jij en ik samen ooit zijn zullen ?"Thilde lachte.„Dat is prettig voor hem."Bart keek glimlachend van de een naar de ander.Toen zei hij, wat hij de laatste tijd zo vaak bedachthad:„Een boer is nooit rijk. Zijn 'oef is rijk. Moar'ij magop z'n best leven as een man die-t-er een bietje goedbij zit... zuinig oan, want 'ij mag nie oan 't geld vand'oef komme."„Maar dat is toch waanzin," riep Thilde.„Sjuust," viel Bart haar bij. „Een 't 'ee nou in oonzefemilie lang genog geduurd. Ik goan nou es mee da'verdommes geld omsprienge net of a'k gin boer was.A'geld plezier kan geve, dan 'oal ik er al 'et plezieruit dat er in zit."„Dat is een prijzenswaardig besluit!" grinnikte zijnvriend. „Als je hulp nodig hebt, spreek je maar."„ Jullie zulle me veul motten 'ellepe." verklaardeBart. „Uri a'ge nou van de week es tijd 'ed, komt danes een middeg bij me. Ik goan d'oef verbouwen eendoar motte me bij roaie."„Van schuren en stallen weet je meer dan ik." .;,Schuren een stallen 'em ik genog. D'r mot wad'aanders komme."„Wat dan, Bart?" vroeg Thilde nieuwsgierig.

135

Page 140: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Da's vor jou een vroag een vor mijn een weet,”lachte Bart. „boar blefde gij nou es mee je nuskebuite, meid. Gij meug'et pas zien a't kaant een kloaris."Ze trok een pruilend gezicht, maar hij maakte haarniet wijzer. En haar man moest zweren, dat hij haarnooit iets verraden zou, want anders mocht hij niethelpen, geen raad geven en ook niets zien voor hetgereed was. Zij gaven elkaar plechtig de hand en lie-ten Thilde razen.Er kwam een geheimzinnige tijd. Niet alleen voorThilde, maar ook voor het dorp. Er werd iets ver-bouwd of bijgebouwd op de Hagenhorst. Maar hetgebeurde achter een hope schutting, door vreemdearbeiders onder leiding van een vreemde aannemer,en niemand van hen was aan het praten te krijgen:zij mochten niets vertellen. Aan geruchten ontbrakhet niet, maar geen mens kwam achter de waarheid.Heel de zomer door en heel het najaar werd er ge-bouwd, gehamerd en geklopt. Af en toe kwamen ergeheimzinnige overdekte wagens in de avond aan enwerden achter de schutting gereden om gelost teworden.Thilde was aanvankelijk bijna ziek van nieuwsgierig-heid geweest. Ze had gepruild, geruzied, gesmeekt, ge-huild, maar het had haar niets geholpen. De mannenbleven onvermurwbaar: sommige geheimen warengevaarlijk voor oningewijden. Haar man en zijnvriend waren soms dagenlang weg. Voor zaken. Zijmoesten naar Amsterdam, naar Antwerpen, naarDen Bosch. Waarvoor ? Voor zaken. Wat voor zaken ?Zaken. Wat wisten vrouwen nou van zaken... ? Zij

136

Page 141: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

grinnikten en knipoogden tegen elkaar als samen-zweerders. Thilde begreep, dat zij geplaagd werd,bedwong zich, vroeg niet meer. Wat kon het haar ookschelen ? Er werd verbouwd aan de oude boerderij.Een nieuw woonhuis, zeien ze in het dorp, of nieuwer-wetse stallen voor de fijnere paarden, of een melkhuiszoals er in Holland waren, en waarin boter gemaaktwerd met machines, vreselijk vlug. Niemand wist erhet fijne van. Die twee grote kwajongens hadden erplezier in het hele dorp razend nieuwsgierig to maken.In December ging zij met haar man voor acht dagenlogeren bij diens ouders. Gezellige dagen waren het.De oude notaris had er al een aardige kring vanvrienden en kennissen. Er was een groot concert inUtrecht, er was een bal op het kasteel van een galanteoude baron, er was een jachtpartij, gevolgd door eennogal wilde maaltijd, de dagen vlogen om.Toen ze terugkwamen en Thilde dacht, da,t ze in destad de diligence zouden nemen naar het dorp, zag ze,dat Bart Verhagen hen opwachtte met een nieuwrijtuig, een soort gerieflijke reiswagen, breed en soe-pel in de veren. Er stonden twee precies eendereappelschimmels voor, jonge, driftige dieren, die onge-duldig het vuur uit de keien sloegen. Een troepjenieuwsgierigen stond om het veel bewonderde span enhet glanzende rijtuig geschaard. Bart zelf was feeste-lijk uitgedost, zijn kleren hadden iets boers en ietsheerachtigs tegelijkertijd en stonden hem goed. Ver-baasd keek Thilde van hem naar het rijtuig en danweer naar hem. Hij straalde van gezondheid, krachten een jongensachtige blijheid. Zijn ogen schitterden.„Welkom 'ier," zei hij, hen de hand drukkend. „Ik

137

Page 142: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

kom jullie moar evetjes 'oale, da's gerieflijker... Stap

moar in."

Thilde dankte, lachte, wou eerst de paarden en hetrijtuig bewonderen, maar zij werd naar binnen ge-duwd. Bart kwam bij hen zitten. Chief kiom op de

bok met de koffers. Briesend zetten de paarden aan.In de vallende schemer reden zij de stad uit, de grote

landweg op. Thilde kwam niet uitgeroepen over het

nieuwe rijtuig en de mooie paarden en de hartelijkeattentie om hen van het spoor te halen en hun devervelende rit in de krakende en hotsende ouwe

• diligence te besparen. Het was een rit van twee uren.Bij de Hagenhorst ging het rijtuig de dijk af en dewerf op.

„Breng je ons niet thuis ?" vroeg Thilde.

„ Joawelle," lachte Bart, „strak... Eest motte nogwa' zien een 'ier een stuksken ete."Hij bracht hen binnen in de grote kamer, waar tegende buitenmuur een hope, donker purperen portiêrehing. Thilde keek er verbaasd naar. De mannen

lachten, en toen zij er haastig op toe wou gaan, hieldde boer haar aan de arm tegen:

„Nog evetjes geduld, Thilde... Doe je maantel uit eenj'w 'oed af... Doar achter die gerdijnen is de verras-

sing: de verbouwing, die ge nou zien meugt. Eest eenbietje bijkomme van de rit. Een glaske portwijn ?"Thilde was opgewonden van nieuwsgierigheid enongeduld. Maar de mannen drukten haar plagend in

een stoel, dwongen haar rustig een glas port te drin-ken, en praatten over onverschillige dingen. Zij zat tepopelen op haar stoel. Eindelijk stond Bart op en zeilachend:

138

Page 143: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Kom, da' mevrouwke goa nog dood van nieuws-gierig'ed... Allee, Bartje, doe ze d'r blinddoek voor,clan mag ze noar binne.”„Een blinddoek ?"„ Ja, mevrouw," lei haar man ernstig uit, „niemandmag de grot van de tovenaar binnengaan zonderblinddoek."Lachend liet zij zich blinddoeken. Zij hoorde dezware portieres klapperend terzijde slaan, een deurwerd geopend. Door haar man geleid liep ze voort.Achter haar ging de deur dicht.„Loat ze nou moar kijke."Barts stem klonk als in een grote ruimte.De blinddoek viel.Thilde gaf een zachte schreeuw, werd bleek, vouwdede handen voor de borst.„O000h!"Zij stond in haar lievelingskamer, de zaal-achtigetuinkamer van haar kinder- en meisjesjaren. Tot inelk detail nauwkeurig nagebouwd, gedecoreerd, ge-meubeld, verlicht. De grote Turkse divan in de hoekmet de empireluchters, waarop de kaarsenvlammentrilden. De Engelse gravures, het damasten behang,de beschilderde panelen. De hoge vensters, de kristal-len kroon, de parketvloer, de open haard met desierlijke gedraaide kolommen, alles, alles. Een grotewarmte kwam in haar hart, een groot heimwee, eenwonderlijke dankbaarheid, een overstelpende vreug-de en door alles heen een onbestemde angst als vooreen spookachtig gebeuren, waarachter onheil dreigenkon. Maar de vreugde om de verrassing sloeg alleandere gewaarwordingen weg. Met tranen op de

139

Page 144: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

wangen sprong zij Bart om de hals en kuste hem. Hijhield haar even tegen zich aangedrukt, een beetjebleek. Maar hij keek op haar neer als op een kind, dathij een genoegen had willen doen, tevreden omdat zijblij was. Zij vond niet veel woorden, begon rondte lopen, bekeek alles, slaakte uitroepen van ver-bazing en bewondering, ging op de divan zitten, dehanden in de schoot, overzag langzaam heel dekamer, haar ogen liepen weer vol tranen.„Kom," zei Bart, „loat oons oan toafel goan, want ikvlieg in braand van den 'onger."Het was een uitgebreid diner. De kok van het grotehotel uit de stad was gekomen om het gereed te ma-ken, en twee kellners waren gehuurd om te bedienen.Er waren oesters en pasteien, zwezerik en patrijzen,zoete nagerechten en vruchten. Er waren volle, oudewijnen, er was champagne, er was een bedwelmendgeurende oude cognac bij de koffie. En toen ze rondde kleine tafel bij de haard zaten met hun kleine kop-jes en de kelken donker goudkleurig fonkelendelikeur, zei Bart:„an did' is nou 'et begin van een nieuw leve. Ikscheer d'r uit mee da' stom boeregevroet. Ik neemeen jongen boer as rentmeester, een een strengeboerin as 'uis'ouwster op d'oef. Ik woor 'eereboer.Ik doen net precies zoveul as woar a'k zin in 'em.Een 'eele rij Ver'oages 'emme d'r eige krom een doodgesjouwd 'ier op d'oef, een geld op geld gestoapeldom 'em nog een bietje grooter een nog een bietjerijker achter te loate vor d'r zeun. Ik 'em bekaantdartig joar van m'n leve net zo gedoan, moar nou 'emik er genog van. Veul moois 'em ik nog nie tegege-

140

Page 145: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

komme. Die altij mee z'n neus noar de groond goatzie nie veul van de wereld... Gullie wit da' zo nie.G'e van de wieg of in de zon geleefd, noar mooiedienge gekeke, noar mooie dienge gelnsterd, geleerd,gereisd, as vrije meinse deur 't leve gegoan. Een kleinbietjen 'em ik van jullie geleerd, moar nog blange niegenog. Om een 'eer te woore zijn 'k t'oud... da' wil ikok nie. Ik blijf een Boer, ik blijf op d'oef, moar de zonzal 'ier binnekomme, een wa' vor geld genote kanwoore, da' wil ik geniete. Een jullie motte me-n-ellepe,me spoorwijs moake, meedoen... Ik wil nie uitge-lache woore, zij grust. Ik vroag nie om in de grootewereld te meuge kommen oonder beronnen eengroave... doar 'oor ik nie thuis. Ik wil gin eer 'emme,moar plezier, een mooi leve, vrij een mooi. Thilde-n-ee me-n-op den inval van deze koamer gebrocht,Bartjen 'ee me g'ollepen om 'em te bouwe zoat ie zijnmoes, 'ij 'ee me g'ollepen om de wijnkelder in te rich-ten een dezen oaved tot oons eeste feest te moake.Vandoag 'em ik voor den eeste keer volop geleefd,volop gevoeld, wad' een meins mee z'n geld doen motom 'et weerd te zijn... Dad' em ik oan jullie te daan-ken een da' vergeet ik nie. Jullie zijn m'n eenigstewezelijke vrienden een da' motte blijve... Dezekoamer is 'et begin. 'k 'Em 'em gebouwd vor oonsdrieen en vor Thillekes nog meer as vor Bartjes eenmijn... Ik 'oop jullie d'r veul te zien. Ge mot net doenof 't jullie koamer tuis is. A' Thilde d'r zijn wilt...'ier is de sleutel... ge kunt er altij in, of ik er ben ofnie... een commendeer moar wa' g'emme wilt... zetulle j'w 'ier g'oorzoamen as de boazin... Afgesproke?Zoonder compelemênte...!"

14 1

Page 146: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Molijn drukte hem lachend de hand. Thilde zat naarhem te kijken, geboeid, ontroerd, de onbestemdeangst bewoog opnieuw in haar. Ze vond hem aan-doenlijk en had om een of andere duistere reden methem te doen. Ze vond hem kinderlijk, jongensachtig,zij voelde iets verkeerds in hem, zijn beroep op henontroerde en verontrustte haar. Zij vond hem vreemd.Zijn gespannen gezicht met de kleine zwarte knevelen het ironische sikje aan de onderlip deed haar vaagdenken aan een overmoedige avonturier, maar hetbleef iets houden van de stugge trots der grote boeren,en de vragende ogen, die ze hard, somber en dwin-gend kende, waren die van een verlangend kind,dromend van een feest, dat komen moest... Maarzulke feesten konden nooit de hoogheid van de droombenaderen... • Zij begreep de levenshonger in dezesterke jonge man, ze had door Bartje gehoord vanzijn jeugd, van Melanie, van Trezeke. Ze had ietsaangevoeld van de strijd, de onbevredigdheid in dezestormachtige ziel, tussen twee werelden geslingerd,gekweld door verlangen naar het onbereikbare. Zijnvreselijk leven met Margreet en de tragische oplossingdaarvan hadden haar diep geschokt. Haar ontsteldmedelijden had haar heel dicht bij hem gebracht, be-angstigend dicht soms, dichter dan hij durfde ver-moeden en zij wenste. Dat hij steeds op de eerbiedigeafstand bleef, die de verhoudingen eisten, waardeerdezij als een weinig boerse fijngevoeligheid. Zijn groteedelmoedigheid had haar vaak getroffen en van-avond volkomen overweldigd. Dat hij zo gereageerdhad op haar dromerig praten over vroeger, had haarwonderlijk ontroerd en gestreeld, veel dieper geraakt

142

Page 147: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

dan hij ooit zou mogen weten. Hij had wel een zeerongewone gevoeligheid voor een Boer, en zijn zwijgen-de verering voor haar moest wel heel groot zijn. Zijwas tien jaar jonger dan hij, maar iets in haar wasouder en maakte zich moederlijk bezorgd over hem,zou hem willen beschermen, waarschuwen voor ge-varen, die hem bedreigden. Maar welke gevaren ?Hij had heel veel geld en wou er van genieten. Hij wasveel to kort gekomen in zijn leven en wou er wat vanterug winnen. Hij wou mooie dingen hebben, zien enhoren. Hij was innerlijk verdord en verkild. Hij zochtwat sier, wat bloei, wat warmte. Wat kon daar tegenzijn ? Ze vond niets dan de instinctieve angst voor eengevaar, dat zij niet noemen kon, en schaamde zich:gunde zij Bart het licht niet, dat hij zocht ? Zij moesthem de hulp geven, die hij haar vroeg, hem, die zolief voor haar geweest was en als beloning enkel vroeg:geniet met mij mee... ? Zij wist wel wat hem ontbrak:een vrouw, die zijn leven vulde, zijn hart en zijn zin-nen. Een mooie vrouw, wier leven ook door hem ge-vuld zou worden, een levende, warm menselijkevrouw, die zijn vreemde, verwikkelde wezen be-grijpen kon, edelmoedigheid voor edelmoedigheidgeven... En als zij aan die vrouw dacht, schokte eenkleine, spitse ijverzucht in haar op. Zij vond zichzelfonredelijk...

Er werd veel gepraat over de achtereenvolgende ver-anderingen op de Hagenhorst. Eerst die rare kasteel-kamer, aan het oude huis gebouwd als een vlag opeen modderschuit... en wat dat allemaal een geld ge-kost had! Driemaal die winter was er feest geweest,

143

Page 148: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

een compleet bal tot diep in de nacht, met onwennigeboerenparen en mensen uit de stad, die er helemaalniet bij hoorden, en Mevrouw van de notaris, die errond ging als een koningin en de baas van 't hele spul.Wijn werd er gedronken en champagne, die de boerenlachend „kroalekesbier" noemden, maar er was ookbrandewijn en cognac, advocaat en boerenjongensvoor wie iets hartigers verlangden. De boerenvriendenhadden het maar half aardig gevonden met al diestadse stoepschijters er bij, die zo fijn deden en danstenof ze bang waren voor hun tenen en voor de vloer, ener nog handschoenen bij aantrokken ook. Er wasbovendien schande van gesproken, omdat de jongeboerin nog geen jaar dood was, de rouwtijd nog langniet verstreken...Maar nog veel meer werd er gepraat, toen Bart eenvreemde vent op de hoeve haalde, een boerenzoonvan onder de Klundert; Jef van Willigen heette hij;het was de derde zoon van een boer, hij had geeste-lijke moeten worden, maar na zijn tweede wijdinghad hij er de brui aan gegeven en was thuisgekomen.Hij wou en hij zou boer worden en alle donderenderuzies en gevloek van zijn vader en broers weerhieldenhem niet. Die kwam nu op de Hagenhorst, niet alseerste knecht of zo, maar als leider van heel het be-drijf, als boer zelf zogezegd, hij moest „baas" ge-noemd worden en heette rentmeester. Rentmeester!Alsof Bart Verhagen baron geworden was en nietmeer wist wat hij met zijn geld moest doen...! Waarmoest dat schip stranden... ? Daar zou je .nog rarestuipen van beleven...!En er kwam ook nog een huishoudster, die helemaal

144

Page 149: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

als de boerin moest optreden. Het was een weduwevan een jaar of vijf-en-dertig, alles vlees en drift enbezigheid wat er aan was. Ze had op een kleine pacht-hoeve gezeten, de kanten van de Blauwe Sluis uit,en was blij geweest, dat ze de plaats kon ruimen enhier haar dikke gat indraaien, nadat ze een paar jaarmet een zuipende opperknecht onvoordelig had door-geboerd. Een knap wijf nog, met ogen als karbonkelsen een mond als een hooischuur, zodra iemand eenfout maakte of niet hard genoeg opschoot. De mensenwisten niet goed of ze bij de boer of bij de rentmeestersliep, tot uitgemaakt werd, dat ze het met allebeihield en zich of en toe ook nog es door een knecht lietkietelen. Maar Jane Kosters trok zich van gepraatnoch stugheid iets aan en regeerde met vaste hand,onverbiddelijk gesteund door het gezag van de boer.Jef van Willigen deed alles to paard, jóeg de akkerslangs, reed met zijn stroef pastoorsgezicht de ar-beiders ongenadig achterna en op zijn inspectie-tochten vond Bart alles tot in de puntjes verzorgd,bijna peuterig keurig. Ook op de hoeve liep alles oprolletjes. Hij controleerde vluchtig boeken en reke-ningen, verbaasde zich over Jefs nauwgezetheid enmerkte op, dat hij de leveranciers onbarmhartig opde vingers keek, zodat vele posten lager kwamen danvroeger. Uit de handelaars perste hij het eerste jaaral kwart- en achtste centen meer en Bart bekeek glim-lachend de resultaten in de eindcijfers. De jongen wasdubbel en dwars zijn geld waard.Chiel bleef heer en meester over de paardenstallenen de fokkerij. De rentmeester had ook daar zijn neusin willen steken, maar Chiel was hem na een week

I0

145

Page 150: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

aangevlogen en had hem verteld, dat hij hem doodzou slaan en als voer voor de varkens gooien, als hijzijn gezicht nog es in de stallen liet zien. Hij mochtschrijven en slavenjagen zoveel hij wou, maar van depaarden hield ie z'n poten af: die werden schichtigen onhandelbaar van wierookgeur en dan kon hij ergeen prijzen mee winnen. De rentmeester had zichbij Bart beklaagd, maar die had hem lachend gelast,Chiel met rust te laten: hij hield zelf een oogje op datdeel van het bedrijf en Chiel moest ontzien worden,zo'n tweede paardenman vond je in heel Brabantniet.Die zomer bouwde de jonge notaris een nieuwe villa.De oude was hem te stijf ouderwets, de kamers teklein en te kil, de hele inrichting te onbehaaglijk. Opde plaats van het grote oude huis zou de klei metlichtere grond doorwerkt worden en daar moest eenrosarium komen voor Thilde en een kas met uit-heemse planten en bloemen. Toen het huis bijnaklaar was, vloekte Molijn geergerd, want hij had ver-geten er een biljartkamer bij te laten bouwen, zoalszijn vriend jonker Van Walebeke er een had. Denaam riep herinneringen wakker in Bart. Hij glim-lachte en zei, dat hij een biljartkamer bij zijn huiszou laten bouwen, dan hadden ze 'm immers tochsamen. En de biljartkamer kwam er, weer een weelde-gezwel aan de oude boerderij, ruim en royaal, hetbeste biljart, dat er te krijgen was, gemakkelijkestoelen, en in de hoek een vernuftige kast, waarinflessen en karaffen en glazen stonden voor een hart-versterking gedurende en na de partij. Ze hadden erveel plezier, leerden ook Thilde het spel en weer

146

Page 151: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gingen de verbaasde en misprijzende praatjes rond.Wie had ooit gehoord, dat een boer ergens andersbiljartte dan in de herberg ? Een biljart thuis, dathoorde je wel eens van rijke leeglopers, maar voor eenboer was het gewoon een schandaal, dat ten hemelschreide...! Bart had plezier in het geklets, vroegvrienden voor een partij, voerde ze dronken en liet zegeestdriftig weggaan, zwerend, dat ze ook zo'n ge-zellige kroeg-aan-huis gingen inrichten. Wat ze na-tuurlijk niet deden.'s Winters kreeg Thilde een miskraam. Dat gebeurde,toen haar man en Bart in Engeland waren om eenpaar rijpaarden te kopen, die in de nieuwe stal van denieuwe villa moesten komen. Zij vonden de jongevrouw bedroefd en ellendig, bleek en verzwakt, on-onderbroken schreiend om de teleurstelling. Hetongeluk werd geweten aan een misstap op de trap.Zij herstelde vlug. Een half jaar later herhaalde zichde trieste historie en toen maanden daarna nog eens.Zij was wanhopig, ging om verstrooiing te zoekenlogeren bij de oude mensen in Zeist, bezocht stilletjeseen beroemd professor in Utrecht en liet zich onder-zoeken. De geleerde verzekerde haar, dat zij gezondwas en volkomen in staat kinderen te krijgen. Hetkon ook aan haar man liggen. Kon ze die niet eensbij hem sturen ? Ze begreep het niet. En de professorkon haar niet verder inlichten. Omzichtig en kwasionverschillig, alsof ze een onschuldige nieuwsgierig-heid wou bevredigen, ondervroeg zij vriendinnen enkennissen. Zij wist een oudere doktersvrouw, die vanhaar geval niets wist, aan het praten te krijgen. Erwaren mannen, die in hun jonge jaren te los en te veel

147

Page 152: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

leefden, met slechte vrouwen verkeerden, lelijke ziek-ten kregen en in een later huwelijk geen kinderenmeer konden krijgen. Blozend van schrik en schaamtehad het jonge vrouwtje het gesprek haastig een anderewending gegeven.Wantrouwig zat ze naar Molijn te kijken. Zou hetmogelijk zijn, dat Bartje zo'n los en wild leven geleidhad ? Zijn bruine haar was erg dun van boven en opzijn kruin, begon aan de slapen te grijzen en leek zodor. Hij kon er soms zo vermoeid uitzien ineens, metblauwige wallen onder zijn ogen, het fijne gezichtingevallen en verslapt. Had hij te veel geleefd... washij ziek geweest en v6Or zijn tijd oud... ? Kon hij geenvader worden... ? Dat zulke dingen bestonden! Bah!Wat was het leven eigenlijk vies...! Ze wist natuurlijk,dat er zulke vrouwen bestonden en dat studenten enjonge mannen uit haar stand daar naar toe gingen.Maar er werd alleen maar vaag, en zelden, op gezin-speeld met een woord vol weerzin en een lining vanafschuw... Dat je eigen man, vroeger... daar kon jetoch niet over praten...! Was het niet afschuwelijk temoeten bedenken, dat mannen vciOr hun huwelijkzichzelf zodanig konden verknoeien, dat... Mijn God!wat kreeg een meisje dan... ? Niet meer dan wat dievreselijke vrouwen overgelaten hadden... Maar...nee... zo kon het toch met Bartje niet zijn...! Hij waszo wild hartstochtelijk en licht ontvlambaar... datkon toch niet, als je niet gezond was ? Of toch... ?Was hun omgang normaal... ? Zij twijfelde plotselingaan alles... Zij leidden een hartstochtsleven, dat haaraanvankelijk diep verschrikt had, maar dat nu inhaar vlees gebrand lag, waar zij altijd weer naar terug

148

Page 153: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

verlangde, waar zij niet buiten kon. Hij had hetstelselmatig in haar wakker geroepen, opgevoerd,haar schroom overwonnen, tot zij er gloeiend in meeging, zich nooit meer verbaasde. Dat waren de zoeteheimelijkheden van het huwelijksleven, waar je nooitmet anderen over sprak, maar die overal waren tussenmannen en vrouwen... tenzij ze vissenbloed hadden,zoals Molijn het minachtend noemde... Maar was hetwerkelijk normaal, zoals het was tussen hen, of... ofhad hij haar in haar onwetendheid zo ver gevoerd,dat ze voor hem de rol vervulde van die slechte,perverse creaturen... ? Zij schaamde zich voor haargedachten... Was ze maar niet naar die professor ge-gaan... had die doktersvrouw haar mond maar ge-houden!„Waar denk je aan ?" vroeg Molijn plotseling. „ Jekijkt zo dreigend."„Ik wil zo graag een kind hebben, Bart."Het was gezegd eer ze het wist. Hij knipte met deogen en fronste even de wenkbrauwen.„Nou, liefje, dat is toch niet uitgesloten."Zij aarzelde. Toen ging ze verder.„Het kan ook aan jou liggen."„Aan mij ?"Jaw dat kan toch..."„Nou... en?"„Kun je... kun je je niet eens laten onderzoeken,Bart ? Daar zijn toch dokters voor... speciale profes-soren..."Zijn blanke, mooi gevormde voorhoofd iverd rood.„Zeker zijn er die... Veronderstel, dat zo'n hoogge-leerde heer mij de boodschap mee gaf, dat het werke-

149

Page 154: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

lijk aan mij lag... waren wij dan veel opgeschoten...

of verder van huis...?"

Zij keek hem zwijgend aan. Hij kleurde dieper. Ge-ergerd zei hij :

„Wat haal je je voor dingen in je hoofd, Thilde ?"Zij kon hem niet vertellen, wat zij ervaren had. Nogniet. Zij schaamde zich zo verschrikkelijk. Ont-wijkend antwoordde zij:

„Vind je het zo vreemd, dat ik teleurgesteld ben enmoe?"

Hij zat al voor haar fauteuil op zijn knieen, de armenom haar heen, zijn gezicht vlak bij het hare.

„Maar, m'n engel, dat begrijp ik toch...! Dacht je,dat 'et voor mij ook geen groot verdriet was...? Aan

zulke dingen is niets to doen... dat moet je over-geven."

Zij keek hem recht in de ogen.„Aan wie...? Aan God ?"

„Of aan de natuur, net zoals je 't noemen wil .Even zweeg ze. Dan mompelde zij:

„God en de natuur... ze zijn allebei wreed... genade-loos..."

„Maar ze kunnen vlak daarop ook eindeloos goed enbarmhartig zijn, Thilde."„Geloofje dat?"„Dat weet ik."

„Je bent een gelukkig mens, Bart... Je weet altijdzeker wat je graag gelooft, dat waar is."Hij lachte.

„Dat is levenskunst, Thilde... Kom, lack nou es tegenje man... ! Hoe oud ben je ? Al haast Brie-en-twintig... ?

