Upload
ngoque
View
218
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
Cellulosematrix Een eindeloze bron van mogelijkheden
Biorenewables Business Platform
1
Colofon
Titel Cellulose, een eindeloze bron van mogelijkheden Auteur(s) Ir. E.R.P. Keijsers, Dr. J.E.G. van Dam, Dr. Gulden Yilmaz Nummer Food & Biobased Research nummer 1274 ISBN-nummer 978-94-6173-078-7 Publicatiedatum Augustus 2011 Vertrouwelijk Nee OPD-code 10/161 Goedgekeurd door Gulden Yilmaz © Wageningen UR Food & Biobased Research in opdracht van het Biorenewables Business Platform Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system of any nature, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of the publisher. The publisher does not accept any liability for inaccuracies in this report. Contactgegevens: Biorenewables Business Platform Bregje van Keulen, secretaris [email protected] www.biobasedeconomy.nl
Samenvatting
De opkomende biobased economy zorgt voor een verschuiving in het gebruik van grondstoffen
van minerale olie naar plantaardige producten. Huidige en nieuwe industrieën die plantaardige
grondstoffen verwerken zullen door middel van marktwerking hun grondstofbehoefte invullen.
Eén van de markten waarop grootschalige concurrentie te verwachten is, en ook nu al meer en
meer door de traditionele industrieën, waaronder de papierindustrie, gevoeld wordt, is de markt
voor cellulose grondstoffen.
Cellulose en cellulose bevattende producten (hout, vezels, textiel, papier) worden in veel
industriële sectoren ingezet. Vanwege de inganggezette transitie naar de biobased economy
worden cellulosegrondstoffen ook intensief onderzocht als koolhydraatbron voor nieuwe
toepassingen in de (2e generatie) biobrandstoffen en ‘groene’ chemicaliën productie (bioethanol,
butanol, etc). Benutting van cellulose als koolhydraatbron voor ethanolproductie vermijdt de
competitie met makkelijker fermenteerbare koolhydraten uit de voedselketen (suiker en zetmeel).
Ook voor cellulosegrondstoffen zijn verschillende concurrerende markten te identificeren, die bij
grootschalige afname de effecten zullen voelen en waarbij voor de toekomst rekening gehouden
moet worden met toenemende competitie en schaarse grondstof toelevering (landgebruik,
biodiversiteit).
Vanwege de grote diversiteit van potentiële cellulose bronnen en de grote verschillen in
kwalitatieve eigenschappen en samenstelling van deze cellulose types is het van belang in kaart te
brengen voor welke toepassingen de verschillende grondstoffen het meest geschikt zijn. Voor het
opstellen van een dergelijke “cellulose matrix” dient aandacht te zijn voor de kwalitatieve
aspecten van de grondstof alsook voor de kwantitative beschikbaarheid en praktische
verwerkbaarheid van de grondstof in de applicatie.
De cellulose matrix moet een bruikbaar instrument worden, waarmee stakeholders keuzes
kunnen maken wat betreft grondstof, proces en markt. Een aantal voorbeelden:
• Een grondstofproducent moet met behulp van de matrix kunnen beslissen welk proces
het beste geschikt is om een bepaalde markt met zijn grondstof te bedienen, waarbij hij
ook inzicht krijgt in al bestaande processen en concurrerende grondstoffen.
• Een eigenaar van een proces – de grondstofverwerkende industrie – moet kunnen
beslissen welke andere grondstoffen hij zou kunnen toepassen en welke markten hij
daarmee kan bedienen.
• Een producent van cellulose gebaseerde eindproducten kan met behulp van de matrix
bepalen welke grondstoffen in aanmerking komen en in combinatie met welke geschikte
processen.
• De cellulose grondstoffenhandel kan mogelijk alternatieve (lokale) producten leveren, van
gelijkwaardige kwaliteit, waardoor betere logistieke organisatie mogelijk wordt en
transport afstanden kunnen worden verkleind.
• Voor overheden kan de matrix inzicht verschaffen in de keuze voor ondersteuning van
die ontwikkelingen die als meer duurzaam kunnen worden aangemerkt.
WUR-FBR heeft tijdens deze initiële studie een gedetailleerde matrix opgesteld, waarbij de
verschillende componenten van de matrix zijn geïdentificeerd en een eerste invulling van de
matrix is opgezet. Huidige en nieuwe cellulosegrondstoffen zijn geïnventariseerd. Belangrijke
chemische en fysische eigenschappen van deze grondstoffen, voor het gebruik in processen en
producten, zijn geïdentificeerd. De prijs en beschikbaarheid van deze grondstoffen is
onderzocht. Huidige en nieuwe cellulose ontsluitingstechnologieën zijn geïnventariseerd. De
voorwaarden waaraan grondstoffen moeten voldoen om geschikt te zijn voor de diverse
processen zijn bijeengebracht. Procesparameters die invloed hebben op de eigenschappen van de
celluloseproducten zijn onderzocht. Huidige en opkomende markten op basis van cellulose zijn
geïnventariseerd. De eisen die cellulose-markten stellen aan de door de processen uit de
grondstoffen geproduceerde celluloses zijn onderzocht.
Het opstellen en invullen van een voor stakeholders bruikbare cellulose matrix vereist een tweetal
stappen. Ten eerste het verminderen van de benodigde hoeveelheid data door de kenmerken van
grondstoffen, processen en markten per groep vast te leggen. In dit rapport is deze stap genomen
voor gedefinieerde groepen en kenmerken. Voor specifieke groepen kan de data verder
uitgebreid worden. Ten tweede het opstellen van een database waarmee de vragen van
stakeholders beantwoord kunnen worden. De antwoorden die uit deze database verkregen
worden hebben een richtinggevend karakter, verdere specificatie vindt plaats met
literatuurreferenties en uiteindelijk toegepast onderzoek.
Inhoudsopgave
Samenvatting 2
1 Inleiding 5
2 Methode 8
3 Inventarisatie Grondstoffen, Processen en Markten 10
3.1 Inventarisatie Grondstoffen 10
3.1.1 Overzicht 11
3.2 Inventarisatie Cellulose ontsluitingsprocessen 12
3.2.1 Overzicht 12
3.3 Inventarisatie: Markten 13
3.3.1 Overzicht 13
4 Karakterisering Grondstoffen, Processen en Markten 14
4.1 Karakterisering Grondstoffen 14
4.1.1 Data set: Chemische en fysische eigenschappen van de grondstoffen 14
4.1.2 Data set: Prijs en beschikbaarheid van de grondstoffen 20
4.2 Karakterisering ontsluitingsprocessen 21
4.2.1 Data set: Procesparameters en economische schaal van de
ontsluitingsprocessen 21
4.2.2 Data set: Eisen van de ontsluitingsprocessen aan de eigenschappen van de
grondstof 23
4.3 Karakterisering Markten 26
4.3.1 Data set: Omvang en prijs van de markten 26
4.3.2 Data set: Eisen van de markten aan ontsloten cellulose 28
5 Discussie 29
5.1 Beschikbaarheid data 29
5.2 Gebruiksvorm Cellulose matrix 30
5.3 Volledigheid cellulose matrix 31
5.4 Verdere ontwikkeling van de cellulose matrix 31
6 Conclusies 32
Bijlage 1. Glossary 33
1 INLEIDING
De opkomende biobased economy zorgt voor een verschuiving in het gebruik van grondstoffen
van minerale olie naar plantaardige producten. Huidige en nieuwe industrieën die plantaardige
grondstoffen verwerken zullen door middel van marktwerking hun grondstofbehoefte invullen.
Eén van de markten waarop grootschalige concurrentie te verwachten is, en ook nu al meer en
meer door de traditionele industrieën, waaronder de papierindustrie, gevoeld wordt, is de markt
voor cellulose grondstoffen.
