147

Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

  • Upload
    others

  • View
    9

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken
Page 2: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 1

B U U N 2 0 0 5

Wanneer we even stilstaan bij het uitbrengen van hetjaarboek Buun 2005 – het zesde alweer – dan zijn ertwee bijzonderheden te melden.

De eerste bijzonderheid is dat Buun 2005 het allerdikstejaarboek tot nog toe is. Liefst 288 pagina’s telt dezenieuwe uitgave, terwijl het oude record op 224 bladzij -des stond. Voor die 64 pagina’s extra betaalt u echtergeen cent meer, de prijs in de losse verkoop blijftgewoon gehandhaafd op 15 euro. Degenen voor wie dateen rotzorg is, met andere woorden degenen die het omde inhoud gaat, kunnen gerust zijn. Buun 2005 bevatweer de vertrouwde mix aan onderwerpen, van archi-tectuur tot literatuur, van muziek tot sport en vangeschiedenis tot beeldende kunst. Een zwaartepunt in dit jaarboek vormen artikelen overgebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Het is in2005 immers vijftig jaar geleden dat die oorlog eindigde.De periode 1940-1945 wordt op diverse manierenbelicht. Door het pu bliceren van herinneringen van heelgewone mensen aan de manier waarop zij die oorlogdoorkwamen en door het beschrijven van opmerkelijkegebeurtenissen en facetten uit die tragische jaren. Samenvormen die artikelen een geheel eigen bijdrage aan degeschiedschrijving van Venlo en omgeving in die periode.

Een tweede bijzonderheid is dat het jaarboek Buun voor-taan tegelijk wordt uitgebracht met een kunstmap. In diemap – de Buun Suite genaamd – zit werk van kunstenaarsdie in het jaarboek worden belicht of die er hun werk intonen. Op die manier krijgt dat werk extra aandacht enkunnen wij boven dien de lezer van het jaarboek in degelegenheid stellen om goedkoop werken van regionalekunstenaars aan te schaffen. Meer over dit unieke projectleest u op de eerste bladzijdes van het jaarboek.

De redactie

Page 3: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 32 BUUN

De eierjongens uit Maasbree 101

Gedichten door Peter Winkels 106

Vooral geen nonnen 108Verhaal door Jo Wijnen

Gedichten door Herman Verwey 110

Bezoek van de boze 112Verhaal door Kees Verbeek

De Venlose bioscoopoorlog 117

ABCdarium 6 124

Dagboek van oud-oom Ruud 125

ABCdarium 7 134

Pand in den gouden Appel 135

Arno Adams 143

ABCdarium 8 171

De familie Jordans 172

Maarten Vijgenboom 186

ABCdarium 9 192

De Venlose Amateur Fotografen Vereniging 193

Kerstmis in alle facetten 198

ABCdarium 10 210

Het verhaal van Hans Jonas 211

Hans Thijssen 224

Herinneringen Louis Orval 237

De geschiedenis van het Bondsgebouw 249

ABCdarium 11 269

Interview Willem Kurstjens 270

ABCdarium 12 280

De Venlose Muntkwestie 281

Voorwoord 1

Colofon 2

Inhoudsopgave 2

Buun Suite 1 4

ABCdarium 1 8

Gijs Nass 9

Het Venlo Incident 19

Jack Poels 26

Indo-rock in Venlo 33

ABCdarium 2 44

Historie Lucker 45

Blerickse spoorwegwerkplaats 53

ABCdarium 3 70

Herinneringen Mia van Soest 71

Celliste Hanneke Roggen 78

ABCdarium 4 81

Pascalle Mansvelders 82

Venlose hulp voor Senegal 93

ABCdarium 5 100

Buun 2005 is een cultuur-historisch jaarboek voorVenlo, Blerick en Tegelen.

Redactie-adres:Bisschop Schrijnenstraat 28, 5914 RZ Venlo.Tel.nr. 077-3517674

Redactie:

Koen Eykhout, Tilly Eykhout-Deneer, Adri Gorissen,Thijs Lenssen, Ruud Linssen, Pascalle Mansvelders enKees Verbeek

Medewerkers aan dit nummer:

Marcel Abrahams, Martin Bergevoet, Koos Berghs,Jacques Grubben, Marcel Hogenhuis, Ivonne Lucker,Twan Meusen, Thunnis van Oort, Louis Orval, Miavan Soest, Will Steeghs, Mariet Verberkt, HermanVerwey, Frits Wijnen, Jo Wijnen en Peter Winkels

Vormgeving:

Frank Backhuijs, Hélène Hermans en HarmLangenkamp

Foto’s en illustraties:

Archief familie Jordans, Archief familie Van Soest,Archief familie Nass, Archief Hay Joosten, Archieffamilie Thijssen, Archief Marie-José Groenen,Archief Kiky Bos, Archief Sjaak Peters, Piet Faassen,Rob Frey, Gemeente-archief Venlo, Franco Gori,Marja Görtjes-Timmermans, Archief MathieuVerberkt, Gerard Holthuijs, Theo Kuipers, TwanMeusen, Monumentenhuis Limburg, JacquesPeeters, Fons Schobbers, P.P. Selen, Jan van Soest,Judith Stoopen-Frey, Jack Vissers en Frits Wijnen

Druk:Drukkerij Knoops B.V., Venlo

Uitgever:Stichting Cultuur-Historische Publicaties voor hetStadsgewest Venlo

Verantwoordelijkheid:De verantwoordelijkheid voor de inhoud van eenartikel berust altijd bij de auteur van het betreffendestuk.

ISBN:90-767588-06-9

Winkelprijs:15 euro

Page 4: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

Wilt u vier kunstwerken van uitde regio afkomstige kunstenaarsvoor maar vijftig euro? Dat kan. Bij Buun 2005 ver-schijnt voor het eerst een mapmet kunstwerken, de BuunSuite 1.Buun Suite is een aparte uitgave,jaarlijks terugkerend, die eeneigen bestaan zal leiden naasthet Buun-boek. In elke Suiteworden vier werken opgeno-men, gemaakt door mensen diein het boek van datzelfde jaar inde schijnwerpers worden gezet.En omdat de Buun vaak zoektnaar nog niet begane wegen enanderzijds uitgebreide aandachtgeeft aan regionale helden, is demix van deelnemende kunste-naars naar verwachting nietalleen uniek en opmerkelijk,maar tevens voorzien van denodige “grootheden”. De eersteSuite zet direct al de toon enbevat werk van mensen diebekend mogen worden geachtin het Venlose, echter nietdirect om hun bezigheden alskunstenaar.

Buun Suite is de nieuwe Venlosekunstmap met werken in opla-ge. Deze werken worden vooreen vriendenprijs aangebodenaan de lezers van de Buun. Dekunstenaars stellen de werkeneenmalig voor uitgave ter be -schik king en ze worden nietmeer bijgedrukt, dus zelfs voorechte vrienden geldt hier ‘op isop’. Eén troost; tegelijk metBuun 2006 verschijnt Buun Suite2 met weer nieuwe, anderekunst werken.

4 BUUN BUUN 5

Buun Suite 1 › J a c k P o e l s › P a s c a l l e M a n s v e l d e r s

› J a c q u e s P e e t e r s › M a a r t e n V i j g e n b o o m

Jack Poels

Pasca l le Mansvelders Jacques Peeters

Maarten Vi jgenboom

Page 5: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

6 BUUN BUUN 7

J a c q u e s Pe e t e r s [ S t e y l , 1 9 4 0 ]

B e k e n d b i j a l l e l e z e r s v a n B u u n t o t D a g b l a d v o o r Noo r d - L imb u r g e nD a g b l a d De L imb u r g e r, w a a r v o o r h i j a l s f o t o g r a a f w e r k t e v a n 1 9 6 9 t o t2 0 0 1 . Ve e l b e s p r o k e n om z i j n o o g d a t me e r z i e t d a n w e l k e c ame r a o o ke n z i j n imme r b e s c h e i d e n a a nwe z i g h e i d . H e t z i j n z i j n b e e l d e n d i e u z i e tb i j d e c o l umn s e n b i j d e v e l e a r t i k e l e n , o o k i n d i t j a a r b o e k . Vo o r B u u nS u i t e 1 s e l e c t e e r d e h i j e e n f o t o , d i e d o o r d e m a t e v a n a b s t r a c t i e b i j n ag e e n f o t o me e r l i j k t e n d i e h i j g em a a k t h e e f t b i j e e n o p t r e d e n v a nC i r q u e P l ume , d a t h i j b i j d e z e w i l b e d a n k e n a l s h e t p r a c h t i g e o n d e rwe r pd a t h e t i s v o o r z i j n l e n s e n v o o r z i j n p e r s o o n .

Pa s c a l l e Man s v e l d e r s [ Ve n l o , 1 9 6 3 ]

Ku n s t h i s t o r i c a , mu s e umco n s e r v a t o r, t e n t o o n s t e l l i n g sm a k e r, d o c e n t e ns c h r i j v e r, o o k v o o r d e B u u n . S l e c h t s e n k e l e i n g ew i j d e n k e n n e n h a a r a l ss c h i l d e r. I n h a a r s c h i l d e r i j e n v a n e n g e l e n s t a a n k i n d e r e n e n h u n r o l i nd e z e we r e l d c e n t r a a l . M e t e e n p u b l i c a t i e o v e r d i t w e r k , t r e e d t z i j i nd e z e B u u n ( t e l e z e n v a n a f p a g i n a 8 2 ) v o o r h e t e e r s t n a a r b u i t e n e n me th e t u i t g e v e n v a n B u u n S u i t e 1 s t a r t h a a r p r o j e c t ‘A r t s & A n g e l s ’ . Vo o rh a a r e i g e n a a n d e e l s e l e c t e e r d e z i j e e n we r k u i t d e s e r i e “Ame r i c a nD r e am s ” , w a a r o p e n g e l e n t e z i e n z i j n d i e i n s l a a p z i j n g e v a l l e n me t h e th o o f d o p d e Ame r i k a a n s e v l a g .

Maa r t e n V i j g e nboom [ Ve n l o , 1 9 4 2 ]

G r a f i s c h v o rm g e v e r d i e t o t v e r o v e r o n z e l a n d s g r e n z e n b e f a amd i s omz i j n o n twe r p e n e n l o g o ’ s . M i n d e r b e k e n d we l l i c h t n o g a l s b e e l d e n d k u n -s t e n a a r v a n me t d e c ompu t e r g ema a k t e w e r k e n . E n n o g i e t s j e m i n d e r a l sm a k e r v a n p r a c h t i g e g e d i c h t e n . Va n b e e l d t o t woo r d k omen a l d e z ea s p e c t e n v a n z i j n o e u v r e a a n b o d i n e e n a r t i k e l , d a t b e g i n t o p p a g i n a1 8 6 , i n B u u n j a a r b o e k 2 0 0 5 . E e n v a n z i j n n i e uw s t e w e r k e n s t e l d e h i j t e rb e s c h i k k i n g v o o r d e B u u n S u i t e 1 , e e n c ompu t e r p r i n t g em a a k t i n A d o b eI l l u s t r a t o r, d a t h i j m a a k t e i n 2 0 0 4 .

Buun Suite 1 › J a c k P o e l s › P a s c a l l e M a n s v e l d e r s › J a c q u e s P e e t e r s › M a a r t e n V i j g e n b o o m

De Buun Suites worden uitgegeven door de Buun, in samen-werking met ‘Arts & Angels’, een initiatief van kunsthistoricaPascalle Mansvelders, die in deze stichting haar schilderijenonderbrengt, waarin hedendaagse engelen centraal staan.Kunst en engelen kunnen een vergelijkbare ondersteunendeen beschermende houding aannemen ten aanzien van mensenin het algemeen en kinderen in het bijzonder. In de overtuigingdat kunst een belangrijke rol kan spelen in de ontwikkeling vankinderen en vanuit de wens werken te maken die kritisch zijnten aanzien van de maatschappij, maar daar tegelijkertijd eenpositieve bijdrage aan willen leveren, worden van deze wer-ken uitgaven gemaakt waarvan de opbrengst naar een chari-tatief doel gaat dat het welzijn van kinderen stimuleert. Deopbrengst van de Buun Suites is bestemd voor de stichtingWar Child.

Buun Suite 1 bevat prints op A3-formaat gemaakt doorvanGrinsven drukkers Venlo. De werken worden geprint opspeciaal papier en verpakt in een map. De oplage van dekunstwerken bedraagt 250 stuks. Elk exemplaar wordt doorde kunstenaar genummerd en gesigneerd. De verkoopprijsvan de Buun Suite, dus voor de vier kunstwerken in totaal, isvoor dit jaar vastgesteld op 50 euro. Vanaf 5 november 2005

zijn de Buun Suites bij Kunstsalon Sir Harald Art te koop. Ookworden hier de werken, in ingelijste vorm tentoongesteld. SirHarald Art is geopend op donderdag van 13-21 uur, vrijdagvan 13-18 uur, zaterdag van 13-17 uur en zondag van 14-17uur en is te vinden aan de Houtstraat 17 te Venlo.

Voor de uitgave van Buun Suite 1 zijn wij dank verschuldigdaan de deelnemende kunstenaars die hun werk ter beschik-king stelden. Aan Hay Haanen voor hulp en bemiddeling. AanJohn en Mieke Josten voor uitlenen van tijd en ruimte in hunKunstsalon Sir Harald Art. Aan John Kropman vanvanGrinsven drukkers die het initiatief zo genereus onder-steunde. En aan de Gemeente Venlo voor de financiële steunaan de Buun in het algemeen en de Suites in het bijzonder.

Zij gaven dit project vleugels, dank daarvoor.

Tilly Eykhout-DeneerHélène HermansPascalle Mansvelders

J a c k Po e l s [ Ame r i c a , 1 9 5 7 ]

B e f a amd v a n Ame r i c a t o t Ame r i k a a l s z a n g e r v a n Rowwen Hè z e , a l st e k s t s c h r i j v e r, e n b i n n e n n i e t a l t e l a n g e t i j d o o k a l s b e e l d e n d k u n s t e -n a a r. D a c h t e n we v o o r h e e n d a t h i j z i c h e n k e l z o g o e d k o n u i t e n i n o n se i g e n d i a l e c t , z i e n w e s i n d s k o r t d a t d a t b e e l d e n d v e r g e l i j k b a a r l u k t .Ru u d L i n s s e n h i e l d v o o r d e B u u n e e n d i e p g a a n d v r a a g g e s p r e k me t h em ,t e l e z e n v a n a f p a g i n a 2 6 . Po e l s ’ o n d e rwe r p e n z i j n a l t i j d a n d e r s e n t o c hs t e e d s h e t z e l f d e , z o a l s h e t e e n w a r e k u n s t e n a a r b e t a am t . Vo o r B u u nS u i t e 1 k o o s h i j e e n l a n d s c h a p , me t a l s t i t e l “D e Pe e l ” u i t 2 0 0 4 .

Page 6: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 98 BUUN

ABCDEFG

H I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

ABCDEFG

H I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

DOOR

TILLY EYKHOUT-DENEER

FOTO

JACQUES PEETERS

ACTIE BOOMHUT

“Mijn vader heeft de boom-hut gebouwd. Ik vind hetleuk om erin te klimmen endan naar de overkant te kij-ken,” zegt Anniek. “Hoe oudik ben? Ik ben acht.”“Bijna negen,” vult haar zusjeMichelle aan. Ze is zeven envindt de boomhut mooi.De boomhut bevindt zich opde Laaghuissingel in Venlo enis duidelijk zichtbaar vanaf destraat.“Ik wil nog een kabel ometen omhoog te takelen. Endan nog een tafel voor in deboomhut”, zegt Michelle.“Maak je dat, papa?” “We zaten er eerst iederedag in, maar nu is de ladderweg.” Anniek kijkt spijtig naarhaar vader.“ Ja, de ladder is van oma. Zehad hem zelf nodig, maar ikdenk dat ik hem morgenterug ga vragen, want Annieken Michelle zitten zo graag inde boom,” zegt vader.“Dan nemen we drinkenmee, “glundert Anniek. “ Ensnoep.”“En dan moet je het wacht-woord raden, anders mag jeer niet in.”

In mijn herinnering had jevroeger in iedere woonwijkwel enkele boomhutten.Tegenwoordig zie je ze nogmaar zelden. Waar zijn zegebleven? Net als ik me datafvraag verschijnen er in deperiode van oktober 2003tot juli 2004 in de mediaallerlei artikelen over boom-hutten:De organisatie van deKinder boekenweek 2003vroeg aan vier mensen omnaar eigen inzicht een boom-hut te ontwerpen. De eerstedie ge vraagd werd wasFrancien Oomen, schrijfstervan het kinderboekenweek-

geschenk Ze ontwierp eenboomhut met een balkon enbankjes. Deze aanleunboom-hut staat nu als schrijvers-huisje in haar tuin. De twee-de was Oscar-winnaar, regis-seur en tekenaar MichaelDudok de Wit. Hij schetsteeen soort roeiboot met eenmatras erin. Ontwerper PietHein Eek ontwierp eensloophouthut met een groteveranda die om de hut heenwerd gebouwd. De vierdedie gevraagd werd was archi-tect Diederik Dam die eenvogelhuis met balkon heeftge creëerd.Dan een berichtje in deVolkskrant van 26 mei 2004over de 12-jarige Ruth, die inPortland (V.S.) woont:Slapen in een boomhut is dedroom van veel kinderen.Voor Ruth is deze droom uit-gekomen. Haar vader dreig-de dakloos te worden en omdat te voorkomen bouwdehij een boomhut in de bossenvan Portland. Ze ging nietnaar school, maar Ruth’s va -der gaf haar dagelijks les uiteen encyclopedie. Samenverbouwden ze groenten bijde boomhut en wasten zichin een beek. Na vier jaar zogeleefd te hebben werdenRuth en haar vader in mei2004 door de politie ontdekt.Het meisje moest een testondergaan en die legde zemet goed gevolg af. Op 27 mei 2004 meldt‘Dagblad De Limburger’ dathet Architectuurpodium Ven -lo een prijsvraag heeft uitge-schreven voor architecten inde regio Venlo en aangren-zend Duitsland om eenboom hut te ontwerpen voorSpeelpark Klein Zwitserlandin Tegelen. P.R.-man RobRambach van Speelpark KleinZwitserland verwacht dat erin het voorjaar van 2005 eenstuk of zes, zeven boomhut-

ten staan in het natuurspeel-bos.In ‘Dagblad De Limburger’stond ook een artikel vanCaroline Göttgens over hetbedrijf ‘De Boomdroom’ vanJacqueline Hietink en RoelineFaber in Almere. Twee jaargeleden stoorde Roeline zichaan een stapel oud hout inhaar tuin. Ze kwam op hetidee er een boomhuis van temaken. Al gauw ontwierp zeeen tweede boomhuis voorde tuin van Jacqueline.Kinderen van vrienden wil-den ook wel zo’n boomhuis.Zo ontstond het bedrijf‘Boom droom’. Op 9 juni vertelde oud-recla-meman Rob van der Wulp opNederland 3 over zijn ideeom boomhutten te gaan bouwen. Tijdens het Wereld -boom huttencongres in Ore -gon deed hij inspiratie op. Hijbouwt nu boomhutten en issinds 1 februari 2004 fulltimeboomhuttenbouwer: “Je wordt weer twaalf jaar.Het is een soort retraite,wonen in een boomhut.”

Actie genoeg wat de boom-hut betreft. Gelukkig maar!

DoorMarcel Abrahams

Verlangen naar debroederband

‘Mister VVV’ Gijs Nass (83)kijkt met weemoed

terug op zijnloopbaan

Page 7: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 1110 BUUN

Hij doet in veel denken aan Fons van Wissen, ook alzo’n kwieke oud-voetballer uit de tijd van de lood-zware leren ballen met veters en voetbalbroeken opkniehoogte. Dezelfde lengte (ongeveer 1.70 meter),hetzelfde pezige postuur, dezelfde guitige oogopslag.Echter, oud-international Van Wissen is 71 jaar oud,Gijs Nass telt twaalf lentes meer. "Leeft Van Wissennog?", vraagt oer-VVV’er Nass zich oprecht af. Het be-vestigende antwoord doet hem aanzienlijk opfleuren."Leuk om te horen, want al mijn generatiegenoten zijnoverleden." En even wordt het stil in de seniorenbun-galow aan de Deken van Oppensingel in Venlo.

Geen armoeGijs Nass wordt geborenin Venlo op 8 december1920, als jongste in eengezin van vier jongens endrie meisjes. Jan, Thei enPiet zijn de broers, zijnzussen luisteren naar denamen Maria, Nel enStien. De familie woontop Leutherweg 33, in eenbuurt die voornamelijkdoor tuinders en spoor-wegbeambten wordtbevolkt. Vader MatthijsNass, een Roermonde-naar, heeft een goedefunctie bij de Nederlandse Spoorwegen. MoederHubertina Nass-Teeuwen is een echte Venlose, afkom-stig uit het centrum van de in die tijd 20.000 inwonerstellende grensstad. Het gezin Nass lijdt geen armoe,negen monden kunnen met gemak worden gevoed."Toch heerste er in onze omgeving veel werkloosheid",herinnert Gijs Nass zich. "De buren waren afhankelijkvan de gulheid van de zogeheten armenraad, de voor-loper van de sociale dienst. Wij hadden daarentegenniets te klagen. We konden zelfs vrij reizen dankzijonze vader, dat was wat voor die tijd hoor." De jonge Gijs bezoekt de Sint Antoniusschool op deLeutherweg, waar hij al snel in de ban van de balraakt. "Als de schoolbel ging, was ik al onderweg naarhet plantsoen waar nu een supermarkt is gevestigd.Daar speelde ik als zesjarig ventje al met jongens diein clubverband uitkwamen voor VOS en VVV. BennieBerenschot, Piet Janssen en Sjraar Schreurs warenmijn vaste voetbalmaten. Allemaal gasten die later bijVOS het eerste hebben gehaald." Geld voor een echtevoetbal is er niet, Nass en zijn vrienden gebruiken ten-nisballen voor de dagelijkse partijtjes. "Daardoor ont-wikkelde ik een perfect balgevoel. Een tennisbal kun jemeer effect meegeven dan een voetbal. Als je eenterugkaatsende tennisbal goed aan wilt nemen, hebje een puike techniek nodig." Een andere plek waar

Nass zijn kunsten vertoond is het zogehetenHondenbos, waar het veld van de inmiddels opgehe-ven vereniging Grande Vitesse ligt. En als daar al eenteam op het veldje actief is, vertrekt Nass met zijnvoetbalvrienden naar ‘De Pool’, een gebied met veelwater achter de kerk op de Leutherberg. "Ik was echtdag en nacht met voetballen bezig, ik wist snel inwelke sport ik kon uitblinken."

Jeugdopleiding VVVAls hij tien jaar is, wordt Nass lid van VOS, de club vande Merelweg. Daar blijven zijn talenten niet onopge-merkt, want VVV klopt al na een seizoen op de deuren lijft de jeugdspeler in. "In die periode moest ik vanthuis op zondagmorgen naar het patronaat en ’savonds nóg nog een keer naar de kerk. Iedere keeropnieuw kwam meneer pastoor bij mijn ouders kla-gen. Ik speelde namelijk voor VVV, en die club had deafkorting R.K. niet voor zijn naam staan. Dat konnatuurlijk niet, het leek de pastoor dan ook beter datik een échte katholieke club opzocht. Mijn moeder lietzich echter niet de wet voorschrijven en haalde mevan het patronaat af." Na de lagere school bezoektNass de ambachtsschool aan de Tegelseweg, waar hijzijn diploma als elektricien haalt. Spoedig vindt hij eenbaan bij de Venlose gemeentebedrijven, en kan hijzich onbezorgd richten op zijn loopbaan als voetbal-ler. Nass maakt snel carrière in de jeugd van de toenmali-ge amateurclub VVV. De onberispelijke middenvelderis een nimmer versagende leider in het veld. Eenkaraktertrek die hem decennialang zal kenmerken. In1936 en 1937 wordt Nass met de A-jeugd van VVVkampioen van Nederland. "We hadden een fantasti-sche ploeg met doelman Piet Keizer, rechtsbuiten WimGroenendaal en linkerspits Piet Pleunis. Allemaal man-nen die later het eerste van VVV haalden. Onze trainerwas Simon ‘Mondje’ Heger, oud-speler van de club.Hij had geweldige oefenstof en was zijn tijd ver voor-uit. Zo liet hij ons wel eens de rechterschoen uittrek-ken om alle spelers met links strafschoppen te latennemen. Op die manier trainden we ons zwakke been.Je keek wel uit om tóch stiekem met rechts te trap-pen, want dan verging je van de pijn. Ballen werdenin die tijd namelijk bij elkaar gehouden door een dikkeveter. Jeugdleider Thei Haanen was erg streng: na eenwedstrijd kregen we een glaasje limonade en een reepchocolade, daarna moesten we direct naar huis.Uitgaan, bier en sigaretten waren ten strengste ver-boden." Nass, een geboren asceet, had geen problemen metde regels van Haanen. "Ik was echt een koorknaapje,ik leefde voor mijn sport. Tot mijn 21ste had ik nognooit een vriendin gehad."

Gijs Nass op 2 jarige leeftijd:

ook toen al bezeten van de bal.

De oorlogLaat in de liefde, maar niet in de sport. Gijs Nassmaakt als zestienjarige al zijn debuut in het eerste elf-tal van VVV. De club, een subtopper in de tweede klas-se van de amateurs, wordt op een voor die tijd ken-merkende wijze bestuurd. Een heuse elftalcommissiekomt iedere maandag in het Venlose café Klaassensbij elkaar om de ploeg samen te stellen. Na een trai-ning op sportpark De Kraal krijgt A-junior Nass tehoren dat hij zich op zondag moet melden bij het eer-ste, om aan te treden in de thuiswedstrijd tegen hetUtrechtse UVV. Een oefenduel weliswaar, maar voorNass niet minder reden tot blijdschap. "Ik wilde zógraag, voor mij bestond er geen mooiere club danVVV." De tweebenige Nass speelt verdienstelijk alsrechtsbinnen, VVV wint met 2-0. De talenten van Nassworden ook in den lande op waarde geschat. Hijwordt in 1938 geselecteerd voor het Nederlands jeug-delftal, waarin hij samenspeelt met de legendarischeAbe Lenstra. De ploeg komt op het Haagse V.U.C-velduit tegen het ‘voorlopige Nederlands elftal.’En dan breekt de Tweede Wereldoorlog aan, de perio-de die mensenlevens maar ook voetbalcarrières ver-woest. Nass balanceert op curieuze wijze op de grensvan geluk en verdriet. "Op 6 mei 1940, ik was aldienstplichtig militair, werd VVV kampioen in detweede klasse. We vierden met de hele ploeg feest incafé annex toneelzaal Prins van Oranje, op de plaatswaar nu cultureel centrum Perron 55 staat. Het waseen leuke avond, waarop ik mijn latere vrouw Anniezou ontmoeten. Tsja, hoe ging dat in die tijd: je lach-te wat naar elkaar en had al meteen verkering." AnnieKempen komt uit Baarlo, haar ouders zijn tuinders. Zeis met vriendinnen in de Prins van Oranje, als ze Gijsontmoet. Hun samenzijn duurt niet lang. "De volgen-de ochtend moest ik me weer melden op de legerba-sis in Rotterdam, waar ik al enkele weken gehuisvest

was. De kazerne lag aan de rand van het Xerxes-veld,een plek waar ik al vaker had gevoetbald. Op 10 mei1940 brak voor mij de oorlog aan. Om vier uur in demorgen hoorden we in de slaapzaal het geluid vanvliegtuigen die over onze basis scheerden. Ons werdniets meegedeeld, maar we wisten dat de oorlogbegonnen was."Nass wordt door zijn commandant ingedeeld bij deseincentrale, die via morsecodes en telefonisch ver-keer opdrachten doorgeeft aan militaire troepen. Naeen paar dagen wordt de eenheid van Nass over-meesterd door de Duitsers en gevangen gehouden ineen Rotterdams schoolgebouw. "We moesten onzekleren aanhouden en kregen twee dagen niets te etenen te drinken. Iedere dag mochten we tien minutennaar buiten om te luchten. Op een gegeven momentraakte ik aan de praat met een van de Duitse militai-ren, een jongen uit Breyell. Hij had me plat Venlooshoren praten en verstond alles wat ik zei. We slotenvriendschap, maar uit angst voor zijn superieurendurfde hij me niet te helpen."

Na vier weken krijgsgevangenschap mag de eenheidvan Nass weer terug naar de legerbasis. Nass wil snelafreizen naar Venlo, maar heeft daarvoor toestem-ming nodig van de Duitsers. "Via een kennis kreeg ikeen speciale stempel op papier van het arbeidsbu-reau, waardoor het leek of ik voor de Wehrmacht

Een ’bewijs van Nederlanderschap’ van de 18-jarige militair Gijs Nass

Page 8: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 1312 BUUN

wilde werken. Dat was ik natuurlijk niet van plan,maar ik greep alles aan om huiswaarts te keren.Uiteindelijk kwam ik weer in Venlo aan en ging ik opzoek naar een baan. Net over de grens, in Dülken, konik bij de gespecialiseerde instrumentenfabriekNedinsco gaan werken als elektricien en bankwerker.Ik hield me vooral bezig met de vervaardiging vanboormachines. Ik kon er overigens weinig van, hetduurde maanden voordat ik iets tastbaars uit mijnhanden kreeg." Nass werkt in ploegendienst: hijbegint om vijf uur ’s morgens en is om twee uur ’smiddags klaar. De lunch nuttigt hij in de fabriek, waar-na hij nog tijd heeft om te trainen bij VVV. Via goedgeïnformeerde Venlose collega’s wordt hij op dehoogte gehouden van de onaangekondigde bezoek-jes van Duitse soldaten, zodat hij weet wanneer hijeen training moet laten schieten.

Dreigende sfeerGedurende de oorlog blijft VVV voetballen, zij het metonregelmatige pauzes. De club komt na een verblijf inde eerste klasse weer uit in de tweede klasse van deKNVB, een niveau waarop de vereniging jarenlangblijft steken. VVV speelt in 1941 en 1942 nog tweebeslissingsduels om promotie naar de eerste klasse,maar beide keren trekken de Venlonaren aan het kort-ste eind. Uit angst voor bommenwerpers en vanwegeeen verbod van de Duitse Wehrmacht trainen de spe-lers van VVV nooit met het licht aan. De voetballerslopen rondjes in en om het Sportfondsenbad en indanszaal Kulkes aan de Kleine Beek. Duels op vreem-de bodem leveren de nodige problemen op. "We reis-den met de trein naar uitwedstrijden, dat waren lasti-ge ondernemingen", blikt Nass terug. "Elke reis kon jelaatste zijn. Op de stations hing een dreigende sfeer,Duitse militairen hielden je goed in de gaten. Somsstapte er een officier in, dan was je doodsbang.Gelukkig heb ik nooit een vervelende ervaring metDuitse soldaten gehad. Ondanks de spanning haddenwe ook veel lol. We moesten een keer een uitwedstrijdtegen Kimbria in Maastricht spelen. Dan was het naafloop rennen om de trein te halen. Eenmaal in decoupé waren we onze teamgenoot Jeu Holthuysenkwijt. We zochten ons rot, maar vonden hem niet.Uiteindelijk werd hij door iemand ontdekt in de rem-wagen. Hij was te laat op het station gekomen, maarwist nog nèt mee te komen." Aan het werk als elektricien bij Nedinsco komt voorNass in 1944 een einde. Nadat een Duitse soldaat bijeen routinecontrole voetbalfoto’s in een tas van Nassheeft gevonden, moet de voetballer zich helemaal uit-kleden. De Duitsers vermoeden waarschijnlijk dat Nasskwalijkere dingen op zijn kerfstok heeft, maar datblijkt niet het geval. Nass wordt een uur lang ver-hoord, overigens zonder represailles. Ontdaan van het

voorval meldt Nass zichziek, waarop de Gestapoeen dag later langs komtbij zijn ouderlijk huis aande Leutherweg. Ze tref-fen Nass niet aan, wantzijn ouders hebben hemverstopt in een eerdergemaakt gat onder devloer, waarop een kleedligt en moeder Nass uit-rust op haar schommel-stoel. De soldaten ver-dwijnen weer, waarnaNass nooit meer van zezal horen. "Mijn vaderverdiende goed, ik hoef-de dus niet te werken. Ikwilde weer aan de slag, maar niet meer in Duitsland." Net na de oorlog probeert Nass het drie maanden bijPhilips in Eindhoven, waar hij de ontwikkeling van deeerste televisietoestellen van dichtbij meemaakt. In delichtstad verblijft hij een tijdje in de kost bij een daarwoonachtig Blericks gezin. De middenvelder wordtnog even door PSV gepolst voor een overgang, maardaar ziet Nass vanaf. "VVV is altijd mijn club geweest,ik heb nooit aan een transfer gedacht. Bovendien hadik een doorlopend contract, daar hield ik me aan." InEindhoven haalt Nass nog wel zijn middenstandsdi-ploma, dat hem later nog goed van pas zal komen.

De Zilveren BalIn 1947 is Nass met vriendin Annie op zoek naar eenwoning. Door de gevolgen van de oorlog zijn er wei-nig huizen beschikbaar. De woningen die ongeschon-den zijn, zijn relatief duur. Van VVV-bestuurslid en

Every inch a gentleman als

22-jarige

Getrouwd met Annie Kempen 1949

bakker Sjraar Broekmans leent Nass, inmiddels aan-voerder van de ploeg, 49.000 gulden om een electro-nicazaak in Venlo te beginnen. Zijn oog valt op eenpand aan de Kaldenkerkerweg. "Toen ik er introk, hadik nog bovenburen. Ik ging met mijn vrouw onder henwonen. De winkel was deels de huiskamer. Ik handel-de in lampen en televisietoestellen. Ik verrichtte bui-tenshuis reparaties voor de klanten, mijn vrouw stondin de winkel. Ik was bekend in Venlo, daar heb ik veelprofijt van gehad. Voorzitter Jo van Daalen van VVV,die zelf een goedlopende oliemaatschappij bezat,maakte veel reclame voor me." Een jaar nadat hij zijnnieuwe woning heeft betrokken, valt Nass financieelgeluk ten deel: hij de wint Engelse lotto en heeftopeens 29.000 gulden te besteden. In 1949 trouwtNass met zijn grote liefde Annie. Drie jaar later wordtzoon Gijs geboren, in 1954 volgt dochter Annemie.Gijs Nass geniet van zijn periode als amateur-voetbal-ler en het bloeiende Venlose verenigingsleven. Hij isbevriend met de populaire komiek Sef Cornet enbezoekt met zijn vrouw en de VVV-selectie regelmatighet bekende etablissement Nationaal. "We waren eenvriendenploeg, we beleefden leuke dingen met elkaar.Dan gingen we eens uit eten, dan een keer kegelen.De spelers hadden iets met elkaar, noem het maar een

broederband. Ik verlang nog vaak naar die tijd. Het ismakkelijk om te zeggen dat vroeger alles beter was,maar toch deel ik die mening. In de jaren veertig, vijf-tig en zestig hadden mensen nog iets voor elkaar over.Er was ook minder ruzie, er waren minder inbraken,de saamhorigheid was groter."In 1953 pakt Nass met VVV een prestigieuze prijs inhet amateurvoetbal. Op de velden van hetRotterdamse Sparta wordt de Zilveren Bal gewonnen,in meer of mindere mate te vergelijken met de huidi-ge Nederlandse voetbalbeker, de Amstel Cup. Deploeg van aanvoerder Nass, spelend in de voor die tijdkenmerkende W-formatie, verslaat in de finale van hettoernooi het Xerxes van aanvaller Coen Moulijn. Uithanden van de vermaarde international Bok de Korverontvangt Nass de Zilveren bal en de bijbehorendewitte badjassen voor zijn elftal. "De Zilveren Bal waseen fantastische prijs. Zelf speelde ik een prima toer-nooi. Ik was topfit, ondanks mijn 32 jaar. Mijn goedelichamelijke gesteldheid was een logisch gevolg vanmijn leefwijze. Ik dronk en rookte niet en ging op tijdnaar bed. Als er thuis bezoek was dat lang bleef zit-ten, maakte dat mij niet uit. Dan kroop ik toch omtien uur mijn bed in. Voor en na iedere wedstrijd gingik naar de kerk, daardoor had ik een bepaalde regel-maat in mijn leven."

Het profvoetbal ontstaatNa bijna zeshonderd duels als amateur in de hoofd-macht van VVV moet Nass toezien hoe zijn sportsteeds verder professionaliseert en het betaalde voet-bal in Nederland ontstaat. VVV neemt het overigensniet zo nauw met de amateurbepalingen. Al voor deTweede Wereldoorlog lokt de club international BepBakhuys naar Venlo, door hem een sigarenzaak aande Parade cadeau te geven. Voetbalbond KNVB blok-keert de overgang echter, waarna Bakhuys naarFrankrijk vlucht en voor Stade Reims gaat spelen. In1953 wordt VVV opnieuw verdacht van overtredingvan de regels. De club probeert wederom enkele spe-lers te ronselen door met de geldbuidel te rammelen,waarop de bond het complete bestuur van de clubschorst. Even later start bouwmagnaat EgidiusJoosten uit Geleen de Nederlandse Beroeps VoetbalBond (NBVB), de ‘professionele’ tegenhanger van deKNVB. De tegenpartij vindt een voedingsbodem inVenlo, waar in augustus 1954 Sportclub Venlo hetlicht ziet. De eerste training vindt plaats zonderpubliek, omdat de spelers geheim willen houden datze mogelijk kiezen voor VVV’s concurrent. Gijs Nass iswoedend over de gang van zaken. "Ik zag ploeggeno-ten als Herman Teeuwen, Pierre van Rhee en FransSwinkels de overstap naar SC Venlo maken. En datvoor een paar rotcenten. Een schande was het." Gijs Nass en Jan Klaassens gaan niet in op de avances

VVV-voorziter Jo van Daalen schreef regelmatig motiverende brieven

aan zijn spelers. Hier een voorbeeld uit 1949, waarin Van Daalen de kri-

tische Nass een hart onder de riem steekt.

Page 9: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 1514 BUUN

van Sportclub Venlo. De antipathie wordt alleen maargroter als de nieuwe club VVV van De Kraal wil ver-drijven als het huurcontract afloopt. Het feest gaatuiteindelijk niet door, want SC Venlo verhuist naarsportpark De Berckt in Baarlo. Op 14 augustus 1954speelt SC Venlo het eerste oefenduel tussen tweeprofclubs in Nederland. Bij Alkmaar wordt er met 3-0verloren. Teeuwen en de zijnen verdienen tien guldenper training en veertig gulden per overwinning. Deamateurs van VVV betalen hun eigen kledij en natuur-lijk contributie. Nass: "De grote mannen achter SCVenlo waren bakker Sjraar Broekmans en café-eige-naar Wiel Heutz. Zij pompten de centen in die club.Ach, ik wist dat die vereniging geen lang levenbeschoren was. Later werden bij VVV overigens minof meer dezelfde bedragen betaald."Als SC Venlo met negen andere profclubs van dewilde voetbalbond NBVB aan de competitie begint,haalt de KNVB snel bakzeil. Het betaald voetbal krijgtonderdak bij de KNVB. Op 25 november 1954 wordtde vrede getekend, drie dagen later start de nieuwecompetitie. VVV en SC Venlo hebben al eerder totsamenwerking besloten. Aanvoerder Gijs Nass wordtherenigd met de deserteurs. Niemand maakt meereen woord vuil aan de hele geschiedenis. InAmsterdam toont de fusieclub aan over een goedeselectie te beschikken. Het Ajax van Rinus Michelskrijgt met 3-2 klop.

Willy Kment en de KNVB-bekerDe eerste twee jaar in het betaalde voetbal wordt VVVgetraind door de Duitser Ferdi Silz. In het seizoen1956-’57 komt de Oostenrijker Willy Kment aan het

roer te staan in Venlo. Kment, afkomstig uit het mon-daine Wenen, trekt de teugels niet zo hard aan als zijn(West-) Duitse voorganger, al predikt ook hij orde entucht. "Kment hield van een fitte spelersgroep", herin-nert Gijs Nass zich. "Hij liet ons veel conditionele oefe-ningen doen. Soms moesten we een half uur per dagde trappen van de staantribunes van De Kraal op- enaflopen. Het gevolg was wél dat we onze tegenstan-ders kapot konden spelen." De Oostenrijkse coachjaagt zijn selectie de stuipen op het lijf door op zater-dagavonden ongevraagd bij spelers thuis te komen,om te controleren of ze wel in bed liggen. De VVV’erswaarschuwen elkaar echter telefonisch voor hetbezoek van de trainer, waardoor Kment alleen maarbraaf slapende voetballers in hun bed aantreft."Kment was als mens een warme persoonlijkheid,privé ging ik veel met hem om. Mijn zoon Gijs juniorhad als jongetje kinderverlamming. Willy Kmentkwam vaak na de training bij VVV bij mij op bezoekom Gijs te masseren. Na afloop van mijn loopbaanheb ik nog lang een goede relatie met Kment onder-houden. Samen met mijn zoon heb ik jaren metKment per brief gecorrespondeerd. Hij was de bestetrainer die ik bij VVV heb meegemaakt." Willy Kment presteert vier jaar lang uitstekend bij VVV.Hij wordt tweemaal zevende, een keer zesde en eenkeer negende in de eredivisie. Hij kan wel beschikkenover een sterke selectie met bovengemiddelde eredi-visiespelers als Gijs Nass, Faas Wilkes, Jan Klaassens enHerman Teeuwen. Later coacht hij nog het Noorsenationale elftal en Feyenoord. Kment wint in 1959, zijn afscheidsjaar, met VVV deKNVB-beker. Hét hoogtepunt in de historie van declub en volgens Gijs Nass het mooiste moment uit zijnvoetballoopbaan. Underdog VVV ontmoet in de eind-strijd favoriet ADO Den Haag, dat in het eigenZuiderpark mag spelen. "We gingen met de bus naar

Seizoen 1954-’55: VVV gaat het betaald voetbal in. Gijs Nass staat

derde van links.De vierde speler van rechts is de latere international

Coy Koopal. Tweede van rechts een andere bekende speler van het

Nederlandse elftal: Jan Klaassens. Bovenstaand elftal versloeg Ajax in

Amsterdam met 3-2.

Den Haag, tussendoor stopten we nog twee keer vooreen kopje koffie. Na een strandwandeling inScheveningen hield de trainer zijn wedstrijdbespre-king in een Haags park. De ambiance tijdens de finalewas geweldig. De tribunes in het Zuiderpark warenafgeladen vol, 25.000 mensen zaten er in het stadion.Gelukkig voor ons waren er nog tien bussen metVenlonaren meegekomen naar Den Haag." De finale verloopt sprookjesachtig voor VVV. DeHaagse internationals én aanvallers Mick Clavan enTheo Timmermans worden vakkundig in bedwanggehouden door de VVV-stoppers Toon van den Hurken Hay Lamberts. Het koele VVV staat al voor rust opeen 3-1 voorsprong. De Venlose goals komen opnaam van topscorer Hans Sleven, Jan Klaassens enHerman Teeuwen. De laatste zorgt voor een unicum inde voetbalhistorie door bij een 2-1 tussenstand eenstrafschop van Hagenaar Roel Timmer te keren. TerwijlVVV’s vaste goalie Frans Swinkels achter het doel eenblessurebehandeling ondergaat na een door hemzelfveroorzaakte strafschop, meldt Teeuwen zich tussende twee palen. "Maar eerst maakte hij die Timmeronzeker door hem te intimideren. Herman kon erggemeen zijn en deed geregeld dingen in het veld diehet daglicht niet konden verdragen. Hij kon zomaareen medespeler vellen met een elleboogstoot. Nietmijn stijl, maar in de bekerfinale stopte hij die pingelwél." Na rust velt linksbuiten Jan Schatorjé definitiefhet vonnis over ADO: 4-1. VVV wint de bekerfinale ende 38-jarige aanvoerder Gijs Nass ontvangt uit han-den van KNVB-voorzitter Toon Schröder de bokaal.Voorzitter Jo van Daalen maakt zich nog even boosom wat stenen die vanuit de ADO-vakken naar deVVV’ers worden gegooid, maar dat mag de pret nietdrukken. De spelers van VVV ontvangen voor debehaalde zege honderd gulden per persoon. "Deterugreis naar Venlo was fantastisch. In Utrecht pas-seerden de bussen met VVV-supporters ons, in Mookstapten we uit om met onze aanhangers wat te drin-ken in een plaatselijk café. In Venlo werden we doorde burgemeester als helden ontvangen. Het was eenfantastische dag, ik genoot er met volle teugen van.

Derde in de eredivisieDe vertrekkende trainer Kment wordt opgevolgd doorzijn landgenoot Josef Horesj. De moeilijk toegankelij-ke Horesj maakt in Venlo weinig vrienden."Psychologisch sterk, maar in sociaal opzicht zwak",karakteriseert Gijs Nass de Oostenrijker. "Af en toehaalde Horesj ons het bloed onder de nagels vandaan.We noemden hem weleens ‘De SS’er’, want een bevelwas bij hem ook echt een bevel. Ik kan me nog eenuitje met de ploeg voor de geest halen waar Horesjook bij was. We zaten op een terras in Velden, de zonscheen, en Herman Teeuwen wilde een lied inzetten.

Horesj schold hem uit en vroeg waar Teeuwen in vre-desnaam mee bezig was." Onder Horesj beleeft VVV wel het beste seizoen in declubhistorie. Met de topscorers Cor de Meulemeester(22 goals) en Herman Teeuwen (16 treffers) en voet-ballers als Jan Schatorjé en Harrie "Mandje’ Heijnenwordt VVV derde in de eredivisie. En dat achter degrootmachten Feyenoord en Ajax. VVV wint op eigenveld van de Amsterdammers en speelt bij Feyenoorden PSV gelijk. Bovendien wordt de kwartfinale van debeker bereikt. Als gevolg van de hoge eindklassering in de regulierecompetitie mag de ploeg in hetzelfde jaar deelnemenaan de Intertoto, het toetje voor de vier beste ploegenvan de eredivisie. De Intertoto-competitie is een uit-vinding van de Europese voetbalbond UEFA, en infeite de aanzet tot latere Europese bekertoernooien.In de Intertoto-competitie kunnen clubs uit West-Europa ervaring opdoen in internationaal verband.VVV wordt ingedeeld in een groep met FC Grenchen(Zwitserland), Oergryte (Zweden) en BorussiaNeunkirchen (West-Duitsland), en treft de tegenstan-ders in een uit- en thuiswedstrijd. In een tijdsbestekvan nauwelijks een maand moeten alle ploegen hunwedstrijden afwerken. "We gingen met de trein naarZwitserland, waar we onze eerste wedstrijd speelden.Een hele onderneming, maar we genoten van hetlandschap. In Grenchen werden we fantastisch ont-vangen. Elke speler van VVV ontving een Zwitsers hor-loge. Ik heb dat ding altijd bewaard." VVV verslaat deZwitsers uiteindelijk met 3-1. Nederlagen bij BorussiaNeunkirchen en Oegryte doen VVV’s kansen op plaat-sing voor de volgende ronde tot nul decimeren. Na

Page 10: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 1716 BUUN

afloop van de wedstrijd in Zweden komt het nog toteen handgemeen tussen voorzitter Pico Tjen en trai-ner Josef Horesj. De verhouding tussen het bestuur enHoresj is altijd al gespannen geweest. Horesj verliestuiteindelijk zijn zelfbeheersing na de uitschakeling inde Intertoto.

Het afscheidNa het succesvolle seizoen 1960-’61 besluit Gijs Nasszijn imposante loopbaan, waarna hij een jaar laternog enkele duels wordt ingezet na het onvrijwilligevertrek van Herman Teeuwen. De bonkige middenvel-der wordt door het bestuur niet meer goed bevondenvoor het eerste elftal, al beweren boze tongen datTeeuwen zich onhandelbaar gedraagt op trainingenen te hoge salariseisen heeft. "Het was mooi geweest,van de ene op de andere dag besloot ik te stoppen. Ikwilde ook weer eens wat vaker thuis zijn, want in feitevoedde mijn vrouw Annie onze twee kinderen Gijsjunior en Annemie op. Ik was nog fit, maar iets in mezei dat ik moest ophouden met voetballen. Ik was inieder geval tevreden over mijn loopbaan."De cijfers liegen er niet om: Nass voetbalt in totaalbijna negenhonderd duels in het eerste van VVV,waarvan 265 als semi-prof. Als 16-jarige maakt hij zijndebuut, als bijna 42-jarige neemt hij op 11 maart1962 (SC Enschede-VVV 2-0) afscheid. Vanaf 1947 isNass aanvoerder van de club. Hij speelt 39 duels voorhet Limburgs elftal en is vele malen actief voor hetbonds- en zuidelijk elftal. Het ‘echte’ Oranje haalt hijniet, al mag hij wel opdraven in het ‘voorlopigNederlands elftal.’ "Het doet me nog altijd pijn dat ik nooit in hetNederlands elftal heb gespeeld", zegt Nass. "In mijntijd bepaalde een keuzecommissie wie er in Oranjemoest voetballen. Hoge heren uit het westen warenhet, die alleen maar randstedelingen selecteerden.Limburgers werden genegeerd. Als ik zo’n boeren-hengst als Roel Wiersma van PSV in Oranje zag, spron-gen de tranen in mijn ogen. Die vent kon niks! In mijntijd speelde Harrie Ehlen als midvoor bij Sittardia. Eengeweldige speler met een neus voor de goal. Maardacht je dat Ehlen werd uitgenodigd voor Oranje?Niks hoor, Limburgers telden niet mee." De frustratie van Nass is begrijpelijk, maar gebouwdop drijfzand. Het klopt dat de keuzecommissie van deNederlandse voetbalbond jarenlang weinig op heeftmet de zuidelijke provincies. Zo wordt er van het elf-tal van Rapid JC dat in de jaren vijftig het kampioen-schap van Nederland behaalt, niet één speler geselec-teerd voor het Nederlands elftal. Maar ook in die tijdgeldt het adagium: wie goed is, wordt opgeroepen.Limburgse generatiegenoten van Nass komen wél inOranje: Jeu van Bun (MVV, elf interlands), Frits deGraaf (Limburgia, drie interlands), Huub Vroomen

(Juliana, één interland) en Bart Carlier (Fortuna’54 enbij VVV ploeggenoot van Nass, vijf interlands) spelenin het Nederlands elftal. Ofschoon Nass er niet aan wil, heeft het er alle schijnvan dat de beminnelijke aanvoerder van VVV opbelangrijke momenten niet thuisgeeft. In die tijd gaatin Venlo al het verhaal rond dat Nass met stenen opzijn rug lijkt te voetballen als een afvaardiging van dekeuzecommissie van de KNVB De Kraal bezoekt.Bovendien is de geboren en getogen Venlonaargehecht aan zijn stad, zoals zijn eerder beschrevenmislukte flirt met PSV bewijst. Verzachtende omstan-digheid voor Nass voor het feit dat hij nimmer voorzijn land uitkwam, is dat hij zijn topjaren als voetbal-ler mede in oorlogstijd beleeft, waardoor zijn goedespel minder wordt gehonoreerd.

Wennen aan een nieuw levenDe eerste jaren na zijn actieve loopbaan zijn moeilijkvoor Nass. Ofschoon hij samen met vrouw Annie deelektronicawinkel aan de Kaldenkerkerweg bestiert enzijn twee kinderen ziet opgroeien, kan hij nauwelijkszijn ritme vinden. Nass werkt buiten de deur als mon-teur, zijn vrouw staat in de winkel. Hij besluit om trai-ner te worden, maar dat is geen onverdeeld succes.De voormalige aanvoerder van VVV coacht twee jaarlang het eerste elftal van VVV’03, maar is te gedrevenom te slagen bij de amateurs. Bovendien komt eenkaraktertrek van Nass om de hoek kijken die funest isvoor een beginnende trainer: hij is te aardig voor zijnspelers, die een loopje met hem nemen. Later werktNass ook nog als scout en trainer van de Limburgseafdeling van de KNVB.

Nass blijft zijn hele leven lid van VVV en verleenthand- en spandiensten voor ‘zijn’ vereniging. Als hetbestuur advies wil inwinnen over een nieuwe trainer,wordt er met Nass gesproken. Ook is hij niet teberoerd om voor de club spelers te bekijken. Nassstapt na het werk met plezier in de auto om naarTilburg, Utrecht of Amsterdam te rijden teneinde eenprofwedstrijd te bezoeken. "Op een gegeven moment, ergens in de jaren zeven-tig, kwam ik er echter achter dat andere scouts gelddeclareerden voor hun werkzaamheden. HermanTeeuwen en Theo Leenen hadden samen met hunvrouwen en op kosten van VVV goed getafeld na eenwedstrijdje in Brabant. Toen knapte er iets bij me,want zelf deed ik alles pro deo voor de club. Teeuwenen Leenen hadden nooit met me gesproken over eenfinanciële vergoeding, dus stapte ik naar het bestuur.Dat gaf schoorvoetend toe dat niet iedereen over éénkam werd geschoren. Toen ben ik onmiddellijk metmijn scoutingswerkzaamheden gestopt."Het is niet het laatste conflict van Nass met hetbestuur van VVV. In de jaren tachtig ontstaat er eenverschil van mening met voorzitter Jeu Sprengers."Het bestuur maakte bij monde van Sprengers ken-baar dat entreekaarten voor duels van VVV zoudenworden opgesierd met de beeltenis van een promi-nente speler van de club. Die afbeeldingen zoudenieder seizoen opnieuw rouleren. Op een gevenmoment bleef echter het portret van Jan Klaassens opde kaarten staan. Begrijp me goed, ik had geen pro-blemen met Klaassens, maar dát was niet de afspraak.En zo waren er nog wel meer akkefietjes tussen VVVen oud-spelers van de club. Dat zou de voormaligevoorzitter Jo van Daalen nooit zijn gebeurd, die hadpas écht historisch besef."

De frustratieOfschoon Nass het niet hardop wil zeggen, voelt hijzich door VVV tekort gedaan. Het respect en eerbe-toon dat andere oud-VVV’ers menigmaal ten deelvalt, mist Nass enorm. Meerdere malen komt hij terugop de Venlose adoratie voor Jan Klaassens. Klaassenskomt uit voor VVV en Feyenoord, speelt 57 interlandsen is tien jaar lang aanvoerder van het Nederlands elf-tal. In 1983 overlijdt hij op 51-jarige leeftijd op de ten-nisbaan aan een hartstilstand. Klaassens en Nass spe-len jarenlang samen bij VVV en ontmoeten elkaar ookprivé regelmatig. Nass wil maar zeggen: hij misguntKlaassens niets. "Toch deed het me pijn toen er in demedia een discussie gaande was over de realisatie vaneen standbeeld van Klaassens voor stadion De Koel.Met geen woord werd er gerept over een beeld vanmij. Verontruste Venlonaren belden me op met devraag wanneer er iets voor mij gedaan werd. Tsja, watkan ik er aan doen?" Nog een voorbeeld: "HermanTeeuwen ontving voor zijn overlijden een bondsspeldvan de KNVB. Toen voelde ik me een beetje voor JanLul staan, want ik heb nooit iets gekregen. Ik ben alzeventig jaar lid van de KNVB, en mijn loopbaan wastoch ook mooi?"Wie Nass vraagt naar de beste spelers met wie hijheeft gevoetbald, krijgt direct drie namen toege-speeld. "Abe Lenstra was een gigant, werkelijkongrijpbaar. Hij was technisch perfect, maar deedalleen maar datgene waar hij zin in had. Hij kon heelmakkelijk de kont tegen de krib gooien, dan had jeniets aan hem. Maar in de Nederlandse jeugdploegenwaarin ik met hem voetbalde, was hij de allerbeste.Verder kon ik genieten van Faas Wilkes, met wie iktwee jaar in het eerste van VVV speelde. Faas was eentype-Cruijff, hij had fabelachtige passeerbewegingenin huis. Bart Carlier was een geweldige linksbuiten, hijwoonde niet ver van mij vandaan op de Leutherweg.Zijn broer Willy was overigens nog veel beter, maar hijkwam in de oorlog al op 17-jarige leeftijd om bij bom-bardementen op Venlo. De Leutherweg lag voor eendeel plat, ik was op dat moment overigens in de staden had dus geluk."

Goed geheugenNass heeft een opvallend goed geheugen.Gedetailleerd beschrijft hij wedstrijden van vijftig,zestig jaar geleden. Oude elftalfoto’s kennen geengeheimen voor hem. Of het nu om VVV, het UtrechtseDOS of het Groningse GVAV gaat, Nass somt directalle spelersnamen op. "Ik heb tegen grote voetballersmogen spelen. Zo oefende VVV in de voorbereidingeen keer tegen het Borussia Mönchengladbach van degrote Hennes Weisweiler. Twee jochies vielen me op.De ene, een kleine blonde, legde de bal precies neerwaar hij ‘m hebben wilde. De ander, een stevige ventmet donker haar, was dodelijk voor de goal. Navraag

Een voetbaldier pur sang. Gijs Nass, staand tweede van links, met de

veteranen van VVV in 1974. Staand vierde van rechts de inmiddels

overleden Herman Teeuwen. Broer Wiel staat geheel rechts.

Page 11: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 19

Venlo incident,een terugblik

DOOR MARCEL HOGENHUIS

1940|1945

I In november van dit jaar is het exact 65 jaargeleden, dat Venlo werd opgeschrikt door

een schietpartij aan de grensovergang naarHerongen: het beruchte Venlo Incident. Redenom eens terug te blikken op een gebeurtenis,die Venlo even op de wereldkaart zette. Eengebeurtenis die mij op jonge leeftijd vermoe-delijk in de greep van de lokale oorlogshisto-rie heeft gebracht. Als dreumes van een paarjaar oud ging ik namelijk vaak mee naar dehockeyvelden achter café Backus nabij deDuitse grens aan de Herungerweg. Nog altijdroepen de herinneringen aan de schemerigenamiddagen en de wat rommelig ogende grens-overgang een wat sinister gevoel op. Het wasin die tijd dat ik voor het eerst over het VenloIncident hoorde en de dramatische gebeurte-nissen die zich hier net voor de TweedeWereldoorlog hadden afgespeeld.

Europa 1939

VOORGESCHIEDENIS

Om het Venlo Incident te begrijpen, moeten we terugnaar eind jaren ‘30. Na de Anschluss van Oostenrijk inmaart 1938 en de daaropvolgende geprovoceerde crisismet Tsjecho-Slowakije, bleek keer op keer dat de wes-terse mogendheden niet in staat waren om het gevaarDuitsland te beteugelen. Die onmacht kwam niet zozeervoort uit militaire zwakte, tot medio 1938 waren deBritse en Franse legers zeer wel in staat om in te grijpen.Helaas waren het de regeringen van beide landen diegeen antwoord wisten op de agressieve Duitse buiten-landse politiek. In Frankrijk wisselden kabinetten elkaarin rap tempo af terwijl in Engeland de appeasement-politiek hoogtij vierde. Verder wordt dikwijls vergetendat een groot deel van de publieke opinie Hitlers wens,om de Duitssprekende gebieden weer onder één vlag tebrengen billijkte. Al met al waren het geen gunstigeomstandigheden om de Duitse expansiedrift in te dam-men. Schendingen van het Verdrag van Versailles, zoalsde Duitse bezetting van het gedemilitariseerde Rijnland,bleven dan ook onbeantwoord. Ook de Anschluss vanOostenrijk bij het Duitse rijk, leidde tot weinig com-mentaar. Pas toen de crisis rondom de Duitse minderheden in het

18 BUUN

leerde me dat de heren Günter Netzer en JuppHeynckes heetten", glundert Nass. "Het duel eindigdeoverigens in 2-2."Als Nass zichzelf mag vergelijken met een speler uithet hedendaagse voetbal, dan noemt hij onmiddellijkAjacied Rafael van der Vaart. "Een jongen die driestappen vooruit denkt en technisch sterk is. Zelf wistik in het veld ook precies wat ik ging doen. Goedevoetballers hebben dezelfde kenmerken. Ze beheer-sen het één-keer-raken, lopen zich altijd vrij en weten,nog voordat ze in balbezit zijn, waar de vrije manstaat." De beminnelijke Nass romantiseert zijn loop-baan enigszins, want wie de loopbaan van ‘MisterVVV’ onder de loep neemt en spreekt met mensen dieNass hebben zien voetballen, weet dat hij allerminsteen type-Van der Vaart is geweest. De voetballer Nasslaat zich het beste vergelijken met een speler als Markvan Bommel (PSV) of oud-international Jan Wouters.Kortom: Nass is in zijn goede jaren een controlerende,technisch vaardige en intelligente middenvelder.

Annie overlijdtTot zijn 82ste levensjaar staat Nass nog in zijn elektro-nicawinkel, maar daar is inmiddels een eind aan geko-men. Afgelopen jaar, vlak voor carnaval, overlijdtvrouw Annie. "Ze was de laatste jaren al aan het kwak-kelen, ze was steeds moe. Tegen mij zei ze dan: ‘Gijs,ik mag niet moe zijn, ik moet werken.’ Terwijl dat hele-maal niet meer hoefde. Op 21 februari van vorig jaardronken we om half acht ’s ochtends nog koffie,waarna ik iets voor mezelf ging doen. Annie zou doormijn dochter Annemie worden opgehaald voor eencontrole in het ziekenhuis. Eenmaal aangekleed voorvertrek zou ze op de begane grond in haar kantoor depost nog even doorkijken. Mijn dochter stond op eengegeven moment met de auto voor de deur te toete-ren omdat Annie niet naar buiten kwam. Ik was zelfook al naar beneden gelopen, en trof samen metAnnemie mijn vrouw, zittend achter haar bureau, inhaar kantoor aan. Het was een fijne vrouw, ik heb eenmooie tijd met haar gehad." Ach, verzucht Nass, degoede oude tijd komt niet meer terug. Zijn vrouw is erniet meer, en ook zijn broers en zussen zijn overleden."En wat dacht je van die voetballers waar ik mee entegen gespeeld heb? Bijna allemaal dood." De elektro-nicawinkel aan de Kaldenkerkerweg staat inmiddels tekoop.Sinds een jaar woont de opvallend fitte Gijs Nass ineen seniorenbungalow aan de Deken van Oppen -singel in Venlo, naast verzorgingshuis De Beeren-donck. Zijn woning is eenvoudig ingericht, maar vanalle gemakken voorzien. Af en toe luistert hij naar deradio, soms kijkt hij naar de televisie. "Veel voetbal,daar houd ik nog steeds van. Voor topspelers blijf ikthuis. Neem nu de Fransman Zinedine Zidane, dieonlangs met de nationale ploeg een oefenduel speel-de. Ik heb ademloos naar hem gekeken, hij draaidesoms pirouettes met de bal. Een echte kunstenaar, hetleek wel of hij patronen op het veld schilderde."Nass, nog niet zolang geleden door het VVV-bestuuruitgeroepen tot ‘VVV’er van de Eeuw’, verveelt zich inieder geval niet. Hij krijgt regelmatig bezoek van zijnzoon Gijs (‘Die heeft absoluut geen interesse in voet-bal’), die werkzaam is als horeca-consultant en metzijn partner op de Parade in Venlo woont. Ook zijndochter Annemie (‘Zij weet weer wél veel van hetspelletje’), laborante in het Venlose Vie Curi-zieken-huis, komt vaak op bezoek met haar man en drie kin-deren. Annemie de Kleermaeker-Nass woont in Venlo,op de Kaldenkerkerweg. En ja, dan zijn er nog de acti-viteiten die het personeel van De Beerendonck ver-zorgt voor ouderen. Nass buigt voorover, en zegt opeen humoristisch-samenzweerderige toon: "Leukhoor, die kegelavonden, maar ik schrik wel eens als ikal die oudjes zie. Sommigen kunnen niets meer. Zóoud wil ik niet worden."

Ter ere van zijn zestigste verjaardag krijgt Gijs Nass in 1980 een jubi-

leumwedstrijd aangeboden door VVV.

Page 12: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 2120 BUUN

Kaart

Tsjechische Sudetengebied steeds ernstiger werd, begonde vrees voor een nieuwe oorlog vaste vormen aan tenemen. In plaats van de gehoopte standvastigheid vanEngeland en Frankrijk tegen Hitlers claim om deSudetenduitse bevolking ‘Heim ins Reich’ te brengen,vloog Engelands premier Chamberlain onverwachtsnaar Berchtesgaden. Chamberlain toonde zich opnieuwtoeschietelijk, volgens zijn tegenstanders uit een ultiemeafkeer van een nieuwe oorlog, volgens zijn bewonde-raars om meer tijd te verkrijgen voor Engelands herbe-wapening. Het resultaat leidde tot het dieptepunt vande appeasement-politiek: de Conferentie van Münchenin september 1938. In een onderonsje tussen Engelanden Frankrijk enerzijds en Duitsland en Italië anderzijds,werd Tsjecho-Slowakije gedwongen om het Sudenten-gebied af te staan. Het verdrag van wederzijdse bijstandtussen Frankrijk en Tsjecho-Slowakije werd gemakshalveonder het tapijt geveegd. Met deze overdracht van hetSudetengebied, kreeg het Derde Rijk zonder slag ofstoot de sterke Tsjecho-Slowaakse verdedigingslinies inhanden.De Duitse oppositionele kringen, toch al een weinigsamenhangend geheel, stonden opnieuw met lege han-den na dit zoveelste succes door de man die zij wildenafzetten. Voor Engeland en Frankrijk gold nog steeds destelling ‘vrede tegen elke prijs’. Het is deze mentaliteitdie de voedingsbodem is geweest voor het VenloIncident. Daarover later meer want nog steeds wasHitlers honger niet gestild. In het voorjaar van 1939werd zijn toon jegens Polen steeds dreigender.Weliswaar hadden Engeland en Frankrijk de Poolse soe-vereiniteit gegarandeerd, maar de Duitse dictator wasinmiddels ervan overtuigd dat Engeland en Frankrijk ookdit keer wel weer bij zouden draaien. Ditmaal werd eerstmet de Sovjetunie een niet-aanvalspact gesloten, hetberuchte Molotov-Von Ribbentrop-Pact van augustus1939. Toen Hitier op 31 augustus het startsein gaf voorde Blitzkrieg tegen Polen, ontbrak alleen nog een aan-leiding om de strijd te kunnen beginnen. Die aanleidingwas geen toevalstreffer maar een tot in de puntjes voor-bereide actie...

In de late avond van 31 augustus 1939 werd het muziek-

programma op de radiozender van Gleiwitz nabij dePoolse grens plotseling onderbroken. Opgewondenstemmen riepen dat de stad en de zender werden aan-gevallen door Poolse troepen. Na enige tijd kwam overdezelfde zender het tegenbericht dat de aanvallerswaren verdreven. In werkelijkheid was de zogenaamde Poolse troepenfor-matie die de zender zou hebben overvallen een Duitsecommando-eenheid van de Sicherheitsdienst. DeSD’ers stonden onder leiding van SturmbannführerAlfred Naujocks. Hij had al eerder vuile klusjes opge-knapt voor de Sicherheitsdienst en nu viel hem de twij-felachtige eer te beurt, om Poolse grensschendingen inscène te zetten. Naujocks deed wat er van hem gevraagdwerd en het zogeheten Gleiwitz Incident stond voortaansynoniem voor een cynische provocatie. We komen nogop Naujocks terug. Op 1 september 1939 overschreden Duitse troepen deDuits-Poolse grens en verklaarden Engeland en FrankrijkNazi-Duitsland de oorlog. Polen had hier weinig aan encapituleerde na enkele weken. Daarna trad een onwer-kelijke stilte in: formeel waren Engeland en Frankrijk inoorlog maar de gevechtshandelingen bleven beperkt totschermutselingen op zee en in de lucht. De bevolking van de grensstad Venlo had een dubbelgevoel: de dreiging aan Duitse kant kon men nauwelijksover het hoofd zien want de Wehrmacht bracht eengroot deel van haar divisies over naar haar westgrenzen.Anderzijds praatte men zichzelf ook moed in. Nederlandwas immers neutraal en had in de Eerste Wereldoorlogde dans ook kunnen ontspringen. Achter de schermenwerden tal van diplomatieke initiatieven ontplooid omde vrede nog een kans te geven. Ook hoopte de Britseregering op de al eerder vastgestelde tweespalt tussende Duitse legertop en Hitler. De Duitse oppositie hadlangs diverse kanalen de Engelse zijde namelijk latenweten dat er coupplannen waren. Na de Poolse neder-laag kreeg Stuart Menzies, chef van de Engelse SecretIntelligence Service (ook bekend als MI-6), van premier

1940|1945

Chamberlain de opdracht om na te gaan of en hoe deDuitse onvrede bij de Duitse legertop kon worden benut.

Het neutrale Nederland vervulde een belangrijke rol indeze pogingen. De belangrijkste SIS-vestiging op hetEuropese vasteland was immers het Passport ControlOffice te Den Haag. Dit bureau werd geleid door majoorRichard Henry Stevens. Hij kon bogen op eerder inlich-tingenwerk in Brits-Indië. In Engeland hield men reke-ning met de mogelijkheid dat dit kantoor bij de vijandbekend zou zijn (wat inderdaad ook zo was). Daaromhad men nog een tweede, extra geheime afdeling in hetleven geroepen: de Z—Organisation. Hoofd van dieafdeling in Nederland was de in 1885 geboren captainSigismund Payne Best. Hij sprak vloeiend Duits en dien-de in de Engelse legerinlichtingendienst in WO-1.Nadien vestigde hij zich in Nederland. Hij was met eenNederlandse vrouw getrouwd en zette zijn spionage-werkzaamheden onopvallend voort.

Nu de oorlog echter een feit was en de tijd begon tedringen, kregen Best en Stevens de opdracht om dekrachten te bundelen. Daaruit mogen we afleiden welkbelang de Britse staatssecretaris van BuitenlandseZaken, Lord Alexander Cadogan, aan deze contactenmet de Duitse oppositie hechtte. Deze samenwerking,op papier zo mooi, bleek uit security-overwegingenfataal. Een van de contacten van Payne Best was deDuitse vluchteling Franz Fischer. Fischer beloofde hen incontact te brengen metanti-Hitler stromingen. Detragiek wil, dat Fischer eendubbelrol speelde sindshij door de Duitse Sicher-heitsdienst onder druk wasgezet om inlichtingen tevergaren over Duitse vluch-telingen in Nederland. De ambitieuze Sicher-heitsdienst hoopte metFischer als pion een drie-tal vragen te beantwoor-den: allereerst hoopte men

de structuren vande Britse spiona-ge op het vaste-land bloot te leg-gen. Verder hoop-te men via dezeEngelse geheimedienst te ontdekken wie deel uitmaakte van Duitseoppositionele kringen. De derde reden is tot nu toeonderbelicht gebleven: het hoofd van de SS, HeinrichHimmler, deelde de zorgen van Hermann Göring overeen mogelijke strijd met Engeland. Zij vreesden beidendat de Sovjet-Unie de lachende derde zou worden bijeen eventuele oorlog tussen het Derde Rijk en Groot-Brittannië.Ook Himmler zocht naar mogelijkheden van een com-promisvrede met Engeland. De kersverse contacten tus-sen ‘zijn’ Sicherheitsdienst en MI-6 vormden zo’n ver-binding waarlangs gecommuniceerd kon worden.Fischer mocht aan de slag als intermediair. Nu moetenwe ons bij die communicatie niet al te veel voorstellen:het was na de Nederlandse mobilisatie in augustus 1939een stuk lastiger geworden om zich vrij door Nederlandte verplaatsen. Met name in de grensgebieden warenvele versmallingen aangebracht en werden controlesuitgevoerd. Stevens zocht daarom de chef op van deNederlandse geheime dienst GS-III, generaal-majoorVan Oorschot. Hij vroeg om een identiteitsbewijs om decontroles te passeren maar dit werd hem geweigerd.Niettemin wilde Van Oorschot wel luitenant Dirk Klopals neutraal waarnemer ter beschikking stellen. Eenhandige zet want zo hoopte Van Oorschot op de hoogtete blijven van de ontwikkelingen.

De eerste ontmoeting tussen Best en Stevens enerzijdsen vertegenwoordigers van de Duitse oppositie ander-zijds vond plaats in Arnhem op 11 oktober 1939. Enemajoor Solms (in werkelijkheid J. Travaglio van de DuitseAbwehr) verstrekte enkele waardevolle gegevens over desterkte van de Duitse luchtvloot. Deze bijeenkomst ver-liep niet zonder kleerscheuren want het groepje trokongewild de aandacht. Het scheelde dan ook niet veel ofhet hele gezelschap werd gearresteerd, maar Klop wist

Stevens

Best

Klop

Page 13: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 2322 BUUN

erger te voorkomen. Op 30 oktober was de volgendeontmoeting, nu echter in Den Haag. Voor het eerst deedeen hogere officier zijn intrede, majoor Schämmel. Zijnwerkelijke naam was Walter Schellenberg, een intelligenten bovenal ambitieus medewerker van de Sicher -heitsdienst. Hij was gedetacheerd bij de Gestapo inDüsseldorf en belust op een succes. Hij speelde relatiefonschuldige gegevens door aan Best en Stevens om hunvertrouwen te winnen. Dat hij hierin slaagde bleek wel,toen hij bij zijn vertrek zelfs een zender mee kreeg om deverbinding met Best en Stevens te kunnen onderhou-den. Ook bij de volgende ontmoetingen was hij de lei-dende figuur.Op 7 november 1939 was een nieuwe afspraak geplandtussen ‘Schämmel’ en Best en Stevens. Het is aanneme-lijk dat Klop met de suggestie is gekomen om bij elkaarte komen in Venlo. Klop kende Venlo immers! In de jaren‘30 was hij in Venlo gelegerd geweest en bovendienkwam Klops verloofde uit Venlo. De suggestie om in hettegen de grens gelegen café Backus bij elkaar te komen,lijkt dan ook te zijn bepaald door Klops kennis van deomgeving en de Duitse wens om zo min mogelijk op tevallen. De sfeer in Venlo in die dagen moet bepaaldbeklemmend zijn geweest. Niet alleen was sinds augus-tus 1939 het leger gemobiliseerd, aan de Blerickse zijdewaren ook de nodige kazematten en veldversterkingenverrezen voor de verdedigingslinie aan de Maas. Verderwaren de Maasbruggen ondermijnd en diverse openba-re gebouwen waren voorzien van grote Nederlandsevlaggen. Een enkele keer was men de zenuwen niet debaas: op 26 september 1939 bijvoorbeeld maakte eenFokker C.V. verkenningstoestel ten westen vanGrubbenvorst een noodlanding na te zijn getroffen...door Nederlands geweervuur. De bemanning kwam metde schrik vrij.

Ruim een maand later, op 1november, werd de staatvan beleg afgekondigdvoor de gemeenten in dePeel, aan de Maas en aanhet Julianakanaal. Op deinvalswegen naar Venlowerden barricades opge-worpen, bewaakt doorNederlandse militairen.Men zou nog veel onrusti-ger zijn geweest, als menhad geweten dat het oor-spronkelijke tijdstip van deDuitse aanval in het westen gepland stond voor zondag12 november. Die aanval echter werd uitgesteld vanwe-ge de slechte weersomstandigheden. Dit spelletje zoutot 9 januari 1940 liefst acht keer worden herhaald enook dit feit is van belang voor later. In die grimmige sfeerwerd een nieuwe afspraak gemaakt tussen Schellenbergen het trio Best, Stevens en Klop. De datum was don-derdag 9 november om vier uur... De plaats: caféBackus.

DE OVERVAL

Woensdagavond 8 november. In de Bürgerbraukeller inMünchen, hield Hitier zijn jaarlijkse toespraak ter gele-genheid van de mislukte Putsch in 1923. Hij verliet eer-der dan gebruikelijk de bijeenkomst. Niet veel later ont-plofte een bom in de pijler achter het spreekgestoelte.Hoewel er enkele doden en tientallen gewonden vielen,was het doelwit van de aanslag op het nippertje de dansontsprongen. Hitler geloofde dat de Voorzienigheid hemhad gered, maar hij zocht de daders toch in aardse krin-gen: het kon niet anders of de aanslag moest volgenshem het werk zijn geweest van de oppermachtigeEngelse geheime dienst.Nog die nacht kreeg Walter Schellenberg een telefoontjevan Heinrich Himmler. Schellenberg moest bij de eerstegelegenheid die zich zou voordoen zijn Engelsegesprekspartners gevangen nemen. Leider van het over-valcommando was iemand die al vaker met dat bijltje

Lemmens

Schellenberg

Veranda Café Backus

had gehakt: Alfred Naujocks. Deze hield zich met zijnmannen al enkele dagen gereed om Schellenberg ingeval van nood te hulp te kunnen schieten. Die middagop 9 november reed een vrachtwagen met de in burgergeklede mannen van Naujocks naar Nölken inHerongen. Van daaruit liepen enkelen in kleine groepjesde lange rechte weg richting de grensovergang, waarWalter Schellenberg zat te wachten op zijn gasten.

Nietsvermoedend van dit alles, waren Stevens, PayneBest, Klop en een chauffeur, de Haagse garagehouderJan Lemmens, die novemberdag vanuit Den Haag naarVenlo vertrokken in de donkerrode Lincoln Zephyr vanPayne Best.De Nederlandse bewakingstroepen waren al op dehoogte gebracht van de komst van de wagen met kente-ken H-43026. De getuigen van toen spreken elkaar nogaltijd tegen of men het voertuig moest laten passeren ofniet.Eenmaal in Venlo aangekomen, stapte Klop uit bij deMarechausseekazerne naast de Maasbrug. Klop kreegvan de brigadecommandant, opperwachtmeester Curfs,een patrouille van twee marechaussees toegewezen,maar die moesten - hoe Nederlands - -met de fiets delange weg richting de grens afleggen. Het was al vier uur,men had haast, dus de Lincoln vertrok alvast. PayneBest meldt dat ze op de weg naar de grens nog tweekeer zijn aangehouden. Best reed nu zelf, naast hem zat Stevens, achterin zaten

Lemmens en Klop. Toen de auto café Backus naderde,viel het Best wel op dat de slagboom aan Duitse zijdeopen stond maar hij zag ook Schämmel aliasSchellenberg op de veranda staan.Best stopte voor het café. Mogelijk is Klop al uitgestaptom zich te melden bij het douanekantoor. Best reed juistachteruit om naast het café te kunnen parkeren, toenSchämmel een signaal gaf en een auto vol zwaarbewa-pende Duitsers de grens over kwam en voor de Lincolnremde. Klop aarzelde niet en rende al schietend destraat op. Pistoolmitrailleurs ratelden en Klop storttezwaargewond neer. De schotenwisseling was kort maarhevig en werd zelfs door een wachtpost aan deStraelseweg gehoord.Best, Stevens en Lemmens werden over de weg naar hetDuitse douanekantoor gejaagd alwaar een korte fouille-ring volgde. Daarna werden ze geboeid in een andereauto gezet en vertrok het overvalcommando. De zwaargewonde Klop lag in een andere wagen. Kort na aan-komst in Düsseldorf overleed hij zonder nog bij kenniste zijn geweest. Dit was een streep door de rekening vanSchellenberg, die via Klop meer aan de weet wildekomen over de betrokkenheid van de Nederlandse over-heid. Het belette hem echter niet om een gefingeerd ver-hoor met vervalste handtekening van Klop in elkaar tezetten. Ook het overlijdensrapport werd ‘aangepast’ omde schijn te wekken dat Klop éérst verhoord was voor hijstierf. Zijn ‘verhoor’ was dan weer het bewijs dat er allangere tijd besprekingen plaatsvonden tussen de

1940|1945

Page 14: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 2524 BUUN

Nederlandse en Engelse generale staf. Hieruit zou je kunnen afleiden dat de ontvoering opge-zet was om een voorwendsel voor de Duitse inval te ver-krijgen, maar het besluit voor de gevangenneming vanBest en Stevens kwam pas als reactie op de aanslag opHitler. Schellenbergs bedrog kwam pas na de oorlog uit,toen in zijn spullen een kladje bleek te zitten waarop hijde handtekening van Klop had geoefend.

Terug naar de grens: hier bleven diverse geschoktegetuigen achter, onder wie het geschrokken gezinBackus. De eindelijk per fiets gearriveerde marechaus-sees vonden diverse sporen van de overval, een bloed-vlek en vele hulzen. De opwinding was groot en ook depers berichtte vrij snel over het voorval. De familieBackus kreeg het dringend advies om te zwijgen en totde 22e november bleef het publiek gissen naar de toe-dracht. Achter de schermen was het allesbehalve rustig.Generaal-majoor Van Oorschot moest als gevolg van deaffaire aftreden, want de Nederlandse betrokkenheid bijde Brits-Duitse besprekingen de meeste ministers aller-eerst onbekend en ten tweede bovenal ongewenst. DeNederlandse neutraliteitspolitiek was gecompromit-teerd. Desondanks diende de Nederlandse regering eenformeel protest in en verzocht om de teruggave van hetstoffelijke overschot van luitenant Klop. Teverergeefsuiteraard want Schellenberg wilde zijn bedrog verber-gen.

Justitie liet de procureur-generaal in Den Bosch, Speyartvan Woerden, een onderzoek instellen naar de toedrachtvan het Venlo Incident. Laat dit dossier nu op miracu-leuze wijze de oorlog overleefd hebben in een archief

van de Nederlandse rege-ring in ballingschap. Hetdossier werpt een boeiendlicht op de achtergrondenvan diverse in Venlo aan-gehouden vreemdelingenin de dagen na het grens-incident. Ik wil volstaanmet de mededeling dat de

arrestanten voor verschillende inlichtingendienstenactief zijn geweest (of dat nog waren) en in Venlo moes-ten uitzoeken wat er zich precies had voorgevallen. Ermoet een ware spionnenkoorts zijn uitgebroken.

Opzettelijke provocatie?

Welke gevolgen heeft het Venlo Incident gehad? Wenoemden al het aftreden van generaal-majoor vanOorschot als chef van GS-III. Verder was de dunne draadtussen de Engelse overheid en de veronderstelde Duitseoppositie verbroken. Daarnaast kregen de Duitsers metde vangst van Best en Stevens twee kopstukken van hetEngelse inlichtingennetwerk in handen. De verhoren vanbeiden leidde tot de arrestatie en executie van veleEngelse spionnen op het Europese vasteland. ChauffeurLemmens werd later tijdens de oorlog vrijgelaten.Als bonus viel Hitler een prima excuus in handen om opeen later tijdstip de Duitse inval in Nederland te recht-vaardigen en die gelegenheid liet hij zich dan ook nietontnemen. In het memorandum dat de Duitse attaché inmei 1940 aan de Nederlandse minister van BuitenlandseZaken van Kleffens werd overhandigd, werd explicietverwezen naar de Nederlandse betrokkenheid bij hetVenlo Incident.

Een ander belangrijk gevolg van het Venlo Incident is,dat gedurende de Tweede Wereldoorlog elke vorm vanDuitse oppositie gewantrouwd werd door de Engelsen,dus ook de echte oppositie!

Was het Venlo-Incident een bewuste provocatie om á laGleiwitz de op 12 november 1939 geplande Duitse invalte kunnen inleiden? Dat lijkt voor de hand te liggen

Toedracht Venlo Incident gezien de aanwezigheid van de provocateur Naujocks énde dicht bij elkaar gelegen data. Toch moeten we dezerelatie naar het rijk der fabelen verwijzen en wel om vierredenen:1. De gesprekken tussen Best en Stevens en de Duitserswaren al ruim vóór de 9e november aan de gang en wer-den op verschillende locaties in Nederland gevoerd. 2. Heinrich Himmler hoopte inlichtingen te verkrijgenover de Engelse intenties en daarbij paste geen wapen-gekletter aan de grens, laat staan een grensincident.3. De ontvoering van Payne Best en Stevens volgde pasná de aanslag op Hitler in München.4. Er zijn geen soortgelijke provocaties bedacht voor deaanval op België en Frankrijk. Evenmin werden voor detelkens uitgestelde aanvalsdata nieuwe provocaties vanNederland bedacht.

Epiloog

Een aantal Venlose straatnamen herinnert aan het VenloIncident, denk maar aan de Lt.Klopweg of de 9Novemberweg. Opvallende afwezige in dat rijtje is eenmajoor Stevens straat of weg. Toeval?Feit is dat de verstandhouding tussen Best en Stevensna de oorlog grondig bedorven was. Deze breuk vindtzijn oorsprong in de lange jaren van hun gevangenschapin Duitsland, zo blijkt uit een bewaard gebleven briefvan een andere gevangene, de Ierse luitenant-kolonelMcGrath, die naar Best werd gesmokkeld. Deze briefwerpt ook licht op de vraag wie van de twee het meestheeft doorgeslagen:

In vertrouwen moet ik u vertellen dat ik absoluut geengoed woord over heb voor de man die samen met u isgevangengenomen, Stevens. Het is een lang verhaal datterug gaat tot 1941 toen ik werd overgebracht naar eengevangenkamp voor Ieren, net buiten de stad. Daar ont-moette ik een jonge Duitse officier die met een meisje inIerland was getrouwd. Hij was op de hoogte van uw gevalen wist daar alles van. Hij praatte graag want zijn vrouwwou terug naar Ierland en hij wilde werk daar. Hij vroegme of ik Stevens kende en gaf me wat feiten.Er is geen twijfel mogelijk of Stevens heeft gepraat overalles wat hij wist en zo is alle aandacht op hem gericht.Het schijnt dat ze van u nauwelijks waardevolle informa-tie kregen en de pogingen daartoe hebben opgegeven.Toen Stevens echter hier kwam, was hij nagenoeg vrij enkreeg zelfs een fiets, eigenlijk had hij alles wat hij zichmaar kon wensen.

Voor Best was dit geen nieuws, want nog tijdens zijngevangenschap in Buchenwald, vertelde de beruchtedokter Rascher hem eveneens over de privileges dieStevens in gevangenschap had genoten. Maar wie zijnwij of een commissie straatnamen om te oordelen?

Sigismund Payne Best overleed in 1978 op 93-jarigeleeftijd maar de datum waarop Richard Henry Stevensoverleed, is (nog) niet bekend.

De stroom aan publicaties over het Venlo Incident isongetwijfeld nog lang niet opgedroogd zolang nog diver-se Engelse archieven tot nader order gesloten blijven.Pas in 2015 wordt weer een deel openbaar. Niettemin ishet jammer dat geen enkel gedenkteken herinnert aandit beruchte incident, want nu bijna zestig jaar geleden,was Venlo even wereldnieuws...

1940|1945

-S. Payne Best, The VenloIncident (London, 1950)-G.Buchheit, Der deutscheGeheimdienst (München,1966)-H.C. Deutsch, The conspi-racy against HitIer in thetwilight war (Minneapolis,1968)-EnquêtecommissieRegeringsbeleid 1940-1945(deel 2 a,b,c, ‘s-Gravenhage,1949)-F.H. Hinsley, BritishIntelligence in the SecondWorld War, deel 1 (London,1979)-H. Höhne, Canaris,Patriotim Zwielicht(München, 1976)-H.A. Jacobson, Fall Gelb.Der Kampf um den deut-schen Qperationsplan zurWestoffensive 1940(Stuttgart, 1966)-L. Kessler, Betrayal atVenlo. The Secret Story ofAppeasement andTreachery, 1939-1945(London, 1991)

-C.A MacDonald, ‘The VenloAffaif in European StudiesReview, VIII (nrA London1978) . J.P. Nater, Het Venloincident (Rotterdam, 1984)-W.Schellenberg, Memoiren(Köln, 1956)

ARTIKELEN IN ONDER

ANDERE:

-Dagblad van Noord-Limburg jrg.1959 (reeks van8 opeenvolgende artikelen) -Dagblad van Noord-Limburg sept.1978 (n.a.v.overlijden S. Payne Best)-Dagblad van Noord-Limburg nov. 1984 (Th. Vliegenberg)-Dagblad van Noord-Limburg nov.1989 (P. Seelen)-Limburgs Dagblad okt.1989(J. van Lieshout)-Haagse Post nov.1989 (H. de By)-Vrij Nederland nov.1989 (I. Cornelissen)-‘40-45’ Toen & Nu nr.11(1977)

Page 15: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 2726 BUUN

J a c k P o e l s e n d e p a r a d o xStad en dorp,nuchterheid en melancholie

DOOR RUUD LINSSEN

FOTO’S FRANCO GORI

Ruim drie jaar geleden.Harrie Schreinemacherskomt in het centrum vanVenray op z’n brommertjevoorbij. Hij stopt en ver-telt ons over zijn nieuweleerling, Jack Poels. Metverrukking in zijn stemzegt Schreinemachers: “Een natuurtalent! On -voor stelbaar als je ziet wathij maakt, terwijl hij nogmaar net is begonnen.”De kunstschilder heeft in

zijn leven veel gesappeld,lange tijd moest hij wer-ken in een lekkendebouw keet, de doorbraaklaat op dat moment nogsteeds op zich wachten.Maar daar op het Ven -rayse plein tintelen zijnogen van hoop. Een wen-ding: hij als de ontdekkervan het schildertalent inde bekende muzikant JackPoels. “Kom een keer kij-ken in mijn nieuwe atelier”besluit Schreinemachersen rijdt weg. Een week later brengenwe een bezoek aan zijnatelier. Zijn nieuwe leer-ling laat de penseel zak-ken en kijkt verstoord op.Voor hem een doek metvrouw en kind. De trekkenin het vrouwengezicht zijnvan een diepe intensiteit.Het is een sterk contrastmet de jongen die metonbevangen vrolijkheid inhet beeld kijkt.

De Venrayse schilder Harrie Schreinemachersis dood. Jack Poels vertelt het in een bijzin omdat hijhet als bekend veronderstelt. “Oh, je wist hetniet. Dan zal het nu wel hard aankomen.” Westaan in zijn atelier in het hart van America.Een smalle ruimte achter een garage met eenkeukentje, een kleine tien schilderijen op degrond tegen de muur, veel geknoeide verfspat-ten en een keukenkastje vol cd’s van voorna-melijk singer/songwriters. Een doek met eenpaar laarzen op de schildersezel in het middenvan de ruimte.

Een gesprek ontstaat.Over dit schilderij, zijn eer-ste, over Harrie, over hetwaarom van schilderen.We maken de af spraak omover enkele maanden con-tact op te nemen voor eenverhaal in de krant. “Als ikmeer werk klaar heb”, zegtde leerling. De afspraak is niet ge -maakt.

Harrie Schreinemachersstierf begin vorig jaar opde stenen van de Vlees -straat in Venlo. Een hart-aanval, zijn tweede. Hijwas die avond met zijnvrouw te gast geweest bijeen concert van RowwenHèze in het theater aandeze straat. Jack Poels:“Het theater heeft eenlange trap. Het naar bene-den lopen is misschien

teveel voor hem geweest.” Op het moment dat weJack Poels drie jaar gele-den voor het eerst ont-moeten, op het stoeltje inhet atelier van Schreine -machers, bevindt zijnleven zich op een drama-tisch dieptepunt. Eenhuwelijk in de herfst vanzijn bestaan. ‘Ik wilde uit-breken in die tijd. Maar in

feite is dat verlangen eraltijd geweest. Als ik daarben, wil ik hier zijn. Enandersom. Als ik over depaden en de lanen loop,dan voel ik het verlangenwaarvan het leven door-drenkt is.’De jongen op het schilde-rij is zijn zoon Jan, devrouw is Maria, dan nogzijn echtgenote. “In hetgezicht van Maria staat

alleen maar verdriet. Ikheb veel van haar gehou-den en ik hou nog steedsvan haar. Zonder haar hadik nooit mijn dingen kun-nen doen, was ik nooitzover gekomen met Row -wen Hèze. Je loopt ooit inje leven tegen een enkelbeslissend moment aanen dat moet je grijpen.Voor mij is dat Rowwen

Hèze geweest. Maria heeftmij daarin altijd mijn gangmee laten gaan. Maar opeen bepaald moment washet op, dat was in die tijddat ik begon met schilde-ren. Ik weet nog dat iknaar Harries atelier gingen tegen Maria zei datmijn eerste schilderij eenportret van haar zou zijn.‘Het wordt mijn konings-stuk’ had ik in het voorbij

Page 16: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 2928 BUUN

J ack Poe l s en de paradox gaan tegen haar geroepen. ‘Mijn allerbeste werk.’ Zezei nog: dat moet je vooraf nooit zeggen. Als ik het nubij haar in de woonkamer zie hangen, moet ik even slik-ken. Dan word ik weer gewezen op die periode in mijnleven. Ik ben blij dat jij het tenminste gezien hebt, dathet is vastgelegd.”

V i e r d e r i j

Zijn kleine oeuvre van de afgelopen jaren overziend, isdat eerste werk volgens ons inderdaad een konings-stuk. Zonder daarmee een kwaliteitsoordeel uit te spre-

ken over wat daarna is gekomen. “Het was in die tijdalsof ik tegen een muur opliep, ik had het niet meeronder controle. Het enige woordje waar ik op konkomen, was schilderen. Daar ben ik mee begonnen -fanatiek. Ik ben er weken mee bezig geweest. Het wasmijn eerste vakantie in twee jaar tijd. Ik weet ook nietwaar het vandaan kwam. Eenmaal ben ik op bezoekgeweest bij de kunstenaar Funs Schobbers, in dat kerk-je in Venlo. Het was zo� n mooi beeld om hem daarbezig te zien: de snelheid van de beweging en de con-centratie. Misschien dat toen dat eerste idee is ont-staan om zelf te gaan schilderen. Dat heb ik kennelijkvastgehouden tot het juiste moment was gekomen. Ikkan me nu echt verheugen op een dag werken in mijnatelier. Als ik klaar ben met muziek, is het heel logischom te gaan schilderen. Het verbaast me waartoe eencreatief mensenhoofd in staat is. Ik wil er verder zo wei-nig mogelijk over nadenken, zoals ik altijd probeer tedoen. Je moet de dingen laten gebeuren. We hebben deregie over het leven niet in handen. Als ik schilder, ishet bijna alsof mijn penseel uitschiet. Zoals het ver-keerde akkoord aanslaan tijdens een optreden, dat isspannend.” Zijn gemoedstoestand in die eerste schilderperiode ismet veel zwart en grijs gekleurd. De liefde, of de afwe-zigheid daarvan, houdt de penseel vast. “Een tijd heeft

er een zwarte wolk bovenmijn leven gehangen. Alsje achterom kijkt, kan dattamelijk confronterendzijn. Ik kan tien jaar langmet een zwaar gemoedrondlopen, zonder dat ikdaar iets aan doe. Totdatje opeens in gesprek raaktmet vrienden, wat je aanhet denken zet over jeleven. Toen we met de

band in de bus op wegwaren naar een concert,in de tijd van het albumGeluksknikker, ging eronder de bandleden eenkopie rond van een inter-view met mij. Ze lazen het,en ik zag een bepaaldeblik op hun gezicht. Zon -der veel te zeggen, gavenze het door. Er wordtüberhaupt niet veel ge -praat binnen RowwenHèze. Toen ik het stuk ein-delijk in handen kreeg, lasik het gespannen. Het waseen goed stuk, maar erstond wel onverbloemdop papier dat ik aanscherven lag. Helemaal.”Het zwart is teruggewe-ken, de liefde is weer bin-nengevallen. “We haddentwee jaar geleden eenoptreden in Carré in Am -sterdam. Een paar da gen

Het enige woordje

waar ik op kon

komen, was schil-

deren

later stond er een bericht-je van een meisje op dewebsite van RowwenHèze. Ze schreef dat zehet zo’n mooi concert hadgevonden. Ik schreef haareen e-mail: vierde rij. Toenik haar tijdens het optre-den had gezien, toen onzeblikken elkaar kruisten,knetterde het. Ik nodigdehaar uit voor een exposi-tie. Toen ze binnenkwamen ik haar een hand gaf,begon ze in het dialecttegen me te spreken. Zekomt uit de buurt vanVenray, hoe heet dat dorp:Heide. Onvoorstelbaar.” Jack Poels. Rond hem isde mythe ontstaan van degewone jongen die be -roemd werd en de wereldzag, maar altijd het grotedorpsverlangen heeft be -houden. Het kwam zelfsterug in de ondertitel vanhet boek van Jan Brandsover Rowwen Hèze. Eenjongen die het liefst thuisis in America, het Noord-Limburgse dorp in de

flank van de Peel: hetnatuurgebied waarmeezijn band sterk mee wordtgeassocieerd. De werkelijkheid is mindereenduidig. “De Peel isgewoon een natuurgebiedwat hier in de buurt ligt. Ikheb er warme herinnerin-gen aan. Er zijn in mijnjeugd veel mooie zomersgeweest. Het is eenprachtig gezicht als delichtvlagen over het landscheren. Ik heb het be -schreven in mijn eerstenummer, De Peel in brand.Het was schitterend omde kronenkranen te zienlanden in de wei vanBerden. Maar meer is hetniet. Ik kom er nog maarzelden. Mijn nieuwe vrien -din woont in Am sterdam,daar ben ik nu regelmatig.De stad kan ook heelmooi zijn of een trooste-loos uitzicht bieden.” Het gaat bij Jack Poels omhet grote verlangen, zon-der de toevoeging van hetdorp. “Als ik daar ben, wil

ik hier zijn.” Over Am -sterdam: “Het grote voor-deel is dat ik er anoniemkan rondlopen. Ja, ik hebinderdaad ook geschre-ven ‘gruwelijk grote stad’,maar dat was er toen hetmoment naar. Het kwamniet door de stad, hetkwam door mijn gemoed-stoestand van toen. Je kanje verliezen in de stad,maar je kan er ook inopgaan. En Amsterdam isook een klein dorp. Weetje hoe snel dat door je hetcentrum bent gefietst? Enook daar is een kroeg omde hoek, zoals hier inAmerica.”Over America: “Het is eenheel normaal Nederlandsdorp. Ik zou er niet wegwillen. Hier ben ik gebo-ren. Mijn moeder woonter. Uiteindelijk zijn het demensen waar het om gaaten die vind je hier ook.Mensen die prachtige din-gen kunnen zeggen.Amsterdam heeft meerinteressante mensen? Watmoet ik met meer men-sen, ik kan er maar meteen tegelijk praten. Hetnadeel van een dorp is desociale controle. Maardaar heb ik altijd schijtaan gehad. Het dorp kanheel gemeen zijn als jeanders bent dan anderen,het kan hard op je dakvallen. Dat heb ik Americaniet gegund om mij dataan te doen.”

Ve r g e t e n l i e d j e s

Rowwen Hèze heeftAmerica op de kaart vanNederland gezet. Het wasin zijn jeugd dat hij samenmet vrienden al een stem-pel op het dorp drukte.Toen nog van binnenuit.“In een dorp ben je al snel

Stad en dorp,nuchterheid en melancholie

Page 17: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 3130 BUUN

J ack Poe l s en de paradox iemand, dat vind ik ook wel prettig. In America was inmijn jeugd geen flikker te doen, zoals in elk dorp geenflikker te doen is. Mijn vrienden en ik waren niet meerdan langharige nietsnutten. We een clubje opgericht,het jongerencentrum Cartouche ja, om onszelf lol tebezorgen. Dat is het mooie van een dorp, we kondenhet zo laat maken als we wilden en niemand die er watvan zei. We zijn ook popfestivals gaan organiseren,ondanks de weerstand waar we mee te maken hadden.De festivals worden tot de dag van vandaag nog geor-ganiseerd, en nu vindt bijna iedereen het prachtig.”

De eenvoudige jongen:het beeld wordt nog eensversterkt door zijn liedjesdie in recensies steevastworden gekarakteriseerd‘eenvoudig’ of ‘eenvoudi-ge onderwerpen’. Het valtte betwijfelen of deonderwerpkeuze en deformulering iets zegt overmans karakter. De intensi-teit van de liedjes wijsteerder op een gevoelsle-ven als een landschap.Ergens tijdens het ge -sprek zegt hij: “Zonderreden kan ik jaloers zijn.Zonder reden. Dat vind ikwel raar. Zoals een hond

opeens gaat liggen, zo kan me een gedachte overval-len. Maar ik zal nooit doorslaan naar de al te donkerekant. Er gaat steeds weer een luikje open.” Hij zit nu in een periode van schrijven. “Ik heb tiennieuwe melodieën in mijn hoofd. Nu ben ik de tekstenaan het zoeken. Je bent heel zintuiglijk bezig, je neemtalles in je op. Laatst hoorde ik iemand zeggen: diebreudjes van de bekker zien lekker. Die rijm sla ik op inmijn hoofd. Of: Van Dongen, de dokter bij ons inAmerica, dae het wat gevonge. Ik hoef het niet op teschrijven want het verdwijnt niet meer uit mijn hoofdtotdat ik het een keer nodig heb. Het idee voor eenliedje komt altijd achteraf, als een gebeurtenis of eenmoment al achter de rug is. Zoals met ‘Gespeegeld in ‘traam’ toen ik in de trein zat en daar een meisje aan hetraam zag zitten. Nee, ik heb het niet een keer opge-schreven. Ik heb er heel lang aan zitten sleutelen, maardat vind ik niet erg. Dat zijn juist heerlijke momenten:op de buik liggend op de bank, achter mijn laptop.Maar soms gaat het ook heel erg snel, dat is een geluk-zalig gevoel van creativiteit. Een keer tijdens het oprui-men kwam ik een oude Rails (tijdschrift NSSpoorwegen) tegen met een interview met ToonHermans. Ik had het om de een of andere redenbewaard. Ik las het interview nog eens en al die herin-neringen kwamen weer boven. Dat ik vroeger zo ver-

schrikkelijk om hem gela-chen heb als hij op televi-sie was. Zoals ik dat metweinig anderen heb ge -had. Toen ik kort daarnahet oud papier opruimde,viel dezelfde Rails uit dedoos. Toen ben ik na gaandenken over een liedje.” De liedjes in zijn hoofdzijn bestemd voor de cddie over ongeveer tweejaar moet verschijnen.Tegelijkertijd bereidt hijzich samen met de band-leden voor op eentheatertour in het komen-de najaar. De bekendecomponist Nard Reijndersheeft oude liedjes in eennieuwe jas gestoken. “Hetis moeilijk om blancotegenover de nummers testaan omdat je er zo meevergroeid bent. Daaromhebben we Nard Reijndersgevraagd om nieuwearrangementen te maken.Hij komt met verrassendeideeën; hij zoekt nummersuit waar je verbaasd vanstaat, die we nog nooithebben gespeeld. Ik moetze opnieuw inplanten inm’n kop. Het zijn allemaalliedjes die ik bijna verge-ten was, maar nu zie ik zeopeens weer op me afko-men. Ik zing ze wel metovertuiging, maar… Neemdat liedje over de geboor-te van mijn zoon: als ikdat werkelijk tot me doorlaat dringen, dan blijft erinnerlijk niet veel van mijover.” Het is de vierde theater-tour voor de band. “Hetinteressante van theater isdat je heel dicht bij jezelfkomt. Dat is steeds op -nieuw weer wennen. Deeerste keer, met de regievan Loek Sijbers, zaten weeen beetje verstopt ach-terin in het decor. Alle

De intensiteit van

de liedjes wijst eer-

der op een gevoels-

leven als een land-

schap.

aandacht ging uit naar detoneelspelers voor ons;halverwege het optredenkwamen we pas wat naarvoren. Ditmaal doen wevoor het eerst helemaalzelf. Geen toeters en bel-len. Alleen Rowwen Hèze.Dit is het goede momentervoor want we zijnsteeds beter gaan spelen,beter naar elkaar gaan lui-steren. Dat is ook nodig ineen theater want je hoortalles. Je denkt dat je heelgoed kan zingen, maar tij-dens de optredens in defeesttenten sluipen erdingen in waarvan je zelfgeen weet hebt. Ik benaltijd iemand die het ritmeopjaagt op het podium ineen tent. Zeker als ikopgefokt bent. Dan beginik er heel erg hard aantrekken, met als gevolgdat we elkaar een beetjekwijtraken. Maar in hettheater is dat onmogelijkwant iedereen hoort watje speelt. Dan moet jeheel geconcentreerd zijn.”Rowwen Hèze. De verhou-ding binnen de groep ismoeilijk te duiden. Poelsspreek consequent vanhet ‘bandje’. “Ik heb nueen soloproject gedaanmet Leon Giesen en eenaantal andere muzikan-ten. Het is zo anders danmet Rowwen Hèze. Bin -nen een maand stondalles op band. Binnen eenmaand! Het zijn zo’ngoede muzikanten, heer-lijk om mee te werken.Maar het betekent nietzoveel voor mij als datbandje waar alle leden degodganse tijd zo meebezig zijn. Ik hou vanRowwen Hèze dat alleenkan bestaan door het speldat we samen latenhoren. We zijn geen uitge-

sproken goede muzikan-ten, maar er gebeurt ietsals we samen op het podi-um staan. Heel puur eneerlijk, geen trucs. Aan deandere kant moet ik ookverder en dieper gaan.Maar als het er op aan-komt dan is het bandje eraltijd. Ze zijn ook bloedfa-natiek. Als een van henbakker zou zijn, dan zou-den ze zich opwerken totde beste bakker vanLimburg. Waar je dat fana-tieke in ziet? Ze willenalles uitgespit hebben.Zoals toen mijn projectmet Giesen voor het eerstaan de orde kwam. Danmoet de onderste steenboven komen. Ik krijg vra-gen als: wat doe je als ereen dubbel optreden isgeboekt? Waar kies jevoor? Ik zeg: voor RowwenHèze natuurlijk. Dan is devolgende vraag: en als ernu een boeteclausulevastzit aan het optredenmet Giesen. Ja, dan wordthet al moeilijker. Zo kandat soms eindeloos door-gaan. Dat terwijl we alle-maal niet van vergaderenhouden. Van die e-mailvergaderingen met zestienuitroeptekens achter eenzin.” Enkele jaren geleden sij-pelde informatie in demedia door dat de banduit America in een crisiszat. Poels zegt datRowwen Hèze zich daarnaheeft overwonnen. “Hetgaat goed. Op gezette tij-den gaan we aan tafel zit-ten om te praten. Datstelden we vroeger steedsuit omdat we er geen tijdvoor vrijmaakten. Dandeden we het vlak vooreen optreden, maar danvlogen de koffiekannen alsnel door de kantine

waarna we woedend hetpodium op gingen. Hetzijn geen grote praters.Toen ik het vertelde vanMaria, zeiden ze: klotevoor ou man. Meer kwamer niet uit, terwijl ze hetwel zouden willen. Het iseen vreemd collectiefje ja.We zijn geen vrienden,maar we houden vanelkaar. Het mooistemoment is als we namaanden voor het eerstweer op het podiumstaan. Dan is dat gevoeler meteen van een aantalmuzikanten bij elkaar. Hetstelt niet veel voor, maarwe doen het toch maar.Het is onvoorstelbaar datwe dat samen kunnen:aftikken en er is geluid.Een geluid ook wat rede-lijk uniek is. Daar ben ikme de laatste tijd steedsmeer bewust van. Nadatwe er als groep weerbovenop zijn gekomen,vallen me steeds meerdingen op, bijvoorbeeldeen bepaalde gezichtsuit-drukking van iemand ophet podium die ik danheel mooi vind. Ik hebmijn hele leven gepleit omminder te spelen, maarsinds twee jaar wil ikalleen maar meer spelen.Voor het eerst is er degewaarwording dat weeen bijzonder bandje zijn.Maar ik moet er niet al tezeer in geloven want dat isde doodsteek.’

D e p a r a d o x

We zijn bijna vier uur ver-der. Het gesprek heeftgestroomd, zonder zichiets aan te trekken vaneen vooraf bedachteopzet. Het is klaar, rond.Elk nieuw onderwerp zounu kunstmatig ingebracht

Stad en dorp,nuchterheid en melancholie

Page 18: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 33

TEKST: KOEN EYKHOUTFOTO’S : JACQUES PEETERS, GEMEENTE-ARCHIEF ENPERSOONLIJKE ARCHIEVEN

I

E lvis is een Indo, zei-den Indische jongens

vroeger tegen elkaar. Zijnblauwzwarte kuif, zijnscherpe ogen, zijn opzwe-pende muziek, maar ookzijn melancholische in -slag, dat moest wel eenIndo zijn. Eind jaren vijf-tig en begin jaren zestigtelde Nederland honder-den bandjes van Indischejongens die zich de Bluedit of dat noemden of deBlack zus of zo. Blue van-wege het nare ‘blauwe’(huidskleur) dat een In -dische jongere van een Belanda te horen kreeg en dat zevervolgens als geuzennaam gebruikten in de naam vanhun rock en roll bandje: The Blue Shadows of The BlueDiamonds. Bovendien betekent ‘blue’ zoiets als droevigin de rock en roll, met name natuurlijk in de blueshoek.In het begin heette rock en roll ‘rhythm en blues’. Als er‘black’ stond in de naam van de band kwamen de jongemuzikanten vaak uit de Molukken of van Ambon: TheBlack Dynamites of The Black Rockets. Ze waren trotsop hun donkere huidskleur. Al snel liep dat allemaaldoor elkaar natuurlijk, zo goed als dat er ook al snel

blanke jongens en meisjesin de Indobandjes meede-den. Er zijn allerlei theo-rieën die het fenomeen vande Indogroepen proberente vangen. De vraag is danhoe het komt dat inNederland de rock en rollgeïntroduceerd is door

MUZIEKI n d o r o c k i n V e n l o e n T e g e l e n

VAN EN VOORARME MENSEN

32 BUUN

J ack Poe l s en de paradox

moeten worden. En daar-bij, hij oogt vermoeid.Zonder een moment tezuchten heeft hij in zich-zelf gegraven naar ant-woorden. Toen we aarzel-den om de zoveelstevraag te stellen overMaria, zijn nieuwe vriend-in en de liefde zei hij: ‘Ja,vraag maar.’ Het laatsteantwoord over wat hetverschil maakt in de liefdewas van een ontstellendeeenvoud. Niet dezelfdeinteresses en wel dezelfdeinteresses.

We zeggen tenslotte dat een thema helemaal niet aande orde is geweest. Zijn opa, Jacobus Poels, die ver-zetsstrijder is geweest in de oorlog. Beschreven in DeZwarte Plak door Toon Kortooms, de romantische chro-niqueur van het leven in de Peel. Het gezicht van zijn kleinzoon betrekt als de naam vanzijn opa valt. “Dan waren we snel klaar geweest.” Nogeen laatste vraag: waarom? “Zo leuk was de oorlog niet.Als familie praten we daar ook niet graag over, we staanons er niet op voor.” Jacobus Poels stierf aan een hart-aanval voor zijn boerderij nadat de Duitsers waren bin-nengevallen en de ondergedoken joden en piloten von-den. Zijn graf is een van de oudste op het kerkhof inAmerica, nog geen tweehonderd meter van het atelier.Voor een graf van zestig jaar oud ligt het er uitzonder-lijk verzorgd bij: recht kruis, bloemen en geen onkruid.Jack Poels: “Ik zou niet eens waar het precies ligt.” Een kapitale paradox. De zanger die een liedje schreefover de oorlog in Joegoslavië heeft het graf van zijnopa, de verzetsstrijder, niet op het netvlies staan. “Ikkom zelden op het kerkhof. Een keer stond ik met mijnmoeder bij het graf van mijn vader op datzelfde kerk-hof. Ik hoorde toen pas dat mijn tweede vader in het-zelfde graf ligt. Ik hou niet van die plaatsen. Ik hebdode mensen gezien: het is niets meer dan een mensdie dood is. Als de ziel een lichaam heeft verlaten en

naar de hemel is gegaan,dan doet het lichaam nietmeer terzake.” Dat isonversneden Americaansenuchterheid. Er gaat nogeen andere zijde achter deopmerking schuil: angstvoor de melancholie. Hetdonkere gevoel dat zijnuitlaatklep vindt in prach-tige liedjes. Jack Poels:“Eenmaal was ik metAllerheiligen op het kerk-hof. Het was zo’n loodgrij-ze dag die op je gemoeddrukt. En toen begon defanfare, die klaar stond,de dodenmars te spelen.Mijn God zeg, dan is hetalsof de grond onder mijnvoeten wordt weggezogen.Dat is zo’n moment waar-op de melancholie medreigt te overmeesteren.Ik vermijd dat soort gevoe-lens, uit een soort be -scherming tegen mezelf.Er zal een moment komendat ik naar het graf vanmijn opa ga, maar dan welals het mij uitkomt.Misschien, nu we er overgesproken hebben, overeen paar weken al. Datgraf is als een liedje datnog niet klaar is.”

Het laatste antwoord over wat het verschil maakt in de liefdewas van een ontstellende eenvoud.

Page 19: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 3534 BUUN

honderden van oorsprongIndische jongens en meis-jes met een gemixteafstamming van Neder -landse en Indische oudersof voorouders. Je had noggeen Peter Koelewijn ofRob de Nijs, maar welEddy Chatelin van deCrazy Rockers in DenHaag of de broertjes Ferryen Victor Kaihatu van TheEmeralds, ook uit deHofstad. Kwam het doorde krontjong muziek inIndië die al meer dan hon-derd jaar de gitaar had alshoofdinstrument net alsde rock en roll? Was het denabijheid van Australië enNieuw-Zee land waarvande krachtige radiozendersveel eerder dan in Europade nieuwe muziek uitzon-den? Was het de metalige,weemoedige klank van degamelan die je ook konhoren in de steelgitaar vande vaak country getinterock en roll? Of kwam hetdoor de Pacific? Aan deene kant, de Californischekant van de oceaan, desurfsound van een gitaar-groep als de Ventures(Walk don’t run) en aan deandere kant, de Indischekant, dezelfde helderesound van een groep alsde Tielman Brothers, zon-der twijfel de populairstegroep in het genre. Dietrouwens in het Brabantse

Breda ontstond en niet inDen Haag of Scheve -ningen waar de meesteIndische mensen in eersteinstantie na hun aankomstin Nederland terechtkwa-men.

De familie Tielman be -landde in de koude herfstvan 1957 in het Bra bantsHaagje, zoals Breda ge -noemd werd. De TimorRhythm Brothers, zoals zeheetten naar hun geboor-

te-eiland Timor, hadden alin Indonesië successengevierd, tot in het paleisvan Soekarno. De jongeAndy deed iets woestsmet een speer, zusje Janedeed een moeilijk dansjeop een krukje en de vierbroertjes tezamen bespeel-den virtuoos één enkelegitaar. Het begrip ‘vir-tuoos’ zou nog vaak gebe-zigd worden om de kwali-teiten van de TielmanBrothers te duiden. HunI

ndorock in Venlo en Tegelen

MUZIEK Ferry en Victor Kaihatu: The Emeralds

The Tielman-Brothers

Rechts Molukse Hawaï-groep Blerick

optredens als rock en roll band in Nederland warenlegendarisch. Duurden nummers als ‘Black Eyes’ op deplaat zo’n drie minuten - meer kon niet op een 45-toe-renplaatje - tijdens hun optreden rekten ze het vaak totminstens een kwartier. Frontman en leadzanger Andybespeelde dan de sologitaar met zijn tanden en broertjePonthon beklom al spelend de staande bas. Het was sen-sationeel. Pas jaren later zou Jimi Hendrix hun datnadoen. De Tielmans deden die act ook voor de AVRO-televisie in een spraakmakende show prime time zater-dagavond. Bij Johnny Kraaykamp en Rijk de Gooyer. Ineen van de populairste zaterdagavondprogramma’s vande Nederlandse televisie. Schande, riepen MiesBouwman en Willem Duys unisono. Was dat noumuziek? Was dat nou onze beschaving? Dit soort reactiesbracht de Tielman broers al snel richting oostgrens: naarDuitsland. Die reacties en natuurlijk de Duitse Mark.Jarenlang toerden zij van nachtclub naar nachtclub, vanWiesbaden tot Hamburg, waar ze in de Star Club PaulMcCartney en zijn vriend John Lennon ontmoetten. InDuitsland had je een ander soort uitgaansleven. InNederland beperkten de optredens zich tot het weekend,terwijl de bands bij de oosterburen avond aan avondkonden optreden, ze kregen zelfs maandcontracten aan-geboden, een ongekende luxe. Dat het sterke benenmoesten zijn die de spreekwoordelijke weelde kondendragen, was duidelijk. Veel hielden de ‘IndonesischenKapellen’ zoals ze in Duitsland werden aangekondigd -vaak tegen de wil van de jongens die weinig op haddenmet het Indonesië van Soekarno - er niet aan over. Slapenen je eigen potje koken gebeurde in een huurkamertjeboven de club. Alleen de bekendsten konden zich meerveroorloven. De broers Tielman kochten een villa inHeidelberg waar sommigen van hen met vrouw en kin-deren konden wonen. Maar ja, de Tielmans traden danook op in nachtclubs waar Romy Schneider en CurdJürgens kwamen, ze verschenen in de populaire HazyOsterwald televisieshows en ze stonden maar liefst zesmaanden lang op de Expo in Brussel, de Wereld -tentoonstelling van 1958 waar in het NederlandsePaviljoen een Indië/Hawaï hal was ingericht. AndyTielman had echter niet veel meer op met Nederland. Erwerd neergekeken op Indo‘s en op hun muziek.Misschien dat ze daarom zoveel toerden door Duitsland,waar ze meer erkenning kregen van pers en publiek.De Tielmans waren niet de enige Indorockers met succesin Duitsland. Een drukbezochte uitgaansstraat inFrankfurt telde ’s avonds zeventien clubs en dancingsmet ‘levende muziek’. In maar liefst vijf daarvan tradenop een gegeven moment ‘Nederlandse’ Indogroepen op.Tegelijkertijd. In één straat. In één stad. In Duitsland.Voorzichtige schattingen gaan ervan uit dat op het hoog-tepunt van de Indorock enige honderden van deze groe-pen kortere of langere tijd door Duitsland hebbengetoerd.Halverwege de jaren zestig werd het minder. De broers

Ruud en Riem de Wolff zongen als The Blue Diamondsweliswaar “Ramona” naar de hoogste regionen van deinternationale, ook Indonesische hitparades, maarIndorock was het niet echt, evenmin als de megahits vanAnneke Grönloh en Sandra Reemer. Van binnenuit ver-nieuwden de groepen zich niet of nauwelijks. De jarenzestig muziekrevolutie ging aan ze voorbij. Niet zovreemd overigens. Jongens en meisjes worden mannenen vrouwen, ze krijgen kinderen en ze settelen zich inbaan en beroep. Zo verging het ook de meesteIndorockers. Het was mooi geweest. Grote successenvierde nog wel het populaire duo Sandra en Andres ofJack de Nijs onder zijn artiestennaam Jack Jersey, maarondanks hun Indische afkomst had het met Indorockweinig te maken. Het was over en uit. Daar kun je vredemee hebben. Wat betekent het echter dat de grote arties -ten uit de Indorockperiode compleet verdwenen zijn uitde wereld van de Nederlandse lichte muziek? Je vindt zeniet of nauwelijks in de omroepwereld, niet in de top vande platenindustrie, niet bij impresariaten of popfestivals.De diehards onder hen treden nog min of meer geregeldop tijdens Pasar Malams en oogsten nog altijd veelapplaus op Indische avonden, maar dat bedoel ik niet.De Peter Koelewijns en Rob de Nijsen, de Rob Outs enJoost den Draayers, kortom, de dinosaurussen uit dejaren vijftig en zestig, je vond en vindt ze op allerleiinvloedrijke plekken in de entertainment business. Maarnergens een oud-Indorocker. Gebrek aan ambitie? Of ertoch niet of nooit helemaal echt bijhoren?

Mo l u k s e I n d o r o c k ?

In Blerick werd in 1953 een eerste barakkenkamp inge-richt voor de opvang en huisvesting van enige honder-den Molukkers. Aan de Kaldenkerkerweg in Venlo volg-de nog een tweede kampje. Hoewel latere Moluksemuzikanten ontkennen dat zij Indorock speelden - diezou meer country en minder rock georiënteerd zijngeweest - zou het vreemd zijn om ze in een artikel als ditongenoemd te laten. Met hen begon het en uit hun mid-den zouden grote muzikanten opstaan. Geïnspireerd

Page 20: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 3736 BUUN

door de Kilima Hawaïansvan Bill en Mary Buisman(hun zoon speelt de bek-akte buurman in deGamma – reclames) speel-de er in Tegelen in de jaren1953/1954 een Hawaï –groep met Gerrit Noya,Richard Louhenapessy,Bep Smits (later moedervan publicist Rob Lou -patty) en Gerrie Dag -niaux. De meesten vanhen werkten bij de Globein Tegelen. Het waslokaalvan de fabriek mochten zegebruiken als oefenruim-te. Uit deze groep ontston-den The Maluku Singersmet onder meer AntonTaihuttu. Onder de op -merkelijke naam The BlueRockets (meestal noem-den Molukse groepen zichBlack en niet Blue) speel-den Koos Taihuttu, AnisHerman, Mesac (Mees)Nunumete en anderen

rock en roll, covers uit deeerste hitparades die toenwerden gepubliceerd,Hawaï songs en Am -bonese traditionals. Hier -uit ontstond aan het eindvan de jaren vijftig hetdans- en showorkest TheMarzegus. Ze speeldenook geregeld in Kalden -kerken. Sommigen vanhen, zoals Mesac Nunu -mete, spelen trouwensnog altijd. Halver wege dejaren zestig traden MeesNunumete, Andries Lasa -mahu, Tony Nanalatua,John Lekatom pessy enNico Taihuttu op als TheMysteries, onder welkenaam in de jaren zeventigeen volgende generatieMolukse jongeren demuzikale fakkel overnam.Dat vervolgens in groepenals Gin on the Rocks,Rosemary’s Baby en Sen -tosa prachtige muziek

gemaakt werd door jon-gens als Gino en LeonTaihuttu, Teddy Lekatom -pessy en Tinus Pieck, magbekend verondersteldworden. Net als de groepSofuja, waartoe Idols-win-naar Boris be hoorde. Hetvalt echter buiten hetbestek van dit stuk. Buitenhet bestek, buiten de tijden buiten het genre van deIndo rock. Dit is echtermisschien wel de plek omte zeggen dat het tijdwordt dat de geschiedenisvan deze Molukse bandsin en rond Venlo eenswordt geboekstaafd. Alsdaad van eenvoudigerechtvaardigheid.

I n d o r o c k i n Ve n l oe n Te g e l e n

Terug naar de ‘echte’ In -do rock, hoe moeilijk hetook is om dit genre exactI

ndorock in Venlo en Tegelen

MUZIEK

Rechts Molukse Hawaï-groep Blerick

Rechterpagina: The Vampires

The Vampires winnen Willy Caron-

beker Talentenjacht Blerick

te definiëren. Je moet het horen om het te herkennen. Detypische gitaarsound, helder als kristal, het sterk instru-mentaal georiënteerde karakter ervan - de zang leekzeker in het begin op het tweede plan te komen - en demelancholische inslag van de nummers, ook in deupbeat titels. Zonder ie mand te kort te willen doen - jehad bijvoorbeeld ook The Hitshakers van onder meerHenk Snijders en Piet Gallas - maar wie in Venlo ofTegelen anno nu de term Indorock laat vallen, krijgt tehoren: bedoel je The Vampires van de broers Van Cleef?Of heb je het over The Slow Rockets uit Tegelen, laterThe Bobcats, met Frans Mooi als zanger, WielSpruytenburg op slaggitaar en Pierre Orval sologitaar?Inderdaad, die bedoel ik. De beide groepen die zo’n tienjaar bestaan hebben, ruwweg van het begin van de jarenzestig tot het eind ervan - en in een andere samenstellingbestaan ze eigenlijk nog steeds maar niet als Indorock-groep - kenden verschillende bezettingen. Dat TheVampires als ‘familiegroep’ met maar liefst vier VanCleefs –Jan, Arie, John en Carolien- wat langer dezelfdesamenstelling kenden, zal niemand verbazen. The SlowRockets/Bobcats boden in de tien jaar van hun bestaanonderdak aan een negental musici, onder wie trouwenseen tijdlang Jan van Cleef van The Vampires.

