40
BETER STROMEN VAN KENNIS Expertteam betere kennisontwikkeling, kennisverspreiding en kennistoepassing Abstract Pas als de professionals goed getraind en geschoold zijn, en dus als hier een goed werkende infrastructuur voor is. Dan zal digitalisering door kunnen breken, de baten zichtbaar worden en nieuwe diensten breed toegepast worden En: zal de gebruiker een sneller en beter bouwproces ervaren en meer ruimte krijgen om zijn wensen in te brengen

BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

  • Upload
    others

  • View
    5

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

BETER STROMEN VAN

KENNIS

Expertteam betere kennisontwikkeling,

kennisverspreiding en kennistoepassing

Abstract Pas als de professionals goed getraind en geschoold zijn, en dus als hier

een goed werkende infrastructuur voor is. Dan zal digitalisering door kunnen breken, de baten zichtbaar worden en

nieuwe diensten breed toegepast worden En: zal de gebruiker een sneller en beter bouwproces ervaren

en meer ruimte krijgen om zijn wensen in te brengen

Page 2: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 1

SAMENVATTING

Succesvolle digitalisering in de bouw betekent (onder andere) dat er goed geschoolde

vakmensen1 zijn die de andere werkwijzen, afspraken en nieuwe kennis goed kunnen

hanteren in de bouwpraktijk, het gebruik en de instandhouding van gebouwen en de

gebouwde omgeving.

De vakman heeft de juiste tools, richtlijnen en competenties nodig. Beschikbare en nieuw

ontwikkelde kennis moet gemakkelijk stromen naar de vakmensen toe. Dit vraagt om

een goed werkende kennisinfrastructuur, waarin de verschillende schakels goed op elkaar

aansluiten. Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het

reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks- en

kennisinstitutenbedrijven, private (bij)scholingsinstituten en bedrijven zelf via interne

opleidingen en R&D.

De scope van de expertgroep kennis is gericht op het beter stromen van kennis en het

creëren van een goed werkende en flexibele kennisinfrastructuur. We willen dit doen door

de zwakke schakels in de keten van onderzoek/kennisontwikkeling zorgvuldig te

identificeren en vervolgens continue te verbeteren. Dit in twee lijnen: een formele

planmatige analytische lijn en een exploratieve, praktijk verkennende en ondersteunende

lijn. Parallel hieraan is er een derde lijn gericht op het stimuleren van het

wetenschappelijke onderzoek.

Planmatige aanpak

Dit is een degelijke en gestructureerde aanpak die is gebaseerd op analyses van zwakke

en ontbrekende schakels in de kenniscirkel. Denk hierbij aan een te versnipperd

opleidings- en trainingsaanbod voor bestaand en nieuwe op te leiden medewerkers,

ontbrekende tools, modellen, richtlijnen en voorschriften. Maar ook aan het uitbouwen en

kopiëren van goede voorbeelden zowel in het onderwijs als bij bedrijven, waaronder

gebruiken van opleidingsprogramma’s en faciliteiten van bedrijven, inclusief geven van

gastcolleges en praktijktraining van docenten. De analyses leiden tot concrete roadmaps

met verbeteringsacties.

De intensivering in dit meer formele, planmatige spoor beperkt zich tot de

programmering en coördinatie van verschillende partijen en initiatieven en het pro-actief

investeren in, vanuit de praktijk gewenste, nieuwe kennisproducten. Waarbij gebruik

wordt gemaakt van moderne digitale media en middelen.

De exploratieve praktijkimpuls

De exploratieve praktijkimpuls, omarmt en ondersteunt het momentum dat ergens in de

praktijk ontstaat. Want met alleen een degelijk & grondig planmatige aanpak, krijg je

niet snel genoeg beweging op kortere termijn. Het idee is om leeromgevingen zoals

fieldlabs gericht op overdracht digitaliseringskennis in te richten bij koploperprojecten.

1 Vakmensen zijn: alle actoren die een bijdrage leveren aan de bouwpraktijk, van engineer tot metselaar. Een andere woorden hiervoor zijn practitioner/ beroepsbeoefenaar.

Page 3: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 2

Denk bijvoorbeeld aan koploperprojecten in het kader van de Bouwagenda of het

Klimaatakkoord. Deze leeromgevingen lenen zich ook voor professionalisering via

praktijkonderzoek in samenwerking met het MBO en HBO.

De nieuwe praktijkontwikkelingen en koploper projecten vinden (uiteraard) niet alleen

plaats in het kader van de grotere impulsen als bijvoorbeeld de Bouwagenda en het

Klimaatakkoord. Overal in de sector zijn er kleinere en grotere experimenten en

innovaties. Dergelijke “pareltjes” lenen zich ook voor (kleinere, niche) fieldlabs of

experimentzones. Wij adviseren om de mogelijkheden te onderzoeken voor een

praktijkgericht impulsprogramma gericht op valorisatie (daadwerkelijk benutten van

kennis en hierdoor waarde genereren) en doorwerking van digitaliseringskennis.

Impuls voor toegepast en fundamenteel onderzoek

Het is zeker voor een dynamisch en hoogtechnologisch werkveld als digitalisering van

belang dat er een gezonde wetenschappelijke onderzoekstraditie in de bouw wordt

opgebouwd en dat deze continu wordt verbonden met vragen uit de bouw en

gebruikspraktijk.

De DigiDeal moet hiervoor een impuls geven die ook op langere termijn vruchten blijft

afwerpen. Het Bouw Techniek en Innovatiecentrum (BTIC) en onderzoeksinitiatieven bij

NWO kunnen hiervoor een basis vormen. Zeker als hierbij ook de combinatie met wordt

gezocht met praktijkgericht onderzoek voor professionele practitioner in het (hoger)

beroepsonderwijs.

Page 4: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 3

INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING 1

INHOUDSOPGAVE 3

1 INLEIDING EN URGENTIE 5

1.1 Urgentie en noodzaak 5

1.2 Rol, positionering en werkwijze expertteam 5

1.3 Denkkader, Knelpunten en probleemanalyse 7

2 GEWENST BEELD 11

2.1 Beschrijving en achtergrond 11

2.2 Uitwerking van het planmatige Traject 11

2.3 Het exploratieve praktijk impuls traject 13

2.4 Uitwerking Impuls voor fundamenteel en toegepast onderzoek. 16

2.5 Concrete acties 16

3 BEOOGDE RESULTATEN 16

4 PRINCIPES EN DOELEN 17

BIJLAGE 1 SAMENSTELLING EXPERTTEAM EN BETROKKENEN 18

BIJLAGE 2 DE KENNISCIRKEL 19

Bijlage 2.1 De impact van digitalisering op de kenniscirkel 21

BIJLAGE 3 DE INNOVATIESYSTEEM-ANALYSE 25

BIJLAGE 4 BTIC PROGRAMMAPLAN 29

4.1 Leeswijze 29

4.2 BTIC-programmalijn: Digitalisering in de bouw- en infrasector 29

4.3 Toelichting op de programmatekst (dit document) 32

4.4 Human capital en digitalisering 32

4.5 Data integratie 34

4.6 Analytics & Artificial intelligence 37

LITERATUUR 39

Page 5: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 4

Page 6: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 5

1 INLEIDING EN URGENTIE

1.1 Urgentie en noodzaak

Een succesvolle digitalisering in de bouw betekent onder andere dat er goed geschoolde

vakmensen zijn die de andere werkwijzen, afspraken en nieuwe kennis goed kunnen

hanteren in de levenscyclus van gebouwen en gebouwde omgeving.

De vakman heeft (just in time, just in place en fit for purpose) de juiste tools, richtlijnen,

kennis en competenties nodig. Naast het ontwikkelen van deze tools en richtlijnen

moeten er trainings- en scholingsprogramma’s zijn, waarin men de tools eigen kan

maken en de gewenste competenties kan ontwikkelen. De kennis moet gemakkelijk

stromen naar de vakmensen toe en vice versa. dit vraagt om een goed werkende

kennisinfrastructuur, waarin de verschillende

schakels goed op elkaar aansluiten.

Zo niet dan we hebben in de Bouwsector allerlei

state-of-the-art inzichten, technologieën en

middelen, maar bijna niemand gebruikt ze

adequaat. Want we zijn dan niet in staat de

huidige en toekomstige bouwprofessionals

adequaat (bij) te scholen. We hebben als het

ware over een formule 1 wagen in een zandbak,

en die komt niet zover.

1.2 Rol, positionering en werkwijze expertteam

In het schema met de verschillende aspecten van de DigiDeal is ‘betere

kennisontwikkeling en kennisverspreiding’ geplaatst als ondersteunend aan het primaire

proces van de bouwsector (de “bouwpraktijk”2). In de bouwpraktijk moeten nieuwe

werkwijzen, afspraken en tools moeten uiteindelijk goed hanteerbaar zijn door:

1. De individuele medewerker (bestaande uit de medewerker, van vakman tot

managers (het “peleton”), de innovator/early adaptor (de “koplopers”) en de

toekomstige medewerker, de scholier, de zij-instromer, etc.)

2. Het “werk”. Een groep of team van mensen dat ergens in het primaire proces een

opgave heeft. Wat kan variëren van de het daadwerkelijke bouwen tot planning of

beheer en onderhoud of het toeleveren van materialen, producten en diensten

hieraan. Het “werk” is het niveau boven het individu. In het werk moet

samengewerkt worden (zowel binnen organisaties als tussen organisaties) en

hiervoor gelden bepaalde afspraken, normen en richtlijnen die men geacht wordt

toe te passen. Zaken die men moet kennen en kunnen hanteren.

2 Met bouwpraktijk doelen we op het primaire proces van de bouwsector. Dit omvat GWW en B&U en alle fasen van de levenscyclus van gebouwen, infrastructuur en de omgeving. Dus ook de gebruiksfase, het assetmanagement en de toeleveringsketens. NB: zeker bij GWW bevindt een belangrijk deel van deze bouwpraktijk zich in het publieke domein. En dan niet vanwege rol als regulator, maar als financier, eigenaar en beheerder van infrastructuur en gebouwen.

Page 7: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 6

Figuur 1: De verschillende aspecten in de DigiDeal

We gaan ervan uit dat de behoefte van nieuwe kennis geagendeerd (kennis- en

innovatieagenda) wordt vanuit de lijnen:

- Betere digitale Bouwwerk Levenscyclus;

- Betere digitale Toelevering; en

- Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving, een beter stelsel van informatie.

Vanuit de lijn ‘betere culturele wendbaarheid’ krijgen we inzicht in het “absorptie”

vermogen van de bouwpraktijk; en tegelijkertijd daarmee ook een beeld te krijgen van

welke vormen van leren en kennisdelen in de praktijk werken.

Daarnaast komen er ook allerlei behoeften naar voren vanuit uit innovaties en vanuit

ervaringen in de dagelijkse bouwpraktijk.

