bbmm/fbmm Europees
modellenrechtProf. Martin Senftleben
15 februari 2013
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 2
Overzicht intellectuele eigendom
techniekcommercie
cultuur
octrooirechtmerkenrecht
auteursrecht
modellenrecht
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 3
Deel 1 – ratio
Deel 2 – object van bescherming
Deel 3 – aanvraagprocedure
Deel 4 – exclusieve rechten
Deel 5 – verhouding met merkenrecht en auteursrecht
Deel 6 – vermogensrecht
Inleiding
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 4
Ratio van bescherming
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 5
Concurrentievrijheid en modellenrecht
vrijheid van nabootsing
beschermde modellen
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 6
‘natuurlijke’ periode van marktexclusiviteit
voorsprong door hoogwaardig product design
‘verlengde’ marktexclusiviteit via modellenrecht
beschermde tekening/beschermd model
●stimulering van esthetische innovatie
●investeringen kunnen worden terugverdiend
●vergoeding van intellectueel werk
Ratio
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 7
Europese wetgeving
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 8
Europese wetgeving
●Verordening (EG) 6/2002 betreffende Gemeenschapsmodellen
• Inwerkingtreding 6-3-2002
•Vanaf die dag niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel
●Uitvoeringsverordening Gemeenschapsmodel (EG) 2245/2002
•Aanvraag, vernieuwing, afstand, etc.
• Inwerkingtreding 24-12-2002
●Richtlijn 98/71/EG inzake de rechtsbescherming van modellen
•Uiterste implementatiedatum 28-10-2001
•Geïmplementeerd in BTMW 1-12-2003
•Gecodificeerd in BVIE
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 9
Wat is Europees Modellenrecht?
●Het recht met betrekking tot het Gemeenschapsmodel, zoals dat uitputtend is geregeld in de Verordeningen
• Ingeschreven Gemeenschapsmodel
•Niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel
●Het nationale of regionale (Benelux) modelrecht, voor zover dat is geharmoniseerd door de Richtlijn
●De jurisprudentie van het Algemeen Gerecht (voorheen Gerecht van Eerste Aanleg) en het Hof van Justitie, die zowel geldt voor de Verordening als de Richtlijn
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 10
Europees vs. nationaal modellenrecht
●Materieel modellenrecht is vergaand geharmoniseerd
●Wat voor nationaal modellenrecht geldt, is in het algemeen ook van toepassing op Europees modellenrecht
●Nog weinig Europese jurisprudentie
●Weinig nationale jurisprudentie over materiële vragen
●Veel jurisprudentie over handhaving (van belang voor advisering van cliënt: wat kun je met je recht?)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 11
Object van bescherming
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 12
Tekening (2D)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 13
Model (3D)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 14
“…de verschijningsvorm van een voortbrengsel of een deel
ervan, die wordt afgeleid uit de kenmerken van met name
de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur en/of de materialen van het voortbrengsel zelf en/of de
versiering ervan.”
Definitie ‘model’ (art. 3 sub a Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 15
“…elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd
voorwerp, met inbegrip van onder meer onderdelen die zijn
bestemd om tot een samengesteld voortbrengsel te
worden samengevoegd, verpakkingen, uitvoering,
grafische symbolen en typografische lettertypen, doch
niet computerprogramma's.”
Definitie ‘voortbrengsel’ (art. 3 sub b Vo.)
van koppeling
aan bepaald voortbrengse
l
naar abstracte bescherming
van het uiterlijk?
Link tussen uiterlijk en voortbrengsel
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 17
Link tussen uiterlijk en voortbrengsel
Oud recht (BTMW):
●“voortbrengsel met een gebruiksfunctie”
●nieuwheidsvereiste kan niet los worden gezien van de gebruiksfunctie van het model (HR 10 maart 1995, Kinderkapperstoel) – directe link tussen het uiterlijk en het voortbrengsel waar het om gaat
Europees recht:
●gebruiksfunctie géén vereiste voor modelbescherming
●het uiterlijk zelf staat centraal bij verkrijgen van bescherming
●maar: is link tussen uiterlijk en voortbrengsel hiermee ook daadwerkelijk doorbroken?