Cellulose is één van de meest voorkomende natuurlijke polymeren, die voorkomt in structurele
celwanden van alle hogere planten en in sommige algen. Ook enkele bacteriën zijn in staat
cellulose uit te scheiden. Jaarlijks wordt door natuurlijke aanwas van biomassa vele miljarden
tonnen cellulose door fotosynthese uit CO2 geproduceerd en vastgelegd. Slechts een klein deel
van de jaarlijks geproduceerde cellulose wordt door de huidige industrieën ingezet als
cellulosegrondstof. Het gaat daarbij m.n. om hout en vezelgewassen zoals katoen, vlas, jute en
kokos. Daarnaast maken de huidige industrieën gebruik van gerecyclede stromen (o.a. oud-
papier) en in mindere mate ook van andere reststromen die cellulose bevatten. Voor zowel de
huidige als nieuwe industrieën die cellulose grondstoffen gebruiken is inzicht in de prijs,
beschikbaarheid en kwaliteit van traditionele en alternatieve cellulose grondstoffen van groot
belang. Dit inzicht kan nieuwe trajecten versnellen en keuzes binnen industrieën voor nieuwe
grondstoffen ondersteunen. Dit inzicht kan tevens leiden tot optimaal gebruik van de
beschikbare cellulosegrondstoffen, waarbij de juiste cellulosegrondstof voor de juiste industrie
gevonden wordt, reststromen optimaal ingezet worden en cellulose-producten vele malen
gerecycled kunnen worden.
Cellulose en cellulose bevattende producten (hout, vezels, textiel, papier) worden in veel
industriële sectoren ingezet. Vanwege de inganggezette transitie naar de biobased economy
worden cellulosegrondstoffen ook intensief onderzocht als koolhydraatbron voor nieuwe
toepassingen in de (2e generatie) biobrandstoffen en ‘groene’ chemicaliën productie (bioethanol,
butanol, etc). Benutting van cellulose als koolhydraatbron voor ethanolproductie vermijdt de
competitie met makkelijker fermenteerbare koolhydraten uit de voedselketen (suiker en zetmeel).
Cellulose heeft meestal een duidelijke functie in de plant waaruit het gewonnen kan worden. Deze functie
bepaalt de eigenschappen van de vezel(bundels). Het is dus mogelijk om aan de hand van de functie van de
cellulose in de plant aannames te maken over de eigenschappen van de cellulose. Zo zijn de vezelbundels in jute
en hennep stijf en sterk omdat deze grote dunne planten rechtop moeten blijven staan. Vezels in bladmateriaal
zijn vaak minder sterk. De vezels in een kokosnoot zijn flexibel, omdat deze vezels de vrucht heel houden
wanneer ie uit de boom valt. Deze flexibiliteit wordt mede veroorzaakt door de grote fibrilhoek in een
kokosvezel.
Ook voor cellulosegrondstoffen zijn verschillende concurrerende markten te identificeren, die bij
grootschalige afname de effecten zullen voelen en waarbij voor de toekomst rekening gehouden
moet worden met toenemende competitie en schaarse grondstof toelevering (landgebruik,
biodiversiteit).
Vanwege de grote diversiteit van potentiële cellulose bronnen en de grote verschillen in
kwalitatieve eigenschappen en samenstelling van deze cellulose types is het van belang in kaart te
brengen voor welke toepassingen de verschillende grondstoffen het meest geschikt zijn. Voor het
opstellen van een dergelijke “cellulose matrix” dient aandacht te zijn voor de kwalitatieve
aspecten van de grondstof alsook voor de kwantitative beschikbaarheid en praktische
verwerkbaarheid van de grondstof in de applicatie.
Doel
De cellulose matrix moet een bruikbaar instrument worden, waarmee stakeholders keuzes
kunnen maken wat betreft grondstof, proces en markt. Een aantal voorbeelden:
• Een grondstofproducent moet met behulp van de matrix kunnen beslissen welk proces
het beste geschikt is om een bepaalde markt met zijn grondstof te bedienen, waarbij hij
ook inzicht krijgt in al bestaande processen en concurrerende grondstoffen.
• Een eigenaar van een proces – de grondstofverwerkende industrie – moet kunnen
beslissen welke andere grondstoffen hij zou kunnen toepassen en welke markten hij
daarmee kan bedienen.
• Een producent van cellulose gebaseerde eindproducten kan met behulp van de matrix
bepalen welke grondstoffen in aanmerking komen en in combinatie met welke geschikte
processen.
• De cellulose grondstoffenhandel kan mogelijk alternatieve (lokale) producten leveren, van
gelijkwaardige kwaliteit, waardoor betere logistieke organisatie mogelijk wordt en
transport afstanden kunnen worden verkleind.
De huidige cellulose industrie is gebaseerd op planten die voornamelijk bestaan uit (hemi-) cellulose en lignine.
De nieuwe grondstoffen bevatten vaak ook zetmeel of eiwit. Allerlei testen die gebruikt worden om de
kwaliteit of samenstelling van de nieuwe grondstoffen te bepalen blijken aangepast te moeten worden, omdat
zetmeel of eiwit de bepaling storen. Communicatie tussen de verschillende stakeholders, boer, celluloseproducent
en eindgebruiker wordt daardoor steeds belangrijker. Er zijn bijvoorbeeld geen eisen aan de maximale
hoeveelheid eiwit in vezels voor de papierindustrie, omdat er nooit eiwit in papiervezels zit/zat. Ook moet er
opnieuw gezocht worden naar oplossingen voor bijvoorbeeld het silicagehalte in stro, één van de redenen waarom
er niet langer stro karton wordt gemaakt in Nederland.
• Voor overheden kan de matrix inzicht verschaffen in de keuze voor ondersteuning van
die ontwikkelingen die als meer duurzaam kunnen worden aangemerkt.
WUR-FBR heeft tijdens deze initiële studie een gedetailleerde matrix opgesteld, waarbij de
verschillende componenten van de matrix zijn geïdentificeerd en een eerste invulling van de
matrix is opgezet.
Stro als mogelijke grondstof voor ethanol, Ethanol gemaakt uit bijvoorbeeld stro
2 METHODE
De hoeveelheid literatuur en kennis over cellulose is nagenoeg onuitputtelijk. Het aanbrengen van
orde in de literatuur en kennis is noodzakelijk om de keuzes zoals verwoord in het doel van de
cellulose matrix te kunnen maken.
Wij hebben er voor gekozen om de kennis te rangschikken rond een drietal gebieden. Ten eerste
rond de bestaande en toekomstige grondstoffen die cellulose bevatten. Ten tweede rond de
verwerkingsprocessen, die ontwikkeld zijn of worden om grondstoffen om te zetten in
producten. Ten derde rond de huidige en toekomstige markten van cellulose bevattende
producten. De kennis over de drie gebieden is op een logische manier met elkaar verbonden. Bij
de kennis over de verschillende processen wordt per proces opgeslagen wat de eisen zijn die het
proces aan zijn uitgangsproducten stelt. Bij de markten wordt opgeslagen welke eisen de markten
stellen aan de producten uit de processen. Uit deze rangschikking volgt de cellulose matrix. De
cellulose matrix legt verbanden tussen grondstoffen, verwerkingsprocessen en markten voor de
producten.
Een grafische weergave van de matrix wordt gegeven in figuur 1.