Samenvattend is de scope van dit expertteam3 gericht op het beter stromen van kennis:

Hoe gaan we kennis en ervaring binnen en buiten de sector beter ontwikkelen en

benutten door (a) (wetenschappelijke) kennisontwikkeling te stimuleren en (b) adequate

(bij-) scholing mogelijk te maken.

Het creëren van een goed werkende en flexibele kennisinfrastructuur is hiervoor de

sleutel.

3 Voor de samenstelling van het expertteam kennisontwikkeling en kennisverspreiding verwijzen we naar bijlage 1

Ontwerp Engineering Realisatie Beheer

Geld & Contractering

Operatie

Toeleveranciersnetwerk

Bouwdelen

Geld & Contractering

Bouwwerk kennis

Eigenaar & Eindgebruiker

Sales & Marketing

Logistiek & Supply chain

Groothandel

Productie

Diensten

Initiatief

VisieVisie

1. Betere digitale Bouwwerk Levenscyclus

2. Betere digitale Toelevering

3. Betere culturele wendbaarheid

4. Betere kennisontwikkeling

5. Beter digitaal stelsel van informatie

1

2 3 4

5

Page 8: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 7

1.3 Denkkader, Knelpunten en probleemanalyse

1.3.1 De kenniscirkel

In onze benadering is kennis gerelateerd aan het intellectuele kapitaal van een bedrijf (of

sector) en het daaraan gerelateerde netwerk. We hanteren een breed kennisbegrip dat

zowel impliciete en expliciete, gecodificeerde kennis omvat als vaardigheden, nieuwe

kennis en innovaties. Het gaat zowel om kennisontwikkeling, scholing, training en de

toepassing van kennis. Dus niet alleen om innovaties en onderzoek. Er is al heel veel

kennis die op dit moment onvoldoende toegankelijk is voor een groot deel van het MKB.

Nieuwe kennis komt enerzijds vanuit de Bouwpraktijk zelf tot stand via het delen van

ervaringen van “practitioners”. Wat vervolgens vertaald wordt in zaken als “best

practices” en nieuwe richtlijnen, die vervolgens weer in de Bouwpraktijk worden

toegepast. Anderzijds is er naast deze adaptieve en incrementele cyclus ook nationale en

internationale kennis en innovaties die voortkomt vanuit meer radicale vernieuwing. Deze

komt meestal van buiten naar binnen. Bij voorkeur is dit een proces dat vraag gestuurd

is en daarmee goed aansluit op de gevoelde behoeften van de sector. De kenniscirkel

brengt dit mooi in beeld.

In figuur 2 is de kenniscirkel gevisualiseerd en in bijlage 2 wordt de kenniscirkel verder

toegelicht. De kenniscirkel geeft inzicht in elementen van de kennisinfrastructuur die

nodig zijn voor robuuste opschaling en valorisatie van innovaties.

Figuur 2: De Kenniscirkel – de schakels van de kenniscirkel worden toegelicht in bijlage 2

Push

Pull

Page 9: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 8

Vanuit kennistoepassing, het uitwisselen van kennis en ervaring, onderzoek en innovatie

komt er steeds nieuwe kennis binnen in de kennisinfrastructuur. Deze worden door

middel van de functie ‘Behoefte aan kennis bepalen’ omgezet in kennisontwikkelings-

agenda’s en daarbij behorende programma’s en of projecten.

Belangrijk is hierbij het gegeven dat kennis die is opgedaan door koplopers (de

zogeheten innovators en early adopters) in de regel traag zijn weg vindt naar de niet-

koplopers die daarna volgen (de early majority). Er is sprake van een kennis- ervarings-

en samenwerkingskloof2 tussen deze groepen. Deze kloof is het grootst tussen de early

adopters en de early majority. Om de doelstellingen van de DigiDeal te bereiken is het

nodig deze kennis- en ervaringskloof te overbruggen.

Succesvol kennis ontwikkelen, verspreiden en toepassen is verbonden met het vermogen

tot culturele wendbaarheid en sociale innovatie. Zoals bijvoorbeeld het 'samenspel tussen

het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden (dynamisch managen), het

hanteren van innovatieve organisatieprincipes (flexibel organiseren), en het realiseren

van hoogwaardige arbeidsvormen (slimmer werken) om het concurrentievermogen en de

productiviteit te verbeteren'.

1.3.2 De Kenniscirkel in Beweging

Achter de schakels van de kenniscirkel zitten allerlei organisaties. Denk aan reguliere onderwijs- en onderzoeksinstellingen (HBO, MBO, Universiteiten en TNO) non-profit stichtingen, opgericht door de sector zelf (zoals Bimloket, Stabu, CROW, ISSO, PAO),

private scholings- en trainingsinstituten en, vooral bij grotere organisatie interne bedrijfsscholen.

Voor een goed werkende kennisinfrastructuur is het van belang dat:

1. er voldoende vraag is. Immers bij een voldoende krachtige vraag zit er “business” in het ontwikkelen, aanbieden en gebruiken van kennisproducten, trainingen en cursussen.

2. de verschillende functies in de kennisinfrastructuur (zie bijlage 2) in voldoende mate belegd zijn. Immers als er schakels ontbreken dan ontbreekt een deel van het benodigde aanbod en stagneert de cirkel (komt bijvoorbeeld de vraag niet tot stand).

De aanwezigheid van voldoende vraag is niet vanzelfsprekend. Echt voldoende vraag

ontstaat meestal pas als een ontwikkeling onvermijdelijk is bijvoorbeeld doordat:

- het als vanzelf “de normaalste zaak ter wereld” geworden is (denk bijv. aan vanzelfsprekendheid van Smartphone, Internet en Whatsapp)

- het voor betrokkenen veel voordelen heeft (besparingen, bron van nieuwe diensten en toepassingen)

- of het afgedwongen wordt, bijv. doordat de (interne of externe) opdrachtgever het verwacht en opneemt als randvoorwaarde of eis,

De DigiDeal kan een goede bijdrage leveren aan het sneller onvermijdelijk maken. De

vraag naar en middelen voor nieuwe kennis en scholing zal toenemen, en dit helpt de

kenniscirkel in beweging te krijgen.

Page 10: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 9

Bij voldoende vraag loont het voor scholings- en kennisinstituten om zelf te investeren in

verbetering van producten en diensten. De intensivering en impuls door de DigiDeal

beperkt zich dan op het verbeteren van de zwakke schakels in de kennisinfrastructuur.

1.3.3 Een eerste analyse van het functioneren huidige kenniscirkel

Met behulp van een “smiley” hebben we in figuur 3 de status van de verschillende

schakels in de kenniscirkel aangegeven. Dit is een eerste vingeroefening, gebaseerd op

een eigen inschatting. Een uitgebreidere analyse vanuit de experts, het werkveld en met

behulp van (innovatie systeem)analyses4 zal nodig zijn om dit verder te onderbouwen en

uit te werken tot roadmaps met bijbehorende interventies.

Figuur 3: Vingeroefening analyse schakels in de kennisinfrastructuur

De smileys representeren vooral de mate waarin we een gebrek aan (kennis)-

infrastructuur constateren. Op alle schakels is verdere intensivering en betere lange

termijn samenwerking nodig.

Voor de groene en oranje schakels zal het onvermijdelijk maken van digitalisering en de

vraag die daardoor ontstaat al leiden tot een vergroting van het “business” perspectief

voor partijen in de kennisketen, waardoor de cirkel verder in beweging komt. De

intensivering kan daardoor relatief beperkt blijven tot verbeteren van de coördinatie en

4 Zie bijlage 3 voor een verdere toelichting op de innovatie-systeemanalyses

Geen traditie Geen traditie & generatieverschillen-- Cultuur--

Teveel fragmentatie & tekortenin het onderwijs

Te weinig aandacht voor (bij)scholing

Veel leren los van elkaar, in plaats van met elkaar

Wordt niet systematisch aangepakt

Wel betere samenhang in programmering nodig

Wel meer samenhang nodig, ietste veel ieder voor zich

Veel inventie, te weinig innovatie

Page 11: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 10

een bijdrage voor de onrendabele top5 bij de standaardisatie en het ontwikkelen van

nieuwe kennisproducten en diensten. Het gaat hierbij in veel gevallen om het beter

benutten van al bestaand ‘loopvermogen’. Een voorbeeld hiervan is het programma op

het gebied van onderwijs vanuit de BIR, dal al diverse jaren loopt en dat nu wordt

voortgezet in het versnellingsproject "BIM in het beroepsonderwijs".

Voor de rode smileys is meer nodig. Daar zitten onvolkomenheden in de

kennisinfrastructuur die meer aandacht nodig hebben dan alleen een stuk coördinatie en

samenwerking. We zien deze onvolkomenheden vooral

• bij het wetenschappelijk onderzoek en

• bij het kennis overdragen (inclusief (bij)scholen en trainen) en

• bij het kennis en ervaring uitwisselen.

Het vanuit de sector proactief initiëren van (wetenschappelijk en praktijk) onderzoek en

de onderzoeksresultaten succesvol toepassen in de brede bouwpraktijk via de andere

schakels in de kenniscirkel moet beter in de genen van de bouwsector komen.

Bij de rode smileys kennis overdragen en kennis uitwisselen zien we bij digitalisering het

volgende dilemma: als je als scholingsinstituut het bestaande curriculum al snel genoeg

weet aan te passen, dan heb je als instituut vaak nog niet dezelfde middelen/tooling als

state of the art is in de sector. En heb je ook niet het personeel dat hiermee kan lezen en

schrijven, laat staan anderen kan opleiden. Zogenaamde fieldlabs gekoppeld aan

koploperprojecten kunnen bijdragen om dit probleem op te lossen (zie 2.3 het

exploratieve traject). In andere sectoren zijn vooral op het gebied van 3D-printing en

robotisering goed ervaringen op gedaan met fieldlabs.

Ook in de Bouwsector wordt er mee geëxperimenteerd. Bijvoorbeeld bij een consortium

van bedrijven en kennisinstellingen gericht op slimme bouwlogistiek. Het consortium van

dit zogenaamde project '4C (Cross Chain Control Centers) in bouwlogistiek streeft er naar

om de opgedane kennis en ervaring breed in de sector te delen (zie voor meer informatie

hierover de website van TNO https://www.tno.nl/nl/aandachtsgebieden/mobiliteit-

logistiek/roadmaps/logistiek-transport/slimme-logistiek/data-driven-logistics/slimme-

bouwlogistieke-concepten-toepassen-in-de-praktijk/)

Benutten nieuwe digitale middelen voor scholing en training

De digitalisering van het onderwijs biedt nieuwe vormen van scholing en training. Er is

een toenemend aanbod van opleidingen, wiki’s en video tutorials beschikbaar op internet.

De DigiDeal kan helpen de inzet van de nieuwe middelen te versnellen en hierbij ook te

leren van goede initiatieven in andere landen.

