5
COLUMN 19 www.rosmagazine.nl 06/07-2015 Het is heerlijk om je paarden aan huis te kunnen houden. Maar het is niet altijd zo luxe geweest. Na veel zeuren (voor de jonge lezers: blijf volhouden, bij mij hielp het echt!) mocht ik toen ik veertien jaar was een pony. Een vriendin had haar pony bij een boer in de buurt staan, en daar was nog een plekje vrij voor die van mij. De boer en zijn vrouw waren enorm aardig. Hij had zijn moestuin naast de wei, en was altijd in voor een praatje. Al leunend op zijn schop kletsen we gezellig over van alles. Als ik water ging halen bij de boerderij, kreeg ik van zijn vrouw altijd een aardig woord en soms een zelfgebakken wafel. Er was alleen één nadeel: de boer wilde geen andere kinderen in de wei. Terwijl ik natuurlijk graag eens vrienden meenam naar mijn pony. Dat gebeurde dus stiekem: via een bergje aan de zijkant tussen het draad door en spieden of de boer ons niet zag! Later kreeg ik een paard en verhuisde ik ook van boer, omdat ik Pedro graag ’s nachts op stal wilde zetten. De boerderij was een flink eind - bergop - fietsen. De nieuwe boer, al op leeſtijd, vond alles best. Mijn nieuwe paard liet zich in het begin slecht vangen in de wei, maar de oude boer zou mij wel eens eventjes helpen. Ik zie hem nog zo voor me, met de hooivork in de lucht achter Pedro aan rennend, verrassend snel voor zijn leeſtijd. Alleen kreeg hij het paard natuurlijk zo niet gevangen. Later verhuisde ik naar Heerlen, waar ik nog bijna niemand kende. De boer waar ik toen terechtkwam, was weliswaar oud, maar hij reed nog steeds op zijn grote zwarte paard. Samen gingen we vaak paardrijden en hij liet me alle paadjes in de buurt zien. Hij ging vaak met de koets op pad en leerde mij mennen. Maar ook nu was er een nadeel: hij vond het maar niks als de paarden zich in de modder hadden gerold. Hij wilde geen vieze paarden in de wei, want dat stond niet netjes. Vooral niet bij mijn bonte paard. Soms kwam ik op de boerderij en dan stond de boer mijn paard hardhandig te borstelen. Ik merkte dat mijn paard een beetje angstig voor hem was. Het eens met zachte hand proberen, daar wilde hij niet van horen, dus hier moest ik maar mee leren leven. Door al deze bijzondere boeren heb ik echt een zwak gekregen voor oude boertjes. Als ik er eentje zie, krijg ik meteen een warm gevoel. Laatst reed ik met de auto langs een tractor met aanhanger. Juist op het moment dat we elkaar passeerden, viel een grote houten krat van de aanhanger bovenop het dak van mijn auto. Ik schrok behoorlijk en stapte uit om verhaal te halen. De bestuurder van de tractor stapte ook uit. Een stokoud boertje, met lieve ogen en nog maar een paar tanden in zijn mond, liep moeizaam gebogen naar me toe. Tja, dacht ik, hoe erg is dat eigenlijk, een deuk in het dak van je auto? Zaten er eigenlijk niet al een paar deukjes in? Voor de vorm vroeg ik wel nog het telefoonnummer van de goede man, maar ik heb hem niet meer gebeld… BRIGITTE SCHELLENS en haar dochter Isabel (10) uit Zuid-Limburg zijn gek op paarden. Ze hebben hun twee IJslanders, Kjarval en Flytir, aan huis staan. Boerenliefde Brigitte Ros, april 2015

Columns over paarden

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Deze columns schreef ik voor de bladen Ros en IJslandse Paarden over onze twee IJslandse paarden.

