1
Sie schaffen das, en steeds sneller. De VDAB probeert vluchtelingen almaar vroeger aan het werk te zetten. Een bewuste strategie, want de jongste generatie vluchtelingen is daar ook klaar voor. Dankzij hun taalkennis — heel wat Syriërs en Irakezen spreken wat Engels of Frans — en omdat de meesten staan te popelen om hier de draad weer op te pikken. Volgens de jongste cijfers vindt één op de vier werk na een halfjaar. «Daar waar we vroeger vooral de klemtoon legden op Nederlands leren en dan pas solliciteren, helpen we vluchtelingen nu sneller aan het werk», zegt woordvoerster Shaireen Aftab. «Met snelle stages en werkplek- leren als opstap naar een contract merken we dat de integratie veel sneller verloopt. De impact van die nieuwe methode kunnen we nog niet becijferen, maar de eerste signalen zijn gunstig.» Wij laten vier mooie voorbeelden aan het woord. VDAB zet nieuwkomers al Bilzerse kattentongen. Twee half- krokante koekjes verbonden met een dikke laag crème au beurre met aan de uiteinden een streepje pure chocolade. Het zijn dit soort streekproducten die van bakkerij Vangronsveld uit Bilzen een publiekstrekker maken. En dus zocht bakker Bert al jaren naar een extra patissier. Die is er nu. Al zorgt Khalid uit Syrië nog niet stante pede voor minder werklast als het gaat om de kattentongen. Die gaan als dunne streepjes deeg op een plaat in de oven. Maar de streepjes van Khalid zijn steeds te dik. En dus veegt hij na elke ‘op- nieuw’ van zijn patron de bakplaat schoon. Beslag in de pot en dan in de spuitzak om opnieuw te probe- ren. Wéér te dik. Maar na een keer of zeven zijn ze goed en mogen ze de oven in. Op naar de brioches. «Ik zeg het zoals het is: ik heb erover moeten nadenken toen ze mij bij de VDAB voorstelden om Khalid in te schakelen», zegt de bakker. «In Syrië ben ik nog nooit naar een bakker geweest, maar ik kan me niet voorstellen dat het er daar zoals hier aan toegaat. Maar ik was nu al zo lang op zoek, dat ik dacht: ‘We gaan toch eens zien wat die gast kan.’» Khalid kwam enkele dagen op proef en overtrof de ver- wachtingen. «Aan zijn handelin- gen zag ik meteen dat het klopte dat hij al twintig jaar in een patis- serie heeft gestaan. Hij kon met een spuitzak overweg, wist hoe je chocolade giet en nog het belang- rijkste: uit alles wat hij deed, ademde liefde voor het vak. Hij maakte alles uit het blote hoofd, maar wat ik proefde, was lekker. Alleen de taal was een barrière.» Scheut azijn Behalve dan de taal verschilt het werken in de bakkerij in Zuid- Limburg volgens Khalid niet zo drastisch van de patisserie in de Syrische badplaats Latakia. «Wij maakten veel baklava en ander zoet gebak met siroop, gedroogd fruit en amandelen, maar soms ook taarten zoals hier. Met choco- lade, chantillyroom en pudding. Alleen heet dat daar niet Limburg- se vlaai (lacht). Spinnentaart (een biscuit met pudding en chocolade, red.) eten ze ook in Syrië. Krék het- zelfde.» Of beter gezegd: aten ze ook. Tijdens een burgeroorlog is het taartje bij de koffie geen be- kommernis meer. «Alles is anders. Zijn stethoscoop ligt voor een tijdje in de kast, maar ook zonder instrumenten krijgt Muntaser Al Shamoosi (38) het wel in de gaten als er wat scheelt. De Iraakse kinderarts werkt als begeleider in een opvang- centrum voor minderjarige asiel- zoekers. «Het helpt dat ik die lastige trip ook aan den lijve heb gevoeld.» Mocht er nog tegengif nodig zijn voor mensen die ervan overtuigd zijn dat asielzoekers eigenlijk maar op onze sociale zekerheid beluste opportunis- ten zijn: het verhaal van Muntaser Al Shamoosi. Twaalf jaar lang werkte hij als kinderarts in twee ziekenhuizen in het Iraakse Beladruz. A rato van 200 dollar per dag. Aangevuld met het mooie salaris van zijn echtgenote Hallah — een leerkracht — kwam het gezin met vier kinderen niets tekort. Welke andere reden dan angst zou er zijn om dan de halve wereld te door- kruisen naar België? Want nadat zijn