Upload
margot-krijnen
View
214
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Project Koppelkracht van Trajekt, Maastricht
Citation preview
32
Decor van Het Nationaal Toneel, Het Derde Bedrijf,
‘De Presidentes’ (Theater aan het Vrijthof)
voorwoord 4
het project 6
de aanpak 12
de mentor 22
de mentee 30
de resultaten 36
dankwoord 45
4
Met veel voldoening kijk ik terug op de afgelopen vier jaren. De jaren waarin
Koppelkracht met steun van het Oranjefonds de kans heeft gekregen om mentoring
een plaats te geven in Maastricht en omgeving.
Ik heb genoten van de mogelijkheid om op een innovatieve wijze een mentorprogramma
te mogen ontwikkelen. Daarbij stond de veiligheid en kwaliteit voor zowel jongeren als
betrokken burgers bij mij op de eerste plaats.
Koppelkracht heeft gezocht naar mogelijkheden om mensen met elkaar te verbinden.
Een verbintenis te arrangeren waar alle partijen voldoening uit konden halen. Het gaf
me energie als ik ‘m weer zag, ‘die vonk in de ogen’, bij een nieuwe koppeling.
Met veel verwondering heb ik dan ook gekeken naar de inzet van burgers, de kwets
baarheid van jeugdigen en bevlogenheid van samenwerkingspartners. Mensen die
geloven in ‘iets voor elkaar betekenen’.
Mooie resultaten zijn in de afgelopen jaren geboekt: de jeugdigen haalden hun diploma,
kregen meer zelfvertrouwen, vonden een bijbaantje, haalden betere schoolresultaten,
verhoogden hun sociale vaardigheden, verbeterden hun kennis van de Nederlandse
taal, ontdekten Maastricht en omgeving, vervulden maatschappelijke stages, leerden
gebruik maken van het openbaar vervoer en nog veel meer.
Koppelkracht kent een manier van werken die vandaag de dag steeds meer wordt
ingezet. Er wordt een groter beroep gedaan op de burger zodat wij meer voor elkaar
kunnen betekenen. Het koppelen van mensen die van elkaars kwaliteiten kunnen leren,
daar zit toekomstmuziek in.
voorwoord
Katrien Jozephs | projectcoördinator Koppelkracht
Samen kunnen we alles!
5
6
het project Veel jongeren, zeker niet alleen probleemjongeren,
kunnen een steuntje in de rug gebruiken. Net dat beetje
extra aandacht, dat luisterend oor, die positieve input
die ze de kracht geeft om kansen te zien en te grijpen.
Vanuit die overtuiging startte welzijnsorganisatie Trajekt
in 2008 mentorproject Koppelkracht.
Koppelkracht richt zich op jongeren die het risico lopen
om hun (school)loopbaan voortijdig te beëindigen.
Het gaat daarbij om jongeren tussen 12 en 23 jaar die
wat steun kunnen gebruiken bij het versterken van hun
competenties. Jongeren die niet al te grote problemen
hebben en een duidelijke toekomstgerichte vraag
kunnen formuleren. Jeugdigen die wel wíllen, maar
vaak weinig stimulans en ondersteuning vanuit hun
omgeving ontvangen. Maar ook jongeren met weinig
doorzettingsvermogen en een verminderde motivatie
voor school of werk.
In het project Koppelkracht worden deze jeugdigen niet
op hun tekortkomingen gewezen, maar op hun kracht
en potentieel. Er wordt gewerkt aan hun zelfvertrouwen
en ze worden gestimuleerd en gemotiveerd om aan hun
toekomst te werken. Een toekomst die nu eens niet
somber wordt voorgesteld, maar als een opening naar
kansen en mogelijkheden.
Speerpunt van Koppelkracht is het terugdringen van
schoolverzuim en jeugdwerkloosheid. Met andere
woorden, voorkomen dat jongeren tussen wal en schip
raken. Dat lukt dankzij individueel empowerment, de
kwaliteiten van de jongere extra kracht bijzetten. Een
waardevolle aanvulling op het begeleidingssysteem van
jongeren binnen school of werksituatie.
Werken met mentoren heeft al op veel plaatsen en in
diverse contexten goede resultaten opgeleverd. Dat is
eenvoudig te verklaren: jongeren luisteren graag naar
een volwassene aan wie ze een voorbeeld kunnen en
willen nemen. Iemand die met ze meedenkt en niet
vertelt hoe ze het moeten doen. Iemand die luistert
zonder te oordelen. Iemand tegen wie ze alles kunnen
vertellen, een vertrouwenspersoon, een coach. Wekelijks
een uurtje kwalitatieve aandacht kan een wereld van
verschil betekenen.
En dat is precies wat Koppelkracht de jeugdigen biedt:
een gerichte vriendschap tussen mentor en jongere met
de (school)loopbaan als uitgangspunt. Belangrijk daarbij
is dat mentor en jongere van elkaars ervaringen leren en
kennismaken met de wereld en het netwerk van de ander.
Projecten als Koppelkracht zijn alleen succesvol als zij
berusten op vrijwillige en enthousiaste medewerking van
zowel de mentee als de mentor. Er mag geen dwang of
verplichting achter zitten. Koppelkracht moet duidelijk
worden gezien als een extra aanbod voor jongeren tijdens
hun schoolloopbaan. Mentoring is een aanvullend
instrument dat naast professionele begeleiding kan
worden ingezet.
7
Doelstellingen en gewenste resultaten:
• Bijdragen aan competentieversterking en zelf
vertrouwen van jongeren met als doel minder
schooluitval;
• Meewerken aan betere aansluiting tussen school,
vervolgonderwijs en behalen startkwalificatie;
• Meewerken aan betere aansluiting tussen school
en arbeidsmarkt;
• Bijdragen aan een stevige collectieve opvoedings
verantwoordelijkheid;
• Toewerken naar verzelfstandiging en inbedding
van het project in een periode van vier jaar.
Aansluiting en samenwerking:
Koppelkracht genoot vanaf 2008 tot 2012, dus een periode van vier jaar, projectondersteuning. Daarna moest
het project zijn ingebed in Maastricht. Met het oog op deze inbedding in de onderwijswereld en bij sociaal
maatschappelijke organisaties in Maastricht is er voor project Koppelkracht al in een vroeg stadium aansluiting
gezocht bij bestaande initiatieven en partnerorganisaties, zoals:
ROC Leeuwenborgh
School voor middelbaar beroepsonderwijs met
diverse sectoren.
www.leeuwenborgh.nl
Hogeschool Zuyd
Hboopleiding met diverse uitstroomprofielen.
www.hszuyd.nl
Universiteit Maastricht
Universiteit met diverse faculteiten.
www.maastrichtuniversity.nl
Coach2b
Initiatief, ondersteund door Expertisecentrum
Maatschappelijke Ondersteuning Limburg, gericht
op mentoring tussen jongeren en bedrijfsleven.
www.coach2b.nl
Project Droomjongeren Maastricht
Laagdrempelige maatschappelijke stageplaatsen ter
voorkoming van schooluitval en jeugdwerkloosheid voor
kanszoekende jongeren van 1624 jaar in Maastricht.
www.droomjongeren.nl
Jongeren@work
Samenwerkingsverband tussen diverse instellingen en
bedrijven; trajectplan van individuele activiteiten en
groepsactiviteiten die tot een toekomstige baan kunnen
leiden voor jongeren.
Wie-Kent School
Kennismaking met de diverse beroepen voor kinderen
van 10 t/m 14 jaar uit achterstandswijken met het oog
op beter loopbaanperspectief.
www.wiekentschool.nl
Sint Maartenscollege
School voor voortgezet onderwijs met richtingen Vmbo,
Havo, Vwo. Lange traditie van samenwerking met Trajekt.
www.sintmaartenscollege.nl
Mentorbegeleider
Een professional die vanuit zijn/haar deskundigheid de
mentee kent. De mentorbegeleider volgt het contact
tussen mentee en mentor en heeft in overleg met beiden
contact. Een mentorbegeleider kan een docent, een
tiener of jongerenwerker, een schoolmaatschappelijk
werker of andere professional zijn.
Doelgroep:
Mentee
Jongeren met vragen over hun toekomst, vooral op het
terrein van school. Het gaat daarbij om jongeren met
een niet al te zware problematiek. Uitgangspunt zijn
niet de problemen van de jongere, maar zijn of haar
kwaliteiten. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar
mogelijke overstappen die de jongere moet maken, bijv.
van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs, of van
voortgezet onderwijs naar ROC/Hbo of arbeidsmarkt.
Mentor
Volwassen vrijwilligers die succesvolle rolmodellen
kunnen zijn voor de jongere. Mentoren zijn werkzaam of
studeren, en zijn bereid hun ervaringen en kennis met de
jeugd te delen.
98
Ellen Schiffeleers | professioneel coach/trainer • mentortrainer Koppelkracht
10 11
• “Ik heb bijna alle mentoren van Koppelkracht begeleid. In een avondvullende training maak ik ze bekend met mentor
vaardigheden. Ik leg uit wat van een mentor verwacht wordt en wat je als mentor kunt tegenkomen. We kijken naar
de communicatie tussen mentor en mentee en bespreken alle mogelijke facetten van het contact. Praktische zaken
komen aan bod, zoals ‘ga je zitten of blijf je staan tijdens de eerste ontmoeting?’ maar ook de aard en diepgang van
de Koppelkrachtrelatie: ‘Zie je jezelf als leraar of als oude vriend?’ ‘Hoe emotioneel dichtbij kun je als mentor komen?’