Of al geweest...? En dat wanhoopt er aan, ooit

150

Page 155: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

moeder to zullen zijn... Een impotente man, hê... ?"Zij duwde hem een eindje van zich weg.„Bedaar nou, Bart... Ik ben een beetje bang. M'nzenuwen zijn misschien wat in de war... Laat menou ..."Hij streelde haar wang.„coed, schat... Ik haal een fles Moezel boven, datzal je goed doen."Ze moest even lachen. Voor hem was er heul tegenalles in wijn en drank. Ze keek hem na, hoe hij veer-krachtig de kamer uitliep. Een mooie man was hij,en zo mannelijk, net een paard van edel ras. Ze wasbang voor hem geworden. Hij had haar ontweken.Er was iets met hem. Er was vast iets met hem... Zezou zich nooit meer durven overgeven aan zijnvleiende armen...Maar haar bloed brandde. Nog diezelfde nacht brachthij de roes over haar, en al haar zinnen dronken zijnheet gefluisterde liefdewoorden, waarvoor zij in dedag vol schrik en schaamte zou zijn weggevlucht. Zijgaf hem de woorden en de kussen terug en verzonkmet hem in de maalstroom van de hartstocht, machte-loos en verrukt... Het ontwaken was bitter, maar zijwist, dat ze hem toch niet weerstaan kon. Niet meer...Al was zij bang voor hem.Zij kwam vaker op de Hagenhorst, zag toe bij hetafrichten en trainen van de paarden door Bart, Chielen de rijknechts. Sinds de reis naar Engeland hadBart belangstelling gekregen voor de Engelse bloed-paarden. Hij had een hengst gekocht en drie merries,alle dieren van roemruchte ouders. Een Engelsepiqueur en een jockey had hij laten komen, die een

151

Page 156: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

vermaak waren voor het hele dorp door de manier,waarop zij Hollands begonnen te spreken. AlleenThilde Molijn, de dokter en de veearts konden vlotmet hen spreken. Bart en Chiel leerden een zonder-ling koeterwaals aan, waarin zij met de Engelsenconverseerden; zij verstonden elkaar voortreffelijk.De Engelse paarden werden lelijk gevonden, veel temager en lang, maar wie ze zag springen en rennenover de grasbaan, stond versteld. Ze hadden schande-lijk veel geld gekost en werden verzorgd als jonge-juffrouwen, soms aangekleed, dat ook hun oren be-dekt waren en eindeloos aan de hand afgestapt.Rusteloze, eeuwig trippelende en dansende dieren,sikkeneurig en onbetrouwbaar, niemand voelde zichveilig in hun nabijheid, want ze waren schichtig,beten en sloegen met hun Lange dunne poten, waareen ijzingwekkende kracht in school. Twee er vanhadden die zomer in Belgie grote prijzen gewonnen,en Bart had ze met veel winst kunnen verkopen.Maar Bart verkocht ze niet. Het was duidelijk, datBart Verhagen gek begon te worden, daarover be-stond geen verschil van mening...Hij liet de boerderij helemaal over aan de rentmeester,die ze niet konden uitstaan en de huishoudster, waarze een - nog grotere hekel aan hadden. Dat die tweeonder een hoedje speelden om hem te bestelen koneen kind begrijpen. De boer had nog alleen oog voorzijn dravers en renners, was veel weg, verkeerde in destad met allerlei rijk yolk, dronk en speelde kaart omgrof geld, ontving ze op de hoeve, waar gefeest werd,gedronken en ook gespeeld, en er werd gefluisterd,dat hij in Antwerpen een dame op kamers had zitten,

15 2

Page 157: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

een Brusselse lichtekooi, die hem scheppen geldkostte. Van de notaris, zijn trouwe metgezel, werdhetzelfde verteld, maar dat was iemand van het grootyolk, zo rijk als 't water diep was, en dus heel watanders. Zulke banjerheren moesten zelf maar wetenwat ze deden, maar van een boer was dat nooit ge-zien, voor een boer kwam dat niet te pas, een boerkon dat niet uitzingen, die ging er aan kapot, dat zouje zien...Thilde kwam graag in de tuinkamer, die Bart Ver-hagens eerste kostbare gril geweest was. Ze zat ervaak met een boek, als hij niet thuis was en ook haarman voor zaken op reis, wat steeds meer voorkwam.Ze lag op de brede divan en verbeeldde zich, dat zenog een jong meisje was, met vacantie thuis. Deillusie was zo volkomen, dat zij de tijd vergat englimlachend lag te mijmeren met de gewaarwording,dat ieder ogenblik mama of papa binnen kon komen,maar die waren allang gestorven... Soms ook had zeer vreemde dromen. Dit was een betoverd paleis. Eenprins, die haar minnaar was, had het voor haar ge-bouwd als een schuilhoek voor alle narigheden deslevens; altijd, als zij over deze betoverde drempelkwam, viel het geluk over haar als een zware, warmemantel, zij werd jong en ongerept en mocht alles ver-geten, wat haar ooit bedrukt had... Was de prins haarminnaar... ? Neen, hij had nooit iets gedist, hij zounooit iets eisen, want hij was onbeperkt edelmoedig,en zo lief had hij haar, dat haar enkele nabijheid hemvoldoende was. Zijn ogen aaiden haar, maar zo dis-creet, dat het aangenaam bleef en nooit kon beledi-gen... Was er geen verlangen in zijn blik... ? Altijd,

153

Page 158: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

maar nooit dat Wilde, waardoor je werd meegesleept,reddeloos als wrakhout in schuimende branding. Hetwas een groot, maar zacht, stil en troostend verlan-gen, dat je zoetjes ophief van de aarde en je deedzweven in een onwezenlijke, warm doorlichte atmo-sfeer... Het verlangen, dat bewogen had in haarmeisjesdromen, kuis, en onwetend van wat de drift inhet bloed betekenen kan. Het verlangen, dat de zielbedwelmde, aan alle zwaarte ontheven, edel en zoetals romantische muziek van harpen en violen... Zehad ook een man. Met hem was het anders. Hij wasde heersende minnaar van haar lichaam. De anderwas de zacht weemoedige minnaar van haar ziel, hijroerde haar nooit aan en toch had zij het gevoel, datzij hem dieper toebehoorde dan haar man... Hoe kondat... ? En wie was die stille prins... ? Bart Verhagen.. ?Zij glimlachte voor zich heen. Weefde zij dichterlijkromantische dromen rond de forse boerenfiguur vanhaar mans schoolvriend... ? Bart Verhagen, die zeeraards en lichamelijk was, als je de verhalen mochtgeloven, die over hem de ronde deden... Voor haarwas hij goed, eerbiedig en edelmoedig... de vriendvan haar man... Waar wilden haar dromen op uit... ?Wou zij, dat Bart Verhagen verliefd was op haar,hopeloos, maar zacht overgegeven verliefd... ? Was zijheimelijk verliefd op hem ? Wou zij hem lokken... ?Wou zij gelokt worden...? Wat was dit voor eenvreemd, ingewikkeld en verdorven spel van haar ver-beelding... ? Had Bart Molijn haar met de vreemde,ingewikkelde en verdorven spelen van zijn erotischefantasie zover gedepraveerd, dat zij onafhankelijkvan hem jongleerde met de begrippen minnaar en

154

Page 159: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

minnares, verboden zoete zonde, kunstig opgevoerdeopwinding, vervoerend dubbelspel der heimelijkheid,die hij kon samenvoegen tot altijd wisselende arabes-ken, boeiend en prikkelend, tot je bloed in vuurschoot en het diepst verbodene voor tuimelendeminuten het hoogst bereikbare scheen ? Wou zij eenvrouw zijn met een man en een minnaar, den een be-driegend met den ander, het brandend middelpuntvan een zwoel spel... ?Neen, dat wou zij niet. Dat wou zij zeer beslist niet.Maar er was in haar verhouding tot Molijn een ge-vaarlijk element gekomen. Een twijfel, een kleine af-schuw, een onzekerheid van gevoel, een spoor van.angst. En met dit alles de onbewuste neiging om daar-tegen bescherming to zoeken, steun, veiligheid. Endie dreef haar tot de gevaarlijke mijmerij, waartoeMolijns liefdespraktijken de voorbereiding geleverdhadden.Voor Bart Verhagen bleef Thilde Molijn het onbe-reikbare en uit de verte vereerde. Zij waren heel ver-trouwelijk, noemden elkaar bij de naam en voor hetoog was er tussen hen niet meer afstand, dan eeneerlijke vriendschap voorschrijft. Maar Thildes in-tuitie in haar romantische dromerij had het juist aan-gevoeld. In Verhagens gekneusde hart was zij steedsmeer de plaats gaan innemen van de vrouw, zoalsiedere man zich die droomt als vervulling van al zijnwensen, de ideale vrouw, die hij zelden ontmoet endan nog bijna altijd als de vrouw van een ander.De harde klappen van het lot hadden zijn gevoelig-heid verdiept, zijn onstuimigheid verstild, zijn gul-zigheid getemperd, zijn inzicht gezuiverd. Zijn gevoel

155

Page 160: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

voor Thilde was meer dan verliefdheid. Hij had haarlief. Voor de eerste en enige keer van zijn leven hadhij lief. Dit wondere gevoel was als een donkerestroom, diep onder in zijn wezen, en hij hield het daarverborgen als iets kostbaars, dat ontluisterd en be-dorven zou worden, als het in het licht kwam. Hijwist, dat Thilde geen Melanie was. Dat haar wezenzuiver was en goed, zonder de giftige hoogmoed, diein al het lager geborene het verachtelijke en onbe-duidende ziet, waarmee men doen mag wat de grilligste luimen ingeven. Maar hij had er zich bij neerge-legd, dat hij een Boer was en haar voornaamheidaanvaard als iets, dat van haar kant alle werkelijkegemeenzaamheid moest uitsluiten. Niet door haarbewuste wil. Het lag in de natuur der dingen. Eenkluit donkere aarde is iets anders dan een rozigwolkje, dat in de blauwe hemel wegzweeft. Een zwoe-gende mestkever is iets anders dan een bonte vlinder,geschapen om van bloem tot bloem te dartelen. Hijvereerde haar uit de verte, in gedachten alleen, alsiets onwezenlijks, waaraan je geen aardse verlangensverbinden kon. Hij wou inderdaad alles voor haardoen, maar zoals een vurig gelovige bereid is, alles teofferen op het altaar van zijn godheid, zonder de pro-fane begeerte die godheid ooit op materiele wijze temolten benaderen. En als het hem overkwam, dat hijhaar een moment zag als een vrouw, die men zoukunnen begeren, sloeg hij de ogen neer, bang dat zijhet onzuivere vuur zien zou en zich beledigd voelen.Hij had andere vrouwen, want hij was een sterk manmet onbedwingbare zinnen, en kon heftig verliefd zijnop een mooi, warm vrouwenlijf, dat zich willig voegde

156

Page 161: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

naar zijn verlangen. Hij kon hevig begeren en roeke-loos nemen, en vrouwen werden gemakkelijk getrok-ken naar zijn mannelijke heerszucht. Maar geen konhem lang boeien en alien lieten zij een bitterheid in hemachter, omdat zij hem vervoerd hadden tot heimelijkverraad tegen Thilde. Hij had een verhouding metde vrouw van een graankoper uit de stad; zij deedhem vaag aan Mevrouw Molijn denken en hij kwamtelkens tot haar terug, hoewel zij hem ergerde enverveelde met haar aanstellerij en eisen.Op onnaspeurbare wijze voelde hij, dat er iets ge-komen was tussen Thilde en haar man. Hij wist niet,wat de oorzaak er van was, vroeg er niet naar, zin-speelde er niet op. Misschien was het doordat Thildemaar geen kind kon krijgen. Misschien had zij ge-merkt, hoe haar man leefde, er minnaressen op nahield, meiden betaalde. Hij verachtte Molijn hier .

vaak om. Hij deed hetzelfde. Maar hij had geenThilde, die thuis op hem wachtte. De notaris was eenzwakkeling, een bekoorlijke genotzoeker, ontzenuwddoor een jeugd vol uitspattingen, onverzadiglijk ge-worden en niet meer to remmen. Vrouwen zwermdenop hem aan, onweerstaanbaar, getrokken door zijnvleiend, belovend wezen, dat toch alleen maar namen hoogstens een korte, leugenachtige illusie teruggaf, behalve dan geld, dat geen waarde voor hemhad. Bart Verhagen doorzag het ijdele, bedriegelijkeen onwaardige spel volkomen. Maar hij kon zich nietontveinzen, dat er toch een heimelijke afgunst in hembleef om de zwier en de vermetelheid, waarmee deander het speelde, de bewondering, die hij hem overalzag tegemoet komen, de glimlachende koelheid, waar-

157

Page 162: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

mee hij zijn succes aanvaardde als kwam het hem vanrechtswege toe. Hoe hij er ook tegenover ging staan,Bartje Molijn bleefhet heimelijk benijde voorbeeld, denatuurlijke meerdere in wiens gevolg hij mee mar-cheerde, altijd in de schaduw. Zo was het op schoolgeweest, in hun jongelingsjaren, zo was het nog. On-danks de macht van het geld achter Bart Verhagen,zijn brede allure, zijn kostbare invallen en de roeke-loosheid, waarmee hij ze uitvoerde.Een tijdlang was Thilde stil en in zichzelf gekeerd ge-weest, alsof zij zich voortdurend bezon op iets, dat zijniet vermocht te doorgronden. In de vroege winterwaren zij gedrieen veertien dagen in Parijs geweest.Molijn had er zaken te doen voor een Hollandserelatie. Bart wist, dat na drie dagen de kwestie afge-handeld was, maar de notaris had toch telkens con-ferenties, die laat duurden en waarvan hij vrolijk,vermoeid, met schitterende ogen terugkwam. Barthield Thilde gezelschap, zwierf met haar door destad, ging met haar naar de comedie, waar hij Beenwoord van verstond, maar keek in de loge naar haarblanke schouders en hals, naar de ronde, blote armen,de gratie van haar avondkleed, waarin zij een vol-maakte koningin leek. Zij dronk meer mee dan haargewoonte was, onverschillig. Vaak zat zij zwijgendnaar Bart te kijken en hij kon haar gedachten nietraden. Kon niet vermoeden, dat ze zijn gebruind,sterk gezicht vergeleek bij dat van Bartje Molijn,waarin de slappe lijnen zich accentueerden, er deadel van schonden. Hoe zij keek naar zijn dicht,golvend zwart haar, dat met een natuurlijke slagover zijn breed voorhoofd en langs zijn oren viel,

158

Page 163: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

glansde zonder kunstmiddelen, en dacht aan het almeer dunnende haar van haar man, dat dor enkrachteloos onder haar strelende vingers weg week.Hoe zij de vreemde gedachte had, dat zijn bredeschouders trouw waren en dat het wel eens heerlijkzou kunnen zijn, je hoofd te bergen tegen zulkebrede, trouwe schouders en zo'n stoere arm bescher-mend om je heen te voelen. Over haar glas wijn naarhem glimlachend zei ze:„ Je hebt maar een boel last met me, Bart."„'Oe komd'er op, Thilde ?"„ Je moet maar kindermeisje spelen, terwijl Molijnaan zijn zaken is."De laatste tijd noemde ze haar man soms Molijn.Het klonk zo vreemd. Alsof ze sprak over een welgoede kennis, die je niet bij zijn voornaam aansprak.Bart lachte.„Ge zij gin lastig kind, Thilde."„Amuseer je je in Parijs, Bart ?"„'t Is prachtig. 'k 'Em spijt, da' me-n-over een poardoagen al noar 'uis goan."„Ik niet. Ik ben moe."„Goa sloape."„Bartje is er nog niet. 1k ben bang alleen in die grotekamer."Hij keek naar haar met zijn stille, genegen, vererendeblik.„Ik zijn toch in de koamer d'r neve."Zij keek langs hem heen en antwoordde niet. Datwas het juist. Hij was in de kamer er naast, alleen.Zij in de hare, alleen in het grote bed. Ze had zichzelden zo eenzaam gevoeld als op deze reis. Waar was

159

Page 164: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Molijn ? Wat deed hij ? Zaken in die late uren ?Dinees, besprekingen in de behaaglijke atmosfeerdaarna, die alles veel gemakkelijker maakte. Men-sen, die het overdag te druk hadden in hun kantoren.Die Fransen moest je a la francaise in hun zwaktasten, als je wat van hen gedaan wou hebben... Hetwas mogelijk. Maar er hing zo'n vreemde geur in zijnhaar, in zijn kleren...Toen ze de voorlaatste nacht van een concert terug-kwamen, was er een boodschap van Molijn, dat hetwel heel laat zou worden: Thilde moest maar naarbed gaan. Hij kwam de hele nacht niet thuis. Thildelag slapeloos in de grote kamer, wachtte en vochttegen de drang om naar. Bart Verhagen te gaan entroost bij hem te zoeken, haar hoofd tegen zijn bredeschouders te leggen en te fluisteren:„Ik ben bang. Leg je arm om me heen."Hij zou glimlachen en het doen en stil blijven liggenzolang zij wou. Lieve Bart. Grappig, dat hij ook Bartheette. Net of het zo minder verschil maakte... Hieldze van Bart... ? Het was de eerste keer, dat ze zich dievraag bewust en rustig stelde. Zij zag zijn forse ge-stalte, zijn sterke kop, zijn brede handen, die brekenkonden en toch zo kalmerend waren als ze op jeschouders lagen of je arm vasthielden bij het afgaanvan een trap... Op enkele meters afstand, achter diemuur, lag hij ook alleen in bed... Sliep hij... ? Lag hijaan haar te denken, naar haar te verlangen ? Hetwond haar op. Zij ging het bed uit, held haar oortegen de muur, die hun kamers scheidde. Hoorde zijzachte voetstappen... ? Liep hij heen en weer... ?Kwam hij naar haar kamer... ? Snel kroop zij weer in

6o

Page 165: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

bed, trok de dekens tot haar kin op, luisterde naarhet bonzen van haar hart, dat klonk alsof er zwarestappen naderden. Haar bloed zong. En plotselingwist ze : als hij nu kwam, zou zij haar armen voor hemopenen en hem niets weigeren... Maar hij kwamniet... Hij zou nooit komen... Tranen gleden stil uithaar ooghoeken langs haar slapen neer. Zij schaamdezich onzegbaar. Waarom kwam Bartje nu niet omhaar bloed te stillen,haar voor haar zelftebewaken... ?Waar bleef Bartje toch... ? De grauwe Parijse winter-dag aarzelde al achter de ramen, toen zij eindelijkdoodvermoeid indommelde.Een berouwvol Bartje Molijn kwam biechten, ge-knield voor haar bed. Hij had moeten meegaan naareen intiem souper bij baron zo en zo. Na afloop waser baccarat gespeeld... o hij had aardig gewonnen...maar zonder erg had hij veel te zwaar gedronken, entoen hadden ze hem in een kamer ernaast op eenbed gelegd om een beetje bij te komen... en hij waspas anderhalf uur geleden wakker geworden. Hetwas verschrikkelijk en hij begreep, hoe kwaad zijwas... Maar nu waren de zaken definitief achter derug en deze laatste twee dagen ging hij geen stapmeer bij haar vandaan...Gemakkelijker dan hij gedacht had, kreeg hij zijnvergiffenis. Thilde was niet kwaad. Ze was moe eneen beetje triestig, maar zachtzinnig aanvaardde zij'z'n verhaal. Wat kwam het er op aan waar hij ge-weest was, wat hij gedaan had... ? Het had niet aanhaar gelegen, dat zij hem deze nacht trouw geblevenwas. Ze had een bittere smaak op de tong, zei, dat zenog wat slapen wou. Op zijn tenen sloop hij de kamer

Page 166: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

uit, als een stoute jongen, die er goed afgekomen is,en zich nu extra braaf aanstelt. Zij moest er even omglimlachen. Dat was zijn grote macht. Aan het eindvan alles moest je altijd weer om hem glimlachen...Molijn leende geld van Bart, vertelde hem half luiden nagenietend van de woeste braspartij met een stelFransen en vreemdelingen en vrouwen. Een com-plete orgie. Bart luisterde verstrooid, lachte en ver-achtte hem. Hij dacht aan Thildes eenzame nacht inde kamer, die haar bang maakte, en aan de bijnaonweerstaanbare drang, die hem bevangen had omnaar haar toe te gaan en haar te troosten en gerustte stellen. Het scheen' hem als werd hij zonder woor-den of geluid geroepen. Maar hij was niet gegaan.En dat zwijn had gezopen en gehoerd en zat daar inal le gemoedsrust te ontbijten en trok alweer bij enhad binnenpret om het aannemelijke fabeltje, dat hijzijn vrouw had opgedist. Thilde... Er was toch eenverbazingwekkende gewetenloosheid in Bartje Mo-lijn...!De laatste twee dagen bleven ze samen. Intieme feest-dagen in ongestoorde kameraadschap, vrolijk zonderuitbundigheid. Bartje was plotseling jeugdig verliefdop zijn vrouw, zat overal met haar te vrijen zoals hijbeweerde, dat in Parijs geoorloofd was. Van Bartsgeld kocht hij voor Thilde een dure ring, bewerend,dat het haar aandeel in de winst van die gekke nachtwas. Bart dwong de gunst of er een borstspeld bij temogen doen in hetzelfde motief. De uren vlogen weg.Dan kwam de terugreis, de lange tocht door dedonkere tunnel van de nacht. In het zwakke lichtkeek Bart naar het slapende gezicht van Thilde

162

Page 167: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

tegen Bartjes schouder. Een kindergezicht, waarovereen glimlach aarzelde. Maar soms trok een droefheidom de kinderlijke mond en werd zij een vrouw, diewist van het leven. Maar hij had haar dat nietmogen leren. Dat was een ander beschoren geweest,de slanke, fijne meneer, tegen wiens afhangendeschouder haar hoofd leunde,.de man met het slappegezicht, de beginnende wallen onder de ogen en hetdunne bruine haar. Bartje Molijn, die haar toch nietwaard was, meneer de notaris...Na de Parijse reis was er iets veranderd tussen BartVerhagen en Thilde. De herinnering aan de velerustige uren van samenzijn leefde als een nieuwewarmte in hun ogen en glimlach. Maar er was ookeen schuwheid, die zij zich niet bewust wilden maken, .

het weten van iets, dat zij zich niet wilden bekennen,een heimelijk schuldgevoel, de vage gewaarwordingvan een ontrouw aan zichzelf. Thilde dacht telkensaan de vreselijke nacht in het hotel, haar wild opge-schoten verlangen, haar overgave in de verbeelding,ze hield zich voor, dat het angst geweest was voor deeenzaamheid, wrok tegen de man, die haar alleen liet,verlangen naar de veiligheid van een paar bescher-mende armen, van wie dan ook, maar zij slaagde erniet in zichzelf to overtuigen. En Bart dacht aan die-zelfde nacht, toen hij zich verbeeld had, dat er eenroep van haar naar hem uitging, een roep, die zijnbloed in beroering had gebracht, hem voor het eerstnaar haar had doen hunkeren als naar iets, dat tochbereikbaar was... zo sterk, dat hij bijna naar haar toegegaan was. Zijn verstand had hem behoed voor diedwaasheid, waardoor hij haar voorgoed van zich ver-

163

Page 168: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

vreemd zou hebben. Maar sindsdien was de hunke-

ring gebleven, had zich nooit meer geheel weg latendringen, hoe hij zich ook inspande. Hij droeg het,wetend dat zij het nooit vermoeden zou en hem dusniet van zich weg zou stoten. Hij zou haar vriend

blijven en zijn onzuiver vuur naar elders dragen, hetverspillen aan gloeiende lijven, die toch maar schim-men waren, waangestalten uit vervoerende dromen...Het was niet anders. Hij kon er niet buiten. Hij waseen beest. Maar zij zou er niet door beroerd worden.Zelfs niet in bewuste gedachten. De kleine k.oningin,die hij aanbad zonder dat iemand het vermoedde,zijzelf het allerminst...

In het laatst van Maart ging Thilde op een avond

naar de tuinkamer van de Hagenhorst. Molijn wasnaar Amsterdam en had getelegrafeerd, dat hij nogeen paar dagen inoest blijven. Zij wist, dat Bart diemiddag naar Tilburg gereisd was om een hengst tezien, die hij kopen wou.Zij was onrustig en bedroefd. Bartje ging sindsJanuari telkens naar Amsterdam. Ze meende gezien

te hebben, dat hij brieven uit de post wegmoffelde.Het lange, vage wantrouwen, dat zij zo lang wegge-drukt had, schoof zich in haar denken naar voren,onweerhoudbaar. Het telegram had haar verschrikt.Waarom moest hij daar nu weer blijven? Zaken.Altijd zaken, waar ze geen verstand van had en nietsvan weten mocht. Ambtsgeheim van de notaris. Een

man ging weg voor zaken, bleef dagen lang afwezig.De vrouw kon hem niet volgen, moest maar af-wachten en vertrouwen. En onderwijl kon de man

164

Page 169: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

doen wat hij verkoos, en nooit zou de vrouw hetweten.Het was kort na zevenen, een zoele avond vol lente-beloften. Een veegje licht hing nog in het westen,waar de grote wateren waren. De sterren ontstakenhun flonkerlichtjes een voor een. Ze ging wat lezenin de tuinkamer van haar jeugd onder de kaarsen vande empire luchters op de brede Turkse divan. GoeieBart. Wat een lieve gedachte dat geweest was. Lezen-de en mijmerende vond ze er altijd de rust, die zezocht.Toen ze van de tuinzijde de deur opende, zag ze lichttussen de zware gordijnen. Bart zat aan de tafel bij dehaard, waarin een zacht vuur brandde, en las eenbock over de paardenfokkerij. Een Engels bock. Dedictionnair lag er naast en een dik schrift, waarin hijaantekeningen maakte, als hij iets vond, dat hij ont-houden wilde. Hij stond op, toen zij binnenkwam,ging haar tegemoet.„Bart...! Ik dacht, dat je naar Tilburg was."„Neee... 'k 'em 'et een poar doagen uitgesteld. Eentillegram gestuurd."Ze waren makkelijk, die telegrammen. Een mooieuitvinding...„Ik had wat wollen lezen."„Ik kan eve goed in de biljartkoamer goan zitte."„Nee nee, waar denk je aan ? Laten we gezellig watpraten."Hij nam haar hoed en mantel aan. Zij droeg een dof-groen wollen japon met een opstaand cremekleurigruche aan de hals en de polsen. Op haar borst glin-sterde zijn speld uit Parijs. Hij glimlachte.

165

Page 170: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Wild' een glas cognac ?”„Liever niet, dank je."Zij ging in een fauteuil zitten, duwde met beide han-den het haar in haar nek omhoog. Een lief gebaar,waar hij van hield, zo sierlijk en vrouwelijk.„Bartje kom toch van oaved thuis ?"„Hij heeft een telegram gestuurd. Hij blijft nog eenpaar dagen weg."

O"Waarom keerde hij zich nu om en ging in het vuurpoken? Het was hier al warm genoeg. Zij had eengevoel of de vlammen haar uitsloegen.„Bart!"„ Joa."„Kom es hier zitten. Laat dat vuur. 't Is hier om testikken."„Da' verbeelde j'w eige. 't Is nog kil genog."Hij ging een eindje van haar of in een andere leun-stoel zitten, keek haar aan, afwachtend.„Waarom rook je niet ?"„Oach..."„Steck een sigaar op, dan kan ik beter met je praten."Lachend gehoorzaamde hij. Zij keek toe, hoe hij depunt van de lange, blonde sigaar sneed en begon teroken. Nerveus frommelde zij aan het zakdoekje inhaar schoot. Zij had besloten, hem te vragen, wat zijweten wilde, wat zij eindelijk weten moest. Hij lachtenaar haar onzeker gezicht.„Ge zij nogal zenewachtig, is 't nie ?",,Dat komt, omdat ik je iets wil vragen, Bart."„Nou, vroagt dan."„Ik durf niet."

166

Page 171: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Is 't zo verschrikkelijk?”Zij knikte zwijgend. Zacht zei hij:„Moar Thilleke... ge wit toch wel, da' ge mijn allesvroage meugt ?"Thilde schudde het hoofd.„Zoiets is 'et niet, Bart... Ik wou iets van je weten."„Bel, meid, vroag 'et dan."„Zul je me de waarheid zeggen, Bart?"„A'k 'em weet teminste."Zij slikte, verzamelde al haar moed, vroeg danhaperend:„Bart... heeft... heeft Molijn in Amsterdam een...een andere vrouw ?"Bart ging rechtop zitten in zijn stoel, verblekend. Zijngezicht verstrakte. Moeilijk antwoordde hij:„Da' moeste liever oan 'um zellef vroage, Thilde."„Dat zou ik nooit durven... En ik moet 'et weten."„Een a' ge 't wies, wat dan?"„Dat weet ik niet... dat weet ik niet... Maar ik wilzekerheid hebben...! Is 'et zo ?"„Ik zou 'et je nie kunne zege, Thilde."Wantrouwig keek ze hem aan.„Weet je 't werkelijk niet, Bart?"„Need."Zij beet op haar zakdoekje, scheurde er met haarspitse tanden een Hard af.„Dat vertellen jullie, mannen, niet van elkaar, he?Jullie trekken in die dingen een lijn tegenover devrouwen. Ik geloof je niet, Bart Verhagen."„Da's spijtig vor mijn, Thilde.' Moar ik weet 'etwezelijk nie, een doar zijn 'k blij om... A'ge ginbiechtvoader zijt, meugd'een meins niet alles vroage...

167

Page 172: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

'Oe zouwde me-n-oankijke, a'k je man z'n zoonde-

register vor jou ope zou goan doen ?"„Hij heeft dus een zondenregister?"„Da' sprik van eiges... Wie 'eet da' nie? Gij soms ?"

Hij lachte. Woedend riep ze:

))Jij zeker niet. Iedereen vertelt, dat je een verhouding

hebt met een dame in de stad."Hij keek haar bedroefd aan. Langzaam zei hij.„Ik ben vrij man, is 't nie... Moar da's uit meet die

vrouw."„Sinds wanneer?"Onwillekeurig moest hij glimlachen om de onbe-dwingbare nieuwsgierigheid van haar toon. Maar

ernstig antwoordde hij:„Sins nou... Wa' gij nie ere ziet a'k doen, da' boat ik."

Met grote ogen keek zij hem aan. Langzaam voegde

hij er aan toe.„Ik wies nie a't jou wa' kon schille."Er welden tranen in haar ogen.„Vergeef me, Bart... Ik was zo lelijk tegen je."

„Gif niks... doe moar."Zij liet haar hoofd op haar arm vallen en schreide.Hij keek naar haar smalle, schokkende schouders.

