116
bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

bbmm/fbmm Europees

modellenrechtProf. Martin Senftleben

15 februari 2013

Page 2: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 2

Overzicht intellectuele eigendom

techniekcommercie

cultuur

octrooirechtmerkenrecht

auteursrecht

modellenrecht

Page 3: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 3

Deel 1 – ratio

Deel 2 – object van bescherming

Deel 3 – aanvraagprocedure

Deel 4 – exclusieve rechten

Deel 5 – verhouding met merkenrecht en auteursrecht

Deel 6 – vermogensrecht

Inleiding

Page 4: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 4

Ratio van bescherming

Page 5: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 5

Concurrentievrijheid en modellenrecht

vrijheid van nabootsing

beschermde modellen

Page 6: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 6

‘natuurlijke’ periode van marktexclusiviteit

voorsprong door hoogwaardig product design

‘verlengde’ marktexclusiviteit via modellenrecht

beschermde tekening/beschermd model

●stimulering van esthetische innovatie

●investeringen kunnen worden terugverdiend

●vergoeding van intellectueel werk

Ratio

Page 7: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 7

Europese wetgeving

Page 8: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 8

Europese wetgeving

●Verordening (EG) 6/2002 betreffende Gemeenschapsmodellen

• Inwerkingtreding 6-3-2002

•Vanaf die dag niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel

●Uitvoeringsverordening Gemeenschapsmodel (EG) 2245/2002

•Aanvraag, vernieuwing, afstand, etc.

• Inwerkingtreding 24-12-2002

●Richtlijn 98/71/EG inzake de rechtsbescherming van modellen

•Uiterste implementatiedatum 28-10-2001

•Geïmplementeerd in BTMW 1-12-2003

•Gecodificeerd in BVIE

Page 9: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 9

Wat is Europees Modellenrecht?

●Het recht met betrekking tot het Gemeenschapsmodel, zoals dat uitputtend is geregeld in de Verordeningen

• Ingeschreven Gemeenschapsmodel

•Niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel

●Het nationale of regionale (Benelux) modelrecht, voor zover dat is geharmoniseerd door de Richtlijn

●De jurisprudentie van het Algemeen Gerecht (voorheen Gerecht van Eerste Aanleg) en het Hof van Justitie, die zowel geldt voor de Verordening als de Richtlijn

Page 10: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 10

Europees vs. nationaal modellenrecht

●Materieel modellenrecht is vergaand geharmoniseerd

●Wat voor nationaal modellenrecht geldt, is in het algemeen ook van toepassing op Europees modellenrecht

●Nog weinig Europese jurisprudentie

●Weinig nationale jurisprudentie over materiële vragen

●Veel jurisprudentie over handhaving (van belang voor advisering van cliënt: wat kun je met je recht?)

Page 11: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 11

Object van bescherming

Page 12: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 12

Tekening (2D)

Page 13: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 13

Model (3D)

Page 14: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 14

“…de verschijningsvorm van een voortbrengsel of een deel

ervan, die wordt afgeleid uit de kenmerken van met name

de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur en/of de materialen van het voortbrengsel zelf en/of de

versiering ervan.”

Definitie ‘model’ (art. 3 sub a Vo.)

Page 15: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 15

“…elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd

voorwerp, met inbegrip van onder meer onderdelen die zijn

bestemd om tot een samengesteld voortbrengsel te

worden samengevoegd, verpakkingen, uitvoering,

grafische symbolen en typografische lettertypen, doch

niet computerprogramma's.”

Definitie ‘voortbrengsel’ (art. 3 sub b Vo.)

Page 16: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

van koppeling

aan bepaald voortbrengse

l

naar abstracte bescherming

van het uiterlijk?

Link tussen uiterlijk en voortbrengsel

Page 17: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 17

Link tussen uiterlijk en voortbrengsel

Oud recht (BTMW):

●“voortbrengsel met een gebruiksfunctie”

●nieuwheidsvereiste kan niet los worden gezien van de gebruiksfunctie van het model (HR 10 maart 1995, Kinderkapperstoel) – directe link tussen het uiterlijk en het voortbrengsel waar het om gaat

Europees recht:

●gebruiksfunctie géén vereiste voor modelbescherming

●het uiterlijk zelf staat centraal bij verkrijgen van bescherming

●maar: is link tussen uiterlijk en voortbrengsel hiermee ook daadwerkelijk doorbroken?

Page 18: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 18

De aanvrage van Pepsico

Het oudere model van Mon Graphic

● ex art. 36 lid 2 Vo. moet de aanvraag van een model een opgave bevatten van de voortbrengselen waarin het model wordt toegepast

● voortbrengsel volgens aanvrage:

“reclamemateriaal voor spellen”

● ouder model ingeschreven voor:

“metalen schijfje voor spellen”

● feitelijk betreffen beide modellen “pogs”, “rappers”, “tazos”

EU Gerecht 18 maart 2010, zaak T-9/07, Mon Graphic/PepsiCo

Page 19: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 19

De aanvrage van Pepsico

Het oudere model van Mon Graphic

● Bij de vaststelling van het voortbrengsel moet met de opgave rekening worden gehouden

● maar ook met het model zelf, voor zover daaruit de aard van het voortbrengsel, de bestemming of de functie blijkt