En, heel belangrijk: ‘welke verwachtingen heeft een mentee?’ • Ik geniet iedere keer weer van die avonden. De mentoren
zijn allemaal mensen die iets heel graag willen. Het publiek is divers: mensen uit het onderwijs, journalisten, studenten,
universiteitsmedewerkers, mensen uit de wijk, een hele groep allochtone dames. Allemaal even enthousiast. Als je dat niet
bent, haak je af. Het is altijd heel goed te merken dat alleen overtuigde mensen willen doorgaan. Die realiseren zich waar
ze aan beginnen. Je moet je namelijk een jaar lang committeren aan een wekelijkse samenkomst met iemand en dat is best
intensief. Dat vraagt zowel van de mentor als van de mentee grote motivatie. • Wat ik de aankomende mentoren vooral
wil leren is dat het om coachen gaat en niet om het aandragen van oplossingen. Jij helpt je mentee bij het vinden van
oplossingen. Je vraagt wat je mentee wil leren, waar jouw ondersteuning nodig is. Nooit zeggen ‘je moet het doen zoals ik het
doe’, maar wel vertellen over je eigen ervaringen. Soms kan het nuttig zijn om heel duidelijk te zeggen hoe je iets het beste
kunt aanpakken, maar over het algemeen heeft de mentee een vertrouwenspersoon nodig die hem of haar bewust maakt van
de eigen kracht. Een goed voorbeeld: je gaat als mentor met een twaalfjarige mee naar open dagen van middelbare scholen.
Jij bekijkt samen met je mentee alle scholen en vertelt hem niet wat jouw keuze zou zijn. Je vraagt naar zijn mening en maakt
samen met de mentee de balans van voor en nadelen op. Meelopen op het pad, niet in een richting duwen. • Eigenlijk is het
meer een levenshouding. Het gaat altijd erom mensen vanuit zichzelf te laten leren. Dat is iets anders dan educatie, want
educatie is het aanbieden van kennis. Leren is gemotiveerd zijn om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. En als je wílt leren,
kun je daar soms educatie bij gebruiken, maar soms ook helemaal niet. De kracht van Koppelkracht ligt ook in de goede match
tussen mentor en mentee. Samen met Katrien, de coördinator, luisteren we altijd heel goed naar de toekomstige mentoren.
Vaak ontdekken we dan iets dat we ook in een toekomstige mentee terugzien. Een gezamenlijk aanknopingspunt zorgt vaak
voor een bijzondere klik. Dat kan een sport zijn, liefde voor dieren, fotografie als hobby, of hetzelfde gevoel voor humor. De
bedoeling is dat mentorkoppels het ook gezellig samen hebben. Als er problemen zijn, dan moet je ze uit elkaar halen. Het
project moet aan alle kanten energie geven en geen belasting vormen. Alleen zo werkt het. • Koppelkracht is een succesvol
project in kwaliteit en in resultaten. De mentorkoppels leren iets van elkaar en hebben iets aan elkaar. Mijn verwachting is
dat Koppelkracht voor de toekomst een pool van vrijwilligers oplevert. Mensen die graag projectmatig vrijwilligerswerk
doen en op regelmatige basis iets voor de maatschappij willen betekenen. Daar mogen we als maatschappij trots op zijn.” •
Communiceren en informeren
Een project als Koppelkracht moet bekendheid krijgen,
want zonder bekendheid geen mentoren of mentees.
Daarvoor is informatie op verschillende sporen nodig:
informatie aan het brede publiek, informatie aan de
doelgroep, informatie aan netwerkpartners met het oog
op inbedding.
Informatie over Koppelkracht is op diverse manieren en
op maat aangeboden, zowel schriftelijk en digitaal als in
de vorm van bijeenkomsten.
Het brede publiek is over de opzet en de plannen van
Koppelkracht geïnformeerd door:
• Advertenties, editorials en artikelen in de lokale
en regionale pers en aandacht in regionale radio
en televisieprogramma’s;
• De website www.Koppelkrachtmaastricht.nl als
informatiebron en vraagbaak;
• Verspreiding van flyers op (door jong en oud)
veelbezochte plekken in de stad;
• Aansluiting bij de landelijke Oranjefondscampagne
‘De beste maatjes’.
Informatie aan de doelgroepen werd gedifferentieerd
aangeboden:
• Uitgebreide beschrijving van Koppelkracht en persoon
lijke uitleg aan netwerkpartners. Dit zijn professionals
die met jongeren werken, zowel op beslisniveau als op
uitvoerend niveau. De uitvoerende professionals, de
latere mentorbegeleiders, kunnen inschatten of een
jongere extra persoonlijke aandacht nodig heeft om
kansen beter te benutten. Netwerk partners zijn interne
en externe collega’s. Intern zijn zij bijvoorbeeld tiener
of jongerenwerkers en schoolmaatschappelijk werkers.
Externe collega’s zijn bijvoorbeeld docenten in het
voortgezet onderwijs en ROC’s. Belangrijk daarbij is dat
de professional actief wordt betrokken bij Koppelkracht.
Het is namelijk een extra instrument naast eventuele
andere professionele begeleiding die de mentee al krijgt.
De professional kan zo tijdens het proces de diverse
soorten begeleiding naast elkaar monitoren.
• Mentees krijgen voorlichting door de professional
die hem of haar naar Koppelkracht verwees. Met
instemming van de mentee wordt deze professional
de mentorbegeleider die op de achtergrond het
mentorproces volgt en mentor of mentee ondersteunt
als dat nodig is. De projectcoördinator ondersteunt
de professional bij het verzorgen van de informatie
aan de mentee en later, indien nodig, tijdens de
mentorbegeleiding.
Het succes van Koppelkracht berust op vier pijlers:
• Communicereneninformeren
• Wervenenselecterenvanmentoren
• Trainenenbegeleidenvanmentoren
• Matchenvanmentorenmentee
• Mentoren worden uitvoerig geïnformeerd door de
projectcoördinator en de mentorbegeleiders. In de
wervingsfase wordt de aankomende mentor
voorgelicht over Koppelkracht door de project
coördinator, eventueel in samenwerking met een
interne of externe netwerkpartner.
• Ouders of verzorgers krijgen informatie van
de mentor begeleider en de projectcoördinator.
Koppelkracht richt zich op jongeren van 12 t/m 23
jaar en voor de jongeren in deze groep is toestemming
van de ouders noodzakelijk. Wanneer er sprake is
van minderjarigen wordt de koppeling tussen
mentor en mentee gemaakt in aanwezigheid
van de ouders/verzorgers.
13
de aanpak
12
14
“Onzecombinatieiszonder
meer een succesverhaal.”
• Bas: “Ik wilde niet alleen maar geld storten voor een goed doel, maar rechtstreeks betrokken zijn bij iemands ontwikkeling
en persoonlijk contact hebben. Ik ging dus actief op zoek naar een instantie die dat mogelijk maakte. Hoorde op de radio iets
over het Oranjefonds, bezocht de website en kwam zo terecht bij Koppelkracht. Ik was meteen enthousiast. Voordat ik als
mentor aan de slag kon, volgde ik een korte cursus en daarna was ik klaar voor de match met een mentee.” • Erwin: “Ik zat in
groep 8 van de basisschool en er kwam iemand iets vertellen over Koppelkracht. We kregen een formulier mee en dat heb ik
meteen ingevuld. Ik vond het een heel goed idee om een coach te hebben. Een tijdje daarna heb ik Bas ontmoet.” • Bas: “Ja,
het ging heel snel. Een maand na mijn aanmelding hadden ze al een geschikte mentee voor mij gevonden. Ik ontmoette Erwin
voor het eerst samen met zijn vader tijdens een avond op zijn school. Daar werden alle mentees aan hun Koppelkrachtmentor
voorgesteld. We hadden meteen een klik, hè Erwin? Maar dat komt ook door onze gezamenlijke belangstelling.” • Erwin: “Ja,
ik wil architect worden, net als Bas. Hij kan mij dan ook vertellen welk profiel ik moet volgen en naar welke opleidingen ik
kan gaan. Hij neemt me ook af en toe mee en dan gaan we interessante gebouwen bekijken. We stonden een keertje samen
voor het Kruisherenhotel in Maastricht en toen zei de piccolo dat we naar binnen mochten. Dat was zó mooi, echt vet!” •
Bas: “We doen verschillende dingen samen. Soms praten we gewoon, een andere keer help ik hem met huiswerk. Erwin haalt
voor sommige vakken betere punten omdat we er op een andere manier mee bezig zijn. Hij had bijvoorbeeld een slecht punt
voor geschiedenis en toen heb ik hem meegenomen naar het GalloRomeins museum in Tongeren. Daar hebben we zelfs nog
mogen meedoen aan een opgraving. Daarna gingen zijn cijfers voor geschiedenis omhoog. Dat is het kleine stukje extra dat ik
Erwin kan bieden.” • Erwin: “Als me iets dwarszit, kan ik er met Bas over praten. Dat is gemakkelijker dan met je eigen familie
of leraren. Maar ook gewoon gezellig. We hebben heel vaak lol samen.” • Bas: “In het begin was het een beetje aftasten.
