Upload
hoangkhue
View
213
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
koninklijke musea voor schone kunsten van belgie
b e e l d e n t e k s t e ng e d i c h t e nl e v e n
2 01 01 0
1
de ontdekking van boeiende en verbaZingWekkende
kunstWerken, de ontmoeting met een intrigerende
en ongrijPbare Persoonlijkheid, een betovering
door het eigen beeldvocabularium en de uiterst
sobere technieken... dit alles maakt deel uit van
de belevenis die Wij jullie Willen aanreiken.
maar eerst en vooral is er jullie nieuWsgierigheid,
jullie WeerZin en aantrekking, jullie blik die Zich
laat vangen en meevoeren door de emotionele
deining die de comPosities van de kunstenaar lÉon
sPilliaert oProePen.
hij heeFt Zijn Weg niet gekoZen. Zijn Werken
Zijn het antWoord oP de Wil het alledaagse te
ontvluchten, Zijn dromen te vertolken en Zijn
mislukkingen te overWinnen. indien hij er door Zijn
eigenZinnige creaties in slaagt jullie gedachten
even te beroeren, dan Zal hij de uitdaging van Zijn
kunstenaarschaP Waar gemaakt hebben.
ANNE ADRIAENS-PANNIER, COMMISSARIS VAN DE TENTOONSTELLING
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België
Regentschapsstraat 3
1000 Brussel
www.expo-spilliaert.be
22.09.2006 - 04.02.2007
© 2006
Niets uit deze uigave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaandelijke toestemming van de uitgever en de samenstellers.
Illustraties: SABAM, Bruxelles, 2006. Gedicht Maeterlinck: Van Goitsen Hoven - Maeterlinck L.M.
Wetenschappelijke leiding: Anne Adriaens-Pannier
Samenstelling: Raffaela Palanga
Vormgeving: Piet Bodyn
Publicatie van de Educatieve Dienst en Service éducatif et culturel van de KMSKB, onder leiding van Jan Florizoone en
Brigitte de Patoul. Gedichten: Marianne Knop (M.K.). Teksten: Rosemarie Albrecht-Michel (R.A.M.), Géraldine Barbery (G.B.),
Emmanuelle Chantraine (E.C.), Serge Núñez Tolin (S.N.T.), Isabelle Rombeau (I.R.), Jean-Philippe Theyskens (J.P.T.), Veronique
Vandamme (V.V.). Vertaling teksten naar het Nederlands door Irène Smets.
Deze publicatie is er gekomen dankzij de steun van Bridgestone.
Druk: Sint Joris, Merendree. Cover en back zijn gedrukt op Furioso, het binnenwerk op CyclusOffset (100% gerecycleerd papier).
Verantwoordelijk uitgever: Michel Draguet, Museumstraat 9, 1 000 Brussel.
contemPlatie1900
In een vlak Vlaams landschap staat een rij indrukwekkende, kale en knoestige boomstam-
men aan de verlaten, dorre bermen van een kanaal, met daarboven een immense lucht. De
stronken, die versteende menselijke vormen of reusachtige beenderen lijken, roepen louter
droefheid, weemoed en doodsgedachten op.
Léon Spilliaert was amper negentien jaar oud toen hij deze tekening maakte. Hij bewoog zich
in literaire kringen en verdiepte zich in de filosofie van Friedrich Nietzsche en het zielenleed
van de mysterieuze helden van Maurice Maeterlinck.
Als tekenaar en illustrator werkte hij met penseel in Oost-Indische inkt en lavis (met water
verdunde verf of inkt), in nuances van grijs met soms een beetje blauwe aquarelverf. Zo ver-
beeldde hij een ongrijpbare werkelijkheid, het onzichtbare achter de zichtbare wereld.