broer werd ontvoerd door sjiitische milities moest ook Muntaser van de ene dag op de andere op de vlucht. Vrouw en kinderen bleven achter. Hij kwam in juni vorig jaar aan in het op- vangcentrum van Florennes. Gelukkig met z’n diploma’s op zak. «Toch mag ik hier niet zomaar als dokter aan de slag en dat is ook logisch. Eerst de taal leren spreken, dan anderhalf jaar bij- studeren aan de universiteit en dan zou het goed komen. Ze hebben me toch alvast gezegd dat er in jullie land een tekort is aan kinderartsen en dat ik in het voordeel ben omdat ik Arabisch kan.» In afwachting van zijn dokterskabinet is Muntaser ingegaan op een aanbod om aan de slag te gaan in opvangcentrum De Wingerdbloei in Deurne. Hij zorgt er voor niet-begelei- de minderjarige vluchtelingen. Jon- gens en meisjes van tussen de 13 en 17 jaar die na een vaak traumatische reis ‘alleen op de wereld’ staan. «Ik zorg dat ze hun lessen volgen, dat ze goed over- eenkomen en zich bezighouden. Het helpt dat ik die lastige trip ook zelf aan den lijve gevoeld heb. Ze zien me hier toch een beetje als rolmodel, geloof ik.» Plicht En al mag Muntaser dan niet officieel als dokter optreden, het is natuurlijk een zegen voor een opvangcentrum om een arts in huis te hebben. «Als er echt iemand ziek is, laten we hier ook de dokter komen. Maar ik kan ze ook onderzoeken. Heeft er één buikpijn, dan kan ik wel inschatten of het iets ernstigs is of van voorbijgaande aard.» Maar nog belangrijker is het voor Muntaser om voor psycholoog te spe- len. «Het zijn nog kinderen en ook al zijn ze gelukkig dat ze hun doel hebben bereikt: hier zit er elke dag wel eens eentje in de put. Zonder familie in een vreemd land is zeer lastig.» Ook dat voelt de dokter aan den lijve. «Ik bid elke dag dat mijn vrouw en onze vier kinderen — Abdullah (10), Aisa (8), Basma (6) en Radjaa (4) — hier snel zul- len staan, maar zo ver is het nog niet. Vrolijk word ik er niet van, maar wat doe ik eraan?» Beelden van ontploffin- gen in zijn Irak hakken er zwaar in bij de dokter. «Voor een deel voel ik me schuldig als ik die ellende zie. Ik ben een dokter en ik ben gevlucht terwijl ik in mijn land nog mensen had kun- nen verzorgen en genezen. Een dokter heeft toch een soort van plicht tegen- over het volk. Maar anderzijds zou dat ten koste van mijn eigen leven gaan. Aan een dode arts hebben ze in Irak ook niets.» Zelfs vanuit België probeert Muntaser zijn vrienden en familie zo veel mogelijk te helpen. «Ze bellen me op wanneer er iemand iets mankeert. Dan probeer ik aan de hand van foto’s of een filmpje uit te zoeken wat er scheelt. Niet gemakkelijk.» Muntaser Al Shamoosi (38) KINDERARTS Vluchtte in 2015 uit Irak naar België Werkt als begeleider in opvangcentrum De Wingerdbloei Verdient 1.100 euro per maand Geen baklava of stroperig notengebak meer, maar bresiliennetaarten, aardbeiensoezen en frangipanes. Na ruim twintig jaar als patissier in een Syrische havenstad werkt Khalid (41) sinds deze zomer bij de artisanale familiebakkerij Vangronsveld. «Aardbeientaarten. Zó lekker!» «Ik kan hier niet zomaar als dokter aan de slag. Logisch» INSTROOM ANDERSTALIGE WERKLOZEN DE JONGSTE DRIE JAAR: 18.563 12 maanden na inschrijving: 33% aan het werk -6.125 18 maanden na inschrijving: 39% aan het werk -7.239 24 maanden na inschrijving: 42% aan het werk -7.796 6 maanden na inschrijving: 24% aan het werk - 4.455 36 maanden na inschrijving: 44% aan het werk - 8.167 Vorig jaar nog vlucht «Eerst was het a vragen: ‘Wat is d 8 weekend 1 en 2 oktober 2016 • STEVEN SWINNEN • Foto’s Aelberts/De Freine/Nimmegeers lmaar sneller aan het werk Zo was het vroeger: pas na 9 jaar contract Sinds de recente vluchtelingengolf probeert de VDAB asielzoekers zo snel mogelijk aan werk te helpen. Vroeger was dat anders: eerst papieren, dan een huis, dan goed Nederlands leren en pas dan aan het werk. En zo tekende de Iraanse Leila — ingenieur en al negen jaar in ons land — pas deze