Erwin was 11 toen ik hem leerde kennen en je komt dan als wildvreemde in een familie terecht. Je moet dan het vertrouwen
van je mentee winnen, maar ook van zijn ouders. Gelukkig heeft Erwin een heel warme familie en konden we het al heel
snel goed met elkaar vinden. Het wordt alleen maar leuker. We hebben ons Koppelkrachtcontract dan ook met een half jaar
verlengd.” • Erwin: “Bas en ik zijn allebei een beetje chaotisch, dus dat past goed bij elkaar. Soms zien we elkaar een aantal
uren achter elkaar, bijv. als we een museum bezoeken, en dan weer een paar weken niet. Maar ik kan Bas altijd bellen als ik
een vraag heb.” • Bas: “Ik ben trots op Erwin, het gaat goed op school en hij heeft een heel brede belangstelling. Ik krijg van
Erwin heel veel positieve en plezierige input. Vind het bijzonder interessant om te zien hoe hij dingen beleeft, bijvoorbeeld in
een museum. Die frisse kijk op dingen. Ik krijg er, zelfs na een lange werkdag, energie van. Als dat niet zo was, waren we er
allang mee gestopt. Onze combinatie is zonder meer een succesverhaal: Erwin is nu nog beter op school en hij leert veel over
zijn toekomstige vak. We worden er allebei wijzer van. En we respecteren elkaar. Wat wil je nog meer?” •
Bas Vrehen | 29, interieurarchitect
Erwin Swampillai | 13, klas 2, atheneum
15
16
worden. Een voorbeeld: een medewerker van KPMG
Accountants nam op persoonlijke titel deel aan
Koppelkracht. Na zijn succesvolle mentorschap werd
project Koppelkracht opgepikt door het bedrijf en
verder uitgebouwd. Aankomende mentoren melden
zich nu aan via een contactpersoon binnen KPMG.
Deze pilot is verder uitgebouwd bij andere bedrijven
en organisaties.
• Studenten: huidige studenten en alumni van HBO
en universiteit, maar ook van ROC’s kunnen fungeren
als rolmodel voor de mentee. De koppeling wordt
daarbij zoveel mogelijk als volgt gemaakt: een Vmbo
leerling wordt gekoppeld aan een ROCleerling;
een ROCleerling wordt gekoppeld aan een HBO’er
of universiteitsstudent. Koppelkracht richt zich
onder andere op de risicovolle overstapmomenten
tussen opleidingen en met deze structuur zouden
uitvalrisico’s verlaagd kunnen worden. Ervaren leer
lingen of studenten in het nieuwe schoolniveau
kunnen voor de nieuwkomers de drempel verlagen
en eventuele onzekerheid wegnemen.
• Betrokken burgers/wijkbewoners: dankzij informatie
in de pers en overige media tonen betrokken burgers
belangstelling voor het mentorschap. Zij doen dit
rechtstreeks via telefoon of website, of melden zich
aan via de vrijwilligerscentrale in Maastricht.
Koppelkracht presenteert zich als project ook
regelmatig op markten voor vrijwilligerwerving.
Werving en selectie van mentoren
Koppelkracht staat of valt met mentoren. Het is dan ook
duidelijk dat aan werving en selectie van deze mentoren
veel aandacht moet worden besteed.
Mentorwerving vindt plaats via publiciteitscampagnes
(zie Communicatie) en het digitale netwerk
www.Koppelkrachtmaastricht.nl. Vaak speelt ook
mond tot mond reclame een belangrijke rol bij de
werving van mentoren.
Daarnaast wordt er geworven vanuit het netwerk van
de projectcoördinator en de mentorbegeleiders. Gezocht
is ook naar nieuwe innovatieve mogelijkheden om
Koppelkracht al in een vroeg stadium in te bedden.
Dit betekent dat er vooral wordt gekeken naar lopende
projecten waarbij Koppelkracht kan aanhaken of waaraan
Koppelkracht iets kan toevoegen.
Mentoren kunnen uit zeer verschillende groepen komen,
uiteenlopend van het bedrijfsleven tot betrokken
wijkbewoners.
• Bedrijfsleven en organisaties: mentoren uit deze
sectoren melden zich in eerste instantie op individuele
basis aan op basis van de algemene berichtgeving aan
het publiek. Zijn deze contacten eenmaal gelegd en
heeft iemand uit een bepaalde organisatie als mentor
gefungeerd, dan kan het mogelijk geïnstitutionaliseerd
• Betrokkenen uit het netwerk van de mentee: het
kan voorkomen dat een mentee zelf aangeeft een
persoon te kennen door wie hij of zij graag gecoacht
zou willen worden. Ook met deze wens houdt
Koppelkracht rekening. Ook een door de mentee zelf
voorgedragen mentor wordt onderworpen aan een
selectieprocedure.
S
17
1918
mentorbegeleider samen met de mentor en de mentee
een gesprek. Gaat het om minderjarige mentees, dan zijn
ouders of verzorgers daarbij aanwezig. Dit eerste gesprek
vindt meestal bij de mentee thuis plaats, maar er kan ook
worden gekozen voor een externe locatie, zoals school of
buurthuis. De mentee en zijn/haar ouders of verzorgers
kunnen aangeven waar zij het gesprek willen voeren.
De voortgang van de koppels wordt nauwgezet gevolgd.
Bewaakt wordt of afspraken worden gemaakt en of beide
partners inderdaad naar de afspraken komen. Als blijkt
dat dit niet het geval is, neemt de mentorbegeleider
contact op met mentor en mentee. De mentorbegeleider
polst ook bij regelmaat hoe het contact wordt ervaren
door beide partners. Als de afspraken moeizaam verlopen
en er geen vertrouwensband ontstaat, wordt in overleg
met beide partners in het koppel actie ondernomen.
Gedurende het hele traject blijven mentorbegeleiders en
projectcoördinator de koppels volgen om de veiligheid
van de jongeren te garanderen, maar ook om erop toe te
zien dat de mentoren zich op hun gemak (blijven) voelen
in hun positie.
Selectie
De projectcoördinator selecteert de mentoren in samen
spraak met de interne of externe mentorbegeleider. Goede
selectie van mentoren is van groot belang, want mentor
schap vraagt om de juiste instelling tegenover een
jeugdige, bereidheid tijd en energie te investeren in een
ander, maar vooral een open mind en inlevingsvermogen.
Een mentor is geen leraar, maar een coach, en die houding
moet in de aankomende mentor terug te vinden zijn.
Uiteraard wordt ook gekeken naar de achtergrond van de
aankomende mentor. De projectcoördinator en mentor
begeleiders moeten in vol vertrouwen een jongere aan
de mentor kunnen toevertrouwen. De aankomende mentor
moet bovendien verklaren dat hij of zij bereid is een
trainingstraject te volgen.
Geselecteerd wordt op basis van:
• (Intrinsieke) motivatie: waarom wil iemand
mentor worden?
• Leeftijd: levenswijsheid, maar tegelijkertijd
grote betrokkenheid bij de jeugd;
• Persoonlijke kwaliteiten: wat heeft de mentor
te bieden?
• Netwerk: welke organisatie of welk initiatief
staat achter de mentor, zodat continuïteit
gewaarborgd wordt?
Training en begeleiding
Diverse keren per jaar wordt een training aangeboden aan
aankomende mentoren. Deze training wordt verzorgd
door de projectcoördinator in samenwerking met een
professionele trainer. De training is in twee delen op te
splitsen: algemene informatie en formele voorwaarden
en vervolgens de inhoudelijke aspecten van mentorschap.
In de training komen de volgende onderwerpen aan bod:
Wat is mentoring?
• Wat is de relatie tussen mentor en mentee?
• Basisvaardigheden: luisteren, feedback geven, vragen
stellen, omgaan met vertrouwelijkheid en grenzen;
• Verwachtingen van mentorschap;
• Informatie over begeleiding tijdens mentortraject.
Matchen van mentor en mentee
De projectcoördinator koppelt in samenspraak met de
mentorbegeleider en vaak na overleg met de externe trainer
de mentor aan een mentee. De mentorbegeleider speelt
daarin een belangrijke rol, want hij of zij kent de mentee
en weet precies waar de behoefte aan mentoring ligt.
Matching gebeurt op basis van de volgende criteria:
• De vraag van de mentee. Waarin heeft de mentee
bege leiding nodig en wie heeft hij of zij daarvoor
nodig?
• Overeenkomstige studierichting of opleiding;
• Overeenkomstige interesses of hobby’s;
• Leeftijdsverschil tussen mentor en mentee.
Tijdens een kennismakingsgesprek met de project
coördinator vullen de aanstaande mentoren een interesse
formulier in, waarin ze hun loopbaan, persoonlijke
interesses en verwachtingen aangeven. Ook tijdens de
training is er gelegenheid om de mentoren op een infor
mele manier te leren kennen. De externe professionele
trainer beschrijft na de training haar indrukken van de
mentoren. Iedere training wordt gegeven in het bijzijn
van minimaal 2 professionals, zodat gezamenlijk kan
worden gewerkt aan een succesvolle match.
Vaak kan zelfs maar één overeenkomst tussen mentor en
mentee al een goede basis vormen. Voorbeelden? In een
succesvol koppel hadden zowel mentor als mentee een
hond. Een ander koppel bestond uit twee echte Carnavals
vierders, en in weer een ander geval wilde de mentee later
het beroep van de mentor gaan uitoefenen. Vanuit een
dergelijke, aanvankelijk zelfs smalle, basis kan een diepere
vertrouwensband groeien door het regelmatige contact.
Is de match gemaakt, dan initiëren de coördinator en de
“Eenmentormoeteenverstandig
maatjezijnenaltijdhetdoelvan
hetcontactvoorogenhouden.”