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 18
De aanvrage van Pepsico
Het oudere model van Mon Graphic
● ex art. 36 lid 2 Vo. moet de aanvraag van een model een opgave bevatten van de voortbrengselen waarin het model wordt toegepast
● voortbrengsel volgens aanvrage:
“reclamemateriaal voor spellen”
● ouder model ingeschreven voor:
“metalen schijfje voor spellen”
● feitelijk betreffen beide modellen “pogs”, “rappers”, “tazos”
EU Gerecht 18 maart 2010, zaak T-9/07, Mon Graphic/PepsiCo
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 19
De aanvrage van Pepsico
Het oudere model van Mon Graphic
● Bij de vaststelling van het voortbrengsel moet met de opgave rekening worden gehouden
● maar ook met het model zelf, voor zover daaruit de aard van het voortbrengsel, de bestemming of de functie blijkt
● beoordeling dus vanuit het perspectief van gebruikers van “pogs” / “rappers” / “tazos”
Link tussen uiterlijk en voortbrengsel
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 20
HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic●het is legitiem om de daadwerkelijk
verhandelde voortbrengselen te vergelijken
‘…geen sprake van een onjuiste rechtsopvatting wanneer bij de beoordeling van de algemene indruk die door de betrokken modellen wordt gewekt, de daadwerkelijk verhandelde voortbrengselen waarop deze modellen betrekking hebben, in aanmerking worden genomen.’ (punt 73)
Hof Den Haag, 17 mei 2011, I-drain/ESS
•Nieuwe gebruiksfunctie van een bestaand model rechtvaardigt niet direct zelfstandige modelbescherming
•mede in aanmerking genomen dat niet (zoals voorheen in de oude BTMW) de eis wordt gesteld dat een voortbrengsel om voor modelbescherming in aanmerking te komen een gebruiksfunctie moet hebben
•Onafhankelijk van die beslissing komt het hof tot de conclusie dat het model in beginsel nietig is, omdat het, in vergelijking met oudere voor afvoergoten bestemde roosters (bijvoorbeeld voor koeienstallen), niet meer als nieuw kan worden aangemerkt.
Page 21
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 22
“…een voortbrengsel dat bestaat uit meerdere
onderdelen die vervangen kunnen worden, zodat het
voortbrengsel uit elkaar gehaald en weer in
elkaar gezet kan
worden.”
Definitie ‘samengesteld voortbrengsel’ (art. 3 sub c Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 23
Samengesteld voortbrengsel
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 24
Beschermingsvoorwaarden
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 25
Art. 4 lid 1 Vo.
nieuw
(common law traditie)
eigen karakter
(civil law traditie)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 26
Nieuwheid: specifieke kenmerken
●‘…indien geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld.’ (art. 5 lid 1 Vo.)
●identiek ‘…indien de kenmerken [van modellen] slechts in onbelangrijke details verschillen.’
●te beoordelen op welk moment?•ingeschreven Gemeenschapsmodel: datum
indiening van de aanvrage/datum van voorrang
•niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel: datum van eerste beschikbaarstelling aan publiek
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 27
Eigen karakter: globale vergelijking
●‘…indien de algemene indruk die het [model] bij de geïnformeerde gebruiker wekt, verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door modellen die [eerder] voor het publiek beschikbaar zijn gesteld.’ (art. 6 lid 1 Vo.)
●rekening houdende ‘…met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model.’
●dezelfde regels betreffende het moment van beoordeling
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 28
HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic●begrip ‘geïnformeerde gebruiker’
•geen ontwerper of technisch deskundige
•kent de in de betrokken sector bestaande verschillende modellen
•heeft zekere kennis van elementen die deze modellen bevatten
•geeft blijk van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik ervan
•kan niet onderscheiden tussen technische en willekeurige aspecten
gemiddelde consument
deskundige vakman
positie tussen deze twee uitersten
HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic‘…tussen de – op het gebied van het merkenrecht
gehanteerde – gemiddelde consument, van wie geen enkele specifieke kennis wordt verwacht en die de strijdige merken in de regel niet rechtstreeks vergelijkt, en de vakman met grondige technische deskundigheid.’ (punt 53)
HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic‘Het begrip “geïnformeerde gebruiker” kan
derhalve aldus worden opgevat dat het betrekking heeft op een gebruiker die niet slechts gemiddeld, maar in hoge mate aandachtig is, hetzij door zijn persoonlijke ervaring, hetzij door zijn uitgebreide kennis van de betrokken sector.’ (punt 53)
• in casu kind van ongeveer vijf à tien jaar; of
• marketingdirecteur van een onderneming die met “pogs”, “rappers” of “tazos” reclame maakt
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 31
Verschil tussen de voorwaarden?