Het is een augustusavond in 2004 en de temperatuur istropisch. De thermometer wijst dertig graden Celsiusaan. Op het terras van een befaamd Venloos etablisse-ment zitten ze nog eens bijeen: de fine fleur van deVenlose Indorock. A few years older but still goingstrong. Drie van de Slow Rockets/Bobcats: Frans Mooi,Pierre Orval en Wiel Spruytenburg en drie van TheVampires: Jan van Cleef, zijn broer Arie en hun zusCarolien. Genietend van de warme zomeravond, maarvooral genietend van elkaars gezelschap. Zo af en toe

treffen ze elkaar nog opeen reünie, maar dit isanders. Het wordt nu ein-delijk eens een keer vastge-legd, het wordt gefotogra -feerd, het komt in eenboek. Foto’s van toen gaanover tafel, anekdotenschieten over en weer.Verhalen uit de late jarenvijftig en de vroege jarenzestig. Vijf van de zesmusici hebben hun wortelsliggen in Indonesië, hetvroegere Nederlands Oost-Indië. Gedwongen door depolitiek en gedreven doornationaliteit, afkomst enfamiliebanden zijn ze inNederland terechtgeko-men, in hun geval in Venlo

of Tegelen. Maar in elk geval in Nederland, ze waren enzijn immers Nederlander, ze hadden en hebben immersNederlandse paspoorten? Allemaal waar, maar datzelfdeNederland maakte het ze niet altijd even makkelijk.Thuis niet, in de buurt niet en op school niet. Het was demuziek, dat wat later Indorock genoemd werd, die henbond en die ze de kans gaf naar buiten te treden met hun

unieke talenten. Als er al sprake was van een eigen iden-titeit, dan werd die bij hen vooral vormgegeven door demuziek. Vandaar dat deze zomeravond zo’n bijzondereavond is voor de muzikanten die voor dit jaarboek terug-zien op de gouden jaren van de Indorock in Noord-Limburg en Duitsland, waar ze in talloze clubs in degrensstreek de meeste optredens hadden. Pas op: zestaan midden in deze tijd, sommigen van hen treden nogaltijd met succes op, maar voor een keer - deze bijna tro-pische avond leent er zich bij uitstek voor - mogen zeterugblikken op hun Vampires of Bobcats-leven. Wielover de Duitse optredens: “Voor ons waren vanuitTegelen plaatsen als Krefeld, Nieukerk waar we geregeld

Page 21: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 3938 BUUN

speelden, Mönchen glad -bach en Düsseldorf goedte bereiken, met clubs alsde Marlboro-club, TheQueensway, Club 28, diebezochten we ook omanderen te zien optreden.Aan veel van die clubshing toen een luchtje, daarmocht je eigenlijk nietkomen, thuis zagen ze lie-ver niet dat je daar heenging. In die tenten speel-den veel Nederlandsebands, en dat waren bijnaallemaal Indobands. Groe -pen als René and hisAlligators of The Time -breakers, die misschien

nog wel beter waren danThe Tielman Brothers, diehebben we daar zien spe-len. In wat ze toen nacht-clubs noemden. Die clubszaten al afgeladen vol,voordat je begon met jeoptreden. We maakten hetmee dat we de sound -check niet konden doen,doordat we niet bij onzeinstrumenten kondenkomen, zo druk was het inzo’n club. Vaak werdenwe thuis opgehaald enweer naar huis ge brachtdoor de zaaleigenaar, danmoest je eerst Kartoffel -salat met Brat wurst eten

voor je optrad en somsbleven we er ook slapen.We hadden wel optredensvan tien uur ’s avonds totzeven uur ’s morgens,naar achteraf bleek wasdat in een bordeel.” Fransvoegt hieraan toe: “Behal -ve in danszalen als Julianain Venlo en Tivoli inBlerick speelden we veelin Duitse danszalen. Dis -co theken zou je ze nu noe-men, maar dat woordbestond nog niet. Je konons onder meer aantreffenin zalen in Nieukerk en inKamp-Lingsfort hier in deDuitse grensstreek. Daarhad je ook veel Ameri -kaanse soldaten die mas-saal naar onze optredenskwamen, want zoveelrock en rollbands had jetoen niet. Het Duitsepubliek was gek op onzemuziek. Ik herinner meeen optreden van ons inDuitsland waarbij om eenof andere reden ineens devlam in de pan sloeg. Devonk van onze muzieksloeg over op het publiek.Ze werden compleet hys-terisch. Een meisje vielflauw vlak voor mijnneus. Meiden stonden tehuilen van opwinding.Mensen vielen je om denek. Angst aanjagend ge -woon. Je vraagt je af hoedat zo ineens kon ont-staan, die complete een-

MUZIEKIndorock in Venlo en Tegelen

The Vampires

heid die er dan plotselingwas tussen de musici ophet podium en de mensenin de zaal.” Dat het nietaltijd eenvoudig was omde grens over te komenblijkt uit wat Carolienoverkwam, op weg met degroep naar een optreden in Duits land: “Ik had een keermijn paspoort niet bij me, we stonden met de auto aan degrens, we hadden haast, we moesten op tijd zijn voor onsoptreden en de Duitse douane maakte naar aanleidingvan de andere paspoorten van de jongens in de groep deopmerking dat ‘diese Indonesier ja alle geboren sind inJakarta’ en toen wou hij weten ‘warum das so war’.‘Waarop ik zei: ‘Ja, warum sind denn die Bananenkrumm?’ Dat had ik beter niet kunnen doen. We moes-ten er allemaal uit, zijn chef kwam erbij, uiteindelijkmochten we dan wel verder, maar in de zaal waar wemoesten optreden waren ze niet blij, want ze haddenmeer dan een uur moeten wachten op ons.” Waar ze indie Duitse zalen wel prijs op stelden, dat was dat ze ermodieus bij liepen. De kostuums moesten pico bello inorde zijn. Wiel: “Hier in de buurt was muzikaal gezienvoor ons niet veel gaande. Je had Tivoli in Blerick enJuliana in Venlo, maar verder was er niet veel. Via eentalentenjacht in de City- Bar in Venlo hadden we toen hetgeluk, dat we opvielen. Als Slow Rockets. Onze zangerFrans klonk als Jim Reeves en dat sloeg aan. We mochtener matinees spelen en op een gegeven moment ook ’savonds optreden. Als vervanging van een andere bandkonden we toen met oudjaar in Duitsland spelen. Maardan moest alles anders. Beter. Professioneler. Versterkers,kleding, noem maar op. Er was indertijd maar één zaakin Nederland waar je artiestenkleding kon kopen en datwas bij Leen Timp- later regisseur en echtgenoot vanMies Bouwman- in Amsterdam. Schriftelijk gaven wedaar onze bestelling op. De kostuums arriveerden pre-cies een dag voor ons optreden. Vervolgens ging een vanonze speakers kapot. Er moest een nieuwe besteld wor-den bij Philips in Rotterdam en die werd dan gewoonmet de streekbus van de Zuid-Ooster in Tegelenbezorgd, omdat je geen geld had om hem helemaal in

Rotterdam op te halen. Maar enfin, dat was het beginvan ons succes bij de oosterburen.”

Bij The Vampires was vader Van Cleef de grote initiatoren inspirator. Hij was onderwijzer geworden aan deKweekschool in Indonesië, maar kwam als gevolg vaneen overschot aan leerkrachten terecht bij hetNederlands overzeese leger, de KNIL. Als officier was hijtot 1956 betrokken bij de afwikkeling van de overdrachtvan het Nederlands bestuur aan de Indonesische over-heid. Hier kwam hij te werken op de kazerne in Blerick.Niettemin, zijn onderwijzerskwaliteiten verloochendehij niet. Hij was niet autoritair in zijn opvoeding en zekervoor die tijd liberaal. Hij stimuleerde zijn zoons en laterook zijn dochter Carolien –zij is wat jonger- om hunmuzikale kanten te ontwikkelen. Hij liep voorop in ditsoort zaken en kocht al een platenwisselaar voor zijngezin, toen je zulke dingen nog bijna nergens zag. Metplaten van Frank Sinatra, Perry Como, Doris Day en Les

Bezetting(en) TheVampires

Jan van CleefbasgitaarArie van CleefsologitaarJohn van CleefslaggitaarCarolien van CleefzangAlfred SpannsologitaarJoep van der AadrumsJan van der Veldenzang

The Slow Rockets/Bobcats

Page 22: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 4140 BUUN

Paul & Mary Ford. Van degitarist Les Paul, die eeneigen gitaar op de marktbracht, en van Nashvillegitaarspeler Chet Atkinsnamen hij en zijn zoonsdie heel specifieke gitaar-sound over die je in deIndorock ook kunt horen.Pa Van Cleef was muzi-kaal begaafd, hij was eennatuurtalent die net zomakkelijk piano speeldeals banjo. In de kelderonder hun woning aan deHerman Potgieterstraat inVenlo-Oost mochten dejongens Van Cleef methun muzikale vriendenrepeteren. Buurtjongensen -meisjes volgden maarwat graag die repetities.Daaruit bleek ook vadersliberale houding tegen-over jeugd en jeugdcul-tuur. Het leek er geregeldeen Open Huis te zijn, watook aansloot bij de gast-vrije houding die deIndische gemeenschap zokenmerkte. Soms kwamhet zelfs tot publiekeoptredens voor buurt,vrienden en familie, in de

kelder of zomers in detuin, met mooi weer. Ookop straat zag het danzwart van de mensen diezo’n gratis concert bestkonden waarderen. Janvan Cleef: “Het begon alsvolgt. Arie en ik speeldenthuis naar het voorbeeldvan een plaatje van deTielman Brothers dat weop de radio gehoord had-den. Een instrumentaalnummer. We waren er ka -pot van en probeerden hetna te spelen. We warentoen dus nog een duo.Daarna kwam mijn broerJohn erbij. En Joep van derAa als drummer. Na eenjaartje oefenen deden wemee aan een talentenjachtin Roermond. Daar wasook de zogenaamde Lim -burgse Cliff Richard Janvan der Velden en die wil -de vervolgens graag onzezanger worden, waarmeede Vampires een feit wa -ren. De rockmuziek toen-tertijd was vaak ‘om enom’: instrumentaal envocaal. Je had bijvoor-beeld Cliff en The Sha -

dows. Had Cliff een voca-le hit met Living Doll, danvolgde zijn begeleidings-groep de Shadows meteen instrumentaaltje alsApache en zo deelden wijook onze optredens in. Erwas toen in verhoudingmeer instrumentale mu -ziek dan nu. Veel van onzeoptredens, eigenlijk onzegrootste successen, von-den in Duits land plaats.De Duitse jeugd kende datniet, rock en rollbands,Engelstalige rockgroepen,wel op de radio, maar nietlive, we werden er op han-den gedragen. Maar ookin Nederland bleven weniet onopgemerkt. Er isnog een radio-opnamevan ons, voor de microvan Jeugdomroep Minjonvan de AVRO, ingeleiddoor een nog piepjongeJos Brink. Dezelfde JosBrink die ons zusjeCarolien uit het publiekplukte om zitting te ne -men in de jury van alweereen talentenjacht, waar wijook aan meededen. Ze gafons niet eens de hoogste

MUZIEK

Indorock in Venlo en Tegelen

The Slow Rockets/Bobcats

cijfers!” Carolien trad watlater toe tot de groep: “Ikkreeg les van een zangpe-dagoog. Best wel klassiekeigenlijk. En die heeft opeen gegeven moment te -gen mijn vader gezegd datik talent genoeg had omook op een podium alszangeres op te gaan tre-den. Dus werd ik logi-scherwijs zangeres bij mijn broers in The Vampires. Datkwam op dat moment ook wel goed uit want hun zangerJan van der Velden was er vandoor. Ik werd toen noggechaperonneerd door mijn vader. Ik was zestien - en inhet prille begin nog pas vijftien, dan moesten we eenbeetje jokken met mijn leeftijd, anders kwam ik die clubsniet in - dus dan lette mijn vader een beetje op me, bijnaaltijd was hij erbij, ja.” Er is vaak gespeculeerd over de oorsprong van deIndorock, elders in dit stuk leest u er meer over, maar Janvan Cleef zegt er dit van: “Je moet nooit de Portugeseinvloed onderschatten. De Portugezen maakten eeuwen-lang de dienst uit op het eiland Timor, waar de TielmanBrothers vandaan komen. Ook cultureel gezien en muzi-kaal. Waar de gitaar van oudsher een prominente rolspeelt in de Portugese fado, is het geen toeval dat dit inde Indorock ook zo is. Een gitaar is bovendien goed-koop, in verhouding tot veel andere muziekinstrumen-

ten. Het is het instrument bij uitstek voor arme mensenmet muzikaal talent. Wie muziek wil maken en niet veelgeld heeft, komt eerder uit bij de gitaar dan bij de piano.Puur financieel gezien. Daar komt nog iets bij. En mis-schien is dat nog wel belangrijker. Wij werden inIndonesië gezien als bastaards, niet echt In disch en nietecht Neder lands. Dat is ook het grote verschil met Mo -lukse mensen. Die hebben duidelijk hun eigen cultuur.Wij veel minder. Wij leven met twee culturen. We levenals Nede rlanders met Neder landse invloeden, in alleopzichten. Maar hier in Neder land werden we tot onzeverbazing toch niet helemaal geaccepteerd als Neder -landers, zo merkten we toen we eind jaren vijftig hierkwamen. Daarvoor waren we dan blijkbaar weer teIndisch. Dat merkte je. Dat voelde je. Op school ging hetbijvoorbeeld bij Aardrijkskunde heel snel en maar heeleven over Indonesië en dan zat je toch vreemd te kijkenals kind, want dat ging dan toch maar over jouw land. Jemoest duidelijk ergens in uitblinken, althans dat gevoelhad je. Je moest beter zijn dan de autochtone Neder -lander. Je zocht elkaar op in de Indische gemeenschap endaar gebeurde het. Met eenvoudige middelen en metgoedkope instrumenten maakten we muziek. InNederland had je indertijd nauwelijks een echte eigenmuziekcultuur, buiten de klassieke muziek om, en denieuwe Amerikaanse muziek waar jongeren gek opwaren, de rock en roll, sloot wonderwel aan bij wat wijaan muzikale drive in ons hadden. En toen dat lukte,toen dat klikte, betekende dat de start van de Indorocken het succes ervan.” Over het nogal abrupte slotakkoord van de glorieuzejaren van de Indorock in Nederland zijn de zes op hetterras in Venlo het met elkaar eens. Wiel: “Indorock waseen sound, een gitaarsound vooral, gebaseerd op eentamelijk beperkt akkoordenschema. Wat niet wil zeggendat het geen mooie liedjes waren, verre van dat, maartechnisch gezien was het beperkt. Toen wij later de eer-ste Engelse popgroepen hoorden en die jongens ook aanhet werk zagen in de clubs in Duitsland waar wij ookspeelden, waren we verbijsterd. Dat was vele malenmoeilijker dan wat wij speelden, akkoorden gleden inelkaar over of het niks was. En niet alleen Engelse groe-pen, maar ook muziek van een groep als The Beach Boys,

Bezetting(en) SlowRockets/Bobcats

Frans MooizangPeter DorpmansbasgitaarJan SturmesologitaarWiel Spruytenburgsologitaar/zangWil van der VendrumsPierre OrvalsologitaarJan van CleefbasgitaarHenk WestheimdrumsLouis L’ameedrums ( )

The Slow Rockets/Bobcats

Page 23: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 4342 BUUN

maak dat maar eens waarop een podium, dat lukt jeniet zomaar. Bovendienhadden wij geen toetsenis-ten. Onder Indorockerstrof je niet veel pianistenaan, wij waren van degitaar, maar de Engelsepopmuziek werkte ineensmet keyboards en maakteeen ontwikkeling door dieaan ons voorbij ging.” Janvoegt hier nog aan toe:“Vergeet ook niet deinvloed van managers enmanagement in de nieuwepopmuziek. Wij kendendat verschijnsel niet ofnauwelijks. Wij regeldenalles zelf. Maar echte ma -nagers wezen de nieuwegroepen op trends en mo -des, kleding, kapsel, noemmaar op, ze gaven ze eenbepaalde richting enwezen ze de weg en datwas niet onze weg. En zoging de Indorock langza-merhand de geschiedenis-boekjes in. Niettemin, diehele Indorock periode uitde jaren zestig heeft onsrijk gemaakt, misschienniet direct financieel, wanter moest voortdurendgeïnvesteerd worden ininstallaties en instrumen-ten, maar wel heel rijk aanlevenservaring, aan mooieherinneringen en voor mijpersoonlijk: het heeft mede drive gegeven om nog

altijd tot op de dag vanvandaag muziek temaken, in groepen alsCargo en Dogparty.” Dat -zelfde geldt trouwensvoor Pierre Orval met zijntweemansformatie Brazil99. Frans Mooi, zanger vanThe Slow Rockets/ Bob -cats wil nog even watkwijt over de naamswisse-ling van Slow Rocketsnaar Bobcats: “In Enge -land en Amerika speeldenal groepen onder de naamSlow Rockets, dus moes-ten wij op een gegevenmoment onze naam ver-anderen. Bovendien von-den we Bobcats ook watpittiger klinken. Alles bijelkaar hebben we onderdie twee namen zo’n jaarof tien bestaan als band.Tot mijn eerste zoon gebo-ren werd in 1968, toen benik ermee gestopt. Ik moestwat serieuzer worden,vond ik. Daarbij kwamdat ik mijn studie chemiewilde afronden. Je vraagtje trouwens inderdaad afhoe het mogelijk was datin Neder land de rock enroll zijn intrede deed via aldie Indische jongens enmeisjes,” vervolgt Frans,“ik heb daar veel overnagedacht. Ik denk dat hetkwam door een combina-tie van een paar dingen

die bij elkaar kwamen.Indische mensen paktendirect de unieke mix opvan een melodieuze songmet een stevige beat. Decombinatie van melodieen ritme in de rock en roll,die sprak ons aan. Diemaakte blijkbaar iets losdat bij onze cultuur paste.Ikzelf genoot daarbij ookenorm van het socialeaspect van een bandje. Datwas heel belangrijk voormij. Je was vrienden vanelkaar. Je deed alles sa -men. Niet alleen demuziek. Maar ook het ver-voer bijvoorbeeld. Je hadgeen auto, dus moest eraltijd een busje gehuurdworden. In Steyl dedenwe dat, en in het beginmoest je gehaald engebracht worden, want jehad geen rijbewijs. Degroep wisselde ook gere-geld, vooral doordatsteeds een of ander band-

Indorock in Venlo en Tegelen

MUZIEK

Frans Mooi

Wiel Spruytenborg

Pierre Orval

lid in militaire dienstmoest en dan was je eenjaartje of anderhalf of tweeniet meer beschikbaarvoor de band. De bandmoest natuurlijk door, dusmoest er een anderedrummer of een nieuwebassist komen. De tekstenvan de liedjes van bijvoor-beeld iemand als ChuckBerry plukten we uit eenmuziekblad als de legend-arische Tuney Tunes. Ofwe schreven ze ijverig opdoor een 45-toerenplaatjegrijs te draaien op de pickup. Er is trouwens nog ietswat je niet moet vergeten.Ik ben later enige malenterug geweest naarIndonesië, de laatste keerwas vijf jaar geleden, en ikheb daar speciaal op demuziek gelet. Opvallendis dat de Indonesischeregering dan misschienwel anti-Amerikaans is,maar dat de mensen datniet zijn, er wordt daarvolop Amerikaanse mu -ziek gemaakt en gedraaid.En op Bali spelen ze nogsteeds muziek in de daarpopulaire traditionele‘dang dut’ stijl. Die deedme denken aan de muziekdie wij vroeger maakten.Misschien niet eens zozeerde muziek zelf als wel deomstandigheden waaron-der ze speelden. Die In -

dorock van ons moet jezien als muziek voor men-sen met weinig geld. Zoalsde blues in Amerika is ont-staan op de katoenplanta-ges, ook in bittere armoe-de, zo was ook Indorockmuziek van en voor armemensen en dat is diemuziek op Bali ook nogaltijd. Je moet niet verge-

ten dat als je vroeger inNederland arm was, danwas je ook echt arm, dangedroeg je je daar ooknaar, nu is dat gelukkigniet meer zo. Maar vroe-ger wel en nu ook nog inIndonesië en waarschijn-lijk in heel Azië. Muziekvan en voor mensen diehet niet breed hebben, datwas het toen hier inNederland en dat is hetdaar nog steeds.”

Bronnen:

- Lutgard Mutsaers, Rockin’

Ramona. ’n Gekleurde kijk op

de bakermat van de Nederpop.

Den Haag, SDU, 1989.

- Ger Tillekens, Nuchterheid en

nozems. De opkomst van de

jeugdcultuur in de jaren vijftig.

Muidenberg, Coutinho, 1990.

- Ton van der Steen en Bert

Bossink, Het Liverpool van

Nederland. Zwolle, De Ruiter,

2002.

- Maarten Steenmeijer, De

geschiedenis van Nederbeat en

Indo-rock, Vrij Nederland,

datum onbekend.

- John Schoorl, Elvis was een

Indo, De Volkskrant, maart

2000.

- Lutgard Mutsaers, Indo-Rock

The Original Recordings,

booklet bij gelijknamige CD,

EMI, zomer 1990.

- Walter de Bruin, Op bezoek bij

The Vampires, Dagblad voor

Noord-Limburg, 2 mei 1964.

- Gesprekken met en bijdragen

van Adrie Mooi, Frans Mooi,

Anton Cohen, Jan van Cleef,

Arie van Cleef, Carolien van

Cleef, Wiel Spruytenburg, Pierre

Orval, Rob Loupatty en Sjeng

Ewalds. Dank aan allen.

I n d o r o c k i n V e n l o e n T e g e l e n

Carolien Berger-van Cleef

Jan van Cleef

Arie van Cleef

Page 24: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 4544 BUUN

ABCDEFG

HIJKLMNOP

QRSTUVWX

YZ

ABCDEFG

HIJKLMNOP

QRSTUVWX

YZ

DOOR

ADR I GOR I SSEN

FOTO

JACQUES PEETERS

CARNAVALSLIEDJESEN DUITSERS

Zonder Duitsers geen rijkeVenlose carnavalsliedjestraditie.Zonder Oosterburen geen suc-cessen voor Frans Boermans enThuur Luxembourg, Ad Polluxen Giel Aerts, Wim Roeffen enWiel Hermans en HanneloreWinter, Frans Pollux en al dieandere in heel Limburg bekendeliedjesmakers. Het lijkt vloekenin de kerk, maar toch is het zo. Ga maar na: van de eerste twin-tig liedjes die het Venlose vaste-laovesgezelschap Jocus in 1843uitbracht in een boekje, warener twaalf gebaseerd op eenDuits voorbeeld en hadden erzes ook nog eens een Duitsetekst. Het boekje werd een aan-tal keren opnieuw uitgebracht,voorzien van nieuwe liedjes. DeDuitse invloed bleef echter. Inde uit 1894 daterende ‘3e ver-beterde en veel vermeerderde’editie prijkten 42 liedjes.Daarvan had precies de helft eenDuitse oorsprong. Zo vormdeeen lied met de nogal bedenke-lijke titel Ich bin ein Preusse,kennt Ihr meine Farben? de basisvoor het Jocussinnenlied en wasMuziek en Jocus gegrondvest opDer kreuzfidele Kupferschmied. Sterker nog: de schrijver van hetallereerste geheel origineleVenlose vastelaovesleedje, hetzeker van voor 1885 daterendewalsje De Sentimenteele, wasvan oorsprong een Duitser.Deze Gerhard Hamm, die op 8januari 1835 in Trier was gebo-ren, vestigde zich in 1860 inVenlo en speelde daar al sneleen hoofdrol in het Venlosemuziekleven. Ergens tussen1876, toen Jocus na een sluime-rend bestaan weer tot levenkwam, en 1885, toen in eenander liedje naar DeSentimenteele werd verwezen,schreef hij deze allereerste schlager. Een liefdesliedje, datbekend zou blijven onder een

andere titel, namelijk OchMieke! Na het opnieuw in slaap sukke-len van Jocus in 1908 was hetweer gedaan met eigen liedjes.In de jaren na de EersteWereldoorlog lagen Duitse lied-jes andermaal aan de Venloseten grondslag, zoals Ein treuerHusar dat als uitgangspunt dien-de voor Vastelaovesleedje 1930.Zelfs een goede titel konden deVenlonaren toen niet zelf verzin-nen. Pas vijf jaar later namen zehet heft weer in handen, toenWinters en Verhagen met hunlegendarische Elf van Elf voor dedag kwamen. Een nog grotersucces boekte Funs vanGrinsven een jaar daarna tijdenseen Jocus-bal waarop hij zijnVenlo, stedje ten gehore bracht,een uit heimwee naar zijn vader-stad in het Duitse München (!)geschreven liedje. Een tot ever-green uitgegroeide compositiedie Jocus er mede toe aanzetteom op 12 oktober 1936 de aller-eerste leedjesaovend te organi-seren.Opnieuw die Duitse invloed dus.Maar ook daar bleef het niet bij.Zelfs de allergrootsten van hetVenlose carnavalslied, Boermansen Luxembourg dus, ontkwa-men niet aan beïnvloeding doorOosterburen. Zo was de Keulseschlagerschrijver WillyOstermann het grote voorbeeldvan Frans Boermans toen hijbegin jaren vijftig zijn geweldigeloopbaan begon. Ostermannsrecept voor een goede schlagerluidde dat de tekst kort en niette moeilijk moest zijn en dat diegeschraagd moest worden dooreen eenvoudig melodietje.Boermans nam dat recept over,en met succes want hij schreefvele tientallen prachtige en prijs-winnende vastelaovesleedjes.En nog was het niet op met dieDuitse invloed. Want toenBoermans en Luxembourg in1967 hun eerste verzamelelpeeuitbrachten, getiteld Zing nog

ens, weken ze af van de tot dantoe gehanteerde blaasmuziek-aanpak. Arrangeur Jan Theelengebruikte – jawel – naar Duitsvoorbeeld een symfonieorkestals begeleiding. Daarna werdenstrijkinstrumenten vertrouwdeelementen in de carnavalsmu-ziek. Om het verhaal af te maken nogdit: Duitsers vormden ook nogeens de inspiratiebron voor lied-jes als Butterfahrt van FransBoermans en ThuurLuxembourg uit 1958 en Venloam Rhein van Ad Pollux en GielAerts uit 1978. Al met al past deVenlonaren toch een Dankeschön!

Hoe het begonGezien hoeveel plezier en ontspanning Luckerin de loop der jaren aan de vele bezoekers heeftgegeven, is het des te opvallender dat het café-restaurant is ontstaan uit een persoonlijke tra-gedie. De echtgenoot van Druuk, de oprichtstervan het café-restaurant, werkte als schoenma-ker en leerhandelaar in Steyl. Maar op eengegeven moment werd hij ziek en kon niet lan-ger werken. Er moest een andere maniergevonden worden om het gezin te onderhou-den. Druuk stond in Tegelen bekend als eengoede kok en zij besloot dit talent te gaangebruiken om een inkomen te krijgen. Zijkocht rond 1918 het pand aan de Roermond-seweg 27 en begon daar het Café-RestaurantLucker. In 1924 breidde ze het café uit met eenzaal, die later werd uitgebreid. Deze zaal kreegde naam Paviljoen Modern en werd het cen-trum van een groot deel van het cultureleleven van Tegelen. Uiteindelijk zouden hier hetTegels Symfonieorkest, de Harmonie Sint

Cecilia en de zangvereniging Zanglust op vastedagen komen repeteren en ook hun uitvoe-ringen komen geven. Maar daarmee loop ikhier op de zaken vooruit.

Bij Lucker…daar kon alles,daar waren we thuis!Door: Ivonne Lucker

Bijna een eeuw lang was Café -Restaurant Lucker een bekend beeldin Tegelen, en nog steeds is het een naam die bij vele Tegelenarendierbare herinneringen oproept. Maar in februari 2004 is hetcafé-restaurant met de grond gelijk gemaakt. Niets herinnert nunog aan het gebouw aan de Roermondseweg nr. 27 dat bijna eeneeuw lang een be-langrijke rol heeftgepeeld in het ver-enigingsleven enculturele leven vanTegelen. En met datgebouw is een kleinstukje Tegelse histo-rie verdwenen.

Mevr. Druuk Hekkens-Lucker, de oprichtster van Café-Restaurant

Lucker en haar echtgenoot Louis Lucker.

Het oorspronkelijke gebouw waarin 1918 het café-restaurant Lucker

begon.

Page 25: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 4746 BUUN

genomen werd. De dames zaten aan hetbuffet of de bar, de heren in het café of in de"achterkeuken", zoals de ruimte naast dewerkelijke keuken werd aangeduid. Langduurde deze scheiding echter niet. Als demeeste leden waren vertrokken en alleen deechte "diehards" nog aanwezig waren, voeg-den de overgebleven dames zich bij de herenin de achterkeuken. Daar werd vervolgensgepraat, gedronken en gezongen, met namede "Trinklieder" en de liederen die op datmoment op het repertoire stonden. Er werdover het algemeen veel lol gemaakt, tot depolitie kwam om de zaak te sluiten, zoalstoen ook gewoon was. Zanglust voerde ook haar concerten en ope-rettes op in de zaal, zoals de operette "Baronvon Glasenap". Vaak werden deze gegeven insamenwerking met het TSO, het TegelsSymfonieorkest. Het TSO repeteerde iederedinsdag in de zaal. Ook het TSO gaf zijn con-certen in de zaal bij Lucker. Zowel het TSO,Zanglust als harmonie Sint Cecilia haddenhun muziekbibliotheek bij Lucker. Zij hiel-den er hun ledenvergaderingen en feesten.Via deze drie verenigingen was een grootdeel van het culturele leven gesitueerd bijLucker. En daar bleef het niet bij. Er werdenook toneelstukken opgevoerd in de zaal.Daarnaast verzorgde Lucker de catering

voor de Passiespelen. Één keer gebeurde ditin samenwerking met hotel Geisler. Die een-malige samenwerking werkte niet erg goeden werd spottend "Hotel Wanhoop" genoemd.Na deze rampzalige samenwerking werd decatering voortaan alleen vanuit het café-restaurant geregeld. Ook andere verenigingen, zoals hockeyclubTHC, voetbalvereniging V.V. Tegelen (na defusie in 1949 Sportclub Irene) en tennisclubTLTC, vonden bij Lucker een thuis. En erwaren er nog meer. Ook zij hielden hier hunledenvergaderingen, vierden hier hun fees-ten en gebruikten het bij tijd en wijle alskantine. In de jaren dertig heeft V.V. Tegelenzelfs nog eens wintertrainingen gehoudenin de zaal bij Lucker! Dus niet alleenmuziekverenigingen hadden hier een vastestek.

Dansen en balsLucker was niet alleen een plek om gezelligmet vrienden wat te gaan drinken, of om terepeteren of vergaderingen te houden, hetwas ook een plek waar gedanst werd. Ditgebeurde bij de vaste bals in de loop van hetjaar, maar ook bij de dansles.Eind jaren twintig konden Tegelse jongensen meisjes in Paviljoen Modern dansles vol-gen bij Dansschool Van Rooy. Van dezemogelijkheid werd uitgebreid gebruikgemaakt, ondanks sporadisch protest vanmeneer pastoor. In de zaal werden langs dewanden tafels neergezet, waaraan de jon-gens en meisjes, gescheiden van elkaar,plaats konden nemen. In de overgeblevenruimte in het midden werd gedanst. En had-den de jongelui het onder de knie, dan kon-den zij hun nieuwverworven vaardighedennatuurlijk toepassen op het wijnbal, dattwee keer in het jaar bij Lucker gehoudenwerd.Het wijnbal was elke keer weer een grotehappening. Het vond plaats de dinsdag vande Tegelse kermis. Het was een chique aan-gelegenheid. Iedereen was gekleed in avond-kleding en de hele avond lang werd wijngeschonken. Zo wordt het nu tenminste nogherinnerd. Voor jonge meisjes valt het eer-ste wijnbal bij Lucker zelfs te vergelijkenmet een soort debutantenbal. Na je eerstebal hoorde je er pas echt bij! Pas op je acht-tiende mocht je voor het eerst naar hetwijnbal. Vaak werd maanden tevoren al eenjurk gekocht of gemaakt en hing deze al die

Het café-restaurant ontwikkelde zich al sneltot de ontmoetingsplaats van de midden-klasse en de ondernemers van Tegelen. Dithad een vrij eenvoudige oorzaak: het bier.Druuk weigerde het goedkopere, maar kwa-litatief mindere, lager te schenken in haarcafé. Zij verkocht het duurdere, betere pils-ner. Of dit een bewust beleid was om zo decliëntèle van het café te bepalen, is niethelemaal zeker. Maar het gevolg was dat dearbeiders niet snel naar Lucker kwamen,omdat daar het bier te duur was. Zij gingenliever naar de Bond, waar het bier veel goed-koper was. De ondernemers hadden geenproblemen met de prijzen en kwamen wélnaar Lucker. Zij maakten van het café huneigen plek, waar zij onder mensen van huneigen stand konden vertoeven.

De verenigingenNa de bouw van de zaal kwamen er steedsmeer verenigingen naar Lucker toe. Op zon-dagochtend gaf Harmonie Sint Cecilia hiersolfègelessen aan de jongeren die lid wildenworden, aangezien er geen muziekschool inTegelen was. Vervolgens repeteerde de har-monie hier zelf. Gedurende het jaar werdenverschillende concerten in de zaal gegeven,waaronder het jaarlijkse kerstconcert.

Daarnaast werden hier alle vergaderingenen feesten gehouden. Hierbij was het SintCecilia-feest toch wel het belangrijkste.Alhoewel de kroegentocht de harmonie doorheel Tegelen bracht, eindigde het altijd meteen diner bij Lucker. En ongeacht wat ergeserveerd werd, het was er altijd gezellig enhet eten was erg goed. De maandagavond was de avond van zang-vereniging Zanglust. Eerst werd er gerepe-teerd en vervolgens werd er nog nagebor-reld. Typisch voor de geest van de tijd vonder een strikte scheiding van de seksenplaats als er na de repetitie nog een drankje

De grote zaal, Paviljoen Modern, die in 1924 werd gebouwd.

Een reclameboodschap van Paviljoen Modern, gemaakt

tussen 1924 en 1931, met hierop aangegeven alle verenigin-

gen die gebruik maakten van de faciliteiten van deze zaal.

De bezetting voor de operette ‘Baron von Glasenap’. Deze

operette werd in 1939 opgevoerd door het gemengd koor

Zanglust in Paviljoen Modern.

St. Ceciliafeest.

Page 26: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 4948 BUUN

geniers, die in Venlo waren gestationeerd,dansavonden met de meisjes van het RodeKruis uit Venlo. Aangezien er na de oorlogop veel gebieden schaarste was, zorgden deAmerikanen zelf voor het eten, de drank ende muziek. Pau Lucker hoefde alleen te zor-gen voor de ruimte, de glazen en de bedie-ning. Dit laatste was nog niet zo makkelijk,het meeste personeel was tijdens de oorlogontslagen omdat er te weinig werk was. Nade oorlog werd daarom in eerste instantiefamilie en vrienden gevraagd om bij tespringen. Het eten dat de Amerikanen meebrachtenwas iets dat al een hele tijd niet meer inTegelen was gezien. Witbrood zo wit dat deTegelenaren die het zagen, op het eerstegezicht dachten dat het gips was. Hieropkwam een salade, gemaakt van een mengselvan kip en zalm, beide uit blik. Deze vreem-de combinatie smaakte echt uitstekend.Daarnaast maakten de Amerikanen punch.In grote zinken kuipen werd brandewijngegoten, die de Amerikanen uit Duitslandmeebrachten. Daar werden nog enige ande-re alcoholische dranken, fruit en een grootstuk ijs bijgevoegd waarna het geheel werdgemengd. Dit werd ’s avonds gedronken,met bierglazen tegelijk, omdat er geen ande-re glazen aanwezig waren. Menige soldaat,maar ook menig aanwezig meisje, werd hierenorm dronken van. Met name de meisjeswaren zulke drank door de oorlog niet meergewend. Er werd op deze avonden niet alleengegeten en gedronken, maar ook gedanst.De Amerikanen brachten hun eigenmuziekinstallatie en hun eigen muziekmee. Deze muziek was ook nieuw in Tege-len: de Swing. Daarop leerden de Tegelse enVenlose meisjes dansen.Opvallend was dat Engelse vliegeniers, dieook wel eens op deze avonden kwamen kij-ken, niet toegelaten werden. Met de woor-den "No Limeys" werd hen de deur gewezen.Blijkbaar moesten de Amerikanen niets vande Engelsen hebben. Was de dansavond afge-lopen, dan werden de meisjes allemaal keu-rig naar huis gebracht. De Amerikaansevliegeniers, die meestal rond deze tijd stom-dronken waren, werden allemaal in eengrote vrachtwagen gehesen en terugge-bracht naar de vliegbasis. En bij Luckerkonden ze vervolgens de boel op gaan rui-men, tot het volgende feest.

Na de oorlogNa de oorlog was alles vrij snel weer bij hetoude bij Lucker. De harmonie Sint Cecilia,het gemengd koor Zanglust en het TSO kwa-men iedere week bij elkaar, en gingen alsvanouds repeteren en aansluitend gezelligwat drinken aan de bar of in de keuken. Desportverenigingen bleven ook gebruikmaken van de faciliteiten van het café-res-taurant en de zaal, tot ze hun eigen kanti-nes kregen, waarna ze voor feesten en der-gelijke wel nog trouw bleven aan de zaal.Ook de kaartclub op zondag kwam weerregelmatig bij elkaar, en alles leek weer ophoe het voor de oorlog was. Daarnaast wasLucker ook een vast eindstation voor ledenvan de studentenvereniging Juventus, naeen avond stappen of na hun programma’sin het patronaat aan de Spoorstraat. Ook degrote ballen, zoals het wijnbal en met car-naval het Prinsenbal van D’n Oeles en hetZanglustbal werden weer in ere hersteld.Deze carnavalsbals werden nog verder uitge-breid met het Hockeybal van THC, dat op dezaterdag voor carnaval plaatsvond. Dit balgroeide in korte tijd uit tot een van de po-pulairste bals bij Lucker, naast hetZanglustbal. Nu kwam er wel een nieuwe functie bij voorde zaal. Terwijl huwelijken, jubilea en com-muniefeesten en dergelijke voor de oorlogmeestal gewoon thuis weren gevierd, kwamhier na de oorlog langzaam verandering in.Steeds vaker werd gebruik gemaakt vaneen zaal bij een café om deze feesten te vie-ren. De zaal van café-restaurant Lucker wasideaal voor dergelijke feesten. Veel bewonersvan Tegelen, met name uit de kring van demiddenstand en de ondernemers, warentoch al kind aan huis bij Lucker; dus was dekeuze om daar zulke feesten te gaan vierensnel gemaakt.

tijd te wachten. En na het bal hoorde je daneindelijk echt bij de volwassenen. Of hetvoor de jongens net zo was, heb ik helaasniet kunnen achterhalen. Maar voor meis-jes was het zeker een belangrijke aangele-genheid. Maar niet alleen voor deze ‘debu-tanten’ was het wijnbal bij Lucker een hoog-tepunt van het jaar, dat gold voor iedereendie naar dit bal kwam. Naast de dansles en het wijnbal vonden ernog meer dansavonden plaats in de zaal. Debelangrijkste waren natuurlijk de feestenrond Carnaval. Voor de oorlog was Luckernog niet de residentie van de carnavalsver-eniging D’n Oeles, dat kwam pas in de jarentachtig, maar veel van de feesten van D’nOeles vonden hier wel plaats. Het belang-rijkste was wel het prinsenbal, dat iederjaar in de zaal van Lucker gegeven werd.Daarnaast was ook het Zanglustbal erg po-

pulair in deze tijd van het jaar. Het is duszeker dat carnaval goed gevierd werd inPaviljoen Modern!

Oorlog en bevrijding: De AmerikanenTijdens de oorlogsjaren werd zo lang moge-lijk geprobeerd om op normale wijze door tegaan, maar dit was op den duur niet haal-baar. Daarbij kwam dat de verschillendemuziekverenigingen die in PaviljoenModern repeteerden in 1941 gedwongenwerden zich aan te sluiten bij de"Kulturkammer". Zij besloten zichzelf dannog liever op te heffen dan hieraan mee tedoen. Een vaste kern van Zanglust kwamechter toch iedere maandagavond samen inde keuken van Lucker en zorgde er zo medevoor dat de vereniging na de oorlog weersnel opgericht kon worden.Tijdens de oorlog werd het hotel, dat ookeen onderdeel vormde van Lucker, eenbelangrijke bron van inkomsten. Bovendienwas de eigenaar van het café-restaurant,Pau Lucker, een van de zonen van Druuk,in deze tijd nog actief in de gaarkeuken vanhet Rode kruis in het Tegelse ziekenhuis,Kamer 21 genoemd. Toen de Amerikanen kwamen, en Tegelenbevrijdden, werd een van de oude functiesvan de zaal bij het café-restaurant weeropgepakt. Hier hielden de Amerikaanse vlie-

Uitnodiging voor het traditionele wijnbal in de zaal van

Lucker.

In augustus 1975 vindt in het restaurant een doopplechtigheid

plaats.

De slotavond van de dansles op 27 januari 1937, met in de linker hoek de dansleraren Dhr. en Mevr. Van Rooy.

Page 27: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 5150 BUUN

mannenaangelegenheden. Vrouwen werdeneigenlijk alleen getolereerd als ze de echtge-note of vriendin van een van de aanwezigeheren waren. Op dinsdag waren het de muzi-kanten van het TSO, op zondagavond, naafloop van de wedstrijden, zaten de leden vande hockeyclub hier en op zaterdag was heteen gewone vriendengroep die bij Lucker uit-ging. Na het trainen op vrijdag gingen dehockeyers ook weer naar Lucker. Zo hadiedere avond zijn eigen mensen. Ondanks de wisselende bezetting waren erenkele rituelen die voor allemaal hetzelfdewaren. Iedereen die hier vaste klant was,kwam via de achterdeur naar binnen, via dekeuken. Alleen de sporadische gasten dieniet zo "thuis" waren bij Lucker, gebruiktende voordeur. Daarnaast was het ook een vastritueel dat als verhalen of grappen te grofwerden, het beeldje van de "HeiligeAntonius", dat in de achterkeuken stond,met het hoofd naar de muur werd gedraaid.Dat het in feite een beeldje van de HeiligeGerardus was, kon niemand deren. Het werdsteevast de Heilige Antonius of "Teun"genoemd.Wat ook opviel was de houding van PauLucker. Hij was heel gastvrij, dat staat bui-

ten kijf, maar vaak op een norse manier. Alsiemand in de achterkeuken om wat te etenvroeg, reageerde hij meestal nogal bromme-rig met afwijzende woorden als "Ga maarnaar huis eten" of "Nee, ik heb niets in huisen geen tijd". Toch werd er vervolgensmeestal een kwartier later iets lekkersgeserveerd, zoals pasteitjes. En wie ooit dehaas van Pau heeft gegeten, vergat dit nooitmeer. Dat was een waar genot. Soms kregende laatste gasten bij vertrek nog wat hier-van mee naar huis. Dat was de gastvrijheidbij Lucker.

De brandDe brand die in september 1975 uitbrak inde grote zaal bij Lucker, had een heel groteimpact op zowel de sfeer als de bedrijfsvoe-ring van het café-restaurant. Bij deze brandbleven het café, de keuken en de woningboven het restaurant gespaard, maar degrote zaal brandde helemaal uit. Dit wasniet alleen een ramp voor de familie Luckeren een tragedie voor het echtpaar dat dieavond in deze zaal hun huwelijksfeest hadgevierd, en alle cadeaus in vlammen op zaggaan. Ook voor de muziekverenigingen, met

Er werden huwelijken, zilveren en goudenbruiloften, communiefeesten en zelfs eenenkel doopfeest gehouden. Bij deze feestenkon alles. Wilde bijvoorbeeld een communi-cantje een zure bom als dessert of als hoofd-gerecht alleen witte rijst met sojasaus, danwerd daar voor gezorgd. Niets was te gek,alles kon. Zelfs bedrijfspresentaties hebbenplaatsgevonden in Paviljoen Modern.

Daar kon alles Dat alles mogelijk was en, zolang het enigs-zins binnen de perken bleef, ook toegestaanbij Lucker, bleek wel tijdens de verschillendefeesten die daar door de verenigingen geor-ganiseerd werden. Een duidelijk voorbeeldzijn de Ceciliafeesten van Zanglust. Hetbegon altijd met een mis in de St.Martinuskerk, waarna er koffie en vlaai wasbij Lucker. Daarna gingen de mannen opkroegentocht (de vrouwen deden hier nietaan mee). Het was gebruikelijk dat dezeavonden, na het diner, afgesloten werdenmet sketches door de verschillende leden.Allereerst was het al opmerkelijk dat dedames van Zanglust de kans kregen om zich’s avonds om te kleden in de woonruimtevan de familie Lucker, boven het café-res-taurant. Dit zal zeker niet in veel anderecafés mogelijk zijn geweest. Maar de grotevrijheid van handelen die men bij Luckerhad, kwam nog duidelijker naar voren tij-dens de optredens op de avond zelf.Natuurlijk werden op deze avonden degebruikelijke liedjes en toneelstukjes opge-voerd. Hilarisch was bijvoorbeeld de sketchwaarbij een aantal heren voordeden hoe dedames zich aan de bar gedroegen. Maar ergongewoon is zoiets niet. Dat was wel anderstoen op een van deze avonden de voorzittervan Zanglust, verkleed als sinterklaas,dronken, te paard de zaal binnenreed. Hetarme beest gleed bijna uit over de houtenvloer van de zaal. Zeker is dat Pau Luckerniet blij was met deze vertoning. Maaralleen al het feit dát het gebeurde, geeft degrote vrijheid van handelen binnen Luckeraan. Maar hoewel bij Lucker "alles" kon, liepengebeurtenissen hier niet uit de hand. Hetwas vrijwel altijd gezellig en echte ruzies ofproblemen kwamen maar zelden voor. Dit isook de mening van de politie, die vrijwelnooit naar het café-restaurant hoefde tekomen omdat er problemen waren. Echt

mis ging het vrijwel nooit. Het was gebrui-kelijk dat de politie ‘s avonds bij alle cafés inTegelen langsging om daar te gaan "sluiten"(controleren of de klanten echt vertrokkenen de cafés echt met sluitingstijd dichtgin-gen). Lucker was meestal een van de laatstecafés die aangedaan werden. Eerst kwamende politiemannen in het café naar binnen,waar ze iedereen naar buiten joegen enzorgden dat gesloten werd. Dan liepen zeachterom en kwamen via de achterdeurweer naar binnen en gingen, als het gezel-lig was, nog even in de achterkeuken bij deallerlaatste gasten zitten en dronken wat.Dan, als zij vonden dat het echt tijd werd, ofals mevrouw Lucker (ook door Pau "de heili-ge geest" genoemd, vanwege haar nachtja-pon) de trap af kwam om aan te geven dathet wel weer welletjes was geweest, werd ookde achterdeur gesloten. Soms was er op datmoment nog een klein kat- en- muisspeltussen gasten en de politie. Verschillendegasten wilden nog wel eens voorkomen datze weggestuurd werden; zij verstopten zichdan, bijvoorbeeld op de toiletten. De politie-agenten gingen, al dan niet serieus, op zoeknaar deze mannen om ze naar huis te stu-ren. Maar zoals gezegd: dit was duidelijkeen spel tussen vaste gasten en de politie.

De AchterkeukenDit alles brengt een van de belangrijksteruimten van Lucker naar voren, waar tochwel het meeste is gebeurd en waar veel men-sen goede herinneringen aan hebben: deachterkeuken. Op vrijwel iedere avond vande week was een andere groep mensen in deachterkeuken aanwezig. Zoals hierboven alduidelijk werd, kwamen op maandagavondde leden van Zanglust hier, zowel mannenals vrouwen. Dit is opvallend want normali-ter waren de bijeenkomsten in de keuken

Foto van het personeel, gemaakt in de achterkeuken tijdens carnaval, begin jaren zestig. Van links naar rechts: Boven: P. Bongartz,

H. Aarts, onbekend persoon en P. Lucker Midden: B. Snijdes, A. Derks, J. Lucker, G. Lucker, H. Westrienen, M. Westrienen en P. Lucker

Beneden P. Doesborg.

Foto van de achterkeuken begin jaren zestig, met van links

naar rechts: dhr. Smits, dhr. Lucker, dhr. Rijs, dhr. Poel en dhr.

Seelen.

Page 28: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 53

name het TSO, Harmonie Sint Cecilia enZanglust was het een grote klap. Zij warenhun repetitielokaal kwijt. Gelukkig was hunmuziekbibliotheek niet in vlammen opge-gaan, een geluk bij een ongeluk, maar zemoesten wel op zoek gaan naar een nieuwelocatie om te repeteren.De sfeer is in deze verenigingen na dezegrote verandering nooit meer echt hetzelfdegeweest. Bij Lucker waren ze thuis, daarspeelden ze al jaren. Het was een decennia-lange relatie tussen Paviljoen Modern enzijn eigenaars en de leden van de verenigin-gen. Deze relatie, de daar omheen ontstanesfeer, was onvervangbaar en ging met debrand verloren. Dit gold ook – zij het inmindere mate- voor de andere verenigingendie vaak al tientallen jaren van de facilitei-ten van Lucker gebruik maakten voor hungrote feesten, die niet in het clubhuis pas-ten. Om een voorbeeld te noemen: de hoc-keyclub moest nu naar andere locaties uit-wijken voor hun beroemde hockeybal op dezaterdag voor carnaval. En het bleek nogmoeilijk te zijn om hier een geschikte loca-tie voor te vinden. Ook deze verenigingenwaren een beetje hun thuis verloren. Ook bij Lucker veranderde de sfeer. De zaalwas weg en hiermee verdwenen ook de repe-tities, de grote feesten en de bals die hiergehouden werden. Bruiloften, jubilea encommuniefeesten konden hier nog welgevierd worden, maar de tijd was voorgoedvoorbij dat mensen na een repetitie gezel-

lig bleven hangen in het café, de bar of in deachterkeuken. Het restaurant werd nu veel belangrijkervoor Lucker; het werd meer het focuspuntvan de bedrijfsvoering. Uitbreidingen vanhet café-restaurant in de jaren na 1975waren daarom ook meer op het restaurantgericht. In 1986 werd een deel van hetoudere woonhuis aan de voorkant van hetgebouw, naast de parkeerplaats, bij het res-taurant getrokken en in 1992 werd aan deachterzijde een wintertuin aangebouwd. Indeze wintertuin werden op elke zondagbrunches gehouden en veel Tegelenarenkwamen hier naar toe. Één ding veranderde in deze periode niet: desfeer van gastvrijheid; en het gevoel hier"thuis" te zijn, is altijd gebleven. Juist daar-om is het voor veel mensen uit Tegelen, metname voor hen die in hun jeugd bij Luckeren in de achterkeuken kwamen, zo jammerdat het café-restaurant nu weg is. Met hetrestaurant is een vast ijkpunt voor hen inTegelen verdwenen, een vaste plek waar zegraag even naar binnen liepen als ze in debuurt waren… een thuis.

* Dit artikel is gebaseerd op interviews met mensen die in de loop

der jaren regelmatig bij Lucker kwamen. Zonder de hulp van deze

mensen, mevr. Slijpen-Dondit, mevr. Janssen-Faassen, mevr.

Beurskens-Huys, dhr. Derks, dhr. Dutsch, dhr. Thissen en dhr.

Lucker, was dit artikel niet mogelijk geweest.

52 BUUN

DE EERSTVOLGENDE HALTE ISSTATION BLERICK Door Jacques Grubben

DE EERSTVOLGENDE HALTE IS STATION BLERICK Door Jacques Grubben

Blerick en de spoorwegen

Meer dan een eeuw heeft tussen Blerick en de spoorwegeneen zeer nauwe relatie bestaan. Het begon allemaal met deopenstelling van de spoor/verkeersbrug over de Maas op 18september 1866 en de opening van de spoorweg Venlo-Helmond dertien dagen later. Toen Blerick in januari 1869een eigen station plus een los- en laadwal kreeg en in 1883en 1890 ook nog eens de spoorlijn Blerick-Nijmegen en deCentrale Wagenwerkplaats openden, werd die relatie steedsnauwer. De bovengenoemde spoorwegvakken werdengeëxploiteerd door de MESS - de Maatschappij tot Exploi-tatie van Staats Spoorwegen. Dat er in Blerick al zeer vroeg‘spoormensen’ woonden, bleek wel uit het feit dat in april1863 de heer Brand werd bevorderd tot hoofdopzichtervan de spoorwegen. De Blerickse fanfare - die in 1853 wasopgericht - bracht hem een serenade. De groei van Blerick- zowel qua bevolking als in economisch opzicht - in delate negentiende en het begin van de twintigste eeuw wasdan ook voor een groot deel te danken aan de vestiging vanzeer veel spoormensen die op het Blerickse spooremplace-ment hun dagelijks brood verdienden. De sluiting van deCentrale Werkplaats in februari 1969 was wat betreft derelatie Blerick-NS dan ook het begin van het einde. Laterverdwenen ook de los- en laadplaats en de rangeerterreinenuit het Blerickse, zodat uiteindelijk alleen het stationoverbleef. Echter ook dat was gedoemd te verdwijnen.Tegenwoordig is het dan ook een vrij kale bedoening op deperrons van de spoorhalte Blerick. Op twee glazen toegan-gen, een tochtige glazen wachtruimte, een kaart- en eenafstempelautomaat na, is er niets meer wat nog herinnertaan het in 2001 afgebroken station Blerick van deNederlandse Spoorwegen. Dit bouwwerk was het vierdedat er sinds de opening van het eerste station in 1869 heeftgestaan. Na de sluiting van het station zijn er in Blerick danook geen spoormensen meer werkzaam. De motivatie vande NS om het gebouw af te breken was enerzijds een per-soneelsbezuiniging en anderzijds het geringe reizigersaan-bod. De geleidelijke ontvolking en als gevolg daarvan desluiting van de Frederik Hendrikkazerne in 2002 droegen

hiertoe waarschijnlijk ook het nodige bij. Want decennialang leverde de kazerne veel gaande en komende reizigersvoor het Blerickse station. Onder meer de talloze lichtingenrekruten van het 2de Regiment Infanterie en de Korpsenvan de Limburgse Jagers en de Stoottroepen, die in Blerickvoor hun eerste oefening moesten opkomen en de leerlin-gen van de Militaire Rijschool. Het verdwijnen van het sta-tion heeft in Blerick en omgeving nauwelijks beroeringteweeggebracht. Die sluiting wil overigens niet zeggen dater in Blerick geen treinen meer stoppen c.q. vertrekken.Want de stoptreinen van en naar Venlo, Roermond enEindhoven stoppen en vertrekken er nog steeds. Als hal-teplaats voor de lijn Venlo-Nijmegen bestaat de halteBlerick echter niet meer. Ongetwijfeld zullen er in Blericknog wel spoormensen wonen, maar deze werken voor-namelijk op het spooremplacement in Venlo.

Machinist Sjang Titulaer vóór zijn locomotief.

De wintertuin, die in 1992 aan de achterzijde werd bijgebouwd.

Page 29: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 5554 BUUN

De spoorlijnen

Toen begin jaren 1860 werd besloten de spoorverbindingMaastricht-Venlo door te trekken naar Helmond en verder,werd Blerick geconfronteerd met de aanleg van de spoor-lijn. Voordat het echter zover was, moesten er heel wat hin-dernissen - letterlijk en figuurlijk - worden opgeruimd. Datbegon al met verschil van inzicht tussen de gemeentenVenlo en Maasbree aan de ene kant en de spoorwegdirectieaan de andere kant. Daarnaast moest het toenmaligeMinisterie van Oorlog toestemming verlenen om de spoor-lijn aan te leggen binnen de verboden kringen - 500 meter- van de vesting Venlo en het Fort Sint-Michiel. Al in mei1863 deelde het Ministerie van Binnenlandse Zaken aanhet provinciaal bestuur van Limburg het traject en de haltesvan de nieuwe spoorlijn mee. Blerick kwam in het hele ver-haal niet voor. In december van dat jaar volgde het ak-koord van de Tweede Kamer.In 1864 startte de commissie voor de onteigening van debenodigde gronden voor de aanleg van de spoorweg methaar werkzaamheden. Dat was een lastig karwei, want heelwat grondeigenaren en pachters van landbouwgrondprotesteerden tegen de verkoop van de betreffende lande-rijen; vaak ging het maar om zeer kleine perceeltjes. Weeranderen - voornamelijk landbouwers - kwamen in opstandtegen de aanleg, omdat ze dan niet meer via de vanoudsbestaande route naar hun akkerland konden rijden, watvoor velen een flinke omweg betekende. In mei 1864kende de MESS ongeveer 2500 gulden schadeloosstellingtoe aan de grondeigenaren Gubbels, v.d. Pasch, Hillen enWoutiers, allen uit Blerick. Nadat er links en rechts watwater bij de wijn was gedaan, stond niets de aanleg vandeze spoorlijn meer in de weg. Datzelfde probleem herhaalde zich trouwens bij de voor-bereidingen en de aanleg van de spoorlijn Venlo-Nijmegenruim tien jaar later. Ondertussen waren de werkzaamhedenaan de lijn naar Helmond in volle gang, waarbij de bouwvan de nieuwe brug over de Maas bij Venlo een belangrijkeplaats innam. Een van de werknemers aan de brug wasMathias Peeters uit Blerick. Tijdens zijn werk viel hij op 13september 1864 in de Maas en verdronk jammerlijk. Tweedagen later werd zijn lijk onder Grubbenvorst uit het watergehaald. Op een gegeven ogenblik was de gecombineerdespoor/verkeersbrug over de Maas bij Venlo klaar. Op 25mei 1866 maakte de eerste trein een proefrit over denieuwe brug. En nadat op 18 september 1866 de gecombi-neerde spoor/verkeersbrug over de Maas voor het wegver-keer werd geopend, duurde het net geen veertien dagenmeer voor op 1 oktober de verbinding Venlo-Helmond in

gebruik werd genomen; slechts één maand later dan ge-pland. De ingebruikname ging gepaard met “een summierfeestvertier”. Kennelijk waren toen nog niet alle werkzaamheden achterde rug. Want op 2 oktober 1867 verkreeg de MESS onthef-fing op de vergunning voor het werken op zon- en feestda-gen voor aanleg en onderhoud aan de spoorlijn.Spoedig daarna begon de MESS met de voorbereidingenvoor de aanleg van de spoorlijn Venlo-Nijmegen.Aanvankelijk bestond er nogal wat tegenstand tegen deaanleg van deze lijn. Dit vanwege het feit dat deze lijn inBrabant vruchtbaar akkerland zou doorsnijden. Maar inmei 1875 ging de kogel door de kerk. En in augustus 1876begon men dan ook met de opmetingen voor de aanleg vandeze verbinding. Ook hier weer de gebruikelijke protestenvan grondeigenaren en landbouwers. Onder andere van deVenlonaren Antoon Receveur - het gouden Kalf genoemd -en H.J.S. Joiris en de Blerickse landbouwers Jan Lenders,Willem Verbong, Leonard Smeets en Gerard Janssen.Wederom kwam men tot een bevredigende oplossing.Aanvankelijk zou er voor deze lijn ook in Blerick een haltekomen. Tijdens de verdere aanleg van de lijn naarNijmegen besloten de spoorwegen in 1881 echter inBlerick geen aparte halte aan te leggen. De opening van delijn Nijmegen-Venlo vond plaats op 1 juni 1883. Tijdens dewinterdienst van het jaar 1886 reden er op het trajectVenlo-Nijmegen zegge en schrijve twee treinen per dag. Nu de spoor/verkeersbrug in gebruik was voor treinen naaren van Eindhoven en Nijmegen, bleek al snel dat deze inhoge mate ontoereikend was. Met name voor het wegver-keer. De brug had namelijk slechts één rijbaan, die zowelvoor het trein- als voor het wegverkeer dienst deed. Bijiedere passerende trein moest het wegverkeer wachten totde rijbaan weer vrij was. De wachttijden liepen op tot veleminuten per dag. Na de opening van de nieuwe lijn liep ditoponthoud nog op. Al met al een onhoudbare toestand.

De spoorwegmaatschappijen

Zoals bekend reed de eerste trein in Nederland in 1839tussen Amsterdam en Haarlem. Deze lijn was eigendomvan de oudste Nederlandse spoorwegmaatschappij, deHollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij - HIJSM,waarvan de oprichting in 1837 plaatsvond. In de loop vande jaren ontstonden er in Nederland diverse andere spoor-wegbedrijven. De meeste van die bedrijven waren evenalsde HIJSM particuliere initiatieven. Iedere maatschappijonderhield op bepaalde trajecten spoorwegverbindingenen sommige trajecten overlapten elkaar. Al gauw ontstonder onderlinge concurrentie en waren er ook allerlei dubbelevoorzieningen. Op een gegeven ogenblik ging ook de Staatder Nederlanden zich met de spoorwegexploitatiebezighouden. Daartoe werd in september 1863 deMaatschappij tot Exploitatie van Staats Spoorwegen - MESS- opgericht. De HIJSM en de MESS behoorden tot de grotemaatschappijen, die beide eigen stations en spoorlijnendoor het hele land hadden. In de loop van de tijd verdwe-

nen diverse maatschappijtjes of zij gingen op in de grotemaatschappijen. De MESS bijvoorbeeld nam van 1890 tot1903 vier kleine bedrijven over. Uiteindelijk bleven alleende grootste over. Dat waren van origine concurrerendebedrijven met alle ellende van dien, zoals slechteaansluitingen op elkaars lijnen en concurrentie tot in hetabsurde. De HIJSM en de MESS hadden ook elk een zeereigen bedrijfscultuur. Bij de eerstgenoemde werd een zeerhiërarchisch beleid gevoerd, waarbij de midden en hogerefuncties veelal werden vervuld door oud-onderofficieren en-officieren. Bij de MESS ging het er wat soepeler engemoedelijker aan toe. Om tot een betere samenwerkingtussen beide maatschappijen te komen, gingen beide in1917 een belangengemeenschap aan onder de overkoepe-lende naam de Nederlandsche Spoorwegen. Het zou eenhele tijd duren voordat er in het beleid van beidemaatschappijen van uniformiteit sprake was. Op 1 januari1938 was de situatie dusdanig geregeld dat uit beide part-ners één maatschappij ontstond, die de al langer bestaandenaam de NV. Nederlandsche Spoorwegen - NS - kreeg. DeNS is meer dan een halve eeuw de enige Nederlandsespoorwegmaatschappij geweest.

Een fraaie luchtopname van het Emplacement Blerick.

De oude overweg aan de Antoniuslaan.

Page 30: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 5756 BUUN

dat er, vanuit Blerick gezien, aan de linkerkant een fiets-brug langs kwam. In plaats van de verdwenen overweg bijde bruggen kwamen er ten behoeve van fietsers en voet-gangers bij de T-splitsing Willebrordstraat / Servatiusstraattwee tunneltjes - die in de volksmond al vlug de Berenkuilwerden genoemd - onder de spoorlijn en de Eindhoven-seweg. Deze waren, vooral ‘s avonds zeer vrouwonvrien-delijk. Gelukkig werd hier een goede oplossing voor gevon-den. En op de twee plaatsen waar de nieuwe Venraysewegonder beide bruggen doorging, kwamen twee doorgangen. Op 30 juni 1970 ‘s morgens om vijf over halfzes ont-spoorde er bij de overweg aan de Sint-Annaweg een uitzevenentwintig wagons bestaande goederentrein uit derichting Den Bosch. De materiële schade was enorm en deschade aan het materiaal en het herstel van de oude situatieliepen op tot ruim een half miljoen gulden. De overweg bij het Blerickse station vormde al jaren eenknelpunt voor het verkeer, vooral ook omdat deze overweggold voor twee spoorverbindingen. Men besloot in deplaats daarvan een tunnel aan te leggen. De start daarvanvond plaats in 1972 aan de zijde van de Kazernestraat. Hetzou tot 1974 duren voordat de nieuwe tunnel klaar was. Deaanleg was onder meer gepland om het achter deHorsterweg gelegen industrieterrein te ontsluiten. Hetwegverkeer maakte echter veel minder gebruik van de tun-nel dan was voorzien. Na de opening van de tunnel ver-dwenen de overweg en het seinhuis bij het Blerickse sta-tion. Toen kon vanaf de verkeersbrug ook de Eindho-venseweg, parellel aan de spoorlijn, worden aangelegd.Door die aanleg verdween het voorste stuk van de FortSint-Michielstraat. Op 19 maart 1973, vier jaar na de sluit-ing van de Centrale Werkplaats, volgde de sluiting van deoverweg bij de Sint-Annaweg in het Nieuwborg, daar deze

min of meer overbodig was geworden. Op dezelfde dagvond de opening plaats van de twee overwegen bij indus-trieterrein Groot-Boller.

Het station

Zoals boven reeds vermeld zou Blerick aanvankelijk geenstation – halteplaats noemde men dat toen – krijgen. Datwas vrij logisch, want het Venlose station lag op nog geenkilometer afstand. Later besloot men alsnog in Blerick eenstation te bouwen. Een van de redenen hiervoor was datBlerick een tamelijk groot achterland had, waarin veelplaatsen lagen. En omdat de spoor/verkeersbrug over deMaas in verband met de treinenloop letterlijk en figuurlijkmet de regelmaat van de klok voor het wegverkeer was ge-sloten - treinen en wegverkeer maakten gebruik vandezelfde weg - was het station Venlo voor deze plaatsenslecht bereikbaar. De bereikbaarheid van Blerick voorplaatsen op de westelijke oever van de Maas was daarente-gen prima. Toen eind 1913 de nieuwe infanteriekazerneaan de Blerickse kant van de Maas gereed kwam, bleek deligging van het Blerickse station voor de militairen uiter-mate gunstig te zijn. Omdat de militairen wanneer zij metverlof gingen, meestal een ‘vrij vervoertje’ kregen, zullen despoorwegen echter niet rijk zijn geworden van de ‘piotten’,zoals soldaten vroeger wel werden genoemd. De bouw van de halte, die op ruim vierhonderd meter af-stand van de spoorbrug lag, werd voortvarend ter handgenomen en reeds op Nieuwjaarsdag van het jaar 1869vond de opening plaats. Op 1 mei van dat jaar stond de

Het werd zelfs zo erg dat de oude veerdienst over de Maas- bij veerhuis de Staay - weer van start ging. Er werd danook besloten een aparte spoorbrug naast de bestaande tebouwen. Deze laatste zou dan worden verbouwd tot ver-keersbrug. Tijdens de bouw van de eerste brug was bij debouw van de pijlers al rekening gehouden met de bouwvan een tweede brug op deze pijlers. Zuidelijk van de oudebrug werd in 1884 begonnen met de aanleg van eennieuwe spoorbrug. Natuurlijk moest de nieuwe brugdegelijk worden beproefd. Dit gebeurde onder meer innovember 1886 en maart 1887. De laatste beproevinggebeurde door liefst acht locomotieven tegelijk. Eendeugdelijke test, want die oude stoomlocs wogen vele ton-nen. Ten slotte vond de opening plaats op 10 mei 1887,waarna de tijdelijke veerdienst weer werd gestaakt. Op een gegeven ogenblik bleek het wegdek bij de overwegaan de Antoniuslaan te laag te liggen ten opzichte van despoorbrug. Dit speelde ook de in 1912 geopende tramlijnVenlo-Helden parten. In februari 1927 besloot de gemeentede overgang dan ook zestig centimeter te verhogen. Hetdaarvoor benodigde zand werd ontgraven bij de wind-molen aan de Pastoor Stassenstraat. De daardoor ontstanelaagte kreeg spoedig de naam Meulekoel. Door de ver-hoging, die geleidelijk afliep naar de Antoniuslaan, werdende eenentwintig omwonenden geconfronteerd met entreesvan woningen en winkels die plotseling een stuk lagerlagen dan de nieuw aangelegde trottoirs, wat onder meerbij hevige regenbuien voor overlast zorgde. Protestenmochten echter niet baten. De spoorlijnen van Venlo naar Eindhoven en Nijmegenwaren tot dan toe enkelbaans geweest. In verband mettoenemende drukte op de lijn naar Eindhoven nam deMESS in december 1930 het besluit op deze lijn een dubbelspoor aan te leggen. De aankoop van grond hiervoor starttein januari 1931. Op 14 februari 1931 gebeurde er bij wachtpost 66 tussenBlerick en Grubbenvorst een ernstig ongeluk. De overweg-wachteres draaide de slagbomen te laat dicht. Hierdoorkwam een autobus op de spoorlijn terecht en werd door deaanstormende trein gegrepen. De gevolgen waren ver-schrikkelijk. De autobus raakte volkomen vernield enuiteindelijk waren er vijf doden, vier zwaar- en tien licht-gewonden te betreuren. De overwegwachteres, die al jarenmet haar gezondheid sukkelde, kreeg een maand gevan-genisstraf. De NS werd echter zwaar aangerekend dat zij demedische klachten van de vrouw min of meer genegeerd engebagatelliseerd had en ook dat het dagelijks werk van devrouw, die twaalf kinderen had, te lang en te zwaar was,namelijk van 5 uur tot 17 uur. Dagelijks passeerden toen63 treinen de overweg. Bij het uitbreken en tegen het einde van de Tweede

Wereldoorlog werden de bruggen opgeblazen. Op 10 mei1940 gaf de commandant van het Nederlandse brugbe-wakingsdetachement opdracht beide bruggen te latenspringen. En op 25 november 1944 bliezen de terug-trekkende Duitsers de in 1940/41 moeizaam hersteldebruggen zo grondig op, dat herstel voorlopig ondenkbaarwas. Dit hield natuurlijk in dat er van treinverkeer geensprake kon zijn. Na de oorlog werden reizigers aanvanke-lijk door de NS met vrachtwagens van het CommissariaatNoodvoorziening vervoerd. Deze werden vrij spoedig daar-na vervangen door primitieve autobussen. In het beginalleen tussen Eindhoven en Blerick. Vanaf dinsdag 29 sep-tember 1945 reden er weer treinen tussen deze twee plaat-sen. Al waren dat er per dag dan ook slechts twee vanuitBlerick en twee vanuit Eindhoven. De verbinding vanuitBlerick in de richting Nijmegen volgde eind 1945. Maartoen in mei 1946 de oeververbinding tussen Venlo enBlerick hersteld was, kwam het spoorwegverkeer van ennaar Venlo ook weer geleidelijk op gang. Op 6 mei 1945kwam er een nieuwe dienstregeling. Het zou echter nog totde zomer van 1953 duren voordat het dubbelspoor Venlo-Eindhoven weer in gebruik werd genomen. Het herstelvergde het uiterste van de reparatieploegen, want deDuitsers hadden in de oorlog een gedeelte van de rails ende dwarsliggers tussen Blerick en station Horst-Sevenumgeruimd. Een nieuwtje bij dit spoorvak was het gebruikvan betonnen dwarsliggers. Enkele jaren later, in januari1957, vond de eerste proefrit plaats met een elektrischetrein op het baanvak Blerick-Deurne. En op 30 mei van datjaar was de elektrificatie van het baanvak Venlo-Eindhoveneen voldongen feit. Het baanvak Venlo-Nijmegen wordt totop de dag van vandaag bereden door dieseltreinen. In april 1957 vond de opening van de nieuwe open ver-keersbrug plaats. Deze lag in tegenstelling tot de oude ver-keersbrug ten zuiden van de spoorbrug. De spooroverwegaan de Antoniuslaan had al jaren voor veel verkeersoverlastgezorgd. Door verplaatsing van de nieuwe verkeersbrugkon deze overbodig geworden overweg verdwijnen. Hetaanzicht van de verouderde ijzeren spoorbrug naast demoderne open verkeersbrug was een doorn in het oog vande NS en het Venlose gemeentebestuur. Spoedig ontston-den er plannen voor de bouw van een moderne eveneensopen spoorbrug. Op 23 mei 1964 werd deze nieuwe spoor-brug in gebruik genomen. De uit Venlo afkomstigestaatssecretaris M.J. Keyzer verrichtte de openingsceremo-nie. Waren de twee voorgaande spoorbruggen enkelsporiggeweest, de nieuwe was dubbelsporig, wat natuurlijk dedienstregeling ten goede kwam. Lagen de beide bruggenvroeger op dezelfde pijlers, de nieuwe bruggen haddenieder voor zich pijlers en lagen bovendien zo’n vijftig meteruit elkaar. Een bijzonderheid bij de nieuwe spoorbrug was

Werken aan de nieuwe tunnel.

Page 31: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 5958 BUUN

Voor de in 1912 aangelegde tramlijn Venlo-Helden werd in1924 een aftakking vanaf de overweg aan de Antoniuslaannaar het Blerickse station aangelegd. Dit voornamelijk tenbehoeve van het goederenvervoer. Maar in maart 1932kwam deze aftakking al weer te vervallen. Het stationsgebouw uit 1893 heeft slechts iets meer daneen halve eeuw dienst gedaan. Want in het najaar van 1944liep het in verband met oorlogshandelingen dusdanigeschade op dat het niet meer te gebruiken was. Na de oor-log bleek het zo ernstig beschadigd te zijn dat sloop en ver-vanging door een houten noodgebouw, waarin kantoor enwachtruimte, de enige remedie was. Niet lang daarnabreidde de NS in Blerick dit noodgebouw uit met een een-voudig stationsgebouw, dat was opgetrokken uit witgekalk-te betonnen platen en slechts bestond uit de begane grond.De dakbedekking bestond uit asfaltpapier. In de wacht-ruimte was het in de zomer bloedheet en ‘s wintersondanks de kachel ijzig koud. Het houten bouwsel ver-dween niet veel later. Deze behuizing was dus verre vanideaal. Maar het duurde nog tot augustus 1959 voordat deNS bekend maakte dat het nieuwe Blerickse station hetdaaropvolgend jaar gereed zou komen. En inderdaad, datlukte zowaar. Want op donderdag 3 november 1960opende burgemeester L. de Gou van Venlo het nieuwe sta-tionsgebouw. Dit gebouw heeft tot de sloop in 2002 dienstgedaan. Lange tijd was er bij het Blerickse station geen gele-genheid om fietsen te stallen. En men zag dan ook op demeest onmogelijke plaatsen rond het station de ijzeren kar-retjes van de reizigers rondslingeren. In de jaren zestigkwam er op het perron aan de achterkant van het stationeen fietsenstalling, die na de aanleg van de spoorwegtunnelwerd verplaatst naar het stationspleintje. In 2003 is dezestalling gemoderniseerd in de vorm van fietskluizen enoverdekte stallingen. Ook de parkeergelegenheid voor per-sonenauto’ s werd toen verbeterd.

De Centrale Wagen Werkplaats

Wanneer een spoorwegmaatschappij een spoorwegnetexploiteert, is het onvermijdelijk dat er regelmatig nieuwetreinstellen nodig zijn. En natuurlijk moeten versleten enbeschadigde exemplaren worden gerepareerd. Het was danook niet verwonderlijk dat er voor deze doeleinden inNederland enkele Centrale Wagen Werkplaatsen kwamen.Een van die werkplaatsen kwam in Blerick. Op een terreinter grootte van ruim drie hectare en gelegen op hetNieuwborg werd tussen de spoorlijnen Venlo-Eindhovenen Venlo-Nijmegen op 1 maart 1890 de Blerickse werk-plaats geopend. In de Venloosche Courant stond het vol-gende bericht: “Heden is de werkplaats der StaatsSpoorwegen te Blerick door den dienst der AfdeelingTractie der Exploitatie Maatschappij in gebruik genomenen zijn de werkzaamheden door genoemden dienst onderleiding van den heer E. Melms, adjunct-ingenieur teVenloo, begonnen.” Het aantal werknemers bedroeg zeven.Aanvankelijk was de bebouwde oppervlakte vrij klein.Maar al binnen twee jaar werd de werkplaats gestadig uit-gebreid. Zoals in 1891, want toen bleek uit de kadastralelegger dat het belastbaar inkomen van het bebouwdegedeelte van het betreffende perceel van enkele guldens tot2600 gulden was gegroeid. Dit houdt in dat het bebouwdedeel van dat perceel flink was toegenomen. Ook in dedaaropvolgende jaren vond uitbreiding van de werkplaatsplaats. Dat de Blerickse werkplaats een flink aandeel in deontwikkeling van het spoorwegmateriaal innam, bleek inmaart 1892. Toen bouwde men daar namelijk de oliever-lichting in de spoorwagons om tot gasverlichting. Degashouders werden onder aan de wagons bevestigd. In sep-tember 1893 schafte men een vervoerbare stoomketel - een

halte Blerick voor de eerste keer vermeld in de nieuwedienstregeling van de MESS. Dagelijks reden er op het tra-ject Venlo-Eindhoven vier treinen vice versa. De eerste treinnaar Eindhoven vertrok om 5.20 uur uit Venlo. Het stationstond een heel stuk westelijker dan het in 2001 afgebrokenstation en wel aan de linkerzijde van de huidige T-splitsing2e Graaf van Loonstraat/Fort Sint-Michielstraat. Het stationwerd gebouwd op een van notaris Jan Romuald Clercxgekocht perceel grond ter grootte van twee are en twintigcentiare gelegen ‘in het Maasveld’ binnen de verbodenkring van het Fort Sint-Michiel. Vanwege die ligging wasvoor de bouw toestemming nodig van het Departement vanOorlog, zoals dat toen werd genoemd. Het was een vrijklein laag gebouw waarin een dienstwoning en enkeledienstruimtes (onder meer een kaartverkooploket) warengevestigd. Een wachtlokaal was er niet. Daarvoor kondende reizigers aanvankelijk terecht in het schuin tegenoverhet station gelegen café van Jac Simons, alias BrookerKueëb. Later konden zij in het meer comfortabele stations-koffiehuis Spoorzicht van de familie Daniels op de treinwachten. Het station werd spoedig te klein en in 1893bouwde de spoorwegen een nieuw. Dit lag een stuk oos-telijker dan het oude, dat tot de sloop in 1913 als goed-erenopslag ging dienen. Het nieuwe station was een fraaidrie verdiepingen tellend gebouw. De kopse gevels en dezijgevels waren ter hoogte van het dak met hout bekleed.Op de begane grond bevonden zich een plaatskaartenbu-reau, een personeelsschaftlokaal, bagageruimte, wachtka-mers en de begane grond van de bijbehorende dienst-woning. Vanaf april 1871 startte in de halte Blerick de verkoop vanplaatsbewijzen naar de zuidoostelijke zijde tot Maastrichten in de westelijke richting tot Eindhoven. Of de reizigersvanaf Blerick vóór die tijd of in Venlo of in de trein kaart-jes moesten kopen, is niet bekend. Bij de halte Blerickbleek al spoedig behoefte te bestaan aan een loods voor hetopslaan van goederen. Deze kwam in januari 1877 totstand. Kennelijk had men zich toch vergist in het reizigers-aanbod voor de halte Blerick. Want al spoedig bleek ditbeneden de gestelde verwachtingen te zijn. Het kwam zelfszo ver dat tijdens de winterdienst van 1882 afhankelijk vanhet passagiersaanbod drie proefstops in westelijke richtingen drie in zuidoostelijke richting gemaakt werden.Tenminste “(…) indien aldaar reizigers voor die treinenaanwezig zijn of deze treinen wenschen te verlaten.” Laterconcludeerde men zelfs dat in de periode van 24 septem-ber tot 1 november 1882 in Blerick helemaal geen treinenwaren gestopt. En in oktober 1891 moest men vaststellendat “(…) Blerick nog slechts een halte is, waar weinig ver-keer is en bovendien ruimtegebrek.” Het was dan ookmoeilijk de halte van meer plaatsbewijzen te voorzien. Eind

december 1893 was dit laatste probleem nog steeds nietopgelost. Station Blerick ging met de tijd mee, want in april 1905plaatste de MESS op het tweede perron in de richtingEindhoven een zogenaamde abri - schuilplaats - voor dereizigers. Maar er waren ook problemen. Want om het sta-tion te bereiken, moesten de reizigers lange tijd levens-gevaarlijke capriolen uithalen. Dit vanwege het feit dat deperrons en het stationsgebouw tussen de spoorlijnen naarEindhoven en Nijmegen lagen. In juni 1905 besloot menkorte slagbomen en een voetpad aan te leggen. Was hetpassagiersaanbod in Blerick aan de lage kant, het goederen-aanbod nam steeds meer toe. In oktober 1907 kreeg deMESS dan ook toestemming de los- en laadplaats uit tebreiden. En een jaar later kwamen daar nog eens een weeg-brug en een veeladingsplaats bij. Dit laatste op speciaal ver-zoek van het Blerickse Land- en Tuinbouwcasino. In 1913kwamen ook nog eens een overlaadperron, een bureauvoor de ladingmeester en een magazijn tot stand. Dat hetgoederenverkeer steeds belangrijker werd, bleek ook uithet feit dat in juli 1927 de goederenadministratie, die totdan toe in Venlo plaatsvond, overging naar het stationBlerick. Op een gegeven ogenblik bleek het goederentrans-port vanaf station Blerick te stagneren. Het aanbod vermin-derde ten slotte zodanig, dat de MESS constateerde dat hetoverlaadperron overbodig was geworden. In juli 1934 wer-den de fundamenten van dit perron simpelweg opgeblazen.Dit perron was nog geen kwart eeuw oud en de sloopleverde dan ook een financiële strop van enkele duizendenguldens op voor de MESS.

Wachten op de trein Venlo-Nijmegen.

Oud en nieuw op één foto.

De oudste Blerickse werkplaats.

Page 32: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 6160 BUUN

Het hele personeel had financieel bijgedragen om degebouwen en terreinen feestelijk te versieren, zowel inVenlo als in Blerick. Het feest speelde zich voor het groot-ste deel in Venlo af. De Blerickse harmonie bracht hetvolkslied en een pittige mars ten gehore. Daarna bezichtig-den de genodigden de versieringen. Daags daarna nam hetgemeentebestuur van Maasbree de versieringen aan dewerkplaats en station Blerick in ogenschouw. Tengevolge van de Tweede Wereldoorlog was enormeschade ontstaan aan de eigendommen van de NS, ook inBlerick. Toen de Blerickenaren in april 1945 geleidelijk aanvan hun evacuatieadressen naar hun zwaar getroffen woon-plaats terugkeerden, moesten zij natuurlijk op de eersteplaats zorgen voor een fatsoenlijk onderkomen voorzichzelf en hun gezinnen. Voor en na werd het werk voorzover mogelijk hervat. Dat gold natuurlijk ook voor dewerkplaats. Daar leverde het personeel meteen een grotearbeidsprestatie door op maandag 30 april de eerste gere-pareerde goederenwagons af te leveren. In juni waren dewerkplaats en de inrichting alweer voor een groot gedeeltehersteld. Ook de reparatie van personen- en goederen-wagons schoot goed op. En niet veel later rolde alweer dehonderdste gerepareerde wagon de werkplaats uit. In 1953verlieten per dag zo’n 25 herstelde wagons de werkplaats.Strikt genomen was Blerick een werkplaats waar wagonsalleen gerepareerd en gereviseerd werden. Maar het kwamregelmatig voor dat wagons zodanig waren versleten ofbeschadigd dat ze praktisch geheel vernieuwd moestenworden. Eind jaren 1950 werd de werkplaats nog eens uit-gebreid met een grote loods. Later zou blijken dat dit delaatste uitbreiding was. Tengevolge van de Tweede Wereldoorlog was ook in Blerickeen enorme schade aan het woningbestand ontstaan.Hierdoor zag de gemeente zich genoodzaakt enkele hon-derden noodwoningen te bouwen. Onder meer aan deHorsterweg, aan de zijde van het rangeerterrein, kwam zo’ncomplex tot stand. Deze houten noodwoningen warengroen geverfd en ze werden dan ook al snel het ‘greun dörp’genoemd. Het terrein waar deze woningen op warengebouwd, was eigendom van de spoorwegen. Van 1947 tot1957 heeft de gemeente Venlo dit terrein dan ook van deNS gehuurd. In de loop van de jaren werd de Blerickse werkplaats vooren na gemoderniseerd. Door de toepassing van nieuwereparatiemethodes en deugdelijker materiaal kromp hetpersoneelsbestand geleidelijk aan. Daar kwam ook nogeens bij dat de Zuid-Limburgse mijnen, een zeer grote NS-klant, werden gesloten. Over het algemeen werd trouwenshet goederenvervoer per rail minder, omdat het vervoerover de weg toenam. Op een gegeven ogenblik ging de NShaar werkplaatsen reorganiseren, inkrimpen en centrali-

seren op enkele plaatsen, zoals Amersfoort. Voor werk-plaats Blerick zag het er slecht uit. Voor en na werdenmensen uit Blerick overgeplaatst of kregen een anderefunctie. Uiteindelijk viel op 28 februari 1969 het doek voorde Blerickse werkplaats, op de kop af 79 jaar na de open-ing. Er waren toen nog 89 werknemers over. Het meren-deel van hen vond binnen de NS een andere baan.De enorme werkplaatshallen zijn daarna nog enkele jarenin gebruik geweest als opslagruimtes van enkele groteVenlose expeditiebedrijven. Daarna kwamen de hallen leegte staan. Op een gegeven ogenblik kwam men tot de over-tuiging dat de voormalige werkplaats een belangrijk his-torisch industrieel relict was dat het verdiende de statusvan rijksmonument te krijgen. Nog in 1996 pleitte deVenlose CDA-fractie in de gemeenteraad voor het behoudvan de NS-werkplaats. En vanaf 2002 is het dan ook eenvan de grootste industriële rijksmonumenten vanNederland. Helaas is het voor eigenaar NS Vastgoed ergmoeilijk de benodigde restauratiegelden te vinden. Deenorme hallen bieden sinds 2002 onderdak aan enkeletientallen antieke en oude treinstellen en een groot aantaloude vrachtwagens. Vrijwilligers van de landelijkeStichting tot behoud van af te voeren Nederlands spoor-wegmateriaal zijn regelmatig bezig met het restaureren vande locomotieven en de wagons. Er bestaan vergevorderdeplannen om in samenwerking met het NederlandsSpoorwegmuseum in Utrecht in de oude Blerickse werk-plaats een vervoersmuseum inclusief werkplaats te maken.Dit museum zou prachtig passen bij het imago van Venloals vervoersstad!

locomobiel - aan voor de levering van stoom voor de aan-drijfpomp van de watertoevoer. In mei 1903 vond deinstallatie plaats van een nieuwe stoomketel metstoomkamer. En ruim vier jaar later, op 2 december 1907,nam men een nieuwe locomobiel in gebruik. Na jarenlangop stoomkracht te hebben gewerkt, kwam daarvoor in mei1914 elektrische drijfkracht voor alle machines in deplaats. In september en oktober 1913 vierde men in Blerick opgrootse wijze het gouden jubileum van de MESS. De spoor-weggebouwen en -terreinen werden versierd. Er vondonder meer een grote feestavond met bal voor het perso-neel plaats in de Prins van Oranje in Venlo. In februari1915 vierde de werkplaats haar eigen – zilveren –jubileum. Maar in verband met de oorlogsomstandigheden,men zat immers midden in de Eerste Wereldoorlog, was ergeen feest. Dat er ook wel eens onprettige dingen gebeurden, bleek uithet volgende. In april 1919 vermeldde de krant, dat er inde nacht van 3 op 4 maart in het werkplaatskantoor uit eenbureau de toen kapitale som van 17.000 gulden was

gestolen. Er werd duizend gulden beloning uitgeloofd voordegene die aanwijzingen kon geven over de dader. Diewerd echter nooit gevonden.In december 1921 werd aan de firma Alem en De Wit deverbouwing van de werkplaats gegund voor 88.000gulden. Enigszins merkwaardig was het krantenbericht vandecember 1921 daarover met de vermelding dat deBlerickse werkplaats zou gaan uitbreiden, terwijl tegelijker-tijd de mogelijke opheffing van de Blerickse werkplaats tersprake kwam. Dit laatste in verband met het feit dat driewerkplaatsen overcompleet bleken te zijn, ook al door detoenmalige samenwerking tussen de MESS en de HIJSM.Bovendien lag Blerick erg decentraal. Ook nu weer loosalarm. Het oudste deel van de werkplaats bestond uit eengrote overdekte ruimte, waarvan de dakconstructie werdgedragen door ranke gietijzeren pilaren. De nieuwbouwwas uitgevoerd in de traditionalistische bouwstijl enopgemetseld uit rode baksteen afgewisseld met een soortiele speklaagjes van gele baksteen. De rondboogvormigestalen vensters waren deels voorzien van glas-in-loodruiten. De daken bestonden voor een gedeelte uit plattedaken en daarnaast uit sheddaken, ook wel zaagdakengenoemd. In 1929 werd de werkplaats nogmaals uitge-breid. Onder meer in verband met het opheffen van deGennepse werkplaats. Maar het kan verkeren. Want tijdensde economische malaise van de jaren dertig kwam dewerkgelegenheid bij de Blerickse werkplaats in gevaar. Innovember 1935 deed het serieuze gerucht de ronde dat de“herstelwerkplaats van de Nederlandsche Spoorwegen teBlerick wordt opgeheven”. Dit in verband met bezuinigingen reorganisatie. Uiteindelijk is het allemaal welmeegevallen.In april 1932 vond in Utrecht de aanbesteding plaats -bestek 160455 - van een bijgebouw ter breedte van zessporen met wissels en een lengte van 85 meter. De MESShad de werkzaamheden begroot op 118.000 gulden.Uiteindelijk werd het werk voor 92.800 gulden gegund aande laagste inschrijver, de firma P.H. Rox-Van Heeswijk uitMierlo-Hout. En nog was de werkplaats niet uitgegroeid.Want in maart 1933 kreeg de MESS toestemming voor deoprichting van een nieuwe loods en de uitbreiding van debestaande werkplaats. De werkplaats was een allegaartjevan verschillende gebouwen geworden. In september 1939 bestonden de NederlandscheSpoorwegen honderd jaar. Dit was natuurlijk aanleiding totgroot feestelijk vertoon. Ook in Venlo en Blerick. In hetopgerichte feestcomité had ook de chef van de Blericksewerkplaats, de heer Arends, zitting. De NS-directie hadaanvankelijk grote plannen voor de viering, maar in ver-band met “den buitengewonen algemeenen toestand kondaaraan slechts gedeeltelijk uitvoering worden gegeven”.

Een kijkje in de oude werkplaats.

Oude Loc met kolentender bij werkplaats.

Page 33: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 6362 BUUN

In april van het jaar 1903 vroeg de gemeente Maasbree eenlijst van werkwillige spoormensen in verband metbescherming tegen kwaadwilligen die meededen aan deberuchte spoorwegstaking. Deze grote landelijke stakingonder het spoorwegpersoneel vond ook in Blerick weer-klank. In oktober 1910 kwam er een regeling die het mogelijkmaakte dat het personeel van de werkplaats op vasten-avondmaandag en koninginnedag vrijaf kreeg. Deze extravrije tijd moest worden ingehaald door dagelijks eenkwartier langer te werken.Bij de viering van het gouden bestaansfeest van de MESS inseptember 1913 liet de directie zich niet onbetuigd. Iederewerknemer die 25 jaar of langer in dienst was, kreeg eenvolle maand salaris extra uitbetaald. Zij die korter in dienstwaren, ontvingen voor elk dienstjaar een volle dag extrasalaris met een minimum van veertien dagen. In december 1921 gaf de toenmalige chef van de werk-plaats, jonkheer Van Weller, te kennen zijn werkzaamhe-den in verband met ziekte en aanstaand pensioen te willenbeëindigen. Hij werd opgevolgd door ir. Streefkerk.De Tweede Wereldoorlog was voor de spoorwegen eenmoeilijke periode. Van de ene kant moesten zij hun taak zogoed mogelijk blijven uitoefenen ten behoeve van denationale economie. En van de andere kant wilden zij devijand zoveel mogelijk tegenwerken. Zo konden de spoor-wegen bijvoorbeeld niet voorkomen dat de transportennaar de concentratiekampen van joodse landgenoten pertrein moesten worden uitgevoerd. Bij de grote stakingenvan februari 1941 en mei 1943 waren de spoorwegennauwelijks betrokken geweest. Illegale acties waren er wel,maar deze werden gehouden zonder dat de hoogste lei-ding van de spoorwegen ervan op de hoogte was. In 1944riep de Nederlandse regering in Londen het NS-personeel

op in staking te gaan, De hoogste leiding - president-directeur W. Hupkes - verleende aan deze oproep zijn vollemedewerking. En op 17 september 1944 klonk doorNederland de stakingsoproep “De kinderen van Versteeggaan onder de wol”. Versteeg was de schuilnaam voorHupkes. Het betrof hier een algemene staking van het per-soneel van de spoorwegen om op die manier het vijandelijkvervoer en troepenconcentraties zoveel mogelijk tebeperken. Het resultaat was overweldigend. Het bedrijf laggeheel stil; alle stations, depots, loodsen, seinhuizen, kan-toren en werkplaatsen waren verlaten. Een van de voor-naamste doelen, de storing in de oorlogsvoering van deDuitsers, was bereikt. Er waren echter ook spoormensendie bang waren voor Duitse represailles. Veel spoormensendoken onder en in het hele land was er tot na de bevrij-ding geen treinverkeer door de NS mogelijk. Gedurende de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlogkonden er geen huldigingen van jubilarissen plaatsvinden.De schade werd in mei 1945 dubbel en dwars ingehaald,want toen werden er liefst dertien zilveren jubilarissentegelijk gehuldigd.Ook onder het NS-personeel in Blerick waren oorlogs-slachtoffers gevallen. Een van hen was autogeen lasser L.Himpers, die op 18 april 1945 als O.D.-er tijdens het mij-nenruimen om het leven kwam. Te zijner nagedachteniswerd in april 1948 in de Blerickse werkplaats eengedenksteen geplaatst.Zoals veel grote bedrijven had ook de werkplaats een eigenbedrijfsbrandweer. De oprichting daarvan moet al vrij snelna de opening van de werkplaats hebben plaatsgevonden.Want in een oud krantenbericht lezen we dat de brandweerin 1903 vrij primitief was uitgerust. Namelijk met eenhandpomp op een bolderwagen, natuurlijk moest er ookregelmatig worden geoefend. Dit gebeurde dan ook een-maal per week met veel animo. Gelukkig voor de Blericksewerkplaats bleef het bij oefenen, want de laatste decenniavan haar bestaan heeft de brandweer geen enkele keer uithoeven te rukken om de doodeenvoudige reden dat er nade oorlog geen enkele brand is ontstaan in de werkplaats.In het kader van de brandbestrijding van de NS nam deBlerickse werkplaats een bijzondere plaats in. Zij wasnamelijk de herstelplaats voor brandweermaterialen van deNS. Het betrof zo’n 7500 blusapparaten en 25 kilometerbrandslang. Ook werd er regelmatig aan lichamelijke ontspanninggedaan in de vorm van voetballen. In een soort internecompetitie speelde het werkplaatselftal onder meer wed-strijden tegen spoorvoetballers uit Amersfoort, Leidschen-dam, Tilburg en Maastricht. Daarbij werd af en toe eenbeetje de hand gelicht met dien verstande dat er wel eenseen of meerdere spelers van een KNVB-club, die op de per-

Het personeel

Over de aantallen werknemers bij de spoorwegen inBlerick zijn niet veel gegevens bekend. Wel staat vast dat bijde opening van de werkplaats in 1890 het aantal werkne-mers zeven bedroeg. Dit liep echter snel op. Bij het zilverenjubileum in 1915 werkten er 170 mensen. Uit een adres-boek van 1905 bleek dat er in het dorp Blerick zo’n vijfen-tachtig gezinshoofden woonden die bij de MESS werkzaamwaren. En in 1924 was dat aantal gestegen tot 357 voorgeheel Blerick. Weliswaar is het mogelijk dat bij deze aan-tallen ook spoormensen waren die in Venlo werkten. Maardat was natuurlijk ook wederkerig, zodat dit per saldo nietzoveel zal hebben uitgemaakt. Er waren beroepen bij diewe op de dag van vandaag nog kennen, zoals machinist,conducteur en rangeerder. Maar ook enkele beroepen dietegenwoordig niet meer bestaan. Wat te denken van rem-mers, vuurwerkers, wagenlichters, onderladingmeesters enseinhuiswachters?Wanneer je in die begintijd bij de werkplaats als jongmaat-je begon, mocht je blij zijn wanneer je vijf cent per uur ver-diende. De jongens die na de lagere school bij de werk-plaats gingen werken, kregen een gedegen opleiding.Onder meer tekenles van ene Van den Berg in een leeg-geruimde oude personenwagon, die summier verlicht was.Voor en na steeg je uurloon, en wanneer je geluk had ver-diende je rond je 23ste jaar twaalf cent per uur. Bij een 60-urige werkweek was dat 7,20 gulden per week. Dat was indie tijd voldoende om te trouwen. Wanneer je bij het spoorwerkte, beschouwde men je als een bevoorrecht mens.Want je had recht op pensioen en in geval van overlijdenkreeg je een tweede klasse begrafenis. Van die 60 uur perweek mocht je geen minuut missen, want dat werdbeschouwd als te laat komen. En dat werd onverbiddelijkgestraft. Zo kreeg bijvoorbeeld kraandrijver Graad Peetersuit Blerick “wegens veelvuldig te laat komen, laatstelijk inden voormiddag van 25 juli ’25, n.l. 9 minuten (…) eengeldboete ten bedrage van één dag bezoldiging”. Kennelijk was er in de beginjaren van de werkplaats nogaleens sprake van drankmisbruik. Dit resulteerde in septem-ber 1899 in een zeer streng optreden tegen de overtredingvan het verbod op de verkoop van sterke drank en hethouden van bier- en koffiehuizen door het personeel of devrouwen van het personeel.Op 1 september 1901 volgde oud-chef ir. Melms uit Zwollede heer Bongaerts op als hoofd van de werkplaats. Ruimvijf jaar later, op 1 december 1906, vierde de werkplaats-gemeenschap op feestelijke wijze het robijnen dienstju-bileum van Melms. Op 1 februari 1910 bereikte deze inge-

nieur Melms de pensioengerechtigde leeftijd, evenalsboekhouder Barink. Op een feestelijke wijze werd van henafscheid genomen in de zaal van de heer Caubo, het latereCitytheater, aan de Venlose Vleesstraat. Per 1 oktober 1901 werd de heer H. Wiggers, die al sta-tionschef in Venlo was, belast met het beheer en hettoezicht op de gang van zaken op het Blerickse station enhet rangeeremplacement. De heer Van de Woude, tot danchef van het station kreeg overplaatsing naar Heerlen. Hijwerd opgevolgd door de Venlose klerktelegrafist de heerGroothuijzen. In januari 1903 protesteerden onder meer de beambtenvan de spoorwegen tegen het om de vijf jaar rouleren vande gemeentelijke secretarie tussen de drie dorpen van deGemeente Maasbree, namelijk Blerick, Maasbree en Baarlo.Dit in verband met het opnemen van onbetaald arbeids-verzuim voor het bezoeken van de secretarie. Want in dietijd kreeg je daar absoluut geen betaald verlof voor.

Geneeskundige verklaring voor kraandrijver Graad Peeters.

Zo werden werknemers die te laat kwamen gestraft.

Page 34: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 6564 BUUN

voor het personeel in Blerick, onder meer eentje op deBlerickse Heide, drie bij boerderij Groot-Boller en een inhet Maasveld. De vier eerstgenoemde werden respec-tievelijk in 1913 en 1928 gesloopt. In 1918 kocht de NSzes woningen aan de Sint-Annaweg van Cato Hovens uitVenlo. Aanvankelijk waren deze niet aangesloten op hetgemeentelijke waterleidingnet. Dat gebeurde op kosten vande NS pas in september 1929. Na de oprichting vanwoningstichting Blariacum was het voor de NS niet langernoodzakelijk zelf woningen voor het personeel te bezitten.Toch werden de zes woningen aan de Sint-Annaweg pas nade Tweede Wereldoorlog verkocht.

Ontstaan uit de spoorwegen

De spoorwegen hebben in de loop van de tijd aan veelBlerickenaren werk verschaft. Die werkten niet allemaal bijhet spoor in Blerick, maar ook in Venlo. Aanvankelijk waser buiten het verdiende arbeidsloon geen sprake vanverdere voorzieningen voor het Blerickse werkvolk. Maargeleidelijk aan kwamen er enkele secundaire arbeidsvoor-waarden. Deze hadden aanvankelijk alleen betrekking ophet werk. Later ontstonden er allerlei vormen van mede-werking van de spoorwegen aan initiatieven door en voorspoorwegmensen. Zoals het oprichten van verenigingenvoor medewerkers, woningbouw in de vorm van verhuurvan eigen ‘spoorwoningen’ en het verlenen van steun bij deoprichting van een woningbouwvereniging.

Sint-Raphaël

Rond 1900 ontstonden veel katholieke verenigingen alstegenhangers van de neutrale of protestantse verenigingen.In 1893 vond de oprichting plaats van de Anti-Sociaal-Democratische Bond van Nederlands spoorwegpersoneelRecht en Plicht. Van deze bond waren veel katholiekespoormensen lid, ook in onze regio. Veel vertrouwen in hetbondsbestuur, dat meer ophad met de spoordirectie danmet de leden, hadden deze laatsten echter niet. Op 22 fe-bruari 1903 werd dan ook de Nederlandsche R.K. Bond -ook wel Secretariaat genoemd - van Spoor- en Tramwegper-soneel Sint-Raphaël opgericht. Dit was een grote landelijkebond met lokale afdelingen. De oprichting van deze bondkwam mede tot stand dank zij een pauselijke encycliek vanpaus Leo XIII. Op 29 november 1903 startte de Blerickse

afdeling, die aanvankelijk Sint-Martinus heette. Zij werd opdie dag afgescheiden van de in mei van dat jaar opgerichteVenlose afdeling, waarvan ook veel Blerickse spoormensenlid waren. Wanneer de naam is veranderd in Sint-Raphaël,is niet bekend. De oprichting van deze bond kwam tot stand in een peri-ode dat er grote ontevredenheid onder het spoorwegper-soneel heerste. Want op 30 januari 1903 brak een stakingonder het personeel van de spoorwegen uit, die zich voor-namelijk beperkte tot Amsterdam en enkele andere grotesteden. De stakers werden onmiddellijk ontslagen. Despoorwegdirecties gingen echter na twee dagen overstag.De eisen werden ingewilligd, de stakers weer in dienstgenomen en hun achterstallig loon alsnog uitbetaald. Doordeze staking ontworstelden de werknemers zich aan hetstelsel van strakke discipline en absolute gehoorzaamheid.Maar desondanks bleven er onder de werknemers grotebezwaren bestaan, zoals bijvoorbeeld tegen de anti-stakingswetten, ook wel worgwetten genoemd, van de con-servatieve regering van de antirevolutionair AbrahamCuyper. Op maandagavond 6 april 1903 brak de tweedestaking, ditmaal een landelijke, uit. Ook in Blerick werdgestaakt. Deze staking eindigde in een rampzalige neder-laag voor de werknemers. Zo werd bijna tien procent -ongeveer 2000 personen - van het spoorpersoneel definitiefontslagen. In onze regio werden de ontslagen ingetrokken,onder meer dank zij de bemiddeling van de Venraysepriester dr. H.A. Poels en de Venlose graanhandelaar VanOeijen, die grootaandeelhouder van de MESS was.Initiatiefnemers voor de oprichting van de afdeling Blerickvan Sint-Raphaël waren onder andere H. Terra en J.M.Kater. Men kan zich voorstellen dat de werkgevers na destakingsacties aanvankelijk zeer sceptisch tegenover denieuwe bond stonden. Maar Sint-Raphaël had zich meerbezig gehouden met geestelijke zaken dan met zuivereacties. Ondanks die sceptische houding wist de bond in deloop van de jaren ontzettend veel voor zijn leden tebereiken. Denk maar eens aan de arbeidstijdverkorting,vergoeding voor overwerk en onregelmatige diensten,dienstkleding en scheidsgerecht. Ook op het gebied vanvoorzieningen bij ziekte, invaliditeit, overlijden, werk-loosheid, behuizing, onderwijs en vorming en ontwikkel-ing speelde de bond een belangrijke rol. De oprichting in1928 van het Monseigneur Mutsaersoord, een herstelling-soord voor werknemers van de spoorwegen en hungezinsleden, in de bosrijke omgeving van de VenloseGrootte Heide was eveneens voor een groot deel het werkvan Sint-Raphaël.Van zaterdag 28 november tot en met woensdag 2 decem-ber 1953 vierde de Blerickse afdeling op een zeer feestelijkewijze haar gouden bestaansfeest. Op zaterdag vond er een

soneelsrol van de werkplaats stonden, meespeelden. Ditwas strikt genomen verboden. De spoorwegen kenden een aantal secundaire arbeidsvoor-waarden ten gunste van hun medewerkers. Zo konden dezeen hun inwonende gezinsleden vrij per trein reizen. Ookop andere manieren profiteerden de spoormensen vanbepaalde regelingen. Zo moesten er bijvoorbeeld tijdensreparatiewerkzaamheden aan de houten goederenwagonsregelmatig planken worden vervangen door nieuwe. Hetpersoneel kon deze oude soms nog zeer goed bruikbareplanken dan mee naar huis nemen tegen een zacht prijsje.Je kon dan ook in zeer veel tuinen van spoormensendiverse soorten bouwsels zien staan, die waren vervaardigdvan die oude planken. Daarop waren vaak nog allerlei let-ter- c.q. cijfercombinaties van die oude wagons te zien.Ook was er in Blerick een huisarts, dokter Vos, wienspatiënten voor een groot gedeelte uit spoormensen beston-den. Op 31 mei 1956 vierden alle NS-ers de 63ste verjaardagvan president-directeur Den Hollander. Het fanfarekorpsder Limburgse Jagers bracht een serenade en de Venlosestadsreuzen Valuas en zijn vrouw gaven voor het stadhuiseen dansje ten beste. Tijdens het diner genoten de gastenvan heerlijke asperges.

De rangeerterreinen

In oktober 1891 werd er een overeenkomst gesloten tussenA. van Hezik uit Kerkdriel en de gemeente Maasbree overde aanleg van een hulpspoor dwars over de overweg bij hetBlerickse station voor het vervoeren van 30.000 kubiekemeter zand ter aanvulling van het stationsemplacement ende aanleg van het eerste rangeerterrein. In februari 1914 besloot de MESS tot uitbreiding van derangeerterreinen. De opmetingen waren al volop aan degang. Er heerste een grote drukte, ook al in verband metijsgang op de Maas. Hierdoor was er geen scheepvaartmogelijk en was het vervoer per rail drukker dan normaal.In april 1931 besloot de NS tot uitbreiding met liefst acht-tien nieuwe sporen van het rangeerterrein in de omgevingvan de Centrale Werkplaats om zodoende ruimte te schep-pen voor gerepareerde wagons. De werkzaamheden warentoen al in volle gang. In feite waren er in Blerick tweerangeerterreinen. Het ene lag tussen de Horsterweg en dewerkplaats en lag min of meer geïsoleerd van de bewoondewereld. De verlichting liet zeer te wensen over. Het was er‘s avonds zo donker als de hel. Vandaar de bijnaam de Hel.Het tweede terrein lag lang de spoorlijn naar Nijmegen en

lag verlaten en donker in een wijde vlakte. In de winter washet er Siberisch koud. Het valt dus niet te verwonderen datdit rangeerterrein Siberië werd genoemd. In februari 1975 verloor het emplacement Venlo eengedeelte van het rangeerwerk. Aanvankelijk zou dit werknaar Blerick worden overgebracht. Maar in april 1977besloot het Venlose College van B. & W. dat dit niet haal-baar was. Dit was feitelijk het begin van het einde voor hetBlerickse rangeeremplacement. Al zag het er aanvankelijkniet naar uit. Want in december 1979 was er zelfs sprakevan de plaatsing van een containerterminal op dit emplace-ment. Uiteindelijk ging dit niet door en EuropeanContainer Terminal uit Rotterdam startte in januari 1981met de aanleg van een containerterminal aan de GrootEgtenrayseweg in Blerick. In juli 1980 maakte de NS be-kend dat het rangeeremplacement in Blerick in de loop van1981 gesloten zou worden. En zo geschiedde!

De kiosk aan de brug

Bij de oprit naar de verkeersbrug lag op grond van despoorwegen een “verplaatsbare voor winkel ingerichtekiosk” van twaalf vierkante meter, die in maart 1925 doorde gemeente Maasbree voor honderd gulden per jaar wasverhuurd aan de R.K.Werkliedenvereniging Sint-Joseph teBlerick. Deze vereniging baatte er een sigarenwinkel in uit.In maart 1933 werd de huurovereenkomst beëindigd. Van1 maart 1933 tot 1 maart 1936 verhuurde de gemeente dekiosk aan Gerard van de Sluis, sigarenwinkelier te Blerick.De huurprijs bedroeg 115 gulden per jaar, die bovendiennog verhoogd werd met een bedrag voor huur van het vande spoorwegen gehuurde terrein.

Eigen woningbezit

Al vrij snel na de opening van de werkplaats ging dehuisvesting van de werknemers een rol spelen, vooral ookomdat deze snel in aantal groeiden. In de buurt van dewerkplaats vond voor en na steeds meer woningbouwplaats. In juli 1890 verklaarde de MESS in dat kader aan degemeente Maasbree geen vrees te hebben voor woningnoodin verband met de toename van werkkrachten. Bovendienwaarborgde de maatschappij de betaling van de huurpen-ningen. De MESS bezat niet alleen enkele overwegwach-terswoningen, maar verwierf al snel ook enkele woningen

Page 35: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 6766 BUUN

De fanfare

De aanleiding voor de oprichting van de fanfare was deviering van het 40-jarig ambtsjubileum van werkplaatschefMelms op 1 december 1906. Men “miste toen node defeestelijke klanken ener fanfare”. Er werden meteen spij-kers met koppen geslagen, want tijdens de viering van ditjubileum viel het besluit een fanfare op te richten. Officieelvond die oprichting plaats op 2 januari 1907. Aanvankelijkmochten alleen werknemers van de werkplaats optredenals muzikant. Ook de leden van het bestuur waren werkne-mers. De fanfare startte met twaalf werkende leden. Deeerste dirigent was H. v.d. Hoek. Een van de eerste optre-dens naar buiten was het concert bij gelegenheid van deverjaardag van koningin-moeder Emma in augustus 1908.Er zouden nog vele optredens volgen. Aan deze fanfare waspraktisch vanaf het begin een afdeling concert en toneelverbonden. Herhaaldelijk traden beide gezelschappen danook gezamenlijk op, zoals bijvoorbeeld op 19 januari en 4mei 1909. In juli 1914 kreeg de fanfare een nieuwe dirigentin de persoon van de heer C.A.M. de Rooy uit Venlo. En infebruari 1915 kreeg zij een gedeeltelijk nieuw bestuur.Voorzitter werd L.J.H. Bekker, secretaris J. Bastings en com-missaris P. Notermans. Na vijf jaren in functie te zijngeweest, nam De Rooy in juni 1919 ontslag. Zijn opvolgerwas de uit Venlo afkomstige L.E. Rugers. Twee maandenlater vierde de fanfare haar koperen jubileum. In 1923 vielhet besluit dat voortaan ook niet-spoorwegmensen lid vande fanfare konden worden. In datzelfde jaar nam het be-stuur het verstrekkende besluit de fanfare, die toen 58leden telde, om te zetten in een harmonie. De toevoegingvan houten instrumenten zou de klank van het gezelschapverbeteren. Het jaar 1924 was voor de nieuwe harmonieeen druk jaar. Dat bleek onder meer uit het in januarigehouden concert met medewerking van het dubbelman-nenkwartet Beethoven uit Dülken, de in mei samen metzangkoor Orpheus uit Blerick gegeven uitvoering en het inhet Volkshuis gegeven concert in oktober. In oktober 1927werd Dr. F.J.M. Hillen benoemd tot beschermheer van deharmonie. Bij gelegenheid van de vaandelwijding gaf deharmonie in juli 1927 een middag- en een avondconcert.De maanden erna werden er volksconcerten gegeven op hetLambertusplein, het kazerneterrein en het Blariacumplein.In september 1928 vond een bestuursuitbreiding met driepersonen - M. Bouts, A. Maquiné en L. Naus - plaats. A.Holtackers, klarinettist van de harmonie, deed in januari1929 mee aan een solistenconcours in Woensel en sleepteeen prijs in de wacht. In mei en juni van dat jaar schafte deharmonie voor 500 gulden nieuwe instrumenten aan. Vier

maanden later nam de harmonie De Werkplaats na bijnavijftien jaar afscheid van haar voorzitter Bekker. Toen deBlerickse stationschef De Groot in januari 1930 zijn robij-nen jubileum vierde, bracht de harmonie hem vanzelf-sprekend een klinkende serenade. In september van datjaar deed de harmonie zo succesvol mee aan een concoursin Schaesberg dat dirigent Geurts een spontane huldigingdoor zijn muzikanten ten deel viel. Dat de aanschaf vaninstrumenten steeds een heikel punt vormde, bleek in feb-ruari 1931. Want toen werd een speciaal instrumenten-fonds opgericht. Ruim een jaar later stond in de krant van10 maart dat de harmonie De Werkplaats zou wordenomgedoopt in harmonie Sint-Caecilia. Hiermee kwamtevens een einde aan de relatie tussen de werkplaats en deharmonie. Toch werden de oude naam en de relatie nog weleens aangehaald. Want tijdens de viering van het 100-jarigbestaan van de NS in 1939, gaf het gezelschap acte deprésence op het podium bij de Venlose stationsrestauratie.Volgens de krant gebeurde dat door “het muziekkorps vande wagenwerkplaats Blerick”.

Toneelvereniging Onderling Kunstgenot

In 1908 richtten enkele werknemers van de werkplaats –onder de vleugels van de nog jonge werkplaatsfanfare – eenafdeling toneel op. Al spoedig deed deze afdeling van zichhoren. Onder meer op 19 januari en 4 mei 1909 tijdensgezamenlijke uitvoeringen met de fanfare. Daarna bleef heteen aantal jaren stil rond de toneelclub. Maar op 14 janu-ari 1921 werd binnen de werkplaatsgemeenschap een con-certafdeling opgericht onder de naam Onderling Kunst-genot, waarbinnen op 22 oktober de oprichting van eenvrij zelfstandige toneelafdeling plaatsvond. Initiatiefnemerswaren onder andere Chris Lamers, Henk Overduyn en SefManders. In 1922 vond de uitvoering plaats van het eerstetoneelstuk met de fraaie naam De Bokkenrijders. Daarnavolgden nog vele uitvoeringen al of niet in samenwerkingmet de fanfare of de concertafdeling. Niet alleen in Blericktrad Onderling Kunstgenot op, maar ook in de wijdeomtrek, van Broekhuizen tot Linne. Het vervoer van hetdecormateriaal - dat was vervaardigd door lid Lei de Biesenior - gebeurde steevast …met de fiets! Op het repertoirestonden in die tijd bekende toneelstukken zoals De pastoorvan Neuvilette, De Rozenkrans, Op hoop van zegen en ‘Ik hebgezondigd’. De uitvoeringen vonden veelal plaats in hetVolkshuis en in zaal Albano - de latere bioscoop - aan deSteegstraat. In 1934 maakte de toneelafdeling zich geheelzelfstanding, maar hield dezelfde naam aan. Dit leidde tot

groot kinderfeest plaats in zaal Tivoli, het vroegereVolkshuis. Daags daarna werden tijdens de grotefeestavond in dezelfde zaal liefst acht gouden jubilarissengehuldigd. Vervolgens voerden de Flarussen de operette Devergulde nachtegaal op. De twee laatste avonden namen de‘grote’ zonen en dochters van de leden deel aan een koffi-etafel, waarna er een gezellige dansavond plaatsvond. Bij deviering van dit jubileum was liefst 95 procent van alleBlerickse spoormensen - trammensen bestonden er in dezeregio niet - lid van Sint-Raphaël. Jammer genoeg is nietbekend om hoeveel mensen het hier ging. In 1963 zijn deBlerickse en de Venlose afdelingen samen gegaan en in meivan dat jaar werd tevens het 60-jarig bestaan van de afdel-ing Venlo-Blerick gevierd. Per 15 maart van dat jaar warener in totaal 951 leden. Hiervan waren 538 leden in actieveNS-dienst en 241 gepensioneerden. De overige ledenwaren werkzaam bij de Zuidooster en bij Van Gend &

Loos. Dit laatste bedrijf was trouwens voor een groot deelin handen van de NS. Daarna ging het langzaam bergaf met de katholieke vak-verenigingen, ook met Sint-Raphaël. Ongetwijfeld hebbenoverplaatsing en de uiteindelijke sluiting van de CentraleWerkplaats in Blerick hun invloed gehad op het ledenbe-stand van Sint-Raphaël. Later is Sint-Raphaël opgegaan inhet Katholieke Vervoerders Verbond, dat op zijn beurt weeropging in de FNV. Met die laatste switch gingen veel Sint-Raphaëlleden niet akkoord en zij sloten zich aan bij de ver-voerspoot van de CNV.

De afdeling Blerick poseert aan de Maas voor de fotograaf. (± 1908)

Page 36: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 6968 BUUN

gedurende de eerste twintig jaar garant staan voor de beta-ling van de woninghuren door de spoormensen. Ook lever-den de spoorwegen tijdens de crisis van de jaren 1930daadwerkelijk financiële bijdragen in de dekking van te-korten in de exploitatie. Maar eerst moest er natuurlijk worden gebouwd. In hetnajaar van 1922 kocht Blariacum vijf percelen akkerlandaan de Smeliënkamp (Nieuwborg) voor de som van9742,15 gulden. Aanvankelijk zouden hierop tachtigwoningen worden gebouwd. Later wijzigde dat aantal intweeëndertig. Aangezien het bouwterrein nu veel te grootwas, verkocht de vereniging een gedeelte aan de gemeentevoor de aanleg van het Blariacumplein. Later verkocht mennog een perceel grond aan de Zusters van de GoddelijkeVoorziening voor de bouw van de Mariaschool voor meis-jes. Nadat het ontwerp van architect Van Tiene begin 1923door de gemeente was goedgekeurd vond de aanbestedingplaats. De bouw werd gegund aan aannemer Gerats uitBlerick. Aan het Blariacumplein verrezen twaalf woningen,aan de Blariacumstraat dertien en aan de GroteParallelstraat zeven woningen. De bouw lag aanvankelijkprima op schema, maar later ontstond er onder meer dooreen te late levering van bouwmaterialen en de schoorsteen-mantels vertraging. Maar op 10 maart 1923 was men tochzo ver gevorderd dat er een fraaie gedenksteen werdgeplaatst. Op dringend verzoek van de spoorwegen kreegde afbouw van twee woningen voor recent naar Blerickovergeplaatste werknemers absolute voorrang. Op 19augustus 1923 kon dit tweetal en hun gezinnen hunnieuwe woning betrekken. De oplevering van de overigedertig woningen vond voor en na plaats. Eind september1923 waren alle woningen bewoond. Dit woningcomplexwerd gebouwd in de toen in zwang zijnde Tuindorpstijl,geënt op ideeën uit Engeland. Dat betekende dat de wonin-gen in een soort cottagestijl gebouwd werden tussen hetgroen. Vlak na de oplevering legde de gemeente hetBlariacumplein aan. Er kwam een mooi gazon en er werdenboompjes geplant. Maar de lieve jeugd voetbalde er lustigop los, zodat er niet veel van het gazon en de boompjesoverbleef. Later plaatste de gemeente een passendeomheining en werd de beplanting hersteld. De nieuwewoningen waren, ook al gezien de lage huurprijs, zeergewild. In 1930 was er een wachtlijst van tien aanvragers,allen werknemer van de spoorwegen. Twee jaar laterbestonden er zelfs plannen voor de bouw van twaalfnieuwe woningen, die uiteindelijk niet doorgingen. Weereen jaar later realiseerde Blariacum voor alle 32 woningeneen achteruitgang en kwamen vóór de woningen trottoirs.In 1934 zag het bestuur zich genoodzaakt een huurverlag-ing van vijftig cent per woning toe te staan. Dit in verbandmet het feit dat particuliere woningeigenaars moderne

woningen aanboden tegen lage huren. In dat jaar stondener ook enkele woningen geruime tijd leeg, zodat dehuuropbrengst een stuk lager was. Deze huurderving werdconform de toezegging door de spoorwegen gegarandeerd.In de volgende jaren kwam deze leegstand vaker voor,omdat ook nu weer andere woningbezitters modernerewoningen voor een lagere huurprijs aanboden. In 1939was de opbrengst van de huren 6536,40 gulden. Er warenvier types woningen, die elk een eigen huurprijs hadden.De huur per week varieerde - afhankelijk van het type wo-ning - in dat jaar van 3,75 tot vier gulden per woning. Hetverlies van 155,08 gulden werd gedekt door de NS en degemeente Maasbree. Pas na de Tweede Wereldoorlog breid-de Blariacum haar woningbestand uit door onder meer derealisering van 185 woningen in het Tuindorp en deHazenkamp. Voor en na werd de invloed van de NS min-der. Eind jaren 1960 maakte Blariacum zich geheel los vande NS. De woningen rond het Blariacumplein, inclusief de 32woningen die woningvereniging Blerick daar in 1921/22liet bouwen, werden in het begin van de jaren 1990 doorde gemeente Venlo tot beschermd stadsbeeld verklaard.Nu, anno 2004, is een aantal van deze woningen gesloopten zoveel mogelijk herbouwd in de oude stijl, terwijl deresterende woningen inwendig worden gerestaureerd enaan de achterzijde worden uitgebreid. Dit betekent dat ditbeschermde stadsbeeld voor het grootste deel is behouden.Het is de vraag of de oprichters van Blariacum daarvanwakker zouden hebben gelegen, want het ging hen in deeerste plaats erom dat de spoormensen een fatsoenlijk dakboven het hoofd hadden.

Bronnen:

- Prof. J.A. Faber, 150 jaar Spoorwegen in Venlo

- Gemeentearchief Venlo

- Gemeentesecretarie Maasbree

- Diverse kranten

- Gorissen & Van der Hoek, Blerickclopedie

- Mariet Verberkt, Het spoor terug IS STATION BLERICK

een geschil met de concertafdeling die eveneens zelfstandigals Onderling Kunstgenot verder ging. De oplossing van ditprobleem kwam pas in 1948 tot stand. Met de verzelfs-tandiging in 1934 kwam een einde aan de relatie met despoorwegen.

Het Volkshuis (1912)

Tijdens de industriële ontwikkeling die in Blerick rond1900 plaatsvond, begon ook de emancipatie van hetkatholieke volksdeel. Paus Leo XIII riep via zijn encycliek -Vereenigt U - de katholieken op katholieke verenigingen opte richten. Deze oproep vond ook in Blerick gehoor. Erwerd een aantal verenigingen opgericht, waaronder deafdeling Blerick van de R.K. Bond van Spoor- enTramwegpersoneel Sint-Raphaël. Omdat in Blerick in dietijd praktisch geen vergaderruimte voorhanden was, had-den deze verenigingen spoedig dringend behoefte aan eengemeenschappelijk katholiek verenigingsgebouw. Om ditte bereiken werd op 20 juni 1910 de Vereeniging St.-Lambertus te Blerick opgericht, met als doel te komen totde oprichting van een geschikt verenigingslokaal. Al snelwaren er enkele honderden leden en donateurs die zorgdenvoor een beginkapitaal van ruim zestienduizend gulden.Op 3 januari 1911 kocht de vereniging van de VenloscheHandelsbank een perceel grond ter grootte van 0.17.30hectare, gelegen aan de toenmalige Groote Steegstraat voor2500 gulden. De Blerickse architect Andreas Holten te-kende het ontwerp voor het nieuwe gebouw. Maar in ver-band met ongenoegen tussen de architect en het bestuurging de opdracht naar architect Vliegen uit Gulpen. Debouwvergunning werd op 30 juni 1911 verleend en na deaanbesteding werd het werk voor 11.200 gulden gegundaan de Blerickse aannemer Jos Engels. Op 1 augustus vondde eerste steenlegging plaats. Op deze nog steeds aan-wezige steen - aan de linkerzijde van de hoofdingang - staateen Latijnse tekst, die vertaald in het Nederlands luidt: ‘Dekerk heeft het volkshuis opgericht’. Door het geschil metarchitect Holten lukte het niet de oorspronkelijke oplever-ingsdatum 15 november 1911 te halen. Maar op 12 janu-ari 1912 vond de feestelijke opening plaats tijdens welke defanfare van de Werkplaats acte de présence gaf. Om debouwkas te spekken, hield het bestuur tijdens de openingeen tombola met prachtige prijzen. De winnaar van dehoofdprijs, een grammofoon, haalde deze niet af en hettoestel werd verkocht. Liefst elf verenigingen vonden in hetnieuwe Volkshuis een geriefelijk onderkomen, waarvoor zijnatuurlijk per jaar een bepaalde huurprijs moesten betalen.

Een van de deelnemende verenigingen was de R.K. Bondvoor Spoor- en Tramwegpersoneel Sint-Raphaël, in de ver-slagen van het Volkshuis steevast ‘Spoorwegsecre-tariaat’genoemd. De spoormensen betaalden 40 gulden per jaarvoor huur. In 1938 hield het ‘bureau van Sint-Raphaël’iedere woensdag ‘s avonds van halfacht tot halfnegen zit-ting voor de leden. De spoormensen hebben heel wat ver-gaderingen, toneeluitvoeringen en concerten gehouden. Injuni 1943 werd de St.-Lambertusvereniging onder nummer618655 bij de “Commissaris voor niet-commerciëlevereenigingen en stichtingen” ingeschreven. Dat was voorde meeste verenigingen binnen het Volkshuis de hoogstetijd om geruisloos te verdwijnen. Dus ook voor de spoor-mensen.

Woningvereniging Blariacum

Door het steeds toenemende aantal werknemers bij despoorwegen in Blerick ontstond er een steeds groterebehoefte aan woningen. Het eigen woningbezit van despoorwegen was bij lange na niet voldoende en bovendienwaren dat kwalitatief gezien geen al te beste woningen.Voor spoormensen die naar Blerick werden overgeplaatstwas het helemaal moeilijk een geschikte woning te vinden.Op een gegeven ogenblik gingen er onder het spoorweg-personeel dan ook stemmen op om zelf een woningstich-ting op te richten. De directie van de spoorwegen steundedit initiatief krachtig. De 19de februari 1921 belegde eentiental spoormensen een vergadering in café Daniels aan deSpoorstraat. Een belangrijk agendapunt was wat te doentegen de woningnood in Blerick. De Heerlense architectVan Tiene, die veel ervaring had op het gebied vanvolkswoningbouw, lichtte het gezelschap in over woning-bouw en het bouwverenigingswezen. Deze vergadering wastevens de oprichtingsvergadering van de BouwverenigingBlariacum. Daarbij werd tevens een vijfhoofdig bestuurgekozen. Reeds twee maanden later ontving Blariacum dekoninklijke goedkeuring als ‘vereeniging uitsluitend in hetbelang van de volkshuisvesting werkzaam’. Uiteraardbestond het bestuur geheel uit personeelsleden van dewerkplaats. Voorzitter, secretaris en penningmeester wer-den respectievelijk de heren F. v.d. Broek, R. de Haan en W.Tops. Een van de middelen om kapitaal op te bouwenbestond uit de aankoop van de aandelen à tien gulden perstuk door de leden van Blariacum. Op deze aandelen werdjaarlijks maximaal een dividend van vier procent uitge-keerd. Daarnaast ontving de vereniging een belangrijkeruggesteun van de spoorwegen. En wel in de vorm van het

Page 37: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 71

“Het is 9 mei 1940 en ik kom om 11 uur ’s avonds metde bus uit Roermond, waar ik de drogistenopleidingvolg. Onderweg zijn alle barricades van de militairengesloten en moet de bus een omweg maken. Het isspannend, wordt ons door de soldaten gezegd. Bij onsin de bus zit kapitein Ouwerkerk, hij vertelt dat hij in hetweekend naar huis gaat. Hij is in Roermond gestatio-neerd. Marius staat me onder aan de brug op te wach-ten en hij brengt mij naar huis. Om 1 uur ’s nachts komtPap thuis van de fanfarerepetitie en ik roep dat hij memorgen vroeg wakker moet maken, omdat we in de mei-maand iedere morgen naar Genooi fietsen. “Mia”, zoroept hij, “ik denk niet dat dat kan, het spant erom inVenlo. Vannacht kan de brug springen”. Om drie uur ’snachts klinkt een vreselijke knal. Daarna is alles stil. Wespringen het bed uit en kleden ons aan. Ik help de jon-gens, ze weten niet wat er aan de hand is. Als het lang-

Mijn herinneringen aan de oorlog

DOOR MIA VAN SOEST-BARTELS

BEWERKING PASCALLE MANSVELDERS

Op 81-jarige leeftijd besloot Mia vanSoest-Bartels haar persoonlijke herinne-

ringen aan de Tweede Wereldoorlog voor haarnageslacht op te schrijven. “Verhalen vol emo-ties, prille liefde en alle ellende”, zoals zij zelfzegt. Als de oorlog uitbreekt is Mia 18 jaar oud enwoont in de Goltziusstraat. Het gezin Bartelsbestaat uit acht personen: vader en moederen zes kinderen. Mia is het oudste kind. Zeheeft twee zussen: Zus (17 jaar) en Nelly (10)en drie broers: Joop (7), John (4) en Henk (2).Verkering heeft ze met Marius van Soest. Bijhet uitbreken van de oorlog is ze net in hetbezit van haar mulo-diploma en is ze bezig hetdrogistendiploma te halen. Ze werkt in dezaak van haar ouders, de Firma Bartels voorverfwaren en dergelijke, gevestigd aan deVleesstraat.Omdat ze de jongere generatie wil informerenen met in gedachten de oorlogsdreigingen indeze wereld, mocht de Buun haar verhaalpubliceren. Gekozen is voor het deel dat gaatover de tijd die zij al (illegaal) werkend door-bracht in het Venlose ziekenhuis. Dit speeltzich af in de laatste jaren van de oorlog. Vande daarvoor liggende periode zijn een paarfragmenten geselecteerd, die een beeld gevenvan haar chronologisch opgebouwde verhaal.