week haar langverwachte contract. Vier jaar in een opvangcentrum, dan eindelijk naar een appartement, dan ‘in theorie’ weer op straat wegens uitgeprocedeerd, gelukkig een huisbaas met een goed hart en een pientere advocaat waardoor de regularisatie alsnog in orde kwam, een calvarietocht om haar univer- siteitsdiploma hier te laten erkennen en een huwelijk dat tegen al die zorgen niet bestand bleek: dat is in een notendop wat er zich de voorbije negen jaar in het leven van Leila Zour- bakhsh afspeelde. Nu, op haar 39ste, kan het dan eindelijk toch beginnen voor haar. Bij afvalverwerker Veolia tekende ze deze week haar contract om als projectingenieur aan het werk te gaan: de vrucht van een gunstige stage. «Een grote opluchting. Ik heb al wel wat ge- werkt de voorbije jaren. Soms als poetsvrouw, soms in de horeca. Maar dat was allemaal toch niet zoals ik het mij had voorgesteld. Nu kan ik met mijn diploma aan de slag en ontwerp ik mee de installaties bij bedrijven: zaken als verwarming, airco en elektriciteit. Om alles te leren, ben ik de voorbije maanden geregeld met de werkmannen meegeweest naar onze wer- ven. Dat was wel een succes. Je had hen eens moeten horen toen ik eens een boormachine vastnam.» (lacht) Als alleenstaande moeder was het de voorbije jaren een enorme uitdaging om de eindjes aan elkaar te knopen. «Ik wilde mijn zonen Barbod (10) en Benjamin (7) niets tekort doen, al had ik zelf zo goed als niets. Eigenlijk mag het niet, maar toch ben ik een tijdje in het zwart gaan werken in de horeca om hen toch af en toe wat te gunnen. Die tijd is gelukkig voorbij.» Wanneer je hele leven in het teken van computers staat, dan valt het flink tegen om een jaar ‘offline’ te gaan in een asielcentrum. Maar kijk. In augustus verliet Irakees Mustafa (25) de noodopvang in Kapellen en nu zit hij weer dagelijks voor zijn vertrouwde scherm te klikken. Ruim een jaar geleden stond Mustafa Majeed Alroomi voor wellicht het belangrijkste vraagstuk van zijn leven. Zou hij de aanhoudende terreur in zijn geboorteland Irak blijven trotseren of toch het ruime sop kiezen? «In zo’n bootje kruipen, is geen knoop die je zomaar doorhakt. Het is levensgevaarlijk. Maar thuisblijven was dat ook. Achteraf gezien is het voor mij goed uitgedraaid.» Na een jaar in het opvangcentrum kreeg Mustafa in augustus de sleutel van een eigen flatje in Borgerhout. Dat hij een maand later al aan het werk zou zijn, had hij nooit durven te dromen. «Bij Cronos hebben ze me een stage- contract gegeven voor negen maanden. Als dat goed afloopt, ben ik vertrokken. In Kirkoek ben ik vijf jaar geleden afgestudeerd als com- puteringenieur. Eigenlijk ben ik gespecialiseerd in hardware: zoals systemen op poten zetten met grote servers. Maar hier bij Cronos gaan ze me opleiden tot ontwikkelaar van softwaresystemen voor kleinere bedrijfjes. Daarom ben ik nu volop de pro- grammeertaal JAVA aan het studeren.» Zo moeilijk Die programmeertaal gaat Mustafa snel onder de knie krijgen, zo veel is duidelijk, maar dat Nederlands is andere koek. «Probleem is dat iedereen hier op het werk zo vriendelijk is en Engels met mij spreekt. Dat zouden ze eigenlijk niet mogen doen, want dan oefen ik geen Nederlands.» Door die gesprekjes heeft Mustafa wel al in de gaten dat België voor IT’ers meer het beloofde land is dan Irak. «Bij ons is een computertechnicus maar een heel gewone job. Omgerekend verdiende ik zo’n 375 euro per maand. Niet goed, niet slecht. Nu heb ik al het dubbele tijdens mijn sta- ge, maar de bedragen die ik van anderen heb gehoord zijn nogal wat anders. Ik wist echt niet dat IT’ers zo veel verdie- nen in België. Velen hebben ook nog eens een auto. Interessant. Ik ga hier m’n best doen om te slagen.» (lacht) Leila Zourbakhsh (39) PROJECTINGENIEUR Vluchtte in 2007 uit Iran naar België Werkt bij Veolia Verdient 1.650 euro per maand Khalid Mona (41) PATISSIER Vluchtte in 2015 uit Syrië naar België Werkt bij