nieuw
micro perspectief (inzoomen)
objectieve toets
eigen karakter
macro perspectief (uitzoomen)
subjectieve toets
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 32
Plafonniers (http://oami.eu.int/pdf/design/invaldec/18148-0001-fr.pdf)
modèle contesté: modèle antérieur:
arêtes latérales disposées horizontalement
multiples orifices
partie inférieure de la coque de boîtier dépasse des parties frontales
parties frontales convexes
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 33
Décision de l’OHMI
●nouveauté (+)
●caractère individuel (+):
« Les caractéristiques distinctives des plafonniers litigieux donnent à l’utilisateur informé des impressions globales différentes. Les orifices pratiqués dans la coque de boîtier et ses parties frontales induisent une utilisation moindre de matériel et confèrent une plus grande légèreté à la structure du plafonnier… »
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 34
Distributeur de composition antiseptique pour la peau (http://oami.eu.int/pdf/design/invaldec/ 22454-0001-fr.pdf)
modèle contesté: modèle antérieur:
tête en forme de coin
tête en forme de cylindre
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 35
Décision de l’OHMI
●nouveauté (+)
●caractère individuel (+):
« Sachant que la structure de base d’un tel dispositif médical résulte de sa fonctionnalité, l’utilisateur averti concentre son attention sur des caractéristiques que n’implique pas nécessairement cette fonction… L’utilisation d’une même forme géométrique pour la tige et la tête génère une impression d’ensemble différente de l’association de deux formes différentes... »
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 36
EU Gerecht 18 maart 2010, zaak T-9/07, Mon Graphic/BHIM (PepsiCo)●begrip ‘vrijheid van de ontwerper’
•‘…hoe meer de vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het betwiste model beperkt is, hoe meer kleine verschillen tussen de betrokken modellen kunnen volstaan om bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk te wekken.’ (punt 72)
•Andersom dus: hoe meer vrijheid de ontwerper heeft, hoe meer afstand is vereist om van een andere algemene indruk te kunnen spreken
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 37
Vrijheid “sterk beperkt” (zaak Mon Graphic)
Veel kenmerken gemeenschappelijk aan alle “pogs”/”rappers”:
•voor dit type voortbrengsel „het paradigma louter een platte of bijna platte kleine schijf zal zijn, waarop afbeeldingen in kleur kunnen worden gedrukt en die in het midden dikwijls bol is, waardoor een geluid wordt geproduceerd wanneer een kind met zijn vinger op het middelpunt van de schijf duwt”
•„een ‚rapper’ zonder deze kenmerken weinig kans heeft om op de markt te worden aanvaard”.
●Het gaat om goedkope artikelen die aan veiligheidsnormen voor kinderen dienen te beantwoorden
●De artikelen moeten kunnen worden toegevoegd aan de producten die zij promoten
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 38
Vrijheid “betrekkelijk groot” (zaak Shenzhen)
●Ter vervulling van zijn wezenlijke functie dient een communicatie-eenheid te beschikken over verschillende elementen die ook in het model aanwezig zijn
●De vereisten zien echter slechts op de aanwezigheid van deze elementen in de conferentie-eenheid, maar beïnvloeden niet in belangrijke mate de configuratie ervan, en dus de vorm en het algemene voorkomen van de conferentie-eenheid zelf. In het bijzonder blijkt niet dat een scharnierend element noodzakelijk is om een of andere functie van het apparaat te verzekeren.
●Bovendien: vele voorbeelden uit het vormgevingserfgoed die er anders uit zien.
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 39
EU Gerecht 18 maart 2010, zaak T-9/07, Mon Graphic/BHIM (PepsiCo)●‘…dat de mate van vrijheid van de ontwerper bij
de ontwikkeling van het model onder meer wordt bepaald door beperkingen als gevolg van het feit dat de technische functie van het voortbrengsel of een deel daarvan bepaalde kenmerken oplegt, of door de wettelijke voorschriften die voor het voortbrengsel gelden. Deze beperkingen leiden tot een normalisatie van bepaalde kenmerken, die aldus gemeenschappelijk worden voor alle op het betrokken voortbrengsel toegepaste modellen.’ (punt 67)
Page 40
EU Gerecht 9 oktober 2011, Kwang Yang Motors/Honda ●bestaande vrijheid moet echter ook worden gebruikt
‘The greater the designer’s freedom in developing the challenged design, the less likely it is that minor differences between the designs at issue will be sufficient to produce a different overall impression on an informed user.’‘Conversely, the more the designer’s freedom in developing the challenged design is restricted, the more likely minor differences between the designs at issue will be sufficient to produce a different overall impression on an informed user.’ ‘Therefore, if the designer enjoys a high degree of freedom in developing a design, that reinforces the conclusion that the designs which do not have significant differences produce the same overall impression on an informed user.’
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 41
Vrijheid van de ontwerper
production costs, consumer demand,
ergonomic factors?
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 42
Case study: Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 43
De algemene indruk
●Bij de beoordeling van de algemene indruk moet rekening worden gehouden met de volgende parameters:
•de geïnformeerde gebruiker
•de mate van vrijheid van de ontwerper
•punten van overeenstemming en verschil t.o.v. het vormgevingserfgoed
•technische/functionele eisen
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 44
EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●het litigieuze Shenzhen Gemeenschapsmodel:
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 45
EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●basis voor de nietigheidsvordering van Bosch: eerdere
publicatie in WIPO gazette en reclame:
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 46
EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●combinatie van verschillende bronnen
t.a.v. de publicatie van het oudere model mogelijk?‘De verplichting om de door de betrokken modellen gewekte algemene indrukken te vergelijken, sluit niet uit dat rekening wordt gehouden, als weergaven van eenzelfde ouder model, met elementen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld op verschillende manieren, in het bijzonder enerzijds door de publicatie van een inschrijving, en anderzijds door de voorstelling aan het publiek van een voortbrengsel waarin het ingeschreven middel is verwerkt.’ (punt 25)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 47
EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●begrip ‘geïnformeerde gebruiker’
‘Het bijvoeglijke naamwoord „geïnformeerd” suggereert voorts dat de gebruiker, zonder een ontwerper of een technisch deskundige te zijn, de in de betrokken sector bestaande verschillende modellen kent, een zekere kennis bezit met betrekking tot de elementen die deze modellen over het algemeen bevatten, en door zijn belangstelling voor de betrokken voortbrengselen blijk geeft van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik ervan.’ (punt 47)
●hier: iemand die regelmatig aan conferenties deelneemt (punt 50)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 48
EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●beoordeling ‘vrijheid van de ontwerper’
‘Met betrekking tot de vermeende algemene tendens waarbij de voorkeur wordt gegeven aan kleine, vlakke en rechthoekige apparaten […] dient te worden opgemerkt dat de vraag of een model een algemene tendens inzake vormgeving volgt, hooguit relevant is voor de esthetische perceptie van het betrokken model en dus eventueel een invloed kan hebben op het commerciële succes van het voortbrengsel...’