Enkele grote thema’s van Spilliaert zijn hier al herkenbaar: de breuk met de klassieke ruimte,
de geometrische synthese, de gemetamorfoseerde boom. (R.A.M.)
het meisje laat de wind verschijnen
want links wordt ze groter
haren en jurk zoeken de horizon
maar wat de wind bovenal meedraagt
zien we niet
weg van het meisje waait haar stem
die zich mengt met het universum
en daardoor alles vertelt
wat er over zo’n mensje te vertellen valt
(M.K.)
de Windstoot1904
'' v i s i o e n ''
Ik zie dromen in mijn ogenEn mijn ziel onder glas beslotenDie haar rusteloze serre verlichtEn met blauw haar ruiten kleurt
Maurice Maeterlinck, Serres chaudes, 1889
(Vrije vertaling KMSKB)
serres chaudes i 1917
De titel van deze tekening verwijst naar een dicht-
bundel van Maurice Maeterlinck en getuigt van
de nauwe banden tussen Léon Spilliaert en de
literaire wereld. Vanaf zijn eerste werken liet de
kunstenaar zich inspireren door de melancholi-
sche visie van François-René de Chateaubriand,
de hallucinante wereld van Lautréamont en de
afgrondelijke diepte van Nietzsche, zonder naar
een expliciete illustratie van hun teksten te stre-
ven. Hij verluchtte daarentegen wel dichtbundels
en toneelstukken van de Belgische Franstalige
schrijvers Maeterlinck en Verhaeren, in opdracht
van uitgever Edmond Deman, voor wie hij van 1903
tot 1904 werkte.
De kunstenaar verzaakte al snel aan dit soort
werk: “Ik ben een slecht vertolker van andermans
dromen, want ik heb er zelf te veel”. Toch knoopte
hij in 1917 nogmaals aan bij de symbolistische we-
reld van Maeterlinck, maar nu met een zelfstandig
werk.
Hij evoceerde de poëzie van Serres chaudes door
een motief te kiezen dat doet denken aan het kruid
‘paardenstaart’. In de besloten ruimte van een ser-
re woekeren de planten met hun tentakelachtige
bewegingen in soepele meanders van zwarte inkt.
De ronde uitsparing van de maan laat het licht-
bruine papier zichtbaar. Door het irreële schijnsel
van het maanlicht verandert het banale onkruid in
een onrustwekkende exotische vegetatie.
De strakke kadrering, de perspectivische vervor-
ming van de glaspanelen, de spookachtige plan-
tensilhouetten die op grote zwarte spinnen lijken,
hebben meer met Spilliaerts eigen fantasmago-
rische wereld te maken dan met de suggestieve
sfeer van Maeterlincks werk. (G.B.)
een zwart landschap is zwaar
ondanks de leegte en enkele openingen
er is veel bodem en weinig lucht
in het eerste loop je verloren
het tweede kan je niet redden
het theater van de angst
een leven dat je liever niet leefde
of enkel voor even
de tijd van de opvoering
maeterlinck theatre1902 - 1903
'' m a e t e r l i n c k ''
(M.K.)
hoe vang je de maan
misschien door zelf maan te zijn
iets dat opdoemt in de duisternis
en het licht verzamelt
maar een teil is geen maan
want ze kleurt haar rechterzijde zwart
schaduw zet je met de voeten op de grond
de blauWe teil 1907
onder een stolp opgenomen. Dit object keert in
verscheidene werken terug, onder meer in een
zelfportret.
Het mysterie van inhoud en vorm, de werkelijk-
heid en haar weerspiegeling, de onbeweeglijk-
heid, de stilte en het besef van tijd waren ge-
liefkoosde thema’s van Spilliaert, waarmee hij
aansloot bij een eeuwenoud genre in de schil-
derkunst: het stilleven. De zachte, nevelige tex-
tuur van het pastelkrijt doet denken aan de licht-
heid en transparantie van het zijdepapier waarin
de kostbare parfumflesjes en cosmeticadoosjes
werden verpakt. (V.V.)
doZen voor een sPiegel1904
Vader Spilliaert, een welgestelde Oostendse
middenstander, bezat een parfumerie en een
kapsalon. Tijdens de rustige winterperiode ont-
wierp hij dozen en flacons voor de schoonheids-
producten en parfums die hij soms ook zelf cre-
eerde. Befaamd was onder andere het door hem
samengestelde parfum ‘Brise d’Ostende’ dat in
zijn winkel werd verkocht.