21
Fati Kianersy | schoolmaatschappelijk werkster
• “Binnen ons werk op de middelbare school is Koppelkracht een belangrijke aanvulling. Vaak is de situatie niet ernstig genoeg
om hulpverlening in te schakelen, maar zijn onze methodieken net niet toereikend. Dan zijn alternatieve hulpmiddelen nodig
en Koppelkracht past daar uitstekend in. Het biedt net het beetje extra dat wij niet kunnen geven. Bovendien willen jongeren
vaak niets weten van maatschappelijk werk, jeugdzorg of hulpverlening, maar hebben ze wel behoefte aan een luisterend
oor. Koppelkracht geeft ze die ene persoon in hun leven die luistert en meedenkt. Vooral dat meedenken is belangrijk. Niet
wéér iemand die ze vertelt wat ze moeten doen, maar iemand die luistert naar wat zij willen en ze op hun weg begeleidt.
• Ik heb verleden jaar twee leerlingen uit de Internationale Schakelklas, een speciale klas voor nieuwkomers in Nederland,
aangemeld voor Koppelkracht. Een van die leerlingen was Anna, het meisje dat gekoppeld is aan Miriam Mordang. Anna wilde
haar sociale netwerk uitbreiden, contacten leggen in de Nederlandse samenleving. En ze zocht iemand die ze als Nederlands
rolmodel kon zien. Miriam bleek de ideale mentor voor Anna. Ze hebben het prima samen. Ze ondernemen gezellige dingen,
maar ze praten ook veel. Miriam heeft een uitgebreid netwerk in Maastricht en ze gaat proberen Anna aan een baantje naast
haar opleiding te helpen. Ze hebben een vertrouwensband, dus Anna kan over alles praten met Miriam. Ik heb gezien hoe
Anna zich ontwikkelde door het contact met haar mentor. Ze heeft veel meer zelfvertrouwen en op school gaat het prima.
Ze heeft haar draai gevonden. Miriam was precies wat ze nodig had. • Een mentor moet een verstandig maatje zijn en
altijd het doel van het contact voor ogen houden. Die doelstelling is heel gevarieerd. Jongeren zoeken bijvoorbeeld iemand
‘die mijn agenda met me bekijkt en een leerschema met me opstelt’, ‘iemand die samen met mij naar voorlichtingsdagen
van opleidingen gaat’, ‘iemand die me beter bekend maakt met de Nederlandse samenleving’, of gewoon ‘iemand bij wie
ik af en toe mijn verhaal kwijt kan zonder mijn ouders erbij te betrekken.’ En die doelstellingen zijn heel goed te bereiken
met vertrouwen en wederzijds respect. Die band ontstaat door een geregeld, plezierig en ontspannen contact, waarin niets
moet. • Ik ben ervan overtuigd dat er een grote behoefte is aan Koppelkracht en echt niet alleen bij kinderen met grotere
problemen. Er zou nog meer bekendheid moeten worden gegeven aan Koppelkracht, zoals de klas ingaan en erover spreken,
flyers uitdelen. Ik weet zeker dat veel kinderen zich zouden aanmelden. Jongeren hebben behoefte aan een maatje dat hen
begrijpt. • Koppelkracht kan levens redden, misschien niet letterlijk, maar zeker figuurlijk. Een mentor is die uitgestoken hand
die een jongere net van de afgrond kan redden. Er kan veel mis gaan als jongeren zich verlaten of verloren voelen. Ze zijn een
gemakkelijke prooi voor verkeerde contacten en kunnen in het ergste geval in de criminaliteit of prostitutie terechtkomen.
Koppelkracht geeft ze vertrouwen en dat maakt sterk. En dat is van onschatbare waarde.” •
20
23
de mentorZonder mentor geen Koppelkracht. Mentoren zijn de
basis van Koppelkracht en hun inzet is bepalend voor
succes. Maar het is duidelijk niet de bedoeling dat de
mentor alleen energie gééft. Een Koppelkrachtkoppel
werkt alleen als beide partners plezier hebben in het
contact. Van alle koppels uit het project geeft het
merendeel aan veel energie en voldoening te halen
uit de regelmatige ontmoetingen met hun mentee.
Het voelt voor de meesten niet als een verplichting of
extra belasting, maar als een ontspannende, gezellige
samenkomst met iemand die ze het leven weer eens
vanuit een ander, verfrissend perspectief laat zien.
Wat doet een mentor?
• Hij maakt kennis met de mentee en begint meteen
met het opbouwen van een relatie met de mentee;
• Hij ondersteunt de mentee bij het zoeken naar
antwoorden op zijn/haar vraag die betrekking heeft
op de (school)loopbaan;
• Hij heeft wekelijks of tweewekelijks contact met de
mentee en helpt hem of haar een jaar lang actief bij
het zoeken van zijn of haar weg naar de toekomst;
• Aan het eind van dit jaar kan het koppel ervoor kiezen
nog een half jaar door te gaan met de regelmatige
afspraken;
• De mentor ondersteunt de jongere bij zijn vraag op
het gebied van de (school)loopbaan. Als hij stuit op
problemen bij de mentee waarvoor professionele hulp
nodig is, dan kan de mentor daarvoor een beroep
doen op de mentorbegeleider;
• Een mentor kan een actieve rol spelen in het bedrijf
waar de mentee werkt of stage loopt;
• Een mentoringtraject kan op ieder moment in het
schooljaar starten en eindigen. Mentortrajecten
worden voor ieder koppel op maat gemaakt;
• Aan het eind van het mentortraject rondt de mentor
het traject af met een gesprek samen met de mentee,
en de mentorbegeleiding. Als dat nodig is, worden
daar afspraken gemaakt voor eventuele nazorg.
Mentoren bieden zich vrijwillig aan en beseffen op voor
hand vaak niet goed waar ze aan beginnen. Gedegen
informatie en training kunnen daar verandering in
brengen. Het gebeurt dan ook meer dan eens dat een
aankomende mentor afhaakt na de informatie en
trainingssessies. Deze bijeenkomsten vormen dan ook
een extra manier om werkelijk gemotiveerde mentoren
te selecteren.
Voor het werven van mentoren werd onder andere
de volgende tekst gebruikt. Belangstellende mentoren
herkenden zich in de volgende omschrijving:
22
24 25
Wat is een mentor?
Een mentor is een volwassen persoon die een jongere
vrijwillig onder zijn/haar hoede neemt. De mentor
geeft ondersteuning en begeleiding aan één jongere.
Een mentor moedigt de jongere aan in het verwezen
lijken van zijn/haar doelen. Doelen die betrekking
hebben op de persoonlijke loopbaan en/of (school)
loopbaan van de jongeren. Een mentor is niet alleen
een adviseur, ondersteuner en begeleider, maar ook
een rolmodel voor de jongere.
Geven en nemen
Mentor zijn betekent dat u geeft, maar ook zeker
ontvangt. Als mentor geeft u ervaringen, technieken
en dergelijke door. Wat u terugkrijgt is (nog meer
ervaring) in begeleiding, inzicht in uw eigen handelen.
Maar bovenal een jongere die graag een positieve
bijdrage wil leveren aan de samenleving en het advies
en de ondersteuning van een volwassene daar goed
bij kan gebruiken.
Een mentor, een vrijwillige informele werker, kan
jeugdigen van alles leren, van etiquette tot het
bewandelen van bepaalde wegen om iets te bereiken
of te leren. Het doel is om jongeren weerbaarder te
maken en beter toe te rusten zodat ze een goede
start kunnen maken in deze maatschappij. Heel
belangrijk is dat het ‘klikt’ tussen de mentor en
de jongere, zodat de jongere de mentor erkent
als voorbeeld, als rolmodel. Dat is één van de
voorwaarden voor succes.
27
“Ikbeneengrootaanhanger
van Koppelkracht.”
Marielle Nolte | tiener/jongerenwerkster en buurtcoach
• “Ik kom in mijn werk regelmatig jongeren tegen die een concrete vraag hebben en daar bij niemand mee terecht kunnen.
Soms ligt er achter die concrete hulpvraag de behoefte om met een neutraal iemand te kunnen praten. Ze zijn op zoek naar
een luisterend oor. Ik help deze jongeren dan met het concretiseren van hun vraag en informeer ze over de mogelijkheid
van Koppelkracht. • In het geval van Gwenda, bijvoorbeeld, heb ik eerst zelf tijdens huiswerkbegeleiding met haar aan de
Engelse taal gewerkt. Maar in een groep kon ik haar niet genoeg tijd en aandacht bieden. Koppelkracht was dus een prachtige
mogelijkheid. De match tussen Marisol en Gwenda is ongelofelijk goed. Ik zie de band wekelijks sterker worden. Gwenda
heeft iemand gevonden met wie ze bijna alles kan bespreken en die haar motiveert vast te houden aan haar droom. Het
Engels van Gwenda is met sprongen vooruit gegaan. Ze was de slechtste van de klas en behoort nu tot de besten. Marisol
heeft daar samen met haar hard voor gewerkt. Ze lazen Engelse boeken, maakten oefeningen, werkten aan grammatica.
Dankzij de grote motivatie van allebei hebben ze enorme resultaten geboekt. • Ik ben een groot aanhanger van Koppelkracht.
