College Week 1 - · PDF fileDeductie Toetsing . 1. Observatiefase ... Deductie = logica

  • Upload
    vuhanh

  • View
    221

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

  • College Week 1 Grondprincipes van de

    Wetenschap

    Inleiding in de Methoden & Technieken

    2013 2014

    Hemmo Smit

  • Overzicht van dit college

    Korte inleiding in het vakgebied

    Praktische informatie over het vak

    Wat is wetenschap?

    De empirische cyclus

    Variabiliteit verklaren: variantie

    Hiervoor lezen:

    Leary: Hoofdstuk 1 & 2

  • Psychologie = een wetenschappelijke discipline die

    gedrag en mentale processen (emotie, denken)

    bestudeert met wetenschappelijke methoden.

  • Geschiedenis methodologie

    Buddha (563-483 v.Chr.) en Aristoteles (384- 322 v.Chr.) stelden al vragen over oorzaken van gedrag, denken en emotie.

    Ca. 1875: geboorte van de wetenschappelijke

    psychologie (Wundt, James, Watson)

    James McKeen Cattell: methodologie in onderwijs.

  • Waarom M&T?

    Universiteit = wetenschappelijk onderwijs

    Wetenschap = gebaseerd op onderzoek

    M&T = hoe je goed onderzoek doet

    Voor Wie?

    Voor iedereen: om onderzoek te kunnen begrijpen

    Voor velen: om onderzoek te kunnen doen

    Voor weinigen: om een masters M&T te behalen

  • M&T en Statistiek in de Bachelor

    Eerste jaar

    1. Inleiding in de Methoden en Technieken

    2. Toetsende Statistiek

    3. Experimenteel en Correlationeel Onderzoek (ECO)

    Tweede jaar

    4. Psychometrie

    5. MultiVariate DataAnalyse (MVDA)

    Derde jaar

    Bachelorproject

  • Organisatie Eerstejaarscursussen

    Colleges

    Werkgroepen

    Huiswerkopdrachten

    BlackBoard

    Extra werkgroepen

  • Studiestof

    Collegesheets (via Blackboard)

    Werkboek Inleiding Methoden & Technieken

    Leary (2011) Introduction to Behavioral Research Methods, 6th edition.

    Howell (2012/2013). Statistical Methods for Psychology, 8th edition.

    SPSS 21 (software incl. digitale handleidingen)

  • Eindcijfer (voor 5 ECTS)

    Tentamen (70%)

    - week 10

    - 40 MC-vragen met 4 alternatieven

    - Zelfgemaakte spiekbrief

    SPSS-vaardigheidstoets (30%)

    Aanwezigheid + actieve deelname

    Lees de inleiding van het werkboek!

  • Overzicht van deze Cursus

    1. Grondprincipes van de Wetenschap

    2. Observeren en Meten

    3. Kwaliteit van Meetinstrumenten; Inleiding SPSS

    4. Inspecteren van Data: Verdelingen

    5. Oefentoets

    6. Normaalverdeling en z-scores

    7. Samenhang tussen Variabelen

    8. Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle

    9. (Quasi-)Experimentele Proefopzetten

    10. Tentamen + SPSS-vaardigheidstoets

  • De wetenschappelijke benadering

    1. Systematisch empirisme

    2. Publieke verificatie

    3. Oplosbare problemen

    Wetenschappers doen feitelijk 2 dingen:

    1. Ontdekken en beschrijven van verschijnselen,

    patronen en relaties.

    2. Verklaringen/theorien opstellen, toetsen en evalueren

  • Categorien van (gedrags)onderzoek

    Descriptief: beschrijven, inventariseren

    Correlationeel: relaties tussen verschijnselen

    Experimenteel: oorzaak-gevolg (causale) relaties

    aantonen. Kenmerken: manipulatie, random toewijzing

    en experimentele controle

    Quasi-experimenteel: als experimenteel, maar met

    minder strenge controle en/of geen random toewijzing

  • De empirische cyclus (De Groot, 1961)

    .

    Observatie

    Inductie

    Deductie

    Toetsing

    Evaluatie

  • 1. Observatiefase

    Er ontstaat een idee voor een onderzoeksvraag

    Kan overal vandaan komen = vrijheid van ontwerp (zie

    Leary p. 15-16)

    Specifieke observatie

  • 2. Inductiefase

    Idee uitwerken tot (zeer) algemene hypothese/theorie

    leap of faith

    Theorie = verzameling uitspraken (proposities) die de

    relatie beschrijft tussen een aantal begrippen (concepten).

    Algemene theorie Specifieke observatie

  • 3. Deductiefase

    Uit algemene hypothese/theorie wordt een toetsbare

    werkhypothese (onderzoeksvraag) afgeleid.

    Deductie = logica

    Het is een voorspelling die uit de theorie volgt.

    Werkhypothese Algemene theorie

  • 2 soorten definities

    1) Conceptuele definitie = wat wordt met een begrip

    bedoeld (abstract)

    2) Operationele definitie = hoe wordt het begrip

    waargenomen, gemeten of gemanipuleerd (concreet).

  • 4. Toetsingsfase

    Werkhypothese toetsen door onderzoek daadwerkelijk uit

    te voeren.