Tussen 1904 en 1909 koos Léon Spilliaert dikwijls
die luxueuze, glanzende objecten als model voor
zijn werk. Hij zette de helder gekleurde dozen en
donkere flessen op de schoorsteenmantel, voor
een spiegel of tussen twee spiegels om de ruim-
te te vermenigvuldigen en een gezichtsbedrog
te doen ontstaan. Werkelijkheid en weerkaat-
sing spelen op elkaar in en vermengen zich.
In deze compositie uit 1904, één van de aller-
mooiste, heeft de tekenaar ook een uurwerk
'' r e F l e c t i e ''
(M.K.)
ZelFPortret voor de sPiegel1908
Tussen zijn zes- en zevenentwintigste maakte Spilliaert een reeks zelfportretten met het interieur
van het ouderlijk huis als decor. De portretten ontstonden ’s nachts, onder het licht van een lamp of
van de maan, wat een contrastrijk en vervormend spel van schaduwen en lichtvlekken teweegbracht.
De kunstenaar gebruikte de spiegel, die hij vanzelfsprekend nodig had om zichzelf te observeren en
af te beelden, ook om de ruimte te structureren en een oneindige diepte te creëren.
Van alle zelfportretten is het raadselachtige Zelfportret voor de spiegel het meest fascinerende. Spil-
liaert doemt onherkenbaar op, met zijn rug naar de spiegel gekeerd. Is dit nog wel een zelfportret?
Zijn mond is een gapend gat, een zwarte inktvlek waarin een angstkreet gesmoord is. Zijn mis-
vormde oog kondigt een naderend moment van ontbinding en metamorfose aan, het uurwerk onder
de stolp telt de seconden af. De vertrouwde voorwerpen in de kamer veranderen tijdens die nacht in
vreemde spookverschijningen.
Dit werk zou een illustratie bij één of ander bovennatuurlijk verhaal kunnen zijn. Weliswaar zijn the-
ma’s zoals het spiegelbeeld, de nacht, de eenzaamheid, de ‘ziel der dingen’ typisch voor het sym-
bolisme, maar de vervormingen, de kikvorsperspectief, de terugwijkende lijnen in de achtergrond
die zich als een ravijn lijkt te openen en de hele sfeer van het werk wijzen al in de richting van het
expressionisme. (G.B.)
'' v e r s c h i j n e n ''
(M.K.)
ik zet mezelf tussen de dingen
en probeer even roerloos te zijn
met ogen als kleine deksels
afgekeken van de potjes voor mij
met een kraag die me omsluit
en haren die me ontvluchten
zoals de tijd opgesloten in een getal
maar steeds voortvluchtig
hier zelfs verdwenen uit mijn blik
ZelFPortret 2 november1908
het meisje lacht
want ze staat tussen de lijnen
ze ontsnapt aan de loop der dingen
wijdbeens en wit
brengt ze het beeld tot rust
en verslaat de verte met haar jurk
zoals de roze strik de vluchtende kromme
ver en dichtbij heel even samen
de absintdrinkster 1907
Een vrouw met lange donkere haren die met
het zwart van haar jurk versmelten, kijkt de toe-
schouwer doordringend aan. Zij lijkt wel een
zombie, met haar opengesperde ogen, holle
wangen en bleke teint. Niets in de voorstelling
verwijst naar haar identiteit, tenzij haar kleding.
Tippelaarster, bedroefde prostituee, nachtvlin-
der, deze blauwe engel van Oostende verdrinkt
als het ware in haar overdadige opsmuk: haar
hoed, boa en halssnoeren.
De stijve houding van de vrouw met haar magere
vuist in een rechte hoek, verraadt haar wankele
toestand. Met een laatste restje kracht probeert
zij overeind te blijven in het leven. Zij verschijnt
door haar broosheid, haar kleding en verwil-
derde uitdrukking als het symbool bij uitstek
van een door drank, ether snuiven en seksueel
misbruik ondermijnde mens.
Aan het einde van de 19de eeuw behandelden
verscheidene dichters en beeldende kunste-
naars, onder wie Félicien Rops, het thema van
de absintdrinkster. In Spilliaerts werk wordt
deze schadelijke likeur, die toen erg in trek was,
niet expliciet afgebeeld. De nadrukkelijke ver-
ticaliteit, de smalle en hoekige vormen en de
meisje in het Wit 1912
gelaatsexpressie roepen het werk van Edvard
Munch en Gustav Klimt voor de geest. (I.R.)