Als er een goede match is tussen mentor en mentee levert het belangrijke successen op. Eigenlijk kan iedere jeugdige een
volwassen persoon gebruiken die zich wil en kan inleven in zijn leefwereld. Je hoeft niet alles te begrijpen en het zeker ook
niet met alles eens te zijn, maar je moet wel over alles kunnen praten. Peer pressure is een van de belangrijkste invloeden
op die jeugdige leeftijd. Als jongeren hun verhaal kwijt kunnen bij een volwassene die ze vertrouwen, maken ze misschien de
juiste keuzes. • Zelf blijf ik de koppels altijd op de achtergrond volgen. Ik pols af en toe of het goed gaat, check of ze elkaar
ook echt nog regelmatig treffen. Andersom is het belangrijk dat mentor en mentee weten dat ze bij mij terecht kunnen als
het contact niet loopt zoals ze willen. Want natuurlijk zijn er ook wel eens koppels die geen klik hebben of waarin een van
de twee afhaakt. Beide Koppelkrachtpartners moeten zich realiseren dat ze samen een traject ingaan en dat ze voldoende
gemotiveerd moeten zijn om anderhalf jaar energie in elkaar te steken. Anders werkt het niet. Heel belangrijk is ook dat de
jongere er zelf achter staat, er moet geen dwang achter zitten. Anders loop je het doel mis. • Ik ben ervan overtuigd dat
Koppelkracht een belangrijke rol vervult in de ondersteuning van jongeren. De juiste mentor kan het leven van een jongere
een compleet nieuwe draai geven. Een mooiere bijdrage kun je niet leveren aan de maatschappij.” •
26
28
• “Koppelkracht is belangrijk voor de jongeren tussen 12 en 23 jaar in mijn jeugdgroep. Zelf heb ik tien jongeren doorgestuurd
naar Koppelkracht. Ik wist meteen dat dit project een belangrijke bijdrage kon leveren en zorgde ervoor dat alle jongeren in
mijn groep erover geïnformeerd waren. Mijn hoop was aanvankelijk dat ze zelf met de vraag om een mentor zouden komen,
maar dat werkte niet zo. Ik ben vervolgens individuele jongeren gaan aanspreken over de mogelijkheid van Koppelkracht. • Je hoeft als begeleider niet altijd te wachten tot het slecht gaat met een kind op school. Vaak is het ook een kwestie van
vooruitkijken. Er zijn heel wat kinderen die het redelijk doen, maar vanuit de thuissituatie aansluiting missen. Niemand
die vraagt naar hun school dag of resultaten, weinig stimulans, vaak geen fysieke ruimte om rustig met huiswerk bezig te
zijn. Vooral jonge tieners die de overstap gaan maken van basisschool naar brugklas kunnen wat extra steun gebruiken. Zij
vormen een risicogroep waar het gaat om vroegtijdig afhaken. Met deze kinderen ben ik een gesprek over de mogelijkheid
van Koppelkracht aangegaan. • Ik had geluk. De eerste die meedeed aan het project was een leidersfiguur in de groep. Ik
ben hem zelf als Koppelkrachtmentor gaan begeleiden. Deze jongen werd heel enthousiast en droeg dat over op de anderen.
Het wás ook een succesverhaal: hij doet het nu beter op school, heeft zijn draai gevonden en weet welke vervolgopleiding
hij wil gaan doen. Het is net dat extraatje dat jongeren nodig hebben. Een coach die samen met jou kijkt hoe het gaat en
speciaal aan jou aandacht geeft. Na de positieve ervaring van de eerste Koppelkrachtdeelnemer hadden andere jongeren
ook al snel belangstelling. Het idee van een mentor moet niet worden opgelegd, het mag allemaal niet schools klinken. Wat
mijn jongeren nodig hebben, is een sympathieke, open volwassene met wie ze een vertrouwensrelatie opbouwen. • De vraag
vanuit de jongeren is heel divers. Er zijn jongeren die het moeilijk vinden zich goed uit te drukken, waardoor ze vaak verkeerd
overkomen. Anderen hebben geen idee welke richting ze moeten kiezen voor hun loopbaan. Weer anderen spijbelen omdat
ze zich op school ongemakkelijk of ongewenst voelen. En dan is er natuurlijk de groep die thuis volstrekt geen luisterend
oor vindt. Voor al deze jongeren is een mentor dé oplossing. • De mentoren (ik noem ze eigenlijk altijd coach) die ik heb
meegemaakt, gaven allemaal een positieve wending aan het leven van hun mentees. Heel vaak horen deze kinderen alleen
maar wat ze NIET goed doen en nu benadrukt iemand eindelijk eens de positieve dingen. Dat is een totaal nieuwe ervaring
voor ze en het helpt enorm. • Mentoren praten met hun mentees ook niet altijd over school. Ze vragen vaak kort naar
de resultaten, kijken of ze nog iets voor het huiswerk kunnen betekenen en doen dan iets ontspannends. Terrasje, ijsje,
bioscoop… Dat maakt het contact laagdrempelig en plezierig. En omdat het zo soepel gaat, niets móet, haken jongeren ook
niet snel af. Ze hebben er plezier in. Belangrijk is wel dat er een goede klik is tussen de mentor en de jongere, anders werkt
het niet. • Bijna alle jongeren zijn veel beter uit het Koppelkracht traject gekomen. Het effect was nog positiever dan ik in
eerste instantie had verwacht. Je werkt per slot van rekening met een doelgroep waar je niet iedere coach op kunt zetten.
Sommigen hebben echt te veel problematiek en in die gevallen is Koppelkracht niet het aangewezen project. Dat is meer een
taak voor de hulpverlening. Koppelkracht is een prachtige aanvulling voor jongeren, zowel voor hun schoolloopbaan als voor
hun persoonlijke ontwikkeling. Waardevol project.” •Roy Hulst | jeugd en jongerenwerker
29
30
de mentee
Mentees zijn jongeren tussen 12 en 23 jaar die voor
een belangrijke overgang in hun leven zitten, bijv. van
basisschool naar voortgezet onderwijs of nog verder
in het onderwijstraject, maar ook jongeren die om een
andere reden wat begeleiding kunnen gebruiken.
Het gaat daarbij niet om professionele hulp vanuit de
sociaalmaatschappelijke kanalen, maar om gerichte,
persoonlijke coaching door een volwassene. Vaak zijn deze
jongeren op zoek naar een rolmodel, iemand met levens
ervaring die een opleiding heeft afgerond en een actieve
rol speelt (of heeft gespeeld) in de maatschappij. Iemand
aan wie ze een voorbeeld kunnen nemen als het gaat om
keuzes maken op het terrein van opleiding of beroep.
De jongeren uit het Koppelkrachtproject worden door
hun achterban meestal weinig gestimuleerd en in hun
school of werkomgeving worden zij vaak eerder op hun
tekortkomingen gewezen dan op hun competenties en
positieve bijdragen.
Daarnaast hebben pubers, en zeker niet alleen
pubers in achterstandswijken, behoefte aan een
vertrouwenspersoon. Iemand die niet de ouder is, niet de
leraar, niet de maatschappelijk werker. Een volwassene
die onbevangen en onbevooroordeeld luistert. Dat is wie
ze zoeken.
Wat deze jongeren dus nodig hebben is een verstandig
maatje. Een persoon die naar ze luistert, met ze overlegt,
ze complimenteert als ze iets goeds doen, adviseert op
basis van eigen ervaringen zonder dwingend of directief
te worden.
Jongeren worden door professionals uit het werkveld,
bijv. begeleiders in het buurthuis, schoolmaatschappelijk
werkers, jongerenwerkers, gestimuleerd om deel te
nemen aan Koppelkracht. De ervaring leert dat jongeren
voorbeelden nodig hebben van succesvolle koppels
binnen het project. Voorbeelden wekken hun interesse en
verlagen de drempel.
De projectcoördinator kiest er dan ook vaak voor pas een
individueel gesprek met een mentee aan te gaan nadat
zij mogelijke geschikte mentoren heeft benaderd met de
vraag of ze geïnteresseerd zouden zijn in de betreffende
mentee. Zo kunnen in het gesprek voorbeelden van
mogelijke mentoren worden genoemd. Dat is minder
abstract en werkt motiverend.
Ook voor een mentee is Koppelkracht niet vrijblijvend.
Er worden afspraken gemaakt, zowel met de
projectcoördinator als met de mentor en daaraan heeft
de mentee zich te houden. Verschijnt een mentee niet
tijdens de regelmatige samenkomsten met de mentor,
dan wordt hij of zij daar onmiddellijk op aangesproken.
Voelt de mentee zich niet op het gemak bij de mentor
of is er geen klik, dan kan hij dat melden bij de
mentorbegeleider en wordt actie ondernomen.
Belangrijk is ook dat er voor de mentee geen dwang
zit achter deelname aan Koppelkracht. Hij of zij moet
volledig op basis van vrijwilligheid meedoen, anders is
het koppel gedoemd te mislukken.
Succesvolle koppels komen altijd voort uit groot
enthousiasme van beide partijen, zowel van mentor als
van mentee. In dergelijke gevallen kan een contact voor
het leven ontstaan.
31
32 33
Mentees worden op de website en door flyers op scholen
met de volgende tekst geïnformeerd over Koppelkracht:
Grijp je kans met een persoonlijke coach!
Je wilt iets bereiken. Je bent je school of je werk
helemaal zat. Je wilt verder studeren doorleren, maar je
weet nog niet wat. Je wilt iets bereiken maar je weet niet
hoe. Hoe moet je beginnen? En met wie kun je praten?
Een coach is dan een slimme zet! Die kan je helpen je
talenten te ontwikkelen. Koppelkracht zoekt bij jou de
juiste coach.
Grijp je kans! Voetballers hebben een coach. Elke popster
is doorgebroken met een coach. Jij kunt ook een eigen
coach hebben. Iemand die er speciaal voor jou is en
die bij je past. Los van je school of van je werk. Los
van je ouders. Je coach ondersteunt je in jouw keuzen
en respecteert die. Hij of zij leert je om te gaan met
tegenslagen. Maar vooral om je kansen te grijpen.