● beoordeling dus vanuit het perspectief van gebruikers van “pogs” / “rappers” / “tazos”

Link tussen uiterlijk en voortbrengsel

Page 20: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 20

HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic●het is legitiem om de daadwerkelijk

verhandelde voortbrengselen te vergelijken

‘…geen sprake van een onjuiste rechtsopvatting wanneer bij de beoordeling van de algemene indruk die door de betrokken modellen wordt gewekt, de daadwerkelijk verhandelde voortbrengselen waarop deze modellen betrekking hebben, in aanmerking worden genomen.’ (punt 73)

Page 21: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Hof Den Haag, 17 mei 2011, I-drain/ESS

•Nieuwe gebruiksfunctie van een bestaand model rechtvaardigt niet direct zelfstandige modelbescherming

•mede in aanmerking genomen dat niet (zoals voorheen in de oude BTMW) de eis wordt gesteld dat een voortbrengsel om voor modelbescherming in aanmerking te komen een gebruiksfunctie moet hebben

•Onafhankelijk van die beslissing komt het hof tot de conclusie dat het model in beginsel nietig is, omdat het, in vergelijking met oudere voor afvoergoten bestemde roosters (bijvoorbeeld voor koeienstallen), niet meer als nieuw kan worden aangemerkt.

Page 21

Page 22: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 22

“…een voortbrengsel dat bestaat uit meerdere

onderdelen die vervangen kunnen worden, zodat het

voortbrengsel uit elkaar gehaald en weer in

elkaar gezet kan

worden.”

Definitie ‘samengesteld voortbrengsel’ (art. 3 sub c Vo.)

Page 23: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 23

Samengesteld voortbrengsel

Page 24: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 24

Beschermingsvoorwaarden

Page 25: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 25

Art. 4 lid 1 Vo.

nieuw

(common law traditie)

eigen karakter

(civil law traditie)

Page 26: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 26

Nieuwheid: specifieke kenmerken

●‘…indien geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld.’ (art. 5 lid 1 Vo.)

●identiek ‘…indien de kenmerken [van modellen] slechts in onbelangrijke details verschillen.’

●te beoordelen op welk moment?•ingeschreven Gemeenschapsmodel: datum

indiening van de aanvrage/datum van voorrang

•niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel: datum van eerste beschikbaarstelling aan publiek

Page 27: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 27

Eigen karakter: globale vergelijking

●‘…indien de algemene indruk die het [model] bij de geïnformeerde gebruiker wekt, verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door modellen die [eerder] voor het publiek beschikbaar zijn gesteld.’ (art. 6 lid 1 Vo.)

●rekening houdende ‘…met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model.’

●dezelfde regels betreffende het moment van beoordeling

Page 28: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 28

HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic●begrip ‘geïnformeerde gebruiker’

•geen ontwerper of technisch deskundige

•kent de in de betrokken sector bestaande verschillende modellen

•heeft zekere kennis van elementen die deze modellen bevatten

•geeft blijk van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik ervan

•kan niet onderscheiden tussen technische en willekeurige aspecten

Page 29: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

gemiddelde consument

deskundige vakman

positie tussen deze twee uitersten

HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic‘…tussen de – op het gebied van het merkenrecht

gehanteerde – gemiddelde consument, van wie geen enkele specifieke kennis wordt verwacht en die de strijdige merken in de regel niet rechtstreeks vergelijkt, en de vakman met grondige technische deskundigheid.’ (punt 53)

Page 30: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic‘Het begrip “geïnformeerde gebruiker” kan

derhalve aldus worden opgevat dat het betrekking heeft op een gebruiker die niet slechts gemiddeld, maar in hoge mate aandachtig is, hetzij door zijn persoonlijke ervaring, hetzij door zijn uitgebreide kennis van de betrokken sector.’ (punt 53)

• in casu kind van ongeveer vijf à tien jaar; of

• marketingdirecteur van een onderneming die met “pogs”, “rappers” of “tazos” reclame maakt

Page 31: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 31

Verschil tussen de voorwaarden?

nieuw

micro perspectief (inzoomen)

objectieve toets

eigen karakter

macro perspectief (uitzoomen)

subjectieve toets

Page 32: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 32

Plafonniers (http://oami.eu.int/pdf/design/invaldec/18148-0001-fr.pdf)

modèle contesté: modèle antérieur:

arêtes latérales disposées horizontalement

multiples orifices

partie inférieure de la coque de boîtier dépasse des parties frontales

parties frontales convexes

Page 33: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 33

Décision de l’OHMI

●nouveauté (+)

●caractère individuel (+):

« Les caractéristiques distinctives des plafonniers litigieux donnent à l’utilisateur informé des impressions globales différentes. Les orifices pratiqués dans la coque de boîtier et ses parties frontales induisent une utilisation moindre de matériel et confèrent une plus grande légèreté à la structure du plafonnier… »

Page 34: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 34

Distributeur de composition antiseptique pour la peau  (http://oami.eu.int/pdf/design/invaldec/ 22454-0001-fr.pdf)

modèle contesté: modèle antérieur:

tête en forme de coin

tête en forme de cylindre

Page 35: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 35

Décision de l’OHMI

●nouveauté (+)

●caractère individuel (+):