(M.K.)
'' l e v e n s l o o P ''
bio
gr
aF
ie l
Éo
n s
Pil
lia
er
t
1881
› 19
04
lÉ
on s
Pill
iaer
t W
ordt
oP
28 j
uli 1
881 g
ebor
en in
oos
tend
e, W
aar
Zijn
va
der
een
beke
nde
ParF
umW
inke
l he
eFt.
na
Zijn
stu
diet
ijd
en e
en k
orte
Per
iode
van
oP
leid
ing
aan
de a
cade
mie
van
bru
gge
vind
t hi
j al
s tW
eeËn
tWin
tigj
arig
e Zi
jn e
erst
e ba
an: e
en b
etre
kkin
g bi
j de
bru
ssel
se u
itge
ver
edm
ond
dem
an. h
ij d
room
t ec
hter
va
n an
dere
hor
iZon
ten…
hij
ver
laat
bru
ssel
en
trek
t na
ar P
arij
s W
aar
hij
met
het
ku
nste
naar
smil
ieu
kenn
is m
aakt
. hij
lee
st v
eel
en d
eZe
lect
uur,
van
nie
tZsc
he t
ot
mae
terl
inck
en
verh
aere
n, b
eÏnv
loed
t Zi
jn W
erke
n ui
t di
e ti
jd, W
aari
n gr
ijst
onen
in
oost
-ind
isch
e in
kt d
omin
eren
.
1904
› 19
09
sPil
liae
rt Z
egt
over
deZ
e Pe
riod
e: “i
k be
n ru
stel
oos
en k
oort
sach
tig
en v
oel
een
enor
m g
eWic
ht o
P m
ijn
scho
uder
s. t
-ot
nog
toe
is m
ijn
leve
n ee
nZaa
m
en d
roev
ig v
oorb
ijge
gaan
met
een
im
men
se k
ilte
om m
ij h
een”
. tij
dens
Zij
n ve
le
nach
teli
jke
Wan
deli
ngen
in
oost
ende
laa
t hi
j Zi
ch i
nsPi
rere
n do
or d
e al
tijd
aa
nWeZ
ige
Zee.
hij
evo
ceer
t Pl
ekke
n en
voo
rWer
Pen
die
door
dron
gen
Zijn
van
de
sFee
r va
n he
t ou
derl
ijk
huis
. in
1909
, na
tWee
jar
en v
an in
tens
e cr
eati
vite
it, W
aari
n on
der
ande
re Z
ijn
krac
htig
ste
ZelF
Port
rett
en t
ot s
tand
kW
amen
, ste
lt s
Pill
iaer
t vo
or h
et e
erst
ten
toon
oP
het
lent
esal
on v
an b
russ
el.
1909
› 19
15
e
r ve
rsch
ijne
n ni
euW
e on
derW
erPe
n di
e be
antW
oord
en a
an
nieu
We
erva
ring
en e
n on
tmoe
ting
en Z
oals
het
lev
en v
an d
e vi
sser
s, v
an d
e
viss
ersv
rouW
en e
n hu
n ki
nder
en, d
e Pr
oeFv
luch
t va
n ee
n lu
chts
chiP
in o
uder
gem
, sc
hool
mei
sjes
, baa
dste
rs e
n bi
jbel
se t
hem
a’s.
1915
› 19
22
de
Ze b
elan
grij
ke j
aren
in h
et P
rive
leve
n va
n sP
illi
aert
bre
ngen
ook
ee
n om
mek
eer
in Z
ijn
Wer
k. in
191
6 tr
ouW
t hi
j m
et r
ache
l ve
rgis
on e
n in
191
7 W
ordt
Zi
jn d
ocht
er e
n en
ige
kind
mad
elei
ne g
ebor
en. h
et g
eZin
ves
tigt
Zic
h in
bru
ssel
. va
n da
n aF
ver
ande
rt s
Pill
iaer
ts s
tijl
. Zi
jn P
alet
Wor
dt k
leur
iger
en
hij
Waa
gt
Zich
aan
de
olie
verF
schi
lder
kuns
t. h
ij o
ntde
kt a
nder
e th
ema’
s W
aari
n hi
j ui
ting
ka
n ge
ven
aan
Zijn
ver
beel
ding
: nu
hij
ver
van
oost
ende
Woo
nt, v
erW
ijde
rt h
ij Z
ich
ook
van
het
beel
dreP
erto
ire
van
Zeeg
eZic
hten
.