Citation preview

Page 1: Columns over paarden

COLUMN

19www.rosmagazine.nl06/07-2015

Het is heerlijk om je paarden aan huis te kunnen houden. Maar het is niet altijd zo luxe geweest. Na veel zeuren (voor de jonge lezers: blijf volhouden, bij mij hielp het echt!) mocht ik toen ik veertien jaar was een pony. Een vriendin had haar pony bij een boer in de buurt staan, en daar was nog een plekje vrij voor die van mij. De boer en zijn vrouw waren enorm aardig. Hij had zijn moestuin naast de wei, en was altijd in voor een praatje. Al leunend op zijn schop kletsen we gezellig over van alles. Als ik water ging halen bij de boerderij, kreeg ik van zijn vrouw altijd een aardig woord en soms een zelfgebakken wafel. Er was alleen één nadeel: de boer wilde geen andere kinderen in de wei. Terwijl ik natuurlijk graag eens vrienden meenam naar mijn pony. Dat gebeurde dus stiekem: via een bergje aan de zijkant tussen het draad door en spieden of de boer ons niet zag!

Later kreeg ik een paard en verhuisde ik ook van boer, omdat ik Pedro graag ’s nachts op stal wilde zetten. De boerderij was een flink eind - bergop - fietsen. De nieuwe boer, al op leeftijd, vond alles best. Mijn nieuwe paard liet zich in het begin slecht vangen in de wei, maar de oude boer zou mij wel eens eventjes helpen. Ik zie hem nog zo voor me, met de hooivork in de lucht achter Pedro aan rennend, verrassend snel voor zijn leeftijd. Alleen kreeg hij het paard natuurlijk zo niet gevangen.Later verhuisde ik naar Heerlen, waar ik nog bijna niemand kende. De boer waar ik toen terechtkwam, was weliswaar oud, maar hij reed nog steeds op zijn grote zwarte paard. Samen gingen we vaak paardrijden en hij liet me alle paadjes in de buurt zien. Hij ging vaak met de koets op pad en leerde mij mennen. Maar ook nu was er een nadeel: hij vond het maar niks als de paarden zich in de modder hadden gerold. Hij wilde geen vieze paarden in de wei, want dat stond niet netjes. Vooral niet bij mijn bonte paard. Soms kwam ik op de boerderij en dan stond de boer mijn paard hardhandig te borstelen. Ik merkte dat mijn paard een beetje angstig voor hem was. Het eens met zachte hand proberen, daar wilde hij niet van horen, dus hier moest ik maar mee leren leven.

Door al deze bijzondere boeren heb ik echt een zwak gekregen voor oude boertjes. Als ik er eentje zie, krijg ik meteen een warm gevoel. Laatst reed ik met de auto langs een tractor met aanhanger. Juist op het moment dat we elkaar passeerden, viel een grote houten krat van de aanhanger bovenop het dak van mijn auto. Ik schrok behoorlijk en stapte uit om verhaal te halen. De bestuurder van de tractor stapte ook uit. Een stokoud boertje, met lieve ogen en nog maar een paar tanden in zijn mond, liep moeizaam gebogen naar me toe. Tja, dacht ik, hoe erg is dat eigenlijk, een deuk in het dak van je auto? Zaten er eigenlijk niet al een paar deukjes in? Voor de vorm vroeg ik wel nog het telefoonnummer van de goede man, maar ik heb hem niet meer gebeld…

BRIGITTE SCHELLENS en haar dochter Isabel (10) uit Zuid-Limburg zijn gek op paarden. Ze hebben hun twee IJslanders, Kjarval en Flytir, aan huis staan.

Boerenliefde

Brigitte

Ros, april 2015

Page 2: Columns over paarden

Kjarval

Flytir

Kinderen

Brigitte Schellens en haar dochter Isabel hebben sinds kort twee ijslanders aan huis staan. Dat levert heel wat avonturen op.

Dat Isabel een eigen pony kreeg, was natuurlijk ook voor de klasgenootjes en buurkinderen een heuglijk feit. Stromen kinderen kwa-men mee om het wonder te aanschouwen. Werd Flytir aanvankelijk nog voorzichtig benaderd, al gauw had hij veertig vlechtjes en zaten er twee kinderen achter-stevoren op. We gingen heel wat tochtjes maken met kinderen erop, waarbij Isabel graag uitlegde hoe het allemaal moest en welke oefeningen je op het paard kon doen. “Raak een oor aan”, “Raak de staart aan”, “Dubbele salto achteruit”.

