Upload
paulienfocroul
View
353
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
PROFESSIONALISERING VAN KINDEROPVANG IN NIEUW-ZEELAND.
‘Vooral democratisch overleg tussen alle betrokken partijen maakte van Nieuw-Zeeland dé koploper op het vlak van
kinderopvang.’
Jan Peeters
Professionaliteit in de kinderopvang
Op 11 april: organiseerde Kind en Gezin Academie een Europees congres over Professionaliteit in de kinderopvang. Aanleiding: deprofessionalisering van de Vlaamse kinderopvangsector
OESO stelt in een recent rapport (2006) dat opleiding en arbeidsvoorwaarden belangrijke indicatoren voor kwaliteit zijn => vooral noodzakelijk om kinderen uit lage sociaal-economische milieus kansen te geven!
Nieuw-Zeeland heeft deze boodschap goed begrepen => regering beslist dat alle medewerkers tegen 2012 op bachelorniveau gekwalificeerd moeten zijn
Professor Carmen Dalli (van de University of Wellington) werd uitgenodigd op deze conferentie.
De Gentse onderzoeker Jan Peeters bracht een studiebezoek aan Nieuw-Zeeland over professionaliteit in de kinderopvang. We vroegen hem om zijn kijk op de zaak en de ideeën van Dalli toe te lichten.
Naar een diversiteit van voorzieningen
In Nieuw-Zeeland: Eind 19e eeuw: ontstaan voorzieningen voor jonge
kinderen -> staat had weinig interesse Na WOII: staat krijgt interesse Er is een uitbreiding
In 1944 gaat slechts 3,4% van de kinderen naar Kindergartens (= toen enige voorziening met G steun)
<-> In 1999 ging 59% naar één van de voorzieningen + ging samen met diversificatie van Early Childhood voorzieningen
In Kindergartens zorgen gekwalificeerde kleuterleidsters voor 3 tot 4 jarigen (is maar een halve dag open)
Naar een diversiteit van voorzieningen (Vervolg)
Na jaren ‘70 en ‘80 (vrouwen gingen uit werken) Kindergartens waren niet genoeg Diversificatie van opvangvoorzieningen 4 gevolgen:
1. ° kinderdagverblijven (’s morgens tot ’s avonds opvang, maar personeel laaggekwalificeerd en onderbetaald)
2. ° oudercrèches (ouders betrokken bij het leren van hun kinderen)
3. ° (in jaren 80) voorzieningen om de taal en cultuur van enkele bevolkingsgroepen nieuw leven in blazen
4. ° specifieke diensten voor kinderen: (1) diensten voor onthaalouders (2) centra voor occasionele opvang en (3) voorzieningen die vanuit een specifieke pedagogiek vertrekken
De integratie binnen onderwijs Volgens prof. Dalli: interesse van het beleid t.o.v. kinderopvang beïnvloed
door lobbywerk van de sector en academici => ECE kwam op de politieke agenda
Zowel Labourregeringen als National Party regeringen reageerden op dezelfde wijze op dit lobbywerk => academici (en sector) kregen opdracht om adviezen te formuleren
In 1986: alle voorzieningen kwamen onder bevoegdheid van het nieuw gevormde Department of Education = integratie van voorzieningen in Onderwijs => Nieuw-Zeeland één van de eerste landen die het ‘splitsystem model’ afschaft
Splitsystem model = kinderopvang valt onder de bevoegdheid van Welzijn en kleuterscholen onder de bevoegdheid van Onderwijs
Aantal gevolgen:(1) subsidiesysteem werd gerationaliseerd (2) kwaliteitscriteria van de medewerkers worden gelijkgeschakeld
In 1988: 3 jarige opleiding in de ‘colleges of education’ = iedereen die werkt met kinderen van 0 tot 6 moest deze opleiding volgen
Met ups en downs In 1988 (onder Labourregering) het rapport ‘Education to be More’
uitgebracht = het ‘Meade Report”
= filosofisch statement over gelijke kansen= geloof in de voordelen van ECE voor samenleving= holistische karakter van voorschoolse voorzieningen werd benadrukt
Labourregering reageerde met ‘Before Five’ = beleidsdocument waar de meeste eisen werden overgenomen => (Volgens Dalli) een positief impact op personeelsbeleid van voorzieningen
Eind 1990: conservatieven (National Party) aan de macht => algemene bezuinigingen
3 gevolgen:(1) G investeert niet meer => commerciële kinderdagverblijven bereiden zich uit(2) G schroeft opleidingsvereisten terug => verwarring en ongenoegen(3) Twee positieve ontwikkelingen: curriculum ‘Te Whaariki’ en ‘Code of Ethics’
Diversiteit als uitgangspunt‘Te Whaariki’
In 1991 team van onderzoekers werken gezamenlijk curriculum uit voor alle voorzieningen (voor kinderen van 0 - 5)
=> ‘Te Whaariki’ Invloed van de Maori cultuur was sterk => combineren van
Westerse concepten en de Maori visie (centraal staat ‘mana’ van het kind)
Westerse concepten = motorische, intellectuele, emotionele en sociale ontwikkeling van het kind
‘Mana’ = zelfrespect, prestige, kracht, sterkt en waardering = eigen lot bepalen
Vertrekt vanuit kindbeeld waarbij kinderen als actoren van hun eigen leerproces worden gezien (in samenspraak met familie en binnen lokale gemeenschap)
= een politiek statement over racisme en kinderen (hun eigenheid, etniciteit en rechten staan centraal)
Diversiteit als uitgangspunt
‘Te Whaariki’ (Vervolg) Metafoor (= een mat, iedere voorziening ‘weeft’ vanuit zijn eigenheid een curriculum)
De principes en doelstellingen vormen een kader, geen concrete richtlijnen => voorzieningen geven zelf vorm aan curriculum => verondersteld een sterk doorgedreven ‘reflective practitioners’ houding
Sector staat positief t.o.v. ‘Te Whaariki’, maar niet genoeg zelfvertrouwen - grootste problemen: (1) ontbreken nodige fondsen voor extra opleiding medewerkers(2) holistische en bi-culturele uitgangspunt van ‘Te Whaariki’
Deze vaststellingen werden bevestigd in onderzoek naar vaardigheden van ‘teachers’ om met het ‘Te Whaariki’ curriculum om te gaan.