1940|1945

Mia van Soest-Bartels, 2004. foto Jacques Peeters

70 BUUN

ABCDEFG

HIJKLMNOP

QRSTUVWX

YZ

DOOR

ADR I GOR I SSEN

FOTO

JACQUES PEETERS

ABCDEFG

HIJKLMNOP

QRSTUVWX

YZ

E3 EN FRANS MAAS

Waar Venlo ligt? Ergens tus-sen Stockholm en Lissabon.Althans, sinds in 1970 deautosnelweg E3 werd ge -opend, want die verbindt dehoofdstad van Zweden metdie van Portugal. Zouden erecht mensen helemaal vanStockholm naar Lissabon ofandersom rijden? En zoudenze dan onderweg Venloopmerken? Het is maar devraag, want wie urenlangover een autoweg rijdt heeftuiteindelijk geen besef meervan waar hij zich bevindt.Wie in de vakantie over auto-wegen naar Zuid-Frankrijk ofItalië rijdt, raakt een beetjede kluts kwijt. De weg blijftvele honderden kilometerslang hetzelfde. Alles veran-dert pas als je uitstapt.Gelukkig voor Venlo stappenveel gebruikers van de E3 inde stad uit. Veelal zijn datvrachtwagenchauffeurs, wantde openstelling van de weg inoktober 1970 heeft de posi-tie van Venlo als logistiekcentrum enorm versterkt.De weg is als het ware delevensader geworden voorde transportstad. Zonder E3geen Janssenauto’s, geenEwals Cargo Care, geenIntrapex, geen Van Zwamen,om maar enkele van de groteexpediteurs in de gemeentete noemen. Dat Venlo zo’n beetje degrootste ‘droge haven’ vanEuropa is, dankt het eigenlijkmaar aan een klein stukje vandie E3. Het stukje tussen hetDuitse Roergebied en Eind -hoven. Want dat Roergebied,met zijn vele miljoenen inwo-ners en zijn industrie, heeftheel wat goederen nodig. Diekomen vanuit de haven vanRotterdam, via Eindho ven, envervolgens via Venlo en degrens. De stad is ‘dreh- und

angelpunkt’ in het transportvan die goederen.Een heel dikke honderd jaargeleden – zo rond 1890 -was dat totaal anders. Venlokende nog nauwelijks verhar-de wegen, moest het watvervoer betreft van de spoor -wegen naar Eindhoven, Maas - tricht, Nijmegen, Keu len,We zel en Kempen hebben.Ook toen al waren er in hetRoergebied vele monden tevullen. Duitse opkopersstroop ten de ommelanden afop zoek naar voedsel en ont-dekten dat rond Venlo groen-ten werden verbouwd. Diewilden ze wel hebben, en duskochten ze de komkommers,tomaten en sla en voerden zeaf. Slim als de Venlonaren toenal waren, bedachten ze datze de zaak ook om kondendraaien. Tuinders togen naar

de markten in plaatsen alsKrefeld, Essen en Keulen enverkochten daar hun waar.De allerslimste van hen,Frans Maas (1863-1932),kreeg in de gaten dat het ver-voer van die groenten perhondenkar niet de beste wij -ze van transport was. Zekerniet met diverse spoor lijnennaar het Roerge bied voor dedeur. Al snel had hij een be -drijfje dat het transport vande groenten voor de tuindersregelde. Daarmee legde hijde basis voor de nog altijdbestaande bekendste Venlosetransportonderneming metzijn naam. Maar niet alleendat, hij was tevens de grond-legger van het logistiek cen-trum Venlo. Zonder zijn acti-viteiten en die van zijn velenavolgers op expeditiegebiedhad de E3 misschien wel heelergens anders gelopen.

Page 38: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

72 BUUN

zaamaan licht wordt, zien we grote Duitse tanks ensluipschutters door onze straat gaan. Het is dus oorlog.Ons landje vol soldaten. Onze waterlinie. Wat moetNederland beginnen tegen dit grote Duitse Rijk?! Vierdagen. Dan is alles afgelopen. Het zware bombarde-ment van Rotterdam geeft de doorslag. Opperbevel -hebber Winkelman tekent onze nederlaag.

Duizenden soldaten in tanks komen via de grens doorVenlo. Troepen marcheren over de Vleesstraat en zingenhet hoogste lied. We krijgen ze natuurlijk ook als klant inde zaak. Het goede spul dat we nog hebben, verstop ikonder de toonbank zodat dit alleen voor onze eigenklanten bewaard blijft. Maar ze zijn brutaal, Nederlandis voor hen een luilekkerland. Wij hebben nog goede

zeep en toiletartikelen die in Duitsland allang niet meerte koop zijn. Als een regiment over de Vleesstraat mar-cheert, ligt de hele straat vol met sinaasappelschillen. Ikkrijg ook met heel andere dingen te maken, zo wordt mijsteeds naar ‘gummi waren’ gevraagd. Maar als onnozelwicht weet ik daar niks van. Pap zegt me: ‘vertel maardat je zoiets in Venlo niet kunt kopen’. Maar als eenDuitser een boel gummi vingers koopt, komt er met veelmoeite uit dat deze als voorbehoedsmiddelen wordengebruikt.

Treinen vol krijgsgevangenen komen door Venlo.Generaal Rommel is in het oosten met een nieuw offen-sief begonnen. Wij vragen aan de Duitse eerste com-mandant of we op het perron van het station in Venloaan de mensen eten mogen geven. Onder de naam vanhet Rode Kruis krijgen we vergunning. Met grote was-manden gaan we langs de deur om brood op te halen.

Grote ketels met erwtensoep maken we klaar. De solda-ten zitten opgepropt in veewagens. Twintig minuten blij-ven ze op het perron stilstaan. We proberen aan zoveelmogelijk mensen brood, soep of een slok water tegeven. Ogen glinsteren van blijdschap als ze wat kunnenbemachtigen. Verschrikkelijk, zoals ze worden behan-deld. Het zijn allemaal donkere mannen met baarden,afkomstig uit landen als Marokko en Turkije. Maar ocharm zes weken hebben we dit kunnen doen, toen mochthet niet meer. Jarenlang heb ik nog een rode fez, vaneen Franssprekende Marokkaan, bewaard, ik hoor nogzijn ‘merci’.

Met kleine dingen kunnen we protesteren. Zo breng ikblaadjes van het verzet rond, achter in de fietstassenverstopt. En op een nacht schilderen we de V vanVictorie in de Vleesstraat bij het huis van de comman-dant. In de zaak heb ik veel goed spul op de zolder ver-stopt. Zeep, borstelwerk, crème, zalf. Ook met goedeoude verf kan ik veel ruilen. De eerste jaren lukt dat nogwel, maar vanaf 1942 komen er grote tekorten. Al onzekoeien en al onze voorraden worden naar Duitslandgebracht. Je had dan wel wat voorraad ingeslagen, maareen oorlog die vijf jaar duurt, daar is niet tegenop tevechten. ’s Maandags zijn de zaken gesloten en dat isvoor ons de dag om de boer op te gaan. Met de tramkomen we tot aan de Grashoek en dan verder met defiets. Zoeken naar mensen, boeren, die het een enander van onze spullen kunnen gebruiken en waarmeewe voor eten kunnen ruilen. We leren families kennenwaar we een levenslange band mee opbouwen. Maarhet wordt hoe langer hoe moeilijker. Het laatste oor-logsjaar is het ergste. We hebben geen banden meer oponze fietsen en rijden op de velgen. Zo zijn Zus en ik in

Mia Bartels, zittend aan de achterzijde van haar ouderlijke huis aan de

Goltziusstraat, 1940.

Reclameboodschap firma Bartels.

BUUN 73

Baarlo appelen gaan halen. Ieder een slee achter defiets gebonden waar we rolschaatsen onder vastmakenen dan daarop de zak met appelen. Hoe lang we over derit gedaan hebben, mag Joost weten. We kunnen inBaarlo ook een varken kopen, maar hoe moeten we datin godsnaam in Venlo krijgen? Marius werkt dan al voorhet Rode Kruis in het ziekenhuis. Hij heeft een brancardachter de fiets met daaroverheen een zeildoek gespan-nen. Door een klein mica glaasje kan de patiënt kijken.In Baarlo wordt het varken geslacht en in oude lakensgewikkeld. Maar ja, we moeten nog over de brug waar deDuitse soldaten de wacht houden. Marius komt eraan,de soldaat kijkt naar het bloed op de lakens en zegt:‘ach, dass ist ein schwerer Fall, fahren Sie mal schnellins Krankenhaus’. En dan gauw door naar deGoltziusstraat.

In juni ’44 kwam de invasie en wij natuurlijk allemaal blij.Maar ja, in oorlogstijd is Frankrijk ver. Voor ons is dittoch al een beetje dichter bij de bevrijding. Wij wetendat de brug in Venlo een groot strategisch punt is en 13oktober begint het. We hebben de zaak in de stad algesloten, hebben ook niets meer te verkopen. Ook descholen gaan dicht, alleen de middelbare school is nogeen paar maanden in de running geweest. Zo zit eendeel van het Thomascollege in de Mostardschool. Bijluchtalarm komen er tien jongens bij ons in de kelder,met het gevolg dat er soms dertig mensen bij ons in dekelder zijn. Het eerste zware bombardement valt in deNassaustraat, Van Cleefstraat. Het zijn verschrikkelijkharde knallen. De kelderramen vliegen open, stof enrook komt naar binnen, je krijg geen lucht meer. En maarbidden. Nadat het luchtalarm sein veilig heeft gegeven,kunnen we nog een paar uur niets zien van de rook. Posten rekeningen van mensen die in de Nassaustraatwonen, vliegen bij ons de kelder in. Nadat alles rustig isgeworden durven we eruit te komen. Er zijn geen ambu-lanceauto’s meer. Niemand lijkt te kunnen helpen. Als jehet niet zelf hebt meegemaakt is het niet te begrijpen. Ikweet nog dat Marius voorbij kwam met de oude handkarvan de zaak. “Verschrikkelijk”, zei hij, “dit zijn allemaalstukken van mensen die we vinden”. De eerste keer dathij dit meemaakt is hij de hele dag ziek geweest, maar

later verhardt je hierin en je probeert te helpen waar jekunt.

Dan komt nog een verschrikkelijk bombardement waar-bij door de wind een enorme brand uitbreekt. Via deKlaaskerk, Zusterschool naar de Martinuskerk. De bran-dende stukken vliegen over de Goltziusstraat en inpaniek vluchten we naar Genooi. Oemke op de handkarmet wat zakken kolen en aardappelen. Daar aangeko-men zien we in de verte onze Martinustoren vallen. Opdat moment hebben we dertien bombardementen mee-gemaakt. Wij hebben nog hoop op hulp vanuit het zui-den, waar de Amerikanen zitten, maar dan komt hetArdennenoffensief. Er wordt flink gevochten en de troe-pen komen niet verder. Voor ons komt daarmee de bit-tere koude winter. De Duitsers worden vinniger. Op 10december 1944 wordt de hele binnenstad tot aan deKöllerminder, nu Julianapark, tot spergebied verklaart.‘Heraus mit die Bande’, daar staan we met ons gezin opstraat. We horen dat er nog plaats is in hetThomascollege op de Hogeweg in de kelders. Maar ocharm, twee nachten zijn we er geweest, dan trekt PaterVogels, de rector, ik heb het hem nooit vergeven, dezekeringen uit de elektriciteitskast en zitten we in hetdonker. Alleen een paar oude mensen mogen blijven.Waar nu naar toe? Na veel omzwervingen mogen we ineen kelder op de Kaldenkerkerweg intrekken. Matrassenweer op de grond, het fornuis er weer in. We slapen mettien naast elkaar. Wassen doen we ons met sneeuw bui-

1940|1945

De mensen van het Rode Kruis in het ziekenhuis, met in de rolstoel Juul

Smeets en daarnaast staand Mia Bartels.

De voorkant van het oude St. Jozef Ziekenhuis.

Page 39: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

74 BUUN

ten. Boven is het dak kapot en het drupt tot in de kel-der. Maar we hebben weer een dak boven ons hoofd.

Marius is ondertussen via het Rode Kruis ingezet in hetziekenhuis. Vanaf augustus ’44 is hij hier dagelijks enintern. Zo helpt hij met operaties en gaat hij met eenboerenkar naar Velden, Arcen, Lomm, noem maar op.Daar haalt hij aardappels, wortels en andere groente opvoor gebruik in het ziekenhuis. Er is totaal geen voor-raad meer. De patiënten liggen drie hoog in de kelder. Bijhet licht van autolampen worden operaties verricht. Erzijn buiten de zieken ook veel onderduikers die in de kel-ders van het ziekenhuis hun toevlucht hebben gevon-den. Burgemeesters, paters, journalisten die onder-gronds werk doen. Ze zitten er veelal onder een schuil-naam en Hogenhuis, geneesheer-directeur, bepaalt wieer in mag en wie niet. Ik herinner me rector Bouillon (JanParapant) en families van de specialisten die met z’nallen in de kelders van het ziekenhuis zijn. FamilieHogenhuis, familie Van Beek, familie Renders, huidartsJan Plateel, allemaal mensen die ook hun huizen uitmoesten. Ik ben ervan overtuigd dat een van de mensendie er verbleven de Belgische schrijver Louis Paul Boonwas, hij noemde mij altijd Marieke en was na hetArdennenoffensief België ontvlucht. Hij wist alles.Voorspelde de komst van de Amerikanen en zei dat wevan de Engelsen niets te verwachten hadden, zijn stra-tegisch inzicht was heel goed. Het zal altijd een raadselvoor mij blijven. Ik ben, met die herinnering, nu zijnboek De Kapellekensbaan aan het lezen.

Iedereen is bang dat het ziekenhuis moet evacueren ofgebombardeerd wordt. Marius klimt met een grote potverf boven op het dak en maakt er een groot rode kruisop, zodat de vliegtuigen kunnen zien dat het om een zie-kenhuis gaat. Aan de achterkant zijn verschillendeslachtoffers begraven. Een plaatje met een koordje omde hals, in een laken gewikkeld. Kisten hebben we allangniet meer. Op een dag komt een Rode Kruis-medewerkeruit Velden, hij biedt het ziekenhuis zolang zijn koeienaan. Melk voor de baby’s, prachtig, maar waar moetenvijf koeien naar toe? Ze kunnen niet aan de achterkantvan het ziekenhuis staan, want daar wordt aanhoudendgeschoten en zullen ze niet lang overleven. Dus de koei-en - niet te geloven – zetten we in de gang op de eersteetage. Je kunt je niet voorstellen hoe de sfeer in het zie-kenhuis was, iedereen leeft in de kelder, badkamers enwc’s al jarenlang verstopt, koeien in de gang. Het is erdonker en vies en het stinkt er overal. Het lijkt er eenspookhuis. Met de familie Steeghs, waar de koeien van-daan kwamen, zijn we altijd bevriend gebleven.

Op 15 januari ’45 staan de Duitse soldaten aan de deurvan het huis op de Kaldenkerkerweg, waar we in de kel-der verblijven. Het geweer in de aanslag. Ons gezin moetevacueren. Zus en ik hebben van de zonneschermen uitde zaak rugzakken gemaakt, die staan voor iedereenklaar. We staan buiten in de hoge sneeuw en het is bit-terkoud. Ik besluit dat ik zonder Marius niet mee ga. Dusik zeg tegen de Duitse soldaat: ‘Ich bin Pflegerin undmuss ins Krankenhaus’, zodat ik Marius daar op kan

BUUN 75

gaan halen. Ze laten me gaan. Dag Mam, Pap, jongensen Nelly. Zij gaan linksaf, ik rechts. Met de rugzak om enwat spullen op een slee kom ik in het ziekenhuis aan.Zuster Ignatio, economisch directeur, komt me tege-moet. Ik vertel haar dat mijn familie is geëvacueerd,maar dat ik zonder Marius niet ga en dat ik hem komophalen. Marius is met de kar eten voor het ziekenhuishalen. Moeder Overste wordt geraadpleegd. ‘Marius’, zozegt ze, ‘die kan ik hier niet missen, maar we kunnenjouw hulp goed gebruiken dus je kunt hier blijven. Hieris een witte schort, ga maar naar de kinderafdeling’.Stiekem hoop ik nog op terugkeer van Mam, Pap en derest, maar ze komen niet meer. En waar ze naar toe zijn,is voor mij een groot raadsel.

Zo kom ik op de kinderafdeling van het ziekenhuisterecht. Verpleegster ben ik niet. Ik heb wel mijn drogis-tendiploma, huishoudkunde met kinderverzorging enEHBO en ben gewend voor mijn kleine broertjes te zor-gen. Dus het is niet helemaal nieuw voor me. Toch benik een vreemde eend in de bijt. Ik zie Marius weinig enga veel op bezoek bij Jules Smeets, de zus van mijn late-re schoonbroer Jan, die bij een bombardement beidebenen heeft verloren en in het ziekenhuis ligt. Het werkis zwaar maar op een vreemde manier ook heel fijn. Dekinderen, allemaal oorlogsslachtoffertjes, zijn heel lief.In het begin heb ik veel moeite met de grote wonden ende verminkingen. Voor het wassen van alle kinderen, hetzijn er steevast zo’n twintig, mag ik maar twee emmerswater gebruiken. Ook bij de zuigelingen help ik. Er zijn

baby’s die in een couveuse moeten maar er is niet vol-doende elektriciteit. Met kruiken proberen we de tem-peratuur te behouden. Maar iedere week sterven erenkelen. Vreselijk. Van oude kousen maak ik een pop.Voorlezen vinden ze heerlijk. Als het buiten rustig isgaan we wel eens ingepakt in een deken even naar bui-ten aan de voorkant van het ziekenhuis. De oogjes knip-peren tegen het daglicht dat ze niet gewend zijn. Uit dezaak heb ik nog wat zakjes oorlogsshampoo. Daarmeewassen we alle twintig kinderen de haren. Met een lui-zenkammetje wordt alles nagekeken. Op een hoofdjezitten soms wel dertig luisjes, maar de kinderen zijnweer eens schoon.

Vanwege plaatsgebrek moeten patiënten, zodra ze eenbeetje beter zijn, zo snel mogelijk het ziekenhuis verla-ten. Op een dag wordt een moeder met een baby naarhuis gestuurd. Maar ze is nog zwak en kan moeilijkalleen met de baby in een reiswiegje naar huis lopen. Demannen durven niet meer de straat op, want ze zijnbang dat ze worden opgepakt. Ze vraagt aan mij of ikhaar niet wil helpen. Maar alleen durf ik ook niet goedomdat er steeds granaten afgevuurd worden. Samenmet een verpleegster durven we het aan. Het is eenprachtige zonnige winterdag. De sneeuw ligt hoog. Hetis doodstil, geen mens op straat. Om beurten dragen wehet wiegje met de baby. En bij het minste gerommel dui-ken we plat op de grond. Onze eindbestemming is in debuurt van de Leutherweg, vanuit het ziekenhuis een helewandeling. Aanbeland bij de kerk van de Maagdenbergvliegt er plots een groot salvo granaten over ons heen.We verbergen ons op de grond achter de grote muur vande kerk en horen verschillende inslagen. Als het vurenophoudt, kruipen we met de baby verder. We zetten demoeder thuis af en maken direct rechtsomkeer vanwegede invallende duisternis. Langs een andere weg, deWaterleidingsingel, keren we naar het ziekenhuis terug.Daar aangekomen blijkt dat iedereen erg bezorgd omons is en Marius en verschillende anderen staan ons opte wachten. Want aan de andere kant van de kerk, hethuis ernaast, zijn de granaten ingeslagen en waren deinwoners, een oma en vier kleinkinderen op slag dood.Dus de kerk had ons beschermd. We krijgen een extra

1940|1945

De kinderafdeling waar Mia Bartels werkte, met op de achtergrond de

Disneyfiguren die haar toenmalige verloofde Marius op de muren tekende.

De operatiekamer in de kelder van het ziekenhuis tijdens oorlogstijd.

Plattegrond van het ziekenhuis, begane grond en kelder.

Page 40: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

76 BUUN

bord Hassanpap en ’s avonds wordt de rozenkrans metdank gebeden.

Zo sukkelen we door de weken heen. Menig keer wordter aan evacuatie van het ziekenhuis gedacht, maar waarnaartoe met de patiënten? Aan de overkant van deMaas liggen, zo vinden wij, de Engelsen te slapen.Verschillende Venlonaren proberen ’s nachts zwem-mend de Maas over te steken. Niet gemakkelijk. DeMaas wordt met schijnwerpers bewaakt door Duitse sol-daten. In het ziekenhuis is bijna geen verband meer. Hetwordt steeds in soda gewassen en dan weer opnieuwgebruikt. Eten wordt hoe langer hoe moeilijker. Iedereavond bidden we allemaal de rozenkrans, ‘nood leertbidden’, maar het voelt toch alsof iedereen ons in desteek heeft gelaten. Voor Jules ruil ik af en toe iets vooreen extra boterhammetje. Van ons gezin heb ik nog nietsgehoord. Waar zijn ze? Jan en Zus en de familie Smeetszitten in Doesburg, de familie Van Soest in Steijl. Af entoe lukt het Marius daar naar toe te gaan. Er wordt weleens gezegd ‘als de nood het hoogst is, is de reddingnabij’. En zo lijkt het, want op het meest onverwachteogenblik komt de bevrijding.

Zo onverwacht, wie had dat kunnen denken, komen deAmerikanen vanuit het zuiden. We horen al een tijdje hetgerommel van schieten dat steeds dichterbij komt. DeAmerikanen rukken op naar Duitsland en komen plotsbij Venlo de grens over. Ze staan versteld van het wel-kom dat de mensen hen geven en merken daardoor pas

dat ze in Nederland zijn. Wij in het ziekenhuis weten nogvan niks. Maar om twee uur ’s middags komen er gewon-den binnen van een Rode Kruisgroep die in de buurt vande Kaldenkerkerweg operationeel is. Ze hebben blijde,opgewonden gezichten en nadat de gewonden naar deoperatiekamers zijn gebracht, zegt een van hen: ‘mis-schien is dit wel de laatste...’. ‘Hoezo de laatste?’, vra-gen Marius en ik, ‘ja’, zo horen we dan, ‘de Amerikanentrekken Venlo binnen. Kijk maar wij hebben al chocola-de en Pall Mall-sigaretten’. We kunnen het nog niet gelo-ven. Van een heel andere kant dan we verwachten, wor-den we bevrijd? Er komen nog meer patiënten binnen endan pas geloven we het. We willen het zo graag meteigen ogen zien, maar kunnen nu natuurlijk niet uit hetziekenhuis weg.

Ik ben de enige die al die tijd in het ziekenhuis boven degrond heeft geslapen. Helemaal alleen op de beganegrond. Met de koeien op dezelfde verdieping. Vaak slaapik in de badkuip, dat is veiliger en verder van het raam.In de kelder mag ik niet want ik ben hier illegaal. Maardie nacht ga ik bij Jules in bed slapen, we vinden het tegevaarlijk op de begane grond. In de buurt zitten nogDuitse soldaten, waar we bang voor zijn, maar och arm,later plegen ze zelfmoord, het blijken jongetjes van 16jaar. Waarom zien we nog niks van de bevrijding? Hetblijkt dat die eerste dag de Amerikanen niet verderkomen dan het station. Het is een gevecht van man totman. De Duitsers moeten allemaal uit de keldersgehaald worden, maar het is nog maar een handje vol.

BUUN 77

1940|1945

Op 3 maart durven Marius en ik naar buiten te gaan. Wekomen niet verder dan de St. Martinuskerk, daar wordenwe door de Amerikanen teruggestuurd. Ik ga gelijk allesaan Jules vertellen, en dat ik toch echt onze bevrijdersgezien heb. Jules popelt van ongeduld. Met veel moeitekan ik een krakkemikkige rolstoel bemachtigen. Het isprachtig weer. Ik loop met Jules naar de Straelseweg, ophet hoekje, waar nu de apotheek van Jaspers is, blijvenwe staan. We kijken onze ogen uit, allemaal tanks enlegerwagens trekken richting Duitsland. Aan de over-kant staan Engelse en Amerikaanse officieren druk tepraten. Hoge pieten zo te zien. En opeens zien weMontgomery, zo dichtbij. We willen hem de hand geven,maar dat lukt niet. Af en toe houdt de colonne halt endan kunnen we onze bevrijders goed zien. Het zijn bijnaallemaal negers. Dat is voor ons iets nieuws in die tijd,in 1945, zie je bij ons nog niet zo veel donkere mannen.Een lange neger met MP op zijn helm, staat het verkeerte regelen Als hij door een ander wordt afgelost, komt hijbij ons voorbij. Wij geven hem een hand, ik zal het nooitvergeten, hij houdt onze handen vast en kijkt naar Jules,17 Jaar en beide benen geamputeerd, de tranen rollenover zijn wangen. Wij vertellen hem, trots als we zijn opons Engels, dat we in het ziekenhuis verblijven en hoehet daar is. Hij blijkt arts te zijn en vraagt aan zijn com-mandant of hij een half uurtje met ons mee mag. Daargaan we met ons drieën. Hij duwt de rolstoel en zokomen we in het ziekenhuis aan. Ik zie nog voor me hoehij met mij de kelders ingaat. Allemaal die gewonden, deoperatiekamer en als laatste de kinderafdeling. Hij is erg

onder de indruk. Hij trekt zich het lot van de kinderenerg aan. Hij sommeert alle kinderen de kelder uit. Naarboven, het daglicht in. Een paar dagen later komen ervia hem kisten sinaasappels en chocolade voor de kin-deren en hij zorgt ervoor dat er militairen komen helpenom het ziekenhuis weer een beetje op orde te krijgen.De vreugde is zo groot. Ik krijg er na al die jaren nogsteeds kippenvel van als ik eraan terugdenk. Ik hoor viahet Rode Kruis dat mijn familie in Bakkenveen zit en datiedereen in orde is.

Marius’ taak in het ziekenhuis zit erop. Hem wacht alsnel weer een nieuwe job. De mensen terughalen naarVenlo vanuit hun evacuatieadressen. Zo komen eerstPap en Nelly in Venlo aan. Het huis op de Goltziusstraat14 is schoongemaakt. De daken zijn hersteld. ‘Maargoed’, zegt hij als hij aankomt, ‘dat jij in Venlo geblevenbent, je hebt het hier prima in orde’. Een hele muurkastvol sigaren en sigaretten heb ik voor hem gespaard, hijkijkt z’n ogen uit. En de eerste woorden van Mam waren:‘laten we maar met de schoonmaak beginnen’. De werk -lust die heerst is overweldigend. Iedereen helpt elkaar.Vanuit Australië en Amerika krijgen we levensmiddelenen kleren, het Marshallplan helpt de ondernemers.Heerlijk is het weer om in bevrijd Nederland te mogenleven. We hopen en bidden dat dit nooit meer gebeurd.”

In 1946 trouwen Mia en Marius van Soest-Bartels. In 1947 wordt Marius geëerd met hetGouden Rode Kruis. Ze krijgen tien kinderen,waarvan er eentje in Amerika woont en deanderen nog steeds bij haar in de buurt. Miawerkt nog lang in de zaak van haar vader,Bartels verf en behang, die later door haarbroers is overgenomen. Marius richt in Venloen daarbuiten, kledingzaken op die zijn naamdragen. Hij overlijdt in 1993. Mia van Soestwoont nog steeds in Venlo en schrijft haar ver-haal ter nagedachtenis aan haar man en voorhaar kleinkinderen.

Mia en Marius (links) dansend tijdens de bevrijding.

De uitreiking van het Gouden Rode Kruis, met Marius van Soest in het mid-

den, 1948.

Plattegrond van het ziekenhuis, begane grond en kelder.

Page 41: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

78 BUUN

Cello in omarming

BUUN 79

“Cello spelen is eenomarming. Elk instru-ment is in zekere zin eenverlengstuk van jezelf envan je lichaam, maareen viool houd je van jeaf en bij een piano is deafstand nog groter. Eencello heb je heel dicht-bij. Je zit, met het instru-ment voor je, tussen jeknieën. Met je armen gaje eromheen. Het is nietzo dat je het geluid voelt,dat gaat naar voren, vanje af. Maar zeker als je jestukken goed kent, geenbladmuziek nodig hebten uit je hoofd met jeogen dicht kunt spelen,dan ben je een met jeinstrument. Dat is heelintiem. Geen enkelander instrument heeftdat zo sterk.”

Hannekes muzikale car-rière begint al in haarkindertijd. Vader Roggenvindt muzikale opvoe-ding heel belangrijk endus volgt ze op deTegelse Muziekschool dealgemene muzikale vor-ming: “Veel blokfluit.”Na drie jaar amv breekthet moment aan om eeninstrument te kiezen. Opdat moment wordt decello sterk gepromoot enze volgt een proefles.“Ik wilde iets doen dat

Geboren en getogen in Tegelen reist

cel l is te Hanneke Roggen met

het Johann Strauss Orkest van André

Rieu over de hele wereld. “ In Japan

gaan ze helemaal ui t hun dak.”

DOOR KEES VERBEEK

FOTO JACQUES PEETERS

weinig andere kinderen deden. Waarschijnlijk wildeik me wel onderscheiden. Bovendien vond ik de juf-frouw erg aardig. En het is natuurlijk een prachtig ins-trument. Om te zien en om te horen. Thuis had ik welnaar cellomuziek geluisterd op elpees van mijn vader.Dvorak vooral was prachtig. Het is een instrumentmet een warme, melancholische klank. Het heeft eenenorm bereik – heel hoog en heel laag – bijna gelijkaan dat van de menselijke stem. Bij gevoelige film-scènes hoor je bijna altijd een cello.”

Langzamerhand ontstaat de gedachte om het niet bijles op de muziekschool te laten maar door te gaannaar het conservatorium. Hanneke volgt een jaarprivé-les bij Henriëtte Janssen en combineert het laat-ste jaar havo met verdere voorbereidende studies. Detegenwoordig gangbare constructie, die middelbareschool en vooropleiding conservatorium combineert,bestaat dan nog niet. Op het conservatorium krijgt zeles van Frans van der Grinten.

“Tijdens mijn studie heb ik al vaak nagedacht overmijn toekomst. Je moet er tenslotte ook van kunnenleven. Een solocarrière zat er niet in. Daar moet je erggoed voor zijn en dat ben ik niet. Nee, dat doet geenpijn om te zeggen. Ik speel goed, maar niet goedgenoeg voor solo. Dat ligt ook wel aan mezelf mis-schien. Ik had tijdens mijn studie niet steeds geloof inmezelf en dan moet je het soms van heel ver halen.Het ging wel steeds beter, maar met ups en downs.”

Tegen het eind van haar studietijd komt Hanneke viahaar oude leerkracht Henriëtte Janssen in aanrakingmet het Johann Strauss Orkest van André Rieu. Het isde tijd – halverwege de jaren negentig – dat TheSecond Waltz stormenderhand de hitlijsten binnen-komt en Rieus populariteit groeit. Hij zoekt reserve-krachten voor grote optredens.

“Normaal speelde hij toen met twee celli, maar voorgrote optredens waren er drie nodig. Ik heb voorge-speeld, maar we hebben vooral ook veel gepraat.André vindt het belangrijk dat iedereen goed in degroep past. Ik werd de derde cellist en verving gere-geld een van de andere twee. Later ging ik er vast bij-horen. We zijn met 45 orkestleden en het is een ont-zettend leuke groep. Ik heb er veel geleerd, ben veelvrijer gaan spelen. Ja, zo mag je het noemen. Ik heber heel veel spelplezier opgedaan.”

Het Johann Strauss Orkest is niet onomstreden inNederland. Het brengt makkelijk in het gehoor liggen-de, lichte, klassieke muziek in een gepopulariseerdejas. Critici komen vitriool tekort en gebruiken woor-

Page 42: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

80 BUUN

den als oppervlakkig, onbeduidend en Circus Rieu.Dit laatste vanwege het vele spektakel dat de Steh-geiger pleegt te ontketenen. Over het concert in julidit jaar in de Rodahal in Kerkrade met achttiendui-zend bezoekers meldt de recensent van Dagblad DeLimburger dat hij niet één goede noot gehoord heeft.De lezers denken er duidelijk anders over en schrij-ven tientallen protestbrieven naar de krant.

“Zeker, dat volgen we. Hier, ik heb het stukje bewaarden ook de ingezonden stukken. Het is nogal wat als jedat durft te schrijven. De kritiek op de repertoirekeu-ze, tja, die is bekend. En misschien hebben ze daarook wel gelijk in. Ik zou ook wel weer eens een sym-fonie van Beethoven willen spelen, maar dat doen wenu eenmaal niet. Bij het LSO zou ik waarschijnlijk opandere punten tekortkomen. Feit is dat we achttien-duizend mensen een prima avond bezorgd hebben.Wat is daar mis mee? Ik vind dat ook een voorrecht.”

Jaarlijks speelt Hanneke met het Johann StraussOrkest zo’n honderdtwintig concerten. Nauwelijksmeer in Limburg, maar veel in Duitsland, de Verenig-de Staten, Japan en andere landen. Het zijn tourneesvan soms wel twee of drie weken en vaak elke dag ineen andere plaats. Hoeveel dagen ze onderhand vanhuis is, heeft ze nog nooit geteld. Dat moet ongeveerde helft van het jaar zijn. Maar de hotels zijn altijdprima en er gaat eigen catering mee.

“We komen veel in Japan en dat is elke keer weereen fantastische ervaring. Aan het begin van de avondzitten ze er nog wat bedeesd en ingetogen bij en ap-plaudisseren ze braaf. Na verloop van tijd krijgen ze inde gaten dat het zo stijfjes niet hoeft en dan lijkt hetwel of er en bom ontploft. Zo’n opwinding, elders zijnde mensen ook enthousiast, maar Japan is in datopzicht heel speciaal. Daar gaan ze echt helemaal uithun dak. Dat geeft heel veel voldoening.”

De schaarse tijd thuis -inmiddels woont ze inMaastricht- besteedt Hanneke aan studie van hetorkestrepertoire, de verplicht etudes om de vaardig-

Cello in omarming

D e v i o l o n c e l l o

Wij spreken altijd overcello, maar eigenlijk heethet instrument violoncello.Het is het basisinstrumentvan de violenfamilie.Broertjes zijn de viool, dealtviool en de contrabas.De ontstaansgeschiedenisvan dit gezin is tamelijkonduidelijk. De eerste strij-kers lijken uit Azië naarEuropa te zijn gekomen.De oudste instrumentendie nog het meest op dehuidige cello lijken, date-ren uit de eerste helft vande zestiende eeuw. Zehadden drie, vier, vijf ofzelfs zes snaren; de huidi-ge heeft er aan viergenoeg. Voor 1800 haddende celli – of wat we nucelli zouden noemen –een tamelijk korte hals.Later werd de hals langerom de spelmogelijkhedente vergroten.Aanvankelijk werd het in -strument tussen de knieëngeklemd, maar al in dezeventiende eeuw werddat niet meer gedaan enrustte de cello op een hou-ten bankje. De metalenpunt, waarop hij vandaagde dag rust, dateert vanomstreeks 1830.Beroemde cellowerken zijnde zes suites van JohannSebastiaan Bach, hier inNederland zeer verdien-stelijk op cd gezet doorPieter Wispelwey.

heden op peil te houdenen stukken naar eigenkeuze. Tijd voor eeneigen ensemble is erniet. De huiskamercon-certen, die ze enkelemalen gegeven heeftsamen met een pianist,liggen momenteel stil,maar ze sluit niet uit datze die draad nog weleens oppakt.

“De Cello Suites vanBach zijn natuurlijk on-uitputtelijk voor cellis-ten. Daar ontdek je tel-kens weer nieuwe din-gen in. Beethoven heeftprachtige sonates ge-schreven voor cello enpiano. Mijn voorkeurgaat uit naar het roman-tische repertoire, Rach-maninov, Tsjajkovski.Schumann heeft eenheel mooi Lied ohneWorte gemaakt. Datheeft prachtige, lange,muzikale zinnen waarinje je helemaal kunt uit-spreken.” �

BUUN 81

ABCDEFGH I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

GALGENBERG

‘Kijk, daar’, wees een vriend metwie ik in de tuin op een mooievoorjaarsavond een goede bour-gogne eer aandeed. Ik woondenog niet zo lang in een spiksplin-ternieuw huis in het Groenveld. Mijn vriend wees naar een paarkraaien die rusteloos fladderdenin de wind boven de bomen vande steilrand.‘Opmerkelijk’, zei hij, ‘juist opdie plek.’Hoezo die plek? Wat hij aan-wees, was ongeveer de plaatsvan het oude waterleidingge-bouw en klooster Manresa. Hijdronk zijn glas leeg en schonkzich opnieuw in. ‘Da’s de galgenberg’, zei hij.‘De g…?’‘Galgenberg. Daar hing Venlovroeger zijn boeven op. Na deuitspraak werden ze door ledenvan het Akkermansgilde hier-heen gebracht om te wordengehangen. En naar goed gebruikliet men ze nog dagen na hundood bungelen. Feest voor dekraaien.’Ik huiverde. Stil keken we naarde buiteling van de grote zwartevogels.‘Het kan natuurlijk niet’, zei hijbedachtzaam, ‘maar het lijkt welof ze het weten van die galgen-berg. Zoals wij het weten vanonze voorvaderen, zij het hoor-den van de hunne.’

Die nacht schrok ik wakker uiteen onrustige slaap. De kraaienwaren stil geworden en de windwas gaan liggen. Behoedzaamkeek ik naar buiten. Niets weesop enig onraad. Maar toch. Deandere dag verhuisde ik mijnslaapkamer naar de andere kantvan het huis.

HAMPELMAN

Voor mij als geboren Hollanderwas het Limburgs niet meer dan

het zachte-g-Limburgs van WimSonnenvelds Frater Venantius.Limburgs was een dialect dathooguit anders klinkt dan mijnmoedertaal, die toen nog alge-meen beschaafd genoemd werd:een beetje koddig en ietwat zijig. Pas toen ik in Venlo kwamwonen, leerde ik dat er onge-veer evenveel Limburgersen zijnals steden, dorpen en zelfsbuurtschappen. Ik mocht hetook geen dialect noemen, datimmers niet meer doet danafwijken van de standaardtaal,want Limburgs was een streek-taal, wat een min of meer eigengrammatica veronderstelt. Diediscussie is aan mij niet besteed.Geheel nieuw voor mij was, dathet dialect ook heel eigen woor-denschat kent met juweeltjes alsschóttelslet, näölen en herfs-haan. Een van de mooiste woordenwaarmee ik kennismaakte, ishampelman. Je hebt er geenwoordenboek bij nodig om deman in kwestie in een versloftestofjas met haperende motorieken hakkelende tongval door hetleven te zien stuntelen. Hij isoverigens een onschuldig type,onschuldiger dan zijn neef, dehork, die ook stuntelt, maar gro-ver. In de Nederlandse woordenboe-ken die ik ken, en zelfs in hetMiddelnederlands en hetBargoens woordenboek, is dehampelman een volstrektenobody. De spellingcontrole vande computer heeft zelfs geenalternatief voor hem. Het Duitsewoordenboek kent hem wel enziet hem als een draadpop, eenhansworst overgeleverd aan dehand van een eeuwige ander.Tot groot ongenoegen van dehaaibaai die zijn vrouw is, laathampelman voortdurend vanalles uit zijn handen vallen. Zijnmompelende verontschuldigin-gen vallen in verkeerde aarde.Zij is trouwens wél bekend bijonze lexicografen. Daar heeft ze

wel voor gezorgd.Een heikel huwelijk, die twee:Hampelman en Haaibaai. ABCDEFG

H I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

DOOR

KEES VERBEEK

FOTO

JACQUES PEETERS

Page 43: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 8382 BUUN

De leden van de redactievan het jaarboek Buun zijnnatuurlijk meer dan alleenredactieleden. Ze zijn ookvader of moeder, wielren-ner of hardloopster, stilen bedachtzaam of eenspraak waterval. Net zozijn ze tevens journalist ofkunstenaar. Als journalistpresenteren de meestezich al in het jaarboek,dus waarom niet ook alskunstenaar? Redactiele-den Hélène Hermans enPascalle Mansveldersover winnen hun schroomen spreken met elkaarover hun werk en dekunst. Voor Buun 2005stelt Hélène de vragen aanPascalle, terwijl het voorhet jaarboek dat daaropvolgt precies andersom zalzijn.Pascalle Mansvelders –velen zullen haar kennenvan haar vroegere werkvoor het Museum VanBommel Van Dam, waar-voor ze onder meer despraakmakende expositiePop & Artvertising maakte– werkt al enige jaren instilte aan een bijzonderoeuvre. Ze maakt heel

realistische schilderijen,waarvan engelen het cen-trale thema vormen. En gelen die bijvoorbeeldworden afgebeeld alsBatman en vergezeld gaanvan een flard van eensongtekst die in combina-tie met het beeld tot

nadenken stemt. Het zijnindringende doeken diePascalle eindelijk uit debeslotenheid van het ate-lier moet laten komen,want engelen mag je nietvoor jezelf houden. VoorBuun 2005 stuurt ze heneven de straat op. Adri Gorissen

Heaven, 2003

Digitale beeldbewerking

Ruud van Soest, Boston, US

Pascalle, de kunst en de engelenDat e: Mon, � 16� Feb� 2004� 21: 37: 26� +0800

To: pascal l emansvel der s@yahoo. com

Fr om: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� � �

Subj ect : mai l � Buun� 16� f ebr � 04

Hallo Pascalle

Ik vond het vorige week erg boeiendom je werk te zien, goed gedocu-menteerd ook, (dat vond ik voormezelf ook wel een goed idee). De

diverse portretten van kinderen, mettekst, uitspraken of liedtekst en deengelenschilderijen, eigentijdse en-gelen, zeer zeker geen zoete lieverd-jes. Zoals je zei Batman en Spider-man zijn ook engelen. Maar hieroverlater meer.

Op dit moment ben je bezig met

twee grote engelenschilderijen diesamen een verhaal vertellen, eengedachte uitdragen?! Het formaatwordt steeds groter. Werkt het meerconfronterend zo’n formaat van - ikmeen - 100 x 150 cm, twee naastelkaar, dan de kleinere formatendoek waar je een jaar geleden voor-namelijk op werkte?

Of is formaat niet eens zo belangrijk?

Groet, Hélène

Dat e: wed, � 25� � Feb� 2004� 22: 44: 37� +0800

To: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Fr om: pascal l emansvel der s@yahoo. com�

Subj ect : mai l � Buun� 25� f ebr � 04

Hélène,

Formaat is belangrijk. Maar dat hoef ik jou niet te vertellen.Het is bij het maken van een schilderij de eerste concretevraag die je je stelt wanneer zich een bepaald idee gevormdheeft. Ik heb me in rondleidingen door schilderijententoon-stellingen wel vaker de vergelijking gepermitteerd met hetmaken van een boeket bloemen. Want iedereen die zichkan voorstellen hoe het is, om alle bloemen ter wereld totje beschikking te hebben om daar een boeket uit samen testellen, kan zich inleven in de hoeveelheid keuzes die eenschilder moet maken: welke kleuren, welke vormen, wat,hoeveel, waar en ga zo maar door. En dan heeft een schil-der buiten bloemen nog de keuzes uit alle andere bestaan-de en niet bestaande onderwerpen. De schikker van debloemen begint en kan kijken waar hij uitkomt, de schildermoet alles van tevoren al overzien en dat dan toch geenrem laten worden. En de eerste keuze die je daartoe maaktis je formaat.

In het geval van het schilderij waar jij het over hebt en waarik op dit moment mee bezig ben, is het formaat bewust vrijgroot. Gelukkig is de ruimte waarin ik werk erg hoog, in denok meer dan 6 meter, dus dan lijkt het met die grote for-maten allemaal wel mee te vallen. Dit schilderij bestaat uittwee doeken van elk 1 meter breed en 1.60 hoog. Opbeide doeken is dezelfde engel voorgesteld, waarvan je hetverschil in houdingen van links naar rechts ervaart, zoals jeook leest. Dat komt omdat er op mijn schilderijen meestalteksten staan. Na een eerste, bijna onbewuste totaalindruk,lees je de teksten ongewild het eerst, waardoor het patroongezet is voor het kijken van links naar rechts. Dat maakt vande schilderijen een verhaal.

De linkse engel kijkt vrij onbewogen op je neer, figuurlijkmaar ook letterlijk. Zij draagt een legeroutfit, een camou-

Pascalle Mansvelders,

foto Mees Mansvelders

Page 44: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 8584 BUUN

flagepak. Ze heeft grote donkerbruine vleugels, die iets naarachteren steken omdat zijzelf naar voren leunt. Ze heeft éénbeen opgetrokken, alsof ze daarmee ergens op staat oftrapt, haar linkerarm leunt op haar knie. In haar rechterarmdie naar achteren buigt, heeft ze een schedel geklemd.Haar ogen zijn net zo donker als haar vleugels; ze kijkt jestrak aan. Dat oogcontact zorgt ervoor dat je telkens naarhaar gezicht kijkt als je het schilderij, al is het maar even inhet voorbij gaan, ziet. Ze heeft een wel erg lief gezicht vooreen onverschrokken soldaat. Omdat ze zo opvallend je blikopzoekt, voel je je al snel gelijk met haar staan en tochtorent ze in alle opzichten boven je uit. Door haar houdingen door het formaat. Ik denk dat engelen groter zijn danmensen. Maar buiten dat, in het geval van deze engel, ver-sterkt het ‘larger than life’- effect, het bedreigende dat inalle elementen van het schilderij verstopt zit. De tekst -gecamoufleerd - bij dit doek zegt “don’t lean on me man”.

De rechtse engel is dezelfde, draagt hetzelfde pak, hetzelfdegemakkelijke - ietwat verwaaide - kapsel, dezelfde vleugelsen ook dezelfde schedel. Maar zijzelf staat op dit doek rech-ter dan recht op. De vleugels lijken daardoor wat meer open

te vallen, als een cape die naar achteren wordt geslagen. Deschedel houdt ze nu in beide handen vast en toont hem aande toeschouwer in een bijna religieus gebaar. Daarmee ver-dwijnt haar gezicht voor een deel achter de schedel, iets wathaar een totaal ander uiterlijk geeft. Kouder, afstandelijker enouder. Minder menselijk ook. En je realiseert je als toe-schouwer dat niet de engel op onze (oog)hoogte zit, maar deschedel. Jij had het over confronterend, Hélène, dat heb ikmet dit werk gehoopt te bereiken, ja. De tekst zegt “causeyou can’t afford the ticket”. Het schilderij heet ‘SuffragetteCity’. Dat is de song van David Bowie waaruit de tekst ophet doek afkomstig is. De teksten zijn een extra mogelijkheidtot communicatie met degene die naar het schilderij kijkt.Communicatie is voor mij een belangrijk doel van elk schil-derij, of je nu aan de kant van de kijker of van de makerstaat. En muziek, zo zegt men immers al eeuwen, is de taalvan engelen. Ik geloof niet dat dat altijd alleen maar tonenvan Bach hoeven te zijn.

Groet, Pascalle.

Dat e: Thu, � 4� Mar � 2004� 10: 53: 50� +0800

To: pascal l emansvel der s@yahoo. com

Fr om: “ Hél ène� her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Subj ect : Mai l � Buun� 4� maar t � 04

Pascalle,

Mooie vergelijking, het maken vaneen schilderij en het maken vaneen boeket bloemen.

Communicatie is een belangrijkdoel van elk schilderij zeg je. Hetonderwerp van je schilderijen zijnengelen. De teksten zet je er hetlaatst bij, je leest ze als eerste.Door deze combinatie voel je alskijker heel precies wat jij als schil-der bedoelt.Communiceren met engelen.

Engelen in de gestalte van ‘gewo-ne’ kinderen en volwassenen. Jemodellen zijn eigentijdse mensen.Maar niet iedereen. Wat maaktiemand voor jou een engel, watheeft die in zich? En dan: waaromschilder je engelen?

groet, Hélène

Dat e: Fr i , � 12� Mar � 2004� 16: 28: 08� +0800

To: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Fr om: pascal l emansvel der s@yahoo. com�

Subj ect : mai l � Buun� 12� maar t � 04

Hélène,

Engelen ZIJN communicatie. Uitwisseling, verbinding methet onstoffelijke. Letterlijk betekent het woord engelimmers ‘boodschapper’. De eerste verwijzingen naar enge-len gaan terug tot het derde millennium voor Christus, waarin Mesopotamië naast Goden, een soort van buitenaardsewezens een belangrijke rol speelden die de gedaante vanmens en dier (vooral vogels), konden aannemen om con-tacten te leggen met mensen. Je kon ze ontmoeten in denatuur of in dromen. Er waren goede en slechte, de eersteontwikkelden zich tot de latere engelen, de tweede tot dui-vels. Wat opvallend is aan engelen, is dat ze een verschijn-sel vormen dat in alle religies en culturen in de wereld, inhet verleden en tot nu toe, voorkomt. Een verbindende fac-tor in religies, is dat niet de ultieme vorm van communica-tie in onze tijd?

Als kind al vond ik engelen fascinerend. Zoals, zo merk iknu, bijna alle kinderen. Ik verzamel afbeeldingen, literatuur,films, wat dan ook over engelen. Ik heb mijn kunstgeschie-denisopleiding gevolgd in Nijmegen, waar de Middele -euwen een essentiële kern van het vak vormen. Symbolieken iconografie hebben mij sindsdien nooit meer helemaallosgelaten. Ze zijn een soort van tweede natuur geworden.Een manier om naar kunst en naar het leven te kijken.

Pascalle, de kunst en de engelen

Suffragette City, 2004

The Wasteland, 2003

Page 45: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 8786 BUUN

Engelen pasten wonderwel in dat plaatje. Mijn belangstel-ling is in de eerste plaats dus niet religieus maar kunsthisto-risch. Een in principe ‘onzegbare’ verschijning voorstelbaaren zichtbaar te kunnen maken is een enorme uitdaging.Dat te vertalen naar je eigen tijd, een - zo mogelijk - noggrotere.

Als je engelen schildert heeft alles een betekenis. De ordewaartoe de engel behoort, de stand van de voeten, hetgeslacht of juist het ontbreken daarvan. De leeftijd, de ach-tergrond, de houding van de vleugels. Elke uitdrukking, elkgebaar, elk attribuut, elke kleur heeft betekenis en bedoe-ling. Interessant om te weten, leuk om te ontdekken, maartoch niet echt belangrijk bij het ondergaan van het schilde-rij. Want je kunt ook van een voorstelling van een engelgenieten zonder dat allemaal te weten. Engelen gaan daar-mee door alle lagen heen en zijn er voor iedereen. Of inieder geval kunnen ze dat zijn. Ik ken geen ander verschijn-sel dat dat in zich meedraagt. En engelen zijn voor mij daar-mee meer Pop Art dan een Coca Colaflesje.

Engelen beslaan een onderwerp dat nooit uitgeput raakt enik geloof erin dat het belangrijk is dat je een onderwerphebt als je schildert. Dat heb ik niet van mezelf hoor, ik hebhet overgenomen van Armando. Ik had een aantal jarengeleden het voorrecht een middag met hem over de GrooteHeide te lopen, op zoek naar concrete resten van deTweede Wereldoorlog, waarvan er daar nog vele zijn. Ik washeel druk met een goede rondleider te willen zijn en metallerlei organisatorische dingetjes. Ik was zenuwachtig, hetis ook zo’n grootheid die man, waarnaar hij zich ook nogeens gedraagt. Hij had het voortdurend over twee dingendie hem mateloos irriteerden bij de ‘jeugd van tegenwoor-dig’, waar hij mij toen ook onder schaarde. Ten eerste stoor-de het hem dat ze niet meer geïnteresseerd was in geschie-denis. Dat ik dat wel was, maakte het voor hem acceptabeleen middag aan mij te spenderen, en dat ik daar begripvoor had maakte het zelfs nog leuk ook. Maar wat ik nietsnapte op dat moment, was zijn enorm gevoel van ergernisover “het gebrek aan een onderwerp bij de meeste jongemensen die zich met kunst bezighielden”. Pas later drong desfeer, het overkoepelende gevoel van die middag echt totme door. De betekenis ook van zijn stellingen. Sindsdien isonderwerp een cruciaal criterium geworden in mijn beoor-deling van kunst. Want het is waar, let er maar eens op. Iser geen onderwerp dan is er niets.

Door andere factoren werd die middag met Armando, mijnlaatste dag dat ik ons vak enkel van de theoretische, deorganisatorische kant heb bekeken. Ik ben als 18-jarigekunstgeschiedenis gaan studeren in een tijd dat naar dekunstacademie gaan meer modeverschijnsel leek dan over-tuiging. Omdat dat niet mijn manier was van kijken naarkunst, dacht ik zo een betere manier te vinden mij met ditvak bezig te houden. Twintig jaar later was ik dat vergeten,ik regelde, organiseerde en schilderde erbij. Maar door die

middag met Armando begreep ik dat ik ook om te schilde-ren de juiste keuze had gemaakt. Ik had al geschiedenis,hield een onderwerp en vertaalde mijn uitdrukkingswijze inde afgelopen jaren van samenstellen en schrijven meer enmeer naar schilderen. Tot die dag had ik werk. Werk waar-mee ik gestopt zou zijn als ik de lotto had gewonnen. Numaak ik mijn werk en als ik nu die lotto zou winnen, zou ikgewoon en precies zo doorgaan met waarmee ik bezig ben.

Voor Armando was die middag niets bijzonders. Hij wasgeheel gekleed in het zwart en zag het wel zitten om inSchloss Kriekenbeck te wonen. Hij had zeker geen vleugelsdie dag. Maar in mijn optiek kreeg hij ze later wel. Dat iswat ik ben gaan schilderen. Soms is er een uitwisseling. Ikweet niet precies met wat. Niemand weet het. Maar dieverbinding op zich, is de communicatie die belangrijk is.Dat is wat ik engelen noem. Je kunt naar een concert gaanen intens geraakt worden door wat je hoort en ervaart, maarhet hoeft niet met alle geweld vleugels te hebben. Pas alshet je ziel raakt, ergens die verbinding legt, dan kan het jeoptillen. En dan zijn die vleugels er. Ik schilder gewonemensen en ik geef ze vleugels als ik denk dat die daar ophun plaats zijn.

Groet, Pascalle.

Dat e: Wed, � 17� Mar � 2004� 15: 24: 11+0800

To: pascal l emansvel der s@yahoo. com

Fr om: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Subj ect : mai l � Buun� 17� maar t � 04

Pascalle,

En Batman?

Groet, Hélène.

Dat e: Sat , � 20� Mar � 2004� 23: 19: 07� +0800

To: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Fr om: pascal l emansvel der s@yahoo. com�

Subj ect : mai l � Buun� 20� maar t � 04

Hélène,

Ja, ook een gewoon mens die soms vleugels heeft. Al heefthij ze in de vorm van een cape. Superman, ook een moder-ne engel. Boodschappers, beschermers van mens en mens-heid. Ook engelen in camouflage, alleen het kostuum is tel-kens anders. Door gewone mensen te schilderen in dezekostuums, koppel ik de figuren los van de filmsterren enterug naar de engelen.

Groet, Pascalle.

Dat e: Thu, � 1� Apr � 2004� 16: 08: 52� +0900

To: pascal l emansvel der s@yahoo. com

Fr om: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Subj ect : Mai l � Buun� 1� apr i l � 04

Pascalle,

Goed dat we dinsdag bij elkaarkomen. Na jouw uitleg wil ik jewerk graag nòg eens ‘echt’ zien.Ook de laatste twee doeken ben ikzeer benieuwd naar.

Vanuit je studie, je werk, je gezinen nu je schilderijen, de keuzevan je onderwerp, jouw maniervan uitdrukken: het valt op zijnplaats en vanuit dit evenwicht kanik goed begrijpen dat je bezig bentmet een initiatief dat hieruit voort-vloeit: arts and angels.

Zullen we dinsdag verder praten,groetjes, Hélène

Dat e: Thu, � 8� Apr � 2004� 12: 21: 25� +0900

To: pascal l emansvel der s@yahoo. com

Fr om: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Subj ect : Mai l � Buun� 8� apr i l � 04

Hallo Pascalle,

Mooi zijn de twee grote doeken

geworden, maar mooi is niet hetgoede woord, indringend en con-fronterend is beter. En dat zijn ze.

We hebben het gehad over jeschilderijen, je engelenschilderijenwaarin je jouw manier van kijkenen beleven verbeeld.

Daarnaast schilder je portretten.Moderne portretten van kinderenop een heel directe manier neer-gezet en uitgekaderd. Met tekst.

Portretten in eerste instantie vooralvan je eigen kinderen. Door dezeschilderijen van Mees en Evert benje portretten van andere kinderengaan schilderen. Ook in opdracht.

En vanuit deze portretten zijn jeengelenschilderijen ontstaan.

Zie je de portretten nu als eensoort voorstudie voor je engelen-schilderijen? Een verschil tussenwerken in opdracht en vrij kunste-naarschap?

Groet, Hélène

Dat e: Thu, � 29� Apr � 2004� 22: 06: 02� +0900

To: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >�

Fr om: pascal l emansvel der s@yahoo. com�

Subj ect : Mai l � Buun� 29� apr i l � 04

Hélène,

Vrij kunstenaarschap, waar jij over praat, is mij vreemd. Ikben opgegroeid met het idee dat je, als het om dit soortbegrippen gaat, heel goed op moet letten met wat je doet.Mijn vader, Hay Mansvelders, wil zichzelf al zijn leven lang,niet de titel kunstenaar aanmeten omdat hij vindt dat datwat hij doet daar niet volledig toe behoort. Hij noemt zicheen beeldend vormgever, bij hem ingegeven uit respectvoor mensen die hij als ware kunstenaars ziet. Als ik om meheen kijk dan wens ik dagelijks dat meer mensen diebescheidenheid en wijsheid zouden kunnen opbrengen,want je wilt niet weten wat zich tegenwoordig allemaal zonoemt. Hay neemt het kunstenaarschap heel serieus, datsiert hem. Maar het geeft ook aan dat hij, door zijn maniervan denken, in wezen meer kunstenaar is dan het meren-deel dat zichzelf zo ziet. Voor mij geldt het tegenovergestel-de, ik neem het kunstenaarschap absoluut niet serieus. Voormijn gevoel is maar een heel klein percentage van degenen

Pascalle, de kunst en de engelen

Myths, 2002

Page 46: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 8988 BUUN

die zich zo noemt ook echt een kunstenaar. Al die anderen,moedwillig of niet, besodemieteren de boel. En daar wil ikeenvoudigweg niet bij horen. Ik weet best dat ik daarmeede moeilijkste weg kies, maar zo simpel als de meeste hetvoorstellen, is het voor mijn gevoel nu eenmaal niet.

Dus nee, ik ben geen kunstenaar, maar kunsthistoricus. HetLatijnse ‘historia’ betekent onderzoek, het verhaal van dewereld. Als je daar het begrip kunst aan toevoegt, staat hetbij mij voor alles wat je wilt leren in en over dit leven doorvormen van kunst. Dat kun je doen door een tentoonstel-

ling te maken, door erover te schrijven, maar ook door teschilderen. En laat ik, na het negatieve pleidooi van daarnet,hier benadrukken dat de resultaten daarvan voor de mensgigantisch kunnen zijn. Wat anders is er, dat je de mogelijk-heid geeft een andere wereld voor te stellen? Dat is eenheel belangrijke waarde van kunst. Vooral in tijdperken dater echt wel goed nagedacht moet worden over de inrichtingvan de maatschappij waarin we leven.

Maar je hebt absoluut gelijk als je signaleert dat er een grootverschil is tussen het schilderen van portretten en van enge-len. Ik vind het leuk dat je in je mail Mees en Evert noemtals basis voor de schilderijen. Ik maak portretten sinds mijnvijftiende, dus al lang voordat zij er waren, toch zijn zij hetuitgangspunt. Een paar jaar geleden was op televisie deserie “Van de schoonheid en de troost” te zien, waarbijWim Kaijser verschillende grootheden op het gebied vankunst en wetenschap ondervroeg naar wat dit leven demoeite waard maakt. Tot mijn grote verbazing werd er bijnaalleen maar gepraat over het leven in abstracties en vanuithet werk. Terwijl ik iedere dag, als ik zoek naar schoonheiden troost, eerst naar mijn kinderen kijk. Ik denk dat iedere

moeder dat doet. Is het moederschap zo doorweven metalles wat je daarbuiten om doet, dat ook het maken vanschilderijen daarmee valt of staat. De portretten waarover jijhet hebt in je mail, zijn tweeluiken waarbij het ene deel hetgezicht van het kind laat zien en het andere een tekst toontdie betrekking heeft op dat kind. Soms is het een uitlatingvan het kind zelf, dan is er een afdruk van zijn of haar handals een soort van signatuur toegevoegd, maar het kan ookeen citaat zijn uit een boek, een lied of wat dan ook. Inieder geval, het zijn twee beelden van hetzelfde kind. Bijdeze portretten worden de kinderen weergegeven tegen

een gele achtergrond, geel is de kleur van afgunst en ver-raad, het is de wereld die hen, hoe dan ook wacht.

Portretten zijn heel moeilijk om te maken, tenminste datvind ik, als je het echt goed wilt doen. En je moet ze juistniet als een vorm van kunst zien, want je moet je niet rich-ten op het werk maar op de persoon waar het om gaat. Ikvind het, mentaal gezien, ook heel zwaar werk. Portrettenmaken lijkt in dat opzicht wel wat op opvoeden. Je moet jevoortdurend afvragen of dat wat je doet ook echt in hetbelang is van het kind en niet in een verkapte vorm in jeeigen belang. Ik maak absoluut betere portretten sinds ikkinderen heb, omdat het me beter lukt me daadwerkelijk teverplaatsen in de ander. Ook in dat opzicht zijn mijn por-tretten pas echt begonnen bij Mees en Evert. Inmiddels hebik er zo een reeks gemaakt. Het zijn allemaal persoonlijk-heden, die zich elk onderscheiden op een eigen manier.Met verschillende leeftijden, klassen, aarden of talen.Gewoon, zoals het in de wereld ook is. Maar door ze opdeze manier gelijk te kaderen, te plaatsen en te kleuren,geef ik ze toch – en dat ervaar je als je ze allemaal bij elkaarziet – het idee van een geheel mee. Ze hangen allemaal in

verschillende huizen, zelfs verspreid over de wereld, maarhet feit dat het nog kinderen zijn in dit leven, plaatst ze tochin één groep. Mijn groep van schoonheid en troost.

Na een tijdje ging ik voelen dat het daarom prachtig is omaan portretten van anderen te werken. Je bouwt banden opdie heel sterk zijn. Je ontwikkelt een oog voor het menselij-ke tekort èn voor de mogelijkheden. Inclusief die van jezelf.Ik ontdekte dat ik vooruitgang had geboekt, niet wanneer ikiets nieuws, iets anders of iets revolutionairs had gemaakt,maar wanneer ik door het schilderen het onderwerp beterhad leren kennen. Maar de tijd en de energie die daarinopgaat, wil ik niet altijd in vreemden investeren. Zo begonik schilderijen van Mees en Evert te maken in anderegedaantes. Kijk, als je maar één portret van iemand maakt,dan wil je gewoon dat het een zo goed mogelijk beeld geeft

van de betreffende persoon. Maar als je er meerdere maakt,dan kun je andere dingen gaan uitproberen. Kun je rustigmaanden tijd besteden aan het schilderen van iemand opde rug bezien, of met de ogen dicht. In het begin zeiden demensen dan wat ongemakkelijk “leuk schilderij van Evertje,maar wat jammer van die vleugels of van dat superman-pak”. Juist als het werk realistisch is, lijkt de investering vantijd zo zonde. Dat is een gegeven binnen de kunst dat eenonderzoek waard is. Nu zie ik dat de schilderijen, ook alzijn ze heel realistisch geschilderd inhoudelijk steeds abs-tracter worden. In die zin, ik schilder in deze werken nietmeer dat bewuste kind maar een idee, een concept dat ikzie in en over de wereld om mij heen. De combinatie metde teksten versterkt dat. Zo worden mijn kinderen model-len. En ik mag me zeer gelukkig prijzen dat zij, en ook ande-ren, het zo leuk vinden om daarvoor te poseren, terwijl zetoch geen enkele zeggenschap hebben in de uitwerking vande idee waarvoor ze zich lenen. Sinds mijn zoon dit doorheeft, wil hij dan ook wel ‘betaald’ worden voor zijn werk.Dat betekent dat ie het inderdaad heel goed heeft begre-pen. En dus betaal ik hem, net als de verf en het doek voorhet poseren, van wat jij in je vraag de opdrachten noemt.

De portretten zijn dus inderdaad een soort van voorstudiesvoor de engelenschilderijen. Of eigenlijk zijn het voorwaar-des. En gaandeweg vormen ze zich tot twee verschillendelijnen. Ik maak maar weinig werken voor anderen en men-sen moeten er vaak lang op wachten, maar ik zou andersniet genoeg tijd overhouden voor andere ontwikkelingen.Naast het schilderen schrijf ik, organiseer ik tentoonstellin-gen en ben ik vier jaar geleden begonnen aan een opleidingvoor het maken van glas-in-lood en het brandschilderen vanglas. En dat komt dan allemaal pas na de zorg voor mijngezin. Het mooist van alles is de combinatie, ik denk dat ikzo de voor mij beste manier heb gevonden, al die dingennaadloos in elkaar over te laten lopen.

Groet, Pascalle.

Dat e: Tue, � 11� May� 2004� 22: 17: 23� +0900

To: pascal l emansvel der s@yahoo. com

Fr om: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Subj ect : Mai l � Buun� 11� mei � 04

Pascalle,

Wat me nog opvalt is dat veel vanje engelenschilderijen zo wit zijn.Ze hebben een soort van gewittetoplaag. Wat is dat en waarom doeje dit?

Hoort het bij (jouw) engelen?

Groet, Hélène.

Pascalle, de kunst en de engelen

Page 47: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 9190 BUUN

Dat e: Tue, � 19� May� 2004� 23: 22: 10� +0900

To: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Fr om: pascal l emansvel der s@yahoo. com�

Subj ect : Mai l � Buun� 19� mei � 04

Hélène,

Toen ik begon aan het schilderen van mijn eerste echteengelen had ik al gelijk het idee dat als ik ze de wereldinstuurde, ze daar tevens tegen beschermd moesten wor-den. Ik bedoel, het waren kinderen. Dus schilderde ik zedonkerder en met meer contrasten, dan ze uiteindelijkmoesten krijgen en toen het schilderij af was heb het inplaats van gevernist, gecoat met een laag gesso. Je weet datgesso het middel is waar normaal gesproken een doek meegeprepareerd, gegrond wordt. Nou, dat gebruik ik ook alsfinish-laag. De engelen worden daarmee als het ware ‘ge -sealed’. Ze worden los gehaald van waar ze vandaan komenmaar ook afgeschermd van te veel invloeden. Ook conser-vatorisch, technisch is het een goede bescherming want degesso-laag is elastisch en blijft meegeven. Sommige engelenwit ik sterker dan anderen. Afhankelijk van compositie enconcept van het schilderij. Ik vind het effect heel mooi, hetis nieuw maar lijkt oud, onschuldig en toch verweerd. Hetmaakt ze onbereikbaar en mysterieus. Bovendien, het geeftme de mogelijkheid ze als enige te kennen in hun waregedaante. Vals, hè…

Groet, Pascalle

Dat e: Tue, � 25� May� 2004� 21: 02: 44� +0900

To: pascal l emansvel der s@yahoo. com

Fr om: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� � �

Subj ect : Mai l � Buun� 25� mei � 04

Hallo Pascalle,

Ik vind je mails een afgerond, boei-end verhaal over jouw werk, jouwvisie en jouw leven. Heel duidelijk.De combinatie om dit alles inelkaar te laten lopen en dat op ditmoment in evenwicht is.

Vanuit deze balans is het initiatief‘arts and angels’, waar je over ver-telde goed te begrijpen.

Maar ‘twijfel’ je ook? Het ligt mis-schien meer in mijn aard. Bezigzijn, zeker en onzeker zijn overkeuzes die je neemt over het werkwaar je mee bezig bent en je ziel inlegt.Misschien ook wel typisch een

vraag van een vrouw. Want ietsmaken in je eigen beschermdeomgeving en dan het aan anderenlaten zien. Willen laten zien. Endaardoor ook de confrontatie aan-gaan.

Die ‘twijfel’ zoals ik het maarnoem, vind ik bij jou niet terug.Of lijkt dat maar zo?

groet, Hélène

Dat e: Sun, � � 6� j un� 2004� 16: 34: 19� +0900

To: “ Hél ène� Her mans” � <post @her mansdesi gn. nl >� �

Fr om: pascal l emansvel der s@yahoo. com�

Subj ect : Mai l � Buun� 6� j uni � 04

Hélène,

Ja, natuurlijk lijkt dat maar zo. Ik ken veel twijfel. Gelukkig.Niets zo erg als iemand die denkt alles zeker te weten. Ikken vooral twijfel in de zin van onzekerheid, wat verwachtje van je werk, wat doet het met je, twijfel die ik beschouwals een gezonde concentratie op het werk. Maar geen twij-fel in de zin van geestelijke onbeslistheid, waarbij je je nietvoor of tegen iets kunt uitspreken. Maar omdat de laatstetwijfel er niet is, hoef je nog niet te twijfelen aan de eerste.

Angst voor confrontatie echter heb ik niet. Of niet meer. Dat

Beneden: The truth, 2003

Rechts: Who else, 2002

komt denk ik, omdat ik mij niet heb hoeven concentrerenop de receptie van mijn werk door anderen. Dat is eenongekende luxe, die ik in de afgelopen jaren heb mogenervaren. Doordat de meeste mensen mij in dit vak alleenmaar kenden vanuit de theoretische kant ervan, kon ik inalle rust werken. Totdat er genoeg zekerheid ontstond enzoveel als mogelijk twijfel weg was.

Als ik nadenk over wat mijn werk, na deze tijd ‘undercover’,naar buiten toe zal doen, dan is het vooral de vraag of hetiets teweeg zal brengen bij mensen. Dat heeft het in deafgelopen jaren in een kleine kring gedaan die langzaammaar zeker steeds groter wordt. Maar ik heb geen enkelebehoefte er in welk opzicht dan ook, mee te ‘scoren’, of eranderzijds gewin uit te halen. Ik hoef er geen geld mee teverdienen, geen macht mee te verwerven of me mee teonderscheiden. In de afgelopen tijd ben ik een paar keer inde gelegenheid geweest een engelenschilderij te verkopenaan een instantie of persoon, wat best wat opgeleverd zou

hebben. Financieel, maarvooral kunstmaatschappe-lijk, positioneel. Maar ik heber niet aan toegegeven. Inde eerste plaats omdat ik ereenvoudigweg te veel moei-te mee had, het zijn nietalleen figuurlijk, maar ookletterlijk nog teveel mijn kin-deren waar ik afstand vanzou moeten doen. In detweede plaats omdat ik ernog niet aan toe was ze naarbuiten te brengen. En danniet uit angst voor de con-frontatie waar jij het overhad, maar meer omdat iknog geen manier zag diepassend genoeg leek. En dieheb ik, voor mijn gevoel,sinds dit jaar gevonden, in“Arts & Angels”.

“Arts & Angels” is een werk-titel voor een stichting inoprichting, waarin ik me gabezighouden met anderebelangen – buiten de eigen-lijke en inhoudelijke – diekunst kan hebben. Dit voormensen in het algemeen envoor kinderen in het bijzon-der. Ik ben ervan overtuigddat kunst vandaag de dagniet de rol speelt die het zoukunnen en moeten spelen.En in de ontwikkeling van

kinderen is die rol, niet alleen niet goed, maar ook nietgroot genoeg. Kunst en engelen kunnen een vergelijkbareondersteunende en beschermende houding aannemen.Daarom heb ik besloten van bepaalde werken uitgaven temaken, waarvan de opbrengst naar een doel gaat dat hetwelzijn van kinderen stimuleert. Het biedt mij de kans deengelen meer onder de mensen te verspreiden, ze dewereld in te sturen. En dat kan die wereld wel gebruiken opdit moment.

De inhoudelijke stimulans wordt met deze stichting, ookeen daadwerkelijke omdat de opbrengst kinderprojectenmede financiert. Ik zie het als een uitdaging het werk en dehulp die het moet gaan opleveren zoveel mogelijk op elkaaraf te stemmen. Bijvoorbeeld, van een engel die gitaar speeltworden drukwerken gemaakt, waarvan de opbrengst eenbijdrage wordt aan de muzikale vorming van kinderen,waarvan de ouders daarvoor niet de benodigde middelenhebben. En van een serie engelen die in slaap lijken te zijn

Pascalle, de kunst en de engelen

Page 48: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 93

Afrika, Azië, Zuid-Amerika, wie daar als wes-terling op vakantie gaat kan zijn ogen moei-

lijk sluiten voor de ellende waarin sommige men-sen daar leven. Een aantal van deze westerlingenbesluit daadwerkelijk ook iets voor deze Derde-Wereld-landers te doen. Een van hen is Bart vander Grinten uit Venlo. Zijn vrouw werd in 1999door de Leprastichting uitgezonden naar Nigeria.Bart zegde zijn baan op en ging mee naar Nigeria.Daar stak hij meteen zijn handen uit de mouwen.Een project waarin leprapatiënten zeefdruktech-nieken toepasten op stoffen, redde hij met zijnmanagerskwaliteiten van de ondergang. Ballen-jongens van de tennisclub waar Bart lid van werdkregen van hem tennisschoenen en rackets en

DOOR TILLY EYKHOUT - DENEERFOTO’S: ARCHIEF MARJO EN HENNIE

Hennie en Yancouba

Marjo

mamajoenpapahennie

Baobabboom

92 BUUN

gevallen op de Amerikaanse vlag, ligt het plan een map metzeefdrukken te maken die bijdragen in een Amerikaanse‘Art Therapy’ organisatie, die kinderen sociale en emotione-le hulp biedt door middel van het werken met verschillen-de kunstvormen. De projecten worden op dit momentvoorbereid. Concreet wordt gewerkt met het schilderij‘Who else’, waarvan zeefdrukken gemaakt gaan worden opvrachtwagenzeildoek. Een tijd lang rijden vrachtwagens metde bewuste engelenafbeelding door heel Europa (heel watmeer inspirerend dan al die rijdende reclames onderweg).Daarna worden ze verwerkt en verkocht en van het resul-taat worden vrachtwagens bedrukt met beeltenissen vankinderen die vermist worden, in de hoop dat deze doorEuropa rijdende aan enige vorm van opsporing kunnen bij-dragen. Het zijn prachtige projecten om aan te werken enik hoop van ganser harte dat we het allemaal rond gaan krij-gen. Ik merk het ook aan de hulp die ik ontvang van velezijden en de reacties die ik krijg. Er hebben zich mensenaangediend voor de financiën, voor de publiciteit en voorhet maken van de internetpagina. Ik voel me enormbevoorrecht met de rol die ik daarin mag spelen.

Weet je, Hélène, ik ben en werk heel graag alleen, maar ikwil niet werken in een isolement. Met kinderen, kunst en

engelen kan en mag dat ook niet. Dat ik met “Arts & Angels”op de juiste weg zit, daar twijfel ik inderdaad niet aan. Hetis voor mij een ultieme mogelijkheid om mijn taak als moe-der en mijn werk in de kunst – schilderend, schrijvend ènorganiserend – te combineren. Ik kan er bezieling van bin-nen mee naar buiten brengen, op een, in mijn ogen veelbetere manier dan gewoon maar het maken of meedoenaan exposities. Eens waren exposities mogelijkheden voorhet ervaren en anders ervaren van de maatschappij waarinwe leven. Als ze dat weer worden, doe ik weer mee, maardan wel op deze manier.

Ik houd niet van het idee in kunst dat je mensen de wegmoet wijzen. Ik denk wel dat je ze mag duiden op de ver-schillende routes om ergens te komen en op het uitzicht

onderweg. Ik denk dat kunst een beetje pijn moet doen entegelijkertijd een innerlijk toevluchtsoord moet bieden.Bovenal denk ik dat je als mens niet mag leunen op eenhoger iets, dat Boeddhisten gelijk hebben die beweren datmensen hun eigen verlossing moeten bewerkstelligen zon-der bovennatuurlijke hulp. Of dat nu een vorm van geloofis, van leven of van kunst. Dat is ook waar in de diepsteessentie het schilderij ‘Suffragette City’ over gaat, waar wehet in het begin over hadden. Het is gevaarlijk om je eigenverantwoordelijkheid overboord te zetten. Leunen op ietsof iemand kan niemand zich permitteren. Niet in dezewereld. Niet als vrouw of moeder. Vooral niet op kinderen.Zelfs niet op engelen. En juist niet in kunst.

Pascalle.

No I, IV, II en III van de serie American Dreams, 2004

I IV

II

III

Page 49: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

94 BUUN

Er zijn veel van zulke pro-jecten gestart door particu-lieren. Hoeveel precies isonbekend, omdat de mees-te niet geregistreerd staanbij het Centraal BureauFondsenverwerving (CBF).Zeventig organisaties heb-ben van het CBF een ver-klaring van geen bezwaargekregen en 173 goededoelen hebben een keur-merk gekregen. Maar menschat, dat Nederland maarliefst zo’n dertigduizendgoede doelen kent, waar-van dit er een is. Een ander Venloos DerdeWereld project is ontwik-keld door het echtpaarHennie en Marjo. In Sene-gal ditmaal.

SENEGAL 1994 /1995Sinds een jaar of tien bren-gen Hennie en Marjo, tweeaimabele inwoners vanVenlo, de wintermaandenin Senegal door.Het echtpaar zag in 1994een documentaire over Se-negal. Hennie en Marjowaren allebei zo onder deindruk van de film dat zebesloten het land te bezoe-ken. De beste reistijd om erheen te gaan was decem-ber, januari, februari.Kortom, onze wintertijd. Er werd zoveel mogelijkinformatie ingewonnenover Senegal, een arm landmet weinig inkomsten. Algauw kwamen ze erachterdat het een stuk goedkoperwas om eerst naar Gambiate vliegen en van daaruit degrens over te steken naarSenegal. Hennie en Marjokonden op hun werk enke-le maanden onbetaald ver-lof opnemen. Ze kochtentwee tickets naar Gambia,dat net als Senegal gelegenis aan de AtlantischeOceaan. Gambia wordt min

of meer door Senegal om-armd; het wordt aan driezijden omsloten door ditland. Gambia is een vruchtbaarland. De rivier de ‘Gambia’,die ontspringt in Guinea envia Senegal naar Gambiastroomt is in alle seizoenenbevaarbaar. Het rivierwatervan de ‘Gambia’ verdwijntin de Atlantische oceaan bijBanjul, de hoofdstad. Veel Senegalezen komennaar Gambia om er werk tezoeken. Zo ook Bai, eenjongeman die werkte alsmanusje-van-alles in ‘Eddy’splace’, een pension, gerunddoor een Libanees.Hennie en Marjo slotenvriendschap met Bai. Om-dat Bai erg veel heimweenaar zijn familie in St. Louis(Senegal) had, zochtenHennie en Marjo naar eenmogelijkheid hem te hel-pen. Ze zetten een telecen-ter voor hem op, “....eensimpel hokje waar je kuntbellen” volgens Marjo. Bainoemde dat telecenter‘Venloos’. Helaas ging hetbedrijfje al gauw ter ziele,omdat Bai’s familie het ver-diende geld heel vlug weeruitgaf, zodat er voor Bainiks overbleef. In Senegal ontmoette hetVenlose stel Assane, eenjongeman met een warmhart.“In het dorpje Le Warang(de varaan) kwamen weAssane tegen,” zegt Marjo.“Een vriendelijke man dieniks vroeg, in tegenstellingtot vele anderen. Wij warenmoe van het zoeken naareen goed hotel en een res-taurant waar we eens lekkerkonden eten. Maar toen weeen hotel gevonden had-den bleek het honderd europer nacht te kosten. Nou,dat zagen we niet zitten.

Bart zorgde ervoor dat de jongens naar schoolgingen. Candy Idoko, een van de zeventien bal-lenjongens die op dit moment naar school gaanen tennistraining krijgen, won al verschillendekeren een eerste prijs. Candy bleek een natuurta-lent te zijn. Bart zorgde ervoor, met hulp vansponsors, dat Candy een paar keer per jaar inNederland mee mocht trainen met de top van deNederlandse tenniswereld. Van het prijzengeldkan Candy’s familie weer een tijdje leven. Bartkrijgt voor de verwezenlijking van zijn plannennog steeds financiële steun van familie, vriendenen bekenden uit Nederland.

Truus en Gerte

Mo met zijn diploma

Rechts: Gerte neemt een bad

mamajoenpapahennie

Mo met Ibou

BUUN 95

Assane bracht ons zonder veel te zeggen naar een betaal-bare lodge aan het strand. Daar zijn we toen drie wekengebleven. Het was er fantastisch. We genoten van de sfeerdie er hing, van de gemoedelijke mentaliteit van de men-sen. De vriendschap met Assane verdiepte zich. Op eengegeven moment vroeg Assane of we geen stukje grond wil-den kopen. Hij wist wel een mooi plekje dat ons vast enzeker zou bevallen. Hij bracht ons naar een prachtige cas-hewnotenboom vlak bij het strand. Hennie en ik waren opslag verliefd op die boom. Het hutje dat naast de boomstond was onbewoond. We besloten het stukje grond tekopen. Het plan ontstond om hier voor Assane een huis tebouwen.” Marjo wijst op een foto van Assane.Hennie: “Ik tekende met een stuk hout een L-vormigewoning in het zand. Op de plaats waar de hut stond wildenwe de keuken maken. Aan weerszijden planden we ver-schillende slaapkamers. De woonkamer wilden we een cen-trale plek geven. We zagen het helemaal zitten. Assane zoude woning bouwen. Hij kon zolang in het hutje wonen tothet L-vormige huis klaar was. Ik ben timmerman vanberoep. Ik kon hem dus wel tips geven.”

SENEGAL 1995/1996Senegal, dat meer dan zeven miljoen inwoners telt,(Gambia heeft er iets meer dan een miljoen) werd in 1882een Franse kolonie. Pas in 1960 werd het land onafhanke-lijk verklaard. Er worden vooral katoen, rijst en pinda’s ver-bouwd. Exportproducten zijn vis, pinda’s en fosfaten. In Gambia zijn dierenhuiden, vis, pinda’s en katoen deexportproducten.Gambia werd in 1843 een Engelse kolonie. In 1965 ver-kreeg het zijn onafhankelijkheid.“In Gambia maakten we ook kennis met Yancouba,” gaatHennie verder. “Een timmerman zonder gereedschap, datwas hij. Schaven deed hij met een glasscherf. Omdat ikthuis in de kelder genoeg gereedschap had liggen stuurde ikhem dat op vanuit Venlo. Yancouba kon zo een werkplaatsbeginnen en na verloop van tijd had hij zelfs enige leerlin-gen die hij het vak leerde. Zo probeerde hij een bestaan opte bouwen voor zijn gezin: voor zijn vrouw Mariama en hundrie kinderen. Helaas is hij ziek geworden. Dit zware hand-werk uitoefenen lukte hem niet meer. “

SENEGAL1996/1997“We stuurden van tijd tot tijd geld op naar Assane, zodat hijweer cement kon kopen. Omdat de winters er steeds kou-der worden, gebruiken de inlanders liever cement, omdatdat meer warmte geeft. Van de cement maken ze zelf debakstenen. Soms stuurde Assane een foto van de bouw open brieven. Wij waren zeer nieuwsgierig geworden en gin-gen terug naar Senegal om te kijken naar Assanes huis. Hijwas zo trots! En dolgelukkig. Wij proberen Assane te helpeneen bestaan op te bouwen om zijn familie te eten te geven.Dat is een hele opgave in dit land! Lief en leed hebben wemet de familie gedeeld en die delen we nog,”zegt Hennie.

SENEGAL 1997/1998“Omdat Yancouba zijn werk als timmerman niet meer konuitvoeren, bedachten we iets anders voor hem. We wildenhem zo graag helpen! Yancouba is zeer muzikaal. Hij wilde,met onze hulp, iets in de muziek gaan doen,” vertelt Marjo.“Met een geluidsinstallatie maakt hij nu muziek voor men-sen die een ceremonie vieren. Bijvoorbeeld bij een geboor-te, een bruiloft of bij een religieuze ceremonie. Zo probeerthij zijn gezin te onderhouden. Dit gaat met veel ups endowns gepaard. Het is en blijft een gevecht. Tot nu toeleven zij in zeer armoedige omstandigheden waar ziekte,vooral voor de kinderen, voortdurend op de loer ligt. We

zijn bezig hen te helpen verandering in de situatie te bren-gen en te proberen hun een iets beter onderkomen tegeven. Ondanks het feit dat hun weg niet over rozen gaathebben we altijd veel plezier met elkaar.”

SENEGAL1998/1999“ In 1998 hebben we het voor elkaar gekregen dat Assanenaar Venlo kwam. Het had heel wat voeten in de aarde,want toen het zo ver was en we bij de telefoon zaten tewachten op een bericht van hem vanaf het vliegveld inBrussel kwam er niks. Wel de volgende dag. Hij zat nog inSenegal. Maanden had het geduurd voor zijn papieren inorde waren en nu dit! Hij mocht van de douane daar nietvliegen, omdat ze dachten dat zijn paspoort vervalst was.Maar wat was er nu aan de hand? Assane had de foto opzijn paspoort met plaksel wat vaster geplakt, want hij was

Page 50: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

96 BUUN

mamajoenpapahennie

bang dat ze bij de douanezouden denken dat het ver-valst was! Goed, wij weerbellen en regelen. Eenweek later was het zover.Assane wacht te op ons ophet vliegveld in Brussel. “Hennie lacht en vertelt ver-der. “Wij moesten garantstaan voor hem. Dat wasgeen probleem. We moch-ten hem meenemen naarVenlo. Het was voor hemheel vreemd, maar ookspannend. De douche bij-voorbeeld, daar had hij hetniet op. Hij kon niet met dewarm- en koudwaterkraanoverweg. Dus heeft hij zichal die tijd maar twee keergedoucht. Het ging hembeter af met een teiltjewater en een washandje!Hij heeft toen ook eenweek bij Truus en Mathgewoond. Dat zijn goeievrienden van ons die ons inSenegal jaarlijks komenopzoeken en ons dan hel-pen. Assane is die zomermet ons naar de Park -feesten geweest in hetJulianapark. Geweldig wasdat!”

SENEGAL 1999/2000Marjo: “Via een vriend inNederland konden weenige kopieermachines opde kop tikken. Daarmeeprobeerden we Bai, diezonder werk zat, aan eenbestaan te helpen. Vijf stuks

waren het. Maar het wasniet zo gemakkelijk als wegedacht hadden. Het liepniet. De mensen daar heb-ben zo weinig geld. Demachines verkopen wasook moeilijk.”“Ik ben daar ook eensbehoorlijk ziek geweest,”vertelt Hennie. “Ik kreegzomaar een vreselijkedarmkoliek. Marjo heeft mezo vlug mogelijk naar hetziekenhuis gebracht. Maarwat er verder gebeurde kanik me niet herinneren.”

“Ze gaven hem daar tweeinjecties, maar zijn toestandverbeterde niet,”” zei Mar -jo. “O, ik was zo bang dathij het niet zou overleven!Hij verging van de pijn. Ikzag me daar al helemaalalleen zitten zonder Hen -nie! Pas toen ze hem eenderde injectie gaven ginghet wat beter met hem. Devolgende morgen was hetover. Gelukkig! Maar ikbleef toch heel bezorgd. Iklette op wat hij at. Ik zorgdedat hij genoeg water dronk.

Beneden: Ibou

Beneden:: Mamajo

Rechts: Ndella schilt aardappelen

Rechterpagina: Ndella in de keuken

BUUN 97

Misschien was ik wel wat overbezorgd, want sinds die tijdnoemde iedereen me daar Mama. Daar plakten ze Jo ach-teraan. Zo werd mijn naam Mamajo!” Marjo zucht diep bijde herinnering.

SENEGAL 2000/2001“In 2000 werd Yancouba ernstig ziek. Hij kwam vanuitGambia naar Senegal, naar het huis van Assane, waar wijtoen enkele maanden verbleven. Yancouba had zijn vrouwen kinderen teruggestuurd naar haar vader, want hij konniet meer voor zijn gezin zorgen. Maar de vader leefde ookmaar van een handjevol pinda’s per dag, dus het was alle-maal heel moeilijk.Drie maanden is hij bij onsgebleven,” zegt Marjo. “Wezijn een paar keer met hemnaar de dokter gegaan. Enheel langzaam knapte hijop. Toen wilde hij weercontact zoeken met zijnvrouw en kinderen. Dus wijmet een auto naar dat dorp.Eerst hebben we gepro-beerd te bellen, maar datlukte niet. Het is zo moeilijkom daar onderling contactte krijgen! Toen we bij hetdorp aankwamen, werdenwe tegengehouden dooreen dorpsgenoot vanMariama. Hij vertelde onsdat het dochtertje vanYancouba, Mamajo, was ge -storven. Ze noemen mijdaar Mamajo. Het meisjewas naar mij genoemd. Zewas gestorven. O, dat waseen drama. Verschrikkelijk!Toen we Mariama gevon-den hadden bleek dat zehoogzwanger was. We gingen met haar naar de dokter. Netop tijd. Het kind was er binnen twee minuten. Ze noemdendeze baby ook weer Mamajo....”

SENEGAL 2001/2002“Samen met Bai, wiens telecenter ‘Venloos’ inmiddelsgesloten was, kochten we een auto,” vertelt Hennie. “InGambia zijn taxi’s een algemeen vervoermiddel. Bai werddus taxichauffeur. Maar dat pad ging ook niet over rozen.”“Nee,” vult Marjo aan. “De wegen zijn daar bar slecht.Iedere dag viel er wel iets aan de auto te repareren en datkostte veel geld. Toch is het hem gelukt. Zijn grootste droomis uitgekomen. Hij was in staat een huis voor zijn moeder tebouwen van het geld dat hij als taxichauffeur verdiendheeft. Zijn moeder woont in St. Louis, dat in Senegal ligt. Zeprobeert zich in leven te houden met de verkoop van de

schamele opbrengst van haar moestuintje. Je ziet haar danmet drie tomaatjes langs de kant van de weg zitten. Maar deauto heeft het helaas begeven. Die rijdt niet meer.”

SENEGAL 2002/2003Marjo: “Yancouba heeft een stukje land in Gambia, datdoor zijn oom beheerd wordt. Hij wilde daar graag gaanwonen. We hebben hem geholpen het stukje grond terug tekrijgen. Het was niet gemakkelijk de oom over te halen degrond terug te geven aan Yancouba.Er staan op die grond vijf prachtige mangobomen en sinaas-appelbomen en er groeit cassave. Het stukje grond ligt aan

zee. Yancouba kan iedere dag gaan vissen. Het fruit en degroente kan hij verkopen. Dat ziet er goed uit. Nu wil hij ereen huis gaan bouwen om er met zijn gezin te wonen. Wehebben hem 1800 euro kunnen geven, die we van vriendenen bekenden in Nederland gekregen hebben. Het huis isnog niet klaar. Ik denk dat er nog eens zoveel geld nodig is.Als ze een huis gaan bouwen, beginnen ze met het kopenvan cement om bouwstenen van te kunnen maken. Heteerste wat ze bouwen is een muur die om het grondstukheen wordt gezet. Die muur moet bescherming biedentegen van alles en nog wat. Bijvoorbeeld tegen geiten. Dievreten letterlijk alles en het erge is, dat ze het gras of wathen ook maar voor de voeten komt met wortel en al uit-trekken. En dan groeit er niks meer. Dat probleem speelt inveel meer landen. Geiten zijn een ramp!”

Page 51: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

98 BUUN

mamajoenpapahennie

SENEGAL 2003/2004Hennie is jaren geledenbegonnen vrienden en ken-nissen spullen te vragenvoor de mensen in Gambiaen Senegal. Alles was wel-kom. Kleding, brillen, ge -reedschap, huisraad, noemmaar op. De spullen wer-den meegenomen naarAfri ka en daar ter plekkeuitgedeeld. Langzaam ont-stond het plan Assane in degelegenheid te stellen eenwinkel te beginnen metgoederen uit Nederland.Daarom hebben Hennie,Marjo, Truus en Math eenkledinginzameling gehou-den voor de drie families inSenegal en Gambia die zijondersteunen. Ook hebbenze een folder uitgegevenwaarin staat wat het doelvan die kledinginzamelingis. Het resultaat was over-weldigend! Stapels kleren,schoenen, enkele trapnaai-machines, fietsen, brillen,gereedschap, van alleskwam er binnen. Hennieheeft twee levensgrote kis-ten getimmerd waar al diespullen in verpakt werden.De twee kisten werden ver-scheept en het viertal toognaar Senegal. Toen de kis-ten in de havenstad Dakararriveerden zijn ze er meteen vrachtwagen naar toegereden om de kisten meenaar Le Warang te nemen.Nadat ze de kisten leeg

hadden gehaald timmerdeHennie van het hout stella-ges en rekken om de spul-len uit te kunnen stallen. Zoontstond de winkel vanAssane! Als een lopendvuurtje ging het nieuwsdoor het dorp. Assane hadeen winkel. Het hele dorpliep uit om te komen kijken.De eerste week werd ergoed verkocht. Het religieu-ze slachtfeest, Tabaskigenaamd, kwam er aan enwie het kon betalen stakzich in het nieuw! Maar na

die week werd er steedsminder verkocht. Logisch.Maar Assane is er nogsteeds heel blij mee.Van het hout van de tweekisten heeft Hennie ookbedden voor de kinderengetimmerd. En een kastgemaakt. Hennie, Marjo,Truus en Math hebben allenieuwe meubels blauwgeverfd. In de woonkamerhebben ze nieuw zeilgelegd en in de keuken eennieuw gordijn opgehangen.Hennie: Mo is 18 jaar en

Beneden: Marjo met Mamajo

Rechts Hennie Bundau

BUUN 99

een goeie voetballer. We hebben ervoor gezorgd dat hij eencomputercursus kon volgen. Nu heeft hij een diploma. Ookkreeg hij van ons een laptop. Zo kan hij voor inkomsten zor-gen. Mo gaat op de fiets naar school, dat scheelt weer. Erhoeft geen geld meer uitgegeven te worden aan openbaarvervoer. Tja, die school. Als de leraren weer eens geen sala-ris uitbetaald krijgen gaan ze staken en dan is er geenschool.” Marjo: “Vier jaar geleden schreef Assane ons dat onzeslaapkamer klaar is. En drie jaar geleden is er waterleidingaangelegd in het dorp Le Warang. De mensen hier hopendat er toeristen naar het dorp zullen komen. Wij zullen inieder geval blijven komen en hen ondersteunen, zoveel wekunnen. Ook al proberen ze ons geen geld te vragen, somskan het niet anders. Wij voelen ons heel verantwoordelijkvoor hen. Hun lot is ons lot geworden, maar de kar die we

trekken is soms te zwaar. Wij toebabs (witte mensen) missentien euro of zo per maand niet. Voor hen is het een zak rijst,schoolgeld, kleding enz. We kunnen niet heel Afrika hel-pen, maar voor deze drie families proberen we wat tedoen.”Wilt u hen ondersteunen? Dat kan. Iedere gift is welkom.

SNS Bankrekeningnr. 878990836 t.n.v. M.J van den BroekOnder vermelding van ‘Afrika’E-mailadres: [email protected]

Bronnen: * Gesprekken met Hennie en Marjo uit Venlo.* Nell Westerlaken, Doe-het-zelvers in liefdadigheid, uit: VolkskrantMagazine,januari 2004.

�v.l.n.r. Math, Yancouba, Dep, Bai

Maquette

Bai en Marjo

Page 52: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 101100 BUUN

ABCDEFGH

I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

DOOR

PASCALLE MANSVELDERS

FOTO

JACQUES PEETERS

ABCDEFGH

I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

I EN J VAN DE STADVENLO

Ik woon in Venlo omdat jij erwoont.

In het begin was jij, mijn ouders.Die waren, net zoals ik, er ooktoevallig hier uitgegooid. En indat begin voelde het goed. Opveel straathoeken had ik de kanseen beeld van mijn vader tegente komen. Alleen al in beeld-spraak is dat prachtig en in mijngeval is het ook nog eens letter-lijk zo. En omdat ik wist dat zijncreaties altijd heel doordacht enoprecht tot stand waren geko-men, had dat wel wat. In iedergeval genoeg om mij voor eentijd graag hier te houden.

Daarna werd jij mijn bestevriend, mijn eerste man.Weggaan uit Venlo kwam er nietmeer van. Als jij niet ziek was,was ik het wel en uit gemakkelij-ke stoelen kun je alleen opstaanals je er fit genoeg voor bent.Dus studeerde ik - vanuit Venlo -af op hedendaagse Amerikaansekunst, want daar had ik in diedagen ècht graag geleefd. Toenje niet meer mijn man was, bleefje mijn beste vriend, ook al ver-huisde jij, hoe ironisch, naarAmerika. Ik bleef in Venlo.

Want jij werd mijn dochter, demooiste die Venlo ooit heeftvoortgebracht. Van binnen ènvan buiten. Elf jaar ben je inmid-dels, en sinds nog niet zo heellang, er niet meer zo heel zekervan dat je hier ook altijd zult wil-len blijven. Natuurfotograaf wilje worden, dus je zult ook nietkunnen blijven. En als dit degroenste stad van Europa is, benik bang dat je verder weg zultmoeten dan je nu nog kunt ver-moeden.

En jij werd mijn liefste, mijn laat-ste man. Je studeerde niet hier

en wilde al helemaal niet terugkomen. Maar je deed het toch,voor ons. Dat wil wat zeggen, ikweet het. Nu werk je niet eensmeer hier, maar voor en in vierverschillende landen en culturen.Naadloos. Venlo is in jouw ver-haal niet meer dan een prettigeligging. En vooral ook een heelfijn huis, van waaruit je alle gren-zen kunt overschrijden, wanneeren zolang het jou past.

Ten slotte werd jij, mijn zoon.Ongetwijfeld de coolste - zoalsdat in mijn tijd heette - en devetste - zoals jij dat in jouw tijdnoemt - die in Venlo rondloopt.En die er straks, ook zondertwijfels, zo weer uit wegloopt.Misschien omdat je Boris achter-na gaat of omdat je een opgra-ving kunt doen in een land vanBoeddha of Brachiosaurus.Mogelijkheden die hier niet tevervullen zijn. Ik hoef je nu al

niet meer wijs te maken dat hierook alles wel kan.

Ik woon niet in Venlo om wat erwoont of hoe er wordt geleefd.Niet omdat ik er geboren ben,niet om wat er staat, of wat erwordt geplaatst. Niet om wathet is of wat het denkt voor testellen. Ik woon niet in Venloomdat het mij bekend is, omdathet is gelopen zoals het is, ofniet is. Niet om de kunst en cul-tuur (maar dat zal niemand inenige oprechtheid doen). Nietvoor het groen, of voor de prij-zen waar ik niets van begrijp.Niet voor de mogelijkheden ofbegrenzingen. Niet voor scho-len, werk, landen of culturen.Uiteindelijk zelfs niet voor de lig-ging of voor ons zo geliefd huis.

Ik woon in Venlo omdat jullie erwonen. En ook precies zolang.

CONSCRIPTIE / RAPPELESJANG

Na jaren van bezetting en uitbuiting door dePruisen, vanaf 1713 tot 1794, klonk de leuze 'Vrijheid,Gelijkheid en Broederschap', die de Fransen ons brach-ten, onze berooide voorvaderen als muziek in de oren.Op 26 oktober 1794 danste men in Maasbree om de vrij-heidsboom om de 'bevrijding' van de Pruisen te vieren.Dansen en lachen is de Limburgse bevolking echterspoedig vergaan, want alras bleek de ene bezetting nietbeter te zijn dan de andere, ook al voerde men fraaieleuzen als liberté, égalité et fraternité. De Franse heersersvoerden extra belastingen in. En duizenden vreemde arbei-

LOTELING,RAPPELESJANG enEIERJÔNGE

Voor de buitenstaander zal de naam van

Joekskapel 'De Eierjônge' uit Maasbree hoog-

uit gerelateerd worden aan een culinaire voor-

keur van deze groep muzikanten. Voor man-

nelijke Maasbreenaren, geboren voor 1950,

heeft dit woord echter een geheel andere

betekenis. Zij immers waren de echte

'eierjônge' en zeker niet de groep muzikanten,

weliswaar wonend in Maasbree, maar voor

het merendeel geboren in Venlo.

De oorsprong van de 'Eierjônge' brengt ons

terug naar de tijd van Napoleon.

Door Frits Wijnen

Page 53: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 103102 BUUN

LOTELING

De oproep tot actieve dienst geschiedde op aanwijzingvan de burgemeester aan de hand van de Burgelijke Stand.Was men negentien jaar dan werden alle negentienjarigen,de lichting, opgeroepen om op het gemeentehuis te komenloten. Wie het laagste lot trok moest in dienst. Iedere lote-ling speldde een lintje op zijn hoed: rood voor diegene dieingeloot had; blauw voor diegene die vrijgeloot was. Als nade loting de lotelingen naar buiten kwamen, kon iedereenmeteen zien hoe de loting was verlopen. Had een rijkezoon ingeloot, dan werd meteen een vrijgelote arme sloe-ber aangeklampt om 'rappelesjang' te zijn voor de meerwelgestelde inloteling. Vaak kwamen 'rappelesjangs' ook uitandere gemeenten, want wanneer de lotingen plaatsvon-den was algemeen bekend.

De 'ongelukkigen' werden na de loting gekeurd. Datgebeurde per kanton. Behalve gezond van lijf en ledenmoest men minimaal 1,59 m lang zijn. Later werd de mini-male lengte gesteld op 1,54 m, want Napoleon moest zijnregimenten regelmatig aanvullen. De gemiddelde lengtevan de dienstplichtigen was in die tijd 1,66 m. Honderd jaarlater was dat de minimale lengte om goedgekeurd te wor-den. Was men goedgekeurd, dan volgde spoedig inlijving inde 'Grande Armée'. Voor de Limburgers was dit veelal inhet Regiment de Ligne. Voor men afmarcheerde richtinggarnizoen, werd elke rekruut voorzien van twee hemden,twee paar sokken, twee paar schoenen, een ransel en soldijvan negen francs. Deze onkosten werden betaald uit eenspeciale belasting, die door de afgekeurden opgehoestmoest worden.

EIERJÔNGE

In Maasbree werd het gebruikelijk vooraleer de lichtingvan goedgekeurden afmarcheerde dat de toekomstige re-kruten een rondgang hielden door het dorp en zijn gehuch-ten om eieren op te halen. Iedereen hield kippen, vooreigen gerief of als onderdeel van het gemengd bedrijf(je),zodat de 'eierjônge' nergens vergeefs aanklopten. De opge-haalde eieren werden op de markt in Venlo verkocht. Zokregen de aanstaande rekruten, de 'eierjônge' nog een extrazakcentje mee als aanvulling op de karige soldij.

Het hele dorp leefde mee met zijn 'eierjô nge', want hetleger was de grote schrik voor velen. Naast de gevaren vande veldtochten kwam men immers in contact met de bozebuitenwereld: het garnizoen en de bewoners van allerlei

ders bevolkten de kleine dorpsgemeenschappen voorde realisatie van Napoleons grote droom: het Grand Canaldu Nord, de verbinding voor de scheepvaart tussen Rijn enMaas. Ook de Burgelijke Stand werd ingevoerd. Ook hier-mee kon men wel leven, want als de Fransen weer wegwaren, zou immers alles weer als vanouds zijn. Allerleinamen werden opgegeven: namen verwijzend naar hetberoep, de plaats van afkomst of bijnamen. De grappenma-kers onder hen hadden echter pech. Na de Franse over-heersing bleven de opgegeven namen gehandhaafd, omdatde Burgelijke Stand nogal wat voordelen bleek te hebbenvoor de Communes, de latere gemeenten.

In 1802 werd de conscriptie, de dienstplicht ingevoerd,waarmee ook het laatste restje sympathie voor de Fransoosverdween. Voor de dienstplicht kwamen alle mannen van20 tot 26 jaar in aanmerking. Later zelfs mannen tot middel-bare leeftijd. Vrijstelling kregen gehuwden en kostwinnaars.Kostwinnaars waren bijvoorbeeld de enige zoon van eenweduwe en jongens die al een broer in actieve dienst had-den, maar ook zij die een 'remplagant' hadden gevonden,die de dienstplicht voor hen vervulde. Dit Franse woordvoor plaatsvervanger werd in het Breets dialect al vlug ver-basterd tot 'unne rappelesjang'. Een 'rappelesjang' kostteveel geld. Liefst 300 gulden had men ervoor over om eenzoon vrij te krijgen, maar men betaalde graag want menwist dat de toekomstige rekruut een ongewisse toekomstwachtte. De meeste dienstplichtigen keerden niet terug vande langdurige veldtochten van Napoleon.

Infanteristen waren een jaar dienstplichtig, huzaren enveldartilleristen twee jaar, maar diegenen die terugkeerdenwaren vaak langer dan zes jaar van huis geweest. Zonderbericht, want het analfabetisme vierde in die tijden hoogtij.De 'rappelesjang' was geen ideale plaatsvervanger, want ófhij ook werkelijk richting regiment ging was lang niet zeker.Daarbij was ook het risico dat hij deserteerde erg groot.Vanwege de uitermate hoge kosten en de risico's verbon-den aan de 'rappelesjang' werd in deze contreien met al diearme keuterboertjes op de magere zandgronden weiniggebruik gemaakt van een remplagant. Vanaf de invoeringvan de gehate conscriptie werd die op allerlei mogelijkemanieren gesaboteerd en probeerden de 'conscripts' zichaan inlijving in de 'Grande Armée' te onttrekken. Ze verbor-gen zich in de Peel. Sommigen brachten zichzelf vermin-kingen toe om afgekeurd te worden of gingen schijnhuwe-lijken aan.

LOTELING, RAPPELESJANG en EIERJÔNGE

1916 Piet Wijnen (Cemente Pietje)

heeft ingeloot; het lintje op zijn

hoed is rood!

Eierjônge lichting 1926

Eierjônge lichting 1948

Page 54: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 105104 BUUN

Aangenaam verpozen was het vooral op boerderijen ofin huizen waar ongehuwde meisjes waren. Dit waren defavoriete plaatsen, vooral om rond het middaguur aan tafelte worden genodigd, want men was de hele dag tot zons-ondergang op pad. De mensen dienden goed op. Van wan-delen en buitenlucht kreeg men honger, maar de 'eierjônge'kwamen niets te kort. Immers, alle jongens, ook de eigenkinderen, kwamen eens aan de beurt, of men was zelf 'ei-erjônge' geweest. 's Avonds keerde men met een vollemand eieren terug in de kroeg waar men elke morgen ver-zamelde. Dan werd menig glas geheven en werd er gepraatover de toekomstige militaire carrière. Of het in het leger zowas zoals men erover had gehad? 's Avonds laat keerdemen naar huis om de dag daarna weer in alle vroegte teverzamelen voor de volgende etappe. Gelukkig maakt bui-tenlucht fit, zodat katers geen kans kregen het goedehumeur te bederven. 's Zaterdags werden de eieren op demarkt in Venlo verkocht, maar sinds MelkPietje (PietWijnen) naast zijn kruidenierswinkel ook een eierhandelhad, werden ze gewoon in Maasbree verkocht. Na hetincasseren van het geld werd nog eens uitbundig gefeest,waarbij de kastelein zorgde voor spijs en drank. Men reken-de de genoten drank van die hele week af en daarna werdhet geld dat over was eerlijk verdeeld onder de lichting.Telkens opnieuw bleek dat de Maasbreese bevolking'haar 'eierjônge' royaal bedacht. Korf en trompet liet menachter in het café, waar ze wachtten op de volgendelichting. Tijden veranderen, maar de 'eierjônge' blevenhun rondgang houden tot 1966. De toenmalige burge-meester Schols vond de traditie een verkapte vorm vanbedelarij, een modern welvarend dorp onwaardig. Metéén pennenstreek schafte hij deze feestweek voor aan-staande recruten af. Maar de mooie herinneringen vande diverse lichtingen zijn gebleven.

Tot slot:

De loteling werd een dienstplichtige. De 'rappeles-jang' werd in 1898 afgeschaft, al bleef vervanging dooreen broer mogelijk. (Tijdens de mobilisatie werd mijngrootvader, wiens vrouw in verwachting was, door zijnbroer vervangen, zonder dat hier iets tegenover moeststaan. Dat hoorde toen zo: broederplicht.) In 1918 werdook het lotingsysteem afgeschaft en werd persoonlijkedienstplicht ingevoerd. In 1966 verdwenen de 'eierjônge'uit onze contreien, in 1996 werd ook de diensplichtafgeschaft: Nederland kreeg een beroepsleger.

slag, de stad met haar zondig uitgaansleven, vrouwenvan lichte zeden, ontucht, venerische ziekten, geloofsafvalli-gen of mensen van andere gezindten, slechte boeken enzo-voort. Zaken waarmee men in de degelijke katholiekedorpsgemeenschap nooit mee in aanraking kwam. Sindsde invoering van de dienstplicht trokken de 'eierjônge' twee-maal per jaar (er waren twee lichtingen) door het dorp.Toen de Fransen hun Waterloo hadden gevonden, bleef dedienstplicht echter gehandhaafd en dus bleven ook de 'ei-erjônge'. Was men op keuring geweest, dan wachtte mentot de eerste jongeman van de lichting een oproep kreeg.Dit was het sein om te gaan verzamelen en de week af tespreken wanneer men de rondgang ging houden. Ditgebeurde altijd in de uitvalsbasis, het café waar trompet ofklaroen en de korf werden bewaard voor de nieuwe lich-ting. Na 1900 verzamelden de 'eierjônge' in café Van Oyen,later werd dit café Niëns.

Op maandag begon de rondgang. Met een trompet ofklaroen kondigden de 'eierjônge' hun komst aan. Bij elkhuis ging men achterom binnen. Elk huis tot in de versteuithoeken van Maasbree, zelfs 'De Struiken', een vreemduitsteeksel-restant van een Peelgeschil met Helden - werdaangedaan en ook hier werden de 'eierjônge' gastvrij ont-haald. Hoorde men trompetgeschal, dan wist men: de 'ei-erjônge' zijn in aantocht. Overal legden gulle boeren eierenin de meegenomen korf, minimaal één per dienstplichtige.Overal herhaalde zich hetzelfde ritueel. Eenmaal binnenvroegen de bewoners wie men was, of - en dat was meest-al het geval - las men aan de gezichten af van wie menwas, want bijna iedereen kende iedereen in het dorp. 'Dichbist'r eine van ... en dich van ...' Soms werden de gastvrijebewoners op het verkeerde been gezet door uitspraken als:'Ik bin d'r eine van Wiëne ... eine van Piëters'. Dan wist mennog niets, want de familienamen Wijnen en Peeters kwa-men legio voor en behoefden een toelichting: ...van deHoof, ...van Cemente Pietje ...van Rinkesfort, ...van Sakskes...van Hein enzovoort. Bijnamen die door iedereen in hetdorp gebezigd werden. Haast kende men niet. Men nam detijd voor een praatje; het dorpsnieuws, de eigen diensttijd,veelal aangedikt en lyrisch verteld, overgoten met eenhumoristisch sausje. Verhalen, die gretig werden aange-hoord door de aanstaande recruten. Trouwens, wie kon datcontroleren, want het kwam maar hoogst zelden voor datdorpsgenoten ingelijfd werden bij hetzelfde bataljon. Ookonderweg nam men de tijd voor praatjes met passanten.De eerste daad op maandag was dat elke dienstplichtige inde eerste de beste houtwal een knuppel afsneed, die allopend versierde met houtsnijwerk en gebruikte als wan-delstok. Dat was een traditie. Iedereen deed het.

LOTELING, RAPPELESJANG en EIERJÔNGE

Eierjônge lichting 1958

Eierjônge lichting 1964-1

Eierjônge lichting 1964-1

Page 55: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

106 BUUN

S T E Y LSteyl

Bij Belfeld stuwt de stroom de verbeelding

De Maas vertoont, meer of minder, haar eeuwigheid.

Het veer legt aan in Steyl, de ketting schuurt traag ,

de Maas is geen Styx, hier overleven zelfs vermoedens,

door heilige huizen bevestigd.

Je moet zwoegen om boven het stroombed te komen.

Als je je omdraait groeit de horizon boven Baarlo.

Het museum houdt een verre wereld bij elkaar,

die aan flarden is, uitgehold en doorgedraaid.

Gestold het gefladder vlinders.

Zoals het leven hier de tijd opschuift.

PETER WINKELS

BUUN 107

PETER WINKELS

N A A R B E E S E L

G R O O T E P E E LGroote Peel

Meeuwen broeden, in de verte schuchter vogelgeluid.

Verder alleen stilte die bijna tot vloeken verleidt.

Weidsheid, adembenemend, de wind neemt ver vrij spel,

breekt lijnen; zweetsporen van Peelwerkers.

Oeroude resten, bomen, rustig ruisend in een intens veranderend landschap.

Een Romeinse helm is hier niet meer dan een glimlach in het spel van de tijd.

Naar Beesel

In de verte, tussen de bladeren,

zie ik vanuit de trein de kerk langzaam vervagen.

De bomen staan zoals het hoort

in onwillekeurige orde.

Akkers hebben hun eigen tint.

Aan de hemel flarden,

strepen wolk in wit, een beetje rood,

een toefje grijs.

Al het weten kan vergeten zijn.

Page 56: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 109108 BUUN

houten vloer. En de rozenkrans aan de leren riem om haar middel rammel-de als een stalketting. Als ze zich opwond – en dat deed ze iedere dag eenpaar keer – begon het in de klas naar karnemelk, uitgebakken spek en afwas-water te ruiken. Maar dat had zuster Contemplata zelf niet in de gaten. Datroken alleen de meisjes.Toen voelde mijn moeder opeens de hoofdpijn die begon rond haar ogen endie zich na een tijdje in haar voorhoofd en achter haar slapen nestelde. Zebegreep onmiddellijk dat het nooit meer zou overgaan. Het was een kwaalvoor de rest van haar leven.Ze zei altijd: “Je weet zoiets meteen, ook al ben je nog een kind. Je weet datals je opeens zo’n stekend hoofd krijgt, je plotseling een stuk ouder bentgeworden, dat alles anders zal zijn, dat er iets onherroepelijks is gebeurd.”Ze had het inderdaad goed begrepen: haar hoofdpijn hoorde bij haar kinder-jaren en bij al de andere jaren die nog moesten komen. Het was een pijn diete maken had met een gebrek aan vertedering en warmte dat toen nog nietbij het leven hoorde. Het was de pijn van de braafheid die door een vetge-mest, doodgezwegen en in woede verstikt schuldgevoel in een harig habijtwas opgelegd en afgedwongen. Mijn oude moeder zei het nooit, maar haarhoofdpijn was verdriet dat zich had vastgezet. En angst die in een mens blijftspoken en die van geen wijken weet. De deur van het verzorgingshuis gaat automatisch open en sluit zich ookweer automatisch achter ons. “Als er maar geen nonnen zijn, vooral geen nonnen”, zegt mijn oude moederweer.Ze heeft jaren achter het raam van haar huisje gestaan om op mij te wach-ten en om mij, als ik weer vertrok, uit te wuiven. Ik vond het een aangrijpen-de gewoonte. Ik weet dat ik vanaf vandaag niet meer kan terug wuiven, zoalsik jaren heb gedaan. En ik kan ook niet meer toeteren zoals ik al die tijd bijhet wegrijden deed. Alles wordt anders, voor haar en voor mij.Morgenvroeg wordt mijn oude moeder wakker in een vreemd bed op eenonbekende kamer. Ik probeer mij iets van haar verbazing voor te stellen, alkan het ook zijn dat ze verbijsterd en verward is als ze om zich heen kijkt. Zezal zich afvragen waar ze is, wat ze daar doet, hoe ze er terecht is gekomenen hoe het nu verder moet. Ik ga er vanuit dat ze heel lang nodig zal hebbenom het juiste antwoord te vinden. In de hal van het verzorgingstehuis staat een mevrouw op ons te wachten. Zedraagt een gebloemde jurk en loopt op halfhoge hakken. Mijn oude moederbekijkt haar van onder tot boven, schudt haar hand, knikt tevreden, groethaar en laat opgelucht mijn arm los. “Geen nonnen”, zegt ze, “gelukkig geen nonnen.”

VOORAL GEEN NONNEN

Als er maar geen nonnen zijn”, zegt mijn oude moeder, “vooral geen non-nen.” Ze kijkt nog één keer om, geeft me dan de sleutel van het huisje waar-in ze na de dood van mijn vader twintig jaar heeft gewoond en vindt het goeddat ik haar naar het verzorgingstehuis breng. Het zal haar en mij niet meevallen. De laatste tien jaar had ze in het teken vaneen verbazingwekkende, bijna koppige levensdrang gezet. Ze wilde tegenelke prijs zelfstandig blijven en van niemand afhankelijk zijn. Dat hoorde bijhaar. En het hoorde ook bij het leven dat ze nu al zolang had geleefd. Maareen mens heeft behalve zijn plannen en zijn wil, ook zijn lijf en zijn verstand.Wil en plannen had mijn oude moeder nog genoeg, maar lijf en verstandbegonnen na te laten, vooral toen ze de negentig voorbij was. Van haar vastevoornemen gewoon maar eens een keer stilletjes in haar slaap dood te gaan,was dan ook niks terecht gekomen. Daar kon ze zich wel eens kwaad overmaken.Voor deur van het verzorgingstehuis blijft mijn oude moeder even staan enzegt: “Als er maar geen nonnen zijn!” Ze kijkt er nogal angstig bij.Ik weet het. Want hoe vaak heeft ze niet verteld dat de nonnen haar kinder-jaren ondraaglijk hebben gemaakt en haar de schele hoofdpijn hebbenbezorgd die ze haar hele leven met korte tussenpozen heeft gehad. Hetbegon op de school waar ze als kind naar toe ging. Het moet in de derde ofvierde meisjesklas zijn geweest; ergens in de zomer, want mijn moeder ver-geet er nooit bij te vertellen dat de mussen te keer gingen onder de dakgo-ten, de zwaluwen af en aan vlogen, de merels zo nu en dan floten en in hetweiland achter de school roodbonte koeien ongeduldig loeiden. De ramenstonden open. De hitte trilde boven de daken. Het rook overal naar mest enhooi. En naar kinderen die het veel te warm hadden.De aanval kwam midden op de dag, dat wil zeggen vlak na de middag, toenzuster Contemplata – want zo heette de klasse-non – voor de zoveelste keerwitwoedend werd omdat de kinderen zo dom, zo achterlijk en vooral zo armwaren. Dan riep ze dat de meisjes zich niet goed wasten, dat ze roken naarde stal, naar hun bedden, naar hun ondergoed, naar hun zweet en naar hunpispotten.“Stel je voor: zweet en pispotten!”, riep mijn moeder kwaad als ze het verhaalweer eens in alle details opdiste.Ze vertelde ook dat zuster Contemplata een kogelronde non was: een hoe-veelheid opgezwollen, dik geworden, vervette en heftig zwetende woede ineen harig habijt. Haar veel te kleine hoofd was omwikkeld met witte lappenen daaroverheen droeg ze een donkere kap. De meisjes zagen alleen haarmond, neus en ogen. De randen van de lappen sneden diep in de huid vanhaar kin, wangen en voorhoofd en lieten daar rood verzweerde strepen ach-ter. Dat gebeurde vooral als het dagenlang warm was.Zuster Contemplata liep stampvoetend op en neer voor de klas. De pandenvan haar habijt maakten wapperende geluiden. Haar sandalen bonkten op de

VOORAL GEEN NONNENJo Wijnen

Page 57: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

110 BUUN

N E D I N S C O - T O R E NNedinsco-toren

En ik weet dat ik verleden schreef. De tijd dat ik

als heer van stand een boegbeeld was -gemaakt

uit glas, beton en staal- ik sprak een eigen taal.

Met mijn afgestelde periscopen zag ik alles

wat bewoog: in spertijd op doortrek de ganzen

of de vijand die nog hoger vloog. Tot een inslag

mij uit beide ogen ‘t licht ontnam, de oorlog

mij van binnen kraakte, kasten overhoop

en het stil, o zo stil werd; Jena ligt ik weet niet

hoever hier vandaan. Maar vandaag houd ik me

groot. Ik hang nog aan mijn laatste wapenfeit:

bij donkere dagen steek ik een kerstboom uit.

HERMAN VERWEIJ

BUUN 111

HERMAN VERWEIJ

D E S T A D S B R U G

De stadsbrug

De zuidkant biedt het mooiste zicht,

dus wees mijn gast en ik laat zien

hoe zwanen landen of bij donker weer

hoe meeuwen dansen, als lichtjes

dobberend op het water. Ik toon

de plek waar mij een schipper schampte

of iemand in de afsprong afscheid

nam. Van de oorlog weet ik slechts

van horen zeggen. Liever wil ik

bruggen slaan naar later, dragen

over water, een gids zijn voor

wie mij gaan. Dus wees mijn gast.

Page 58: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 113112 BUUN

doen, dat ik optuigde met vage zwaveldampen, valsgroen licht en gedempthoongelach vanuit het torengebint.

2.

Als ik – vele jaren later – na mijn artsenopleiding in de stad weer in het dorpterugkeer, kan ik de praktijk van de oude dorpsdokter overnemen. Hij teldeook de zusters onder zijn patiëntenkring en eenmaal gevestigd meld ik mebij het klooster voor een hernieuwde kennismaking.Ditmaal is het zuster Agnes, die opendoet. De oude Matia is inmiddels na eendeugdzaam leven in een geur van heiligheid heengegaan en mag zich onge-twijfeld verheugen in het gezelschap van haar hemelse bruidegom. In tegenstelling tot haar voorgangster is Agnes een mooie, pronte vrouw vaneen jaar of dertig, recht van lijf en leden en met een gezonde kleur. Het kanhaast niet anders of ze koestert heimelijk al even gezonde verlangens.‘Mijn goede zuster’, zeg ik zacht en ik maak een zwierige revérence, alsof ikhaar ten dans vraag. En inderdaad, ze bloost als een schoolmeisje. ‘Zuster, ik ben de nieuwe dokter. Ik heb een afspraak met moeder-overste.’ Zichtbaar in verlegenheid gebracht door mijn galanterie brengt zuster Agnesme naar moeder-overste, die me aan een kruisverhoor onderwerpt over mijnstudententijd en mijn leven in de grote stad. Maar ik houd mij zorgvuldig opde vlakte. Elk jong student begaat natuurlijk weleens een misstap, betoog ik.Dat begrijpt eerwaarde moeder toch zeker ook wel? ‘En ik wil niet’, besluit ik met mijn alleronschuldigste gezicht, ‘de onbetame-lijkheid begaan u te belasten met mijn onbetekende pekelzonden.’Vorsend kijkt moeder-overste me aan, wat me de tijd geeft haar eens rustigte bestuderen. Een jaar of vijftig is ze – weet ik uit haar status – maar ze oogtjonger, met haar levendige, donkere ogen en haar licht getinte huid, die nognauwelijks rimpels vertoont. Haar lippen zijn dik en sensueel en daarvan lijktze zich bewust te zijn, want voortdurend zuigt ze ze ietwat naar binnen omstrenger te lijken. Ze is al op jonge leeftijd ingetreden, en doordat ze geenkatje is om zonder handschoenen aan te pakken, kon ze snel opklimmen inde hiërarchie van het klooster. Zo gehaaid als ze is jegens haar medezusters, zo onhandig is ze tegenovermannen. Mijn beleefde terughoudendheid lijkt haar dan ook wat uit haardoen te brengen en dat amuseert me. Ik knik haar nog maar eens vriendelijktoe.‘U bent’, herneemt moeder-overste het gesprek, ‘sinds enige maandengetrouwd…’‘Inderdaad, eerwaarde moeder.’Ze aarzelt. Ik vermoed wel waar ze heen wil, maar wacht rustig af, benieuwdhoe ze de kwestie van mijn huwelijkse plichten te berde brengt.‘Dus u staat nu in het volle leven…’, begint ze weer.Ik glimlach, als in herinnering. Ze kleurt en zuigt krachtig haar lippen naar binnen.‘En… eh… uw vrouw is in goede gezondheid, mag ik aannemen? Ik bedoel’,haast ze zich te zeggen, terwijl ze naar het crucifix aan de muur staart, ‘Godszegen rust op het gezinsleven zoals Hij dat bedoeld heeft en het huwelijk iseen heilig sacrament. Ik bedoel, wat is voor man en vrouw mooier en verhe-vener dan het ouderschap?’Minzaam stel ik moeder-overste gerust; nog geen week geleden heb ik vast-gesteld dat de vrouw in gezegende staat is.‘We zullen voor u bidden, dokter, voor u en uw vrouw.’Rest nog de vraag of ik de sacramenten getrouw vervul. Ditmaal besluit ikhaar royaal tegemoet te komen.‘Men moet wel’, roep ik met een bezwerend gebaar uit, ‘zeer ernstig verdor-

BEZOEK VAN DE BOZE

1.