Voor mij was het niet me-teen zo relaxed. In het begin was ik erg bang dat er op tenen zou worden gestaan, tegen hoofden gestoten en wat al niet meer. Ook omdat ik Flytir nog niet zo goed kende. Ik stond alles met arendsogen in de gaten te houden en orders uit te delen. Natuurlijk is het niet slim om op je knieën naast een paard te gaan zitten, en moet je ook altijd enige afstand van de hoeven bewaren.

Ondertussen heb ik er al wat meer vertrouwen in, ook omdat Isabel enorm

veel geleerd heeft. Ze kan ondertussen veel zelfstandig en ik hoef niet overal meer bij te zijn. Zo kan ze zelf de paarden uit de paddock halen en op de poetsplaats zetten. Dan is zo’n grote knuffelbeer een ideaal object om uren mee te tutten. Ik ben ook rustiger omdat ik mijn warmbloedmerrie ingeruild heb voor nog zo’n lieve ijslander. Die merrie was weliswaar een heel lief knuffelpaard, maar ook een beetje schrikachtig. Ze kon nogal eens in paniek raken

en dan zag je overal benen en angstige ogen heen en weer schieten. Voor kinde-ren van rond de tien echt niet zo handig.

Toch gaat er natuurlijk wel eens wat mis. Flytir stapt op Isabels voet, hij loopt te dicht langs een boom en Isabels been zit ertussen, of hij zwaait zijn hoofd zo tegen haar hoofd aan. Blauwe plekken en tranen. Maar dan raapt ze toch steeds weer de moed bij elkaar en springt er weer op. Nu heeft

Isabel een paardenvriendin die al goed kan rijden. Ze gaan allebei op een ijslander en ik fiets ernaast. Ik zie al voor me dat ik over een jaar of twee niet meer nodig ben als chaperonne. Ja, er zit echt vooruitgang in!

Een grote knuffelbeer om uren mee te tutten

Ijslandse Paarden feb. 2015

Page 3: Columns over paarden

‘Best veel werk, he?’ zei de hoefs-mid, “De paarden zo aan huis houden’.Ik zei: ‘Het valt me hartstikke mee. Ik gooi ’s ochtends een beetje hooi in de hooibakken, een beetje rijden, nee, het be-valt me prima zo”. Een beetje overmoedig. Ik had het kunnen weten, want op het moment dat de hoefsmid het zei, had Flytir al een dikke bult in zijn nek. Toch wel gek, nu al twee dagen, dus toch maar eens de dierenarts bellen.Die keek er eens goed na en stak er een dikke naald in. Hij trok er zo vier spuiten pus uit. Geluk-kig bleef die lieve Flytir er heel rustig onder. Ik moest even de andere kant opkijken, want om-gaan met bloed en aanverwante zaken is zeker niet mijn sterkste punt. Of ik de dag erna zelf een anti-bioticaspuit in de bult kon zetten. Ik dacht het niet. Sta-melend vertelde ik dat dit echt onmogelijk voor me was, dat hij maar liever zelf tien keer langs moest komen als dat nodig was.

Ik moest het paard toen twee keer per dag twee pastaspuiten in zijn mond geven, dat lukt mij nog net.Een paar dagen later, waarin ik als een verpleegster telkens Fly-tir in de gaten hield en verzorg-de, kwam de dierenarts weer langs. Het was toch niet goed. Er moest gesneden worden. Flytir kreeg een verdovingsspuit. Hij zou er waarschijnlijk niet van omvallen volgens de dierenarts, maar voor de zekerheid zetten we hem toch maar in de pad-dock, zacht op het zand. Deze keer was Isabel erbij, die het natuurlijk vreselijk vond dat haar lieveling ziek was, spuiten kreeg en opengesneden zou worden.Flytirs hoofd zakte omlaag, de ogen gingen halfdicht, en hij werd heel rustig. De arts voelde eens aan de bult. Opeens, totaal onverwacht, kwam Flytir weer tot leven en schudde eens flink met zijn hoofd. Een paar flinke stralen pus spoten omhoog en kledderden neer op mij, Isabel en de dierenarts. ‘Getverdem-