bakkerij Vangronsveld in Bilzen Verdient 1.135 euro per maand 9 weekend 1 en 2 oktober 2016 teling, nu al een job Het openbare leven is volledig stil- gevallen. Uit angst dat mijn zonen Hoessein (13) en Rayan (9) iets zou overkomen, zijn we vorig jaar naar België gevlucht. We hebben maanden doorgebracht in het Rode Kruis-centrum van Lanaken en hebben nu een huis in Genk. Mijn vrouw Gufran (38) is trou- wens hoogzwanger.» De derde is ook een zoon. Khalid kan z’n geluk niet op. Al heeft hij de eerste weken in de bakkerij flink afgezien. «Alles moest ik vra- gen. ‘Wat is dit?’, ‘Waarom dat?’. Heel vervelend, maar het duurde z’n tijd eer ik zicht kreeg op het systeem hier in de bakkerij. (vol trots) Nu kom ik ’s morgens al toe en hoef ik niets te vragen: ik weet wat ik moet doen.» Zijn favoriete nagerecht sinds enkele maanden: aardbeientaarten. «Zó lekker. Maar alles wat zoet is, speel ik hier graag naar binnen.» Van één koek moet Khalid niet weten. Te droog. Te hard. En een smaak waarvan hij een gezicht trekt als zit er een goeie scheut azijn in. «Hoe heette dat ook alweer? ‘Montekadoos’?» Wanneer hij merkt dat die term niet meteen een belletje doet rin- kelen, duikt hij de bakkerij in. Om even later terug te komen met de boosdoener: een zak speculaas. Geen sprookje Eén enkele keer ging Khalid aan de slag met Syrische specialiteiten. «Droge gebakjes met pistache- noten», zegt bakker Bert. «Niet slecht, maar ik heb hem toch uit- gelegd dat we daarmee hier in Bil- zen niet rijk gaan worden.» Khalid zelf trouwens ook niet, met wat hij elke maand op z’n rekening ge- stort krijgt. Maar dat is nu het min- ste van zijn zorgen. «Ik verdien elke maand 1.135 euro. Dat is ge- noeg voor mijn vrouw, mijn zonen en mij. We zitten safe in een huis en kunnen eten en kleren kopen. Veel geld hebben, is niet belang- rijk.» En toch. Zoals de zaken er nu voor liggen, maakt Khalid wel kans op een vaste job en een beter loon. «Hij doet het goed», zegt ook bakker Bert. «Maar ik kan daar ook niet zomaar lichtjes over gaan. Dit is mijn broodwinning, geen lief- dadigheid. Een vast contract wil zeggen dat ik er elke maand vier- duizend euro voor moet neertel- len en met vijf voltijdse werk- nemers en nog wat parttimers in dienst moet de bel in een bakkerij dikwijls gaan, hoor. Maar door het systeem van werkplekleren betaal ik nu maar een derde van het loon van een voltijdse kracht.» Want bakker Bert wil het sprookje ook niet mooier voorstellen dan het is. «Het is allemaal niet zo evident, hoor. Khalid is bekwaam, maar hij is nog heel traag in vergelijking met de rest. Wie geen geduld kan opbrengen, zou er zich soms blauw aan ergeren. Ook zaken zo- als een etiket kleven op een kom die in de frigo gaat, vergeet hij wel eens. Dat steekt daar in Syrië blijk- baar allemaal zo nauw niet. Maar hij is enorm gemotiveerd en maakt vorderingen. En als hij zich zo blijft ontwikkelen: waarom niet? Aan Khalid heb ik veel meer dan aan sommige stagiairs die hier komen. Ik moet hem soms tot tien keer iets tonen, maar de elfde keer zal het wel tiptop zijn.» Eén valse noot Zoals de krentenkoeken. Ze zien er prima uit en Khalid gaat fier het schoteltje in de toonbank zetten van de winkel. Met zo’n gevoel voor precisie als schotelde hij de keizer z’n ontbijt voor. «De klanten zien hem ook graag. Eén valse noot heb ik gehoord. ‘Zulke mannen pikken hier het werk in en onze eigen mensen komen niet meer aan de bak’, zo mocht ik eens ho- ren. Ik heb meteen geantwoord. ‘Twee jaar heb ik gezocht naar een bekwame patissier. Waar was uw sollicitatie dan?’» afzien. Altijd moeten dit?’ ‘Waarom dat?’» Khalid is bekwaam, maar hij is nog traag. Hij is wel zeer gemotiveerd. Dat moet ook, dit is geen liefdadigheid WERKGEVER BERT Mustafa Majeed Alroomi (25) IT-SPECIALIST Vluchtte in 2015 uit Irak naar België Werkt als stagiair bij Cronos Verdient 750 euro per maand «Ik wist niet dat IT’ers in België zo veel verdienen»