Met een coach kom je verder! Iedere week spreek je af
met je coach op een plek die jullie samen uitzoeken.
Samen praten jullie over de dingen die jou interesseren
of bezighouden. Jullie stellen doelen op, die voor jou
belangrijk zijn. De coach helpt je om die doelen te
bereiken, maar je moet het zelf doen. Hoe en waar?
Dat bepalen jullie samen.
Alles op een rijtje:
• je wilt iets bereiken
• je krijgt een coach die bij je past
• je spreekt iedere week af (een jaar lang)
• je coach is een vrijwilliger
• je bent tussen de 12 en 23 jaar
34
“Ikbenontzettendblijdatikheb
meegedaanmetKoppelkracht.
Miriamheeftmijnlevenveranderd.”
Miriam Mordang | 42, tentoonstellingsmedewerker Centre Céramique en coach/counselor
Anna Mikolajczak | 17, 4e jaar Vmbo TL
• Miriam: “Ik was net een half jaar gestopt met vrijwilligers werk toen de oproep van Koppelkracht langskwam. En ik dacht,
laat ik het maar doen. Ik volgde het voorbereidende traject en ontmoette Anna een paar maanden later op haar school.
Anna keek echt de kat uit de boom tijdens die ontmoeting. Maar toen moesten we onze geboortedata invullen en zag ik
dat wij op 6 en 7 februari jarig zijn. Ik lachte en zei: dat moet goed komen, wij zijn allebei Waterman, dus hoogbegaafd,
zeer ontwikkeld… Dat brak het ijs! Er was zonder meer een klik tussen ons. We treffen elkaar nu al bijna een jaar en nog
steeds met veel plezier.” • Anna: “Ik kwam twee jaar geleden vanuit Polen naar Nederland, samen met mijn moeder, zusje
en broertje. Dat was een enorme overgang. In Polen zat ik op het gymnasium, had ik een grote vriendenkring, ging ik naar
popfestivals, theater… Hier sprak ik de taal niet en kende ik helemaal niemand buiten ons gezin. Mijn school stelde voor dat
ik zou meedoen met Koppelkracht, omdat ik zo sneller Nederlands zou leren en nieuwe contacten kon opdoen. Vóór de eerste
ontmoeting met Miriam vertelde de school dat er een 18jarig meisje zou komen om mij met de taal te helpen. Toen kwam
Miriam binnen, een volwassen vrouw. Dat was een grote verrassing, maar ik was meteen heel blij met Miriam.” • Miriam:
“Ik heb grote bewondering voor Anna. Stel je eens voor: je komt uit Polen, moet in een vreemd land met een volstrekt andere
taal naar school. Vanwege het feit dat je het Nederlands nog niet spreekt, moet je naar een school die ver onder je niveau
ligt. Anna vond daar geen enkele aansluiting. De kinderen in haar klas waren veel jonger en bezig met heel andere dingen
dan Anna. Opmaken, uitgaan, jongens… Anna heeft veel interesses, ze leest vier boeken – geen lichte kost per week, houdt
van theater, van filosoferen en van goede muziek. Ieder ander had het hoofd laten hangen, maar Anna is sterk. Ze gaat altijd
terug naar zichzelf en denkt na over wat ze wil en hoe ze dat kan bereiken. Indrukwekkend!” • Anna: “Toen ik in Nederland
aankwam, vond ik het verschrikkelijk. Zo anders dan Polen. Ik haatte Nederland en wilde alleen maar terug naar mijn eigen
land. Maar nu ben ik verliefd op Maastricht. Ik ben overgestapt naar een andere school met kinderen van min of meer mijn
eigen leeftijd. Daar heb ik een vriendin gevonden die ook een brede belangstelling heeft. Dit jaar doe ik eindexamen Vmbo
en als mijn cijfers hoog genoeg zijn, mag ik doorstromen naar de Havo. Daarna wil ik geschiedenis of kunst gaan studeren.
Ik heb grote ambities. Ik wil schrijfster worden, maar ook regisseuse.” • Miriam: “Anna inspireert mij. We gaan samen naar
het theater en genieten daar enorm van. Anna praat met mij over alles wat haar bezighoudt: over muziek, over filosofie, over
boeken, over toneel. Haar frisse blik op de wereld zet mij weer aan het denken. Ik vind het geweldig leuk om te zien hoe zij
in de wereld staat, waar ze aandacht voor heeft, wat haar bezighoudt. Dat stimuleert mij enorm. Ik weet zeker dat Anna en
ik contact houden na Koppelkracht. Over tien jaar zien we Anna op televisie als beroemde schrijfster. En dan ben ik trots!” • Anna: “Ik ben ontzettend blij dat ik heb meegedaan met Koppelkracht. Miriam heeft mijn leven veranderd. Op school gaat het
beter, want wij maken samen huiswerk. Maar het belangrijkste is dat ik nu iemand heb aan wie ik alles kan vertellen. Ik kan bij
haar terecht als er iets is gebeurd. Ik had echt problemen thuis en daar heeft zij me doorheen gesleept. Zonder Miriam ben ik
niet zo sterk. Zij heeft me sterk gemaakt. Zij weet het misschien niet, maar dat is echt zo.” •
35
Koppelkracht is een succes geworden. Eind 2011 beschikt
het project over 60 inzetbare mentoren en zijn op dit
moment nog 25 koppels actief bezig. In totaal hebben
77 koppels het Koppelkrachttraject doorlopen. In vrijwel
alle gevallen heeft de match tot resultaten geleid. De
betreffende jongeren voelen zich sterker en zekerder,
zowel op het terrein van school of werk als in hun
privéomgeving.
Het draagvlak voor Koppelkracht is behoorlijk verstevigd.
Zo hebben zich diverse scholen voor voortgezet onder
wijs aangesloten bij het project en is bij een organisatie
voor jeugdwerk (Heugemerveld) een deelproject ont
wikkeld voor peer to peer mentoring, gericht op sociale
vaardigheden en vrijetijdsbesteding.
Het project heeft zich in de loop van de afgelopen vier jaar
ontwikkeld en uitgebreid. De expertise van de vrij willigers
wordt actief benut en vanuit het contact met (nieuwe)
netwerkpartners zijn onderlinge verbanden gelegd.
Leerlingen van het St. Maartenscollege in Maastricht
vervullen hun maatschappelijke stage bij netwerkpartner
Talentenschool. Junior vrijwilligers worden in het
kindervakantiewerk gekoppeld aan senior vrijwilligers
zodat jong en oud van elkaar leren en actief burgerschap
op de jongere generatie wordt overgedragen.
Koppelkrachtvrijwilligers verzorgen zelf deskundigheids
bevordering voor andere vrijwilligers of ondersteunen het
project op andere manieren.
En Koppelkracht gaat door: het project wordt onderdeel
van de afdeling Vrijwillige Inzet van Trajekt. Daar vindt
vanaf 2012 in samenspraak met jongerenwerk de selectie,
werving, plaatsing en begeleiding van mentoren en
mentees plaats.
De Koppelkrachtmethodiek op het terrein van mentoring
wordt bovendien ingezet in het reguliere jeugd en
jongerenwerk. Jong en oud worden aan elkaar gekoppeld
met als doel versterking van talenten in de buurt. Deze
insteek gaat verder dan de schoolloopbaan en richt zich
ook op actief burgerschap en participatie in de vrije tijd.
Een van de programma’s die qua methodiek
voortvloeiden uit Koppelkracht is ‘Nao Väöre’. Hierin
ligt de focus op de vrijetijdsbesteding van kinderen uit
het speciaal onderwijs. Samen met een maatje gaan
zij op zoek naar mogelijkheden om hun vrije tijd zo
goed mogelijk in te vullen. Bijvoorbeeld door de stap
te zetten naar lidmaatschap van een vereniging en het
doorzettingsvermogen op te bouwen bij die vereniging
aangesloten te blijven.
Maar het grootste en opvallendste resultaat is zonder
enige twijfel het persoonlijke succes van de mentees.
Jongeren die dankzij de enthousiaste inzet van
volwassenen hun leven een nieuwe wending konden
geven. De kracht van het koppel.
37
de resultaten
36
38
• Gwenda: “Ik wilde oorspronkelijk vanuit het MBO doorstromen naar de PABO, maar mijn Engels was niet goed genoeg. Ik
vroeg aan Marielle Nolte, jongerenwerkster in mijn buurt, of ik hulp kon krijgen bij het leren van de Engelse taal. Marielle
kende Koppelkracht en realiseerde zich dat dit project perfect aansloot bij mijn vraag. Zo kwam het verzoek om een mentor
aan het rollen.” • Marisol: “Ik wilde naast mijn baan iets voor de maatschappij doen. Ik ben heel gericht op zoek gegaan naar
een project als Koppelkracht, omdat ik een tvprogramma had gezien over buddy’s in actie en iets vergelijkbaars wilde doen.