‘Daarentegen is deze vraag irrelevant in het kader van het onderzoek van het eigen karakter van het betrokken model, dat erin bestaat na te gaan of de door dit model gewekte algemene indruk verschilt van de algemene indruk die wordt gewekt door modellen die eerder beschikbaar zijn gesteld, los van esthetische of commerciële overwegingen.’ (punt 58)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 49
EU Gerecht 22 juni 2010, Shenzhen Taiden/BHIM (Bosch)●beslissend
•rechthoekige behuizing
•scharnierende rechthoekige luidspreker
•paneel met verschillende knopjes en schermen
•scharnierende microfoon met hals, die links is geplaatst (punt 63)
= dezelfde algemene indruk
●het litigieuze model dus nietig
●zie ook: EU Gerecht 6 oktober 2011, Ivars/BHIM (reduceertoestellen)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 50
●Bovendien: gestileerde versiering op de klep van de luidspreker
●Maar: bij gebruik van de conferentie-eenheid wordt de luidspreker rechtop gezet om zijn functie te kunnen vervullen. Versiering zit dus op de achterkant van het apparaat, en dus buiten het onmiddellijke gezichtsveld van de gebruiker.
=geen grote impact op de perceptie van de gebruiker.
●Dus: versiering weegt niet op tegen overeenstemmingen; geen eigen karakter (punten 70-73)
+ =
Aanbrengen versiering voldoende?
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 51
Openbaarmaking (ingeschreven Gemeenschapsmodel)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 52
Centraal begrip
nieuw
beslissend: beschikbaar stellen aan
publiek
eigen karakter
beslissend: beschikbaar stellen aan
publiek
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 53
“… indien dit gepubliceerd is na inschrijving of op andere
wijze, of tentoongesteld, in de handel gebracht of anderszins
openbaar gemaakt is […], tenzij deze feiten bij een normale gang van zaken redelijkerwijs niet ter kennis konden zijn gekomen van
ingewijden in de betrokken sector die in de Gemeenschap
werkzaam zijn.”
‘Openbaarmaken’ (art. 7 lid 1 Vo.)
absoluut (wereldwijd)
relatief (landelijk)
positie tussen deze twee uitersten
Noch absoluut noch relatief begrip
●wel wereldwijd toepasselijk: publicatie ergens in de wereld kan schadelijk zijn
●maar toch beperkt: beslissend is uiteindelijk de potentiële kennis van ingewijden in de EU
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 55
Dorpsmarkt in China
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 56
Krant in Afrika
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 57
“Het model wordt echter niet geacht voor het publiek
beschikbaar te zijn gesteld, louter omdat het onder
uitdrukkelijke of stilzwijgende voorwaarde van
geheimhouding aan een derde bekendgemaakt is.”
Geheimhouding (art. 7 lid 1 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 58
Grace period (art. 7 lid 2 Vo.)
●openbaarmaking niet relevant indien•‘door de ontwerper, zijn rechtverkrijgende of een
derde op basis van door de ontwerper of diens rechtverkrijgen-de verstrekte informatie of genomen maatregelen’
•‘gedurende het tijdvak van twaalf maanden voorafgaande aan de datum van indiening van de aanvrage of […] de datum van voorrang.’
●redenen voor openbaarmaking niet relevant (testen marktsucces mogelijk)
●bescherming als niet-ingeschreven model tijdens de grace period mogelijk
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 59
“Lid 2 [grace period] is eveneens van toepassing
wanneer het model ten gevolge van misbruik jegens
de ontwerper of diens rechtverkrijgende voor het
publiek beschikbaar is gesteld.”
Misbruik (art. 7 lid 3 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 60
Openbaarmaking (niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 61
“Een model dat aan de in afdeling 1 vastgestelde
voorwaarden voldoet, wordt gedurende drie jaar met ingang van de datum waarop het model
voor het eerst binnen de Gemeenschap voor het publiek beschikbaar is gesteld, als niet-
ingeschreven Gemeenschapsmodel
beschermd.”
Beschikbaarstelling in de Gemeenschap (art. 11 lid 1 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 62
“Overeenkomstig artikel 11 wordt een model dat niet
openbaar is gemaakt op het grondgebied van de Gemeenschap, niet
beschouwd als een niet-geregistreerd
Gemeenschapsmodel.”