« Sachant que la structure de base d’un tel dispositif médical résulte de sa fonctionnalité, l’utilisateur averti concentre son attention sur des caractéristiques que n’implique pas nécessairement cette fonction… L’utilisation d’une même forme géométrique pour la tige et la tête génère une impression d’ensemble différente de l’association de deux formes différentes... »

Page 36: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 36

EU Gerecht 18 maart 2010, zaak T-9/07, Mon Graphic/BHIM (PepsiCo)●begrip ‘vrijheid van de ontwerper’

•‘…hoe meer de vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het betwiste model beperkt is, hoe meer kleine verschillen tussen de betrokken modellen kunnen volstaan om bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk te wekken.’ (punt 72)

•Andersom dus: hoe meer vrijheid de ontwerper heeft, hoe meer afstand is vereist om van een andere algemene indruk te kunnen spreken

Page 37: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 37

Vrijheid “sterk beperkt” (zaak Mon Graphic)

Veel kenmerken gemeenschappelijk aan alle “pogs”/”rappers”:

•voor dit type voortbrengsel „het paradigma louter een platte of bijna platte kleine schijf zal zijn, waarop afbeeldingen in kleur kunnen worden gedrukt en die in het midden dikwijls bol is, waardoor een geluid wordt geproduceerd wanneer een kind met zijn vinger op het middelpunt van de schijf duwt”

•„een ‚rapper’ zonder deze kenmerken weinig kans heeft om op de markt te worden aanvaard”.

●Het gaat om goedkope artikelen die aan veiligheidsnormen voor kinderen dienen te beantwoorden

●De artikelen moeten kunnen worden toegevoegd aan de producten die zij promoten

Page 38: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 38

Vrijheid “betrekkelijk groot” (zaak Shenzhen)

●Ter vervulling van zijn wezenlijke functie dient een communicatie-eenheid te beschikken over verschillende elementen die ook in het model aanwezig zijn

●De vereisten zien echter slechts op de aanwezigheid van deze elementen in de conferentie-eenheid, maar beïnvloeden niet in belangrijke mate de configuratie ervan, en dus de vorm en het algemene voorkomen van de conferentie-eenheid zelf. In het bijzonder blijkt niet dat een scharnierend element noodzakelijk is om een of andere functie van het apparaat te verzekeren.

●Bovendien: vele voorbeelden uit het vormgevingserfgoed die er anders uit zien.

Page 39: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 39

EU Gerecht 18 maart 2010, zaak T-9/07, Mon Graphic/BHIM (PepsiCo)●‘…dat de mate van vrijheid van de ontwerper bij

de ontwikkeling van het model onder meer wordt bepaald door beperkingen als gevolg van het feit dat de technische functie van het voortbrengsel of een deel daarvan bepaalde kenmerken oplegt, of door de wettelijke voorschriften die voor het voortbrengsel gelden. Deze beperkingen leiden tot een normalisatie van bepaalde kenmerken, die aldus gemeenschappelijk worden voor alle op het betrokken voortbrengsel toegepaste modellen.’ (punt 67)

Page 40: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Page 40

EU Gerecht 9 oktober 2011, Kwang Yang Motors/Honda ●bestaande vrijheid moet echter ook worden gebruikt

‘The greater the designer’s freedom in developing the challenged design, the less likely it is that minor differences between the designs at issue will be sufficient to produce a different overall impression on an informed user.’‘Conversely, the more the designer’s freedom in developing the challenged design is restricted, the more likely minor differences between the designs at issue will be sufficient to produce a different overall impression on an informed user.’ ‘Therefore, if the designer enjoys a high degree of freedom in developing a design, that reinforces the conclusion that the designs which do not have significant differences produce the same overall impression on an informed user.’

Page 41: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 41

Vrijheid van de ontwerper

production costs, consumer demand,

ergonomic factors?

Page 42: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 42

Case study: Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)

Page 43: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 43

De algemene indruk

●Bij de beoordeling van de algemene indruk moet rekening worden gehouden met de volgende parameters:

•de geïnformeerde gebruiker

•de mate van vrijheid van de ontwerper

•punten van overeenstemming en verschil t.o.v. het vormgevingserfgoed

•technische/functionele eisen

Page 44: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 44

EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●het litigieuze Shenzhen Gemeenschapsmodel:

Page 45: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 45

EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●basis voor de nietigheidsvordering van Bosch: eerdere

publicatie in WIPO gazette en reclame:

Page 46: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 46

EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●combinatie van verschillende bronnen

t.a.v. de publicatie van het oudere model mogelijk?‘De verplichting om de door de betrokken modellen gewekte algemene indrukken te vergelijken, sluit niet uit dat rekening wordt gehouden, als weergaven van eenzelfde ouder model, met elementen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld op verschillende manieren, in het bijzonder enerzijds door de publicatie van een inschrijving, en anderzijds door de voorstelling aan het publiek van een voortbrengsel waarin het ingeschreven middel is verwerkt.’ (punt 25)

Page 47: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 47

EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●begrip ‘geïnformeerde gebruiker’

‘Het bijvoeglijke naamwoord „geïnformeerd” suggereert voorts dat de gebruiker, zonder een ontwerper of een technisch deskundige te zijn, de in de betrokken sector bestaande verschillende modellen kent, een zekere kennis bezit met betrekking tot de elementen die deze modellen over het algemeen bevatten, en door zijn belangstelling voor de betrokken voortbrengselen blijk geeft van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik ervan.’ (punt 47)

●hier: iemand die regelmatig aan conferenties deelneemt (punt 50)

Page 48: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 48

EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●beoordeling ‘vrijheid van de ontwerper’

‘Met betrekking tot de vermeende algemene tendens waarbij de voorkeur wordt gegeven aan kleine, vlakke en rechthoekige apparaten […] dient te worden opgemerkt dat de vraag of een model een algemene tendens inzake vormgeving volgt, hooguit relevant is voor de esthetische perceptie van het betrokken model en dus eventueel een invloed kan hebben op het commerciële succes van het voortbrengsel...’