Zo kwam ik via internet terecht bij Koppelkracht waar ik me onmiddellijk heb aangemeld. Al heel snel werd ik benaderd met
de vraag of ik iemand met de Engelse taal wilde helpen. Dat vond ik een geweldig plan.” • Gwenda: “Marisol en ik werden aan
elkaar voorgesteld en we hadden zo’n klik dat we meteen voor de week erna hebben afgesproken. Sindsdien zien we elkaar
iedere week consequent een paar uur. We werken aan mijn Engels, maar zeker niet altijd. We praten over van alles en maken
ook ontzettend veel plezier. We zijn zelfs met z’n tweetjes een dag naar Amsterdam geweest. Geweldig!” • Marisol: “We
treffen elkaar nu meer dan een jaar en we gaan beslist nog langer door. Ook als straks het project voor ons stopt, zullen we
elkaar zeker blijven zien. Niet dat Gwenda dat op de lange termijn nodig heeft. Ze weet wat ze wil en is heel serieus bezig. Voor
haar toekomstplannen zou ze mijn support niet eens echt nodig hebben. Voor de Engelse taal misschien wel, maar niemand
hoeft haar handje vast te houden. Gwenda is volstrekt geen probleemjongere. Ze woont misschien in een iets moeilijkere
wijk, maar zelf heeft ze geen problemen. Zelf kom ik uit een vergelijkbare wijk, maar als je de wil hebt en de juiste stimulans
van je omgeving krijgt, dan kun je daar heel goed uit groeien. Ik heb grote bewondering voor Gwenda’s vasthoudendheid en
motivatie. Zij komt er wel.” • Gwenda: “Ik ben beslist gegroeid door mijn contact met Marisol. Het is zo fijn om met iemand
anders dan je ouders of vrienden te praten. Marisol is levenswijzer dan ik en tegelijkertijd heel toegankelijk en vrolijk. Dat is
een perfecte combinatie. Ik ben nu nóg sterker gedreven. Heb ook veel aan mijn ouders te danken. Zij hebben vier kinderen
thuis, maar ze stimuleren en steunen ons allemaal. Ik zakte een keertje voor een belangrijke toets en kreeg toen van mijn
vader geld om met een vriendin uit te gaan eten. Hij vond dat ik hard had geleerd en ondanks mijn onvoldoende iets verdiend
had voor mijn inzet.” • Marisol: “Koppelkracht is een succes, maar het werkt alleen als er een goede match is. Voor die juiste
match zorgt de coördinator. In ons geval was het een perfecte keuze. Gwenda en ik respecteren elkaar, kunnen over alles
praten en leren van elkaar. Als het alleen maar een bijles was geweest, hadden we het misschien niet volgehouden. Maar nu
voegt het iets toe aan ons leven. Het geeft ons energie, ook naast onze voltijdse baan en opleiding. Dat is belangrijk voor
nieuwe mentoren: die klik moet er zijn en ook het feit dat je energie krijgt van het contact met je maatje. Als dat niet het
geval is, dan houd je het allebei niet vol.” • Gwenda: “Ja, je moet niet afhaken, je doel blijven nastreven en goed weten wat
je verwacht en verlangt. Dan haal je alles uit het contact met je mentor. Als ik nu naar mezelf kijk… De PABO is inmiddels van
39
de baan en ik ben teruggekeerd naar mijn oude droom: de modeacademie. Marisol helpt me bij het zoeken naar informatie
over opleidingen. We hebben samen op internet gezocht en brochures aangevraagd, dus nu weten we precies waar en op
welk niveau de opleiding wordt gegeven in Nederland.” • Marisol: “We ontdekten verleden week dat er in Maastricht bij
Kumulus, het centrum voor amateurkunsten, een vooropleiding wordt aangeboden voor de mode en kunstacademie. En
dan zie je weer hoe slagvaardig Gwenda is: ze heeft zelf met Kumulus contact opgenomen en is inmiddels begonnen met de
vooropleiding. Ik ben trots op Gwenda en hoop dat we nog heel lang contact houden.” •
Marisol Becerra | 33, vestigingsdirecteur Business School Notenboom Maastricht
Gwenda Kruijntjens | 20, laatste jaar MBO SociaalPedagogisch Werk
40
Marcel Thewissen | 41, trainer/coach
Kelsey en Cheyen Thiemann | tweeling van 16, klas 3 Vmbo
• Kelsey: “We zijn drie jaar geleden met Marcel als coach begonnen. Cheyen en ik zaten in groep 8 van de basisschool en wij
spijbelden ontzettend veel. Het ging niet slecht op school, hoor, maar we waren er eigenlijk nooit.” • Cheyen: “We hingen
wat rond op de kermis of eigenlijk overal waar iets leuks te doen was. School interesseerde ons helemaal niks. Maar toen
moesten we naar de middelbare school. We hadden nog helemaal niet nagedacht over een keuze en ook geen enkele open
dag bezocht.” • Kelsey: “Roy Hulst, onze jeugdwerker in Mariaberg, stelde toen voor dat we met een coach zouden gaan
praten. Die kon ons helpen bij het kiezen van een school. Wij vonden dat allebei een goed idee. We hebben kennisgemaakt
met Marcel en het klikte.” • Marcel: “Ik realiseerde me dat de tijd voor aanmelding bij een middelbare school begon te
dringen. Alle open dagen waren voorbij, iedereen was al aangemeld. Ik heb toen voor de meiden een soort meeloopdag
kunnen regelen, zodat ze een goede keuze konden maken. Dat is gelukt. Ze kozen voor hun huidige school en die keuze is
nog steeds prima.” • Cheyen: “We spijbelen nu bijna niet meer. Het gaat goed op school. We hebben het daar naar onze zin
en ook de resultaten zijn allesbehalve slecht. Daardoor hebben we thuis ook minder problemen.” • Marcel: “Wat Kelsey en
Cheyen nodig hadden, was een luisterend oor. Iemand die met ze praatte en lachte, en niet alwéér vertelde wat ze verkeerd
hadden gedaan. Als coach moet je iemand niet zeggen hoe het moet, maar op gelijk niveau over alle opties overleggen. Ik
tref de tweeling nu al drie jaar. Minder intensief dan in het eerste officiële Koppelkrachtjaar, maar ik vind het heerlijk om ze
te blijven volgen. Het zijn echte pubermeiden, dus af en toe gooien ze de kont tegen de krib en proberen ze hun grenzen te
verleggen. Dat hebben we allemaal gedaan op die leeftijd. Ik heb zelf pubers thuis, dus ik herken het heel goed. Maar onder
dat pubergedrag zitten sterke meiden die weten wat ze willen. En die precies weten wanneer ze iets goed of fout doen. Dat
hoef ik ze niet te vertellen. Ze komen op hun pootjes terecht, daar twijfel ik geen moment aan.” • Kelsey: “Het is altijd heel
leuk met Marcel. We gaan naar de kermis, zitten op een terrasje, praten en lachen over alles. Wij kwamen een keer terug
van vakantie en toen hebben we tot heel laat met z’n drietjes buiten gezeten, alle foto’s bekeken en uitgebreid verteld over
wat we beleefd hadden. Dat was zó gezellig. Marcel is echt geïnteresseerd in onze verhalen.” • Marcel: “Ik hoop dat ik een
kleine rol in hun leven heb mogen spelen en dat ik een positief draaitje heb kunnen geven aan hun schoolcarrière. Ik heb me
tegenover Kelsey en Cheyen altijd opgesteld als een steuntje op de achtergrond. Ik ben er voor ze als ze me nodig hebben
en dat weten ze. Dat is wat mij betreft exact de rol van een coach. Belangrijk is wel dat je weet waar je aan begint. Je
moet je committeren, zowel de coach als de jongere. En allebei uit vrije wil, want anders werkt het niet. Als je op deze basis
als Koppelkrachtkoppel begint, is succes verzekerd.” • Kelsey: “Ik doe de richting Zorg op het Vmbo en ik heb laatst mijn
maatschappelijke stage bij Roy gelopen in het tienerwerk. Ik plande activiteiten, bijv. een discoavond, en ik mocht aan alles
meewerken. Dat was erg leuk. Ik zou zelf later ook wel graag een baan in het jongerenwerk willen.” • Cheyen: “Volgend jaar
moet ik ook een maatschappelijke stage doen. Dan wil ik ook bij Roy.” • Marcel: “Dat sluit mooi aan bij wat ik nog kwijt wil:
ik heb enorme bewondering voor Katrien Jozephs, Roy Hulst en al hun collega’s. Zij verrichten geweldig werk en betekenen
ontzettend veel voor de jongeren met wie ze werken. Dat mag wel eens gezegd worden.” •
41
43
Jeroen Hosman | 37, manager bij KPMG PEOPLE Patrick Fraiquin | 24, werkzoekend
• Patrick: “Ik hoorde van mijn maatschappelijk werkster over Koppelkracht en kwam toen zelf op het idee me daarbij aan
te sluiten. Dat was voor mij een mogelijkheid om met wat hulp alsnog mijn MBO diploma te halen. Ik was toen al een lange
weg gegaan. Twee jaar daarvoor leefde ik als twintigjarige een aantal maanden op straat omdat ik vanwege financiële
omstandigheden niet meer thuis kon wonen. Had het geluk dat ik nog af en toe bij familie en vrienden terecht kon, maar