Beschikbaarstelling in de Gemeenschap (art. 110bis lid 5 Vo.)
absoluut (wereldwijd)
relatief (landelijk)
relatief openbaarmakingsbegrip
Verschuiving naar relatief openbaarmakingsbegrip
●bescherming als niet-ingeschreven model vergt beschikbaar stellen binnen de Gemeenschap
●openbaarmaking buiten de Gemeenschap blijft buiten beschouwing
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 64
BGH 9 oktober 2008, zaak I ZR 126/06, Gebäckpresse●in geding: model van een bedrijf in Hong
Kong voor een gebakpers
•ingeschreven in China
•maar niet in de EU
●nagebootst door bedrijf in Duitsland
●inbreuk op niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel?
●inschrijving alsnog mogelijk?
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 65
BGH 9 oktober 2008, zaak I ZR 126/06, Gebäckpresse●dilemma!
•inschrijving in China onvoldoende voor verkrijgen van bescherming als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel (relatief openbaarmakingsbegrip)
•tevens nieuwheidsschadelijk t.o.v. inschrijving als Gemeenschapsmodel (absoluut openbaarmakingsbegrip
●oplossing: inschrijving binnen de grace period van 12 maanden
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 66
Uitgesloten modellen
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 67
“Een recht op een Gemeenschapsmodel geldt
niet voor de uiterlijke kenmerken van een
voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie
worden bepaald.”
Technisch bepaald (art. 8 lid 1 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 68
Afbakening van het domein van techniek
techniekcommercie
cultuur
octrooirechtmerkenrecht
auteursrecht
modellenrecht
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 69
Equivalente alternatieven relevant?
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 70
HvJ EU 14 september 2010, zaak C-48/09P, Lego/Mega Brands●beoordeling op basis van uitsluiting van
functionele vormen in het merkenrecht
●alternatieven niet relevant‘…dat deze [bepaling] in de weg staat aan inschrijving van elke vorm die, wat de wezenlijke kenmerken ervan betreft, uitsluitend bestaat uit de vorm van de waar die technisch de oorzaak is van en voldoende is voor het verkrijgen van de beoogde technische uitkomst, zelfs indien deze uitkomst kan worden verkregen door andere vormen die dezelfde of een andere technische oplossing gebruiken.’ (punt 50)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 71
HvJ EU 14 september 2010, zaak C-48/09P, Lego/Mega Brands●merkenrechtelijke voorwaarde van
‘uitsluitend’ bestaan uit een vorm die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect betekent‘…dat aan deze voorwaarde is voldaan wanneer alle wezenlijke kenmerken van de vorm beantwoorden aan de technische functie. De aanwezigheid van niet-wezenlijke kenmerken zonder technische functie is in dit verband irrelevant.’ (punt 51)
●impact op modellenrechtelijke voorwaarde van ‘uitsluitend’ technisch bepaald?
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 72
Uitsluitend technisch bepaald
●Vzr. Rb. Den Haag 18-9-2009, Easy Sanitary Solutions/l-drain
•Uitzondering geldt alleen als technische overwegingen beslissend zijn
●Hof Den Haag 24-2-2009, Carmo/Reich
•Uitzondering technisch bepaalde modellen heeft zelfde strekking als Philips/Remington
•daaruit volgt dat alternatieven niet relevant zijn (zoals nu bevestigd in Lego/Mega Brands)
Uitsluitend technisch bepaald
●Vzr Den Haag 14-3-2012, Fat Boy / Garden Impressions
- Technisch kenmerk wel beschermd als het op een specifieke, niet technisch noodzakelijke wijze is uitgevoerd
- In casu waren dergelijke kenmerken niet aanwezig
- Dat er technische alternatieven voorhanden zijn zegt niet automatisch dat technisch kenmerk voor bescherming in aanraking komt.
●Vzr Den Haag 4-10-2012, IBC/ Koti
- dat een technisch kenmerk alsnog voor bescherming in aanmerking komt indien er technische alternatieven voorhanden zijn, wordt voorshands als onjuist aangemerkt Vgl. HvJ EU 14 september 2010 (Lego/BHIM)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 74
“Een Gemeenschapsmodel geldt niet voor de uiterlijke kenmerken
van een voortbrengsel die noodzakelijkerwijs in precies dezelfde vorm en afmetingen
gereproduceerd moeten worden om het voortbrengsel waarin het model verwerkt is of waarop het
toegepast is, mechanisch met een ander voortbrengsel te kunnen
verbinden…”
Must-fit (art. 8 lid 2 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 75
“In afwijking van lid 2 kan een model dat tot doel heeft binnen
een modulair systeem de meervoudige samenvoeging of
verbinding van onderling verwisselbare voortbrengselen
mogelijk te maken, onder de in de artikelen 5 en 6 gestelde
voorwaarden als Gemeenschapsmodel worden
beschermd.”
Lego exceptie (art. 8 lid 3 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 76
“…bestaat er geen bescherming als Gemeenschapsmodel voor een
model dat een onderdeel vormt van een samengesteld
voortbrengsel dat in de zin van artikel 19, lid 1, wordt gebruikt
voor de reparatie van dit samengestelde voortbrengsel om
het de oorspronkelijke uiterlijke kenmerken terug te geven.”