1922
› 19
37
in 1
922
keer
t sP
illi
aert
met
vro
uW e
n ki
nd t
erug
naa
r oo
sten
de.
de h
erst
elde
rel
atie
met
de
Zee
krij
gt v
orm
in
een
reek
s bi
jna
abst
ract
e m
arin
es i
n co
ntra
ster
ende
kle
uren
en
ook
in g
eZic
hten
oP
de h
aven
dokk
en e
n sc
heeP
sWer
ven.
1937
› 19
46
sPil
liae
rt W
oont
sin
ds 1
935
Wee
r in
bru
ssel
en
ontd
ekt
de P
arke
n en
bos
sen
in d
e om
gevi
ng v
an d
e ho
oFds
tad.
hij
maa
kt e
en r
eeks
tek
enin
gen
rond
om
het
them
a va
n de
boo
m: r
agFi
jne
beel
den,
Zor
gvul
dig
uitg
eWer
kt m
et P
en e
n oo
st-
indi
sche
inkt
oP
een
tran
sPar
ante
ach
terg
rond
van
aQu
arel
verF
. het
Zij
n de
laa
t-st
e W
erke
n va
n de
oos
tend
se k
unst
enaa
r di
e in
1946
, oP
vijF
enZe
stig
jari
ge l
eeFt
ijd,
ov
erli
jdt.
(G
.B.)
duiZeling1908
De kunst van Spilliaert “deelt voornamelijk de bedwelming van de oneindigheid mee”.
Fr. Jollivet-Castelot, 1912
Léon Spilliaert schildert de diepte van een duizelingwekkend, bodemloos
ravijn. Het monumentale trapvormige bouwwerk heeft iets irreëels, het beeld
is haast abstract. Door de nauw aansluitende kadrering en het vreemde
perspectivische effect drukt het zowel de onweerstaanbare aantrekking van de
diepte uit als een opwaarts stuwende kracht.
Bovenaan staat een vrouw tussen de afgrond en de top. Zij heeft haar opgaande
beweging even onderbroken en kijkt achterom in de leegte, alsof zij luistert. De
treden van de steile trap zijn fel belicht maar de opstaande boorden zijn donker
en brengen een sterk contrast in het beeld. Met haar wapperende halsdoek
lijkt de in het zwart geklede figuur een evocatie van de wind, die bij valavond
over een onwerkelijk landschap waait. De lange schaduwen van haar eenzaam
silhouet versterken de monumentaliteit van dit grandioze visioen. (S.N.T.)
de traP1909
ik sta beneden en zie twee keer het einde
het witte verleidt me tot een horizontale wandeling
een verte die doet glimlachen
want het lijkt iets te beloven
het zwarte einde lonkt me naar omhoog
elke trede brengt me dichter bij waar ik niet wil zijn
een afgrond in de linkerbovenhoek
wit of zwart
nooit was een dilemma zo tastbaar (M.K.)
'' e i n d e ''
vier muren waarbinnen je de slaap zoekt
je ogen sluiten zich
je bent enkel nog ademend lichaam
een eiland van oplichtende warmte
dat de nacht rondom zich verzamelt
of is het de kamer die ademt
en je toedekt met de zwaarte van een deken
de nacht 1908
Omstreeks 1908 schilderde Léon Spilliaert verscheidene nachtgezichten van het strand en de dijk
van Oostende. Hij verkende de plastische mogelijkheden van dit thema met steeds wisselende
invalshoeken en belichtingen. Niet de Koningin der Badsteden voerde hij ten tonele, maar een
donker en verlaten Oostende. Omdat hij leed aan een maagzweer die hem het slapen belette,
maakte hij ’s nachts lange wandelingen waardoor hij zich wat beter voelde. Zo ontdekte hij een
ongewoon beeld van zijn geboortestad. Spilliaert raakte gefascineerd door het vreemde en
mysterieuze voorkomen van de dingen in de nacht. Hij vond in de duisternis, hoe beangstigend zij
ook was, een toevluchtsoord.