5 De onrendable top is dat deel van de investering dat niet valt terug te verdienen via de inkomsten die door de nieuwe ontwikkeling worden gegenereerd

Page 12: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 11

Voorbeeld uit de maakindustrie

In de maakindustrie speelt het probleem van scholing en ervaringen delen rondom robotisering. Alleen koploper bedrijven hebben e nieuwste robots en de kennis hierover. Als oplossing van het scholingsvraagstuk zoekt men het daar in zogenaamde

fieldlabs bij bedrijven waar gewerkt kan worden met state of the art middelen. Zoals bijvoorbeeld het fieldlab industrial robotics (https://www.fieldlabir.nl/nl/over-ons/) in Harderwijk geïnitieerd door de “machinefabriek” (AWL-techniek https://awl.nl/).

Deze fieldlab is onderdeel van BOOST, de actieagenda voor smart industry in Oost Nederland ( https://www.fme.nl/nl/innovatieprojecten/boost en https://smartindustryoost.nl/ ). Een regionaal initiatief van de sector (FME) en

overheid. De op kennisgerelateerde initiatieven zijn zowel gericht op opleiden nieuwe medewerkers als bijscholen bestaand personeel.

2 GEWENST BEELD

2.1 Beschrijving en achtergrond

Om de zwakke schakels in de kennisketen te mitigeren stellen we een aanpak voor langs

2 verschillende lijnen:

1. Planmatige aanpak gebaseerd op roadmaps en analyses zwakke schakels.

Dit is een degelijke en grondig aanpak, gericht op structurele verbetering en

gericht op goede timing van wendbaarheid.

2. Exploratief, praktijk impuls, gebruik momentum dat ergens ontstaat. Want met

een degelijk & grondig aanpak alleen, krijg je niet snel genoeg beweging op

kortere termijn. Daarnaast heb je field labs uit het exploratieve spoor nodig om

het peleton een state of the art leeromgeving te bieden

Parallel stellen een wetenschappelijke lijn voor:

3. Opbouwen gezonde wetenschappelijke onderzoekstraditie in de bouw. Zonder

(fundamentele) Kennisontwikkeling op termijn geen doorbraken. En krijgen het

formele en exploratieve spoor op termijn geen voeding meer.

2.2 Uitwerking van het planmatige Traject Figuur 4 geeft een impressie van het formele, meer planmatige traject. Vanuit onder-

werpen binnen de DigiDeal op gebied van het Digitale Stelsel Gebouwde Omgeving

(DSGO), digitale toelevering, Bouwwerk Lifecycle en Culturele Wendbaarheid zullen

nieuwe kennis, producten en diensten ontstaan die overgedragen moeten worden naar

de beroepspraktijk.

Page 13: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 12

Figuur 4: Kenniscirkel planmatige traject. Des te donkerder de tandwielen, de te groter de

benodigde interventie

Gebruik makend van een innovatie systeemanalyse (zie bijlage 3) kan planmatig een

analyse gemaakt worden van de mix van acties die voor deze kennisoverdracht nodig.

Dit leidt tot roadmaps met daarin concrete trajecten voor vastleggen, scholing en

ontsluiting van kennis rond digitalisering, inclusief de ontwikkeling van de daarbij

behorende kennis en middelen. Maar ook aan het uitbouwen en kopiëren van goede

voorbeelden zowel in het onderwijs als bij bedrijven, waaronder gebruiken van

opleidingsprogramma’s en faciliteiten van bedrijven, inclusief geven van gastcolleges en

praktijktraining van docenten.

In de figuur is aangegeven via indicatieve tandwielen/motortjes waar de gezien de

huidige stand van zaken in de kennisinfrastructuur de zwakste plekken zitten (een

donker motortje is een zwaardere interventie).

Als (mede door de DigiDeal) informatisering in de Bouwpraktijk als een must wordt

gezien, dan zal dit de vraag naar kennis en scholing aanjagen. Zeker als belangrijke

spelers in de sector dit als eerste gaan uitvragen en toepassen (optreden als launching

customer), dan ontstaat er business; het gaat dan voor de kennispartijen betrokken bij

de schakels van de kenniscirkel lonen om te investeren in opstellen zaken als richtlijnen,

scholingen en trainingen.

De benodigde intensivering in het planmatige spoor beperkt zich dan tot:

• Het meefinancieren van de ontwikkeling van tools, richtlijnen en cursussen, gericht op

wegnemen van het deel van de investering dat de kennis- of scholingsinstituten niet kunnen terugverdienen (wegnemen onrendabele top)

• het financiering van het opstellen van de roadmaps

I Innovatie systeem analyse thema’s digitalisering• Zaken die gevraagd gaan worden (push)

& dus vraag naar kennis nodig is (pull• Bouwwerk lifecycle, digitale toelevering,

DSGo en Culturele wendbaarheid• op de kenniscirkel & resulterende

producten en diensten• Ontwikkeling roadmaps

• Trajecten voor het vastleggen, scholing en ontsluiten van kennis rond digitalisering (vanuit de thema’s)

Formele Traject

Parallel: II Wetenschapsagenda• Fundamenteel • Toegepast• Programmering

Page 14: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 13

• de zorg voor coördinatie en afstemming van verschillende partijen en initiatieven (koppeling en versnellingsgeld).

2.2.1 Concrete acties planmatige spoor

In 2018/2019:

• Uitvoeren analyse van functioneren huidige kenniscirkel (de huidige analyse is een eerste vingeroefening)

• Uitvoeren analyse van producten en diensten uit de huidige kenniscirkel. Dit in het licht van de thema’s uit de DigiDeal (bouwwerk lifecycle, digitale toelevering, Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving en culturele wendbaarheid

o Voor de uitvoering van deze analyse denken we aan het BIM loket en partijen als STABU, ISSO en CROW, samen met het reguliere beroepsonderwijs (met name HBO en MBO)

• Opstellen roadmaps en werkprogramma. In deze roadmaps staan beschreven: o Bestaande initiatieven die gecontinueerd of geïntensiveerd moeten worden o Activiteiten voor het vastleggen en ontsluiten van kennis rond digitalisering

(specifiek rond innovaties vanuit de thema’s) o Experimenten voor verdere digitalisering van de kennisinfrastructuur, gebruik

makend van digitalisering van het onderwijs in binnen- en buitenland

Vanaf 2019:

• Uitvoeren roadmaps • Jaarlijks actualiseren roadmaps

2.3 Het exploratieve praktijk impuls traject

In figuur 5 is wederom de kenniscirkel getekend. Het momentum van deze kenniscirkel

wordt bepaald door impulsen vanuit koploper trajecten in de praktijk. De komende jaren

staan we voor grote maatschappelijke opgaven als het klimaatvraagstuk, vervangings-

opgaven infrastructuur, meer circulariteit en een grote woning bouwopgaven.

Het zou voor de hand liggen dat er in deze trajecten ook geëxperimenteerd gaat worden

met digitalisering (althans in ieder geval bij een deel van deze projecten). Denk

bijvoorbeeld aan koploperprojecten in het kader van de Bouwagenda of het

Klimaatakkoord. Deze impulsen zijn in de figuur met een “raket” aangegeven.

Het is een logische interventie om rondom deze koploperprojecten of andere actuele

ontwikkelingen fieldlabs in te richten (de dansende mensen). Fieldlabs waarmee “het

peleton” direct kan leren van deze koploper projecten. En waarmee de zwakke schakels

van het kennis overdragen en het uitwisselen van kennis en ervaring een boost krijgen.

Dit zal tevens een boost zijn voor het toepassen van innovatie en het wetenschappelijk

onderzoek.

Page 15: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 14

Figuur 5: Kenniscirkel exploratieve, praktijkimpuls traject. Fieldlabs (dansen) koppelen aan

Impulsprojecten

We adviseren dus om projecten van bijvoorbeeld de Bouwagenda en het klimaatakkoord

ook koploper projecten te maken op het gebied van digitalisering en hierom heen

fieldlabs voor de kennistransfer te creëren.

Impulsprogramma voor leren van pareltjes

De nieuwe praktijkontwikkelingen en koploper projecten vinden (uiteraard) niet alleen

plaats in het kader van de grotere impulsen als bijvoorbeeld de Bouwagenda en het

Klimaatakkoord. Overal in de sector zijn er kleinere en grotere experimenten en

innovaties. Soms zijn juist oplossingen voor kleinere niches erg goed geschikt om

doorbraken op toepassing van digitalisering te realiseren. Dergelijke “pareltjes” lenen

zich ook voor (kleinere, niche) fieldlabs of experimentzones. Pareltjes om gezamenlijk

van te leren en die kunnen dienen als inspiratiebron zijn voor andere bedrijven en

werkvelden.

Rond de eeuwwisseling zijn er een aantal vraag gestuurde kennisprogramma’s geweest,

de zogenaamde acht voor de ruimteprogramma’s waaronder Habiforum, Klimaat voor

Ruimte, Ruimte voor Geo-informatie, PSIBouw en Leven met Water. In de meeste van

deze programma’s was er de mogelijkheid voor consortia om aanvullende financiering te

krijgen voor onderzoek, geformuleerd vanuit de beroepspraktijk gericht op valorisatie en

(eerste)toepassing van kennis.

Wij adviseren om de mogelijkheden te onderzoeken voor een praktijkgericht impuls-

programma gericht op valorisatie en (eerste)toepassing van digitaliseringskennis waarin

I Digitale Koploper Trajecten • Gekoppeld aan bouwagenda &

klimaatakkoord• Plus quick win niches

• Impuls toepassing kennis & innovatie direct betrokkenen

• Verplichting tot fieldlabs – impuls scholingsinfrastructuur

• Eis Toepassen in vervolg trajecten motor voor anders schakels kenniscirkel

Praktijkimpuls Traject

II kennisagenda• Vanuit geïdentificeerde leemten• Programmering

Page 16: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 15

tevens een hecht kennisnetwerk rondom digitalisering in de sector van gebruiker,

practitioner en kennisontwikkelaar wordt gecreëerd. Een netwerk dat, leren de eerdere

programma’s ook nog jaren na het impulsprogramma blijft bestaan. Het ligt voor de hand

dit in nauwe samenhang op te zetten met BTIC, regionale innovatiecentra en bestaande

instanties als BIM-loket en de daarin samenwerkende instituten. Als ook om te leren van

aansprekende voorbeelden en initiatieven in het buitenland.