20161001_Het-Laatste-Nieuws_p-8-9 (1)_0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 20161001_Het-Laatste-Nieuws_p-8-9 (1)_0

Sie schaffen das, en steeds sneller. De VDABprobeert vluchtelingen almaar vroeger aan hetwerk te zetten. Een bewuste strategie, want dejongste generatie vluchtelingen is daar ook klaarvoor. Dankzij hun taalkennis — heel wat Syriërs enIrakezen spreken wat Engels of Frans — en omdatde meesten staan te popelen om hier de draadweer op te pikken. Volgens de jongste cijfers vindtéén op de vier werk na een halfjaar. «Daar waar we

vroeger vooral de klemtoon legden op Nederlandslerenendanpassolliciteren, helpenwe vluchtelingennu sneller aan het werk», zegt woordvoersterShaireen Aftab. «Met snelle stages en werkplek-leren als opstap naar een contract merken we datde integratie veel sneller verloopt. De impact vandie nieuwe methode kunnen we nog niet becijferen,maar de eerste signalen zijn gunstig.»Wij laten vier mooie voorbeelden aan het woord.

VDAB zet nieuwkomers al

Bilzersekattentongen.Tweehalf-krokantekoekjesverbondenmeteen dikke laag crème au beurremetaandeuiteindeneenstreepjepure chocolade.Het zijndit soortstreekproductendievanbakkerijVangronsveld uit Bilzen eenpubliekstrekker maken. En duszocht bakker Bert al jaren naareenextrapatissier.Die is ernu.Alzorgt Khalid uit Syrië nog nietstantepedevoorminderwerklastals het gaat om de kattentongen.Diegaanalsdunne streepjesdeegop een plaat in de oven. Maar destreepjes vanKhalid zijn steeds tedik. En dus veegt hij na elke ‘op-nieuw’vanzijnpatrondebakplaatschoon. Beslag in de pot endan indespuitzakomopnieuwteprobe-ren.Wéér tedik.Maarnaeenkeerof zeven zijn ze goed enmogen zedeovenin.Opnaardebrioches.«Ikzeg het zoals het is: ik heb erovermoeten nadenken toen ze mij bijdeVDABvoorsteldenomKhalidinte schakelen», zegt de bakker. «InSyrië ben ik nog nooit naar eenbakker geweest, maar ik kan meniet voorstellen dat het er daarzoalshieraantoegaat.Maarikwasnualzo langopzoek,dat ikdacht:‘We gaan toch eens zien wat die

gast kan.’» Khalid kwam enkeledagenopproef enovertrofdever-wachtingen. «Aan zijn handelin-gen zag ik meteen dat het kloptedat hij al twintig jaar in eenpatis-serie heeft gestaan. Hij kon meteen spuitzakoverweg,wist hoe jechocoladegiet ennoghetbelang-rijkste: uit alles wat hij deed,ademde liefde voor het vak. Hijmaakte alles uit het blote hoofd,maar wat ik proefde, was lekker.Alleendetaalwaseenbarrière.»

Scheut azijnBehalve dan de taal verschilt hetwerken in de bakkerij in Zuid-Limburg volgens Khalid niet zodrastisch van de patisserie in deSyrische badplaats Latakia. «Wijmaakten veel baklava en anderzoet gebak met siroop, gedroogdfruit en amandelen, maar somsooktaartenzoalshier.Metchoco-lade, chantillyroom en pudding.AlleenheetdatdaarnietLimburg-se vlaai (lacht). Spinnentaart (eenbiscuit met pudding en chocolade,red.)etenzeookinSyrië.Krékhet-zelfde.» Of beter gezegd: aten zeook. Tijdens een burgeroorlog ishet taartje bij de koffie geen be-kommernismeer.«Allesisanders.

Zijn stethoscoop ligt vooreen tijdjeindekast,maarookzonderinstrumentenkrijgtMuntaserAlShamoosi (38)hetwel indegatenalserwat scheelt.De Iraaksekinderartswerktalsbegeleider ineenopvang-centrumvoorminderjarigeasiel-zoekers. «Hethelptdat ikdie lastigetripookaanden lijvehebgevoeld.»