Zijn hart deed zeer in zijn borst. Waarom mocht hij

haar niet als een klein meisje tegen zich aantrekkenen haar troosten. Ze had zo'n verdriet. En dat zounog erger worden, want de zekerheid, die ze hemvroeg, zou ze vandaag of morgen toch wel krijgen. EnBartje zou het nooit laten. Dat kon hij niet. Wat kon

het leven wreed zijn...!Thilde schaamde zich om haar uitval. Want ze wisteensklaps, dat ze het uitgeschreeuwd had van jaloezie.

168

Page 173: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

En nu had hij haar dit antwoord gegeven. Wie waser zo edelmoedig ? Wat deed haar man ? Waar washij in Amsterdam? Met een dame ? Met een ordinairelichtekooi... ? En Bart Verhagen, die niets van haarooit gehad had dan wat vriendschap, Bart Verhagengaf maar, gaf maar en vroeg nooit iets terug. Dehunkering uit Parijs van die eenzame nacht kroopterug in haar bloed. Als hij haar nu maar opnam,tegen zich aanhield, dan zou alle verdriet wel uit haarwegzakken. Met haar hoofd tegen die brede, trouweschouder, die sterke armen veilig om haar heen...Hij was opgestaan, lei zijn hand op haar schouder.„Kom nou, Thilde... Thilleke, schreeuw zo nie...Zijn stem beefde. De warmte van zijn hand drongdoor de stof van haar japon naar haar huid. Haarschreien bedaarde. Langzaam hief zij het hoofd naarhem op, zag de dringende liefde in zijn ogen.„Bart... hou je van me ?"„Moak 'et me nie zo moeielijk, Thilde."Het klonk gesmoord. Hij hield de tanden opeenge-beten. Tussen zijn vast gesloten oogleden persten hel-dere tranen naar buiten. Zij trok zich aan zijn handovereind, sloeg de handen om zijn gezicht, kuste dearme tranen van zijn ogen.„Bart... lieve Bart... ik hou toch ook van jou!"Toen sloten zijn armen zich om haar heen en einde-lijk kon ze haar hoofd aan zijn schouder leggen. Zijzuchtte diep en hief de lippen naar zijn mond. Hijkuste haar. Zij voelde, hoe een siddering door datsterke lijf ging.„Thilde," zei hij, „Thilleke..."Het klonk ongelovig en ontsteld. Dan kuste hij haar

169

Page 174: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

weer, hield haar aan de schouders op armlengte vanzich of en keek haar opmerkzaam, diep in de ogen.

Zijn gezicht stond streng, bijna kwaad. Zo had ookMelanie zich eens door hem laten kussen. Hij zochtnaar Melanies gezicht in het hare... zij leken tochzoveel op elkaar. Maar hij vond niets. Dit was een

nieuw gezicht, zo jong en puur en stralend. Hij greephaar handen, ging zitten en trok haar op zijn knie.

Licht als een kind was zij... Had hij dit wel eens ge-droomd... ? Droomde hij nu... ? Zij leunde tegen hem

aan, lei een hand tegen zijn gloeiende wang. Nubrak ook op zijn gezicht het geluk door, blinkendals een zon, zo heftig, dat zij de ogen moest neer-slaan.„Waarom zeg je niks, Bart ?"„Ik... ik kan 'et nog nie gloove... Witte wel zeker

a'ge..."„Al zo lang, Bart, al veel langer dan ik wist..."„Een wanneer wieste 't dan ?"„In Parijs wist ik 'et, Bart... In die nacht, toen Molijnniet naar huis kwam... toen heb ik zo naar je verlangd

...o, als je toen maar gekomen was..."„Ik 'em 'et gevoeld," zei hij zacht, bijna ontdaan. „'tWas net of a'k j'w 'ier, van binnen 'oorde roepe...moar ik dorf nie to komme..."„Waarom niet, Bart."Hij glimlachte bitter.

„Ge wit nie wa' ge vor mijn altij gewiest 'ed, Thille-ke... zo wijd weg, zo wijd bove me... ik kon m'n 'aan-de toch nie uitsteke noar een princes..."

„Waarom niet, Bart ?"„Omda'k moar een Boer zijn."

170

Page 175: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Hij zei het grof en kwaad, voegde er dan gesmoordaan toe:„'k 'Ad eens m'n neus gestoote... da' was me ge-

nog ..."Zij hield haar hand op zijn mond.„Domme man," zei ze met een innigheid, die hembijna pijn deed, „domme jongen... De prinses heeftvaak gedacht, dat jij de prins was... Sinds je me dezekamer gegeven hebt... Was dat de gedachte en hetgebaar van een boer?... je bent een betoverdeprins... een boze tovenaar heeft een boer van je ge-maakt, maar ik heb je herkend... je bent mijnprins..."Hij luisterde naar haar zachte, liefkozende stem, alseen kind naar een sprookje, bekoord, meegesleept inde kleurige stroom. Hij lei zijn wang op haar hoofd.De geur van haar haren bedwelmde hem. Hij speeldemet haar afhangende krullen. Dit haar leefde. Hetwond zich vleiend om zijn vingers. Het was als zijzo zacht. Haar stem murmelde aan zijn oren. Haaropgeheven hand woelde door zijn dichte haren... Eenprins... een boer... wat deed het er toe... Hij was eenmens, een man... en zij was een vrouw... niets meer,niets minder... Het was genoeg. Het was een won-der... Haar lichaam drukte op zijn dijen, zo licht, zozacht, zo warm... Wat zei ze?„Ik heb zo naar je verlangd, en ik wist 'et niet..."„Verlangde nou nog ?"„ Ja, Bart."„'Eelemoal?"„O, jongen!"Hij nam haar in zijn armen op en droeg haar naar de

I 71

Page 176: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

brede Turkse divan. Haar gelaat was rozig in het

kaarslicht. Hij knielde naast haar neer, kuste haar

hand, lei zijn hoofd tegen haar heup en schreide ge-

luidloos. Voor het eerst van zijn leven was hij zooverweldigd door het geluk, dat hij schreien moest,verlossende tranen, als hij sinds zijn prilste jaren

niet meer gekend had. Hij schreide, de harde, wildeboer Bart Verhagen...

Het was laat in de nacht, toen hij haar naar huisbracht. Niemand had haar zien komen. Niemand zaghaar gaan. Het was een donkere nacht. Toen hij

alleen terugging ruiste de wereld van een groot enmachtig geheim.

Duizelend van geluk liep hij door de tuinkamer, dievol was van haar stralend beeld. Haar geur hing in de

lucht. Het kussen op de divan droeg de indruk vanhaar huld. Haar wijnglas op tafel droeg de sporenvan haar lippen. Bij de stoel lag haar zakdoekje, een

flard was van de kanten zoom gescheurd. Hij nam hetop, rook er aan, drukte het tegen zijn wang, het batistwas zacht als haar huid. Hij gooide hout op het vuur,schonk zich een glas Bourgogne in, ging bij de haard

zitten en lachte zacht. Hij was gelukkig... Dit was nouhet geluk. Zijn leven lang had hij naar dit ogenblik

gehunkerd, en nu was het dan toch gekomen... Langshoeveel kronkelpaden, door hoeveel doornen moesteen mens gaan om eindelijk aan to landen bij hetgeluk...! Hoe vaak had hij gewanhoopt, als alles don-ker was, de horizon rondom gesloten en verstikkendnabij... Maar door alles heen was hij gegaan naar dit

moment... Het was alles waard... Nu begon hetleven... Tot in alle porien van zijn lichaam was hij

172

Page 177: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gelukkig... Hij nam een diepe teug uit zijn glas enzuchtte van welbehagen... Ha, die wijn smaakte alshaar lippen...Plotseling dacht hij aan Bartje Molijn... zijn vriend,de notaris, Bartholomeus Molijn van Warmshoven,de grote heer, die jonkers en baronnen als omganghad en een jong meisje van voorname familie als zijnvrouw naar het dorp gebracht had... Hij was hetgeluk van Bart Verhagen ver gaan zoeken, BartjeMolijn, maar hij had het trouw en eerlijk naar deHagenhorst gevoerd... 0, zonder het te weten of tewillen. Bartje Molijn dacht nooit aan iemand andersdan aan zichzelf. Maar toch was hij de boodschappervan het geluk geweest voor zijn ouwe schoolkame-raad, de grove Brabantse boer Bart Verhagen... Wiehad dat kunnen denken... ? Het leven leek een won-derlijke warboel, maar nu werden de lijnen zichtbaar.Hij ging Bartje Molijn zijn vrouw afnemen, hij hadhem haar al afgenomen. En hij verdiende nietbeter, die wilde zot van een notaris. Een zot en eenschoelje. Die leefde niet als een mens, maar als eenbeest. Zelfs het geluk Thilde gewonnen te hebben,had hem niet beter gemaakt. Daarom moest hij haarverliezen. Dat was zijn verdiende loon. Het was bil-lijk... Hij zou hem kunnen vermoorden om wat hijThilde had aangedaan. Hij zou beter doen. Hij namhem Thilde af.Lang zat hij bij het vuur. Trotse beelden van detoekomst wemelden in de flakkerende vlammen...Een gelukkig man droomde van de hevige jaren, diekomen gingen, die juist begonnen waren. BartjeMolijn was verslagen. Bart Verhagen had onver-

173

Page 178: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

wacht de wedloop gewonnen. Daar was niets meeraan te veranderen.

Maar zo eenvoudig als Bart het zich voorgesteld had,ging het toch niet.Thilde bleef vuur en vlam, maar ze ontweek een be-slissing.Hij moest geduld met haar hebben. Het was niet zogemakkelijk als de onstuimige en weinig ingewikkeldeBart het dacht. Er waren zoveel dingen in acht tenemen, ze waren nu eenmaal geen zwervers, die zomaar met elkaar wegliepen zonder rekening te hou-den met wat ook. Ze was dol op hem, ze zou nietsliever willen dan dag en nacht bij hem zijn, maar datkon nog niet dadelijk. Bartje Molijn was er ook nog.Ze was met hem getrouwd, ze had zo lang met hemgeleefd... dat kon je zo maar niet als een versletenjasje van je afgooien... Bart luisterde met een duistergezicht naar haar haastig gepraat, de toppen vanhaar vingers speelden over zijn borst, grepen nerveusaan zijn schouder, plukten aan zijn das. Heel lang-zaam werd het hem duidelijk: zij haatte BartjeMolijn niet, zij verachtte hem een beetje, maar haarvlees en bloed konden hem niet loslaten. Misschienhield ze meer en op een gezondere manier van BartVerhagen, maar de gedachte, dat ze daarvoor haarman geheel en al moest opgeven, maakte haar zenuw-achtig, onrustig en bang. Ze hield nog van die schooier,ze hield toch nog van hem, ze kon niet buiten hem.Ze kon ook niet buiten Bart. Als ze maar even ge-legenheid had, was ze bij hem, sprong hem om de

174

Page 179: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hals, overstelpte hem met liefkozingen, zwoer dat hijde liefste, de enige was. Wanneer de notaris op reiswas, waren ze bijna hele nachten samen en Bart konhaar niet uit zijn armen laten, zijn hart deed pijn vanliefde, hij kOn haar niet delen met een ander, -daarzouden ongelukken van komen. Soms dacht hij : alsze alles wist van Bartje, als ze precies wist hoe hij be-stond, hoe weergaloos slecht hij was, dan zou ze netsmeer van hem willen weten. Maar zijn trots weerhieldhem haar alles te vertellen. Zijn trots en een vage,instinctieve vrees, dat zij precies omgekeerd zou han-delen dan hij verwachtte: misschien zou ze Bartjemeer ongelukkig dan slecht vinden en bij hem willenblijven om hem te helpen beter te worden eer het telaat was... Vrouwen hadden zoiets in zich. Of mis-schien vonden zij het slechte alleen maar interessant,werden er door aangetrokken. Wie kon precies door-gronden wat vrouwen bewoog? Waarom dwarreldenze altijd en overal rond Bartje Molijn, waar immersgeen draad goed aan was, als vlinders rond eenbloem... of als gouden kevers rond een mestput... ?Hij kon Thilde niet begrijpen. De helle glans dereerste verwachtingen verdofte. De tijd leek hemgrauw, zijn leven vreemd besmeurd. Hij moest toe-staan, dat zijn tot krankzinnigheid toe geliefde vrouwbij een ander sliep, door hem bezeten werd... dooreen verzwijnde hoerenloper...! Het was onverdraag-lijk, hij zou er nog gek van worden of die ander dood-slaan als een hond... Hoe kon Thilde het verdragen,zoveel zwakker dan hij, zoveel verfijnder door ge-voeligheid en opvoeding... ? Onbegrijpelijk... Maarlang duren kon dit niet... Een meeeter zijn aan de

I 75

Page 180: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

tafel van Bartje Molijn... in zijn schaduw leven van

de afgevallen brokken... nooit...!Ook in Thilde was verwarring.. Zij begreep Barts ont-reddering en leed er onder. Van zichzelf begreep zij

niets meer. Ze had nooit kunnen dromen, dat ze zichaan twee mannen zou kunnen geven, dat zij er eenminnaar op na zou kunnen houden, dat zij daarnaastmet haar man zou kunnen voortleven zonder weer-

zin of rem. Er was een groot, diep en stilmakend ge-voel in haar, dat gekozen had en bleef kiezen voorBart Verhagen. Maar haar zinnen konden de keusniet volgen. Te lang waren die zinnen bespeeld doorde virtuoos in de erotiek, die Molijn was. Jets van zijnperverse speelsheid was in haar bloed gedrongen enzij wou, zij kon hem niet missen. Nog niet. Soms voel-

de zij een onpasselijk makende angst voor hem, die"-- -'cl kwam, maar haar zinnen eisten de vleien-

de opwinding van zijn geraffineerd spel... 0, BartVerhagen moest het winnen. Met hem was alles an-ders. Groot, hevig, compleet, als een laaiend vuurzonder rook. Er was iets... iets heiligs in. Hoe vreemdhet ook leek : met hem was het zonder zonde. En juistdaarin knaagde iets van onbevredigdheid. Zij be-greep het niet, maakte zich verwijten, luisterde naarBarts pleidooien, wist dat hij gelijk had, verfoeidezichzelf, maar kon niet tot een besluit komen. Nogniet. Nog niet... Maar op een dag zou Bart Verhagenhaar opnemen, haar over de drempel heffen, haardwingen het andere leven binnen to gaan. En danzou zij volgen, gehoorzaam en onderworpen aan het

grote, dat in haar voor hem leefde. Aileen kon zij hetniet.

176

Page 181: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Toen hun verhouding enige maanden geduurd had,kwam zij op een middag de boerderij oplopen. Zijvond Bart bij de paarden, vroeg hem mee te gaannaar de tuinkamer. Haar nervositeit verontrusttehem. In de kamer ging zij op de divan zitten, de han-den ineengewrongen in de schoot. De ogen, waarmeezij naar hem opkeek, stonden groat en schril.„Bart... ik ben zwanger!"Het klonk als een bange kreet om hulp.Hij stond rechtop voor haar, verbleekte tot in de lip-pen, zijn handen beefden.„Thilde...! Van mijn?"„Hoe kan ik dat weten?"Het bloed golfde terug naar zijn gezicht. Een bitter-heid kropte in zijn keel. Het was waar. Hoe kon zijhet weten? Zij leefde ook nog met die ander. Zijnvrouw kon zwanger zijn van die smerige hond...!Waarom had hij hem de hersens niet ingeslagen eerhij haar had kunnen aanraken, toen ze eenmaal zijnvrouw geworden was... ? Bah! wat een smeerlapperijwas dit hele verdomde leven! Voor de woeste drift inzijn ogen sloeg zij de hare neer, boog zich over haarknieèn en begon wanhopig te schreien. Hij vocht metzijn ontroering, zijn medelijden met haar, zijn wur-gende bitterheid, die als een rauwe pijn schroeide inzijn borst. Driftig liep hij heen en weer. Dof stamptenzijn zware rijlaarzen op het dikke tapijt. Zijn sporenrinkelden zacht... Thilde was zwanger... Thildemoest een kind krijgen... van hem of van Molijn...Plotseling bleef hij staan. Van Molijn... ? Onmoge-lijk...! Dan was het al eerder zo geweest... Het wasvan hem... Dat was toch duidelijk... ? Het moest van

12 177

Page 182: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hem zijn...! Hij zou krankzinnig worden, als het niet

van hem was...! Wild zou hij worden... moorden...!

Hij knielde bij haar neer, overstroomd van tederheidineens, sloeg de armen om haar heen.„Thilleke, meske... vrouwke... 't is van mijn...!Gloof me moar... ge droag mijn kind, Thilleke... gezij mijn vrouw... Schreeuw moar nie, alles zal terechte

komme... Ge zij van mijn..."Zij leunde tegen hem aan, het voorhoofd op zijn

schouder. Langzaam kropen haar handen omhoognaar zijn hoofd. Zonder hem aan te zien zei ze nok-kend:„Bart... het is zo vreselijk... !"Hij streelde over haar rug, zacht en troostend.„Woarom, Thilleke... ?"Moeilijk begon zij te praten, aldoor het hoofd aanzijn schouder verborgen. Het leed van de vorigekeren. Haar angst voor een herhaling. Haar bezoek

bij de professor en wat de doktersvrouw haar gezegdhad. De schrikkelijke vrees, dat er iets was of geweestwas met haar man, waardoor het altijd weer mis zougaan. Een woedende haat tegen Molijn laaide in Bart

aan, de vuile zwabber, die ook nog het leven van zo-iets moois en teers als Thilde was, kapot durfde trap-pen... Het zou uit .zijn nu...!„Liisterd'es, liefke... Ge mot nie bang zijn... Ik weetzeker a't van mijn is... een dan zulde je kind krijge...oons kind, moak je nie oongerust... Een a't toch mis-goat, is 't de leste keer gewiest. Want ge goa van 'emaf, in ieder geval...! Al zou 'eel de wereld op z'n kopgoan stoan, 't is:nou wellekes. Ge zij van mijn, een gekom bij mijn... of-t-ie scheie wilt of nie. Ik verkoop

178

Page 183: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

d'oef een alles, een me goan erges aanders leve, zegmoar woar, mijn kan 'et nie verdomme... mee jouis 't overal mooi een goed... A'ge wilt, goan 'k opstoande voet noar 'em toe, een ik zeg 'em woar 't opstoat..."Verschrikt hief ze het hoofd op en keek hem in zijngloeiend gezicht. Haar handen klemden om zijnschouders.„Nee... Nee, Bart... niet zo haastig... nog niet... nounog niet."„Wanneer dan ?"Zijn ogen werden hard.„Laten we afwachten, Bart... tot... tot we de be-slissing zien... Dan mag je spreken... dan kom ik bijje, ik beloof 'et je."Langzaam brak een glimlach door op zijn stug ge-zicht. Wat een zwakke, besluiteloze wezens die vrou-wen waren..:! Altijd beslissingen uitstellen... Hijkuste haar in haar hals, waar het bevende adertjeklopte.„Allee... 't is goed," gaf hij toe. „Moar zo blijv'et af-gesproke, Thilde... Noar did' uitstel... neem ik jemee."„ Ja," fluisterde zij. „Dit is het laatste uitstel... Danmoet je me meenemen, Bart, dan zullen we samenleven, samen alleen... Dat zal heerlijk zijn... Wantik hou van je, Bart... zo veel... alleen van jou... alleenvan jou..."Geluk liep over zijn hart. Alles werd goed. Nog eenkorte poos en alle zwarigheid was achter de rug. Danbegon het lichte leven.Onstuimig drukte hij haar tegen zich aan. Zijn klem-

179

Page 184: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

mende armen deden haar pijn, maar zij kreunde vanzaligheid. Nu zou de beslissing komen. Hij zou haarover de drempel heffen, het andere leven in... Danhield hij haar aan de schouder van zich af, keek haarstrak en streng aan.„Een dieng," zei hij grimmig, „tot zolang leefde niemeer mee 'um... Ik zou gek wooren a'k moes deinke...Ge zij mijn vrouw... ge droag mijn kind... 'Ouwt dad'in 't oog."Thilde sloeg de ogen neer, kleurde diep. Zijn zeker-heid verwarmde haar. Zijn heerszuchtige stem gafhaar kracht en moed. Met hem zou het goed levenzijn. Hij zou haar dwingen tot geluk. Hij was zo sterken zo heerlijk hard.,,Ik beloof 'et je," zei ze zacht. „ 11 zal 'em zeggen..."„Zeg wa'ge wilt," viel hij nors in, „moar a-t-ie noarje diirft te wijze, vrieng ik 'em z'n nek om."Een paar dagen later vertelde de notaris hem, dat zijnvrouw weer zwanger was.„Da' weet ik," antwoordde Bart rustig.Verrast keek de ander op.„Had ze jou dat al verteld ?"De boer lachte zachtjes.„Ze mot mijn wel es meer wad' eerder vertellen asjou... Ge zij' te veul weg, man."Wantrouwig beluisterde Molijn de spottende klankin Barts stem. Er zou toch niet... Nee, dat was on-denkbaar... ! Thilde... een liaison met een boer... ?Stel je zoiets voor...! Hij lachte zijn achterdocht weg,vertelde met de koddige vertrouwelijkheid onderdoorgewinterde ma.kkers :„'k Moet zo lang op de logeerkamer slapen... Ze wil

1 8o

Page 185: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

niets riskeren, zegt ze... Ze is bang... nou, Been won-der... 't is al drie keer mis gegaan... Stakker... En ikword droog gezet!"Bart lachte luid en zei vrolijk:„Gij zürg wel a'ge nie te kiirt komt... gin meelije meeeen moordeneer, or!"En zij bulderden samen als twee jongens, die wetenwaar Abram de mosterd haalt.Nerveuze weken. Maanden van onrustig afwachten.De notaris had veel zaken na te reizen. Bart en Thildezaten bijeen in de tuinkamer of bij haar thuis, inge-sponnen in hun onrustig gevoel, troost zoekend in hunongeduld en angst. Alles ging goed. De eerste gevaar-lijke maanden gingen voorbij. De dokter verklaarde,dat alles prachtig in orde was, volkomen normaal ver-liep. Ze waren beiden overtuigd, dat het kind vanBart Verhagen moest zijn. Een innigheid groeiderond hen, Warmer, dieper met elke dag, die verliep.Zij legde zijn hand tegen haar zacht zwellend lijf,dat hij voelen kon, hoe het leven klopte en bewoog.Hij kon niet spreken van aandoening. Zij lachtezachtjes :„Net zo'n sterke driftkop as z'n vader!"Waarom kon hij haar niet meenemen, weg van dieander, om samen dit wonder te beleven, rustig en al-leen, aldoor, inplaats van in gestolen wren, heimelijken in 't verborgen ?Molijn was zorgzaam en werd met de dag trotser.Het had hem gestoken, dat Thilde achterdocht ge-kregen had. Hij wist maar al te goed, dat de mogelijk-heid van haar onderstelling niet uitgesloten was. Nuging alles goed. Er zou een kind komen. Hij werd ge-

181

Page 186: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

rehabiliteerd. Thilde zou hem niet meer heimelijkkunnen verachten als een impotente zwakkeling.Naarmate de tijd verstreek, werd hij luidruchtiger inhet demonstreren van zijn vadertrots. Bart Verhagenzat sours naar hem te kijken met ogen vol verachtelijkeironie en het spottende medelijden van de athleet,die een slap mannetje zijn weke spieren ziet spannen,bluffend op zijn kracht.Eindelijk kwam het uur. Op een avond vroeg inJanuari begonnen de weeèn. Thilde kromde zich,leed, schreeuwde als een dier in stervensnood. Bartwas naar huis gevlucht, zat, liep heen en weer, wacht-te, dol van angst, scheurend in de oren het gegil,waarvoor hij gevlucht was, toen hij aan de villakwam voor zijn gewone avondbezoek. Maar dienacht kwam het kind niet. Tegen de morgen bedaar-den de weeen, begonnen pas weer in de namiddag.De dokter keek bedenkelijk. Molijn sloop door hethuis, durfde niet uitgaan, hield de handen voor deoren om haar gegil niet te horen, dronk cognac tot hijtolde.Die tweede nacht zat Bart Verhagen in de tuinkamerbij het vuur, bleek en afgetobd. Hij had niet gegeten,noch geslapen. Nu zei hij tot zichzelf, dat alles gauwvoorbij zou zijn. Het kind moest wel spoedig komen,het Wm niet lang meer duren. Gespannen luisterdehij door de stille vriesnacht, waarin elk geluid - eenvreemde helderheid kreeg. Soms meende hij Thildete horen schreeuwen, maar dat moest verbeeldingzijn : de afstand was veel te groot, zijn zenuwen speel-den hem parten. Uren liep hij rokend heen en weer,goot of en toe een glas bourgogne door de keel. Einde-

182

Page 187: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

lijk hoorde hij iemand hard lopen over de weg. Dehond sloeg aan. Bevend luisterde hij. De haastigevoeten renden het erf op... Daar was de boodschap...!Snel liep hij naar de deur, gooide die open. BartjeMolijn stooflangs hem heen, viel hijgend in een stoel.Z'n gezicht was rood opgezwollen en verwilderd. Hijwrong de handen tussen de knieen. Blootshoofds,zonder jas aan was hij door de ijzige nacht naar hiergerend. De kamer was overvuld van onheil. Krijtwitstond Bart naar hem te kijken, bevend over heel zijnlijf. Met hese stem wrong hij de woorden uit zijn keel:..Wad' is 't... ? Sprik toch, man!"Een hevige siddering liep over Molijns gezicht, ver-trok het tot een masker van afschuw. Met slappe lip-pen stamelde hij hijgend :„Dood... dood..."Bart sprong op hem toe, pakte hem met ijzeren greepbij de schouder, vroeg gedempt:„Dood... ? Wie ?"„Allebei... Thilde en het kind..."Met stoel en al vloog de notaris meters ver de kamerdoor, bleef jammerend liggen, schreiend en snikkendmet hoog schokkende schouders, als een jongen, diete veel slaag gekregen heeft.Bart Verhagen stond rechtop, de mond even open,de witte tanden blinkend onder de zwarte snor, alseen dier dat gaat bijten. Moordwoede glinsterde inzijn harde, grijze ogen. Een gedachte tolde met razen-de snelheid in zijn gemartelde hersens rond: dood-trappen... het leven wegstampen uit de bundel jam-merende ellende, die hem deze boodschap had durvenbrengen... Waarom leefde zoiets... ? Waarom had het

1 83

Page 188: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ooit geleefd... ? Niets dan beroerdigheid had het aan-gericht en zelf geleefd alsof het alle dag kermis was...geen hart, geen geweten, geen ziel... een plaag, eenstuk ongedierte... vuil, dat moest worden uitgeroeid...Maar plotseling wankelde hij als onder een slag...Wat... ? Thilde dood... ? Thilde, die nu naar hem toezou komen... ? Dood... ? Dat kon niet... Die schoeljezou zijn woorden inslikken, zijn verdomde leugens...!Hij liep op hem toe, sleurde hem aan de schoudersovereind, smakte hem in een stoel en keek naar hetgezwollen, verwilderde, van tranen overstroomdegezicht. Zijn moordwoede week, zonk weg in een ont-zaglijke vermoeienis. Langzaam vroeg hij :„Zegt da' nog es ?"„Ze zijn dood," huilde Molijn, „Thilde en haarjongetje."„Een jonge..."„Zo'n fors kind... met zulk zwart haar als zijnmoeder en lichte ogen... grote, lichte ogen... 't heeftnog geen tien minuten geleefd... een half uur laterwas Thilde dood... leeggebloed zegt de dokter... o...o... o ...!

Jammerend zakte hij voorover, bedekte het gezichtmet de handen, sidderend voor het bloedige visioen,dat hij nooit meer zou kunnen vergeten. Onbeweeg-lijk stond Bart voor hem. Een forse jongen... metzwart haar en lichte ogen... dat was zijn kind... zijnechte zoon, een echte Verhagen... anders dan hetblonde Bartje, die een kind van zijn moeder was...Wat mompelde die huilende vent in de stoel nou ?Hij luisterde.„...en m'n zoontje... m'n zoontje..."

