25
Fysieke training in praktijk Ralf Kosters 18 juni 2016 Tafeltennistrainers congres

5. Coördinatieve vaardigheden

Embed Size (px)

Citation preview

Fysieke training in praktijk

Ralf Kosters 18 juni 2016

Tafeltennistrainers congres

Verwachtingsmanagement…

Workshop van vandaag:

1. Te kort

2. Te weinig diepgang

3. Beperkt

4. Leren van elkaar

5. Nieuwsgierig maken

6. Roept meer vragen op dan antwoorden

7. Interactie wordt gewaardeerd

Inhoud presentatie

1 Inventarisatie

2 Wat is training?

3 Welke fysieke elementen trainen?

4 Theoretische achtergronden

5 Coördinatieve vaardigheden

6 Welke leeftijd welke training?

7 Hoe in praktijk?

8 Testen

9 Vragen / opmerkingen

1. Inventarisatie

Wie doet er gericht iets aan fysieke training naast

de reguliere tafeltennistraining?

Wat wordt er getraind?

In welke frequentie?

Waarom en met welk doel wordt er getraind?

1. Casus

Jongen, 9 jaar oud

Welp A

Iets overgewicht

Zeer goede oog-hand coördinatie

Slecht voetenwerk

Trainingsfrequentie: 3x per week

Wat gaan we doen en hoe?

2. Wat is training?

Training:

Het regelmatig en systematisch toedienen van, in

omvang en intensiteit toenemende,

belastingprikkels met de bedoeling het

prestatievermogen te laten stijgen

(Wat precies onder prestatievermogen wordt verstaan zal

afhankelijk zijn van de tak van sport)

3. Welke fysieke elementen trainen?

Grondmotorische eigenschappen:

Coördinatie

Lenigheid

Uithoudingsvermogen

Snelheid

kracht

4. Theoretische achtergronden

Coördinatie:

Het samenspel van het centrale zenuwstelsel en

de spieren binnen een gerichte beweging

(Hollmann 1980)

De zeven belangrijkste coördinatieve vaardigheden:

aanpassing, differentiatie, reactie, oriëntatie, evenwicht,

koppeling, ritme

4. Theoretische achtergronden

Lenigheid

4. Theoretische achtergronden

Uithoudingsvermogen*:

De capaciteit van het lichaam om tijdens

belasting zuurstof op te nemen en om te zetten in

een vermogen dat buiten (uitwendig) het lichaam

wordt geleverd gedurende een langere tijd

* Basissysteem voor herstel!

4. Theoretische achtergronden

Snelheid:

Snelheid is met name op basis van genetische

aanleg, het vermogen van het neuromusculaire

systeem om motorische acties (cyclisch) of een

afzonderlijke motorische actie (a-cyclisch) in een

minimale tijd te volbrengen (Frey)

4. Theoretische achtergronden

Kracht

Snelkracht:

De eigenschap om weerstanden te overwinnen, met de hoogst mogelijke contractiesnelheid en voldoende krachtsinzet (gaat om snelheid)

Explosieve kracht:

De eigenschap om weerstanden te overwinnen, met een hoge contractiesnelheid en grote krachtontwikkeling (gaat om kracht)

5. Coördinatieve vaardigheden

• Het reactievermogen

• Het oriëntatievermogen

• Het differentiatievermogen

• Het ritmisch vermogen

• Het evenwichtsvermogen

• Het koppelingsvermogen

• Het aanpassingsvermogen

5. Coördinatieve vaardigheden

- Plezier

- Voldoende tijd om te oefenen

- Heb geduld, het resultaat komt pas met de jaren

- Vermijd onsamenhangende oefeningen

- Breng variatie

- Zorg voor differentiatie

- Laat kinderen experimenteren

- Geef kinderen de tijd om de oefeningen te

beheersen

5. Coördinatieve vaardigheden

Coördinatietraining

=

basisvaardigheid

+

informatieverstrekking (stimulatie receptoren)

+

druk

6. Welke leeftijd, welke training?

Long Term Athlete Development

6. Welke leeftijd, welke training?

Welpen:

Coördinatie, snelheid, start stabiliteitstraining, behendigheid, loopvormen/ sprongvormen (lenigheid)

Pupillen:

Coördinatie, snelheid, stabiliteit (van statisch naar dynamisch), start “krachtselementen” middels sprongvormen

6. Welke leeftijd, welke training?

Cadetten:

Kracht, snelheid, stabiliteit in bewegingsvormen

(functioneel), onderhoud coördinatie, start

gerichte krachttraining

Junioren:

Kracht, uithoudingsvermogen optimaliseren,

stabiliteitstraining toepassen in

bewegingsvormen, krachttraining

6. Terug naar onze casus…

Wat is bedacht qua trainingsvorm(en)?

Aanpassingen? Zo ja; Welke?

7. Hoe in praktijk?

Enkele “uitdagingen”:

Hoe en waar oefenstof inpassen in de training?

Wanneer wat, gedurende seizoen of leeftijd?

Hoe periodiseren?

Welke oefenstof?

Hoe oefenstof verstandig opbouwen?

Wanneer intensiteit omhoog?

7. Praktijk!

Wat is bedacht?

In lijn met opgedane kennis?

Hoe periodiseren?

8. Testen

Uithoudingsvermogen:

Shuttle run, coopertest

Snelheid:

5 / 10 meter sprinttest, Japantest

Snelkracht / explosieve kracht:

Hoogtesprong

9. Aanbevelingen

Verwerk in iedere training een fysiek deel

Observeer vooral de uitvoering

Pas veel variatie toe in oefenstof (geen kunstje leren)

Beperk het aantal oefeningen

Respecteer de trainingsprincipes (reps, series, rust)

Train antagonistische bewegingspatronen in de weerstandtraining. Wanneer je een bepaalde beweging niet voldoende kunt afremmen, zul je nooit a) tot volledige versnelling komen en b) blessures ontwikkelen

Techniek en coördinatie zijn de belangrijkste schakels en de meest prestatiebepalende factoren. Ze zijn dus belangrijker dan de conditionele vaardigheden kracht, snelheid, uithoudingsvermogen en lenigheid. “Geen coördinatie, geen techniek, geen techniek, geen prestatie”

10. Vragen / opmerkingen?

BEDANKT VOOR UW AANDACHT

[email protected]