Als kind al had het mijn belangstelling, het oude slotklooster hier verderopin de stad, een trots, hooghartig gebouw met hoge ramen en spitse torens,dat de vromen ontzag inboezemt en de rebelsen tart. Ik heb er heel wat kattenkwaad uitgehaald. Zo kan ik me nog goed de katerin het kippenhok herinneren. Het was een avond in mei en de zusters warenin de kapel aan het rozenhoedje, zodat ik ongezien in de kloostertuinen konbinnen glippen. De kippen waren al in het nachthok en met wat takken blok-keerde ik stilletjes de uitgang. Daarna gooide ik een zwarte kater, die ik ineen mand bij me had en die al meer dan een dag niets te vreten had gehad,in het nachthok naar binnen. Het duurde niet lang of kater en kippen gingenelkaar met hels kabaal te lijf. Snel maakte ik me uit de voeten. Het gekrijs, datuit het hok opsteeg, zou weldra de zusters uit hun gebed opschrikken en naarbuiten roepen. Doordat ik mijn sporen had uitgewist, bleef de toedracht van het voorvalonduidelijk en ontstonden in het dorp de wildste verhalen. Die zondag riepde pastoor op te bidden tegen de geheimzinnige krachten, die zich tegen hetklooster leken te keren.Toch was ik ook – zoals de meeste jongens in het dorp – misdienaar in dekloosterkapel en deed ik trouw om de week voor schooltijd dienst in devroegmis. Ik werd altijd aan de poort opgewacht door de oude zuster Matia,een krom en neutelig menske, dat tandeloos murmelde en naar kamferstonk. Door de lange kruisgang schuifelde ze voor me uit naar de sacristie. Op een keer – ik liep schuin achter haar – wierp ik een stuk bokkenpoot, datik een week daarvoor bij het slachthuis ontvreemd had, voor haar langs overde vloer en slaakte een angstig-onschuldige kreet: ‘Zuster, kijk.’Matia bleef als aan de grond genageld staan en keek met grote schrikogennaar de poot, die voor haar tegen het Mariabeeld tot stilstand was gekomen. Ik klampte me aan haar vast. ‘I-i-s d-dat…?’ piepte ik. Ze knikte heftig: ‘J-ja, mijn kind. De b-baarlijke, wiens naam we niet noemen.L-laat af, addergebroed.’ Terwijl ze zich driemaal bekruiste, zakte ze lang-zaam op haar knieën, en ook mij drukte ze tegen de plavuizen. ‘Bid, kind. Biddan toch, als je ziel je lief is.’ Luid zette ze een onsvader in en met kleine stem lispelde ik mee. Anderezusters kwamen op het gerucht af, werden ingelicht over de duivelse tegen-woordigheid in de kloostergang en niet lang daarna lagen alle nonnen ophun knieën luidkeels te bidden. De bokkenpoot bleef echter onaangedaan liggen en uiteindelijk moest desmid eraan te pas komen om het onding met trillende handen en gloeiendetangen aan te pakken. In haastige processie trokken we naar de smidse,waar het in het vuur geworpen werd.Dagenlang was ik de held van de school. Steeds weer moest ik mijn verhaal

BEZOEK VAN DE BOZEKees Verbeek

Page 59: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 115114 BUUN

‘Maar dat zegt natuurlijk niet alles’, voeg ik eraan toe. ‘U voelt dat niet voorniets.’‘Het ís zo’, zegt ze fel, terwijl ze naar me opkijkt. ‘Hij heeft het op onsgemunt... Al vanaf het moment dat moeder-stichteres en haar medezustershet klooster lieten bouwen, vierhonderd jaar geleden. Ik heb daarover gele-zen in de oude kronieken. Steigers stortten in zonder dat daar een verklaringvoor was. Toen ze dakspanten moesten leggen, begaf een kraan het enmoesten de werklieden rennen voor hun leven. Vaak brak er een touw af,juist als er een emmer stenen of kalk aan hing. Eenmaal hield hij het waterop in de beek die hier toen nog stroomde, zodat het een pas gemetseldemuur ondermijnde... Het lijkt wel alsof hij wilde voorkomen dat de gods-vrucht van moeder-stichteres hier wortel schoot… Later, toen het bouwengedaan was en het bidden de dagen vulde, heeft hij nog menige streek uit-gehaald. Het ergste was nog wel zijn aanval toen het eens hoogzomer was endoor de warmte niemand op zijn listen bedacht was. Plotseling barstte er eenhevig noodweer los. Regen striemde de daken en de wind huilde in deschoorstenen. Toen sloeg de bliksem in met een vreemd en blauwachtiglicht. Een balk werd versplinterd en er klonk luid geratel als van een wagenmet ijzeren kettingen. Een verschrikkelijke stank verspreidde zich. Nadat hetnoodweer verdwenen was, stond er op de pas gepleisterde muur van hetkapittel de afdruk van vreemde en angstaanjagende figuren. Het leken welde klauwen en staart van een reusachtig beest… Verschillende zusters moe-ten… hém toen met eigen ogen gezien hebben. En dan denk ik, dat verzintgeen mens, dat is geen inbeelding. Wie kan zich de Boze inbeelden?’Moeder-overste zwijgt bekommerd en een beklemmende stilte vult dekamer. ‘Het is sindsdien niet meer rustig geweest’, herneemt ze na enige tijd. ‘Altijdwas er wel wat, vreemd en onverklaarbaar. Tot in onze tijd toe. En dan datgevoel van voortdurende dreiging, alsof er elk moment… ik weet het niet…maar hij probeert ons te breken. Dat voelen we hier allemaal.’‘Destijds met grof geweld en nu met treiterijen, met listen en lagen en ter-gende onzekerheden’, begrijp ik.‘Maar we staan pal’, zegt ze ferm. ‘Met de hulp van de Heilige Maagd zijn westerk.’‘En toch’, zeg ik, terwijl ik mijn hoofd lichtjes wieg, ‘toch bent u bang.’‘Eh… ja… maar… wat bedoelt u?’‘Ik bedoel dat u pal staat, maar dat u ook weet dat hij niet alleen valshartig is,maar daarbij nog slinks en sluw. Kortom, je weet het maar nooit. En dat kloptook, want je hoort soms vreemde en onbegrijpelijke dingen, die nietteminwaarlijk gebeurd zijn. Hij komt op mensenvoeten, maar gaat op bokkenpo-ten.’Niet begrijpend kijkt moeder-overste me aan.‘Zeker’, knik ik ijverig. ‘Als een wolf in schaapskleren, maar dan nog listigeren vuiger. U kent die verhalen niet? Dan moet ik u toch waarschuwen.’ Ik kijk om mij heen, alsof we ongezien afgeluisterd kunnen worden, en dempmijn stem: ‘Het schijnt dat hij in staat is zich als een mens voor te doen, zodatniemand argwaan koestert en hij vrijelijk zijn gang kan gaan.’Verschrikt slaat ze haar hand voor haar mond.‘Bijvoorbeeld als arme zondaar’, vervolg ik, ‘om zo een priester de biecht-stoel in te lokken. Hij lepelt wat zonden op, lispelt schijnheilig een oefeningvan berouw en als de priester de absolutie wil geven, slaat hij toe. Het schijntpas nog gebeurd te zijn. In Rome.’‘In Róme?’‘In Rome! Onder het oog van de paus. Ik heb het gehoord van een van mijnhoogleraren, die bevriend is met de broer van een geheim kamerheer van depaus. Ja, hij is zeldzaam brutaal en deinst nergens voor terug.’

BEZOEK VAN DE BOZEven zijn om op de sacramenten te willen neerzien.’Moeder-overste glimlacht opgelucht en daarmee is het examen beëindigd. Ikben geslaagd en word geaccepteerd als huisarts van het klooster. Niet voorkleine ongemakken als zweertjes en ontregelde ingewanden, want daar heb-ben ze hun kruidentuin voor en andere huismiddeltjes. Nee, het gaat om aan-doeningen waarmee ze zelf niet goed raad weten. Voorwaarde is wel dat ikgeregeld te biecht blijf gaan.‘Maar wat zeg ik, dokter? Daar heb ik natuurlijk alle vertrouwen in.’Ik knik welwillend.

Maanden later – ik heb inmiddels de meeste zusters wel leren kennen – ont-biedt moeder-overste me ook bij haar voor een consult.Het is misschien niets bijzonders, begint ze, maar ze is de laatste tijd niet zolekker: moe, ook als ze zich niet ingespannen heeft, kortademig, duizeligsoms, pijn op de borst, kortom, misschien moet ik er toch maar even naar kij-ken.Terwijl ik hart en longen beluister, borst en rug beklop, haar pols voel en haarbloeddruk opneem, stel ik de nodige vragen om een goed overzicht van alleklachten te krijgen. Ik kom tot de slotsom dat ze terecht klaagt: haar hart is erniet al te best aan toe.‘Bent u’, vraag ik langs mijn neus weg, terwijl ik stethoscoop en bloeddruk-meter weer in mijn tas berg, ‘misschien wat aan het piekeren de laatste tijd?Zit u ergens over in? U zou het in elk geval wat rustiger aan moeten doen.’‘Ach, dokter, verzucht ze, ‘rustiger aan… Hoe zou dat moeten, met al die toe-standen?’Vragend kijk ik haar aan.‘Is u dan niets bijzonders opgevallen sinds u hier geregeld visite doet?’Ik roem de zusters om hun vastberaden blijmoedigheid, hun geloofsijver enhun properheid. ‘Maar bovenal’, besluit ik mijn loflied, ‘ben ik diep onder de indruk van uwaller deemoed.’ ‘Ja, het zijn dappere meisjes’, zegt moeder-overste vertederd. En na enigeaarzeling: ‘Ze houden zich groot, maar ze zijn bang.’‘Oh ja? Maar waarvoor dan?’‘Bang voor hem wiens naam wij niet noemen’, verduidelijkt ze, terwijl zehaar stem dempt. ‘De grote tegenstrever.’‘Ah, de duivel’, begrijp ik opgeruimd.‘Ssst’, doet ze verschrikt, terwijl ze zich schielijk bekruist. ‘U roept hem nogaan op deze manier… U hebt dat misschien niet zo gemerkt, maar hij isvoortdurend nabij. Hij loert op ons.’Ik knik: ‘Allicht, bij kerk en kluis bouwt de d..., bouwt híj zijn huis. Maar watmerkt u dan toch zoal?’‘Ogenschijnlijk kleine dingen… onverklaarbare geluiden in de refter, gestom-mel in een leegstaande cel, een krakende bidstoel waar niemand op zit,vreemde schaduwen in trappenhuizen, plotselinge ziektes, ijskoude tocht-vlagen hartje zomer… We bidden bijkans de heiligen uit de hemel, maar hetlijkt wel of het dan juist weer erger wordt… Volgens meneer pastoor is datinbeelding. Hij zegt dat we die dingen zien en horen, juist doordat we er bangvoor zijn. Maar dat geloof ik niet. Het is ook dat gevoel van… dreiging… alsofzich achter elk beeld en elke kandelaar iets schuilhoudt… iets dat je elkmoment kan bespringen. Zelfs de biechtstoelen lijken soms een sluipendkwaad te verbergen… belust op verderf. Pastoor voelt dat niet, zegt hij, maarhij is dan ook een man, ook al is hij een goede mens. Mannen voelen datvaak niet… U hebt zeker ook niets…?’Ik verzeker ik haar dat ik me van geen kwaad bewust ben. Ze zucht.

KEES VERBEEK

Page 60: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 117116 BUUN

‘En de Heilige Vader zelf…’, piept ze angstig, terwijl ze zich bekruist, ‘is hijzelf nog in gevaar geweest?’‘Dat wordt natuurlijk allemaal niet aan de grote klok gehangen. Het is teonbegrijpelijk voor de gewone sterveling.’Moeder-overste schudt angstig haar hoofd. Ze rilt, als in een plotselinge, hevi-ge koude, en ademt zwaar.‘Hij is zelfs zo verdorven’, vaar ik voort, ‘dat hij zich schijnt te kunnen ver-stoppen in iemand zonder dat die persoon dat zelf weet. Zo kan hij geheelonverdacht twijfel en achterdocht zaaien en eenvoudige mensen op dwaal-sporen sturen en te gronde richten.’Niet begrijpend kijkt ze me aan. Het zweet parelt op haar voorhoofd.‘Zo zou bijvoorbeeld’, verduidelijk ik behulpzaam, ‘meneer pastoor, die vol-gens u een goede mens is, zonder het zelf te weten een duivelse inborst kun-nen hebben. Dat moet lang geleden zo eens voorgekomen zijn, op Vuurland.Moet u zich voorstellen, zuster, zijn eucharistie, zijn absolutie, zijn doop, hetzou allemaal van nul en gener waarde zijn.’Die gedachte is ondraaglijk voor de zuster. Hevig aangedaan krabbelt zeovereind uit haar stoel, wankelt naar het knielbankje voor het kruisbeeld enofschoon ze nauwelijks nog adem heeft, begint ze luidop te bidden.Als ze enigszins tot rust komt, stap ik kalm op haar toe, ga schuin achter haarstaan, leg mijn hand zwaar op haar schouder en buig voorover.‘En misschien’, sis ik vals in haar oor, ‘heeft de godvergeten duivel zich welin ú verstopt. Stelt u zich voor: uw medezusters weten dat niet, maar op hungemak voelen ze zich niet bij u, hun eigen moeder-overste. Zelf weet u datook niet, maar het maakt u bang voor uzelf en uw eigen schaduw. Een ver-schrikkelijke gedachte moet dat zijn.’Dit is teveel voor haar toch al verzwakte hart. Met een gesmoorde kreet grijptze naar de plotselinge kramp in haar borst. Haar ogen puilen uit haar kassenen haar handen proberen zich aan mij vast te klampen, maar ze verliest snelhaar laatste krachten en zijgt ineen. Met een triomfantelijke lach laat ik haar op het tapijt glijden. Het is nu zaak het klooster snel en ongezien te verlaten, want over enige tijdzullen de andere zusters haar vinden en mij erbij halen om de dood te con-stateren. Met verende tred loop ik naar huis. De zon schijnt, de bloemen geu-ren en de vogels kwinkeleren. Mijn gedachten gaan uit naar de volgende opmijn lijstje, de mooie, pronte Agnes. Met mijn sierlijkste revérence zal ik haardaadwerkelijk ten dans vragen – misschien wel haar eerste, maar beslisthaar laatste. En dan de rest. Een voor een.Ik kijk nog eens om naar het klooster, dat zich in de middagwarmte koestert.Een prachtig werkterrein.

KEES VERBEEK

Hoe Willem Peterskbioscoopkoning van Venlo werd

Dit verhaal is het uitvloeisel van een breder promotie onderzoek naar het Limburgse bioscoopleven tot aan 1940, dat nog in volle gang is. Daarom zijn aanvullingen, correcties, tips en ideeën meer dan welkom, bijvoorbeeld van familieleden van personen die in het verhaal voorkomen.

Met name de oudste Venlonaren, die zelf herinneringen hebben aan het amusementsleven van voor de oorlog, worden hartelijk uitgenodigd te reageren. Behalve herinneringen zouden tevens plakboeken, posters of foto’s het onderzoek bijzonder kunnen verlevendigen.

De ervaringen van het publiek in de zaal blijven namelijk de grote onbekende in deze geschiedenis.Voor reacties, aarzel niet contact op te nemen met Thunnis van Oort. Adres: Gravin Adelastraat 853032 HB Rotterdam. E-mail: [email protected] Telefoon: 010-4760330.

"In zijn smetteloos witte vest en witte slobkousen door dezaal drentelend bulderde hij, zodra het witte doek begonte flikkeren: ‘De film verplaatst ons naar PARIJS!’ Wat nie-mand verbaasde, want dat deden in die tijd (toenHollywood nog moest worden uitgevonden) praktisch allefilms van de Parijse Zwei Gebrüder Pathé. Wanneer eenhandenwringend vrouwpersoon tranen met tuiten hui-lend in beeld kwam constateerde d’n Blieje ten gerievevan de stommelingen onder zijn klanten: ‘Kijk nou toch‘ns naar die arme vrouw… Ze HUILT!’ En als dan iemandbegon te lachen bulderde hij, om ook het laatste restjemisverstand in de kiem te smoren: ‘STILTE! ’t Is eenDRAMA!’ Het werd dan op slag zo stil als in een kerk.Want d’n Blieje was een ijzersterke vent. ‘Dae pakde dichbeej diene kraag en dienen bóksenbaom, droog dich dezaal oët en kwakde dich de Steinstroat op. De hoofsdeneet ens te loupe’."

Zo herinnerde de oude Venlonaar Hubert Maas (BaerMoas) zich in een krantenartikel uit 1978 de bioscoop-houder Willem Peters. Deze opende in 1912 zijn bio-scoop aan de Markt. In dit artikel wordt beschreven hoehij zich wist te vestigen als marktleider in het Venlose bio-scoopwezen. En passant wordt een beknopt overzichtgeboden van de plaatselijke bioscoopgeschiedenis totaan de Tweede Wereldoorlog. Wie waren er betrokken bijfilmvertoningen in de stad? Hoe ontwikkelde zich ditamusementsbedrijf?

Door Thunnis van Oort

Page 61: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

Twee concurrenten

In 1896 nam Jos Caubo (1863-1926)hotel-restaurant ‘De Port van Cleve’ aande Vleeschstraat over. Hij liet in 1901 eenzaal aanbouwen, waar toneel, variété enandere vermakelijkheden werdengetoond. Caubo vertoonde in 1907 voorhet eerst films in zijn zaal, afkomstig vanPathé Frères. Het waren aanvankelijk nogincidentele voorstellingen van ‘TheAmerican Bioscop’. Deze voorstellingenpasten binnen Caubo’s beleid gericht ophet behagen van zijn publiek met uiteen-lopende attracties. Vanaf 1909 opende hijeen vaste bioscoop, die iedere zondagverse films draaide, waarschijnlijk gele-verd door het Brusselse kantoor vanPathé. Hij voldeed in het jaar 1911 maarliefst 21 procent van het in totaal betaal-de bedrag aan gemeentelijke vermake-lijkheidsbelastingen, hetgeen een duidelij-ke indicatie is dat hij de beste zaken deedin de Venlose vermaaksindustrie.

In mei 1912 veranderde plotseling denaam van Caubo’s etablissement veel-zeggend in ‘Eerste Venlosche Kinema-tograph’. Misschien was het toen albekend geraakt dat er een tweede bio-scoop zou openen in Café-restaurantAmicitia, gelegen aan de Markt. Weerenkele maanden later veranderdeCaubo’s bioscoop opnieuw van naam,ditmaal in ‘Bioscope Theater’. Deze her-doop werd gevierd met eigen filmopna-men, die nu bekend staan als de oudstbewaarde filmbeelden uit Limburg. Hetbetrof een film over de officiersbeëdigingvan een huzaar, een prachtig staaltje vanklantenbinding door de uitbater van dezaal van de officierssociëteit.Intussen werden aan de Markt voorberei-dingen getroffen voor een inrichting ‘naarde laatste eischen des tijds’ en in oktober1912 opende Willem Peters zijn Scala-bioscoop. Peters gebruikte een elektrischepiano voor de muzikale begeleiding. Hetinstrument werd voor de filmvertoningen,die aanvankelijk slechts wekelijks plaats-vonden, uit het café naar de zaal omhooggetakeld. Café-restaurant Amicitia wasvolgens een terugblik uit 1934 "het vroe-gere zaaltje van den ‘Düsters’ [?], waarde brandweer bijeenkwam, de landbouw-

bond vergaderde en waar, om kort tegaan, des Zondags gelden geofferd wer-den aan de ‘Bus’, het ziekenfonds." Netals bij Caubo was de bioscoopvoorstellingslechts één van de activiteiten die plaats-vonden in de zaal, welke ruimte bood aaneen breed scala van plaatselijke groepe-ringen.Geboren Venlonaar Willem Peter Peters(1885-1943) woonde in het pand waarde bioscoop in was gevestigd, maar wasin 1912 niet zelf eigenaar. Peters’ vaderstond als tapper genoteerd in de burger-lijke stand. Vader Peters lijkt rond 1911een belangrijke speler in de Venlose hore-ca te zijn geweest. Hij betaalde over hetjaar 1911 acht procent van het totalebedrag aan vermakelijkheidsbelastingen.Hij kwam hiermee op de tweede plaats,na Caubo.Net als bij Caubo kwam ook Peters vanuiteen horeca-achtergrond in het bioscoop-bedrijf terecht. Hij was lid van het Venlosecomité voor de viering van de onafhanke-lijkheidsfeesten van 1913, hetgeen aan-geeft dat hij zich toen al actief bezig hieldmet het sociaal-culturele leven van destad. In de volksmond stond hij bekendals ‘d’n Blieje’, die met zijn ‘machtigebariton’ zelf de uitleg verzorgde bij zijnfilms. Jos Caubo en Willem Peters streden omde gunst van het bioscooppubliek. Zoalsin het najaar van 1913 toen ze tegelijker-tijd een film vertoonden over de klassiekeramp in Pompeï. Peters waarschuwde zijnpubliek in een advertentie "tegen minder-waardige reproductie’s welke van dezenfilm in omloop zijn". Caubo reageerde ijs-koud "naar aanleiding eener annoncevan concurreerende zijde" met de verze-kering dat zijn film niet met andere versiesdiende te worden verward, "daar dezefilm in 7 deelen een meer uitgebreid over-zicht biedt dan de concurrentie-opna-men". Overigens kwam het vaker voor indeze periode dat met verschillende versiesen het veranderen van titels, exploitantenelkaar de loef probeerden af te steken.Het toeval wil dat er enkele cijfers zijnovergeleverd die de bezoekersaantallenweergeven. Die waren tijdens de EersteWereldoorlog aanzienlijk, ze bedroegenin die periode ruim 6000 toeschouwersper maand. Om die cijfers op waarde teschatten: in 1917 woonden er net iets

meer dan 20.000 mensen in de stad. Een deel van hetpubliek was afkomstig van de omliggende dorpen, datdoor goede tramverbindingen zich naar Venlo kon bege-ven.

Katholieke bioscopen

Scala en Elite waren niet de enige plaatsen waarVenlonaren films konden kijken in deze periode. In deloop van de jaren ’10 openden er twee bioscopen meteen katholieke signatuur, één gerund door dePiusvereniging, en één door de R.K. Werkliedenvereeni-ging (RKWV) ‘Sint Carolus Borromeus’. Gegevens overdeze inrichtingen zijn zeer gebrekkig.

De RKWV opende in 1918 een bioscoop in het Bonds-gebouw, dat reeds in 1916 voltooid was. Deze bioscoopheeft bijzonder weinig sporen nagelaten. Er werd nietgeadverteerd in de krant, omdat de programma’s wer-den aangekondigd in het blad Ons goed recht, waarhelaas geen exemplaren van bewaard zijn uit deze perio-de. Ook in de gemeentearchieven ontbreken verwijzin-gen naar de Werkliedenbioscoop. Tijdens het vijftigjarigejubileum van de R.K. Werkliedenvereeniging werd terug-geblikt op de periode dat er films werden vertoond:"De stedelijke bioscoopexploitanten stelden alles in hetwerk om dit te verhinderen. Onze goede programma’strokken echter een tjokvol Bondsgebouw. Bij het afdraai-en van de hoofdfilm trad de voorzitter van de ontspan-ningscommissie als explicateur op. Dit was bij de stom-me films gebruikelijk. Ook werd de film vaak onderbro-ken, wat een grandioos fluitconcert uitlokte. Kindervoor-stellingen op Zaterdagmiddag bezorgden de zaalcom-missie handen vol werk. ‘Ons Goed Recht’ kondigde defilms aan; viool en piano vormden de muzikale opluiste-ring. Aan deze exploitatie zaten voor de commissie ookminder prettige herinneringen. Als er een hoofdnummerafgekeurd werd door de Bioscoopcommissie moest devoorzitter soms haastig een reis naar Amsterdam makenom bij een filmkantoor een nieuw hoofdnummer tehalen. Ook het aanbrengen van coupures in een filmbracht vaak nachtwerk mee."De werkliedenbioscoop speelde een cruciale rol in eenfel conflict in de jaren 1921-1922. Na deze aanvaringstaakte deze bioscoop zijn activiteiten. Venlo was hetstrijdtoneel van meerdere botsingen tussen enerzijds bio-scoopexploitanten en de Nederlandse bioscoopbond, enanderzijds de gemeentelijke autoriteiten, de katholiekegeestelijkheid en katholieke belangenorganisaties. Hetvoert echter te ver om deze bioscoopconflicten hier tebehandelen.De Piusvereniging was een katholieke gezelligheidsver-eniging die in 1876 was opgericht. Vóór mei 1910 teldede Pius circa tweehonderd leden, was er een zang- entoneelafdeling, en was de vereniging verantwoordelijk

118 BUUN BUUN 119

Page 62: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 121120 BUUN BUUN 121120 BUUN

voor de eerste katholieke leesbibliotheek van de stad. Heteigen gebouw aan de Maaskade 37 met ‘ruime zaal’dateerde van 1885. Voor zover bekend stamt de oudsteadvertentie van een filmvertoning door de Piusvereniginguit 1913, toen de N.V. Leliefilm uit Leiden VAN DE KRIB-BE TOT HET KRUIS draaide. Deze film maakte een tour-nee door katholiek Nederland, en is een van de vroegstevoorbeelden van actieve filmdistributie met een roomsesignatuur. Dit wijst voor de Piusvereniging vooralsnogalleen nog op een incidentele vertoning, en nog niet opde naam ‘Familiebioscoop’. Ook in andere bronnendook het jaartal 1913 op, zodat er vanuit gegaan kanworden dat vanaf dat moment vaker filmvoorstellingenwerden gegeven.In de eerder aangehaalde bioscoopherinneringen vanHubert Maas werd de Piusbioscoop gekarakteriseerd alskinderbioscoop. De Venlose jeugd at er "aoliëneutjes veurtwië cent", en de zaal was na afloop bezaaid met pinda-schillen. Zaalwacht Thiery liep rond om te controleren oproken. Doordat hij een spraakgebrek had, bleef zijn termvoor sigaretten – ‘terette’ – jarenlang een gevleugeldwoord in de Venlose jeugdcultuur. Behalve het waakzaam oog van Thiery hield directeur enexplicateur Antoon Zümdick (geboren 1894) toezicht. Inde burgerlijke stand stond hij geregistreerd als kantoor-bediende en later ook als handelsreiziger. Zijn vader waseen kleermaker afkomstig uit Venlo. Volgens Zümdickseigen herinneringen uit 1953 werd hij in 1913 directeurvan de Familiebioscoop. Hij was toen slechts 19 jaaroud. De inrichting van de bioscoop bestond uit plankendie rustten op stoelen aan weerszijden, waar zoveelmogelijk toeschouwers op geperst werden, zo herinnerdehij zich in 1953. Er waren drie voorstellingen op zondag,en heel af en toe een op maandag. Entreeprijzen varieer-den van een halve Grosche ’s middags tot tweeGroschen ’s avonds, iets goedkoper dan bij Elite enScala.

Nieuwe ontwikkelingen

Tijdens de kermis van 1922 zou in de Elite-bioscoop defilm CHRISTUS worden vertoond. Lambertus Caubo wasde oudste zoon van de bioscoophouder. Hij zou hetbedrijf van zijn vader gaan overnemen. Als spectaculairereclamestunt wierp hij uit een vliegtuig strooibiljetten metin koeienletters ‘Christus komt’, en dan heel kleingedrukt: ‘in de Elite-bioscope, Venlo’. Het vliegtuigjestortte neer ‘in een bergplaats der slagerij’, en geen vande drie inzittenden overleefde de ramp. Hoewel de oudeCaubo zelf pas enkele jaren later stierf, in 1926, zag hijkennelijk geen kans het bedrijf zelf nog te beheren of hetaan een van zijn andere kinderen over te dragen.De nieuwe uitbaters van de Elite-bioscoop waren geenbekenden in het Venlose culturele leven, zoals Caubo datwas geweest. De exploitatie werd overgenomen door

Hendrik Jozef Kleuskens en zijn zoonPetrus Hubertus. De Elite-bioscoop verloormet het verdwijnen van Jos Caubo zijnvroegere glansrijke reputatie, en profi-leerde zich steeds meer als een doorsneezaak. Hierdoor leek een vacuüm te ont-staan in de Venlose bioscoopmarkt, waarenkele jaren later op ingesprongen werd.Jean Pollak stond in de Venlose burgerlij-ke stand sinds zijn vestiging in Venlo in1917 geregistreerd als (rooms-katholiek)handelsreiziger, geboren 1879 te Lastnic,Servië. Pollak zag in Venlo mogelijkhedenvoor een gloednieuw theater, volgensoverlevering investeerde hij een erfenis inhet project. In de nazomer van 1925 kwa-men er verwachtingsvolle berichten in deNieuwe Venlosche Courant over eennieuw te bouwen ‘schouwburggebouw’.De opening zou geheel in stijl plaatsvin-den. Eerst een receptie voor genodigden,dan een spectaculair optreden door eenvermaard zanggezelschap uit Rome, ‘DeSixtijnse kapel’. "Honderden vreemdelin-gen uit geheel Limburg kwamen metauto’s, autobussen, fietsen en per trein entram aan om getuige te zijn van het 2eoptreden te Venlo van de wondere zan-gers uit het zonnige Italië." De politiemoest de menigte in bedwang houden.Volgens de verslaggever waren er 1300mensen aanwezig, hetgeen schromelijkoverdreven lijkt, omdat er volgens debouwtekening slechts 910 zitplaatsenwaren De huisstijl van het Pollak-theater wasstrak, ook in de advertenties zat geenenkele tierlantijn. Deze moderne zakelijk-heid was ook doorgevoerd in de inrich-ting van het theater. "Overbodige luxe [inhet interieur] is geweerd, doch van demoderne hulpmiddelen is op buitenge-woon practische wijze geprofiteerd." DeRotterdamse architect Otten had de con-structie van gewapend beton ontworpen.De akoestiek was goed, volgens de jour-nalist. De verlichting werd vanuit één cen-traal punt bediend. Het toneel kon snelverbouwd worden tot orkestbak, en dezetels in de zaal konden via een handigsysteem onder het toneel worden gescho-ven om zo een bal- of vergaderzaal tecreëren. Het automatische verwarmings-syteem kon in de zomer juist voor verkoe-lende lucht worden aangewend. Pollakzou als initiatiefnemer en geldschieter niet

de dagelijkse exploitatie op zich gaannemen. Sef Cornet (1898-1953) werdaangesteld als uitbater. Cornet zou in hetculturele leven van de stad veel aanzienverwerven. Niet alleen als theaterexploi-tant en horeca-persoonlijkheid, maar metname door de jaarlijkse revues die hijschreef en uitvoerde.In april 1927 kreeg Venlo er tijdelijk eennieuwe bioscoop bij: de Apollo-bioscoop.Omdat van de eerste helft van 1927 geenNieuwe Venlosche Courant bewaard isgebleven, ontbreken belangrijke gege-vens over de opening. Er zijn geen namenbekend van initiatiefnemers, geldschietersof uitbaters. Erg lang heeft de bioscoopniet bestaan, nog geen jaar. Begin 1928werd al niets meer vernomen van deApollo-bioscoop.Het pand waar de bioscoop in was geves-tigd, behoorde toe aan de zangvereni-ging Venlona. De banden tussen Venlonaen de Apollo-bioscoop zijn niet geheelhelder. Gemeenteraadslid Paul Thywissenwas jarenlang voorzitter van de zangver-eniging. Hij zag bioscoopvermaak in hetalgemeen als een bedreiging voor de ver-eniging: "De mensen gaan liever naar debioscoop, sport of dansen in plaats vandat ze komen zingen." Venlona had dereputatie een elitaire zangclub te zijn. In1926 waren de financiële problemen ech-ter zo groot dat een faillissement dreigde.In dat licht is de keuze voor bioscoopex-ploitatie begrijpelijk, maar het is voorals-nog onzeker of de vereniging zelf zorgdroeg voor de exploitatie, of dat de zaalverhuurd werd. De entreeprijs van 35 centconcurreerde direct met de Familiebios-coop, die trots bleef vermelden ‘Entrée 35ct. p. persoon … één rang … één prijs!.’Ondanks het veelbelovende begin, liephet Pollak-theater op een mislukking uit.Een artikel uit de Limburger Koerier sug-gereerde dat dit te wijten was aan slechtlopende zaken. De cijfers uit de adminis-tratie van de vermakelijkheidsbelastingenspreken deze vage kwalificatie echtertegen. Volgens de memoires vanVenlonaar Funs van Grunsven zou Pollakal failliet zijn gegaan door tegenslagen tij-dens de bouw van het theater. Al zijn ergeen verdere aanwijzingen die dit hardkunnen maken, ik ben eerder geneigddeze verklaring te verkiezen. Per 18november 1927 werd het heropend

Page 63: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 123122 BUUN

Bronnen:k- Ivo Blom - Jean Desmet and the Dutch film trade (Amsterdam 2003); - Sef Derkx - ‘Huzarenfilm Venlo. Erfenis van de filmpionier en bioscoopeigenaar Jos Caubo.', De Buun 2 (1994) afl. 3 5-8; - Sef Derkx - ‘Zuiderfilm. Impressies uit een stad voor en na de tweede wereldoorlog’, in: Jan Coppens e.a. ed., Impressies ’45. Beelden uit het bevrijdingsjaar (Venlo 1990); - Adri Gorissen - ‘t Theater van 't laeve. Frans Boermans 1917-1999 (Venlo 2000);

- Adri Gorissen en Smaragdus H.H. van der Hoek - Venloclopedie: encyclopedie voor Venlo (Venlo 1992); - Funs van Grinsven en Baer van der Meij - Euver Funs gespraoke (Venlo 2002); - Albert Lamberts - Hotel Wilhelmina Venlo 1876-2001 (Venlo 2001); - Pim Slot - ‘Een vloek en een zegen.’ De katholieken en film in Nederland 1912-1942 (doctoraalscriptie z.j. z.p., o.a. ter inzage in de bibliotheek van het Instituut Beeld en Geluid, Hilversum) - Wim Timmermans - Een eeuw muziek. 100 jaar koninklijke zangvereniging Venlona (Venlo 2000).

Overig bronnenmateriaal:k- Programma 12. Limburgschen katholiekendag te Venlo op 15 en 16 mei 1910 (Pinksterdagen); - Gemeente-weekblad van Venlo, 24-2-1917; - ‘Het City-theater. De Elite-bioscope gemoderniseerd’, Nieuwe Venlosche Courant z.d. [1928]; - ‘Het Pollak-theater’, Nieuwe Venlosche Courant 5-10-1925; - Handelsadresboek samengesteld door de kamer van koophandel en fabrieken voor noordelijk Limburg te Venlo en adresboek der gemeenten Venlo, Maasbree en Tegelen (Courant en Handels- drukkerij NV De Nieuwe Venlosche Courant 1925);

- 25 jaren socialen arbeid. Feestuitgave bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan. R.K. Werkliedenvereeniging Venlo 1904- 27 Nov 1929 (Venlo 1929); - ‘1929’, Nieuw weekblad voor de cinematografie jrg. 8 (3-1-1930) nr. 14; - ‘Scala. Een mooi modern theater. Een schitterend geslaagde gala-voorstelling’, Nieuwe Venlosche Courant 18-1-1930; - ‘De opkomst van het bioscoopwezen in Venlo. Van explicateurs via de strijkjes naar de sprekende film’, Limburger koerier 13-10-1934; - ‘Veertig jaar in de bioscoop. Antoon Zümdick: tussen explicateur en dieptefilm’,

Dagblad voor Noord-Limburg 10-4-1953; - J.W. Omloo, De Venlose K.A.B. in het goud [Venlo 1954] 76-77; - ‘Stilte, het is een drama’, De Limburger 12-4-1978; - http://www.xs4all.nl/~kd/st1en.html; - Archief Kamer van Koophandel Noord-Limburg; - Gemeentearchief Venlo.

BUUN 123

onder de naam Grand Theater. SefCornet bleef de uitbater, maar de nieuweeigenaar was de N.V. Maatschappij totexploitatie van schouwburgen ‘Forum’,met als directeur Frits Strengholt uit DenHaag. Het interieur werd geheel gerenoveerd:nieuwe stoelen, linoleum op de vloeren,zware pluche gordijnen en nieuwe projec-tieapparatuur. Dat terwijl het theater nogmaar ruim twee jaar oud was! Misschienwerd de moderne inrichting van Pollaktoch als te kil en kaal ervaren? "De zaalop zich maakt een voorname indruk. Demoderne beschildering van wanden enplafond, met de meubileering en deftigestoffeering geven een warme en prettigestemming. Het groote van de zaal wordter door weggewerkt." Er stonden ge-brandschilderde ramen opgesteld aanweerskanten van de ingang.Peters’ oude rivaal, de Elite-bioscoop,kreeg een nieuwe uitbater in 1928.Waarom Kleuskens de zaak overdeed, isniet met zekerheid te beargumenteren.Maar onder zijn leiding liep de Elite-bio-scoop de laatste jaren niet zo goed. Aande ene kant van het spectrum stond hetluxe Pollak/Grand Theater, aan de ande-re kant een goedkope bioscoop als deFamiliebioscoop, en daarnaast bleef hetvoortvarende Scala een geduchte concur-rent. Het kortstondige bestaan van eenvijfde rivaal (Apollo) kwam daar nog bij.Kleuskens’ opvolger was een oudgedien-de: Antoon Zümdick, voormalig exploitantvan de Familiebioscoop. De familieCaubo bleef wel eigenaar van hetgebouw. Per 1 maart werd de Elite-bio-scoop omgedoopt tot City-theater. Met‘moderne olieverfbeschilderingen, infrappante kleurschakeeringen’ kreeg debioscoop een nieuw aanzicht. De entreezou in ‘deftige stijl’ worden uitgevoerd.Nieuw meubilair, verlichting en sanitairmoesten een ware metamorfose bewerk-stelligen. De nieuwe naam beoogde eenander imago: stads en modern. Hettheater ging zich in de loop van 1930aanduiden met ‘City-theater-lichtspieleVenlo’.Wie na het vertrek van Zümdick debedrijfsleiding van de Familiebioscoopovernam is niet bekend. De gemeenteadresseerde in de correspondentie met dePiusvereeniging geen specifiek persoon.

Hermans Eduard vroeg in 1928 de ver-gunning aan voor de bioscoop, maar hijwas voorzitter van de Piusvereeniging, dusniet noodzakelijk ook exploitant van debioscoop. Er zijn weinig gegevens over debioscoop, maar hij bleef in bedrijf, getui-ge enkele incidentele advertenties.

Marktleider

Na de dynamische periode zoals die hier-voor is beschreven, wist Willem Peters zijninvloed in het lokale bioscoopwezenbeslissend te vergroten en te consolide-ren. In korte tijd opende hij een geheelnieuwe bioscoop in Tegelen, nam hij eenconcurrerend theater over, en wist hij alseerste, en jarenlang ook als enige,geluidsfilms te vertonen in de stad. Hetbelang van Peters’ positie werd bevestigddoor zijn verkiezing in het hoofdbestuurvan de Nederlandse Bioscoopbond in1929. De Venlose bioscoopeigenaar werd injanuari 1930 persoonlijk verwelkomddoor de Tegelse burgemeester bij de ope-ning van zijn nieuwe bioscoop aldaar: netals in Venlo Scala geheten. Peters had insamenwerking met architect Jac.Grubben een voormalige garage tot bio-scoop laten verbouwen. Het ‘smaakvolle’interieur was een juiste combinatie tussen‘grootsteedsch genot en goede intimiteit’.Bij deze openingsavond stond de Tegelsemarkt vol met geparkeerde auto’s.Neonlichtreclame gaf iets feestelijks aanhet dorpsplein. Met de opening van dittheater probeerde Peters zijn Venlose con-currenten af te troeven. De bussen die hetGrand Theater inzette naar Tegelen zou-den minder vol zitten nu de inwoners inhun eigen woonplaats naar de film kon-den gaan. Overigens zou Peters mindervoordeel aan zijn theater behalen danvoorzien, omdat vanaf 1933 in Tegelenjarenlang een bioscoopverbod zou blijvengelden, wegens een ander conflict datook weer buiten beschouwing moet blij-ven.Twee maanden na de opening van ScalaTegelen verscheen de laatste advertentievan het Venlose Grand Theater. Strengholtdeed het theater over aan de N.V.Rembrandt Theater te Arnhem, eensamenwerkingsverband waar Peters zelf

122 BUUN

een onderdeel van vormde. Nog diezelfde week kondig-de Peters de heropening aan onder de nieuwe naamRembrandt-theater. Hoe de eigendomsverhoudingenprecies lagen, is niet geheel helder. In een brief vanaugustus 1932 aan de gemeente Venlo, stond naast deondertekening van Peters een stempel met ‘Hamburger,Adam en Peters’. David Hamburger Jr. en C.G. Adamwaren zwagers en beiden directielid van de N.V.Utrechtse Maatschappij tot Exploitatie van Bios-coop-theaters, die theaters bezat in Arnhem, Haarlem,Eindhoven, en per 1930 dus ook in Venlo. Het blijftonduidelijk hoe de vork exact in de steel zat, maar ken-nelijk had Peters zijn contacten binnen de Bioscoopbondgoed weten uit te buiten, zoals blijkt uit dit samenwer-kingsverband met grote ondernemers uit de nationalebioscoopbranche. De overname van een geduchte con-current door een groter consortium waar hij zelf een rolin speelde, zorgde ervoor dat Peters zijn positie bevestig-de als marktleider in Venlo en omgeving. De dagelijkseexploitatie van het Rembrandt-theater bleef in handenvan Sef Cornet.In diezelfde periode trof ik de eerste aanwijzing aan vooreen geluidsfilm in Venlo: "Slechts 3 dagen. Een spreken-de, zingende en musiceerende film in 9 acten." Wanneerde allereerste geluidsfilm in de stad werd gedraaid is nietmet zekerheid te zeggen. Overigens werden er in dezeperiode nog steeds volop zwijgende films vertoond, hetCity-theater verwierf pas jaren later een geluidsinstallatie.Eind 1935 wilde de directeur van de Venlosche Courant,Wim Cox Sr., een bioscoopzaal bouwen bovenop hetkantoor van de krant. Peters wist hier een stokje voor ste-ken, en opende in 1936 zelf een extra bioscoopzaal inzijn Scala-theater, waar voorheen de Scalabar zichbevond. Het ‘Filmactualiteiten Theater Filmac’ speciali-seerde zich in het vertonen van nieuwsfilms. Deze laatsteuitbreiding bekroonde Peters’ carrière als Venlo’sgeslaagde bioscoopkoning aan de vooravond van deTweede Wereldoorlog.Het City-theater bleef voortbestaan in de schaduw vanPeters’ concurrentie, en werd nieuw leven ingeblazen. In1939 kwam de exploitatie van het theater weer in han-den van de familie Caubo. Een kleinzoon van de oudepionier zette Zümdick uit het pand en liet een modernevoorgevel bouwen. Zümdick vertrok tegen zijn zin enopende zijn eigen Royal Irene Bioscooptheater in Blerick.In de oorlog werd het gloednieuwe City-theater kapotge-schoten. De herstelde gevel is inmiddels een rijksmonu-ment. De rijke geschiedenis van de hoogtijdagen van debioscoop in de jaren ’40 en ’50 en de periode daarnawacht echter nog op degene die haar optekent.

Page 64: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

ABCDEFGH

I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

BUUN 125124 BUUN

De oorlog, een agent eneen beroemde hond

DOOR RUUD LINSSEN

1940|1945

Mijn oma heeft acht maanden op mijnkamer geslapen. Ik was acht jaar, zij aan

het eind van haar leven. Ik sliep op eenstretcher, zij in mijn bed. Ik moest om halfacht ’s avonds naar boven; zij kwam om negenuur. Elke avond wachtte ik onder de dekens op dateerste geluid in de hal beneden. Dan liep iknaar de trap met de woorden: ‘Oma, komt u?’In haar bevestigende antwoord kon ik haarglimlach horen, althans in mijn herinnering.Als ze eenmaal in bed lag, en haar gebeden met eenmagische snelheid had gebeden, dan stelde ik devraag. Of ze nog een verhaal had. En dan verteldeze over de Houtsnip in Kessel waar ze was geboren,over het veer dat ze samen met opa en later methaar twee zonen had geleid, en de douchekoppen inde concentratiekampen die geen echte douchekop-pen waren. Maar bovenal vertelde ze over haar familie, haarouders en haar broers en zussen, over die oudedagen met een langere levensduur hadden dan deonze, over de kroeg die ze hadden in de Houtsnip,over de klompenmakerij (waar later een grote ketenvan schoenenwinkels uit is voortgekomen), overhaar broer Handrie die slaapwandelde en over deharing die onder het dertienkoppige gezin verdeeldmoest worden (zij kreeg het staartje).

Daar in die acht maanden, in mijn slaapkamer, heb ikmijn fascinatie voor het verleden gevonden; zowel depersoonlijke als de algemene geschiedenis. Enkele jarenlater leerde ik, een puber inmiddels, vrijwillig de straffenvan de Neurenberger processen uit mijn hoofd; en bijmijn moeder peuterde ik meer details los over de ver-halen van mijn oma die toen al dood was. Uren kon ik met mijn verbeelding in het verleden zoekennaar wat de historicus Leopold Ranke noemt: ‘Wie eseigentlich gewesen ist.’ Ik kreeg familiefoto’s uit deoude doos in handen. De mooiste was die waar enkelebroers en een zus poseren naast het huis. De uitdruk-king op hun gezichten kwam overeen met wat mijn omahad verteld. Een mengeling van geluk en zelfbewustzijn.

ABCDEFGH

I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

DOOR

RUUD L INSSEN

FOTO

JACQUES PEETERS

VENLO,

We hebben een moeilijke relatie.Het neemt niet weg dat dezebrief mij moeite kost, maar dezewoorden moeten gezegd. Hetheeft alles te maken met ons. Het plan voor dit schrijven isontstaan toen ik op jouw grondwas. Laat in de avond tijdenseen redactievergadering van deBuun, kwam het idee van dezeserie op tafel. Een papiertje gingrond met de letters en ik zettemijn naam achter de K wantdaarbij zag ik de woorden die ikjou wil voorhouden. De K dus, die harde lelijke letter.Het eerste woord is koopmans-geest; je staat er bekend om.Het betekent aanzien in Neder -land want we zijn er groot meegeworden, maar voor mij staathet gelijk aan kleingeestigheid.Het is de mentaliteit van deHollanders die in de zeventiendeeeuw over de hele wereld voe-ren om handel te drijven, zonderiets te maken. Ze gingen aanland, besodemieterden de inlan-ders en vertrokken weer. Naar jou, Venlo anno 21steeeuw, vertaald; gaat het omtrans port waar je zo graag meepronkt. Knooppunt Venlo. Maarhet stelt niet veel meer voor daneen paar loodsen in het voorma-lig buitengebied. Hoge gebou-wen, weinig mensen. Het ruiktnaar niets. Dezelfde geur laatzich vermoeden als ik de stadbinnenga. De gebouwen zijn vaneen akelig modernisme. Rijen enrijen rechte hoeken en rechte lij-nen. Geen architectuur met visieen lef, maar de kaalheid van jekoopmansgeest. Het mocht nietveel kosten, dat zie ik aan je af.Je laat al jaren het fabeltje rond-gaan dat het de schuld is van degeallieerden want zij hebbenjouw karakteristieke huizenkapotgebombardeerd.Kletskoek. Natuurlijk: jouw stadheeft veel geleden in de oorlog,maar veel daarvan was na de

bevrijding nog in een zeer rede-lijke staat. Je besloot om het inde loop der jaren op te ruimen.Jouw huizenbouwers wilden geldverdienen en daarom begonnenze opnieuw. Maar ze bouwdenals koopmannen: het werd niets. En dan de cultuur, daar heb jeniet veel mee op. Je bestuurdershouden het geld voor cultuur altientallen jaren beneden de ar -moedegrens want: wat koop jeer voor?! Dan zijn we weerterug bij je kleingeestigheid.Jouw geest kan niet bevatten datcultuur het bloed van een stad is.Het is de lucht die je in stedenvoelt trillen. Het zal wel te dich-terlijk voor jou zijn. Je bentzoveel anders dan ik. En dan tenslotte de kift en kin-nesinne met je kleine buren.Allereerst Blerick dat je hebtgeslagen met een lelijkheid diede jouwe overtreft. Waarommoest je alles wat je bent, nog

eens uitvergroten aan de anderezijde van de Maas? OmdatBlerick niet van je houdt? Omdathet dorp slechts een verstands-huwelijk wil? Burenkift is van alle plaatsen –klopt, maar bij jou gaat het die-per. Kijk naar de tweehonderdjaar oude kaart van Limburg, tentijde van de Franse bezetting. DeFransen hebben de provincie danverdeeld in districten, langskaars rechte lijnen. Alleen in jouwbuurt is er een vreemde hoek.En dat is Tegelen wat niet onderjouw hoede wilde leven. Tegelenheeft kennelijk zoveel emotione-le stampei gemaakt dat zelfsFran se logica er niet tegenbestand was. Het zegt genoegover jou. Het is vanwege de K dat ik metje breek. Meer dan tien jaar hebik op je grond rondgezworven,heb ik naar jou gezocht en mijngedachten in je gestopt. Maar ik

kreeg weinig terug. Natuurlijk heb ik in jou ook veelmooie mensen gevonden,Venlonaren met wie ik kanlachen en die me aan het denkenzetten, die cultuur soms latenbroeien, maar dat is ondanksjou. Het bevestigt alleen maarmijn liefde en bewondering voorde mens, die kennelijk overalkan gedijen.

Page 65: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 127126 BUUN

DE VELDWACHTER

Graet Sieben, geboren in Kessel op 10 maart 1893,begon zijn carrière als diender in de Limburgse hoofd-stad. Meteen al besefte hij dat hij liever veldwachter ineen dorp wilde zijn. Hij kreeg Buggenum (Midden-Limburg) en daarna Griendtsveen (Noord-Limburg). Inhet peeldorp speelde het drama rond Hertha zich af.Het verlies, schrijft hij ruim veertig na dato, ‘heeft eenblijvende stempel van weemoed achtergelaten in mijnziel.’ Op bladzijde 50 staat de dood van Hertha beschreven:‘Toen ik alzo op een zondagochtend wederom in de peelsurveilleerde, ontdekte ik aldaar andermaal een drietalwildstropers die elk met een geweer in schietvaardigehouding over de ontginning voortgingen. Ik was toenvergezeld van mijn goed afgerichte verdedingshond“Hertha”. Wie had toen durven denken dat ze voor mijzo trouwe helper, zijn laatste hulp zo nabij was. Toen eender stropers door ons in het nauw gedreven, sprong hijin aldaar aanwezige peelvaart van 8 meter breedte.Omdat deze vaart plus-minus 1,70 meter water bevatte,kon ik deze niet passeren. Om de stroper echter tochstaande te houden, stuurde ik “Hertha” door de vaartmet het commando “stellen”. Toen zij de vluchteling opcirca 25 meter was genaderd, tastte hij al lopende in zijnzak en laadde het geweer waarop ik hem toeriep “Schietniet”. Nauwelijks had ik deze waarschuwing gedaan ofde onverlaat draait zich om en schiet het trouwe diereen vol schot hagel in de borst en vluchtte verder. Tengevolge van deze ernstige verwonding stierf het dierspoedig ter plaatste. Diep geschokt begaf ik mij langseen omweg naar “Hertha”aan de overzijde van de vaart,alwaar zij als slachtoffer van haar plicht, dood neerlag.(…) Nadat ik “Hertha” van haar halsband had ontdaanliet ik haar ter plaatse achter, keerde met opgeproptgemoed huiswaarts.” De dader weet hij uiteindelijk op tesporen, deze wordt veroordeeld voor stroperij.Daarnaast moet hij voor de dode hond een vergoedingbetalen aan Graet Sieben. Het verhaal tekent hem als een man met een gevoelighart onder het donkere uniform. Het harde straatlevenvan Maastricht, met vuistgevechten en ‘onderwereldfi-

guren’, had niet bij zijn karakter gepast. Niet omdat hijbang was aangelegd, maar omdat hij zich voelde aange-trokken tot de intimiteit van het dorp – zoals in Kesselwaar hij was opgegroeid. Na tien jaar Griendtsveen kreeg hij Swalmen toegewe-zen, het dorp ten noorden van de bisschopsstadRoermond. Zijn bekendheid zou de plaats al snel over-stijgen, tot ver in heel Midden-Limburg. En dan metname zijn nieuwe hond - Asti - die gevreesd was in deonderwereld. ‘De speurhond van Swalmen’ kon over vele kilometersweilanden en verharde wegen een spoor volgen. Bij tal-loze plaatsen van delict, klein en groot, in heel Midden-Limburg verscheen de tweespanmotor van GraetSieben, met Asti als bijzit. Zoals toen een gepensioneerde ploegbaas van deNederlandse spoorwegen in Linne dood werd gevondenin een weiland. Vanaf deze plek speurde Asti midden inde nacht over de grond naar de geur van de moorde-

1940|1945

De oorlog, een agent eneen beroemde hond

HET BOEK

Het hoogtepunt van dezoektocht naar de familieSieben was een kopie vaneen boek dat ik rond mijnvijfentwintigste in handenkreeg. Ik kende het al, het boek was namelijk een vanoma’s verhalen geweest. Het was geschreven door eenman die misschien wel het hoofdpersonage was in diemaanden dat mijn oma in mijn slaapkamer kamer sliep.Ome Graet, haar broer aan wie ze het meest gehecht was. Op een foto, tijdens een feest geschoten, zit hij aan eentafel; een dikke sigaar in de hand, het bovenlijf naarachteren hellend en een hoornen bril met daarachter deblik van een persoonlijkheid. Mijn oma zit naast hem. Het boek van Graet Sieben was een autobiografie, alsintellectuele nalatenschap voor zijn kinderen. Een red-dingsactie tegen zijn eigen vergetelheid. Opgeschrevenaan het eind van zijn leven, in de eerst helft van de jarenzeventig. Op het moment dat ik het boek opensloeg, twintig jaarlater, was ik een historicus-in-wording. Met grote span-ning las ik de eerste regels, alsof mij een lang gezochteschat onder ogen kwam. De werkelijkheid stelde nietteleur, integendeel. Het was een fascinerende gewone-mensen-geschiedenis, ver weg van de grote namen dieons beeld van een tijdperk hebben bepaald. Dit gingover straten in Kessel, in Griendtsveen, in Swalmen, overgebeurtenissen zonder echo in de wereld. En voor mij nog belangrijker: het was de completeroman waarvan mijn oma delen had voorgelezen uithaar geheugen. Als veldwachter heeft ome Graet veelmeegemaakt, hoor ik haar fluisteren in de slaapkamer.Hij was een van de allereerste veldwachter met een poli-tiehond. Altijd als er iemand opgespoord moest worden,kwam ome Graet met zijn hond om de boeven te van-gen. Dramatische was de dood van Hertha. Het dierwerd in een achtervolging doodgeschoten door eenboef. ‘Dat was verschrikkelijk omdat hij heel veel vanHertha hield.’Het boek is een aaneenschakeling van korte verhalen.Samen geven ze een kleurrijk en vaak authentiek beeld

van het leven van een politieagent. Het boek is zo rijkaan details, zoals tijdstippen en het weer op een och-tend, dat het doet denken aan een dagboek. En dat alles in een heldere en soms superieure stijlgeschreven. Zoals de beschrijving van de vluchtelingenaan de Zuid-Nederlandse grens aan het einde van deEerste Wereldoorlog toen Graet Sieben agent was inMaastricht. ‘Grote stromen vluchtelingen kwamen vanuit België overde grens. Het waren in hoofdzaak vrouwen, kinderen,invaliden en oude mensen. Deze stroom van wagens,sleeën, en andere vervoermiddelen, had vele dagenononderbroken geduurd. De dierbaarste en ongeloof-lijkste dingen werden door de opgejaagde vluchtelingenmeegevoerd. Het was een zee van ellende. Wanneer deavond viel werd de Rijksgrens (België-Nederland) voortoegang tot Nederland gesloten. De Duitse bezettershadden de hele grens met geladen elektrische dradenversperd. Bij het plaatsje Smeermaas was echter eenopening, waardoor de stroom ons land binnenkwam. Ikheb hierbij vele dagen als orde-agent dienst gedaan envan zeer nabij gezien hoe deze ongelukkige, van huis enhaard verdreven mensen in hun eerste verblijfplaatswerden opgevangen. Als de karavaan in de ochtend inbeweging kwam, en via de Brusselsestraat de stad(Maastricht, RL) bereikte, dan werd hen door de bevol-king allerhande geschenken toegeworpen. (…) Door degrote hoeveelheden toegeworpen voedsel ontstondsoms wanorde in de karavaan, waarbij ik meermalenheb moeten optreden om de orde te herstellen. Voor degoede orde werd dit toewerpen van geschenken danookverboden. Als je de schreiende en roepende massavluchtelingen zag trekken en dan als ordehandhavertegen de goedwillige bevolking moest optreden omdatze deze mensen wilden helpen, dan voelde ik mijn hartook als politie-ambtenaar nagenoeg breken.’

v.l.n.r. Sjra van ome Thien, ome Thei

(bakker), ome Beer van ome Sjeng,

tante Door, ome Graat.

Page 66: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 129128 BUUN

een steeds sneller tempo. Neem het begin, de Duitse inval in mei 1940: geenNederlander uit die tijd zal het zijn vergeten. Ons hoofd-personage beschrijft zijn ervaring als volgt: ‘Het wasomstreeks 12 uur in de nacht van 9 op 10 mei 1940 toenik, vergezeld van mijn onafscheidelijke ‘hulp’ Asti, opverzoek het bruidspaar C. G. te Swalmen (Boukoul)dienst deed tegen eventuele overdreven uitspattingenvan jongelui die volgens oeroud gebruik op ‘Aartje’ wer-den verwacht. Terwijl ik buiten tegenover de woning vanhet feestvierende bruidspaar in de tuin verscholenafwachtte wat komen zou, weerklonken eensklaps doorhet nachtelijk luchtruim enkele hevige ontploffingenvanuit de Duitse grens, waarvan de aarde tot ver in deomgeving trilde. Flitsende lichten tekenden zich telkensaf aan de donkere hemel. De ontploffingen bleven onre-gelmatig voortduren en het stond voor mij vast dat onsnagenoeg weerloos vaderland, door de Duitse vijandwas bestormd en dat de oorlog was uitgebroken. Hetwas een angstwekkend ogenblik dat niet in woorden isuit te drukken.Ik begaf mij in de woning van het bruidspaar. Peinzendzaten de gasten in groepjes bij elkaar en bespraken deontzettende gebeurtenis. Met vragende en angstige blik-ken drongen de mensen op mij toe. Aan het feest waseen abrupt einde gekomen. Eerlijk en onomwonden gafik te kennen dat inderdaad de oorlog was uitgebrokenen dat wij ongetwijfeld een moeilijke periode tegemoetgingen.’Naarmate de oorlog vorderde, liet de intensiteit zichsteeds meer voelen in het leven van alledag. Des te meervoor Graet Sieben, omdat hij als veldwachter met zijnspeurdershond steeds weer met de haren erbij werdgesleept om zijn werk te doen. Maar ditmaal waren degezochte mensen geen criminelen, maar geallieerdepiloten en onderduikers. Het was een dilemma tussen loyaliteit en geweten; hijbesefte dat zelf terdege. De Nederlandse regering hadvoor haar vlucht naar Engeland het proberen op te los-sen met een brief. Uit diezelfde nacht van de Duitseinval tekent Graet Sieben op: ‘Thuisgekomen zaten mijnvrouw en kinderen in angst mijn komst af te wachten.Onverwijld opende ik de geheime en verzegelde brief

van de Minister van justitie, die tot mijn uitrustingbehoorde en ik slechts bij ernstig oorlogsgevaar mochtopenen. Hieruit vernam ik dat de rijkspolitie niet mochtretireren, doch in het belang van volk en vaderland metde bezetter politiedienst moest blijven doen.’ Het zou hem regelmatig in zenuwslopende situatiesbrengen, waarbij hij was gedwongen zijn diensten televeren aan de vijand. Heimelijk probeerde hij zijnspeurwerk te laten mislukken, terwijl in zijn rug Duitseofficieren meeliepen die hem vaak toesnauwden endreigende taal spuiden. Daaronder soms de Limburgsetop van de Duitse politie; in die tijd beruchte namen alscommandant Ströbel, Nitsch en Elsholsch. ‘Geen enkelvan deze mensen was deskundig in het politievak en nogveel minder bij het opsporingswerk met de speurhond.’ De Duitse onwetendheid buitte de Swalmenaar uit,zoals toen hij in 1944 ’s nachts in de gemeente Beesel(het gehucht ‘Rijkel’) moest verschijnen vanwege dediefstal van een koe. ‘Het spoor van de daders leidde inde richting van de boerderij ‘Baxhof’, gelegen onder degemeente Swalmen. Het daglicht was intussen aange-broken en het speurwerk werd hierdoor gemakkelijker.Twee leden van de Duitse bezettingstroepen alsmede deNederlandse onderzoekende Rijkspolitie, volgden mij opeen afstand en sloegen met spanningen het werk van despeurhond gade. Ik voelde mij echter niet op mijngemak, omdat ik namelijk wist dat deze hoeve als pleis-terplaats en doorgangshuis diende voor onderduikers,piloten, vluchtelingen e.a. door de Duitsers gezochtemensen. Toen Asti deze hoeve aan de achterzijde zon-der meer passeerde, sloeg de schrik mij om het hart.Ongeveer een kilometer verder bevond zich in de bosseneen zogenaamd onderduikerskamp alwaar Duitsers,Fransen, Engelsen, Russen, Nederlanders e.a. mensenverscholen zaten. Aangezien het spoor rechtstreeks indie richting ging, was het voor mij duidelijk dat de ver-miste koe zich in dat kamp bevond. Om in de benauw-de situatie een beslissing te nemen was niet eenvoudig.Niemand van de mensen die mij volgden wisten vandeze situatie iets af. Om zoveel mogelijk tijd te winnentot het bedenken van een besluit, hield ik de ca. 10meter lange lijn, die volgens voorschrift de speurhondbij zijn werk steeds aan zijn halsband bevestigd moest

1940|1945

De oorlog, een agent eneen beroemde hond

naar, aangemoedigd doorzijn eigenaar. De officiervan justitie en andereveldwachter volgden opeen afstandje, hetschouwspel met verbazinggadeslaand. Asti kwam uitbij een boerderij, wat vol-gens de opperwachtmeester een vergissing moest zijnwant daar woonde een gezin van onbesproken gedrag.Niettemin werden het echtpaar, twee zonen en tweedochters naar buiten gehaald om zich naast elkaar op testellen. Asti gaf tijdens de geurtest blijk van een zekereherkenning bij de zestienjarige jongen, maar ging tochverder om bij de achttienjarige zoon te beginnen metblaffen. De vermeende twijfel van de hond was voor de officierreden om de aanwijzing niet al te serieus te nemen.Maar na enkele dagen bekende de oudste van de tweetieners, ‘in een onverbrekelijke tranenvloed’, dat hij deman had doodgeslagen om zijn beurs te bemachtigen.Motief van de dader: hij wilde een overjas kopen. Dezestienjarige jongen had tijdens de geurtest van Asti debeenkappen van zijn oudere broer aan, wat verklaardewaarom de hond even bij hem was blijven stilstaan. Vele van deze verhalen over Asti beslaan de periodeSwalmen. Ze zijn met veel gevoel voor opbouw vanspanning opgeschreven. In Swalmen zou Graet Siebentot aan zijn pensionering in 1953 blijven werken, daarnableef hij er wonen. De periode zou worden getekenddoor de oorlog, waarover mijn oma mij als allereerstehad verteld. De oorlog, die centraal staat in dit verhaal. De vele blad-zijden over 40-45 maken eens te meer duidelijk hoe debezetting een hele generatie heeft getekend met eennooit vervaagde herinnering. De auteur haalt 2 februari1945 naar het papier, toen zijn gezin en vele anderen� met onbekende bestemming` naar Duitsland werdenvervoerd. Te voet, of op wagens. � Het was een triestekaravaan van opgejaagde en weerloze mensen die nietwisten wat met hun ging gebeuren. Ik zie nog hoe som-ber de kantonrechter van Roermond op het voor ons rij-dende voertuig ineengedoken zat tussen enkele in haast

meegenomen spullen.’Vanuit het Duitse Bruggen moest de stoet in een treinvan veewagons stappen. Op het perron dreigden Duitsesoldaten Asti dood te schieten omdat deze niet meemocht in de trein. Graet Sieben gaf hem mee aan eenbekende. Vervolgens reisde het gezin en vele anderentwee dagen door Duitsland, opeen gepropt in de wagon,om uiteindelijk weer in Noord-Nederland uit te komen.Enschede. Na een verblijf van enkele maanden werdNederland bevrijd en keerden ze terug naar Swalmen.

DE OORLOG

Het Limburgse dorp was voor een groot deel kapotge-schoten. De chaos van het front had de beschaving weg-gespoeld als een laag waterverf. Swalmenaren haddenhun huis leeggeroofd omdat ze meenden dat de eigena-ren niet zouden terugkeren. De burgemeester liet wetendat iedereen de gestolen spullen straffeloos kon terug-brengen. De oproep werd slechts spaarzaam beant-woord. De politie kreeg vervolgens opdracht om de goe-deren op te sporen. ‘Bij ons onderzoek vonden wij, ver-stopt in de grond of onder hooi of stro in schuren e.a.gebouwen, de ontvreemde goederen terug. Het was voorons een zenuwslopend en ondankbaar werk, waardoormeerdere van die zogenaamde plunderaars, ons ooknog vijandig gezind waren. Het is voorgekomen dat wijop een onverwachts ogenblik op een boerderij kwamenen de bewoner bezig was met het stuk-snijden van eengestolen, waardevol Perzich tapijt, terwijl hij de stukkenverbrandde in een aldaar buiten staande soepketel.’Het oorlogsgedeelte uit ‘Historische vertellingen’ maaktduidelijk hoe steeds weer nieuwe gebeurtenissen demensen in die vijf jaar achtervolgden; gebeurtenissendie een diepe indruk achterlieten en elkaar opvolgden in

Page 67: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 131130 BUUN

zaken, werd dit voorstel door de SD goed bevonden. Hettoeval was echter dat er een politieman te weinig wastot het vormen van vier duo’s. Dit toeval was juist “korenop mijn molen”. “Immers ik kreeg daar ongemerkt de gelegenheid voor testellen met Asti alleen op zoek te gaan. (…) Alzo bega-ven wij ons door de duistere nacht op zoek naar even-tueel overlevenden van het neergeschoten vliegtuig. Ikkreeg van de SD de oostelijke richting van het terreintoegewezen. Op circa 20 minuten afstand van de plaatsdes onheils belandde ik met Asti bij een oud buitengebruik gesteld kippenhok, waarvan de deur wel dichtdoch niet afgesloten was. Ik begaf mij in het kippenhokalwaar Asti speciaal reageerde bij de zogenaamde mest-plank die op 30 tot 40 centimeter van de vloer was aan-gebracht. Deze reactie trok mijn bijzondere aandacht.Onder deze mestplank ontdekte ik danook een Engelsepiloot. Het was een stoere jonge kerel in pilotenuniform.Met grote angstige ogen staarde hij mij aan en zei ietsvoor mij onverstaanbaars. Met gebaren stelde ik hemgerust en deed hem begrijpen voorlopig in de schuil-plaats te blijven. Ik begaf mij in andere richting naar hetneergestorte vliegtuig, alwaar de SD-leden met de ande-re patrouilles reeds verzameld waren.’Graet Sieben zweeg en het onderzoek werd voorlopigafgesloten. Thuis verzamelde hij oude kledingstukken,mondvoorraad en een schop en ging terug met de motor.‘Bij mijn aankomst aan het kippenhok opende ik de deuren bleek de piloot nog aanwezig te zijn. Hij toonde zichandermaal geschrokken, alhoewel hij meer toenaderingtoonde dan bij zijn ontdekking. Ik overhandigde dezeongelukkige man de goed belegde boterhammen. Toenhij deze genuttigd had, trok hij zijn uniform uit en kleed-de zich op mijn verzoek in de kleding die ik had meege-bracht. Op mijn aanwijzing nam hij daarna de schop opzijn rug en met stevige handdruk ging de man ongestoordals landarbeider zijn vrijheid tegemoet. Ik had tevoren opeen stukje papier de door hem te volgen route geschetst,waarbij tevens de plaats werd aangewezen waar hij deMaas zwemmende moest passeren en ook een oudeafgelegen boerderij onder Haelen als pleisterplaats. (…)Toen in het oosten reeds het daglicht begon te gloren,keerde ik wel voldaan huiswaarts.’

Nog spectaculairder was zijn toevallige vondst van tweeEngelse piloten in de bossen in Swalmen, dichtbij deDuits-Nederlandse grens. Hij was met Asti aan het oefe-nen, toen de hond plotseling een spoor oppakte.‘Omdat ik vermoedde dat de speurhond, in die wildrijkeomgeving, in verleiding was gekomen, met het spoor vanaldaar gelopen konijnen, haalde ik haar ter correctie, totdriemaal toe terug. Toen zij echter voor de vierde keerop dezelfde plaats het bos inging, liet ik haar zondermeer gaan. Nauwelijks waren wij ca 50 meter met moei-te in het dichte bos doorgedrongen, of er vertoondenzich twee verschrikkelijk gehavende personen die onsmet verschrikte ogen aanstaarden en ons met opgesto-ken armen tegemoet traden. Omdat ik vermoedde metgestrande piloten of anderen uit Duitsland gevluchtegevangen te doen te hebben, haalde ik Asti terug enmaakte hun met gebaren kenbaar rustig te blijven.Voorzichtigheidshalve nam ik echter mijn pistool bij dehand en begaf mij nader tot hun. Het was een ver-schrikkelijke aanblik hoe deze mensen zich in een verrestaat van verwaarlozing bevonden. Zij liepen op blotevoeten die op meerdere plaatsen bloedend verwondwaren. De stukken kleren die zij aan hadden, bedektennauwelijks de helft van hun lichaam, dat eveneens vrij

1940|1945

Portret Greaethebben, strak, waardoor het speurwerk vertraagde. Ikwas het kamp toen op ca 700 tot 800 meter genaderd.’Hij laste een rustpauze van tien minuten in voor dehond, en overlegde met de Duitsers die respect toondenvoor het werk van Asti. ‘Toen ‘Asti’ het spoor andermaalenkele tientallen meters had gevolgd, gaf ik haar met delijn een zacht en ongemerkt tikje, hetgeen voor Asti eenteken was op het spoor terug te komen. Dit trukje werdeen viertal malen uitgevoerd. Op een slinkse manier (…)manoeuvreerde ik de speurhond een (…) zijpad op,waardoor hij spoedig een ander spoor opnam engewoon in de richting van het gehucht ‘Heide’ verderspeurde en het voornoemde kamp zijdelings liet liggen.Met dit experiment werd niet alleen ons leven gered,maar was ook het belang van het Nederlandse volkgediend.’Zijn leven had inderdaad aan een zijden draadje gehan-gen. Na de oorlog sprak hij een gedeserteerde Russischesoldaat die op het bewuste moment in het kamp was ende wacht hield; samen met een tweede man. De gezoch-te koe stond enkele meters achter hen, aan een boomvastgebonden. Beide mannen zagen het gezelschapnaderen en stonden op het punt hun mitrailleurs leeg teschieten zodra Asti en zijn gevolg te dichtbij zoudenkomen. De oorlog maakte dat trivialiteiten als een vermiste koeplotseling een onverwachte wending kregen. Hoewel hetleven na de Nederlandse overgave in mei 1940 zich weerhad hernomen in de gang van beslommering, kon deoorlog altijd de kop op steken vanonder die ogenschijn-lijke gewoonheid. Zoals in de nacht van 1944 toen dewoning aan de overzijde van die van Graet Sieben door-midden werd gekliefd door een verdwaalde bom van degeallieerden. Het echtpaar, slapend op de eerste verdie-ping, moest na de inslag uit het puin in de keldergehaald worden. De vrouw was op slag dood, de manstierf na enkele maanden.

ANDERS

Het leven was niet gewoon, ook al leek het daarop als jenaar de bakker liep. Zelfs voor de veldwachter GraetSieben, die veel had meegemaakt, was het zoveelanders. Immers, in vredestijd belt niemand aan bij hethuis van de burgemeester om hem vervolgens neer teschieten. 28 maart 1943, tien uur ’s avonds. Een telefoontje inhuize Sieben van de opperwachtmeester in Baexem. DeNSB-burgemeester van het dorp was vermoord, naarGraet Sieben later hoorde om te verijdelen dat hij demannelijke bevolking van Baexem op transport zettenaar Duitsland om te werken in de oorlogsindustrie. Develdwachter kende de man als een oud-collega, ‘waar-mee ik voor de oorlog meerdere onderzoeken hadgedaan. Hierbij had ik hem leren kennen als een over-

dreven verwaand persoon, die bij zijn werk steedstrachtte op de voorgrond te treden om zodoende zijnzucht naar promotie te bevredigen.’ Hij ging naar Baexem, liep de brede stenen trappen vande woning omhoog en maakte de deur open. ‘Het waseen hartverscheurend schouwspel te zien hoe de burge-meester, gekleed in NSB-uniform, bij de voordeur in dehal levenloos met zijn gezicht in een grote plas bloed opde stenen vloer lag, terwijl zijn vrouw en kinderen hundode vader en echtgenoot schreiend en sprakeloosgade sloegen.’ Uit getuigenverhoor bleek dat om kwartvoor tien de deurbel had geklonken, de burgemeesterhad opengedaan en twee schoten het huis waren bin-nengedrongen. Het onderzoek door Asti was onmoge-lijk, vertelde de speurhondbegeleider aan de SD, omdatveel mensen tegen de regels in om het lijk hadden gelo-pen en de sporen van de dader vervaagd waren. Hijkeerde terug naar huis.Het leven was veranderd. Bijna elke nacht kon je hetzien als je buiten omhoog keek naar de hemel. Deauteur beschrijft de aanblik: ‘Met het verraderlijk enangstaanjagend geronk van Duitse straaljagers, met opgrote hoogte Engelse en Amerikaanse bommenwerpersop weg naar Duitse doelen, gingen vele slapeloze nach-ten voorbij. Het was vaak een adembenemend schouw-spel hoe de jagers in de donkere nacht, met behulp vande op de grond opgestelde reuzenschijnwerpers pro-beerden de bommenwerpers met hun dodende en ver-nietigende last, in het licht te krijgen. Wanneer dit expe-riment lukte en de kern van de lichtbundel bereikte, danwerd de bemanning verblind en kwam de bommenwer-per in een uiterst gevaarlijke positie. De jagers, diegedurende dit gebeuren op afstand bleven, hadden bijeventueel succes als voren bedoeld, hun doel bereikt. Inde meeste gevallen werd dan aan weerszijden op levenen dood het vuur geopend en gebeurde meermalen datvliegtuigen op deze wijze naar beneden werden gescho-ten.’Zoals in een oktobernacht in 1943 toen een Engelsebommenwerper uit de lucht werd geschoten en inLeeuwen (Roermond) neerkwam in een open veld. Derijksveldwachter werd met zijn speurhond opgeroepen.‘Bij mijn aankomst ter plaatse ontmoette ik de rijkspoli-tie. Spoedig daarna arriveerden ook twee leden van deSD uit Maastricht, die de leiding van het onderzoekovernamen. De wrakstukken van het verongelukte vlieg-tuig lagen over een grote oppervlakte verspreid, waar-tussen ook twee lijken van de bemanning werden ont-dekt. Aangezien volgens de SD de bemanning van dittoestel met twee lijken niet compleet was, werd ver-moed dat minstens nog een lid van de bemanning voort-vluchtig was. Omdat mijn taak bij een dergelijk geval inhoofdzaak berustte tot het opsporen van eventueelgevluchte personen, gaf ik het advies de omgeving doorde politie te doen afzoeken. Na beperkte uitleg van

Page 68: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 133132 BUUN

schenen Ströbel en Nitsch zelf aan zijn deur met eenauto. De veldwachter werd verteld dat driehonderdmeter telefoonleiding was gestolen langs het spoor. ‘Metverheffing van stem gaf Ströbel te kennen dat deze zaaktot klaarheid moest worden gebracht en zo niet, dat hijdan zijn eigen maatregelen zou nemen.’Aangekomen bij het station in Weert, waren gemeente-veldwachter en nog drie SD-leden aanwezig. Ströbelnam zelf de leiding van het onderzoek. Hij herhaalde zijndreigement tegen de aanwezige Nederlanders. De SDparadeerde met veel machtsvertoon over het terrein,ook de spoorwegpolitie liep er rond. � Er heerste eengespannen toestand.� Graet Sieben wachtte samen metAsti af, terwijl hij zag hoe het speurwerk langzaamonmogelijk werd door alle verse sporen die in de grondwerden gemaakt. � Nadat Ströbel zich enkele ogenblikken met zijn onder-geschikten had onderhouden, kwam hij naar me toe engelaste mij met Asti te gaan werken. Toen ik hem attentmaakte dat de speurhond niet almachtig was en meteen dergelijk onzeker uitgangspunt, zeer moeilijk metsucces zou kunnen werken, lachte hij enigszins minach-tend en gaf te kennen toch maar eens te proberen.Zonder zijn gemoed nog meer in opstand te brengen,deed ik Asti (…) lucht nemen, alhoewel daar geen enkelspoor zichtbaar was. Vrij spoedig volgde de speurhondechter inderdaad een spoor langs de voet van de spoor-dijk. Na ca 400 meter kwam zij bij een viaduct. Aldaarbegaf Asti zich langs een opening van de dijk en afras-tering op een kunstmatig verharde weg, alwaar zij hetspoor door het drukke verkeer, bijster raakte. Door deglooiing van de dijk (…) was bij de betreffende opening,waardoor Asti op de weg was gekomen, door regen e.a.omstandigheden een hoeveelheid zand op het wegdekgedreven. Op dit zand vertoonde zich een vers spoorvan een autoband. Mijn conclusie was dat het door despeurhond gevolgde spoor toch van een der daders wasgeweest en dat het bandenspoor afkomstig was van deauto, waarmee de vermiste draad was vervoerd. (….) Na beëindiging van het speurwerk begaf ik mij naareen aldaar langs de spoorlijn staand seinhuisje. Dealdaar aanwezige seinwachter was met zijn gesprek inhet begin tegenover mij, uiterst gereserveerd. Naargelang ons gesprek vorderde, kreeg ik meer vertrouwenvan hem. Tenslotte vertelde hij onder absolute geheim-houding, gezien te hebben dat in de afgelopen nachteen drietal Duitse militairen de betreffende telefoon-draad gestolen hadden. Een van hen klauterde met zo-genaamde klimsporen tegen de palen op en knipte dedraad door. De andere twee rolden het draad in rollenen verdwenen daarmee langs de spoordijk in de richtingvan het viaduct. Verder was hij hen uit het oog verloren. Het kostte mij zeer veel moeite deze getuige te doeninzien dat zijn verklaring, gezien de agressieve houdingvan de SD, van groot belang kon zijn voor de veiligheid

van de Weertse bevolking. Tenslotte lukte het mij hemhiervan te overtuigen en stemde hij in angst toe, deDuitsers in kennis te stellen. In verband met het grotewantrouwen van de SD tegenover de bevolking van Weert,adviseerde ik de seinwachter (…) niet te spreken vanDuitse militairen, doch van personen in Duits uniform. Ik begaf mij naar commandant Ströbel en deelde heme.e.a mee. Terwijl Ströbel met zijn ondergeschikten con-fereerde, hoorde hij intussen ook mijn mededeling aanen zei met een kleine onderbreking van zijn gesprekminachtend: ‘Ach was, kwatsch!’ Zonder verdere notitievan mij te nemen, zette hij danook zijn gesprek voort.Enigszins onder de indruk begaf ik mij terug naar hetviaduct, waar de speurhond het spoor bijster wasgeraakt en maakte daar in het belang van verder onder-zoek, een gipsafgietsel van het betrokken autospoor. Intussen hadden de SD-commandant Ströbel en Nitschzich toch naar het seinhuisje begeven en hoorden deseinwachter over zijn ervaringen. Het was hemeltergendop welke ontactische en brutale wijze hierbij te werkwerd gegaan. Met angstige ogen keek de getuige deschreeuwende en tierende Duitsers aan en gaf bibbe-rend antwoord op hun vragen. Na verhoor van ca. eenhalf uur begaven de twee SDers zich zonder meer naarhun wachtende collega’s.’Na enkele minuten vertrokken ze in de auto’s, de veld-wachter en zijn hond achterlatend. De gemeentepolitiebracht hen terug naar Swalmen. Drie weken later toenhij Ströbel per toeval sprak, vertelde de commandantdat in Eindhoven drie Duitse militairen waren opgepaktvoor het stelen van de telefoonkabel.De oorlogsverhalen van Graet Sieben vertellen – tussende regels – hoe diep 40-45 doordrong in de nerven vanhet gewone leven. Niet alleen voor een veldwachter meteen beroemde hond maar ook voor een seinwachter. Envoor mijn oma want waarom anders zouden die vijf jarennog zo prominent aanwezig zijn aan het eind van haarleven. Overigens: Asti zou terugkeren bij haar baas. Kort na debevrijding werd ze vanuit Duitsland meegebracht doorde man die haar enkele maanden had verzorgd.‘Enigszins vermagerd en een dorre beharing’ Graet Sieben was intens gelukkig om haar levend terugte zien. ‘Wij hadden ons reeds neergelegd bij het droevefeit dat Asti en haar weldoener gesneuveld waren. (…)Zij was bij aankomst gezeten op de benzinetank van eenzware militaire motor en werd gesteund door de armenvan de bestuurder.’

1940|1945

ernstige verwondingen ver-toonde. Uit de gebarenbleek mij dat het tweeleden van een Engelsebommenwerper waren, dieenkele nachten geledenboven Duits gebied warenneergeschoten en die zichmet parachutes hadden gered. Overdag verbleven zij ineen of andere schuilplaats, terwijl zij ’s nachts onopge-merkt door velden en bossen hun vlucht in de richtingvan de Nederlandse grens voortzetten. Gedurende hunvlucht hadden zij in hoofdzaak geleefd van veldvruch-ten, die zij aantroffen.’Hij reed met de motor naar huis. ‘Terwijl mijn vrouw eenpak boterhammen klaar maakte, zocht ik een oudeoveral, een jas, een hoed en een pet, twee paar sokken,doch ik had jammerlijk slechts een paar schoenen. Na aldeze spullen in een zak te hebben geborgen, voegde ikdaarbij een kistje met eerste hulpmiddelen en eenschaar met scheerapparaat gedreven batterijen.’De piloten in het bos werden enigszins gefatsoeneerd,waarna ze de route kregen uitgelegd.‘Aangezien er echter groot gevaar dreigde voor dievluchtelingen, door permanent surveillerende Duitsepatrouilles gevangen te worden genomen, verzocht ikhun per motor met zijspan over te brengen naar deonmiddellijke nabijheid van de plaats waar zij op huntocht de Maas zwemmende moesten passeren. (…)Terwijl een van hun ter plaatse wachtte, verzocht ik deander in lengte in het zijspan te gaan liggen. Het aan hetzijspan bevestigde dekzeil werd dicht gemaakt, waarnaik Asti ter camouflage boven op het dek ging zitten. (…)Toen wij op circa 600 meter het cafe Vogels haddenbereikt, zag ik aldaar op dat kruispunt van wegen eentweetal leden van de Grune Polizei staan, die blijkbaarhet verkeer controleerden. De schrik sloeg mij om hethart, terwijl ik instinctmatig snelheid verminderde omzodoende tijd tot denken te winnen. Er flitste een wirwarvan gedachten door mijn hoofd. Terugrijden wekte bij deDuitsers ongetwijfeld argwaan op. Het meest logischleek mij, doorrijden. Mocht ik eventueel staande gehou-den worden en de piloot zou ontdekt worden, dan zou ik

als verweer opgeven hem onderweg te hebben ontdekten op weg te zijn naar de dichtstbijzijnde politiepost omhem aldaar over te geven. Bij het bereiken van het kruis-punt groette ik de Duitsers beleefd, welke groet met eenlachje voor Asti en een tegengroet werd beantwoord. Iksloeg de zijweg in naar het gehucht Leeuwen en onge-stoord lieten zij mij doorrijden.’

ASTI

De oorlog kon plots voor je neus staan, als een dreigenduit het niets opduikend personage. Zoals bij de inwo-ners van het Noord-Limburgse dorpje Kronenberg waarop een ochtend om zeven uur Duitse militairen enNederlandse veldwachter verschenen om het completegebied af te kammen naar een onderduikerkamp. Onderleiding van een briesende SD-commandant Ströbel.Graet Sieben was met zijn hond opgehaald en in eenauto naar het dorp gebracht. Het was duidelijk datStröbel wist waar er ongeveer gezocht moest worden.Asti deed zijn werk en vond het kamp op een open vlak-te in de bossen: een waterput, verkoolde stukken hout,een vuilnishoop, aardappelschillen en een krant van eendag oud. Maar geen mensen. Graet Sieben had via-viade onderduikers gewaarschuwd, nadat een SDer eendag tevoren aan zijn deur geweest. Ströbel was een jaar later ook aanwezig bij een diefstalvan telefoonkabels in Weert. Het voorval maakt mis-schien nog wel het meest duidelijk wat de oorlog bete-kende in het dagelijkse leven. De stress, de onzekerheiden de dreiging in de lucht aanwezig staan scherp in devertelling getekend. Op een vroege ochtend in het najaar van 1944 kreegGraet Sieben een telefoontje dat zijn hulp nodig was naeen sabotage in Weert. Verder niets. Om acht uur ver-

Page 69: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

ABCDEFGH

I J K L MNO PQR

STUVWXYZ

BUUN 135134 BUUN

ABCDEFGH

I J K L MNO PQR

STUVWXYZ

DOOR

TH I J S L ENSSEN

FOTO

JACQUES PEETERS

NEET OÉT MAROKKO

… ja want in Nederland kunnenwe niks anders dan maar gedo-gen ik word daar zo ziek vanzegt de man tegen zijn tafelge-noot terwijl ze praten overallochtonen lees moslims mos-keeën en misdaad gelukkig is devrouw met hoofddoekje die eenkwartier eerder aan het tafeltjeernaast exotische beltonen uithaar mobieltje toverde al weganders had de man zich nogmeer opgewonden… gelaarsdetaal poetst in cafés opnieuw degeweren schreef de dichterFrank Chapel eind jaren tachtigmaar nu gebeurt dat broodnuch-ter op het werk op straat en inhet zwembad waar moet datheen met de integratie waarmoet het heen met de opwin-ding over het mogelijke gebrekaan integratie o ja de gemeentegaat er iets aan doen stond in dekrant maar erg opgewekt klonkhet allemaal niet geen integratiedan ook geen geld bijvoorbeelden een ander bericht handeldeover een vervelend verband tus-sen allochtonen en drugshandelwaar niemand gelukkig mee isook de meeste allochtonen nietminsekinder wao môt dât hèrzullen sommigen verzucht heb-ben… naar Nigeria schiet me nute binnen want deze Venlosedialectgroep zou daar gaanoptreden stond eveneens in dekrant hoe zullen ze die naam inNigeria uitspreken en zullenNigerianen die in Venlo wonenweten wie Minsekinder is maaktniet uit om het goede doel gaathet en misschien kunnen anderedialectgroepen het initiatiefnavolgen en dan met het doel deintegratie in de Venlose gemein-te een handje te helpen métgemeentelijke ondersteuning westarten een vriendschapsbandmet de Turkse plaats ManisaNeet oét Lottum verzorgt terplekke enkele gratis optredensen doet hetzelfde voor de

Turkse gemeenschap hier westarten een vriendschapsbandmet Marrakech Neutjesrangreist af naar de Marokkaansestad voor enkele spetterendegratis optredens en doet hetzelf-de in de Maaspoort een moskeeis nog een stap te ver voor deMarokkaanse gemeenschap hieren bij een vriendschapsverdragmet Mogadishu kan MooderHellup een duit in het zakjedoen omwille van de integratievan Somaliërs… is het trouwenswel zo slecht gesteld met deintegratie want de Marokkaansekruidenier Soukh du Maroc aande Tegelseweg bijvoorbeeld heetblijkens de gevelaanduidingMiddenlandsezee produkteniedereen maakt spelfouten ookNederlanders welkom en ik zagen hoorde enkele dagen voorhet prinsenhuwelijk drieAfrikaanse jongeren op eenbankje een blonde vrouw naroe-

pen he Mabel hei Mabel en danwas er die gesluierde moslim-vrouw die met mobieltje aan hetoor op tikkende naaldhakkenachter haar kinderwagen doorde winkelstraat stapte en rijdenallochtone pubers niet net zograag veel te hard op hun scoo -tertje als gewone pubers… dushoeveel gedragingen moetenallochtonen overnemen vanautochtonen voordat die spre-ken van succesvolle inburgeringnou ja deze man hier die van hetgedogen alleen maar ellendigwordt zal nooit naar de door endoor ingeburgerde in Marokkogeboren cabaretier Najib Amhaligaan kijken die zal pas tevredenslapen als op de nieuweMaasboulevard een Turksejoekskapel speelt met de naamNeet oét Marokko...

Inleiding

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, begint de stedelijke ontwikkeling vanVenlo niet in het jaar 1343. Uit een groot aantal oorkondes en rekeningen uit het laat-ste kwart van de dertiende eeuw (na 1275) immers komt Venlo naar voren als een zichin snel tempo ontwikkelende nederzetting onder aanvoering van met name lokalebestuurders als de heren Van Millen en Van Broekhuizen.Het centrum van handel en nijverheid ligt rond de Oude Markt en zal zich pas na destadsverheffing in 1343 verplaatsen naar ‘het Kruis’ aan de Grote Markt, waar de oude

DOOR: KOOS BERGHS

‘IN DEN GOUDEN APPEL’EEN VOORNAAM HUIS AAN DE VLEESSTRAAT

De vesting na de vernieuwing en uitbreiding (ca. 1751) door Hattinga.

Page 70: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

‘IN DEN

GOUDEN

A P P E L ’BUUN 137

Het pand is in het bezit van ‘Het R.K.Parochiaal Kerkbestuur van de H.Martinus’ te Venlo en kent als han-delshuis een rijke historie. Recentbouwhistorisch onderzoek heeft enkelefacetten van die ontwikkeling aan hetlicht gebracht.De eerste bouwfase is vermoedelijk tedateren in de veertiende eeuw, getuigehet gebruik van mergelstenen in delenvan de voorgevel en zijgevels die door-lopen in de kelders. Venlo is in deze peri-ode een stapelplaats van mergel, dat alsmiddeleeuws bouwmateriaal op diverseplaatsen is gebruikt.

Onder verwijzing naar onderzoeksresul-taten rond de panden Parade 66 enKlaasstraat 39 zou ook hier de eerste fasebestaan kunnen hebben uit een kelder-verdieping, twee verdiepingen met kap,een houten voorgevel en met een oor-spronkelijke verdeling in een voor- enachterhuisIn de tweede bouwfase, rond 1450 ensamenvallend met een economischebloeiperiode met uitbreiding van detransport- en handelsactiviteiten, is op demergelstenen onderbouw een hoog han-delshuis opgemetseld, bestaande uit 3verdiepingen met kap. Omdat de balkenlaag tussen de beganegrond en de eerste verdieping bestaat uitvier moerbalken (zware balken waaroverde houten vloer is gelegd), terwijl bovende tweede en derde verdieping er maardrie aanwezig zijn die corresponderenmet de jukken (de schuin geplaatstestijlen als dragers in een kapconstructie)die tot de vijftiende-eeuwse fasebehoort, zou de begane grondetage weleens kunnen behoren tot de eerstebouwfase (rond 1450).De eerste etage heeft in deze bouwfaseeen woonfunctie gekregen, terwijl dekelders (met tongewelf) en de tweede enderde etage zijn ingericht als opslag-plaats.In de derde bouwfase uit het begin vande negentiende eeuw, die samenvalt meteen economische opbloei en uitbouwvan de vesting, is de oorspronkelijketopgevel in een lijstgevel veranderd. Ookis de zoldervloer verhoogd, zijn nieuwe

Vleesstraat 23

De belangrijkste weg vanuit het zuiden,van de Tegelpoort tot op de Grote Markt,draagt niet zonder reden de naamVleesstraat. In de lands-heerlijke rekenin-gen van de graven en hertogen van Gelreuit 1343 en 1344 is reeds sprake van eenvleeshuis (“de macello carnuum”), dat netals de lakenhal in het raadhuis is ge-vestigd. In het begin van de vijftiendeeeuw heeft Venlo al een apart vleeshuismet ingangen aan de Markt en deSteenstraat. In 1612 wordt aan de Markteen nieuw vleeshuis gebouwd, waarinook andere functies zijn gehuisvest endat uiteindelijk in 1845 wordt gesloopt.

Uit de ‘Schat cedule bynnen der StatVenloe’ uit 1438, waarin per straat hetaantal belastingplichtingen staat vermeld,is op te maken dat de ‘Vleisstraet’ achterde ‘Beick’ (142 personen) en het‘Schriexzel’ (110 personen) met 88 schat-plichtingen tot de belangrijkste stratenvan Venlo behoren.

Aan de oostzijde van de Vleesstraat, inhet bouwblok dat begrensd wordt doorde Klaasstraat, Gasthuisstraat en Begij-nengang, ligt op nummer 23 (kadastraalnummer 5961, voorheen sectie I, num-mer 657) een nagenoeg rechthoekigpand bestaande uit twee gekoppeldekelders, een begane grondetage die alswinkelruimte is ingericht, daarboven drieverdiepingen en een zolder met eiken-houten kapconstructie. Boven de mo-derne winkelpui staat de oude naam telezen: ”Den Gouden Appel”.

136 BUUN

straten Lomstraat-Vleesstraat en Steenstraat-Gasthuisstraat elkaar kruisen. De aankoopin 1374 van het ‘stenen huys’ van Gerard van Bocholt (de voorganger van het Venlosestadhuis) heeft zeker aan deze ontwikkeling bijgedragen.Met name in de vijftiende eeuw maakt Venlo in economische zin een bloeiperiodedoor. Als Hanzestad beheert Venlo het transport van en handel in bulkgoederen alskolen, kalk, hout en mergel en bezit een uitgebreide marktorganisatie van lossers,laders en handelaars. De Venlonaar maakt winst, huizen worden ge- en verbouwd enhet inwonersaantal stijgt, met name door toedoen van mensen van buiten de regio.Aan deze periode van welvaart komt stilaan een einde na 1543, wanneer de functievan Venlo verschuift van een handelscentrum naar een strategisch gelegen vestingstad.Vanaf 1568, het begin van de Tachtigjarige Oorlog, groeit Venlo uit tot een provincialevestingstad met een groot garnizoen die zeer belast wordt door de financiële ver-plichtingen en andere perikelen die daaraan zijn verbonden. De Belgische tijd (1830– 1839) luidt een economische recessie in, wanneer als gevolg van de Maasblokkadede handel in Venlo zo goed als verdampt. Bij de volkstelling van 1840 wonen binnende vesting in 844 huizen maar liefst 1126 gezinnen met in totaal 6610 inwoners;buiten de vesting -in de bantuin dus- wonen nog eens 177 huisgezinnen. Handel ennijverheid stagneren in deze tijd, het aantal inwoners neemt af, de gezondheidszorgmankeert net als het onderwijs; een situatie die pas verandert na de afbraak van devestingwerken vanaf 1870.Het leven en werken van de Venlose burger wordt in zijn stad voor een groot deelbepaald door politieke en economische verwikkelingen waaraan hij part noch deelheeft.Geen wonder dus dat ook de bouwactiviteiten in de Venlose binnenstad op de golvenvan de geschiedenis meedeinen. Bouwhistorisch onderzoek geeft vaak -opmicroniveau- een beeld van die economische en sociale bewegingen.

‘IN DEN

GOUDEN

A P P E L ’

Vleesstraat – hoek Klaasstraat vóór

1940.

Detail uit de plattegrond van

Blaeu uit 1649.

Detail van de middeleeuwse kap-

constructie.

Page 71: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

‘IN DEN

GOUDEN

A P P E L ’

‘IN DEN

GOUDEN

A P P E L ’

BUUN 139

meest vreemdsoortige voorwerpen omaandacht op zichzelf of hun werk-zaamheden te vestigen.Vóór de invoering van de huisnummerszijn het vooral de ambachtslieden diehun huis of bedrijf van uithangtekens ofgevelstenen voorzien en zij gebruikendaarbij vaak vaste symbolen. Zo geefteen ossenkop een slager aan, een troffelwijst op een metselaar en een leest oflaars behoort bij een schoenmaker.Aan de vormgeving van uithangtekens isin Nederland altijd veel aandachtbesteed. Zo is bekend dat beroemdeschilders als Rembrandt, Albert Cuyp enPaulus Potter en dichters als Jan Zoetgaarne op bestelling uithangtekens met ofzonder tekst maakten. En wie liever zelfzijn teksten schreef maar daar -achteraf-toch moeite mee had, kon altijd noggebruik maken van het in 1693 inAmsterdam verschenen boekje van dehand van Mr. Isaac van den Berg getiteld:Het Gestoffeerde Winkel en LuyfenBanquet, dienstig voor alle Winkeliers dieeenige Rymen (haar Koopmanschap betr-effende) aan Luyfens, Deuren, of inPakpapieren willen zetten, wat Warenyder te verhandelen heeft, koddig gerymtvoor de Winkeliers en Liefhebbers tegrabbel gegooyt.In de achttiende en negentiende eeuwverschijnen zelfs richtlijnen die de wild-groei in taal, vorm en kleur van uit-hangtekens moet indammen. Taalfoutenzijn immers van allen tijde; zo stond opeen uithangbord van een barbier (kap-per): “Hier Scheerd en Snijt men hetHaar”.Illustratief in dit kader is een Maastrichtsegevelsteen uit 1721, waarin de steen-houwer de tekst “Inden gu(l)den Appel”foutief heeft uitgehouwen.

Dat ook in sociaal opzicht de uit-hangtekens een belangrijke rol speelden,moge blijken uit het voorbeeld vanWillem Ysbrantsz Bontekoe, de schippervan de ‘Nieuw Hoorn’ en beroemd ge-worden door het boek van JohanFabricius: De scheepsjongens vanBontekoe.De vader van de jonge Willem heetteYsbrand Decker, de eigenaar van eenherberg waar tegen de voorgevel hetuithangbord ‘De Bonte Koe’ geplaatst

was. De jonge Willem werd in Hoorn‘Willem in de Bonte Koe’ genoemd, eennaam die al snel verbasterd werd tot denaam waarmee hij tot de dag van van-daag gekend wordt: Willem YsbrantszBontekoe.

De oorsprong van de uithangtekenswordt vaak gezocht in het streven van deburgerij in de late Middeleeuwenaansluiting te zoeken bij de heraldiek vande adel. Wapenschilden en helmtekensvertonen veelkleurige afbeeldingen enzinnebeelden die al van verre te herken-nen zijn en in de strijd of toernooi eengrote rol spelen. Deze -later erfelijke-tekenen sieren ook de banieren van hunburcht. De poorters van de steden inopkomst kopiëren de wapens van deadel op hun uithangborden en nemen deopvallende heraldische kleuren over.Omdat in Venlo de naamborden op destraathoeken voor het eerst geplaatst zijnna de verandering van de Gemeentewetin 1851 en de huisnummering meerderekeren is gewijzigd, is een uithangtekenmet name voor neringdoenden vanbelang om gekend te worden en te blij-ven. Vanwege concurrentieoverwegingenwil niemand achterblijven en zo heeftVenlo in de achttiende en negentiendeeeuw een keur van kleurige uithang-tekens zoals: ‘De Gouden Berg, De

kozijnen aangebracht en heeft men deruimtelijke indeling gewijzigd door hetaanbrengen van een scheidingsmuur inde kelder en op de begane grond.In het begin van de twintigste eeuw is devoorgevel bekleed met gladde, rodestrengpersstenen. Op de zolder kan menter hoogte van de lage borstwering zien,dat de laatmiddeleeuwse gevel nogachter de aangebrachte voorgevelbekle-ding aanwezig is. Ook de volledig gece-menteerde achtergevel komt -met uit-zondering van de kozijnen- uit detweede bouwfase uit de vijftiende eeuw. De zware bombardementen gedurendede Tweede Wereldoorlog brengen ookaan dit pand ernstige schade toe. Dewinkelpui moet daarom in 1946 doorarchitect Piet Leusen worden vervangen,waarbij ook intern belangrijke veran-deringen worden doorgevoerd. Devooroorlogse indeling van de beganegrond bestaande uit een winkel metwerkplaatsje, woonkamer, keuken, openplaats met washok en wc wordt gewijzigdin een uitbreiding van het winkelopper-vlak en werkkamer met kantoor; dewoonfuncties verhuizen naar de eersteen tweede verdieping.

In 1977 tenslotte krijgt het interieur vande winkel een modern karakter, hetaanzien van de voorgevel en de naamblijven ongewijzigd.

Telmerken

Zoals gebruikelijk in de periode van deMiddeleeuwen tot de achttiende eeuwbij grote houtconstructies is ook in de kapvan Vleesstraat 23 gebruik gemaakt vaneen systeem van telmerken.Omdat de houten constructies door detimmerman in zijn eigen werkplaats wor-den vervaardigd, moeten alle losseonderdelen nauwkeurig worden ge-merkt, zodat ze op de bouwplaats zon-der fouten in elkaar kunnen wordengezet. Ook de volgorde van bij voorbeeldde jukken wordt met telmerken aan-gegeven.Met een mes of een beitel worden dezemerktekens in het hout gesneden ofgehakt, waardoor ze nu nog afleesbaarzijn.In de kap van ‘De Gouden Appel’ isgebruik gemaakt van getrokkentelmerken, bestaande uit rechte merken( /// ) die aan de rechterzijde en gebrokenmerken (>>>) die aan de linkerzijdevan b.v. een juk zijn aangebracht.Opvallend is, dat de jukken in de kap-constructie genummerd zijn: 2 - 3 - 4,hetgeen zou kunnen betekenen dat heteerste juk een onderdeel is geweest vande oorspronkelijke houten voorgevel uitde eerste bouwfase, die in de tweedebouwfase (omstreeks 1450) bij hetopmetselen van de stenen voorgevel isverdwenen.

De Gouden Appel

Het gebruik van uithangborden, gevelste-nen en gebeeldhouwde of geschilderdefiguren boven luifels en deuren is eenreeds bij de oude Grieken en Romeinenbekend gebruik, dat zich ook in onzestreken tot een bijzonder fenomeen heeftontwikkeld.Herbergiers, winkeliers en ambachts-lieden, maar ook apothekers en chirur-gijns hebben gebruik gemaakt vanafbeeldingen van personen, dieren en de

138 BUUN

Laatmiddeleeuwse eikenhouten

trap van de derde verdieping naar

de zolder.

De gecementeerde achtergevel.

Het pand Vleesstraat 23 in 2002.

Page 72: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

‘IN DEN

GOUDEN

A P P E L ’

‘IN DEN

GOUDEN

A P P E L ’

BUUN 141

gemeentebestuur rekenschap en verant-woording aflegt. Op 13 september 1859ontvangt hij van burgemeester A. vanLiebergen het ‘Tegenwoordig Registerinhoudende acht en tachtig bladen, isgenommerd en gekantteekend door onsBurgemeester der Stad Venlo ten einde tedienen aan Peter Canjels, horlogemaker,ter vereischte inschrijvingen ingevolge debestaande wetten en verordeningen ophet stuk van den waarborg ter uitoefeningvan zijn beroep’. In 1861 trouwt hij metMaria Helena Deltrap (1831-1901) en zijvestigen zich op de Parade, nummer 294,waar hun oudste zoon Petrus Henricusop 17 februari 1863 wordt geboren.In 1864 verhuizen zij naar een pand aande Vleesstraat (het huidige nummer 30).Het gezin krijgt elf kinderen, waarvantwee zonen de zaak later overnemen:Josef en Leopold.Het jaar 1872 is voor beide families vanbelang, omdat in dat jaar de horloge-

maker Peter Joseph Canjels en de klerkannex porseleinwinkelier FriedrichWilhelm Pasch besluiten van pand te wis-selen. Vanaf dat jaar is de familie Canjelsde bewoner van ‘De Gouden Appel’.F.W.Pasch sluit in datzelfde jaar eenlening van 10.000 gulden af bij de rente-nierster Petronella Lampe ter financieringvan de aankoop van zijn nieuwe pand.Beide firma’s zijn vanaf 1872 tot op dedag van vandaag en vele generaties laternog steeds op dezelfde plek gevestigd.

Reeds eerder is in dit artikel opgemerktdat op 12 mei 1839 Antoon Sax (1791-1860) in het pand ‘De Gouden Appel’woont. Hij is dan getrouwd met JohannaMulder, heeft met haar vijf kinderen ensterft op 18 november 1860. Op 28november 1851 vestigt zich een tweedefamilie in hetzelfde pand: de uit Heerlenafkomstige Joseph Dungelhoef met zijnechtgenote Maria Willemsen en hun vijfkinderen. Net als Antoon Sax geeft hij alsberoep op ‘winkelier’.In het bevolkingsregister 1850-1861staan als bewoners van het pandVleeschstraat nummer 395 (‘De GoudenAppel’) naast de reeds genoemde fami-lies Sax en Dungelhoef nog twee dienst-bodes en zes andere personen gereg-istreerd. Dat in een periode van eco-nomische neergang het aantal bewonersper pand stijgt, kan met deze cijfersduidelijk worden aangetoond.Het huis moet dus vóór deze periodereeds geschikt zijn gemaakt voor bewo-ning door meerdere gezinnen. Dit strooktmet de gesignaleerde derde bouwfase uithet begin van de negentiende eeuw.Volgens de registratie in het bevol-kingsregister 1861-1900 werd het pand‘De Gouden Appel’ (inmiddels omge-nummerd naar Vleesstraat 23) in dieperiode nog maar door één familiebewoond: de familie Canjels-Deltrapmet haar elf kinderen.

Wie vóór Antoon Sax, dus in ieder gevalvóór 1839, de bewoner van ‘De GoudenAppel’ is geweest, is tot nu toe on-duidelijk. De enige aanwijzing komt uiteen aantekening in het ‘AlgemeenInschrijvingsregister van de acten vanStichting en van de titels van Eigendom-men van de goederen en renten der kerk-

Groene Jager, De Bont Hond, Het BlauweKruis, Het Witte Anker, Het GoudenPaard, De Witte Hand, De GoudenKlok’…..en inderdaad, geheel passend indeze opsomming, ‘De Gouden Appel’.

Cultuurhistorisch gezien is de appel hetsymbool van vruchtbaarheid en alszodanig een attribuut van de godinAphrodite. Het schenken of toewerpenvan een appel geldt ook in latere tijd alseen teken van liefde. In de christelijkeliteratuur is de appel het symbool vanzonde en verleiding. De verboden vruchtvan de boom der kennis in het aardsparadijs is de appel die Eva aanbiedt aanAdam. In de late Middeleeuwen en devroege Renaissance krijgt de appel eennieuwe betekenis als symbool van ver-lossing en leven. Maria als de nieuwe Evageeft in vele afbeeldingen de appel aanhet Christuskind als de nieuwe Adam.Ook enkele heiligen verschijnen in deliturgische kunst met een appel bij voor-beeld Dorothea, Sint-Nicolaas enJohannes de Deo. Wereldlijke vorstenworden vaak afgebeeld met een rijksap-pel als symbool van hun macht.

Wanneer het pand Vleesstraat 23 getooidwordt met het uithangbord of(gevel)beeld van ‘De Gouden Appel’ isniet met zekerheid te zeggen, maarwaarschijnlijk is dat gebeurd direct na dederde bouwfase (rond 1810) toen detopgevel in een lijstgevel is veranderd eno.a. nieuwe kozijnen zijn aangebracht. Inhet ‘Register der aanwesenden schildenen uithangborden opden 12de Mei 1839’staat onder nummer 33 vermeld:“Antoon Sax, Vleeschstraat 387, in denGouden Appel”. De naamgeving moetdus vóór die datum hebben plaatsgehad.Maar waarom een appel?Op de bekende kadastrale kaart van1842 grenst het pand Vleesstraat 23 metzijn achterzijde aan de grote Sint-Nicolaaskerk (officieel geheten ‘De R.K.Rectoraatskerk van den H. Nicolaas’) enhet Kruisherenklooster. Op vrijwel elkeafbeelding van Sint-Nicolaas staat depopulaire heilige met in zijn hand of aanzijn voeten enkele (soms gouden) appels.In de Franse tijd (1794 – 1814) werdenkerk en klooster door de Fransengevorderd en ontruimd, zeer tegen de zinvan de Venlonaren.Wellicht als een stil protest heeft debewoner daarom gekozen voor degouden appel, het bekende attribuut vanSint-Nicolaas. Het huidige uithangbordmet de gouden appel dateert uit 1975 enis ontworpen door Leo Marks.

Bewoners

Op 4 oktober 1864 wordt in Venlo hethuwelijk gesloten tussen FriedrichWilhelm Pasch (geboren te Nieukerk,Pruisen op 15 mei 1836) en HenriëttaHubertina Poulussen (geboren te Venloop 28 april 1841). Friedrich WilhelmPasch werkt als klerk bij de Bergerbanken neemt samen met zijn echtgenote indatzelfde jaar de porseleinwinkel van deweduwe Van Oeyen-Welters aan deVleesstraat over, die gevestigd is in hetpand ‘De Gouden Appel’.In 1859 vraagt de dan 26-jarige PeterJoseph Canjels (1833-1894) in een briefaan het gemeentebestuur van Venlo of hijzich in de stad mag vestigen als horloge-maker. Zijn verzoek wordt ingewilligd opvoorwaarde dat hij jaarlijks aan het

140 BUUN

Eikenhouten, gepolychromeerd

beeld van Sint-Nicolaas uit 1901,

vervaardigd door Jean A. Oor

(1828-1910).

Ontwerp uithangbord uit 1975.

Een advertentie uit het Venloosch

Weekblad uit 1866.

Page 73: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 143BUUN 143

Buun-medewerker Twan Meusen heeft

een zeer lijvig portret geschreven van

de oorspronkelijk uit Belfeld afkomsti-

ge zanger/muzikant Arno Adams. Hoe -

wel het ook een voor het jaarboek on -

gebruikelijke lengte heeft, is het door

de redactie aanvaard vanwege de bij-

zondere opzet ervan. Meusen schetst in

zijn stuk niet alleen leven en werk van

Arno Adams, maar geeft ook een beeld

van een zanger/muzikant uit de provin-

cie dat exemplarisch is voor tal van an -

deren die hun weg zoeken in de wereld

van de muziek.

Zanger van het Schemerlicht

Arno Adams

Foto: Janneke Michels

‘IN DEN

GOUDEN

A P P E L ’

fabriek van Venlo’ uit 1830, waaringesproken wordt over “het erf van H.Lampe”, doelend op kadaster nummer657, de kadastrale aanduiding van ‘DeGouden Appel’.Omdat het archief van ‘Het R.K.Parochiaal Kerkbestuur van de H. Marti-nus’ nog wacht op ontsluiting, moet debeschrijving van de bewonersgeschie-denis hier -voorlopig- eindigen.

Tenslotte

Wanneer resultaten van bouwhistorischonderzoek en politieke of economischegeschiedenis niet slechts gezien wordenals losse elementen in de ontwikkelingvan een stad of streek, maar gecombi-neerd kunnen worden, liefst verbondenmet gegevens uit archieven en bevol-kingsregisters, dan ontstaat een com-pleter beeld van het leven en werken vande generaties vóór ons. Generaties diemede hebben bijgedragen aan het beeldvan Venlo anno 2004, een beeld dat metenig cultuurhistorisch inzicht beter te be-grijpen is.

Geraadpleegde literatuur:

L.J.E. Keuller, Geschiedenis en beschrijving van

Venloo, Venlo 1843.

J. van Lennep en J. ter Gouw, De Uithangtekens in

verband met Geschiedenis en Volksleven beschouwd,

Amsterdam 1868.

Henri H.H. Uytenbroeck, Bijdragen tot de geschiede-

nis van Venlo. Deel IV: De straten van Venlo, Venlo

1914.

J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie,

Bussum 1978.

Frans Hermans, Historische Stedenatlas van

Nederland, afl. 6: Venlo, Delft 1999.

De ontwikkeling van stad en streek. Venlo, Blerick,

Tegelen, Belfeld, onder redactie van Koos Berghs,

Venlo 2001.

M.L.J. Bimmel, K. Emmens, Bouwhistorische verken-

ning en gedeeltelijke opmeting Vleesstraat 23 Venlo,

’s-Hertogenbosch 2002.

Illustraties:

BAAC bv, ’s-Hertogenbosch (2-4-5-6)

Gemeentearchief, Venlo (1-3)

Ton Desar, gemeente Venlo (7)

H. Pasch, Venlo (10-11)

Canjels, Venlo (9)

Limburgs Museum (8)

142 BUUN

F.W. Pasch staande voor de ingang

van zijn winkel in de Vleesstraat

omstreeks 1888.

Page 74: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 145144 BUUN

vriend Nico Derks waarmee hij al vanaf de basisschoolgoe de maatjes is. Met uitzondering van een jaartje mid-delbare school zitten ze hun hele schooltijd bij elkaar inde klas. Nadat ze de LTS in Venlo hebben afgerond, krij-gen ze verschillende beroepen, maar ‘s avonds en in hetweekend blijven ze onafscheidelijk. “We zijn altijd tweehanden op één buik geweest”, herinnert Derks zich.“Wij waren altijd bij elkaar.” Ze delen de interesses voorauto’s, voetbal, biljarten, een glaasje bier en gokken.“Door de week was het werken”, vertelt Derks. “En vrij-dagavond kwamen we bij elkaar en zaterdagmorgenkwamen we wel weer een keer thuis. Eerst altijd biljar-ten en daarna eten. We gingen ook regelmatig naar hetcasino, naar de speelclubs hier in de buurt. Dat was hetleven, hè. Dat deden we vanaf dat we een jaar of 16, 17waren.”

Na de middelbare school werkt Arno korte tijd in eenkunstatelier. Maar het werk dat hij hier moet doen heeftweinig met kunst te maken en lijkt veel meer op pro-ductiewerk en de Belfeldenaar houdt het al weer snelvoor gezien. Daarna komt Arno terecht bij drukkerij DeZon. Hier gaat hij aan de slag als leerling boekdrukker.Eén dag in de week gaat hij naar school en de anderevier dagen werkt en leert hij het vak in de drukkerij. Indit werk kan hij een groot deel van zijn creativiteit kwijten als blijkt dat hij goed overweg kan met zijn begelei-der Sjraar Nillesen, is Arnoeen tevreden mens.Arno verlaat De Zon in1976 als hij in militairedienst moet. Na vervullingvan zijn dienstplicht, vindthij werk als drukker bijenveloppenfabriek Enfa.

Boezemvriend Derks, dieeen jaar ouder is dan Arno,trouwt op 19-jarige leeftijden verhuist naar Swalmen.Drie jaar later, in novem-ber 1979, trouwt Arno metMarij Thuijns, een Indisch

meisje uit Reuver op wie hij al een tijdje verliefd is. Hijis dan 23 jaar en koopt een huis in Belfeld. Nadat Arno en Derks getrouwd zijn, verandert er wei-nig in het doen en laten van de twee. Ze blijven heel veelmet elkaar optrekken. In het weekend zijn ze vaaksamen weg. Biljarten, een casino of naar FC VVV. En opzondagmiddag weer biljarten en op tijd naar huis om bijeen van de twee naar Studio Sport te kijken. In de zomer zijn ze bijna iedere avond op de tennisbaante vinden. Het komt vaak voor dat ze het aan de bar vande kantine zo gezellig vinden dat ze ’s morgens, met hettrainingspak nog aan rechtstreeks naar het werk gaan.Over de wensen van hun echtgenotes denken ze nietveel na. Dit komt niet voort uit minachting voor hunvrouwen, maar het komt eenvoudigweg niet in ze op. Geld speelt voor beiden geen rol. Er wordt regelmatigbijgebeund door aan auto’s te klussen en het geld dat zehebben wordt gemakkelijk uitgegeven aan iets waar zeop dat moment behoefte aan hebben. Iedere twee maan-den hebben ze wel een nieuwe auto en in het casinokunnen ze ook zonder problemen hun geld kwijt. “Er was nooit gezeik over geld”, vertelt Derks. “Ik denkdat ik het daarom altijd heel goed met Arno heb kunnenvinden. Als we in het casino zaten en ik had duizendgulden gewonnen en ik wilde stoppen en Arno wildedoorgaan dan kreeg hij al mijn fiches en ging ik naar debar om iets drinken. En dan kwam hij soms vijf minuten

1De Ontdekking

Gehuld in lange blauweglitterjassen die schitterenin de schijnwerpers is eennieuwe soulformatie uitBelfeld in het voorjaarvan 1988 aan haar eersteoptreden begonnen. Deplaatselijke discotheekToy is helemaal gevuld als

Take It Or Shake It eenaanstekelijke groove in -zet. De blazerssectie vultde ruimte. Het publiekheeft al snel aandachtvoor de 15-koppige for-matie op het podium. Naanderhalve minuut in hetopeningsnummer klinktplotseling aan de zijkantvan het podium een bra-nie-achtig: “Yeah!” Ver -vol gens draaft een 30-jari-ge bonenstaak met een ielsnorretje en een matje inde nek het podium op. Hijis gekleed in een kort grijsglitterjasje dat tot op z’nheupen komt. Ogen -schijnlijk zelfverzekerdneemt hij zijn plaats incentraal op het podium,grijpt de microfoon ennog voordat hij één nootheeft gezongen zijn detoeschouwers in de banvan de zanger. Hij laat zeniet meer los totdat hetoptreden voorbij is.Deze avond gebeurt eriets met deze zanger. Netals de meeste leden vanTake It Or Shake It maaktArno Adams die avondzijn debuut op een podi-um. Het applaus komt alseen warme douche overhem heen. Zoiets heeft hijnog nooit gevoeld. En hetsmaakt naar meer. Arnoweet het zeker: dít wil ik.

Op een avond in hetnajaar van 1987, ongeveereen half jaar voor dezeavond, begint de muziek-carrière van Arno Adamsonverwacht als hij hetBelfeldse café Het WittePaard binnenwandelt.Daar treft hij de leden vanjoekskapel Noëts Nuch -ter, die plannen hebbenom het joekskapel-reper-toire in te ruilen voor soulen rock. Sinds kort is Arno weerregelmatig te vinden in dekroegen van zijn geboor-tedorp. Hij is nog niet zolang geleden gescheidenen hoewel hij zich heeftvoorgenomen om nietnaast de verstokte vrijge-zellen te belanden die metde barkruk zijn vergroeid,drijft de stilte hem naar deplaatselijke horeca. Het gros van de leden vanNoëts Nuchter bestat uitjonge vrijgezellen die erlustig op los leven. Hetlosse leven van dezevrien denclub spreekt Ar -no uitermate aan. Hetfeesten bevalt hem uitste-kend en hij wordt al sneleen graag geziene gast.Met Arno in de buurt is eraltijd wel iets te lachen. Het is niet zo dat er nueen wereld open gaatvoor Arno. Ondanks zijnhuwelijk was hij meestalop pad met zijn grote

In ‘Zanger van het Schemerlicht’ wordt een por-

tret geschetst van de Belfeldse dialectzanger

Arno Adams. Dit is opgebouwd aan de hand van

gesprekken met (oud-)collega’s en vrienden van de

zanger. Er is gesproken met Nico Derks, Ton Clout,

Wim Naus, Léon Bartels, Bart-Jan Baartmans en

Mike Roelofs. Ook is dank verschuldigd aan Ruud

van der Pol, Geert Bloemers, Leon Giesen en Arno

Adams voor aanvullende informatie en het beschik-

baar stellen van fotomateriaal.

Zanger van het Schemerlicht

Door Twan Meusen

Drukkerij Enfa. Uiterst links kijkt

Arno geconcentreerd toe.

Arno en Nico Derks in de kantine

van de tennisclub.

Take It Or Shake It

Page 75: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 147146 BUUN

vocalisten… Er moest iemand op de front staan die dezaak vermaakte én die in ieder geval niet vals zong. Endaar was Arno geknipt voor. Hij had een bepaalde uit-straling. Dat zagen we wel.” Wim Naus bleek een voortreffelijk bandleider. Hijschrijft de arrangementen voor alle nummers en coachtde individuele leden indien nodig persoonlijk naar eenacceptabel niveau. En dat alles in een vrij rap tempo. Alsonervaren zanger wordt ook Arno door Naus begeleid.Net als bij het bassen gaat Arno’s ontwikkeling als zan-ger voortvarend. Naus: “Arno had van tevoren nognooit gezongen. Hij interpreteerde meteen bepaaldedingen op zijn eigen manier. Daarna werd er geschaafd.Al doende ging het heel snel en leerde Arno heel snelbij.”Take It Or Shake It wordt vervolgens gecompleteerddoor enkele muzikanten die van buiten de vriendenclubworden gehaald. Vooral de komst van de Reuverse gita-rist Ton Clout geeft de ritmesectie het nodige elan. Arnois meteen onder de indruk van zijn gitaarspel en krijgt alsnel de behoefte om zelf ook serieus gitaar te gaan spe-len. Het zal nog enkele jaren duren voordat hij dit ookdaadwerkelijk zal oppakken.Ondanks het feit dat er veel muzikanten in de groep zit-ten die nog nooit op een podium hebben gestaan, isTake It Or Shake It na ruim een half jaar repeteren klaarvoor haar eerste optreden. Dit zal worden gegeven in dekersverse Belfeldse discotheek Toy, waar de formatieook repeteert.

De avond van het optreden zit de discotheek bomvol.De spanning onder de muzikanten is voelbaar. AanArno is echter niets te zien, hoewel de zenuwen doorzijn keel gieren. In een interview met het jongerentijd-schrift Boezzz & Bloezzzer in 1998 haalt hij dat momentnog een keer terug: “Dat heeft misschien niemandgezien, maar ik had écht knikkende knieën. Ik kon mijnknieën niet stil houden. Maar na één nummer keek ikNico Derks aan, die knikte van: wauw, het is goed.Vanaf dat moment heb ik bij Take It Or Shake It ookaltijd iets gehad van: wauw, laat gaan die trein.”Het optreden wordt een enorm succes. Daarna wordt eral snel een demobandje opgenomen met hun soul- enrockrepertoire en komen er regelmatig aanvragen vooroptredens binnen. Take It Or Shake It speelt al snel opalle kermissen, festivals en feesten in de buurt. Ook spe-len ze in discotheken in Sevenum en Helden. De optre-dens zijn bijna zonder uitzondering succesvol. Een wareprestatie in een regio waar live muziek zelden enthou-siast wordt ontvangen. Een belangrijk deel van het succes moet worden toege-schreven aan zanger Arno die, uitstekend gesteunddoor de rest van de band, met zijn onbevangen uitstra-ling ieder publiek lijkt te kunnen veroveren. Op hetpodium plaagt hij de toeschouwers, flirt er openlijk meeen hangt de clown uit. De zanger voelt zich als een vis

in het water. Gitarist Clout verwoordt het als volgt: “Deaanwezigheid op het podium is zijn grootste talent. AlsArno het podium oploopt dan is het podium voor hem.Daar kun je niet tegenop. Dat heb ik verder bij niemandmeer meegemaakt.”Ook met zijn stem maakt Arno indruk. Hij lijkt het geko-zen repertoire moeiteloos voor het voetlicht te kunnenbrengen. Vooral de liedjes van Mink DeVille vallen in desmaak van het publiek. Dit levert hem al snel het stem-pel van Belfeldse Willy DeVille op. Iets dat hij nog jaren-lang met zich mee zal moeten dragen. In deze tijd komt Arno met een eigen lied in het Belfeldsdialect. Het is een parodie op het bekende blueswerk. InDe Vetbak Blues beschrijft hij niet de geneugten en geva-ren van alcohol of hard drugs, maar bezingt hij de ver-leidingen van de frituur. Het nummer heeft weliswaareen vaste structuur, maar de zanger improviseert peroptreden lustig met de tekst van het lied. Naast DeVetbak Blues begint Arno gaandeweg wat meer serieu-ze nummers te schrijven. Hiermee treedt hij voorlopignog niet naar buiten.

Take It Or Shake It wordt een bekende naam in de regioen in Belfeld is de soulformatie uitermate populair. Erreist altijd wel een aantal Belfeldenaren mee als degroep ergens een optreden heeft. Arno geniet met volleteugen van het succes. In het voornoemde interviewbeschrijft hij het als volgt: “Ik denk dat dat het mooisteis geweest wat me ooit is overkomen. Ik heb altijd in eendrukkerij gewerkt. Daar moest je werken of je zin had ofniet. En de directeur stond niet te applaudisseren. Dievroeg alleen maar of je werk eindelijk klaar was. Op eengegeven moment krijg je applaus. Te gek! Mensen klap-pen voor je. Dat veranderde mijn hele leven. Ik ging eenbeetje zweven.” Als blikvanger van de groep wordt Arno verreweg hetmeest aangeklampt en op de schouder geklopt. HoewelArno geniet van het applaus als hij op het podium staat,krijgt hij steeds meer een hekel aan het feit dat iedereenzijn vriendje wil zijn. “Ik werd er zo moe van”, verzuchtde frontman in hetzelfde interview. “Ik ging me ookafzonderen. Er waren er genoeg die me maar verwaandvonden. Je verliest er wel wat mensen door.”

Ongeveer anderhalf jaar na het eerste optreden van TakeIt Or Shake It krijgt de groep het aanbod om een cd temaken. Via Wim Kaufman van de Venlose Iris-studiokan er een cd worden gemaakt voor een Duits platenla-bel. Tevens is er een bureau dat optredens wil regelenvoor de groep. Deze optredens zullen dan voornamelijkin Duitsland zijn. Terwijl Arno, Wim Naus, Ton Clout ensaxofonist Bart Niessen het een geweldig idee vinden,haken bijna alle andere bandleden af. De meeste hebbeneen vaste baan die ze niet willen opgeven en weer ande-ren hebben net een huis gekocht. Een leven als muzikantbij Take It Or Shake It vinden ze te riskant.

later achter me aan enwas hij alles weer kwijt.Dat boeide niet. Leve delol, hè.”

Anders dan de hechtevriendschap doet ver-moeden zijn Arno enDerks elkaars tegenpolen.Arno discussieert graagover politiek en maat-schappij, waar Derks eenbroertje dood aan heeft.Die discussies mag hijmet een ander voeren.Arno houdt niet alleenvan de meer traditionelemuziek, maar ook vanalternatieve muziek zoalsdie van Neil Young. Derksvindt daar niets aan. Arnotrekt tijdens zijn puberteitdan ook regelmatig naarjongerensociëteit DeMeule, waar alternatievemuziek wordt gedraaiden wel eens jointje wordtgerookt. Derks vindt datmaar niks en gaat daardan ook niet naar toe. Wathen bindt zijn de geza-menlijke interesses en deabsolute vrijheid die ze bijelkaar vinden.