Durf en doen award als onderdeel van impulsprogramma

Door mooie voorbeelden uit te lichten en verder te brengen kan een impulsprogramma

bij dragen aan het creëren van een positieve vibe rond om digitalisering komt. Uit de

expert groep Culturele Wendbaarheid komt het idee voor een Durf en Doen Award. Een

award gericht op mooie voorbeelden die bijdragen aan trots, aan ander leiderschap en

aan die hippe, moderne, diverse bouwsector. Iedereen kan projecten aandragen, waarna

een jury en jongerenpanel de inzendingen beoordelen. Zij stellen vast welke ‘projecten’

in het belang zijn van de sector en waarbij dus verdere ondersteuning wordt geboden. Ze

richten zich hierbij or echte koplopers, die baanbrekend voor de sector bezig zijn én die

ook hun verhalen willen delen. Opdat de buren mee kunnen gluren.

2.3.1 Concrete acties exploratieve praktijkspoor

2019/2020

• Inrichten fieldlabs digitalisering gekoppeld aan koploperprojecten

o bijvoorbeeld bij projecten van de Bouwagenda en het klimaatakkoord

o Afspraak rondom middelen voor inrichting fieldlabs (soms maar heel klein

percentage van de projectsom)

• Onderzoek de mogelijkheden voor een praktijkgericht “Boost”-programma gericht

op valorisatie en doorwerking digitaliseringskennis

o Met triple helix consortia (samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en

onderwijs/kennispartijen), waarbij gebruikers in de lead zijn (en dus niet

kennispartijen)

o Met middelen om onrendabele top valorisatie en kennisdoorwerking af te

dekken

o Relatief kleine projecten (denk 25 a 75 k€) bouwbreed, overal in Nederland

(15-40/jr)

o Het ligt voor de hand dit in nauwe samenhang op te zetten met BTIC,

regionale innovatie centra als Pioneering en bestaande instanties als BIM-

loket en de daarin samenwerkende instituten.

o Een durf en doen award

Vanaf 2020:

• Praktijk impuls in actie!!!

Page 17: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 16

2.4 Uitwerking Impuls voor fundamenteel en toegepast onderzoek.

Zonder (fundamentele) Kennisontwikkeling ontstaan er op (langere) termijn geen

doorbraken meer. Dit onderzoek zorgt ervoor de kenniscirkel gevoed wordt met nieuwe

kennis of zelfs met technologische doorbraken.

Het is zeker voor een dynamisch werkveld als digitalisering van belang dat er een

gezonde wetenschappelijke onderzoekstraditie in de bouw wordt opgebouwd.

De DigiDeal moet hiervoor een impuls geven die ook op langere termijn vruchten blijft

afwerpt. Onder andere het Bouw Techniek en Innovatiecentrum (BTIC) en onderzoeks-

initiatieven in het kaden van NWO kunnen hierbij de komende jaren een belangrijke rol

spelen.

In het BTIC bundelen overheden, kennisinstellingen en marktpartijen in de Bouw- en

Technieksector krachten op het gebied van de aanpak voor de ontwikkeling en

toepassing van kennis en innovatie in de bouw- en technieksector. Het BTIC, dat geënt is

op de topsector aanpak wordt op dit moment verder vormgegeven. Het NWO

programmaplan is een wetenschapsagenda op het gebied van digitalisering die in dit

najaar in het kader van de versnellingsagenda wordt opgesteld. Voor meer informatie

over impulsen op gebied van de fundamentele en toegepaste kennis zoals het BTIC

verwijzen we naar bijlage 4.

2.5 Concrete acties

2018/2019:

• Uitwerken en opstarten Bouw Techniek en Innovatiecentrum (BTIC) en het NWO

programmaplan

3 BEOOGDE RESULTATEN

Kennisontwikkeling, kennisdoorwerking en scholing is dienstbaar aan de andere lijnen

van de DigiDeal, inclusief de culturele wendbaarheid. Iedereen onderschrijft het belang

van het goed opleiden van de beroepsbevolking. Continue leren, want de benodigde

competenties veranderen snel, zeker op het gebied van digitalisering.

We belijden het belang van kennisontwikkeling, -doorwerking en scholing gemakkelijk

met de mond, maar vergeten vaak de benodigde infrastructuur hiervoor te creëren en

deze ‘scherp’ en fit-for-purpose te houden.

Via de voorgestelde interventies kan dit bij digitalisering effectief worden georganiseerd.

En dan niet alleen de komende jaren, tijdens een impuls. Het streven is dit in de genen

te krijgen van de bouwsector. Dus ook na een impuls moet blijven leren en investeren.

Inclusief ruimte voor (wetenschappelijk) onderzoek. Zodat we ook op langere termijn

voldoende nieuwe kennis aangereikt krijgen.

Page 18: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 17

4 PRINCIPES EN DOELEN

Principe Rationale SMART Doelen

Korte termijn

A Durft te Werken langs 2 verschillende

lijnen:

1. Formeel planmatige gebaseerd op

roadmaps en analyses schakels

2. Exploratief, praktijk impuls,

gebruik momentum dat ergens

ontstaat

B Zonder (fundamentele)

Kennisontwikkeling op termijn geen

doorbraken

A Met alleen degelijk &

grondig, krijg je niet snel

genoeg beweging.

Daarnaast heb je field labs uit

het exploratieve spoor nodig

om peleton leeromgeving te

bieden

B. Opbouwen gezonde

wetenschappelijke

onderzoekstraditie in de bouw

Kennisspoor is mee gekoppeld

aan andere sporen

• DigiDeal

• Pilots uit bouw- en

klimaat agenda

• BTIC & NWO

programma. Inclusief

realisatie contra-

financiering

Koppelingen zijn uitgewerkt. Er

is een jaarprogrammering voor

het kennisspoor

Middellang

DigiDeal werkt: Digitalisering begint

gewoon te worden / wordt steeds meer

toegepast. Dus ontstaat scholingsbehoefte.

Tevens leveren andere onderdelen van de

deal zaken die we ons eigen moeten

maken

Hierdoor ontstaat vraag naar

kennis en scholing. Zonder

vraag geen goed werkende

kenniscirkel. Zonder nieuwe

kennis geen digitalisering

Meer een externe

randvoorwaarde buiten

kennisspoor

The proof of the pudding is in the eating Programma’s en roadmaps

moet je uitvoeren.

Zonder dat zie je ook niet waar

het hapert en waar de

knelpunten zitten. En ook niet

waar de baten zitten

2019 -2023 Zwakkel schakels in

de kennisinfrastructuur zijn 1

voor 1 gemitigeerd door

uitvoeren programma’s en

roadmaps

Langere termijn

Onderzoek, scholing en kennisdoorwerking

in de genen

Kennisontwikkeling en

doorwerking is als een tuin. Je

bent nooit klaar, vraagt

continue onderhoud, groot en

klein.

Dit geldt zeker voor een

dynamisch werkveld als

digitalisering

Vanaf 2023:

Programmering & Funding voor

vervolgtrajecten formele spoor,

exploratieve spoor en kennis-

ontwikkeling is

vanzelfsprekend.

Page 19: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 18

BIJLAGEN BIJLAGE 1 SAMENSTELLING EXPERTTEAM EN BETROKKENEN

Expertlijst Organisatie

• Rob van Bergen ISSO

• Andrew Koster TNO

• Peter Paul van ’t Veen TNO

• Radboud Baayen STABU

• Willem Pel Balance & Result

• Leo Labega Avans

• Charlotte Philips Bruil

• Jantien Stoter Geonovum/TUD

• Christoph Marie Ravesloot TU Eindhoven /Erasmus Universiteit en Hogeschool Rotterdam

• Piet van Staalduinen Syntens / KvK

• Jan Pieter Eelants CROW

• Rogier Wolfert TUD/VolkerWessels

• George Evers FNV

• Wouter Pronk RWS

• Maarten Kraneveld SayKnowMore

• Guus Pieterse SayKnowMore

• Menno Lammers PropTechNL

• Herman Winkels BIMW

• Dik Spekkink Spekkink C&R

• Jacqueline Meerkerk BimLoket

• Jan Cromwijk ISSO – schrijver

• Han de Wit Tauw - Kartrekker

Page 20: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 19

BIJLAGE 2 DE KENNISCIRKEL

In tabel 1 de functies binnen de kenniscirkel en wat deze op kunnen leveren kort

beschreven. In deze bijlage is per functie (a) een aanzet gegeven voor de gewenste

resultaten en (b) welke actoren en kennisinstellingen in deze schakel een rol spelen. Dit

als een allereerste aanzet voor een uitgebreidere analyse.

Tabel 1 Beknopte beschrijving Schakels Kennisketen

Behoefte aan kennisbepalen

Vanuit onder andere netwerken, workshops en innovatie-analyse is het mogelijk om zowel objectief als subjectief de behoefte aan kennis te bepalen. In de huidige kennisinfrastructuur wordt deze functie vaak ad-hoc en sterk gefragmenteerd ingevuld. Ook varieert de mate van detail sterk. Van het in beeld brengen van trends tot het in detail benoemen en analyseren van relevante technologische ontwikkelingen. Primaire actoren: kennisinstituten, brancheorganisaties en overheden

Resultaten: trendrapportages, innovatieanalyses, kennisagenda’s, etc.

Push

Pull

Page 21: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 20

Programma of project formuleren

Als de kennisbehoefte helder is kan er zowel projectmatig als programmatisch worden ingespeeld op de benodigde kennisontwikkeling. In deze fase wordt vastgelegd welke nieuwe kennis er ontsloten wordt, op welke manier dit wordt georganiseerd, welke producten dit oplevert en wat de kosten hiervoor zijn.

Resultaten: programma’s en/of projecten voor het vastleggen, overdragen en toepassen van kennis

Kennis vastleggen

Bij akkoord op een project of programma wordt kennis vastgelegd en getoetst bij toekomstige gebruikers. Om de kloof tussen early adopters en de early majority succesvol te overbruggen is het verstandig om in dit proces zowel early adopters te betrekken die samen met de innovators de innovatie voor het eerst toepassen als early adopters die de innovatie vooral zien als ‘marktkans/new business’ en vandaar uit instappen.

Resultaten: publicaties, ‘richtlijnen’ voor te ontwikkelen scholing en bijscholing (bijvoorbeeld in de vorm van leerdoelen), afspraken over standaarden, input voor normalisatie, rolbeschrijvingen, functieprofielen, competentiematrixen, etc.

Kennis overdragen

Voor succesvolle kennisoverdracht (push) zijn onder andere publicaties, competentieprofielen, training, e-learning, opleiding en praktijkhandleidingen relevant. Ook kan voor versnelling actief ingezet worden op samenwerking met ‘peers’ in de early majority. Deze groep is namelijk niet homogeen. In de early majority zitten koplopers die peers worden genoemd. Deze peers worden vertrouwd door de andere leden in dezelfde groep wat adoptie van techniek/kennis eenvoudiger maakt.

Resultaten: adequaat (bij)scholingsaanbod, praktische handleidingen/instructies/protocollen voor toepassing op de werkvloer.

Kennis toepassen

Vanuit de toepassing van kennis in de praktijk ontstaan door ‘Denken, doen en leren’ diverse netwerken.