Figuur 1: De cellulose matrix, geel = data set, paars=inventarisatie; X = ongeschikt voor verdere opwaardering
Gro
ndsto
ffen
Mark
ten
Cellu
lose
on
tslu
itin
gsp
rocesse
n
Chemische en
fysische
eigenschappen
Prijs en
beschikbaarheid
Proces-
parameters en
economische
schaal
Eisen aan
eigenschappen
van grondstof
Eisen aan
ontsloten
cellulose
Afzet
Prijs
Bijproducten Markten
X
X
Gro
ndsto
ffen
Mark
ten
Cellu
lose
on
tslu
itin
gsp
rocesse
n
Chemische en
fysische
eigenschappen
Prijs en
beschikbaarheid
Proces-
parameters en
economische
schaal
Eisen aan
eigenschappen
van grondstof
Eisen aan
ontsloten
cellulose
Afzet
Prijs
Bijproducten Markten
X
X
Centraal in de matrix staan de inventarisaties (overzichten) van de grondstoffen, de cellulose
ontsluitingsprocessen en de markten. Pijlen tussen deze inventarisaties laten o.a. zien dat
meerdere grondstoffen in hetzelfde proces verwerkt kunnen worden en dat verschillende
combinaties van grondstoffen en processen kunnen leiden tot eenzelfde product.
De grondstoffen worden gekarakteriseerd door een tweetal sets met data. De eerste set bevat
informatie over de chemische en fysische eigenschappen van de specifieke grondstof. De tweede
set bevat data over de prijs en beschikbaarheid van die grondstof.
De cellulose ontsluitingsprocessen worden ook door een tweetal sets met data gekarakteriseerd.
De eerste set bevat data over het proces, waaronder procesparameters en economische schaal.
De tweede set bevat data over de eisen die gesteld worden door het proces aan de eigenschappen
van de grondstof. De combinatie van grondstof en ontsluitingsproces resulteert in bijproducten.
Eigenschappen van de bijproducten en de bijbehorende markten worden in de cellulosematrix
buiten beschouwing gelaten.
De markten worden beschreven met een tweetal data sets. De eerste data set beschrijft de eisen
die door de markten worden gesteld aan de ontsloten cellulose. De tweede set data beschrijft de
omvang van de markt en de prijs.
De kennis en literatuur over cellulose is grotendeels Engelstalig vastgelegd. Daarom is de
cellulosematrix ook in het Engels opgesteld.
In hoofdstuk 3 worden de inventarisaties grondstoffen, verwerkingsprocessen en markten
besproken. In hoofdstuk 4 de bijbehorende datasets.
Er is in de afgelopen decennia zeer veel kennis opgebouwd over de eigenschappen van houtvezels en de invloed
van het klimaat, de bodemsoort en de jaargetijden op deze eigenschappen. Doordat hout een meerjarig gewas is
middelen deze effecten enigszins uit bij het oogsten. Voor de meeste eenjarige gewassen is minder bekend over de
invloed van het klimaat e.d. op de cellulose/vezeleigenschappen. Daarnaast speelt hier het oogsttijdstip een grote
rol. De verhouting van een gewas (lignine vorming) treedt b.v. pas na een aantal maanden op. Bij overstap op
deze gewassen is dus nog een grote slag te maken.
3 INVENTARISATIE GRONDSTOFFEN, PROCESSEN EN MARKTEN
3.1 Inventarisatie Grondstoffen
De grondstoffen zijn onderverdeeld in primaire, secundaire en tertiaire cellulose-grondstoffen.
Primaire cellulosegrondstoffen worden voor de cellulosetoepassing geteeld. Secundaire
grondstoffen komen vrij bij de teelt van gewassen. Tertiaire cellulose-grondstoffen komen vrij bij
verwerkingsprocessen en gebruik. Naast b.v. de bekende vezelgewassen, komen hierbij dus ook
de residuen en bijproducten, en de gerecyclede cellulosestromen aan bod. De inventarisatie is niet
volledig, en kan dat ook niet zijn. Er worden steeds weer nieuwe planten geteeld, waarin de
eigenschappen en concentraties van de cellulose veranderd zijn. Daarnaast zijn de residuen en
bijproducten afhankelijk van veranderingen in de processen.
Het aanbrengen van een ordening in de grondstoffen is belangrijk, omdat er dan bij gebrek aan
kennis over een bepaalde grondstof gekeken kan worden naar een vergelijkbare grondstof. Helaas
zijn de verschillen tussen grondstoffen vaak te groot om eigenschappen van de ene grondstof als
leidraad voor een andere te gebruiken. Voor veel processen en producten zijn het juist de voor de
leek kleine verschillen tussen grondstoffen die het verschil maken.
Primaire cellulose grondstof: Vlas Secundaire cellulose grondstof: Kokoshusks
3.1.1 Overzicht
In tabel 1 is een overzicht gegeven van de mogelijke grondstoffen.
Tabel 1. Indeling Cellulose grondstoffen
Primary Cellulose sources
1 Softwoods
2 Hardwoods
3 Non-wood
3.1 Seed hairs / fluff or floss fibres
3.2 Bast fibres Dicotyledons
3.3 Hardfibres (leaf fibres, stem fibres, seed hull fibre)
3.4 Grasses & reeds
3.5 Brush / piassava fibres
3.6 Miscellaneous
3.7 Specialties
Secondary Cellulose sources
4 Forestry residues
4.1 Softwoods Bark, branches, needles , cones Sawdust
4.2 Hard woods bark, branches, leaves, seeds Sawdust
5 Agro-Residues / Agri-food residues
5.1 Cereal grain straws and hulls
5.2 Starch (tuber) crop residues
5.3 Sugar crop residues
5.4 Oil crop residues
5.5 Fruits and nuts prunings and residues
5.6 Flowers and gardening byproducts and residues
5.7 Nature management and conservation biomass waste
Tertiary Cellulose sources
6.1 Recollected textile waste
6.2 Primary pulp mill residues
6.3 Municipal solid waste
6.4 Building demolition waste
6.5 Manure
6.6 Compost / dredgings
3.2 Inventarisatie Cellulose ontsluitingsprocessen
De ontsluitingsprocessen omvatten de huidige pulprocessen, nieuwe pulpprocessen en
biorefineries. Hoewel processen vaak geschikt zijn om verschillende grondstoffen te verwerken,
zijn de procesparameters geoptimaliseerd voor één grondstof. Verandering van grondstof vereist
b.v. andere temperatuur, druk of verblijftijd.
3.2.1 Overzicht
In tabel 2 is een overzicht gegeven van de ontsluitingsprocessen.
Tabel 2. Indeling cellulose ontsluitingsprocessen
1 Cellulose extraction
1.1 Harvesting / storage and transport
1.2 Textile processing
2 Pulping processes
2.1 Mechanical pulp (groundwood pulp)
2.2 Thermo-mechanical pulp (TMP)
2.3 Chemithermomechanical pulp (cTMP)
2.4 Kraft pulping 90% (sulphate process)
2.5 Sulfite pulping 10% (acid pulping)
2.6 Alkaline pulping
2.7 Organosolv pulping
2.8 Acetosolv pulping / MILOX
3 New biorefinery and lignocellulose processing
3.1 Steam explosion / ultrasonication
3.2 Hydrolysis (enzyme)
3.3 Pyrolysis / hydrothermal liquefaction / hydrogenation
(HTU) / syngas
3.4 Activated carbon
3.5 Biopulping / white rot fungi
4 Dissolving cellulose
4.1 Viscose process
4.2 Lyocell process NNMO
4.3 Other processes amonia / phosphoric acid
4.4 Ionic liquids
4.5 Nanocellulose
3.3 Inventarisatie: Markten
Het overzicht van de cellulose markten is zeer uitgebreid, het omvat alle mogelijke toepassingen
voor cellulose o.a. voor bouwmaterialen, textiel, nonwovens, papier, karton, maar ook dissolving
cellulose, vezelgevulde composieten en cellulose films. Daarnaast de groeiende markt voor op
cellulose gebaseerde chemicaliën en biobrandstoffen.
3.3.1 Overzicht
In tabel 3 is een overzicht gegeven van de cellulose markten. De markten zijn onderverdeeld in
productgroepen. De eisen die aan cellulose gesteld worden voor de producten binnen deze
productgroepen zijn vergelijkbaar, maar verschillen op detailniveau.