Mocht ernog tegengif nodig zijn voormensen die ervan overtuigd zijn datasielzoekers eigenlijk maar op onzesocialezekerheidbelusteopportunis-ten zijn: het verhaal vanMuntaser AlShamoosi. Twaalf jaar langwerktehijalskinderartsintweeziekenhuizeninhet Iraakse Beladruz. A rato van 200dollar per dag. Aangevuld met hetmooie salaris van zijn echtgenoteHallah — een leerkracht — kwam hetgezin met vier kinderen niets tekort.Welke andere reden dan angst zou erzijn om dan de halve wereld te door-kruisen naar België?Want nadat zijnbroer werd ontvoerd door sjiitischemilities moest ook Muntaser van deene dag op de andere op de vlucht.Vrouwenkinderen bleven achter. Hijkwam in juni vorig jaar aan inhet op-vangcentrumvanFlorennes.Gelukkigmet z’n diploma’s op zak. «Toch magik hier niet zomaar als dokter aan deslagendat is ook logisch. Eerstde taalleren spreken, dan anderhalf jaar bij-studeren aan de universiteit en danzou het goed komen. Ze hebben metochalvast gezegddat er in jullie landeen tekort is aan kinderartsen en datik in het voordeel ben omdat ikArabisch kan.» In afwachting van zijndokterskabinet isMuntaser ingegaanop een aanbod omaan de slag te gaaninopvangcentrumDeWingerdbloeiinDeurne.Hij zorgtervoorniet-begelei-de minderjarige vluchtelingen. Jon-gensenmeisjesvan tussende13en17jaar die na een vaak traumatische reis‘alleenopdewereld’staan.«Ikzorgdatzehunlessenvolgen,datzegoedover-eenkomen en zich bezighouden. Hethelptdat ikdie lastige tripookzelf aanden lijve gevoeld heb. Ze zienme hiertocheenbeetjealsrolmodel,geloof ik.»

PlichtEn al magMuntaser dan niet officieelals dokter optreden, het is natuurlijkeen zegen voor een opvangcentrumom een arts in huis te hebben. «Als erecht iemand ziek is, latenwe hier ookde dokter komen. Maar ik kan ze ookonderzoeken. Heeft er één buikpijn,

dan kan ik wel inschatten of het ietsernstigs isof vanvoorbijgaandeaard.»Maar nog belangrijker is het voorMuntaser omvoor psycholoog te spe-len. «Het zijn nog kinderen en ook alzijnzegelukkigdatzehundoelhebbenbereikt: hier zit er elke dag wel eenseentje indeput. Zonder familie in eenvreemd land is zeer lastig.» Ook datvoelt de dokter aan den lijve. «Ik bidelke dag dat mijn vrouw en onze vierkinderen — Abdullah (10), Aisa (8),

Basma(6)enRadjaa(4)—hiersnelzul-len staan, maar zo ver is het nog niet.Vrolijk word ik er niet van, maar watdoeikeraan?»Beeldenvanontploffin-gen in zijn Irak hakken er zwaar in bijde dokter. «Voor een deel voel ik meschuldig als ik die ellende zie. Ik beneen dokter en ik ben gevlucht terwijlik in mijn land nog mensen had kun-nenverzorgenengenezen.Eendokterheeft toch een soort van plicht tegen-overhetvolk.Maaranderzijds zoudatten koste van mijn eigen leven gaan.Aan een dode arts hebben ze in Irakookniets.»ZelfsvanuitBelgiëprobeertMuntaser zijn vrienden en familie zoveelmogelijk tehelpen. «Zebellenmeopwanneer er iemand ietsmankeert.Dan probeer ik aan de hand van foto’sof een filmpje uit te zoeken wat erscheelt.Nietgemakkelijk.»

Muntaser AlShamoosi (38)KINDERARTSVluchtte in 2015uit Irak naar BelgiëWerkt als begeleiderin opvangcentrumDe WingerdbloeiVerdient 1.100 europer maand

Geen baklava of stroperig notengebak meer, maarbresiliennetaarten, aardbeiensoezen en

frangipanes. Na ruim twintig jaar als patissier ineen Syrische havenstad werkt Khalid (41) sinds

deze zomer bij de artisanale familiebakkerijVangronsveld. «Aardbeientaarten. Zó lekker!»

«Ik kan hier niet zomaar alsdokter aan de slag. Logisch»

INSTROOM ANDERSTALIGE WERKLOZEN DE JONGSTE DRIE JAAR:18.56312 maanden na

inschrijving:

33%aan het werk

-6.125

18 maanden nainschrijving:

39%aan het werk

-7.239

24 maanden nainschrijving:

42%aan het werk

-7.796

6 maanden nainschrijving:

24%aan het werk

- 4.455

36 maanden nainschrijving:

44%aan het werk

- 8.167

Vorig jaar nog vlucht

«Eerst was het avragen: ‘Wat is d

8weekend1en2oktober2016

• STEVEN SWINNEN •

Foto

’sA

elbe

rts/

De

Frei

ne/N

imm

egee

rs

lmaar sneller aan het werk

Zo was het vroeger: pas na 9 jaar contractSindsderecentevluchtelingengolf probeertdeVDABasielzoekers zosnelmogelijkaanwerk tehelpen.Vroegerwasdatanders: eerstpapieren,daneenhuis, dangoedNederlands lerenenpasdanaanhetwerk.Enzotekendede IraanseLeila— ingenieurenalnegen jaar inons land—pasdezeweekhaar langverwachtecontract.