Must-match (art. 110 lid 1 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 77
Overlappende uitsluitingen?
must-fit
interoperability
mechanische verbinding
must-match
repairability
herstel van uiterlijke
kenmerken
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 78
Interoperability
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 79
Repairability
Discussie over onderdelen
●markt niet in alle lidstaten geliberaliseerd
●art. 14 Modellenrichtlijn biedt lidstaten vrijheid om traditionele regelingen te handhaven
●rapport van de Commissie heeft tot een voorstel tot verdere liberalisering geleid (14-09-2004)
●discussie hierover nog gaande
●let op: uitsluiting onderdelen (art. 110 Vo.) is geen nietigheidsgrond in de zin van art. 25 Vo.; onderdelen worden dus gewoon ingeschreven, zijn echter niet als zodanig beschermd
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 81
Inschrijvingsstrategienadenken over
nationale inschrijvinge
n
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 82
Aanvraagprocedure
Aanvraagprocedure
●Aanvraag indienen bij OHIM in Alicante of bij het Bureau van een lidstaat (in de Benelux het BBIE)•duidelijke afbeeldingen die de nieuwe vormgevings-
kenmerken laten zien
•duidelijke afbeeldingen van elementen die te beschermen zijn
•Duidelijke omschrijving
- zelfs als OHIM die niet wil accepteren
- vooral uitleg stippellijnen kan raadzaam zijn
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 84
“De aanvrage om een ingeschreven
Gemeenschapsmodel moet bevatten:
a) een verzoek tot inschrijving;b) gegevens op grond waarvan de
aanvrager geïdentificeerdkan worden;
c) een voor reproductie geschikte afbeelding van het model
[specimen].”
Verkrijgen indieningsdatum (art. 36 lid 1 Vo.)
Aanvraagprocedure
●Eventueel meervoudige aanvraag•moet wel nut hebben (kostenbesparing ondanks
additionele taks)
•betrokken voortbrengselen moeten behoren tot dezelfde klasse van de internationale Locarno classificatie
•uitzondering: versieringen
●beroep op recht van voorrang (eerdere aanvrage, art. 41 Vo.; tentoonstelling, art. 44 Vo.)
●overwegen opschorting publicatie•30 maanden vanaf prioriteit
•standaardvoorbeeld: kledingindustrie
Aanvraagprocedure
●Bij gebreken in de aanvraag stelt OHIM fatale termijn voor herstel.
●ambtshalve toetsing•voortbrengsel als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a Vo.
•strijd met openbare orde of goede zeden
•geen toetsing nieuwheid en eigen karakter
●geen oppositie, wel verzoek tot nietigverklaring•art. 25 Vo. biedt ruime catalogus nietigheidsgronden
•geen termijn
•ook in de vorm van nietigheidsverweer in een inbreukprocedure
Aanvraagprocedure
●beroep tegen beslissing van Cancellation Division•termijn: 2 maanden
•beroep bij Board of Appeal
●hoger beroep bij EU Gerecht tegen beslissing van Board of Appeal•termijn: 2 maanden
•geen mogelijkheid om nieuw bewijs in te dienen!
●hiertegen beroep bij Hof van Justitie•alleen voor rechtsvragen
•geen feitelijke punten
Overzicht beschermingsduur●Niet-ingeschreven model: 3 jaar vanaf
terbeschikkingstelling
●Ingeschreven model: 5 x 5 = 25 jaar
●Auteursrecht: 70 jaar na dood maker•eigen karakter, persoonlijk stempel van de maker
●Slaafse nabootsing: onbeperkt•eigen positie in de markt, nodeloze verwarring
●Merkrecht (beeldmerk, vormmerk): onbeperkt•onderscheidend vermogen, inburgering, bekend
merk
•wel gebruiksverplichting
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 89
Exclusieve rechten
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 90
De rol van de inschrijving bij inbreuk● Vzr. Rb. Den Haag 27 januari 2010, Bocci Design/Ni Hao Trading
• Uit het modelrecht blijkt niet dat de lamp gemaakt is van massief glas met luchtbelletjes, die een waterig lichteffect geven• te beschermen kenmerken worden onvoldoende in beeld gebracht• oplossing: foto’s in plaats van tekeningen
•ingeschreven maar toch geen bescherming!
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 91
De rol van de inschrijving bij inbreuk● Voorshands is de lamp van Ni Hao aan te merken als een nabootsing van Lamp 14: bij beide lampen gaat het om een hanglamp bestaande uit een massief glazen bolvorm.● Nadere beschouwing leert echter ook dat er belangrijke verschillen zijn; het belangrijkste wellicht de aan/afwezigheid van vele kleine bubbels (waterig lichteffect)● Verschillen nemen mogelijke verwarring weg (dus ook geen beroep op slaafse nabootsing).
De rol van de inschrijving bij inbreuk
●Rb. Den Haag 21-10-2009, Bloom/Groove Garden•Dat de lamp is aangebracht in een dubbele bodem blijkt
niet uit het depot.