Tabel . Indeling Cellulose markten
1 Textiles
2 Non-woven
3 Wood, timber
4 Pulp, paper and board
5 Cellulose dissolving pulp
6 Cellulosic Films
7 Building materials
8 Cellulosic fibre Composites
9 Green chemicals
De verschillende eindtoepassingen stellen vaak zeer specifieke eisen aan de grondstoffen. Vanuit de eigen
industrie lijkt het vaak zo te zijn dat in een andere industrie een veel groter aantal grondstoffen ingezet kan
worden. In de praktijk valt dat mee/tegen, ook bij bijvoorbeeld tweede generatie brandstoffen zijn er veel eisen
aan de grondstof die de keus beperken. Typisch een geval van groener gras bij de buurman.
4 KARAKTERISERING GRONDSTOFFEN, PROCESSEN EN MARKTEN
4.1 Karakterisering Grondstoffen
De grondstoffen worden gekarakteriseerd met twee verschillende datasets. De chemische en
fysische eigenschappen data set zijn “vaste” eigenschappen van de grondstof. Prijs en
beschikbaarheid zijn variabele eigenschappen.
4.1.1 Data set: Chemische en fysische eigenschappen van de grondstoffen
Deze dataset bevat chemische en fysische eigenschappen van grondstoffen.
De chemische samenstelling van de grondstoffen bevat zowel het percentage cellulose (en andere
stoffen), als een karakterisering van de cellulose. De fysische eigenschappen hebben betrekking
op de afmetingen van de cellulosevezels. De data die in deze dataset wordt opgeslagen is direct
gelinkt aan de eisen die de processen stellen aan de grondstof en de eisen die de markten stellen
aan de cellulose (paragraaf 4.2.2 en 4.3.2)
De chemische samenstelling van een grondstof is geen eenvoudige opsomming van de
componenten. Voor het ontsluiten van de cellulose is de relatie tussen de componenten evenzeer
van belang. De exacte verbindingen tussen cellulose, hemi-cellulose, lignine en de andere
componenten bepalen de geschiktheid van een grondstof voor een bepaalde
ontsluitingsmethode. Hierdoor stellen de verschillende processen en markten zeer verschillende
eisen aan de cellulose.
De fysische eigenschappen van de cellulosevezels moeten op verschillende schalen worden
vastgelegd. Voor de diverse markten zijn b.v. vezelbundels, elementaire vezels, micro- of nano-
fibrillen de bouwstenen.
4.1.1.1 Overzicht belangrijkste data
De chemische data bestaat allereerst uit de samenstelling:
Cellulosevezels worden wereldwijd in grote hoeveelheden toegepast, toch mag niet vergeten worden dat er ook
niet cellulosehoudende vezels bestaan. Denk bijvoorbeeld aan isolatiematerialen van glas of steenwol, allerlei
voedingsvezels, vezels uit wieren, asbest. Daarnaast zijn er natuurlijk kunstmatige vezels, met vaak zeer
specifieke eigenschappen wat betreft sterkte of absorbtie. Daar vinden we dan wel weer cellulose terug,
sigaretfilters bestaan bijvoorbeeld uit celluloseacetaat vezels.
• Polysaccharides
• Cellulose
• Hemicellulose
• Pectins
• Lignin
• Other plant components
De cellulose wordt verder gekarakteriseerd door een aantal variabelen:
A. Fibre Dimensions
• Fibre length
• Diameter
• Lumen
• Cell wall thickness
B. Cellulose properties
• Cellulose fibre strength properties
• Microfibril orientation
• Density
• Polymerisation degree Molecular mass distribution
• Swelling
• Solubility in alkali / ionic liquids
C. Cellulose Quality parameters
• Purity
• DP
• Crystallinity / amorphous phase
A. Fibre dimensions:
Cellulose houdende vezels in planten is een wijd begrip. Er kan gesproken worden over
vezelbundels, elementaire vezels, micro- of nanofibrillen. De elementaire vezel is een enkele
plantencel. Vezelbundels zijn bundels van elementaire cellen, micro- of nanofibrillen zijn delen
van de elementaire vezel. De vezellengte en diameter kan op alle vier de niveaus bepaald worden.
Het lumen is de open ruimte binnen een elementaire cel, sommige vezelbundels hebben ook een
open ruimte in het midden. De grootte van het lumen wordt bepaald in de dwarsrichting, zodat
de totale diameter van de vezel gevormd wordt door het lumen en twee maal de celwanddikte.
Vezels met een grootte lengte over diameterverhouding zijn bijvoorbeeld erg geschikt voor het
versterken van composietmaterialen. Vezels met een klein lumen en dus relatief grootte
celwanddikte zijn stijf.
Vezelafmetingen en toepassing van vlas
B. Cellulose properties
• cellulose fibre strength properties
De sterkte van de cellulose vezels kan bepaald worden m.b.v. speciale trekproeven. De sterkte
wordt aangetast door de verschillende processtappen die de grondstof ondergaat. Dit gebeurt
zowel door mechanische als chemische processen.
• microfibril orientation
De microfibrillen in de celwanden van de elementaire vezels liggen niet evenwijdig in de lengte
richting van de vezel. De hoek waaronder deze vezels liggen bepaalt b.v. de rek van de vezel. Bij
het uitrekken van de vezels verschuiven de microfibrillen t.o.v. elkaar. Voor vezels liggen de
microfibrillen onder een hoek van 5-10 graden met de lengterichting, de maximale rek van
cellulose houdende vezels is daarom vaak klein. Kokosvezels b.v. hebben een grotere hoek
tussen de microfibrillen en de lengterichting van de cel, daarom hebben deze vezels een grote
maximale rek.
Cellulose vezels zijn hydrofiel, ze kunnen aan elkaar gebonden worden door het toevoegen van water en
vervolgens te drogen. Vezels die nooit gedroogd zijn hebben andere eigenschappen dan vezels die al wel een
droging hebben ondergaan. Voor sommige toepassingen zijn hydrofobe vezels vereist. Bij de productie van
MDF maakt men de vezels hydrofoob door het hout zo te splitsen dat hydrofobere lignine aan de buitenkant
komt te liggen. Voor sommige composieten en geotextielen worden chemicalien aan de vezels gebonden die met
hun hydrofiele kant aan de vezel vastzitten en met hun hydrofobe kant naar buiten wijzen.
Microfibril oriëntatie in een kokosvezel: grote hoek dus grote maximale rek
• density
De dichtheid van pure cellulose is ongeveer 1,4 kg/dm3. Dichtheden van vezels zijn aanmerkelijk
lager.
• polymerisation degree Molecular mass distribution
Cellulose is een polymeer dat opgebouwd is uit glucose eenheden. Het gemiddeld aantal
eenheden waaruit de cellulose is opgebouwd verschilt per plant. Tijdens de chemische processen
waarmee de cellulose ontsloten wordt vermindert het aantal eenheden per polymeer. Bij
toepassingen van de cellulose als dissolving cellulose bijvoorbeeld worden eisen gesteld aan het
minimaal aantal eenheden. Wanneer het aantal eenheden sterk vermindert is, levert dat ook een
sterktevermindering van de vezels op.
• swelling
Het zwelgedrag van vezels wordt bepaald door de samenstelling, bouw van de cel etc. Vezels die
makkelijk zwellen zijn eenvoudiger chemisch te behandelen, maar ook minder dimensiestabiel.
Wateropname is voor veel toepassingen van cellulose van belang. Plaatmaterialen zijn er voor binnen en
buitentoepassingen, ongewassen katoen wordt naast gewassen katoen verkocht. De hoeveelheid water die
cellulose vasthoud wordt o.a. bepaald door de struktuur. Vezels worden in hun zwelling beperkt doordat
verschillende lagen elkaar hinderen. Veel planten hebben daarnaast een waslaag die water afstoot, bij stro zit
deze waslaag aan de buitenkant en niet rond iedere individuele vezel, bij katoen en kapok heeft ieder vezel
zo’n waslaagje. De waterafstotendheid van kapok is zelfs zo hoog dat er jarenlang reddingsvesten van gemaakt
werden. Helaas neemt kapok wel veel olie op, de reddingsvesten werden onbruikbaar na invoering van schepen
die niet enkel op wind en stoomkracht voeren.