Vier jaar in een opvangcentrum, dan eindelijknaar een appartement, dan ‘in theorie’ weer opstraat wegens uitgeprocedeerd, gelukkig een

huisbaas met een goed hart en een pientereadvocaat waardoor de regularisatie alsnog inordekwam, een calvarietocht omhaaruniver-siteitsdiploma hier te laten erkennen en eenhuwelijk dat tegen al die zorgen niet bestandbleek: dat is in een notendop wat er zich devoorbijenegen jaar inhet levenvanLeilaZour-bakhsh afspeelde. Nu, op haar 39ste, kan hetdan eindelijk toch beginnen voor haar. Bijafvalverwerker Veolia tekende ze deze weekhaar contract om als projectingenieur aan hetwerktegaan:devruchtvaneengunstigestage.«Een grote opluchting. Ik heb al wel wat ge-werkt de voorbije jaren. Soms als poetsvrouw,soms indehoreca.Maar datwas allemaal tochniet zoals ik hetmij had voorgesteld. Nukan ikmet mijn diploma aan de slag en ontwerp ikmee de installaties bij bedrijven: zaken alsverwarming, airco en elektriciteit. Om alles teleren,benikdevoorbijemaandengeregeldmetde werkmannen meegeweest naar onze wer-ven. Dat was wel een succes. Je had hen eensmoeten horen toen ik eens een boormachinevastnam.» (lacht)Als alleenstaandemoeder was het de voorbijejareneenenormeuitdaging omde eindjes aanelkaar te knopen. «Ikwildemijn zonenBarbod(10) en Benjamin (7) niets tekort doen, al hadik zelf zo goed als niets. Eigenlijkmag het niet,maar toch ben ik een tijdje in het zwart gaanwerken indehoreca omhen toch af en toewattegunnen.Die tijd is gelukkigvoorbij.»

Wanneer jehele leven inhet tekenvancomputers staat, danvalthetflink tegenomeen jaar ‘offline’ tegaan ineenasielcentrum.Maarkijk. Inaugustusverliet IrakeesMustafa (25)denoodopvang inKapellenennuzithijweerdagelijksvoorzijnvertrouwdeschermteklikken.

RuimeenjaargeledenstondMustafaMajeedAlroomivoorwellichthet belangrijkste vraagstuk van zijn leven. Zouhij de aanhoudendeterreur in zijn geboorteland Irakblijven trotserenof tochhet ruimesop kiezen? «In zo’n bootje kruipen, is geen knoop die je zomaardoorhakt. Het is levensgevaarlijk. Maar thuisblijven was dat ook.Achteraf gezien is het voormij goeduitgedraaid.»Naeen jaar inhetopvangcentrumkreegMustafa inaugustusdesleutel vaneeneigenflatje inBorgerhout.Dathijeenmaandlateralaanhetwerkzouzijn,hadhijnooitdurventedromen.«BijCronoshebbenzemeeenstage-contract gegevenvoornegenmaanden. Als dat goed afloopt, ben ikvertrokken. InKirkoekbenikvijf jaargeledenafgestudeerdalscom-puteringenieur. Eigenlijk ben ik gespecialiseerd in hardware: zoalssystemen op poten zetten met grote servers. Maar hier bij Cronosgaan zeme opleiden tot ontwikkelaar van softwaresystemen voor

kleinere bedrijfjes. Daarom ben ik nu volop de pro-grammeertaal JAVAaanhet studeren.»

ZomoeilijkDieprogrammeertaalgaatMustafasnelonderde knie krijgen, zo veel is duidelijk, maar datNederlands is andere koek. «Probleem is datiedereenhierophetwerkzovriendelijk is enEngels met mij spreekt. Dat zouden zeeigenlijknietmogendoen,wantdanoefen ikgeen Nederlands.»Door die gesprekjes heeftMustafa wel al in de gaten dat België voorIT’ers meer het beloofde land is dan Irak. «Bijons is een computertechnicus maar een heelgewone job. Omgerekend verdiende ik zo’n375europermaand.Nietgoed,nietslecht.Nuhebikalhetdubbeletijdensmijnsta-ge,maardebedragendieikvananderenheb gehoord zijn nogal wat anders. Ikwistechtnietdat IT’erszoveelverdie-nen in België. Velen hebben ook nogeens een auto. Interessant. Ik ga hierm’nbestdoenomte slagen.» (lacht)

LeilaZourbakhsh (39)PROJECTINGENIEURVluchtte in 2007 uit Irannaar BelgiëWerkt bij VeoliaVerdient 1.650 europer maand

Khalid Mona (41)PATISSIERVluchtte in 2015uit Syrië naar BelgiëWerkt bij bakkerijVangronsveld in BilzenVerdient 1.135 europer maand