•Evenmin blijkt uit de omschrijving het gelijktijdig dubbel gebruik als bloempot en lamp.
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 93
“Onder dit gebruik wordt met name
verstaan het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of gebruiken
van een voortbrengsel waarin het model is verwerkt of waarop het is toegepast, alsmede het voor deze
doeleinden in voorraad hebben van dat voortbrengsel.”
Exclusief gebruiksrecht (art. 19 lid 1 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 94
“De door een Gemeenschapsmodel
verleende beschermingomvat elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker
geenandere algemene indruk
wekt.”
Draagwijdte (art. 10 lid 1 Vo.)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 95
HvJ EU 20 oktober 2011, zaak C-281/10P, PepsiCo/Mon Graphic●maar niet noodzakelijkerwijs rechtstreekse
vergelijking
‘…maar is het niet uitgesloten dat een dergelijke vergelijking niet mogelijk is of in de betrokken sector ongebruikelijk is, met name wegens specifieke omstandigheden of wegens de kenmerken van de voorwerpen waarop de betrokken modellen betrekking hebben.’ (punt 55)
●rechter dus niet gehinderd om uit te gaan van onvolmaakte herinnering
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 96
“Bij het beoordelen van de draagwijdte van de
bescherming wordt rekening gehouden met de mate van
vrijheid vande ontwerper bij de
ontwikkeling van het model.”
Draagwijdte (art. 10 lid 2 Vo.)
voorwaarden voor rechts-verkrijging
maatstaf voor beoordeling draagwijdte
Consistent gebruik criteria
Behoefte aan vrijhouding
● Vzr. Den Haag 24-8-2011, Apple / Samsung•Uitsluitend uiterlijke kenmerken uit
modelinschrijving meegewogen
•Combinatie van bekende elementen, deels technisch bepaald
•Minimalistisch ontwerp volgt techniek en ergonomie
•Ongerechtvaardigd concurrentie- voordeel
•Beschermingsomvang dan beperkt tot “werkelijke ontwerpelementen”
•Kritiek: fundamentele miskenning van de prestatie van de ontwerper
Behoefte aan vrijhouding●Vzr. Den Haag 24-8-2011, Apple / Samsung
‘Een modelrecht op een “minimalistisch” ontwerp bergt (..) inherent het probleem in zich dat concurrenten in feite gedwongen worden om minder optimale keuzes te maken (lees: zij moeten feitelijk onnodige franje aan hun ontwerp toevoegen om buiten de bescherming van het model te blijven), hetgeen een concurrentievoordeel oplevert voor een modelhouder die (toevallig) zijn concurrenten de loef af stak met registratie van een model voor een bepaald segment producten, zoals de tablet computer.’
‘Dat concurrentievoordeel is vanuit modelrechtelijk oogpunt ongerechtvaardigd omdat het niet zozeer een gevolg is van ontwerpersarbeid als wel een gevolg van het feit dat de betrokken houder als eerste het (nauwsluitende) uiterlijk van een nieuw segment producten weet te registreren. Dit betekent wellicht niet dat het modelongeldig is maar wel dat de daaraan te verlenen bescherming niet groot mag zijn en beperkt moet zijn tot de werkelijke ontwerpelementen van het model.’
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 100
“Apple has established a
strong case on the merits.” (Alsnog
verbod opgelegd.)
Northern District of California 26 juni 2012, Apple / Samsung
Beperkingen (artt. 20 en 21 Vo.)
●communautaire uitputting
●gebruik in de particuliere sfeer en voor niet-commerciële doeleinden
●gebruik voor experimentele doeleinden (vgl. octrooirecht)
●reproductie ter illustratie of voor onderricht (vgl. auteursrecht)
●in een derde land geregistreerde vaartuigen en luchtvaartuigen die zich tijdelijk op het grondgebied van de Gemeenschap bevinden
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 102
●Eerdere merkrechten
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 103
Nietigheidsgronden limitatief
Artikelen 3.23 BVIE en 25 Vo. bevatten nietigheidsgronden
●Naast “niet-nieuw” en “geen eigen karakter”, onder meer:
•géén tekening of model
•uitsluitend technisch bepaald
•strijd met ouder merk/auteursrecht
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 104
Strijd met ouder merk
●EU Gerecht 12 mei 2010, zaak T-148/08, Beifa Group / OHIM, Schwan-Stabilo Schwanhäußer•Nietigheidsprocedure tegen een ingeschreven
gemeenschapsmodel op basis van een ouder ingeschreven merk. De houder van een ouder merk kan ook een vordering tot nietigverklaring van een later gemeenschapsmodel instellen wanneer in dat model gebruik wordt gemaakt van een met zijn merk overeenstemmend teken en dus niet alleen indien dat teken identiek is aan zijn merk.