• solubility in alkali / ionic liquids
De oplosbaarheid van de vezels in verschillende media is van belang voor de diverse chemische
processen.
In Tabel 3.1 wordt voor de grondstoffen de bekende waarden voor de eigenschappen gegeven.
Houtchips
19
Tabel 3.1. Data set: Chemische en fysische eigenschappen van de grondstoffen Chemische samenstelling grondstoffen Vezelafmetingen Cellulose Kwaliteit Grondstof
Cellulose / Hemicell / Lignin / Extr /
Ash
L mm D µµµµm
Cellulose
eigenschappen DP /crystalliniteit
Primary Cellulose sources
Softwood 43-45/20-23/28/2-9/0.4 2.7-4.5 30-45
Hardwood 40-50/25/16-24/2-5/0.2 0.7-2.5 20-30 /50-75%
Cotton 85-90/.1-3/0.4/2.8/1.6 18-25 20 3000-7000/60-80%
Bast & leaf fibres (jute, ramie,flax,
hemp, sisal)
55-75 / 7-15 / 3-15/8-10/1-4 2.5-6.0 20-30 6500 -8000 / 55-95%
Grasses and reeds 40-45/20-30/20-30/2-5 ? 1.0-2.7 10-20 1500-8000 /
Secondary Cellulose sources
Mixed wood (forestry / saw dust) 20-55/2-25/-/-/0.2-20 0.7-4.5
Straws (Agro residue) 35-45/15-30/10- 20/ 3-17 0.5-1.5 8-15
Tertiary cellulose sources
Recollected textile waste - - Heterogeen vermengd met
synthetische en semi-
synthetische vezels
Mixed cellulose I (katoen) en II
(viscose) en derivaten (CDA)
Primary pulp mill residues
Deinking sludge / primary
sludge
35-45% cellulose in natte fractie (50% dm) met hoog as
gehalte (15-25%) en aandeel lignine (20-30%)
- Mechanisch beschadigd /
voornamelijk korte vezel fractie
-
Municipal solid waste 30-35% cellulose houdende biomassa, * - Cellulose aandeel variabel
gemengd in organische fracties
GFT, plastics,
-
Building demolition waste Ca 5% gewichts aandeel niet steenachtig (kunststoffen
/ hout en vezelplaat )
0.7-4.5 Heterogene fractie van hout en
houtvezelproducten met aandeel
verf / lijm en metaal
-
Manure 27% cellulose / 17% hemicellulose / 9% lignin dm
basis rundermest (<30% dm)
- Heterogene fractie van
vezels/deels afgebroken
-
Compost / dredgings - - Heterogene fractie van
vezels/deels afgebroken
-
*position paper Iea MSW and its role in sustainability
20
4.1.2 Data set: Prijs en beschikbaarheid van de grondstoffen
De prijs en beschikbaarheid van de grondstof is plaats- en tijdsafhankelijk. In deze dataset wordt
naast de wereldprijs en totale beschikbaarheid van de grondstof gekeken naar lokale invloeden en
transportmogelijkheden. De daadwerkelijke beschikbaarheid van een grondstof wordt door zeer
veel factoren beïnvloed, waaronder b.v. politieke. Het totaal invullen en up-to-date houden van
deze dataset lijkt onmogelijk. Het invullen op grote lijnen en alleen in specifieke gevallen verdere
detaillering lijkt haalbaar.
4.1.2.1 Overzicht belangrijkste data
De prijs en beschikbaarheid van de diverse grondstoffen verschilt per gebied. Naast de
wereldproductie moet per gebied een overzicht gemaakt worden. Deze dataset omvat voor
primaire cellulose bronnen b.v.:
• Production volume e.g. Ha
• Production yield e.g. Yield/Ha
• Production e.g. dry matter
• Price e.g. f.o.b.
Vervoer van grondstoffen
Voor secundaire en tertiaire cellulose bronnen worden vergelijkbare gegevens in de dataset
opgenomen.
De prijs van een cellulose grondstof wordt deels bepaald door de transportkosten. De drijvende houtvlotten in o.a.
Scandinavie zijn een ideale oplossing, er wordt nauwelijks energie verbruikt en de boomstammen hebben een hoge
dichtheid en een hoog droge stofgehalte. Voor veel andere gewassen zorgen met name de dichtheid tijdens het
vervoer en het hoge watergehalte ervoor dat transport over grote afstanden geen optie is. Soms zou vervoer van de
grondstof meer energie kosten dan er uiteindelijk uit de grondstof gewonnen kan worden. Kleinschalige mobiele
installaties waarbij de grondstof verdicht wordt en een deel van het water verwijderd kunnen hierbij een oplossing
bieden. Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen, het vervoer van oudpapier naar china is rendabel, omdat anders
de containers leeg teruggebracht zouden worden.
In Tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de belangrijkste data
Tabel 3.2. Data set: Prijs en beschikbaarheid van de grondstoffen
Grondstof Totale productie (ton/j) Prijsrange €/t
Primary Cellulose sources
Softwood+hardwood? 1200-1500 . 106 Pulp 400-450
Cotton 27 . 106 Pulp 2500-4000
Jute 2.5 . 106 Raw jute 350-700
Other (Coir, flax hemp, kenaf,
ramie sisal)
Each between 90-500 . 103 Flax/ hemp / sisal (300-600, kort) 700-
1000 (lang); 1600-2000 textiel kwaliteit
Abaca pulp 1500-2500
Grasses and reeds - 40-150
Secondary Cellulose sources
Mixed wood (forestry) - Mixed wood 10-20 / pellets 90/ saw dust
200
Straws (Agro residue) 350-730 106 40-150
Tertiary cellulose sources
Recollected textile waste 550-900 103 (UK) / 10. 106 (USA) / 75. 103 (NL) -
Primary pulp mill residues 100.000?/ -
Municipal solid waste 243 106 (USA) 8.106(NL) -31
Building demolition waste 25. 106 (NL)/ 3% hout 10
Manure - -
Compost / dredgings - -
4.2 Karakterisering ontsluitingsprocessen
De karakterisering van ontsluitingsprocessen is complex, omdat ieder ontsluitingsproces op
verschillende manieren kan worden uitgevoerd. Optimalisatie van procesomstandigheden, nieuwe
katalysatoren of enzymen b.v. kunnen de eisen die aan grondstoffen gesteld worden om via een
ontsluitingsproces omgezet te worden in bruikbare cellulose producten veranderen. Huidige
optimale schaalgroottes van ontsluitingsprocessen kunnen door veranderende economische
omstandigheden of combinaties met andere industrieën wijzigen.
4.2.1 Data set: Procesparameters en economische schaal van de ontsluitingsprocessen
De ontsluitingsprocessen voor cellulose worden gekarakteriseerd door de procesparameters
(temperatuur, druk, chemicaliën), die moeten worden toegepast voor effectieve omzetting en ook
de economische schaal waarop ze bedreven kunnen worden. Deze procesparameters bepalen
voor een deel de toepasbaarheid van ontsloten cellulose voor de beoogde markten. De dataset
geeft dan ook geen volledig beeld van de processen, maar focust op de procesparameters die een
effect kunnen hebben op de eigenschappen van de cellulose.
4.2.1.1 Overzicht belangrijkste data
Belangrijke parameters die in de data set vermeld worden zijn:
• Maximum and minimum pressure
• Maximum and minimum temperature
• Chemical load
• Mechanical impact
• Economy of scale
In deze dataset kan ook een link gelegd worden naar de te verwachten bijproducten en de
mogelijke opbrengsten van deze bijproducten in de bijbehorende markten.