Dit beeld met zijn romantische sfeer herinnert aan de Hymnen an die Nacht van de Duitse dichter
Novalis. Midden in het landschap staat een figuur bij de colonnade van de Koninklijke Galerijen. Is
hij een eenzame wandelaar die van de nacht geniet, of een lichtelijk aangeschoten voorbijganger die
houvast zoekt? Zijn wat speelse- voorkomen verzacht het onrustwekkende van deze plek.
Het subtiele gebruik van blauw pastel accentueert het tegenlicht rondom het silhouet. De lantaarns,
die hun lichtschijnsels als witte strepen op de natte bestrating werpen, vormen een echo van de
zuilen. De erg donkere kleuren vergroten de zeggingskracht van deze tekening. (I.R.)
'' n a c h t ''
de slaaPkamer1908
(M.K.)
baadster1910
staan tussen twee werelden
een vaste en een vloeibare
bestaan tussen gisteren en morgen
en ‘nu’ is steeds die smalle strook
waar je netjes je voeten op plaatst
je hielen vinden nog even houvast in wat geweest is
je tenen zoeken de weg naar wat voor je ligt
magisch om even grens te zijn
De obsessionele, bijna onheilspellende fascinatie
die van de zee uitgaat, was omstreeks 1910 een van
de geliefkoosde thema’s van de kunstenaar. Hier
stelde hij een baadster voor, op de rug gezien, ter-
wijl zij naar de sierlijke kronkelingen van de golven
zit te kijken. De mysterieuze picturale ruimte heeft
niets natuurlijks meer: het beeld van de werkelijk-
heid is omgezet in een compositie met vreemd con-
trasterende lijnen, vormen en kleuren. De massieve
stenen trap vormt de laatste zekerheid tegenover
de obsederende arabesken van het altijd rusteloze
water, een weerspiegeling van de kronkelige paden
van de ziel.
De golvende vormen van het vrouwenlichaam
harmoniëren met het vloeibare natuurelement en
lijken ermee te willen versmelten. Terwijl het waak-
zame hondje een luchtig accent aan de compositie
toevoegt, verhoogt het verfijnde kleurgebruik de
bevreemdende sfeer van het werk.
Om subtiele nuanceringen in het zwart te verkrij-
gen, bracht de kunstenaar verschillende lagen over
elkaar aan. Hij omzoomde de grillige lijnen van de
golven met blauw en liet hier en daar de rozige kleur
van het papier doorschemeren. (R.A.M.)
baadster voor de Zee1910
'' a l l e e n ''
(M.K.)
••
het water neemt zijn taak ernstig
en grijpt zoveel mogelijk maan
het geeft daarvoor heel wat prijs
donkerte bijvoorbeeld die verbleekt
en diepte die plots oppervlakte wordt
als een laagje glazuur
dat broos wacht op verdwijning
Na zijn verblijf in Brussel werd Spilliaert enkel
door de zee geboeid, zonder enige allusie op de
stad Oostende. Hij koos voor een frontale compo-
sitie, een gezichtspunt dat hij al sinds het begin
van de eeuw in zijn marines toepaste, maar toen
in zwarte en gedempte kleuren. In dit werk uit 1923
gebruikte hij een schitterend geel. Deze heldere
kleur komt in verschillende zeegezichten uit die
periode voor.
De kunstenaar bracht op meesterlijke wijze twee
felle, complementaire kleuren in een contrasteren-
de combinatie samen. Waar het strand, het water
en de lucht zich bevinden, blijft in het ongewisse.
Deze vaagheid verleent aan de schijnbaar een-
voudige marine een bijzondere rijkdom. Door de
tegenstelling tussen de brede, horizontale banden
boven- en onderaan en de fijne afwisseling van
geel en blauw daartussenin – het oorspronkelijke
paars heeft zich gewijzigd – krijgt het geheel een
sterk ritme. De nuances en sporen van het penseel
voegen daar nog een eigen expressiviteit aan toe.