Resultaten: opgebouwde ervaring en ervaringsnetwerken (best practices)

Kennis en ervaring uitwisselen

In deze netwerken worden kennis en ervaring uitgewisseld (pull) wat onder andere kan leiden tot workshops rond geleerde lessen of issues die zorgen voor belemmering in de dagelijkse praktijk. Die vervolgens nieuwe innovaties, vragen voor onderzoek of nieuwe formuleringen van kennisbehoefte opleveren.

Page 22: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 21

Figuur 2.1: Visualisatie van de rol van het Bouw Informatie Model en leren in de

Kenniscirkel.5

Bijlage 2.1 De impact van digitalisering op de kenniscirkel

Diverse innovaties in het veld van digitalisering maken essentiële veranderingen in de

kennisinfrastructuur (kenniscirkel) mogelijk. Zoals de terugkoppeling, vanuit de

werkprocessen tijdens realisatie en onderhoud in de gebruiksfase, naar de

oorspronkelijke ontwerpers én naar de ontwerpers van ontwerpsystemen. Door zo’n

terugkoppelsysteem wordt continue verbetering van bouwwerken eenvoudiger te

realiseren.

Hierdoor wordt het mogelijk om direct kennis vast te leggen vanuit de praktische

toepassing op de werkvloer.

Page 23: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 22

Figuur 2.1: Directe kennisvastlegging vanuit de praktijk door innovaties in de

kennisinfrastructuur

Vanuit innovaties in de digitalisering wordt het ook mogelijk om bijvoorbeeld de

practitioner te waarderen met ‘ervaringspunten’ voor het overdragen, toepassen en

uitwisselen van kennis en ervaring. Hieronder een aantal nu nog fictieve voorbeelden.

Joeri heeft via de BIM-planner zijn inspectieprogramma voor op het project morgen

doorgenomen. In zijn skills-locker zijn er nog enkele kennis-hiaten gemarkeerd tussen de

geplande inspecties en zijn eigen skills-set. Deze hiaten heeft hij vandaag online getraind

zodat de inspecties voor hem zijn vrijgegeven om uit te voeren. Hiermee is het inspectie-

level in zijn skills-rugzak ook meteen weer bijgewerkt voor de komende 3 maanden. Door

de BIM-planner zijn de benodigde inspectie-protocollen al naar zijn tablet gedownload

zodat hij die vanmiddag alvast even kan doornemen. Eigenlijk overbodig want bij iedere

inspectiestap kan hij altijd om verheldering vragen aan EVI, zijn kennis-app.

Myrna legt met enkele muisklikken de laatste hand aan het BIM voordat ze de regeltoets

activeert. Ze begint met de brandveiligheids-check want als daarbij nog issues optreden

dan wil dat nog wel eens wijzigingen in de ruimte-indelingen met zich mee brengen. Ze

hoeft niet meer te doen dan de betreffende button aan te klikken, de bots doen verder zelf

hun werk in het BIM. Ze krijgt een lijst met aanbevelingen bij alle punten die de bot

detecteert in haar model met een toelichting op de riscoverhoging per issue en suggesties

ter verbetering. Ze klikt nog even door bij een extra beveiligde vluchtroute waarvan ze niet

zeker is wat de bot bedoelt met zijn aanmerking. Dit start een kort assessment waarmee ze

de fijne kneepjes over extra beveiligde vluchtroutes weer helder heeft. Hé, dat levert een

badge op, ze is nu binnen haar project opperbrandmeester!

Page 24: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 23

Arne twijfelt nu toch even over de aansluiting van de NOM-unit in deze woning. Natuurlijk

rolt zo’n unit kant en klaar uit de fabriek, maar wel op specificatie voor deze woning

geassembleerd. Hij zet zijn AR-bril nog even op en klikt met zijn vinger op de betreffende

leiding. Het montageprotocol verschijnt voor hem en dat geeft aan dat hij stap 5 niet

gevalideerd heeft met een foto. Aangezien dit betrekking heeft op de warmtewisselaar leest

hij de erbij geprojecteerde kennis-instructie nog even door. Precies, dit is een

mengsysteem, vandaar de extra validatiestap!

Dit zijn enkele voorbeelden om een beeld te geven bij de toekomstige mogelijkheden van

de digitale infrastructuur Internet of Knowledge (IoK) die kennis just-in-time (JIT) en

just-in-place (JIP) beschikbaar maakt, die de benodigde kennis van vakmensen uit het

BIM-model uitleest en de benodigde referentiedata levert voor geautomatiseerd valideren

van modellen en werkzaamheden met BIM-bots. Een groot verschil met de huidige

ontsluiting van kennis via richtlijnen op papier en op websites is dat de kennis digitaal

ontsloten wordt via allerlei software die de vakmensen in hun dagelijkse werkprocessen

gebruiken waardoor de kans op fouten verkleind wordt en de validatie een hoger

kwaliteitsniveau oplevert.

Het huidige format (boeken, digitale publicaties etc). waarin

referentiedata wordt aangeboden met bijbehorende

ontsluitingsmogelijkheden biedt onvoldoende oplossingen om deze ‘just

in time and place’ te presenteren aan de practitioner.

Voor het realiseren van productiviteitsverbetering is het noodzakelijk efficiënter te

werken en de (integrale) kwaliteit beter te borgen. Nodig is een digitale

kennisinfrastructuur waarmee de ontwerpende, uitvoerende en beherende disciplines

effectief ‘just in time and place’, digitaal van (toepassing-)kennis worden voorzien en

waarmee een-leven-lang-leren wordt gefaciliteerd.

Dit IoK bestaat uit een aantal onderdelen:

• Digitale referentiedata die antwoord geeft op de vragen tijdens het werk-/ontwikkelproces:

o Waar moet ik aan voldoen? o Hoe realiseer ik dat? o Hoe toon ik dat aan?

• De digitale verbinding tussen deze referentiedata en de digitale toepassingssoftware die in de werkprocessen gebruikt wordt (open standaarden, datastructuren, API’s)

• Directe beschikbaarheid van de referentiedata in -BIM-projecten o.b.v open

standaarden (NL/SfB, ETIM, Stabu, IFC, MKK, etc.)

Hierbij is de beschikbaarheid en implementatie van een uniform Digitaal Stelsel

Gebouwde Omgeving een onmisbare randvoorwaarde. Zoals onderstaand voorbeeld

probeert te schetsen.

Het slim leren van in praktijk gebrachte kennis en innovatie (gebouwen,

bouwproces, etc.) wordt van steeds groter belang. Hiervoor zijn standaarden en

procesafspraken nodig. Hoe kunnen we uniform uitwisselbaar ‘(ge)bouwkennis’

vastleggen en borgen (typen objecten, elementen, materialen, soorten

Page 25: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 24

schades/degradaties, inspectiemethoden, monitoringtechnieken, risico’s,

maatregelen etc.). Dit in vormen die leesbaar zijn voor zowel mens als software.

Naast het modelleren van bouwobjecten wordt het modelleren van eisen, wensen

en randvoorwaarden (klant, bevoegd gezag/regelgeving en aanbevelingen vanuit

de bouwsector) ten aanzien van deze objecten steeds belangrijker. Dit voor

bijvoorbeeld real-time performance monitoring en het verbinden van succesvol

gerealiseerde ontwerpen aan eisen, wensen en randvoorwaarden. Last but-not-

least zijn bovengenoemde zaken randvoorwaarden voor het digitaal faciliteren van

slimme consensusvorming en semiautomatische verrijking en updates van

‘kennis’-producten zoals inspectieprotocollen, ontwerprichtlijnen, product-data,

etc.

Belangrijke stappen in dit kader zijn het ontwikkelen van de benodigde digitale

datastructuren voor toepassingskennis. Hiermee wordt kennis interpreteerbaar voor

digitale systemen en binnen het BIM (semantisch web). Ook voor validatie en verificatie

binnen het digitale gebouwmodel van de prestatie-eisen is dit voorwaardelijk.

Om invulling te geven aan grote maatschappelijke opgaven, zoals het

Klimaatakkoord, de energietransitie, vergrijzing, verduurzaming en optimalisering

van human capital (o.a. leven-lang-ontwikkelen), is het nodig dat de uitvoerende

partijen in de sector met elkaar samenwerken en tegelijkertijd gezamenlijk,

ondersteund vanuit dezelfde gevalideerde kennisbron, (nieuwe) oplossingen

kunnen realiseren en geleerde lessen kunnen delen.

Daarnaast dienen de hiermee samenhangende leerstructuren (zoals Units of Learning

Outcomes / leerdoelen) ontwikkeld te worden zodat ook de vereiste kennis en skills aan

het BIM verbonden kunnen worden. Hiermee wordt het mogelijk de vakmensen in het

gehele proces van de relevante kennis te en training te voorzien, just-in-time en just-in-

place. In onderstaande figuur een voorbeeld routekaart met de inbedding van innovaties

in de kennisinfrastructuur.

Figuur 2.3: Voorbeeld van de inbedding van innovaties in de kennisinfrastructuur (ISSO,

2018)

Page 26: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 25

BIJLAGE 3 DE INNOVATIESYSTEEM-ANALYSE

Belangrijk is het gegeven dat elke innovatie (klein en groot) zijn eigen ‘innovatiecurve’

doorloopt en dat innovaties allemaal hun eigen configuratie in het innovatiesysteem

hebben. Mede op basis van de stand van zaken in het innovatiesysteem kan worden

bepaald welke interventies noodzakelijk zijn in de eerder beschreven Kenniscirkel en de

andere deelgebieden van de DigiDeal.

Het innovatiesysteem rondom een bepaalde innovatie is het geheel aan actoren en

instituties (‘de regels van het spel’) waartussen een netwerk van relaties bestaat,

dat de ontwikkeling, de toepassing en de diffusie van innovaties beïnvloedt.

Succesvolle opbouw van een innovatiesysteem versnelt de ontwikkeling van de

technologie. De technologie en het bijbehorende innovatiesysteem ontwikkelen

zich in onderlinge afhankelijkheid (co-evolutie).3

In het innovatiesysteem zijn kennisontwikkeling en kennisverspreiding slechts twee van

de zeven functies die op de juiste tijd op de juiste manier ontwikkeld moeten zijn voor

succesvollere adoptie van een innovatie. Andere deelgebieden van de DigiDeal kunnen

gericht activiteiten benoemen om in te spelen op de andere 5 functies.

Door een analyse van de functies van het innovatiesysteem kunnen per innovatie de

‘zwakke schakels’ en belemmeringen in beeld worden gebracht. Ook wordt helder of er

voldoende aandacht is voor kennisontwikkeling en verspreiding. Daarnaast levert deze

analyse een helder beeld op

van de voor digitalisering van

belang zijnde innovaties.