In tabel 3.3 worden de belangrijkste procesparameters gegeven.
23
Tabel 3.3. Procesparameters en economische schaal van de ontsluitingsprocessen
Processen Schaal grootte
Yield Procescondities Druk
Temp Chemicals Mechanical impact
1 Cellulose extraction
1.1 Harvesting / storage and transport
Large Ambient
Ambient Low Low
1.2 Textile processing Small Ambient Ambient Low Low
2 Pulping processes
2.1 Mechanical pulp (groundwood pulp)
Medium 95% Ambient
Moderate n.a. High
2.2 Thermo-mechanical pulp (TMP) Medium 93% Moderate Moderate Low High
2.3 Chemithermomechanical pulp (cTMP)
Small 90% Moderate
Moderate Moderate High
2.4 Kraft pulping 90% (sulphate process)
Large 40% High
High High Low
2.5 Sulfite pulping 10% (acid pulping) Large 40% High High High Low
2.6 Alkaline pulping Large High High High Low
2.7 Organosolv pulping Small High High High Low
2.8 Acetosolv pulping / MILOX Small High High High Low
3 New biorefinery and lignocellulose processing
3.1 Steam explosion / ultrasonication Small High High Low High
3.2 Hydrolysis (enzyme) Small Ambient
Moderate Low - Enzymatic
Low
3.3 Pyrolysis / hydrothermal liquefaction / hydrogenation (HTU) / syngas
Small High High - burning
Low Low
3.4 Activated carbon Small High High - burning
n.a. Low
3.5 Biopulping / white rot fungi Small Ambient
Moderate Low- Enzymatic
Low
4 Dissolving cellulose
4.1 Viscose process Small High High High Low
4.2 lyocell process NNMO Small High High High Low
4.3 Other processes amonia / phosphoric acid
Small High
High High Low
4.4 Ionic liquids Small High High High Low
4.5 Nanocellulose Small High High Low High
4.2.2 Data set: Eisen van de ontsluitingsprocessen aan de eigenschappen van de grondstof
De verschillende ontsluitingsprocessen stellen eisen aan de grondstof. Wanneer een grondstof niet
voldoet aan deze eisen is het niet mogelijk om met het gekozen ontsluitingsproces een kwalitatief of
kwantitatief interessant product voor een markt te produceren. Deze data set bevat de huidige eisen
die door de processen worden gesteld. Verdere ontwikkeling van de ontsluitingsprocessen kan een
gestelde eis doen vervallen.
4.2.2.1 Overzicht belangrijkste data
De eisen die een proces aan een grondstof stellen zijn natuurlijk gekoppeld aan de beoogde cellulose
kwaliteit. De eisen die aan de grondstof gesteld worden kunnen in een aantal groepen verdeeld
worden:
• Physical properties e.g. size, dry matter
• Chemical composition e.g. interaction between cellulose/hemicellulose and lignin
• Unwanted components e.g. extractives and minerals (ash/silica)
• Prior treatments of raw material
• Physical,Chemical, Biological stability of the Cellulose
In tabel 3.4 wordt een overzicht gegeven aan de belangrijkste eisen per verwerkingsproces.
Producctieproces en grondstof bepalen de levensduur van geotextielen
Tabel 3.4. Overzicht gegeven aan de belangrijkste eisen per verwerkingsproces Cellulose eigenschappen Verontreinigingen Voorbehandelingen 1 Cellulose extraction
1.1 Oogst / opslag en transport Volgroeid gewas / droog (<10% vocht)/ geperste balen
Houtdeeltjes / lignine Roten / zwingelen (onthouten) / hekelen
1.2 Textile verwerking Ontsloten bastvezels: A) lange vezels natspinnen lengte >30 cm); sterkte >50 cN/tex; fijnheid >40 Shirley; droog spinnen lengte >8 cm B) korte vezels (gecottoniseerd) (ringspinnen) (2,5-4,5 cm). C) menggarens
>95% zuiver (vrij van houtdeeltjes), kleur Ca 50-80% cellulose
Kaarden / bleken / twijnen / verven
2 Pulping processes
2.1 Mechanical pulp (groundwood pulp)
Ongezuiverd houtstof Compressie hout/ schors Ontschorste houtblokken/ chips. Malen bij hoog vochtgehalte >30-45%
2.2 Thermo-mechanical pulp (TMP) Hoog lignine % vezels - Chips stoomdruk refinen 2.3 Chemithermomechanical pulp
(cTMP) Hoge opbrengst lange vezels - Chips voorbehandelen met NaOH
/Na2CO3 2.4 Kraft pulping 90% (sulphate
process) Sterke vezels Rejects grove deeltjes /
compressie hout Chips Alkalisch (NaOH/ Na2S) sulfaat kookstap
2.5 Sulfite pulping 10% (acid pulping)
Zwakkere vezels, eenvoudig te bleken
Zuur (Na2SO2) sulfite kookstap
2.6 Alkaline pulping - - Loog koking 2.7 Organosolv pulping - - Methanol / ethanol koking 2.8 Acetosolv pulping / MILOX - - Azijnzuur koking
3 New biorefinery and lignocellulose processing
3.1 Steam explosion / ultrasonication
Mechanische aantasting / hogere porositeit / laag hemicellulose %
Compressie hout / knopen
Stoom druk impregnatie
3.2 Hydrolysis (enzyme) Chemisch / enzymatisch gedepolymeriseerd tot cellolobiose / glucose
pentose Lignine extractie
3.3 Pyrolysis / hydrothermal liquefaction / hydrogenation (HTU) / syngas
Thermische omzetting / afbraak cellulose / hemicellulose en lignine
- Gehele biomassa omzetting
3.4 Activated carbon Thermische omzetting Non-cellulose Microcrystaline cellulose 800-950 oC 3.5 Biopulping / white rot fungi Partieel ontsloten Schimmel biomassa Inocculatie bevochtigde biomassa
4 Dissolving cellulose
4.1 Viscose process Cellulose (II) geen Dissolving cellulose van hoogste zuiverheid NaOH. H2S, Xanthaat
4.2 Lyocell process NMMO Cellulose (II) minimaal Dissolving cellulose van mindere zuiverheid; N-methylmorpholine-N-oxide
4.3 Other processes ammonia / phosphoric acid
Cellulose (III) preserved morphology
geen Dissolving cellulose van hoge zuiverheid in Liquid ammonia of Super phosphoric acid (74%)
4.4 Ionic liquids (DMAc/LiCl) geen Dissolving cellulose van hoogste zuiverheid
4.5 Nanocellulose 10-30 nm fibril diameter 100-1000 nm lengte
geen Dissolving cellulose van hoogste zuiverheid / hoge druk / temp homogenisatie disintegratie / microfluidizer
26
4.3 Karakterisering Markten
De cellulose markten zijn constant in ontwikkeling, bij vervanging van de ene grondstof naar een
milieuvriendelijkere grondstof kunnen zowel de prijzen voor het product als de eisen die aan het
product gesteld worden veranderen. Dit geldt zeker wanneer het nieuwe biobased cellulose
product een aardolie gebaseerd product vervangt. Op dat moment kan een afwijkende kleur of
textuur t.o.v. het originele product een goed commercieel argument zijn. Op de langere termijn is
het echter te verwachten dat de originele kwaliteitseisen zullen blijven gelden.
4.3.1 Data set: Omvang en prijs van de markten
Deze data set omvat o.a. de huidige prijzen en prijsontwikkeling en de huidige marktgrootte en
marktontwikkeling. Prijzen en marktgrootte verschillen per regio, concurrentie op regionale
markten bepaalt veelal de prijzen. Dat geldt met name voor de vezeltoepassingen van cellulose en
in minder mate voor de chemische en biobrandstoftoepassingen.