9weekend1en2oktober2016

teling, nu al een job

Hetopenbarelevenisvolledigstil-gevallen.UitangstdatmijnzonenHoessein(13)enRayan(9)ietszouoverkomen,zijnwevorigjaarnaarBelgië gevlucht. We hebbenmaanden doorgebracht in hetRodeKruis-centrumvanLanakenen hebben nu een huis in Genk.Mijn vrouw Gufran (38) is trou-wenshoogzwanger.»De derde is ook een zoon. Khalidkan z’n geluk niet op. Al heeft hijde eerste weken in de bakkerijflinkafgezien.«Allesmoest ikvra-gen. ‘Wat is dit?’, ‘Waarom dat?’.Heel vervelend, maar het duurdez’n tijd eer ik zicht kreeg op hetsysteem hier in de bakkerij. (voltrots)Nu kom ik ’smorgens al toeenhoef ik niets te vragen: ikweetwat ik moet doen.» Zijn favorietenagerechtsindsenkelemaanden:aardbeientaarten. «Zó lekker.Maaralleswatzoet is,speel ikhiergraagnaar binnen.»Van éénkoekmoetKhalidnietweten. Tedroog.Tehard.Eneensmaakwaarvanhijeen gezicht trekt als zit er eengoeie scheut azijn in. «Hoe heettedat ook alweer? ‘Montekadoos’?»Wanneer hij merkt dat die term

nietmeteen eenbelletje doet rin-kelen, duikt hij debakkerij in. Omeven later terug te komenmet deboosdoener:eenzakspeculaas.

Geen sprookjeEénenkelekeergingKhalidaandeslag met Syrische specialiteiten.«Droge gebakjes met pistache-noten», zegt bakker Bert. «Nietslecht, maar ik heb hem toch uit-gelegddatwedaarmeehier inBil-zenniet rijkgaanworden.»Khalidzelf trouwensookniet,metwathijelke maand op z’n rekening ge-stortkrijgt.Maardatisnuhetmin-ste van zijn zorgen. «Ik verdienelke maand 1.135 euro. Dat is ge-noegvoormijnvrouw,mijnzonenenmij. We zitten safe in een huisen kunnen eten en kleren kopen.Veel geld hebben, is niet belang-rijk.»Entoch.Zoalsdezakenernuvoor liggen, maakt Khalid welkansopeenvaste jobeneenbeterloon. «Hijdoethet goed», zegt ookbakkerBert.«Maarikkandaarooknietzomaar lichtjesovergaan.Ditis mijn broodwinning, geen lief-dadigheid. Een vast contract wilzeggen dat ik er elkemaand vier-

duizend euro voor moet neertel-len en met vijf voltijdse werk-nemers en nog wat parttimers indienstmoetdebel in eenbakkerijdikwijlsgaan,hoor.Maardoorhetsysteemvanwerkpleklerenbetaaliknumaareenderdevanhet loonvan een voltijdse kracht.» Wantbakker Bert wil het sprookje ooknietmooiervoorstellendanhetis.«Het is allemaal niet zo evident,hoor.Khalid isbekwaam,maarhijis nog heel traag in vergelijkingmet de rest.Wie geen geduld kanopbrengen, zou er zich somsblauwaanergeren.Ookzakenzo-als een etiket kleven op een komdie inde frigogaat, vergeethijweleens.DatsteektdaarinSyriëblijk-baar allemaal zo nauwniet. Maarhij is enorm gemotiveerd enmaaktvorderingen. Enalshij zichzo blijft ontwikkelen: waaromniet?AanKhalid heb ik veelmeerdanaansommigestagiairsdiehierkomen. Ikmoethemsomstottienkeerietstonen,maardeelfdekeerzalhetwel tiptopzijn.»

Eén valse nootZoalsdekrentenkoeken.Zezienerprima uit en Khalid gaat fier hetschoteltje in de toonbank zettenvan de winkel. Met zo’n gevoelvoor precisie als schotelde hij dekeizerz’nontbijtvoor.«Deklantenzienhemookgraag.Eénvalsenootheb ik gehoord. ‘Zulke mannenpikken hier het werk in en onzeeigen mensen komen niet meeraan de bak’, zomocht ik eens ho-ren. Ik heb meteen geantwoord.‘Tweejaarhebikgezochtnaareenbekwamepatissier.Waarwasuwsollicitatiedan?’»

afzien. Altijd moetendit?’ ‘Waarom dat?’»

Khalid is bekwaam,maar hij is nog traag.Hij is wel zeer gemotiveerd.Dat moet ook,dit is geen liefdadigheid

WERKGEVER BERT

Mustafa MajeedAlroomi (25)IT-SPECIALISTVluchtte in 2015uit Irak naar BelgiëWerkt als stagiairbij CronosVerdient 750 europer maand

«Ik wistniet datIT’ers in

Belgiëzo veel

verdienen»