‘Daarentegen is deze vraag irrelevant in het kader van het onderzoek van het eigen karakter van het betrokken model, dat erin bestaat na te gaan of de door dit model gewekte algemene indruk verschilt van de algemene indruk die wordt gewekt door modellen die eerder beschikbaar zijn gesteld, los van esthetische of commerciële overwegingen.’ (punt 58)

Page 49: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 49

EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●beslissend

•rechthoekige behuizing

•scharnierende rechthoekige luidspreker

•paneel met verschillende knopjes en schermen

•scharnierende microfoon met hals, die links is geplaatst (punt 63)

= dezelfde algemene indruk

●het litigieuze model dus nietig

●zie ook: EU Gerecht 6 oktober 2011, Ivars/BHIM (reduceertoestellen)

Page 50: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 50

●Bovendien: gestileerde versiering op de klep van de luidspreker

●Maar: bij gebruik van de conferentie-eenheid wordt de luidspreker rechtop gezet om zijn functie te kunnen vervullen. Versiering zit dus op de achterkant van het apparaat, en dus buiten het onmiddellijke gezichtsveld van de gebruiker.

=geen grote impact op de perceptie van de gebruiker.

●Dus: versiering weegt niet op tegen overeenstemmingen; geen eigen karakter (punten 70-73)

+ =

Aanbrengen versiering voldoende?

Page 51: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 51

Openbaarmaking (ingeschreven Gemeenschapsmodel)

Page 52: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 52

Centraal begrip

nieuw

beslissend: beschikbaar stellen aan

publiek

eigen karakter

beslissend: beschikbaar stellen aan

publiek

Page 53: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 53

“… indien dit gepubliceerd is na inschrijving of op andere

wijze, of tentoongesteld, in de handel gebracht of anderszins

openbaar gemaakt is […], tenzij deze feiten bij een normale gang van zaken redelijkerwijs niet ter kennis konden zijn gekomen van

ingewijden in de betrokken sector die in de Gemeenschap

werkzaam zijn.”

‘Openbaarmaken’ (art. 7 lid 1 Vo.)

Page 54: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

absoluut (wereldwijd)

relatief (landelijk)

positie tussen deze twee uitersten

Noch absoluut noch relatief begrip

●wel wereldwijd toepasselijk: publicatie ergens in de wereld kan schadelijk zijn

●maar toch beperkt: beslissend is uiteindelijk de potentiële kennis van ingewijden in de EU

Page 55: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 55

Dorpsmarkt in China

Page 56: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 56

Krant in Afrika

Page 57: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 57

“Het model wordt echter niet geacht voor het publiek

beschikbaar te zijn gesteld, louter omdat het onder

uitdrukkelijke of stilzwijgende voorwaarde van

geheimhouding aan een derde bekendgemaakt is.”

Geheimhouding (art. 7 lid 1 Vo.)

Page 58: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 58

Grace period (art. 7 lid 2 Vo.)

●openbaarmaking niet relevant indien•‘door de ontwerper, zijn rechtverkrijgende of een

derde op basis van door de ontwerper of diens rechtverkrijgen-de verstrekte informatie of genomen maatregelen’

•‘gedurende het tijdvak van twaalf maanden voorafgaande aan de datum van indiening van de aanvrage of […] de datum van voorrang.’

●redenen voor openbaarmaking niet relevant (testen marktsucces mogelijk)

●bescherming als niet-ingeschreven model tijdens de grace period mogelijk

Page 59: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 59

“Lid 2 [grace period] is eveneens van toepassing

wanneer het model ten gevolge van misbruik jegens

de ontwerper of diens rechtverkrijgende voor het

publiek beschikbaar is gesteld.”

Misbruik (art. 7 lid 3 Vo.)

Page 60: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 60

Openbaarmaking (niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel)

Page 61: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 61

“Een model dat aan de in afdeling 1 vastgestelde

voorwaarden voldoet, wordt gedurende drie jaar met ingang van de datum waarop het model

voor het eerst binnen de Gemeenschap voor het publiek beschikbaar is gesteld, als niet-

ingeschreven Gemeenschapsmodel

beschermd.”

Beschikbaarstelling in de Gemeenschap (art. 11 lid 1 Vo.)

Page 62: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 62

“Overeenkomstig artikel 11 wordt een model dat niet

openbaar is gemaakt op het grondgebied van de Gemeenschap, niet

beschouwd als een niet-geregistreerd

Gemeenschapsmodel.”

Beschikbaarstelling in de Gemeenschap (art. 110bis lid 5 Vo.)