Page 105page 105
Strijd met ouder merk
●HvJ EU 18 oktober 2012, zaak C-101/11P en C-102/11P, Neuman / Baena Grupo• Gemeenschapsmodel niet nietig op grond van ouder
Gemeenschapsmerk: verschil in gelaatsuitdrukking een wezenlijk kenmerk dat de geïnformeerde gebruiker (jongeren, kinderen, gebruikers van drukwerken) bijblijft
• Onvolmaakte herinnering van de gewekte algemene indruk
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 106
●Cumulatie met auteursrecht
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 107
techniekcommercie
cultuur
octrooirechtmerkenrecht
auteursrecht
modellenrecht
Samenloop met het auteursrecht
Page 108
Technisch / functionele elementen
• Trekken die louter worden gekenmerkt door technische functie voldoen niet aan het oorspronkelijkheidscriterium HvJ EU 22/12/10 (Softwarova)
• Zie ook Rb Den Haag, 7 december 2011, Bodum / Ten Berg
• Technisch bepaald: Rb Utrecht, 22 februari 2012, ACS/ Terwa (trekhaak)
• Hof Leeuwarden, 5 juni 2012, Nautavorm/ Oei (voetenplank)
• Geen ruime beschermingsomvang bij gebruiksvoorwerpen, inbreuk als niet louter de functionaliteit beschermde trekken zijn overgenomen (Hof Amsterdam 22 november 2011, Dyson/ Royal Appliance). Geen inbreuk
Page 109
Technisch / functionele elementen
• Rb Den Haag 24 oktober 2011, Lego / Banbao: “vormgevingskeuzes die Lego heeft gemaakt bij het ontwerp van haar minifiguur zijn niet technisch bepaald en evenmin ingegeven door de anatomie van de mens.”
• Hof Arnhem, 25 september 2012, Rubik/ BeckxGeen bescherming voor de kale Rubik’s Cube: kubusvorm
als zodanig en concrete elementen zijn technisch functioneel bepaald
Wel bescherming voor creatieve keuze voor combinatie 6 gekleurde vlakken
Page 110
Technisch / functionele elementen
• Hof Arnhem, 12 juni 2012, Fashion Box / Vingino
● Spijkerjurk voldoet niet aan auteursrechtelijke werktoets (eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijke stempel van de maker)
● Elementen zijn overwegend functioneel bepaald en liggen (daarmee) deels (zeer) voor de hand
Page 111
Inbreukcriteria in het auteursrecht: voorbeeld Nederland
Page 112
Hof Den Haag 31 mei 2011, Hauck/Stokke
●Bijzondere regels t.a.v. inbreukcriteria
●Toepassing totaalindrukken-criterium
‘Het door de Hoge Raad aanvaarde
‘totaalindrukken’-criterium geldt, naar wordt
aangenomen, alleen voor voorwerpen van
toegepaste kunst. Bij werken van literatuur en
(zuivere) kunst levert overname van één
auteursrechtelijk beschermd element reeds
inbreuk op, ook als de totaalindrukken totaal
verschillende zijn.’ (rov. 1.3)
Page 113
Hof Den Haag 31 mei 2011, Hauck/Stokke
●Maar: overeenkomst van totaalindrukken is
iets anders dan verwaaringsgevaar
●Hier: niettemin ruime beschermingsomvang
●Overname van één beschermd element
voldoende
‘Dit neemt niet weg dat in het zijaanzicht van
de ALPHA-stoel, als onderdeel van de A-vorm,
tevens de L-vorm ligt besloten.’ (rov. 1.5)
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 114
Vermogensrecht
Europees modellenrecht | bbmm/fbmm page 115
Rechthebbende
●Werkelijke ontwerper
●Werkgever (3.8 lid 1 BVIE en 14 lid 3 Vo.)
●Opdrachtgever (3.8 lid 2 BVIE)•Niet voor gemeenschapsmodellen, HvJ EU 2 juli
2009, FEIA/Cul de Sac:Het Hof oordeelt dat artikel 14 lid 3 Vo. niet van toepassing is op een in opdracht ontworpen gemeenschapsmodel. De wetgever heeft namelijk doelbewust gekozen voor de termen ‘werkgever’ en ‘werknemer’ en niet voor de veel ruimere termen ‘opdrachtgever’ en ‘opdrachtnemer’. Het recht komt derhalve toe aan de ontwerper. Op basis van lid 1 van artikel 14 kan het model ook overgaan op een ‘rechtsverkrijgende’, maar deze bepaling ziet alleen op overdracht bij overeenkomst.
Thank you●[email protected]
Bird & Bird LLP is a limited liability partnership, registered in England and Wales with registered number 0C340318 and is authorised and regulated by the Solicitors Regulation Authority. Its registered office and principal place of business is at 15 Fetter Lane, London EC4A 1JP.
Bird & Bird is an international legal practice comprising Bird & Bird LLP and its affiliated and associated businesses and has offices in the locations listed on our web site: twobirds.com. The word “partner” is used to refer to a member of Bird & Bird LLP or an employee or
consultant, or to a partner, member, director, employee or consultant in any of its affiliated and associated businesses, who is a lawyer with equivalent standing and qualifications. A list of members of Bird & Bird LLP, and of any non-members who are designated as partners and of
their respective professional qualifications, is open to inspection at the above address.
www.twobirds.com