1. Ondernemersactiviteiten

2. Kennisontwikkeling

3. Kennisverspreiding

4. Richting geven aan het

zoekproces

5. Markt creëren

6. Bronnen voor innovatie

7. Doorbreken van weerstand

Figuur 3.1: Overzicht van diverse functies in een innovatiesysteem4

Page 27: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 26

Innovatie is meer dan zomaar een vernieuwing; het gaat om een

vernieuwing die ook daadwerkelijk gebruikt wordt in de praktijk.

Innovatie onderscheidt zich daarmee van een inventie, of uitvinding.

Inventies vinden in grote aantallen plaats; slechts een klein deel daarvan

brengt het uiteindelijk tot de markt en de gebruiker, en wordt daarmee

een innovatie. In de tijd die verloopt tussen inventie en succesvolle

innovatie leveren verschillende personen uit diverse kennisdomeinen een

bijdrage aan het introduceren en succesvol maken van de innovatie. Het

gehele proces van inventie tot en met succesvolle innovatie noemen we

het innovatietraject of innovatieproces. (Hekkert & Ossenbaard)

Werkwijze Innovatiesysteem-analyse

Op basis van de innovatiefuncties heeft ISSO een analysemethode ontwikkeld6 waarbij

per innovatie de aard van de innovatie en de ‘volwassenheid’ van het innovatiesysteem

kan worden ingeschat. Dit wordt gespiegeld op de manier waarop de diverse functies in

de kenniscirkel zijn ingevuld. Waarbij de beschikbaarheid van bijscholingsaanbod een

bijzonder nauwkeurige indicator is gebleken.

Stap 1: opstellen overzicht van innovaties

Op basis van deskresearch en interviews met experts wordt een overzicht gemaakt van

innovaties in het te analyseren thema.

Stap 2: Beschrijven van de innovaties

Om inzicht te krijgen in hoe de huidige en verwachte technologieën in de markt staan

wordt een ranking gemaakt. De ranking is gebaseerd op een aantal criteria zoals:

- Plaats van de innovatie in de innovatiecurve - Type innovatie 1: radicaal of incrementeel - Type innovatie 2: modulair of systeem - F1 Ondernemersactiviteiten - F2 Kennisontwikkeling - F3 Kennisverspreiding - F4 Richting geven aan het zoekproces - F5 Marktvorming - F6 Mobiliseren van middelen - F7 Ondersteuning van belangen groepen / doorbreken van weerstand - Problemen in de praktijk (een pragmatische indicator, voor urgentiebepaling)

6 Deze analysemethode is met succes toegepast bij het programmeren van kennisontwikkeling in de installatiesector rond het thema

verduurzaming van gebouwen.

Page 28: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 27

Stap 3: Bijschrijven van het (bij)scholingsaanbod

Het (bij)scholingsaanbod wordt met behulp van vier beschikbaarheidsniveaus voorzien

van een ranking

1. Maatwerk kennisoverdracht 2. Bijscholing op aanvraag 3. Bijscholing breed beschikbaar 4. Deel van het regulier onderwijs

1 en 2 zijn erop gericht om de kloof tussen early adopters en early majority te

overbruggen.

3 en 4 zijn specifiek gericht op kennisoverdracht naar de early majority en de late

majority.

Door in de Kenniscirkel al bij de analyse van benodigde kennis de te ontwikkelen

vaardigheden mee te nemen wordt het mogelijk om zowel de ontwikkeling van

bijscholing te stimuleren als de aansluiting tussen bijscholing en regulier onderwijs.

Stap 4: Diverse algoritmen voor GAP-analyse

Met behulp van diverse eenvoudige algoritmen kunnen zowel de ontwikkelagenda’s voor

korte, middellange en lange termijn worden opgesteld. Deze kunnen dienen als input

voor het formuleren van projecten en/of programma’s. Ook kunnen deze dienen als

effectmonitor en bijsturingsinstrument.

Stap 5: In beeld brengen van elkaar wederzijds versterkende innovaties.

Last but not least treedt er in een innovatiesysteem kruisbestuiving op tussen diverse

innovaties en de wijze waarop deze in de maatschappij en het economisch systeem

worden vertaald naar waarde.

In stap 5 kan er een mapping worden gemaakt waarin dit soort elkaar versnellende

combinaties worden verbeeld.

Page 29: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 28

Figuur 3.2: Voorbeeld van een combinatie mapping tussen diverse innovatie-thema’s

Page 30: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 29

BIJLAGE 4 BTIC PROGRAMMAPLAN

4.1 Leeswijze

In deze Bijlage is het concept Programma plan van de Digitaliseringslijn van het BTIC

opgenomen.

Deze programmatekst geeft een eerste invulling, maar vooral richting aan het BTIC

programma Digitaliseren. De programmatekst biedt basis voor het ontwikkelen en

indienen van projectvoorstellen. Op basis van deze voorstellen en de programmatekst

wordt concrete invulling gegeven aan het programma incl. financiering, verdeling van

werkzaamheden en afstemming met stakeholders.

Neem voor meer informatie contact met Andrew Koster ([email protected]) of Peter

Paul van ’t Veen ([email protected]).

4.2 BTIC-programmalijn: Digitalisering in de bouw- en infrasector

4.2.1 Introductie: Bouw en Techniek Innovatie Centrum

In 2016 is De Bouwagenda gelanceerd met het doel te komen tot een ambitieus

vernieuwingsprogramma. Vraag vanuit de Bouwagenda aan TNO, de 4TU’s en de HBO

instellingen is om een kennisprogramma voor de Bouwagenda op te stellen, dat invulling

geeft aan de behoefte aan kennis en innovatie voor de verschillende opgaven. Dit krijgt

vorm in het Bouw en Techniek Innovatie Centrum.

De Bouwagenda is vormgegeven rond grote maatschappelijke uitdagingen, waaronder de

energietransitie, het gebruik van grondstoffen, klimaatverandering, mobiliteit,

digitalisering, en gezondheid. De opgaven zijn vertaald naar 11 Roadmaps en 5

doorsnijdende Thema’s. Op hun beurt vormen de roadmaps en thema’s het uitgangspunt

voor het kennisprogramma.

Het Bouw & Techniek Innovatie Centrum heeft de intentie om een lange termijn

onderzoeksprogramma voor ‘Digitalisatie voor de gebouwde omgeving’ op te zetten. Het

BTIC programma Digitalisering is het tweede programma dat concreet wordt

ingevuld. Dit zal worden gevolgd door andere programma’s die gezamenlijk de

Bouwagenda afdekken.

4.2.2 Aanleiding en doelstelling

Verschillende grote technologische ontwikkelingen geven aanleiding tot een digitale

transitie in de bouw- en infrasector. In groeiende mate is er beschikking over goedkopere

en steeds geavanceerdere sensoren die al dan niet draadloos communiceren (o.a.

Internet of Things) en daarmee waardevolle data kunnen leveren. Daarbij groeien de

mogelijkheden om databronnen te benaderen, data te vergaren, verzamelen, beheren en

uit te wisselen. Met de opkomst van slimme analysetechnieken en kunstmatige

intelligentie (Artificicel Intellegence, AI) verlopen analyseprocessen automatisch, sneller

en beter. Kennis van en over objecten, onderdelen en componenten in relatie tot de

kwaliteit en performance worden eerder in het ontwerpproces inzetbaar en dragen bij

Page 31: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 30

aan automatische gegenereerde ontwerp-, en toetsprocessen. Eindgebruikers draaien de

bouwketen om, vragen om garanties over herbruikbaarheid, performance en degradatie

en dwingen de ketenpartners nog meer vraaggestuurd te werken. Tot slot leveren

ontwikkeling in robotica de mogelijkheid om hogere productiesnelheid en kwaliteit te

behalen.

Digitalisering gaat de bouwsector in grote mate veranderen. De rol van data wordt

steeds groter in de bouw. Digitalisering biedt de mogelijkheid om integraler te werken:

integraal rekening houden met de levenscyclus van objecten en gebouwen, integraler

over processtappen, integraler over projecten, en integraler met andere partijen. Dit

biedt de mogelijkheid om optimale keuzes te maken. Maar technologie brengt ook de

mogelijkheid om beter te opereren: sneller en met hogere kwaliteit. De bouwsector is

versnipperd in kennis, kunde en vaardigheden; het lerend vermogen evenzeer.

Digitalisering is daarmee één van de belangrijkste enablers voor het behalen van de

doelstellingen zoals benoemd in de Bouwagenda: ; (1) tenminste 10%

productiviteitstijging in de bouwsector in 2025, (2) 100% energieneutrale nieuwbouw

van woningen en utiliteitsgebouwen vanaf 2020, en (3) te komen tot een energieneutrale

gebouwde omgeving en een geheel circulaire bouwsector in 2050.

Het BTIC programma biedt kansen om initiatieven te bundelen en te ontsluiten; daar

waar samenwerking en kennisdeling onontbeerlijk is om gezamenlijk stappen te zetten

om de doelstellingen van de Bouwagenda te kunnen faciliteren. De doelstelling van het

BTIC programma Digitaliseren is om generieke en open kerntechnologiën en methodes te

ontwikkelen en deze toepasbaar te maken voor alle partners in de bouwketen. Bij uitstek

via de 4TU's, HBO’s en TNO kunnen standaarden en methodes rondom data inwinning,

integratie en uitwisseling worden opgezet, met input van alle stakeholders. Kernwoorden

hierin zijn ‘open’, ‘uitwisselbaar’ en ‘praktisch toepasbaar’, zodat de partners de kansen

die Digitalisering biedt kunnen gebruiken bij het realiseren van de doelstellingen van de

Bouwagenda.

4.2.3 Inhoud

De (technologische) ontwikkelingen laten verschillende toekomstbeelden zien. Ongeacht

het toekomstbeeld zal er een sterkere verbinding gaat bestaan tussen de werkelijke

wereld, en de virtuele of digitale wereld. Centraal hierbij is het vermogen om informatie

in te winnen, beheren en uit te wisselen. Hiermee wordt de digitale wereld een virtuele

tweeling (Digital Twin) van de werkelijke wereld. Beschikking over data stelt ons, samen

met technologie zoals kunstmatige intelligentie, in staat om deze data te analyseren om

hiermee verbeteringen door te voeren.

De mens speelt een belangrijke rol in zowel de bouwwereld. Duidelijk is dat veel kennis

nu geborgd is in hoofden van mensen, en overdracht van deze kennis belangrijk is in het

licht van vergrijzing. Technologie biedt mogelijkheden om deze informatie in te winnen,

maar ook te gebruiken in het trainen en ondersteunen van mensen in de toekomst. Het

ontsluiten, leren van en praktisch toepasbaar maken van kennis en het toepassen van

oude en nieuwe vaardigheden (skills) is daarom essentieel voor de doelstellingen van de

Bouwagenda.