=> de introductie van ‘Te Whaariki’ plaatste het thema van professionaliteit van medewerkers terug op de agenda
De ‘Code of Ethics’ In 1993: Carmen Dalli en Linda Mitchell startten een nationale
werkgroep op => project ‘The Early Childhood Code of Ethics for Aotearoa/New Zealand’ (geïnspireerd op vb in de VS,…)
Een ethische code = een indicatie van professionaliteit en een manier om de status van een beroep te promoten
=> bewuste professional weet a.d.h.v. de ‘Code of Ethics’ wat de juiste manier van handelen is.
= een publiek statement over waarden die ten grondslag liggen van de pedagogische praktijk
In 1994: vragenlijst voor voorzieningen => doel: (1) ingevuld worden door gekwalificeerde ‘teachers’ en (2) info verzamelen over de frequentie en aard van ethische dilemma’s
=> er werd een grote diversiteit aan dilemma’s naar voor gebracht => werken met jonge kinderen is complex
Regering maakt werk van professionalisering
In 2002: beleidsdocument ‘Pathways to the future: a ten year strategic plan for early childhood education 2002-2012’
3 beleidsdoelen stonden voorop:(1) toegankelijkheid tot ECE vergroten(2) kwaliteit van diensten verbeteren(3) samenwerkingsverbanden promoten
Minister van Onderwijs richt een werkgroep om een ’10 Year Strategic plan’ uit te werken - de doelstellingen:(1) alle voorzieningen voor kinderen tussen 0 en 5 jaar in staat stellen om Te Whaariki curriculum te gebruiken(2) professionaliteit (kwalificaties) van medewerkers verhogen(3) ‘teachers’ worden gelijkgeschakeld met leraars uit basis-en secundair onderwijs
‘teachers’= begeleiders van kinderen van 0 tot 5 jaar (zowel kinderopvang als kleuterschool)
Regering maakt werk van professionalisering
(Vervolg) Maatregels om kwalificaties van ‘teachers’ te verhogen (vanaf 2002): alle nieuwe leidinggevenden moeten een diploma ‘Teaching’ hebben (bachelorniveau, 3j) Overheidssteun in de vorm van(1) subsidies(2) speciale opleidingsprogramma’s in vijf ‘training colleges’(3) vrijstelling: rekening houden met eerder verworven competenties (4) extra beurzen voor Maori en Pasifika studenten
In 2004: nieuwe maatregelen om niet-gekwalificeerd personeel een bachelor opleiding te laten volgen
Tegen 2012: 70% van de medewerkers moet over ‘Teacher’ diploma beschikken en de overige 30% moet ingeschreven zijn in een ‘teacher college’
Benijdenswaardig voorbeeld
Unieke voorbeeld van Nieuw-Zeeland: vanuit diversiteitperspectief tot een bredere invulling van professionaliteit voor de beroepen voor jonge kinderen te komen
=> diversiteit (van ‘Te Whaariki’) combineren met reflective practitioner (op autonome manier invulling geven) => unieke resultaten door goede democratische samenwerking
Maatregelen om private/commerciële en ‘community-based’ ECE gelijk behandelen op vlak van subsidies, opleidingsvereisten
<-> Vlaanderen: commerciële sector breidt uit en geen kwalificatievereisten => spiraal van deprofessionalisering
Nieuw Zeeland: eind jaren 80: lage professionaliteit => kan inspiratie zijn voor Vlaanderen!
Benijdenswaardig voorbeeld (Vervolg)
Carmen Dalli: evoluties in Nieuw-Zeelandse Early Childhood sector wordt gekenmerkt door aantal factoren: improvisatietalent, daadkracht en pragmatische attitude gecombineerd met uitstekende relatie tussen academici, beleidsmakers,…
Communicative spaces: plekken waar democratisch overleg is tussen beleidsmakers, academici en vertegenwoordigers van de sector
In Nieuw-Zeeland communicative spaces sinds jaren 40 => koploper op het vlak van Early Chilhood Education
Nog veel te leren
Bronnen