Page 63: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

absoluut (wereldwijd)

relatief (landelijk)

relatief openbaarmakingsbegrip

Verschuiving naar relatief openbaarmakingsbegrip

●bescherming als niet-ingeschreven model vergt beschikbaar stellen binnen de Gemeenschap

●openbaarmaking buiten de Gemeenschap blijft buiten beschouwing

Page 64: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 64

BGH 9 oktober 2008, zaak I ZR 126/06, Gebäckpresse●in geding: model van een bedrijf in Hong

Kong voor een gebakpers

•ingeschreven in China

•maar niet in de EU

●nagebootst door bedrijf in Duitsland

●inbreuk op niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel?

●inschrijving alsnog mogelijk?

Page 65: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 65

BGH 9 oktober 2008, zaak I ZR 126/06, Gebäckpresse●dilemma!

•inschrijving in China onvoldoende voor verkrijgen van bescherming als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel (relatief openbaarmakingsbegrip)

•tevens nieuwheidsschadelijk t.o.v. inschrijving als Gemeenschapsmodel (absoluut openbaarmakingsbegrip

●oplossing: inschrijving binnen de grace period van 12 maanden

Page 66: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 66

Uitgesloten modellen

Page 67: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 67

“Een recht op een Gemeenschapsmodel geldt

niet voor de uiterlijke kenmerken van een

voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie

worden bepaald.”

Technisch bepaald (art. 8 lid 1 Vo.)

Page 68: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 68

Afbakening van het domein van techniek

techniekcommercie

cultuur

octrooirechtmerkenrecht

auteursrecht

modellenrecht

Page 69: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 69

Equivalente alternatieven relevant?

Page 70: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 70

HvJ EU 14 september 2010, zaak C-48/09P, Lego/Mega Brands●beoordeling op basis van uitsluiting van

functionele vormen in het merkenrecht

●alternatieven niet relevant‘…dat deze [bepaling] in de weg staat aan inschrijving van elke vorm die, wat de wezenlijke kenmerken ervan betreft, uitsluitend bestaat uit de vorm van de waar die technisch de oorzaak is van en voldoende is voor het verkrijgen van de beoogde technische uitkomst, zelfs indien deze uitkomst kan worden verkregen door andere vormen die dezelfde of een andere technische oplossing gebruiken.’ (punt 50)

Page 71: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 71

HvJ EU 14 september 2010, zaak C-48/09P, Lego/Mega Brands●merkenrechtelijke voorwaarde van

‘uitsluitend’ bestaan uit een vorm die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect betekent‘…dat aan deze voorwaarde is voldaan wanneer alle wezenlijke kenmerken van de vorm beantwoorden aan de technische functie. De aanwezigheid van niet-wezenlijke kenmerken zonder technische functie is in dit verband irrelevant.’ (punt 51)

●impact op modellenrechtelijke voorwaarde van ‘uitsluitend’ technisch bepaald?

Page 72: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 72

Uitsluitend technisch bepaald

●Vzr. Rb. Den Haag 18-9-2009, Easy Sanitary Solutions/l-drain

•Uitzondering geldt alleen als technische overwegingen beslissend zijn

●Hof Den Haag 24-2-2009, Carmo/Reich

•Uitzondering technisch bepaalde modellen heeft zelfde strekking als Philips/Remington

•daaruit volgt dat alternatieven niet relevant zijn (zoals nu bevestigd in Lego/Mega Brands)

Page 73: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Uitsluitend technisch bepaald

●Vzr Den Haag 14-3-2012, Fat Boy / Garden Impressions

- Technisch kenmerk wel beschermd als het op een specifieke, niet technisch noodzakelijke wijze is uitgevoerd

- In casu waren dergelijke kenmerken niet aanwezig

- Dat er technische alternatieven voorhanden zijn zegt niet automatisch dat technisch kenmerk voor bescherming in aanraking komt.

●Vzr Den Haag 4-10-2012, IBC/ Koti

- dat een technisch kenmerk alsnog voor bescherming in aanmerking komt indien er technische alternatieven voorhanden zijn, wordt voorshands als onjuist aangemerkt Vgl. HvJ EU 14 september 2010 (Lego/BHIM)

Page 74: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 74

“Een Gemeenschapsmodel geldt niet voor de uiterlijke kenmerken

van een voortbrengsel die noodzakelijkerwijs in precies dezelfde vorm en afmetingen

gereproduceerd moeten worden om het voortbrengsel waarin het model verwerkt is of waarop het

toegepast is, mechanisch met een ander voortbrengsel te kunnen

verbinden…”

Must-fit (art. 8 lid 2 Vo.)

Page 75: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 75

“In afwijking van lid 2 kan een model dat tot doel heeft binnen

een modulair systeem de meervoudige samenvoeging of

verbinding van onderling verwisselbare voortbrengselen

mogelijk te maken, onder de in de artikelen 5 en 6 gestelde

voorwaarden als Gemeenschapsmodel worden

beschermd.”

Lego exceptie (art. 8 lid 3 Vo.)

Page 76: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 76

“…bestaat er geen bescherming als Gemeenschapsmodel voor een

model dat een onderdeel vormt van een samengesteld

voortbrengsel dat in de zin van artikel 19, lid 1, wordt gebruikt

voor de reparatie van dit samengestelde voortbrengsel om

het de oorspronkelijke uiterlijke kenmerken terug te geven.”