184

Page 189: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Een harde lach brak eensklaps uit Barts keel. Honendriep hij :„Jouw zeuntje... ? Verdommese zot...! Mijn zeuntje,verstoade da'... ? Da' was mijn zeuntje..."Langzaam kwam Molijn in zijn stoel overeind enhief het hoofd naar hem op. Alle kleur week uit zijngezicht. Ongelovig herhaalde hij :„Wat zeg je daar... ? Jouw zoontje... ? Ben je krank-zinnig geworden? Wat meen je ?"„Wa'k zeg... Thilde was al van 't voorjoar of m'nvrouw... Gij kund' ommes gin voader woore, man...!Gij 'ed al je kracht verdoan in 't bed van ieder"oer,die ge tege kwam..."Molijn begon te beven. Als een oud mannetje zat hijte sidderen. Met stokkende stem zei hij :„ Jew je liegt, Bart..."„Zo... lieg ik... Thilden een ikken 'adden afgesprokenom soame weg te goan, a't kind er eenmoal was...z'ad genog van jou een van je streke... 1k 'ad z'uitj'w 'aande g'oald, man... 't wier tijd a'z 'ok es leerdewa' wezelijk leven is... Wa' zijde gij vor d'r gewiest... ?G'e ze mee iedere sloerie bedrogen 'eel je trouwedeur... ge kon ze gin eens een kind geve mee je be-dorreve bloed..."Hij eindigde met een krakende vloek. Molijn zat hemverwezen aan te kijken. Hij begreep, dat hij tegen-over de waarheid stond. Duizend dingen schoten hemte binnen, die hem de ogen hadden moeten openen.Blikken, die hij had opgevangen, een glimlach volbetekenis, een warme toon in de stem. Had hij nietsoms gedacht: als Bart geen boer was, wist ik 'et nogzo net niet... ? Die boer had hem zijn vrouw afge-

185

Page 190: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

nomen, een dame tot in de toppen van haar win-

gers... ? Ze zou met hem zijn weggegaan... ? Wat was

er dan voor een kracht in die vent... ? Thilde was niet

lichtzinnig, niet een vrouw, die. zich afgaf met deeerste de beste... En aan deze boer had zij zich ver-gooid... Aan Bart Verhagen, die hij een beetje grap-pig vond, een boer, die lichtelijk aan hoogmoeds-waanzin leed... Die hij van zijn jongensjaren of om

zich heen geduld had als een curiosum... die onver-hoeds de allures kon aannemen van een grand seig-

neur... maar die hij toch nooit helemaal voor vol hadaangezien... Als hij niet schatrijk geweest was, zoudenze nooit met elkaar in aanraking gebleven zijn...Bart Verhagen, de zoon van de Hagenhorst, hereboer

geworden... had hem to schande gemaakt, hemhorens opgezet. Met Thilde... Van iedere anderevrouw zou hij het zonder verbazing aanvaard hebben...Bart zou wel een prima mannetjesdier zijn... maardat was voor Thilde zeker geen motief... tenzij hij haar

meer geperverteerd had dan zijn bedoeling was...Nee, dat kon niet... Er moest iets in Bart Verhagen zit-ten, dat hij nooit vermoed had... Met Thilde...! Ver-

bijsterd staarde hij naar het steenharde, bleke gezicht,vol haat en grenzenloze minachting. Zacht zei hij :„En nu... nu hebben wij haar allebei verloren..."Er ging een schok door het gespannen lichaam van deboer. Zo ver van zich verwijderd had hij de slappeheer in de stoel gevoeld, zo ver van zijn eigen levenals zat hij op een andere planeet. Met dit ene woordtrok hij de cirkel weer om hen dicht... Allebei hadden

ze Thilde verloren... Ze hoorden toch bij elkaar...!

Het noodlot had hen op een of andere manier aan

186

Page 191: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

elkaar vastgesmeed... Ze werden altijd weer binnenhetzelfde perk gedreven... Niets of niemand kon henwerkelijk scheiden... Misschien zou hij die slankenotaris nog eens dood slaan, maar dan zou hij nogniet van hem los zijn... Het was vreemd. Huivering-wekkend was het. Maar zij hoorden bij elkaar...Zacht zei hij :„Ik 'eb ze verlore... gij war z'allang kwijt."Toen werd hij ongeduldig, en snauwde:„Goa toch noar 'uis, man... wa' doed' ier nog?"Molijn stond op, rekte pijnlijk zijn rug, zuchtte diop •„Het is vreselijk, Bart... Het hele leven is vreselijkmaar wij moeten er door."Verstomd keek Bart hem aan. Dat zei die luchthart-treurniet, die eeuwig boemelende flierefluiter, en troker een armezondaarsgezicht bij ? Wou ie nou ook nogde farizeeer gaan uithangen ? Wou ie hem vertellen,hoe vreselijk hij het vinden moest, hem, wiens hartvoelde als een rauwe wond, wiens ziel in brand stondvan de diepste hellepijn ? Een wilde vloek vloog hemvan de lippen. Met een ruk trok hij een empire luch-ter met kaarsen en al uit de muur en smeet die Molijnnaar het hoofd, blind van woede. Deze bukte, deluchter vloog over zijn hoofd heen en sloeg de groteVenetiaanse spiegel naast de schouw in scherven.De notaris sprong weg, in doodsangst voor de moord-zucht, die Barts gezicht ontstelde, en vluchtte de nachtin zoals hij gekomen was, zonder jas en blootshoofds.Even stond Bart roerloos. Toen schreeuwde hij, klaag-lijk, als een groot dier in ondraaglijke pijn. Thildedood... hun zoontje dood... zijn forse jongen net dezwarte haren en de lichte ogen... Uit...! Alles uit...

187

Page 192: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Heel het mooie leven, dat ze samen hadden willenopbouwen met een slag in elkaar gekraakt... En hier

stond hij in de tuinkamer van haar jeugd, die hij voor

haar gebouwd had, de eerste daad van zijn liefde...Tevergeefs... Alles was tevergeefs geweest... Deze helesierlijke, voorname kamer was een hoon, een spotlachmidden in zijn ontdaan gezicht. Een razende woede

brak door zijn ondraaglijke smart. Hij scheurde de

andere luchter uit de muur en smeet die tegen degrote kristallen kroon, die met een hoog gerinkel vanbarstende klokjes verbrijzeld werd. Schreeuwendsloeg hij stoelen en tafels op elkaar in brokken. De

boerderij ontwaakte onder het geweld, half aange-kleed stonden knechts en meiden bijeengedromd inde grote kamer, maar niemand durfde de deuren naarde tuinzaal openen. Bevend luisterden zij naar dewoeste kreten, het kraken en kletteren van vernieldemeubels, glazen en vensters. De huishoudster sloeg

een kruis en begon hardop te bidden, anderen vielenmee in. De baas was krankzinnig geworden of vochtmet de duivel, die zijn loon wou en het nooit kreeg...Langzaam werd het stiller, het schreeuwen werd een

zacht gejammer, iets zwaars plofte dof neer, dan was

er alleen nog maar een gekreun, alsof iemand zwarepijn leed... Zij keken elkaar aan in de zwakke schijn

van de wakkelende kaarsen. Niemand had de moedte gaan kijken wat er gebeurd was en of de boer somshulp nodig had. Bibberend van angst slopen zij terug

naar hun bedden, huiverend bij de gedachte aan water de volgende morgen gevonden zou worden: een

boer, verscheurd door de gloeiende tanden en klau-wen van Sinjeur de Duivel...

188

Page 193: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Maar zij vonden een levende boer met een bleek, harden strak gezicht, die gelastte, dat alle metselaars ge-haald moesten worden, die ze vinden konden en datde knechts helpen moesten om de hele tuinkamer ofte breken. Alles wat er in was moest achter de schuurop een stapel gegooid worden en verbrand, meubels,gordijnen, kleden, alles wat branden kon. En binnendrie dagen moest alles neergehaald en weggeruimdzijn, kost wat kost... Had de rentmeester het be-grepen ?Toen Thilde met haar kind begraven werd, was ergeen spoor meer van de tuinkamer te bekennen. Hetdorp zocht verband tussen de twee gebeurtenissen enpraatte zich de kelen schor. Maar jammer genoegwist niemand het ware...

In deze felle dagen keek Bart met verwondering naarzijn zoon, voor wie hij nooit anders dan verstrooideblikken had over gehad. Hij ging al op school bijMesjeu Holster en was een goed leerling, een beetjetraag van begrip, maar vlijtig; reden tot klagen gafhij nooit, hij was niet wild of vechtlustig, en zijnvrije ogenblikken gebruikte hij om paardjes te teke-nen. Paardjes, nooit iets anders. De paarden thuiswaren zijn hartstocht, het enige, waarvoor hij wer-kelijk in vuur kon raken. Hij wist alles van hen enwas met de meeste goede maatjes. De goedige,zwaargebouwde, geduldige werkpaarden, op dommekracht en uithoudingsvermogen gefokt, waren zijnlievelingen, de fijnere dravers lieten hem tamelijkonverschillig, en de Engelse renpaarden verfoeidehij ; hij vond ze lelijk en was er bang voor, omdat

189

Page 194: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ze zo snel de oren in de nek legden, vals het wit

van hun ogen lieten zien en altijd stonden te drib-

belen en te stampen, zodat je bang was, dat hunlange benen onverhoeds zouden uitvliegen om je eendoodtrap te geven. Chiel kon met geen mogelijkheid

zijn geestdrift op hem overbrengen.Bart hield hem voor zich tussen zijn knieèn, de han-den op zijn schouders, en keek aandachtig in het ge-

zicht van zijn kind. Margreets mooie, blonde haren,

te zacht voor een jongen. Haar wangen en kin,meisjesachtig. De neus was nog ongevormd, maar leekweinig neiging te vertonen tot de stoute krommingvan de Verhagen-neus. Zijn ogen hadden de goedekleur en vorm, heldergrijs, een beetje hard en met dezware leden, die er later half over zouden sluiten ook

als ze geopend waren... dat was het enige, wat hijvan zichzelf aan de knaap herkende. De hele restkwam van Margreets kant. Hij was groot voor zijnjaren, leek grof gebouwd. Hij zou later lijken op zijn

ooms van moeders kant, grote, zware kerels, die spoe-dig log werden, trage boeren, betrouwbaar, maarzonder fantasie of durf, voorzichtig lopend in de

veilige paadjes van vader en grootvader. Wat dedenzulke, als ze voor grote rampen stonden? Niet veel.Hu1p vragen, het hoofd buigen, berusten, verdersukkelen. Een vage weerzin kroop in hem op tegende zoon, die zo weinig zijn zoon was. Hij drukte zijnhanden zwaarder op de smalle schouders, voelde zeverstrakken, zich verzetten, kalm maar hardnekkig

weerstand bieden. Hij was sterk. Dat beviel hem.„Wa' wilde woore loater, Bartje?"„Boer, voader."

190

Page 195: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Zouwde nie liever dokter wooren- of veears of no-toares net as oom Molijn?”„Need, voader... boer."„Woarom, jonge ?"„Ik wil nie Ore mee zo'n 'oogen boord om m'n nekloope, voader."Bart glimlachte.„De boere loope mee een stijven boord om d'r ziel,Bartje, da's nog veul ambetaanter... Zouwde nie gêrezo'n geleerde meins wille woore... nog geleerder asMesjeu 'Olster?"De grijze kinderogen dwaalden weg met een ver-warde, beangste blik.„Need, voader... leeren is zo moeielijk."„Alles is moeielijk, Bartje... Een goeien boer mot okveul leere."„Da' wi'k wel leere."De ogen kwamen terug, hoopvol.„Nou, dan motte moar boer woore..."Het kind knikte, dankbaar, zijn ogen hadden een voch-tige glans. Bart wilde hem graag een plezier doen.„Wa' zouwde nou es Ore van voaders' emme, Bart ?Zêg 'et moar..."Zonder aarzelen, kinderlijk begerig, kwam het ant-woord :„Een peerd."„Zo'n groot spullegoedpeerd mee echt 'oar ?"„Need, voader... een levend peerd!"Dat verlangen verheugde Bart. Hij stond op en zei:„Gij 'kregd' een levend peerd van me... goa moarmee."Hij nam Bartje bij de hand. Het kind liep naast hem

19 1.

Page 196: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

met een emstigge2ichtje, stralende ogen. De vader keekop hem neer. Waarom sprong en gilde die jongen nouniet, zei desnoods grote vloeken, omdat hij zijn vreug-de niet opkon... ? Dat zou hij gedaan hebben in zijnplaats en op zijn jaren. Bij de stallen zei hij „Nou, Bar-tje, zoekt er moar een uit. Die g'oanwijst is van jou."„Ik wil Pau 'emme, voader."„Pau... ? Die ken ik nie."Bartje trok hem mee naar de lange stal van de werk-paarden en wees hem een machtige Bels, een donkerevos met lichte manen en staart en geweldige bossenhaar boven de hoeven. Twijfelend keek de jongen naarzijn vader op.„Da's Pau... moar die mag ik zeker nie 'emmen, 'ee?"„Ge meugt 'em grust 'emme... Moar wa' mot 'ermee doen, mee zo'n groote loomperik... ? Wilde Bijou,die kleine Fraansman nie 'emme... Die is broaf eenge kunt er op rije."Het kind luisterde nauwelijks. Vastbesloten zei hij :„Neee, voader, 'k 'em Pau 'et liefste. Ma'k 'em d'r esuit'oale ?"Zonder angst ging hij langs het dier het vak in, duwdehet met zijn schouder tegen de zware buik opzij, bondhet halstertouw los en kommandeerde hem vakkundigde stal uit. Buiten stond hij trots met de geweldigevos, die ruig van winterhaar was. Het paard snuffeldeaan Bartjes schouder, en de jongen aaide hem overde zachte neus, krabde hem tussen de ogen. En weerdacht de boer verwonderd : waarom slaat hij zijnarmen niet om die kop, waarom kust hij hem niet opzijn neus, waarom danst hij niet rond, waaromschreeuwt hij niet... ? Dan zei hij :

19 2

Page 197: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Ik zal tege Chiele zêgen 'at ie een mooie box vor 'eminriimt in de nieuwe stal... 'IJ zal moar oarig afstekebij die Engelsmanne, Bartje.”De jongen keek verwonderd naar hem op.„'IJ kan toch blijve woar-t-ie-is ?"„Tusse de ploegpere?"„'t Is toch Ok een ploegpêerd ?"„Moar nou toch nie meer!"„Woarom nie?"Met een gevoel, dat veel op verdriet leek, stond BartVerhagen op zijn zoon neer te kijken. Verwijtendvroeg hij :„Mot Pau dan nog waarke nou a'gij 'em vor je pleziergekregen 'ed ?"Er kwam geen begrip in Bartjes ogen. Een beetje ver-legen zei hij :„boar is ie toch voor ?"Zijn wader knikte. Hij had nog gelijk op de koop toe.Maar het was niet edelmoedig van hem... Hij wasniet edelmoedig. Margreet was ook niet edelmoediggeweest... Dat maakte moe en verdrietig, mensennaast je te hebben zonder edelmoedigheid...„Kund'er op rije?"„O jirre joa!"„Allee dan!"Hij tilde de jongen op en wou hem schrijlings op debrede rug zetten. Maar de jongen zwaaide beidebenen naar een kant, hield losjes het halstertouw ende manen vast en commandeerde:„ Ju, Pau!"De Bels stapte weg. Bartje zat dwars op de rug, eenbeetje gebogen, wiegelde mee op de langzame, zware

13 '93

Page 198: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

stap van het paard, zoals de knechts vermoeid op eenvermoeid paard naar de hoeve terug sjokken. Mis-noegd keek de Boer naar zijn zoontje, dat in een wijdebocht over de werf reed, geduldig en traag als het ge-duldige en trage paard... slaperig... Een drift schootin zijn bloed, de lust om een zweep te nemen en hetdier op te jagen in draf, in galop, wildheid te wekkenin die veel te stille jongen. Maar een moedeloosheidovervleugelde dat gevoel. Hij wenkte een stalknecht,beduidde hem, dat hij op het kind moest letten enging met grote stappen naar binnen om met een glascognac zijn bitterheid weg te slikken.Dat was dus zijn zoon. Alles wat hem nog overbleef.Een schamel restje van alles wat geweest was, vanalles wat had kunnen zijn. Een schamel kind, waar-in niets was van hem, niets van alles wat het levendrift gaf, vaart en geweld. Een vreugdeloos mens zoudit Bartje worden, de geduldige slaaf van zijn bezit,de gedweee onderdaan van hoeve en land. Een man,die bezitten wou zonder de wil dat bezit tot iets mooiste maken ook voor wat bezeten werd... Het botte,stomme genieten om het botte, stomme bezitten...het zware, drukkende bezitten, dat enkel hoogmoedigmaakte, maar niet licht en blij... nietgelukkig... Waar-toe diende het... ? Een mens moest gelukkig zijn...En hij... ? Hij, met zijn andere aard, zijn jagen achtervreugde en genot en geluk... had hij het gevonden...was hij gelukkig... ? Met opeengebeten tanden wurg-de hij zijn martelend verdriet neer. Hij had het gelukgevonden, ja... De dood had het hem uit de handengeslagen... daar was niets aan te doen... Maar hij wasgelukkig geweest. Hij was het geweest van het ogen-

194

Page 199: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

bilk af, toen hij het slopende gezwoeg had opgegeven,zijn rijkdom had aangegrepen als iets, dat hem dienenmoest in plaats van bevelen, zijn leven naar de zonhad gekeerd. Sindsdien was hij gelukkig geweest, ookal kwam de vrouw, waarnaar iedere vezel van zijnwezen onbewust hunkerde, hem niet nader dan eengoede vriendin. In dwaasheid en uitspattingen, inverkwisting en spijtige dolle daden was hij toch ge-lukkig geweest. En het had hem gevoerd tot het hoog-ste geluk, zo hevig, dat je soms dacht er onder te zul-leri er in te zullen vergaan van lOuter zalig-heid. Het lag 1, ,,,put. georoken, in bloed en vuil weg-geslagen, zo reselijk, dat je er niet aan denken konzonclei je hart opnieuw scheurdem en je kon tochaan niets anders denken... Hij- had haar zelfs nietmogen zien sterven, hij wist niet of haar hand in deuiterste nood naar de zijne gezocht had, en als ze zijnnaam geroepen had, was er een ander gekomen.Machteloos had zijn grote liefde ver van haar moetenblijven, toen zij verscheurd werd door ondraaglijkepijnen en het leven uit haar wegvloeide als uit eengeslacht beest... Het was alles te erg, veel te erg omgedragen te kunnen worden... maar je moest er door,zoals die hansworst gezegd had... Met die moest hijnog afrekenen... Zij hadden haar allebei verloren,hoe dan ook... dat haalde de band verder toe.Hij voelde zich gekneusd en gebroken en uit elkaargescheurd. Alles deed zeer, tot in de fijnste vertak-kingen, de diepst verborgen schuilhoekjes van zijnwezen. Hij was als een man, .die men de huid van hetlichaam gescheurd heeft en die nu door een dorenbosgejaagd wordt. Maar als hij zich afvroeg, of hij zich

195

Page 200: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

dit zou hebben willen besparen door het andere te

missen, dan antwoordde hij met verbeten woede:nee!... Nee! nee! duizendmaal nee...! Hij leefde in dehel, maar hij wist het, omdat hij de hemel gekendhad. Wat nu nog kwam, kon alleen zijn : een pogingom de pijn te verdoven. Maar er zouden ogenblikkenkomen, waarop hij zich zo zuiver en diep zou terug

leven in het voorbije geluk, dat het hem verwarmenzou als de gloed van een groot, ver vuur. Het waser geweest, het zou altijd een beetje blijven. Wiezo'n vol en geweldig geluk gekend had, zou nooithelemaal ongelukkig kunnen zijn. Het kwam er maar

op aan, deze schroeiende pijnen te verdoven... Endaar had hij Bartje Molijn bij nodig. Hij had hem nogniet teruggezien na de verschrikkelijke dag van de be-grafenis, toen hij met brandende, droge ogen en ver-steend gezicht bij de kuil gestaan had, en de notariswas weggesmolten in tranen en door iedereen diepbeklaagd... Er waren wel schuine blikken naar BoerVerhagen gedwaald, maar niemand had iets andersvan zijn gezicht kunnen lezen dan de begrijpelijkedroefenis om het verlies van een goede kennis, hetonpersoonlijk medelijden om zo'n jeugdig lijk, en detragische omstandigheden van het sterfgeval... de

moeder en het eerste kind... het was wreed...Twee dagen na Barts gesprek met zijn zoontje, kwam's middags IVIolijns jongste klerkje op de hoeve om tevragen of baas Verhagen 's avonds meneer de notarisontvangen kon voor een belangrijke bespreking. Hijkreeg een toestemmend antwoord. Om acht uur werdMolijn bij Bart in de biljartkamer gelaten. De Boer

bleef zitten, wees op een stoel bij de tafel, schonk

196

Page 201: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zwijgend een glas cognac voor hem in en schoof hemde kist toe met de lange, blonde sigaren. De notarisdeed wat verlegen en stijf, nipte aan zijn glas, sneedde punt van een sigaar, stak die op aan de kaars,zuchtte en lei zijn ene been over het andere. Hij wasbleek en nerveus, smal in zijn rouwkleren, die hemdeftig en goed stonden.Bart zat met half gesloten ogen naar hem te kijken.Hij zag er een beetje vervallen uit, die notaris-in-de-rouw. Een grote verbazing, waarvan hij zich nog niethad kunnen herstellen, gaf zijn verwelkend gezichteen ongewoon hulpeloze uitdrukking. Het was be-lachelijk, dat hij rouw droeg. Dat had hij een jaarvroeger moeten doen, nu was er geen reden voor. Numoest Bart Verhagen rouw dragen, want die had zijnvrouw en zoon verloren, heel zijn groot geluk, waarhij een leven lang naar gehunkerd had. Notaris Molijndroeg rouw om wat boer Verhagen verloren had...Een Jan Klaassenspel was het leven.Molijn kuchte. De boer bleef zwijgen, rookte, keekuit zijn half geloken ogen onderzoekend, loerend enietwat geamuseerd naar de oude vriend, de eeuwigetegenstander, het eeuwige voorbeeld, de medeminnaar.De notaris raakte meer en meer van de wijs. Hetgevoel, dat hij de kracht en de motieven van deze manvan hun kinderjaren of onderschat had, benauw-de hem. Hij had de laatste dagen veel nagedachtover hun onderlinge verhouding en met schaamtevastgesteld, dat de leiding de laatste jaren eigenlijkin handen geweest was van Bart Verhagen. Het door-slaand bewijs lag in het ongelooflijke feit van zijn ver-houding met Thilde. Hij had behoren te merken, dat

197

Page 202: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

de ander langzaamaan de teugels overnam. Maar hijwas te gemakzuchtig geweest, te veel verzonken inzijn eigen plezier. Zo was hij overvleugeld en teschande gemaakt. Niet dat Thilde hem ontrouw ge-worden was, stak hem zo diep. Op huwelijkstrouwstelde hij niet zo'n hoge prijs. Als zij een liaison be-gonnen was met een van zijn gelijkwaardige vrienden,zou hij het glimlachend hebben aangezien, het mis-schien hebben aangemoedigd, een verfijnd genot ge-puurd hebben uit de kwellingen en lusten van zijnwetenschap. Maar met Bart Verhagen, de parvenu-achtige hereboer, de wilde paardenfokker en ruiter,de ongecultiveerde, die een Boers dialect sprak enzeker de vleiende complimenten niet wist te vinden,waarmee een geraffineerd verleider een zo eerbaredame als Thilde tot een amoreus avontuur zou kun-nen overhalen! Bart moest iets anders in Thilde heb-ben gewekt, iets, dat haar man nooit ontdekt had,een oergeweld van driften, die hij niet in haar ver-moed had. Een verhouding, waaraan hij, uit de verteen in de geest, deel had, zou hem weinig of niet ver-ontrust hebben, maar aangenaam geprikkeld, als ietsdat ingevoegd werd in zijn zorgvuldig gecultiveerdzinnenleven. Maar hier was iets opgesprongen, waarhij buiten stond, jets van primitief geweld, dat hemterzijde stiet, waaraan hij nooit deel kon hebben, datover hem heen stampte en niets te maken had met deingewikkelde en verfijnde erotiek, waarin hij zich eenmeester voelde. Wat tussen Bart en Thilde gegroeidwas — o, hij had er de bewijzen voor gevonden —had hem verbaasd, ontsteld, met schaamte vervuld,en het element van zelfverachting in deze verwarde

198

Page 203: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gevoelens was hem niet ontgaan en tot een scherpe,hoezeer ook fel ontkende pijn uitgegroeid. En wat hijniet voor mogelijk gehouden .had: een brandendejaloezie verteerde hem. Die twee hadden iets beleefd,waarvan het begrip voor hem vernevelde, zij haddenjets ontdekt, dat hem onbekend was, het uitgevierdzonder hem er deel in te gunnen. Zo ver stonden .zijvan hem af, dat zelfs zijn over-ontwikkelde erotischeinstincten hem niet gewaarschuwd hadden. Dat hadhem verbaasd en diep gekrenkt. Dat wekte zijn ge-ergerde ijverzucht. Zij hadden jets beleefd, genoten,dat hem niet duidelijk wou worden in zijn ware zin.Zij hadden hem niet nagevolgd, niet geimiteerd inzijn alwetend raffinement. Zij waren hem voor ge-weest. Zij waren gebieden binnengesprongen, dievoor hem gesloten bleven. Zij hadden hem achterzich gelaten en claardoor voelde hij zich te schandegemaakt, bedrogen en beledigd. En vervuld van eenverwondering, die hem tot een nieuwe beledigingwerd... Hij moest Bart Verhagen om dit alles haten,verfoeien, uit zijn leven wegsnijden. Maar dat kon hijniet. De onbedwingbare nieuwsgierigheid, die deeigenlijke drijfveer was in zijn ongeregeld, onzinnigen woest leven, en hem van avontuur tot avontuurjoeg, dreef hem terug naar de man, die er in geslaagdwas zijn pantser van welbehaaglijk cynisme en on-begrensde genotzucht te doorboren en hem ernstigte wonden. Deze vreemde, boerse levenskameraad,die hij beschouwde als een satelliet, waarmee hijspelen kon naar zijn grillen hem ingaven, en die zichzijn meester had getoond... Hij wou hem doorgron-den, hem zijn geheim ontfutselen, misschien hem

199

Page 204: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

kwaad doen. En het was een aangename prikkelingapart, te voelen, dat dit alles niet zonder risico was,

dat er gevaar school in de nabijheid van die boersetegenstander, waarin krachten schenen te liggen, die

hij nog verkennen moest, en waartegen hij wellichtniet opgewassen zou blijken. En dan was er weer deverbazing, dat hij, notaris Molijn van Warmshoven,

op zulke gedachten kon komen ten opzichte van Bart

Verhagen, de boer van de Hagenhorst...

Toen Bart bleef zwijgen, begon de notaris eindelijkaarzelend het gesprek.„Kijk es hier, Verhagen, het is nodig, dat wij eens

rustig met elkaar praten, denk je ook niet ?"

Het was voor de eerste keer in hun leven, dat hij Bartbij zijn achternaam aansprak. Deze opende de ogen

even iets wij der, glimlachte vaagjk_ . en antwoordde

koel:„Loat moar es 'oore, notoaris."Verhageri en notaris. Niet langer Bart en Bartje. Hetwas eigenlijk kinderachtig, belachelijk, maar zij hid-

den het beiden vol, de jaren door.„De zaak is deze, dat er op het dorp en in de heleomtrek tamelijk ijverig gekletst wordt. De manier,waarop jij in dolle overhaasting die tuinkamer tegen

de grond gegooid hebt, is een aardige aanleiding totsappige commentaren. En dat ze ons niet meer samen

zien, geeft die commentaren een gewicht, waardooronze goede naam ernstig wordt aangetast. Je zultmet me eens zijn, dat dit nogal onaangenaam is."Bart lachte spottend. Molijns officiele stem en deftigewoordkeus amuseerden hem. Rustig antwoordde hij :

200

Page 205: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Mijn goeie noam kan me gin steek schille... Een ik'em nooit gedocht a'jou oan de jouwe veul gelegewas... Doar 'edde nie noar gedoan, is 't wel ?”De notaris blies met een bleek glimlachje op het vuurvan zijn sigaar. Daarop zei hij :„Laat dat zo zijn, Verhagen... Maar er is hier nogeen andere naam in 't spel: die van mijn vrouw."„Van Thilde."„Van mijn vrouw, ja."Even kwam er een dreigende uitdrukking in Bartsogen en een licht rood kleurde zijn voorhoofd. Maarhij bedwong zich, kuchte en ging wat rechterop zittenin zijn stoel. Er was waarheid in Molijns woorden.Het deed pijn te bedenken, dat kwaadaardige tongenThildes naam betrokken in hun beet gefluister, datschijnheilige kwezels en beluste kerels raakten aanhet zuiverste en mooiste wat er in zijn leven geweestwas. Als dat voorkomen kon worden, zoveel te beter.„Woar wouwd' op neerkomme ?" vroeg hij.„Het beste zou zijn, als... eh... als wij als vanoudsmet elkaar bleven omgaan... Dat zou tegenover dekwaadsprekers althans de schijn ophouden..."Bart dacht na, knikte dan. De twee mannen zatenelkaar aan te kijken, zwegen weer. Zij verafschuwdenelkaar en moesten samengaan. In oude tijden zoudenzij geprobeerd hebben elkaar te doden. Misschien.Want als hun gedachten die richting uitzwierven,kwam een onverklaarbaar gevoel van broederschapremmend tussenbeide. Een broederschap, waarinafkeer, haat, jaloezie en minachting van beide zijdengemengd lagen, een uiterst verward en verwarrendgevoel, maar een, dat hen toch bond, bij elkaar hield,

201

Page 206: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

een kwellend gevoel, maar een, dat zij volgen moesten.

„G'e gelijk, notoaris," zei Bart, vreemd ontdaan.„Me motte moar bij mekoare blijve. Doar zal wel

nie veul oan te doen valle... Loat oons moar eenouwerwetse pertij biljart 't Voeg jou nog nieom in een 'arrebaarg te kommen, een dan 'edde te-minste nog es een verzetje. Alice, pak je keu... Woarspeule me-n-om? Want om de keizer z'n board doen

'k et mee jou nie meer."„Een tientje de partij ?"„Da's wa' weinig. Loat oons zegen een geel briefke.”