zat echt in een diepe put. Gelukkig realiseerde ik me dat ik zelf moest proberen om uit die put te komen. Ik heb heel veel
geleerd van die periode: vechten voor je toekomst, overleven, maar vooral ‘kan niet bestaat niet!’. Ik ben aan mezelf gaan
werken en heb gezorgd dat ik een appartement kreeg. Ik was in de schulden beland en zag dat het mis zou gaan. Daarom
heb ik op eigen initiatief bewindvoering aangevraagd. Ik wilde verder, een nieuwe toekomst. Ik had jaren daarvoor al bijna
mijn MBO diploma en ik als ik een beetje moeite had gedaan, dan had ik het beslist gehaald. Ik hoefde nog maar vier
vakken af te ronden. Jeroen heeft me daarbij geholpen. Dankzij Koppelkracht heb ik een tweede kans gekregen en haalde
ik het diploma Bedrijfsadministratief en commercieel medewerker MBO 2. En nu op zoek naar een baan!” • Jeroen: “Mijn
bedrijf, KPMG, sponsort Koppelkracht en zo kreeg ik de mogelijkheid mee te doen. Het concept sprak mij bijzonder aan,
vooral omdat het initiatief bij de jongere zelf ligt en de coaching geen verplicht karakter heeft. Kijk maar naar Patrick: hij
heeft zelf aangegeven dat hij coaching op prijs zou stellen. Ik volgde enkele informatiebijeenkomsten en cursussen en werd
vervolgens ergens op een kamertje in Malberg aan Patrick voorgesteld. Wij hadden onmiddellijk een klik. En die klik is heel
belangrijk om je doelen te bereiken. Als die er niet is, wordt het moeilijk. Patrick en ik hebben samen besproken wat ons
einddoel was en hoe we dat konden bereiken. Doelstelling was het diploma halen en daarmee zijn we aan de slag gegaan. We
hebben dat einddoel opgeknipt in kleinere stappen. Hij had nog vier vakken te halen en daar hebben we samen wekelijks aan
gewerkt. We zaten ongeveer anderhalf uur te werken. Namen de hoofdstukken één voor één door, bespraken de knelpunten
en maakten soms gewoon sommen samen.” • Patrick: “Weet je, in het leven moet je zelf keuzes maken. Als je een hand
aangereikt krijgt, dan moet je die ook grijpen. Dat heb ik steeds gedaan en doe ik nog steeds: alles aangrijpen om erboven op
te komen. Momenteel ben ik samen met een reintegratiebureau op zoek naar een baan. Ik wil zo snel mogelijk aan het werk,
regelmaat, een dagritme. Ik krijg ondersteuning bij het verwerken van de problemen uit mijn verleden en dat is ook nodig. Dat
maakt me sterker en vergroot mijn kansen. Ik heb mijn leven langzaam maar zeker weer op de rit. Er is nog een weg te gaan,
maar ik ben een vechter, ik zal mijn doel bereiken.” • Jeroen: “We komen nu al ruim een jaar wekelijks samen en onlangs,
tijdens een evaluatie, konden we concluderen dat onze doelstelling bereikt was. Patrick heeft zijn diploma. Het officiële
coachingtraject is dus feitelijk voltooid, maar het klikt zo goed dat ik heb voorgesteld af en toe nog samen te komen en bij
te praten. Wij voeren altijd open gesprekken en willen nieuwkomers bij Koppelkracht adviseren dat ook te doen: wees net
als Patrick realistisch en eerlijk tegenover je coach en tegenover jezelf en durf je kwetsbaar op te stellen. Alleen zo kun je je
doel bereiken. Ik wil heel graag volgen hoe het Patrick vergaat. Ik twijfel geen moment aan een succesvolle afloop voor hem.”
42
44
dankwoordDe projectcoördinatie van Koppelkracht spreekt haar dank uit aan de volgende organisaties en personen. Koppelkracht
kon alleen een succes worden dankzij de ondersteuning, inzet en medewerking van al deze mensen en organisaties.
Addie, Alda, Andre, Aniek, Anique, Anja, Anke, Anna, Anne, Annette, Ans, Anthony, Anwar, Aziz, Baran, Bas, Benoit,
Ber, Bogdan, Bonnie, Brenda, Brent, Brigitte, Carla, Celine, Chantalle, Charles, Chayenne, Chris, Christophe, Damond,
Daniel, Daphne, Denise, Desiree, Destiny, Diahann, Dimitri, Dimphy, Dominique, Egelique, Elke, Emil, Emmy, Enerique,
Eric, Erik, Erna, Erwin, Eva, Eveline, Fati, Ferdie, Ferry, Frank, Geerte, George, Ger, Germaine, Gina, Guido, Gwenda,
Hanna, Hanneke, Harm, Hawra, Henk, Hind, Imke, Ineke, Ingrid, Jacky, Jacqueline, Jacques, Janneke, Jeroen, Jesmin,
Jo, Joos, Joost, Jose, Joyce, Karima, Karin, Kastor, Kelsey, Kerstin, Kevin, Kiki, Kim, Kirsten, Kristel, Laurent, Layna,
Leonie, Leyla, Lilian, Lorre, Lou, Maarten, Madeleen, Magdalena, Maggie, Manon, Mara, Marc, Marcel, Margarida,
Margot, Margriet, Mariah, Marie, Marielle, Marika, Marilou, Marina, Marisol, Marjo, Mark, Marlou, Martha,
Martin, Martina, Matti, Megan, Melvin, Menno, Merjem, Mia, Mike, Milfort, Milou, Miny, Miriam, Mirjam, Mitch,
Mitchel, Mohammed, Nadine, Nancy, Naomi, Nicole, Niels, Noel, Osman, Patrick, Paul, Paula, Peter, Petra, Pieter,
Pieternel, Rachida, Raoul, Renaldo, Renate, Ricardo, Rien, Romano, Roy, Samanta, Samira, Sanne, Saskia, Savannah,
Sharon, Sheila, Sheldon, Shelley, Sigrid, Silvano, Sinaa, Sjef, Sjors, Sonja, Soraya, Soumia, Stefan, Stefan, Stephan,
Sulayka, Theo, Tijs, Tjeerd, Trudy, Ugur, Veronique, Veton, Vivian, Yolanda, Zakaria, Ziggy,
Academie Beeldende Kunsten Maastricht | afdeling Mode en Textiel, Barcavela, Bonnefantenmuseum, Bonné+Jan,
Daphne Dumoulin Art & Photography, Het Derde Bedrijf, Het Nationaal Toneel, Gemeente Maastricht, Krijnen Tekst
en Taal, Nicole Mulkens, Oranjefonds, Ouders/verzorgers, Rijksuniversiteit Groningen, Sardes, Theater aan het Vrijthof,
Trajekt, WieKent school.
• Patrick: “Ik ben blij dat Jeroen en ik elkaar nog af en toe blijven spreken. Hij heeft me af en toe goed kunnen oppeppen als
ik het even niet zag zitten. Er was bijvoorbeeld één vak waarvoor ik maar bleef zakken. Ik werd er mismoedig van. Dankzij
Jeroen kon ik me dan weer uit zo’n fase vechten. Hij leerde me dat ik af en toe even gas terug kon nemen om de week erna
wat extra gas bij te zetten.” • Jeroen: “Je weet nooit wat je kunt verwachten als je aan zo’n traject begint. Ik sta altijd
met een open mind tegenover nieuwe ervaringen en zie dan wel wat op m’n pad komt. En ik was positief verrast. Patrick
toont meer dan 100% inzet en heeft de basisbeginselen goed op orde. Op tijd komen, afspraken nakomen, werken voor je
doel. Dan heb je al voor de helft gewonnen. De ontmoetingen met Patrick geven mij veel energie omdat je iemand met heel
kleine dingen vooruit kunt helpen. Hij doet het in feite natuurlijk gewoon zelf, maar je helpt iemand inzicht te krijgen in zijn
mogelijkheden. Iemand die zelf niet meer weet wat hij allemaal kan. Zelfvertrouwen, daar gaat het om. Dat is waar het in het
leven om draait: als je maar wilt en je doel goed voor ogen houdt, dan kom je er wel. En daar is Patrick een goed voorbeeld
van. Zo’n traject als dit is ook confronterend. Het houdt je een spiegel voor en laat je zien dat niets vanzelfsprekend is en niet
iedereen wordt geboren met dezelfde kansen. Ik weet niet wat ik had gedaan als mij was overkomen wat Patrick allemaal
meemaakte.” • Patrick: “Dat is ook mijn inspiratie om zelf mensen te helpen. Ik ken de wegen die voor je openliggen, want
ik ben ze zelf gegaan. Een goed voorbeeld: ik heb veel negatieve ervaringen gehad met mijn vader. Toch help ik hem nu met
zijn uitkering, aanvragen indienen, afspraken maken. Ik ben zijn vertrouwenspersoon. Dat doet goed.” • Jeroen: “Feitelijk doe
jij nu voor je vader wat wij samen hebben gedaan. Je bent je vaders coach en dat is heel mooi, vooral na alles wat je met
hem hebt meegemaakt.” • Patrick: “Ik weet wat ik wil en werk daar langzaam naar toe. Koppig zijn heeft z’n voordelen: ik
moet, wil en zal!” •
45
48
colofon
Tekst Margot Krijnen, Krijnen tekst en taal
Eindredactie Katrien Jozephs, Trajekt;
afdeling communicatie Trajekt
Vormgeving Charlotte Wiltschut, BONNé+JAN
Fotografie Daphne Dumoulin
Drukwerk Drukkerij Pietermans, Lanaken (België)
Publicatie van Welzijnsorganisatie Trajekt
Trajekt dankt alle mentoren, mentees, mentorbegeleiders en trainers
van Koppelkracht voor hun enthousiaste medewerking bij het
maken van dit boekje.
Deze publicatie kwam tot stand met de steun van het Oranjefonds.
Hoofdlocatie City Centrum
Capucijnenstraat 43 | Postbus 312 | 6200 AH Maastricht
T 043 328 85 88 | [email protected] | www.trajekt.nl
Regiokantoor Heuvelland
Willem Vliegenstraat 4 | Postbus 100 | 6270 AC Gulpen
T 043 450 20 00 | [email protected] | www.trajekt.nl