Als gevolg van het mysterieuze ineenvloeien van
zand, zee en lucht zou het zonder Spilliaerts signa-
tuur moeilijk zijn om dit abstract aandoende werk
zijn juiste positie te geven. (E.C.)
'' h o r i Z o n ''
gele en Paarse marine 1923
marine met WeersPiegeling1907
(M.K.)
dikke boom1945
beukenstammen1945
Lange wandelingen in het Zoniënwoud en
de Brusselse parken inspireren de laatste
landschappen van de kunstenaar. Het thema
van de boom gaat mettertijd alles overheer-
sen, vaak in de gedaante van majestueuze
boomstammen, die roerloos en vertrouwen-
wekkend verschijnen als evocaties van het
bos.
Hun zware massa’s, soms zonder wortels,
staan achter elkaar in de ruimte, als stille
onwerkelijke wezens. Nu eens lijken de
stronken bekleed met een soepel omhulsel
vol scheuren en plooien, dan weer ver-
schijnt in de barsten en knoesten van de
schors een gedeukt gezicht. In de heldere
ruimte tussen deze ‘zuilen’ is de lucht zicht-
baar. Spilliaert verlevendigt die witte zones
met de gebogen lijnen van fijn getekende
jonge scheuten en hun iele gebladerte.
In zijn laatste jaren maakte hij meer gebruik
van de zachte schakeringen van aquarel-
verf.
Om de tekening reliëf te geven en te detail-
leren – iets wat hij voordien nooit belangrijk
vond – overdekte hij het oppervlak met een
dicht netwerk van uiterst fijne, nauwkeurige
lijntjes in inkt. Zo evoceert hij de ruwe bast
van het hout, de fluwelige zachtheid van het
mos, de malse grond die, onmerkbaar, door
een lichte nevel in de lucht overgaat.
‘Er is op aarde niets mooiers dan een grote
boom,’ vond de kunstenaar. In dit zeer
beheerste winterse beeld weerspiegelt zich
een uitgepuurde contemplatie. Spilliaert
fluistert hier zijn laatste geheimen als een
vanzelfsprekende waarheid. (J.P.T.)
'' a a n W e Z i g ''
zoveel takken die het blad verlaten
alsof ze reiken naar meer
toch pronken ze met minder
want ze schuwen het eigen blad
de bomen worden hun knoestige zelf
iets dat eeuwig is
en de sporen van de seizoenen wist
(M.K.)
DUIZELING 1908Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, kleurpotlood op papier 637 x 476 mm (dag)Museum voor Schone Kunsten, Oostende
DE TRAP 1909Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, (witte) gouache, (blauw, rood) kleurpotlood op papier 487 x 713 mm (dag)Privéverzameling
DE SLAAPKAMER 1908Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, aquarel, kleurpotlood op papier 634 x 484 mm (dag) Museum voor Schone Kunsten, Elsene
DE NACHT 1908Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, pastel op papier 480 x 630 mmVerzameling van de Belgische Staat, in tijdelijk depot, Museum voor Schone Kunsten, Elsene
BAADSTER 1910Oost-Indische inkt, penseel, pastel op papier 649 x 504 mmKoninklijke Musea voor Schone Kunsten, België
BAADSTER VOOR DE ZEE 1910 Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, kleurpotlood op papier 634 x 484 mm (dag)Privéverzameling
GELE EN PAARSE MARINE1923Aquarel, gouache, pastel op papier535 x 616 mmKoninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
MARINE MET WEERSPIEGELING 1907Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, vetkrijt, kleurpotlood op papier533 x 688 mm (dag)Privéverzameling
BEUKENSTAMMEN 1945Aquarel, Oost-Indische inkt, pen op papier 590 x 480 mm (dag)Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
DIKKE BOOM 1945Aquarel, Oost-Indische inkt602 x 484 mm (dag)Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen
CONTEMPLATIE 1900Oost-Indische inkt, gewassen, pen, aquarel op papier154 x 199 mmKoninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet, Brussel