'Oonderd punte?"„Goed."Zwijgend speelden ze, rookten, dronkenglazen cognac.

De notaris, gewoonlijk de sterkste, speelde slecht.Hij verloor drie partij en achter elkaar en zettetoenzijn

queu in het rek. Hij had een rood hoofd en zweette.Bart frommelde de drie bankbiljetten onverschilligin zijn broekzak.

„Goa zitte," noodde hij. „Me drienke nog een fleske...net a'me gewoon warre. Zukk' ouwe kammeroadskunne zo vroeg nie uit mekoare goan, ee', doar zoumoar weer geproat van komme."

Grinnikend zette hij een buikige Pommardfles op de

tafel bij de haard, die brandde in een hoek van dekamer, schonk de grote kristallen roemers vol. Zijhieven de glazen, keken naar het fonkelen van de wijn :„Sante."

Thilde leefde in beider gedachten. Belden wildenover haar spreken, maar wisten niet hoe te beginnen.

Molijn prees de Bourgogne, een kostelijke, voile,weelderige wijn. Maar zwaar en koppig.

202

Page 207: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Al wa' wezelijk goed is, is zwoar een koppig,” zeiBart. „Moar da' woorde pas gewoar a't vorbij is,een dan is 't te boat."De notaris keek hem aan met een zijdelingse blik,nam nog een teug uit zijn glas, knikte dan en ant-woordde :„Dat is zo. Maar wie de goeie dingen werkelijk liefheeft, mag zich daar niet over beklagen. Dat is goedvoor zwakke hoofden."„Zo is 't," gaf Bart toe. „Moar 't blefd' een schroaletroost vor de starke koppe, notoaris: ze doen d'r niksminder zeer om."Een poos zwegen ze. Toen zei Molijn plotseling:„Thilde Meld ook zo veel van deze wijn."Barts blik schoot venijnig naar hem uit, maar hijkeerde het hoofd naar de haard, keek naar de sidde-rende vlammetjes rond een half verbrand houtblok.„ Joa," antwoordde hij moeilijk.Hij dacht aan hun eerste liefdenacht. Ook toen had-den ze deze wijn gedronken. Een donkey verdrietsteeg in hem aan. Het was beter maar te zwijgen.Hij kon haar naam nog niet horen noemen zondereen scheurende pijn in zijn borst te voelen. MaarMolijn deed alsof hij niets merkte, en ging verder:„Zij sprak er over in brieven, die ik in haar bureautjevond."„Brieve?"„ Ja... brieven aan jou, die ze nooit verzonden heeft.Een soort dagboek... Ze wou het je later geven blijk-baar... als... eh... als jullie waren, waar je wezenwou..."Ongelovig keek Bart hem aan.

203

Page 208: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Woar zijn die brieve?”

„Ik heb eruit kunnen zien, dat je me geen leugens opde mouw gespeld hebt. Het was een harde klap voor

me, een tamelijk pijnlijke ontgoocheling."„Woar zijn die brieve ?"Molijn dronk zijn glas leeg, veegde met een wit zak-doekje, dat hij uit zijn borstzak trok, zijn lippen af,met een precieus gebaar.

„Voyons, Verhagen... wees redelijk... Het was eenvreselijke schok voor me, daar zwart op wit m'nnederlaag te moeten constateren... en in wat voorwoorden, lieve God... Wat zou jij in mijn plaats ge-daan hebben... ?"

„'Edde ze... kepot gescheurd ?"

„De haard brandde... Lieve hemel, ik had het mis-schien niet moeten doen, maar ik ben ook maar eenmens... en vissenbloed heb ik niet..."

Bart haalde snuivend adem. Hij keek de ander aan,strak en doordringend. Toen zei hij:

„Ge zit te liege, notoaris... G'ed die brieve nie ver-braand..."

Molijn haalde de schouders op, schonk zich nog eensin, zei:

„'t Spijt me erg, Verhagen..."

Zenuwachtig zat Bart aan zijn knevel te plukken.Brieven, die Thilde voor hem geschreven had. Waar-

uit hij haar stem had kunnen horen. Letters, doorhaar fijne vingers geschreven, papier, waar haar handover gegleden was, haar kleine hand, die zo graag

door zijn dikke haar geroefeld had, die op zijn borstgelegen had zo fijn en licht als een rozenblaadje...

En Molijn had die brieven in het vuur gegooid...

204

Page 209: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Misschien zat hij werkelijk te liegen, had ze toch be-waard, wou ze hem niet afstaan. Jets in de toon vande notaris, iets in zijn gezicht duidde op een spot-achtige onoprechtheid. Maar hij kon niet meer. aan-dringen. Hij kon hem niet gaan zitten soebatten alseen smekeling. Als hij ze niet verbrand had, zou hijhet wel uit hem krijgen, ze hem op de een of anderemanier afhandig maken... Hij was opgestaan en liepheen en weer met de handen op de rug. Dan bleef hijbij de tafel staan, schonk zich een glas wijn in,dronk en keek neer op de smalle figuur van denotaris, die met het glas in de hand nadenkendvoor zich uit staarde; er beefde een verholenglimlachje in zijn mondhoeken... Als hij hem nueens bij zijn keel pakte en de waarheid uit hemkneep... ? Nee, hij wou geen geweld gebruiken... nogniet... Later misschien... Dan, onder een inval, zeihij langzaam:„Liisterd' es, notoaris... zou 'et je moeilijk zijn ommijn zoaken een al wa'ge van me-n-oonder j'w 'ed,in een dag of acht over te geve?"Snel keek Molijn naar hem op. Er was schrik in zijnogen. Maar hij was zich dadelijk weer meester enantwoordde:„Natuurlijk zou dat moeilijk zijn, Verhagen... Datis een heel ingewikkelde geschiedenis... Je geld ligtzo maar niet in de brandkast... dat moet werken,niewaar, anders kan ik je de rente niet betalen...Wou je naar een andere notaris gaan ?"„Neee, noar een baank... Die notoariskantore... doar'oorde de leste tijd zoveul moois nie van... Vlee week'eet die van Stoavenisse z'n eige weer opg'angen een

205

Page 210: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

de boeren uit de buurt zijn alles kwijt zege ze."Met een rood hoofd haalde Molijn de schouders op.„Banken kunnen ook over de kop gaan," zei hij stug.

„Ons huffs bestaat al langer dan honderd jaar, en 'tstaat nog altijd even soliede op z'n benen... Maar alsje me niet vertrouwt... natuurlijk... je moet me alleeneven langer tijd geven... dat bezit van jou is geenkleinigheid..."

Bart stond voor hem, de handen in de zakken, enwiegde Licht van zijn tenen op zijn hielen.

„Zouwde 't zo'n woonder vinnen, a'k je nie al t'aardvertrouwde?" vroeg hij spottend. „Ik ken jouw levevan 'oaver tot giirt, notoaris Molijn... ge zij je voadernie... Da' kan 'ang goed goan, moar 't kan ok van

vandoag op m 'rrege in mekoare zakken, 'ee... ? Moarge zijt de to _;ziende voogd van m'n zeuntje... dus ikmot je wel ertrouwe..."

,)Je moet dierin zelf beslissen, Verhagen..."

„Ziede," zei Bart, een nieuwe sigaar grijpend, „a-t-bekend wier, da' boas Ver'oage z'n boeltjen oondernotoaris Molijn wegg'oald 'ad... dan 'adde kaans a'tvertrouwe noar de pinnekes war, een 'at de boeren

een vor een oan kwamme zetten om d'r zoaken oaneen aander te geve... Ge wit 'oe 'at de boere zijn.Ze zouwe tege mekoare zege: die twee zijn zukke ge-z wore kammeroade... Bart wit wel wat ie doet... d'ris doar iets oan de knikker... Een a'ge d'r uit kon

sprienge zoonder te kiirt te komme... dan kond' iertoch je matte wel oprolle, Molijn..."

De notaris was van rood bleek geworden. Hij zag hetgevaar, dat Bart schilderde, duidelijk op zich toe-komen. Hij wist, dat zijn zaken er tamelijk goed voor-

206

Page 211: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

stonden nog, maar hij wilt ook, dat er rotte plekkenwaren, die bij een algemene run op zijn kantoor fataalkonden worden. En die algemene run was werkelijkniet denkbeeldig, als deze grootste van alle boerenhem het vertrouwen opzegde en met zijn geld enzaken naar elders ging... Inderdaad zouden de ande-ren daar waarschijnlijk de gevolgtrekkingen uitmaken, waarmee Verhagen verholen dreigde. ZouBart van plan zijn hem te gronde te richten? Hijzweeg. Zijn vingers trommelden nerveus op zijn knie.Bart stond nu op een afstandje tegen het biljart teleunen. Hij keek naar Molijn en vermaakte zich metzijn nervositeit. De grote veer was allesbehalve on-kwetsbaar! Rustig ging hij voort:„Van den aandere kaant zouwe ze d'r 'oat een nijdtussen oons achter kunnen zoeken op de menier asdoar ze nou over loope te kawaawe... Da' motte menie in d'aand waarke... Afijn, me zulle d'r nog wel esover proate... Drienkt es uit, notoaris... d'r stoa nogzo'n buikfleske te wachte."Molijn herademde.Hij had het gevoel alsof een groot _gevaar rakelingslangs hem gegaan was.De vingers, die speelden met de steel van zijn wijn-glas, beefden licht.Tersluiks keek hij naar de rug van Bart, die voor dekast stond om de nieuwe fles wijn te zoeken. Eenrechte, sterke, brede rug. De rug van iemand, die be-hoorde tot een ander ras. Een ander ras dan dat vannotaris Molijn. Een ras, dat notaris Molijn van zijnjeugd of geleerd had te beschouwen als bruikbaar engoedaardig, hoogmoedig in zekere zin, maar met een

207

Page 212: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ingeboren onderworpenheid tegenover de „heren",een tikje belachelijk in elk opzicht, vastgegroeid inhun grond, geestelijk en naar de ziel niet tot enigeverfijning in staat. Bart Verhagen was in vele op-zichten een buitenbeentje, dat was vaak genoeg ge-bleken. Hij had zijn jeugdvriend gaarne een beetjegeimiteerd, en deze had dat aangemoedigd waar hijkon en zich ermee vermaakt. Dat hij ooit de sterkstezou blijken, in staat een Molijn te verdringen, wasniet te verwachten geweest. Het ene ras was nu een-maal superieur aan het andere... Maar toch was eenMolijn verdrongen van een plaats, waar hij dit hetallerminst verwacht had. Het mindere ras had eenThilde zodanig weten te bekoren, dat zij er zich aanweggegooid had... 0, Bartje Molijn wist heel goed,waarin hij tegenover Thilde te kort geschoten was,en welke gevaarlijke instincten hij kunstig in haarwakker geprikkeld had. Dat was zijn aandeel geweestin Verhagens overwinning. Maar het verklaarde nietalles, niet genoeg, niet zo, dat Molijns ijdelheid nietdiep en brandend gekwetst werd. Thildes verbazing-wekkende dagboek-brieven aan Bart hadden hemdiep geschokt, wijl zij hem gevoelsdiepten openbaar-den, waartoe hij noch haar noch hem in staat geachthad, waartoe hij zichzelf in het geheel niet in staatwist, die zijn cynisme wou uitlachen als sentimenteleexaltatie, en die hij nochtans aanvoelde als volkomenecht, als benijdenswaardig en voor hem te enen maleonbereikbaar. Dat alleen had jaloezie in hem gewekt,een verbaasde en nieuwsgierige ijverzucht, vol wroken bitterheid, en met al zijn vlotte ironie kon hij dezegevoeligheid, die hij voor onwaardig hield, niet weg-

208

Page 213: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

redeneren. De zuiverheid van Thildes liefde voor Bartwas zijn grote grief. Als zij naar hem toegedreven wasdoor een troebele hartstocht, door onzuivere nieuws-gierigheid, door de verwarringen van de erotischeinstincten, die hij zo gaarne bij vrouwen opwekte,zou hij heel de geschiedenis met een glimlach aan-vaard hebben. Er zou niets ongewoons in gescholenhebben, niets geheimzinnigs of onbegrijpelijks, nietsdat hem in beduidende mate zijn gemoedsrust hadkunnen ontroven. Maar in deze romantische over-gave, dit aanbiddend zichzelf verloren geven van eenvrouw als Thilde aan een man van dat andere, min-dere ras, was iets, dat hij niet aanvaarden kon nochbegrijpen, iets dat hem verontrustte en kwelde, zijnwelomlijnd systeem van oordelen doorbrak, een on.-zekerheid in zijn denken bracht, die zijn gladde ge-wetenloosheid moeilijk verdragen kon... Het gezichtvan Barts rechte, brede en sterke rug ergerde en be-ledigde hem. Er was iets uitdagends in, een aan-matiging, een zelfverzekerdheid, die hem van de wijsbracht, een energie, een kracht, die hem bijna vreesaanjoeg, iets plebejisch, dat hem stuitte en Thildesgevoelens voor die man te onbegrijpelijker, onwaar-schijnlijker, schennender maakte...Bart ontkurkte voorzichtig de fles en bracht hemnaar de tafel. Aandachtig schonk hij de glazen volen ging gemakkelijk in zijn brede stoel tegenoverMolijn zitten. Hij speelde met de charivari vanzijn zilveren horlogeketting, die zacht rinkelden.Ironisch zat hij naar de notaris te kijken. De ver-warring van zijn tegenstander ontging hem niet,maar hij schreef die toe aan de bedekte bedreigin-

14 209

Page 214: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gen, die hij hem toegeduwd had. Spottend zei hij :„ Joajoa... doar zitte me nou : vrieze me dood danvrieze me dood..."Molijn keek naar hem door de spleetjes van zijn ver-moeide ogen. Hij knikte met een jammerlijk misluktepoging om geamuseerd te glimlachen.„Zo koud zullen we 't voorlopig wel niet hebben,"antwoordde hij.„Da' kunde nie wete, notoaris," weerlei Bart en zijnontspannen gezicht verstrakte weer. „Ik 'em de lestetijd dikkels net een gevoel g' ad of a'k 'eemoal van ijsgewoore was. Gij nie ?"Molijn haalde de schouders op. Na een wijle zei hij :„Wat er met ons gebeurd is, gaat je niet zonder sporenvoorbij... Hoewel het, op de keper beschouwd eentamelijk alledaagse en banale geschiedenis is...Noch jij noch ik hebben veel aanleiding om te ge-loven in de standvastigheid van de huwelijkstrouwof de eenkennigheid van de vrouwen. De waan,dat de eigen vrouw een uitzondering op de re-gel zou maken, is dom en gevaarlijk. Beter dedingen maar nuchter onder de ogen te zien."Er kwam een gevaarlijk licht in Verhagens ogen.Met snijdende stem zei hij :„t Is je recht om troost te zoeke woar a'ge die vinnekunt, notoaris. Moar ik zou je toch oanroajen omnooit meer zo over Thilde te proate doar ik bij ben...Da' zou je wel es slecht kunne bekomme... Wat ertussen 'eur een mijn gewiest eet, da' zulde gij nooitdeurgroonde... doar zijn jouw gedachte vuls te vuilvoor... Ziet dad'es t'oomt'ouwen... een zij verzichtig."Molijn grinnikte, zuur en bevangen. Met mensen, die

210

Page 215: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zijn cynische humor niet verstonden en deelden, konhij moeilijk omgaan. Bart had die altijd aanvaard enzijn deel bijgedragen. Vreemd, hoe klein de mensentoch waren! Zodra hun eigen gevoeligheden in hetspel kwamen, ,verloren zij hun gewone koelbloedig-heid, hun rustig onderscheidingsvermogen, hun zelf-beheersing, voelden zich gekrenkt, werden kwaad,kwamen met ordinaire dreigementen. Het zou moei-lijk worden. Want wat hem en Verhagen samenbondwas juist datgene, waaromtrent de Boer geen cynischecommentaren duldde, terwijl de notaris zonder die-zelfde cynische commentaren dit alles als een on-draaglijke belediging moest voelen. Zwijgend dronkhij. Na een poos zei Bart:

),Jammer a'ge die brieve verbraand 'ed, Molijn...

't zou me wa' weerd zijn, a'ge da' nie gedoan 'ad...D'r zijn van die dienge, doar a'ge je kop suf overprakkezeert zoonder a'ge wijer komt... Meschien'arre die brieve me kunnen 'ellepe."De ander trok de schouder op met een hulpelooshandgebaar:„Gedane zaken..."Maar Bart geloofde hem toch niet.„A'ge ze soms nog es trug vindt, motte me moarwoarschouwe... Ge kont er meschien nog wa' meegoed moake..."De notaris keek in zijn wijnglas en glimlachte... Goedmaken... Onbeholpen mensen wilden altijd, dat erdingen goed gemaakt werden. Eerst hielpen ze meeom de boel in 't honderd te gooien, en als alles flinkin de knoop zat en het onaangenaamheden begon teregenen, kregen ze 't benauwd en piekerden er over

211

Page 216: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hoe je nog iets goed kon maken. Dat was zijn stij1 niet.

Hij wist te aanvaarden wat hij had aangericht ofhelpen aanrichten. Verhagen was een burgerman,die zich allures aangemeten had, waartegen hij niet

op kon. Als hij nu die brieven van Thilde kreeg, zoudat misschien nog iets goed maken... Hij had ge-raden, dat ze niet verbrand waren... Waarom eigen-lijk niet... ? Spottend vroeg hij het zichzelf af: waar-

om had hij die brieven niet verbrand... ? Of waaromgaf hij ze niet aan Bart, glimlachend : hier heb je deliefdesbrieven van je minnares, die mijn vrouw was...Dat zou een houding zijn, een Molijn van Warms-hoven waardig... Maar hij deed het niet. Hij ver-

brandde ze niet, hij gaf ze niet af. Hij kwelde zichzelfer mee. Hij schroeide zich er aan. Hij kromp ineenonder de vernedering, die elk woord van deze brievenvoor hem betekende. Zo groot als hij zich graag voor-

deed, was hij niet. Hij beet zich vast in iets dat voorbijwas en onherstelbaar, in plaats van het heden tenemen, zich met nobele onaandoenlijkheid neer teleggen bij het onvermijdelijke, een kleine, alledaagsenederlaag, die honderden mannen verduwen moestendie hij tientallen mannen had toegebracht zonder zedaarom te verachten: hadden zij niet op hun beurt

overwinningen gevierd... ? Wat betekende het alle-maal... Een figuur uit de vrolijke quadrille, die hetleven voor de ingewijden en begrijpenden was :„Chassez... croisez... changez de dames... !" Dwazen,die deze dingen ernstig namen... Hij wist het zo goed.Waarom kon hij zich niet aan de regels van het spelhouden... ? Hij moest dit overwinnen als hij zichzelfniet als een zwakkeling wilde verachten... Hij zou

212

Page 217: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

vannacht nog die vervloekte brieven verbranden ofze inpakken en naar Verhagen laten brengen...Laat ging hij naar huis, wankelend op zijn vermoeidebenen, het hoofd ronkend van de zware wijn. In zijnkamer zocht hij de brieven op en begon er in te lezen.Het zou de laatste maal zijn. Lang zat hij te lezen ente staren op het fijne, sierlijke schrift, streek met devlakke hand over de dun behaarde schedel, hoordeThildes stem de wonderlijke woorden fluisteren, dieniet voor hem bestemd waren. Het onbegrepen ver-driet knaagde in zijn borst. Hij pakte de brieven weerin het fraai gebeeldhouwde rozenhouten schrijn enborg ze weg in de geheime lade van zijn groot bureau.Hij verbrandde ze niet. Hij stuurde ze ook niet naarBart Verhagen. Hij was er nog niet mee klaar...

Toen begon de wilde wedloop naar het einde, diejaren lang het dorp en heel de streek in spanninghield en aanleiding gaf tot duizend boeiende verhalen,vermakelijk, onbegrijpelijk, ontstellend, voor nie-mand ooit volkomen verklaarbaar, omdat niemandde sleutel had tot deze legendarische verhouding,waarin twee grote fortuinen, twee aanzienlijke namenonweerhoudbaar te gronde gingen.Was de Hagenhorst nog een boerderij ? Naast debiljartkamer was nog een zaaltje aangebouwd, weel-derig ingericht en gemeubeld. Er werden luidruchtigedrinkgelagen gehouden, er werd om grof geld kaart-gespeeld, er gebeurden waarschijnlijk schromelijkeschandalen, want er kwamen opzichtig gekiedevrouwspersonen, al of niet in gezelschap van heren,soms logeerden er twee of drie tegelijk op de hoeve,

213

Page 218: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

reden overdag in Barts rijtuigen rond, strooidenkwistig met geld overal waar zij kwamen. De Hagen-horst werd de schrik van de jongere boerenvrouwen,wier mannen onweerstaanbaar getrokken werdendoor de feesten bij Bart Verhagen, waar iedereenwelkom was, die mee wou doen en geld genoeg hadom het kostbare plezier to betalen. Soms was het feestin de villa van de notaris, maar het was bekend, datBart Verhagen daar somber tussen de gasten liep enniet vrolijk werd voor hij wankelde van dronkenschapen van baldadigheid niet meer wist wat hij deed.Overal werd schande gesproken van Bart Verhagenswoest en schennend leven. Notaris Molijn was geenhaar beter, maar notaris Molijn was een grote heer,onmetelijk rijk, een voornaam en geleerd man, dieinvloed had bij kerk en overheid, tot in Den Haag toe,naar men beweerde. Zulke mensen hadden min ofmeer een vrijbrief voor een loszinnig leven, zij kondenniet gemeten worden met de gewone maat, hun standen positie in de wereld gaven hun recht op sommigedingen, waar een boer of gewone burger of moestblijven. De notaris had bovendien een knappe endeftige candidaat, die met de klerken zorgde, datalles stoorloos en glad verliep, ook als de notaris oprefs was, alleen of met zijn onafscheidelijke vriendVerhagen. Meneer Molenbaas, de candidaat, wasminstens zo geacht als de notaris, wist overal raad op,werd de vertrouwde van al de clienten, sprak overzijn chef steeds met grote eerbied en een toegeeflijkglimlachje : van een zo groot en machtig man, diebovendien zo'n schrikkelijk ongeluk in zijn pergoon-lijk leven gehad had, moest je iets door de vingers

2 14

Page 219: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zien. De zaken liepen verder, nauwkeurig in ordegehouden door de knappe candidaat, nooit kwamiemand tevergeefs, niemand kwam iets te kort,de brandkast was goed gevuld, er was nooit gebrekaan lopend geld, wat er ook gebeurde. Notaris Mo-lijn mocht een rare schaats rijden, hij kon het zichveroorloven, en zijn kantoor was en bleefzo betrouw-baar als de Nederlandse Bank.Maar Verhagen ?Hoe lang kon een boer zo voortgaan ?Een hereboer, nou ja... De eerste rentmeester en deeerste huishoudster waren allang weg. Ze warensamen getrouwd en kort daarna had Bart ontdekt,dat ze hem samen lustig bestolen hadden en nog be-stalen. Hij had hen van de hoeve geschopt en anderebeheerders genomen. Maar veel beter ging het niet.De goeden verveelden hem met raadgevingen ennoodkreten en smeekbeden om toch voorzichtiger televen, tot hij ze wegstuurde om van het gezeur of tezijn. De anderen bestalen hem steeds schaamtelozerin de overweging, dat het er niet op aan kwam en datzij gerust ook hun deel mochten hebben van de rijk-dommen, die zo onverschillig verkwist werden. Totzij op hun beurt plaats moesten maken voor anderen,die niet beter waren of onuitstaanbaar vervelend enbemoeiziek, wat de boer niet verdroeg.Noch de notaris noch Verhagen hertrouwden. Datwas wel vreemd voor mannen in de kracht van hunleven en die bovendien zo buitensporig veel van devrouwen hielden. Maar ze hielden zeker nog meervan de afwisseling en de vrijheid. Er was een nooiteindigend gefluister rond hun namen, het leek wel

21 5

Page 220: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

of ze met elkaar wedijverden in beestachtig gedrag,voortdurend waren er schandaaltjes met meiden envrouwen, doch het is bekend, dat geld wat stom is,recht maakt, wat krom is, en nooit kwamen er ern-stige moeilijkheden. Maar de tongen konden de op-Windende gebeurtenissen en veronderstellingen nau-welijks verwerken. En wat er gebeurde in de grotesteden, waar ze op ongeregelde tijden samen heen-trokken, op de harddraverijen en wedrennen, waarBarts paarden prijzen haalden, daar moesten demensen maar naar raden. Wat ze dan ook deden metopvallende ijver en vindingrijkheid. De dure Brusselsejuffrouw, die Bart in Antwerpen onderhield, werddoor niemand meer betwijfeld, en om hem te over-troeven moest Molijn er een uit Parijs gehaald heb-ben, die nog duurder, nog mooier en nog veel ge-mener was... Zulke mensen spaarden geen geld voorhun hemeltergende zonden... de -geluksbroeken...!Wie weet hadden ze in Rotterdam of Amsterdam ooknog niet zo'n lekker dier zitten...! De grote wereldwas vol smeerlapperij, waar een eerbaar eenvoudigmens niet eens van durfde dromen zonder er eenbiechtpuntje van te maken. Maar de grote hanzengingen hun gang... Enfin, ze zouden hun trekken welthuis krijgen... hier of in 't hiernamaals... Godsmolens malen langzaam maar ze malen secuur, enwie denkt, dat hij ongestraft als een varken leven kan,is abuis... Dat zei meneer pastoor ook, maar hij slaag-de er nooit in de twee verfoeilijke slechtaards totbetere gedachten en levenswijs te brengen.De jaren verstreken. De oude notaris en zijn vrouwstierven en de jonge Molijn erfde. Margreets ouders

21 6

Page 221: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

stierven en Bart erfde voor zijn zoontje. Hij vroegzich af, waartoe het goed was, dat deze jongen latergeld zou hebben.Bartje groeide op tot een grote, terke knaap, die iederjaar meer overnam van het zwaarste werk, dat op deboerderij gedaan moest worden. Hij werkte traag,maar gestadig en onvermoeibaar, zoals hij op schoolgedaan had, waar hij een goede leerling geweest waszonder ooit ergens in uit to blinken. Een stille, terug-getrokken en in zichzelf gekeerde jongen, groot alseen volwassen man op zijn veertiende jaar. Meisjes envrouwen waren vriendelijk voor hem, maar hij ver-meed hun blikken en omgang, schuw en bang voorhun onbegrepen bekoring, waarvoor zijn vader zobeschamend gevoelig genoemd werd! Het ganse levenvan zijn vader, zijn gemeenzaamheid met de slechtenotaris, hun drinken en reizen, boemelen en smijtenmet geld, waren hem een gruwel. De fluisterpraatjes,die tot hem doordrongen, vervulden hem met schriken afgrijzen. Hij werd een vrome jongen, bad veelvoor de bekering van zijn verschrikkelijke vader enzou graag zijn jonge leven in een klooster voor hemhebben opgeofferd, als hij niet de enige zoon van deHagenhorst geweest was en er eenmaal de boer vanmoest worden. Want diep in het stille, trage wezenvan de jonge Bart lag een grote, schuwe liefde, eengrenzenloze bewondering voor de roekeloze man, diezijn vader was. Hij begreep niets van dit Wilde leven,dat hem stuitte en verbaasde en waartoe hij niet deminste neiging voelde. Maar vaag besefte hij iets vaneen hem onbegrijpelijke wanhoop, die achter ditstormachtige drijven schuil ging, van de donkere

217

Page 222: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

grootheid, die zich in dit woeste, zinneloze leven

zocht te verdoven. Waarom ? Dat zou hij nooit weten,

en als hij het ooit te weten kwam zou hij het nooit be-grijpen, want niets ter wereld zou hem tot deze af-schuwelijkheden kunnen voeren, daarvan was hijovertuigd. Hij had medelijden met zijn vader. Hijbewonderde hem. Hij had hem lief. Zijn leven waseen gruwel, maar er moest bier of daar een verborgen

oorzaak voor zijn. Want gewoon slecht, zoals de ge-

hate, eeuwig spottende notaris, was hij niet. Zijnvader was goed en edelmoedig. Vreemd, maar nietslecht of liefdeloos. Nooit zou hij de dag vergeten,toen hij op een enkel schuchter woord Pau van hemgekregen had, met een slag de onmogelijk geachtekinderdroom vervuld. Toen had zijn vader hem een

koning geleken, een god, die alles kon, die met eenenkel woord alle wensen kon vervullen, en het in zijn

goedheid ook wou. En ondanks alles was hij dat inBartjes hart gebleven. Als iemand in zijn tegenwoor-

digheid een verkeerd woord over zijn vader zei, steeg

een ademloze woede in hem op, en de anders zo ver-legen jongen legde de overmoedige met een grauw

het stilzwijgen op, zo hard en rauw, dat elk verderwoord uitgesloten was. Aileen tegenover Onze Lieve

Heer erkende hij de gruwzame zondigheid van zijnvaders leven en smeekte om zijn beterschap. Maarresultaat van zijn gebeden zag hij niet.