Must-match (art. 110 lid 1 Vo.)

Page 77: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 77

Overlappende uitsluitingen?

must-fit

interoperability

mechanische verbinding

must-match

repairability

herstel van uiterlijke

kenmerken

Page 78: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 78

Interoperability

Page 79: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 79

Repairability

Page 80: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Discussie over onderdelen

●markt niet in alle lidstaten geliberaliseerd

●art. 14 Modellenrichtlijn biedt lidstaten vrijheid om traditionele regelingen te handhaven

●rapport van de Commissie heeft tot een voorstel tot verdere liberalisering geleid (14-09-2004)

●discussie hierover nog gaande

●let op: uitsluiting onderdelen (art. 110 Vo.) is geen nietigheidsgrond in de zin van art. 25 Vo.; onderdelen worden dus gewoon ingeschreven, zijn echter niet als zodanig beschermd

Page 81: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 81

Inschrijvingsstrategienadenken over

nationale inschrijvinge

n

Page 82: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 82

Aanvraagprocedure

Page 83: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Aanvraagprocedure

●Aanvraag indienen bij OHIM in Alicante of bij het Bureau van een lidstaat (in de Benelux het BBIE)•duidelijke afbeeldingen die de nieuwe vormgevings-

kenmerken laten zien

•duidelijke afbeeldingen van elementen die te beschermen zijn

•Duidelijke omschrijving

- zelfs als OHIM die niet wil accepteren

- vooral uitleg stippellijnen kan raadzaam zijn

Page 84: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 84

“De aanvrage om een ingeschreven

Gemeenschapsmodel moet bevatten:

a) een verzoek tot inschrijving;b) gegevens op grond waarvan de

aanvrager geïdentificeerdkan worden;

c) een voor reproductie geschikte afbeelding van het model

[specimen].”

Verkrijgen indieningsdatum (art. 36 lid 1 Vo.)

Page 85: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Aanvraagprocedure

●Eventueel meervoudige aanvraag•moet wel nut hebben (kostenbesparing ondanks

additionele taks)

•betrokken voortbrengselen moeten behoren tot dezelfde klasse van de internationale Locarno classificatie

•uitzondering: versieringen

●beroep op recht van voorrang (eerdere aanvrage, art. 41 Vo.; tentoonstelling, art. 44 Vo.)

●overwegen opschorting publicatie•30 maanden vanaf prioriteit

•standaardvoorbeeld: kledingindustrie

Page 86: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Aanvraagprocedure

●Bij gebreken in de aanvraag stelt OHIM fatale termijn voor herstel.

●ambtshalve toetsing•voortbrengsel als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a Vo.

•strijd met openbare orde of goede zeden

•geen toetsing nieuwheid en eigen karakter

●geen oppositie, wel verzoek tot nietigverklaring•art. 25 Vo. biedt ruime catalogus nietigheidsgronden

•geen termijn

•ook in de vorm van nietigheidsverweer in een inbreukprocedure

Page 87: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Aanvraagprocedure

●beroep tegen beslissing van Cancellation Division•termijn: 2 maanden

•beroep bij Board of Appeal

●hoger beroep bij EU Gerecht tegen beslissing van Board of Appeal•termijn: 2 maanden

•geen mogelijkheid om nieuw bewijs in te dienen!

●hiertegen beroep bij Hof van Justitie•alleen voor rechtsvragen

•geen feitelijke punten

Page 88: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Overzicht beschermingsduur●Niet-ingeschreven model: 3 jaar vanaf

terbeschikkingstelling

●Ingeschreven model: 5 x 5 = 25 jaar

●Auteursrecht: 70 jaar na dood maker•eigen karakter, persoonlijk stempel van de maker

●Slaafse nabootsing: onbeperkt•eigen positie in de markt, nodeloze verwarring

●Merkrecht (beeldmerk, vormmerk): onbeperkt•onderscheidend vermogen, inburgering, bekend

merk

•wel gebruiksverplichting

Page 89: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 89

Exclusieve rechten

Page 90: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 90

De rol van de inschrijving bij inbreuk● Vzr. Rb. Den Haag 27 januari 2010, Bocci Design/Ni Hao Trading

• Uit het modelrecht blijkt niet dat de lamp gemaakt is van massief glas met luchtbelletjes, die een waterig lichteffect geven• te beschermen kenmerken worden onvoldoende in beeld gebracht• oplossing: foto’s in plaats van tekeningen

•ingeschreven maar toch geen bescherming!

Page 91: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 91

De rol van de inschrijving bij inbreuk● Voorshands is de lamp van Ni Hao aan te merken als een nabootsing van Lamp 14: bij beide lampen gaat het om een hanglamp bestaande uit een massief glazen bolvorm.● Nadere beschouwing leert echter ook dat er belangrijke verschillen zijn; het belangrijkste wellicht de aan/afwezigheid van vele kleine bubbels (waterig lichteffect)● Verschillen nemen mogelijke verwarring weg (dus ook geen beroep op slaafse nabootsing).