    Data verzamelen

    Analyseren van verzamelde data

    Conclusies trekken

    op basis van analyse

    naar aanleiding van de onderzoeksvraag

    over correctheid van hypothesen

  • 5. Evaluatiefase

    Wat zegt het resultaat over de algemene

    hypothese/theorie?

    Bevestigen of verwerpen?

    Theorie aanpassen, uitbreiden of verbeteren?

    Tekortkomingen aan ons onderzoek?

  • Kan een theorie worden bewezen?

    Positief bewijs (waar): logisch onmogelijk

    Negatief bewijs (niet waar): praktisch onmogelijk.

    Waar zijn we dan mee bezig? Bewijs verzamelen om theorie te ondersteunen

    Kwaliteit van bewijs hangt af van:

    -Strengheid van de tests

    -Aantal bevestigingen

    -Methodologisch pluralisme = Gevarieerdheid methoden

  • Doel van onderzoek

    Beschrijven, voorspellen en verklaren van verschillen in

    gedrag en mentale processen tussen mensen

    (= variabiliteit).

    Variabele = iets dat kan variren.

    - tussen personen (sekse, wel/niet depressief)

    - tussen situaties (werk vs. priv)

    - in de loop van de tijd (van kind naar volwassene)

  • Variantie als maat voor variabiliteit

    1

    )( Variantie

    2

    2

    n

    yys

    ij

    y

    )( yy )( yy

    Bekijkt scores t.o.v. een standaard (het gemiddelde).

    Squares) of (Sum omkwadratens)(

    (personen)gen waarneminaantalhet n

    (optellen)ken sommatiete

    (j) groep bepaaldeeen uit (i)individu bepaaldeen van score de

    gemiddeldegroot het

    2

    yy

    y

    y

    ij

    ij

  • Opsplitsen van variantie

    Total

    Variance

    Systematic

    Variance

    Error

    Variance = +

    Totale variantie = alle verschillen tussen individuen.

    Systematische variantie = verschillen door (samenhang met)

    bepaalde variabele.

    Foutenvariantie = de onverklaarde verschillen.

    Totale ~ = systematische ~ + fouten~

    (te verklaren) (verklaarde) (onverklaarde)

    (totaal) (tussengroeps) (binnengroeps)

  • Voorbeeld (gebasseerd op Tryon, 1942)

    Group # Error i j

    Bright 20 1 1

    Bright 17 2 1

    Bright 32 3 1

    Dull 90 1 2

    Dull 74 2 2

    Dull 103 3 2

    Is er een (systematisch) verschil tussen de twee groepen ratten wat betreft het aantal fouten dat ze maken in het doolhof?

  • Totale (te verklaren) variantie

    )( yy )( yy

    1

    )( Variantie Totale

    2

    2

    n

    yys

    ij

    y

    1. Bereken het groot gemiddelde

    2. Bereken afwijkingen van het groot gemiddelde

    3. Kwadrateer die afwijkingen

    4. Tel de afwijkingen bij elkaar op SS(totaal)

    5. Deel door n-1

    Hoeveel variabiliteit in aantal fouten?

  • Totale Variantie in beeld

    y

  • Stap 4: Tel de afwijkingen bij elkaar op

    Group #Error

    Bright 20 - 36 1296

    Bright 17 - 39 1521

    Bright 32 - 24 576

    Dull 90 + 34 1159

    Dull 74 + 18 324

    Dull 103 + 47 2209

    336 0 7082

    Var

    1

    )( variantieTotale

    2

    2

    n

    yys

    ij

    y 566

    336

    n

    yy

    ij

    )( yyij 2)( yyij jy )( jij yy

    2)( jij yy )( yy j 2)( yy j

  • Stap 5: Deel door n-1

    4.141616

    7082

    1

    )( variantieTotale

    2

    2

    n

    yys

    ij

    y

    Dit is een maat voor de totale mate van variabiliteit

    in het aantal fouten van de 6 ratten.

    566

    336

    n

    yy

    ij

  • Systematische variantie (verklaarde ~)

    )( yy )( yy

    1. Bereken de groepsgemiddelden (en het groot gemiddelde)

    2. Bereken afwijkingen van het groot gemiddelde

    3. Kwadrateer die afwijkingen

    4. Vermenigvuldig met aantal observaties per groep

    5. Tel de uitkomsten bij elkaar op SS(tussen)

    6. Deel door n-1

    1

    )( variantiecheSystematis

    2

    n

    yyn jj

    Hoeveel variabiliteit is er TUSSEN de groepen?

  • Systematische variantie in beeld

    y

    jy

    jy

  • Stap 1 = Bereken de groepsgemiddelden

    893

    1037490

    233

    321720

    DULL

    BRIGHT

    y

    y

    1

    )( variantiecheSystematis

    2

    n

    yyn jj

  • Stap 2 = Bereken afwijkingen van groot gem.

    3356 -98 )(

    335623)(

    yy

    yy

    DULL

    BRIGHT

    1

    )( variantiecheSystematis

    2

    n

    yyn jj

  • Stap 3 = Kwadrateer die afwijkingen

    1089)33()(

    1089)33()(

    22

    22

    yy

    yy

    DULL

    BRIGHT

    1

    )( variantiecheSystematis

    2

    n

    yyn jj

  • Stap 4 = Vermenigvuldig met het aantal

    observaties in die groep

    326710893)(

    326710893)(

    2

    2

    yyn

    yyn