Vezelversterkte composieten Nieuwe bouwmaterialen
4.3.1.1 Overzicht belangrijkste data
Deze dataset bevat prijzen en marktgroottes verdeeld naar regio. De data set zal continu up to
date gehouden moeten worden. Belangrijke data in de set zijn:
• Huidige prijs (per regio)
• Prijsontwikkeling
• Huidige markt
• Markt ontwikkeling
In tabel 3.5 worden marktprijzen en groottes gegeven.
Tabel 3.5. Data set: Omvang en prijs van de markten
Cellulose markt Prijsrange
(grondstofprijs €/ ton)
Marktomvang
Schattingen wereldwijd (Mt)
1 Textiles 1200 - 1900 70 (fibre)
2 Non-woven 200-400 0.6
3 Wood, timber 45-60 €/ m3 1200-1500
4 Pulp, paper and board 450-650 328 paper
186 pulp(2003)
19-21 (nonwood pulp)
5 Cellulose dissolving pulp 1600-2000 4.5
6 Cellulosic Films 3000-3500 0.10
7 Building materials - -
8 Cellulosic fibre Composites 200-400 0.07 -0.8 (automotive)
9 Green chemicals 50-100 -
Papierfabriek
4.3.2 Data set: Eisen van de markten aan ontsloten cellulose
Deze data set bevat de eisen die de markten stellen aan de ontsloten cellulose. Dit omvat zowel
eisen van energieverbruikers aan biobrandstoffen uit cellulose als b.v. eisen van de papierindustrie
aan cellulosevezels. De dataset bevat dus niet de eigenschappen van papier dat geproduceerd
wordt uit cellulose, maar bevat de eisen die een papierfabrikant stelt aan de cellulose die
ingekocht wordt. Ook voor de andere markten worden de eisen aan de cellulose beschreven en
niet de eisen aan het eindproduct.
4.3.2.1 Overzicht belangrijkste data
De eisen die een markt stelt aan de cellulose zijn vaak zeer specifiek voor het gekozen product.
De eisen van de markten die cellulose als vezel toepassen zijn gericht op de samenstelling en
zuiverheid, maar ook op vezelafmetingen en sterkte. De eisen van de markten die cellulose als
polymeer of suikerbron toepassen zijn meer gericht op de chemische eigenschappen van het
cellulosepolymeer.
Tabel 3.6. Data set: Eisen van de markten aan ontsloten cellulose
Markt Eisen van de Markt
1 Textiles Zuiverheid / kleur / vezellengte verdeling
2 Non-woven Zuiverheid / vezellengte
3 Wood, timber Dichtheid / sterkte en modulus
4 Pulp, paper and board Brightness, tensile and tear, freeness
5 Cellulose dissolving pulp α-Cellulose %, DP
6 Cellulosic Films α-Cellulose %
7 Building materials Sterkte, vocht absorptievermogen, brandveiligeheid
8 Cellulosic fibre Composites Compatibiliteit
9 Green chemicals Glucose opbrengst
5 DISCUSSIE
5.1 Beschikbaarheid data
Het totaal invullen van de cellulose matrix met alle data over alle grondstoffen, processen en
markten is een onmogelijke, en ook onnodige excercitie. Het is onmogelijk, omdat er een
continue groei is van de diversiteit in grondstoffen en omdat processen en markten continu in
ontwikkeling zijn. Het is ook onnodig omdat de cellulose matrix gebruikt kan worden voor het in
de juiste richting sturen van de diverse stakeholders, en nooit bedoeld kan zijn om de
eindoplossing te geven aan stakeholders. Allereerst is een beperking van de data mogelijk door
per inventarisatie (grondstoffen, processen, markten) overkoepelende data op te nemen die
gelden voor een hele groep grondstoffen, processen en markten. Deze groepen worden al
gegeven in de paragrafen 3.1, 3.2 en 3.3.Per groep kunnen dan de belangrijke grondstoffen,
markten of processen verder ingevuld worden. Vervolgens is er een beperking van de totale
hoeveelheid data mogelijk in een aantal datasets:
• Data set: Chemische en fysische eigenschappen van de grondstoffen
De hoeveelheid chemische en fysische data kan verkleind worden door een aantal
sleutelparameters vast te stellen. Deze sleutelparameters zijn absolute voorwaarden voor
processen of producten. Dit kan de vezellengte zijn voor de fysische eigenschappen en b.v.
de cellulosepolymerisatie graad voor de chemische eigenschappen. Wanneer b.v. de
vezellengte van een grondstof te kort volgens de eisen van de textielindustrie, hoeft de data
die nodig zijn voor de overige eisen van de textielindustrie niet ingevuld of bepaald te
worden.
• Data set: Prijs en beschikbaarheid van de grondstoffen
De hoeveelheid data die vastgelegd moet worden kan beperkt worden door een minimumeis
te stellen aan de beschikbaarheid van de grondstoffen (b.v. 10.000 ton d.s./jaar).
• Data set: Procesparameters en economische schaal van de ontsluitingsprocessen
Deze dataset kan nooit volledig zijn, omdat de precieze procesparameters voor iedere
grondstof en markt door middel van onderzoek vastgesteld moet worden. De data moet
metname vastgelegd worden op hoofdgroepen en met nadruk op de eisen vanuit de markten
In de tabellen 3.1 tot en met 3.6 zijn de verschillende data sets al op deze manier verkleind.
Hierdoor is het mogelijk om een snel overzicht van de matrix te krijgen, voor een nauwkeurige
beantwoording van de vragen van de gebruiker is een verdieping van de kennis nodig.
In een tweetal andere datasets is niet de hoeveelheid data, maar de beschikbaarheid van de data
een probleem:
• Data set: Eisen van de ontsluitingsprocessen aan de eigenschappen van de grondstof
Huidige en toekomstige processen concentreren zich op een bepaalde groep grondstoffen.
Daardoor is er vaak nog niet onderzocht wat de mogelijkheden zijn om andere grondstoffen
te verwerken. Er is aanvullend onderzoek nodig om te bepalen of een bepaald
ontsluitingsproces geschikt te maken is voor andere grondstoffen, al dan niet met aanvullende
processtappen.
• Data set: Eisen van de markten aan ontsloten cellulose
De eigenschappen en eisen die eindgebruikers stellen aan ontsloten cellulose zijn vaak
ontstaan doordat deze eigenschappen en eisen bereikt kunnen worden met de huidige
grondstoffen. Andere grondstoffen zullen andere eigenschappen geven, waardoor indien
mogelijk ook de eisen die eindgebruikers aan de producten zullen stellen moeten worden
aangepast. Het strikt vasthouden aan de huidige eigenschappen en eisen beperkt de
ontwikkeling van nieuwe industrieën en producten. In deze dataset zou naast de huidige
eisen, ook rekening gehouden moeten worden met mogelijke aanpassingen.
In de tabellen 3.4 en 3.6 is een globaal overzicht gegeven van de eisen van de
ontsluitingsmethoden aan de grondstof en de markten aan de ontsloten cellulose.
5.2 Gebruiksvorm Cellulose matrix
De cellulose matrix moet een bruikbaar instrument worden, waarmee stakeholders keuzes
kunnen maken wat betreft grondstof, proces en markt. De cellulosematrix kan beschikbaar
gesteld worden als software of internetsite, waarbij een stakeholder zijn vraag zelfstandig kan
stellen en de antwoorden kan beoordelen. Wanneer bijvoorbeeld een grondstofproducent wil
weten wat hij met een bepaald cellulosegewas kan, krijgt hij een overzicht van mogelijke markten,
mogelijke processen en inzicht in met welke gewassen hij eventueel concurreert. Daarnaast krijgt
hij een overzicht van de ontbrekende kennis, voor welke processen en markten is geen kennis
beschikbaar voor zijn gewas. Naast een verdere invulling van de datasets is een ontwikkleing van
de software of internetsite nodig voordat de cellulosematrix op deze manier kan worden
toegepast. De structuur van de matrix leent er zich voor om een database op te stellen waarin de
verschillende datasets steeds verder ingevuld kunnen worden. Met behulp van gerichte
zoekopdrachten kunnen dan antwoorden gecreëerd worden met behulp van deze database.