Page 32: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 31

Digitale wereld(data)

Tastbare praktijkwereld(assets zoals gebouwen, infrastructuur, en personeel)

Analyse & kunstmatige intellegentie

(domein)kennisVastleggen van kennis om te komen tot slimme analysetechnieken

Oplossingen en technologie voor analyseren van data.

Oplossingen en technologie voor beheren en delen van data en informatie.

Oplossingen en technologie voor inwinnen en verwerken van data.

Ondersteunen en verbeteren van processen en personeel in de praktijk

Een groot aantal onderwerpen zijn benoemd als onderzoek en ontwikkeling vragen. Deze

onderwerpen zijn gegroepeerd in drie programmalijnen.

1 HUMAN CAPITAL EN DIGITALISERING

2 DATA INTEGRATIE

3 ANALYTICS & ARTIFICIAL INTELLIGENCE

Binnen BTIC worden ook programma’s ontwikkeld op het gebied van onder meer de

Integrale wijkaanpak in de energietransitie en Circulariteit. Op onderdelen zullen sterke

relaties ontstaan tussen deze programma’s en het programma digitalisering.

4.2.4 Innovatie en implementatie

Het BTIC programma Digitaliseren richt zich op zowel korte als lange termijn innovaties.

Het onderzoek bestaat uit zowel R&D (ontwikkeling van specifieke technologie) als meer

participatief toegepast onderzoek (het toepasbaar maken van technologie). Het richt zich

naast harde competenties ook op zachte competenties en vaardigheden die nodige zijn

om de randvoorwaarden te creëren die nodig zijn om de doelstellingen te kunnen

realiseren (opdrachtgeverschap, samenwerking in de keten, delen van informatie over

projecten heen).

4.2.5 Koppeling met andere initiatieven en organisaties

Voor het BTIC programma Digitaliseren is in het bijzonder van belang de relatie met:

Page 33: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 32

- Het plan van aanpak DigiDeal Gebouwde Omgeving; deze is mede vanuit de

Bouwagenda voortgekomen. Het BTIC programma digitaliseren vormt het

kennisprogramma dat bij moet dragen aan de doelstellingen van de DigiDeal.

- NWO. Samen met het BIM Loket heeft het NWO-domein Toegepaste en Technische

Wetenschappen (NWO-TTW) het initiatief genomen voor een kennisagenda en

onderzoeksprogramma, onder de werktitel Digital Data2Use (DD2U). Kern van het

programma is het ontwikkelen van nieuwe kennis om innovatieve toepassingen van

gebruiksgerichte, digitale data van de gebouwde omgeving mogelijk te maken en te

stimuleren. Dit DD2U-programma sluit aan op het overkoepelende thema

‘Digitalisering en Informatisering’ uit de Bouwagenda. Nadere afstemming is nodig

tussen dit programma en het programma DD2U.

Intensieve samenwerking met de markt en overheid is nodig om technologie te

ontwikkelen en toe te passen. De ontwikkelingen op gebied van digitaliseren lijken

exponentieel te versnellen en daarbij is frequente afstemming nodig om te zorgen dat

(deel)systemen, methode en standaarden compatibel blijven en kennis en vaardigheden

kunnen worden gedeeld.

4.2.6 Programmaraad

Voor het programma wordt een programmaraad ingesteld waarin de deelnemende

partijen vertegenwoordig zijn. Dit zijn zowel de kennisinstellingen (4 TU Bouw, TNO,

HBO), de Ministeries en de partners uit de bouw en techniek sector (Bouwend Nederland,

Uneto-VNI, Ingenieurs-NL en vertegenwoordigers van deelnemende bedrijven). De

programmaraad heeft tot doel om de inhoud van het programma te bewaken. In de

aanvangsfase moet de structuur en globale inhoud van het programma worden

goedgekeurd. Elk half jaar is er een voortgangsoverleg en elk jaar wordt gecontroleerd of

de doelstellingen en deliverables zijn gehaald en wordt de aanpassing van het

programma voor het volgend jaar vastgesteld.

4.2.7 Scientific committee

Naast de programmaraad wordt er ook een internationale wetenschappelijke commissie

samengesteld die advies geeft over de opzet, de voortgang en de resultaten van de

wetenschappelijke onderdelen van het programma.

4.3 Toelichting op de programmatekst (dit document)

Deze programmatekst geeft een eerste invulling, maar vooral richting aan het BTIC

programma Digitaliseren. De programmatekst biedt basis voor het ontwikkelen en

indienen van projectvoorstellen. Op basis van deze voorstellen en de programmatekst

wordt concrete invulling gegeven aan het programma incl. financiering, verdeling van

werkzaamheden en afstemming met stakeholders.

4.4 Human capital en digitalisering

In deze programmalijn worden nieuwe methoden en technologieën ontwikkeld ten

behoeve van sprongen in kwantiteit (vergroten van de productiekracht) en kwalitatieve

zin (hogere kwaliteit). Het ontsluiten en beschikbaar stellen van kennis, methodes en

vaardigheden aan een nieuwe generatie bouwers, installateurs, ontwerpers en ingenieurs

Page 34: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 33

wordt ondersteund met nieuwe vormen van digitale ondersteuning in het praktische en

theoretische onderwijs, praktijktraining en andere vormen van kennisopbouw. Hoewel in

algemene zin ook van toepassing op de gebouwde omgeving, richt deze programmalijn

zich specifiek op rol van medewerkers.

Doelstellingen: Het oplossen van het (dreigend) tekort aan mensen in de bouw. Het

verhogen van de capaciteiten, kwaliteiten en instroom van personeel. Verhogen van de

veiligheid van personeel, met name op de bouwplaats.

4.4.1 Training met simulaties

Onderzoek en ontwikkeling om data te verzamelen en in te kunnen zetten voor training

en ondersteuning van personeel.

Inwintechnieken en datasystemen zorgen samen met ontwikkelingen in onder meer

Virtual of Augmented Reality ervoor dat belangrijke informatie beschikbaar en inzichtelijk

wordt voor personeel. Dit draagt bij aan de productiviteit en veiligheid van personeel.

Onderzoek is onder meer gericht op het trainen van personeel door middel van serious

gaming, waarbij simulaties en/of kennissystemen dusdanig ontwikkeld zijn opdat ze

ingezet kunnen worden om personeel en stakeholders kunnen betrekken bij het ontwerp-

en engineergingsproces.

In het bijzonder is aandacht voor het vergroten van de veiligheid van personeel (bijv. op

de bouwplaats) met behulp van cyber physical systems waar gebruik gemaakt wordt van

o.a. sensoren, en systemen om personeel te alarmeren op onveilige situaties of onveilige

situaties geheel te vermijden.

4.4.2 Robotisering

Ontwikkelingen in technologie en de beschikbaarheid van technologie bieden in

toenemende mate kansen om de capaciteit van personeel te vergroten. Robots,

machines, vervangen personeel of vormen een verlengstuk van personeel. Denk hierbij

bijvoorbeeld aan drones, exoskeletten, robots, 3D-printers. Een centraal vraagstuk

hierbij is er een van integratie: hoe kunnen dergelijke technieken, gecoördineerd,

toegepast worden?

Robots, machines en drones worden steeds beter en goedkoper. Een ontwikkelvraag is

hoe dergelijke systemen worden aangestuurd, geprogrammeerd, en hoe ze kunnen

samenwerken met andere apparaten en personen op bijv. de bouwplaats.

In dit beeld wordt ook de rol van control towers relevent. Een bouwplaats is vooral een

plaats waar logistieke uitdagingen liggen. Waar nu nog een uitvoerder nodig is om dit te

coördineren zou dit in principe ook op afstand kunnen. De uitdaging is om de juiste

databronnen op de juiste manier te integreren.

Tot slot zijn in toenemende mate technieken beschikbaar om de personeel in fysieke zin

te ondersteunen in de vorm van Active Exoskeletons. Hierbij kunnen we ervoor zorgen

dat zoveel mogelijk verschillende taken geïntegreerd uitgevoerd kunnen worden.

Page 35: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 34

4.4.3 Kennisborging en -benutting

Van oudsher is de bouw een ambacht. Hoewel er al grote stappen gemaakt zijn in vorm

van automatisering, is nog veel kennis en kunde gevat in de hoofden van personeel. Een

belangrijk human capital aspect is het extraheren en expliciet vastleggen/borgen van

menselijke kennis zodat deze onafhankelijk wordt van specifieke personen. Het

extraheren en vastleggen van menselijke kennis zorgt ervoor dat kennis vrijer en

makkelijker elders toegepast kan worden. Kennis kan zo sneller, vaker en dus beter

benut worden. Het vastleggen van kennis biedt tevens de mogelijkheid om personeel

sneller te trainen, of om een intelligent computer systeem een basis te bieden om te

leren.

Het modelleren van (menselijke) kennis is hiervoor van belang. Hoe kunnen we uniform

en toekomstvast bouwkennis vastleggen en borgen (typen objecten. elementen,

materialen, soorten schades/degradaties, inspectiemethoden, monitoringtechnieken,

risico’s, maatregelen etc.). Zowel voor mens als software. Hoe verhoudt deze

kennismodellering zich tot de datamodellering (aanwijsbare objecten in de

werkelijkheid). Hoe leren we over verschillende projecten heen? En op welke manier

passen we kennismanagement toe bij bouw- en ontwerpbeslissingen

Naast het modelleren van bouwobjecten wordt het modelleren van eisen, wensen en

randvoorwaarden (klant, bevoegd gezag/regelgeving en aanbevelingen vanuit de

bouwsector) ten aanzien van deze objecten steeds belangrijker, alsmede het

onderbouwen van ontwerpkeuzes (Evidence Based Design).

4.5 Data integratie

In toenemende mate zijn er mogelijkheden om data en informatie in te winnen, te

analyseren en te gebruiken. Tegelijk is er een groeiende uitdaging om data goed in te

winnen en te registeren, om data te verbinden en te beheren, en om data te delen en uit

te wisselen. Hierbij de juiste governance vast te stellen. Zonder deze oplossingen kan de

waarde van data en ICT niet voldoende benut worden. Doelstelling van deze

programmalijn is hier op basis van open architectuur oplossingen voor te ontwikkelen.

4.5.1 Data inwinning

In toenemende mate worden technologieën beschikbaar om goedkoop en efficiënt data in

te winnen van objecten en gebouwen. Dit geldt voor zowel toestand als gebruiksdata.

Tegelijk met de mogelijkheden tot data-inwinning neemt de hoeveelheid aan data

exponentieel toe. Een uitdaging daarbij is hoe hiermee omgegaan kan worden.

Voorbeelden van technologieën zijn laserscans die ‘pointclouds’ genereren, en beelden

die gegenereerd worden vanuit camera’s, satellieten en drones. Technologie waaronder

beeldherkenning is nodig om genereerde data te verwerken tot data die bijv. vergeleken

kan worden met historische gegevens. Het automatiseren van dit proces maakt het

mogelijk om ingewonnen data als bron te beschouwen voor het monitoren van de

prestaties van objecten en gebouwen. Schaalbaarheid van deze technologie is een

belangrijk speerpunt, en wordt mede mogelijk gemaakt door oplossingen te vinden voor

het slimmer en sneller verwerken van data (oplossen van ‘computational issues’).