DE WINDSTOOT 1904Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, aquarel, gouache op papier 510 x 410 mm (dag)Museum voor Schone Kunsten, Oostende
SERRES CHAUDES I 1917Contépotlood, Oost-Indische inkt, penseel, pen, kleurkrijt op lichtbruin papier661 x 498 mm (dag)Privéverzameling
MAETERLINCK THEATRE 1902-1903Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, pen, pastel op papier372 x 249 mmKoninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet, Brussel
DOZEN VOOR EEN SPIEGEL 1904Pastel, houtskool op papier585 x 401 mmKoninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
DE BLAUWE TEIL 1907 Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, aquarel, kleurpotlood op papier485 x 635 mm (dag)Museum voor Schone Kunsten, Oostende
ZELFPORTRET 2 NOVEMBER 1908Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, kleurpotlood, pastel, gouache op papier 490 x 638 mm (dag)Privéverzameling
ZELFPORTRET VOOR DE SPIEGEL 1908Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, aquarel, kleurpotlood op papier485 x 631 mm (dag) Museum voor Schone Kunsten, Oostende
MEISJE IN HET WIT 1912Oost-Indische inkt, penseel, pastel, gouache, kleurpotlood op karton 895 x 705 mm (dag)Privéverzameling
DE ABSINTDRINKSTER 1907Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, gouache, aquarel, kleurkrijt op papier 1050 x 770 mm (dag) Privéverzameling
bibliograFie / over sPilliaert: LÉon SpiLLiaert, brussel, kmskb, ludion, 2006 • a. adriaens-Pannier, SpiLLiaert, de bezieLde bLik, ludion, 2006 • LÉon SpiLLiaert, kunst-schriFt oPenbaar kunstbeZit, Februari-maart 2006, 50ste jrg., nr 1; P. 2-46 • bert PoPelier, SpiLLiaert, mijn vreemde naam, Pandora, 1996 • LÉon SpiLLiaert, tekst en scenario door johan boonen brussel: brtn-tv2, 1996 1 videocassette, 45’ 58’’: kleuren, geluidsFilm over te-kenkunst: s. van bellingen, meeSterwerken op papier: van romantiek tot abStractie, oPenbaar kunstbeZit in vlaanderen, oktober-december 1996, 34ste jrg., nr. 4; P. 3-43 • j. camP, de kunSt van het tekenen, uitgeverij j.h. gottmer / h.j.W. becht bv 1995 over FilosoFie: m. tanner, nietzSche, lemniscaat, 2000 over moderne kunst: m. gib-son, SymboLiSme, taschen, 2006 • m. draguet, het Sym-boLiSme in beLgië, mercatorFonds, 2004 • a. demPseY, encycLopedie van de moderne kunSt: StijLen, SchoLen, Stromingen, Waanders, 2002 • e. lucie – smith, beeL-dende kunSt in de twintigSte eeuw, könemann, 1999 • van reaLiSme tot SymboLiSme: de beLgiSche avant-garde, de Facto, 1995 verhalen en PoeZie: o. Wilde, het portret van dorian gray, ooievaar, 1999 • e. a. Poe, verhaLen, Pan-dora, 2003 • s. van den bremt (samenstelling, verta-ling en inleiding), bLoemLezing uit de poëzie van maurice maeterLinck (reeks dichters van nu 15), PoËZiecentrum, 2002 Film : vertigo, a. hitchcock, 1958, usa, dvd universal - collection hitchcock enkele titels Zijn te verkrij-gen in de museumshoP van de kmskb
lÉon sPilliaerteXPo 22.09.2006 04.02.2007
koninklijke musea voor schone kunsten van belgie
Regentschapsstraat 3
1000 Brussel
T 02/508 33 33 F 02/508 32 32
www.expo-spilliaert.be
open
gesloten
tickets
9 euro
6,5 euro
2,5 euro
gratis
rondleidingen
dinsdag – zondag, 10:00 – 17:00, nocturne: vrijdag tot 21:00
01.11.2006, 11.11.2006, 11.01.2007, maandag
volwassenen
senioren, studenten, groepen ( >15 personen)
schoolgroepen per leerling
vrienden van de KMSKB en kinderen onder de 13 jaar begeleid door een ouder
de tickets geven recht op het bezoek aan de Musea op dezelfde dag
enkel door de Musea georganiseerd, T 02/508 34 50