Nadat de stakeholder op bovenstaande manier antwoord heeft gekregen op zijn vraag, is het
mogelijk om een verdieping van de kennis aan te bieden. Dit kan door toevoeging van
literatuurreferenties aan de cellulosematrix, waarbij de stakeholder zelf zich in de materie kan
verdiepen, of door het gericht benaderen van een onderzoeksinstituut.
5.3 Volledigheid cellulose matrix
Een belangrijke vraag voor de bruikbaarheid van de cellulose matrix is, of de informatie die in de
cellulose matrix beschikbaar is, voldoende is om gerichte antwoorden te genereren. De grootste
zorg gaat daarbij naar het ontbreken van inzicht in de mogelijkheden om bijproducten te
verwaarden in huidige en toekomstige bioraffinageprocessen. Economische haalbaarheid van
deze processen wordt niet alleen bepaald door de cellulose component, maar door de totale
samenstelling en de daaruit te verkrijgen producten. Het uitbreiden van de cellulose matrix zodat
ook alle andere producten hierin beschreven worden, ligt niet voor de hand. De complexiteit
neemt daarbij teveel toe.
5.4 Verdere ontwikkeling van de cellulose matrix
De data die in dit project bijeengebracht en gestructureerd is, zal verder moeten worden
uitgebreid. De complexiteit van cellulose en de verschillende manieren waarop de diverse
markten cellulose karakteriseren maken het direct kopiëren van data uit literatuur nagenoeg
onmogelijk. Vertaling van de gevonden data uit de literatuur naar de in te vullen data in de matrix
is noodzakelijk. Het uitbreiden van de data door het uitgebreid bepalen van de data in het
laboratorium is zeer kostbaar, waarbij veel overbodige data gegenereerd zal worden.
Minstens zo belangrijk is het echter om een database op te zetten die de toegankelijkheid van de
data voor stakeholders mogelijk maakt. Door samenwerking tussen een database-ontwikkelaar en
onderzoekers met de benodigde kennis en inzicht in de wensen van de stakeholders kan een
bruikbare cellulosematrix ontwikkeld worden.
6 CONCLUSIES
De structuur en eerste invulling voor een cellulose matrix is opgesteld waarmee keuzes gemaakt
kunnen worden door stakeholders met betrekking tot grondstoffen, processen en markten.
Huidige en nieuwe cellulosegrondstoffen zijn geïnventariseerd. Belangrijke chemische en fysische
eigenschappen van deze grondstoffen, voor het gebruik in processen en producten, zijn
geïdentificeerd. De prijs en beschikbaarheid van deze grondstoffen is onderzocht.
Huidige en nieuwe cellulose ontsluitingstechnologieën zijn geïnventariseerd. De voorwaarden
waaraan grondstoffen moeten voldoen om geschikt te zijn voor de diverse processen zijn
bijeengebracht. Procesparameters die invloed hebben op de eigenschappen van de
celluloseproducten zijn onderzocht.
Huidige en opkomende markten op basis van cellulose zijn geïnventariseerd. De eisen die
cellulose-markten stellen aan de door de processen uit de grondstoffen geproduceerde celluloses
zijn onderzocht.
De eerste invulling van de cellulose matrix die in dit rapport gepresenteerd wordt, geeft
stakeholders een globaal inzicht in de keuzemogelijkheden. Dit is bewerkstelligt door de totale
hoeveelheid beschikbare data te comprimeren, door de kenmerken van grondstoffen, processen
en markten per groep vast te leggen. Aan de hand van dit globale inzicht kan voor specifieke
groepen de data verder uitgebreid worden.
Voor het tot stand brengen van een cellulose matrix die gedetailleerdere antwoorden geeft aan
stakeholders is het vereist om de huidige data sets verder uit te breiden en onder te brengen in
een database. De antwoorden die uit deze database verkregen worden hebben een richtinggevend
karakter, verdere specificatie vindt plaats met literatuurreferenties en uiteindelijk toegepast
onderzoek.
BIJLAGE 1. GLOSSARY
Brightness Kwaliteitsparameter voor papier; Het geeft aan hoe goed papier licht
reflecteert (‘witheid’).
Dissolving cellulose Chemische pulp primair bedoeld voor de bereiding van derivaten uit
cellulose.
DP Degree of polymerization, polymerisatiegraad. Het aantal monomeren
in een macromolecuul of polymeer.
Freeness Een eigenschap van papier(pulp). Het geeft aan hoe goed het materiaal
te ontwateren is (een paramater die van belang is bij papierproductie).
Hardwood Loofhout. Heeft korte, gladde vezels. Papier van loofhout is goed
beschrijfbaar.
Hekelen Materiaal door een fijne kam halen waarbij lange draden verkregen
worden.
Hogere planten Planten met een opbouw vanuit een centrale stengel met daaraan
bladeren (ze hebben meestal ook een wortel).
Inocculatie Het aanbrengen van/besproeien met sporen van schimmels.
Kaarden Bij het kaarden worden de vezels ontward met behulp van
naalden/stalen punten welke door het materiaal heen gekamd worden.
Ionic liquids Gesmolten zouten met een kookpunt lager dan 100°C. Vloeistof
bestaat alleen uit kationen en anionen.
Lyocell proces Houtpulp wordt opgelost met N-methylmorfoline N-oxide waarna het
materiaal gesponnen wordt. Het resultaat is Lyocell. Lyocell is een
kunstmatige vezel op natuurlijke basis welke gebruikt wordt in kleding
waardoor het makkelijker strijkbaar wordt.
Microfluidizer Een apparaat waar vloeistoffen met deeltjes ingebracht worden. De
deeltjes worden vervolgens bewerkt waarna ze dezelfde grootte
hebben. Daarnaast geeft het een hoge opbrengst bij celdisruptie
(vrijmaken van moleculen uit een cel).
Minerale olie Hoogkokend destillaat van aardolie. Tegenhanger is dierlijke en
plantaardige olie.
Natuurlijke polymeren Natuurlijke polymeren zijn polymeren die direct worden geëxtraheerd
en gewonnen uit biomassa zoals bijvoorbeeld hout, maïs, tarwe, rijst en
aardappelen. Voorbeelden hiervan zijn zetmeel en cellulose.
Pulpproces Biomassa tot fijngehakte uitgekookte vezels bewerken.
Refinen Het mechanisch bewerken van papiervezels. De vezels worden
gekneusd (gefribilleerd) of geknipt (verkort)”. Dit heeft effect op de
sterkte, doorzicht en gladheid van het papier.
Roten Losweken van de bast.
Softwood Naaldhout. Heeft lange, ruwe vezels.
Tear De kracht die nodig is om papier te doen scheuren (scheursterkte). Dit
heeft is afhankelijk van de vezeloriëntatie in het papier.
Tensile De kracht die nodig is om papier uit elkaar te trekken/te breken
(treksterkte). De treksterkte is afhankelijk van de vezelsterkte en de
binding tussen de vezels.
Twijnen Het in elkaar draaien van tenminste twee draden.
Zwingelen Een bewerking waarbij nadat het harde omhulsel van de stengel
gebroken is, dit verwijderd wordt door de vezels tussen twee tegen
elkaar indraaiende molens door te voeren.
Deze brochure is een uitgave van het
Biorenewables Business Platform
Oktober 2011
Deze brochure is een uitgave van: Biorenewables Business Platform Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht T 088 602 7069 www.biobasedeconomy.nl