Het werk bij Enfa bevaltArno prima, maar na eenaantal jaren beginnen demuren op hem af tekomen. Hij voelt zich op-gesloten. Als hij last krijgtvan zijn darmen belandt

hij in 1987 in de WW. Ditbetekent veel vrije tijd endat bevalt hem goed.Ondanks alle vrijheid diehij heeft, komt Arno in1987 tot het besluit dat hijmeer bewegingsruimtenodig heeft en gaat schei-den. Enkele maandenlater volgt Derks zijnvoorbeeld. In de praktijkverandert er weinig. Totdat Derks een nieuwevriendin leert kennen. Alsnel geeft Arno’s kame-raad de voorkeur aan eenavondje thuis op de bankmet zijn vriendin danweer op stap te gaan. DeBelfeldenaar is zijn maatjekwijt en zit vaak alleenthuis. Hij respecteert dekeuze van zijn vriend,maar voelt zich tegelijker-tijd in de steek gelaten. Inhet lied Baeter Nag DenVreeje zal hij in 2004 zijngevoelens over de vriend-schap met Derks naar bui-ten brengen.

Arno is inmiddels al eentijdje zanger bij Take It OrShake It, de soulformatiedie onder leiding van con-servatoriumstudent WimNaus is opgericht door dejongens van NoëtsNuchter. Het is een bandzonder grote pretentieswaarbij feestvieren hoogin het vaandel staat.

Naus, die zelf trompetspeelt in deze band, her-innert zich de inspiratievoor deze band als volgt:“Take It Or Shake It werdniet opgericht met hetidee om een hoog niveaute bereiken, maar we wil-den gewoon iets om onseen avond per week meete vermaken. Gewoon eenfunband: Take It Or ShakeIt.”Als er geen bassist voor-handen is, kijkt Naus omzich heen en rekruteertArno als basgitarist.Naus: “Ik wist dat Arnoniet a-muzikaal was dusik dacht: die kan ik op debas wel wat leren.” Arno,die nauwelijks drieakkoorden gitaar speelt,pakt het bassen inderdaadredelijk snel op. Als Take It Or Shake It eenmaand of twee gerepe-teerd heeft, blijkt dat dezanger niet de vooruit-gang boekt waarop wasgehoopt en besluit WimNaus het eens met eenandere zanger te probe-ren. Dat wordt Arno. Decriteria waaraan de zan-ger moet voldoen zijnallesbehalve hoogdra-vend, volgens Naus: “Hetwas een grote band. Wehadden vijf of zes blazers,een grote ritmesectie, per-cussie, twee backing

Zanger van het Schemerlicht

Diamonds Eight op het

Preuvenemint in 1992.

Page 76: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 149148 BUUN

het zo overtuigend te brengen dat het publiek datgewoon accepteerde. Dát is ook de sterke kant vanArno. Door zijn charisma weet hij het zo te brengen datmensen erin geloven. Dat is gewoon een bepaaldekracht. Hij kan heel gemakkelijk met zijn ogen en zijncharisma overtuigend zijn. Dat heeft hij gewoon.”Gitarist Ton Clout deelt de mening van Naus en verteltde volgende anekdote: “Met Diamonds Eight speeldenwe op één of ander lullig gala voor ambtenaren. Op hetmoment dat we begonnen te spelen was de dansvloerleeg. Iedereen stond aan de kant een beetje te luisterenen verveeld voor zich uit kijken. Arno was dat meteenzat en ging met zijn draadloze microfoon de dansvloerop, pakte een meisje bij de hand en nam haar mee naareen jongen en zei dat ze moeten gaan dansen. En diemensen begonnen te dansen. Na vijf nummers was dehele zaal aan het dansen.”

De inspanningen werpen vruchten af. Met het bredescala aan muziekstijlen, de pakkende arrangementenvan Naus, maar vooral door de podiumpresentatie vanArno geniet Diamonds Eight altijd succes. Aan het eindvan de avond is er voor iedereen in het publiek wel ietsaan bod gekomen. Al snel worden ze regelmatiggevraagd voor personeelsfeesten en verzorgen ze bij-voorbeeld regelmatig de muziek bij bedrijfsfeesten vanordnerbedrijf EJA en metaalgieterij Giesen. Door de hoge gage die Diamonds Eight voor een optre-den toucheert, is er meestel veel luxe rondom een optre-den van de formatie. Als ze niet op een bedrijfsfeest ofevenement spelen, staan ze wel geboekt bij het feest vaneen goed bemiddelde zakenman. Volgens Clout vondArno dit prachtig. “De mensen die ons konden inhurenvoor een bruiloft zaten goed in de slappe was. Arnodacht in die tijd in dat party- en gala-circuit thuis tehoren. Hij voelde zich aangetrokken door de romantiek.De romantiek van de snelle auto’s, coke, en internatio-nale handel.” Het lijkt er op dat Arno wil voldoen aan een bepaaldbeeld. “Des te meer succes hij had”, herinnert Cloutzich, “des te meer geloofde hij in de rol van de rock ’nroll muzikant en alles wat er bij hoort. Dan moest hijmeer drinken, veel vrouwen hebben, enzovoort.”

Naus maakt van Diamonds Eight een gesmeerde machi-ne. Hij heeft er een groep van gemaakt die gediscipli-neerd en professioneel werkt en de zaken zijn goedgeregeld. Toch beginnen na ongeveer anderhalf jaar zichde eerste scheurtjes te vertonen. Arno raakt verveelddoor het repertoire van Diamonds Eight. De optredensbeginnen erg veel op elkaar te lijken. “Het was constanthetzelfde”, lucht de zanger zijn hart in eerder genoemdinterview. “Je wist precies hoe zo’n avond verliep. Jebegon met wat rustige dingen. De mensen waren vaaknog aan het eten. Daarna werd er gedanst. En ik wistprecies bij die nummers gaan die dansen, en bij dat

nummer gaan die ook wel. Zo’n avond was gewoonvoorspelbaar.”De muzikanten zijn inmiddels zo bekend met het reper-toire dat er nog maar amper wordt gerepeteerd. Cloutvat het als volgt samen “We gingen een beetje naastonze schoenen lopen. Het was zelfs zo erg dat we zoietshadden van: nou, repeteren dat hoeft eigenlijk allemaalniet zo.”

Arno krijgt steeds meer vertrouwen in eigen kunnen. Bijhem groeit de behoefte om nummers voor het voetlichtte brengen die iets voor hem betekenen. Hij wil zich uit-drukken. Bij Diamonds Eight probeert hij niet alleentevergeefs meer nummers van zijn muzikale helden ophet repertoire te krijgen, ook wil hij graag zijn eigennummers laten horen.Eind jaren tachtig, tijdens de Take It Or Shake It-periodeis Arno al begonnen met het schrijven van eigen num-mers. Opvallend voor die tijd is dat de meeste liedjes inhet dialect zijn. De meeste bandleden in DiamondsEight hebben geen oren naar eigen werk. Ze hebbenslechte ervaringen met eigen nummers, het kost ze veelextra werk en het levert weinig op. Voor Arno wordt de drang om zich uit te drukken in zijnmuziek steeds groter, maar hij beseft ook dat geldbelangrijk is. Dit levert hem een groot dilemma op. Doorzijn beperkte gitaarspel kan hij noch bestaande num-mers noch zijn eigen liedjes voldoende uitvoeren. Hijheeft daar een muzikale partner voor nodig.

Ondanks het feit dat de optredens van Diamonds Eightsteevast succesvol zijn, blijft het aantal beperkt tot enke-le optredens per maand. Als de band na ongeveer tweejaar niet het inkomen genereert waarop gehoopt is, gaatArno met Wim Naus op zoek naar andere manieren omgeld te verdienen naast het showorkest. Als duo laten zezich inhuren om feesten en diner-dansants luister bij tezetten. Met Kerstmis zitten ze bijvoorbeeld bij CenterParcs. Naus: “Ik was ondertussen heel hecht bevriendgeraakt met Arno en ik was overtuigd van zijn kwalitei-ten, zijn charisma en uitstraling. Mijn taak was de muzi-kale begeleiding. Eigenlijk vulden we elkaar preciesaan. Samen hadden we de ideale formule.”De volgende anekdote van Naus illustreert dit treffend:“We hadden voor heel veel geld een optreden in Keulen.Eigenlijk wilden we dat met z’n tweeën doen, maar demanager wilde vijf of zes muzikanten. Eenmaal op deplaats van bestemming bleek het podium waar we metvijf man moesten zitten maar een paar vierkante meterte zijn. Arno en ik keken elkaar aan. De zaal zat al hele-maal vol met mensen, maar we konden onmogelijk metvijf muzikanten op dat kleine podium. Maar we haddendat geld nodig. Uiteindelijk hebben we de jongens naarhuis gestuurd. Die kregen van ons reiskosten en watextra’s. En wij besloten er met z’n tweeën, alsmaarimproviserend tegenaan te gaan om die avond dan toch

Wim Naus wil meer. Hij isnet afgestudeerd aan hetconservatorium en wilook geld verdienen. Nauswil een professioneleband opzetten en verza-melt een groep professio-nele en semi-professione-le muzikanten die zonderveel repeteren een goedesound kunnen neerzetten.Uit Take It Or Shake It

worden gitarist Clout ensaxofonist Niessen over-genomen. Jules Faasendie trombone speelt,wordt manager bij denieuwe groep. En Arnowordt zanger. Op 29 okto-ber 1989 neemt dit vijftalafscheid van Take It OrShake It tijdens een festi-val in het Belfeldse ge -meenschapshuis De Ha -mar om zich vervolgenshelemaal op de nieuweformatie te kunnen rich-ten.Net als bij Take It OrShake It schrijft Nausweer alle arrangementenen weet binnen korte tijdeen kwalitatief hoogwaar-dige band te formeren.Deze negen mansformatiekrijgt de naam DiamondsEight mee. De naam isbedacht door Arno naarzijn favoriete gelukskaartin het casino. In tegenstelling tot hetrock- en soulrepertoirevan Take It Or Shake Itlaaft deze groep zich aanwerkelijk alle denkbaremuziekstijlen. Er wordennummers gespeeld vanJoe Cocker tot Roy Black.En van Neil Diamond totGloria Gaynor. DiamondsEight is een dure band enhet werkterrein zijnbedrijfsfeesten en feestenbij welgestelde zaken-mensen.

Arno voelt zich erggevleid om met dit gezel-schap van goede muzi-kanten te mogen werkenen stort zich vol overgaveop het gevarieerde reper-toire dat Naus aandraagt. Volgens de bandleiderkan Arno op het toneelheel goed de rol spelendie bij een nummergepast is. Vooral NeilDiamond en Tom Jonesgaan hem goed af. “Hijkon heel goed een bepaal-de imitatie neerzetten.Dat zou je niet denken bijArno, maar Neil Dia -mond kon hij bijvoor-beeld heel goed imiteren.Daar had hij ook heel veelplaten van. Dat gladdedat lag hem in díe tijdveel meer dan het bluesyrepertoire. Hij kon ook bijeen oude oma op schootgaan zitten en Ganz ImWeiss zingen op eenmanier dat je dacht: ‘watis dat toch een lieve jon-gen’. Hij speelde een rol.”Ook als Arno de tekstkwijt is, improviseert hijter plekke een oplossing.Naus herinnert het zichals volgt: “Ik heb Arno ervaak op betrapt dat hijzijn tekst kwijt was endan zong hij gewoonmaar wat. Dan zong hij detekst gewoon in het‘Spaans’. Maar dat maak-te ook niets uit. Hij wist

Zanger van het Schemerlicht

Het duo Naus en Adams stelt zich

voor.

Page 77: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 151150 BUUN

Naus: “Hij wist de weg niet meer. De ene dag haddenwe samen besloten om een bepaalde richting op te gaanen twee dagen later wilde hij al weer iets anders. Hijzweefde van het ene naar het andere.”Volgens Naus bestaat er voor Arno geen middenweg.“Grijs denken bestaat bij Arno niet. Het is óf zwart ófwit. Dus de ene keer was het echt super alternatief en deander keer waren de pieken belangrijk. Hij bleef maarswitchen.”Naus laat zich hierdoor niet uit het veld slaan omdat hijheel erg gelooft in het uiteindelijke succes. Na verloopvan tijd ontstaan er toch enkele breuken tussen de twee.Naus zoekt de oorzaak in een karaktertrek die typisch isvoor Arno. “Het is een gokker. Hij probeert te kijken hoever hij kan gaan. Dat heeft hij met vrouwen, dat heeft hijmet iedereen. Wat zit hier in? Hoe ver kan ik gaan? Toenzijn er wat breuken geweest tussen Arno en mij. Eén vandie breuken had tot gevolg dat Ton Clout er bij werdbetrokken.”Na de komst van Clout speelt het trio nog steeds optre-dens die uitsluitend tot doel hebben om geld te verdie-nen, maar komt de nadruk steeds meer op creativiteit teliggen in plaats van commercialiteit. “We zaten hele-maal in Paolo Conte”, herinnert Clout zich. “Wim oppiano. Ik heb zelfs heel even contrabas gespeeld. Wespeelden covers, maar ook al eigen nummers. Dat wasvooral muzikaal dingen uitproberen.” Niemand weet echter de definitieve koers te kiezen.Vooral tot ergernis van Naus: “Ik kreeg er hoe langerhoe meer genoeg van om iedere keer weer te switchen.We konden urenlang filosoferen over muziek, maar uit-eindelijk werd er niets geproduceerd.”Arno voelt zich op muzikaal gebied steeds meer aange-trokken tot Clout. Net als de zanger is de gitarist inbeginsel popmuzikant met de drang om te creëren. “Wewaren zo moe van datgala-repertoire en die helescène”, zucht de gitarist.“We waren allebei popmu-zikanten die een uitlaat-klep moesten hebben.” Voor Arno blijkt Clout opdit moment veel meer demuzikale partner te zijndie bij hem past dan Naus.Clouts interesse ligtnadrukkelijk bij de uit-drukkingskracht die mu -ziek biedt en veel minderbij het entertainendekarakter. Na ongeveer een jaar barstde bom. Arno en Clouthebben helemaal geen trekmeer in commerciële op -tredens. Twee weken voor

een gepland commercieel optreden, delen de zanger ende gitarist Naus mee dat ze dit optreden niet mee zullendoen. Naus voelt zich in de steek gelaten. De discussieslopen vervolgens zo hoog op dat Arno en Naus bijnaslaande ruzie krijgen. Voor Naus is nu de maat vol enbesluit vanaf nu zijn eigen koers te varen en gaat verdercontact met het duo uit de weg.

Met Clout aan zijn zijde kiest Arno nu definitief voor depopmuziek. Nadat Arno per toeval in de muziek isbeland en via een feestband en een showorkest eengeoefend en ervaren zanger is geworden, is hij klaarvoor eigen werk. Hij wil zich uitdrukken. Er begint eenmoeizaam gevecht om de juiste manier te vinden.

2De Zoektocht

Na de breuk met Wim Naus wordt de band tussen Arnoen Clout hechter. Het is begin 1994 en ze zijn bijna dage-lijks bij elkaar. De gitarist is tweeëneenhalf jaar daarvoorgestopt met zijn studie aan het Hilversums conservato-rium en heeft net als Arno veel vrije tijd na het stoppenvan Diamonds Eight. Omdat Clout geen rijbewijs heeft,reist Arno meestal naar Swalmen, waar de gitarist alweer enkele jaren samenwoont.Arno voelt zich erg aangetrokken tot de artistieke instel-ling van Clout. De gitarist is de ideale partner om vormte geven aan zijn drang om zich uit te drukken via demuziek. Als conservatoriumstudent heeft Clout zichmet hart en ziel op de jazzmuziek gestort. Buiten zijnfascinatie voor jazzmuziek heeft hij ook al vroeg een

aan het draaien te krijgen.Ik op piano en hij met zijngitaar. Maar hij kende netdrie akkoordjes. En demeeste nummers die wehadden waren eigenlijkvoor een grote band. Tienminuten voor aanvangzaten we aan de bar tebedenken wat we zoudengaan spelen. Er werd ietsop een viltje geschreven,maar we kwamen nietverder dan drie num-mers. En toen moesten wedie hele avond nog door.Arno bleek er heel goed inom terug te gaan naar deliedjes die hij van huis uithad meegekregen, zoalsJunge, Komm BaldWieder en Unter DenLanterne. Hij zette eennummer in en ik volgdehem gewoon. De combi-natie was goed. En uitein-delijk is het ons tochgelukt om die mensenmee te krijgen. Toen wenaar huis reden, haddenwe zoiets van: dit is hetgewoon. Dat was zwaargeld verdienen.”

Arno en Wim Naus zijninmiddels heel hecht metelkaar bevriend. “Wewaren meer dan muzi-kanten”, vertelt Naus.“We waren echt boezem-vrienden. We kwamendagelijks bij elkaar overde vloer. Dagelijks waren

we samen muziek aan hetmaken.” Met Naus als muzikaletegenvoeter probeertArno ook eigen nummersvan de grond te krijgen.Naus is echter erg kritischop zijn schrijfsels en uit-eindelijk blijft de nadrukliggen op het commercië-le werk. In deze periode zoektArno ook toenadering totTon Clout, die buiten zijnwerk voor DiamondsEight gitaar studeert aanhet Hilversums conserva-torium. Na eerste beluis-tering van Arno’s liedjesis de gitarist allerminstonder de indruk. “Muzi -kaal was het op datmoment nog niet gewel-dig. En het warenLimburgstalige nummersen daar moest ik absoluutniets van hebben. Ver -schrikkelijk! Ik was daarhelemaal niet aan toe. Ikben opgegroeid met Neil

Young en voor mij wasEngels de voertaal vanpopmuziek.” De Lim -burgs talige nummers ver-dwijnen al weer snel naarde achtergrond.

Eind 1992 heeft Arnodefinitief genoeg van hetshoworkest-repertoirevan Diamonds Eight enkondigt hij zijn vertrekaan. Tot er een nieuwezanger of zangeres gevon-den is, wil hij nog wel defrontman blijven. Uitein -delijk zal het nog bijnatwee jaar duren voordathij zijn laatste optredenmet Diamonds Eight zalgeven. Ondertussen blijft Arnoregelmatig optreden metNaus. De zanger wordtsteeds meer heen en weergetrokken tussen dedrang om eigen nummerste spelen en het kiezenvoor het commerciëlewerk, en dus inkomen.

Zanger van het Schemerlicht

Adams en Clout

Double A Adams tijdens de cd-pre-

sentatie in grand-café Staccato.

Page 78: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 153152 BUUN

de letter nauwkeurig. Er is bijna niets verzonnen.”Arno heeft nog steeds een sterke voorkeur voor hetschrijven van teksten in het Limburgs. Op deze manierkan hij zijn emoties gemakkelijker en beter uiten. In hetEngels taal is hij niet zo bedreven en dit vormt voor hemdan ook een grote hindernis. Clout daarentegen is erstellig van overtuigd dat popmuziek Engelstalig moetzijn. Limburgstalige popmuziek kan volgens hemgewoon niet. Naast artistieke overwegingen heeft Clout ook commer-ciële motieven. Regionale bands met eigen popmuziekzijn nog een vreemd verschijnsel. “In die tijd was hetheel moeilijk om met eigen nummers naar buiten tekomen”, verduidelijkt de gitarist zijn toenmalige stand-punt. “Voor íedere band was dat lastig. En om op datmoment dan ook nog meteen met Limburgstalige num-mers te komen, was net wat te veel.” Arno die opkijkttegen de muzikale capaciteiten en artistieke visies vanClout schikt zich naar de opvattingen van de gitarist enbeiden beginnen met het schrijven van Engelstaligenummers. Arno schrijft de meeste teksten die doorClout dan weer worden bijgeschaafd. Met de muziekgaat het vrijwel hetzelfde. De zanger komt met de mees-te ideeën die door Clout vervolgens worden verfijnd.

Deze manier van werken vindt Arno erg prettig en hijgeniet van de vrijheid. Hij kan zijn artistieke ideeënkwijt en hoeft geen rekening meer te houden met dewensen van een grote groep bandleden. Het belangrijk-ste is echter dat hij weer een echte strijdmakker gevon-den heeft, waarmee hij het leven en de muziek te lijf kangaan. Ze gaan samen op stap, ze blowen regelmatig enmaken muziek. Samen met Clout voelt hij zich sterk.“We waren gewoon deel van elkaar”, herinnert de gita-rist zich. “Waar Arno was, was ik ook en andersom.Zeker wat muziek betreft.” Clout daarentegen vindt het duo muzikaal te beperkt engeeft de voorkeur aan een band. “Arno was het liefstmet z’n tweeën doorgegaan”, weet hij. “Maar sommigenummers die we hadden, waren echte rock ’n roll. Danmoet je gewoon bas en drum bij hebben. Natuurlijk kanhet ook zonder bas en drum, maar je maakt het jezelfontzettend moeilijk om het interessant te houden op het

podium. Ik vond dat er op zijn minst een bassist bijmoest komen.”Met tegenzin schikt de zanger zich ook nu naar de wen-sen van de gitarist. Dit komt voornamelijk omdat dezanger, zowel muzikaal als tekstueel nog niet zekergenoeg is van zijn eigen werk en gitaarspel en bevesti-ging nodig heeft van zijn muzikale partner. In het najaarvan 1994 beginnen ze met het zoeken van nieuwe muzi-kanten. Het eerste bandlid dat wordt ingelijfd, is bassist LéonBartels. Deze is amper twintig als hij kennismaakt metde inmiddels 37-jarige Belfeldse zanger. Op een afstu-deerfeest waar Arno en Clout optreden stelt eengemeenschappelijke vriend Bartels voor aan Arno. Hetklikt onmiddellijk tussen de twee. Hoewel Bartels nogmaar net basgitaar speelt, nodigt Arno hem enkelemaanden later uit om eens mee te spelen. In novembermaakt hij deel uit van de groep. “Het belangrijkste wasdat het gevoel goed was”, verklaart Bartels de keuzevoor hem. “En omdat Ton, toen het muzikale brein,vond dat ik wel aanleg had. Ook vonden ze me ‘clean’.Ze konden me nog vormen.”In het schuurtje achter het huis van Arno wordt gerepe-teerd. Naast de optredens zijn ze hier één, twee keer perweek anderhalf tot twee uur heel serieus aan het werk.Als Bartels toetreedt tot de groep hebben Arno en Cloutongeveer achttien liedjes, waarvan er twaalf zo goed alsklaar zijn. Bartels krijgt een bandje mee naar huis en kanaan de slag. Met behulp van de feedback die hij krijgtvan Arno en Clout vult hij zijn partijen in. De gitaristdraagt ook regelmatig ideeën aan voor de baspartij. Enkele maanden nadat Bartels is toegetreden tot degroep beleeft hij al zijn vuurdoop. Arno vindt dat debassist al een set mee kan spelen. “Ik moest meteen voorde leeuwen”, haalt Bartels dit moment terug. “Hetoptreden was in Staccato in Tegelen. De bedoeling wasdat ik de tweede set mee zou doen. Die nummers had ikvoorbereid. Voor het optreden zat ik aan de bar metArno en Ton en op een viltje werd nog even een setlistgemaakt. ‘Doe maar gewoon de eerste set mee’, zei Arnoineens. Terwijl ik eigenlijk pas zeven, acht nummersecht kon spelen.”Aangezien een groep ook een groepsnaam moet hebben,wordt er gezocht naar een geschikte naam. Naar aanlei-ding van de initialen van Arno’s voornamen, A. A.,komt Clout met de bandnaam Double A Adams op deproppen. Een naam die vrij snel door de rest van de for-matie wordt geadopteerd.Begin 1995, niet lang na het optreden in Staccato, neemtArno drummer Ruud van der Pol mee naar een repeti-tie. Van der Pol, die tot voor kort drumde bij de TegelseSageru Blues Band, blijkt goed te passen in de groep enwordt al snel een vast lid van het gezelschap. In dezelfde periode verzorgt mondharmonicaspeelsterSanny Jansen een gastoptreden als Double A Adams inhet Roermondse café in ’t Babbeltje speelt. Bij het vol-

sterke interesse voor demeer alternatieve popmu-ziek. In beide muziekvor-men vindt hij de vrijheidom zich compromisloos tekunnen uitdrukken. Na4,5 jaar Diamonds Eight ishij erg toe aan het losbre-ken van de voorgebakkenmuziek zonder enig avon-tuur. Arno weet geregeldoptredens te krijgen. Dezezijn voor het overgrotedeel in de kroegen tussenVenlo en Roermond. Ophet podium is de Belfel -denaar de blikvanger enClout zorgt voor eengedegen muzikale basis.Hun repertoire bestaat uit

geheel eigen interpreta-ties van pop, soul, bluesen rock ’n roll, aangevuldmet eigen nummers die inhetzelfde muzikale straat-je liggen. Naast de optre-dens werken ze gestaagaan de opbouw van diteigen repertoire. Er wordtveel geëxperimenteerdmet muziekstijlen en demanier waarop ze hungevoelens willen uitdruk-ken. Er is een enormezoektocht begonnen. Ze maken veel muziek,maar nog veel meerwordt er over muziekgepraat. Dit gebeurt veel-al in café of coffeeshop.Het blijkt voor beide een

vormende tijd te zijn. “Wewaren toen erg veel bijelkaar”, herinnert Cloutzich. “Voornamelijk filo-soferen over muziek.Artistiek gezien is datvoor ons de belangrijksteperiode geweest.” Het duo houdt er al snelenkele sterke principes opna. Twee dingen zijn ergbelangrijk voor Arno enClout. Ze willen zich nietbinden aan één bepaaldestijl en de teksten moetenautobiografisch zijn. “Wewilden ons niet vastpin-nen op één stijl”, stelt degitarist. “Als we het goedvonden klinken, speeldenwe het. Een beetje zoalsThe Beatles het deden.Niet dat we ons met TheBeatles wilden vergelij-ken, maar daar kwam hetidee vandaan.”Daarbij vinden de tweemuzikanten het erg be -langrijk dat de teksten dieze schrijven over huneigen belevingswereldhandelen. “We vondendat je de dingen meege-maakt moest hebbenvoordat je er over konschrijven”, legt Clout uit.“Dat was een mega-stok-paardje van ons. Dat auto-biografische gedeelte is bijArno nog steeds heelsterk aanwezig. Zelfs heelerg uitvergroot. De tek-sten van Arno zijn tot op

Zanger van het Schemerlicht

Repetitie in de keuken van de

Tegelse Klank studio.

Double A Adams op zijn sterkst:

live.

Page 79: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 155154 BUUN

Diamonds Eight en anderzijds door kroegen af te gaan opzoek naar optredens. In plaatsen en gelegenheden waarhij minder bekend is, neemt hij vaak één of twee bandle-den mee om ter plekke een proeve van hun bekwaamheidaf te leggen. “We gingen vaak naar Duitsland”, haaltBartels herinneringen op aan deze sessies. “BijvoorbeeldArno, Ruud en ik. We namen twee gitaren en een snare-drum mee en gingen daar leuren. Arno deed meestal hetwoord. Als ze iets wilden horen dan speelden we even eenhalf uurtje. Het publiek deed meestal enthousiast mee endan werd er een optreden geboekt. Arno kreeg dat altijdverkocht.”

Naast het regelen van optredens zijn deze uitstapjes ookeen bron van grote gezelligheid waar Arno veel plezieraan beleeft. Samen met zijn vrienden is hij op pad. “Wezagen dat meer als uitgaan”, zegt Bartels. “We waren welserieus met muziek bezig, maar niet echt professioneel.Dat was meer: lang leve de lol. Gezellig uitgaan, gitaarmee. En als we nog een paar optredens krijgen is dat tegek.”

Arno’s kijk op het leven en de uiting daarvan in demuziek wordt in sterke mate beïnvloed door Clout. “Zehebben elkaar veel geleerd”, is de stellige overtuiging vanBartels. “Ton was in die periode echt een denker. Via Tonleerde Arno om dieper op de dingen in te gaan. Om meerover de dingen na te denken. Dat is een hele belangrijkeperiode geweest voor Arno.”Clout deelt de mening van Bartels en vult hem aan: “Wehebben inderdaad veel van elkaar geleerd. Ik was zwaar-moedig en verlegen. Arno heeft me bij Take It Or Shake Itbij mijn versterker weggehaald en mij, letterlijk en figuur-lijk, richting het publiek geduwd. Dat was voor mij eenhele vooruitgang. Samen hebben we geleerd wat je meteen band kunt doen, welke koers we wilden varen, watklinkt goed en wat niet. Wat doe je op een podium enz.Arno heeft van mij een bepaald respect voor zijn kunnengeleerd.”Hoe belangrijk dit ook is geweest voor de artistieke vor-ming van Arno, hiermee nam ook zijn zwaarmoedigheidtoe. “Arno heeft me wel eens verweten dat ik hem de ogenheb geopend”, vertelt Clout hierover. “Dat ik hem heblaten zien dat je ook anders over de dingen kunt naden-ken. Het heeft het er allemaal niet makkelijker opgemaakt, zegt hij. Terwijl ik het gevoel heb dat hij dataltijd heeft gehad.”De teksten van Double A Adams gaan voor het overgrotedeel over het leven of de belevingswereld van Arno. In hetdagelijks leven ziet iedereen Arno als een joviale en uit-bundige man die veel plezier heeft. In zijn teksten komtvoor het overgrote gedeelte de sombere kant van Arnonaar voren. Liefdes en relaties waaraan hij zich niet heeftkunnen binden zijn het onderwerp van de meeste liedjes.In de meeste teksten die door Arno of Clout zijn geschre-ven, klinkt machteloosheid of twijfel door.

De zanger kent perioden van grote zwaarmoedigheid.Tekenend is het voorval tijdens een optreden in een don-kere blueskroeg. Terwijl Arno een gevoelig lied zingt,wordt het hem allemaal te veel. “Dat was in een café metvan die jongens met leren jassen en lange haren”, verteltClout. “Midden in een nummer begon Arno te janken. Hijmoest de set afbreken en ging weg. Maar het mooiste wasde steun die hij van het publiek kreeg. Er waren jongensdie naar hem toekwamen en op de schouders klopten:‘Het is oké. Het maakt niet uit’.”

Als de groep voldoende materiaal bij elkaar heeft om destudio in te gaan voor de opnamen van hun debuut-cdzoekt Arno diverse sponsors en begin 1996 staan ze in deTegelse Klank-studio. Er worden dertien nummers gese-lecteerd die allemaal zijn geschreven door Arno en Cloutof door Arno alleen. Uitzondering zijn twee nummerswaarvan voor eentje de tekst is geschreven door BartNiessen die ze nog kennen van Take It Or Shake It enDiamonds Eight, en een waarvoor de tekst wordt gele-verd door Suzan Faessen, de vriendin van Arno. En Try ToStay Cool is geschreven door Arno, Clout, Bartels en Vander Pol samen.Muzikaal laat de cd een mengeling horen van blues, funken een klein beetje jazz, met Try to Stay Cool als bestevoorbeeld. Sommige nummers liggen erg makkelijk in hetgehoor zoals Isn’t It A Shame, een lied waaraan ze vrij snelna de presentatie van de cd al een hekel hebben omdat hette poppy is. Eén nummer is overgebleven uit de tijd datArno en Clout nog met Wim Naus speelden: Girls, Carsand Guitars. Een lied dat is geïnspireerd op LennyKravitz’ Mr. Cab Driver.Op de cd staat een aantal liedjes waarin Arno op zeerdirecte wijze verslag doet van zijn moeite om zijn vrijheidop te geven voor een relatie: You’ll Be Married Soon enTake Me As I Am. In You’ll Be Married Soon verwoordt hijzijn twijfel: ‘Don’t make me say/I want you to stay.’ Eenhartenkreet van een man in dubio. In deze regels komtvoor het eerst zijn dubbele gevoel aan het licht dat hijheeft ten aanzien van relaties. Hij kan zich niet binden,maar verlangt toch naar de liefde en geborgenheid vaneen relatie. Zijn drang naar vrijheid blijkt het sterkst. Vriendinnen moeten hem nemen zoals hij is. ‘Take me as Iam/Even if I break your heart’, klaagt hij in het lied TakeMe As I Am. Hij kan niet anders kan dan zichzelf zijn. Ookal is hij dan ‘not the kind of man that goes to heaven’. In het lied Just Like You Do bezingt Arno zijn onvermo-gen om trouw te zijn. Hij zegt tegen zijn vriendin‘You’re trusting me/But I know myself’, want ‘Troublewill find me/It has been that way all my life’. In detoonzetting van het lied klinkt duidelijk door dat dezanger moeite heeft met het feit dat hij moeilijk verlei-dingen kan weerstaan.Er klinkt ook hoop op de cd. In het nummer I Guess ILove You bezingt hij een ontluikende liefde en heeft hijer vertrouwen in dat het hem moet lukken om deze rela-

gende optreden van degroep betreedt Jansenweer het podium. En bijhet daaropvolgende op -reden is ze er ook weer.Binnen afzienbare tijdbehoort Jansen tot degroep waarmee de bezet-ting van Double A Adamscompleet is.In tegenstelling tot wat denaam doet vermoeden, isDouble A Adams eengroep en niet Arno Adamsen band. “Dat was echt eenband”, zegt gitarist Clout.

“Arno of ik kwam wel aanmet een tekst en een sche-ma, maar iedereen leverdezijn bijdrage.”Aanvankelijk repeteren deleden van Double AAdams vrij veel. Een, tweekeer per week komen ze bijelkaar in het repetitielokaalen werken daar dan ander-half tot twee uur heel seri-eus aan hun repertoire.Maar deze discipline slijt alsnel en de lengte van derepetities neemt af. “Wehadden een feestclubje”,

stipt Bartels de reden hier-voor aan. “Iedereen vondhet leuk om te feesten. EnArno is ook heel snel afge-leid. Dus dat liep altijd uitde hand. Altijd.” Het komt steeds vakervoor dat nieuwe nummersamper worden gerepe-teerd. Deze krijgen tijdensde optredens hun uiteinde-lijke vorm. Nie mand vande groep heeft hier proble-men mee en Arno wil ookhet liefst zo veel mogelijklive spelen. De grote krachtvan de groep is dan ookhet optreden. “We speel-den zo graag”, verteltClout. “Léon heeft eensuitgerekend dat we eenjaar hebben gehad dat we86 keer hebben gespeeld.Dat liep op een gegevenmoment heel goed. Hetklonk ook goed en ieder-een was erg betrokken.Wat optredens betreft, hebik aan Double A Adams debeste herinneringen.” Naast de intense belevingvan de muziek is ook hetgroepsgevoel belangrijk.“Als we ergens moestenspelen, gingen we als laat-ste weg”, herinnert Bar telszich. “Maar werkelijk alslaatste.”De optredens worden voorhet overgrote deel binnen-gehaald door Ar no.Enerzijds via de contactendie hij heeft opgedaan bij

Zanger van het Schemerlicht

December 1997. Arno solo in café

De Splinter.

(Foto : Sander Oudenhoven)

Page 80: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 157156 BUUN

glijdt in rap tempo weg. “De band was op”, is het oor-deel van Clout. “We hadden er gewoon geen zin meerin. Op dat moment waren we gewoon klaar.”Eind 1996 valt definitief het doek voor Double A Adams.Een afscheidsconcert is er niet. Het houdt gewoon op ende meeste bandleden slaan een andere richting in. Léon Bartels kondigt aan om in januari voor een jaarnaar Nieuw-Zeeland en Australië te vertrekken, TonClout wil zich meer toeleggen op het geven van gitaar-les en zijn baan als verkoper in een muziekzaak.Drummer Ruud van der Pol begint een eigen bedrijf inautomaterialen voor Amerikaanse wagens. De groep isverleden tijd en Arno staat er nu alleen voor.

In deze tijd gaat Arno samenwonen met Suzan Faessen.Zij verlaat haar woning in Blerick en komt naar Belfeld.Muzikaal valt Arno in een zwart gat. Bij de succesvolleformaties Take It Or Shake It en Diamonds Eight is hijaan veel applaus gewend geraakt. Bij Double A Adamsheeft hij geleerd en gevoeld wat het is om met bevlogenmuzikanten zijn eigen muziek te maken en op te voeren.Nu hij er alleen voor staat, moet hij weer opnieuw zijndraai vinden. Via de contacten die hij nog heeft van zijn vorige bandskrijgt hij nog wel eens optredens. Het zijn veelal kleinecafés tussen Venlo en Roermond waar hij terecht kanvoor optredens, zoals De Troubadour in Beesel,Ronckenstein in Reuver en Sintermerte in Tegelen. Ookin het Venlose café De Splinter is hij te gast. Hij trekt erdan op uit met zijn gitaar en probeert het aanwezigepubliek te vermaken.Het is het begin van veel frustratie. Allereerst maaktArno de fout dat hij erg lang blijft pielen. Door zijngeringe capaciteiten als gitarist haakt het publiek al snelaf. Na het succes dat hij heeft gekend, voelt dit aan alseen koude douche. Het voelt aan als afwijzing. De zan-ger wordt het al snel moe om in zijn eentje van kroegnaar kroeg te moeten gaan om optredens bij elkaar tesprokkelen. Hij voelt zich alleen.Gaandeweg leert hij een aantal manieren om de optre-dens beter te maken. Hij beseft dat drie uur in z’n eentjewat te veel van het goede is en kort zijn optredens dras-tisch in tot twee keer twintig minuten. En als het goedgaat, komt daar een derde set bij.Daarnaast vraagt hij de kroegbaas of hij muzikanten uitde buurt weet te vinden die met hem willen meespelen.Er gebeurt altijd wel iets. De optredens krijgen op dezemanier vaak het karakter van een jam sessie. Op dezemanier weet hij het voor zichzelf interessant te houden.En ondertussen werkt hij aan nieuw materiaal.Tevens struint hij de diverse jam sessies af die wordengehouden. Hij is te vinden bij de jam sessies in deVenlose kroeg Vader Klaasens en ook bezoekt hij vaakde jam sessies in het Reuverse café Boezzz & Bloezzz dieworden geleid door pianist Glenn Corneille.Maar hij mist een kameraad.

Arno treedt nog wel eens op met Ton Clout, maar vaneen hecht verbond is geen sprake meer. “We zijn eengroot aantal keren uit elkaar gegaan en weer bij elkaargekomen”, vertelt de gitarist. “Het lukte Arno niet omeen andere gitarist/begeleider te vinden waar hij meewilde of kon werken. En ik kwam geen zanger of zan-geres tegen die het talent had van Arno. En zodoendekwamen we steeds weer bij elkaar uit.” Arno zoekt ook weer toenadering tot Wim Naus, maardeze houdt de boot af. In deze periode leert hij Rob Boskennen. Bos is gitarist bij de bluesformatie RoosterCogburn. Arno weet hem regelmatig te strikken vooroptredens, maar tot een vaste samenwerking komt hetniet. Hetzelfde geldt voor Jan Willem Eleveld, eengitaarbouwer uit Tegelen. Arno en Eleveld treden enke-le malen samen op, maar gaan daarna weer ieder huneigen weg.Na verloop van tijd overweegt Arno zelfs om weer bijeen commerciële groep te gaan zingen, maar de herin-nering aan Diamonds Eight en de weerzin die hij des-tijds voelde doen hem nog vaster besluiten op eigenhoutje en met eigen werk door te gaan.In het najaar van ’97 zoekt hij contact met de Belfeldsegitarist Frank Peeters. Deze is al jaren beroepsmuzikanten speelt in veel gerenommeerde bands uit de lokale jaz-zwereld. Via Peeters huurt Arno een combo beroepsmu-zikanten in waarmee hij een dag de studio in gaat omvijf nummers op te nemen. Ondanks het feit dat hij hetnu alleen voor het zeggen heeft, kiest hij toch voor vijfEngelstalige nummers die hij nog over heeft uit de tijdvan Double A Adams. Eén van deze vijf nummers bevatde enige tekst die hij ooit op zal nemen over gokken. Ditis opmerkelijk omdat gokken al lange tijd een favorietebezigheid van de Belfeldenaar is. Het bandje met deliedjes belandt in een la en komt daar niet meer uit.In dezelfde periode treedt hij ook op tijdens The NightBefore, een initiatief van de Tegelse horeca waarmee deavond voorafgaande aan het jaarlijkse Bluesrock festivalwordt opgeluisterd. Dat jaar hebben de initiatiefnemersnog iets nieuws bedacht. Samen met de Tegelse Klank-studio geven ze een cd uit met daarop alle artiesten dieop deze avond hebben opgetreden. De artiesten nemenspeciaal voor deze cd een nummer op.Voor deze gelegenheid gebruikt Arno de tekst vanCome Into My Arms, een lied van de Canadese bluesar-tieste Sue Foley, en maakt daar nieuwe muziek bij. Deopname van het lied is sober. Hij zingt het lied terwijl hijzichzelf begeleidt op gitaar. Ook nu kiest hij weer vooreen Engelstalige tekst. In zijn eentje durft hij hetLimburgstalig nog niet te omarmen.

In het voorjaar van 1998 keert Léon Bartels terug van zijnverblijf in Nieuw-Zeeland en Australië en begint aan eenopleiding voor geluidstechnicus. Ook begint hij samenmet Clout een band. “Léon nam in die tijd basles en eenbeetje muziekles bij mij”, reconstrueert Clout deze perio-

tie in stand te houden. ‘Iknow we can makeit/Cause I had it before./Iguess I love you.’

De cd wordt in eigenbeheer uitgebracht en op29 maart 1996 gepresen-teerd in het Tegelsegrand -café Staccato. Depresentatie wordt eengroot succes. Buiten eenhandvol genodigden ko -men er zo veel mensen opde presentatie af dat opeen gegeven moment detoegang moet wordengeweigerd.Niet lang na de presenta-tie van de cd beginnen deeerste scheurtjes zich tevertonen binnen degroep. Arno gaat vrij non-chalant om met afspra-ken. Als de band bijvoor-beeld afspreekt om op een

bepaalde tijd te verzame-len om naar een optredente gaan, is Arno meestal telaat. “Tijdens een optre-den maakt Arno het altijdweer goed”, is de erva-ring van Bartels. “Hijgeeft je zo veel terug. Hijtilt je naar een hogerniveau. Met Arno gebeu-ren er tijdens een optre-den vaak dingen waar jevan tevoren nog niet eensover hebt nagedacht. Datis dan zo fijn dat je hemuiteindelijk altijd weergewoon vergeeft.”Waar Bartels en de anderebandleden meestal verge-vingsgezind zijn, kanClout dit minder goedverdragen. Er ontstaatsteeds vaker wrijving tus-sen de zanger en de gita-rist. Bartels: “In die tijdhadden Arno en Ton wel

eens conflicten over hoedingen aangepakt moes-ten worden. De meesteproblemen kwamen voortuit het feit dat Arno pro-fessioneel wilde zijn,maar daar dan niet naarhandelde. Bijvoorbeeldniet punctueel zijn. Arnoen Ton hebben altijd eenhaat-liefde verhoudingge had. Het waren tweetegenpolen. Ton werdsoms heel down en zwaarop de hand en Arno waszo los als ik weet niet wat.Ton wilde op een terrasjegaan zitten en praten, ter-wijl Arno iets wildedoen.” Volgens Clout gingen demeningsverschillen nietalleen over professionali-teit, maar ook over artis-tieke inzichten. “Arnohad bijvoorbeeld degewoonte om tijdens eenoptreden sologitaar tegaan spelen”, ergert Cloutzich. “Daar spreekt nietalleen een gebrek aanrespect voor mij en voorzichzelf uit, maar ookweinig respect voor hetpubliek.”De aspiraties en inspiratienemen af. Er worden nogmaar amper nieuwe num-mers aan het repertoiretoegevoegd en de groeps-leden verzanden in eenroutine die niets nieuwsmeer oplevert. De animo

Zanger van het Schemerlicht

V.l.n.r. Sanny Jansen, Ton Clout,

Léon Bartels, Arno Adams en Ruud

van der Pol.

Page 81: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 159158 BUUN

In maart 1999 wordt Arno vader. Suzan Faessen bevaltvan zoon Sem. Arno is trots als een pauw, maar heeft ookmoeite met alle verantwoordelijkheid die bij het nieuw-bakken vaderschap komt kijken. Twee weken na de geboorte van Sem slaat het noodlottoe. Arno wordt getroffen voor ‘lekkende bloedvaatjes’ inzijn hersenen. Tijdelijk is zijn gezicht gedeeltelijk ver-lamd. De doktoren delen hem mee dat hij ieder momenteen hersenbloeding kan krijgen en een zware hersenope-ratie lijkt noodzakelijk. De angst slaat toe. Uiteindelijk blijkt dat Arno kan worden behandeld meteen nieuwe bestralingstechniek die hij in de zomerondergaat. Daarna volgen nog drie, vier maanden vanrevalidatie terwijl hij thuis op Sem past. De angsten blij-ven: wat kan er met hem gebeuren en hoe kan hij voorzijn kind zorgen? Dit komt zijn relatie niet ten goede enin oktober verlaat hij moeder en kind en betrekt eenkamertje aan de Parade in Venlo.

In de zomer van dat jaar wordt Arno gevraagd voor deverzamel-cd Leedjes Veur De Iëuwigheid, een eerbetoonaan de Venlose tekstschrijver Frans Boermans. AlhoewelArno niet bekend is met het werk van Boermans stemt hijtoe. Het is weer een kans om de studio in te gaan. Met hetlied De Twië Einzame vertolkt hij één van de oudste lied-jes van de Venlose tekstdichter. Het lied dat handelt overtwee mensen die op zoek zijn naar de liefde krijgt eenmelancholieke muzikale omlijsting. Hoewel het nummeral 48 jaar oud is, blijkt het wonderwel bij de Belfeldenaarte passen.

Het repertoire van Arno breidt zich gestaag uit. Muzikaalblijft hij zich bedienen van blues, rock, pop, funk en eenvleugje jazz. En nu hij de beperking van de Engelse taalvan zich heeft afgeschud, kan hij met veel meer nuancegewag maken van zijn gemoedstoestand en twijfels. Arno heeft zijn weg gevonden. Door Double A Adamsheeft hij geleerd om zijn gevoelens te uiten en met eigenwerk naar buiten te komen. Met veel moeite heeft hijdaarna de sprong gemaakt naar Limburgstalige pop, rocken blues en in de zomer van 2000 is Arno klaar om de stu-dio in te gaan voor de opnamen van zijn eersteLimburgstalige cd.

3Thuiskomst

Arno heeft eindelijk voldoende zelfvertrouwen engenoeg dialectliedjes om de studio in te gaan om zijneerste Limburgstalige cd op te nemen. In juni 2000 ver-zamelen de vijf muzikanten zich in de Venlose Iris-stu-dio. Onder leiding van Wim Kaufman beginnen ze aande opnamen. De voorbereidingen zijn slecht. Er is in het geheel nietgerepeteerd en de sessies gaan dan ook geheel in devoor de groep kenmerkende stijl: ze vullen de partijengaandeweg wel in. In de studio worden de nummersdoorgespeeld en vervolgens opgenomen.Vanwege de drukke werkzaamheden van zijn bedrijfheeft drummer Van der Pol de groep al enige tijd daar-voor verlaten. Speciaal voor deze cd voegt hij zich weereven bij de band. Enkele dagen voor dat hij met vakan-tie zal gaan, worden in twee avonden zijn partijen op deband gezet. De gehele opnamesessies nemen slechts acht dagen inbeslag. “Het was allemaal heel vaag en onprofessio-neel”, is het harde oordeel van Bartels. “Er werd eenbeetje bij elkaar geraapt, we knalden het op de band enhet was goed. Als je dat allemaal in acht neemt, is hetresultaat nog heel goed geworden, maar het had echtnog vijftig keer beter kunnen zijn.”

de. “En vrij snel zijn wemet z’n tweeën een bandbegonnen. Tijdens één vande repetities kwam Arnokijken en al snel was hijzanger van de groep. Voorwe het wisten was, opSanny na, de hele bandweer bij elkaar, want mid-den ’98 was Ruud er ookweer bij.”Tijdens de jam sessies bijVader Klaassens heeftArno toetsenist CollieFranssen leren kennen. Dezanger is onder de indrukvan de muzikant die ineen ver verleden nog in deTon Engels Band speelde.Bij een optreden in caféTake Five speelt Fransseneen keer mee en blijft ver-volgens bij de groep. De naam Double A Adamswordt niet meer gebruikt.Voortaan wordt er opge-treden onder de vlag ArnoAdams. De muzikantenwerken nog steeds alsgroep, maar de hechteband die er bij Double AAdams was, is verdwe-nen. Het verschuift lang-zaamaan steeds meer naarArno Adams en band. “Deze band was niet meerzo intensief dan Double AAdams”, vertelt Clout.“Ruud was bezig met zijn

eigen bedrijf. Léon wasbezig met een opleidingvoor geluidstechnicus enik had mijn lespraktijk enwerkte in een winkel. Wehebben wel gespeeld,maar geen 86 keer in eenjaar. Bij Double A Adamsspeelden we wel eens voornop. Toen ging het echtom het spelen.” De groep repeteert weinigtot helemaal niet. Nieuwenummers worden vooreen optreden even doorge-nomen en dan worden deindividuele partijen liveingevuld.Arno krijgt de anderemuzikanten eindelijk zover dat ze ook Limburgseteksten willen proberen.“De teksten warengewoon heel goed”, ver-woordt Bartels zijn ver-wondering. “Dat over-tuigde mij om daar meedoor te gaan.” Aan -vankelijk spelen ze tijdensoptredens voor het over-grote deel Engelstaligwerk aangevuld metLimburgstalige liedjes. Demix blijkt niet goed te wer-ken en de groep schakeltover op volledigLimburgstalig. Nu de muzikanten over-stag zijn gegaan voor de

Limburgstalige tekstenvan Arno is het publiekaan de beurt. “Het publiekkende Double A Adams endat was Engelstalig”, legtClout uit. “Er waren heelwat mensen die dat gewel-dig vonden. En toenkwam er een bezetting diebijna gelijk was aanDouble A Adams, maardan met Limburgstaligemuziek. Dat is voor ieder-een wennen geweest.” Dankzij de kwaliteitenvan het materiaal en zijnuitstraling weet Arno detoeschouwers meestal welte winnen voor de onge-bruikelijke combinatie vanLimburgstalige pop, rock,blues en jazz. In september treedt degroep ook op tijdens TheNight Before. Voor de bij-behorende cd neemt Arnovoor het eerst eenLimburgstalig nummerop: Zin Um Zich TeWerme. Aangezien Arnoen Clout op dit momentafstand van elkaar hebbengenomen, wordt bij dezegelegenheid de rol vangitarist waargenomendoor Bart-Jan Baartmans.In dit nummer komt voorde eerste keer Arno zijnmaatschappelijke betrok-kenheid naar voren. Hijtoont begrip voor zwer-vers en junks.

Zanger van het Schemerlicht

Debuut-cd Double A Adams.

D’r Is Gen Verschil

Page 82: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 161160 BUUN

‘dope, beer en hoere’. Aan het eind van de dag is er voorde Arno maar één conclusie mogelijk: ‘De houfstad is tegek/Maar ut dôrp is en blief mien plek.’ In Laote WeDanse wordt hij regelrecht nostalgisch. De goede oudetijd is voorbij en dat betreurt hij. Na een opsomming vanjeugdherinneringen beseft hij: ‘Ik bun blieve hange in dezeventiger jaore’ en ‘Alles wat veurbeej is hôb ik zoe leef’.Arno is verreweg op zijn sterkst als hij over zijn eigengevoelens en twijfels zingt. Samen met de nummers DeHoufstad en Ôzze Jezus zijn de liedjes Splinters InPlaats Van Vlinders, Laeg Gezaoge en Dreej Daag Aaddan ook de mooiste van de cd. Deze drie liedjes zijnmooie voorbeelden van onmacht en verdriet over hoedingen zijn ontstaan of misgegaan. Samen met Haaj vanMich zijn dit de enige liedjes die nog gaan over liefde enrelaties. In Splinters In Plaats Van Vlinders bezingt hij de een-zaamheid. Nadat hij weer eens een nacht in vertwijfe-ling op de bank is blijven zitten, komt hij zichzelf tegenin het ochtendgloren. Hij hoort de buurman zijn vrouwtoeroepen: ‘Toet vanaovend schat’ en bedenkt dan wee-moedig: ‘Det hub ik auch gehad.’ Hij voelt zich alleen.Een gevoel dat versterkt wordt door de heimwee naareen oud-geliefde.

Ik mis dichEllek oer van d’n daagEn ik vraog mich aafWao ze busWas ze duisWas ze druegsIk mis dich

In de liedjes Laeg Gezaoge en Dreej Daag Aad betreurthij het mislukken van zijn relatie met Suzan Faessen.Het is des te schrijnender omdat Arno en Suzan sindseen half jaar de trotse ouders zijn van zoon Sem. In LaegGezaoge beschrijft hij de teloorgang van deze relatie. Zezijn te verschillend: ‘Doe probeersde mich/En ik dich teverangere’. Dreej Daag Aad laat heel goed zien hoe Arno trots naarzijn zoontje kijkt, maar dat het gevoel voor verantwoor-delijkheid hem beklemt. Zodanig dat hij moeder en kind

verlaat terwijl hij stiekem toch droomt van een gelukkiggezinnetje. Verontschuldigend richt hij zich rechtstreekstot het kind.

Toch kos ikMiene drei neet vindeEn ik leet mam en dichVeur wat ut waasMaar ik zwaer dich, jongDoe zals genne baetere vindeIk zeen os liggeMet zien dreejeIn ut gruene graas

Het blijft moeilijk voor Arno om zich te binden. In HaajVan Mich zoekt hij naar liefde. Liefde die hij zal beant-woorden, maar dan wel zonder verplichtingen. ‘Maarverwach niks van mich’, zingt hij onafhankelijk en ver-ontschuldigend tegelijk.

Enkele weken nadat de groep op het VenloseZomerparkfeest heeft gespeeld, verschijnt de cd bij VillaRecords. Op 24 september 2000 wordt D’r Is GenVerschil gepresenteerd in de City bioscoop in Venlo.De Limburgse pers reageert enthousiast op de schijf enook de provinciale omroep L1 pikt de cd op. Er wordenregelmatig nummers gedraaid van de plaat en drie lied-jes van D’r Is Gen Verschil halen uiteindelijk de Limbotop-10. Het nummer Splinters In Plaats Van Vlindersbereikt zelfs de hoogste positie. Ook de aanvragen vooroptredens nemen toe. Niet alleen in Noord-, maar ook inZuid-Limburg. Arno weet Van der Pol over te halen om toch weer deeluit te gaan maken van de groep. Maar enkele maandenna de presentatie valt aan het eind van het jaar dan tochhet doek voor de groep rondom de zanger. Van der Polstopt er definitief mee en ook Clout heeft genoeg van hetleven in een popgroep. Hij speelt nog een blauwe maan-dag in Wunderdog, de nieuwe groep rond zanger Bertvan de Bergh, en dan stopt ook hij er definitief mee.Uiteindelijk blijven Arno, Léon Bartels en pianist CollieFranssen over. Volgens Bartels zitten daar ook voorde-len aan: “Het gaf Arno, muzikaal gezien, meer ruimte

Hoewel het beter hadgekund, is de cd verras-send sterk. Ze laat eendiversiteit aan muziekstij-len horen, variërend vanrock tot chanson. De num-mers zijn soms sombervan toon, maar de meesteliedjes zijn juist meesle-pend of hebben zelfs eenvrolijk karakter. De bandlijkt moeiteloos de ver-schillende nummers vaneen passend jasje te kun-nen voorzien. De groepwordt prima aangevulddoor saxofonist-dwars-

fluitist Marcel Joos ten, diedrie nummers mee speelt,en accordeonist LexKosman.Ook de meerderheid vanArno’s teksten is vangoede kwaliteit. Op eenindringende manierneemt hij de luisteraarmee in zijn belevingswe-reld. Zijn palet aan onder-werpen is aanmerkelijkuitgebreid. TijdensDouble A Adams hande-len de liedjes bijna uitslui-tend over liefde en rela-ties. Na de overschakelingop het Limburgs is hier-voor een veel kleinereplaats ingeruimd. Met uit-zondering van het liedjeJohnny, een beschrijvingvan een crimineel, zingtArno uitsluitend overzichzelf of over zijn visies.Er komen liedjes bij diegaan over nostalgie enweemoed en in een aantalliedjes laat hij zijn kijk opde samenleving zien.Er is een viertal nummerswaarin de zanger eenmaatschappij- of sociaal-kritische toon aanslaat. InWie de Wind Weit, hetopeningsnummer van decd, spreekt de zanger zijnbezorgdheid uit over deverharding en individu-alisering in de maatschap-pij. Hij constateert bij zijnmedemensen dat het alle-maal sneller moet en dat

het vooral meer moet zijn.Maar dat dit vaak tenkoste gaat van iemandanders schijnt niemand tederen. Hij roept op totbegrip voor zwervers enjunks in Sintermerte, eennummer dat hij al eenseerder heeft opgenomenvoor de cd The NightBefore in 1998 onder detitel Zin Um Zich teWerme. Ôzze Jezus laatJezus in de huidige tijdzien. Arno verwacht datJezus heden ten dage voorGreenpeace zal zijn enzich zal inzetten voor deBlijf van mijn Lijf-huizen.Doelen die niets te makenhebben met eigenbelang.In D’r Is Gen Verschilbetoogt de zanger datmen voorzichtig moet zijnmet oordelen over iets,want wat is nu precies hetverschil tussen goed enslecht. Uit deze vier num-mers klinkt een roep omverdraagzaamheid enmededogen.Buiten deze maatschappij-en sociaal-kritische num -mers, begint Arno in zijnteksten herinneringen opte halen. In De Houfstaddoet hij verslag van eendagje naar Amsterdam. Inzijn jonge jaren trekt Arnoer uit verveling met watvrienden op uit om uitein-delijk in de hoofdstadterecht te komen tussen

Zanger van het Schemerlicht

Arno en band in actie. Helemaal

links toetsenist Collie Franssen en

in het midden gitarist Bart-Jan

Baartmans.

Page 83: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 163162 BUUN

Arno’s kwetsbaarheid en neerslachtigheid open en bloottoont. De directheid komt voor een belangrijk deel doorde samenwerking tussen Arno en Baartmans. Ze blijkenop één golflengte te communiceren. “We voelden elkaarheel goed aan”, vertelt hij. “Dat kwam ook door de situ-atie. Arno had een klein kind en was nog niet zo langgeleden gescheiden. En in mijn relatie ging het ookslecht en ik had drie kinderen waarvan het jongste opdat moment vijf maanden was. Op de een of anderemanier hadden we veel aan elkaar. Het was ontzettendintensief. We hebben veel gepraat en zijn eindeloosdronken geworden. We hebben allebei wel een keervoor elkaar gekookt. Op de een of andere manier zorg-den wij voor elkaar. In die week vlogen die twee vlieg-tuigen in het WTC en hebben we zeker twee dagen ver-bijsterd voor de televisie doorgebracht.”Aan het eind van de week komen een aantal vriendenvan Arno, waaronder Ton Clout en Collie Franssen lui-steren naar de opnamen. Het blijkt een verassende luis-terervaring. “Iedereen zat daar een beetje met stomheidgeslagen”, haalt Baartmans de situatie terug. “Want hetwas allemaal hele stemmige, sombere muziek. En heelkaal. Ze zagen voor zichzelf ook geen rol meer. Er werdook getwijfeld of de plaat wel zou verkopen. Het washelemaal niet commercieel. Arno werd heel onzeker vandie reacties. Hij wist niet of hij het wel uit moest bren-gen.”Hoewel er nog geen cd is, organiseren Arno enBaartmans een week later toch een cd-party. Vriendenen bekenden worden uitgenodigd en uiteindelijk verza-melen zich ongeveer vijftig mensen op de kampeerboer-derij. “Die mensen hebben gewoon die plaat over zichheen gekregen, terwijl Arno en ik er tussendoor liepente ijsberen”, staat Baartmans deze avond nog heldervoor de geest. “En daarna hebben we nog wat nummersgespeeld. De mensen reageerden daar heel sterk op. Ikhad geen idee of ze het goed vonden of niet, maar inieder geval waren de reacties fel en dat vond ik goed.” Aan de nummers werd vervolgens niets meer veran-derd. Baartmans: “Arno heeft zich bij deze cd aan mijovergegeven en van mij mocht het resultaat zo compro-misloos zijn als het was. Een aantal van die liedjes zijnheel lyrisch en mooi, maar ik heb er weinig aan gedaanom het op te vrolijken of het mooi te verpakken.Uiteindelijk is mijn naam ook op de plaat d’r bij geko-men omdat het een goed beeld geeft van wat ik als bege-leider en producer heb betekend.” Aangezien Arno zijn twijfels heeft over het uitbrengenvan het materiaal en het daarnaast ook nog allemaalonduidelijk is hoe de plaat op de markt moet wordengebracht, blijven de opnamen enige tijd op de plank lig-gen.

Arno verzorgt de muziek op het feest ter ere van de vijf-tigste verjaardag van oud-buurtgenoot Geert Bloemers.Deze is inmiddels directeur van Forto, een Beesels

bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in persoonlijkebeschermingsmiddelen en veiligheidsartikelen. Dezakenman is onder de indruk van Arno’s muziek en wilhem wel verder helpen en een aantal zaken voor hembehartigen. Uiteindelijk ontstaat het plan dat Arno voorForto gaat werken als chauffeur en hij werktijd kancompenseren met optredens. Gemiddeld genomen kanArno per optreden een dag minder werken alschauffeur. Op deze manier heeft Arno een vast salaris ende handen vrij voor optredens. Bloemers handelt dezakelijke beslommeringen verder af en Forto factureertde optredens. Aan het eind van het jaar treedt Arno indienst bij het Beeselse bedrijf.

In december brengt Arno nog een cd-single op de markt,waarvan de opbrengsten voor Amnesty Internationalzijn. In de Tegelse Klank-studio neemt hij samen metBaartmans, Collie Franssen, Léon Bartels en trompetistSteve Nijssen onder de naam Arno Adams & Family

een cover op van het lied Sympathy, het best bekend vanSteve Rowland & the Family Dogg. Begin 2002 wordt besloten om de opnamen die zijngemaakt in Holthees in eigen beheer uit te brengen. Inmaart is het zo ver en verschijnt de plaat onder de titelDans Met Mich. Ook Clout levert nog een bijdrage aande cd. Dit keer niet als muzikant, maar als vormgevervan het hoesje. Dit geeft aan in welke richting de gitaristvoortaan zal gaan. De gitaar gaat de koffer in en hij gaatfull-time aan de slag als vormgever.Van de achttien nummers die op de band staan, blijvener uiteindelijk elf over. Op Dans Met Mich is de nostal-gie gebleven en de jeugdherinneringen zijn talrijkergeworden. Daarnaast toont de cd nog veel meer dan zijnvoorgangers de twijfels van Arno. Hij gaat pijnlijkeonderwerpen niet uit de weg. Het leven valt de dan 45-jarige zwaar. Dit laat hem twijfelen aan de zin van allesen verlangen naar een innige relatie of een veilig verle-den. In Mien Mooder bezingt hij zijn net overleden moederen de warmte die hij bij haar heeft gevoeld. ‘Nao dieleefde van toen/bun ich nog steeds op zeuk’, zingt hij.

om dingen uit te probe-ren.”

In januari 2001 krijgt Arnohet opmerkelijke verzoekom een kerkdienst op teluisteren met zijn muziek.Aanleiding is het liedjeÔzze Jezus. In Blitters -wijck lijkt het de organisa-tie een passend idee omde mis voor het vormsel teomlijsten met hedendaag-se muziek. De dienstwordt geleid door dehulpbisschop. En zodoen-de staat de zanger van‘dope, beer en hoeren’naast de hulpbisschop inde kerk liedjes te zingen.Na het uiteenvallen vande groep gaat Arno opzoek naar een nieuwemuzikale sparring partneren vindt deze uiteindelijkin de persoon van deBoxmeerse gitarist Bart-Jan Baartmans. De tweehebben elkaar al in 1998leren kennen via Bartels,die een neef is vanBaartmans’ vrouw. “Arnoen Léon zijn een keer naareen optreden van mij

gekomen. Arno nodigdemij uit om ook een keer bijhem te komen kijken. Ikben naar een optredengeweest in Venlo en opeen gegeven momentvroeg Arno of ik meewilde doen. Toen heb ikeen paar liedjes gitaargespeeld. Plotseling liephij van het podium af enzei: ‘En nou jij’. Daar zat ikineens met Arno z’nband.” De gitarist zaldaarna regelmatig als gastzijn opwachting maken tij-dens optredens van Arno.

In de zomer organiseerthij voor het Venlose caféYellow Submarine eenaantal jam sessies. Onderde titel ‘Arno Anders’speelt hij zes donderdag-avonden met de meestuiteenlopende muzikan-ten op een podium dathuiselijk is gemaakt meteen schemerlamp. Ookmuzikanten uit de op -bloeiende Venloose dia -lectmuziekscene makenveelvuldig hun opwach-ting. Leden van Flink,&Juliette, Neet Oét Lot -tum en Ongenode Gastezijn op deze avondenregelmatig van de partij.

Medio 2001 heeft Arnoweer voldoende materiaalom aan een nieuwe cd tebeginnen. Hij benadert

Baartmans om dit projectsamen met hem te doen.Baartmans stemt toe en inde zomer wordt een demoopgenomen met vijftiennummers. In septemberhuurt Baartmans HoeveDe Knol, een kampeer-boerderij in Holthees,waar de Boxmeerse gita-rist zijn installatie opzeten hij en Arno zich vervol-gens twee weken terug-trekken. Op basis van deze demogaan ze aan de slag.Vastomlijnde plannen zijner niet. “Het was nog heelonduidelijk hoe we hetwilden doen”, herinnertBaartmans zich. “We wis-ten niet of we Arno’s bander bij zouden betrekken ofandere muzikanten. Wezijn gaan spelen en heb-ben de nummers, bijnahelemaal improviserend,achter elkaar opgenomen.Na twee dagen haddenwe ongeveer achttiennummers. Na die tweedagen heeft Arno bijnaniets meer gedaan en hebik de opnamen gemixt enaf en toe nog eens eenkeer mondharmonica,mandoline of percussietoegevoegd. En verderhebben we nagedachtover hoe we de plaat zou-den samenstellen.”Het resultaat is een sobe-re, sombere plaat die

Zanger van het Schemerlicht

Arno en Resi Coumans repeteren

het lied Zie Aan Zie.

Dans Met Mich

Page 84: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 165164 BUUN

weer iemand anders had net een familielid verloren ofer waren problemen met een zuipende echtgenoot. Endie mensen herkenden zich in de thematiek van Arno’sliedjes en moesten dat dan kwijt. Terwijl wij moe warenen zin hadden om te lachen en dronken te worden, kwa-men ze, soms tot tranen toe geroerd, naar ons toe en wil-den ze allemaal praten.”Ondanks de vermoeidheid na een optreden voelt Arnozich ook gevleid met alle aandacht. En op deze manierverkoopt hij ook altijd wel weer een aantal cd’s. “Arnofloreert in aandacht”, meent Baartmans. “Hij is flam-boyant. Het is echt een mannetje. Met een mooi gemakkan hij door het leven gaan.” Maar er is ook een keerzij-de. “De terugslag is bij Arno altijd gigantisch. Zijn katerszijn ontzettend groot. Maar dat maakt dus niemandmee.”

In de zomer neemt hij nog een lied op met deRoermondse zangeres/cabaretière Resi Coumans. Opuitnodiging van producer Arno Guveau komt Arno opbezoek tijdens de opnamen van Coumans debuut-cd.Het klikt zo goed dat de zanger ter plekke een nieuwlied schrijft dat een paar dagen later in duet door detwee wordt opgenomen. Zie Aan Zie wordt door L1onder de noemer Arno en Resi in de Limbo top-10 opge-nomen. En er wordt zelfs een clip gemaakt.

Ondanks dit zonnige intermezzo worden Arno’s twijfelsen depressies zodanig dat de zanger hulp gaat zoeken.De zanger heeft zijn leven niet meer goed in de hand.Het begint allemaal in 1999 met de aanval naar aanlei-ding van zijn vaatkluwen vlak nadat hij vader is gewor-den. De angsten die hij heeft omtrent zijn gezondheid ende twijfels om een goedevader te kunnen zijn voorzijn zoon Sem worden hemte veel en hij begint vlucht-gedrag te vertonen. Hijgaat veel en lang naar dekroeg. Als zijn relatie in oktoberdefinitief strandt en infebruari 2000 zijn moederplotseling overlijdt, is hijeven helemaal het spoorbijster en neemt zijn alco-hol- en drugsgebruik toe.De muziek houdt hemenigszins op de been, maarhet komt zo ver dat hij decontrole over zijn levenkwijt dreigt te raken. De Belfeldenaar heeft dui-delijk behoefte aan rust enherbezinning en vooralaan greep op zijn leven. In

overleg met een arts van het Consultatiebureau voorAlcohol en Drugs (CAD) komt hij uiteindelijk in augus-tus 2002 in de Oostrumse verslavingskliniek Paschalisterecht. “Arno had zijn katers niet in de hand”, analyseertBaartmans de situatie. “Hij is iemand van extremen. Hijkan zich ontzettend laten meeslepen. Of het nou gokkenis of drinken of gewoon feesten. Dat is een hele intensemanier van leven. En daarbij stortte hij zichzelf in halveverbintenissen met mensen. En achteraf is dat natuurlijkheel onbevredigend. Hij kan ontzettend eenzaam zijn enhij heeft het gevoel dat hij veel is kwijtgeraakt in zijnleven. Ook was hij bang dat hij niet goed kan functione-ren met zijn kind waar hij ontzettend gek op is. Ik denkdat hij daarom ook vond dat er iets moest gebeuren.”Het is niet zo zeer één verslaving waar Arno mee kampt,maar meer een complex van een aantal factoren. Arnogokt, drinkt en blowt. “Arno is niet verslaafd aan alco-hol”, vindt Baartmans. “Hij kan hem wel behoorlijkraken, maar Arno is een sociaal drinker. Ik heb hembijna nooit sterke drank zien drinken en het is ook nietiemand die in z’n eentje ’s ochtends al aan de borreltjeszit om wakker te worden. Hij blowt wel veel. En dat isook wel iets waar hij last van had, want het beïnvloedttoch wel heel erg de manier van denken en het gemakwaarmee je je van dingen kunt afsluiten.”Volgens Baartmans is gokken Arno’s grootste probleem.“Arno is een gokker met alles. Niet zozeer aan de rou-lettetafel, maar meer hoe hij in het leven staat. Als jeweet dat iets je in de problemen kan brengen en het dantoch doet. Gewoon om te kijken of je er mee weg kuntkomen. Hij ging bijvoorbeeld autorijden met drank opterwijl zijn rijbewijs op scherp stond. Voor een muzikant

Gaef Mich beschrijft hetverlangen naar de onge-compliceerdheid van dekinderjaren en in TusseDe Maas En De Grenskomt de haat-liefde ver-houding met zijn geboor-testreek naar voren. ‘Ikbun d’r gebaore/Einemaeter ach entachetiggewaore/Zoe duk aafge-zwaore/Maar mien hertverlaore.’De cd maakt duidelijk datArno’s blik op de wereldverre van zonnig is. Hetheeft allemaal zo weinigzin. In Doëd betwijfelt hijnadrukkelijk de zin vanhet bestaan. Maar Woër -um is het sleutelnummervan het album. Ook hierwemelt het van de flardenherinneringen. VolgensBaartmans mist Arno zijnex-vrouw en is ze vaakimpliciet aanwezig. OokSuzan en zoontje Semmist hij. Zonder beidedames expliciet te vermel-den mist hij de huiselijk-heid. Zijn verlangen naareen geregeld leven komtsterk naar voren:

Woërum ken ik neet laeveLaeve zoe wie de meistedie ik kenWoërum treiter ikEn plaog ik mich zelfIn plaats van det ik michuns lekker verwen

Vervolgens troost hij zich-zelf in het volgende liedEns Geit De Zon Schiene.Want hij weet het zeker‘Ens Geit De Zon Wirschiene/En Geleeje Is UtLeid’. Tot die tijd zoekt hijbeschutting in relaties. InDans Met Mich wil hijdansen en vast gehoudenworden en in Veurse Geisprobeert hij een geliefdeover te halen toch nog bijhem te blijven omdat hijhaar zo hard nodig heeft.Hij begrijpt wel dat zijngedrag haar pijn heeftgedaan, maar kan ze hemnog één keer vergeven.De twijfels die Arno na deopnamesessies had, blij-ken ongegrond. Dans MetMich wordt enthousiastontvangen door journalis-ten en media. Dagblad DeLimburger is lovend. WielBeijer schrijft: “Nooit eer-der zo’n prachtige depri-blues op zijn Limburgsgehoord. En je wordt erniet eens echt depressiefvan.” En Marcel Haerkenslaat naar aanleiding vaneen optreden van Arno en

Baartmans weten dat het“tweetal ontroert en ver-voert”. L1 draait veelvuldig lied-jes van de plaat. Van dezecd bereiken twee num-mers de Limbo top-10.Het titelnummer bivak-keert uiteindelijk een halfjaar in de lijst, waarvangeruime tijd bovenaan.Geert Driessen, popken-ner bij uitstek en medeeigenaar van de Venlooseplatenzaak Sounds, roemtDans Met Mich als éénvan de beste platen van2002. En muziekblad Oorpubliceert ook een posi-tieve recensie.Het succes blijft beperkttot Limburg. Buiten deprovinciegrenzen gebeurter weinig met de cd. Ookeen tv-optreden in ‘SimekOp Zondag’, een pro-gramma van de expressie-ve tv-maker Martin Simekverandert daar niets aan.Arno en Bart-Jan gaansamen optreden. Tussenmaart en mei treden zeongeveer 25 keer op doorheel Limburg en een paarkeer in Brabant. “Dieoptredens waren heelintensief en emotioneel”,vertelt Baartmans. “Hetpubliek werd daar ontzet-tend in meegezogen. Inhet publiek was er altijdwel iemand die net zijnrelatie verbroken had en

Zanger van het Schemerlicht

Zelfportret van Arno gemaakt tij-

dens zijn verblijf in Paschalis.

Pianist Mike Roelofs en Arno.

Page 85: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 167166 BUUN

genomen door Léon Bartels, Collie Franssen en SteveNijssen.

Na Arno’s terugkeer uit Paschalis gaat hij niet terugnaar Forto. De zanger wil meer tijd om zich volledig opde muziek te kunnen richten. Hij schrijft niet alleeneigen muziek, maar werkt ook mee aan enkele projec-ten.Arno vraagt bij de provincie subsidie aan voor het pro-ject Kingerbloez. In het voorjaar van 2003 bezoekt Arnoeen aantal scholen en gaat met 11 en 12-jarige scholierenaan het werk om bluesteksten te schrijven. De inspan-ningen resulteren uiteindelijk in een cd, die wordtgepresenteerd tijdens het Zomerparkfeest. In de zomer maakt Arno deel uit van de Maas -manifestatie. Tijdens boottochten van Venlo naarRoermond en omgekeerd is er voor de opvarenden eengevarieerd programma van theater, muziek, film enfoto’s met als thema de Maas. Arno zorgt samen met dezangers Bert van den Bergh en John Theuws voor demuzikale inbreng. Ze worden daarbij ondersteund doorLéon Bartels en pianist Mike Roelofs. Solo zingt ArnoTussen de Maas en de Grens en Smerig, Drekkig Lint.

Bartels, inmiddels professioneel geluidstechnicus, is inde tweede helft van 2002 samen met Baartmans een stu-dio begonnen in de Boekendse boerderij waar hij woont.Ze noemen het Léon’s Farm. Arno komt er regelmatigover de vloer. De zanger wil iets gaan doen met de lied-jes die hij in Paschalis heeft geschreven. Hij vraagtBartels om de nieuwe cd te produceren. Het is niet de eerste keer dat Arno Bartels benadert ommet hem opnamen voor een cd te maken. Bartels: “Alvanaf Double A Adams vroeg Arno mij om een cd methem op te nemen, maar ik voelde mij daar nooit goedgenoeg voor.” Dit keer voelt Bartels zich wel sterk genoeg om dit pro-ject te dragen. Maar wel op één voorwaarde. Bartels: “Ikheb tegen Arno gezegd dat ik het dan ook helemáál wilregelen. Hij heeft me dat vertrouwen gegeven en hethelemaal aan mij overgelaten.”Bartels, die iemand nodig heeft om de nummers tearrangeren, vraagt Mike Roelofs om dit project samen

met hem te doen. Bartels en Roelofs kennen elkaar vanenkele projecten die de pianist in Léon’s farm heeftopgenomen zoals het Down South-project. In de zomervan 2003 beginnen ze te werken aan de nieuwe num-mers van Arno.Nadat Arno de nummers heeft ingespeeld met zang engitaar, gaat Roelofs aan de slag om de muzikale invul-ling van de liedjes te verzinnen. Roelofs en Bartels heb-ben één duidelijk doel. “Het was de bedoeling om eenandere cd te maken dan de voorgaande twee”, verteltRoelofs. “Het moest een beetje breken. Dus heb ik totaalandere ritmes en totaal andere akkoorden gebruikt.” Niet alleen de arrangementen zorgen voor een nieuwebenadering. Ook de manier van opnemen speelt een rol.De opnamen verlopen geheel anders dan Arno gewendis en zijn een complete tegenstelling met de directemanier waarop Baartmans Dans Met Mich heeft opge-nomen. “Bij de vorige cd’s was het repeteren, de studioin en samen opnemen,” verklaart Bartels de werkwijze.“Op deze cd hebben we drie nummers met de bandingespeeld en heeft dus ook de band het arrangementgemaakt, maar bij alle andere nummers hebben we eersteen basistrack opgenomen en daarna hebben we datpartij voor partij opgebouwd tot de song compleet was.Dat is een heel ander proces. In het begin was dat weleven moeilijk voor Arno. Dan kwam hij een keer luiste-ren en dan stond er weer een trompet op of een anderinstrument en vroeg hij zich wel eens af: ‘Waar gaat ditnaar toe?’”Muzikaal vertrouwt Arno op Bartels en Roelofs. De zan-ger is ingenomen met de muzikale ideeën van de pia-nist. Er zijn maar weinig ideeën die niet zijn goedkeu-ring hebben. “Op zich is Arno redelijk snel tevreden”,meent Bartels. “Maar hij weet heel goed hoe het moetklinken.” Roelofs deelt de mening van Bartels, maarvoegt daar aan toe: “Arno is ook gewoon lui. Maar alshij het echt niet ziet zitten, laat hij zijn stem wel gelden.”Daarentegen blijft Arno wel aan de teksten sleutelen.Ook als liedjes al zijn ingezongen wil hij ze nog regel-matig veranderen. Dat betekent dat hij soms gedeeltesvan liedjes opnieuw moet inzingen of dat een gedeeltevan een nummer moet worden gewist. Roelofs kijkt met plezier terug op dit project ondanks

is dat verrekte onhandigen zeker als je op datmoment ook nog eenbaantje hebt alschauffeur.”Ook in zijn omgang metmensen kan Arno de zaakop de spits drijven. “Arnokan mensen uittesten enkijken hoe ver hij metiemand kan gaan. Hij isslim genoeg om zich terealiseren dat hij ietskapot kan maken en tochneemt hij dat risico. Arnois een ontzettend lief,goedhartig mens, dus danweet je dat er iets anders,bijna dwangmatigs moetzijn wat dat veroorzaakt.

Ik denk dat je daar in zietdat het een gokker is.”In Paschalis vindt Arnorust en regelmaat. Hijsport iedere dag, gaat optijd naar bed en is los vanverleidingen. Een georga-niseerd leven. De zangerknapt op en gebruikt zijntijd in de kliniek om zijncreativiteit alle ruimte tegeven. Hij schrijft er eengrote stapel teksten enbesteedt ook veel tijd aaneen andere kunstuiting:tekenen en schilderen.Iets dat hij in zijn jeugdja-ren veel heeft gedaan. Daarnaast krijgt hij psy-chotherapie. Aanvan -

kelijk neemt hij dat op dekop toe, maar gaandewegmerkt hij dat het toch weleffect heeft. Na een halfjaar verlaat ArnoPaschalis weer in januari.“Hij kwam daar vrij sterkuit”, vindt Baartmans.“Hij heeft geleerd bepaal-de patronen bij zichzelf tezien en geleerd hoe hijbepaalde dingen kan con-troleren. Sindsdien neemthij zichzelf meer inbescherming. Maar ver-slavingen zijn voor hetleven. Alleen je hebt eenkeuze om er aan toe tegeven of niet en ik geloofdat hij die keuze nu beterkan maken. Er af en toeeen keer uit te springendat gebeurt nog steedswel eens.”

Terwijl Arno in Paschalisvertoeft, valt hem eengrote eer te beurt. DeStichting Nach Van ’tLimburgse Leed besluithem te ING-Pries veur utLimburgs leed toe te ken-nen. Dit is een prijs vooreen dialectzanger of zan-geres, tekstdichter ofband ter aanmoedigingen waardering. De prijs-uitreiking is op 31 augus-tus 2002. Door zijn verblijfin de kliniek kan Arno deprijs niet zelf komenophalen. De honneursworden voor hem waar-

Zanger van het Schemerlicht

Ich Weit Desse D’r Bus

De cd-presentatie van Ich Weit

Desse D’r Bus.

(Foto: Janneke Michels)

Arno en BJ Baartmans tijdens de

cd-presentatie van Ich Weit Desse

D’r Bus.

(Foto: Janneke Michels)

Page 86: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 169168 BUUN

tijd dat zijn vader nog zijn held was, hij mist zijn vriendNico Derks waarmee het leven altijd een feest was in hetlied Baeter Nag Den Vreeje en zijn eerste, onbeantwoor-de liefde, het Moeiste Maedje van het dorp doet nogsteeds pijn. In De Meule bezingt hij het hippie gevoelvan love and peace zoals hij dat ervoer in de Belfeldsejeugdsociëteit en dat zijn kijk op de wereld voor altijdveranderde.Verder lijkt Arno te berusten. Ook al is hij niet rijk, als hijmaar gitaar kan spelen en rustig een liedje kan zingen,is hij gelukkig. ‘Ik hôb neet veul/Auk neet neudig’, ver-kondigt hij in Ut Is Wie Ut Is.Het meest hoopvol is hij in de nummers Wao Busse enHuel Soms. In Wao Busse is hij strijdvaardig. Ondanksdat hij zich slecht voelt, weet hij dat het allemaal tochgoed zal komen. De grote liefde loopt ergens op dezeaardbol. ‘Ik zal blieve doorgaon/Zoelang ik regopstaon’, klinkt het zelfverzekerd. Maar er moet ook strijdgeleverd worden. Hij geeft uitdrukking aan zijn innerlij-ke tweestrijd:

Ik bun d’r dichbeej gewaesMaar ik wil truuk wat ik gaefVur mich zoe vuëlVur dich te weinigTraone van verdreetIs wie ut steeds wir eindig

Uiteindelijk zal hij zal de grote liefde vinden. Arno weethet zeker.

Ich weit desse d’r busDesse heej of dao urges rondlupsEn weit ik auk desse mich kensDesse mich in dien druime verwens

In Huel Soms laat hij weten dat hij met een beetje posi-tieve kijk op zichzelf de wereld aan kan. ‘Doe zals zeendet ut laeve (?)/Asse van ut laeve hels/Desse regopsteis/En nooits miër vels.’Op een tekst van Twan Mientjes zingt hij zelfs een lief-desliedje waarin de intimiteit van een relatie wordtbezongen. De verliefde blik in de ogen van je geliefde isgenoeg om ieder jaargetijde overeind te blijven en zelfste koesteren.Het katholicisme krijgt nog een veeg uit de pan met deliedjes Kloesters Van Welier en Effe Biechte. In KloestersVan Welier is Arno ronduit humoristisch. Hij beschrijfthoe kloosterlingen in een nog niet zo lang verleden zich-zelf van aardse geneugten onthielden ter meerdere eeren glorie van het katholieke geloof. Maar heden tendage heeft Onze Lieve Heer nog maar weinig schaapjesom te tellen. In Effe Biechte neemt hij de biecht op dekorrel. Hoe verdorven je ook leeft met één keer biechtenis alles weer goed. Dus waarom zou je jezelf onthoudenvan aards genot?

Net als bij de vorige twee dialect-cd’s zijn de reactiesweer overwegend positief. Marcel Haerkens heeft het inmuziekblad Oor over “voorbeeldig vakmanschap” enroemt Arno’s “warme, quasi-nonchalante stem”. Verderis hij zeer te spreken over de muzikale invulling doorRoelofs die “met een scherp oor voor detail de weelde-rig geschakeerde arrangementen schreef. Telkens ont-dek je weer nieuwe nuances”. Ook Dagblad deLimburger besteedt veel aandacht aan de nieuwe cd enbij L1 belandt het nummer Moeiste Maedje op de boven-ste stek. Ich Weit Desse D’r Bus verkoopt goed en vindtin heel Limburg aftrek. Arno is in Zuid-Limburg mini-maal zo populair als in Noord-Limburg. In augustusspeelt hij ook weer op het Venlose Zomerparkfeest. In september werkt Arno mee aan een project van mul-timedia artiest Leon Giesen. Op de cd Mondo Leonestaan schetsen over Giesens kijk op het leven of hoe jenaar het leven kunt kijken. Eén lied dat hij graag willaten horen is Geveulsmiljonair, dat hij schreef voor zijnvader en moeder ter gelegenheid van de uitreiking vande carnavalsonderscheiding Worteletruuj aan zijn vaderin 2003. Arno past uitstekend bij de bitterzoete benade-ring die Giesen voor ogen heeft.

In november verzorgt de 48-jarige Arno een aantaloptredens in de grote theaters van Limburg. Met hetprogramma Altied Herfst gaat een lang gekoesterdewens in vervulling. Een setting die niet iedere artiestgegeven is, maar waarin Arno het best tot zijn rechtkomt. De zanger is waar hij zijn wil.

enkele momenten vanvertwijfeling. “Arnowerkt nogal chaotisch”,vertelt hij. “Af en toe is erecht niet met Arno te wer-ken. Ik heb wel eensgedacht: hier moet ik echtmee kappen, want hierschiet ik helemaal nietsmee op.” Maar er wasaltijd wel weer een redenom toch door te gaan.“Arno is een hele warme,vriendelijke persoon”,vindt Roelofs. “En hijweet altijd weer te verras-sen. Ik vind het echt eenuitdaging om met Arno tespelen. Het is namelijkaltijd anders. Bij veelbands ligt alles vast en datkan wel eens vervelendzijn. Dat is bij Arno nooithet geval.” Arno geeft ook regelma-tig optredens met Roelofs.

De pianist probeert voorArno een band samen testellen en geeft daarbij devoorkeur aan een kleinebezetting. “Arno komt hetbest tot zijn recht in eenkleine bezetting”, is zijnstellige overtuiging. “Ikdacht zelf aan vier man.En dat vond ik al groot.” De band groeit toch. Arnohaalt zelf onder andereCollie Franssen en Bart-Jan Baartmans bij degroep. Tijdens de cd-pre-sentatie bestaat de forma-tie uiteindelijk uit achtmuzikanten.

De Elsloose platenmaat-schappij InbetweensRecords, gerund door JosStarmans, brengt hetalbum op de markt. De cdkrijgt de titel Ich WeitDesse D’r Bus en wordtop 18 maart 2004 gepre-senteerd in de Avenue. Ich Weit Desse D’r Buslaat een grote verscheide-nheid horen in muziek-keuze. De stijlen verschil-len van uitgesproken jazz,een eenvoudig walsje totaan psychedelischemuziek. De plaat biedtveel muziekstijlen diesamen toch een geheeluitstralen. Bartels enRoelofs hebben subliemwerk afgeleverd.Hoewel de teksten varië-ren van uitgesproken

zwart tot zelfs humoris-tisch, is de sfeer van de cdover het algemeen eenstuk lichter dan op zijnvoorganger. Twee num-mers, Sjaakmat en Ver -laore zijn inktzwart, maarverder klinkt er weerhoop.In Sjaakmat betreurt hijhet verlies van enkelevrienden door zelfmoorden in Verlaore ziet hij hethelemaal niet meer zitten.Alles is zinloos. ‘Dit laeveis neet leuk’, is zijn stelli-ge mening. In Wae Waakttoont hij weer zijn maat-schappelijke betrokken-heid die op Dans MetMich ontbrak. Hij maaktzich zorgen over de onge-lijkheid in de samenle-ving. Waarom hebbensommigen alles en demeesten niets en waaromlijken we ons geen zorgenmeer te maken over onzemedemens. Dus wiewaakt er over ons. Het lijkt er op dat dezeliedjes stammen uit debegintijd van zijn verblijfin Paschalis, want verderziet Arno de zon weerschijnen. Op de eerstehelft van de cd gaat hijongebreideld op de nos-talgische toer en haaltherinnering na herinne-ring naar boven. In HaajOpa Leef denkt hij metweemoed terug aan de

Zanger van het Schemerlicht

Léon Bartels als geluidstechnicus.

(Foto: Twan Meusen)

Arno aan zee met zoon Sem.�

Page 87: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

ABCDEFGH

I J K L M

N OP Q R

STUVWXYZ

BUUN 171170 BUUN

ABCDEFGH

I J K L M

N OP Q R

STUVWXYZ

DOOR

RUUD L INSSEN

FOTO

JACQUES PEETERS

BESTE QUIRIEN,

Ik zit aan een tafeltje onderhet dak van een verandawaar de regen op neerslaat,een lucht van geborsteldlood. De herfst is vandaagofficieel in onze wereld aan-gekomen. Dit seizoen isthuis, zowel voor mij als voormijn gedichten. Dat ik in denabijheid van de trommelen-de regen zit, is overigenstoeval want ik mag nietroken in de woning waar iknu ben. Een herfst kan de werkelijk-heid schitterend spelen. Alsdit lood zodadelijk een dunnelichtbundel doorlaat, dan isdat als een mysterieuze glim-lach. Regen, storm en diepenachten tonen de natuur alseen drama. Het brengt over-peinzing mee, dat dit leveneen keer ten einde komt endat het ook goed is zo. Hetmaakt alles bijzonder.Probeer het maar eens opeen late herfstavond: eenkaars in je hand ontsteken ende gloed laten vallen op hetgezicht van degene tegen-over jou. Daar heeft geenzomerlicht van terug. De zomer: het is een onbe-grijpelijk seizoen voor mij.Het komt op me over als eenlach die van geen ophoudenweet. En al dat geklaag vande mensen over hitte en driedagen regen – het blijft om jeheen zoemen. Jij bent als dedichter Quirien van Haelenwaarschijnlijk meer op jegemak in het stralende mid-delpunt van het jaar. Hetimago van een zomerapostel.Je hedonistische gedicht overal je vrouwelijke veroverin-gen in een badplaats zal daar-aan zeker hebben bijgedra-gen. Het heeft je naam enfaam gebracht toen onzedichter des vaderlands het inzijn armen sloot. Terecht

denk ik, want de laatste regelis een schitterende vondst.Het past ook bij jou zoals ikje heb leren kennen tijdensPoetry Slams (het is mooihoe we elkaar ontwijken meteen vriendelijk knikje). Metogenschijnlijk eenvoudigegedichten over zoiets als eenschoonmaakmiddel kun jijeen zaal mensen optillen naareen collectieve lach. Je ver-dient het, want je humor isauthentiek. Nog een compliment. Jij enanderen hebben de poëziebevrijd van de murmelende,zwaarmoedige voordrachtenvanachter een katheder. Daarkun je tegenwoordig nauwe-lijks nog mee aankomen opeen podium. Zelfs niet tegen-over die absurd hoge tole -rantie van een gemiddeld literair café. Je hebt goedwerk gedaan – ik zou het

niet na kunnen doen. Maar wat nu? Ik voorspel datde houdbaarheid van je huidi-ge gedichten, hoe goed zeook zijn, binnen enkele jarenten einde is. Ik wil van jeweten wat je nog meer tezeggen hebt. Welke woordenverschijnen bij jou als je die-per afdaalt? Mijn advies: zoekin de herfst waar de harenvan een vrouw soms zoprachtig nat worden.

Met liefdevolle groet,Ruud Linssen

PS Als slechte verstaandersdit briefje opvatten als poëticale jaloezie dan wil ikwel uit de school klappenover de wereld van dichters:ze zijn daarvan gevrijwaard.De gedichten zijn het cen-trum; de dichters zijn slechtsbuitengebied.

Discografie

Arno Adams D’r Is Gen Verschil (Villa Records, 2000)Dans Met Mich (Eigen Beheer, 2002)Ich Weit Desse D’r Bus (Inbetween Records, 2004) Liedjes op verzamel-cd’s The Night Before ’97 - Come Into My Arms (KlankRecords, 1997)The Night Before ’98 - Zin Um Zich Te Werme (KlankRecords, 1998)Leedjes Veur De Iëuwigheid - De Twië Einzame(Stichting Nach Van ‘t Limburgse Leed, 1999)Venloos’ Trots - Ôzze Jezus (Villa Records, 2001)Leedjes Luustere - Splinters In Plaats Van Vlinders(Marlstone, 2003)Limbo Top 100 Allertijden, deil 5 - Splinters In PlaatsVan Vlinders (Limbo Music, 2004). More To Life – Gaef Mich (Eigen Beheer, 2004)Arno Adams & Family CD-single: Sympathy (Klank Records, 2001)Double A Adams Double A Adams (Eigen Beheer, 1996)Gast op de cd’s Resi Coumans - Een Beetje Bang (Eigen Beheer, 2002)(lied: Zie Aan Zie)Estella Martiko - You and I (Eigen Beheer, 2004) (lied:Beej De Witte)Leon Giesen - Mondo Leone (V2, 2004) (lied:Geveulsmiljonair)

Zanger van het Schemerlicht

Arno aan het werk tijdens de

Southern Blues Night 2004.

(Foto: Twan Meusen)

Arno en BJ Baartmans actief in kas-

teel Hoensbroek.

(Foto: Twan Meusen)

Page 88: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 173172 BUUN

Een ontmoeting met WiekeJordans op het station in Venlo.Dirigent-musicus Wieke Jor-dans loopt nerveus met koffersheen en weer in de trein dieop het station van Venlo wachtop vertrek naar Eindhoven.Eenmaal naast ons gezeten ineen rustige coupé, bladert hijals het ware door zijn familie-album. Het praten over zijnfamilie lijkt hem goed te doen.Het is de zaterdag na Carna-val. Op het station is het stil.Venlo slaapt nog. We zijn ver-heugd over deze toevallige ont-moeting."Ik ben op weg naar Schip-hol," zegt Wieke. "Als het goedis staat mijn dochter Wynekeme daar op te wachten. Zijzorgt ervoor dat ik op het vlieg-

tuig naar Curacao stap. Wil jewel geloven dat ik doodner-veus ben? Vergeet niet dat iktweeëntachtig jaar ben. En he-lemaal alleen naar Curaçao gavliegen!"Hij zit bij het raam en kijktnaar buiten. De conducteur

geeft de machinist het sein omte vertrekken. De deuren slaandicht."Mijn zoon Bart maakt metzijn vrouw en twee kindereneen reis door Azië en Zuid-Amerika. Bart is reisleider vanreizen naar Azië. Zijn favorie-

te land is Bhutan. Mijn doch-ter Wyneke en haar man Leovan Doeselaar, die beiden con-certpianist zijn, hebben daarwel eens een concert gegeven.Wel op een piano met gebre-ken. Met behulp van wattenen spiraaltjes uit balpennenwerd de piano wat opgeka-lefaterd. Ze speelden daar o.a.voor een van de vier konin-ginnen van Bhutan. Het waseen groot succes. Bart is bezigmet het samenstellen van eenreisboek en die koningin vanBhutan heeft beloofd het voor-woord te schrijven. Tja, en nuga ik naar Curaçao. Bart vroegme of ik geen zin had tweeweekjes met hem en zijn ge-zin vakantie te vieren in Cu-raçao. Ik heb wel ‘ja’ gezegd,maar nu weet ik niet zekerof ik daar wel goed aan gedaanheb. Het is negen uur vliegen!"Wieke zucht. "Weet je dat ikvroeger, toen ik in de oorlogin Amsterdam studeerde aanhet conservatorium, vaak heim-wee had naar Venlo? Als ik inAmsterdam een vrachtwagenvan Frans Maas zag, kon ikhet niet laten die vrachtautoeven aan te raken. Ik moestme dan beheersen de chauffeurniet te vragen mij mee te ne-men naar Venlo. Ik ben ge-woon verliefd op Venlo. Mijnmoeder, Anna Franssen, jeweet wel van die fietsenfabriek,had dat ook. Toen mijn vaderhaar ten huwelijk vroeg moesthij haar beloven nooit uit Ven-lo weg te gaan, want ze konVenlo en Tegelen niet missen.Op huwelijksreis in Trier wil-de ze de tweede dag al weerterug naar huis. Ze had zo’nheimwee. Mijn vader kon nietanders dan zijn vrouw haarzin te geven.""Mijn vader Theo kwam uit

Neukirchen. Zijn ouders wil-den dat hij onderwijzer werd,maar daar had Theo helemaalgeen zin in. Hij wilde naar hetconservatorium in Keulen.Omdat zijn ouders daar op te-gen waren moest mijn vaderdie studie aan het conserva-torium helemaal zelf bekosti-gen. En dat heeft hij gedaan!Hij was een heel goeie student,want hij studeerde maar liefstin zes vakken af. In 1908 kwamhij naar Venlo, niet van planhier te blijven hangen. Hij zouWilly Geyer, een vriend vanhem, een paar maanden ver-vangen als muziekdocent opde kostschool bij de paters Do-minicanen. Moeder Franssen,mijn grootmoeder, hoordemijn vader daar op het orgelspelen. Ze was zo enthousiastover zijn orgelspel dat ze hemuitnodigde om in haar huis tekomen spelen. Zo heeft mijnvader kennis gemaakt met dedochter des huizes, Anna Frans-sen. Omdat ze verliefd op el-kaar werden en gingen trou-wen, vestigde mijn vader zichvoorgoed in Venlo. Het paarkreeg een woning in de Roer-mondsestraat, waar Milly enHein geboren werden. Daar-na verhuisde het gezin naarde Parkstraat en uiteindelijknaar dit huis in de Goltzius-straat, waar ik geboren ben.Milly, de oudste, was zeer ta-lentvol. Ze had een prachtigestem. Sopraan. Mijn vader wasdol op haar! Ze mocht in Keu-len aan de Hochschule gaanstuderen. Dat kostte handen-vol geld. Mijn ouders hebbener krom voor gelegen om datte kunnen betalen, maar zehadden het er voor over. Metzestien jaar zong mijn zus alWagner, wat heel zwaar is. Mil-ly gaf zich altijd voor honderd

procent. Ook tijdens repeti-ties. Veel zangers zingen danmet halve stem, maar Millyniet. Toen ze zeventien wasstudeerde ze af. Ze zou eenconcert geven in ‘National’.Mijn vader zou haar begelei-den. Maar er voltrok zich eenramp! Milly kreeg een stem-oedeem. Haar stem ging ka-pot! De stembanden warengeforceerd. Hals over kop gingmijn vader met haar naarUtrecht, naar de beste specia-list van het land. Maar die konalleen maar vaststellen dat destembanden onherstelbaar be-schadigd waren. Een dramawas het.Milly kon de bühne niet mis-sen. Ze ging aan het toneel.Mary Dresselhuys promoottehaar. In de Stadsschouwburgin Amsterdam kreeg Milly eenfigurantenrol in de Gijsbrechtvan Amstel. Later ontwikkel-de ze een passie voor schilde-ren. Ik heb thuis nog een mooischilderij van haar hangen,van de Vuurvogel, de Feniksdie uit de as verrijst. Milly isin 1991 gestorven."De trein stopt in Eindhoven.We stappen uit en nemen af-scheid. "Goeie reis naar Curaçao,meneer Jordans!"

Door Tilly Eykhout-Deneer

Boven van links naar rechts:

Anna Jordans, Wieke Jordans, Milly

Jordans en Hein Jordans

Links onder:

Rob Jordans.

Milly Jordans

Page 89: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 175174 BUUN

Enkele weken later bij WiekeJordans thuis in de Goltzius-straat.De lange gang met zwart-wit-te tegels leidt via een open-staande deur naar de tuin, maarwij gaan de woonkamer bin-nen. Een prachtige kamer ensuite met antieke meubels enenkele indrukwekkende schil-derijen aan de muur. Een gro-te vleugel staat in de voorka-mer. "Ja, dit is mijn ouderlijk huis.Hier ben ik geboren en ge-trouwd. Met mijn vrouw Ineke woonde ik op de eersteetage. Een etage hoger stondmijn piano. Daar gaf ik piano-lessen. Mijn ouders woondenop de benedenverdieping. Kijk,hier staat de vleugel waaropmijn vader speelde. Och, dieman heeft altijd zo hard ge-werkt. ’s Morgens en ’s mid-dags gaf hij les, ’s avonds wa-ren er repetities. Hij was o.a.dirigent van het arbeiderskoor‘Kunst na arbeid‘.Toen het Bondsgebouw op deHerungerstraat in februari1917 feestelijk geopend werd,trad dat koor daar op. Mijnvader begeleidde het koor opde piano. Het was een suc-cesvol optreden. Ook leiddehij mensen op die naar hetconservatorium wilden gaan.Eens kijken, dat waren o.a.Joop Grubben, Hans van denHomberg, Frans Moonen, eenbroer van Sef Moonen. Och,het waren er zoveel. En onsheeft hij ook muziekles gege-ven, mijn broers en mij en mijnzus. Pianoles, orgelles en theo-rie, solfège. Daarnaast was hijkoordirigent in de ‘Klaaskerk’en hij bespeelde er het orgel.Toen die kerk in de oorlog he-lemaal afbrandde had hij hetmoeilijk. Hij was ontroostbaar.

‘Nu hoeft het van mij niet meer,’zei hij.""Mijn vader heeft nog viool-les gekregen van een leerlingvan Brahms. Hij was ook com-ponist. Naast werken voor ge-mengd koor en mannenko-ren schreef hij drie grote mis-sen. De eerste mis wasopgedragen aan de Sint-Ni-colaaskerk en heette de SanktNicolai. De tweede heette Gert-rudis, naar zijn moeder. Dederde mis was opgedragen aanpastoor Crasborn uit Hout-Blerick, een heel goeie vriendvan mijn vader. Die derde misis pas later opgedoken. Wijwisten niet dat die bestond.In 1993 werden we uitgeno-digd om in Hout-Blerick naardie mis te komen luisteren.Nou, het is een pareltje, zal ikje zeggen. Ik heb die mis methet Almelo’ s Mannenkoor uit-gevoerd en met het Konink-lijk ’s Hertogenbosch’ Man-nenkoor.""Ken je dat verhaal over dieconcertmeester Schweine-fleisch? Concertmeester Schweinefleisch van het Gür-zenichorkest in Keulen kreegna het spelen van die mooievioolsolo in de Mattheuspas-sion een hartaanval en stierfop het podium. De orkestbo-de van het Gürzenich-orkest,wetende dat de nazi’ s alles vanMendelssohn op de lijst vanverboden werken hadden ge-zet, gaf alle partituren van Men-delssohn aan mijn vader, diehij kende als oud-collega enoud-student. Ik moest meenaar Keulen om mijn vader tehelpen die stapels partiturennaar Nederland te krijgen.Mijn vader gaf alles aan de Ven-lose Oratoriumvereniging,waar hij dirigent van was ge-weest."

Terwijl we koffie drinken engebak eten, kijken we uit overhet knusse stadstuintje vanhuize Jordans, waar een Ja-panse kers pronkt met zijnprachtige roze bloesem. Tweepimpelmeesjes strijken neerbij een schaaltje met vogel-voer."Mijn broer Rob wist al heeljong dat hij het klooster in wil-de gaan. Wij plaagden hemdaar wel eens mee en toen hijuiteindelijk werkelijk in hetklooster trad, zei Hein: "Ikword nog eerder paus dan datjij in het klooster blijft!" MaarRob, oftewel broeder Wendel,is gebleven en in Weert, waarhij broeder is in de orde vande Onbevlekte Ontvangenis,is hij zeer geliefd. Broeder Wen-del, zo genoemd naar zijn peet-tante Wendelien, is ereburgervan de stad Weert! Zijn mu-zikale afkomst heeft hij nietverloochend, want hij heeftervoor gezorgd dat Weert eenmuziekschool kreeg. Ook heefthij een jeugdorkest opgerichten een kinderkoor. En ge-componeerd heeft hij ook.""Mijn broer Hein en ik heb-ben nog in Salzburg aan hetMozarteum gestudeerd. Mijnbroer bij Clemens Kraus, ik

bij Furtwängler. De dirigen-tenopleiding hebben we ge-daan. Hein ging op aanradenvan Herbert von Karajan, diein Utrecht was als gastdirigent.Hein wilde een dirigentenop-leiding gaan volgen, na zijnstudie aan het Conservatori-um in Amsterdam die hij invier jaar afrondde - ik deed ereen jaar langer over. Maar diewas er toen in Nederland niet,vandaar dat we naar Salzburgtogen. Mijn vader zei: ‘Als Heingaat, ga jij ook.’ Hein heeftdaar twee zomercursussen ge-volgd, ik een stuk of vier. Mijnbroer volgde ook lessen bijHenri Hermans, dirigent bijhet Maastrichts Stedelijk Or-kest. Hein begon als dirigentbij het amateur symfonieor-kest van Philips in Eindhoven.In die stad gaf hij ook piano-lessen. En bij Venlona heefthij gedirigeerd. Als jongetjevan zes had hij al aspiratiesom dirigent te worden. Werder een concert op de radio uit-gezonden, dan stond hij metmes en vork de maat te slaan!Na de oorlog werd Eduard vanBeinum eerste dirigent van hetConcertgebouworkest in Am-sterdam. Hein werd daar in1945 assistent-dirigent en la-ter tweede dirigent. Dertig jaarlang is hij dirigent geweest vanhet Brabants Orkest. In 1949is hij er begonnen, heeft hetallemaal op poten gezet, sa-men met Venlonaar Jan tenDijck, die directeur was vanhet Brabants Orkest."

Hein Jordans kreeg van overde hele wereld invitaties omals gastdirigent op te treden.Hij werkte samen met be-roemde solisten, zoals Jehu-dy Menuhin, Arthur Grumiaux,David Oistrach, Claudio Ar-

rau, Isaac Stern, Herman Kreb-bers, Aafje Heynis en Elly Ame-ling. Werken van Mozart,Schubert, Beethoven, Brahmsen Bruch, uitgevoerd door hetBrabants Orkest onder leidingvan Hein Jordans, zijn op demarkt gebracht onder het Phi-lips label. Heins dochter Man-ja heeft in 1989 een tv-do-cumentaire over haar vadergemaakt voor de NOS. Daar-in zegt Hein o.a.: "In mijn ge-boorteplaats Venlo trok ik methet Concertgebouworkest nooiteen volle zaal en had ik ookniet meer succes dan elders."Hein Jordans is in septem-ber 2003 overleden in St. Mi-chielsgestel.

Wieke Jordans laat een mooiingelijste foto van zijn moe-der zien. Anna Jordans- Frans-sen zit in een bevallige hou-ding op een sierlijk withou-ten bankje in de tuin vanWiekes ouderlijk huis. "Weetje dat mijn moeder zeker eensper week het eten liet aan-branden? Als ze mooie mu-ziek hoorde, vergat ze alles omzich heen en als dat tijdens heteten koken was, tja, dan…Weetje wat ze dan zei? Ze zei dat zenooit het eten liet aanbran-den. Dat ze niet begreep hoehaar dat nou toch kon ge-beuren. Nou, dan lagen wijdubbel van het lachen. Mijnmoeder had ook een muzikaaltalent. Ze kon namelijk heelmooi zingen. Een sopraan wasze. Samen met tante Tiel Schie-felaars volgde ze een zangop-leiding aan het conservatori-um in Keulen. Mijn opa, haarvader dus, had een fietsenfa-briek in Tegelen. Die fabriekis later naar Venlo overgeplaatst.Mijn vader had graag geziendat Hein en ik ook in Keulen

gingen studeren. Maar daarvoelden wij niks voor. We wil-den naar het Conservatoriumin Amsterdam. Ik kreeg daarpianoles van meneer Berk-hout. Een fantastische man!Hij was ook leraar van JanWijn. Met meneer Berkhouthad ik een goeie band. Kijk,toen het oorlog was moest ikde studie onderbreken. Maardeze brief heb ik van meneerBerkhout gekregen. Geschre-ven in juni 1945 in Amster-dam. Zo’n ontroerende brief!O, de mensen hebben toch zogeleden in de oorlog. De NOS-televisie zond op 4 mei j.l. tij-dens de uitzending rondomde Nationale Dodenherden-king fragmenten uit van dedodenherdenking in het Ro-

Leo van Doeselaar en

Wieke Jordans.

Brief van meneer Berkhout.

Page 90: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 177176 BUUN

sarium in Venlo, ook omdatVenlo tot de ergst gebombar-deerde steden van Nederlandbehoorde. ElfhonderdvijftigVenlonaren die de dood von-den! Esmeralda Bohm van deNOS is in april nog hier ge-weest om mij te interviewen."

"Toen ik 61 werd, ben ik ge-stopt als docent aan de Ven-lose muziekschool. Mijn vrouwIneke gaf er ook les. Ik gaf erpianoles en theorie. Ik heb eraltijd met veel plezier gewerkt.Al die jaren."Twintig jaar was Wieke diri-gent van het kerkkoor van deFamiliekerk in Venlo. Ook was

hij zo’n twintig jaar als diri-gent verbonden aan het Ko-ninklijk ’s Hertogenbosch’Mannenkoor en dertig jaar aande Venlose Oratorium Ver-eniging en aan het Almelo’sMannenkoor."Weet je hoe ik in Almelo te-recht ben gekomen? Er was inDen Bosch een massazang vaneen groot aantal mannenko-ren. Vóór de Sint Jan. De di-rigent die op de bok stond luk-te het niet om er een mooi klin-kend geheel van te maken. Hetging allemaal te vlug voor deachterste rijen. Die hobbeldener maar wat achteraan. Toenvroegen ze mij of ik wilde di-rigeren. Nou, dat wilde ik wel.Ik wist dat ik een brede slagmoest gebruiken. Meegaanmet de deining. Het lukte. Demensen waren enthousiast.Het bestuur van het Almelo’sMannenkoor vroeg mij me-teen na afloop of ik dirigentwilde worden van het Alme-lo’s Mannenkoor. Bijna dertigjaar ben ik wekelijks op enneer met de trein naar Alme-lo gegaan. Ik kende alle ma-chinisten van dat traject. Enze kenden mij. Ze zwaaidenal van verre als ze mij daar aanzagen komen met mijn brood-trommeltje en een schoon over-hemd. Op de terugweg dedenze in de coupé waar ik zat detl-buizen uit, zodat ik kon sla-pen. Meestal was de trein van-af Venray leeg. Als we dan Ble-rick voorbij waren riepen ze:‘Jordans, wakker worden. Ver-der gaan we niet!’

"1939 Was voor mij een ramp-jaar. Mijn ouders stuurden mein dat jaar naar kostschoolin Weert. Ik vond het er vre-selijk, want ik stikte van deheimwee. Ik dacht alleen maar

aan thuis. Ik had daar wel leu-ke vrienden, eens kijken, Pietvan Wylick, Leo Bartels en JoepKeder, maar dat hielp me nietover mijn heimwee heen. Inhet weekend mochten we naarhuis, maar ik bleef me ver-zetten. Op een gegeven mo-ment heb ik mijn vader op-gebeld. ‘Of gij komt me halenof ik loop weg,’ heb ik gezegd.Eindelijk zagen mijn oudersin dat ik een hopeloos gevalwas en mocht ik daar vanschool af. Wat was ik blij weervoorgoed in Venlo te zijn! Aanmijn vader heb ik veel te dan-ken. Hij heeft er voor gezorgddat ik ging studeren. En hetook volhield. Anderen heb-ben dat ook geprobeerd, mijnmoeder en mijn broer Hein,maar vader was volhardend.Later op het Thomascollegein Venlo hebben we leuke din-gen beleefd. Op de cour wasik eens Hitler aan het imite-ren, je weet wel, snorretje, armuitgestrekt. En ik kreeg ze al-lemaal mee. Iedereen strektezijn arm. Ik wist niet dat deleraren voor het raam stondente kijken. Naderhand steldenatuurkundeleraar Hans Pij-pers mij een vraag die ik nietbeantwoorden kon. ‘Laat eenszien’, zei hij, ‘dat je hier net zogoed bent als buiten op decour.’ Algemene hilariteit. Klas-genoot Mart Franssen zei mehet antwoord voor en ik kreegeen 8. Na de les liep ik naarde leraar toe en zei: ‘Bedankt!Bedankt, mijnheer, ook na-mens mijn ouders!’ Een jaarlater, toen de oorlog aan degang was, stond er bij het Groe-ne Kruis in de Martinusstraateen Duitse soldaat met een ka-potte vrachtauto. Ik kwam toe-vallig voorbij en hij riep me: ‘Hé, du da! Schieben!’

Ik riep terug: ‘Nein!’ Die soldaat weer: ‘Warumnicht?’ ‘Künstlerhände!’riep ik. ‘Weiter gehen!’Ik mocht doorlopen. Terwijlik toen net de biefstukwalskon spelen, meer niet.""Ja, die camera, een Kodak,die heeft mijn vader gekocht,maar ik heb altijd met dat dingrondgelopen. Ik filmde vanalles, zelfs in de oorlog heb ikgefilmd. Het was wel duur,

want een rolletje kostte toenal twintig gulden. Ik filmde dehele familie, vader, moeder.Op een gegeven moment be-sloten we iets heel anders tefilmen dan de dagelijkse tafe-reeltjes. Hein schreef het li-bretto. Peter, een vriend vanons, moest boven op het dakgaan zitten. Ik filmde. Toenmoest Peter hier in de tuin opde grond gaan liggen. Van hetdak af gevallen, en dodelijkgewond. We smeerden hem

vol met jam, mijn moeder huil-de hartverscheurend, wij ke-ken allemaal heel bedrukt. Ja,van acteren zijn we niet vies,hoor. Er werd een dokter bij-gehaald, ik weet niet meer wiede witte doktersjas aantrok.Maar de dokter stond mach-teloos, het slachtoffer was nietmeer te redden volgens hem.Moeder haalde een wit lakenuit de linnenkast en legde datover het slachtoffer heen. Ie-dereen rouwde. Totdat mijn

Vervolg brief van meneer Berkhout.

Wieke Jordans thuis.

Page 91: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 179178 BUUN

vader plaatsnam achter devleugel en een stuk uit het Re-quiem van Verdi speelde. Enzie, een wonder geschiedde.Het witte laken bewoog en opde maat van de muziek kwamde ‘dode’ overeind. Iedereendanste een vreugdedans, wantde Muze zegevierde over deMedicus! Ik heb dat filmpjegeloof ik nog boven liggen.Och, ik heb nog zoveel film.Ik heb alles bewaard.""Weet je hoe ik mijn vrouwIneke heb leren kennen? Haarmoeder heeft, toen ze op kost-school zat in Weert, vioollesgekregen van mijn vader hierin Venlo. Toen ze in Almelotrouwde met een protestant-se man, als katholiek meisje,had dat heel wat voeten in deaarde. Maar mijn schoonva-der, Inekes vader, was eenschappelijke man, want toenIneke wilde weten hoe het nouzat met dat katholieke geloofvan haar moeder zei haar va-der: ‘Ga maar naar de deken,

die zal je wel alles vertellen.’Een half jaar lang volgde Ine-ke bij de deken in Almelo les-sen in de katholieke leer. Toenbesloot ze om ook katholiekte worden. Haar vader kon datwel waarderen en hij bood zijnvrouw en zijn dochter een reis-je naar Valkenburg aan. Zelfging hij ook mee natuurlijk.Toen ze met hun auto in debuurt van Venlo waren, be-sloot Inekes moeder even goei-endag te gaan zeggen bij haarvioolleraar, Theo Jordans. Zois Ineke bij ons binnen ge-komen. Ik zat op dat momentin de tuin. Ik deed altijd vandie witte talkpoeder op mijngezicht vanwege mijn jeugd-puistjes. Maar dat scheen In-eke niet te deren, want ze be-gon een gesprek met mij. Zevertelde dat ze aan de univer-siteit in Amsterdam musico-logie studeerde. Dat vond ikinteressant en ik vroeg haar ofze me daar in Amsterdam meerover wilde vertellen. Dat wil-

de ze wel en we spraken af,dat ik haar een week later afzou halen van college. Nou,een week later stond ik daarte wachten, tien minuten, vijf-tien minuten, twintig minu-ten, maar wie er kwam? GeenIneke. Later bleek dat het col-lege was uitgelopen en dat zijniet zomaar tegen de profes-sor wilde zeggen dat er buiteniemand op haar stond te wach-ten. Gelukkig was er daarnaweer contact, telefonisch. Ikvroeg haar of ze mee ging omvoor mij schoenen te kopenin Amsterdam. Ik had ergensin de etalage knalgele schoe-nen gezien en had haar adviesnodig. Jaren heb ik met diegele schoenen rondgelopenen pas toen we getrouwd wa-ren durfde Ineke me te be-kennen dat ze die schoenenhelemaal niet mooi vond. Nou,toen heb ik ze maar niet meergedragen. Ze staan nu bovenin de kast als herinnering. Nuschiet me nog iets te binnen.

Toen we nog niet getrouwdwaren gingen we eens wan-delen langs de Maas. Op eengegeven moment zagen weeen stier die uitgebroken wasuit de wei. Ineke had een knal-rode jurk aan. Ze was bang,maar ik stelde haar gerust.Ik zou haar beschermen, mochtde stier onze kant uit komen.Maar toen die stier heel lang-zaam op ons af kwam ge-wandeld ging ik er als een haasvandoor. Gelukkig liep hetgoed af, maar jaren later nogwerd ik geplaagd door mijnschoonfamilie met die ge-beurtenis!""Weet je dat we met ons ge-zin, Ineke en ik en de kinde-ren zestien jaar achter elkaarnaar Salzburg op vakantie gin-gen? Heerlijk was het daar, hetMekka van de muziek. Om-dat Ineke muziekrecensiesschreef voor De Maasbode hadze een perskaart en zo kregenwe vaak mooie en ook goed-kope plaatsen bij verschillen-de concerten. Op een dag hoorden we daarWilly Caron zingen, onderHerbert van Karajan. Willyhad daar veel succes. Ineke enik hebben bij terugkomst eenstuk over Willy geschrevenvoor de Venlose krant. Wies-je Caron heeft nog vioolles ge-kregen van mijn vader. En Miaen Yvonne Caron ook."

Terug naar de muziek. Bijna37 jaar heeft Wieke Jordanshet Tegels Symfonie Orkestgedirigeerd. In 1987 nam hijafscheid als dirigent. Onderzijn leiding ontwikkelde hetTSO zich tot een veelgevraagden op een constant peil musi-cerend orkest."Mijn dochter Wyneke heeftop mijn afscheidsconcert sa-

men met haar man Leo vanDoeselaar een concert van Mo-zart gespeeld, vierhandig.Prachtig was het. Ik zag hetals een belangrijke taak de mu-zikale smaak van de orkestle-den van het TSO op een ho-ger peil te brengen. Om diemeer te richten op oorspron-kelijke werken. Ook al houdtdat tevens een beperking in,want met een amateur-orkestkun je nu eenmaal niet allesspelen. Maar dat heb ik nooiteen probleem gevonden. Ikkom uit een nest waar voort-durend over amateurs ge-sproken werd. Mijn vader hadelke avond wel een verenigingen sprak tijdens het eten metzijn gezin altijd over het welen wee van dat amateurwe-reldje. Maar denk niet dat deberoepswereld me vreemd is.Ik heb ooit eens een dirigen-tenconcours gewonnen. Daar-door mocht ik stages lopen engastdirecties doen bij het Re-sidentieorkest, het LSO en hetBrabants Orkest. Waar ik nietgoed tegen kon daar was hetontbreken van menselijkewarmte. Het gaat er daar zohard aan toe, mensen kunnenzo arrogant zijn. Bij een ama-teur-orkest kom je dat soortzaken niet gauw tegen. Welrespect en dat vind ik veel be-langrijker. Ik probeer ook al-tijd respect te tonen voor eenander. Weet je, leden van eenamateur-orkest komen naarde repetitie na een dag vanhard werken, van spanningenof problemen. Ik zie dan hoede muziek hun ontspanningbrengt. Ze ontdooien al na eenpaar minuten. En dat is mooi.Dat geeft mij voldoening.""Ik mocht eens als gastdiri-gent optreden bij het BrabantsOrkest. Mijn broer Hein was

daar dirigent en toen ik dieuitnodiging kreeg was hij nogzenuwachtiger dan ik. Nou,ik met de trein er naar toe. Ineke had uitgezocht welketrein ik moest nemen en In-eke was altijd heel precies indie dingen. Hein had me ge-waarschuwd voor de orkest-leden. Ik moest me niet la-ten opjagen, geen flauwe kul.Ik moest de baas zijn over hetorkest. In de trein nam ik departituur nog eens door. Er zateen man tegenover me dievroeg of ik Hein Jordans was.Ik vertelde hem dat ik zijnbroer was. En dat ik op wegwas naar hem. De man zei datik dan toch naar Den Boschmoest. Ik beaamde dat. Nou,dan zat ik volgens die man inde verkeerde trein, want dezetrein ging rechtstreeks naarRotterdam. Hij stopte niet in

Van links naar rechts:

Wieke Jordans, Rob Jordans,

Hein Jordans en Milly Jordans.

Page 92: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 181180 BUUN

Den Bosch. Ik schrok. Dat mijdat nou moest overkomen.Wat zou Hein boos zijn! Iknaar de conducteur. Ik legdehem de zaak uit. Hoe belang-rijk dit voor me was, eengastoptreden, dat was een be-langrijke kans voor mij die ikniet kon laten liggen enz. Deconducteur leefde met me meemaar zag geen oplossing omme op tijd in Den Bosch te krij-gen.Tja, toen zat er voor mijmaar één ding op. Toen we inTilburg waren trok ik aan denoodrem. Langzaam kwamde trein tot stilstand. Ik pak-te mijn spullen en sprong uitde trein. Een conducteur dieop het perron stond en mij terverantwoording wilde roepenzei ik: ‘Vraag het maar aan dieconducteur daar. Hem heb ikalles verteld. Hij heeft mijnnaam en adres.’

Gauw heb ik een taxi geno-men en ik was net op tijd inDen Bosch. Hein was in allestaten toen hij het verhaal hoor-de. Maar hij introduceerde mijnetjes bij het orkest. Hij zeidat ik aan de noodrem ge-trokken had om toch maar optijd te zijn. Toen tikten enke-le orkestleden met hun strijk-stok tegen de lessenaar. Datwas een goed teken. Een soortadhesiebetuiging. En gespeelddat ze hebben. Fantastisch.Hein kon trots zijn op zijnbroer.""Mijn vrouw Ineke is vijf jaargeleden overleden. Ik kan jeniet zeggen hoe ik haar mis,iedere dag weer. Wij haddeneen perfect huwelijk. Een be-tere vrouw was er niet voormij. Het is vreselijk alleen ver-der te moeten. Maar, ik magniet klagen. Ik heb vier fan-

tastische kinderen die altijdvoor mij klaar staan. Wyne-ke, is de oudste.Dan komtTheo, die kunstschilder is, danBart, die een fanatiek bergbe-klimmer en reisleider is en dejongste is Matty, 42 jaar oud.Ze is getrouwd met Paul Kart-haus. Samen hebben ze tweekinderen. Joep en Juul."

Dochter Matty: "We wonen in Maastricht. Alsje opgroeit in een muzikaalgezin blijft muziek een be-langrijk onderdeel van je le-ven uit maken. Toen ik zes jaarwas kreeg ik pianoles van mam.Tot ik 17 was. Met 11 jaar vi-oolles bij Pia Beckers. De be-doeling was conservatoriummet als hoofdvak piano en vi-ool als bijvak. Helaas was mijntalent ontoereikend. Daaromzocht ik een mogelijkheid om

muziek en mensen te combi-neren en dat kon in de vormvan muziektherapie. Uitein-delijk werd ik uitgeloot en toenben ik in de verpleging gegaan.In Nijmegen heb ik de oplei-ding HBO - V gevolgd, een ho-gere beroepsopleiding in deverpleging. Nu ben ik een pas-sieve muziekliefhebster. Mijnvader zei vroeger altijd: ‘Mu-ziek en de natuur, dat zijnvrienden voor altijd.’ Ik genietenorm van de zogenaamdeminimal music van Steve Reich,van Frank Zappa tot de Mat-thäuspassion, muziek is heer-lijk."Wieke merkt op, dat zijn doch-ter Matty wel over genoegtalent beschikte, maar dat zeals kind te weinig geduld had."En ze heeft ook nog een heelmooie stem, moet je weten."

Concertpianiste Wyneke, deoudste dochter, die samen metLeo van Doeselaar in Hilver-sum woont: Wyneke haalt herinneringenop over haar jeugd."Op vierjarige leeftijd kreegik pianoles van mijn moeder.Omdat ik toen natuurlijk le-zen noch schrijven kon plak-te mijn moeder verschillendepoppetjes op de deksel van devleugel om mij vertrouwd temaken met de toetsen. Tallo-ze appels werden aanschou-welijk in tweeën of vieren ge-deeld om de notenwaarden tebehappen en te snappen. Mijngrootvader Theo Jordans namhet roer van mijn moeder overtoen ik zes was. Een grondi-ge, secure aanpak volgde metgebruikmaking van zijn gro-te pedagogische ervaringen,weliswaar op een vroeg ne-gentiende-eeuwse methodiekgestoeld. Zo was het absoluut

noodzakelijk om met een pot-lood op de hand te spelen zon-der dat het potlood er tijdenshet spel afviel. Zuiver vinger-spel, iets waar ik op de ‘forte-piano’ nog steeds plezier vanondervind. Toen ik acht jaarwas overleed mijn opa enkwam ik weer onder de vleu-gels van mijn moeder terecht.Zij heeft mij tot de middelba-re school gecoacht en toener toch wel sprake was van eenmeer dan gewone belangstel-ling voor de piano werd er be-sloten dat ik verder zou gaanbij mijn vader. Ik werd eenechte leerling op de muziek-school en kreeg iedere weekop dezelfde tijd les. Iets watin de thuissfeer wel eens an-ders uitpakte. Mijn vader gingdoor op de weg die mijn moe-der en mijn grootvader al had-den uitgestippeld. Veel tech-niek was onontbeerlijk voorhet verbeteren van de moge-lijkheden achter de grote zwar-

te kist met zijn 88 zwarte enwitte tanden. Er kwamen voor-speelmogelijkheden bij, zoalsbijvoorbeeld de leerlingcon-certjes op de Muziekschool.Heel spannend allemaal enook weer een belangrijke mo-gelijkheid om ervaring op tedoen. Ik werd ‘klaargestoomd’voor het conservatorium, ietswat ik het liefste wilde. Toendan de middelbare school (Ma-rianum, gym A) erop zat,sprong ik een gat in de lucht.En belandde in Amsterdambij Jan Wijn.Dan wordt het menens en heelmijn leven vult zich met mu-ziek en het studentenleven.Leo van Doeselaar (mijn mu-zikale- en levenspartner) ont-moet ik al in de eerste weekvan mijn studie en na het be-halen van de B- en uitvoerend-musicus diploma’s begon onzevierhandige loopbaan. Eenvorm van musiceren waar ikmij zeer in kan vinden. Al wa-

Aquarel van Theo Jordans.