Page 92: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

De rol van de inschrijving bij inbreuk

●Rb. Den Haag 21-10-2009, Bloom/Groove Garden•Dat de lamp is aangebracht in een dubbele bodem blijkt

niet uit het depot.

•Evenmin blijkt uit de omschrijving het gelijktijdig dubbel gebruik als bloempot en lamp.

Page 93: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 93

“Onder dit gebruik wordt met name

verstaan het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of gebruiken

van een voortbrengsel waarin het model is verwerkt of waarop het is toegepast, alsmede het voor deze

doeleinden in voorraad hebben van dat voortbrengsel.”

Exclusief gebruiksrecht (art. 19 lid 1 Vo.)

Page 94: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 94

“De door een Gemeenschapsmodel

verleende beschermingomvat elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker

geenandere algemene indruk

wekt.”

Draagwijdte (art. 10 lid 1 Vo.)

Page 95: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 95

HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic●maar niet noodzakelijkerwijs rechtstreekse

vergelijking

‘…maar is het niet uitgesloten dat een dergelijke vergelijking niet mogelijk is of in de betrokken sector ongebruikelijk is, met name wegens specifieke omstandigheden of wegens de kenmerken van de voorwerpen waarop de betrokken modellen betrekking hebben.’ (punt 55)

●rechter dus niet gehinderd om uit te gaan van onvolmaakte herinnering

Page 96: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 96

“Bij het beoordelen van de draagwijdte van de

bescherming wordt rekening gehouden met de mate van

vrijheid vande ontwerper bij de

ontwikkeling van het model.”

Draagwijdte (art. 10 lid 2 Vo.)

Page 97: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

voorwaarden voor rechts-verkrijging

maatstaf voor beoordeling draagwijdte

Consistent gebruik criteria

Page 98: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Behoefte aan vrijhouding

● Vzr. Den Haag 24-8-2011, Apple / Samsung•Uitsluitend uiterlijke kenmerken uit

modelinschrijving meegewogen

•Combinatie van bekende elementen, deels technisch bepaald

•Minimalistisch ontwerp volgt techniek en ergonomie

•Ongerechtvaardigd concurrentie- voordeel

•Beschermingsomvang dan beperkt tot “werkelijke ontwerpelementen”

•Kritiek: fundamentele miskenning van de prestatie van de ontwerper

Page 99: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Behoefte aan vrijhouding●Vzr. Den Haag 24-8-2011, Apple / Samsung

‘Een modelrecht op een “minimalistisch” ontwerp bergt (..) inherent het probleem in zich dat concurrenten in feite gedwongen worden om minder optimale keuzes te maken (lees: zij moeten feitelijk onnodige franje aan hun ontwerp toevoegen om buiten de bescherming van het model te blijven), hetgeen een concurrentievoordeel oplevert voor een modelhouder die (toevallig) zijn concurrenten de loef af stak met registratie van een model voor een bepaald segment producten, zoals de tablet computer.’

‘Dat concurrentievoordeel is vanuit modelrechtelijk oogpunt ongerechtvaardigd omdat het niet zozeer een gevolg is van ontwerpersarbeid als wel een gevolg van het feit dat de betrokken houder als eerste het (nauwsluitende) uiterlijk van een nieuw segment producten weet te registreren. Dit betekent wellicht niet dat het modelongeldig is maar wel dat de daaraan te verlenen bescherming niet groot mag zijn en beperkt moet zijn tot de werkelijke ontwerpelementen van het model.’

Page 100: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 100

“Apple has established a

strong case on the merits.” (Alsnog

verbod opgelegd.)

Northern District of California 26 juni 2012, Apple / Samsung

Page 101: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Beperkingen (artt. 20 en 21 Vo.)

●communautaire uitputting

●gebruik in de particuliere sfeer en voor niet-commerciële doeleinden

●gebruik voor experimentele doeleinden (vgl. octrooirecht)

●reproductie ter illustratie of voor onderricht (vgl. auteursrecht)

●in een derde land geregistreerde vaartuigen en luchtvaartuigen die zich tijdelijk op het grondgebied van de Gemeenschap bevinden

Page 102: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 102

●Eerdere merkrechten

Page 103: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 103

Nietigheidsgronden limitatief

Artikelen 3.23 BVIE en 25 Vo. bevatten nietigheidsgronden

●Naast “niet-nieuw” en “geen eigen karakter”, onder meer:

•géén tekening of model

•uitsluitend technisch bepaald

•strijd met ouder merk/auteursrecht

Page 104: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 104

Strijd met ouder merk

●EU Gerecht 12 mei 2010, zaak T-148/08, Beifa Group / OHIM, Schwan-Stabilo Schwanhäußer•Nietigheidsprocedure tegen een ingeschreven

gemeenschapsmodel op basis van een ouder ingeschreven merk. De houder van een ouder merk kan ook een vordering tot nietigverklaring van een later gemeenschapsmodel instellen wanneer in dat model gebruik wordt gemaakt van een met zijn merk overeenstemmend teken en dus niet alleen indien dat teken identiek is aan zijn merk.