Bart had geen vermoeden van de gevoelens, die inzijn zoon voor hem leefden. De jongen was en bleef

voor hem een teleurstelling. Een zoon van Margreet,

een vreemde. Zijn bloed sprak niet in deze trage

knaap met zijn blonde haren, zware spieren, zijn log-

218

Page 223: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ge gang en stille, schuwe aard. Nooit zag hij hem on-gedwongen of uitbundig vrolijk. Er zat geen vuur in,geen drift, geen onberekenbaar uitschietende grillig-heid, geen opvliegend temperament. Een koudbloed-werkpaard. Uithoudingsvermogen, maar geen jach-tigheid. Geen moed of troef. Nooit sloeg het veulenachteruit, nooit lei hij de oren in de nek of maakteeen zijsprong. Edel ras was anders. Een beste jongen,geen kwaad haar aan, zou wel een goed boertje wor-den, een geduldige ploeteraar zonder fantasie ofvreemdsoortige dromen... Dan kon een vertederingin hem opstijgen, een dof verlangen, een heimelijkejaloezie... Hijzelf... hij had fantasie, heel zijn levenwas eigenlijk door vreemdsoortige dromen gedreven,de ene na de andere... En toen de vreemdsoortigste enschoonste van alle in vervulling leek te zullen gaan,was heel het droombeeld met een geweldige slag uitelkaar gesprongen en de scherven hadden zijn hartkapot gesneden... Gelukkige kleine Bart... leef jijmaar zonder bonte droombeelden, een rustige boer,stevig geworteld in de klei van je land... het zal jebeter vergaan dan je dolle vader... Verlang alleenniet van die vader, dat hij belangstelling hebben zalvoor dat doffe, grauwe wezen van jou...! Je kunt hetook wel stellen zonder dat... je komt er toch wel...Maar het zou heerlijk kunnen zijn een zoon te hebbenvan je eigen bloed en wezen, jezelf weer te zien op-groeien en te helpen de gevaarlijke klippen te ver-mijden... het ras te veredelen, zoals gebeurd zou zijnmet de zoon van Thilde en hem... een koningskind...Zo een ben jij niet, Bartje... jij moet zien uit te komenzonder je vader, en dat zal best gaan... je vader zon-

2 19

Page 224: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

der een zoon van zijn ras, en dat is moeilijker... Je

zou je vader zijn vreemde leven, waar je zo duidelijkbang voor bent, wel vergeven, als je dat begrijpen

kon, maar zo een ben je niet... Jammer... niets aan tedoen... Verder maar weer... Bartje Molijn achterna,

we zijn nog niet aan het einde met elkaar...Nee, dat zou nog enkele jaren duren. Bart Verhagenzou het het 'angst uithouden, maar winnen kon hij

niet, zo min als Molijn, want zij hadden beiden ver-loren voor zij de renbaan binnen sprongen.Vreemde uren in eenzame nachten, waarin zij wor-stelden als behendige kampvechters, lenig en door-

kneed in alle lagen en listen van de strijd. Loerend ophun kans, op een zwakke plek in de verdediging om

te kunnen toestoten, de hand leggen op de buit. Maarde strijd bleef eeuwig onbeslist. Zij waren even sterk,

even voorzichtig, even verbeten hardnekkig, ze gavengeen kamp en leverden niet uit wat de ander begeer-de. Een spookachtige strijd. De strijd om een dode

vrouw, wier schim tussen hen bewoog, en die zij bei-den de ander afhandig wilden maken. De een ver-

langde haar stem te horen ruisen van de overzijde van

het graf en uit de brieven, die de ander misschien nogverborgen hield, de zekerheid te putten, dat zij dieander nooit dan in schijn had toebehoord, voor zijdoor hem geleerd had wat liefhebben betekent. Deander wou zijn medeminnaar al zijn herinneringenontlokken, het minutieuze verhaal van gans hun ver-

houding om daaruit te kunnen concluderen, datThilde een fantasie van eigen maaksel had liefgehad,

dat de man uit haar kwellende brieven niet werkelijk

bestaan had of bestond, en dat hij tegenover die enkel

220

Page 225: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

maar gedroomde figuur de enige werkelijke man inhaar leven geweest was. Het was als een geestendueltussen ijdelheid en hoogmoed. Er werd op leven endood gevochten om zekerheden van uitsluitend fic-tieve waarde. Maar de zekerheid voor de een zou devernietiging van de ander betekenen. Zij moesten bij-een blijven om het moment te beleven, waarop diebeslissende zekerheid te voorschijn zou springen en devernietiging van de ander een feit zou zijn. Loerenddraaiden zij om elkaar heen, poogden elkaar uit huntent te lokken met toespelingen, halve woorden, die hunschenen te ontvallen, maar wier effect lang tevorenberekend was. De ander was op zijn hoede, liet zichniet overrompelen, pareerde eveneens met halvewoorden, gaf een suggestie terug, die hij in het vageliet zweven zonder de omlijning, die de ander verderhad kunnen brengen. Eens zei Bart dromerig:„'k 'Em nooit gewete wad' .;en man zip' ,a'k deze vrouw kende..."Molijn verborg haastig zijn schrik om deze uitlating,waardoor de man uit Thildes brieven op uiterst on-aangename wijze werkelijkheid scheen te worden.Nadenkend schudde hij het hoofd en zei dan:„Dat sluit toch niet... daar is een fundamenteel mis-verstand... Ik herinner mij een zinsnede uit een briefvan Thilde, waarin ongeveer stond, dat zij nu eerstmeende te weten wat een man was... Van haar gevoeluit dus het omgekeerde van wat jij belangrijk vindt...Wat een vrouw is... dat had zij dus door mij ervaren...en dat is, waar het op aankomt... je zei het heel juist."Verrast keek Bart naar' hem over.„Zo," mompelde hij, „deinkte da'... ? Dan zijd'

221

Page 226: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

abuis... Da' kom sjuust op 't zelfde neer... Een vrouw

is aanders een deinkt aanders. Wad' ik zee sliit as een

bus op wa' zij schreef."-Onrustig zocht Molijn naar een weerlegging. Had hijmisgegrepen ? Hij was zo overrompeld geweest doorBarts ongewone uitlating, dat hij hem dadelijk terugwou slaan door een toespeling op de brieven, waar-naar deze snakte. Bart ging met veranderde stem

voort:„'t Lijke wel of a'ge die brieve van buite geleerd 'ed...zo precies witte wat er in stoat... Een dan wilde mewijs moaken a'ge ze verbraand 'ed drek noar 't leze...Gif nou moar toe a'ge ze nog 'ed."Molijn glimlachte, maakte een afwerend gebaar enbegon opnieuw:„De kwestie is, Verhagen, dat je je een totaal ver-keerde voorstelling maakt van zó gecultiveerde, be-schaafde vrouwen als Thilde was..."Hij zag de gekwelde blik in Barts ogen, de spanningvan het verlangen in heel zijn gezicht... hij had raakgeslagen met zijn vermelding van de brieven, de rest

was bijzaak. Rustig en gemakkelijk argumenteerdehij voort, om te eindigen met de schijnbaar argeloze

vraag:„Wanneer en naar aanleiding waarvan is bijvoor-beeld die gedachte bij je opgekomen, waar je daar-straks over sprak ?"Verhagen keek langs hem heen, trok een zware rook-wolk uit zijn sigaar en Molijn zag maar vaag zijn ge-

zicht, toen hij antwoordde:„'t Zou curieus zijn om noar te goan of-t-da' meschien

op dezelfde dag was 'at die brief geschreve wier...

222

Page 227: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Moar doar zouwde den doatum voor motte kunnevergelijken een da' kan nie meer..."„Waarom niet ?"„G'ed die brieve toch verbraand ?"„Co, bedoel je 't zo ?"Trage gesprekken, afmattend door voortdurendespanning, soms eindigend in een rauwe ruzie, waarbijzij zich vergaten en die dan weer afgedronken werdin goed gespeelde bonhomie : dit wederzijds peilenwas immers alleen maar theoretisch, het had geenenkele practische betekenis of waarde meer... Jarengeleden was er een vrouw in het kraambed gestorven,een vrouw, die zij beiden hadden liefgehad, met wiezij beiden hadden geleefd, die van een hunner eenkind gekregen had, dat nauwelijks had geleefd... watkwam het er nu nog op aan, wie van hen beiden doordie vrouw het meest of alleen, werkelijk was be-mind... ? Ze waren toch geen kinderen, kibbelend omeen stuiter, die in de put gesprongen was... ? Of gek-ken, die elkaar te lijf wilden om een zuiver denkbeel-dig begrip... ? Zij waren breed en volop levende ge-notzoekers, drinkers en spelers en succesvolle vrouwen-liefhebbers, die waarachtig niet bizonder veel waardehechtten aan het bezit of de trouw van een enkele dervelen, die door hun handen gingen. Zij hadden elkaarwederzijds herhaaldelijk met hun minnaressen be-

drogen, daar onmatig plezier om gehad, en met eenkeur van cynische details hun ervaringen vergeleken.Nee, kleinzielig waren ze in dat opzicht allerminst,en wat gebeurd was, was voorbij en moest begravenblijven...! Wie zwaar en veel leefde, moest kunnenvergeten, anders zou je kans lopen gek te worden van

223

Page 228: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

al de herinneringen... Er gingen weken, soms maan-den voorbij, waarin zij met geen woord spraken overwat hen toch heimelijk innerlijk bezig hield. Tot despanning te groot werd, de zinspelingen weer begon-nen en zij onweerhoudbaar naar een nieuwe botsinggedrongen werden... Maar de strijd bleef onbeslist.Eens op een zomermiddag, toen zij samen een langerit te paard gemaakt hadden, zaten zij voor een her-bergje aan de landweg een kruik bier te drinken. Hetwas warm, zij waren een beetje vermoeid, zwijgendzaten zij op de bank naast het opgeschoven venster.De kastelein was opzij van het huis bij de regenbakbezig een kuip vol kruiken uit te spoelen. Binnen werdgepraat. Hun namen werden genoemd. Zij glimlach-ten naar elkaar. Een krakende oudemannenstem hadhet hoogste woord. Het leek op het gekwaak van eenschorre eend. De man had Barts vader en grootvadergekend, buitengewone mannen, die niet hadden kun-nen dromen, dat hun geld, met zoveel hard werkenen zorgen bijeengebracht, door een zwabberende niks-nutteryan een zot, die de grootheid in z'n kop geslagenwas, naar de knoppen geholpen zou worden. Maarer lag nou eenmaal een vloek op de hoeve, en dat moestvroeg of laat verkeerd gaan. Een jonge stem lachte.„hoar den duvel 'eet doar nooit z'n loon gekrege."De oude mekkerde als een geit, honend en wraak-zuchtig.„Moar deze keer toch wel!"Het bleef even stil. Toen vroeg de jonge stem:,, 'Oe da' zo?"„Bel, jonge, Joosje Pek is dezen Bart Ver'oage te slimof gewiest..."

224

Page 229: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Hij dempte zijn stem. Bart en de notaris keken elkaaraan, luisterden opmerkzamer. Een onrust streek doorBarts denken. Wat hadden ze nou weer uitgedacht,de bijgelovige kaffers... ?„Kek nou es 'ier... Ge wit 'at de Ver'oages nooit meeras een kind krijge... omda"t tweede deur den duvelmeegepakt mot woore, zoa 't beschreve stoat in da'verboond. De leste vrouw Ver'oage was zo' bang voreen tweede kind, da' ze d'r 'allef zot van wier. Z' isverdroonke gevonnen in een kreek. Een oongeluk,zege ze... da' sprikt... zo'n rijke boerin kom nie inoongewijd 'eerde, zij moar nie bang...! Een meschien'ee ze d'r eigen ok nie van kaant gemoakt... 't is bestmogelijk, dat den duvel zo kwoad gewooren is, datie ze 't woater in gesliengerd 'eet... wie wit... Moardoar was ie nie mee content... 'ij wou nou eindelijk'et loon wel es 'emme, da' beschreve stong... Een letnou op, 'oe duvelachtig slim 'at ie dad' in mekoaregestoken 'eet... Iederendeen wit 'a boas Ver'oagenoar den dood van z'n vrouw meet die mooie me-vrouw van notoaris Molijn begonnen is. D'r kwammedoar gin kinders, moar toen 'a Bart Ver'oage d'r oanto pas kwam, was da' vrouwken al gaauw zwoar...Da' bloeike wies nie wat er bove d'r kop 'ieng... zijkreeg 'et tweede kind van Bart Ver'oagen, een 't wasnog moar amper op de wereld of den duvel kroakten'et z'n nek... een de moeder 'eet ie impersaant okmoar meegenome... die kwamt 'em deur d'r slechtig-'ed toch toe, 'ee, een 't gieng in een moeite deur...Tjoa, man... den duvel 'ee veul pijlen op z'n boog..."Hij loosde een diepe zucht van vermoeidheid door hetlange verhaal en van welbehagen over de bevredigen-

15 2 25

Page 230: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

de afloop van de gruwelijke intrige. De jonge stemzuchtte mee, en zei toen :„ Joa, joa... d'r gebeur zo nog al iets oonder da' grootyolk!"Buiten was Bart Verhagen krijtwit geworden. Zijnzware vuist lag vast gesloten om de steel van zijnkarwats. Langzaam stond hij op, razernij flikkerdein zijn ogen. Ook Molijn was opgestaan en greep dewoedende boer bij de arm. Bart keek hem aan, zaghoe de notaris een rood hoofd had en alle moeitemoest doen om niet in een schaterlach uit te barsten.„Hou je kalm, Verhagen... maak je niet belache-lijk... Kom mee."Nog even stond Bart in verzet, dan gaf hij toe aan dedrang van zijn metgezel, die een gulden op de tafelsmeet en hem meetrok naar de paarden, die aan deandere hock van het huis bij de voerbak stonden.Snel stegen zij op en draafden weg.De notaris zat te schudden in het zadel, zo moest hijlachen om de fantastische onzin, die de kwakendestem van dat onbekende mannetje had voorgedragen,bevend van ontstelde overtuiging. Bart verbaasdezich diep over die onbegrijpelijke vrolijkheid. KonMolijn zo onpersoonlijk oordelen als daar door eensmeerlap het grote geheim van hun leven in rauwewoorden publiekelijk opengedekt werd, de naam vanThilde in zo gruwelijk verband genoemd en door demodder gehaald... ? Alleen maar, omdat het barrebijgeloof hem zo buitengewoon belachelijk voor-kwam... ? Wat was dat voor een mens ? Hij leek zelfwel een soort duivel...! Nog nooit had hij hem zo diepen vernietigend gehaat, met een bijgevoel van vage

226

Page 231: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

vrees... Wat voor ziel woonde er in deze man, dieschaterend lachen kon en vrolijk spotten, ook als hijgeplaatst werd tegenover het allerafschuwelijkste ?Molijn overdreef zijn vrolijkheid, toen hij zag, hoegeweldig de ontzetting over Bart was neergeslagen,en hoeveel moeite hij had zijn zelfbeheersing te be-waren. Langs zijn koel ongeloof gleden zulke zottespookverzinsels of zonder ander resultaat clan eenprikkeling van zijn lachspieren. En het amuseerdehem op te merken, dat Verhagen er diep door ver-slagen was en stormachtig opgewonden. Gewoonlijkwas hij even rustig ongelovig als Molijn zelf, als ditsoort dingen ter sprake kwam. Over de vloek op zijnhoeve naar aanleiding van het oude verbond met deduivel haalde hij de schouders op zonder er ooit doorverontrust te worden. Hield hij zich maar zo? Lag erdiep in hem toch nog een kiem van dat zonderlingver-wrongen geloof aan onbestaanbare zotheden? Ver-wonderlijk zou het niet zijn: Bart was een onverschil-lig en roekeloos mens met een goed verstand, maardiepere cultuur miste hij immers volkomen. En zoiemand bleef altijd min of meer toegankelijk voor deschrikbeelden van het obscurantisme...

Bart was inderdaad hevig geschrokken van het zinne-loze verhaal, dat echter voor bijgelovige geesten zovol zin was. De ontstellende toevalligheid in de opeen-volging der gebeurtenissen maakte alles voor dezeverwarden aannemelijk, en doorzichtig als glas. Bartwas niet bijgelovig, had tegenover de sinistere legendeomtrent de Hagenhorst altijd het hoofd koel gehou-den. Zijn gevoel was onberoerd gebleven, ook in de

227

Page 232: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ergste tijd met Margreet. Maar deze logisch in elkaar

lopende uitleg uit de volksmond had hem dieper ge-schokt dan hij voor mogelijk gehouden had. Dat erpraatjes geweest waren en na zoveel jaren nog liepenover hem en Thilde was de gewone gang van zakenen bekommerde hem niet; wat de mensen over hemdachten en praatten liet hem steenkoud ; hij wist tegoed hoe ze zelf bestonden om zich iets aan te trekkenvan hun lof of blaam. Maar de verklaring, die zij had-

den uitgevonden voor de ramp, waardoor zijn levenin stukken geslagen was juist toen hij gemeend had,dat het eindelijk in voile, rijke bloei zou schieten, hadhem zeldzaam verschrikt. De eerste nachten hadden

duistere visioenen gebracht, die vaag naspookten inde dag en waarover hij niet durfde nadenken. Dichtvoor de drempel van zijn bewustzijn had de vraaggeaarzeld of zulke dingen dan toch bestonden, ofduistere machten in persoonlijke worsteling het leven

van de mensen konden aanranden, bederven en ver-nietigen... ? In drank en kroegrumoer, bij spel enlustige vrouwen had hij voor deze gedachten genezinggezocht, liederlijker gezwijnd dan in lange tijd voor-gekomen was, en Molijn had hem trouw gezelschap

gehouden en met alle middelen de roes tot groterhoogte opgevoerd. Maar het duurde maanden eerBart volkomen genezen was van de schrikvoorstellin-gen, die het zotte verhaal in hem gewekt had; eer hijweer aan Thilde denken kon zonder de harige sinjeurmet horens, bokspoot en vuurschietende ogen op deachtergrond te zien. Maar eindelijk was het toch over-wonnen, en kon hij weer gaan denken over een aan-val op Molijn.

228

Page 233: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Hij vond hem verstrooid en weinig strijdlustig. Methalf gesloten ogen draaide hij zijn wijnglas aan desteel in het rond op de tafel, rookte zwaar en dronkoriophoudelijk, zijn dunne vingers, waarvan debovenkant er gekreukeld uitzag, vol kleine rimpeltjes,beefden licht. Af en toe zei hij iets, maar het warenmatte antwoorden, alle vinnigheid ontbrak eraan,het waren geen aanvallen, het betekende nauwelijkseen slappe verdediging. Het klonk onverschillig, ont-wijkend en moedeloos. Bart zweeg en keek hem op-merkzaam aan. Hij schrok ervan. Er zat een oud mantegenover hem...Een magere oude man was notaris Molijn, met eenwat opgeblazen, bleek gezicht, waarin de grote,vlezige, rood aangelopen neus kOmiek aandeed. Zijnhoofd was van boven geheel kaal, het haar rondomdun, dor en van een vaalgrijze kleur. De wenkbrau-wen waren borstelig en de altijd zo levendige, heldereblauwe ogen stonden dof en troebel. De zakken eronder paarsig en slap gerimpeld, diepe lijnen in hetvoorhoofd, scherpe groeven van de neusvleugels naarde mondhoeken. Slap hing het vlees van de wangenen de hals kleurde gelig en gerimpeld in de hoge, towijde, smetteloze boord. Een oud man... Hoe kwamhij opeens zo oud... ? Of hoe kwam het, dat hij nueerst zag, dat het een oude man geworden was... ?Was het zo vlug gegaan... ?Een opstandig gevoel welde in Bart aan. Dat mochtniet...! Molijn mocht geen oude man zijn. Met eenoude man kon je niet vechten. En hij was niet oud.Niet ouder dan Bart, die zich heftig voelde leven,bruisend van kracht, voortvarend en ondernemend...

2 29

Page 234: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Hoe oud waren ze... ? Voor in de veertig... mannenin de bloei van hun leven...! Midden in de strijd omeen vrouw, waarin een van hen beiden verslagenmoest worden.„Zijde ziek?" gromde hij.De ander keek hem even aan, met een matte glimlach.„Nee... wat vermoeid."„Ge ziet er slecht uit, man... oud."„'t Heeft niets te betekenen."Het klonk gelaten en weinig overtuigend. De zenuw-achtige vingers speelden voort met de steel van hetglas, de wijn trilde. Bart maakte zich bezorgd, eenplotse angst verkilde hem... Deze man mocht hemniet ontvallen. Hij kon hem niet missen. Hij was hetlaatste, wat hem aan Thilde verbond, de laatste leven-de schakel... Hij had hem vaak dodelijk gehaat, datkille, speelse, volstrekt gewetenloze wezen verfoeid,de wil onderhouden hem te vernietigen, vergif ge-druppeld in zijn enig kwetsbare Zo voelde hijde ander ook tegenover hem... Maar hij wou hemniet missen. Hij lam hem niet missen. Het leven zouhol en leeg worden, als hij er niet meer was, eenwoestenij, verlaten en zonder enige zin... Met wiemoest hij over Thilde praten, als Molijn er niet meerwas... ? Zonder Molijn zou Thilde er niet meer zijn,nooit geweest zijn... Dat kon niet...!Knorrig zei hij:„Ge moest es een bietje pioano oan doen, gij... Wa'minder drienken een rooken een de vrouwe wa' meermee rust boate... Ge zij gin twintig joar meer."Verwonderd keek Molijn naar hem omhoog. Eenspottend lichtje leefde in zijn doffe ogen op.

230

Page 235: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Ik wist werkelijk niet, dat mijn gezondheid je zo'ntedere zorg inboezemde, Verhagen... Maar wees ge-rust, 't is niets... Ik heb te veel gewerkt de laatste tijd.”„Gewaarkt... ? Gij... ?"„Tja, man, ik moet ook wel eens extra werken, zotussen ons leventje door... een notariaat is geen here-boerderij... Verantwoordelijkheid en zo, he ?"Bart zweeg, liep wat heen en weer, keek zijdelingsnaar Molijn, zag hem terugleunen in zijn stoel, deogen waren nog maar spleetjes, onder de dunne, door-schijnende huid aan zijn slaap klopte een ader, fijnezweetdruppeltjes stonden op zijn smal, mooi gevormdvoorhoofd... Een oude man... ouder dan hij de vadervan deze notaris op zijn zestigste gekend had... Hoewas dat mogelijk... ? Zo was hij Loch kort geleden nogniet geweest... dan zou hij het wel opgemerkt heb-ben... Misschien had hij een ziekte onder de leden...Het meest werd hij verontrust door een matheid, eengelatenheid in dat Boor-gele gezicht, anders altijd zolevendig, beweeglijk, spottend agressief in hun peilen-de gesprekken. Er was niets gespannens meer in, hetwas slap en onverschillig, slaperig en vermoeid.Onder een plotse inval zei Bart:„Ge moog me nou oonder'aand die brieve wel es geve."Het slappe gezicht spande zich, de ogen gingen halfopen, een raadselachtig lachje vertrok de wat te grotemond. Langzaam antwoordde hij:„Misschien stuur ik ze je binnenkort wel toe."Bart kreeg een schok.„Dus g'e ze nie verbraand ?"Zuchtend stond de notaris op, rekte moeilijk zijnstram aanvoelende rug en zei traag:

231

Page 236: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

„Ik ga naar huis, Verhagen... ik ben gewoon op...ik vrees, dat ik je niet helemaal volgen kan... welte-rusten...”Hij nam hoed en stok van de tafel en ging heen.Bart keek hem na. Hij hoorde nog steeds de woordenin zijn oren galmen als klokgelui... misschien stuur ikze je binnenkort wel toe... Hij had er vreemd bij ge-lachen... boosaardig... ? In zijn vermoeidheid had hijzich versproken, voor het eerst in al die jaren... envan schrik was hij dadelijk weggegaan. Maar datlachje was gebleven... Zou hij hem toch voor de gekhouden... ? Hij was een geslepen vos, die notaris, volonverwachte streken, slinks en onberekenbaar... Watwas hij oud geworden en slap...Hij nam de grote staande lamp van de tafel, ging er-mee naar de spiegel, belichtte zijn gezicht en keeker aandachtig naar. Zijn haar begon te grijzen, maarhet was nog dik en glanzend. Zijn gezicht... ja, eenbeetje pafferig was het wel geworden, te rood, eenzichtbare ader kronkelde langs zijn slaap, zijn kaakhad door het vet de krachtige lijn verloren. Zijn peziglichaam begon dik te worden, soms voelde hij zijnhart vreemd doen... Hij was ook geen twintig jaarmeer, goed, maar hij was geen oude man zoals Molijn,nog lang niet... Vol levenskracht was hij, hij stondzijn man nog, onvermoeibaar, als het moest... wan-neer er gefeest werd, zeiden ze van hem, dat hij bleefom de laatste man de zak op te geven... nog altijd...Molijn was dood-afgemat naar huis gegaan... hij zoudadelijk Riek, de melkmeid, uit haar bed halen, datwelige, vrolijke diertje en zich nog een uurtje methaar amuseren, een fles bourgogne drinken, waar ze

23 2

Page 237: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

dol en ontembaar van werd, zoals hij vrouwen graaghad... Nee, wie hem voor een oude man versleet, waslelijk abuis... Geen jongeling, accoord, maar eenkerel, die nog voor niemand uit de weg hoefde te gaan,in geen enkel opzicht...Hij ging terug naar de tafel, zette de lamp neer, be-gon nadenkend heen en weer te lopen... Zijn onrustkwam terug... Bartje Molijn mocht hem niet ont-glippen... als die hem tussen de vingers uitgleed...dat zou een ramp zijn. Hij kon zich het leven zonderMolijn niet voorstellen... Tenzij hij eindelijk Thildesbrieven kreeg, waaruit de ander hem al zoveel lossezinnetjes geciteerd had... Dat zou alles anders ma-ken... Molijn had toch van avond toegegeven, dat zeniet verbrand waren... hij had zich versproken... Debrieven van Thilde... Hij zag het mooie schrift... Hijhoorde haar stein liefkozend om zijn hoofd dwalen.Hij glimlachte... In geen tijden was zij zo dicht bijhem geweest... het was of hij haar warme aanwezig-heid lichamelijk voelen kon. Stil bleef hij zitten, urentang, luisterende in de nacht naar geluiden, die erniet waren... Rieks slaap werd niet gestoord...Een paar maanden verstreken. Hij slaagde er niet in,Molijn aan zijn belofte te houden. Elke poging werdin luchtig woordenspel ontweken. Bart wou niets for-ceren, hoe brandend zijn ongeduld ook was, uit vreesde ander te veel te prikkelen. De notaris leek zenuw-achtig, ongeduriger dan ooit, dronk zwaar, toondezich vaak humeurig in gezelschap, wat anders zijngewoonte niet was, kon plotseling in gedachten ver-zinken, zo diep, dat hij niet merkte, als iemand hemaansprak. En halve avonden sloot hij zich met de

233

Page 238: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

deftige candidaat Molenbaas op om te werken; hijscheen plotseling bezeten van een woeste zakenijver.Ook de week, die hij vroeg in het voorjaar met Bartin Amsterdam doorbracht, was hij heel de dag inzakendoen verloren, liep naar de beurs, confereerdemet makelaars, schreef urenlang brieven op zijnhotelkamer. Maar 's avonds leefde hij op, feestte,dronk, was charmanter en zorgelozer dan ooit; laterin de nacht brak een woestheid uit hem los, die Ver-hagen verbaasde; het leek alsof hij niet genoeg konkrijgen van alles wat in de wereld voor geld te koopis, wijn, dure gerechten, schaterend plezier, zwijme-lende vrouwen, licht en muziek... Soms dacht Bartdat dit wilde brassen niet veel verschilde van wan-hoop, zoals een al te uitbundig geschater een huil-kramp kan voorafgaan. Hij keek nieuwsgierig naar dekoortsachtig opgewonden Molijn, die met zijn schitte-rende ogen en blozend, vrolijk gezicht veel jonger leekdan overdag, veerkrachtiger en vitaler, alsof de wijnen het uitgelaten gezelschap de jaren van hem weg-namen. Aan de speeltafel won en verloor hij in het-zelfde stralende humeur en was als vroeger overal hetmiddelpunt. Nog ving Bart in sommige vrouwenogende droinerig-nieuwsgierige blik op, waarmee BartjeMolijn glimlachend gevolgd placht te worden in zijnbeste jaren.Op de terugreis was de notaris stil en in zichzelf ge-keerd. Met schrik merkte Bart op, hoe vervallen hijer uitzag, zoals hij daar in zijn onberispelijke kleren,smal en voornaam in de hoek van de eerste-klasse-coupe zat, wasachtig bleek. Een nerveuze trillingschokte telkens zijn linker ooglid en ook zijn lippen

234

Page 239: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

trokken soms op vreemde, convulsieve wijze plotse-ling uiteen, zodat zijn gelige tanden bloot kwamen.Amsterdam was bepaald te veel voor hem geweest...Ook onverantwoordelijk, zoals hij daar te keer ge-gaan was met zijn duidelijk geschokte gezondheid.Aan het station in de stad wachtte Barts rijtuig. Maarook de candidaat Molenbaas was er met het geslotenkoetsje van de notaris. Hij praatte even fluisterendmet Molijn en verzocht meneer Verhagen dan zijnpatroon te willen verontschuldigen: zij hadden drin-gend samen te spreken en moesten dadelijk weg-rijden. Molijn stond er even als versuft bij, lachtedaarop kort en stak Bart de hand toe.„De jongeman kan er weer es niet uitkomen," zei hijmet geforceerde vrolijkheid, maar zijn stem trilde.„Ik heb nog niet hard genoeg gewerkt en moet alrijdende weer aan 't ploeteren. Sale metier...! Bart,ouwe jongen, hou je goed, je hoort gauw van me."Hij drukte hem vluchtig de hand, zoals zijn gewoontewas, en stapte in het koetsje. Bart had hij gezegd. Datwas in vele jaren niet meer gebeurd, niet meer sindsde dood van Thilde... hoe lang al... ? twaalf... dertienjaar... Bart... vreemd... waarom zo ineens weerBart... ?Hij bleef in de stad eten, kaartte een uurtje met ken-nissen, die hij in het restaurant ontmoette, gaf toe aande innerlijke onrust, die hem kwelde en die hij toe-schreef aan vermoeidheid, liet inspannen en reed weg.Hij was naast Chiel op de bok gaan zitten en mendezelf. Het was een zoele avond, zoals er zijn in devroege lente, waarop de stille wind fluwelig langs dewangen aait, en de gistende grond een driftige geur

235

Page 240: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

van kiemend leven uitwasemt. Een gelige maan hing

in de warrige kruinen van de bomen met hun gezwol-len knoppen. Eentonig knerpend rolden de wielen

over de grintweg, de hoeven der paarden trommeldenhun wisselende roffel. Een grote rust lag over de wijde,wachtende velden, waar het werk spoedig in voile be-drijvigheid zou losbreken. Barts onrust week. Hij wasblij uit het geroes van de grote stad weg te zijn. De

stilte van het land was een lafenis. Hij had behoefteom te praten.„'Oe goaget tuis, Chiel ?"„Goed, boas."„Een meet de goudvos ?"Chiel lachte.