De Josinahoeve

aquarel van Theo Jordans.

Page 93: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 183182 BUUN

ren er in het begin sceptischegeluiden van anderen, dat ikwel liever alleen zou willenspelen. Het mag inmiddelsduidelijk zijn dat mijn krachtligt in het samenspelen. Leoen ik hebben ons als quatre-mainsduo, op twee piano’ sen in samenwerking met en-sembles als de SlagwerkgroepAmsterdam, het NederlandsKamerkoor, het Berliner Phil-harmonischer Chor, het Ba-rokorkest van de Nederland-se Bachvereniging, Anima Ae-

terna en verschillende Ne-derlandse Symfonieorkestensinds 1977 ontwikkeld tot eenhechte eenheid. We hebbenal op verschillende plekken inEuropa, de Verenigde Statenen Azië gespeeld. Ook op ra-dio en televisie zijn we regel-matig te horen en/of te zien.In 1985 ontvingen we de Pu-blieksprijs van de Sonesta Koe-pelzaal in Amsterdam.Aan diverse Nederlandse con-servatoria vervulden we gast-docentschappen. Leo is ookals professor orgel verbondenaan de Universität der Künstein Berlijn.Naast het repertoire voor pianoà quatre- mains en twee piano’sbesteden we ook aandacht aanNederlandse muziek en aangoede bewerkingen van oor-spronkelijk voor andere in-strumenten geschreven com-posities.Vanaf 1983 realiseerden weeen reeks grammofoonplatenen cd’s voor het label Etcete-ra Records. In deze serie ver-schenen de complete muziekvoor piano à quatre-mains vanErik Satie, de Legenden, op.59 van Antonin Dvorak en decomplete muziek voor pianoà quatre-mains van MauriceRavel. Ook hebben we ons ge-specialiseerd in het spelen vande fortepiano. Onder leidingvan Malcolm Bilson en Jos vanImmerseel hebben we onsvooral gericht op het rijke re-pertoire van de eerste Ween-se School.Als fortepianoduo gaven werecitals en masterclasses opfestivals zoals het Oude Mu-ziek Festival in Utrecht, hetFestival van Vlaanderen, Ant-verpiano, het York Early Mu-sic Festival, de Berliner Tagefür Alte Musik, het Festival

van Saintes, het Festival vanSan Antonio (U.S.A.) en hetEarly Music Festival in Mos-kou.In 1993 kwam, in samen-werking met de BBC, een se-rie van zeven opnamen en con-certen op zowel historischeals moderne piano’s tot stand.Van ons spel op historischepiano’ s verschenen tot nu toedrie opnamen: een cd metquatre-mainswerken van FranzSchubert, een cd met een an-thologie van vierhandige Ne-derlandse pianomuziek en eencd met een compilatie van tweeBBC-opnamen met werkenvan Beethoven, Schubert, Men-delssohn, Schumann enBrahms, gespeeld op drie ver-schillende historische instru-menten uit de collectie vanEdwin Beunk. Ook is er eencd-opname van twee Bran-denburgse Concerten en dederde Suite van Johan Sebas-tian Bach, te horen in de vier-handige bewerking van MaxReger, gespeeld op een Bech-stein-vleugel van honderd jaaroud. In 2002 vierden we ons 25-jarig jubileum als pianoduo.Ter ere hiervan kwam een cduit met Franse quatre-mains-muziek onder de titel ‘Bric-à-brac’. (bij Challenge Classics).Deze cd’s kregen in de lan-delijke pers o.a. de volgendekritieken:‘Jordans en van Doeselaar spe-len gaaf, muzikantesk en spran-kelend’(Trouw, Christo Lelie)‘….magnifieke, feestelijke,ontroerend mooie muziek, ze-ker ook door het mooie spelen de speelvreugde van hetpianoduo Jordans/van Doe-selaar’ (Luister, Leo Samama)‘…Ook de cd, die het - als al-tijd -voortreffelijke pianoduo

Jordans en van Doeselaar vol-speelde met Bachbewerkin-gen van niemand minder danMax Reger mag er wezen.’(Volkskrant, Hans Heg).‘Jordans en van Doeselaar staanvoor ademend en zeldzaamorganisch samenspel, zij be-wijzen zich op deze cd als eenzilveren pianoduo dat tot inde kleinste finesses op elkaaris ingespeeld.’(NRC, MischaSpel).

Beeldend kunstenaar TheoJordans, in 1956 in Venlo ge-boren, vertrok in 1976 naarGroningen om daar de oplei-ding tot vrij beeldend kun-stenaar te volgen aan de Aca-demie voor Beeldende Kun-sten Minerva. In 1981 en in1984 volgde hij respectieve-lijk de opleiding vrije afdelingen de eerstegraads opleidingtekenen. Sinds 1985 is hij alsdocent tekenen verbondenaan een scholengemeenschapte Terneuzen. In januari 1986begon hij als docent tekenen,schilderen en grafiek aan hetMIKV in Middelburg. Bij Stich-ting Toonbeeld in Terneuzendoceert hij sinds 1998 teke-nen en schilderen.In mei 1995 en 1996 was hijals gastdocent verbonden aande New School For Researchin New York.Theo over zijn jeugd in Ven-lo: "Ik herinner me goed datik in onze stadstuin van 50vierkante meter een enkelemeter toegewezen kreeg ommijn met zondagsgeld gekochtezaadjes te zaaien. De spanningdie de naderende komst vande plantjes opleverde was gro-ter dan menig avontuur dat ikop latere leeftijd mocht bele-ven. Maar daar kwam ook hetbesef van de kwetsbaarheid

bij. Een buurkat deed het na-melijk na zo’n tien dagen inmijn vierkante meter. Die ver-pletterende ervaring heeft mijertoe gebracht vanaf dan eenveiliger vorm te zoeken ommet alles wat groeit en bloeitom te gaan. Dauwtrappen meteen schoolvriend, tevens aan-komend bioloog, was de vol-gende onderneming. Dat le-verde echter ook veel onge-mak op.Hij wist al snel veelmeer dan ik. De enige optiedie toen nog overbleef was hetregistreren. En dat heb ik van-af toen gedaan. Mijn jaren opde academie Minerva te Gro-ningen hebben zich voorna-melijk afgespeeld op het HogeLand. Daar is de vonk defini-tief overgeslagen. Vanaf dietijd noem ik mij landschap-schilder. Niet alleen het ruim-telijke is het onderwerp maaralles wat het landschap stof-feert. Zo leerde ik de boer ken-nen en werd ik regelmatig gastop hun hofsteden."Wat Theo aantrok in Gronin-gen waren ruimte, licht, wa-ter en aarde. Kortom, het klas-sieke Nederlandse landschap.Theo wilde het Hollands land-schap vastleggen voordat hetwerd gladgestreken tot uni-form landschap. Sinds 1985 woont hij in Groe-de in Zeeuws-Vlaanderen, waarhij zijn omgeving tijdens tal-loze fietstochten verkent enregistreert. Kreken, watergang-en, boomdijken, polderwe-gen en sloten hebben zijn in-teresse. Dan ontdekt Theo delandbouwschuur. Nog in ge-bruik, maar in slechte staat.Een afgesloten wereld vanmaximale uitdrukkingskracht,van licht en donker, vol be-zieling en stilte. Theo: "Menige boer in het West

Zeeuws -Vlaamse weet het alwanneer ze mijn fiets tegen deschuur zien staan. ‘Hij is erweer.’ In de werken die ik bijhen te gast maak, tracht ik opeen waarachtige manier ver-slag te doen van wat ik zie,voel en denk. De hofstede methaar gerief, de levende haveen de omringende percelenzijn een onuitputtelijk themagebleken. Er ligt nog voorjaren werk. Tenminste wan-neer deze getormenteerde be-roepssector nog een kans vanoverleven krijgt. Maar laat ikoptimistisch blijven."Maandenlang zat Theo bij-voorbeeld voor de eeuwen-oude boerderij van de familieKools in Zuidzande. Vooralhet dak boeide hem."Ik ken de schuur al jaren,"zegt Theo. "Vooral de com-positie van het dak vind ik ergfrappant. Heel mooi is de con-structie van de binnenkantvan de boerenschuur. Op deoude balken vond ik tekstenvan arbeiders uit de achttien-de eeuw. Er is hier nog eenboerderij met kostbare bal-ken. Deze balken zijn gemaaktvan spanten van VOC-sche-pen. Ik hoop dat we deze boe-renschuren kunnen behou-den. De meeste ervan staan opinstorten. Heel jammer. Watis er nou mooier dan een au-thentieke Zeeuwse schuur?"Het aquarel van het ‘Dak vanKools’ werd in 2001 door degemeente Oostburg aange-kocht. Het hangt nu in de videvan het gemeentehuis in dieplaats.Op een gegeven moment deedTheo de ontdekking dat er ietsontbrak. Het schuurinterieurgaf niet meer genoeg stof voorontdekkingstochten naar ver-borgen tijd en ruimte. Waar

Dankbetuiging van Wyneke en Leo

Page 94: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 185184 BUUN

was de warme adem van hetleven van schuur en stal? Hetvee ontbrak. Het vee brachtde buitenwereld mee naar bin-nen en voerde Jordans weerterug naar het landschap. Hetzijn de koeien die hem weernaar buiten hebben geleid.Vanaf 1983 werd Theo Jor-dans’ werk ( tekeningen, aqua-rellen, schilderijen, lithogra-fieën) geëxposeerd in solo-tentoonstellingen (Hoevelaken,Eindhoven, Middelburg, Ven-lo, Baarlo, Venray, Ezinge, Ter-neuzen, Oostburg, Oostka-pelle) en in groepstentoon-stellingen (Groningen, ZwolleEindhoven, Venlo, Amster-dam, Assen, Brielle, Breda,Middelburg, Lier, Brugge, Vlis-singen en in Hempstead NewYork, Rotterdam, Lochem, Ter-neuzen, Noordhorn Onder-dendam, St. Laureins). Per-manent geëxposeerd: Provin-

cie Zeeland, Katholieke Uni-versiteit Nijmegen, Rabo-bankOostburg, DOW-Benelux, Ede-gem (België), Kunstuitleen teMaastricht, Alkmaar, Hoorn,Zwolle, Eindhoven, Amster-dam, Middelburg.

‘A Bridge Between Worlds’, deexpositie die in 1999 in deEmily Lowe Gallery in Hemp-stead New York gehoudenwerd presenteerde maar liefst15 grote werken van de Ven-lose kunstenaar Theo Jordans.Samen met twee andere Ne-derlandse kunstenaars, Leen-dert van der Pol en ReinekeHollander.Theo zei hierover: "Het blijfteen gok of deze werken demensen in deze grote stad aan-spreken. Niet dat ze hier we-reldvreemd zijn, maar je loopthet risico niet begrepen te wor-den. Is de stad wel gevoelig

voor agrarische onderwerpen?"Phyllis Braff schreef echter lo-vend in The New York Timesover Theo’s werk: "Mr. Jordansmakes energetic drawings thatreflect on history. Notewor-thy, too, is his series devotedto unusual close-up studies ofcows; one extraordinaryexample focuses on a singleeye."

Bart Jordans, jongste zoon, ge-trouwd met Helene, kinderen:Laura en Max, is een fanatiekreisleider. Hij verzorgt trek-kingtochten in landen als Oos-tenrijk, Zwitserland, Bhutan,India, Nepal en Pakistan. InKopenhagen (Denemarken)waar het gezin woont, is hijals reisorganisator en adviseurverbonden aan ‘Grace Tours’.Hij stelt reisprogramma’s sa-men, verzorgt lezingen en on-derhoudt contacten met in-

dividuele reizigers en met groe-pen van reizigers. In Nepal bij-voorbeeld is hij sinds 1984 ac-tief als reisleider en hij heeftdaar menige berg beklommen.Sinds 1994 vertrekt hij regel-matig naar Bhutan als reislei-der. Bart: "We hebben vier jaar inBhutan gewoond. Tot december2003. Mijn Deense vrouw He-lene werkte er voor het ‘Envi-ronmental Sector Programme’dat werd gesponsord door hetDeense ministerie voor ener-gie en milieu.""Het mooiste land is Bhutan.Vanwege de unieke natuur,cultuur, mensen. Vijfenze-ventig procent van de mensenis er boeddhist. Als je daar vie-reneenhalf jaar woont, danweet je gewoon dat je op eenzeer bijzondere plek van deaarde hebt gewoond. Wij wil-len nog een keertje uitgesta-

tioneerd zijn, maar vrezen dathet nooit meer zoiets wordt.Moeilijkste en meest interes-sante plek: Pakistan. Ik hebdaar zeven zomers in de ber-gen gewerkt. Wederom deunieke combinatie van natuur,cultuur en mensen, alleen hettegenovergestelde wat betreftnatuur; het lieflijke groene vanBhutan bestaat daar absoluutniet: een en al berg en woestijn.Ik ben gigantisch druk bezigmet mijn Bhutan TrekkingGuide Book. Deadline is einddeze maand. Juli 2004 dus. Ikheb twee keer teveel stof ge-schreven. Nu moet ik 50 pro-cent deleten. Het is een fan-tastisch project geweest omdit boek te schrijven. Ik hebzo genoten van het verzame-len van materiaal en van hetlopen van alle tochten terwijlik daar woonde. Ik hoop met

het boek �MR BHUTAN� teworden. Ik bedoel, iedereendie iets over trekking in Bhu-tan Himalaya wilt weten kanbij mij terecht. Er is nog nooiteerder een reisgids geschre-ven over Bhutan trekking. Dusdat zou wel eens interessantegevolgen kunnen hebben,hoop ik."

Bronnen

• Gesprekken met de familie Jor-

dans

• Archief Familie Jordans

• Phyllis Braff, Individuality That

Comes in Twos and Threes, New

York Times, May 16, 1999.

• Pascalle Cappetti, New York

maakt kennis met Jordans, PZC,

26 maart 1999.

Koeien bij Bastiaansen

aquarel van Theo Jordans.

Eerste rij van boven van links naar

rechts:

Paul, Bart Helene, Wyneke, Leo,

Theo, Trees en Stijn.

Tweede rij van links naar rechts:

Matty, Ineke, Wieke, Jurre en Anna.

Derde rij van links naar rechts:

Joep.

Page 95: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

186 BUUN

In 2004 verscheen bij vanGrinsven drukkers

een prachtig gedrukte en vormgegeven ka-

lender met werk van kunstenaar en vormge-

ver Maarten Vijgenboom uit Venlo. Ter gele-

genheid van het 100-jarig bestaan in 2003

bracht vanGrinsven drukkers al een kalender

uit, waaraan - onder regie van Baer Cornet -

diverse ontwerpers meewerkten. Het resul-

taat was een unieke uitgave, die onder grote

belangstelling, de landelijke en prestigieuze

KVGO kalenderprijs kreeg.

Verguld met het resultaat maakte het bedrijf een ver-volg met de kalender met het werk van Vijgenboom,die dit jaar weer een nominatie voor de Benelux kalen-

beeldmerkenwoord

DOOR PASCALLE MANSVELDERS

FOTO JACQUES PEETERS

BUUN 187

der wedstrijd opleverde. De grafische vormgeving vande kalender laat de kwaliteiten van Vijgenboom alsgrafisch ontwerper zien, maar het zijn vooral de af-beeldingen, die per maand en breed uitgemeten, dewelverdiende aandacht trekken. Het zijn voorbeeldenvan zijn vrije werk, die net als zijn grafische, gemaaktworden in het computerprogramma Adobe Illustrator.

Maarten Vijgenboom werd in 1942 in de VenloseMercatorstraat geboren. Vanuit de Ambachtsschoolmaakte hij een geleidelijke maar gestage groei door inzijn vak. Hij begon op de decoratieafdeling van V&D,ondertussen volgde hij vele cursussen. Na een tussen-stop van twee jaar in dienst bij de Marine, pakte hijhet decoratiewerk weer op maar nu bij Kaufhof inKrefeld om vervolgens over te stappen naar het recla-mebureau van Leo Marks, destijds gevestigd in deHoutstraat. Samen met Leo Marks, fotograaf MartinCollin en vormgever Huub van Gerven ging hij deavondacademie volgen in Krefeld. Na een tijdje stap-ten Vijgenboom en Van Gerven over op de dagschool.Inmiddels was hij al achter in de twintig en dus wer-den de avonden en de weekenden gebruikt om geldte verdienen. Met etaleren, het beletteren van auto’s,het maken van decors en noem maar op. Na zijnafstuderen doceerde hij op de Vrije Academie Venlo.Gedurende 5 jaar gaf hij schilder-, teken- en zeef-drukcursussen aan zowel volwassenen als kinderen,eerst op de Begijnengang en vervolgens op deHelbeek. Zijn volgende overstap was naar het ont-werpbureau Peel Design in Venray, in die tijd nog eenvan de weinige studio’s voor grafische vormgeving inons land. In 1983 werd Maarten Vijgenboom zelf-standig en begon zijn eigen bureau aan de Houtstraatsamen met Hay Haanen, verantwoordelijk voor debedrijfsvoering. In de beginperiode gaf Vijgenboomook nog les aan de Academie voor IndustriëleVormgeving in Eindhoven, maar al snel was het nietmeer te combineren met de veelheid aan activiteitendie het bureau te wachten stond.

Page 96: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

188 BUUN

In diverse internationale tijdschriften en boeken iswerk te zien dat Maarten Vijgenboom in de afgelopenjaren maakte. ‘World Trademarks and Logotypes’,‘International Greeting Cards’, ‘Art Symbols’,‘International Corporate Design’ en ‘Famous AnimalSymbols’, zijn prachtig uitgegeven jaarboeken waarinwerk van vormgevers is opgenomen die over de helewereld worden gewaardeerd. Met opvallende regel-maat is hierin werk van Vijgenboom opgenomen. Inde vakwereld van de vormgeving geniet hij interna-tionaal bekendheid, met name om de ontwikkelingvan zijn logo’s. Een beeld- of woordmerk moet deessentie van een bedrijf of instelling visualiseren,praktisch zijn in gebruik en onderscheidend zijn. Omeen goed logo te kunnen ontwerpen moet je je flinkverdiepen in het bedrijf waarvoor het beeldmerkbedoeld is. Je moet het bedrijf leren kennen, de his-torie en de toekomstvisie die het heeft. Je moet debranche kennen, waarin het zich bevindt en wetennaar welke markten het zich richt. Je moet veel logo’svan andere bedrijven kennen om onderscheidend tezijn. Met de verzamelde informatie in gedachtenbegint het ontwerpproces. In eerste aanzet maaktVijgenboom voor zulke opdrachten talrijke schetsenvanuit verschillende invalshoeken. Daar gaan de nodi-ge uren inzitten, waarna een keuze gemaakt moetworden. Het is in alle opzichten een intensief proces.Uiteindelijk resulteert dit in een logo waarin en waar-achter vaak veel meer schuil gaat dan je op het eersteogenblik ziet. Bijvoorbeeld, het beeldmerk datVijgenboom maakte voor Medisch Centrum HetWithuis: hierin is de W gebruikt als drager in een vormwaarbij het ene deel ervan de arts voorstelt en deandere de patiënt. Summier is de ene voorzien vaneen stethoscoop en zit de andere, zoals Vijgenboomhet omschrijft, “dicht”. Dat is de essentie.

Op mijn vraag hoe hij denkt over het beeldmerk vande gemeente Venlo steekt hij zijn twee vingersomhoog, daarmee duidend op de voorstelling van dit

logo. Lachend zegt hij dat dit in zuidelijke cultureneen obsceen gebaar is, zoals de alom bekende mid-delvinger. In het beeldmerk, lijkt het wel of de rest vanEuropa niets van ons moet hebben. Bovendien wordtNederland er overduidelijk scherp afgebakend, in hetEuropa zonder grenzen. Zo zie je dat twee hoofdele-menten uit het logo een averechtse betekenis kunnenoproepen als je niet doordacht te werk gaat. Vijgen -boom heeft op eigen intiatief bij de gemeente meemogen denken over de ontwikkeling van een logovoor zijn eigen stad. Door zijn aandringen werden,naast landelijke bureaus, ook andere lokale ontwer-pers gevraagd. Na een onduidelijke briefing moesten10 bureaus, in competitieverband, voor de gemeenteVenlo aan de slag. Uiteindelijk heeft geen van de 10de opdracht gekregen. Onder de deelnemers zatenzeer gerenommeerde bureaus en Vijgenboom konzich toen niet voorstellen dat de beoordelingscom-missie uit al deze werken geen keus kon maken.Achteraf is duidelijk dat de opdrachtgever, bij debeoordeling, zonder behoorlijke expertise heeftgehandeld. Toch wil hij De Buun enkele van zijn toenvoor de stad ontworpen beeldmerken niet onthou-den. Oordeel zelf.

BUUN 189

stil leven

op het strand van

je slaap

blijf ik achter

alleen

je adem

kabbelt wakker

in mijn oor

schelp

samen ingebed

tussen eb en vloed

metafysisch recept

fileer de rauwe realiteit

tot het bovennatuurlijke overblijft

doop het verschijnsel mens

in een handvol hemelwater

en zie de zuivere ziel verschijnt

bind het

met een zelfrijzend mengsel

van schuld boete en verlossing

giet dit in een vuurvast ritueel

maak het feestelijk af

en flambeer het met een halleluja

als garnering kan men kiezen

uit allerlei bestorven relikwieën

serveer het nauwgezet

op een levenslang gebed

Page 97: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

190 BUUN

afscheid

als jubilaris gekleed

zonder schoenen

ligt die avond

doodstil

een wassen beeld

op een vacuüm getrokken

bed

mijn vader

met een rozenkrans

verzegeld

geboorte

verschrikt

als een vis boven water

verdoofd

door het levenslicht

is daar een belofte vol

verleden

onherroepelijk gewekt

in het niet meer

waterdichte

heden

nat

de gure wind hagelgrof

schuurt het gebladerd landschap

langzaam grijs en glad

ijskoud abstract

een windstille januarimorgen

de nacht heeft in de vijver

nieuw glas gezet

het buitenwerk stralend wit

afgelakt

BUUN 191

De laatste tijd experimenteert Maarten Vijgenboommet eigen werk. Ook hierin ontdek je dezelfde aan-dacht voor de echte essentie. Toch zijn deze werkenhelemaal anders. Het onderscheid schuilt direct in devrijheid van het onderwerp, dat de kunstenaar ken-merkt tegenover de vormgever. Het zijn de werkenwaartoe ook de voorstellingen op de kalender beho-ren. Adobe Illustrator is het grafische ontwerppro-gramma waarmee Vijgenboom werkt. Door het velewerken met het programma voor de grafische bran-che leerde hij alle mogelijkheden ervan kennen voorzijn vrije werk. Honderden van deze werken maaktehij inmiddels, het overgrote merendeel daarvanbestaat alleen in zijn computer. Met de intrede van decomputer staat het grafisch ontwerpen onder druk.Het zorgt ervoor dat “iedereen denkt dat ie het zelfook kan”. De toekomst van zijn vak ziet Vijgenboomin vele opzichten dan ook wat somber in. Tegen -woordig wordt het verhaal eromheen belangrijkergevonden dan het ontwerp zelf. Het spreekt voor zichdat dit een tendens is die Maarten Vijgenboombetreurt. Wat het ontwikkelen van logo’s betreftvindt hij deze ontwikkeling een echte verarming. Inzijn opinie zijn mensen vaak te weinig bezig met hetwerk zelf en te veel met het maken van een mooi ver-haal, de woorden er omheen.

Vijgenboom werkt óók met woorden, maar niet opde zojuist geschetste manier. Eigenlijk vormt hij beel-den van en met woorden. Uitingen van poëzie, dievoor hem meer gedachten dan gedichten zijn. Ookhiermee kan hij zich, met periodes, dag en nachtbezig houden. Hij ziet de woorden als klei of verf. Elkwoord heeft kleur voor hem. Een woord kan een helezin, een heel verhaal veranderen, zoals een kleine ver-andering in vorm of kleur een tekening of een beeld-merk volledig kan veranderen. Beelden worden woor-den en woorden worden beelden. Hoe beter kun jevorm geven?!?!

Komt het verschil tussen kunst en vormgeving voort uit de vrijheid in de keuze van hetonderwerp, of zie jij dit anders?

De kunstenaar is in alle vrijheid scheppend bezig.De vormgever is scheppend bezig binnen een pro-gramma van eisen.

Mensen zijn een veel voorkomend thema in je werk, ook in je logo’s; wat heb je metbepaalde onderwerpen of thema’s?

De mens is toch het meest wonderlijke schepsel.In een logo moet de mens wel op zijn plaats zijn.Alles kan onderwerp of thema zijn.

Wat zou je mee willen geven aan jonge of toekomstige ontwerpers?Sta open voor veranderingen en ga je eigen weg.

Wat is jouw definitie van beeldende kunst, of wat is kunst voor jou?Een avontuur binnen het mysterie.

Zou je je werk beschrijven als figuratief of als abstract?Beide gaan in elkaar over.

Hoe belangrijk is kleur voor jou in je werk als kunstenaar; is dat een andere manierdan het belang dat je daaraan hecht als vormgever?

Binnen de kunst heeft kleur een emotionele waar-de, binnen de vormgeving heeft kleur ook nog eenfunctionele waarde.

Welke beperkingen legt het werken met de computer op in je werk; en welke extramogelijkheden levert het op?

Ik zie een beperking als een uitdaging. Zo teken iknog steeds alles met de muis, waardoor het toevalook mee gaat spelen. Een bijkomend voordeel isdat je atelier niet groter hoeft te zijn dan een tafel.

Welke u i tdrukkingsvorm past het meest b i j jou, bee lden of woorden?Ik heb meer ervaring in het werken met beelden,maar soms zegt een woord meer dan duizendbeelden. Verandering van spijs, doet eten.

Wonende/werkende in de Houtstraat , in het centrum van Venlo , kun-nen we je een echte s tadsmens noemen?

Een stadsmens, die de natuur als zijn tuinbeschouwt.

Hoe i s Venlo a ls s tad, a ls omgevingskl imaat voor vormgevers en kun-stenaars?

Niet anders dan een andere vergelijkbare stad.

Hoe belangr i jk i s je omgeving voor je?Ik ben graag alleen en op zijn tijd onder de men-sen.

En hoe be langr i jk i s daar in Venlo?Dat het niet te groot, maar ook niet te klein is.Binnen een kwartier zit je vanuit het centrum mid-den in de natuur.

Page 98: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

ABCDEFGHI

JKLMNOPQ

RSTUV

WXYZ

BUUN 193BUUN 193

De leden van de Venlose Amateur

Fotografen Vereniging die meewerken

aan het jaarboek Buun 2005 hebben

zich dit keer niet vastgelegd op een

thema, zoals in voorgaande jaren met

‘de Maas’ en ‘Duits bezoek aan Venlo’.

De redactie gaf hen ditmaal de vrije

hand, ze mochten hun eigen stokpaard-

jes berijden. Dat leverde een aantal ver-

rassende bijdragen op van Marja Gört -

jes-Timmermans, Gé van den Heuvel, H.

Lindschoten, P. Zweegers, Gé van den

Heuvel, Jan van Soest, Judith Stoopen-

Frey, Klaus Strehlke.

V e n l o s e A m a t e u r F o t o g r a f e n V e r e n i g i n g

192 BUUN

ABCDEFGHI

JKLMNOPQ

RSTUV

WXYZ

DOOR

KEES VERBEEK

FOTO

JACQUES PEETERS

ROEM

Eeuwige roem vergaarde ditvoorjaar Boris door Idols 2004te winnen. Hij werd allerwegentoegejuicht door wat we vroe-ger bakvisjes noemden. Elfjarigemeisjes met giechelstuipjes enspandoeken roemden zijn könt -je. Van wie zouden die kinderendat nu geleerd hebben? Vandweepzieke moeders die hetplaatsvervangend kwant vindendat hun pubers vroegrijpe kinde-ren spelen en die zich dood-schrikken als het grut straks tevroeg rijp blijkt te zijn?En dan hadden we ook nog dewethouder van cultuur die zijnpr-kans schoon zag en Boris naFluas Venlo’s nieuwe reus noem-de. Dat is erg groot voor eentalent dat nog moet rijpen omwerkelijk te kunnen schitteren. Inmiddels maakte Nederlandzich al weer op voor de volgen-de ronde, de nieuwe Idols, devolgende hype. Hoe lang duurteeuwige roem?

SCHIZOFREEN

‘Het valt op’, zei burgemeesterSchrijen een keer, ‘dat we metnegentigduizend inwoners eenstad zijn, maar dat de meestemensen over Venlo praten alsover een dorp.’Hij bedoelde dat kennelijk nie-mand in het grote Venlo van nade herindeling woont, maar inBelfeld, Tegelen, Boekend, ’tVen, Genooi, Steyl; ik hoordelaatst vertellen dat ze inBoekend ‘die van Blerick’ stadsvinden.Zo is Venlo groot en klein tege-lijk. Een beetje gespleten, schi-zofreen. Zijn we dan ziek?In januari 2004 werden we doorhet gemeentebestuur uitgeno-digd te discussiëren over eenstadsvisie voor het jaar 2030.Waar moet Venlo heen?Een van de debaters loste het

schizofrenenvraagstuk handig op:‘We moeten de voordelen vande stad zien te combineren metde voordelen van het dorp.’Slim.

TRUU

Truu Bolwater heette ze enKeuller vertelt over haar.Als in het najaar van 1511 land-voogdes Margaretha met haarlegers probeert Venlo in tenemen, worden er felle gevech-ten geleverd. Veel vrouwenvechten mee. Een van hen isTruu, die bij het Lichtenbergwoont. Met stenen gaat zij eenvijandelijk vaandrig te lijf enmaakt hem zijn vaandel afhandig.Triomfantelijk hangt ze het dun-doek aan haar huis.

Afkomstig uit Heemstede, bijHaarlem, ben ik ook met zo’nverhaal opgegroeid. Dat vanKenau Hasselaar. In 1572 kiestHaarlem voor Willem vanOranje en slaan de Spanjaardenbeleg om de stad. Het verhaalgaat dat zeker driehonderdvrouwen meestrijden in de ver-dediging. Met aan het hoofdscheepsbouwersweduwe Kenau,‘een zeer manlijcke vrou die metrecht een maninne genomptmocht worden’.

Kenau leeft onder meer voort ineen bureau dat onder haar naamcursussen weerbaarheid ver-zorgt. Venlo heeft Truu voorzichzelf gehouden. Anno 2004zou ze symbool kunnen staanvoor de veerkracht waarmeeQ4 – haar wijk! – zich aan deverloedering ontrukt.

Page 99: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

194 BUUN

Jan van Soest

Marja Görtjes-TimmermansJan van Soest

BUUN 195

Klaus Strehlke

Judith Stoopen-Frey

V e n l o s e A m a t e u r F o t o g r a f e n V e r e n i g i n g

Page 100: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

196 BUUN

H.Lindschoten P. ZweegersGé van den Heuvel

BUUN 197

P. Zweegers

Venlo

se A

mate

ur

Foto

grafe

n V

eren

igin

g

Gé van den Heuvel

Page 101: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 199198 BUUN

van Palestine/Israël] naarJudea [in het zuiden],naar de stad van David,Bethlehem geheten, omzich te laten inschrijven,samen met Maria, zijnverloofde, die zwangerwas. Terwijl zij daar ver-bleven, brak het uur aandat zij moeder zou wor-den. Zij bracht haar zoonter wereld, haar eerstge-borene, wikkelde Hem indoeken en legde Hemneer in een kribbe, omdater voor hen geen plaatswas in de herberg. In deomgeving bevonden zichherders die in het openveld gedurende de nachthun kudde bewaakten.Plotseling stond een engelvan de Heer voor hen enzij werden omstraalddoor de glorie van deHeer, zodat zij door grotevrees werden bevangen.Maar de engel sprak:‘Vreest niet, want zie, ikverkondig u een vreugde-volle boodschap diebestemd is voor het helevolk. Heden is u eenRedder geboren, Christusde Heer, in de stad vanDavid. En dit zal voor ueen teken zijn: gij zult hetpasgeboren kind vinden,in doeken gewikkeld enliggend in een kribbe.’Opeens voegde zich bij deengel een hemelse heer-schaar; zij verheerlijktenGod met de woorden: ‘Eeraan God in den hoge enop aarde onder de men-sen in wie Hij welbehagenheeft.’ (…) En de herdershaastten zich naar Beth -lehem en vonden Mariaen Jozef en het pasgebo-ren kind dat in de kribbelag.”

Matteüs zegt verder nietsover de eigenlijke geboor-

te van Jezus, maar gaat verder waar Lucas ophoudt:“Toen dan Jezus te Bethlehem in Juda geboren was tentijde van koning Herodes, kwamen er te JeruzalemWijzen uit het oosten en vroegen: ‘Waar is de pasgeborenkoning van de Joden? Want wij hebben zijn ster in hetoosten gezien en zijn gekomen om hem hulde te bren-gen.’ Toen koning Herodes dit hoorde werd hij verontrusten met hem heel Jeruzalem. Hij riep alle hogepriesters enschriftgeleerden van het volk bijeen en legde hen devraag voor waar Christus geboren moest worden. Zij ant-woordden hem: ‘Te Bethlehem in Juda. Zo immers staater geschreven bij de profeet (…).’ Toen ontbood Herodesin het geheim de Wijzen en vroeg hun nauwkeurig de tijdwaarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naarBethlehem met de opdracht: ‘Ga een zorgvuldig onder-zoek instellen naar dat Kind, en wanneer jullie het heb-ben gevonden, bericht mij dan, opdat ook ik het huldekan gaan brengen.’ En zie, de ster die zij in het oostenhadden gezien ging voor hen uit totdat ze boven deplaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. Op hetzien van de ster werden zij vervuld van grote vreugde. Zijgingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moe-der Maria en zij betuigden het hun hulde. Zij haalden hunschatten te voorschijn en boden Het geschenken aan:goud, wierook en mirre. En in een droom van Godswegegewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren,vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.”Matteüs vertelt dan dat ook Jozef een droom kreeg waar-in hij de opdracht kreeg met Maria en het Kind te vluch-ten naar Egypte. “Want zodra Herodes merkte dat hijdoor de Wijzen om de tuin was geleid werd hij vreselijkkwaad. Hij zond zijn mannen uit en liet in Bethlehem enhet hele gebied er omheen alle jongens van twee jaar enjonger vermoorden.”

••• JEZUS VAN NAZARETHKerstmis is dus niets meer of minder dan een verjaardag:de herdenking van het feit dat Jezus van Nazareth werdgeboren. In welk jaar dat is geweest is een grote vraag.Jezus is om te beginnen niet aan het begin van het eerstejaar van onze jaartelling geboren, maar ergens tussen hetjaar 7 en jaar 4 vóór Christus. Herodes sterft naar men nuaanneemt, in het jaar 4 vóór Christus. De grote volkstel-ling van keizer Augustus vindt plaats in het jaar 8 v.C.(anderen noemen 6 n.C.). Ook de verschillende interpre-taties van de ster van Bethlehem (zie hierna) wijzen eropdat Jezus een paar jaar voor het begin van onze jaartellingis geboren, mogelijk in 5 v.C.. Verder weten we dat degeboorte ’s nachts plaatsvond, want de herders waaktenbij hun kudden.Het verschil van pakweg vier jaar met onze jaartelling iste wijten aan rekenfouten. De Romeinen – en ook dechristenen uit de eerste eeuwen – gebruikten een kalen-der waarin de jaren werden aangeduid door middel vande regeringsjaren van een keizer of het zogenaamdeindictiecijfer, de aanduiding van het jaar binnen een

Vlucht naar Egypte. J. de Hes -

din, ca. 1390, in: Les tres

riches heures de Jean de

France, duc de Berry. (bron:

Aspecten van de Neder landse

Kunst, studiezaal kast 11)

Over die geboorte vanJezus wordt in de bijbel,het geloofsboek van dechristenen, slechts sum-mier verteld. In het evan-gelie volgens Matteüslezen we wat eraan voor-afgaat: “De geboorte vanJezus Christus vond opdeze wijze plaats. ToenZijn moeder Maria ver-loofd was met Jozef, bleekzij – voordat zij gingensamenwonen – zwanger tezijn. Jozef (…) dacht erdaarom over in stilte vanhaar te scheiden. Maar ineen droom verscheen hemeen engel van de Heer dietot hem sprak: ‘Jozef, zoonvan David, wees niet bangom Maria tot u te nemen.Het kind in haar schoot isvan de Heilige Geest. Zijzal een zoon ter wereldbrengen die gij de naamJezus moet geven, wantHij zal Zijn volk reddenuit hun zonden.’ (…)

Ontwaakt uit de slaapdeed Jozef zoals de engelhem had gezegd en namMaria tot zich.”

Bij de evangelist Lucaslezen we hoe het verdergaat: “In die dagen kwamer een besluit van keizerAugustus dat er een volks - telling moest wordengehouden in heel zijn rijk.

Deze volkstelling hadvoor het eerst plaats toenQuirinius landvoogd vanSyrië was. Allen gingen opreis, ieder naar zijn eigenstad, om zich te lateninschrijven. Ook Jozef trokop en omdat hij behoordetot het huis en geslachtvan David, ging hij naarGalilea uit de stadNazareth [in het noorden

Rondom Kerstmis

M a r t i n B e r g e v o e t••• VOOR CHRISTENEN IN DE HELE WERELD IS

KERSTMIS EEN VAN DE HOOGFEESTEN, NAMELIJK DAT

VAN DE GEBOORTE VAN JEZUS, DE CHRISTUS (=

GEZALFDE GODS). DIE GEBEURTENIS WERD ZÓ BELANG-

RIJK GEVONDEN, DAT ER IN DE VROEGE MIDDELEEUWEN

ONZE HUIDIGE TIJDREKENING OP GEBASEERD WERD.

DAAROM ZEGGEN WIJ NU NOG DAT IETS GEBEURD IS

ZOVEEL JAAR VÓÓR OF NÁ CHRISTUS.

Page 102: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 201200 BUUN

in de bijbel door Matt eüsgenoemde ster vanBethlehem als een boven-natuurlijk, goddelijk te -ken dat de geboorte vande Verlosser aankondig-de. Meer is eeuwenlangniet nodig. Maar weten-schappers stellen zichdaar niet tevreden mee enhebben zich afgevraagdof die ster ook daadwer-kelijk kan worden terug-gevoerd op een astrono-misch verschijnsel. Grootprobleem daarbij is altijdhet schrijnende gebrekaan gegevens. Buiten hettweede hoofdstuk van hetevangelie volgens Matt -eüs maakt geen andergeschrift er melding van.Ze moeten daarom terug-vallen op andere bronnendan de bijbel om te kijkenof er enkele jaren voor hetbegin van onze jaartellingiets bijzonders aan het fir-mament te zien was.

Regelmatig verschijnen erheldere kometen aan desterrenhemel. Gedurendeenkele maanden trekkenze langs om vervolgensweer uit het zicht te ver-dwijnen. Met hun vurigestaart lijken kometen noghet meest op de kerststerzoals die vaak op schilde-rijen wordt afgebeeld.Het is zeker dat de ko -meet van Halley niet dester van Bethlehem isgeweest, want die maaktzijn opwachting in 12 v.C.en 66 n.C. Chinese ster-renkundigen hebben ookaltijd grote belangstellingvoor onverwachte hemel-verschijnselen gehad, enzij tekenen in hun anna-len de komst van een hel-dere komeet op in het jaar5 v.C. Kometen zijn – netals de ster van Bethlehem

– gedurende twee perioden zichtbaar. Ze verdwijnennamelijk tijdelijk uit het zicht als ze achter de zon langsbewegen.

De Chinese bronnen vermelden ook regelmatig nieuwesterren die plotseling aan de hemel verschijnen. Na hetbereiken van hun maximale helderheid zwakken zeweer af om enkele maanden later definitief te doven.Tegenwoordig weten we dat dat supernova’s zijn die aanhet eind van hun sterrenleven alle brandstof hebbenopgebruikt en met enorm geweld exploderen. Chinesekronieken maken melding van supernova’s in 7, 5 en 4v.C. Andere gegevens spreken de komeet- en supernova-theorie tegen. Zo worden deze in de Oudheid meestalverbonden met naderend onheil zoals oorlogen, epide-mieën en natuurrampen. De ‘wijzen uit het oosten’ zijnwaarschijnlijk geleerde priester-astrologen uit Babylonië.Hun belangstelling gaat minder uit naar kometen ennieuwe sterren, maar vooral naar planeten en de sterren-beelden van de Dierenriem. De oplossing van het pro-bleem moet dan ook mogelijk in die richting gezochtworden.

Johannes Kepler is een van de eersten die de ster vanBethlehem toeschrijft aan een samenstand van planeten.We zien die dan vlak naast elkaar aan de hemel staan,maar dat is in feite slechts schijn omdat de ene planeetveel verder van ons weg kan (en zal) staan dan de ande-re. In het begin van de zeventiende eeuw rekent hij uitdat in mei, oktober en december van het jaar 7 v.C.Jupiter en Saturnus dicht bij elkaar stonden in het ster-renbeeld Vissen. De astrologische betekenis van dit ver-schijnsel kan de Babylonische sterrenwichelaars niet zijnontgaan. Het sterrenbeeld Vissen verwijst volgens deBabyloniërs naar de joden en Jupiter is de koning onderde goden. Uit spijkerschrifttafels blijkt dat zij dezesamenstand ook daadwerkelijk hebben waargenomen.Echter: in dat jaar zijn Jupiter en Saturnus elkaar nietécht heel dicht genaderd; ze blijven als twee afzonderlij-ke objecten zichtbaar.

In 1968 komt de Amerikaanse sterrenkundige RogerSinnott met een veel nauwkeuriger samenstand naarbuiten. In 3 en 2 v.C. vindt er een dubbele samenstandplaats tussen Jupiter en Venus. Op 17 juni van het jaar 2v.C. staan beide planeten zó dicht bij elkaar dat ze vanuitBabylon gezien korte tijd samensmelten tot één object.Dit gebeurt in het sterrenbeeld Leeuw nabij de konings-ster Regulus. Maar hiertegen pleit, dat koning Herodesdan waarschijnlijk al dood is.

Er is dus in feite nog steeds geen sluitende verklaringvoor de ster van Bethlehem. Misschien is de geboortevan Jezus achteraf gekoppeld aan een indrukwekkendhemelverschijnsel op een ander tijdstip. Misschienberust het hele verhaal op een mythe. Of er heeft werke-

Aanbidding der Drie Konin -

gen. J. van Scorel, ca. 1530-

1535, paneel, in: Collectie

Jonkvr. M.Th. van Splinter.

cyclus van 15 jaren,samenhangend met hetRomeinse belastingstel-sel. De Scythische mon-nik Dionysius Exiguusberekent voor het eersthet geboortejaar vanJezus. Aan de hand vanhet Evangelie en histori-sche bronnen berekent hijdat die geboorte heeftplaatsgevonden 753 jaar

na de stichting van Romedoor de tweelingRomulus en Remus. Datjaar noemt hij het 1e jaarvan de christelijke tijdre-kening. Het jaar waarinhij deze berekeningmaakt is het 532e naJezus’ geboorte. Hijmaakt bij zijn berekenin-gen van het geboortejaareen fout van vijf jaren,onder meer veroorzaaktdoor een verschil in leng-te tussen het Romeinsejaar en de werkelijkeomlooptijd van de aardeom de zon.

Over die Jezus van Nazareth is welbeschouwd bar wei-nig bekend. Wat we van hem weten komt uit de tweede,derde of vierde hand. En dat geldt zowel voor de bijbel-se als de weinige niet-christelijke bronnen. De mens Jezusis niet meer dan een voetnoot in de historie. Van zijn tijd-genoot Philo Judaeus zijn ongeveer vijftig werkenbewaard gebleven, maar nergens vermeldt hij Jezus, hoe-wel hij wel uitvoerig over Pontius Pilatus schrijft. DeRomeinse geschiedschrijver Tacitus vermeldt in zijnAnnales (ca. 117/118) het ‘rampzalige bijgeloof’ vanchristenen, die hun naam aan een zekere Christus ontle-nen. Die zou onder landvoogd Pontius Pilatus zijnterechtgesteld. Suetonius (70-140) heeft als ‘chef debureau’ van keizer Hadrianus toegang tot de rijksarchie-ven. Hij merkt op dat onder keizer Claudius (41-54) dejoden uit Rome zijn verdreven, omdat ze onder invloedvan een zekere ‘Chrestos’ onrust hebben gesticht. Dejoodse geschiedschrijver Flavius Josephus (37-ca. 100)publiceert enkele jaren voor zijn dood De JoodseGeschiedenis. Daarin schrijft hij uitvoerig over Johannesde Doper, Herodes en Pilatus. Bij de beschrijving van desteniging van een man genaamd Jakobus vermeldt hijdiens broer ‘Jezus die men Christus noemt’. Deze drieauteurs hebben Jezus echter geen van drieën zelf gekend.

De bijbelse informatie heeft gedurende eeuwen eeningrijpend proces van mythevorming ondergaan, waar-aan bewust is gewerkt. De vier bekende evangelistenhebben Jezus nooit van aangezicht tot aangezicht gezienen hun verhalen grotendeels aan elkaar ontleend. Zebedrijven bovendien propaganda voor hun geloofsover-tuiging in plaats van het schrijven van een betrouwbaargeschiedverhaal. Er blijft dan ook bitter weinig over aanéchte kennis omtrent de joodse man, die zo’n 1970 jaargeleden als een staatsgevaarlijke oproerkraaier door deRomeinen om het leven werd gebracht.

••• DE GEBOORTEGROTDe verering voor de plaats van Jezus’ geboorte is zo oudals de Kerk. Al rond 150 kent men, volgens het getuige-nis van Justinus, de grot waar Christus werd geboren.Ondanks bloedige vervolgingen van Romeinse keizerspelgrimeren de eerste christenen naar Bethlehem om degrot te bezoeken en bij de kribbe van Jezus te bidden. Nade Vrede van Milaan laat Constantijn de Grote in 330 eenprachtige basiliek bouwen die de grot omsluit. De grotzelf meet 12.30 bij 3.15 meter. Het zonlicht dringt er nietdoor, maar zij wordt verlicht door een groot aantal lam-pen. Op de grond ziet men de beroemde zilveren ster methet omschrift ‘Hic de Virgine Maria Jesus Christus natusest’ (Hier werd uit de Maagd Maria Jezus Christus gebo-ren).

••• DE ‘STER VAN BETHLEHEM’Is er ten tijde van Jezus’ geboorte werkelijk iets bijzon-ders aan de hemel te zien? Door de eeuwen heen geldt de

Page 103: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 203202 BUUN

oppert om de geboortevan Jezus te vieren en welop 25 december, krijgt hijde hele Kerk over zichheen en dan met namevanwege die datum. Datis namelijk de dag waar-op de heidense Romeinende geboorte (ook uit eenmaagd!) van de uit Perziëafkomstige zonnegodMithras vieren (dies nata-lis invicti = geboortedagvan de onoverwinnelij-ke). Door de vele over-eenkomsten met deChris tusfiguur moeten debisschoppen weinig vanhem hebben, zeker nietals Mithras in 274 ooknog eens de status vanrijksgod krijgt. DeMithrasfeesten vormeneen geduchte concurren-tie voor de Kerk. Daaromworden de beide feestenin 354 op het Concilie vanNicea omgedoopt tot ééngroot feest. Als datumwordt 25 december geko-zen. Men redeneert daar-bij als volgt: de onbevlek-te ontvangenis van Mariavindt plaats op nieuwjaaren dat valt dan op 25maart. Tel daarbij negenmaanden op en je komtop 25 december. Zo slaatde vroege Kerk twee vlie-gen in één klap: men iseen oude heidense(Romeinse) feestdag kwijten het gehakketak overde geboortedag van deHeer is voorbij. Men gaatdaarbij stilletjes voorbijaan wat er in de bijbelstaat. De evangelist Lucasvermeldt namelijk dat erzich herders in het openveld bevonden met hunkuddes. In december kanhet in Palestina ’s nachtsijskoud zijn en verblijfthet vee in de stal!Bovendien past 25 de -

cember prima bij de datum van de (Germaanse) feestdagvan de winterzonnewende (het Joelfeest; Jul betekent‘wiel’). Paus Leo de Grote laat daarom in de vijfde eeuwweten dat Kerstmis niet het feest is van de zon, maar degeboorte van de Ware Zon: Jezus Christus. De christelij-ke betiteling van Kerstmis als het ‘lichtfeest’ verwijsttrouwens nog steeds naar de geboorte van de zonnegod,Mithras dus. Het duurt evengoed nog een hele tijd voorde hele christenheid het kerstfeest op 25 december viert.In Constantinopel gebeurt dat in 380, in Jeruzalem pastussen 424 en 458.De hele Middeleeuwen probeert de Kerk het kerstfeestverder te kerstenen, waarbij ze het spirituele aspect sterkbenadrukt. De adel trekt zich er weinig van aan; onderhaar invloed is Kerstmis voornamelijk een dag van eten,drinken en spelen.

••• KERSTSTAL EN -KRIBBETijdens de Middeleeuwen sluipen verschillende onsbekende gebruiken het kerstfeest binnen. Begin vierdeeeuw is de devotie voor de kerststal overgebracht vanIsraël naar het Westen. De oudste voorstelling vanChristus’ geboorte stamt uit de tweede helft van de vier-de eeuw. Het is een wandschildering in de catacombenvan Sebastianus. Op een tafeltje (altaartje) ligt het kindjein doeken gewikkeld, met op de achtergrond de koppenvan een os en een ezel. In de zevende eeuw wordt eengedeelte van de kribbe uit Bethlehem naar Rome naar debasiliek van Maria Maggiore gebracht en daar metKerstmis tentoongesteld op het hoogaltaar.In de dertiende eeuw duikt de eerste ‘kribbeviering’ op.Het idee zou van Franciscus van Assisi (1182-1226) stam-men. Hij mag van paus Honorius III de geboorte vanJezus met levende personen uitbeelden. Franciscusbouwt daarop een stal na in een bos bij het dorpjeGreccio en plaatst er een kribbe in met mensen eromheendie Maria, Jozef en de herders moeten uitbeelden.Vervolgens zet hij er nog een os en een ezel bij. De oudstbekende beeldengroep dateert van 1289 en is nog te zienin de kapel van de Santa Maria Maggiore in Rome. De kerststal wordt in steeds meer kerken opgebouwd.Zo kent Roermond al in 1370 een stal met kribbe. In dezestiende eeuw neemt het aantal kerststallen in Europafors toe. Ten slotte wordt de kerststal door katholiekegezinnen, voor het eerst in Frankrijk in de zeventiendeeeuw, in huis gehaald. De calvinisten in de Nederlandenwillen niets te maken hebben met deze ‘roomse poppen-kasterij’. Pas na de proclamatie van de BataafseRepubliek (1795) verovert de kerststal ook Nederland.De kerststal mag blijven staan tot Maria Lichtmis (2februari), het einde van de kersttijd.Een echte industrie voor kerststallen en gipsen beelden-groepen ontstaat eind negentiende eeuw. Zo kent Venlosinds 1887 de beeldenfabriek van Gerard Linssen, die in1910 reclame maakt met onder meer ‘Kerstgroepen tot 1meter met bijbehorende stallen, circa 2000 modellen’.

De Heilige Nacht. M. Schon -

gauer, ca. 1475, gravure.

(bron: Gombrich, Eeuwige

Schoon heid p. 214)

lijk een wonder plaatsgevon-den waarvoor geen weten-schappelijke verklaring be -staat.

••• OORSPRONG VANKERSTMISHet klinkt ons vreemd in de

oren, maar Kerstmis isníet van alle tijden. Dechristenen uit de eersteeeuwen van onze jaartel-ling kennen het feestnamelijk niet. Het vierenvan een geboortedag isiets van de Romeinen endie zijn dan nog voor hetgrootste deel ‘heiden’.Daarom wordt de verjaar-dag van de Verlosser nietherdacht. KerkvaderOrigines (geboren 185)verwoordt het aldus: “Ikvind nergens in deSchriften een man die zijnverjaardag viert en recht-vaardig is.” Toch zijn er in Origines’tijd christenen die Kerst -mis vieren, niet op 25december maar op 28maart of 20 april. Zij base-ren zich op een – overi-gens foutieve – bereke-ning van Jezus’ geboorte,die trouwens wél in hetvoorjaar moet hebbenplaatsgevonden. Volgensberichten zou Kerstmisrond 90 n.C. voor heteerst zijn gevierd, maarde eerste gedocumenteer-de vermelding dateert uithet jaar 137. Dan maaktpaus Hyginus in Rome degeboortedag van Christustot een plechtig feest.Maar binnen de toenmali-ge Kerk bestaat nogsteeds geen eenheid vandatum: naast 25 decemberkomt ook 6 januari voor,evenals 28 maart, 20 april,20 mei en zelfs 18 novem-ber. Die geboortedagwordt gevierd met –uiteraard – een H. Mis: deChristus-mis, later ver-basterd tot kerst-mis (onswoord kerstenen betekentook christen-maken).

Als in 221 de bekeerlingJulius Africanus als eerste

Page 104: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 205204 BUUN

verrast als hij op Kerstmis 1765 zijn eerste kerstboomziet binnendragen In de loop van de negentiende eeuwheeft de kerstboom met zijn glinsterende ballen en ster-ren, klokjes en koekjes en natuurlijk kaarsjes, zich overheel Noord-Europa en de Verenigde Staten verspreid.Toch duurt het tot ca. 1840 voordat de eerste boom in onsland zijn intrede doet, en wel in Hemmen (Gld.). DeKatholieke Kerk heeft de kerstboom nog lang als puurheidens symbool gezien. Volgens Welters in 1877 is dekerstboom in Limburg onbekend; pas na 1945 verschijntze in katholieke huiskamers. Bik (zelf een priester)beveelt in zijn boek Feest- en vierdagen uit 1956 het

gebruik van een kerstboom aan, maar dan in katholiekezin, dat wil zeggen in combinatie met een kerststal. Hélène van Mecklenburg, vrouw van de hertog vanOrléans en van Duitse afkomst, laat in 1837 haar kerst-boom in de Tuilerieën optuigen met ballen. In voorchris-telijke tijden hangt men de ballen in een boom om bozegeesten te weren. En in het kader van de kerstboom alsherinnering aan de paradijsboom verwijzen de ballennaar de appel waarvan Adam en Eva aten. Kerstballennu worden geblazen van glas. Dat kan ambachtelijkdoor mensen gebeuren of machinaal. Handmatig gebla-zen ballen komen tegenwoordig vooral uit Oost-Europa.Na het blazen brengen decorateurs de versieringen aan

op de bal. Ze doen dat door met een injectienaald lijm opde bal te spuiten, waar overheen dan glitter wordtgestrooid. In 1880 wordt in Duitsland het procédé uitge-vonden van het glas verzilveren.De piek staat voor de ster die de wijzen leidde naar destal waar Jezus werd geboren.Maarten Luther is de eerste die rond 1510 in Riga(Litouwen) zijn boom tooit met kaarsjes, als een verwij-zing naar de ‘Ster van Bethlehem’. Prinses Henriëtte vanNassau-Weilburg, echtgenote van de Oostenrijkse aarts-hertog Karl, ontsteekt in 1816 voor het eerst in Wenen dekaarsen in de kerstboom. Haar voorbeeld vindt weldranavolging en vanaf die tijd hoort een boom met lichtjestot de vaste ingrediënten van Kerstmis.

••• KERSTCADEAUTJES EN KERSTMANLuther is het ook die het gebruik invoert om elkaar metKerstmis cadeautjes te geven, als tegenwicht tegen het‘paapse’ Sinterklaasfeest. Tenslotte is niet een menselijkeheilige de gever van alle goeds, maar God alleen, zekerin de vorm van het kerstkind. Daarmee wordt Kerstmishet schenkfeest bij uitstek. In Engeland heet tweedekerstdag niet voor niets Boxing Day: de dag van de pak-jes! Daarmee is ook de kerstman geboren, die inEngelssprekende landen nog wél de naam Santa-Klausbehoudt, als herinnering aan Sinterklaas. Al in de negen-tiende eeuw begint het aantal kerstadvertenties inNederlandse kranten sterk te groeien. Vlak na deTweede Wereldoorlog is Santa in ons land een redelijkgeaccepteerde figuur. Zowel Sint als Santa blijken tegen-woordig goed naast elkaar te kunnen bestaan. Daarbijgeldt wél een duidelijke rol- en taakverdeling, waarbij dekerstman niet te vroeg mag verschijnen.Het is ook al een uit de Middeleeuwen stammendegewoonte om met Kerstmis de armen en gebrekkigen tegedenken door het uitdelen van voedsel. In Vlaanderenworden daags voor Kerstmis koeken of broodjes door dearme kinderen opgehaald onder het motto: “het offeraan de zielen vervangen door het offer aan de armen”. InNeeroeteren konden kinderen vroeger op tweede kerst-dag een broodje ophalen bij de molenaar. In enkele plaat-sen rond Brunssum trekken kindneren door het dorp,roepend ‘heio’, waarbij ze appelen en noten toegewor-pen krijgen. In Geleen gooit de koster na de vespers eenbroodje uit de kerktoren. De jeugd vecht er om en wiehet bemachtigde is de broodjeskoning. De koster krijg alsbeloning in elk huis een brood. Dit gebruik is in 1842afgeschaft.Kerstmannen uit vroeger eeuwen zien er heel anders uitdan de ons zo bekende gezellige oude dikzak in roodkabouterpak met witte biezen, bel en een grote zak metcadeautjes op de rug. Die wordt eind jaren twintig vande twintigste eeuw ‘uitgevonden’ door de politiek teke-naar Thomas Naarst en in 1931 door Coca Cola in eengrootscheepse reclamecampagne onder leiding van art-

Andere beeldenfabriekenhier zijn ‘St. Joseph’ vanAntoon Gudde (Emma -straat), de firma Fr.Peeters en de firma A.Spoor. Venlo is daarmeeeen belangrijk centrumvan deze industrie. In1977 kent Venlo nog éénfabriek van kerstgroepen,de firma ‘Lumen’ vanLoek Wienen, die dat jaarongeveer 25 verschillendegroepen produceert, nietmeer van gips maar vankunststof.

••• DRIE MISSENVroeger vierde menKerstmis gewoonlijk metdrie H. Missen door pries-ter en volk. Het begindaarvan ligt in een zeerver verleden. Rond 380wordt de geboorte vanJezus in Jeruzalem (toennog op 6 januari) als volgtgevierd. ’s Avonds trektde bisschop van Jeruza -lem met de gelovigen naarBethlehem. Daar wordt inde geboortegrot het H.Misoffer opgedragen. Ver -volgens gaat men in pro-cessie terug naar Jeruza -lem. Overdag komt hetvolk bijeen in de kerk vanGolgotha, waar deVoormis wordt gevierd.Daarna volgt nog eenOffermis in de kerk van deVerrijzenis. De christenenvan Rome gaan dezekerstviering in hun stadnavolgen met missen inde kerk van MariaMaggiore en daarna in deSint Pieterskerk. De inRome wonende Byzan -tijnse christenen hebbeneen kerk, toegewijd aan deH. Anastasia, wier sterf-dag op 25 december valt.Om haar te eren celebreertde paus daar nog eenderde mis. Zo ontstaat het

gebruik van de drie missen, één in de nacht, één voor dedageraad en één voor de dag. Om praktische redenen worden de drie missen in onzekerken direct achter elkaar opgedragen. De nachtmisviert de lichamelijke geboorte van Jezus, waarvan deengelen bericht deden aan de herders. Daarom wordtdeze mis ook de Engelenmis genoemd. De tweede misviert de geestelijke geboorte van Jezus in de harten vande bekeerde zondaars. Het evangelie is dat van de her-ders die naar de stal optrekken. Daarom heet deze mis deHerdertjesmis. De derde mis viert de eeuwige geboortevan de Zoon van God uit de Vader. Het evangelie is datvan het voorwoord van Sint Jan: “In het begin was hetWoord…”

••• KINDJEWIEGENAls de kerststal en kribbe eenmaal in onze kerken zijngeplaatst, ontstaat in onze streken al snel het nieuwegebruik om het kerstkind te gaan wiegen. Op het pries-terkoor van een parochiekerk en in zusterkloosterswordt een schommelwieg geplaatst waarin het kerstkindwordt neergelegd. Onder het zingen van wiegeliedjeskomt het kerkvolk met hun kinderen het kerstkindschommelen. Ieder brengt zelfs zijn eigen wiegje mee omte wiegen, zoals in 1604 in Amsterdam gebeurt. Het valtniet te ontkennen dat dit gebruik gemakkelijk kan ont-aarden in misbruik; daarom wordt het uiteindelijk doorde kerkelijke overheid verboden. De laatste tijd zien wehet echter terugkomen (onder meer in Venlo-Zuid) alsdrukbezochte kerstviering voor de kleuters met hunouders.

••• KERSTBOOMDe kerstboom, een den of spar, heeft eveneens een langegeschiedenis. Die strekt zich waarschijnlijk uit tot vóórhet christendom. Voor de Germanen vertegenwoordigdezij de geheimzinnige kracht van de natuur. De naald-boom blijft namelijk altijd groen, net zoals de hulsttak-ken die ook als kerstversiering worden gebruikt. In chris-telijk verband stamt ze uit de zevende eeuw. Een missio-naris uit het Engelse Devonshire zou toen de driehoeki-ge vorm ervan hebben gebruikt om aan de net-bekeerdeGermanen in Thüringen de H. Drie-eenheid uit te leg-gen. Zeker is dat de kerstboom in Midden-Europa opKerstmis omgekeerd opgehangen wordt aan het plafondvan de kerk, als metafoor voor Christus, ‘geboren uit deVader en de Geest’. Maar hij wordt ook gezien als sym-bool van de met appelen behangen boom uit het paradijs(Genesis 2,9), die vooruitwijst naar de kruisboom, waar-aan de Levensvrucht Jezus Christus hangt. Een kerstboom in huis halen is een uit de zestiende eeuwdaterend, Duits gebruik. Een oud handschrift met deMemorabila van de stad Straatsburg uit de jaren 1582-1604 spreekt over de met papieren rozen, bladgoud,appels, koekjes en suiker versierde dennenboom die metKerstmis in de huiskamer wordt geplaatst. Goethe is blij

De Geboorte. P. Christus,

1452, paneel. (bron: Om iets te

weten afb. XIV, p. 76)

Page 105: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 207206 BUUN

bekend is toch De herder-tjes lagen bij nachte, waar-van in 1852 door Alber -dinck Thijm wordt ver-meld dat het door kinde-ren in Utrecht langs destraten wordt gezongen.

We hebben een kleinemaar kostbare schat aankerstliederen uit deMiddeleeuwen. De mees-te schrijvers daarvan zijnanoniem en de liederenworden zingend van ge -slacht op geslacht doorge-geven. Soms wordt daar-bij de tekst iets aangepast.Zo vermeldt het Middel -nederlandse lied Maria diezoude dat er ‘rijm’ op dedaken lag. Wij zingen daar‘rijp’, maar dat zou in deMiddeleeuwen niet her-kend zijn, want dat bete-kende ‘rups’! ‘Rijm’ stondvoor een dun laagje kor-relsneeuw.Uit het hart gegrepen enin de meeste talen ver-taald is het Duitse ‘StilleNacht’. Het is gedichtdoor kapelaan Jozef Mohrvan Oberndorf (Oosten -rijk) en getoonzet doorFrans Gruber, plaatsver-vangend organist in dieplaats. Het wordt daarvoor het eerst gezongen inde kerstnacht van 1818,met luitbegeleiding vanGruber omdat het orgeldefect is. Voor de schep-pers zal later tegen de SintNicolaaskerk van Obern -dorf een sprekend monu-ment worden opgericht.

••• PLANTEN RONDKERSTOmdat de mens in vroe-ger tijden veel in nauwercontact leeft met de hemomringende natuur, is hetbegrijpelijk dat velerleiplanten aan elk feest te

pas komen. Zo ook bijKerstmis. Eén daarvan, dekerstboom, hebben wehiervoor al genoemd.

De hulst (Hex Aqui -folium) of steekpalm geldtbij de Germanen als eenheilige en gelukbrengendeplant. De boze geesten sla-gen er nooit in haar vanhaar bladeren te beroven,zodat ze ’s winters ookgroen blijft. De knalrodebesjes blijven lang han-gen. Bovendien planttende Germanen een hulst -struik bij hun woningenals bescherming tegenblikseminslag. Over dehulst gaat ook nog eenlegende: Bij Jezus’ intochtin Jeruzalem strooide hetvolk palmen op de weg.Toen de Joden enkeledagen later riepen‘Kruisig Hem’, kregen depalmbomen waarvandeze bladeren gesnedenwaren, plotseling doorn-bladeren. Zo ontstond dehulst of steekpalm.

Zoals de hulst bij deGermanen, zo is de mistle-toe (Viscum Album ofmaretak) bij de Galliërsvan betekenis in het mid-winterfeest. Het is eigen-lijk een merkwaardigeplant. Als halfparasietleeft ze op verschillendevoedsterplanten waarinze zich door middel vanzuignappen vasthecht. Zeheeft daarbij een grotevoorkeur voor bomen diewortelen in kalkhoudendegrond; daarom komt ze inNederland alleen in Lim -burg voor. Ook de mare-tak behoudt zomer enwinter haar olijfgroene,spatelvormige bladeren.De witte bloemetjes leve-ren grauwwitte bessen,

die behalve zaadjes een kleverige vloeistof bevatten.Vogels die in de winter de bessen eten, strijken die ‘lijm’met hun snavel langs de takken en zorgen zo voor de uit-zaai. Daarom wordt maretak ook wel ‘vogellijm’genoemd. Met het naamdeel ‘mare’ worden trouwensboze geesten aangeduid, die ’s nachts bij de mensbenauwdheid veroorzaken en boze dromen.

De merkwaardige woekerachtige groei, die ’s winters inde kale bomen extra opvalt, trekt al in de grijze oudheidde aandacht van de mensen. De Romeinen denken datmaretak geteeld en voortgeplant werd zonder zaad. DeKeltische priesters, de druïden, beschouwen haar als eenheilige plant. Uit de bessen bereiden ze een geneeskrach-tige drank. Maar dan moeten die takken wel om midder-nacht uit de eik gesneden worden met een gouden sikkel.En nog steeds geldt thee, getrokken van jonge twijgen enbladeren, als een middel tegen epilepsie en krampen. Endat de mistletoe als geluksbrenger nog niet uit de gratieis bewijst het Engelse gebruik als kerstversiering, waar-onder men elkaar mag kussen.

De kerstroos (Helleborus niger L.) groeit in Zuid-Europain het wild, maar in ons land als sierplant. Ze bloeit vandecember tot maart met witte of paarsrode bloemen. Deplant in haar geheel, maar vooral de wortel, bevat eenvergif dat wordt gebruikt bij hartziekten. In de volksge-neeskunde wordt deze plant ook gebruikt tegen epilep-sie, als niespoeder en als middel tegen verkoudheid.Daarom wordt de plant ook ‘nieswortel’ genoemd.

Hier en daar wordt ook de ‘roos van Jericho’ (AnastaticaHierochuntica) op kerstavond in het water gezet, bijvoorbeeld in de Zaanstreek. Tegen middernacht spreidende korte vertakkingen van deze plant zich uit en vertoontze een bloeivorm als van een roos. Terwijl men op de ont-plooiing van de bloem wacht, worden kerstliederengezongen. In deze plant ziet men een zinnebeeld van degeboorte van Jezus, daarbij denkend aan het lied Er is eenroos ontsprongen….

De kerstster (Euphorbia pulcherrina) is een soort vanhoutige sierplant, afkomstig uit Mexico, met langwerpi-ge bladeren, die behoort tot de wolfmelksachtigen. Debovenste schutbladeren zijn bloedrood. Ze wordtgekweekt als kamerplant. Er zijn ook variëteiten met roseof witte schutbladeren. Door middel van kortedagbehan-deling of hoge temperatuur wordt de tijd van de bloeigeregeld. Vanwege de groen met rode kleur past dezeplant perfect in de kersttijd.

••• ETEN MET KERSTMISTot vóórchristelijke tijden gaan ook de verschillende vor-men terug waarin brood en koek in de dagen rond dewinterzonnewende worden gebakken. In Scandinaviëkent men het Joelpaard in koekvorm, dat ook in Horst

director Haddon Sund - blom ingezet.

••• ANTI-KERSTMISCalvijn is een veel mindergrote fan van Kerstmis.Hij herkent er te veel hei-dense symboliek in. On -der zijn invloed ver-dwijnt in calvinistischelanden alle franje als spe-

len en versieringen. In hetEngeland van OliverCromwell (1599-1658)gaat men zelfs zover omde kerstvieringen als ‘hei-dens’ te verbieden; 25december is daar gewooneen werkdag. Die antis-temming strekt zich ookuit tot de Engelse kolo-niën in Noord-Amerika.In Boston wordt een pre-dikant bijna uit het ambtgezet omdat hij het waagt

een kerststal in zijn kerk te zetten. Als onder koningKarel II de monarchie in 1660 wordt hersteld, komen veeloude kerstgebruiken terug. De puriteinse invloed blijktechter hardnekkig. Pas tegen het eind van de negentien-de eeuw begint men in Engeland Kerstmis weer kleurrijkte vieren. In de Verenigde Staten wordt door het verzetvan sommige protestantse kerken 25 december pas in1970 een nationale feestdag.

••• COMMERCIALISERINGIn het begin van de twintigste eeuw begint het zakenle-ven interesse te krijgen in het kerstfeest. In de grote ste-den van de Verenigde Staten wordt Kerstmis naar onzeverhoudingen vaak erg groots en met veel pracht enpraal gevierd. Maar ook in onze geseculariseerde tijdhebben de glitter en glimmer het hier en daar van deingetogenheid gewonnen. Al zijn er tekenen dat sommi-gen, ook niet-christenen Kerstmis weer beginnen te zienals een feest van bezinning en rust. Dat blijkt ook uit eenonderzoek dat het NIPO in december 2000 hield. Dat jaarwordt er voor ca. 700 miljoen gulden (ca. 310 miljoeneuro) aan kerstcadeaus uitgegeven en gaat slechts eenkwart van de Nederlanders naar een kerkdienst.Ondanks dat zitten met Kerstmis de kerken overvol,meestal met mensen die je anders niet ziet. Opmerkelijkis ook dat de kerstversiering in Nederland zich steedsmeer verplaatst naar buiten en daarbij steeds uitbundi-ger wordt. Met name de lichtslang is niet meer te stop-pen.

••• XMASDe gewoonte van Amerikanen – en in navolging daarvanook in ons land – om steeds vaker Xmas in plaats vanChristmas/Kerstmis te schrijven, heeft niet alleen metversierselen of trendy woordgebruik te maken. Xmasheeft ook een diepere betekenis. De X is volgens deGriekse schrijfwijze namelijk Chi, de beginletter van denaam Christus. (Wij kennen dat nog in de letters XP opgraftekens, waarbij de P de Griekse letter Rho is, samenonze Chr.=Christus).

••• KERSTLIEDERENVan oudsher zijn er Latijnse kerst- en adventsliederenbekend, zoals Rorate coeli desuper, gebaseerd op het boekmet voorspellingen van Isaias (Jesaja) en afkomstig vande paters Oratorianen uit de zeventiende eeuw. Nog eenbekend lied is het Adeste fidelis. Ook het Puer natus estwordt met Kerstmis veelvuldig gezongen, hoewel heteigenlijk gecomponeerd is bij gelegenheid van degeboorte van de latere keizer Karel V.Hoewel Engelstalige kerstliederen terrein winnen, ver-dwijnen de Nederlandstalige liederen gelukkig niet vanhet toneel. Sommige daarvan vormen een kostbaar cul-tuurbezit uit een ver verleden. Ze liggen in het geheugenverankerd; zo zingen al onze voorouders Nu zijt welleko-me en Maria die zoude naar Bethlehem gaan. Het meest

De Geboorte van Christus. G.

Doré, 1866, houtgravure.

(bron: Geschiedenis van het

Nieuwe Testament p.2)

Page 106: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 209208 BUUN

het lam antwoordt ‘InBethlehem’. Bijen begin-nen zacht kerstliedjes tegonzen in hun korven(Utrecht). Soms stijgt ookklokgelui op uit diepe vij-vers, bronnen en plassen(Hoensbroek). Dat zijn deklokken die door de dui-vel uit de torens zijn gesto-len. In Lull bij Venray iseen vlasven waarin zo’n

klok ligt; als je in de kerst-nacht een cent in het watergooit, gaat die luiden.In Venlo heeft vroeger degewoonte bestaan om eenzakje granen mee tenemen naar de kerk. Alsmen die granen op de vierhoogtijdagen aan de kip-pen voert, hebben dieniets te vrezen van destoot- of roofvogels. InHeel en Venray zetten deboeren het veevoer (hooi)buiten, opdat het door hetkerstkind gezegend zalworden.

••• WEERSPREUKENAan Kerstmis zijn ookenkele spreuken metbetrekking tot het weeropgehangen. Zo kennenwe ‘Een groene Kerst,geeft een witte Pasen’. Ophetzelfde verschijnsel dui-den de gezegdes: ‘Zit opKerstmis de kraai nog inhet klavergroen, op Pasenzal hij het in het sneeuw-veld doen’ en ‘Kerstmis ingroen kleed houdt voor

Pasen sneeuw gereed’.Ook het omgekeerde ismogelijk: ‘Kerstmis aan dewand, Pasen aan debrand’. In Venlo en omge-ving kennen we dit als‘Met Kersmis aan de deur,met Paose aan ’t veur’.Ook is nog bekend:‘Kerstmis helder en klaar,geeft een goed honing-jaar’.

Literatuur:N.B. Voor zover niet anders ver-meld is de genoemde literatuurin het bezit van de auteur.

Bik, J.P., Feest- en vierdagen inkerk- en volksgebruik, deel I:Rond het hoogtij van Kerstmis(Velsen 1956), p. 69-88 (GAVenlo:444G41).Crijnen, T., Eerste christenen ken-den kerst niet, in: Dagblad DeLimburger, d.d. 24-12-2002.Cuypers, S., Kerstfeest dateert uit354, in: Noord-Limburg opZondag, d.d. 23-12-1998.De Hollandse wortels van dekerstman, in: Zondagsnieuws,d.d. 24-12-2000.Derix, J., Ouderwetse kerstgroepis weer in opkomst, in: Dagbladvoor Noord-Limburg, d.d. 10-12-1977.Dionysius Exiguus, in: GroteNederlandse Larousse encyclo-pedie, deel 8 (Den Haag 1974),p. 287 (GA Venlo, kast studie-zaal).Eijk, I. van, Van Aller Heiligen totSint Juttemis (Utrecht/Antwerpen1995)Farwerck, F.E., Het Kerstfeestvóór Christus Geboorte, in:Historia, maandschrift voorgeschiedenis en kunstgeschiede-nis, jrg. 6 nr. 11/12 (december1940), p. 294-296.G.D., Kerstmis bij diverse volke-ren, in: Kontakt, jrg. 10 nr. 5 (dec.1980), p. 13-15.p. Gerlachus, Kerstkribbe, in: DeKatholieke Encyclopaedie, deel15 (Amsterdam 1936), kolom 230(GAVenlo, 455D15).Heuvel, H.W., Volksgeloof envolksleven (Zutphen 1909;Arnhem 1978?), p. 109-110 (GAVenlo, 449E12).Hoe worden kerstballengemaakt?, in: Dagblad DeLimburger, d.d. 22-12-2000,

rubriek Wegwijs.Janssen, M., Maria die zoudenaar Bethlehem gaan…, in: DeTelegraaf, d.d. 21-12-2002.Kloth, Y., Kerst steeds commer-ciëler, in: Dagblad De Limburger,d.d. 21-12-2000.Kerstkaarten vanaf 1890, in: E3-Journaal, d.d. 14-12-1983.Kerstkind werd niet op 25december geboren, in: DagbladDe Limburger, d.d. 22-12-2000,rubriek Wegwijs.Knippenberg, H.H.,Kerstgebruiken, in: DeKatholieke Encyclopaedie, deel15 (Amsterdam 1936), kolom229-230 (GA Venlo, 455D15).Laan, K. ter, Van GoorsFolkloristisch Woordenboek vanNederland en Vlaams België(Den Haag 1974), p. 118, 176-177(GA Venlo, 451G27).Lampen, W., Dionysius Exiguus,in: De Katholieke Encyclopaedie,deel 9 (Amsterdam 1935), kolom110 (GA Venlo, 455D9).Mierlo, J. van, Kerstlied, in: DeKatholieke Encyclopaedie, deel15 (Amsterdam 1936), kolom230-231 (GAVenlo, 455D15).Moet Kerstmis in mei gevierdworden?, in: Elsevier Weekblad,d.d. 26-12.1970, p. 115-116.Mostert, M., De Geschiedenis, in:De Middeleeuwse ideeënwereld1000-1300, o. red. v. M. Stoffers(Heerlen/Hilversum 1994), p.295-316, spec. p. 301.Peelen, G.J., Jezus was geenchristen, in: De Volkskrant, d.d.17-12-1999.Raephorst, M. van, VanSinterklaas tot Sintermerten.Verhalen, volksverhalen, sprook-jes, legenden, volksgebruiken,jaarfeesten (Rotterdam 1973), p.48-52 (GA Venlo, 354E23).Rakt, M. van de, Kerst de straatop, in: Dagblad De Limburger,d.d. 11-12-1999, rubriek Scala.Schrijnen, J., NederlandscheVolkskunde, deel I (Zutphen1930?), p. 155-161; deel II(Zutphen 1933?), p. 360, 375-376(GA Venlo, 449F25-26).

Smolders, P., Raadsel Ster vanBethlehem opgelost?, in: Dagbladvoor Noord-Limburg, d.d. 22-12-1990.Swinkels, K., Gebruiken het jaarrond (Venray 1990), p. 73.Th.G.H., Planten rond Kerstmis,in: Heemkalender – Limburg,december 1970.Vaessen, S., De ster vanBethlehem, in: Dagblad DeLimburger, d.d. 21-12-1999,rubriek Natuur en Wetenschap.Verhoeven, G., De kerstkribbe,in: Dagblad voor Noord-Limburg,d.d. 19-12-1983, rubriek DeSeizoenen.Verhoeven, G., Geboorte, in:Dagblad voor Noord-Limburg,d.d. 22-12-1986.Verwilst, Kerstmis, in: DeKatholieke Encyclopaedie, deel15 (Amsterdam 1936), kolom231-232 (GA Venlo, 455D15).Welters, H., Feesten, zeden,gebruiken en spreekwoorden inLimburg (Venlo 1877), p. 7-12(GA Venlo, 448D48).Werd Jezus echt 33 jaar?, in:Dagblad De Limburger, d.d. 22-12-2000, rubriek wegwijs.Zeijden, A, van der, Concurrentieof Collegas. de Sint en deKerstman, in: Alledaagse Dingen,nr. 1 (maart 1996), p. 14-16.Ziegler, H., en E.R. Gruber, HetOerevangelie. Wat Jezus werke-lijk heeft gezegd (Baarn 2000), p.19-21.Zó zit dat met de kerststol; uitga-ve van ZeelandiaBakkerijgrondstoffen Zierikzee.

(L.) is blijven voortlevenin het uit zoet witte-broodsdeeg gebakkenkerstpaard.

De kerstkransen zijn eenduidelijk bewaard geble-ven zinnebeeld van dezonnekringloop. Zoals denaam al aangeeft is heteen ringvormig gebak vanbladerdeeg, gevuld metamandelspijs en versierdmet gekonfijte vruchtjesen reepjes sinaasappel-schil. Ze komt ook voor inde vorm van kerststaven.

Kerstkransjes zijn ringvor-mige koekjes, bestrooidmet suiker en amandel-snippers. Ze komen ookvoor in de vorm vanschuimkransen.

In Venray was het degewoonte om bij thuis-komst uit de nachtmis bal-kenbrij op te dienen.

In 1329 krijgt het bakkers-gilde van de Duitse stadNaumberg privileges vanbisschop Heinrich vanNaumberg. Als tegenpres-tatie verlangt hij metKerstmis twee krenten-broden van de allerfijnstesamenstelling. Dit is hetbegin van de kerststol. Devorm van de stol wordtverschillend verklaard. Deeen ziet er Jezus in, in devorm van een wikkelkind.Een ander ziet het alsvruchtbaarheidssymbool.Het woord stol is afgeleidvan ‘stut’; ze wordengebakken in vormen ofringen en de broden wor-den daardoor in de ovengestut.

••• DRIE KONINGENOnlosmakelijk verbondenmet Kerstmis zijn de Drie

Koningen. Volgens de bij-bel zijn dit eigenlijk wij-zen uit het oosten; moge-lijk zijn het sterrenwiche-laars uit Babyloniëgeweest (zie hiervoor). Ineen van de psalmen issprake van “De koningenvan Tharsis en zijn kun-sten zullen Hem geschen-ken brengen, de koningenvan Arabië en Saba zullenHem schatting betalen,alle koningen der aardezullen Hem aanbidden”.Op grond van deze tekstveranderen de wijzenlangzaam in koningen inkostbare gewaden. Saba isvanouds Ethiopië, duswordt die koning zwart.In de middeleeuwseLegenda Aurea krijgt hij denaam van Caspar. Zo stel-len in de kunst de drie wij-zen de drie toen bekenderassen voor: Melchior isde wijze westerling,Caspar de zwarte Afri -kaan en Balthasar deArabier.

••• KERSTKAARTENHet versturen van kerst-kaarten behoort tot devaste gewoonten vanbijna alle Nederlanders.Ze zijn er in alle soorten,kwaliteiten en prijsklas-sen. Vooral winterland-schappen zijn populair,evenals kerstbomen enkerststukjes. Het religieu-ze gebeuren dat aanKerstmis ten grondslagligt, komt in Nederlandsteeds minder tot uitdruk-king. Toch is de traditievan de kerstkaart nog nietzo heel erg oud. De eerstekerstkaarten worden in1870 in Rotterdam enomgeving geproduceerden verkocht. Het is meteeneen doorslaand succes.

••• DE KLEUR ROODNaast – natuurlijk – dekleur dennengroen komtook de kleur rood opmer-kelijk vaak voor in relatietot Kerstmis. Zowel deGrieken, Romeinen, Kel -ten als Germanen kennenhet feest van de zonne-wende, als de kortstenacht voorbij is en dedagen beginnen te lengen.Daarbij stoken onze voor-ouders vuren buiten en inhuis, laten vuurwielenvan de bergen af rollen enhouden fakkeltochten.Daarmee kan namelijk hetnog zwakke zonlicht wor-den versterkt. Rood nu isde kleur van het vuur.Daarom rood licht, roodvuur, rode linten, rodeklokken en wat dies meerzij.

••• LEVENDENATUURVolgens het volksgeloofstaat in de kerstnacht om24.00 uur de tijd een ogen-blik stil. Door die kloof inde tijd ontstaan vreemdeverschijnselen. Zo kanmen gouden vuurbollenin de lucht zien hangen.Bomen botten uit, krijgenbladeren en vruchten. Deaarde wordt even weereen paradijs. In Noord-Brabant en Limburg weetmen dat dieren neerknie-len en kunnen spreken. Dehaan roept ‘Christus isgeboren’, waarop de duifvraagt ‘Waar, waar?’ en

Page 107: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 211

Het begon met een recensie in De GroeneAmsterdammer van 15 november 2003. Een besprekingvan de memoires van de Duitse filosoof Hans Jonas(1903-1993). Wat me er zo aan boeide? De vechtlust vandeze Jonas die als jonge joodse man uit Mönchenglad-bach lang voor de oorlog al in de gaten had dat hetfaliekant fout zou gaan met zijn vaderland? En zich ermet hand en tand tegen verzette? Vanuit Palestinadienst nam in het Engelse leger en als lid van de JoodseBrigade strijdend door Italië en Duitsland in Nederlandterechtkwam? In Venlo? Of bij Venlo? Want dat stondallemaal in dat stuk. Hij zou in Venlo zijn gestationeerdaan het eind van de oorlog en vlak na de bevrijding. Zeker, heel boeiend allemaal, maar meer nog dan deze

FILOSOOF HANS JONAS

THE JEWISH BRIGADE

VENLO EN BAARLO

Een handreikingvan de geschiedenis

DOOR KOEN EYKHOUT

1940|1945

Alsof de geschiedenis me een hand gaf. Doorde telefoon. Op zaterdagmorgen 13 maart

2004. Sinds enige maanden probeerde ik er-achter te komen waar aan het eind van deoorlog de soldaten van de Joodse Brigade uithet Engelse leger in of rond Venlo waren gele-gerd. Geen mens die het wist. Nooit vangehoord. Of ik dat wel zeker wist. Joodse sol-daten? In Engels uniform? In Venlo? Ogenwerden groot en mondhoeken gingen naarbeneden. Twijfel alom. Tot het verlossendetelefoontje op die bewuste zaterdagmorgen.

Hans Jonas in 1933

ABCDEFGHI

JKLMNOPQR

STUVWXYZ

210 BUUN

ABCDEFGHI

JKLMNOPQR

STUVWXYZ

DOOR

KOEN EYKHOUT

FOTO

JACQUES PEETERS

VENLOOSCH AFTELRIJMPJE

- U - V - W -

UBROEKWEGVENNERHEGWELPUNT KOM EN KWELLERLEG

IK SPRING ERINIK KOM ERBIJDE HEMEL GAAT STEEDS VERDER WEG

ULINGSHEI’T VEN ERBIJWATERSCHAP PEEL MAASVALLEI

IK SPRING ERINIK KOM ERBIJDE HEMEL KOMT STEEDS DICHTERBIJ

Page 108: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

212 BUUN

intrigerende feiten waren het de foto’s bij het artikel.Eentje van Hans Jonas als jongeman en eentje toen hijal ver in de tachtig was. En op beide foto’s lijkt hij opmijn oom Franz, van tante Liesbeth. Mijn favoriete oomuit Kranenburg bij Kleve. Een enigszins langgerektgezicht met stille, zachte en intelligente ogen die veelzagen maar niet oordeelden. Het gezicht van HeinrichBöll of Konrad Adenauer, ook van die typische, je maghet niet zeggen, maar eigenlijk haast ‘onduitse’ koppenuit Noordrijn-Westfalen. Maar vergis je niet. Verkijk jeniet op dat zachte. De rietstengel buigt wel, ze geeft welmee, maar breekt niet.

Niettemin, behalve die foto’s lag daar natuurlijk toch hetgegeven dat Jonas vlak na de oorlog in Engels uniform inVenlo gelegerd was geweest. Dat leek me een onder-zoekje waard. Moest toch niet zo moeilijk zijn. Over deoorlog in Venlo was toch wel zo’n beetje alles al gezegden geschreven? Dat pakte echter anders uit. Door eenaantal min of meer bekende Venlose ‘oorlogsdeskundi-gen’ werd volop meegedacht, maar de scepsis stond opde gezichten te lezen en was soms hoorbaar door detelefoon. Waar dan in Venlo? En wanneer dan wel? Eerstzien en dan geloven, zeiden de thomassen. Dan maarnaar Mönchengladbach, geboorteplaats van de filosoof.Zijn memoires onder de titel “Erinnerungen” (InselVerlag, 2003) met daarin onomstotelijk de vermeldingvan Venlo als ‘legerplaats’ van de Joodse Brigade tussenjuni en november 1945, had ik inmiddels gelezen. InMönchengladbach, in het Abteimuseum, het was intus-sen Kerstmis 2003, hoorde men mij met stijgende ver-bazing aan. Ik was te laat. Het hele jaar 2003 was het“Hans Jonas Jahr” geweest. Vanwege de honderdstegeboortedag en tiende sterfdag van hun befaamde stad-genoot. Op de website kon ik het nog net nalezen vooralles eraf werd gegooid. Alle ‘Veranstaltungen’, sympo-sia, tentoonstellingen, concerten, voordrachten, prijs-uitreikingen, toneelvoorstellingen, soirees, specialepostzegels van de Bundespost. Maar voorbij, jammer.Schade für Sie, gnädige Herr. Leider.

Tja, dan wordt het pas echt interessant, natuurlijk. Erbleek ook nog een film te zijn gemaakt over de Joodse

Brigade waarvan Hans Jonas deel uitmaakte. Op naarAmsterdam, op carnavalsmaandag, naar het JoodsHistorisch Museum, daar hadden ze een video-opnamevan de film, een Canadese documentaire uit 1998 diestrijdmakkers van Jonas, intussen krasse knarren, lietterugblikken op hun ‘finest hour’ toen ze als joodse sol-daten kans zagen de nazi’s te verslaan. Mooi.Interessant. Meer dan interessant zelfs. Net als de ande-re boeken van Hans Jonas. Nog volop verkrijgbaar trou-wens. Zelfs in een plaatsje als Kaldenkirchen. Fraaiewebsites ook van de universiteiten van Nijmegen,Wageningen en Bologna die toonden hoe faculteitenBiowetenschappen nog altijd zijn werk bestudeerden.Ook mooi. Ook interessant. Meer dan dat zelfs. Alleendat verdraaide Venlo. Waar hadden die JoodseBrigadiers nu precies gelegen? Een tweede bron spraktrouwens niet van ‘in’ maar van ‘bij’ Venlo. Maar waar‘bij Venlo’? Aan de Venlose kant van de Maas? Op hetvoormalige Duitse vliegveld dat men bezig was te ont-mantelen? Ik beet me erin vast, maar het bleek eendood spoor te zijn. Tot ineens Baarlo in beeld kwam.Klooster De Berckt. Het weitje van Boer Bongers. Enigeheren in Baarlo, die van een mede-redacteur van DeBuun gehoord hadden van mijn onderzoekje, tiptenelkaar. Er werd wat gebeld en gemaild en ten slotte waser het bevrijdende telefoontje. Van Graad Kuipers. Hijreikte me als het ware de hand van de geschiedenis toenhij me op zaterdagmorgen 13 maart kon meedelen dathij als jonge man van tweeëntwintig jaar met die joodsesoldaten van de Jewish Brigade had staan praten. In dezomer van 1945. Hij kon me exact zeggen waar ze warengelegen, in welke periode dat was en wat ze er deden. Inof liever gezegd bij Venlo. Eindelijk zat het mee. Deze

Hans Jonas eind jaren tachtig

Hans Jonas in 1916

BUUN 213

geschiedenis kon ik proberen vast te leggen. Eengeschiedenis in een klein stukje wereld, in Venlo enBaarlo, maar eerst en vooral een geschiedenis vanhoofdpersoon Hans Jonas zelf.

Een van de clichés uit de wereldgeschiedenis is dat vande jood die zich lijdzaam laat wegvoeren naar de ver-nietigingskampen van de nazi’s. Mensen werden vanhun bed gelicht, hadden hun spulletjes al ingepaktklaarstaan boven aan de trap en liepen onder begelei-ding van Nederlandse of Duitse politie braaf mee naarde trein met als eindstation “Dood”. Dat is het beeld.Met een enkele uitzondering als dat van het heldhaftigemaar uitzichtloze joodse verzet in het getto vanWarschau, maar het beeld van de Shoah dat de geschie-denis heeft bewaard is toch vooral het beeld van devolgzame joodse man en joodse vrouw in het besef datvechten tegen het ultieme kwaad zinloos is. Toch werder teruggevochten. Op grote schaal. Weinigen echterhebben weet van The Jewish Brigade: een Britse leger-eenheid die volledig uit joodse soldaten bestond, gro-tendeels afkomstig uit het toenmalige Palestina. Zijbevochten de nazi’s in Italië, Oostenrijk, Duitsland,België en Nederland in 1944 en 1945. Een van hen wasde later beroemd geworden milieufilosoof of ethischfilosoof Hans Jonas (Mönchengladbach, 1903). Wat zijnrol was in die Joodse Brigade en wat Venlo daarmee temaken had, daarop wil dit artikel een lampje zetten.

Mevrouw Lore Jonas, haar man overleed in 1993 in NewYork waar hij ook begraven ligt, ziet wel enig verbandtussen het vechten van haar man in de oorlog als lid vande Joodse Brigade enerzijds en zijn filosofisch werkanderzijds. Gedurende zijn opleiding als soldaat in hetBritse leger in Palestina, maar zeker toen hij met dooden verderf op de slagvelden in Europa werd geconfron-teerd, werd hij met de neus op de feiten gedrukt.Filosofie was niet vrijblijvend. Hoefde niet te gaan overabstracte theorieën. Dicht bij de dood ging Hans Jonasnadenken over het leven en interesseerde hij zich meeren meer voor wat het leven voorstelt in relatie tot deaarde en de natuur en wat de natuurwetenschappendaarover te melden hebben. Zijn vrouw Lore zond hemvanuit Palestina boeken van Darwin en Huxley en hijschreef haar onder meer zijn zogenaamde Lehrbriefenvanaf het slagveld dat Europa was. Ook vanuit Venlo.Toen hij na de oorlog filosofie doceerde in New Rochelle(VS) ontstond uit deze brieven het boek Organismus undFreiheit dat later ging heten Das Prinzip Leben. Lore Jonasonderscheidt drie fasen in het werk van haar man. Metde oorlog als breuklijn. Voor de oorlog was hij vooral eenhistorisch filosoof. Jonas publiceerde bijvoorbeeld overde Gnosis (mystieke leer over mens en wereld als ver-schillende entiteiten) en over de geest van de Antieken.In de Lehrbriefen hield hij zich vervolgens meer bezig met

de mens en de wereld anno nu. En in het boek dat hemwereldfaam bracht Das Prinzip Verantwortung uit 1979 (hijwas vijfenzeventig toen hij het schreef) bemoeide hijzich met de toekomst van de mensheid en sprak hij zichuit over kwesties als ‘technologie: zegen of vloek’, bio-ethiek, klonen, euthanasie, de omgang van de mens metde planeet en het leven van plant en dier in relatie totde mens. Vooral vanwege dit laatste boek nodigdenradio- en televisieprogramma’s hem uit voor hun talk-shows, vochten universiteiten over de hele wereld omeen gastdocentschap of zelfs maar een lezing van dezefilosoof van de natuur en denker over de houding van demens tegenover of juist in de natuur. Hij ging verder danzijn leermeester Martin Heidegger, die halt hield bij hetpunt waarop de mens verantwoording verschuldigd wasaan zichzelf en aan de andere mens. Jonas betrok deganse schepping erbij.

Hans Jonas kwam in 1903 in Mönchengladbach terwereld in een joods gezin dat weliswaar banden had metde orthodox joodse traditie, maar dat tegelijk duidelijkopgenomen was in de seculiere Duitse samenleving alsgeheel. Vader, textielfabrikant, was lid van de‘Centralverein deutscher Staatsbürger jüdischenGlaubens’ en als zodanig bijvoorbeeld zeker niet gekanttegen de Duitse oorlogvoering in de EersteWereldoorlog. Die integratie of assimilatie hielp hetgezin later echter helemaal niks. Sprak men na de oor-log van jonge Duitsers die de ‘Gnaden der spätenGeburt’ hadden, waardoor ze zonder schuld waren aanwat de Duitse natie had aangericht, bij vader Jonas zouje kunnen spreken van de ‘Gnaden des frühen Sterbens’.Hij stierf in 1938, nog voor de massale jodenmoord ende gruwelijke Shoahmachinerie echt waren begonnen.De moeder van Hans Jonas was die ‘genade’ nietgegund. Zij werd in 1942 in Auschwitz vermoord. Haarzoon vernam dit pas in 1945 toen hij vanuit Venlo, waar

1940|1945

Page 109: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

214 BUUN

hij inmiddels met een deel van The Jewish Brigade wasgestationeerd, terugkeerde naar zijn ouderlijk huis inMönchengladbach en het vreselijke nieuws vernam vanhet overlijden van zijn moeder.

Zover was het echter nog niet toen de elfjarige Hans op1 augustus 1914 hoorde dat de Eerste Wereldoorlog wasuitgebroken. De jongen zag hoe duizenden Duitse sol-daten vanuit het oosten per trein naar Mönchenglad-bach werden vervoerd, van waaruit ze lopend het laat-ste stuk naar Luik moesten overbruggen, waar DikkeBertha, een ontzagwekkend Kruppstahl kanon stondopgesteld. Dat gaf in het gewoonlijk vredige textielstad-je aan de grens bij Venlo een enorme militaire bedrijvig-heid. Vader Jonas greep economisch gezien zijn kans. Bijhet opperbevel in Keulen wist hij een forse order in dewacht te slepen voor de levering van grote partijen tex-tiel voor de fabricage van tenten en kleding voor hetDuitse leger. Ook onder joden was in dat eerste oor-logsjaar het patriottisme groot. De oudste neef vanHans bijvoorbeeld was zo bang dat hij vanwege zijn tejeugdige leeftijd en om zijn zwakke gezondheid zou wor-den geweigerd als soldaat in het oorlogvoerende Duitseleger dat hij onmiddellijk op hoge poten naar de leger-leiding in Keulen trok om ervoor te pleiten dat hij tochmaar in godsnaam het leger in mocht. Het mocht. Nadatpa de dienstdoende beambte een gouden muntstuk hadtoegestoken. Pa kocht dus iemand om, niet om zijn zoonuit een leger in oorlog te houden, nee, om hem erin tekrijgen. Als jood. In een Duits leger.

De vader van Hans Jonas was een kleine, gedrongenman, zwaar in de schouders, een harde werker, een manvan de daad, die het echter zijn hele leven betreurdheeft dat hij niet naar de universiteit had mogen gaanzoals zijn broers. Hij moest de zaak in, de fabriek moesteen directeur hebben. Toen hij eens door zijn jongerebroer op het universiteitsterrein van Bonn, waar dezestudeerde, werd rondgeleid, moest hij huilen. “Dat is dewereld die ik me heb moeten ontzeggen”, zei hij. Geenwonder dat deze man bij de opvoeding van zijn kinderenzoveel waarde hechtte aan een goede opleiding. Zowerd thuis alleen ‘hochdeutsch’ gesproken, zonder jid-

dische elementen. Het woord ‘goj’ (niet-jood) kwam bijniemand over de lippen. Hoewel hij op sabbath slechtszelden naar de synagoge ging in Mönchengladbach, washij daar met joodse feestdagen wel te vinden. Thuis werd het vlees weliswaar betrokken van een jood-se slager en was het eten van varkensvlees taboe, maarmoeder leefde de strenge joodse voedselwetten nietecht na. Was het gezin met vakantie aan de Noordzee -kust of in de Eifel, dan at men wat de hotelpot schafte,hoewel varkensvlees zoveel mogelijk vermeden werd. Demoeder van Hans Jonas was een mooie, slanke vrouw.Zij wist haar leven lang haar meisjesfiguur te behouden.Veel geluk kende ze echter niet. Ze leed aan de wereld,zou je kunnen zeggen. En dan niet in abstracte zin. Nee,ze leefde mee met wat ze aan armoe en leed van men-sen om zich heen zag. Waar ze maar enigszins kon, daarsprong ze bij. Ook en vooral financieel. Soms moestvader haar daarin wat afremmen. Eens zei ze over haarfilantropie tegen Hans: “Je vader heeft een goed hart,Hans, maar hij vindt dat ik te ver ga. Ik moet dat echter.Mensen helpen. Van mezelf.” De ellende op aarde trokhaar meer dan het mooie op de wereld. Het zat haarechter ook niet mee. Zo werd bij haar zoon Ludwig inzijn kinderjaren een nare ziekte geconstateerd die ertoeleidde dat zijn gewrichten gingen ‘verbotten’. Tallozespecialisten en ziekenhuizen sjouwden ze af, maar hetmocht niet baten. Moeder had zich al ingesteld op eenleven van hulp verlenen aan deze zoon die nimmer voorzichzelf zou kunnen zorgen. Hij kwam echter door eensimpele val op de slaapkamer thuis om het leven, nogpas veertien jaar oud. Zijn ruggengraat was te stijfgeworden om de val te kunnen opvangen. Moeder ver-viel in een volstrekt passieve en zwaarmoedige lethargieen bracht haar lange dagen door in bed en op de sofa.Dit duurde een vol jaar lang. Het gezin stond erbij enkeek ernaar. Het was het jaar waarin Hans als dertienja-rige jongen zijn bar mitswa deed, het feest van de meer-derjarigheid van een joodse jongen.

Oude synagoge van Mönchengladbach

De niet-joodse gastenlieten hun avondje bijde jonasjes nimmer vol-gen door een tegen -invitatie. Niet een keer.

BUUN 215

Was de rest van de familie ervan overtuigd dat je gerustDuits kon zijn en joods tegelijk, zoals je ook Duits konzijn en katholiek of protestant, de intelligente scholierdie Hans was, zag een Duitsland om zich heen dat hemdeed twijfelen aan dat idee. Hij meende dat met namezijn vader te optimistisch was over het antisemitisme inDuitsland. Vader dacht dat met het voortschrijden vande beschaving het geschimpscheut op joden vanzelf zouverdwijnen. Om van erger maar te zwijgen. Hans zag hetanders. En ging zich oriënteren op het zionisme, hetstreven van joden naar een eigen staat. “Zijn we outsi-ders?”, moet hij gedacht hebben, “dan gedragen we onsook als zodanig en verdwijnen liever naar het BeloofdeLand uit de Bijbel: Palestina.” Hij begreep zijn vader ookniet zo goed. Ongetwijfeld moest deze zakenman tochgeregeld tijdens zijn vele zakenreizen op min of meervirulent antisemitisme zijn gestuit?! Vaak verholen. Vaakminder verborgen. In hun eigen stad Mönchengladbachnodigden zijn ouders bijvoorbeeld regelmatig mensenuit voor etentjes en avondjes, die hen vervolgens ookweer terug uitnodigden bij hen thuis. Tenminste, als hetjoden waren. De niet-joodse gasten lieten hun avondjebij de jonasjes nimmer volgen door een tegeninvitatie.Niet een keer.Dat het echt mis zou gaan, merkte Hans Jonas na demoord op politicus Walter Rathenau, toen Hans al inBerlijn studeerde. Foute blaadjes en foute groepen rie-pen al maanden voor de moord “Knallt ab den WaltherRathenau, die gottverfluchte Judensau”. In een langebrief naar huis wees Hans zijn ouders erop dat dit tochwel het ultieme bewijs was dat joden in Duitsland niks tezoeken hadden. Met zijn vader kwam het tot felle dis-cussies. De man die er vast van overtuigd was dat er eentoekomst was voor joden in Duitsland, die jarenlangvoorzitter van een joods-duitse vereniging was die maarliefst drie joodse gemeenten verenigde, moest nou netdiens zoon zionist worden en zich oriënteren op eenbestaan buiten Duitsland? Later echter werd zijn moe-der op straat aangehouden door joodse dames die zei-den dat haar zoon achteraf toch gelijk had gehad toenhij indertijd in Mönchengladbach een zionistisch studie-groepje van de grond probeerde te krijgen. Toen het nogkon en toen het nog mocht. Een stuk of tien joodse

inwoners kreeg hij zover om zich aan te sluiten, onderwie slechts twee volwassenen. Hans Jonas was natuurlijkniet de enige die inzag dat er in Duitsland geen plaatsmeer was voor joodse burgers, hoe goed men ook geïn-tegreerd was. In de roman Het Vaderland. Kinderjaren inBerlijn (2000) van de schrijfster Judith Markus komt eenjoodse kinderjuffrouw voor in het vooroorlogse Berlijndie de kinderen uitlegt waarom ze geen Elizabeth meerheet, maar Alisa: “Het is mijn joodse naam. Al drie jaarben ik gewoon Alisa en zo staat het ook in mijn papie-ren. Vroeger heette ik Elizabeth, maar dat wilde ik nietmeer.” Ze volgt een cursus Ivriet en leert voor verpleeg-ster om later in Palestina een ‘nuttig’ beroep te hebben.Later. Of er voor Alisa een ‘later’ kwam, vermeldt de his-torie niet. Voor Hans Jonas was er dat ‘later’ wel. InPalestina, in Canada en in Amerika. Maar vooralsnogleefde hij in Duitsland. Ondanks de zionistische denk-beelden van de jongen, moet pa heimelijk toch ook welweer trots zijn geweest op zijn zoon, want toen Hansslaagde voor de middelbare school kreeg hij van patwaalf bomen cadeau die voor hem in Palestina geplantzouden worden. Scholier Hans Jonas had als jongen drie‘dreams of glory’, vertelde hij na de oorlog aan zijnAmerikaanse studenten. In de eerste zou hij een levens-reddend medicijn voor zijn broer Ludwig ontdekken. Inde tweede zouden hij en zijn broer, nadat zijn broergenezen was, in een door hem ontworpen raket door hetheelal suizen. De derde droom kwam dichter bij de reali-teit. Het was de droom van de eer en van het verzet. Dejonge Hans zag zich als bevelhebber van een joods legerdat joodse vrouwen en kinderen dwars door een voorjoden vijandig Europa veilig naar Palestina zou loodsen.Maar niet als Mozes uit de Bijbel. Nee, eerder als Hanni-bal, ook een held bij Freud trouwens. Hannibal was eensoort rolmodel voor de scholier: een semitisch veldheerdie de arrogante Ariërs wel eens een lesje zou leren.

Het strijden zou echter nog even moeten wachten. Ermoest gestudeerd worden. Gelernt. In Freiburg aller-

1940|1945

Ouderlijk huis in Mönchengladbach

Page 110: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

216 BUUN

eerst. Aan de universiteit. Zo trots was zijn vader ophem dat hij Hans beloofde dat hij zo lang mocht stude-ren als hij wilde, onbelemmerd bovendien in de keuzevan zijn studie. Dat werd filosofie. Bij Husserl, de groteman van de fenomenologie. Hans had er niet zo’n hogepet van op, wat versterkt werd door het opmerkelijkgedrag van de echtgenote van de beroemde filosoof.Frau Husserl zat tijdens de colleges van haar eega in decollegezaal naar de studenten te loeren. Wee degene dieniet goed oplette of vergat op tijd aantekeningen temaken. Ze schroomde niet dit bij haar man te melden.Van meer belang was zijn kennismaking met de lessenvan privaatdocent Martin Heidegger en met een watoudere student bij Heidegger, Karl Löwith. Jonas zoulater in Amerika in een studie van Richard Wolin een van‘Heideggers Children’ genoemd worden, samen metdeze Löwith, met Herbert Marcuse en met de joodsevrouw met wie hij zijn leven lang een gecompliceerderelatie zou onderhouden: Hannah Arendt. Uit alles kunje opmaken dat Hans verliefd was op Hannah, een nietalleen zeer intelligente maar ook erg mooie vrouw. Hetwas om de colleges van Heidegger, maar zeker ook van-wege Hannah Arendt dat Hans zich enige jaren later lietinschrijven aan de universiteit van Marburg waarHeidegger inmiddels een schare volgelingen van zijn leervan het existentialisme om zich heen had verzameld.Onder hen dus Hannah Arendt, een zelfbewuste jodin,die als studente direct al aan het begin van het semes-ter aan een der docenten tijdens een college duidelijkmaakte dat ze absoluut niet gediend was van welkevorm van antisemitisme dan ook. Dat sprak Hans Jonasals jonge, strijdbare jood natuurlijk aan. Des te groterwaarschijnlijk zijn desillusie toen hij zag dat Hannahhaar relatie met Heidegger niet grondig herzag, laatstaan verbrak, toen deze zich bleek te hebben aange-meld als lid van de NSDAP. Met relatie is hier eveneenseen waarschijnlijk erotische relatie bedoeld tussen debefaamde hoogleraar en zijn veelbelovende studente.Hierover hebben Ahrendt en Jonas echter nimmer ookmet maar één enkel woord gesproken. Dat zou te pijn-lijk geweest zijn voor de man die zijn verliefdheid op hetmooie joodse meisje zijn leven lang zou koesteren. Ooktoen hij inmiddels gelukkig getrouwd was met Lore. En

ook toen Hans en Hannah met elkaar gebrouilleerdraakten. Toen in 1961 de oorlogsmisdadiger AdolfEichmann berecht werd in Jeruzalem, dus voor joodserechters terechtstond om zich te verantwoorden voorzijn niet gering aandeel in de Shoah, woonde HannahAhrendt deze rechtszitting bij. Net als Harry Mulischtrouwens, die in De zaak 40/61 evenals Hannah Arendtzich erover verbaasde hoe het mogelijk was dat eenonooglijk, onbeduidend burgermannetje als Eichmanntot zo’n immens groot kwaad in staat was geweest.Hannah Arendt noemde dit in een boek over de zaakEichmann ‘de banaliteit van het kwaad’, sindsdien eengevleugeld begrip. In een fel polemisch geschrift vielJonas deze zienswijze aan. Volgens hem moest je ervooroppassen het kwaad te banaliseren of te bagatelliseren.Daarmee bagatelliseerde je ook de slachtoffers van datkwaad. Op zijn minst suggereerde je dat het toch wel ergvreemd was dat zo’n stuk onbenul zoveel slachtoffershad gemaakt. Hoe kon dat? Lag dat misschien toch ookniet een beetje aan die slachtoffers zelf? Dat zei Ahrendtweliswaar niet, maar dat zouden anderen dan wel doenvoor haar, kwaadwillenden, in het verlengde van wat zebeweerd had. Bovendien hadden ze dan een ‘nog weljoodse schrijfster’ als bron voor hun zwarte praatjes. Dekwestie zorgde ervoor dat de twee lange tijd niet met

Hannah Arendt in 1927

BUUN 217

elkaar omgingen, op geen enkele manier, zelfs geenbriefje of telefoontje kon eraf. Pas twee jaar later en dannog eerst door toedoen van Lore Jonas, de vrouw vanHans, die blijkbaar kans zag om over de schaduw vanhaar jaloezie heen te stappen, kwam het weer goed tus-sen hen. Misschien lag het er ook aan dat dieHeideggers Children volkomen a-politiek waren. Of poli-tiek naïef. Net als de professor zelf trouwens, MartinHeidegger. In wezen vonden ze het maar een ordinairbedrijf, die politiek, daar stonden ze boven. Niets voorhen. Wat hadden ze het mis. De politiek sleepte ze ermet de haren bij, de een na de ander. Maar de tijdenveranderden en de universiteit ook. Hans Jonas merktedat toen hij na zijn promotie in 1929 tijdens een bezoekaan de universiteit van Heidelberg zag hoe een studier-ichting als sociologie tot bloei was gekomen. En die waswel degelijk politiek gekleurd.

Allengs werd het steeds duidelijker: voor de jonge dok-ter in de filosofie Hans Jonas was in Duitsland geen plekmeer. Tijdens het grote carnavalsbal in de KaiserFriedrich Halle in Mönchengladbach in de nacht van 30op 31 januari 1933 gonsde het ineens door de zaal:Hitler was tot rijkskanselier benoemd. Thuisgekomen zeiHans tegen zijn moeder: “God zij dank. Dat is de enigemanier om van ze los te komen. Binnen een paar maan-den valt het hele zaakje in elkaar.” Dat was echter niethet geval en hij wist: ik moet weg. Hij kocht een zogehe-ten emigratiecertificaat voor Palestina, maar vertrokeerst nog naar Londen, waar hij zijn studie over deGnosis waarop hij was gepromoveerd, liet drukken.Hoeveel was een mensenleven waard in die jaren? Eenjoods mensenleven? Een joods mensenleven inDuitsland? Zo’n certificaat waarmee je naar Palestinakon, kostte duizend Engelse ponden. Hans kocht er duseentje. Ook moeder had er een. Maar ze gaf dat vanhaar aan een broer van Hans die op dat moment in hetconcentratiekamp Dachau gevangen zat. Ze vroeg Hansom haar naam op het officiële stuk te vervangen doordie van zijn broer. Het lukte. De jongen kon ermee naarPalestina. Toen nog wel. Haar zoon had ze gered. Maartoen het voor haar zelf nodig was, kon het niet meer. Eennieuw certificaat gaven de Engelsen niet meer af.

Palestina ging op slot. De Engelsen wilden geen gedon-der met de Arabieren. Moeder kon op legale wijzeDuitsland niet meer verlaten en werd in 1942 vermoordin Auschwitz.

Toen was Hans echter allang vertrokken naar Palestina.Op een mooie nazomerdag eind augustus 1934 nam hijafscheid van zijn vader en moeder. In de tuin van hunwoonhuis in Mönchengladbach. Ondanks hun voorne-men om zich goed te houden, vielen ze elkaar in de laat-ste tien minuten snikkend om de hals in het besef dat zeelkaar hoogstwaarschijnlijk nooit meer zouden zien. Bijzijn vertrek naar Palestina zwoer Hans Jonas slechts tezullen terugkeren naar Duitsland als soldaat van eenveroveringsleger. En niet eerder. Intuïtief voelde hij datslechts met wapens kon worden gewroken wat menkapot had getrapt: zijn eergevoel als mens. Ze zoudenelkaar echter nog eenmaal treffen. In Jeruzalem. JoodsPaasfeest 1936. Toen zijn ouders bij hem in Jeruzalem opbezoek waren, samen met een bevriend ouderpaar datook op bezoek was bij hun zoon, zag Hans een ziekevader die zich met een wandelstok moest ondersteunen.De kanker die zijn lijf teisterde werd hem twee jaar laterfataal. Het was vooral deze ziekte die vader en moederdeed besluiten om terug te gaan naar Duitsland en nietin Palestina te blijven. Net als het andere ouderpaartrouwens. Ook zij keerden terug naar nazi-Duitsland.Geen van hen overleefde de oorlog.

In Jeruzalem leefden meer joodse emigranten die nazi-Duitsland waren ontvlucht. Hans Jonas werd liefdevol inhun kring opgenomen. Een kring van doktoren, journa-listen, leraren en hoogleraren, bakkers, slagers en boek-handelaren bij wie Hans zich ogenblikkelijk thuis voelde.Onder hen Lore Weiner, een jong meisje dat hem zo aanzijn moeder deed denken: een langgerekt gezicht metdiepe donkere ogen waarin een enigszins tragische uit-drukking gepaard ging aan een zekere schuwheid. Hetgezicht van Gertrud Fischer ook, een christelijk meisjeuit Stuttgart van wie hij lang voor de oorlog erg veel hadgehouden. Vier jaar lang. Tot het voor Duitsland en dewereld fatale jaar 1933 toen Hitler aan de macht kwam.Hans en Gertrud maakten in dat jaar een lange wande-

1940|1945

‘Onder hen LoreWeiner, een jong meisjedat hem zo aan zijnmoeder deed denken:een langgerekt gezichtmet diepe donkere ogenwaarin een enigszinstragische uitdrukkinggepaard ging aan eenzekere schuwheid.’

Page 111: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

218 BUUN

ling door de heuvels van de Spessart. In een herberghoorden ze zo op het oog kalme, rustige mannen zingen“Wenn’s Judenblut vom Messer fliesst, dann geht’snochmal so gut.” De kroezen bier op tafel. Hans werdwoedend, sprong op, liep op ze af en zei tegen ze:“Goed, hier heb je je jodenbloed. Kom maar op. Trek jemes maar.” Het werd een rel. Hans en Gertrud werdengewapend begeleid tot aan de grens van het dorp enhen werd bezworen nooit meer een voet te zetten in destreek. Nog zo’n moment voor Hans dat hem meer danduidelijk maakte hoe het ervoor stond in zijn land. Maargoed, Gertrud was dus ook zo’n meisje met de trekkenvan zijn moeder. Net als Lore Weiner in Jeruzalem. Deliefde voor Lore in Palestina droeg gelukkig meer toe-komst. Al duurde het tot 1943 voor ze in Haifa kondentrouwen. Lore moest zich namelijk eerst laten scheidenvan haar toenmalige echtgenoot.

De joodse mannen in Palestina bereidden zich intussenvoor op de oorlog. Op twee fronten. Allereerst tegen deArabieren. Met van de Engelsen gekochte maar ookgestolen wapens en met hulp van financiële steun uithet buitenland oefenden ze zich in het verdedigen vanhun gezinnen, hun huizen en hun dorpen en stedentegen aanvallen van buitenaf. Zonder officiële steun vanhet Engelse leger. Inmiddels echter was de TweedeWereldoorlog uitgebroken en na de val van Frankrijkzagen de Engelsen eindelijk de noodzaak ervan in om inPalestina joodse eenheden in dienst te nemen. Dat gingechter niet van harte. In de strijd tegen de Duitsers had-den ze de steun van de Arabieren hard nodig. Voor deolie bijvoorbeeld, ook toen al. Vandaar dat het tot 1943duurde voordat er echt sprake kon zijn van een min ofmeer officiële Jewish Brigade.

Al sinds 1939 namen joodse Palestijnen dienst in hetEngelse leger. Weizman, leider van de Jewish Agency, eenpolitieke belangenorganisatie met de Hagana als militai-re tak, drong er bij voortduring op aan bij WinstonChurchill om in het Engelse leger joodse soldaten op tenemen. In een eigen organisatie welteverstaan. Diejoodse mannen hadden zo hun eigen belangen. Ze wil-den laten zien dat ‘joden niet per se het slachtoffer hoe-

ven zijn’ zoals een van hen het later onder woordenbracht. Pas toen de volle omvang van de vernietigings-kampen langzaam tot de leiders van de vrije wereldbegon door te dringen, vatten de Engelsen sympathieop voor de ideeën van die joodse strijders in Palestina.In september 1944 gaf Churchill eindelijk het groenelicht. The Jewish Brigade was een feit. Een joodse vecht-machine in Engels uniform. Op de schouders echter dui-delijk herkenbare eigen epauletten. Hiervoor koos men–joodse overlevingshumor?– de gehate, geelgekleurdejodenster. Weliswaar op een blauw-witte ondergrond, delatere vlag van Israël, maar de ster was geel. Noemen zeons geuzen? Dan zijn we ook geuzen. Zoiets. Er kwameen uit Canada afkomstige generaal Benjamin, maar dePalestijnen die onder hem dienden, sommigen zeggentwaalfduizend, anderen hebben het over vijfduizend, rie-pen een eigen min of meer geheime commandostruc-tuur in het leven. Onder auspiciën van de Hagana, deorganisatie van joodse strijders met aan het hoofd delatere president van Israël Ben Goerion. Via Cyprus enEgypte belandde zo soldaat Hans Jonas als lid van dezeJoodse Brigade in het zuiden van Italië van waaruit zenaar het noorden trokken. Aan de rivier de Spesio inNoord Italië kwam het tot felle gevechten, onder meermet Duitse parachutistentroepen. De eerste twintigDuitse soldaten die ze krijgsgevangen hadden gemaaktwerden met verbijstering aanschouwd door de joodsejongens en mannen. Hadden zij kans gezien om dezeDuitse soldaten gevangen te nemen? Die waren tochonoverwinnelijk? En zij waren toch joden? Zij warentoch de slachtoffers? Die zachtmoedig behoorden te zijnen poëtisch van aard? Op 3 april 1945 kregen ze bezoekvan hun Palestijnse voormannen uit Israël die hen pre-zen omdat de Jewish Brigade liet zien dat joden kondenvechten en konden winnen. Toen Hans Jonas dan einde-lijk met zijn eenheid door het verslagen Duitsland trok,zijn land van herkomst, het land van zijn vader en moe-der, schaamde hij zich er niet voor dat hij zijn hart voel-de jubelen toen hij de verwoesting van het land voorzich zag. De aanblik van platgebombardeerde Duitsesteden zag hij als een vorm van gerechtigheid. Nog jarenna de oorlog antwoordde hij op de vraag wat het geluk-kigste moment in zijn leven was met een verwijzing naar

‘Toen Hans Jonas dan eindelijk met zijn eenheiddoor het verslagen Duitsland trok, zijn land vanherkomst, het land van zijn vader en moeder,schaamde hij zich er niet voor dat hij zijn hart voel-de jubelen toen hij de verwoesting van het land voorzich zag.’

BUUN 219

het aanschouwen van deze puinhopen van Duitse ste-den. Karlsruhe, Keulen of Kassel, het leken wel spook-steden. Andere eenheden van de Joodse Brigade deden dienstaan de grens tussen Italië en Joegoslavië. Daar, in degrensplaats Tarvisio, moesten ze de vluchtelingenstro-men reguleren. Onder de tienduizenden vluchtelingendie allemaal van Oost naar West gingen, bevonden zichde overlevenden van de concentratiekampen uit hetOosten. Joden, meer dood dan levend, op weg naar huis.Of wat daar van over was. Toen de Palestijnse soldatenmet eigen ogen zagen wat er in Europa was voorgeval-len, namen hun gevoelens van wraak alleen maar toe.Begrijpelijk, maar niet goed te praten voor een soldaat.Op eigen houtje ondernamen ze acties tegen nazi’s diezich in schuren en in bossen verborgen hielden. Dat wasde ene kant. De wraakkant. De andere kant was dat dejoodse kampslachtoffers die de Shoah hadden overleefdineens tegenover joden stonden in uniform, joodse sol-daten en joodse officieren. Met wapens. Met trucks. Metvoedsel. Met durf. En met het dringende advies vooralniet terug te keren naar hun dorpen en steden in Polenof in Roemenië, omdat ze daar niks te zoeken hadden.Europa had joden niks te bieden. Palestina werd vanafdat moment the place to be voor velen van hen.

De eenheden van The Jewish Brigade waartoe HansJonas behoorde werden naar het westen gezonden, rich-ting Frankrijk (Lille), België (Luik) en Nederland (Venlo).De Engelsen zaten een beetje omhoog met deze man-nen die wel heel erg fanatiek waren in hun jacht opnazi’s en hun sympathisanten en die niet altijd ditgeboefte overdroegen aan ‘de bevoegde autoriteiten’.Bovendien was de oorlog voorbij. De vrede was gete-kend. Dus werden ze ondergebracht op plaatsen waar zegeen kwaad konden en waar ze toch nog van enig nutkonden zijn. De Engelsen waren zo verstandig om dezejoodse jongens en mannen (Hans was intussen 42 jaar)

daarom niet in Duitsland te stationeren, maar inNederland. Om problemen te voorkomen. Een aantalJoodse Brigadiers belandde zo in Haarlem, waar zeonder meer Duitse krijgsgevangenen de plaatselijkesynagoge lieten reinigen.Vanuit Lille werd de groep vanHans Jonas, die door een simpel ongevalletje aan zijnhoofd gewond was geraakt, via Luik naar Venlogestuurd. Alsof God het zo gewild had, dacht Hans.Venlo, slechts vijfentwintig kilometer van de stad waarhij geboren was, slechts een uurtje fietsen vanMönchengladbach. Daar leefde misschien zijn familienog, zijn moeder wellicht, van wie hij al zo lang nietsmeer vernomen had, ook niet via Lore uit Jeruzalem, aanwie hij zo vaak als maar mogelijk was zijn Lehrbriefenstuurde. Hans wist zich nog te herinneren hoe hij alskind geregeld met de familie op de fiets naar Venlo gingom daar vlak over de grens koffie te drinken en chocolate kopen. In Venlo dus. Of bij Venlo. Beide voorzetselsworden gebruikt. Niet alleen door Hans Jonas in zijnErinnerungen (door hem begin jaren negentig verteldememoires aan twee Duitse publicisten) maar ook dooreen ander lid van de Joodse Brigade die toen in of bijVenlo was ondergebracht, een telg uit het befaamdegeslacht van de Rothschilds, de toen jeugdige Edmundde Rothschild. Hij vertelde onder meer in de televisied-ocumentaire over The Jewish Brigade Herwonnen zelfre-spect uit 1998 hoe hij vanuit België op twee augustus1945 naar Venlo gestuurd werd om daar landmijnen teruimen. Aldus geschiedde. Elke dag liep hij met Duitsekrijgsgevangenen naar de plaatsen in en bij Venlo waar-van men wist dat daar mijnen lagen. Hij liet tweeDuitsers voorop lopen en twee opzij en nadat zij ergenoeg hadden geruimd werden ze gerepatrieerd naarDuitsland. Ongelukken deden zich gelukkig niet voor.Waar dat nu precies geweest is in Venlo is moeilijk methonderd procent zekerheid vast te stellen, maar hetmeest waarschijnlijk is dat het hier niet gaat om Venlo,maar om Baarlo. Allereerst omdat Jonas zelf een keerzegt ‘bei Venlo’ en niet ‘in Venlo’, maar vooral omdat erin Baarlo en in Blerick mensen zijn die zich herinnerendat er vlak na de oorlog joodse soldaten gelegerd warenin en bij klooster De Berckt, dat deze joodse soldatenEngelse uniformen droegen en dat ze belast waren met

1940|1945

Hans Jonas als soldaat van de

Jewish Brigade in 1944

De Jewish Brigade in 1944

Page 112: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

220 BUUN

de bewaking van Duitse krijgsgevangenen. De bedoeldemijnen hebben waarschijnlijk gelegen op en bij de zoge-naamde verdedigingswallen rond Blerick. De JoodseBrigade bewaakte deze Duitse krijgsgevangenen dielagen op het ‘land van boer Bongers’: op het grasland ofbouwland tussen de huidige Napoleonsbaan, de kloos-termuur en de Maas. Gewoon in het veld, niet in tenten.De 83-jarige Graad Kuipers uit Blerick weet nog hoe hijals jongeman van in de twintig met een van de joodsesoldaten een gesprek voerde over de bewaking van dezekrijgsgevangenen. De Duitsers lagen met honderdenachter door de Engelsen neergelegde rollen prikkel-draad op het weiland. “Het zag er zwart van de solda-ten”, herinnert hij zich. Op het huidige kruispunt, daarwaar de kloostermuur eindigt, had een lid van de JewishBrigade achter een mitrailleur plaatsgenomen. Vandaaruit kon hij namelijk het gehele veld overzien. “Zal ikze allemaal doodschieten?”, vroeg hij aan deBlerickenaar. Toen deze wat verschrikt reageerde, legdede soldaat uit dat hij het zo niet bedoeld had. En dat hijbovendien als jood misschien wat feller reageerde opDuitse soldaten dan andere Engelsen. Graad weet ooknog dat de soldaten van deze Joodse Brigade andersgekleurde schouderstukken droegen dan de rest van deEngelse troepen. Kleinere en grotere eenheden Duitse krijgsgevangenenwerden ingezet bij het ruimen van de zogenaamde‘richelmijnen’ die er nog overal lagen, met name in enlangs Blerick. Voor, achter en opzij zag je dan, volgensGraad, de soldaten van de Joodse Brigade met tussenhen in de Duitsers die de mijnen onschadelijk moestenmaken. Om te voorkomen dat ze er ‘per ongeluk expres’eentje over het hoofd zouden zien, werden de Duitsersgedwongen om na ruiming van het perceel elkaar bij dehand te nemen en ruggelings terug te lopen over dat-zelfde perceel. Voorwaar een breugheliaans tafereel. Ofde joods-engelse soldaten ook op andere plaatsen in ofrond Venlo zijn ingezet dan in Baarlo en Blerick, het zalhaast wel, maar dat zal nader onderzoek moeten uitwij-zen. Dat ze tijdens vrije uren en verlofdagen naar ‘destad’ –in dit geval dus Venlo– gingen lijkt me ook voor dehand te liggen. Vanuit haar kamp in Venlo ondernam de Joodse Brigade

trouwens nog een opmerkelijke actie. Mogelijk gemaaktdoordat Hans Jonas wist welke joodse families in hetvooroorlogse Mönchengladbach leefden. Sommigeoverlevenden van de kampen spraken met groteafschuw en verbittering over joodse medegevangenendie door de Duitsers werden ingezet tegen hun kamera-den. Deze zogenaamde kapo’s waren vaak zeker zowreed als de Duitse bewaking. Het gerucht ging dat eenvan deze kapo’s terug in zijn woonplaats Mönchen-glad-bach de Engelse stadsbestuurders had wijsgemaakt dathij geschikt zou zijn om dat wat er nog restte aan joodsleven in de stad op poten te zetten en te reorganiseren.Een van de overlevenden van de kampen had hem ech-ter herkend. Hans Jonas, bekend met de lokale situatie,ging er vanuit Venlo op af om deze verrader, ene PaulRaffaelson, te ontmaskeren. Dat lukte hem echter niet.Bewijsmateriaal was er niet. Dat het zaakje stonk washem duidelijk. En ook de Engelsen vertrouwden de ventniet. Maar op dat moment iets bewijzen, dat was nogniet zo makkelijk. Dus liet men het voorlopig maar zo.Het verbaasde hem echter niet dat hij jaren later inCanada in de krant las dat deze zelfde Raffaelson gear-resteerd was op beschuldiging van het begaan van oor-logsmisdaden. Veel zwaarder had Hans het natuurlijk met het berichtvan de dood van zijn moeder. Opmerkelijk is het hoezelfs op dat moment, toen het toch werkelijk wel duide-lijk moest zijn wat er gebeurd was in het christelijkbeschaafde Duitsland, de nieuwe bewoners van wat eenszijn ouderlijk huis was in Mönchengladbach hem vroegentoen hij eraan kwam lopen hoe het met zijn moeder ging.