Page 36: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 35

Gebouwen en objecten vormen in grotere mate ook zelf een bron van informatie.

Systemen in gebouwen zijn vaak ingericht voor besturing of aansturing van systemen of

elementen, maar vormen gelijktijdig een bron van informatie over het gebruik en het

presteren van het gebouw of object. Deze informatie is weer nuttig om slimmer te

beheren en onderhouden.

Inspectieprocessen zullen in grotere mate automatisch uitgevoerd worden door

bijvoorbeeld (autonome) systemen zoals drones en robots. Momenteel maken

inspecteurs gebruik van hun kennis en ervaring bij inspecties voor het constateren van

bijv. schades, en kunnen daarmee tijdens een inspectie bepaalde zaken nader

onderzoeken. Autonome systemen moeten op vergelijkbare wijze kunnen bepalen welke

elementen/onderdelen extra aandacht behoeven. Dit zorgt ervoor dat belangrijke

informatie wordt ingewonnen en inzichtelijk wordt voor beheerders van gebouwen en

infrastructuur.

4.5.2 Standaardisatie en afspraken

Standaardisatie van regels op het gebied van opslaan, koppelen en uitwisselen van data

draagt bij aan het versnellen van de transitie van de bouwsector naar een meer data-

gedreven sector. Op veel gebieden zijn regels en afspraken nog niet gemaakt. Behoefte

aan deze afspraken lijkt groot, met name in het licht van toenemende technische

mogelijkheden en wensen.

Op het gebied van uniformeren van sensordata is het van belang om inzicht te krijgen in

gebruikte bestandsformats en hoe deze op slimme manieren omgezet kunnen worden

naar formats of ontologieën die zich lenen voor (big) data toepassingen, bijv. ontologieën

als Semantic Sensor Netwerk (SSN). Winsten zijn te behalen door afspraken te maken op

basis van ervaringen in de praktijk.

Het onderwerp Linked Data gaat een steeds belangrijkere rol spelen in het vastleggen en

verbinden van data en vanuit verschillende bronnen. Hierbij is het o.a. de vraag hoe er

tot één afgestemde wijze van modelleren met LInked Data gekomen kan worden,

rekening houden met afspraken die er al zijn (COINS, CBNL, RWS-OTL, GIS specificaties,

Geonovum etc.). In het verlengde van het vastleggen en verbinden van data kan met

behulp van ‘reasoning’ technieken ook verbanden tussen data expliciet gemaakt worden

en kan waardevolle nieuwe data afgeleid worden.

Het beschikken over data kan pas van waarde zijn wanneer deze ook benaderd kan

worden. In dit kader is onderzoek nodig op het gebied van Query talen voor de bouw en

infrasector. Een query is een opdracht die aan een database wordt gegeven om een

bepaalde actie uit te voeren, en die ook potentieel gegevens teruggeeft. Voor het

analyseren en bewerken van datasets zoals BIM kan een goede query snel ontwerp- en

engineeringsvragen beantwoorden. Er zijn geen specifieke querytalen voor bouw- en

installatie data, dus die moeten ontwikkeld worden.

Ontwikkeling met betrekking tot bijvoorbeeld de wet private kwaliteitsborging zorgt

ervoor dat er een bewijsplicht ligt bij de bouwsector bij oplevering van een bouwwerk. Op

dit moment levert deze dossierplicht een enorme belasting op de administratie van alle

betrokken bedrijven. Er dient technologie ontwikkeld te worden om de bewijslast

Page 37: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 36

automatisch te genereren en te structuren (hier zit een relatie met beeldherkenning,

pointclouds, robotisering, etc.).

4.5.3 Supply chain

In de bouw werkt een groot aantal partijen samen van het fabriceren van onderdelen tot

het bouwen op de locatie. Het optimaliseren en versterken van de samenwerking kan

versterkt worden door het leggen van directe koppelingen van informatiebronnen. Met

ander woorden het overbruggen van de (informatie)kloof tussen partijen. Daarnaast kan

data ingewonnen worden om (samenwerkings)processen te evalueren en te verbeteren.

Hiermee kan een bijdrage geleverd worden aan de productiviteit en kwaliteit van de

sector als geheel.

Het ontwikkelen van koppelingen tussen productie-, transport-, bouw- en installatie- en

onderhoudsplanningen biedt een belangrijke basis voor het analyseren en verbeteren van

logistieke processen. Afwijkingen kunnen sneller gesignaleerd en automatisch beoordeeld

worden op basis van mogelijke consequenties. Dit biedt de mogelijkheid om problemen

te anticiperen en te voorkomen. Blockchain technologie kan faciliterend zijn in het

afstemmen en controleren van verschillende supply chain planningen, alsook

inkoopprocessen.

Door middel van het verbinden van verschillende processen kan afstemming in de

toekomst automatisch verlopen. Dit betekent dat besluiten in bijvoorbeeld het ontwerp

automatisch doorgegeven worden aan productie door 3D-printers en eindgebruikers tot

laat in het proces wijzigingen kunnen doorgeven (mass-custimization/legolisering van de

bouw).

4.5.4 Life cycle informatie management

Beheer van informatie over de levensduur van een gebouw of object, met verschillende

betrokken partijen of eigenaren is van belang om optimaal te kunnen bouwen, beheren,

en eventueel te slopen.

Hoe kunnen we zowel de functionele eisen en wensen (en technisch randvoorwaarden)

van een bouwobject modelleren en tegelijkertijd zijn verwachtte en werkelijke prestatie.

Over de levenscyclus met veranderende eisen/wensen en degraderende prestaties

(requirement management). Dit is een belangrijke basis voor onderhoud, renovatie en

‘end-of-life’/vervangingsbeslissingen zowel in de bouw als infra.

Vergelijkbaar zijn materialenpaspoorten een belangrijk middel om te komen tot

een volledige circulaire bouw- en infrasector. Informatie zal vanaf ontwerp tot hergebruik op verschillende aggregatieniveaus beschikbaar moeten zijn en

blijven.

Page 38: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 37

4.6 Analytics & Artificial intelligence

Met de beschikbaarheid van data is ander belangrijke uitdaging om hieruit op snelle en

efficiënte wijze relevantie informatie te winnen. Daarnaast kunnen met slimme

technieken processen automatisch worden doorlopen. Waaronder het ontwerpen,

inspecteren en beheren van gebouwen en infrastructuur. Doelstelling van deze

programmalijn is de productiviteit van de bouwsector met 10% te verhogen en de

klimaatdoelstellingen te realiseren.

4.6.1 Artificial intelligence

Technologie als deep learning, Artificial intelligence, en/of machine learning maken het

mogelijk om op snelle wijze data te analyseren. Steeds meer aspecten spelen een rol in

het ontwerpen en beheren van gebouwen en objecten. Met dergelijke technologie wordt

het mogelijk om voor nieuwe aspecten snel ontwerpen te beoordelen of zelfs automatisch

te genereren.

Het generen van (deel)ontwerpen op basis van programma van eisen, wetgeving en

randvoorwaarden uit de omgeving ligt grotendeels bij ontwerpers met kennis en

ervaring. Het automatisch generen van ontwerpen door zogenaamde virtual design

assistents kunnen hierbij een verhoging van productiviteit en verbetering van kwaliteit

leveren. De behoefte is om steeds integraler te ontwerpen, rekening houdende met de

toekomst, maar ook met andere partijen. Dit is nu maar beperkt mogelijk door de tijd en

moeite dit het kost om deze informatie in te winnen en te verwerken. Dit proces kan in

de toekomst veel automatischer verlopen door betere koppelingen met

informatiebronnen en geautomatiseerde analysetools die aangesproken kunnen worden

wanneer nodig. Voorbeelden hiervan zijn om een automatische selectie/toetsing te doen

van de geschiktheid van de gegenereerde ontwerpen. Een voorwaarde om de gewenste

opschaling te bereiken is om nieuwe technologie niet opgesloten te houden in (stand

alone) software systemen, maar ook beschikbaar te maken voor andere doeleinden. Er

dient technologie ontwikkeld te worden om alle analyse processen en kunstmatige

intelligentie schaalbaar beschikbaar te stellen aan alle actoren in het ontwerp,

engineering, bouw en gebruik proces

Steeds vaker moet de maatschappij inspelen op incidenten die plaatsvinden in de

gebouwde omgeving. Denk aan de stroomuitval van Schiphol, aardbevingen,

evenementen en ongevallen. Kunstmatige intelligentie kan ondersteunen bij beslissingen

die genomen moeten worden op basis van een beperkte set aan data. De uitdaging hier

is om te gaan met ontbrekende en wellicht onbetrouwbare data.

4.6.2 Data analyse technologie

Naast bovenstaande is in bredere zin meer inzicht nodig in het gebruik van technologie in

de analyse van data, en hoe dit effectief gebruikt kan worden. Een bijzondere uitdaging

ligt er in het omgaan met onzekerheden, onder andere daar manieren te vinden hoe dit

gevisualiseerd kan worden.

Hierbij kan onder andere gedacht worden aan beslissingsondersteunende systemen.

Besluitvorming vindt idealiter plaats onder een compleet en accuraat beeld van de

huidige en toekomstige situatie. Waar deze informatie in beginsel niet volledig is, kunnen

Page 39: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 38

besluitvormers ook maar in beperkte mate alle informatie verwerken in de

besluitvorming. Onderzoek is nodig om te bepalen hoe besluitvorming het beste

ondersteund kan worden in het licht van groeiende beschikbaarheid van data en

informatie.

In een verdere toekomst lijkt zelfsturing van gebouwen, infrastructuur, tot aan gebruik

(bijv. aansturing van voertuigen) mogelijk te worden vanuit centrale systemen. Door

koppeling van simulaties, sensoren en aansturingssystemen en de toepassing van

machine learning, kunnen assets zichzelf optimaliseren op gebied van energie verbruik,

comfort, etc.

Partijen actief in de bouw-, onderhoud-, en installatiesector kunnen hierdoor ook andere

verdienmodellen aan koppelen om op basis van geaggregeerde datasets en (gedeeld)

gebruik van databronnen nieuwe diensten en platforms kunnen ontstaan. Kennisvragen

liggen hier rondom het praktisch toepasbaar maken van deze data analyse technieken en

de introductie van dergelijke system in de maatschappij (adoptie).

Page 40: BETER STROMEN VAN KENNIS - DigiDealGo · Een kennisinfrastructuur waarin verschillende partijen actief zijn: het reguliere onderwijs (HBO, MBO, Universiteiten), toegepaste onderzoeks-

Expertteam Kennis 39

LITERATUUR