„Da' woord' oonder 'aand een schimmel, boas."

„ Joa, jonge, me wooren een dagsken ouwer."„Zegt da' wel, boas."„'Oeveul fiitjes zijn d'r ok weer ?"

„Zeuve, boas... 't Jongsten is net noar school."„Sjuust, een den oudste woord' een beste piqueur opd'oef, is 't nie ?"

„Asteblieft, boas, moar eeste kias, or!"En hij begon een lofrede te houden op zijn kwieke

zoon, die net terug was van zijn dienst onder dehuzaren, een rappe kwant en een ruiter zoals er niet

veel waren, maar dat was geen wonder, want hij wasvan de wieg of tussen de paarden opgegroeid, en opzijn tiende kon hij al zo'n driftige Fransman afdraven,

dat 'et een liefhebberij was. En hij vertelde van deandere veulens, die hij bij zijn goudvos geteeld had,alles prima spul, gezond, sterk, vrolijk, geestig goed,

een wilde stal, waar heel wat werk aan was om de

236

Page 241: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

wind er onder te houden. Maar dat was het leven,niewaar, je bleef er jong bij, al sneeuwde het onderje pet...!Ja, dat was het leven, dacht Bart, dat was het nor-male leven. Als hij in Margreet ook zo'n goudvos ge-troffen had, zou alles heel anders gelopen zijn. Hijzou de wind moeten houden onder een wilde stal ennooit vreemde gedachten gekregen hebben, vreemdedrang naar een vreemd leven, waarvoor hij eigenlijkniet geboren was. Thilde zou een vereerde vriendingebleven zijn, de vrouw van zijn deftige goeie vriend,de notaris... en al het andere zou door het leven glim-lachend weggeschoven zijn naar de verwarringen vande wilde jaren... Er zouden veel ongelukken niet ge-beurd zijn, veel schandalen vermeden... de legendevan het verbond met de duivel en de vloek op dehoeve zou geluidloos zijn uitgestorven in plaats vanheviger te gaan opleven onder de wisselvallige samen-loop van allerlei toevallige gebeurtenissen... Als Mar-greet zo'n gOudvos voor hem geweest was als Chiels.vrouw voor dezen... Verlangde hij ernaar, dat alleszo verlopen zou zijn... ? Het zou zeker rustiger zijngeweest, beter ook voor veel mensen, voor hem hetallereerst... Maar was het dat, wat een mens van hetleven vroeg. het rustige, het betere... ? Een mens alshij... ? Had hij Thilde willen missen voor het goedeleven met de goudvos... ? Nee... nee... al was zijn hartbijna in zijn borst verschroeid, al was zijn hele levenin het abnormale geslingerd, al had hij sindsdien geenrust en echte vreugde meer gekend... hij had dat metThilde niet willen missen...! Al was zijn leven daarnaeen hel geweest, een hel van zotternij, pijn en be-

237

Page 242: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

dwelming en strijd om een hersenschim met een an-dere dwaas, dat met Thilde had hij niet willen missen.En al zou hij er na zijn dood voor in de hel moetenbranden, dan nog bleef hij er bij dat met Thilde hadhij niet willen missen... Dat was zo overweldigendgroot geweest, zo onbeschrijflijk heerlijk, met nietsop aarde of in de hemel te vergelijken. Een brandendeverrukking. Een pijn van geluk... Een koning deslevens was hij geweest, de machtigste en rijkste manop aarde... Dat gevoel gekend te hebben, al was daar-na de bliksem in je leven geslagen, was alles waard,alle smart, alle ongeluk, alle dwaasheid, je verkooldehart en de brokstukken van je kapot gevallen leven.Nee, als hij het over moest doen, zou hij toch niet denederige veiligheid kiezen met de goudvos, maar deonduldbaar heerlijke liefde met Thilde en de hel,die daarna kwam...„Zeg, Chiel..."„ Joa, boas ?"„A'ge nou weer es jong kon wooren een ge kon aan-ders kieze... zouwde dan een aander leve willen 'em-men a'ge g'ad 'ed ?"De vraag kwam onverwacht. Chiel dacht na. ledermens heeft zijn dromen naast zijn leven. Maar spoedigschudde hij het hoofd.„Neee, boas," antwoordde hij zacht. , ) 't Is wel eszwoar gewiest, or... blange nie altij rozegeur eenmoaneschijn... moar a'k 'et nog es over moes doen...een ik ar 'et vor 't zege... dan zou ik 'et weer net een-der doen..."„Meet de goudvos?"„Meet de goudvos'... Z'eet d'r streken een d'r kure...

238

Page 243: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

moar alla, 't is overal wa'... een alles bij mekoaren'emme 't goed g'ad... ik zou nie aanders wille..."„Dan is 't goed, jonge, dan is 't goed... zo mot 'etzijn..."Hij sprak als in een droom. Chiel verwonderde zichom de zachte, goede stem van de boer, keek hemzijdelings aan. Hij glimlachte in het maanlicht,of hij iets heel moois zag... Een vreemd soort boer,deze banjerende Bart Verhagen, die z'n hele fortuinverdeed en waar iedereen schande van sprak... Maarhij kon er niets aan doen, Chiel: hij hield van hemalsof het een broer was, en hij had bewondering eneerbied voor hem... die man had meer verdriet gehaddan een mens mag worden aangedaan...

Die avond laat, toen Bart op het erf een pijp liep toroken, genietend van de zoele lentelucht, zag hijiemand in het heldere maanlicht de dijk afkomenmet een pakje onder de arm. De man stapte het hekbinnen en kwam op hem toe. Het was de huisknechtvan de notaris.„Complimenten van meneer de notaris, en ik moestu dit geven. Notaris was al in bed en erg moe. Datmoest ik u er bij zeggen."„Merci, 'Enderik... 'ier, da's vor je moeite."Hij drukte hem een rijksdaalder in de hand en gingmet het pakje naar binnen. Een voorgevoel joeg hetbloed bonzend naar zijn hoofd. Binnen vond hij inhet dikke papier een klein rozenhouten kistje. Hetsleuteltje zat er op. Met trillende vingers klapte hijhet open. Er was nog een binnendeksel met een kope-ren knopje. Daarop lag een naamkaartje van de nota-

239

Page 244: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

ris met zijn familiewapen in de bovenhoek. Met hetspitse schrift van Molijn stond in beverige lettersboven de naam geschreven: „Dit zijn de brieven vanThilde."Bart viel op een stoel bij de tafel neer. Zijn handen,die om het kistje lagen, trilden zo sterk, dat hij hetneer moest zetten. Zijn hart klopte wild. Een neweltroebelde voor zijn ogen. Hij beet de tanden op elkaarom zijn ontroering meester te worden...Eindelijk...!Eindelijk had hij de strijd gewonnen. Na zoveel jarenvan verbeten vechten had de tegenstander zijn verzetopgegeven. Nu zou hij Thilde weer bij zich hebben.Ze zou tot hem spreken, hem zeggen, dat ze hem al-leen had liefgehad, hem alleen, alleen hem. En nu zouze blijven, altijd het zoetste aller geheimen fluisterenaan min oor...Hij lichtte het dekseltje op.In het kistje lag een laag grijs-witte as.Al het bloed liep terug naar Verhagens hart. Hij hadhet gevoel, dat de wereld onder hem wegdraaide,greep zich met beide handen aan de tafelrand vastom niet te vallen. Een misselijkheid wroegde in zijnkeel.De brieven waren verbrand... Dit zijn de brieven vanThilde...Lang zat hij voor het kistje, eer hij in staat was, nor-maal te denken, eer zijn hart weer regelmatig sloeg,eer het gevoel, dat hij van zijn stoel zou vallen, ge-weken was. Hij stak zijn neus in het kistje. De as rookbranderig, naar verschroeid papier. Zo rook de asniet van brieven, die jaren geleden verbrand waren...

240

Page 245: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Molijn had ze vanavond verbrand en hem de jam-merlijke as toegestuurd : dit zijn de brieven van Thil-de... En hij had er zo naar verlangd, zo heftig en zo-veel jaren, als een gelovige naar zijn heiland... Lang-zaam zonk zijn hoofd op zijn onderarm naast hetkistje. Gloeiende tranen persten zich tussen zijn oog-leden uit, maakten de mouw van zijn jas nat. Be-drogen was hij, verraden. Molijn had hem een hardeslag toegebracht met zijn laffe, boosaardige grap. Hetwas niet edelmoedig van Bartje... Niet edelmoedig...Wie had dat gezegd... ? Thilde had dat gezegd... Hetwas de enige grief, die zij ooit tegen hein geuit had...Bartje was niet edelmoedigw hij kon alleen aan zich-zelf denken, Bartje... en dat was zijn ongeluk ge-worden, want het had Thilde van hem weggedreven...Thilde hield van edelmoedigheid, en de nobele heerBartholomeus Molijn van Warmshoven had vele aan-trekkelijkheden, maar edelmoedig was hij niet...Hoe had hij het over zijn hart kunnen verkrijgen ?Brieven, waarover haar hand gegleden was, letters,door haar op het papier getekend, gedachten uit haarhoofd, gevoelens uit haar hart... overgegeven aan hetvuur, verbrand, vernietigd... Kon je zoiets doen eneen menselijk hart in je borst hebben ? Het was ofMolijn de levende Thilde zelf gemarteld had, mis-handeld, geschroeid in de vlammen, die de brievenhadden verteerd... Het laatste wat van haar overge-bleven was. Afschuw en woede brandden hem. Hijhief het hoofd op, veegde driftig zijn natte ogen af,keek naar de schouw, waar het jachtgeweer geladenhing. Doodschieten moest je zo'n ondier, doodschie-ten... vermorzelen... zulke monsters hoorden onder

i6 241

Page 246: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

de mensen niet thuis...! Hij zou hem doodschieten...Morgen schoot hij hem dood... Koelbloedig zou hijhem neerschieten, als een dolle hond, die opgeruimdmoet worden... Met zware stappen liep hij been enweer, als een getergd dier in zijn kooi, moordlust inde ziel, moordlust in de handen, die tot vuisten ge-bald in zijn zakken tegen zijn dijen krampten... Methoeveel wellust zou hij het leven uit dat slappe, ver-vallen lichaam knijpen, waar nog genoeg kracht instak voor zo giftige boosaardigheid...! Had hij metzijn schennend vuur Thilde niet definitief gedood... ?Er leefde nog iets van haar, iets moois, iets warms,iets liefs, iets dat een laatste gloed en glans aan BartVerhagens leven had kunnen geven, dat zij daarvooralleen had nagelaten, en dat had dat beest vernietigd,het smerige beest, dat doodgetrapt moest worden...Nu was het genoeg. Hij zou hem vermoorden. Morgenwerd notaris Molijn vermoord... Terechtgesteld, nietvermoord...! Wat daarna kwam, liet hem onver-schillig. Hij had nu toch niets meer van het leven teverwachten...Plotseling bleef hij onder een invallende gedachtestaan.En als die as nou eens niet van haar brieven afkomstigwas... ?Wie bewees hem, dat dit werkelijk de as van haarbrieven was ?Molijn kon evengoed andere papieren verbrand heb-ben en hem de as daarvan hebben toegestuurd. Omof te zijn van de eeuwige drang, die hem vermoeideen waarvoor hij bang was te zullen bezwijken. Omverder ongestoord in het bezit er van te blijven. Of

242

Page 247: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

enkel maar om de tegenstander te kwellen. Bij wijzevan herhaling der vroegere leugens, waarmee hij hemgetergd had... dat hij de brieven na de eerste lezingverbrand had... Want dat had hij niet, daar was Bartzeker van... 0, het was echt iets voor Molijn om zo'nstreek uit te halen, en dan later heimelijk te latendoorschemeren, dat het maar een grap geweest was...Een geslepen kwelduivel, op wiens listen en lagen jevoortdurend bedacht moest zij n, als je niet ieder ogen-blik buiten jezelf wou raken van woede...!Hij kon niet meer geloven, dat de brieven werkelijkverbrand waren. Molijn wou ze immers zelf niet mis-sen! Molijn beschouwde ze immers ook als een reliqui,waarvan hij niet kon scheiden, en die hij evenmin zoudurven schenden. Hij wou hem alleen plagen of opeen dwaalspoor brengen. De brieven hield hij ergensveilig verborgen... Ten slotte was dit toch een bewijsvan zwakheid, een eerste teken van de verborgenneiging om zich over te geven...Gerustgesteld ging hij weer bij de tafel zitten, sloot hetkistje, nam het met beide handen op en bekeek hetvan alle kanten. Het was van Thilde geweest, met ont-roering herkende hij het. Zij had er klosjes en rolletjeszij in, die ze gebruikte bij het borduren. Hoe vaak hadhij toegekeken als haar fijne vingertjes zoekend woel-den tussen de kleurige draden. Hij rook aan het kistje.Een fijne geur stroomde uit het hout. Hadden zo haarhanden niet gegeurd... ? Was het mogelijk, dat na zoveel jaren de geur van haar handen nog aan dit houtgebleven was, heel fijn, heel ver, maar toch duidelijkherkenbaar... ? Het was waarschijnlijk onmogelijk,maar het was zo heerlijk je te verbeelden, dat het wel

243

Page 248: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

zo was, en uit die geur haar gestalte to zien opnevelen,haar gezicht, het mooiste en liefste vrouwengezicht,

dat ooit bestaan had... Waar nu zijn handen lagen,

hadden de hare gelegen... voelde hij niet de warmte,de gladde zachtheid van haar huid... ? In lange, langetijd was zij niet zo dicht bij hem geweest... Een groterust gleed zijn denken binnen, dat dromen werd.Lang zat hij zo, eer hij opstond en het kistje wegborgin de kleine kluis, die onzichtbaar naast de schouwin de muur was aangebracht. Toen het slot met eenzacht geklik dichtviel, glimlachte hij : morgen zou hijde notaris gaan bedanken voor zijn kostbaar ge-schenk... hij had een boosaardige grap bedoeld en hetwas een kostbaar geschenk geworden...

Maar de volgende morgen was het hele dorp in rep enroer, want notaris Molijn was dood in bed gevondenen de dokter had de veldwachter geroepen en bij desterfkamer op post gezet : niemand mocht er in of uit,de notaris was geen natuurlijke dood gestorven. Nogvoor de middag kwam het parket uit de stad. Denotaris had zich vergiftigd. Het onderzoek begon.Het werd een der opzienbarendste rampen, die sinds

mensenheugenis waren voorgekomen, een volledigedebacle, een lawine van ongeluk over boeren, kleinerenteniers en spaarders. Alles was verloren. De ge-

routineerdste deskundigen stonden verbaasd en ver-slagen over de Wilde roekeloosheid, waarmee hier washuisgehouden, de cynische gewetenloosheid, waar-mee Molijn tot het allerlaatste was voortgegaan metonzinnige speculaties, geraffineerd bedrog, kalmoverwogen vervalsingen. Een arme kleine boer hadhem tien dagen geleden ruim zesduizend gulden ge-

244

Page 249: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

bracht, moeizaam bespaard geld en de erfenis vanzijn gestorven schoonvader; Molijn zou er de hypo-theek op zijn hoeve mee aflossen. De hypotheek wasniet afgelost, het geld was met de laatste resten vanaanwezig kapitaal verloren op de Amsterdamse beurs.Verwensingen, vloeken, gejammer gingen heel deomtrek door. Zijn laatste cent had men het oude,solide notariskantoor toevertrouwd. Men wist, datMolijn een ongeregeld leven leidde, maar Molijn wasimmers schatrijk van zichzelf. De zaken van het kan-toor stonden daarbuiten, de glimlachende grote heer,die hen zo welwillend te woord stond en raad gaf, konzich zijn dure pleziertjes van eigen geld permitteren.Noch hij, noch de nauwelijks minder deftige candi-daat Molenbaas, die ook van een aanzienlijke familiekwam, hadden ooit een betaling uitgesteld of gewei-gerd. Alle afrekeningen waren altijd punctueel in ordegeweest. Wie iets ten nadele van notaris Molijn zei,werd uitgelachen als een overdreven zuurpruim ofbeschimpt als een lasteraar. Nu kregen de zuurprui-men en lasteraars gelijk en de goedgelovigen warenhet slachtoffer. De correcte meneer Molenbaas gingook niet vrij uit. Twee marechaussees brachten hemten aanschouwe van de ontstelde en verbaasde dorpe-lingen gevankelijk naar de stad. De notaris werd inalle stilte begraven. Niet naast zijn vrouw, want zijnzelfmoord was al te klaarblijkelijk, en hij werd zonderenige plechtigheid weggestopt in het hoekje onge-wijde aarde achter op het kerkhof tegen de hang,waar enkel paardebloemen en bilzenkruid in het ruwgegroeide gras stonden. Een vreselijke schande vooreen lid van zo doorluchte familie. Maar zelfs dit en de

245

Page 250: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gedachte, dat de ontrouwe rentmeester voor zijn zon-den in de hel lag te branden, bracht de gerulneerden

hun bezit niet terug.Bart Verhagen verloor veel geld bij de ineenstortingvan Molijns kantoor, maar geruineerd was hij niet.

Zijn hoeve en land bleven hem, en hij had ook nog eenindrukwekkend bedrag op een bank in de stad staan,winsten van de paardenhandel, prijzen, en gelden,

die hij of en toe bij de notaris had opgenomen en later

niet gebruikt. Hij behoefde zich voorlopig geen zorgen

te maken.De dood van Molijn had hem diep verbijsterd. Dagen-

lang liep hij versuft en als in een Broom rond. Plotse-ling was iets weggeslagen, dat nu het kernpunt van

zijn leven leek. Hulpeloos voelde hij zich, een schip

zonder roer, dat spoedig wrak zou slaan ergens op deklippen, door de grillen van weer en wind gedreven...Bartje was weg, Bartje Molijn had hem all een gelaten.Bartje, wiens hele leven met het zijne verweven ge-weest was, die hem tot vele wonderlijke dingen ge-voerd had en ten slotte met hem was samengegroeidals men wel ziet van tweelingbomen, die een afzon-

derlijke kruin hebben, maar wier stammen een eindboven de wortels ineengewassen zijn, binnen een

schors, voedsel zuigend met een wortelstelsel... Kaneen van die bomen sterven zonder dat de ander meeondergaat? Dat leek onmogelijk. Hij voelde zichduizelig, alsof hij boven een peilloze afgrond zweefde,waarin hij ieder ogenblik kon neerstorten...

Hoe was het nu met Thildes brieven... ? Had Molijnze werkelijk verbrand voor hij in bed ging liggen en

het dodelijke vergif slikte? Kon hij zo grondeloos

246

Page 251: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

slecht en boosaardig geweest zijn ? Had hij hem zodiep gehaat, dat hij het laatste wat van Thilde restte,vernietigd had om hem te kwellen ? Was hij zó duivel-achtig slecht geweest om zo'n laaghartige wraak tekunnen uitdenken... ? Het wou er toch niet bij hem in,het was te onnatuurlijk. Liever stelde hij zich voor,dat de brieven ergens in huis verborgen lagen, in eenkast, een bureau, weggestopt als een geheime schat,dierbaarder dan het leven. Het werd een idee-fixe enhij besloot een poging aan te wenden huis en inboedelvan de notaris in handen te krijgen.De curator in het faillissement-Molijn ontving hemkoel en afgemeten. De boemelkameraad van de bank-roetier stond in een slechte reuk. Bart bood aan huisen inboedel in completo te kopen tegen een doorschatters vast te stellen prijs, dat zou allicht meer op-brengen dan een veiling. De curator werd vriende-lijker, vermoedde sympathieke motieven van pieteit,ten slotte was die boer ook zwaar gedupeerd, het wasmooi van hem, dat hij de publieke executie wou hel-pen voorkomen. Hij legde Verhagen uit, hoe de wettoestond een of ander goed uit een faillissement tekopen tegen een prijs, tien procent hoger dan officidelgeschat werd. Zij praatten nog wat. Bart informeerdeof er persoonlijke papieren in het huis waren achter-gebleven ? Nee, de justitie had alle paperassen in be-slag genomen. Alles wat geen betrekking had op hetfaillissement, was er uitgelicht en ter beschikking vande familie gesteld; maar de man van zijn zuster hadkoeltjes geschreven, dat de familie er geen prijs opstelde en het dus vernietigd kon worden. Dat zou nugebeuren... 0, juist... en wist meneer de curator ook

247

Page 252: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

of daar een pakje brieven bij was van Mevrouw zali-ger, een soort dagboek... ? Daar had zijn vriend dik-wijls over gesproken en uit voorgelezen... Mevrouwwas ook een goede vriendin geweest van zijn over-leden vrouw en hem, en het zou hem spijten, als datdagboek verloren ging... Maar de curator beweerdemet stelligheid, dat er zoiets niet gevonden was. Danzou hij het zeker weten, want er was geen snipperpapier afgelegd, die niet door zijn handen gegaan was.Ten overvloede keek hij nog een paar lijsten door...nee... niets van dien aard... Vermoedelijk had denotaris het van- zijn dood zelf vernietigd, juist omdathij niet wou, dat de mannen van het gerecht erinzouden snuffelen... Zoiets was heel begrijpelijk, niet-waar... ? Natuurlijk, meneer de curator... maar jijhebt geen flauw besef van de waarde, die dit dagboekgehad heeft voor twee dwaze mannen... zoiets ver-nietig je niet, als de ander nog leeft... dat doe je hemniet aan voor je het flesje aan de mond brengt, datalles onverschillig voor je maken zal...Bart kocht huis en inboedel van Molijn voor het be-drag, tien procent boven de stijve prijs, die de schat-ters hadden vastgesteld. Weken en wekenlang snuffel-de hij het huis door van de zolder tot de kelder, lietgeen hoekje, geen kastje ondoorzocht. Hij haalde allesondersteboven, ontdekte de geheime lade in hetbureau, vond een verborgen wandkastje, waarin ver-geelde akten en ontuchtige prenten dooreen lagen,maar van de brieven, die hij zocht, vond hij geenspoor. De hoop doofde uit... Hij was er nu zeker van,dat het rozenhouten kistje werkelijk de as bevatte vanThildes aan hem gerichte brieven. In heel het huis

248

Page 253: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

was trouwens niets meer te vinden, dat aan Thilde‘herinnerde, geen kleren, geen portret, geen sieraad,niets; de kamer, die zij voor zichzelf gehad had, wasleeg, er lag zelfs geen kleedje meer op de vloer; hetbrede bed, waarin ze met Molijn geslapen had, wasvervangen door een smaller, het slaapkamerameuble-ment geheel veranderd., Mies wat herinneringen konopwekken aan Thilde had de notaris successievelijken in 't geheim verwijderd. Alleen het rozenhoutenkistje met de brieven had hij bewaard. En even voorhij uit het leven stapte, had hij de brieven verbranden de as naar Verhagen gestuurd. Zo groot was dehaat geweest, die hij onder zijn speelse strijd verdokenhield, dat hij dit had kunnen doen...Toen enkele maanden later een nieuwe notaris zichin het dorp kwam installeren, verkocht Bart hem devilla met al wat er in was.Hij versomberde, werd driftig, ruw van woorden enbruusk van gebaar. Een vage vrees kwam hem overaltegemoet, die hem geen vreugde gaf, maar een grijnsvan geainuseerde tevredenheid onder zijn grijzendeknevel te voorschijn riep. Zijn zoon, die volwassenwerd, een half hoofd boven hem uitstak en met de dagmeer op Margreets jongste broer begon te lijken, ont-week hem merkbaar, en hij verachtte hem om zijntrage betrouwbaarheid, die nooit buiten de afgepastepaden ging of gaan zou.Wilder werd zijn leven, nog ongebondener. Hij ver-slempte zijn dagen met de drinkebroers en spelersonder de jongere boeren, het geld glipte hem tussende vingers door met onvoorstelbare snelheid. Hijbraste met verdachte elementen uit de stad, verlopen

249

Page 254: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

jonkers, gesjeesde studenten, boemelende kooplui,alles wat roekeloos en brutaal achter vrouwen en ge-not joeg, bedwelming zocht voor het al te hete bloed,verdoving voor al te grote angst, vergetelheid voor alte hevig leed of teleurstellingen. Hij was de rauwe aan-voerder van een bende jongere zwabbers en ver-kwisters, die tegen hem opzagen om zijn ontembaar-heid, zijn woeste drift, zijn onuitputtelijke hartstochten niets sparende hoon voor alles wat in de ogen dermensen achtbaar was, respect verdiende of ontzienbehoorde te worden. Geen vrouw was veilig voor zijnbegeerte en van zijn dwingende drift ging een be-klemmende kracht uit, die weinigen konden weer-staan. Maar het gehalte van zijn minnaressen werdsteeds lager en liederlijker.Soms verdween hij plotseling uit de streek, bleefweken weg, ondergedoken in de woeste roes van hetvermaaksleven in een grote stad met oude kennissenuit de tijd van Molijn en nieuwe, die hij overal ont-moette en om wier allooi hij zich niet bekommerde.Hij strooide het geld met voile handen om zich heen,werd een legendarische figuur in velerlei soort ver-dachte gelegenheden, obscure elementen vierden hemom van hem te profiteren; hij doorzag de toeleg altijd,maar liet zich lachend plunderen, geld kwam er nietop aan, niets kwam er op aan, als hij maar plezier hadals er maar lachende, zingende, dansende zotten omhem heen waren, als hij maar gloeiende minachtingvoelen kon voor de vrouwen en de kerels, die voorgeld tot alles in staat waren... als hij maar vergetenkon, dat er een verleden was met een Thilde er in eneen geslepen duivel, die hem schaakmat gezet had,

250

Page 255: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

door net haar brieven ook haar beeld te verbranden.Hij had het afgelegd, Bartje Molijn, hij was in schandeondergegaan... maar Bart Verhagen had toch nietoverwonnen...