Veldje Boer Bongers Baarlo

Veld in Baarlo waar Jewish Brigade Duitse krijgsgevangenen bewaakte

BUUN 221

En toen Hans ze de waarheid zei, dat ze in Auschwitz ver-moord was door de nazi’s, waren ze stomverbaasd. Zegeloofden hem niet. Wie zou nu toch zo’n aardigemevrouw hebben willen ombrengen, nietwaar? Op straat,in het centrum van de stad, vlak voor de borden waaropde namenlijsten met vermisten waren aangeplakt, werdHans aangeklampt door een vrouw. Ze vertelde hem hui-lend dat ze zijn moeder in het getto van Lodz nog gezienhad. Vlak voor ze naar Auschwitz werd getransporteerd.

Toen Hans Jonas in november 1945 eindelijk terugkeer-de in Jeruzalem konden hij en zijn vrouw Lore doorbemiddeling van een Nederlandse verpleegster eenklein huisje betrekken in de heuvels boven de stad. Hijging lesgeven, maar de druk was groot om zijn militaireopleiding en ervaring in dienst te stellen van een leger inoprichting van de nieuw te vormen staat Israël. Toen deonafhankelijkheid van Israël inderdaad werd uitgeroe-pen in 1948, was echter hun dochtertje Ayalah al gebo-ren, was de broer van Lore gesneuveld in de strijd tegende Arabische buurlanden en was Hans zelf er sowiesoaan toe om eindelijk te gaan doen wat hij graag deed:zich bezig houden met schrijven en doceren, het liefstaan een universiteit. Bovendien zag hij wel aankomendat er aan de oorlogen in het Midden-Oosten voorlopiggeen eind zou komen. Hij zei daarom geen nee tegen een uitnodiging van deLady Davis Foundation om in Canada te gaan docerenaan de universiteit van Montreal. Een gastdocentschapin Ottawa volgde, evenals enige kortdurende aanstellin-gen in Chicago en Cincinnatti. Zoon Jonathan werd inCanada geboren en het gezinnetje Jonas leidde al spoe-dig het ‘happy life’ van een typisch Amerikaans-Canadees campusbestaan. Het jaar 1952 bracht hemvoor een kort bezoek terug naar Duitsland. Van HannahAhrendt had hij vernomen dat zijn grote jeugdliefdeGertrud Fischer nog in leven was. Na een lezing inMünchen was Gertrud op Hannah afgestapt en de tweevrouwen hadden elkaar met tranen in de ogen bij dehand gegrepen. Hannah had hem ook het adres vanGertrud gegeven en Hans en Gertrud ontmoetten elkaarbij het station van München en wandelden van daarnaar de beroemde Engelse Tuin in die stad om hun

weerzien te vieren. Gertrud was inmiddels getrouwd enmoeder van een dochtertje. Toen Lore twee jaar daarnain Duitsland moest zijn, bezocht ze deze jeugdliefde vanhaar man. Het klikte tussen de twee vrouwen en zo konHans nog jarenlang vreugdevol aanzien hoe de tweebelangrijkste vrouwen in zijn leven vriendschap voor hetleven hadden gesloten. In 1955 werd dochter Gabriellegeboren en in datzelfde jaar volgde de benoeming vanHans Jonas tot professor aan de New School for SocialResearch in New York. Hij ging er aanzienlijk meer ver-dienen, al kwam hij er ook snel achter dat het leven inNew York dit hogere salaris aardig afroomde. Hij bleefhier tot aan zijn pensioen in 1976, hij was toen 73 jaar.Dat hij zolang doorwerkte had ook te maken met het feitdat zijn pensioenopbouw beroerd was, doordat hij pasin vaste dienst kwam toen hij 43 was.

Zijn wetenschappelijk werk ging steeds vaker over demens in een technologische samenleving. Zijn artikelenen publicaties probeerden de mens een ethisch houvastte geven voor het technologisch tijdperk waarin demensheid inmiddels verkeerde. De grote doorbraak bijhet publiek kwam met Das Prinzip Verantwortung in 1979.De technologie heeft de mens in een compleet nieuwewereld geplaatst, beweerde hij. Door de technologiegroeit het bereik van het menselijk handelen explosief,ten goede maar ook ten kwade. De ‘oude’ filosofie biedthiervoor geen of weinig houvast. Hoe te handelen vol-gens Plato of Sartre in geval van gen-technologie of

1940|1945

Zijn artikelen en publicaties probeerden de menseen ethisch houvast te geven voor het technologischtijdperk waarin de mensheid inmiddels verkeerde.

Hans Jonas in Jaffa in 1946

Hans Jonas en zijn gezin in New York in 1966

Page 113: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

222 BUUN

wanneer het gaat om klonen, ivf, kunstmatige levens-beëindiging of juist levensverlenging? Dat was er alle-maal nog niet toen zij leefden. Er waren door de tech-niek heel nieuwe dimensies van verantwoordelijkheidontstaan. De mens is voortaan niet alleen meer verant-woording verschuldigd aan zichzelf en aan zijn naaste,maar ook aan de aarde, de natuur, het milieu en aantoekomstige generaties. Handelingen zijn moreel rele-vant, volgens Jonas, als ze betrekking hebben op hetbehoud en het welzijn van de mens zelf, de medemensen de natuur, zowel voor het heden als voor de toe-komst. Samengevat in de inmiddels befaamde Drie Wetten vanHans Jonas:Handel zo dat de effecten van je handelen verenigbaar zijn methet voortbestaan van echt menselijk leven op aarde.Handel zo dat je de voorwaarden voor het voortbestaan van echtmenselijk leven op aarde niet in gevaar brengt.Handel zo dat je de integriteit van toekomstige generatiesrespecteert.

Het boek werd razend populair. Alleen al in Duitslandwerden er 200.000 van verkocht. En dat voor een filoso-fisch werk. Hij had het trouwens in het Duits geschre-ven, hoewel hij al meer dan veertig jaar niet meer inDuitsland of in een Duitstalig gebied woonde. Op 11oktober 1987 ontving Hans Jonas voor dit boek in dePaulskirche te Frankfurt de Vredesprijs van de DuitseBoekhandel. De stad Mönchengladbach nodigde Hansen Lore vervolgens uit voor een bezoek aan de geboor-testad van de ethisch filosoof, inmiddels door velemilieugroepen beschouwd als de grondlegger van hungedachtegoed. Ze bezochten ook het gymnasium van destad en het stadsbestuur verraste hem met het opsteldat hij op zijn examen voor de middelbare school in1921 had geschreven. Het archief van de school had alleverwoestingen van de oorlog overleefd. Men had hetopstel laten inlijsten en het werd in de zaal voorgelezen.De tekst ging over de ideeënrijkdom van Goethe.Letterlijk schreef destijds de achttienjarige Hans Jonasin dit examenopstel: “En in het centrum stond de ver-antwoording die de mens als heerser over de aarde

draagt.” Het werd stil in de zaal. Hans fluisterde zijnLore in het oor: “Mijn God, ben ik stil blijven staan? Benik al die tijd niet verder gekomen? Zei ik die dingen toenal? Toen ik achttien was?”Ondanks een steeds problematischer longemfyseembleef hij actief. En bleef hij genieten van zijn ‘schnäp-schen’ en zijn sigaretje. Toen hij 89 was sprak hij een uit-verkochte Prinzregenthensaal in München toe over hetnaderende einde van de twintigste eeuw. In juni 1992.Een half jaar later stierf hij. Op 5 februari 1993. In zijnwoonplaats New Rochelle vlak bij New York. Negentigjaar oud. De stad Mönchengladbach herdacht hem inzijn honderdste geboortejaar en tiende sterfjaar doorhet jaar 2003 uit te roepen tot Hans Jonas Jahr. Met ten-toonstellingen, symposia, films en toneel, een park werdnaar hem genoemd en een standbeeld onthuld, deBundespost kwam zelfs met speciale Hans Jonas zegels.In Venlo was dat helaas niet zo merkbaar in 2003.Ondanks alle euregio-gepraat ligt er blijkbaar nogsteeds een echte grens. Terwijl Hans Jonas in 1945 hierin Venlo toch niet de minst belangrijke periode van zijnleven doorbracht. Kort van duur maar met een groteimpact: de oorlog voorbij, zijn eer gewroken, zijn moe-der gestorven in Auschwitz, zijn jonge vrouw Lore alleenin Palestina en hijzelf als joods-engels soldaat in Noord-Limburg. Met een dubbel hart dat vervuld was van angstzowel als hoop en met een grote mate van onzekerheidwie van deze twee het zou winnen in dat deel van zijnleven dat nog voor hem lag.

BIBLIOGRAFISCH OVERZICHTHANS JONAS

Van Hans Jonas is op dit momentin de betere boekhandel te ver-krijgen of te bestellen:

Bij Uitgeverij Insel:Hans Jonas - Erinnerungen. 2003.503 blz. 24,90 euro.Hans Jonas - Gnosis. 1999. 450blz. 35,80 euro.Hans Jonas - PhilosophischeUntersuchungen und metaphysi-sche Vermutungen. 1992. 257 blz.20,80 euro.Hans Jonas - Das Prinzip Leben.1994. 408 blz. 24,80 euro.Hans Jonas - Das PrinzipVerantwortung. 424 blz. 24,80euro.Hans Jonas - Technik, Medizinund Ethik. 1990. 324 blz. 22,80euro.

Bij Uitgeverij Suhrkamp:Hans Jonas - Gedanken überGott. Drei Versuche. 1994. 104blz. 8,80 euro.Hans Jonas - Der Gottesbegriffnach Auschwitz. 1987. 49 blz. 5 euro.Hans Jonas - Macht oderOhnmacht der Subjektivität?1987. 140 blz.Hans Jonas - Philosophie.Rückschau und Vorschau am Endedes Jahrhunderts. 1993. 43 blz. 9,80 euro.Hans Jonas - Das Prinzip Leben(pocketuitgave). 1997. 408 blz.11,50 euro.Hans Jonas - Das PrinzipVerantwortung (pocketuitgave).1984. 426 blz. 10 euro.Hans Jonas - Technik, Medizinund Ethik (pocketuitgave). 1987.324 blz. 9,50 euro.

BUUN 223

1940|1945

Hans Jonas en de burgemeester van

Mönchengladbach in 1988

Hans en Lore Jonas in 1987

BIOGRAFISCH OVERZICHTHANS JONAS

1903 • Op 10 mei wordtHans Jonas als zoon van tex-tielfabrikant Gustav Jonas enRosa Horowitz, dochter vande opperrabijn van Krefeld,in Mönchengladbach gebo-ren.1921 • Diploma gymnasium.Schrijft zich in als studentKunstgeschiedenis enFilosofie aan de universiteitvan Freiburg.1923 • Volgt een agrarischeopleiding in Wolfenbüttel alsvoorbereiding op emigratienaar Palestina.1924 • Studie in Marburg bijHeidegger. Ontmoet HannahArendt. Bestudeert Gnosis.1929 • Stormachtige ver-houding met GertrudFischer. Gepromoveerd opGnosis.1933 • Besluit Duitsland teverlaten. Reist naar Londen,Nederland, Zwitserland enbezoekt in Parijs HannahArendt die daar inmiddelswoont.1935 • Arriveert op JoodsPaasfeest in Palestina.1936 • Bezoek van oudersaan Hans in Jeruzalem.Meldt zich aan bij Joods ver-zet in Palestina (Hagana).1937 • Ontmoeting met toe-komstige echtgenote LoreWeiner.1938 • Ontvangt bericht

overlijden vader. Broer vanHans ziet nog kans naarPalestina te ontkomen.Moeder lukt dat niet meerdoor een immigratiestop vande Engelsen. 1939 • Na het uitbreken vande Tweede Wereldoorlogmeldt Hans Jonas zich alsvrijwilliger in het Engelseleger.1940 • Opleiding in Engelsoefenkamp Sarafant. Doetdienst bij First Palestine AntiAircraft Battery. Wordt inge-zet in Haifa.1942 • Deportatie moedernaar getto Lodz. Later naarAuschwitz waar ze vermoordwordt. 1943 • Huwelijk met LoreWeiner in Haifa.1944 • Wordt lid van JewishBrigade. Opleiding inAlexandrië. Via Zuid-Italiënaar het noorden vanEuropa. Zendt zogenaamdefilosofische Lehrbriefen naarLore.1945 • Eenheid JewishBrigade van Hans Jonas trektdoor Duitsland. Wordtondergebracht in Venlo.Hans keert terug naarMönchengladbach.1946 • Docent HebreeuwseUniversiteit Jeruzalem.1948 • UitbrekenOnafhankelijkheidsstrijdIsraël. Hans en Lore verhui-zen van Arabisch dorp

Issawyje naar Jeruzalem.Geboorte dochter Ayalah.1949 • Emigratie naarCanada. Docent UniversiteitMontreal.1950 • Geboorte zoonJonathan. Opnieuw ontmoe-ting Hannah Arendt.1952 • Reis naar Europa.Weerzien Gertrud Fischer inMünchen.1955 • Geboorte dochterGabrielle. Benoeming totprofessor New School forSocial Research in New York. 1959 • Reeks lezingen inDuitsland.1963 • Polemiek metHannah Arendt over ‘kwestieEichmann’.1964 • Beroemde voor-dracht Hans Jonas over‘Heidegger en Theologie’aan de Universiteit van NewJersey. Pas in 1969 komt hettot een korte ontmoetingtussen Heidegger en Jonas.1967 • Houdt zich steedsmeer bezig met bio- enmedisch-ethische thema’szoals hersendood enorgaantransplantatie.1973 • Publiceert‘Organisme en Vrijheid’, aan-zet voor een biologischefilosofie.1976 • Emeritaat.Boek ‘Das PrinzipVerantwortung’ wordt over-weldigend succes inDuitsland.

1982/83 • Gasthoogleraaraan Universiteit vanMünchen.1984 • Toekenning LeopoldLukas Preis van deUniversiteit van Tübingen.Toespraak bij prijsuitreikinggaat over het Godsbegrip naAuschwitz.1987 • ToekenningVredesprijs van de DuitseBoekhandel in Frankfurt.Ontvangt het Bundesver-dienstkreuz van deBondsrepubliek Duitsland.Ereburger van de stadMönchengladbach.1991 • EredoctoraatUniversiteit van Konstanz.1992 • Eredoctoraat van deVrije Universiteit van Berlijn.1993 • Publicatie ‘Filosofie.Terugblik en vooruitblik aanhet eind van de eeuw.’Ontvangt op 30 januariPremio Nonino in UrbinoItalië. Op 5 februari sterftHans Jonas in New Rochellebij New York. Hij wordtbegraven in het joodsegedeelte van de oecumeni-sche begraafplaats vanHastings in de Staat NewYork.

De stad Mönchen-gladbach herdacht hemin zijn honderdstegeboortejaar en tiendesterfjaar door het jaar2003 uit te roepen totHans Jonas Jahr.

Page 114: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 225224 BUUN

Aan iemand met de naam Bode gaf hij een laatste boodschapmee. ‘Als je wilt weten hoe ik me voel, dan moet je psalm 25lezen’, zei Hans Thijssen op een vrijdagavond tegen een café-genoot. Nog geen halve dag later, op 30 augustus 2003, ein-digde zijn veelbewogen leven. Hij stapte eruit in de een-zaamheid van zijn kamer. Zijn dood werd rondverteld, erstond een overlijdensbericht in de krant, maar een artikelover zijn leven en over zijn betekenis bleef uit, ook in deweken en maanden daarna. Terwijl toch velen in Venlo hemkenden als iemand die zijn stempel op het stadsleven hadgedrukt. Vergetelheid verdient hij niet. Daarom deze biogra-fische schets, voornamelijk aan de hand van herinneringenvan mensen uit zijn omgeving.

Het zal ergens in het najaar van 2000 zijn geweest. Een bijnaonverkwikkelijk beeld op een regenachtige dinsdagmorgen:Hans Thijssen stapte achter op de wegrijdende vuilniswagen.Ik keek nog eens, jawel, dat moest hem zijn. Hans Thijssenwas - toen al bijna drie jaar bleek later - terug in Venlo. Terugvan zijn Tsjechisch avontuur, een avontuur dat zo tragisch ein-digde met een gevangenisstraf. En nu? Probeerde hij in Venloweer voet aan de grond te krijgen? Te beginnen op de laagstemaatschappelijke trede?Ik kende hem niet in persoon. En wist dus ook niet hoe slechthet eigenlijk met hem gesteld was. Ik kende hem zoals zoveelmensen hem kenden: als een opmerkelijk stadsfiguur.Iemand die dj was in het OOC en midden jaren zeventig eeneigen platenzaak, Satisfaction, runde, organisator was van hetZomerparkfeest, en uitbater van de cafés St. Stephen,Hemingway en het Labierint. En iemand die begin jarennegentig alles en iedereen de rug toekeerde en met een fri-teswagen naar Tsjecho-Slowakije vertrok. Het was zo tegelijkertijd iemand waar je tegen opkeek, eenboegbeeld van een generatie. Boegbeeld, ja, want HansThijssen was niet alleen een product van zijn tijd, de veelbe-sproken generatie van de jaren zestig en zeventig, maar speel-de daarin een actieve rol. De gesprekken met familie envrienden bevestigen dat beeld alleen maar. Hans wilde nietalleen maar meedrijven op de collectieve stroom, maar hetliefst zelf activiteiten op touw zetten. Steevast wordt hijomschreven als iemand met honderd ideeën, ook al warendie niet allemaal uitvoerbaar. Hij wordt omschreven als eenhumorvolle, zachtaardige, vriendelijke man, die met iedereencontact kon leggen, en dat ook deed, omdat hij iedereen ver-trouwde. En hij koesterde een onwrikbaar levensoptimisme,ondanks de teleurstellingen die de harde werkelijkheid hemnu en dan bezorgde. De popgroep Decennium, waarvoorHans in de jaren zeventig lange tijd hand- en spandienstenverrichtte, droeg postuum een lied aan hem op. De laatstetwee regels bezingen zijn levenshouding treffend: ‘And in mydreams I still see the sun/ It’s hard to believe when youawake.’

Zet er een leeftijdgenoot naast die over dezelfde kwaliteitenbeschikt en de kans is groot dat je een geslaagd carrièremanziet staan. Waardoor liep het met Hans Thijssen dan mis?

Door drugs en alcohol? Door een gebrek aan werkelijkheids-zin, aan zakelijkheid, commercieel inzicht? Een weigering omvolwassen te worden misschien? Of gewoon door dommepech? Waarschijnlijk door van alles een beetje.

Een portret van Hans Thijssen moet beginnen met een schetsvan de tijd waarin hij opgroeide, en de generatie waarvan hijdeel uitmaakte. Er broeide iets onder jongeren in de jaren zestig en dat is nogzwak uitgedrukt. Hoewel de achtergronden overal verschil-lend waren, kwam wereldwijd een beweging op gang, poli-tiek en vooral cultureel, een tegenbeweging. Sommigen spra-ken van een diepliggend generatieconflict. ‘De jaren zestig’ isinmiddels een begrip geworden dat associaties oproept metzulke uiteenlopende verschijnselen en gebeurtenissen alsProvo, de moord op Kennedy, protesten tegen de oorlog inVietnam, studentenopstanden naar het voorbeeld van mei’68, en, niet in de laatste plaats, de populariteit van de Beatlesen de opkomst van de pop- en jeugdcultuur. Muziek, pop- enrockmuziek, speelde bij de nieuwe levensstijl die in dezejaren ontstond een voorname rol. De invloed daarvan werdnog eens versterkt door de enorme media-aandacht, op detelevisie, via de radio, in kranten en in opkomende muziek-bladen. De filosoof McLuhan vatte dit soort media-effectensamen in de klassiek geworden slogan ‘the medium is themessage’.

Hoe overdonderend een televisieoptreden van een popgroepin die dagen kon uitwerken, verwoordt Hay Joosten, die mid-den jaren zestig zelf manager werd van popgroep Static: "Ikherinner mij nog goed dat de Pretty Things op tv waren. In1963 was dat. Wow! Dat was ruig! Ruiger dan alles wat ik totdan toe gehoord en gezien had. Vanaf dat moment veran-derde mijn leven, binnen enkele maanden had ik anderevrienden, ging ik me anders kleden en ik liet mijn haar groei-en." Zo zal iedereen zich weer andere betekenisvolle jeugd-momenten voor de geest kunnen halen. De muziek haakte inop een gevoel dat blijkbaar bij veel jongeren al latent aanwe-zig was. In gezinnen en vriendenkringen ontstond er een scheiding inmuziekvoorkeuren. Je hield van de Beatles of je liep weg metde Rolling Stones, maar meestal niet met allebei. De Beatlesvielen zelfs bij menige ouder in de smaak. Zo ook ten huizevan de familie Thijssen in Blerick. "Hans en ik waren Stones-fan, mijn jongste broer en mijn vader hadden een voorkeurvoor de Beatles", vertelt Will Thijssen, de vijf jaar oudere zusvan Hans. Allengs zou zijn muziekvoorkeur zich vooral gaantoespitsen op de Amerikaanse Westcoastmuziek, met namenals Moby Grape en Grateful Dead. Niet zo vreemd daaromdat hij ook fan werd van de plaatselijke groepen Static enDecennium.

Begin jaren zestig konden jongeren in Blerick, om even inHans’ geboorteplaats te blijven, terecht in de zaal van Tivoli,waar regelmatig beatbandjes speelden. Buurtgebouw OnsHuis startte in 1966 met een poppodium, Stage ’66, waarop

Door Thijs Lenssen

‘In mijn dromenzie ik nog steedsde zon’Portret van Hans Thijssen

(1951-2003)

All that’s left

My mind is filled with rain these daysNow I find myself aloneIn a world that has changed in so many waysEven gone are some friends we used to know

The songs I’m singin’ don’t sound the sameSince I don’t know where I’m boundI think I go back from where I cameIt’s better than be treated like a clown

(refr.)All that’s left is an empty feeling insideWhen things you do Do not turn out rightBut I go on, and I’ll be strongThey won’t bring me down these days

There comes a time that I don’t have to runTo keep myself from being chainedAnd in my dreams I still see the sunIt’s hard to believe when you awake

(Tekst en muziek: Decennium)

Page 115: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 227226 BUUN

vanaf die tijd landelijk bekende groepen te zien waren. Static,toen nog met de naam ST plus ST (een afkorting van StainlessSteel), had er een oefenruimte in de kelder, en werd op eengegeven moment ontdekt door George Kooymans van deGolden Earring. Ons Huis groeide in de jaren zeventig uit toteen volwaardig jongerencentrum.Vanaf midden jaren zestig probeerden in Venlo groepen jon-geren de plaatselijke politiek te bewegen een eigen ontmoe-tingscentrum, een eigen ‘home’, te creëren. In een kranten-artikel in het Dagblad voor Noord-Limburg kwam een van deopvallendste groepen, die zich veel ophield rond het station,aan het woord. Het waren de ‘jongens-met-lang-haar’, diealleen al vanwege hun haardracht aan de kant gezet werden.Citaat uit het artikel: "Het verschil is maar een centimeter of20, 25. Maar door die 25 centimeter staan ze meteen in eenuitzonderingspositie. Ze moeten smalende opmerkingenincasseren, worden als onguur beschouwd en worden overalweggekeken. En dat alleen maar omdat ze het mooi vindenhun haren langer te dragen dan de doorsneeburger doet."Toen al (1967) werd naarstig gezocht naar een geschikt pand,maar het zou ruim drie jaar duren voor het OOC officieelgeopend kon worden in een complex aan de Heutzstraat. Inde tussenliggende jaren waren er regelmatig wervelendeavonden voor jongeren in gelegenheden als Nationaal, jeugd-huis De Maagdenberg en café Moustache. Die evenementengaven een combinatie te zien van muziek, theater en perfor-mances.Het OOC, tegenwoordig Perron 55, zou zich ontwikkelen toteen bloeiend centrum van vooral muziek-, film-, theater- endansactiviteiten. Om enkele voorbeelden te noemen: erwaren Swingavonden, performances zoals de ParanoiaMartin Show, een Muziekkollektief - het eerste in Nederland- werd opgericht, theatergroep Crazy Daisy zag het licht, enin OOC Zienema werden niet-commerciële films getoond.

En het haar werd bij steeds meer jongeren langer en langer.Wie het nodig vond zich tegenover de buitenwacht te verde-digen gebruikte wel de slagzin ‘beter langharig dan kortzich-tig’. Tot de lange lokken en baarden bijna geaccepteerd wer-den als een modieuze trend, die in de tweede helft van dejaren zeventig alweer aan het wankelen werd gebracht door‘punkers’ en ‘new wavers’. Ook bij de middelbare scholier Hans Thijssen groeide hethaar spoedig tot op de schouders. En hij ging het gedrag ver-tonen dat paste bij de opstandige tieners. De kelderruimtevan het ouderlijk huis aan de Alberickstraat werd ingericht als‘hangplek’, waar hij met zijn vrienden platen kon draaien,bier kon drinken en de eerste stickies rookte. "Daar mocht ikals snotjong - ik was acht jaar jonger dan Hans - natuurlijk nietaltijd bij zijn", zegt broer Bart Thijssen. Hans ontdekte het vrij-heidsgevoel dat zoveel opgroeiende jongeren aansprak.Jeugdvriend Peter Engels, die hem op de MTS leerde kennen,herinnert zich hoe ze in 1970 met zijn drieën naar het con-cert van de Rolling Stones in Londen zouden gaan. "Dat werdgegeven in Hyde Park, kort na het overlijden van Brian Jones.Doordat de derde maar niet kwam opdagen, waren we ten-

slotte te laat voor de boot naar Engeland. Hans en ik beslotenom dan maar naar Frankrijk te gaan liften. We kwamenterecht in Parijs waar we bij de Eiffeltoren in de openluchthebben geslapen." Muziek begon in het leven van Hans Thijssen al gauw eenhoofdrol te spelen. Hij leerde zelf gitaar spelen, bezocht pop-festivals, en toog regelmatig met vrienden naar het DuitseRheindahlen in Mönchengladbach, naar de Engelse legerba-sis aldaar. Peter Engels: "Mijn broer werkte daar, zodat we erbelastingvrij elpees konden kopen. We kwamen soms metwel veertig platen, van een tientje per stuk, terug in Venlo,waar ze toen nog zo’n achttien, negentien gulden kostten."De liefde voor muziek kon Hans eveneens in praktijk bren-gen toen hij begin jaren zeventig als vrijwilliger in het OOCging werken. Hij was er een van de dj’s die op wekelijkseavonden hun favoriete platen mochten draaien. Rond die-zelfde tijd kon hij zelfs zijn brood in de muziek gaan verdie-nen. Dat was toen hij de MTS verruilde voor een baan bijDom van den Bergh op de platenafdeling, waar hij inkopervan popmuziek werd. Hij vervulde er een pioniersrol doorplaten te importeren die elders nog niet te krijgen waren.Maar op een dag hield hij het voor gezien. Will Thijssen: "Hijbleef in bed liggen, en op de vraag of hij niet moest gaan wer-ken, reageerde hij: ‘ik heb er geen zin meer in.’" Niet langdaarna, ergens in 1974, stond hij in zijn eigen platenzaak,Satisfaction, aan de Parade, een kleine zaak, maar boordevolgoedkope platen, nieuwe en tweedehands. Geert Driessen,een van de opvolgers van Hans bij Dom van den Bergh enlater medeoprichter van Sounds, herinnert zich: "Satisfactiondeed niet onder voor bijvoorbeeld Boudisque in Amsterdam.De elpees waren bovendien goedkoop. En het was er gezel-lig, Hans stond vaak met een fles bier achter de toonbank, enhij kon het in zo in zijn hoofd krijgen om Jerry Garcia, de zan-ger-gitarist van Grateful Dead, in Amerika op te bellen als ereen nieuwe plaat van de groep verschenen was." Het is eengedrag dat past bij de spontaniteit die Hans Thijssen volgensveel vrienden eigen was.

Ongeveer drie jaar, tot 1977, langer bestond SatisfactionRecordshop niet. Intussen werkte Hans nog steeds als vrijwil-liger bij het OOC. In die hoedanigheid was hij in 1976 eenvan de initiatiefnemers van het roemrijke zomerstraatfeest.Hay Joosten, in die tijd projectleider van het OOC: "We had-den verschillende werkgroepen, waar allerlei ideeën naarvoren werden gebracht, ‘uitfreaken’ noemden we dat: ieder-een kon zijn gedachten op tafel leggen, het maakte niet uithoe gek die waren, want we probeerden telkens met ver-nieuwende activiteiten voor de dag te komen. Ook Hans hadvaak de meest wilde ideeën; maar er waren altijd wel men-sen bij die hem dan weer met beide voeten op de grond kon-den zetten." Hoe het ook zij: bij een van die gelegenhedenwerd het plan geboren om een openluchtfestival te organise-ren. "Zoiets als het Amsterdamse Festival of Fools, theater incombinatie met muziek, stond ons voor ogen. We haddenDjango Edwards al eens te gast gehad en die act sloeg enormaan. Zo kwam het eerste zomerstraatfeest tot stand, in samen-

Hans in Grateful Dead-shirt.

In ‘Op weg naar Katmandoe’, uit de Paranoia Martin show. Rechts naast hem Sjang

Hermans, links Sjaak Peters. Het decor werd geschilderd door Eric Toebosch.

Interieur OOC. De periode van ‘jong’ zijn werd in de jaren zeventig flink verlengd.

Bob Dylan bezong de eeuwige jeugd, in de zin van trouw blijven aan je idealen, als

een soort adagium in Forever Young.

Bij OOC in de Heutzstraat

Page 116: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 229228 BUUN

werking met het vlakbij gelegen café d’n Tomp en met steunvan bewoners van de Heutzstraat." Complicerende factor wasdat deze straat op last van de gemeente de hele dag openmoest blijven voor het verkeer. Besloten werd om ’s middagsalvast een soort overbrugging in de straat te maken, en hetpodium er op het laatste moment, meteen na winkelslui-tingstijd, in te schuiven. Het evenement kende meteen veelliefhebbers. Na twee jaar werd het feest, vanwege het succes,verplaatst naar het Julianapark. Het groeide in de loop derjaren, zoals bekend, uit tot een van de grootste publiekstrek-kers voor Venlo. Afgelopen jaar werd het gewaardeerd als hetop één na beste festival van Nederland. Hans was de eerstevoorzitter van de Stichting Zomerparkfeest, maar zijn drank-gebruik stond een verantwoorde uitoefening van die functieeigenlijk in de weg. Het kwam zelfs een keer voor dat hij hetprogramma van een verkeerde dag stond aan te kondigen.Hij legde zijn bestuursfunctie uiteindelijk noodgedwongenneer, deels ook omdat hij inmiddels andere bezigheden had.

Na Satisfaction had Hans zijn zinnen op het caféwezen gezet.Hij werd kastelein in zijn eigen St. Stephen, genoemd naareen nummer van zijn favoriete band Grateful Dead. Het café,gelegen aan de Martinusstraat, voegde zich tijdelijk in het rij-tje populaire ontmoetingsplaatsen voor jongeren, zoals hetOOC, café Bonaparte, Sneeuwwitje en De Prins, waar af entoe grote concerten plaatsvonden. Hans woonde enige tijdboven zijn café. Het waren de jaren dat hij nog steeds tenvolle genoot van zijn vrijheid. Dat hij toen al getrouwd was -aan verloven en trouwen onttrokken de meeste jongeren zichniet, ook al zetten ze zich af tegen de vorige generatie - deedaan dat vrije leven geen afbreuk. Kiky Bos, die in deze jaren vaak met Hans optrok, tekent hetdagelijks leven dat veel jongeren leidden. "Je hoefde niks inde zeventiger jaren, je woonde op kamers, sliep tot na demiddag en ging dan de stad in naar je vrienden in het café of,als het mooi weer was, bij het zwembad De Onderste Molen.Over geld maakte niemand zich druk, want de sociale uitke-ring zorgde voor een vangnet. En met je familie had je nau-welijks of geen contact." Die opmerking sluit aan bij degeschiedschrijving over de nieuwe generatie. Jongerenbespraken hun problemen niet langer in hun eigen gezin, enmet hun ouders, maar met elkaar. Ze hadden bovendiengenoeg nieuwe problemen, al was het maar vanwege experi-menten met drugs. Ook Hans was hier ontvankelijk voor.Kiky: "Hij tripte, probeerde, zoals wel meer leeftijdsgenoten,LSD uit, en dat bekwam hem zo slecht, dat hij er ook weerrigoureus mee stopte. Hij zocht een alternatief in alcohol,maar dat is nooit een goed vervangingsmiddel voor LSD ofcoke." Door het vrije, relatief zorgeloze leven van de jaren zeventigzijn er volgens sommigen veel talenten teloorgegaan. Daarstaat tegenover dat velen kans zagen, ondanks de toenemen-de jeugdwerkloosheid, via vrijwilligerswerk allerlei talenten tebenutten. Hay Joosten: "Ik kreeg onlangs nog van iemand tehoren: ‘wat goed dat het OOC er toen al was, daar heb ikdingen geleerd, waar ik nu nog baat van heb.’ Het OOC was

een kweekvijver van talenten: je kon er creatieve capaciteitenontplooien, er was een zeefdrukkerij, een video-leerwerk-plaats, je kon er met techniek en geluid, met de PA lerenomgaan, en sommigen hebben daar later, toen het econo-misch weer beter ging, hun beroep van kunnen maken. Eenstad, de lokale politiek, moet dit soort gelegenheden daaromkoesteren, zodat de ‘Hans Thijssens’, want die zijn er altijdweer, hun initiatieven kunnen ontwikkelen." "Twee soorten jongeren waren er in de ‘scene’ van de jarenzeventig", zegt ook Sjaak Peters, "actieve en passieve, en Hanshoorde duidelijk in de eerste categorie thuis." Kiky Bos kandat alleen maar beamen: "Als we zo zaten te niksen, wasHans altijd degene die met plannen kwam en iets op touwwilde zetten. ‘Kom op, we gaan dit doen, of dat’. Ten tijdevan St. Stephen kwam hij bijvoorbeeld met het idee een kin-dercafé te organiseren, een kindercafé, dat verzin je tochniet? Iedere zaterdagmiddag waren er activiteiten voor kinde-ren, zoals een kwis, een levend ganzenbordspel en noem hetmaar op." Actief was Hans ook en vooral als het om popmu-ziek ging. Hij was een tijdlang manager van de in 1971 opge-richte band Decennium. Hij organiseerde gezamenlijke bus-reizen vanuit Venlo naar popfestivals zoals Pinkpop en ondermeer naar een concert van Grateful Dead in Amsterdam.Tijdens een reis van zes weken door Amerika probeerde hijcountryrockgroep Moby Grape over te halen voor een optre-den in Venlo, maar dat mislukte. Naar verluidt logeerde hij inhet huis van de groep, hij deed een aanbetaling, maar daarbleef het verder bij. Maar hij kwam wel terug met een stapel-tje elpees die in Nederland toen nog niet op de markt waren. Niet alleen in de muziek vond de generatie waar Hans toebehoorde haar idolen, om niet te spreken van helden. Hetboek On the Road van Jack Kerouac werd een klassieker, latergevolgd door The Electric Kool-Aid Acid Test van Tom Wolfe,vanaf 1971 in het Nederlands verkrijgbaar als De Trip. Voorsommigen waren het lijfboeken. Sjaak Peters: "Er sprak eenenorm gevoel van vrijheid en romantiek uit dit soort boeken."In De Trip, te lezen als een biografische vertelling over deschrijver Ken Kesey, reist een groepje ‘hippies’, de MerryPranksters, met een bont beschilderde bus door de VerenigdeStaten. En er komt zowaar een ontmoeting met de GratefulDead in voor.

Café St. Stephen was een kort leven beschoren. Het kreegeen slechte naam, kwam volgens sommigen in verkeerdehanden, en Hans had daar geen verweer tegen. Hij was er,zoals gesuggereerd wordt, te goedaardig voor. Hij vond eennieuwe baan in café De Gouden Tijger in de Lomstraat, waarhij enkele jaren zou blijven werken. En hij kreeg, nadat zijnhuwelijk strandde, een kamer boven het café. "Terwijl ereigenlijk niet te wonen viel", zegt toenmalig eigenaar Jan vanGroenendaal. "Maar daar maalde Hans niet om; hij was metzeer weinig middelen tevreden." Ook Jan van Groenendaalomschrijft Hans als "een buitengewoon aardig persoon, eneen goede kracht, met helaas één handicap, zijn drankge-bruik." Maar hij kon volgens hem wel met prachtige ideeënvoor de dag komen. "Een voorbeeld? Er verscheen een artikel

Het pand aan de Parade waarin

Satisfaction Recordshop gevestigd was.

(foto: Jack Vissers)

Met Hay Joosten (links) in OOC

(foto: Gerard Holthuijs)

In een robotkostuum trok Hans de stad in om het eerste zomerstraatfeest (1976) te pro-

moten.

Café St. Stephen buitenaanzicht Tijdens een Kindercafé-middag, links Kiky Bos.

Feest voor de vrijwilligers van het Zomerparkfeest met Sjef van Oekel en

Barend Servet in Galerie De Hoeve. Hans als voorzitter van de Stichting

Zomerparkfeest. Rechts naast hem Sjaak Peters, de best geklede man van

de avond, en Hetty Rondags, de best geklede vrouw.

Page 117: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 231230 BUUN

in de krant over VVD-Europarlementariër Cornelis Berkhou-wer. Die zou tijdens een receptie een kip en een fles wijnonder zijn jas naar buiten hebben gesmokkeld. Dit voorvalbracht Hans op het idee, om ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van De Gouden Tijger een avond te houdenwaarop bezoekers zoveel mogelijk flessen wijn en - plastic -kippen onder hun jas moesten verstoppen. Daar werd dan de‘Cornelis Berkhouwer trofee’ voor uitgereikt." Hans leerde in De Gouden Tijger een nieuwe vriendin ken-nen, zijn collega Marie-José Groenen, die korte tijd later zijnechtgenote werd. Marie-José Groenen: "Ik wist natuurlijk weldat hij veel dronk en ik was er ook voor gewaarschuwd - ikwas trouwens een stuk jonger -, maar ik was nu eenmaal ver-liefd op hem. Tijdens ons huwelijk heeft hij zelfs, in iedergeval voor drie maanden, een alcoholstop proberen vol tehouden." Ze besloten samen een nieuw café op te richten envroegen architect Geert Mevissen naar een geschikt pand uitte kijken. Het werd een oud pakhuis van zakenman Pasch,aan de Heilige Geeststraat, dat daarvoor wel grondig opge-knapt en verbouwd moest worden. "We hadden er een dui-delijke voorstelling van hoe het interieur eruit zou moetenzien, en het moest een bruin café worden. Ik wilde er een res-taurant bij, Hans eigenlijk niet, maar hij zei tenslotte: ‘oké,dan doe jij de keuken.’" De naam werd bij toeval geboren."Hans reed per auto naar Rijssen, naar een groothandel voorhorecameubels en nam onderweg een lifter mee. Toen hijvertelde over zijn nieuwe café, als een soort exotische ‘canti-na’, moest de lifter denken aan Hemingway, die vaak in ditsoort cafés zat te schrijven. ‘Ik heb een naam’, zei Hans toenhij thuiskwam." Een portret van Hemingway kwam aan dewand te hangen.In de zomer van 1986 opende het etablissement zijn deuren.En het draaide goed, zo goed dat Hans en Marie-José na vierjaar in staat waren om er een tweede café bij te nemen, hetprachtige Labierint in de Houtstraat, dat Hans voor zijn reke-ning zou nemen. Het was een ‘speciaalbierencafé’. Sef Derkxweet nog hoe trots Hans in 1990 achter de toog stond, toenhij alle brouwers van Limburg op bezoek had bij de presen-tatie van het bierboek dat Sef had geschreven. Er kwam nogeen derde zaak bij, een bierwinkeltje aan de Jodenstraat, datHans samen met een compagnon probeerde te exploiteren,maar dat, door te weinig omzet, nog geen half jaar zoubestaan. Helaas liep ook de echtelijke relatie steeds meerschade op, voornamelijk vanwege Hans’ alcoholgedrag.Want hoewel hij het thuis wel droog kon houden, bleek deverleiding aan de bar toch te groot. Marie-José Groenen:"Toen ik aangaf te willen scheiden, antwoordde hij dat hij danalles zou verkopen om naar Tsjecho-Slowakije te kunnen ver-trekken."

Wanneer Hans precies op dit idee kwam, of hij al eerder metde gedachte speelde, is niet meer te achterhalen. Uit een vanzijn nagelaten notities valt op te maken dat hij in mei/juni1990 een ‘tweede bezoek aan de CSSR’ brengt, om zich opde hoogte stellen: het is ‘ongeveer vijf maanden na 17november 1989’ (dat was de eerste dag van de ‘fluwelen

revolutie’ in het land, TL) ‘…privatisering, … duur, bureau-cratie, onoverzichtelijk, mobiel is een opening.’ Met mobieldoelt hij op de rijdende cafetaria die hij dan al in gedachtenheeft, ‘color green’ staat er ook nog bij. Hans had het planopgevat een friteswagen in Tsjecho-Slowakije te exploiteren,want na de omwenteling waren er mogelijkheden in deopenbare, particuliere verkoop. Tenminste dat dacht hij. Hijwilde er in ieder geval een nieuw leven opbouwen. Wat hemin dit voormalige Oostblokland speciaal aantrok? Het is spe-culeren. De mooie stad Praag? De Slavische, enigszins melan-cholieke mentaliteit misschien? Aan vrienden en aan zijn zusvertelde hij dat hij met Vaclav Havel had gecorrespondeerd."Die houdt ook van de muziek van Zappa", was een van zijnuitlatingen, "en kroketten, die kennen ze er nog niet." "MaarHans, kun je dan alles wat je hier hebt opgebouwd zomaarachter je laten?", vroeg zijn zus Will hem. Maar hij was vast-besloten zijn plan door te zetten. En zijn dromen gingen nog verder, zoals ook stond te lezen ineen interview, jaren later, in 1996 in Dagblad De Limburger:‘Hij wilde een muziekstudio opzetten, manager voor bandsworden, organisator van Tsjechische Zomerparkfeesten, ofuitbater van een exclusieve bierhandel en vrolijke cafés. Netzoals in Venlo destijds.’Was zijn vertrek richting Praag een vlucht, zoals door sommi-gen wel geopperd is, een vlucht voor problemen in Venlo?Was het een vlucht voor zijn eigen drankprobleem? Of washet eenvoudig de zucht naar een nieuw avontuur? Het min-ste dat er van gezegd kan worden is dat hij zich terdege voor-bereidde. Hij wist een tweedehands SRV-wagen te bemach-tigen en liet die ombouwen tot snackbar. Het werd een(inderdaad) groenkleurige bus, die, eenmaal gereed, dienstkon doen als een complete keuken, met een friteuse, eenkoeling en een bar.

Zijn laatste grote activiteit in Venlo was het mede organiserenvan het Sixties-festival in de Manege in 1991. Begin 1992 gingzijn mobiele snackbar op transport. Voorlopige standplaatswerd een parkje in Praag, maar in het najaar verhuisde dewagen naar een plek in het Reuzengebergte, op het drielan-denpunt aan de Tsjechisch-Duits-Poolse grens. Niet geheelduidelijk is of hij er inderdaad tijdelijk succes mee boekte.Sommigen beweren dat hij er een tijd aardige inkomsten vanhad, maar dat hij spoedig te maken kreeg met tegenvallers.Hij kon geen personeel meer krijgen, de toeristen in het ski-gebied verkozen de warme, comfortabele blokhutten, en hetstandgeld bleek exorbitant hoog uit te vallen, vooral op dieplekken waar de meeste toeristen kwamen. Er zat tenslotteniets anders op dan de SRV-wagen weer te verkopen, waar-na Hans zijn heil zocht in Praag. Daar bracht hij zijn dagen grotendeels door met het beden-ken van nieuwe plannen en het spelen met ideeën, die hijoverigens keurig categoriseerde, op datum of jaartal. Zevarieerden van een snoep- en fresh-fruitketen tot een breifa-briek of een zweefvliegcentrum in Zuid-Amerika, en eenauto- annex motorcrosscentre in Aruba. Zijn meest realisti-sche plannen liepen, volgens zeggen, stuk op niet te verkrij-

Interieur Hemingway

Schrijver Ernest Hemingway

Hemingway aan de Heilige Geeststraat. (foto: Kino Linders)

Met Marie-José in Hemingway

Hans en Marie-José in De Gouden Tijger

In Hemingway waren regelmatig live-optredens.

Page 118: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 233

gen vergunningen en ondoorgrondelijke regels. Zijn gebrekki-ge kennis van de taal vormde een extra nadeel.Ook in het uitgaansleven hield hij zich op. Het bier wasbovendien lekker goedkoop. En af en toe kreeg hijVenlonaren op bezoek. Zoals Sef Derkx bijvoorbeeld, zijnvroegere collega van het Zomerparkfeest: "Via allerlei trappenkwam je tenslotte in een kleine bar terecht; daar resideerdeHans." Of zoals Rob Frey, die met Hans bevriend was sinds hijals zestienjarige hulpje werd in platenzaak Satisfaction. Robkwam op bezoek toen hij met zijn rockgroep Gore een tour-nee door Europa maakte. Hans trok volgens hem in die tijdveel op met de Tsjechische Eva, in wie hij een kroegmaatje,een ‘barfly’ vond. Een andere vriend, Bart Zweijpfenning,probeerde hem eenmaal over te halen terug naar Venlo tekomen. "Het ging niet goed met hem; ik kon mij niet voor-stellen dat hij er nog een bestaan kon opbouwen." Maar Hansbleef in Praag.

Op een warme voorjaarsdag in 1994 trof Bart Zweijpfenninghem bij toeval aan in café Hemingway. Hij was in gezelschapvan een Tsjech. "Toen ik vroeg hoe het nu met hem ging, zeihij dat hij in de diamanthandel zat. Opgewekt vertelde hij dathij vanuit Schiphol met een busje op doorreis was naarTsjechië. En hij wees trots naar zijn felkleurig shirt metopschrift Aruba." Vermoedelijk had Hans op dat moment eenreis naar Aruba achter de rug. Ongeveer een maand laterhoorde Bart Zweijpfenning dat hij gearresteerd was op ver-denking van drugssmokkel. Hij zou betrapt zijn met een soortcocaïnepasta en met een grote hoeveelheid geld. De aan-houding vond plaats op het vliegveld van Praag, waar Hansarriveerde na een reis naar Colombia. Vrienden betwijfelen nog steeds of de verdenking helemaalterecht was. Hans moet voor een verleidelijk voorstel zijnbezweken, maar wat hij in Aruba en Colombia precies gingdoen, blijft in nevelen gehuld. Had hij niet eenvoudig als lok-vogel gediend? Op de rechtbank maakte Hans’ eigen lezing,dat hij erin was getuind, hoe dan ook, weinig indruk. Hijwerd veroordeeld tot viereneenhalf jaar gevangenisstraf. In het eerder aangehaalde kranteninterview konden nieuws-gierige Venlonaren kennis nemen van het Tsjechische dramavan hun oud-stadgenoot. Hans zat op dat moment als gevan-gene nummer 5394 in de Bory-gevangenis in Pilzen, notabene hetzelfde complex waar Vaclav Havel begin jaren tach-tig nog vastzat als politiek vervolgde. De omstandighedenwaren ellendig, zoals hij in het interview vertelde: "Ik zit ineen cel met acht man. Er kunnen er 14 in en als ze dubbelstapelen 28. Dat gaat je behoorlijk op de wekker." Hij maak-te gewag van knokpartijen en pesterijen van medegevange-nen of bewakers, bijvoorbeeld wanneer ‘toevallig’ volle latri-ne-emmers omver werden geschopt. Hans Thijssen voeldezich door God en iedereen verlaten. Mogelijk dat hij in dietijd de regel uit het kinderlied op een stuk papier krabbelde:‘Hanzilein ging allein in den grossen Wald hinein!!’ En erbo-ven schreef hij ‘The Vaclav’s Mouse Show 89/98’.In Venlo was intussen een comité van vrienden en kennissenopgericht om hem psychisch en ook financieel enige steun te

bieden. Over en weer werden er brieven geschreven.Sommigen zochten hem op in de gevangenis en constateer-den met pijn in het hart hoe slecht het met hem ging. RobFrey: "Hij maakte een verwarde indruk, maar dat was, geziende toestand waarin hij zich bevond, niet verwonderlijk. Datzijn aloude popidool Jerry Garcia in diezelfde tijd kwam teoverlijden, zoals hij in een muziekblad las, vormde een dub-bele aanslag op zijn gemoed." Zijn verwarring sprak ook uit debrieven die hij schreef. Marie-José: "Hij schreef dat het Legerdes Heils bij hem op bezoek was geweest, en dat ze hem wil-den bekeren. Hij vroeg of ik hen niet duidelijk wilde makendat dat niks voor hem was." Pogingen om hem eerder vrij tekrijgen hadden weinig resultaat. "Ik heb er zelfs nog een briefvoor naar Havel geschreven", aldus Rob Frey, "maar daar hebik nooit een reactie op gekregen."

Voor iedereen onverwacht dook Hans eind 1997 weer op inVenlo. Hij was vervroegd in vrijheid gesteld en als personanon grata het land uitgezet. "Ik kreeg een telefoontje van Bertvan den Bergh van Take Five", vertelt Rob Frey, "je raadt nooitwie er tegenover mij zit, zei hij." Zus Will was eveneens ver-rast toen Hans haar opbelde en vertelde dat hij op de Paradewas. "Ik geloofde het eerst bijna niet, hij was terug in Venlo?"Vanuit zijn naaste omgeving kreeg hij de eerste steun, in devorm van geld en tijdelijk onderdak. Lichamelijk was hij erslecht aan toe. De uitlatingen van vrienden die hem voor heteerst weer zagen, zijn bijna gelijkluidend: ‘hij was een gebro-ken man’, ‘de bloem was geknakt’, ‘hij was sterk naar binnengeëmigreerd’. Maar beetje bij beetje krabbelde hij overeinden hij voelde zich weer in staat om te gaan werken. Via hetuitzendbureau kwam hij tenslotte aan een fulltime baan alsvuilnisophaler bij de SITA. Will Thijssen: "‘Ik moet toch ergensmijn geld mee verdienen’, zei hij. Nu was hij ook niet iemanddie snel genoegen nam met een uitkering, maar dan nog,vuilnisman? Toch zag ik wel dat hij zich schikte in zijn situatie,hij had zijn zaakjes weer op orde, hij kon voor zijn natje enzijn droogje zorgen." En hij kon een eigen appartement aanhet Helschriksel betrekken.

Hoe vaak zal de vraag niet aan opgroeiende jongens (enmeisjes) gesteld zijn? ‘Wat wil je later worden?’ En hoe weinigjeugdigen zullen die vraag kunnen beantwoorden. In de jarenzestig en zeventig waarschijnlijk nog veel minder dan in ande-re tijden. Jongeren konden het antwoord op die vraag ooklanger uitstellen. Want de periode van ‘jong’ zijn, van genie-ten van de vrijheid, werd in die tijd flink verlengd. Misschienligt daarin ook een belangrijke verklaring voor het feit datvelen dolend waren, niet wisten wat ze moesten worden. Popmusici zongen erover. Zoals de jong gestorven Nick Drake(1948-1974) in zijn lied ‘One of these things first’. De zangersomt een lijst van mogelijkheden op van wat hij allemaal hadkunnen worden en zijn, maar is zich tegelijkertijd bewust vande alternatieven die hij dan had moeten uitsluiten. De even-eens jong gestorven dichter Nico Slothouwer (1956-1987)schreef over hetzelfde verschijnsel toen hij zichzelf eenstypeerde als ‘iemand die al lang iets worden moet, hij weet

232 BUUN

Als zanger in een gelegenheidsbandje tijdens Schinkemert.

Achter de toog in Speciaalbierencafé Labierint.

Hans en Marie-José bezochten Praag kort voor de omwenteling. "Daar

moet je ook eens naar toe gaan. Het is net een schilderij van Anton

Pieck", vertelde hij eens aan zijn zus Will.

Praagse bar

Page 119: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 235

niet wat, dat kun je zien.’ Het is een beschrijving die zekerook van toepassing lijkt op Hans Thijssen. Ze past bij het levenspatroon dat hij liet zien. "Vaak heb ik datvreemde gevoel", schrijft hij eens, "dat ik van alles in mijnleven moet uitpluizen. Ik ben daar vroeg mee begonnen."‘Ondernemer’ was misschien nog de beste beroepsaandui-ding, maar eigenlijk zwalkte hij te zeer om daarin definitiefsucces te behalen. Will Thijssen: "Hij begon met veel enthou-siasme aan iets, maar als het eenmaal liep dan was de Reiz ervoor Hans van af." "Zijn gewoonte was ’vóór het hoogtepuntwegwezen, jongens’," zegt Pieter Koster ter inleiding van hetnummer dat Decennium aan hem opdroeg. Zijn favorietmotto luidde: ‘Better to burn out, than to fade away’. Slothouwers beschrijving past zeker ook bij Hans Thijssen inzijn jaren na Tsjechië. Wie hem in de stad zag lopen, kon vast-stellen hoe jongensachtig hij er nog uitzag, hoewel hij al bijnavijftig was. Maar dat hij naar Venlo moest terugkeren nadatzijn dromen uiteengespat waren, daar had hij een zware dob-ber aan. Hij kwam bovendien terug in een tijd dat de mees-te generatiegenoten zich al lang en breed gesetteld hadden,met werk, een gezin en een eigen huis. En natuurlijk was erdie eeuwige drank. Het valt des te zeer te bewonderen dat hijerin slaagde om binnen enkele jaren weer een baan te aan-vaarden. En wat voor een. Het dwong bij veel mensen respectaf dat hij niet te beroerd was achter de vuilniswagen te lopen.Dat er wellicht ook mensen waren die leedvermaak over zijnsituatie hadden, deerde hem niet. Daarvoor was hij, ondankszijn sociale karakter, waarschijnlijk ook teveel eenEinzelgänger. Hij ging zijn eigen weg en liet de mensen pra-ten. En hij bleef spontaan zoals hij altijd geweest was. Voorstraatmuzikant Sef Berkers had hij meestal wel een muntstukparaat, en als dat niet zo was, excuseerde hij zich. Hij koniemand met een breed gebaar begroeten en hij verscheenonverwachts ook op de reünie van zijn familie, die hij nooithelemaal verwaarloosde.

En toen stootte hij zich weer aan het leven. Twee jonge Duitsemeisjes waren met hem meegegaan naar zijn appartement.Wat er zich precies heeft afgespeeld, zal wel nooit duidelijkworden, maar de meisjes meldden bij de politie dat ze aan-gerand waren. Vrienden houden het erop dat ze eenvoudigop zijn geld uit zijn geweest, en wraak namen toen ze dat nietkregen. In elk geval is er niemand die gelooft dat Hans dwangof zelfs geweld heeft gebruikt. Maar hij kwam opnieuw in degevangenis terecht, acht maanden dit keer, in Vught. Toen hij weer op vrije voeten kwam, in september 2001, washij zijn appartement kwijt. Rob Frey bood hem aan in eencaravan achter zijn huis te komen wonen. Zijn baan kon hijgelukkig weer oppakken. Rob Frey: "Hij was totaal uitgeputtoen ik hem in Vught ophaalde, maar binnen enkele dagenging hij weer naar zijn werk. Veel mensen zullen medelijdenmet Hans hebben gehad, maar zielig was hij bij lange na niet.In de tijd dat hij hier woonde had hij een onvoorstelbaar strakritme. Om kwart over vijf ’s morgens zat hij al op de fiets, nazijn werk om vier uur ging hij naar zijn geliefde cafés. Rondzes uur ’s avonds kwam hij thuis. De volgende ochtend stond

hij er weer. Zaterdags sliep hij iets langer uit, en ging ook dannaar de stad, evenals zondags, maar dan kwam hij meestaliets vroeger terug. ’s Maandags pakte hij zijn arbeidsritmeweer op." Na ongeveer een jaar trok Hans, die niemand tot last wildezijn, opnieuw naar een kamer in de binnenstad. Kort daarnasloeg het lot opnieuw toe. De SITA ging met vijf wagens min-der in Venlo rijden. Hans behoorde tot de mensen die daar-door zonder werk kwamen te zitten. Die klap zou hij nietmeer te boven komen. De structuur die hem tot dan op debeen had gehouden viel totaal weg, in de leegte bleven alleennog zijn kroegentochten. Hij bezocht De Gouden Arend, DeGaespiep, Den Handboog, De Gooie Geis, Carrousel, TakeFive en tenslotte De Baek, vlakbij zijn kamer. Misschien liephij ook wel bewust langs de plek waar St. Stephen vroegerwas, langs ‘t Labierint, en langs Hemingway, waar hij zijnleven lang trots op bleef.

Het weekend na het Zomerparkfeest van 2003 werd zijn laat-ste weekend. De schikgodinnen willen dat hij op die vrijdag-avond in een van de cafés in gesprek raakte met een man metde naam Bode. Die vroeg hem op zeker moment waarom hijzo merkwaardig liep. "Als je wilt weten hoe ik me voel, moetje Psalm 25 maar eens lezen", zou Hans hebben geantwoord.Psalm 25 is een gebed om bescherming en vergeving. ‘… hebmedelijden met mij’, luidt een van de versregels, ‘want ik beneenzaam, ik voel mij ellendig’. Dat hij deze dag enkele nogopenstaande rekeningen betaalde, versterkt de symboliek vande bijbelse verwijzing alleen maar. "Het komt allemaal goed",zou hij ook tegen iemand gezegd hebben, waarbij hij eenopvallend rustige indruk maakte. De kaars was blijkbaar op; Hans had zijn leven tot het uiter-ste geleefd. In de vroege ochtend van zaterdag 30 augustusnam hij afscheid, uren voordat de voetstappen van het win-kelend publiek en de klanken van de orgelman opnieuwbeslag legden op de binnenstad. Hans Thijssen zou niet meerin dit straatbeeld verschijnen. Zijn dood was natuurlijk een grote schok voor zijn omgeving,al kwam die niet als een totale verrassing, zegt vrijwel ieder-een die hem goed kende. Veel ouder dan vijftig zou hij nietworden, had hij bovendien wel eens gezegd. Op de crematie werd het verhaal over de psalm aangehaald,versregels werden voorgelezen. Sef Berkers speelde tweenummers van de Beatles, terwijl Hans juist een Stones-fanwas. Maar hij zou ongetwijfeld de humor hebben ingezienvan dit tegendraads gebaar. En in plaats van een koffietafel tehouden, liepen zijn vrienden ter nagedachtenis de caféroutedie hij placht te lopen.

‘Slechts de namen der grote drinkers leven voort’, schreef deChinese dichter Li T’ai-Po (701-762). Hans Thijssen was eendrinker - zelf gebruikte hij wel het anagram ‘thans hijsen’.Maar het zou zijn persoon en zijn verdiensten tekort doen alszijn naam alleen op die manier in herinnering blijft.

234 BUUN

Het hoesje van de Decennium cd

De tot snackbar omgebouwde SRV-wagen (foto: PP Selen)

Werknemer bij de SITA

Op zijn vijftigste verjaardag

In café De Gooie Geis (2002)

Ansichtkaart van Eva vanuit Tsjechië naar

zijn laatste woonadres: ‘Hansi, ik wacht

nog steeds op je briefkaart. Je kunt er

een sturen zonder postzegel als je geen

geld hebt’, schreef ze.(copyright afbeel-

ding: ZEP)

Hans in het raam van zijn Praagse

woning tijdens een bezoek van pop-

groep Gore (foto: Rob Frey)

Page 120: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 237

ONDERDUIKEN IN 1943

‘In 1943 werk ik in de fabriek van Russel-Tiglia inTegelen. Ik ben chef van de afdeling sieraardewerk enheb een tamelijk bevoorrechte positie als model- engipsvormenmaker. Ik heb, ook het jaar daarvoor al, ver-schillende oproepen gekregen om me te melden op hetarbeidsbureau in Venlo voor tewerkstelling in Duitsland.Directeur George Goossens weet mij telkens, vanwegemijn zogenaamde onmisbare positie, vrij te pleiten. Delaatste oproep ontvang ik in juli 1943. Ik zou me moe-ten melden in een fabriek in Swinemünde waar (zoals ikna de oorlog hoorde) V1- en V2-raketten gemaakt wor-den. Omdat het voor Goossens steeds moeilijker wordtuitvluchten te verzinnen, moet er een andere oplossingkomen.’ ‘Het is postbode Hekkens die mijn moeder toevertrouwt

Na Baarlokwam Beieren

DOOR LOUIS ORVAL

BEWERKING THIJS LENSSEN

1940|1945

Tegelenaar Louis Orval (1923) was in 1943een half jaar onderduiker in Baarlo. Hij

leefde er in primitieve, ziek makende omstan-digheden en onder een voortdurende dreigingte worden opgepakt. Hij vond een uitwegdankzij een aanbod om zijn beroep te gaanuitoefenen in Tittmoning (Duitsland). Samenmet de Tegelse keramist Jac. Bongaerts reisdehij af, met het vooruitzicht een pottenbakkerijin bedrijf te brengen. Bijna een jaar langwoonde Louis in de Beierse plaats, totdat hijontslagen werd en ander werk kreeg in hetnaburige Staudach-Egerndach. Vanaf zijnaankomst in Duitsland tot aan zijn terugkomstin juni 1945 hield hij een dagboek bij; ver-schillende notities werkte hij later uit tot eenverhaal. Hieronder volgen zijn herinneringenaan de onderduikperiode, en daarna fragmen-ten uit de op schrift gestelde ervaringen inDuitsland. Het is voor het eerst dat hij zijndagboek openbaar maakt.

Louis Orval, 1942

236 BUUN

Uit: Psalm 25

Ik zie voortdurend naar u uit, Heer,want u redt mij uit de gevaren.Schenk mij uw aandacht,heb medelijden met mij,want ik ben eenzaam,ik voel mij ellendig.Mijn angsten nemen toe,Bevrijd mij van mijn zorgen.Zie hoe ellendig ik het heb,hoe moeilijk;vergeef al mijn zonden.Zie hoeveel vijanden ik heb,hoe fel ze mij haten.Waak over mij en red mij,maak me niet te schande,bij u schuil ik.

Voornaamste bronnen

1. Persoonlijke mededelingen:

Kiky Bos, Jan Coopmans, Sef Derkx, Geert Driessen, Peter Engels, Rob Frey,

Marie-José Groenen, Jan van Groenendaal, Sjang Hermans, Hay Joosten,

Sjaak Peters, Peter Paul Selen, Bart Thijssen, Will Thijssen, Ruud Wolters.

2. Krantenartikelen en brochures

Basten, Wiel, ‘Lange haren niet altijd gemakkelijk’; in: Dagblad voor

Noord-Limburg, 16 september 1967.

Rombouts, Fransz (eindred.), Ontstaansgeschiedenis van het Open

Ontmoetingscentrum Venlo, Helden, april 1981 (Gemeentearchief Venlo)

Verberkt, Mat, ‘Aangeslagen en opgesloten’; in: Dagblad De Limburger, 23-

03-1996

3. Literatuur

Damen, Paul, Jong in de jaren ’60. Tijdsbeeld van een generatie,

Utrecht/Antwerpen, 1992

Lubow, Arthur, Nick Drake (artikel bij de muziekbox Fruit Tree)

Tromp, Bart, Het falen der nieuwlichters, Eindhoven, 1981

Wigman, Menno (red.), Liefdesstratenplan, Verzameld werk van Nico

Slothouwer, Amsterdam, 1994

Wolfe, Tom, De trip, Amsterdam, 1992

Waskowsky, Riekus, Slechts de namen der grote drinkers leven voort,

Amsterdam, 1968

4. Foto’s

Fotomateriaal werd ter beschikking gesteld door: Kiky Bos, Rob Frey, Marie-

José Groenen, Hay Joosten, Sjaak Peters, Peter Paul Selen, familie Thijssen,

Jack Vissers.

Page 121: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 239238 BUUN

dat iemand die niet naar Duitsland wil kan onderduiken.Daarvoor moeten we contact opnemen met kapelaanAckermans. In een lang gesprek probeert de kapelaan erachter te komen of je politiek wel betrouwbaar bent.Daarna praat hij uitvoerig over het onderduiken zelf,over de risico’s die eraan verbonden zijn, voor jezelf,voor de mensen die je opvangen, verborgen houden ente eten geven, en voor de ondergrondse. Na het gesprekmoet je het paspoort inleveren en kun je naar huis omvoorbereidingen te treffen voor het avontuur waarvande afloop onbekend is.’

‘Een paar dagen later vertrek ik laat in de middag naarBaarlo, waar ik in café De Molen onopvallend aan eentafeltje bij een bepaald schilderij moet blijven wachten.Na een tijdje - ik word in de gaten gehouden door men-sen van de ondergrondse - word ik aangesproken dooreen zoon van café-eigenaar Martens, waarop ik eenwachtwoord moet uitspreken. Wanneer het begint teschemeren, brengt de zoon me naar het gehuchtSoeterbeek in Baarlo. Ik word ondergebracht op deboerderij van Kranshout Pietje, oftewel P. Smits. Hetgezin Smits bestaat uit vader, zijn zieke vrouw en zeskinderen. Ik kan, samen met Jac Coopmans, eveneensuit Tegelen, wonen en slapen in het kippenhok. Om vei-ligheidsredenen mogen we alleen in de boerderij komenom te eten en ons te wassen. We mogen ook bij luchta-larm geen gebruik maken van de schuilkelder. Het wonen en slapen in een kippenhok, er zitten zo’nvijftig kippen, is een complete ramp, ontdek ik. Zebeschouwen me, zeker de eerste dagen, als een indrin-ger, en pikken aan alle kanten. De hele nacht gaan zemaar door met hun geluiden, zodat van slapen niet veelterechtkomt. Maar het ergste is nog de stank en hetvieze stof.’ ‘Op een middag in augustus breekt er, terwijl we op hetveld bezig zijn, brand uit in het kippenhok, waardoor ikal mijn bezittingen verlies. Met goedvinden van deondergrondse mag ik enkele dagen terug naar huis omnieuwe spullen op te halen. Maar dit mag niemand wetenwant officieel zit ik Duitsland. Ik word in het donker doormijn vader in een roeibootje de Maas overgebracht. Ik slaap in de kamer aan de achterkant van ons huis aan

de Vindelsweg. Voor noodgevallen hebben we een stei-gertouw aan een poot van het bed gebonden, zodat iksnel via het raam weg kan. Dat deze maatregel niet over-bodig is, blijkt enkele dagen later, als ik weer op mijnonderduikadres ben. Midden in de nacht wil onderduik-jager Berendsen mij komen arresteren. Ik ben inDuitsland niet op het werk verschenen en moet dus nogin Holland zijn. Mijn oom Pierre Valentijn, die bij onsinwoont, is wakker geworden door gebons op de deur endoor het lawaai op straat (Berendsen rijdt op een motormet zijspan en laat deze altijd doordraaien). Mijn oomopent het venster en roept naar beneden dat hijzelf inDuitsland werkt en dit zeker zal melden aan zijn chef.Onbegrijpelijk genoeg druipt Berendsen hierop af. DezeBerendsen is na de oorlog als oorlogsmisdadiger dood-geschoten. Hij moet door iemand getipt zijn op mijnaanwezigheid, maar door wie, daar zijn we nooit achtergekomen.’‘Terug in Baarlo krijgen we een nieuwe schuilplaats. Uiteen stromijt midden op het open veld worden enkelebossen stro uitgetrokken, zodat er een ruimte ontstaatvan ongeveer vijftig centimeter breed, 1.70 meter diepen veertig centimeter hoog, net genoeg voor twee per-sonen. Deze schuilplaats kan onzichtbaar wordengemaakt door enkele halve bossen stro naar binnen tetrekken. De ruimte is erg klein: als je eenmaal ligt moetje blijven liggen; eens lekker omdraaien en op de ande-re zijde gaan liggen is er niet bij. Maar het ergste en grie-zeligste zijn de muizen en ander ongedierte. Constanthoor je ze knagen en ritselen, en soms voel je ze zelfsover je gezicht of handen lopen. Voor we ‘s morgens koud en verstijfd uit onze schuil-plaats kunnen kruipen, moeten we eerst voorzichtig kij-ken of het veilig is. Boer Smits wordt door de onder-grondse gewaarschuwd als het niet veilig is. Als er uithet raam van de boerderij, ongeveer vijftig meter vanonze schuilplaats, een wit beddenlaken of witte kussen-loop hangt, kunnen we naar binnen om ons te wassenen te eten. Bij groot alarm moeten wij (de onderduikers)ons zover mogelijk van de boerderij verwijderen en denacht in het veld of in het bos doorbrengen. Diversenachten brengen we zo door in korenschoven of in destruiken. Na zo’n nacht, met nauwelijks slaap, ben je

Brief, in oktober 1942, waarin Louis

voorlopig wordt vrijgesteld van tewerk-

stelling in Duitsland.

Rechterpagina:

Tittmoning in Beieren.

Tittmoning, februari 1944.

geradbraakt en zit je onder de muggenbulten. Grootgevaar voor de onderduikers van Soeterbeek is eenNSB-er uit Helden-Panningen, die geregeld langs de vel-den fietst om de onderduikers die hij op het veld zietwerken of bij de boerderij aan de Duitsers te verraden.We moeten ons verschillende keren voor deze man ver-stoppen.’

‘Als de herfst aanbreekt en het te koud wordt om buitente slapen, moeten we naar een andere schuilplaats. Hetwordt de schuur van boer Colbers, eveneens inSoeterbeek. Deze heeft voor zijn eigen onderduiker,Frans Buiting uit Steyl, een plek ingeruimd. Tamelijk vei-lig voor ontdekking door de Duitsers, maar dat is danook het enige positieve gevoel dat je erbij hebt. Deschuur waarin de ruimte ligt, is bijna geheel gevuld methooi. Je komt in die ruimte door een ongeveer tien meterlange nauwe doorgang, die alleen plat op je buik krui-pend gebruikt kan worden. De ruimte is ongeveer 1.25meter hoog, 1.50 meter lang en 1.50 meter breed enwordt spaarzaam verlicht door een rijwiellampje van vijfà zes volt. ’s Nachts krijgen we bezoek van grote ratten,waarschijnlijk afkomstig uit de beek langs de schuur.Onvergetelijk griezelig zijn die glinsterende rattenoog-jes, en we durven de eerste nachten bijna niet te slapen.Daarbij komt nog de angst dat als er bijvoorbeeld eenbrand zou uitbreken, we volledig opgesloten zijn. Indeze periode word ik ook nog geplaagd door kanjers vanbloedzweren. Omdat deze niet goed verzorgd kunnenworden en door de slechte hygiënische omstandighedenontstaan er over het hele lichaam zweren. Bovendienkrijg ik erge pijn in de borst, zodat er nauwelijks gewerktkan worden. Na een goed overlegd plan steek ik samen met mijnvader in het donker de Maas weer over om een bezoekte brengen aan Dr. Rahier. Deze raadt me aan een ande-re oplossing te zoeken en uit deze situatie weg tekomen. “Daar ga je dood, daar moet je weg”, zijn zijnwoorden.’

‘Van mijn vriend Jan Bongaerts hoor ik dat zijn broer Jac.naar Oostenrijk gaat om een nieuwe pottenbakkerij te

helpen oprichten. Jac Bongaerts legt de moeilijke situ-atie waarin ik verkeer aan George Goossens uit.Goossens staat op goede voet met enkele familieledendie bij de Wehrmacht zijn, en zo kan ik mij veilig op hetTegelse gemeentehuis melden voor een nieuwe pas. OokSjeng Hermkens, de bedrijfsleider van Russel-Tiglia, enDr. Rahier moeten hierbij een rol hebben gespeeld. Samen met Jac. Bongaerts vertrek ik naar Tittmoning.De plaats blijkt echter niet in Oostenrijk te liggen, zoalsmen ons verteld heeft, maar in Ober-Beieren, Duits -land.’

VERBLIJF IN DUITSLAND 1943-1945

‘Op 1 december 1943 om ongeveer twee uur ’s middagsarriveren we, zeer vermoeid van de drie dagen durendereis, in Tittmoning. Op het kleine station worden wegast vrij ontvangen door onze nieuwe werkgever KarlHentschel (die getrouwd is met een Nederlandse),Marianne Auer van ons kosthuis, en de burgemeestervan het plaatsje. De familie Auer bestaat uit vader (Max)en moeder Auer, twee dochters, Marianne en Mathilde,een zoon Maxi en een ver familielid, Hans. In de loopvan 1944 wordt nog een jongen geboren, Martin. Ookmaak ik kennis met een inwonend meisje uit Lüneburg,Helga Frehse. Zij is in opleiding bij Töpferei KarlHentschel, zoals de naam van het bedrijf luidt, en wordtdus een van mijn collega’s.’

‘Max Auer heeft een hoge functie op het stadhuis vanTittmoning. Door zijn goede relaties zal hij ons af en toeerg goed van dienst zijn. Als in het kosthuis de voorraadlevensmiddelen begint te slinken, zorgt hij voor eenander adres waar we onze dagelijkse warme maaltijdkunnen gebruiken. Het is slagerij-restaurant ‘Binder’,waar ik, samen met Helga, vanaf begin april 1944terechtkan. Dat is wel heel bijzonder, want hier eten ookde officieren van de krijgsgevangenen op het kasteel vanTittmoning. In dit krijgsgevangenenkamp zijn ook hoge-re officieren van het Nederlandse leger geïnterneerd.Het is onbegrijpelijk dat ik als Hollander in oorlogstijdsamen met hoge Duitse officieren aan een tafel kan zit-ten, al wordt er met geen woord over de oorlog gespro-ken.’

1940|1945

Page 122: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 241240 BUUN

‘Met Helga krijg ik een bijzondere vriendschap. Samenmoeten we in de kelder van het voormalig klooster,waarin de Töpferei gevestigd is, klei trappen en mengen.Het is een ouderwetse manier van kleibereiding. Wijmoeten elkaar aan de schouders vasthouden en dan altrappend ronddraaien op een hoop klei. We wordengoede collega’s en heel goede vrienden, maar de oorlogstaat als een muur tussen ons in. Helga is een dochtervan een vooraanstaand Nazi en sterk in de geest van deDuitsers als supervolk opgevoed. Door haar opvoedingis ze erg pro-Hitler. Maar dat we ook een intiemere bandniet geheel uitsluiten, blijkt uit de ongelooflijke afspraakdie we op een avond maken: als Hitler de oorlog verliesten moet capituleren, zal Helga mij ten huwelijk moetenvragen, maar als Duitsland de oorlog wint mag Helgaover mijn lot beslissen. De afspraak loopt overigens opniets uit. Helga zal na de oorlog teruggaan naar haarouders in Lüneburg en is naar verluidt later met eenhoge Russische officier getrouwd en naar Zuid-Amerikageëmigreerd.’

‘De beginnende Töpferei bestaat uit de chef KarlHentschel, zijn assistente Fräulein Hermann en haarZwitserse vriendin Erna Grob, de Franse krijgsgevange-ne Jean Dupuy, Helga Frehse, Jac. Bongaerts en ik, maarer komen spoedig enkele andere dames bij. Mijn taak isde afdeling gipsvormen en modellen uit te bouwen.Door de oorlog mankeert het echter aan alles, zelfs deeenvoudigste spullen zijn nauwelijks te krijgen. Door datgebrek aan van alles en de onzekere tijd ontstaan er inde loop der tijd spanningen. Samen met Jean Dupuymoet ik de kachels brandend houden en dat betekentdat we veel hout moeten hakken op soms koude dagen.Dit gaat me op den duur behoorlijk vervelen, want daar-voor ben ik niet naar Duitsland gekomen. Met FräuleinHermann kan ik het bovendien niet goed vinden. Als zemij op zekere dag (11 oktober 1944) weer opdrachtgeeft hout te gaan hakken, weiger ik pertinent en datdraait uit op een stevige ruzie tussen ons beiden. Ikword zelfs op staande voet ontslagen met de medede-ling dat ik mij op het arbeidsbureau van Traunstein moetmelden voor een nieuwe baan. Ik besef op dat moment

niet welke gevolgen werk weigeren voor een buitenlan-der in oorlogstijd kan hebben. Gelukkig kan ik dankzijeen tip van een plaatselijke politieman, die erg anti-Hitler is, aan een nieuw werkadres komen, in de naburi-ge plaats Staudach.’

Tijdens zijn verblijf in Staudach worden degevolgen van de oorlog steeds duidelijkervoelbaar. Om die sfeer zo levendig mogelijkop te roepen wordt hier verder de dagboek-stijl aangehouden.

15-10-1944‘Op een stralende zondagmorgen kom ik met het lokaal-treintje Übersee - Marquartstein in Staudach aan.Staudach en Egerndach vormen samen een gemeenteen liggen aan de rivier de Ache en aan de voet van deHochgern die ongeveer 1850 meter hoog is. De firmaGriesbach wordt mijn nieuwe werkplek. De fabriek isniet erg groot en ligt tegenover het kleine station, dat erstil en verlaten bij ligt en doet denken aan een decor uiteen wildwestfilm. Ik meld mij bij de fabriek, waarin opdit tijdstip alleen een vrouw aanwezig is. Ze is de wan-hoop nabij, omdat de tunneloven die zij moet bedienenin de soep is gelopen. Hoewel ik nog nooit zo’n oven vandichtbij heb gezien, krijg ik hem met veel moeite weer

De burcht die in gebruik was als krijgsgevangenenkamp, waarin ook hoge

Nederlandse officieren werden vastgehouden.

In de kloostertuin in Tittmoning. Louis (voorste rij tweede van links) naast de

Franse krijgsgevangene Jean Dupuy (midden) en Jac. Bongaerts (voorste rij rechts).

Uiterst rechts een Duitse soldaat die toezicht moet houden op de krijgsgevangenen.

Rechterpagina: Louis maakt regelmatig uitstapjes naar Salzburg. Foto: met Helga

Frehse (links) in januari 1944.

1944

op gang. Deze vrouw zal ik dus vanaf morgen aan deoven moeten gaan vervangen. Ik ga vervolgens op weg naar mijn nieuwe kosthuis,gediplomeerd meester schoorsteenveger, Hinderer. Ikmaak kennis met Frau Hinderer, die het erg hoog in haarbol heeft en die vreemden in de derde persoon aan-spreekt, en haar ongeveer 16-jarige dochter, die duide-lijk laat merken dat ze blij is dat er een jongeman in huiskomt. Ik sluit voor alle zekerheid op tijd ’s avonds dedeur van mijn kamer af, maar zie toch af en toe de deur-knop bewegen. Dit is geen lekker gevoel en ik neem mevoor zo snel mogelijk een ander onderkomen te zoeken.’

‘De nieuwe betrekking bij de firma Griesbach valt hon-derd procent mee. Het personeel bestaat uit ongeveertwintig vrouwen en een paar oude mannen. De helft vande vrouwen zijn Joegoslavische dwangarbeidsters. Deanderen komen uit gebombardeerde plaatsen uit hetRijnland. De chef, Herr Godebauer, is een stokdove, voorsoldaat afgekeurde man van ongeveer 40 jaar. Ik kom inploegendienst aan de tunneloven met de JoegoslavischeMaria Zagar en de gehandicapte Frans Wolfenstatter. Wemaken zalfpotjes voor het Duitse leger. Ik weet het zo teversieren met het wisselen van de dienst dat er voor mijtelkens enkele dagen vrijaf in zitten. Die gebruik ik vooruitstapjes naar Tittmoning, Salzburg en Traunstein.’

‘Na vier dagen kan ik dankzij een collega bij Frau KlaraRanz een kamer krijgen, met balkon en mooi uitzicht.Frau Ranz is weduwe en heeft een zoon en een dochter.Haar zoon Hans is soldaat aan het front in Rusland.Warm eten kan ik in Gasthof Hochgern in een zaal diebestemd is voor de vele buitenlanders, krijgsgevange-nen en dwangarbeiders. Iedere nationaliteit heeft zijneigen tafel. Ik merk dat ik als Hollander, anders dan demeeste buitenlanders, met enig respect behandeldword. De eigenaar van de Gasthof is erg anti-Hitler enlaat dat aan iedereen die hij denkt te kunnen vertrouwenduidelijk merken. Ik praat urenlang met hem maar blijfwel altijd voorzichtig.’

Maandag 23-10-1944‘Ik begin aan mijn eerste bergtocht om 9 uur en ben om11.30 uur bij het kruis op het hoogste punt van deHochgern. Ik heb van hierboven een geweldig uitzichttot aan de bergen in Italië toe. Ik heb het grote ijzerenkruis getekend, sta er dan pas bij stil dat ik helemaalalleen ben in deze grootse omgeving en besef in welketijd ik eigenlijk leef. Zal ik ooit nog mijn ouders, zus enfamilie te zien krijgen? Het is doodstil maar de intensestilte wordt verbroken door een geronk dat aanzwelt toteen oorverdovend lawaai. Het zijn honderden zwarevliegtuigen die vanuit hun basis in Italië grote steden alsMünchen gaan bombarderen. Het is verschrikkelijkangstaanjagend dit op deze hoogte mee te maken, zekerals je helemaal alleen bent. Ik ga zo snel mogelijk terugnaar het dal.’

30-10-1944 ‘Twee dagen in mijn vroegere woonplaats. Ik bezoekvrienden en bekenden, onder wie Frau Schliemann, diemij pianoles heeft gegeven. Zij is een aristocratischedame, ongeveer 70 jaar oud en ongehuwd. Ze is erg aar-dig in de omgang maar streng in het geven van pianoles.Een tijdlang heeft zij aan het hof van de tsaar vanRusland piano mogen spelen, en ze heeft verschillendejaren in Amerika gewoond. Beide talen spreekt ze per-fect. “Is binnenkort misschien wel gemakkelijk”, zegt ze,“mij maakt het niet uit wie van de twee het eerste inTittmoning is, de Russen of de Amerikanen, want komendoen ze toch.”

31-10-1944 ‘Terug naar Staudach. Ik sta om half zes op en MuttiAuer, mijn vroegere kostvrouw, heeft de koffie al klaar.Het is geweldig hoe goed deze mensen voor mij zijn.Mijn trein vertrekt om 6.25 uur. Mijn oud-collega enmedebewoonster Helga Frehse wuift mij vanuit haarslaapkamer misschien wel voor de laatste keer uit. Komer vandaag weer achter hoeveel Helga voor mij gevoeldmoet hebben, maar die gevoelens heb ik nooit beant-woord.Op het station van Traunstein is het koud en donker ener hangt een akelige sfeer. De wachtende reizigers zijnallemaal zeer zwijgzaam, niemand praat. Een soldaatmet volle bepakking staat met enkele familieleden tewachten op de trein die hem waarschijnlijk naar hetfront ergens in Europa zal brengen. Bij deze wachtendenwordt helemaal niet gesproken, alleen maar bezorgdgekeken. De soldaat stapt in dezelfde trein als ik, rich-ting München.’

13-11-1944‘Per trein naar Salzburg om sigaretten te kopen. Ik ver-trek om 9 uur, maar moet vanaf Freilassing met de autoverder vanwege een bombardement en Tiefflieger die op

1940|1945

Page 123: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 243242 BUUN

alles schieten. Ik arriveer om half twee in Salzburg. Desfeer is angstaanjagend. Als gevolg van een bombarde-ment staan alle klokken stil op 15.45 uur. Soldatenlopen met het geweer aan de schouder om eventueleplunderaars ter plekke dood te schieten, zoals overalstaat aangegeven. Ik moet ook korte tijd de schuilkelderin, Stollen genaamd, die in de rotsen zijn uitgekapt. Ikhelp vrouwen en kinderen die zuurstofgebrek hebbengekregen uit de Stollen te komen. (*)

15-11-1944‘Uitstapje naar Traunstein via Übersee, waar ik driekwartier vertraging heb door vliegalarm. Tiefflieger sche-ren vlak over het station, maar er gebeurt gelukkig niets.In Traunstein ga ik naar de bioscoop, Kurlichtspiele, ende film heet Puppenfee. Niks bijzonders. Daar er inTraunstein een lazaret is, zijn er veel soldaten. Ik zitnaast een soldaat van ongeveer mijn leeftijd en wekomen tot een gesprek. Ik merk niks aparts aan hem,maar als er in de pauze wat meer licht is en hij zich naarmij toedraait, zie ik iets verschrikkelijks. Deze jongemanheeft nog maar een half gezicht. Dit beeld zal mij weken-lang achtervolgen.’

29-11-1944‘Vandaag is het een jaar geleden dat we aan dit avontuurbegonnen en ik mag eigenlijk niet klagen. De meesteandere buitenlanders hebben het gegarandeerd veelslechter getroffen.’

24-12-1944‘In Tittmoning. Een heerlijk diner bij Frieda Popp en haarmoeder. Om 14.30 uur is in de kerk een kerstviering.Zeer mooi en aangrijpend en ’s avonds bij Frieda vierenwe Heiligen Abend. Dit wordt met zekerheid mijn laatsteKerstmis in Ober Bayern.’

31-12-1944 ‘Vandaag is het zondag en de laatste dag van het jaar. Ikheb van Marianne Auer, dochter uit mijn vroegere kost-huis in Tittmoning, gehoord dat er in Bad Adelholzeneen Hollandse jongen in het SS-lazaret ligt. Marianne iser verpleegster. De naam van de jongen weet zij niet,maar wel dat hij het erg zwaar heeft. Ik besluit hem opte zoeken, ook al is het een landverrader. Ik vertrek omnegen uur met het lokaaltreintje naar Übersee, om daarover te stappen op de trein naar Bergen. Vanaf Bergenmoet ik te voet door een halve meter hoge sneeuw naarBad Adelholzen. Ik voel mij nu toch wel onzeker bij degedachte wat de SS-ers ervan zullen vinden dat eenHollander een gewonde landgenoot, die soldaat is bij deWehrmacht, komt bezoeken. Aan de ingang word ikstreng gecontroleerd, maar als ik de reden van mijnbezoek vertel, mag ik naar de commandant. Ik krijg tij-dens het gesprek met deze de indruk dat hij het niet ergzou vinden als de oorlog hoe dan ook snel afgelopen zouzijn. De jongen blijkt nog wel een Tegelenaar te zijn:Louis Welters (‘Wiet’), zoon van een gewezen directeurvan de kleiwarenfabriek Russel-Tiglia. Ik wist dat hij zichin het Duitse leger had gemeld onder andere om tegenhet communisme te vechten, maar om hem hier onderdeze omstandigheden aan te treffen is een volkomenverrassing. We praten urenlang over ons Tegelen, albesef ik dat dit voor hem niet meer het Tegelen vanvroeger is. Als ik vraag waarom hij zich als vrijwilligergemeld heeft in het Duitse leger, zegt hij dat hij er toenvan overtuigd was dat het nationaal-socialisme het warewas. Tijdens het gesprek blijkt dat zijn sympathie voornazi-Duitsland en het geloof in een Duitse overwinningeen flinke deuk hebben opgelopen. Ik leer hem kennenals een fijne, eerlijke kerel. Zijn vader heeft een groteinvloed gehad op zijn keuze. Deze is toen hij gedwongenwerd om als directeur van Russel-Tiglia af te treden ver-der gegaan in de Tegelse politiek en heeft met veel suc-ces met een eigen lijst aan de Tegelse verkiezingen deel-genomen. Hij stond bekend als een zeer sociaal voelendpersoon en werd zeer geacht door een groot deel van deinwoners. Dit werd minder toen hij lid werd van de NSB.Louis is herstellende van zware verwondingen aan hetfront en weet dat hij daar weer heen terug moet, maar ik

Kerstmis brengt Louis Orval beide jaren door in Tittmoning. Hier in 1943 bij zijn

kostgezin, de familie Auer. Jac. Bongaerts (middelste rij midden) en Louis Orval

(rechts) bekijken een bord dat afkomstig is van een van de pottenbakkerijen van Karl

Hentschel.

Rechterpagina: De arbeidskaart van Louis in de tijd dat hij als ‘Keramiker’ in

Töpferei Karl Hentschel werkt.

merk dat hij dat met tegenzin zal doen. Drie dagen namijn bezoek aan Adelholzen staat in mijn dagboek:postkaart gekregen van Louis Welters. Uitvoerig bedankthij mij, ook namens zijn kamergenoten.’ (**)

14-1-1945‘Nachtdienst tot 8 uur ’s morgens. Door stroomuitval nabombardementen ligt de oven stil en zitten we in het pik-donker. Maria Zagar kan als ze om 24.00 uur wordt afge-lost niet meer terug naar haar onderkomen inMarquartstein. We kunnen alleen met kaarslicht aan opeen stoeltje zitten en maar afwachten. Het kan de helenacht duren en het duurt ook de hele nacht. Maria is eenJoegoslavische vrouw uit Laibach. Haar man is door deDuitsers doodgeschoten en zij is als dwangarbeidsternaar Duitsland getransporteerd en bij de firma Griesbachtewerkgesteld. Halve nachten hebben we samen gepraat.Ze heeft veel mee moeten maken. Ik krijg van Maria deuitnodiging om bij haar op de matras te komen slapen.Ik neem de uitnodiging aan, want gezien ons leeftijdsver-schil en het feit dat zij al twee kinderen heeft, zullen ergeen andere gedachten bij zijn. Wel vraagt ze: “Hollandi,lig je goed, want een eenpersoonsbed is toch wel ergkrap voor twee personen.” Ik heb voor de eerste keer inmijn leven naast een vrouw geslapen en ben ’s morgenstoch nog als maagd opgestaan.’

15-1-1945‘’s Morgens om 9 uur naar Salzburg om sigaretten tekopen, want hier in Staudach zijn ze niet meer te krijgen.Tegenover mij in de trein zit een jonge Duitse soldaat dietijdens de pascontrole het woord Salzburg op zijnVenloos uitspreekt. Ik begin als de soldaten de coupéhebben verlaten Venloos met hem te praten. Hij isnatuurlijk zeer verrast. Hij vertelt dat hij er eigenlijk isingetrapt toen hij zich als vrijwilliger meldde bij hetDuitse leger, want hij geloofde dat de communisten hetgrote gevaar voor Europa vormden. Nu niet meer, nu ziethij dat de Duitsers zelf nog een groter gevaar zijn. De jon-gen durft niet meer aan zijn terugkeer naar Venlo te den-ken als de oorlog voorbij is. Je merkt aan alles dat heteinde van de oorlog nadert. Ik wandel een paar uur doorSalzburg en er hangt een vreemde sfeer. Ik praat metmensen die hopen dat de Amerikanen eerder in Salzburgzijn dan de Russen, want daar hebben ze het maar niksop. Ondanks het onprettige gevoel in deze anders zolevendige stad, heb ik toch nog lekker gegeten in Gasthofzum Mohr’n. Doordat er bomalarm gegeven wordt moe-ten we de schuilkelder in, maar gelukkig vallen er geenbommen op de mooie stad. Als je nu met Oostenrijkerspraat valt op hoe weinig mensen nog pro-Hitler zijn.’

21-1-1945‘We luisteren naar de Engelse zender. Het mag van FrauRanz, maar ze is wel erg bang want het is ten strengsteverboden en er staat een flinke gevangenisstraf op. DeRussen zijn nog maar 315 kilometer van Berlijn verwij-derd. Hopelijk zijn de Amerikanen eerder in Staudachdan de Russen.’

27-1-1945‘Weer twee fijne dagen in Tittmoning doorgebracht. Deterugreis gaat met veel vertragingen. Het treinverkeerligt door de bombardementen en Tiefflieger praktischstil. In Traunstein moeten we uit de trein en de schuil-kelder in, weer vanwege de Tiefflieger die het vooral optreinen en alle soorten van vervoer gemunt hebben.Wegens plaatsgebrek moet ik tot Übersee in eensneeuwstorm buiten op het balkon van de trein staan.Het is verschrikkelijk koud. Een vrouw die blijkbaarmedelijden met mij krijgt masseert op het station mijnbijna bevroren handen en geeft mij een paar hand-schoenen.De Russen zijn nog maar 120 kilometer van Berlijn.’

5-2-1945‘De Russen zijn nu tot op 70 kilometer van Berlijn. Er zijnontzettend veel vliegtuigen in de lucht.’

1940|1945

1945

Page 124: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 245244 BUUN

19-2-1945‘Er komen ongeveer twintig jonge meisjes bij ons in defabriek hun arbeidsdienst vervullen. Aangezien er eigen-lijk geen werk voor hen is, wordt er veel onderlinggepraat al is het maar om de tijd door te komen.’

20-2-1945‘Er arriveren nog eens twintig meisjes, waarvan er enke-le met mij naar Holland willen omdat zij door de oorlogalles verloren hebben en niet meer in Duitsland willenblijven.’

4-3-1945‘Ik ga misschien wel voor de laatste keer naarTittmoning, tenminste dat gevoel is er en ik voel me danook niet prettig. Ik ben echt van de plaats gaan houden.’s Nachts slaap ik bij de familie Auer, hoogstwaarschijn-lijk ook voor de laatste keer. Met deze gedachten in hethoofd is het moeilijk in slaap te vallen, maar daar staattegenover de gedachte dat ik zeker spoedig naar huisterug zal kunnen gaan.’

16-3-1945‘De tunneloven is uitgevallen, er is geen stroom meerdus ik kan de hele dag naar eigen goeddunken invullen.Ik verveel me geen moment met al die dames. Heb kopen schotel gedraaid met eigen gemaakte vormen enmodellen.’

23-3-1945‘Gewerkt van 7 tot 9 uur, en dan is er geen werk meer.Het is nu goed te merken dat het einde van de oorlognadert en dat spoedig alles voorbij is.’

3-4-1945‘Ik krijg officieel mijn ontslag bij de firma Griesbach, mijmet pijn in het hart aangeboden door Herr Godebauer.Hij vindt het verschrikkelijk om afscheid te moetennemen. Ik ga informeren bij de burgemeester vanStaudach en bij de Ortsbauernführer. Ze proberen eengoede plaats voor me te vinden. ’s Avonds leer ik een

Russisch meisje kennen, Sofka, die vertelt dat ze uit deOekraïne komt en dochter is van een burgemeester vaneen klein dorp. Ze stelt onze kennismaking erg op prijs.’

4-4-1945‘Ik kan bij een bakker, tevens boer, in Marquartsteingaan werken. De eerste kennismaking verloopt goed enik stel mij er tamelijk veel van voor, vooral omdat hij enboer en bakker is. ’s Avonds een wandeling gemaakt metSofka. Ze vertelt wat ze allemaal heeft moeten meema-ken hier in Duitsland, maar nog meer in Rusland, vooraltijdens het transport naar Duitsland. Ze wil nooit meernaar Rusland terug.’

8-4-1945‘Ik kan toch niet bij de bakker komen, maar moet memelden bij de Orstbauernführer die zeker een nog bete-re plaats heeft gevonden. Onderweg moet ik dekkingzoeken. Tiefflieger bombarderen en beschieten de brugen spoorlijn in Übersee en vliegen rakelings overStaudach. Inderdaad kan ik op een betere plaats gaanwerken, zo blijkt. Het is de boerderij Samerhof in Aven-hausen, ongeveer twee kilometer buiten Staudach. Deboerderij, de mensen en de omgeving bevallen mij vanafhet eerste moment. ’s Avonds weer met Sofka gewan-

Het huis van de familie Auer in Tittmoning.

Ontslagbrief van de firma Griesbach, 3 april 1945.

Rechterpagina: De Samerhof in Avenhausen.

deld, maar dit wordt de laatste keer; ik wil dit aardigemeisje geen valse hoop geven.’

9-4-1945‘Ik word vriendelijk verzocht mij vanwege mijn ontslagtoch nog officieel te melden op het arbeidsbureau inTraunstein. Treinen lopen er niet meer, dus ga ik te voetnaar Übersee en vandaar per vrachtwagen naarTraunstein. In Traunstein is het een verschrikkelijkechaos, vanwege de vele soldaten en vooral vluchtelin-gen. De meeste vluchtelingen komen uit de door deDuitsers bezette Balkanlanden, zoals Tsjecho-Slowakije,Roemenië, Hongarije en Bulgarije. Daar deze vluchtelin-gen in hun eigen land met de Duitsers gesympathiseerdhebben willen ze niet in de handen van de Russen val-len. Ook al hebben ze in onze ogen de verkeerde kantgekozen, je krijgt toch medelijden met die mensen. Zehebben gedacht het met de komst van de Duitsers beterte krijgen. Voor de komst van de Duitsers leefden ze ineen vorm van feodalisme. Velen vluchten al honderdenkilometers voor de Russen uit. Het is bedroevend dezemensen wanhopig te zien zoeken naar een onderkomen,al is het maar kortstondig.’

10-4-1945‘Vandaag maar weer te voet naar Übersee. In Traunsteinmoeten we de trein verlaten wegens luchtalarm. Wemoeten de hele dag in Traunstein wachten of er nog eentrein komt. Er is bijna geen treinverkeer meer mogelijk.Krijg op het laatste nippertje nog wat te eten inGasthaus zur Lamm. Ik heb met veel mensen gepraat,vooral met Duitse soldaten die bijna allemaal blij zijndat het afgelopen is. Nu durven ze rechtuit te zeggen datDuitsland de oorlog verloren heeft.Om 19.00 uur komt er een volle afgeladen trein die naarFreilassing gaat en ternauwernood vind ik er nog eenplaats in. In Freilassing moet ik wachten tot er een treinrichting Tittmoning gaat. Ik word bij een controle gear-resteerd door de Feldpolizei die op zoek is naar deser-teurs. Ik heb geluk dat degene die mij aanhoudt de oor-log zat is en niet meer zo fanatiek. Na een paar uur pra-ten kom ik weer vrij maar dan gaan er voorlopig geen

treinen meer. Ik breng de hele nacht in de wachtkamerdoor tussen vluchtelingen en soldaten. Heb urenlangeen klein kind op schoot dat tenslotte in slaap valt.Verschrikkelijke toestanden zijn het.’

12-4-1945‘De ‘Samerhof’ in Avenhausen wordt mijn nieuwetehuis, voor zolang het nog duurt. De Samerhof is eigen-dom van de familie Hefter: boer Georg Hefter, zijn vrouwJulia, Georgi, hun zoontje van een paar maanden, deachtjarige Freddi, een zogenaamd ‘voorkind’ van Julia,Georgs zuster Anni, oma Hefter en Maria als hulp in huisen op de boerderij. Georg Hefter heeft het werken niet echt uitgevonden; hijpraat liever dan dat hij werkt. Hij is in feite een intel-lectueel en had graag willen studeren voor een anderberoep. Maar hij moest als oudste zoon traditiegetrouwhet boerenbedrijf voortzetten. Hij is geen echte boer.Zijn vrouw runt de boerderij en zij werkt ook het hard-ste. Zijn vader was vroeger burgemeester van Staudachen men spreekt nog met veel respect over hem. De Hefters bezitten twee boerderijen: Samerhof enStrassberg. Ook bezitten ze behoorlijk veel landerijen. Inhet moerasgebied wordt turf gestoken voor eigengebruik. Een van mijn eerste werkzaamheden op deboerderij is de mest opruimen. Het is wel even wennenvanwege die stank. Er staan ongeveer dertig koeien enkalveren op stal. Het werken buiten in deze mooieomgeving is veel interessanter. Avenhausen ligt aan devoet van de Alpen.’

25-4-1945‘Ik ga turf steken met de 75 jaar oude Berger die, naareigen zeggen, nooit op iemand scheldt. Een fijne man.Mijn taak is de gestoken plaggen turf op een specialemanier rondom een stok te stapelen, zodat ze kunnendrogen. Dit oude beroep in deze schitterende omgevingte mogen doen is onwaarschijnlijk mooi. Alleen de tijdmoest anders zijn. Geen oorlog.’s Middags ben ik alleen in het moeras terwijl ik turf sta-pel en geniet van de mooie natuur en de stilte. Maar uitde verte komt een bekend geluid. Het zijn honderdenzware bommenwerpers, begeleid door jagers op wegnaar hun doelen ergens in Duitsland. Blijkbaar moet eenvan de bommenwerpers zijn bommen kwijt en laat diemaar boven het moeras los. Ik hoor het inmiddelsbekend geworden geluid van fluitende bommen die mijnrichting uit komen. Ik duik op het laatste moment nogachter palen die schuin achter een keet staan en die alsveertjes door de luchtdruk worden weggeblazen. Bennaar de boerderij gerend met oma, Frau Hefter en dekleine Georgi in de kinderwagen. Op de landweg is heterg druk en chaotisch. Met al die vliegtuigen boven hunhoofd zijn de mensen angstig en wanhopig.’

1940|1945

Page 125: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 247246 BUUN

27-4-1945‘De hele dag met Berger turf gestoken. Hij heeft interes-sante dingen te vertellen. Hij heeft zich nooit veel vanHitler en zijn partij voorgesteld, zegt hij. Maar dat zeg-gen ze nu bijna allemaal.’

28-4-1945‘Ongeveer veertig Hongaarse vrijwilligers in Duitsedienst worden op Samerhof ingekwartierd. Het zijn jon-gens van ongeveer mijn leeftijd en ze zijn erg bang enongewis over hun toekomst. De leiding van deze groepis in handen van enkele oudere Duitse officieren dietotaal geen respect voor deze Hongaarse vrijwilligershebben. Dit laten ze ook goed merken. Tegen mij alsHollander zijn ze overdreven vriendelijk.’

1-5-1945‘De Hongaarse soldaten worden door de Duitse officie-ren in de steek gelaten. Ze zijn wanhopig en komen mijvragen wat nu te doen. Op drie soldaten na krijg ik zezover dat ze, voordat de Amerikanen arriveren, de boer-derij verlaten. Maar ze moeten proberen hun vaderlandte bereiken. Hun vaderland is Hongarije dat nu bezet isdoor de Russen en waar ze nu helemaal niet meer wel-kom zijn als vrijwilligers in dienst van de Duitsers.Het schieten komt dichterbij en men zegt dat Hitlerdood is. Het is opvallend: de Duitsers blijken er in ditstadium van de oorlog niet van onder de indruk te zijn.Ze zijn de oorlog moe, zeker nu hij verloren is en de toe-komst er slecht uitziet.’

2-5-1945‘Een bataljon Duitse soldaten arriveert in Avenhausen.Ze zien er niet oorlogszuchtig meer uit en hebben eenvrachtwagen vol met levensmiddelen en een aanhangermet vaten olie bij zich. Ik mag van de commandantsamen met Georg Hefter minstens tien vaten onder eengrote mesthoop verstoppen. Daar werd je tien dagenterug gegarandeerd voor tegen de muur gezet. Je kuntaan alles merken dat het einde nu echt nadert.’

3-5-1945‘Om ongeveer 7 uur gaat het beginnen. Ik loop een stukde berg op en kan de autobaan zien, waarover heen eenlange rij Amerikaanse tanks rolt. Geschoten wordt ernauwelijks, maar plotseling zie ik hoe een van de tanksde railing ramt en naar beneden stort.’‘Georg Hefter krijgt een oproep om zich in Staudach temelden om als Volkssturm de brug te verdedigen tegende Amerikanen. De Volkssturm wordt gevormd dooroudere Duitse mannen die niet naar het front hoeven.Georg weet niet wat te doen, maar ik krijg hem zover dathij niet gaat, en met hem weigeren ook de andere man-nen. Het is ook waanzin om te gaan, want deAmerikanen zijn reeds vlakbij Staudach. In de grote schuur waar de Duitse soldaten geslapenhebben, liggen al hun wapens en uitrusting. Ik verzamelhet wapentuig en ga het met paard en wagen naar deAmerikanen brengen. Voor het eerst zie ik eenAmerikaanse soldaat, een reus van een kerel. Hij wilweten waar dat oorlogsspul vandaan komt, maar ik zeghem dat ik het gevonden heb. Op de munitie na wordtalles op een hoop gegooid, met benzine overgoten en inbrand gestoken.’s Avonds praat ik in de woonkamer met de achterge-bleven Duitse soldaten. Dit zijn nu de dappere mannendie eens bijna heel Europa onder de voet hebben gelo-pen.’

4-5-1945‘’s Morgens weer wapens en munitie naar de Amerika-nen in Staudach gebracht. Het is een absurde tijd, deverslagen Duitsers zijn nog in Avenhausen, en deAmerikanen op twee kilometer afstand in Staudach.Onbegrijpelijk dat ik als Hollander een bescheiden aan-deel heb in de afloop van deze afschuwelijke oorlog. Ikdoe het ook voor Georg Hefter want hij is doodsbe-nauwd dat er nog wapens zijn op Samerhof als deAmerikanen komen. Het is ook nog levensgevaarlijk; hetis een soort niemandsland waar volop geplunderd kanworden want er is geen gezag meer. Het zijn vooral de

Staudach, met op de achtergrond de

besneeuwde top van de Hochgern.

Rechterpagina: Louis (links) op bezoek

bij Georg Hefter in 1982, tijdens een

vakantie.

Oost-Europeanen die nu wraak kunnen nemen op deDuitsers en dat als ze de kans krijgen ook zeker zullendoen. Ze zijn dikwijls gevaarlijk omdat ze meestal dron-ken zijn en op zoek naar nog meer ‘Schnaps’. Frau Hefterheeft mij een Hollands vlaggetje op mijn hemd genaaiden dat helpt. Want op een dag staan er als ik de trapafkom, twee Fransen in de gang die mij een revolveronder de neus houden en Schnaps verlangen. Gelukkigspreek ik een beetje Frans en ik vertel dat wij met enke-le Hollanders nu de baas zijn in deze boerderij. Ze drui-pen gelukkig af in een buitgemaakte Duitse legerauto.’

9-5-1945‘Ik ben in de stal aan het werk als ik door Anni Hefter inpaniek naar huis word geroepen: “Louis bitte schnell.”In de keuken zitten twee stomdronken Amerikaanse sol-daten die Schnaps moeten hebben. Ik probeer hen aanhet verstand te brengen dat er niets meer in huis is,maar ze zijn voor geen rede vatbaar en verstaan ookbijna geen Duits. Een van de twee blijft maar steeds her-halen: “Mein Bruder kaput hier in Deutschland.”Plotseling vliegt hij hysterisch op, trekt een wapen enricht dat op oma Hefter en schreeuwt: “Kaput, kaput”. Ikhaal dan een stunt uit die slecht had kunnen aflopen. Ikga tussen de Amerikaan en oma Hefter staan en zeg inmijn beste Engels: “Deze goede vrouw mag je niet dood-schieten, want ze is net als jouw moeder ook moeder.”Hij kijkt mij stomverbaasd aan, wordt lijkbleek, doet zijnwapen weg en vertrekt zonder een woord met de ande-re soldaat in een jeep. Ik heb oma Hefter nooit vertelddat ik na mijn heldendaad gebibberd heb van angst.’

13-5-1945‘Er komen enkele jeeps met Amerikanen, die de boerde-rij in beslag nemen. De familie Hefter moet de boerderijverlaten en gaat naar een andere boerderij, Strassberg,die ook familie-eigendom is. Zelf mag ik op Samerhofblijven, maar ik moet wel op de zolder gaan slapen.’

19-5-1945‘’s Middags word ik door een bekende opgehaald, wantik moet mij bij de Amerikanen in Staudach melden. Daarkrijg ik via een tolk, een in Staudach woonachtige gra-vin, te horen dat er de mogelijkheid bestaat om directnaar Holland terug te keren. Het aanbod overvalt mij,maar ik kan niet nog een paar dagen wachten, want vol-gens de Amerikanen is de terugreis al geregeld. Zo moetik vandaag afscheid nemen van de familie Hefter.Ik word door Amerikaanse soldaten per jeep naarBergen gebracht, waar niemand iets blijkt te weten, werijden naar Ruhpolding, waar men ook van niets weet enbelanden tenslotte in Traunstein. Daar kan ik voorlopigonderdak krijgen bij enkele Fransen die ook op het puntstaan huiswaarts te keren.’

22-5-1945‘Ik moet mij om drie uur op de Kinoplatz melden voor deterugreis naar Holland. Tref er onverwacht veel landge-noten. Twee uur later arriveren we in Rosenheim, waarwe moeten overstappen in vrachtwagens, en rijden overde autobaan via München door naar Ulm.’

23-5-1945‘Om 1 uur ’s nachts op open vrachtwagens via Stuttgartnaar Mannheim. Het is verschrikkelijk koud en wekomen totaal verkleumd ’s morgens om 9 uur in de stadaan. De aanblik van de verwoeste stad is verschrikkelijken uit veel vensters steekt een wit laken ten teken vanovergave. We worden ondergebracht in door Ameri -kanen gevorderde woningen in het niet-gebombardeer-de deel van de stad. Omdat er geen dekens zijn gebrui-ken we in plaats daarvan verduisteringspapier. Je hoortde hele nacht de papieren dekens ritselen, wat mij doetdenken aan mijn onderduiktijd in Baarlo. Toen moest ikslapen in een stromijt en hoorde de hele nacht muizenknagen en ritselen.’

‘Wat de Duitsers betreft: ze kunnen haast niet gelovendat ze de nachten in rust kunnen doorbrengen zonderdat ze een schuilkelder moeten opzoeken. De meestengedragen zich als onderdanige verliezers, maar ze zijnwel blij dat ze hun gebied door de Amerikanen en nietdoor de Russen bezet is. Er gaan de meest gruwelijkeverhalen over gebieden waar de Russen zijn binnenge-trokken.Ons huis zit propvol Hollanders die allemaal even blijzijn dat ze naar huis kunnen. Mijn eigen tijd in Hitler-Duitsland is vergeleken met die van de meeste andereHollanders te beschouwen als een grote vakantie, deminder leuke en soms gevaarlijke dingen buitenbeschouwing gelaten.’

29-5-1945‘Ik word samen met honderden landgenoten in vracht-

1940|1945

Page 126: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

248 BUUN

wagens naar Ludwigshafen overgebracht. Daar krijgenwe een royaal Rode Kruispakket en vertrekken per treinnaar Mainz. We zitten met 28 personen en onze koffersopeengepakt in een goederenwagon. Gelukkig zijn wijLimburgers in de meerderheid, want de Hollanders vanboven de rivieren beginnen, nu ze dichter bij huiskomen, behoorlijk meer praatjes te krijgen.’

31-5-1945‘Tegen 6 uur in de ochtend komen we in Aken aan, waarwe een treurige indruk krijgen van alle verwoestingen.Aken is zwaar gebombardeerd. De Duitsers wordenterecht beschuldigd van oorlogsmisdaden maar het ver-woesten van de steden door de geallieerden, waarbijduizenden doden zijn gevallen, is net zo erg. We wordenbij de grensovergang hartelijk begroet door landgeno-ten, waardoor verschillende jongens uit onze wagon huntranen de vrije loop laten. Het zijn ontroerende momen-ten.’

‘Aankomst in Maastricht rond 9 uur. Aan de overkantvan het perron zie ik een Tegelse jongen van deKerkstraat staan en ik ben op hetzelfde moment metmijn gedachten in Tegelen. We krijgen de tijd om ons tewassen en te verzorgen, wat hard nodig is na die langereis. Daarna gaat de reis in een sukkelgangetje overBelgië naar Eindhoven, waar we ’s avonds om 10 uuraankomen. Ondanks het late uur worden we door hetRode Kruis ontluisd. Bovendien worden we ‘politiek’gekeurd: er komen landgenoten tevoorschijn die in deoorlog zogenaamd ‘verkeerd’ zijn geweest of zelfs in hetDuitse leger als soldaat hebben meegevochten. Webrengen de nacht door in een van de Philipsfabrieken. Ik realiseer mij midden in de nacht dat een zeer belang-rijke periode uit mijn leven voorbij is. Ik heb afscheidmoeten nemen van mensen waarvan er enkele zeer dier-baar zijn geworden. Ik ben bijna ongemerkt een beetjeBeiers geworden. Maar natuurlijk ben ik ook blij dat ereen einde is gekomen aan al de ellende die deze oorlogvoortgebracht heeft. En er is blijdschap over een spoe-dig weerzien met ma, pap, zuster, familie en bekenden.’

1-6-1945‘We moeten om zeven uur opstaan en krijgen een goedontbijt bestaande uit brood, eieren en spek zoveel wemaar willen. Na het ontbijt worden we nogmaalsmedisch en ‘politiek’ gekeurd. Dan krijgen we de defini-tieve bevestiging dat we vandaag naar huis kunnen.’

‘’s Middags rond twee uur wordt mijn naam afgeroe-pen…!’

(*) De oorlogsomstandigheden in Salzburg en de schuilkelders in het

bijzonder worden gedetailleerd beschreven door de Oostenrijkse

schrijver Thomas Bernhard (1931-1989) in zijn boek Die Ursache.

Bernhard zat in die tijd op een schoolinternaat in de Oostenrijkse stad.

Ook schrijft hij uitvoerig over zijn jeugdjaren in Traunstein en omge-

ving.

(**) Een levensbeschrijving van de vader van Louis Welters is te vinden

in: Willem Kurstjens, Tussen droom en daad; vier historische portretten van

markante Tegelenaren in de jaren dertig (Mosae Venlo, 2004).

1-12-1943 tot1-6-1945

BUUN 249

Voor mijn vader

Het Bondsgebouw was van 1917 tot 1967 cen-trum van vakbondsactie, sociale en politiekescholing. Maar dat niet alleen; het trok vollezalen met toneel, film, dansavonden en vie-ringen. Na de Tweede Wereldoorlog nam heteen tijdlang de plaats in van De Prins vanOranje, en werd het Venlo’s schouwburgzaal.Veel ouderen herinneren zich nog de revuesvan Sef Cornet. En buurtgenoten weten metsmaak te vertellen dat de bakker van deCoöperatie de lekkerste ‘kluntjesmik’ had vande hele stad!

Door: Mariet Verberkt

Het paleisvan denwerkman

De trots van de Katholieke Arbeidersbeweging

in Venlo; het Bondsgebouw aan de

Herungerstraat 22-126

Aan de Herungerstraat in Venlo ligt het Bondsgebouw. Tegenwoordig een ietwat verloederd

complex met 54 wooneenheden voor alleenstaanden en jonge starters op de woningmarkt. In

vroeger tijd een bruisend actiecentrum, gebouwd voor de katholieke arbeiders van de stad. Die

konden er terecht voor voedsel, scholing en vermaak.

Mariet Verberkt schets de rijke geschiedenis van ‘het paleis van den werkman’.

Het Bondsgebouw in de Herungerstraat

ca. 1925. Bron: GA Venlo, fotoarchief.

Page 127: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 251

‘Misdadig avontuur’ gaf stoot tot katholieke arbeidersorganisatie

Toen het Bondsgebouw zijn deuren opendehad de katholieke arbeidersbeweging in Venloal een lange geschiedenis achter de rug. Deeerste vakvereniging die in 1901 werd opge-richt was de R.K. Typografenbond. De typo-grafen liepen altijd voorop in de organisatie.Doordat zij met drukwerk (kranten, boeken) inaanraking kwamen waren het doorgaansgeletterde en goed geïnformeerde arbeiders.Ze waren zich daardoor meer bewust van hunpositie. De grote spoorwegstakingen van1903, door de burgers en bestuurders vanVenlo ‘een misdadig avontuur ’ genoemd,gaven de grote stoot tot de katholieke arbei-dersorganisatie. Tijdens de stakingsacties inVenlo had dr. Poels de spoorwegarbeiders metveel overredingskracht voor ‘de poorten vande hel’ (Poels bestreed de socialisten metferme woorden) weggesleept en hen gewezenop hun plicht zich aan te sluiten bij de katho-lieke Vakbond voor Spoorweg- en Tramper-soneel, St. Raphael. Het initiatief van typo-grafen en spoorwegarbeiders werd al snelgevolgd door timmerlieden, metaalbewerkersen schilders die hun eigen vakverenigingenoprichtten.

Ter overkoepeling van de verschillende vak-verenigingen werd op 27 november 1904 deVenlose afdeling van de R. K. Volksbond opge-richt. De Volksbond nam in de eerste jarenvan haar bestaan belangrijke initiatieven.Allereerst was er de oprichting van hetGemeentelijke Arbeidsbureau (1905). In 1905werd ook de Ambachtsschool in Venlo geo-pend en konden jongens uit Venlo en omge-ving een vak leren. Met de hulp van dokter O.Wolters (de andere artsen weigerden mede-werking te geven) kwam in 1910 het GroeneKruis tot stand. Een succes was de Spijs-kokerij, die plaatsvond in de openbare schoolaan het Helschriksel. Al de eerste dag werden536 ‘porties’ uitgedeeld.Omdat in de Volksbond zowel patroons (klei-ne werkgevers) als werklieden georganiseerdwaren, kon een botsing van belangen niet uit-blijven. Zo kreeg het initiatief om een coöpe-ratie op te richten veel tegenstand van depatroons. De Volksbond stond een krachtigearbeidersbeweging in de weg. De typografenscheidden zich als eersten af en wilden zon-der patroons verder. Samen met bouwvakkersen spoorwegarbeiders richtten zij in decem-

ber 1913 de R. K. Werkliedenvereniging, St.Carolus Barromeus (RKWV) op, waarna deVenlose afdeling van de Volksbond werdopgeheven. De RKWV was vanaf toen de over-koepelende standsorganisatie van arbeidersin Venlo. Om een idee te krijgen van deinhoud, organisatie en optreden van deVenlose RKWV, is het goed om eerst even stilte staan bij de grondslagen van de katholiekearbeidersbeweging.

De grondslagen van de katholieke arbeidersbewegingDe katholieke arbeidersbeweging in Neder-land stond volledig onder de hoede van dekatholieke kerk. Er waren geestelijken vrijge-steld om als ‘aalmoezeniers van sociale wer-ken’ de leiding te nemen in de vak- en stands-organisaties. De R.K. Kerk huldigde het stand-punt, dat alleen de christelijke beginselen eenleidende rol konden spelen bij de realisatievan de sociale rechtvaardigheid. De basis vandeze gedachte was de Pauselijke EncycliekRerum Novarum (1891). De samenleving moestgeorganiseerde verbanden krijgen van groe-pen die dezelfde noden en problemen ken-den. Elke groepering kreeg een eigen stands-organisatie. Zo kwamen er in Venlo standsor-ganisaties voor arbeiders, tuinders, midden-standers en de hogere stand, die de christelij-ke beginselen als uitgangspunt hadden. Voorandersdenkenden was geen plaats. De ideevan standsorganisaties werd in Nederlandnergens zo ver doorgevoerd als in Limburg.De pas opgerichte vakverenigingen van typo-grafen, spoorwegarbeiders, en anderen warenondergeschikt aan de overkoepelendestandsorganisatie, in dit geval aan de RKWV.Het paste in deze gedachtegang om alle acti-viteiten van vakverenigingen en van destandsorganisatie van werklieden onder tebrengen in één gebouw. Door het instellenvan de functie van vrijgestelde aalmoezenierkonden de activiteiten gemakkelijk beïnvloeden gecontroleerd worden. Het onderbrengenvan de aalmoezenierwoning in het Bondsge-bouw was dan ook niet zonder betekenis.

Grondwet van de Roomsche Arbeidersorganisatie Deinvloedrijke dr. Poels, die in 1910 Aalmoe-zenier van Sociale Werken in Limburg wasgeworden, hield strak de hand aan het katho-liek ideologisch uitgangspunt dat godsdien-stige belangen hogere prioriteit hadden danmateriële. Bij de vakvereniging stonden demateriële belangen op de voorgrond, zoalsbetere werkomstandigheden en hoger loon.

"Wat het gemeentehuis is voor de politieke ende burgerorganisatie, dat zijn de gebouwenals dit voor de arbeidersorganisatie". Metdeze woorden opende mgr. dr. Henri Poels opzondag 4 februari 1917 het Bondsgebouw inVenlo. En: "Overal moet zulk paleis van denwerkman verschijnen". De naamgeving paleisvan den werkman ‘leende’ Poels van architectBerlage en van wethouder Wibaut, die dezebenaming gebruikten voor de mooie arbei-

derswoningen in Amsterdam.De toenmalige voorzitter van de Venloseafdeling van de R.K. Werkliedenvereniging, JacTitulaer, was enorm trots op wat er gepres-teerd was om "dit groote werk, een eigengebouw, een eigen tehuis voor de R.K. arbei-ders tot stand te brengen". Het hele gebou-wencomplex, bestaande uit Bondszalen,Gezellenhuis, Coöperatie en Aalmoezeniers-woning, was in een half jaar tijd gebouwd.Hieraan had ook burgemeester Van Rijn, dieals bijzondere gast bij de opening aanwezigwas, zijn steentje bijgedragen. Van Rijn had erop het laatste nippertje voor gezorgd dat hetbondsgebouw een aansluiting had gekregenop het elektrische net. De gemeenteraad haddaar namelijk afwijzend over beschikt. Zonderingrijpen van de burgmeester had de openingin het donker of met petroleumverlichtingplaats moeten vinden.

Dat de Werkliedenvereniging niet alleen opsociaal terrein actief was maar ook cultureleactiviteiten ontplooide, bleek tijdens de ope-ning uit het succesvolle optreden van zang-vereniging Kunst na Arbeid, die onder leidingvan de bekende musicus Theo Jordans eenaantal liederen ten gehore bracht. De fluitso-lo van Mathieu van Rooy met pianobegelei-ding van Jordans, ontlokte veel bijval van hettalrijke en enthousiaste publiek.

250 BUUN

Dr. H. A. Poels, (1868-1948)Aalmoezenier van Sociale Werken inLimburg.Bron: Gedachten, woorden en daden vanmgr. Dr. H.A. Poels, 5.

Interieur grote zaal Bondsgebouw.Bron: 25 Jaren Socialen Arbeid1904-1929, 21.

Page 128: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 253

den zich zo voorspoedig, dat zij al in 1915moesten uitzien naar een nieuwe ruimerehuisvesting en zij deden dat gezamenlijk.Onderhandelingen over huur of koop van ver-scheidene bestaande panden mislukten. Zowerd voor de gasgloeikousjesfabriek Aurora,op de plek waar nu de Venlonazaal ligt, een tehoge prijs gevraagd. In een gezamenlijkeledenvergadering van de Werkliedenvereni-ging en coöperatie ‘De Hoop’ op 29 augustus1915 werd dan ook tot nieuwbouw besloten.Een terrein aan de Herungerweg dat eigen-dom was van Mevrouw Weduwe Keulen-Corten leek geschikt. De Werkliedenvereni-ging zou het terrein kopen en ‘De Hoop’ ver-plichtte zich een gedeelte van de gebouwente huren. Op 30 november 1915 werd dekoop gesloten en gingen de besturen aan deslag met het maken van schetsen en inrich-tingsplannen voor het gebouwencomplex. Deontwerpplannen werden vervolgens aan eenaantal architecten aangeboden met het ver-zoek de schets om te werken tot een verant-woord plan. Acht architecten dienden eenplan in, waarvan dat van de Venlose architectH. Rijven als het beste werd beoordeeld.

De plek In 1917 was de toenmalige Herunger-weg (thans Herungerstraat genoemd) noglang niet volgebouwd. Hier en daar stond eentuinderswoning en omstreeks 1900 waren eenaantal stadswoningen gebouwd in traditione-le stijl. Later, in de jaren dertig, kwamen ernoordelijker in de straat fraaie (dubbel)woningen in moderne stijlen, ontworpen doorbekende Venlose architecten als Jac Grubben,Louis Beckers, Henri Rijven en Piet Leusen.De ingang van de straat/hoek Straelseweg

was een levendig verkeerspunt. Hier warengevestigd: de rijwielzaak van Franssen die inde oorlog is verwoest (in de huidige nieuw-bouw is de kappersvakschool gevestigd) enhet bekende café Braem, dat in hetMetropoolcomplex zat. Bij café Braem was dehalteplaats van de stoomtram Nijmegen-Venlo. De reizigers die vanuit Noord-Limburgde markt van Venlo bezochten stapten op dehoek bij café Braem uit. Op de Herungerwegwaren toen ook enkele winkeliers gevestigd,zoals melkhandel Willems (later Vivowinkel) ende kruidenierswinkel van Nelke van Run-Potten. Op de hoek/Mercatorstraat lag hetpand Van Rijn, waarin achtereenvolgens eencafé en een groentewinkel waren onderge-bracht. Op de hoek/Noord-Binnensingel(thans bloemenzaak Anturium) was nog een

De RKWV moest op de eerste plaats zorgenvoor een christelijke vorming van de arbeidersom vervolgens de samenleving in christelijkezin te hervormen. De opvatting van Poels, diein Limburg veel aanhang had, stond rechttegenover die van de zogenaamde LeidseSchool. De Leidse School, onder leiding vanProf. Mr. P.J.M. Aalberse (de latere Ministervan Staat), bepleitte juist een zelfstandigepositie van de vakverenigingen, verenigd ineen vakbureau te Utrecht, sinds 1909. Poelsvreesde dat in het model van de LeidseSchool de invloed van de aalmoezenier gerin-ger zou worden en dat alle nadruk kwam teliggen op de stoffelijke belangen. De vakver-enigingen zouden daarmee te veel binnen deinvloedssfeer van de socialisten komen. Opde Katholiekendag in Venray (1914) weesPoels nadrukkelijk op het gevaar van deLeidse School. Het katholieke dagblad De Tijd(13 juli 1915) beaamde dit gevaar. HetNederlandse Episcopaat koos op 31 oktober1916 uiteindelijk voor de Limburgse School(Poels) en legde aan alle leden van vakvereni-gingen de verplichting op, zich ook aan tesluiten bij de standsorganisatie. Dit beteken-de voor elke arbeider een dubbel lidmaat-schap. De Nieuwe Rotterdamse Courant(NRC) schreef op 23 mei 1917 dat hiermeeeen soort grondwet van de RoomscheWerkliedenorganisatie was vastgesteld: "Dezewordt hiermee, nog meer dan vroeger onderde onmiddellijke macht der kerk gebracht,waardoor van een zelfstandig optreden derRoomsche werklieden welhaast geen sprakemeer kan zijn".