Page 105: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Page 105page 105

Strijd met ouder merk

●HvJ EU 18 oktober 2012, zaak C-101/11P en C-102/11P, Neuman / Baena Grupo• Gemeenschapsmodel niet nietig op grond van ouder

Gemeenschapsmerk: verschil in gelaatsuitdrukking een wezenlijk kenmerk dat de geïnformeerde gebruiker (jongeren, kinderen, gebruikers van drukwerken) bijblijft

• Onvolmaakte herinnering van de gewekte algemene indruk

Page 106: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 106

●Cumulatie met auteursrecht

Page 107: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 107

techniekcommercie

cultuur

octrooirechtmerkenrecht

auteursrecht

modellenrecht

Samenloop met het auteursrecht

Page 108: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Page 108

Technisch / functionele elementen

• Trekken die louter worden gekenmerkt door technische functie voldoen niet aan het oorspronkelijkheidscriterium HvJ EU 22/12/10 (Softwarova)

• Zie ook Rb Den Haag, 7 december 2011, Bodum / Ten Berg

• Technisch bepaald: Rb Utrecht, 22 februari 2012, ACS/ Terwa (trekhaak)

• Hof Leeuwarden, 5 juni 2012, Nautavorm/ Oei (voetenplank)

• Geen ruime beschermingsomvang bij gebruiksvoorwerpen, inbreuk als niet louter de functionaliteit beschermde trekken zijn overgenomen (Hof Amsterdam 22 november 2011, Dyson/ Royal Appliance). Geen inbreuk

Page 109: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Page 109

Technisch / functionele elementen

• Rb Den Haag 24 oktober 2011, Lego / Banbao: “vormgevingskeuzes die Lego heeft gemaakt bij het ontwerp van haar minifiguur zijn niet technisch bepaald en evenmin ingegeven door de anatomie van de mens.”

• Hof Arnhem, 25 september 2012, Rubik/ BeckxGeen bescherming voor de kale Rubik’s Cube: kubusvorm

als zodanig en concrete elementen zijn technisch functioneel bepaald

Wel bescherming voor creatieve keuze voor combinatie 6 gekleurde vlakken

Page 110: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Page 110

Technisch / functionele elementen

• Hof Arnhem, 12 juni 2012, Fashion Box / Vingino

● Spijkerjurk voldoet niet aan auteursrechtelijke werktoets (eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijke stempel van de maker)

● Elementen zijn overwegend functioneel bepaald en liggen (daarmee) deels (zeer) voor de hand

Page 111: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Page 111

Inbreukcriteria in het auteursrecht: voorbeeld Nederland

Page 112: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Page 112

Hof Den Haag 31 mei 2011, Hauck/Stokke

●Bijzondere regels t.a.v. inbreukcriteria

●Toepassing totaalindrukken-criterium

‘Het door de Hoge Raad aanvaarde

‘totaalindrukken’-criterium geldt, naar wordt

aangenomen, alleen voor voorwerpen van

toegepaste kunst. Bij werken van literatuur en

(zuivere) kunst levert overname van één

auteursrechtelijk beschermd element reeds

inbreuk op, ook als de totaalindrukken totaal

verschillende zijn.’ (rov. 1.3)

Page 113: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Page 113

Hof Den Haag 31 mei 2011, Hauck/Stokke

●Maar: overeenkomst van totaalindrukken is

iets anders dan verwaaringsgevaar

●Hier: niettemin ruime beschermingsomvang

●Overname van één beschermd element

voldoende

‘Dit neemt niet weg dat in het zijaanzicht van

de ALPHA-stoel, als onderdeel van de A-vorm,

tevens de L-vorm ligt besloten.’ (rov. 1.5)

Page 114: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 114

Vermogensrecht

Page 115: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 115

Rechthebbende

●Werkelijke ontwerper

●Werkgever (3.8 lid 1 BVIE en 14 lid 3 Vo.)

●Opdrachtgever (3.8 lid 2 BVIE)•Niet voor gemeenschapsmodellen, HvJ EU 2 juli

2009, FEIA/Cul de Sac:Het Hof oordeelt dat artikel 14 lid 3 Vo. niet van toepassing is op een in opdracht ontworpen gemeenschapsmodel. De wetgever heeft namelijk doelbewust gekozen voor de termen ‘werkgever’ en ‘werknemer’ en niet voor de veel ruimere termen ‘opdrachtgever’ en ‘opdrachtnemer’. Het recht komt derhalve toe aan de ontwerper. Op basis van lid 1 van artikel 14 kan het model ook overgaan op een ‘rechtsverkrijgende’, maar deze bepaling ziet alleen op overdracht bij overeenkomst.

Page 116: Bbmm/fbmm Europees modellenrecht Prof. Martin Senftleben 15 februari 2013

Thank you●[email protected]

Bird & Bird LLP is a limited liability partnership, registered in England and Wales with registered number 0C340318 and is authorised and regulated by the Solicitors Regulation Authority. Its registered office and principal place of business is at 15 Fetter Lane, London EC4A 1JP.

Bird & Bird is an international legal practice comprising Bird & Bird LLP and its affiliated and associated businesses and has offices in the locations listed on our web site: twobirds.com. The word “partner” is used to refer to a member of Bird & Bird LLP or an employee or

consultant, or to a partner, member, director, employee or consultant in any of its affiliated and associated businesses, who is a lawyer with equivalent standing and qualifications. A list of members of Bird & Bird LLP, and of any non-members who are designated as partners and of

their respective professional qualifications, is open to inspection at the above address.

www.twobirds.com