Snel ging het bergafwaarts met de wilde boer van deHagenhorst en met de Hagenhorst zelf. Er was in dietijd een ijverige en strenge, zeer nauwgezette rent-meester, een lange Friese boer, die om een of anderschandaal niet op zijn vaders hoeve had kunnen blij-ven en blij was met deze plaats, waar hij bij na evenonafhankelijk boeren kon als thuis. Een stugge natuur,koppig als een muilezel, een onvermoeide werker eneerlijk als brood. Met voile energie had hij zich eringewerkt, had het oog overal, roeide slordigheid enmisbruik uit, waar hij het ontmoette, maakte zich inkorte tijd gehaat en gevreesd. Hij joeg de huishoudstervan de hoeve, een brutaal mooi Jong wijf, die van tijdtot tijd bij de boer sliep en daaraan het recht ontleen-de te stelen als de raven. Toen Bart na een afwezig-heid van een paar weken terugkwam, vond hij eentanige weduwe in haar plaats, met gele paarden-tanden, een boezem als een strijkplank, handen alswasborden en een puntbuik, die haar rok tot bovenhaar voeten van de grond hield. Hij lachte bulderendom de maatregel van de rentmeester en liet het zo.Maar de Fries attakeerde ook hem. Hij verging vanwoede om het woeste leven van zijn meester en hetonzinnige geldverkwisten, terwijI hij soms krap zat,leveranciers niet kon betalen, moeite had om het loonvoor de arbeiders, knechts en meiden bij elkaar tekrabbelen. Hij stookte de zoon tegen hem op, maar

25 I

Page 256: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

die keek zijwaarts weg, schokschouderde en ging naarzijn paarden. Hij voer uit tegen de boer zelf, maardeze glimlachte onverstoorbaar, zei dat hij groot ge-lijk had en bood aan het af te drinken met een goedefles. En na enige maanden was de rentmeestor weg-gegaan, radeloos, en zwerend dat de Hagenhorst ver-loren was, snel zijn volkomen ruine tegemoet ging.De jonge Bart had al zijn moed bijeengeraapt en ge-vraagd of hij van nu af de plaats van de rentmeestermocht innemen. Zijn vader had hem met half ge-sloten ogen aangekeken, hem van onder tot bovenmet een critische blik gemonsterd, en gezegd :„Ge zijt er groot genog vor... Goa je gang, moar loatj'w eige nie op je kop zitte... Een wacht j'w eige vooralvor een dieng: rij me nie tusse de wiele, want da' ver-droag ik van gin meins..."Bartje was de koning te rijk en gooide zich vol moedin het werk. Maar hij had weinig gezag en de vreesvoor zijn vader verhinderde hem de noodzakelijkemaatregelen te nemen of af te dwingen. Hij kon wei-nig anders doen dan de steeds snellere achteruitgangvan de eens zo rijke en bloeiende boerderij admi-nistreren.Alles brokkelde af. Na een slechte oogst moesten eringrijpende maatregelen genomen worden. De ren-paarden en dravers werden verkocht. Chiel schreidehete tranen, toen hij ze zag weghalen, vloekte alleduivels uit de hel en was in veertien dagen geen uurnuchter. Bart trok zich er niets van aan, betaalde water te betalen viel en begon in 't geheim hypothekente nemen op de hoeve en de landerijen. Hij leefdevoort, alsof hij nog even veel geld had als vroeger,

252

Page 257: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

maakte zich geen zorgen, dronk, speelde, braste enzat achter het vrouwvolk aan als in zijn beste tijd.Het kwam er niets op aan. Er moest veel gebeuren omde ontzettende leegte te vullen, die ontstaan was, toenhet verleden in de donkere put viel, waar het spoor-loos in verdwenen was. In zijn rustigste dagen reed hijte paard door de streek, bleef in de kleine herbergendrinken, had er avontuurtjes met de vrouwen, doch-ters of meiden, gaf de jongen of de meid, die zijn paardvastgehouden had, het eerste geldstuk, dat hij in zijnwijde broekzak vond, als fooi, zonder er op te lettenwat het was, een gulden, een rijksdaalder of een goud-stuk. Ze zagen hem overal graag komen. Maar langduurde het nooit, of hij verdween weer naar de stad.Hij had een verhouding met de vrouw van een ob-scure heer, die ogenschijnlijk iets met bankwezen enbeurs uit te staan had. Een jonge vrouw, die haarzwarte haren in pijpekrullen droeg en ogen had alsdonkere violen, smalle, blanke schouders en rondearmen, die goudig glanzen konden bij avondlicht.Hij liet geen herinnering toe, want hij wilde niets ont-wijden, en zij had onedele handen, mager met langevingers, die nooit helemaal gestrekt lagen. Maar zijwas vol bekoring, speelde voortreffelijk de naieveteitvan een vrouwtje, dat nog nooit een minnaar had,en de adembenemende passie, die deze sterke, rijpeen vreemde man in haar opwekte. Hij begreep spoe-dig, wie en wat hij voor had, maar bekommerde zichdaar niet om, gaf haar geld en geschenken, hielp deman, die telkens moeilijkheden in zaken had of kanseen grote slag te slaan. Een tijdlang boeide en amu-seerde het spel hem. Toen hij er een eind aan wilde

253

Page 258: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

maken, omdat het hem begon te vervelen, kwam erspektakel. Er werd gedreigd met schandaal, de manhad de ontrouw van zijn vrouw ontdekt, hij kon zichvrijwaren voor openbaarheid door een bepaalde somte betalen. Hij begon te lachen en toen ze een dreigen-de houding aannamen, greep hij toe, sloeg ze opboerenwijs met de koppen tegen elkaar en ging heen.Hij werd wakker in het ziekenhuis met een zwarehoofdwond, die hij zei niet te kunnen verklaren. Hetleek op een klap met een boksbeugel. Ze hadden hemgevonden op de stoep van een huis in een straat, diehij zei niet te kennen. Er zat geen geld in zijn porte-feuille. Dat klopte, hij had zijn laatste bankbiljet ge-wisseld, er zat nog wat goud- en zilvergeld in zijnbroekzak... De dokter en de inspecteur van politiekeken elkaar aan en haalden de schouders op : eenboer, die bang was voor zijn familie en de schademaar liever nam. Perfect. Het ging hun verder nietaan. Een ongeval. Zoveel te beter...Snel en sneller bergafwaarts. Hoe moeilijker het geldte krijgen was, hoe vlotter en vrolijker hij het liet dan-sen. Niemand had er, buiten een notaris in de stad,vermoeden van, hoe vlug en compleet de Hagenhorstbezig was weg te smelten. Bartje werkte zich in 'tzweet, maar het geld werd steeds schaarser op dehoeve. Het personeel werd al meer ingekrompen, deveestapel slonk, alleen de voor het werk hoogst nodigepaarden bleven, allerlei vast werk werd in daggeldgedaan en verwaarloosd als oak daar geen middelenvoor aanwezig waren. Als huishoudster en eerste meidfungeerde Koos Kar, die nauwelijks achttien jaar was,klein van gestalte, maar sterk en gespierd als een jon-

254

Page 259: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

gen ; ze was roetzwart van haar en ogen, bruin vanhuid, had een ongewoon gebogen neus en donkerdons op de bovenlip. Ze was meid geweest in de her-berg „De laatste stuiver" van Jantje Baks, en hadboer Verhagen gesmeekt op zijn hoeve te mogenkomen dienen. Zij werkte als een paard, ging als eenwervelwind door huis en stallen, pakte knechtenwerkmee aan, tong als een lijster en scheen niet moe tekunnen worden. Naar de boer keek zij op alsof hij eenhoger wezen was, en zij bediende hem met neerge-slagen ogen en een dankbare trek op haar gezicht,als vond zij alles, wat zij voor de grote boer Verhagendoen mocht, een eer en een weldaad.Na een ruwe herfst kwam een strenge winter. Hetrondlopen met kleine kapitalen in zijn zak was uitvoor Bart Verhagen. Grote schulden wachtten tever-geefs op betaling. Pogingen om met spelen aan debeurs zich te herstellen, hadden, na aanvankelijk suc-ces, nog groter gaten geslagen. Het raakte hem niet.Hij kon er glimlachend aan denken. Geld was mod-der. Het bracht geen geluk, alleen maar zorg... voorde enen om het bij mekaar te schrapen, voor de anderom het weer kwijt te raken, omdat het toch alleenmaar kwaad stichtte. Zijn taak was bij na volbracht...Zijn zoon zou zonder boerderij en zonder geld als eenvrij man het leven in kunnen gaan, zich een goudvoszoeken, een wilde stal vol vrolijke veulens telen en alseen tevreden mens op zijn vijftigste jaar zeggen: als ikhet nog eens over moest doen, deed ik het net een-der... Jammer, dat het nou zó moest treffen, dat Bart-je een zoon van Margreet was, precies het type, datniet beter vroeg dan aan een hoeve geketend te zitten

255

Page 260: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

en meer geld bij elkaar te zwoegen voor de volgendeBart Verhagen...! Het leek wel of alles altijd falikantmoest uitkomen in het leven... Met hem was dat ookzo geweest... Of niet... ? Hoe kon je dat nou weten,als het verleden in een put gevallen was en verdwe-nen... ? Als je de gezichten, waar het in je leven opaangekomen was, niet eens meer voor je kon halen... ?Er moest veel goeds en moois geweest zijn... veelgoeds en moois... Maar het was met het slechte enlelijke in de put gevallen en verdwenen, en niemandkon het er meer uithalen... Dat was maar goed ook...wat had je d'r aan... ? Het maakte je maar beroerd enkwaad... een gestorven vrouw kon je niet omhelzen,en een notaris, die zich van kant gemaakt had, kon jegeen schot hagel meer door zijn stenen hart jagen...Weg maar met al die ouwe spinnewebben... tegen dedrank waren ze trouwens toch niet bestand... drankwas een mooie uitvinding... die kon alles vervangen,alles... verleden en vrouwen en vrienden... vervan-gen... en soms teruggeven... Ze zeiden, dat hij nietzoveel drinken moest, maar ze vergaten er bij te ver-tellen, wat hij dan wel moest doen...!Het was een vreemde, onwezenlijke winter, vondBart Verhagen. Veel sneeuw en blank licht. Op deboerderij was het stil, het meeste winterwerk gedaan,bijna geen mensen, de stille Bartje in de stallen, deopperknecht in de schuur doende, de kwikzilverigebruine meid op onhoorbare voeten achter het werkin huis aan. Een soeztrige dag. Vreemd dwalende ge-peinzen, vormeloos en zonder aangezicht, mijmerij,die komt en weer verzweeft en geen beelden oproeptof achterlaat. Een heimelijke, geamuseerde tevreden-

256

Page 261: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

heid zonder naspeurbare reden. De geruste stemmingvan een reiziger, die het eindstation nadert en zichplotseling niet meer verveelt, geen driftig ongeduldmeer voelt en zich nog even in een hoekje nestelt, bijzichzelf erkennend, dat het toch een mooie, boeiende,gezellige reis is geweest...Een rit door de sneeuw op een zwaar paard, dat geenrijpaard is, maar goedmoedig onder de man voort-stapt, snuivend in de koude lucht, dampwolken omde vochtige neusgaten, de brede hoeven ploffend inde rulle sneeuw der landwegen, of rustig klepperendin draf, waar de weg al hard gereden is. De kou, diebijt in - neus en oren en trek geeft in iets hartigs. Detintelende wereld rondom, wit en wijd onder de blekewinterhemel, de blanke zon, die vonken ketst uit desneeuw, millioenen schilfertjes wit vuur, als lagen deakkers bedolven onder minieme juwelen... Gezelligeherbergjes met een open vuur of een nieuwerwetsebuiskachel, waarvan de pot rood staat, en waarrondpratende mannen zitten, rokend, pruimend, de kouse-voeten op de warme trommel. Drinken, trakteren totde tongen loskomen voor dolle verhalen en gepeperdescherts, de ogen schitteren en voordragers sentimen-tele liederen gaan zingen en malle monologen zeggen,tot de balken trillen van het daverend gelach. Hetbier schuimt uit de kruiken, de jenever fonkelt in dekelkjes, de kruidig geurende bloedworst sist in de pan,de lange sneden brood zijn kruimig en ruiken nognaar de oven. Waarom het zo ver gaan zoeken ? Ditzijn goede mensen, vrolijk en onschuldig, blij met hetonverwachte feest, dat hij nog best betalen kan.Vrouwen sluipen .binnen, worden lachend begroet,

1 7 257

Page 262: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

er wordt gegekt en op zwellende heupen geslagen,sappige grollen vliegen rond, en de vrouwen blijvenhet antwoord niet schuldig. Het leven is overal een-der, het leven is goed... de vormen verschillen, maarde mensen willen allemaal hetzelfde, vrolijkheid, eengoed glas, geen druk van zorgen en een warme vrouwin bed... Heel de rest is kletskoek en aanstellerij... jekomt wel wat laat tot die ontdekking, maar het is tochzo... Kletskoek en aanstellerij... Er waren een paarpunten in het verleden, waarop het anders leek, maarhet verleden is in de put gevallen, weg... Jammer...!Och waarom... de jenever is zo goed, maakt lente vande winter, trekt een rozige nevel over alle zwarig-heden, maakt je gedachten jong en jolig, de vrouwenzwaar in de leden en aanhalig, de mannen levendigen pronkerig als haven in het voorjaar, en zelfs als zemekaar met hun tabaksdozen omver slaan, doen zedat vrolijk en zonder boosaardigheid... Goede men-sen. Laat ze maar drinken en eten, zingen en deschotse drie dansen bij de harmonika, mekaars vrou-wen een beetje knuffelen en ten slotte mekaars koppeneen beetje in bloed rammen... dat is allemaal leven,en het is goed... je moet niet te veel denken, dat deugtnergens voor... je moet maar drinken en lachen entrakteren en je arm om een rond middel slaan en eveneen vrouwenborst voelen spannen onder de toppenvan je vingers... Het paard staat in het warme stalle-tje en knabbelt zijn haver en heeft het ook goed...Alles is goed... je hart vergeet soms een paar slagen tekloppen, en dat is duizelend benauwd, maar danroffelt het weer haastig voort en er is niets gebeurd...Je hebt nog genoeg geld in je zak om hier in de winter-

258

Page 263: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

avond voor al die aardige mensen de zon te latenschij nen .Ze brengen je een eind op weg naar huis, lopen opzwabberende benen naast je paard in de sneeuw teslibberen en vloeken lachend, omdat die benen eenandere kant'op willen dan zij... En dan ben je alleenin de lichte nacht en de stemmen versterven in deverte achter je en andere stemmen beginnen te sijfelenaan je oor, oude stemmen, stemmen uit het verleden,dat toch in de put verzonken is... Het luisteren doetpijn, maar het helpt niet of je je hoofd schudt, er iseen vermoeidheid ergens in je, die maakt, dat je zacht.jes zwaait in het zadel... Dat doet een goed ruiterniet, en je bent een goed ruiter, en dat kun je bewijzenen dus neem je stevig je zit, drukt je knieen aan engeeft het slaperige paard een striem met de zweep, diesnerpt in de koude stilte. Het beest schiet met eensprong vooruit, onder je weg, even hang je in de luchten dan rol je door de sneeuw... dat is je in lang nietoverkomen... het komt door de kou en de vermoeie-nis... en die verdomde knol stuift klavieter-klavetternaar de stal, wolken sneeuw vliegen onder zijn hoevenop... Nou lopen... Het is niet ver, een minut of tien...Maar het duurt, en je benen zijn zo zwaar en pijnlijk,elke stap kost moeite... Zingen wil ook al niet, je tongis droog en gehoorzaamt niet, er lalt iets uit je monden beschaamd strompel je dan maar zwijgend ver-der... Eindelijk, het lijkt na uren, zie je de hoeve bijeen draai van de dijk... Het is heel koud geworden,doordringend koud, het is ofje bloed bevriezen wil enje hart vergeet weer even te slaan... zou je omval-len... ? Nee, je kunt al verder, en daar holt een klein,

17* 259

Page 264: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

donker figuurtje je tegemoet... het is die zwarte meid,dat kleine jonge ding met ogen vol pikzwart vuur, diezo graag bij je dienen wou... Heb je ooit wel eens watmet haar uitgehaald... ? Nee... niet dat je weet...haha...! Ze neemt je parmantig onder de arm ensteunt je en dat loopt veel gemakkelijker.„'t Peerd stoad' al op stal, boas... ik 'oorden 'et oan-komme... Ik was zo oongerust..."Dat is lief van haar... Een brave meid, die zich onge-rust maakt over de baas... Maakt iemand zich nogongerust over je, een vrouw, een meisje... ? Dat isvreemd. Dat maakt je week, de tranen springen in-eens uit je ogen, verstijven tot stramme ijsbaantjes opje verkleumde wangen... Ze is sterk, je was bijna neer-gestuikt, maar ze heeft je opgehouden met een snelle,vaste beweging... Je zou graag wat vriendelijks willenzeggen, maar je tanden klapperen en je lippen zijn zoslap, de woorden krijgen klank noch betekenis... Zodapper en ernstig stapt ze naast je zware, wankelendelijf... Ze beknort je goedmoedig om je onvoorzichtig-heid en je slecht gedrag, zoals een moeder haar onbe-houwen zoon zou doen... Dat is heel aandoenlijk, jezou je bijna slecht gaan voelen... Hoe heet ze ookweer... ? Koos... Koos en nog iets...„Koos," zegt hij, „Kooske..."Meer niet. Meer wit zijn mond niet uitbrengen. Hijhijgt zwaar. Tranen lopen verijzend langs zijn wan-gen, die ruw zijn en blauw van de kou.„Stil moar, boas," antwoordt zij. „Stil moar, me zijnd 'r al... 'Ier is de deur..."Het was zo wonderlijk. Hij voelde zich zo klein enonbeholpen. Zij bracht hem naar zijn kamer, hielp

26o

Page 265: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

hem jas en laarzen uittrekken, wreef zijn koude han-den en wangen, ademde er op en wreef weer. Ver-wonderd liet hij haar begaan, willoos, versuft en zon-der kracht hangend in zijn stoel. Zij ontkleedde hemen hielp hem in bed, als een kleine jongen. Hij adem-de moeilijk en rilde en klappertandde tussen de killelakens. Even stond ze aarzelend naar hem te kijken.Toen kleedde zij zich snel uit, hield alleen haar hemdaan en slipte bij hem onder het dek. Dicht drong haarwarme lijf tegen hem op, haar armen waren om hemheen, haar adem op zijn mond. Verbaasd en over-rompeld lag hij, voelde haar zachte warmte hemlangzaam doordringen, hij ademde rustiger, het klap-pertanden hield op. Er roesde een vreemde muziekdoor zijn troebele hersens. Hij keek naar de zwarteogen, die blonken vlak bij de zijne... Wonderlijkeogen, goede ogen, ogen die je bevalen stil te zijn en terusten en warm te worden, omdat je anders morgenziek zou zijn. Hij mocht niet ziek worden nu zij hemwarmde met haar eigen gloeiende meisjeslijf. Hij wasniet koud meer, maar moe, zo heerlijk, zwaar, be-dwelmend moe. Hij boog zijn gezicht naar het hareen kuste haar op de mond. Toen keerde hij zich halfom, rekte zich behaaglijk uit, lei zijn hoofd tegen dezachtheid van haar borst en sliep glimlachend in metde gewaarwording, dat vurige kussen over heel zijngezicht neerregenden.De volgende morgen was zij niet naast hem en hijvroeg zich of of hij gedroomd had...

Dagen lang bleef hij thuis, liep rond in de biljart-kamer, die zelden meer gebruikt werd, keek naar

261

Page 266: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

buiten, waar nieuwe sneeuw uit de dikke, grauwelucht neerviel. Hij dronk in zijn eentje, langzaam enniet te veel, want hij moest zijn gedachten bij elkaarhouden. Jets uit het verzonken verleden sloop op hemaan, en daar moest hij voorzichtig mee zijn. Dat wasvoorbij. Het was gevaarlijk iets van al dat oude ver-zonkene tot je toe te laten. Want het zou een over-stroming kunnen worden. Er was een onzichtbaarklein gaatje in de dijk, druppelsgewijs sijpelde hetwater er door, nauwelijks waarneembaar. Maar als dedijkwachter onachtzaam was, knaagde en sleep hetwater het gaatje wijder en weekte de harde grond.En op een stormnacht bij hoge vloed weerstond dedijk niet langer, de doorbraak was er, brullend enschuimend stortte het water de landen over, ver-woestend. Hij wou niet overrompeld worden.Het was goed zoals het nu was. Stil in hem. Rustignaar buiten. De dingen leiden naar zijn wil zolanghet ging. Meester om de stilte te vullen met v -rolijkgeraas. Geen innerlijk tumult meer, alleen de zinnenmochten nog meespelen. Al het andere moest be-graven blijven, het had zin noch aantrekkelijkheid.De meid Koos ging door het huis, deed stil haar werk,bediende hem, bracht hem koffie, haalde een fles wijnuit de kelder volgens zijn aanwijzing; het was niet zomoeilijk, er lag niet veel meer, en nieuwe voorraadzou er niet komen, want krediet had hij niet meer, delaatste zendingen waren onbetaald gebleven. Zij keekniet op. Zij was klein en sierlijk, harmonisch gebouwd,een miniatuurvrouw. Ze bewoog zich lenig en vlug,met onverwachte, maar altijd beheerste bewegingen,als een poes of een ander soepel dier, vol verborgen

262

Page 267: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

kracht. Haar gezicht was rond, zacht en- zeldzaammeisjesachtig, maar de sterk gebogen neus gaf er eenwonderlijk mannelijk accent aan en ook in de kin wasmeer kracht en wil dan een meisje paste. Onder debruine huid bloosde het warme bloed. Een vreemdkind met iets zigeunerachtigs. Jets wreeds ? Dat leekzeker zo door de wonderlijk mannelijke elementenin haar gezicht...Was ze werkelijk die nacht bij hem in bed gekomenom hem te warmen ? Had ze hem overstelpt metbrandende kussen, toen hij uitgeput in slaap zonk ?Kussen, die een herinnering in hem wakker gestotenhadden, waarvoor hij niet meer toegankelijk mochtzijn ? Of hadden zijn zinnen hem parten gespeeld ?Had zijn droom voortgezet, wat in zijn zinnen onbe-wust opgewekt was door haar barmhartigheid tegen-over de half bewusteloos naar huis struikelende mees-ter... ? Barmhartige vrouwen stonden daaraan bloot...de zinnen van een man zijn onverzadiglijke dieren,niet te beteugelen.Zo stil ging zij om met haar gesloten gezicht en derustige mond. Het vuur in haar zwarte ogen, dat hijsoms in een toevallige blik opving, had niets te be-tekenen. Zo keek ze nu eenmaal. Het gold hem zekerniet.Altijd als hij laat thuis kwam, vond hij haar nu wach-tend. Zij had de koffie warm, die hij dronk met eenscheut cognac. Zij trok zijn laarzen uit en schoof dewarme pantoffels aan zijn voeten. Haar kleine, stevigehanden waren zacht aan zijn enkel en wreef. Hij keekneer op haar gebogen hoofd, haar smalle, toch zoronde hals, waaruit de haren steak omhooggekamd

263

Page 268: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

waren naar de dikke wrong. Een mooi schepseltje. Erging iets heel warms van uit. Had ze werkelijk bij hemin bed gelegen met een enkel hemd aan, om zijn ver-kleumde leden te warmen ? Wonderlijk, die toewij-ding bij zo'n jong kind. Hoe kwam ze zo ? Opeen late avond, toen ze door zijn kousen heen voelde,hoe koud zijn voeten waren, begon zij die te wrij-ven, met vlugge, harde bewegingen. Plotselingvroeg hij :„Zij d' op dien oavend bij me-n-in 't bed gekrope,Koos ?"„ Joa, boas."„Woarom, meid ?"„Ge stierf bekaant van de kou, boas."„Warde nie bang?"„Woarvoar bang ?"„Nou... ik zijn wel een ouwe vent, moar..."„Ge zij nie' oud."Het klonk zo fel ineens, dat hij lachen moest.„Vuls t' oud voor jou toch."Zij hief het hoofd op en keek hem aan met haar zwarteogen, donkere vlammen van hartstocht. Haar luchtigbedonsde bovenlip trilde, haar kleine ronde borstenspanden onder het strakke blauwe jakje... ze warenzacht en warm geweest aan zijn vermoeide hoofd. Hijlei zijn handen op haar schouders en trok haar dichtertegen zich aan. Donker vloeide het bloed naar haarwangen. Zij opende half de mond als om te roepen,sloot hem dan tot een bevende glimlach. Een wonder-lijk meisje. Een vreemd schepseltje. Een bekoorlijkstuk speelgoed. Een laatste geschenk van de liefde.Waarom weigeren... ? Dit was iets goeds. Een onbe-

264

Page 269: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

grijpelijk verlangen doortrilde haar om zich aan hemto verliezen. Waarom weigeren... ?Al die laatste maanden was ze zijn minnares. Maar zewas zo voorzichtig en sluw, dat niemand op de bijnaverlaten boerderij er enig vermoeden van had.Op een stralende morgen in Mei vond Koos haarmeester dood in bed. Zij gilde niet. Stil stond zij.Haar hand beefde aan het zilveren kruisje op haarborst. Zo onbeweeglijk als hij lag, stond zij en keek.Een heimelijke glimlach beefde om de stille mond vande dode man, een tevreden glimlach, en heel dat was-bleke gezicht straalde van een verheerlijkte uitdruk-king, als had hij juist iets gevonden, waarnaar hij langtevergeefs gezocht had. Een vreemde, waarvan zijniets wist. Toch was hij haar eerste man geweest, zijz'n laatste vrouw. Hij was het mooiste, dat ooit opaarde bestaan had en bestaan zou, het enige. Zijschreide niet. Met brandende ogen nam zij het beeldin zich op van de gestorven man, de bleke, vreemdeman, ie haar zo eigen geweest was als een stuk vanhaar zelf, en toch zo ver, zo wonderlijk hoog envreemd... Even lei ze de rug van haar hand tegen zijnwang, trok die terug zo snel alsof zij zich gebrandhad... Zo koud was hij ook geweest, toen zij hem voorde eerste keer met de gloed van haar meisjeslijf ver-warmd had. Nu kon zij hem niet meer verwarmen, algaf zij hem al haar bloed... Het was hard. Maar zijgilde niet. Zij schreide niet. Alles was voorbij. Zij hadaltijd geweten, dat het op een dag voorbij zou zijn, endat haar tijd kort was. Onverwacht was het einde ge-komen. Dit einde was het beste. Een grote dankbaar-heid jegens de gestorven meester maakte haar hart

265

Page 270: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

boordevol, als had hij haar overladen met geschen-ken. Een groot man, die haar opgenomen had in zijngrootheid. Een edelmoedig heer, die zijn dienstmaagdtot zich had opgeheven. Een ongelukkig man, die teveel geleden had, en die haar eenvoudige liefde hadwillen aanvaarden als een troost, haar belonend methet goud van zijn goedheid in grote overvloed. Eenkoninklijk man, in wiens warmte zij, tegen alle ver-wachten in, toch had mogen toeven. Nu was het voor-bij... Voorbij... ? Nooit zou het voorbij zijn... Zij kustemet eerbiedige lippen de koude, witte hand, die op dedeken lag, haalde enige malen diep adem....Zij vond de jonge Bart bij de schuur en zei :,,Ge mot es noar je voader goan... 't is nie goed mee'em..."Terwijl hij bleek van schrik naar binnen rende, knoop-te zij een schoon bont schort voor en liep snel naar hetdorp om de dokter en de pastoor te waarschuwen...De begrafenis was een overweldigende plechtigheid.In de drie dagen, dat hij boven aarde gesta had,waren de tongen geen ogenblik stilgevallen. Zijn levenwerd tot een groot en ingewikkeld avontuur,waaraanieder op zijn beurt nieuwe, opwindende bizonder-heden wist toe te voegen. Verweven met de oudelegende van de vloek over de hoeve en de geschiedenisvan de hachelijke vriendschap met de notaris werdhet een spannend en bont verhaal van huivering-wekkende, demonische bekoring, waarvan men nietgenoeg kon krijgen. En de kapitalen, die Bart Ver-hagen en Bartje Molijn er in schone eensgezindheiddoorgelapt hadden, werden in de ijlende fantasie derontzette en spijtige vertellers van uur tot uur duize-

266

Page 271: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

lingwekkender. Maar niemand spiak met haat ofboosheid over de gestorven boer. Er was verbazing enschrik en vroom misprijzen om dit roekeloos en zondigmensenkind. Maar er was veel lof voor zijn edelmoe-digheid, heimelijke bewondering voor de overmoedvan dit leven, mededogen om de harde slagen, die hetlot hem te verduren gegeven had. Voor heel de streekwas de boer Bart Verhagen toch een groot man.Na de begrafenis kwam er nieuwe stof tot nog fantas-tischer verhalen. Want er bleek, dat de overledenemeer schulden dan bezit had nagelaten. Op deHagenhorst met al de grond, de inboedel, vee, paar-den en landbouwwerktuigen werd beslag gelegd, alleskwam onder de hamer om schuldeisers en hypotheek-gevers voor zover mogelijk schadeloos te stellen.De jonge boer zat er verwezen bij te kijken, totaal ont-redderd door de razende loop der gebeurtenissen ende overstelpende omvang van de ramp. Radeloosheidjoeg door zijn hart, ontzetting verstijfde hem. On-herstelbaar verloren, alles. Het oude, trotse bezitpubliekelijk verkocht aan begerige vreemden onderde grappen en grollen van de geroutineerde afslager.Met een bundel kleren en lijfgoed en een onbeduidendhandejevol guldens als enig bezit zat hij, toen de koop-dag ten einde was, achter de lege paardenstallen op debank en staarde voor zich uit als een verbijsterd enbang kind.Zo vond hem Koos Kar. Ze lei haar hand op zijnschouder.„Wa' goade nou doen, Bart ?"Moedeloos keek hij naar haar op. Bijna de ogen vanzijn vader.

267

Page 272: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn

Aarzelend zei hij:„Ik deink a'k moar zal teekenen as klonioal... Wa'mo'k aanders doen ?"Zij schudde het hoofd. Haar stem had een harde, ge-biedende klank, toen zij antwoordde:„Neee... gij teeken nie as klonioal... Gij goa mee mijnmee noar voaders, een dan zumme wel wijer zien...Allee... kom!"Gedwee stond hij op. Hij stak met hoofd en schoudersboven haar uit.Maar zij greep hem resoluut bij de arm en voerdehem weg als was hij haar buit...

EINDE

Dit manuscript wend beeindigd op de middag vande iode Mei 19" de eerste dag van de oorlog.

268

K 1854

Page 273: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn
Page 274: D JN D VRD BRDR - dbnl · digitale bibliotheek voor … · n jrn dht nnd r r n, dt zj n vrd , n t ht dp ht lnd vn d vjnd. Zj trf, tn hr n zn vjftn jr d . D vdr hrtrd nt, vdd zjn