Katholieke emancipatie De emancipatie en groeivan het katholicisme in de tweede helft vande negentiende eeuw was te danken aan degrondwet van 1848 die volledige vrijheid vangodsdienst gaf. Het gevolg was echter de ver-zuiling in Nederland. De aanhang van de ver-schillende zuilen; Katholiek, NederlandsHervormd, Gereformeerd en Socialistisch,organiseerde eigen verenigingen, partijen,onderwijs en media, die zich strikt van elkaarontwikkelden. De katholieken hadden zich tot1848 achtergesteld gevoeld ten opzichte vanhun medeburgers en beschouwden de her-vorming van de grondwet als een begin vanhun emancipatie. Bovendien leidde het her-stel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853tot een indrukwekkende rooms-katholiekebouwcampagne van kerken en opbloei vanhet kloosterleven en kon er een zeer gesloten

wereld ontstaan van katholieke verenigingenen organisaties onder de ideologie van dekatholieke kerk. Het katholieke vakbondsle-ven was dan ook doordrenkt met religie. Deaalmoezenier voerde in elke vergadering het(hoogste) woord. Vakbondsleden gingen opretraite, liepen mee in processies en elkemanifestatie of feestelijk gebeuren begon meteen H. Mis of H. Lof. Zo werd op de feestelij-ke openingsdag van het Bondsgebouw ‘ smorgens eerst een plechtige H. Mis gevierden trokken de arbeiders en hun vrouwen ‘smiddags na het Lof in lange rijen van de SintMartinuskerk naar de Herungerweg, waar deinzegening en opening van het Bondsgebouwplaatshad. Er was bij de katholieke arbeiders-beweging eerder sprake van katholieke eman-cipatie dan van arbeidersemancipatie.

Veel katholieke vakbondsleden worsteldenmet de dominante rol van de kerk in de vak-beweging. Een voorbeeld was machinist JanMens bij de spoorwegstakingen in Venlo.Zelfs niet alle geestelijken waren het eens metde opvattingen van Poels. Kapelaan VonBönninghausen uit Venlo, geestelijk adviseurvan de Typografenbond, was een sterke voor-stander van de Leidse School. Aan de ver-plichting van het dubbellidmaatschap werdlang niet door alle arbeiders gevolg gegeven.In de praktijk bleken veel vakbondsleden nietaangesloten bij de standsorganisatie. In 1925waren in Limburg 7949 arbeiders lid van eenvakvereniging en daarvan waren er slechts4612 tevens lid van de standsorganisatie deRKWV. Echter, krachtige leiders van de VenloseRKWV, zoals Jac Titulaer en Mathieu van Rooy,wisten een sterke band te smeden tussenvakverenigingen en de standsorganisatie,zodat in Venlo weinig problemen waren methet dubbellidmaatschap. Ter plaatse groeidehet aantal activiteiten van de katholiekearbeidersbeweging en na een tiental jarenontstond de behoefte aan een eigen huisves-ting.

De (bouw) geschiedenis van hetBondsgebouw

Het eerste verenigingslokaal van de RKWV inVenlo was gevestigd aan de Bolwaterstraat 36,het gebouw van de voormalige MilitaireVereniging. Hierin vestigde zich ook de in1914 opgerichte R. K. Coöperatieve Verbruiksver-eniging ‘De Hoop’. Beide instellingen ontwikkel-

252 BUUN

Ontwerptekening van het Bondsgebouwvan architect H. Rijven 1916. Bron: GA Venlo, uit het archief vanarchitect Staring.

Coöperatiewinkel en inrijpoort in hetBondsgebouw. Bron: De Hoop 1914-1939, 7.

Page 129: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 255

gemeente twintig dagen per jaar de beschik-king zou krijgen over een vergaderzaal. Hetbedrag bleef echter beperkt tot een jaarlijksesubsidie van 500 gulden.De benodigde gelden voor de bouw en inrich-ting van het Bondsgebouw moesten dusergens anders vandaan komen. De contribu-tie van de leden werd in 1917 verhoogd vandrie naar vijf cent per week en per 1 maart1918 nog eens met één cent. Het grote geldkwam echter uit Sevenum. Aalmoezenier dr.Derkx die daar kapelaan was geweest, ging ‘deboer op’ en wist een aantal boerenfamilies,zijn oud-parochianen, te bewegen tegen gun-stige voorwaarden geld ter beschikking testellen voor het op te richten Bondsgebouw‘in de stad’. De bouwkosten zouden 55.950gulden gaan bedragen, samen met de inrich-ting en meubilering ging het om een bedragvan 90.000 gulden.

De wijnkelder van de aalmoezenier Het bestek konnu gereed worden gemaakt en in februari1916 had de openbare aanbesteding plaats.Twintig aannemers namen aan de inschrijvingdeel. De hoogste voor een bedrag van 72.500en de laagste voor 55.950 gulden. Deopdracht werd hiermee verleend aan aanne-mer Ant. Delsing uit Venlo. Naast de omschrijving van de diverse werk-zaamheden en de te gebruiken materialen gafhet bestek (dat bewaard is gebleven) ookregels over de hoogte van de lonen en deduur van de arbeidstijd van de werklieden.Aan een ambachtsman tussen de 14 tot 16

jaar werd dertien cent per uur betaald en aaneen volwassen ambachtsman tussen de twin-tig en dertig cent. Het loon werd contant uit-betaald op vrijdagavond onder toezicht vande opzichter. De werktijd was tien uur per dag,voor overwerk werd een uurloon van tien centbetaald. Verder was er een artikel opgenomenwaarin stond dat de aannemer verplicht wasbij het aannemen van werkvolk, georganiseer-de werklieden de voorkeur te geven. In eensupplement bij het bestek stonden enkele‘luxe zaken’ beschreven, zoals het "plaatsenvan spiegelglas in beneden ramen van bega-ne grond der deuren en ramen van café,hoofdingang, winkel en aalmoezenierswo-ning", en… "in den kelder der aalmoezeniers-woning, 12 wijnbakken te maken".

Het gebouwencomplex Bij gelegenheid van het 25jarig Encycliekfeest van ‘Rerum Novarum’, op21 mei 1916, had de eerste steenleggingplaats, door deken M. Bauduin. Over dezeeerste steenlegging schreef dr. Knippenbergin de Nieuwe Venlosche Courant van dinsdag 23mei 1916: " Voor Venlo was die eerste steen-legging een historisch moment. Of het alszoodanig ook buiten den Werkliedenstandwordt begrepen? Als een tiental jaren binnende muren van dit gebouw zal zijn gesprokenen geleerd, gewerkt en gestreden, dan is inhet Venlo van heden zooveel veranderd, datvelen zich de oogen wrijven"…." Geen gerok-te heeren, geen eeremaal. Niets van dat alleswas er te bespeuren. Stil en eenvoudig ginghet in zijn werk, die eerste steenlegging".

levensmiddelenwinkel gevestigd. Voor al dezewinkels betekende de komst van de nieuwecoöperatie een grote concurrentieslag. Envoordat de fa. Van den Homberg met eenautogarage in de straat kwam (thans achter-zijde van de Edah), was het Bondsgebouw hetenige grootschalige bouwwerk in de straat,dat aan de achterzijde werd begrensd doorde Popefabriek aan de Keltenstraat en deMercatorstraat.

‘De boer op’ voor geld Het terrein was gekocht,de gemeente verleende op 28 maart 1916 debouwvergunning, architect Rijven had deplannen gereed, maar er was geen geld om debouw uit te voeren. Het kerkbestuur van deSt. Martinusparochie weigerde bij te dragen.Bij de gemeente werd per brief van 17 maart1916 een renteloos voorschot aangevraagdvan 15.000 gulden: "ter morele verheffing vanonze arbeidersstand". Dit verzoek werd afge-wezen omdat het Bondsgebouw géén alge-meen belang zou dienen. De R. K. Verenigingvan Winkeliers en Neringdoenden tekende protestaan tegen een eventueel renteloos voor-schot. Dat was vooral gericht tegen de vesti-ging van coöperatie ‘De Hoop’, die werdgezien als concurrent van de middenstand.Iets wat de stemming in de gemeenteraadniet gunstig beïnvloedde, was het ingezon-den artikel van aalmoezenier dr. Derkx in deNieuwe Venlosche Courant. De aalmoezenierschreef: "of zouden de heeren misschiendenken, dat werklieden alleen nog waardehebben ten tijde van verkiezingen". Een min-derheid van de gemeenteraad wilde uiteinde-lijk een jaarlijkse subsidie verstrekken van1750 gulden onder voorwaarde dat de

254 BUUN

Hoek Herungerweg/Straelseweg met in hetmidden de rijwielzaak van Franssen, linksop de hoek café Braem in Metropoolcom-plex en op rechterhoek café Van Rijn, latergroentewinkel.Bron: GA Venlo, fotoarchief, postkaart begintwintigste eeuw.

Situatieschets van de ligging van het Bondsgebouw.Bron: GA Venlo, uit het archief van architect Staring.

Architect H. Rijven (1884-1965)

In augustus 1910 kwam de uit Tilburg afkomstige Hendrik Rijven alsbouwkundig opzichter in dienst bij Gemeentewerken in Venlo. Maar al naenkele jaren vestigde hij zich als zelfstandig architect. Het werk vanRijven in Venlo is zeer omvangrijk. Hiertoe behoren zowel volkswoning-complexen in opdracht van de Venlosche Bouwvereniging als winkel- enbedrijfspanden. Hij bouwde ook in opdracht van fabriekseigenaren; de’Pope’- woningen aan de Herungerweg (nr. 116 tot 130) zijn daar eenvoorbeeld van. Aan de Burgemeester Van Rijnsingel bouwde Rijven driewoningen, (nr. 13-14-15), in sobere rationalistische stijl die veel voor-kwam in moderne grootschalige projecten. Kenmerkend is dat de driewoningen als één geheel zijn ontworpen maar de afzonderlijke pandenwel duidelijk herkenbaar zijn. Deze stijl zien we terug bij hetBondsgebouw waarvoor hij in 1915 opdracht kreeg. Ook hier kregen deafzonderlijke gebouwen aparte ingangen, maar bleef het gebouwencom-plex toch één geheel vormen. Aan de Goltziusstraat verscheen in 1915een hele straatwand (nr. 4 tot 24), waarin Rijven op bijzondere wijze zijnvakmanschap én zijn kunstzinnigheid toonde. De in de TweedeWereldoorlog verwoeste Leeszaal uit 1927, hoek Nassaustraat / Keuller-straat, toonde de invloed van de moderne bouwstijlen in zijn werk.

Briefhoofd van het architectenbureau H. Rijven.Bron: GA Venlo, uit het archief van archi-tect Staring.

Page 130: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 257

bleef. Klaas werkte overdag normaal in dedrukkerij en zijn vrouw Maria nam de dagelijk-se leiding in het gezellenhuis op zich. VanDam was een harde werker, loyaal in deomgang met de jonge gezellen in huis enbelangrijk voor zijn functie als huismeesterwas dat hij ‘Hollands’ sprak, de taal metgezag in Venlo! Maria Helsen werd door deandere personeelsleden ‘de juf’ genoemd endoor ‘haar kostgangers’ zeer gerespecteerd.Het huismeesterschap van het echtpaar VanDam was een groot succes, maar kon slechtstien jaar duren door ziekte en overlijden vanMaria Helsen. In 1928 trouwde Klaas van Dammet Anna van Rensen. Het echtpaar kreeg zeszonen. Klaas van Dam was vergroeid met deKatholieke Arbeidersbeweging en vervulde inde loop der jaren diverse functies. Van 1914tot 1945 was hij onder meer Bestuurslid vande RKWV. Ook werkte hij een aantal jaren alshuurbaas bij de woningstichting Onze Woning.Samen met Jac Tilulaer ontving Klaas vanDam op 28 augustus 1957 de pauselijkeonderscheiding Pro Ecclesia et Pontifici. De inVenlo bekende ‘Amsterdammer’ en door veelvakbondsvrienden zo geliefde Klaas van Damoverleed op 19 juli 1964.

R. K. Coöperatieve Verbruikersvereniging‘De Hoop’

Ofschoon Nederland de Eerste Wereldoorlogbespaard bleef (neutraal), brak voor veelVenlose arbeiders een ellendige tijd aan. Doorde terugloop van handel in bouwmaterialen,kwamen veel bouwvakarbeiders plotselingzonder werk en inkomen te zitten. Arbeidersdie in Duitsland werkten, verloren hun werkomdat de grens werd gesloten. Bovendienmoesten in Venlo veel Belgische vluchtelingengehuisvest en gevoed worden; alleen al in decavaleriekazerne hadden 1100 Belgen onder-dak. De voedseltoevoer was stilgelegd en delevensmiddelenprijzen vlogen omhoog.Vrienden uit de RKWV gingen avond aanavond ‘de boer’ op en brachten ‘wagonladin-gen’ aardappelen, erwten, bonen, groentenen gekneusde eieren naar de Bolwaterstraat.Dat was het begin van de coöperatie.

In de notulen van de Typografenbond in 1913werd al melding gemaakt van een voorberei-dingscommissie tot oprichting van een coö-peratie. Tegelen had echter de primeur. Hierbestond al vanaf 1908 een coöperatie. Deheer Jac. Heynen, de bedrijfsleider van deTegelse coöperatie, hielp het Venlose initiatiefvan de grond en tot 1917 werd in de Tegelsebakkerij Venloos brood gebakken! Het eerstejaar telde de Venlose vereniging zestig ledenmet een totaal inleggeld van 662,50 gulden.Voorzitter Mathieu van Rooy schreef bij het25- jarig jubileum in 1939: "met dit kleine

Inderdaad, stil en eenvoudig, want het waseen nare tijd. En ondanks de materiaal-schaarste vanwege de Eerste Wereldoorlogverliepen de bouwwerkzaamheden zeer voor-spoedig, zodat het gebouwencomplex al aanhet eind van het jaar werd opgeleverd. Nogvoordat de officiële opening van hetBondsgebouw plaatsvond was het gezellen-huis al op 1 januari 1917 geopend. De eerstekostganger die zijn intrede deed was maga-zijnknecht L. Berbers.

Het drie bouwlagen tellende gebouwcomplexhad een frontbreedte van 37 meter enbestond uit vier gedeelten; namelijk hetBondsgebouw; het Gezellenhuis; de Coöpe-ratie en de Aalmoezenierswoning. Het warenvier afzonderlijke delen die samen één geheelvormden.Het Bondsgebouw bevatte een cafélokaal metbiljard, met daarachter gelegen een grote zaalmet toneel en bioscoopinstallatie. De zaalhad een lengte van 23 meter en breedte vandertien meter en telde 800 zitplaatsen. Als dezaal door middel van harmonicadeuren ver-bonden werd met het cafélokaal vonden erzelfs 1000 personen een plaats. Tot ditgedeelte behoorden nog twee kleine boven-zaaltjes van acht bij vijf meter, en een dubbe-le zaal van acht bij tien meter, welke laatsteook weer door harmonicadeuren tot tweekleine zaaltjes kon worden ingericht.Het Gezellenhuis kon men langs een brede trap-pengang bereiken. Op de eerste verdiepinglagen behalve de keuken en een ruime eet- enconversatiezaal met biljard, ook de woonver-trekken voor de huismeester en ander perso-neel. Op de tweede verdieping bevonden zicheen dertigtal kamers voor de jonge arbeidersdie hun intrek namen in het gezellenhuis. De Coöperatie bestond uit de winkel, een kan-toor, twee bakkerijlokalen en een bovenwo-

ning voor de bedrijfsleider. Dit gedeelte vanhet gebouw was geheel onderkelderd en werdop de begane grond door een brede inritgescheiden van het Bondsgebouw.De Aalmoezenierswoning bestond uit zeven ver-trekken, keuken, bijkeuken, veranda en tuin.Bijzonder was dat het gehele gebouwencom-plex al in 1917 centraal werd verwarmd.

De huismeester sprak: ‘Hollands’

De huismeesterfunctie van het gezellenhuiswerd gedurende een aantal jaren vervuld doorKlaas van Dam (1879-1964) en zijn eersteechtgenote Maria Helsen. Klaas (Nicolaas)van Dam werd op 6 januari 1879 geboren inOuderkerk a/d Amstel. Toen hij in augustus1898 in Venlo verbleef, schreef hij naar huis:"Zit in Venlo. Hier blijf ik want hier eten ze vijfmaal per dag". Hij trad als boekbinder indienst bij de firma Bontamps aan deMaaskade en in 1901 was Van Dam een deroprichters van de plaatselijke typografen-bond. In 1908 verliet hij Bontamps om indienst te treden bij de handelsdrukkerij Vander Sloot aan de Markt. Een jaar eerder wasKlaas getrouwd met de Venlose Maria Helsen.In januari 1917 volgde de benoeming tothuismeester van het gezellenhuis. Dit gebeur-de zonder salariëring, wat mogelijk was omdathet echtpaar Van Dam-Helsen kinderloos

256 BUUN

Eerste steenlegging van het Bondsgebouw21 mei 1916.Bron: De Venlose K.A.B. in het Goud, 33.

Trappengang van het gezellenhuis in het Bondsgebouw.Bron: 25 Jaren Sociale Arbeid 1904-1929, 21

Klaas van Dam, huismeester gezellenhuis van 1917 tot 1927. Bron: George van Dam.

In de coöperatiebakkerij. Eerste persoon van links (met brood) is Mart Heuvelmans, tweede links, Vissers, in het mid-den de chef, Blomsma en uiterst rechts Sjaak Rutten. Bron: De Hoop 1914-1939, 21. Informatie over de afgebeelde personen is afkomstig van Wiel Gorissen.

Page 131: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 259

kerk er alle belang bij de greep op de arbei-ders te verstevigen. Het aantal activiteiten envoorzieningen werd opgevoerd. Bovendienkwamen er verbeteringen in de arbeidswetge-ving; de achturige werkdag werd ingevoerd ende vrije zaterdagmiddag, waardoor de arbei-ders meer tijd kregen om deel te nemen aanvakbondsactiviteiten. In 1922 was het leden-tal van de RKWV in Venlo 1155. Het daalde bijhet begin van de economische recessie in1929 naar 990 om daarna weer te groeiennaar 1245 in 1933.

In hetzelfde jaar dat het Bondsgebouw dedeuren opende en het gezellenhuis enkeletientallen jonge arbeiders huisvesting konbieden, werd woningbouwvereniging OnzeWoning opgericht. Dit gebeurde dankzij dewoningwet (1901), die het recht gaf om metoverheidssubsidie arbeiderswoningen te bou-wen. Een voorbeeld is het complex van 65woningen, dat aan het Dr. Poelsplein / Kalden-kerkerweg tot stand kwam. Later bouwdeOnze Woning ook in de wijk Genooi en inBlerick. Voor een goede band met de jeugdwerd eveneens in 1917 ‘De Jonge Werkman’opgericht, die na de Tweede Wereldoorlog deKajotters zou gaan heten. Nadat de vrouwenactief kiesrecht hadden verworven, werdscholing en vorming van de arbeidersvrouwenbelangrijk gevonden en werd de KatholiekeArbeidersvrouwen Organisatie (KAVO) opgericht.In plaats van vorming en scholing werden devrouwen echter opgezadeld met christelijkeliefdewerken en kwam de nadruk te liggen ophun taak als moeder. Groot was de animo vanvrouwen niet, bij de oprichting in 1919 gavenzich maar acht vrouwen op, maar hun aantalsteeg in 1921 tot veertig en in 1931 zelfs tot167.

Dat de RKWV steeds meer maatschappelijkeerkenning kreeg, bleek uit de vele afvaardigin-gen in besturen en commissies van instellin-gen als de Ambachtschool, de OpenbareLeeszaal, Arbeidsbureau, Armenraad, Groenekruis en het Oranje comité! Bij de water-snoodramp van 1926 stelde de RKWV een ste-delijk watersnoodcomité in. Voor informatieen versteviging van het onderlinge contactkwam er vanaf 1921 elke twee weken eeneigen blad uit, ‘Ons goed recht’ genoemd. Dathet blad niet politiek onafhankelijk was bleekonder meer uit het artikel dat aalmoezenier A.Loonen, na de uitslag van de gemeenteraads-verkiezingen in 1949, schreef: "de katholiekelijst Venlo-Blerick heeft meer zetels opgele-verd dan de grootste optimist had durven teverwachten en vooral, de communist(bedoeld werd hier het raadslid Oldenhof) isuit de gemeenteraad. Moskou is, wat Venlobetreft de publieke tribune in de gemeente-raad kwijt". In 1919 waren drie leden van deRKWV in de gemeenteraad gekozen. Zij vorm-den de R.K. Werkliedenfractie die deel uitmaaktevan de R.K. Raadsfractie. De fractie profileer-de zich sterk rond kwesties van onderwijs envolkshuisvesting en werkte daarbij nauwsamen met de raadsfractie van de SDAP(sociaal-democratische arbeiderspartij) diemet twee leden in de gemeenteraad verte-genwoordigd was. Wat weinig Volkskrant-lezers van nu weten is dat De Volkskrant alsdagblad van en voor katholieke arbeiderswerd opgericht; als tegenwicht tegen de neu-trale pers. Voor de Tweede Wereldoorlog lazen1200 Venlose inwoners, meestal arbeiders,deze krant. In de jaren zestig werd de katho-lieke signatuur losgelaten. In het cafélokaal van het Bondsgebouw stondpermanent een boekenstalletje van Credo

kapitaaltje begon ‘De Hoop’ haar bedrijf, pri-mitief en pover in opzet, maar met een grootvertrouwen op een schoone toekomst in hetvooruitzicht". Maar die toekomst begon met veel tegen-wind. Door de Eerste Wereldoorlog kwam nietalleen de goederenleverantie in het geding.Daar kwam nog bij dat de door de ledengestorte inleggelden, die waren belegd bij deGemeentespaarbank, door de plotselingingetreden situatie, moeilijk waren los te krij-gen. Bovendien kreeg de coöperatie veeltegenwerking van de middenstand. Het bis-schoppelijke communiqué, waarin de coöpe-ratie werd aangewezen als een "middel terbevordering van het stoffelijke welzijn vanden werkman", trachtte de tegenstand iets teverzachten. De pioniers, voorzitter Jac.Titulaer en bedrijfsleider J. Wienen, zetten hetinitiatief door en op 14 september 1914 gingde coöperatieve winkel in de Bolwaterstraatopen. In een jaar groeide het aantal leden tot150 en het aanbod werd uitgebreid van krui-denierswaren tot groenten, vis en manufactu-ren.

Dankzij de arbeidersvrouwen De nieuwe huisves-ting van de coöperatie aan de Herungerweg in1917 luidde een bloeiperiode in. Het broodkwam niet meer uit Tegelen, maar uit eigenbakkerij. Er kwam zelfs samenwerking op gangmet de Venlose middenstand; slager Geertsenleverde het vlees met zes procent kortingvoor de leden en schoenmaker Van Heysterverkocht en repareerde schoenen met kor-ting. Er werden filialen geopend, in Blerick

(dat al snel zelfstandig werd), in het Ven enaan de Maagdenberg. In 1932 werd op dehoek Kaldenkerweg/Papegaaistraat eenmoderne nieuwe coöperatiewinkel geopend.De paardenkarren die dienst deden voor hetrondbrengen van de bestellingen werden in1924 door autovervoer vervangen. In 1929werd de bakkerij uitgebreid en vernieuwd. Deheteluchtoven werd vervangen door eenheetwateroven. De coöperatie werkte jaarlijksmet winst waarvan een deel naar de RKWVging. Aan de leden werd dividend uitbetaald.De coöperatie ging mee in de nieuwe bedrijfs-voering en was aangesloten bij het kwaliteits-controlestation Wageningen. Het succes vande coöperatie was echter niet alleen te dan-ken aan de krachtige moderne bedrijfsvoeringmaar vooral aan de arbeidersvrouwen. Zijbepaalden waar en wat gekocht werd en lie-ten zich voorlichten over prijzen en kwaliteitvan de producten.

De bloeitijd van de KatholiekeArbeidersbeweging

Het interbellum, de periode tussen de tweewereldoorlogen, was de bloeitijd voor deKatholieke Arbeidersbeweging. De basis voordit succes lag in het jaar 1917, het jaar van degrondwetswijziging. Daarbij werd niet alleenhet openbaar en bijzonder onderwijs gelijkge-steld, maar ook het algemeen actief kiesrechtvoor mannen ingevoerd (vrouwen kregen datpas in 1919). Hierdoor steeg de macht vanarbeiders in de politiek en had de katholieke

258 BUUN

In 1924 werden de paardenkarren in debezorgdienst vervangen door auto’s. Dechauffeur links op de foto is BaerTimmermans, in het midden Wiel Wijnenen rechts Harry Houben. De auto’s werdenin de oorlog door de Duitsers in beslaggenomen.Bron: De Hoop 1914-1939, 25.Informatie over de afgebeelde personen isafkomstig van Wiel Gorissen.

Page 132: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 261

‘Priesterstudiefonds’ Toen de Duitse bezetterbesloot de Katholieke Werkliedenorganisatiesin ons land onder leiding te plaatsen van deNationaal Socialistische Beweging (NSB) zei-den bijna alle vakbondsleden hun lidmaat-schap op, waarna in augustus 1941 deVenlose RKWV werd opgeheven. Na inbeslag-name van het Bondsgebouw inclusief de heleinventaris door de Duitsers werd de zaak vankwaad tot erger, toen de overdracht plaats-had van alle bescheiden: kasboeken, polis-sen, inventarislijsten van het gebouw enschuldbekentenissen kwamen in handen vande commissaris van het Arbeidsfront teHeerlen. Zelfs de spaarbankboekjes moesteningeleverd worden. Op ‘de Volksbank’ stondeen saldo van het gezellenhuis, groot 3820,35 gulden. Op ‘de Gemeentespaarbank’stond 1354,27 van het Bondsgebouw. Hetgezin van de toenmalige huismeester Bergmoest het pand verlaten en kreeg tijdelijkehuisvesting aan de Vleesstraat. Ook de coö-peratie verhuisde naar een tijdelijke voorzie-ning in dezelfde Vleesstraat. HetBondsgebouw was leeggehaald en alle activi-teiten waren stopgezet. Maar zónder geld engoederen onderhield het kader van deArbeidersbeweging onder het mom van‘priesterstudiefonds’, de organisatie die nietverboden was, contact met elkaar. Zowelplaatselijk als landelijk werd tussen de ver-schillende zuilen op politiek en vakbondster-rein de samenwerking versterkt. In 1944 werdin Eindhoven de Raad van Vakcentrales opge-richt die men na de oorlog wilde doorzetten.

Spectaculaire, burgervriendelijke acties Onmiddel-lijk na de bevrijding ondernam het bestuurvan de RKWV, die intussen van naam was ver-anderd in Katholieke Arbeiders Beweging(KAB), enkele spectaculaire acties die debevolking erg aanspraken. Voorzitter Mathieu

Verberkt schreef een ‘open brief’ aan deredactie van ‘de Rotterdammer’ en A. denDoolaard, van radio ‘Herrijzend Nederland’,met het verzoek het geplunderde en zwaarbeschadigde Venlo (en Noord-Limburg) tehulp te komen. Nadat een radioreporter deellende in ogenschouw had genomen en eenoproep deed voor hulp, kwam die overvloedigvanuit het hele land, in de vorm van voedselen huisraad. Een ander initiatief van de KABwas de vrijwillige puinruimactie, waaraan opzondag 8 april 1945 meer dan 2000Venlonaren van ‘alle rang en stand’ meede-den, net zoals de mijnwerkers dat eerder had-den gedaan.

Pugno, de kadergroep voor vorming en propa-ganda waarvan Pater Jacobs jarenlang de leiding had. Credo Pugno, begonnen alsdebatingclub, groeide uit tot het krachtigelekenkader van de RKWV; de motor van debeweging. Pater Jacobs had een andere bena-dering van het socialisme dan Dr. Poels. Hijbepleitte een grotere verdraagzaamheid.Tijdens een vergadering op 14 maart 1928 zeihij: "dat de socialisten niet altijd negatieftegemoet moesten worden getreden, verzoe-ning moest het oogmerk zijn". In diezelfdevergadering waarschuwde Poels voor een al tenauwe band met de socialisten op te hebben:"Als we de menschen geen heilige vreesinboezemen tegen alles wat socialistisch is,gaan sommige meelopen". In 1933 schreefpater Jacobs dat het niet altijd de slechtstekatholieken zijn die lid worden van de SociaalDemocratische Beweging. En dat priesterssoms weinig vertrouwen hebben in de arbei-ders. Uit deze woorden had Poels lering kun-nen trekken maar hij deed dat niet. Hij bleefhet sterke vijandbeeld tegen andersdenken-den propageren. Om de verhouding met andere katholiekestanden te verbeteren, werd Katholiek Venloopgericht. Het dieperliggende doel van de ini-tiatiefnemers, aalmoezenier K. Roncken enburgemeester B. Berger was, door het bijelkaar brengen van de vier standen (arbeiders,tuinders, middenstand en hogere stand) destrijd tegen de gezamenlijke vijanden (socia-lisme, anarchisme, liberalisme) te vergemak-kelijken. Door als RKWV deel uit te gaanmaken van Katholiek Venlo verloor de arbei-dersbeweging een groot deel van haar eigeninitiatief en slagvaardigheid. Zij bleef in hetkeurslijf van het katholicisme waarin de hoge-re standen en de geestelijkheid de dienst uit-maakten. De échte doorbraak naar socialeemancipatie liet lang op zich wachten.

De Katholieke Arbeidersbeweging incrises- en oorlogstijd

Het jaar van het zilveren jubileum van deRKWV in Venlo (1929) beloofde niet veelgoeds voor de toekomst. Op de New Yorksebeurs ontstond paniek; de aandelen kelder-den en de economische crisis sloeg over naarEuropa. Het leger van werklozen groeideangstaanjagend en het opkomende nazismevond gewillige slachtoffers. Eerlijkheidgebiedt te vermelden dat het LimburgseWerkliedenverbond het nazisme een nogergere bedreiging vond dan de gevaren vanlinks. Leden van de Nationaal SocialistischeBeweging (NSB) werden dan ook van lidmaat-schap uitgesloten. In Venlo liep het aantalwerklozen op tot 1110, bij een inwonertal van26.303. In de bouw werden ongeorganiseer-den van buiten de stad aangenomen, ondermeer bij de bouw van het ziekenhuis in 1935en van de landhuizen aan de Herungerweg. Zijkregen minder betaald en konden gemakkelijkweer ontslagen worden.

Op de fiets naar de Peel Projecten van jongewerklozen kregen al gauw geen subsidie meer.Volwassenen werden aan het werk gezet bijhet rioleringswerk ‘Fest’ in Venlo en bij dePeelwerken te Sevenum, waarvoor honderdenwerklozen dagelijks over slechte wegen twin-tig kilometer naar hun werk fietsten en ’savonds moe gewerkt door weer en wind nogeens twintig kilometer terug moesten.Voorzitter Verberkt (RKWV) en aalmoezenierRoncken fietsten vaak met de arbeiders mee,om bij de bazen te pleiten voor busvervoer enbetere arbeidsomstandigheden. Nadat erwilde stakingen waren uitgebroken werden eruiteindelijk toch successen geboekt: er kwa-men autobussen en de uitkeringstarieven gin-gen omhoog.

260 BUUN

De opvolger van de Volksbond was de R.K.Werkliedenvereniging. Bron: Archief Mathieu Verberkt.

Open Brief van de voorzitter van de KABaan Radio Oranje met het verzoek omhulp voor het zwaar getroffen Venlo enNoord-Limburg, maart 1945. Bron: Archief Mathieu Verberkt.

Oproep voor de vrijwillige puinruimactie opzondag 8 april 1945. Bron: MathieuVerberkt.

Page 133: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 263

1917, die te vinden zijn in een donkere hoekvan het huidige trappenhuis, de enige ken-merken die nog herinneren aan de vroegerebestemming van het gebouw.

Begin van het einde Het herstelde en gemoder-niseerde Bondsgebouw werd op 14 juni 1952ingezegend, door pastoor-deken Strijkers vanVenlo. Historicus J.W. Omloo schreef: "hon-derden belangstellenden waren getuige vande herstelde glorie van dit ‘Paleis van denWerkman’, een sieraad van onze KAB als soci-aal en cultureel centrum". In eerste instantieleefde men in de veronderstelling dat devooroorlogse gloriejaren terug zoudenkomen, maar niets was minder waar. Dekatholieke arbeidersbeweging zou de langstetijd hebben gehad. Met de actie ‘ReddendChristendom’ probeerde de katholieke kerkhet zinkend schip te redden en het leven vande katholieke arbeiders in een klemmendegreep te houden. Het Mandement van de bis-schoppen (1954) deed daar nog een schepjebovenop. Het Mandement, dat als titel voer-de: "De katholieken in het openbare leven vandeze tijd", verplichtte het katholieke volksdeelzich katholiek te blijven organiseren. De ver-maning luidde: "Blijft één, één!" . Met klemwerd het lidmaatschap van socialistischeorganisaties zoals de Partij van de Arbeid(PvdA), de socialistische vakbond (NVV) en deomroepvereniging VARA, verboden. HetMandement was een initiatief van bisschop J.Hanssen en de eigenlijke schrijver was vicaris-generaal F.J. Feron, beiden van het bisdomRoermond. Na déze kerkelijke vermaning wasde maat vol. De arbeidersemancipatie kwamnu voorop te staan. In 1964 werd de conse-

quentie hiervan getrokken: de ene ongedeel-de KAB maakte plaats voor het NederlandsKatholiek Vakverbond (NKV) met als hoofd-doelstelling: de materiële belangen van dearbeiders, en die vormde in 1976 samen metde Nederlandse Vakbeweging (NVV) deFederatie van Nederlandse Vakverenigingen(FNV). Deze FNV heeft, net als het zelfstandiggebleven Christelijk Nationaal Vakverbond(CNV), tal van afdelingen in Venlo, variërendvan een afdeling van bouwvakarbeiders toteen voor onderwijzend personeel.

De boekhouder kijkt terug Door deze ontwikkelin-gen ging ook de exploitatie van hetBondsgebouw met snelle stappen achteruit.Wiel Gorissen, die van 1940 tot 1958 binnende coöperatie functies vervulde van boek-houder tot vervangend directeur, voerde inzijn vrije tijd het financiële beheer van hetBondsgebouw. De exploitatierapporten dieGorissen maakte over de jaren 1958-1963 lie-ten steeds groter wordende verliezen zien.Pogingen die gedaan werden om de caféom-zet te verhogen door het organiseren van kof-fietafels en diners voor reisgezelschappen,mislukten. In 1963 was het exploitatietekortruim 13.000 gulden en Gorissen moest hetbestuur van de KAB adviseren het gebouwen-complex te verkopen omdat er niets meer teredden viel. Het gebouwencomplex werd ver-kocht aan rijwielfabrikant Franssen. De geldendie na aflossing van de schulden overbleven,80.000 gulden gingen, niet naar het NKV maarnaar een nog op te richten stichting, de Dr.Derkxstichting, die het gedachtegoed van devroegere KAB zou blijven uitdragen.

Het Bondsgebouw na de oorlog

Bij de bombardementen op Venlo bleef hetBondsgebouw voor vernietiging bespaardmaar op de dag van de bevrijding, 1 maart1945, bleek het ernstig door granaatinslagenbeschadigd en zat er geen venster meer in. Degeleden schade was 50.000 gulden. Toch kre-gen de kantoren van Gemeente enWederopbouw voorlopig huisvesting in hetBondsgebouw, maar zij vertrokken al gauwnaar Huize Sint Jan aan de van Cleefstraat.Verder werd onderdak verleend aan hetMilitair Tehuis, de Middenstandsbond en deNed. Hervormde Gemeente, die er op zondagkerkdiensten hield. Op verzoek van de burge-meester, mocht de gemeenschap van Venlogebruik maken van de zalencapaciteit voorhet houden van vergaderingen en opvoerin-gen, omdat er een groot gebrek was aan zaal-ruimten.

Commissie van Beheer De intussen opgerichteCommissie Beheer Bondsgebouw kwam metvoorstellen voor aanpassing en modernise-ring van de gebouwen om hiermee deKatholieke Arbeiders Beweging weer nieuwleven in te blazen. De verbouwingskostenzouden totaal 200.000 gulden gaan bedragen;140.000 voor de bouw en 60.000 voor nieuweinventaris. De oorlogsschadevergoeding wasontoereikend om de kosten te dekken enweer was het de aalmoezenier van SocialeWerken, dit keer H. Gerrits, die ervoor zorgdedat de ontbrekende financiële middelenbeschikbaar kwamen in de vorm van schuld-bekentenissen. De aalmoezenier ging dit keerop zoek naar geldschieters in familie- en rela-tiekring. Er werden 34 leningen gesloten dievarieerden van 150 tot 5000 gulden, tegenvier procent rente. Op de lijst van schuldbe-kentenissen kwamen zelfs namen voor uitplaatsen in Noord-Limburg (Afferden) enBrabant (Sambeek, Vorthem Mullem). Ook deKAB-instelling Concordia hielp krachtig meedoor het verstrekken van een hypotheekwaardoor het financiële draagvlak behoorlijkwerd versterkt.

Een eigentijds gebouw In 1950 kreeg Architect A.H. Staring opdracht voor het maken van eenontwerp voor het herstellen en verbouwenvan het Bondsgebouw. Aannemersbedrijf, degebroeders Walraven uit Blerick, zou de voor-genomen werkzaamheden uitvoeren. Het plan omvatte het veranderen van de dak-kapellen, het gedeeltelijk vervangen van deramen en het gedeeltelijk wijzigen van deindeling. Op de begane grond werden de hori-zontale indeling van de benedenvensters ende verticale indeling van de bovenlichten ver-anderd in rechthoekige vensters. De grotetoegangsdeuren, met rondboogvormige om-lijsting van kleine smalle venstertjes, blevengehandhaafd. Op de eerste verdieping ver-dwenen de decoratieve bovenlichten metglas in lood. Dit gebeurde ook bij de vier ven-sters boven de hoofdingang op de tweedeverdieping. Het meest ingrijpend was de ver-andering van de tien bestaande dakkapellenin een zestal van telkens twee samengetrok-ken rechthoekige vensters zonder houten lui-feltje. Het resultaat van de verbouwing waseen strakke, minder decoratieve voorgevel.De gebrandschilderde ramen met de symbo-len van de KAB, in wat vroeger het café was,zijn mét de plaquettes van de eerste steen-legging en opening van het gebouw 1916 -

262 BUUN

Architect A. H. Staring(1906-1964)

Albert Staring werd geboren in ’Het Loo’(bij Duiven) in Gelderland en volgde de‘avondopleiding Teekenonderwijs’ inArnhem. In dienst van de De BataafschePetroleum Maat-schappij in Den Haag ont-wierp Staring in 1933 het Esso-benzinesta-tion in Venlo (thans deel uitmakend vanhet Limburgs Museum). Enkele jaren latervestigde hij zich in Venlo, trouwde er enbegon een zelfstandig architectenbureau.De eerste woning die hij ontwierp was Hogekamp-weg 1. In 1940 bouwde hijeen eigen woonhuis, met kantoor, gelegen aan de Hogekampweg 5-7. Verderkwam er in 1950 een nieuw kantoor (met woningen) aan de VanMeckelenburgstraat. Staring heeft na de oorlog veel gebouwd in Venlo.Naast het grote verbouwingsproject ‘Bondsgebouw’ zijn bekende werkenonder meer; de Boerenleenbank in de Peperstraat en de Matheasschool inde H. Familieparochie. En verder woningen aan de Mgr. Zwijsenstraat,Junckerstraat en Rozenkransstraat. Ook bouwde Staring veel in Noord-Limburgse plaatsen als Well, Wellerlooi en Siebengewald. Bekend zijn res-taurant de Schans in Mook en restaurant De Kroon in Gennep. Hij had eengoede samenwerking met de architecten Piet Leusen en Ben Hendrix. Hetarchief van architect Staring, die in 1964 overleed, is compleet bewaardgebleven en sinds kort ondergebracht in het Gemeentearchief van Venlo

Vakbondsleden liepen achter de vaandelsaan in de processie ter gelegenheid van hetGouden Jubileum van de KAB (1954) inLimburg.Bron: Archief Mathieu Verberkt.

Page 134: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 265

Well op de fiets verder naar de plaats van bij-eenkomst". Grote verdiensten had Mathieuvan Rooy voor het culturele programma vande arbeidersbeweging, dat geheel in zijn han-den lag. Hij was fluitist, muzikaal leider,oprichter en dirigent van het eigen arbeiders-symfonieorkest, waarin ook zijn beide zoonsspeelden; de oudste was evenals zijn vaderfluitist en Leo speelde viool. Bovendien tradzijn dochter vaker op als zangeres. Mathieuvan Rooy overleed plotseling, vlak na terug-komst van de evacuatie, in 1945. Het was nietalleen voor het gezin een schok, maar ookeen groot verlies voor de arbeidersbewegingen het culturele leven in Venlo. Alle drie zijnkinderen erfden het muzikale talent van hunbijzondere en veelzijdige vakbondsvader. Leois nog steeds organist in de Blerickse St.Lambertuskerk.

De geëmancipeerde voorman Mijn vader, MathieuVerberkt (1893-1969), ging na de ‘Mostard’(lagere) school al op twaalf jarige leeftijd,samen met zijn vader, in de steenfabriekenwerken. Toen hij zestien jaar was luisterde hijin Heerlen naar de toespraak van JelleTroelstra, de voorman van de SDAP. De socia-listische les: ‘verbetering te brengen in depositie van de arbeidersklasse’, liet hem nooitmeer los. Toch sloot hij zich aan bij de katho-lieke vakbond, waarvan zijn vader in 1904medeoprichter (van De Volksbond) wasgeweest. In 1917 werd hij lid van de RKWV,waarin hij direct bestuursfuncties vervulde.Later, in gemeentedienst, als portier van het

Arsenaal, werd hij secretaris van de Bond vanOverheidspersoneel en in 1921 secretaris vanhet Limburgse Credo Pugno, een functiewaarin hij volledig in zijn element was. Avondaan avond ging hij op huisbezoek om vak-bondsleden te werven, voerde acties tegen depers die de bond omlaag haalde, en organi-seerde studie- en praatavonden. Zelf kreeg hijscholing en vorming in de studiegroepen vanpater Jacobs en van mijn moeder die veel vangeschiedenis wist omdat ze veel las. Als voor-zitter van de RWWV/KAB loodste hij, in crisesen oorlogsjaren, ‘de beweging’ door grotemoeilijkheden heen. Hij was strijdbaar maarook zachtmoedig, vreedzaam en bemoedi-gend in geschriften en toespraken, en altijdop samenwerking met andersdenkendengericht. Vader was wat je in deze tijd een ‘net-werker’ zou noemen. Omdat hij goed konomgaan met ‘hoog’ en ‘laag’ was hij degeschikte man voor het standenoverleg:Katholiek Venlo. Vader was een geëmanci-peerde man die zich inzette voor scholing vande arbeidersvrouwen. Hij onderhield daarovereen levendig contact met Mia Stollman inMaastricht, de eerste vrijgestelde kracht voorhet vrouwenwerk. Hij was een graag gezienegast bij de Katholieke Arbeiders Vrouwen. Deogen van oud-KAVO lid, mevrouw…(‘niet mijnnaam opschrijven asjeblief’) stralen nog als zemij zachtjes toevertrouwt: ‘dat Jeu altijd zogoed aansprak, zo charmant was en mooiepakken droeg’. Zijn brieven aan vakbonds-vrienden begonnen met: ‘Waarde vriend’ eneindigden altijd met ‘een hartelijke groet, ook

Wie waren de voormannen?

Sommige kaderleden van de KAB namen metweemoed afscheid van hún arbeidersbewe-ging. Anderen gingen met de tijd mee enwaren blij dat de banden met de R.K. Kerkwaren verbroken. Maar wie waren eigenlijk diebestuurders, de voormannen, die zoveel jaren‘de kar’ hadden getrokken? In tegenstellingtot de aalmoezeniers, die geen gezin haddenen vrijgesteld waren voor hun taak, moestende voormannen een gezin onderhouden. Hetwaren gewone arbeiders die werkten als typo-graaf, steenfabriekarbeider of spoorwegbe-ambte, en lange werkdagen maakten. Boven-dien werden ze door de werkgevers vaak beje-gend als ‘onruststokers’. Binnen de arbeiders-beweging vervulden ze vaak verschillendefuncties. De voormannen hadden doorgaansweinig onderwijs genoten. Maar ondanksgebrekkige opleiding waren het mannen dieperfect leiding konden geven aan een groteorganisatie van meer dan duizend leden; diemet strakke hand en tact vergaderingen engrote manifestaties leidden. In termen vandeze tijd: managers van topniveau, maar zon-der optieregeling! Bovenal waren het toege-wijde vrienden; die ‘hun mensen’ in moeilijkeomstandigheden bleven bemoedigen. Envoorbeeldige burgers die lid waren van ‘d’enblauwe knaup’(de vereniging voor drankbe-

strijding, ‘Sobriëtas’). De mannen/broedersdie strijdbaar achter de vaandels van R.K.Kerk en de Katholieke Arbeidersbewegingaanliepen, maar ook moedig waren in het ver-zet tegen het nazidom en de NSB en veel risi-co liepen om opgepakt te worden. Last butnot least: Het waren brave zorgzame huisva-ders. Van twee van hen volgt hierna een ‘por-tretje’, dat is gemaakt door hun, intussen ookal op leeftijd gekomen, ‘kinderen’:

De culturele voorman De jongste zoon vanMathieu van Rooy (1886-1945), Leo van Rooy,vertelde mij dat zijn vader niet ver hoefde tegaan om in het Bondsgebouw te komen, defamilie Van Rooy woonde namelijk vlakbij, opde Herungerweg nr. 8. Vader was typograaf bijde fa. Van der Sloot aan de Markt. Hier ver-zorgde hij ook de redactie en het drukwerkvan het vakbondsblad ‘Ons Goed Recht’.Naast voorzitter van het RKWV was Mathieuvan Rooy directeur/bedrijfsleider van de coö-peratie en gedurende een aantal jaren zelfsvrijgestelde van de Limburgse RKWV inHeerlen, waar hij medeoprichter was van hetZiekenfonds. Leo herinnerde zich de propa-gandatochten van zijn vader naar ‘onbereik-bare’ plaatsen in Noord-Limburg. "Hij namzijn fiets mee, als hij op de hoek bij caféBraem, in de stoomtram richting Nijmegenstapte en ging dan vanuit halteplaats Arcen of

264 BUUN

De voorzitters van de katholieke arbeiders-beweging in Venlo vanaf 1904 tot 1964. Bron: De Venlose K.A.B. in het Goud, 32.

Het bestuur van de R.K.Werkliedenvereniging met op de eerste rijuiterst links: Mathieu van Rooy en tweedevan rechts: Mathieu Verberkt.Bron: De Venlose K.A.B. in het Goud, 49.

Page 135: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 267

veel ULO-examenkandidaten krijgen nog ‘derazel’ als ze langs het Bondsgebouw komen,zei mevrouw Henny Ottenheym. Maar al dieellende werd voor veel Venlonaren weer goedgemaakt door de geweldige schouwburgpro-gramma’s die werden opgevoerd, waarover inde notities van Harrie Rienstra staat te lezen:"Allerlei gezelschappen verrasten ons ophumor, vaak van goede maar ook van slechtekwaliteit (bracht geld in het laatje)". Het zijnnu allemaal herinneringen. De tijd van hetBondsgebouw met al zijn activiteiten wasdefinitief voorbij.

Cultuurhistorisch Monument

Herbestemming van het Bondsgebouw In de jarenzeventig vatte Woningvereniging "OnzeWoning" het plan op om het Bondsgebouwgeschikt te maken voor huisvesting en tracht-te hiermee het de oorspronkelijke bestem-ming van gezellenhuis terug te geven. Dit wasmogelijk geworden vanwege een rijkssubsi-dieregeling die werd verstrekt voor de bouwvan kleine wooneenheden, de zogenaamdeVan Dam woningen, genoemd naar de toen-malige Staatssecretaris Marcel van Dam vanhet Ministerie van Volkshuisvesting enRuimtelijke Ordening. Op 30 maart 1976 werdhet Bondsgebouw teruggekocht van Franssenen kreeg het Centrum voor SocialeWoningbouw (CSW) in Heerlen opdracht omeen schetsplan te maken voor 54 wooneen-heden. Over dit schetsplan moesten heel watdiscussies worden gevoerd en aanpassingengedaan, alvorens de gemeente Venlo eenbouwvergunning afleverde. Het ontwerpkreeg niet de ‘schoonheidsprijs’ en boven-dien was er kritiek op de materiaalkeuze. Deuitvoering van het werk werd gegund aan aan-nemersbedrijf: Gebroeders van Nieuwenhuiz-en uit Venlo. Wethouder Billekens, tevensvice-voorzitter van Onze Woning bedacht eennieuwe naam: ‘Os eige Hoes’, en wethouderFrans Wolters plaatste op 12 mei 1977 eengedenksteen met de nieuwe naam in de voor-gevel, op de plek waar voorheen de ingangvan de coöperatie was. Een, door pater dr.Remigius Dieteren (OFM) geschreven geschie-denis: "Van Bondsgebouw (1916) tot Os eige Hoes(1977)", werd opgerold in een groene koker,mee ingemetseld.

Nadat Onze Woning en Woningstichting Venlo-Blerick in 1998 een fusie aangingen verdween

de technische dienst en daarmee het dage-lijkse toezicht in het wooncomplex. Hetgevolg daarvan was dat er ernstige beheer-problemen ontstonden. Problemen die nietalleen hebben geleid tot overlast voor bewo-ners van het complex en omwonenden maarook het sociale imago van de Woningstichtingdreigen aan te tasten. Gezien de taakstellingvan de Woningstichting; ‘het bieden van huis-vesting aan mensen met een bescheideninkomen’ en het feit dat er veel jongeren in‘Os eige Hoes’ wonen, zou een oplossingvoor de beheerproblemen gezocht kunnenworden in het opnieuw aanstellen van een(inwonend) beheerder/huismeester, type:Klaas van Dam, anno een en twintigste eeuw!

Opnieuw actie Het ‘Paleis van den Werkman’moet gespaard blijven voor verpaupering envoor het dreigende gevaar om dan afgebro-ken te worden. De suggestie, dat het eenideale plek is voor de bouw van dure apparte-menten, dicht bij de stad gelegen, is nietnieuw. Het Bondsgebouw staat symbool voorde sociale geschiedenis van de stad. Het wasmeer dan vijftig jaar het inspirerende en brui-sende middelpunt van de Venlose arbeiders-beweging en daarnaast van grote betekenisvoor de hele Venlose bevolking. Redengenoeg om het aan te merken als cultuurhis-torisch erfgoed. Zoals de arbeiders het toendeden zullen ook nu de handen in elkaargeslagen moeten worden: Spaar het ‘Paleisvan den Werkman’ en breng het in een staatwaar Venlo weer trots op kan zijn.

aan je vrouw’. Thuis ging het echter wel eensmis op het gevoelige terrein van de emanci-patie, waarbij moeder dan fijntjes opmerkte:"Dat de tijd van de Batavieren wel voorbijwas". Na de oorlog was vader een man van de‘doorbraak’; luisterde naar de VARA, stemdePvdA en volgde met grote interesse enbetrokkenheid de wereldpolitiek. Plotseling,na een fijne dag, midden in dit rijke leven,stond op 24 november 1969 zijn hart stil. Hijwerd, omringd door de vaandels van dekatholieke arbeidersbeweging, begraven.

Gebouw met een ziel

Het mooie bouwwerk van de architectenRijven en Staring kreeg zijn bezieling van devele duizenden vakbondsleden, werkers,bezoekers, buren en inwoners van Venlo, dieer jaren achtereen in en uit gingen en waarvanenkelen veel herinneringen bewaren aan debelevingen die zij in het Bondsgebouw had-den. Zo heeft de 90-jarige Baer van Ulft er alsbestuurder heel wat uren doorgebracht: "erwerd wat afgepraat". Zijn herinneringen gaandwars door de jaren heen. Toen de exploitatievan het gebouw achteruit ging: "het cafe heeftnooit gelopen", adviseerde hij om boekhou-der Wiel Gorissen, de zaak eens uit te latenzoeken. Leo van Rooy liep als jongen hetgebouw in en uit, want hij woonde ernaast en"vader was altijd in de coöperatie of hetBondsgebouw te vinden". Zelf mocht ik (M.V.)op zondagmorgen vaak met vader mee naarde vergadering in het Bondsgebouw en we lie-pen dan vanuit de Lohofstraat langs hetRosarium naar de Herungerweg. Daarna volg-de een hele klim door het prachtige trappen-huis naar boven, waar ik in de grote keukenvan het gezellenhuis ‘in bewaring’ werd gege-ven en flink verwend door personeel en kost-gangers. Bestuurder Harrie Rienstra maaktenotities van ‘het Bondsgebouw in de naoor-logse jaren’. In 1945 schreef hij: "Aannemersuit Holland namen het gezellenhuis in bezit(wederopbouw). 60 tot 70 vreemde arbeidersin huis, onbeschrijfelijke toestanden". Over decoöperatie vertelden buurtbewoners echterniets dan goeds. De 87-jarige mevrouw P.Meusen deed er alle boodschappen. Volgensmevrouw Van den Hout-Bongarts, die al 66jaar aan de Herungerstraat woont, was nietalleen de ‘kluntjesmik’ de lekkerste van dehele stad, je kon er ook het zelf gemengdebrooddeeg brengen (met nummertje erop) en

dan een paar uur later het gebakken broodophalen. "Dat kostte drie cent", vertelde de93-jarige mevrouw Braem later. En voor de uitZuid-Limburg afkomstige mevrouw Janssen-Loozen betekende het brengen en halen vande mik een soort ‘inburgeringscursus’. "Dooral dat gepraat in de winkel heb ik veel vrou-wen leren kennen en heb er van alles overVenlo opgestoken". De coöperatiewinkel enbakkerij draaiden goed, maar de bakkers had-den een hard bestaan. Dat vertelde ChritHeuvelmans, van wie vader Mart Heuvelmansmeer dan vijftig jaar bakker was in de coöpe-ratie: "Het was hard werken voor weinig geld,altijd nachtdiensten en als het druk wasmoest er overdag bijgebakken worden. Ikmoest hem dan eten gaan brengen". Ergebeurde ook wel eens een ernstig ongeluk inde bakkerij, zo verloor een van de medewer-kers een arm onder de deegmachine. De heerP. Janssen, naaste buurman van hetBondsgebouw wist nog dat in oorlogstijd deinwoners van Venlo hun radio moestenkomen inleveren in de kelders van hetBondsgebouw en dat het gebouw vol Duitsemilitairen zat. De sfeer in de straat wasbenauwend, maar dat veranderde na de oor-log toen de Amerikanen erin kwamen. Zebrachten buffetten en stoelen mee uit decafé’s in Duitsland en dan was het feest: "erspeelden in het Bondsgebouw geweldigeAmerikaanse orkesten, die de hele straat lie-ten meeswingen, het waren topavonden. Deintroducé’s waren Venlose meisjes en ver-schillende van hen zijn met Amerikanengetrouwd". De heer W. van den Hout zag na deoorlog in het Bondsgebouw voor het eersteen film met beelden over de concentratie-kampen: "Ik was er stuk van". Ook werdenvlak na de oorlog, boven in het gezellenhuis,dekens en kleren van de HARK (hulp actieRode Kruis) uitgedeeld. De vrouwen uit debuurt liepen allemaal in eenzelfde bloeme-tjesjurk, vertelde mevrouw Braem. Heel ande-re ervaringen met het Bondsgebouw hebbenmensen die vroeger bang waren voorSinterklaas of examenvrees hadden. MevrouwGè Bouten-Arts uit Velden loopt altijd meteen grote bocht om de Herungerstraat heen."Ik wil dat gebouw niet meer zien". Met loodin de schoenen gingen wij, kinderen van vak-bondsleden (vader was lid van de KABO), elkjaar mee naar de Sinterklaas in hetBondsgebouw. Ik had grote angst voor derondrennende zwarte pieten en dieSinterklaas was altijd even streng". En heel

266 BUUN

Pater dr. Remigius Dieteren, auteur van degeschiedenis ‘Van Bondsgebouw (1916) totOs Eige Hoes (1977)’.Bron: Historisch Vademecum Limburg1900-2000, 31.

Page 136: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 269

ABCDEFGH

I J K L M

N O P Q R

STUVWXY

Z

DOOR

TH I J S L ENSSEN

FOTO

JACQUES PEETERS

ABCDEFGH

I J K L M

N O P Q R

STUVWXY

Z

XIE…

Op een doordeweexe middag inapril 2004 zie ik dat muziekzaakToon Hendriks opheffingsuitver-koop houdt. Alweer verdwijnteen ouderwetse winkel uit debinnenstad. Ouderwets ja, en dat is nietnegatief bedoeld. Ook niet posi-tief trouwens. Ik bedoelgewoon: een winkel die nog denaam van de oprichter draagt.Cuypers, Haenen, Wolters vanWylick, Dom van den Bergh,Boesen, Gustave Peters,Kreymborg, Lina, LangenDriessen, Smeets-Canters,Veldhuis, ze zijn allemaal uit hetstadsbeeld verdwenen, evenalsde bijna vergeten namen: DeGruyter, Simon de Wit, Hutjens,Van Boom, Goudsmit-Haas,Hendricksx (een andere), Close,Winters-Drost, Joosten-Bastin,Stelder, Truyen-Langenhoff,Raming, van Meijel-Hurstjes. Enzo waren er meer.Hoeveel blijven er nog over? Een korte wandeling biedt gele-genheid om ze te turven. Koops lacht me al tegemoet, alsik vanuit de Nieuwstraat komaanlopen. Linksaf de Klaasstraatin passeer ik: Verlinde,Munnichs, Bert en Joep Dielen,Boermans, Els Nieskens, Hansvan Erp, Geerlings. Opnieuw linksaf in deVleesstraat volgen Vroom &Dreesmann (ook een aflopendezaak), Sluis, Carl van Maaren,Van Woensel en Stassen. Aan deoverkant ligt nieuwkomer VanLeest, verderop Marius (eenvoornaam, maar wel van deoprichter). Chris & Anton had-den zich niet moeten afkorten;nu tellen ze niet mee. Rechtsaf dan maar, langs JanKlein. Bij Van de Wouw wordende jassen herschikt. Via deKwartelenmarkt, langs Loes (deoprichtster?) en Schell, gaat hetde Jodenstraat in, waar Geer vande Veer in zijn eeuwige knicker-

bocker buiten staat. Verderopwachten Brouwer, Van Bree enPeter Croonen.Via de H. Geeststraat kom ikweer in de Vleesstraat en galinksaf, langs Pasch, Joosten,Canjels en Durlinger. ChristineLe Duc (oh lala, maar eigenlijkHartog, en niet de oprichter) inde Gasthuisstraat hoort er nietbij, wel: Noud Cabooter,Schreinemachers, Leo vanHeijster, Coopmans, Veugelers,Frans Seelen en, aan het eind,Geven en Huizenaar. Ik loopterug langs Frits Nellissen rich-ting Lomstraat, zie Meyer &Meyer (er zijn dus meer nieuw-komers), laat Bedaux links liggenen Berndes aan de Jorisstraatrechts, en kom vervolgens langsVan Bree, Van Haren en Leurs.De Gelderse Poort en hetNolensplein nodigen niet uitvoor een wandeling. Ik zie er geen meer in de Kleine

Kerkstraat, groet Broekmans inde Grote Kerkstraat, en wandelde Parade op: Chris Jan Ruijs,Stufkens, Geven alweer, VanBeek Van Heyster, Rutten,Lamers, Baur, L. Delsing en ietsverder Gerda Arends. Opnieuwde Klaasstraat in, langs Ex,Lensen en Leon Ritzen. Ik zie:Vögele, Linders, ik zie, ik zie …Koops alweer. En… Xie eyewear, net ervoor.Xie eyewear - moderne winkelsgebruiken niet alleen Engelse enFranse woorden om met de tijdmee te gaan, maar hebben ookde sms-taal ontdekt.Ik doe het niet vaak, sms’n, maardit is een passend moment. Evenzoeken naar de juiste letters…:‘Xta nu bij Xie. Xie je strax, w8nog ff met ete, xxx, T.’Dan, nog eenmaal, nu het nogkan, langs Hendriks. Gewoon, met ks. Hé, en nog een… Van Esch.

(Voor de 175-jarige Kamer vanKoophandel)

Dankwoord

Het onderwerp zat dicht op mijn huid.Daarom ben ik dankbaar en blij dat zoveelbetrokkenen even mijn gesprekspartner wil-den zijn. Ik ben hen daar zeer erkentelijk vooren hoop dat zij iets van hun bijdrage in hetverhaal terugvinden:

Baer van Ulft (oud-bestuurslid RKWV/KAB);Wiel Gorissen, (oud-boekhouder coöperatie;Crit Heuvelmans (zoon van coöperatiebakkerMart Heuvelmans); George van Dam (zoonvan Klaas van Dam); Leo van Rooy, (zoon vanMathieu van Rooy); José Staring, (dochter vanarchitect Staring); mijn neef Jac Aerdts (bouw-kundige, oud-bestuurslid ‘Onze Woning’); JacKessels, Twan Leeuw en Peter van Beurden(Woningstichting Venlo-Blerick); Roel Veeldersen Mark van ’t Hof (bureau Monumentenzorggemeente Venlo); de families Van den Hout,Janssen en van Wylick, mevrouw Braem enmevrouw Meusen (buurtgenoten Herunger-straat), Gé Bouten-Arts en Henny Ottenheym.

Verder dank ik Adri Gorissen, Cor Simons enTrees vd Lest-Noldus voor de kritische tekst-aanwijzingen; de medewerkers van hetVenlose gemeentearchief voor de praktischehulp; Jacques Peters voor de foto’s en hetbewerken van illustratiemateriaal en FrankBackhuijs voor de mooie vormgeving.

Voor het onderzoek raadpleegde ik de volgende bronnen:

Vakbondsmuseum De Burcht in Amsterdam.

Het Sociaal Historisch Centrum in Maastricht.

Gemeente Archief in Venlo.

Archief Woningstichting Venlo-Blerick.

Archief Mathieu Verberkt.

Literatuur:

Hermans, Henri, Handboek voor de Moderne Vakvereniging

(Maastricht, 1908).

Kuiper, C.J., Uit het Rijk van den Arbeid, Ontstaan, groei en werk

van de Roomsch-Katholieke Vakbeweging in Nederland

(Utrecht 1924).

Jacobs, Jac. M.S.C., Het Gouden Boek der K.A.B. in Limburg

(Heerlen 1951).

Omloo, J.W., De Venlose K.A.B. in het Goud (Venlo 1954).

Dieteren, Remigius, Van Bondsgebouw (1916) tot Os Eige

Hoes (1977).

Verberkt, Mariet, Het spoor terug. De vergeten geschiedenis van de

spoorwegstaking van 1903 in Venlo (2003).

268 BUUN

De voorgevel van het Bondsgebouw metingang parkeerplaats, in juni 2004.Foto: Jacques Peeters.

Page 137: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 271270 BUUN

boeken van Wolkers was ikte jong, die kreeg ik niet bijde bieb. Maar toen ik eenkeer een zomervakantiedoorbracht bij een oom entante in Den Haag kon ikdat inhalen, want die had-den Wolkers compleet in dekast staan. Het schrijven heb ik vanmijn vader. Hij had eendichtader, met Sinterklaasramde hij er zo een gedichtvan zestien strofen uit. Hijheeft me aangeraden om opde eerste klas van de mid-delbare school een gedichtvan Guido Gezelle voor tedragen: Het Schrijverke.Dat ging zo goed, dat ikdaarna op Thomascollegebij de culturele manifestatie‘Een Uur Literatuur’ vakergedichten mocht voordra-gen. Dat heb ik altijd graaggedaan. Nadat ik een keervoor Nederlands een goed

opstel had geschreven,vroeg leraar NederlandsVan Beek me of ik lid wildeworden van de redactie vanhet schoolblad Tolle Lege.Dat heb ik gedaan, ik benzelfs een tijdlang hoofdre-dacteur geweest. Ik schreefgedichten en korte verhalenvoor het blad. Het warenzwaarmoedige en moeilijkegedichten en verhalen. Dathoorde bij de pose die jeaannam. Alle jongens die

voor het blad schrevenwaren poseurs.”

› › › S t u d i e“Nadat ik de middelbareschool afhad (gymnasiumalfa), ben ik in GroningenNederlands gaan studeren,samen met mijn vriend BaldLenders uit Maasbree. Ikwas toen sterk aan het poli-tiseren. Net als een paarvrienden van mij die bij deKEN (Kommunistische Een -heids beweging Neder land)gingen. Zover kwam hetmet mij niet, daarvoor ver-afschuwde ik het stalinismete zeer, maar ik ben er wellinks geworden. Met Kers t -mis ben ik gestopt metNederlands en overgestaptnaar sociologie. Dat gingeen tijdje goed, maar door aldat politiek gedoe verwaar-loosde ik wiskunde en sta-tistiek te zeer. Dat kreeg ikniet meer bijgespijkerd. Dusben ik na drie jaar gestopt.Dat politiseren was gedeel-telijk een afzetten tegenmijn afkomst, waar ik meliever niet op wilde latenvoorstaan. Ik hield er nietvan te horen bij een klassedie in mijn ogen de vooruit-gang en emancipatie tegen-hield. Bovendien voelde ikme van nature heel sterkaangetrokken tot de vrij-heid van het debat. Datbegon al tijdens de gods-dienstles op het Thomas -

Willem Kurstjens. Foto: Jacques

Peeters

Met broers op het strand van

Zoutelande.

› › › A f k o m s t “Mijn vader was een telguit een industrieel ge slachtin Tegelen. Dat geslacht zatoorspronkelijk in de klei-industrie. OvergrootvaderJos Kurst jens had echterteveel zoons, zodat hij voormijn opa en twee van diensbroers de metaalfabriek DeGlobe stichtte. Mijn vaderstudeerde in Deventer aande tropische landbouw-school en wilde daarnanaar Indië gaan. De oorlogkwam er echter tussen.

Bovendien bleek dat hij tbchad. Toen werd hij door opaopgenomen in het metaal-bedrijf, maar hij was ereigenlijk niet voor toege-rust. Een broer die hts hadgehad werd directeur, va -der calculator. Hij moest deprijzen voor de verkoopberekenen.Mijn moeder was de oudste dochter van een slager inhet centrum van het dorp. Net als bij mijn vader thuishadden ze een groot gezin,tien kinderen. Mijn opa waseen levenskunstenaar, hijhield van lekker eten endrinken, reisde graag en sti-muleerde zijn kinderenmuziek te maken. Toen deDuitsers in mei 1940 bin-nenvielen en er een paarhem de weg vroegen naarSteyl, stuurde hij ze deandere kant op. Daarna liephij terug het huis in omandere kleren aan te trek-ken, want hij was bang dat

ze zouden terugkomen enhem zouden herkennen.Ik groeide op in een mid-denklasse gezin. Maar als jein Tegelen Kurstjens heet,hoor je in sociologische zintoch bij de elite, ten minstein die tijd. We woonden ineen heel mooi, groot pandaan de Muntstraat. Ik hebvier broers, een is ouderdan ik, de andere drie zijnjonger. Het was thuis geenecht cultureel milieu. Hoe -wel mijn ouders wel lidwaren van de sociëteit Prinsvan Oranje in Venlo. Daar -mee bezochten ze operettesin Krefeld en Mönchen -glad bach. Als ze weg gin-gen, bleven ze vaak tot01.00 uur uit. Wij maaktendaar gebruik van door opDuitsland 2 naar pikantefilms te kijken. Een broerstond dan op de uitkijk. Ikherinner me nog dat ze, alsze thuiskwamen, zongen enneurieden. Dat vond ikprachtig.”

› › › J e u g d“Als 14- en15-jarige was ikheel erg bezig met litera-tuur. Ik las veel meer dannodig was voor de leeslijst,vooral Kafka en Camus. Delaatste trok me aan omdathij zo filosofisch was en metot denken aanzette. Hijwas ook nogal subversief,eigenlijk een uitdrukkingvan de tijdgeest. Voor de

De omweg van

Willem KurstjensDoor Adri Gorissen

› › › WILLEM KURSTJENS (TEGELEN, 1952) GEEFT NEDERLANDSE LES AAN

BUITENLANDERS, IS LID VAN DE CULTURELE RAAD TEGELEN, SCHRIJFT

GEDICHTEN, NOVELLEN, FILMSCENARIO’S EN TONEELSTUKKEN, IS VERTA-

LER UIT HET FRANS, REGISSEERT TONEELSTUKKEN EN FILMS, IS POËZIECRI-

TICUS VOOR DAGBLAD DE LIMBURGER EN WERKT AAN DE GESCHIED-

SCHRIJVING VAN ZIJN GEBOORTEPLAATS. EEN DUIZENDPOOT AAN HET

WOORD.

De ouders van Willem Kurstjens op

hun trouwdag.

Page 138: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 273272 BUUN

me enorm, want daardoormoest ik weer mee in deorganisatie, mee in de dis-cipline. Zo kwam ik weerin het oude spoor terecht.Maar het was een heel con-fronterende periode. Uiteindelijk heb ik het aanmijn vader te dankengehad dat ik leraar bengeworden. Hij vond het opeen bepaald moment metdat reizen welletjesgeweest en adviseerde meeen advertentie te zettenwaarin ik me aanbood omNederlandse en Franse les

te geven. Op die adverten-tie reageerde de directeurvan taleninstituut AVOC inVenlo. Ik ben toen les gaangeven en heb tegelijkertijdin zes jaar mijn MO-Fransgehaald en mijn studieNederlands aan de univer-siteit afgemaakt. Ik benafgestudeerd op een scrip-tie over de invloed vanBaudelaire op de Neder -landse literatuur. In die tijdben ik nog coördinatorgeweest voor alle cursus-sen Nederlands voor bui-tenlanders in Venlo. Ikbleek op het goede spoor tezitten. Die periode, zegmaar tussen 1981 en 1987 isbepalend geweest voormijn verdere leven.”

› › › L e r a a r“Ik moest weer een nieuw leven opbouwen. Mijn oudevrienden waren uit Tegelen weg of ze waren getrouwd. Ikkwam daardoor een beetje tussen de wal en het schipterecht. Dat zijn van die periodes dat je Dostojevski gaatlezen en Shakespeare. Ik las De idioot en Schuld en boetevan Dostojevski en Hamlet en Macbeth van Shakespeare.En het boek Job en Prediker uit het Oude Testament. Je kuntzeggen dat het toeval is, maar ze hebben iets gemeen. Dehoofdpersonen in die boeken doen allemaal op hun manieraan zelfanalyse, gaan de diepte in, dat had ik toen nodig.Ik was inmiddels al bijna dertig en moest weer helemaalvooraan beginnen. Schrijven had toen even geen prioriteit.Ik realiseerde me ook dat het veel tijd en energie kostte, endie had ik niet. Bovendien vond ik het leraarschap gewel-dig, het was me op het lijf geschreven. Ik heb er ook gewel-dig mijn best voor gedaan, heb zelf lesmateriaal gemaaktvoor mijn lessen Nederlands aan buitenlanders. Ik moesthet allemaal uitvinden, er was indertijd nog niets voor ditsoort lessen. Ik had niet gedacht dat het me zo zou aan-spreken. Dat heb ik nog steeds. Je krijgt natuurlijk wel een soort her-haling, maar toch is het nog steeds nieuw. Bijvoorbeelddoor discussies in de klas. Ik legde de leerlingen laatst eendilemma voor: een man zit in een concentratiekamp inHitler-Duitsland en hij kan alleen vrijkomen als zijn vrouwmet een SS’er naar bed gaat. Ze moet dus iets slechts doenom het goede te bereiken. Ik verwachtte dat mijn leerlin-gen, voor het merendeel moslims, zouden zeggen dat dievrouw dan maar haar liefde voor haar man moest opzou-ten. Maar de leerlingen zeiden allemaal dat de vrouw hetmoest doen, want het ging in deze kwestie om het levenzelf. Dat is toch fantastisch, dat zijn waardevolle momen-ten. Op die manier is de les ook een soort maatschappij-leer.”

› › › V e r t a l i n g e n“In 1987 studeerde ik af. Daarna heb ik vier jaar vrij inten-sief lesgegeven. In 1992 werd ik 40. Ik kreeg toen van eenneef het boek Diner d’Adieu cadeau van de Franse schrijverPascal Lainé. Het was pas een paar weken uit. Na lezingdacht ik, dat is aardig om te vertalen. Ben dat gaan vragen

De omweg van

Willem Kurstjens

Een groep Marokkaanse mannen

die begin jaren tachtig de cursus

Nederlands voor anderstaligen

volgde in Tegelen. De meeste cur-

sisten wilden niet op de foto, ze

vonden dat te modern.

Examengroep van het seizoen 2000

van de cursus Nederlands voor

anderstaligen van Gilde Educatie te

Venlo. Vrouwen uit het voormalige

Oostblok of de Derde Wereld willen

graag op de foto.

college. Daar discussieer-den we over de dood vanGod. Ik vond het raar datdie Augustijnen daar notabene zelf mee kwamen enwilde weten waarom dat zowas. Ik was nieuwsgierigen ging er zelf ook overnadenken. Ging filosofenlezen als Kierkegaard.Begon aan Het Kapitaal vanMarx, maar daar ben ik meegestopt, want dat was vaneen verschrikkelijke taai-heid. Ik hield ook dagboe-ken bij over mijn leeserva-ringen. Voor een middelba-re schoolleerling was hetechter allemaal wat hoogge grepen.Bij ons thuis vond dat debatnauwelijks plaats. Veelener gie ging zitten in hetophouden van de schijn.Wij moesten voorbeeldigzijn. Mijn ouders konden inonze discussies niet mee.

Voor hen was dat een heelemotioneel proces. Daaromzocht ik het buitenshuis ofin mijn eentje op mijnkamer. Ik wilde deelhebbenaan een bruisend debat.Wat me in het linkse den-ken aansprak, dat was hetIvanhoe-gevoel, wat je bij-voorbeeld ook bij de eerstechristenen aantreft, dingenvoor anderen doen zonderer iets voor terug te willen.Het is jammer dat die geestweg is. Dat is niet alleen tewijten aan het vallen van deMuur, maar ook aan deA m e r i k a n i s e r i n g .Misschien dat daarom hetlesgeven aan anderstaligenme zo aanspreekt. Veel vandie mensen zijn niet veran-kerd, zijn zoekend, zijndolend, en bij hen tref je datsoort solidariteit nog welaan. Met een beetje fantasiekun je van daaruit een linkleggen naar mijn artistiekebesognes. Kunst vertegen-woordigt geen materiëlewaarde, is in zijn diepstewezen nutteloos. OpaKurstjens zei altijd: ‘Kuns iskook’ (Kunst is koek), hijwilde daarmee zeggen: hetstelt eigenlijk niets voor. Entoch is er zonder kunst geenleven. Het is net dat beetjemeer dat het leven de moei-te waard maakt. Ik heb eenomweg moeten maken omdit uit te vinden.”

› › › C r i s i s“Nadat ik mijn studie inGroningen afbrak, ging hetmis met me. In mijn kennis-senkring heb ik later weleens mensen gehad met eenpsychose. Wat ik inGroningen had was verge-lijkbaar. Ik ben ermee naarde studentenarts geweesten vervolgens naar de psy-chiater. Maar dat leverdeallemaal niets op. Toen ben

ik gaan reizen, kriskrasdoor Europa, maar vooraldoor Frankrijk omdat ikdaar kennissen had zitten.Die periode begon in 1975en heeft drie jaar geduurd.Tussendoor kwam ik af entoe naar Tegelen om watgeld te verdienen, zodat ikweer een tijdje verder kon. In die tijd heb ik mooie din-gen meegemaakt. Zo stondik eens te liften in Frankrijk.Honderd meter verderopstond een perzikverkoper.Op een gegeven momentpakte hij zijn boeltje in, reed

naar me toe en nodigde mebij hem thuis uit. Ik kreeg erte eten en mocht uiteinde-lijk bij hem en zijn vrouwblijven slapen. Het echtpaarging op de divan, ik moestper se in hun bed. Dat istoch wel heel speciaal. Waarvind je dat nog?Door dat reizen kwam ikweer op de rails. Het keer-punt kwam toen ik een paarweken in een hotel teInnsbruck had gewerkt. Naafloop bracht de directeurme naar het station en zeidat ik maar beter weer kongaan studeren. Terug inTegelen heb ik vervolgensvia een uitzendbureau bijeen stuk of tien bedrijvengewerkt. Dat werken hielp

Met broers Peter en Paul. Willem

in het midden.

Willem als 23-jarige.

Weer met broers, nu in een zand-

bak.

Acht jaar oud.

Page 139: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 275274 BUUN

De omweg van

Willem Kurstjenstijd mee gehad, de D66-werkgroep in die tijd waseen hechte club. Toen ik netin de raad zat – ik vormdeeen eenmansfractie - deedik het allemaal heel krukkig.Maar ik leerde snel bij enkreeg aardigheid in hetwerk. Na vier jaar kreeg ikbij de verkiezingen netzeven stemmen te weinigvoor een tweede termijn.D66 zat toen landelijk in eendal en dat straalde af op deregio’s. Ik ben er toen lang-zaam mee gestopt. Hetwerd me eigenlijk ookteveel, want het waren vierheel intensieve jaren.Waarom politiek, zul je je

afvragen? Dat heeft temaken met dat verlangennaar betrokkenheid, waarwe het eerder over gehad.Camus en het linkse den-ken. Ik vind dat je je alsschrijver daarvoor moetopenstellen. Bovendienvond ik het hoog tijd dat indeze regio het CDA-mono-polie eens werd doorbro-ken. Zo’n lange periode vanmeerderheid leidt tot ver-stikking en machtsmis-bruik. Dat bleek toen wel,want er waren net allerleiprovinciale corruptieschan-dalen die op zo’n meerder-heid terug te voeren waren.Mijn wapenfeiten? Daarmoet ik lang over naden-ken. Dat zegt genoeg. In jeeentje kun je niet zoveel inde politiek. Maar in die tijdis wel het CDA in Tegelenvoor het eerst buiten het col-lege komen te staan.”

› › › S c h r i j v e n“Ik ben altijd bezig geweestmet het bedenken en schrij-ven van verhalen. Een plotverzinnen vind ik het aller-moeilijkste. Ik ben beter inhet schrijven van dialogendan in ruimtelijke beschrij-vingen van objecten en inplotstructuren. Dat ver-klaart wellicht waarom ikmeer toneelstukken hebgeschreven dan verhalen ennovelles. Heel bepalendwas ook een toneelcursus inParijs in 1978, mijn laatstereisjaar. Twee weken langbezocht ik met een groepstudenten toneelstukken ensprak er na afloop over metde spelers en de regisseurs.Je kreeg zo een heel mooikijkje in de keuken van hettoneel. Na die toneelcursusin Parijs ben ik eigenlijkbegonnen met toneel en sce-nario schrijven. Vervolgensben ik me er verder in gaan

Op de set van ‘De idioot in het bad’

in een gebouw op het terrein van

psychiatrische inrichting St. Anna

te Venray in 2002, wachtend op het

goede licht. Foto: Kees Verbeek

bij de Franse uitgever. Maardie hield een beetje de bootaf, stelde dat ik dat alsprivé-persoon niet zomaarkon doen, dat ik eenNederlandse uitgever ach-ter me moest hebben. Des -ondanks mocht ik een paarproefhoofdstukken op stu-ren. Voor het schrijven daar-van nam ik contact op metFrans Stoks, een leraarFrans uit Venlo. Samen heb-ben we toen de proefhoofd-stukken gemaakt en inge-stuurd. Na een paar wekenbelde Eric Visser van uitge-verij De Geus me op. Hijhad interesse. Toen ben iknaast mijn andere werk ooknog vertaler geworden. Datwas best aardig, want erzaten allerlei leuke bijkom-stigheden aan vast. Zoalslogies in het vertalersinsti-tuut te Arles. Daar kon ik afen toe een maand naar toeom te werken. Dat kostte

niets, sterker nog: je kreeggeld toe uit Europese subsi-diepotten. Het was er heer-lijk. Je kon er rustig werkenen als het te warm was konje naar de zee. Ik heb er veelinteressante mensen lerenkennen. Mede daarom benik er mee doorgegaan. Maaruiteindelijk kreeg ik eenconflict met de uitgever,omdat ik vond dat hij me dewat mindere auteurs toe-schoof. Daarna had ik ergeen zin meer in en ben ikmet toneel doorgegaan.Bovendien beviel het soli-taire en kloosterachtige vanvertalen me niet zo. Ikwoon al alleen en als je danook nog eens dagenlang inje eentje aan het werk bent...Toneel is veel socialer, datbruist veel meer.”

› › › C u l t u r e l e R a a d“Vanaf 1981 zit ik in deCulturele Raad Tegelen. Detoenmalige wethouderHenk Opsteegh vroeg medaar indertijd voor. DeHaandert was toen pasopgeleverd en de gemeentewilde daarmee ook anderedingen gaan doen. Ik bentoen gevraagd vanwegemijn kennis van toneel enliteratuur. Zodoende werdik ook betrokken bij deorganisatie van de Boe -kenmanifestatie, die in 1981voor het eerst werd gehou-den. In 1990 hebben we deRabobank Lenteprijs voorLiteratuur ingesteld. Dat iseen prijs voor het beste ver-haal van debuterendeschrijver in een literair tijd-schrift. De reden was datwe een extra accent aan deBoekenmanifestatie wildentoevoegen, niet alleen maarschrijvers aan het woordwilden laten. Daarover hebik toen overleg gevoerd metSiem Bakker, van wie ik aan

de universiteit les had ge -had. Die was gespeciali-seerd in literaire tijdschrif-ten. Samen hebben we toende formule ontwikkeld. Hetbleek een schot in de roos,want de prijsvraag heeftaardig wat winnaars opge-leverd die later zijn doorge-broken, zoals Arnon Grun -berg en Manon Up hoff.Voor mij is het bestaan vande Culturele Raad heel b -elangrijk geweest. Daarinzaten mensen die net als ikiets anders wilden, buitende gebaande paden wildengaan. Ik heb altijd gevon-den dat daar meer vanmoest komen. Dat geeftlucht. In deze contreienhoor je toch al zo vaak: hetmoet licht zijn. Carnaval,liedjesavonden, Boris, noemmaar op, het is allemaalmeer van hetzelfde. Venlooperettestad. Mag het ookeen keer wat zwaarder entegendraadser?”

› › › P o l i t i e k“Van 1994 tot 1998 heb ik inde gemeenteraad vanTegelen gezeten. Voor D66,hoewel ik eigenlijk bij dePvdA had willen gaan.Maar daar zat het toen netniet lekker. De toenmaligePvdA-wethouder HenkOpsteegh werd elders bur-gemeester en zijn potentiëleopvolgers rolden over el -kaar heen. Er was dus crisisbinnen de partij. Wat tedoen? D66 bleek een linkervleugelte hebben en de ideeën vandie partij spraken me welaan. Het was een partij voornuchtere, analyserendemen sen. Inmiddels was ikniet meer zo links en bevlo-gen, mijn ideologische bal-last was weg, dus vond ikdat ik het kon proberen metD66. Ik heb daar een mooie

Willem tijdens de Passiespelen van

1980. Hij speelde de rol van

Jeroboam, de hogepriester die met

Judas onderhandelt over de uitleve-

ring van Christus aan het

Sanhedrin.

Page 140: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 277276 BUUN

man wil worden. Ik hebdaar een Tegelenaar vangemaakt die Venlonaar wilworden. Het stuk heet ’nEchte Venlonaer en is eensatirisch blijspel. Uit degroep van mensen, die datstuk hebben opgevoerd, ishet gezelschap De Kemée -liemaekers ontstaan. Diehebben ook mijn tweedestuk, De Furie van Venlo,op de planken gebracht,dat min of meer geënt is opDe getemde feeks vanShake speare. Daarna hadik ge noeg zelfvertrouwenen inspiratie voor hetschrijven van oorspronke-lijke stukken. Het eerstewas Look alike, het tweedeDe Versjrumpeling. En nudan dus Het Bad. In datstuk is niet alleen degeschiedenis van hetstrandbad De On dersteMolen in Venlo verwerkt,maar ook die van het RijkeRoomse Leven zo tussen1930 en 1950. Centraal staatde oplossing van eenmoreel dilemma. Tweemoeders ontdekken dathun zoon en dochter sameneen kind krijgen. Hoe moe-

ten ze daar mee omgaan? Moeten ze er mee naar buiten tre-den en de toekomst van hun kinderen en die van henzelfverpesten? Of zullen ze het verbergen en verhullen, maardaarmee tegen het kerkelijk gezag ingaan. Uiteinde lijk kie-zen ze voor het laatste, plegen een leugentje om bestwil.. Met dat nieuwe stuk heb ik een humanistische visie op hetRijke Roomse Leven willen geven. Dat is een accent dat nieteerder is geplaatst. Dat moeders buiten de kerk, buiten dereligie om, op eigen intuïtie de problemen van hun kinde-ren oplossen. Ze verzinnen een list om er voor te zorgen dathun kinderen zo weinig mogelijk schade oplopen. Ze latende dochter zelfs in het wit trouwen, ondanks dat ze geenmaagd meer is, en dat staat haaks op het idee van de kerkdat ze eerlijk moeten zijn. Maar ze doen het toch. Ze denkenzelf na, zoeken zelf naar oplossingen, in een tijd waarinvoor je gedacht werd. Dat is het accent.De toneelproducties be druipen zich meestal zelf. Ik word erniet rijk van. Ze verrijken je wel op een andere manier. Jeleert ervan. En de communicatie met de spelers is heel fijn.Of het een compensatie is voor mijn alleen zijn? Dat geloofik niet. Als ik een gezin had gehad, had ik het ook gedaan.”

› › › G e s c h i e d e n i s“Veel dingen komen bij mij samen, het een vloeit min ofmeer organisch voort uit het andere. Dat wil niet zeggendat ik ze allemaal voor niks doe, voor het plezier of de eer.Sommige dingen komen ook voort uit de drang om watextra’s te verdienen. Ik heb maar twintig lesurenNederlands voor buitenlanders aan de Gilde Opleidingen.Voor de krenten in de pap moet ik er wat bijdoen. Toen devertalingen wegvielen, moest ik wat anders verzinnen. Ikheb me zelf ge vraagd: wat kan ik nog meer en wat is inte-ressant om te doen? Dat was voor mij de geschiedenis vanTegelen, en dan vooral de politieke, culturele en sociaal-economische, niet de folkloristische en heemkundige. De gemeente werd in 2000 opgeheven en ik wist dat er geldwas voor diverse projecten. Ik heb toen de gemeente bena-derd met een project voor de ge schiedschrijving vanTegelen als zelfstandige gemeente tussen 1817 en 2000.Nadat ik een begroting had gemaakt, kreeg ik de opdracht.Maar ik heb de klus onderschat, het is echt een berg werk.Het levert wel de nodige nevenpublicaties op, zoalsonlangs het boek met vier portretten van Tegelenaren. Allesbij elkaar levert het wel wat op, maar ook weer niet zoveel.Het gaat meer om de faciliteiten, zoals een werkkamer inhet voormalige Tegelse raadhuis met een computer en tele-foon. Eigenlijk had het project twee tot drie jaar moeten duren.Daar kreeg ik geld voor. Maar die jaren zijn al voorbij. Indie tijd heb ik de geschiedschrijving van de crisis- en oor-logsjaren afgesloten. Momenteel verdiep ik me in het tijd-vak na 1900. In die tijd komt niet alleen de arbeidersbewe-ging op, die in Tegelen heel sterk is geworden, maar wor-den er ook grote villa’s gebouwd, kasten van huizen. Heteen staat in mijn ogen niet los van het ander. Dat is eenwezenlijk andere kijk op de Tegelse samenleving van die

De omweg van

Willem Kurstjens

Met de ‘crew’ van de Kemeelie -

makers na afloop van de opvoerin-

genreeks van ‘De Furie van Venlo’

in 2002.

verdiepen en heb ik eenregiecursus gedaan aan detoneelopleiding in Maas -tricht. In die tijd ben ik veelmet toneel bezig geweest,heb ik veel stukken gelezen.Ook had ik een kameraadwiens broer filmer was. Viahem kreeg ik veel scenario-materiaal in handen. Toenben ik ook filmscenario’sgaan schrijven. Ik heb ervier gemaakt over een poli-tieduo dat hier in de regioactief is. Eentje gaat bij-voorbeeld over een moordin een klooster voor slot-zusters. Dat is een pro-bleem voor het duo, wantdie zusters mogen niet pra-ten. Een ander gaat overeen moord in de Doolhof,waar het Passiespel wordtopgevoerd. Daar hangt eenlijk hangt aan de boomwaaraan normaliter Judaszich ophangt. Het heet danook De Judasboom.

Aan het Passiespel heb ikook nog meegedaan, in1980 was dat. Eerst wilde ikniet, maar toen er iemandziek werd, hebben ze mijgevraagd om in te vallen.Na veel vijven en zessenheb ik dat gedaan. Ik had enheb zo mijn bedenkingenbij het Passiespel, vooralhet triomfantelijke ervan,het uitdragen van hetgeloof. Daar druk je anderereligies mee weg. Het is danconcurreren met anderegeloven en dat staat me nietaan. Er was toen ik meed-eed heel veel commotieover de tekst van paterSchreurs. Die liet een koorroepen: ‘Zijn bloed komeover ons’. Dat werd plotse-ling als antisemitisch erva-ren en ging eruit. Ook deverrijzenisscène moesteraan geloven, omdat menvond dat het sec om het lij-densverhaal moest gaan. Ikspeelde toen de hogepries-ter die Judas overhaaltChristus te verraden.”

› › › F i l m“Dat ik ook twee films hebgemaakt, is min of meertoevallig. Ik was bezig metde scenario’s voor mijnpolitieserie toen mijnvriend Ludy Rours mijattent maakte op een adver-tentie waarin werdgevraagd om een docentscenarioschrijven doorschrijversvakschool HetColofon in Maastricht. Hoe -wel ik geen ervaring had,werd ik toch aangenomen.Dat kwam omdat ze nie-mand anders konden vin-den en ik inmiddels eenflinke brok leservaring had.Uiteindelijk heb ik dat vijfjaar gedaan, maar alleenvoor beginners, want ikvoelde me niet voldoendegekwalificeerd om dat voor

tweede- of derdejaars tedoen. In die tijd benaderdeHay Joosten, die filmconsu-lent was van de provincie,me om een met de Rabo -bank Lenteprijs bekroondverhaal te verfilmen. Ookdie uitdaging heb ik aange-grepen, mede om mijn ken-nis van het vak scenario-schrijven te vergroten. Metdie film, Turkse koffie, heb-ben we toen verschillendeprijzen gewonnen. Promptbenaderde de organisatievan De Waan me, eenkunstmanifestatie ter gele-genheid van het honderdjarig bestaan van de psy-chiatrie in Venray. Of ik eenidee had voor een film ofeen toneelstuk? Ik vond hetwel wat om mijn toneelstukLookalike te verfilmen,over een man die denkt dathij de schilder Vincent vanGogh is. Bij De Waan zagenze dat niet zo zitten, zij von-den de link met de naamVincent van Gogh-instituut,zoals het psychiatrischecentrum daar heet, te direct.Ze vroegen toen of ik nietsanders had. Ik bedacht toendat het wel aardig zou zijnom een gedicht te verfil-men. Dat werd De idioot inhet bad van Vasalis, eenfilm met Kees Verbeek in dehoofdrol.

› › › To n e e l“Het schrijven van scena-rio’s en het maken vanfilms is voorafgegaan aanhet opvoeren van toneel-stukken. Dat is pas op ganggekomen in 2000, toenTegelen werd samenge-voegd met Venlo. Ik had aleen hele tijd het stuk Unbourgeois gentilhommevan Molière liggen en wildedaar wat mee doen. In deFranse versie gaat het overeen burgerman die edel-

Op het terras van het vertalersin-

stituut in Arles rond 1995 met col-

lega-vertalers.

Als razende reporter van radio Sur

Place bij de opening van de ‘slui-

ting’ van Het Raam in Tegelen in

de zomer van 2003.

Page 141: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 279278 BUUN

› › › W e r k :

Film: Turkse koffie (2000) , De idioot in het bad(2002) ;Non-fict ie : De Onderste Mo len, kroniek van eenzwembad (2003) , Tussen droom en daad. Vierhistorische portretten (2004) ;Poëzie : Zes beeldgedichten (De Buun, 1995) ,Drie ge dichten (Nieuw Wereld t i jd schrift , 1997) ,Over stroming en andere gedichten (De Buun,1998) ;Proza : Een goede moeder (verhaa l , NieuwWereldt i jdschr i f t , 1996) , Desaf inado (novel le ,2001) ;Toneel : ’n Echte Venlonaer (2000) , Lookal ike(2001) , De Fur ie van Venlo (2001) , DeVersjrumpeling (2003) , Het Bad (2004) ;Ver ta l ingen (u i t he t Frans) : Pasca l La iné –Afscheidsdiner (1993, met Frans Stoks) , PascalLa iné – De twi j fe laars ter (1994 , met FransStoks) , Europese l i teratuurgeschiedenis (1994) ,Christophe Batai l le – Annam (1994, met LilyProps-Van Oyen), Julien Green – Verre landen(1996) , Agnès Desar the – Een k le in gehe im(1997), Pham Thi Hoài – De engel van kristal(1998 , met L i ly Props-Van Oyen) , DidierDaeninkx – Dood in de eerste ronde (1998, metHenk Sitsen).

tijd dan totnogtoe gang-baar was, bijvoorbeeld inhet boek van pastoorDriessen. Aan die historische boekenwerk ik meestal ’s morgensop het gemeentekantoor, ’smiddags en ’s avonds geefik les. In de vakanties doeik bronnenonderzoek voormijn historische boeken. Detoneelstukken schrijf ik ’smorgens in alle vroegte, zotussen 7 en half 9. Ik hebdan een paar weken nodigom een stuk in hoofdlijnenuit te werken. Het bijscha-ven gebeurt later.”

› › › D u i z e n d p o o t“Wat ik het liefst zou doen?Eigenlijk heb ik geen voor-keur. Ik doe alles graag,maar het moet wel kwaliteithebben. En ik weet lang-zaam maar zeker waar diekwaliteit in zit. Misschienkristalliseert het zich nogwel uit in een richting. Hetliefst zou ik nu weer eenfilm maken, bijvoorbeeldeen filmversie van mijnstuk Het Bad, daar kun jevisueel heel mooie dingenmee doen. Het kan heelsfeervol zijn op film.Bovendien is het makenvan een film als procesreuze interessant. Het heeftiets fabrieksmatigs, iets ate-lier-achtigs. Samen ietsmaken, waarbij je elkaarvanuit je eigen disciplineaanvult. Het sluit ook mooiaan bij de manier waaropwe bij de Keméeliemaekerswerken. En misschien is datook wel een beetje Tegels.Het pakt zich hier vrijgemakkelijk. De mensenaccepteren hier veel vananderen, zolang je maarniet teveel kapsones hebt.Maar laten we elkaar nietswijsmaken: financieel is hetgewoon niet haalbaar. Een

film maken is ontzettendduur, waar moet ik dat geldvandaan halen? Het zal dustoch wel weer een roman ofeen toneelstuk worden.”

› › › K a n s e n r e g i o“Er stond eens een stukje inde krant, waarin werdgemeld dat de theater-school van Joop van denEnde een dependance zouvestigen in Venlo. Dat bleeklater nep. Maar op zich ishet een fantastisch idee.Venlo heeft een grote tradi-tie op het gebied van derevue en met de carnavals-liedjes, en ook op balletge-bied, terwijl Tegelen drietoneelgezelschappen heeft,nog los van de Passie -spelen. Dat zou je metelkaar moeten verbinden,want daar zou iets grootsuit kunnen voortkomen.Zeker nu de liefde voor hetmuziektheater zo leeft.Bovendien hebben we sindskort een paar puike jazz-musici in de regio, zoalsEgbert Derix, Mike Roelofsen Glenn Corneille. Enbekwame componisten/arrangeurs als Wim Nausen Nard Reijnders niet tevergeten. Wat voor eenpotentie daar ligt. Dat is

uniek in de geschiedenisvan de regio. Waarom zet jedie niet bij elkaar? Samenmet een tekstdichter, ballet-lerares en regisseur? Metals verplichting een of tweekeer per jaar in De Garageof De Maaspoort eenmuziektheaterproductie tebrengen. Dat kan iets vanStravinsky of Brecht zijn,maar ook iets origineels.Zo’n instituut als deStichting Kunstzinnige Vor -ming of de opvolger daar-van, zou daar in eersteinstantie op gericht moetenzijn: op opleidingen in dierichtingen en op het gebiedvan muziektheater. Je hebtdan iets heel eigens, wathoort bij de streek. Daarzou ik graag mijn schou-ders onder willen zetten.”

RONDEEL

‘Heb je ‘t warm genoeg?’was het laatste wat mijn vader vroegaan mijn moeder, die maar niet in slaap kon komen.

Drie uur later zakte hij ineenvoor de spiegel van de badkamer- alleen, een reisgezelschap eenzamerdan hij ooit had durven dromen.

Heb je ‘t warm genoeg?

De omweg van

Willem Kurstjens

Met Kees Verbeek als duo ‘gedoem-

de dichter – light verse dichter’ bij

de opening van een bedrijfsgebouw

van designbureau Dim in Tegelen,

maart 2004. Foto: Peter de Ronde.

De omweg van

Willem Kurstjens

Page 142: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

280 BUUN

ABCDEFGH

I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

ABCDEFGH

I J K L M

N O P Q R

STUVWXYZ

DOOR

TH I J S L ENSSEN

FOTO

JACQUES PEETERS

YUPPEN EN ZWERVERS

Omdat ik een grotere spoeduit-gave moet doen, stap ik ‘mijn’bank binnen met de vraag of ikter plekke geld van mijn spaarre-kening kan laten overhevelen.Dat valt tegen. ‘Heeft u internet?’, vraagt hetperfect geklede meisje, staandeachter haar terminal. Ik knik. ‘Aleens aan internetbankierengedacht?’ Ik mompel dat ik daarliever nog niet aan wil beginnen.‘Dat is wel de enige manier omsnel te kunnen betalen’, begintze, en ze somt zonder te hape-ren nog meer voordelen op. ‘Ofu kunt denken aan telefonischeoverboekingen, maar dan moetu eerst een code aanvragen.’ Dit schiet allemaal niet op,begrijp ik. ‘Hoe gaat u het nu doen?’, vraagtze tenslotte, ongeduldig gewor-den. Dan maar voor de tragerwerkende overschrijvingsformu-lieren gekozen. Ik vraag hoeveeler op mijn lopende rekeningstaat. ‘U heeft wel een verou-derde spaarrekening zie ik’, zegtze. Ook dat nog. Ik antwoorddat de bank dat twee jaar gele-den ook zei en toen deze reke-ning adviseerde. Zo gaat het gesprek nog evenverder. Ik fiets door de binnenstad terugnaar huis. Het is zonnig zomer-weer. Door de drukte op de ter-rassen lijkt het alsof opeens nie-mand meer hoeft te werken. Envast en zeker doet iedereen hieraan internetbankieren, gaat hetdoor mijn hoofd.Het moet door de yuppenkomen, concludeer ik. De‘young urban professionals’ - determ is al weer in onbruikgeraakt - profiteerden in dejaren tachtig van het getij van dewelvaart. Geld verdienen washun enige ideaal en dat straaldenze uit. Inmiddels lijkt de hele cul-tuur doordrongen geraakt vanhun succesnormen: zoveel

mogelijk graaien en driemaal perjaar op vakantie, want voor jedertigste moet je de hele wereldhebben gezien. Ik rij de Koninginnesingel op enben zo diep in gedachten ver-zonken dat ik een wandelaarbijna over het hoofd zie. Deman, met sterk verwaarloosduiterlijk, blikje bier in zijn linker-hand, heft de middelvinger enroept: ‘Kiêk ens oet dien döpman’. Gelijk heeft hij.Nee, dan de zwervers…mijmerik verder. Ook die zijn trouwensin aantal toegenomen. Maar lijken ze niet een beetje opelkaar, de yup en de zwerver?Allebei geen geld op zak, dezwerver door zijn armoede, deyup omdat hij met creditcardbetaalt. Allebei onverschillig, dezwerver omdat hij nergens aanmeedoet, de yup omdat hijneerkijkt op iedereen die nietmeedoet of kan meedoen. En

allebei de opgestoken vinger bijde hand, de zwerver uitonmacht, de yup om zijnmachtsgebied af te bakenen.Henk Hofland heeft het gebaareens proberen te duiden. Hetzou zoveel uitdrukken als: bij mijbegint de geschiedenis. Maar datkan alleen voor de yup gelden,want bij de zwerver eindigt degeschiedenis juist. De zwervers hebben mijn sym-pathie, besluit ik als ik thuis vanmijn fiets stap. En zolang er ookmaar één zwerver door Venloloopt, zolang weiger ik internette gebruiken voor mijn bankza-ken. ‘Je meent het’, reageert mijnvriendin na mijn relaas.

BUUN 281

In vergelijking met de invoering van de euro per 1 januari 2002 is deovergang van Duits naar Nederlands geld in 1914 veel ingrijpendergeweest. In iets meer dan vijf maanden tijd werd destijds overgestaptvan Duits naar Nederlands geld. Dit zonder de jarenlange voorberei-ding die aan de introductie van de euro voorafging. De overschake-ling van Duits op Nederlands geld leidde tot de muntkwestie. Venlowerd in vergelijking met de meeste andere Limburgse plaatsen zwaargetroffen.

Door Will Steeghs

Van Duits naar Nederlands geld in Venlo 1914

Noodgeldbons,

muntkwestie en

verbod Duits geld

Page 143: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 283

Voor de Eerste Wereldoorlog was de geldcircula-tie gebaseerd op de gouden standaard. Dit hieldin dat het papiergeld in waarde werd gedekt metgoud in de kluizen van de nationale banken. Hetpapiergeld was ook inwisselbaar tegen goud. Bijhet uitbreken van WO I kondigden de meestelanden een uitvoerverbod van goud af. De ban-ken lieten in de eerste dagen na het uitbrekenvan de oorlog weten, dat zij geen Duits geldmeer om zouden wisselen tegen Nederlandsgeld. In Venlo, waar het Duitse geld het gangbarebetaalmiddel was, veroorzaakte dit een warepaniek. De bevolking verloor het vertrouwen inhet Duitse geld en in het Nederlandse papier-geld. Iedereen probeerde zoveel mogelijk gou-den en zilveren muntgeld vast te houden enenkel met Duits of Nederlands papiergeld tebetalen. Om het tekort aan muntgeld te com-penseren, gaf de gemeente Venlo zogenoemde‘gemeentelijke noodgeldbons’ uit ter aanvullingvan het in omloop zijnde geld. Met de komstvan rijkswege uitgegeven zilverbons staakte degemeente haar uitgifte. Na de eerste schrik werd het Duitse geld gelei-delijk aan weer geaccepteerd. De muntkwestieontstond om de circulatie van buitenlandsmunt- en papiergeld in zo goed mogelijke banente laten leiden. De Kamers van Koophandel enRK Vereeniging van Winkeliers enNeringdoende en Middenstanders probeerdenhierin te adviseren.De overheid verbood uiteindelijk de circulatievan buitenlands muntgeld. Wel werd de moge-lijkheid geboden om het buitenlands muntgeldom te wisselen tegen Nederlands geld. Voor het papiergeld werd niets geregeld, terwijldit toch het grootste probleem vormde.

Venlo voor WO I

De economie in Venlo was sterk op het Duitseachterland gericht. Buiten de groothandel enindustrie kenmerkte de economie zich door devele tuinbouwbedrijven, de veilingen, Duitsespoorwegmaatschappijen en de centrumfunctievoor het grensland. Veel Venlose tuinders brach-ten op de Duitse markten hun producten aan deman. Op de veiling werden producten geveildvoor Duitse marken. Verder waren er drie Duitse

spoorwegmaatschappijen, die enkele honderdenNederlandse personeelsleden in dienst haddenen die kregen hun loon in Duits geld. De cen-trumfunctie van Venlo voor het Duitse achter-land was mede gebaseerd op het feit, dat Duitseklanten met Duits geld in Venlo konden inko-pen. Dit gebied lag in een straal van globaal tienkilometer van de grens. Het gevolg was uiter-aard, dat er in Venlo zeer veel Duits geld inomloop was en er constant nieuwe aanvoer vanDuits geld plaatsvond. In Venlo bestond, datmoge duidelijk zijn, een vrije circulatie vanDuits geld, waarbij het Duitse geld als normaalgeld werd gezien.De Duitse mark had een koers van 59 cent, maarwerd om het afrekenen te vereenvoudigengemakshalve op 60 cent gezet. Bij de midden-stand werden de prijzen op de Duitse prijzenafgestemd. Degenen die met Nederlands geldbetaalden kregen korting, hetgeen destijdsopgeld werd genoemd. Het Nederlands geldwerd in het spraakgebruik aangeduid alsHollands geld. In 1907 werd voor de gehele pro-vincie Limburg, bij Koninklijk Besluit, het ver-bod op betaling met Duits en Belgisch geldopgeheven. In Venlo circuleerde Duits geld toenechter al vele jaren zonder officiële erkenning.Uit overlevering zijn verhalen bekend vanVenlonaren, die als zij op reis moesten naarHolland of wanneer zij belasting moesten beta-len, eerst geld moesten omwisselen. In dezeoverleveringen wordt nogal eens de indrukgewekt dat er in Venlo enkel Duits geld inomloop was. De hoeveelheid in omloop zijndNederlands geld moet evenwel ook van eenzekere importantie zijn geweest, aangezien rijks-ambtenaren in Nederlandse munt werden uitbe-taald en er aan de westzijde van de Maas mindercontacten met het Duitse achterland waren. Veelbedrijven in Venlo betaalden hun personeel ech-ter met Duits geld, waardoor zij makkelijk vanhun Duits geld afkwamen. De economische situ-atie manoeuvreerde Venlo eigenlijk als vanzelf-sprekend in de positie, dat Duits geld er hetmeest voorkomende betaalmiddel was.

282 BUUN

Begin van de muntkwestie

Op zaterdag 1 augustus 1914 brak de EersteWereldoorlog uit aan het westelijk front. Deregeringen verboden de uitvoer van goud. Dedrie Venlose banken reageerden direct door aante kondigen dat zij geen Duits geld meer inwis-selden. De invloed op het geldverkeer wasenorm, getuige het extract besluiten van B&Wvan dinsdag 4 augustus: "Het publiek het ver-

trouwen in het bankpapier heeft verloren en hetzilvergeld buiten circulatie houdt, waardoor ookvan gemeentewege op het oogenblik geen pas-munt meer verkrijgbaar is."De gemeente besloot tot uitgifte van noodgeld-bons. Op dinsdag 4 augustus werd in de NieuweVenlose Courant gemeld dat postzegels tijdelijkals betaalmiddel zouden worden geaccepteerden dat de mogelijkheid bestond om deze voor 10of 25 gulden later weer terug te wisselen tegenpapiergeld. De advertentie van Meulemans &Co, een graanhandel op de Puteanusstraat teVenlo, spreekt voor zich:

"Duitsch geld na ontvangen mededeeling van dedrie banken alhier dat ze gesloten zijn en geenDuitsch geld wisselen zijn wij genoodzaakt omvoorloopig alleen te verkoopen tegenHollandsch geld. Ook kunnen wij voorloopigalleen leveren tegen betaling bij ontvangst. J.Meulemans & Co Venlo".

In een gezamenlijke advertentie op donderdag 6augustus in de Nieuwe Venlose Courant kondig-den negen Venlose middenstandszaken aan geenDuits geld meer te accepteren. Een flink aantalVenlonaren werd hierdoor direct getroffen aan-gezien zij hun inkomsten in marken verkregen.Op de veiling bleef overigens het Duits geldgewoon een gangbaar betaalmiddel.Het Duits geld zou vrij spoedig hierna weer incirculatie worden genomen. Dit werd mogelijkmede veroorzaakt door de gestadige aanvoer vanDuits geld in Venlo. Op 14 augustus vergaderdede RK Vereeniging van Winkeliers enNeringdoende en Middenstanders om voorstel-

Page 144: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 285

len te bespreken om de geldcirculatie te bevor-deren en de belangen van haar leden te beharti-gen. Veel zakenlieden hadden te kampen metteruglopende omzetten, er werd niet meer oprekening verkocht en veel klanten beschiktenenkel over Duits geld, dat zij evenwel niet kon-den besteden, waardoor de omzetten sterkterugliepe. Er werd een commissie van vijf ledeningesteld en deze kwam met het volgende voor-stel:

1 Hollandsch geld met 3 cent opgeld overinkoopwaarde hfl 1,03

2 Duitsch zilver en goud geld hfl 0,603 Duits papiergeld tegen hfl 0,58, mits er gepastbetaald wordt of met de mogelijkheid dat erenkel met Duits papiergeld kan worden terug-betaald.

Helaas heb ik het archief van deze verenigingniet kunnen achterhalen. De notulen van deKamer van Koophandel van de datum 16november 1914 vermelden hierover dat de mid-denstandsvereniging hopeloos verdeeld wasover deze kwestie. De belangen van haar ledenliepen dan ook zeer uiteen. De vraag of er eenunaniem besluit werd genomen zal met zeker-heid negatief uitvallen.

Venlose noodgeldbons

Op 4 augustus besloot het college van B&W vanVenlo om noodgeldbons uit te geven tot eenbedrag van 5000 gulden. De gemeente had drin-gend behoefte aan muntgeld om betalingen tekunnen doen aan ambtenaren, gezinnen vanmilitieplichtigen die onder de wapenen warengeroepen, driehonderd werklozen die inDuitsland waren ontslagen en voor de betalingvan gemeentewerklieden. In de gemeentekas zatwel veel Duits papiergeld, maar dit was nietmeer inwisselbaar.De gemeente besloot om noodgeldbons van eenen anderhalve gulden uit te geven. Deze warenslechts geldig indien voorzien van het gemeente-stempel en de handtekening van de burgemees-ter H.B.J. van Rijn of een van de wethouders Ch.Russel en D.J.C.H. Schrijnen. De bonnen wer-den in bewaring gehouden door de gemeentese-

cretaris, de heer H. Nouwen. De Venlose nood-geldbons waren weer inwisselbaar bij degemeenteontvanger na 12 augustus. Er zijn geenproblemen met betaling van de Venlose nood-geldbons bekend.De bonnen werden gedrukt bij drukkerij H.Lebesque voor hfl 13,50 en al op 5 augustus1914 uitgegeven. In totaal werden er 1575 bon-nen van 1 gulden en 1022 bonnen van ander-halve gulden in omloop gebracht. De noodgeld-bonsbiljetten waren uitgevoerd in boekdruk opwit karton in de kleur zwart. De afmetingenbedroegen 142x91 mm; het biljet van 1 guldenkwam ook voor in 142x100 mm.De gemeente gebruikte twee paarse stempels omnoodgeldbons geldig te maken: de stempelsGEMEENTEBESTUUR VENLO en SIGILLUMCIVITATIS VENLONENSIS. Bij inwisseling wer-den de biljetten ongeldig gemaakt door er ver-vallen op te schrijven of ze te voorzien van eenparaaf of van twee perforatiegaten (5mm).De noodgeldbonsbiljetten werden op 20 augus-tus weer ingetrokken nadat van rijkswege zilver-bons werden uitgegeven. De gemeentebons ble-ven inwisselbaar tot uiterlijk 31 december 1914bij de gemeenteontvanger. Deze inwisseltermijnwerd later verlengd tot en met 6 januari 1915.De meeste noodgeldbonsbiljetten zijn zekeringeleverd, aangezien het om aanzienlijke bedra-gen ging. In veel gemeentes werd besloten om noodgeld-bons uit te geven. In Noord-Limburg kwamen ernog in twee plaatsen noodgeldbons in omloop.De gemeente Horst gaf biljetten uit van een gul-den en van twee gulden vijftig, die inwisselbaarwaren tot 1 januari 1915 en waren gedrukt bijdrukkerij W. van der Sloot aan de Markt teVenlo. In Griendtsveen was de uitgever de N.V.Maatschappij Van de Griendt�s Land-Exploitatie.Met haar bonnen kon enkel in de winkels van demaatschappij worden betaald. Hier werdennoodgeldbons uitgegeven van 10 en 25 cent envan een gulden. Ook in de rest van Nederlandwerden er door meerdere gemeentes noodgeld-bons uitgegeven, zoals door Amsterdam,Klundert, Lekkerkerk, Wageningen, Wildervanken Wolphaartsdijk. In het hele land was eentekort aan pasmunten en dat deed veel gemeen-ten besluiten om noodgeldbons uit te geven.Venlo vormde hierop geen uitzondering. Welwas de situatie in Venlo urgenter, mede door degrote hoeveelheid in omloop zijn Duits geld en

284 BUUN

door het grote aantal werklozen, Venlonaren diehun baan in Duitsland hadden verloren.De archivaris van de Nederlandse handelsmaat-schappij en de Koninklijke Bibliotheek verzoch-ten de gemeente om een exemplaar van beidenoodgeldbonsbiljetten te mogen ontvangen, aanwelk verzoek op 22 oktober en 10 novemberwerd voldaan. De gemeente ontving meerdereverzoeken voor exemplaren van de Venlosenoodgeldbons. Onder meer van het K. und K.Ôsterreichische Konsulat te Amsterdam voor dehofbibliotheek te Wenen en van het UngarischeNationalmuseum. In de bedankbrief van dearchivaris van de Nederlandse handelsmaat-schappij verzocht hij ook om exemplaren voorde president van de firma. Of de gemeente opdeze verzoeken is ingegaan is niet duidelijk. Degemeente heeft zelf géén enkel exemplaar voorhet archief bewaard. Toch moet de gemeente ookverzoeken van verzamelaars hebben ontvangen.Deze ontvingen exemplaren met de originelehandtekening erop, maar zonder stempel, getui-ge de twee bij dit artikel afgebeelde exemplarendie via een veiling in Canada terugkwamen. Wienog een exemplaar heeft kan contact opnemenmet het Venlose gemeentearchief.

Muntkwestie

Met de invoering van rijkswege uitgegeven zil-verbons kwam er geen einde aan de muntkwes-tie en er bleef veel Duits geld in omloop. Dit wasonder meer te wijten aan het winkeltoerismevanuit de grensstreek, maar kwam vooral doorde tuinders en het personeel dat met Duits geldwerd uitbetaald. De drie Duitse spoorwegmaat-schappijen - met enkele honderden personeels-leden in Venlo - betaalden hun personeel bij-voorbeeld in Duits geld uit.De Kamer van Koophandel adviseerde de werk-gevers die hun personeel met Duits geld uitbe-taalden om dat te doen naar de vooroorlogsekoersverhouding van de mark. De winkeliersgingen extra korting verstrekken bij volledigebetaling in Nederlands geld. Bij Leo Bartels, eenkruidenierswinkel aan de Parade, werd in demaand oktober buiten het opgeld ook nog vijfprocent extra korting verleend.Het Duits geld bleef echter hardnekkig circule-ren, getuige de advertentie van de firma J.

Meulemans & Co te Venlo in december: "Ooknemen wij Duitsch geld aan tegen den koers vanden dag."De prijzen op de veiling bleven voorlopiggewoon genoteerd in marken. De eierveilingschakelde bij wijze van experiment als eersteover op Nederlands geld. De noteringen per 7november 1914 waren in Nederlands geld. Desituatie op de eierveiling was niet geheel verge-lijkbaar met die op de groenteveiling, omdat eengroot deel van de leveranciers uit Noord-Brabantkwam, waar Duits geld niet gebruikt kon worden.De Kamer van Koophandel constateerde innovember 1914 dat de mark nog tegen 60 centwerd afgerekend, terwijl een koers van 54 à 55cent wenselijk zou zijn. De Kamer verwachtteeen verschuiving naar het Hollands geld en datde regering geen koers zou vaststellen. Ze steldevoor om het opgeld te verhogen en de prijzenaan Duits geld aan te passen. Het nadeel dat deDuitse cliëntèle dan weg zou blijven was niet tevoorkomen.Op 13 november vergaderden de LimburgseKamers van Koophandel over de muntkwestie teRoermond, waarvan de krant verslag deed. Hierwerd gesproken over het verbieden van buiten-lands muntgeld. De Venlose voorzitter van deKamer beklaagde zich over het feit dat de kranthet Venlose verweer niet had weergegeven. Desituatie in Venlo was niet vergelijkbaar met derest van Limburg, zoals bijvoorbeeld met die inHeerlen waar grote bedragen in Nederlands geldwerden uitbetaald. Vaals vertoonde wel een situ-atie die veel gelijkenis vertoonde met deVenlose. In Roermond was het verbod op munt-geld voorgesteld, maar dit was niet het grootsteprobleem. De situatie omtrent het papiergeld datniet meer met goud werd gedekt, was veel kri-tieker. Bij een verbod werd gevreesd voor eenclandestiene circulatie van buitenlands geld enproblemen met het papiergeld.Op 30 november vermeldden de notulen van deKamer van Koophandel dat een verbod op decirculatie van Duits geld niet meer lang op zichzou laten wachten. Het verbod werd door hetMinisterie van Financiën bij koninklijk besluitop 19 december 1914 afgekondigd. Met ingangvan 8 januari 1915 was het niet meer toegestaanom met Duits muntgeld te betalen, met uitzon-dering van Vaals. De provincie Limburg was delaatste provincie waar nog met buitenlands geldbetaald mocht worden. De regering regelde

Page 145: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

omwisselmogelijkheden van muntgeld bij deontvanger der directe belasting te Venlo van 2tot en met 15 januari. De ontvangers haddenhun handen vol aan het omwisselen van hetmuntgeld en er stonden lange rijen wachten-den. De koers van de mark was vastgesteld op53 cent maar kon via telegrafische berichtentussentijds worden aangepast. De politiehield er toezicht op dat alles rustig verliep.Niet iedereen leverde het Duitse geld in, zoals

sommige zakenmensen die het zich kondenpermitteren om betere tijden af te wachten enzich zo hoopten te vrijwaren van het koers-verlies. De meerderheid van de bevolking zalzeker hebben omgewisseld; wachten op eengunstigere koers had weinig zin, aangezien deprijzen van levensmiddelen ook stegen en deregering zich genoodzaakt zag maximumprij-zen voor een aantal levensmiddelen in te stel-len.Op het betalen met buitenlands geld stondenhoge boetes, als iemand betrapt werd, kosttedat bij het eerste vergrijp ten hoogste vijfen-

zeventig gulden en bij een tweede of volgen-de overtreding vijfhonderd gulden en hetbuitenlandse geld werd ook geconfisqueerd.De politie controleerde op 8 januari op demarkt en constateerde geen overtredingen. Na 8 januari waren er wel banken die buiten-lands zilvergeld omwisselden. De drieVenlose banken adverteerden ermee. Hetmuntgeld vertegenwoordigde een waarde vanongeveer de helft aan metalen en de oorlog-

voerende landen hadden er alle belang bij omzo weinig mogelijk metalen naar het buiten-land te laten verdwijnen. Het buitenlands papiergeld werd niet verbo-den. In de krant werd hier weinig begrip voorgetoond en gesteld dat dit geld waardelooswas als het land van oorsprong geen dekkinggaf. Het papiergeld werd niet ingewisseld,omdat dit het Nederlands geld in diskredietkon brengen en de neutraliteit in gevaar konbrengen. Dit zal er zeker toe hebben geleiddat het Duits papiergeld niet meer werd geac-cepteerd. Deze maatregel zal ongetwijfeld

286 BUUN BUUN 287

ook bepaalde mensen en bedrijven in proble-men hebben gebracht. In de krant versche-nen advertenties onder briefnummer:"Duitsch geld gevraagd voorwaarden waaropmen een partij Duitsch geld wil inwisselentegen Hollandsch geld, brieven onder no.2030 bureau van dit blad."

Nederlandse geldcirculatie

Vanaf 8 januari 1915 kon er enkel nog wettigbetaald worden met Nederlands geld. In deperiode tot aan WO II was een vrije circulatievan Duits geld in Venlo niet meer toegestaan.De enige mogelijkheid om na deze datum nogmet vreemde valuta te betalen waren debelastingen. Deze regeling werd echter al op1 maart 1915 ingetrokken. Het verplicht stel-len van de circulatie van het Nederlands geld,droeg er mede toe bij dat de Limburgers zichook meer Nederlander gingen voelen.Na de Tweede Wereldoorlog is met het opko-men van het Duitse kooptoerisme in Venloweer Duits geld geaccepteerd als betalings-middel. In tegenstelling tot in de periodevoor 1915 waren de prijzen nu op deNederlandse gulden afgestemd, uitgezonderdin een zeer beperkt aantal winkels in deDuitse hoek. Door de invoering van de eurois de circulatie van meerdere valuta in Venlodefinitief historie geworden. Venlo had kort voor de invoering van de europer 1 januari 2002 nog een Nederlandse pri-meur: de eerste betaling met een biljet vanvijf euro werd in de stad gedaan, nog voordatde euro een wettig betaalmiddel was gewor-den.

Bronnen:

Kranten:

Advertenties NVC 4-8-1914, 22-8-1914, 17-10-1914, 24-12-1914,

29-12-1914 en 9-1-1915

Marktberichten eierveiling NVC 14-11-1914

Marktberichten NVC 22-8-1914

NVC 4-8-1914, 11-8-1914, 18-8-1914, 19-11-1914, 29-12-1914, 31-

12-1914 en 9-1-1915

DDL 29-9-2001

Archieven:

kvk Venlo 57.1 notulen 28-2-1907/20-3-1923

inv 1900/1920 nr. 2237

bestuur Venlo II 1901-1920 inv. Nr. 676

Publicaties en overige:

- W. Bartels - Venlo rond de eeuwwisseling. In: De Brug 20-4-1977;

- Lou Derix - Oud Horst in het nieuws. Aug 1914 tot 1930;

- Verzameling J.F.M. Eijsermans;

- Jaarverslag K.v.K. Venlo 1914

- Katholieke Illustratie 11-1-1922

- J.R. De Mey - Nederlandse Gemeentelijke en private nood – betalings-

bonnen, Brussel 1982. Veilingcatalogus;

- W.A.A. Westerhuis - Venlo tijdens Wereldoorlog I 1914-1918.

Page 146: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

Pieter Breughel Kunsthandel Venlo

Maaspoort Venlo

Clevis-KleinjansArchitecten bv bna Venlo

Dagblad De LimburgerUw band met regio

QAUNT Architectuur bv BNA Venlo

Mevissen+PartnersArchitectenbureau bna Venlo

Rabobank Venlo e.o.

Gemeente Venlo

Van der SterrenTegelen

Verheijen Smeets avbArchitecten Tegelen

ING BankVenlo

Enfa BV Enveloppenfabriek Venlo

Vostermanscompanies

Koop ’t bij KoopsVenlo

Wilbro Boek- en KantoorhandelTegelen - Venlo

Drukkerij Knoops Venlo

WoningstichtingVenlo - Blerick

Met dank aan alle sponsoren welke deze uitgave mede mogelijk hebben gemaakt.

van Enckevort Groothandel bvadviseurs voor handel, bouw en industrie

Blerick - Heerlen - Helmond - Sittard - Eindhoven/Son - Weert

Foto Kino LindersVenlo

Page 147: Buun 2005 def - Buunvenlo.nl · Bekend bij alle lezers van Buun tot Dagblad voor Noord-Limburg en Dagblad De Limburger, waarvoor hij als fotograaf werkte van 1969 tot 2001. Veelbesproken

BUUN 2005

De bijzondere loopbaan van oud-VVV-voetballerGijs Nass, het opmerkelijke schilderwerk vanRowwen Hèze-voorman Jack Poels, de eigenzinnigelevensloop van dialectzanger Arno Adams en hettragische bestaan van Hans Thijssen. Het is zo maareen greep uit de vele onderwerpen van dit diksteBuun-jaarboek tot nog toe. Vanwege die omvang is het onmogelijk om u opdeze plaats al lekker te maken voor alle artikelen inBuun 2005. Toch willen we er een aantal speciaalonder uw aandacht brengen, zodat u niet omaankoop van dit jaarboek – met zijn vertrouwdemix aan onderwerpen - heen zult kunnen. Buiten deal genoemde stukken zijn dat er een aantal die overde Tweede Wereldoorlog handelen. Het is in 2005immers vijftig jaar geleden dat die oorlog eindigde.Intrigerend is de bijdrage die een nieuw licht werptop het roemruchte Venlo-incident en verrassendhet artikel dat verhaalt over de legering van eenheuse joodse brigade in de omgeving van Venlo. Dan zijn er nog artikelen over de belangrijke bij-drage van de Indo-rock aan de Noord-Limburgsemuziekscene in de jaren vijftig en zestig van devorige eeuw, over de strijd die tussen de beide oor-logen woedde in de Venlose bioscoopwereld en derol van café-restaurant Lucker in de leefwereld vande Tegelenaren. Verder is er aandacht voor de his-torie van de spoorwegwerkplaats in Blerick, hetBondsgebouw in Venlo en het muzikale Venlosegeslacht Jordans. Bovendien bevat Buun 2005 ver-halen van Jo Wijnen en Kees Verbeek en gedichtenvan Herman Verwey en Peter Winkels.

ISBN 90-76758-06-0