me’, riep de arts, die wel zo slim was geweest een stofjas aan te trekken. ‘Ik ben even douchen’, piepte Isabel, en stoof ervandoor richting badkamer. En ik hield krampachtig mijn mond dicht, want ik was zo gelukkig om mijn hele gezicht, hals en haren vol vieze derrie te hebben. Maar ik hield het niet meer. Ik barste uit in een schaterlach, want meer slapstick dan dit krijg je het toch zelden. Ik had me namelijk ook nog net mooi gemaakt voor een feestje later die avond, en ik had me verdekt opgesteld aan de andere kant van Flytir zodat ik er zo min mogelijk van mee zou krijgen. Tevergeefs.Flytir was ondertussen volledig in slaapstand verzonken en de dierenarts trok zijn mes. Een stroom viezigheid kwam om-laag, de wond werd gespoeld en ontsmet, en toen begon de dagelijkse verzorging. Emmers water koken, afkoelen en met zout mengen, spoelen, anti-biotica geven, pijnstillers geven, afspoelen met de tuinslang, om

de paar uur anti-vlieg eromheen spuiten, zorgen en in de gaten houden. Naar dat feestje ben ik niet meer toegegaan en de da-gen dat ik ’s ochtends alleen wat hooi in de bakken gooide waren voorbij. Eigen schuld, met mijn ‘het valt me hartstikke mee’.

Brigitte en haar dochter Isabel zijn gek op paarden. Sinds kort hebben ze twee IJslanders aan huis staan. Dat levert heel wat avonturen op.

Klaar voor het feestje

Kjarval

Flytir

COLUMN

Brigitte heeft vroeger een aantal paarden gehad, maar is ermee gestopt toen ze zwanger werd. Nu haar dochter Isabel 10 is, is de tijd weer rijp voor paarden.

Ros feb. 2015

Page 4: Columns over paarden

Kjarval

FlytirHooiBrigitte Schellens en haar dochter Isabel hebben sinds kort twee ijslanders aan huis staan. Dat levert heel wat avonturen op.

Eigenlijk ongelooflijk, dat zo’n paard kan leven op gras. Of in gedroogde vorm: op hooi. Dat enorme lijf, die spieren, die alerte gezichts-uitdrukking: hoe kan dat allemaal gevoed worden door wat gras? Omdat ik het niet kan geloven, geef ik ze na het rijden wel wat lekkers, biks of muesli. Maar verder.... hooi!Aangezien dit de eerste winter is dat we de paarden hebben, moet ik op zoek naar een hooileverancier. Ik heb een stal vrijgemaakt voor opslag, daar kunnen wel 100 balen in. Voorheen hadden we twee geiten, en daarvoor kocht ik hooi bij boer Hugo, in de buurt. Met het aanhangertje haalde ik daar 16 balen en dan kon ik weer een tijd vooruit. Maar boer Hugo kwam het niet brengen. En toen kreeg ik de tip: een hobbyboer uit de buurt kwam het hooi brengen en was een stuk goedkoper dan boer Hugo. Yes! 100 balen besteld van de tweede snede, dat scheen dan wat minder voedzaam te zijn en daarom beter voor ijslanders. Mijn hobbyboer kwam het brengen, trots op zijn mooie

wagen, volgestouwd met hooi. Hij hielp mij mee om de balen in de stal te leggen en veegde daarna zelfs de binnenplaats aan. Geweldig! Het hooi zag er mooi uit, maar ik zag wel dat het hooi niet helemaal droog was. Nu ben ik geen hooideskundi-ge, dus ik hoopte er maar het beste van. En ik deed een paar ramen open voor de ventilatie. Ik heb vroeger een aantal paarden gehad, en ook eerder hooi gekocht. Dat was echt altijd goed gegaan. Maar nu begon het warm te worden in de stal, en er vloog een wolkje vliegen bo-ven de balen. Ook maar de deur open voor de ventilatie. Toen ik klaar was met de baaltjes van Hugo en aan de nieuwe balen begon, merkte ik dat de balen vreselijk stof-ten. Ik moest er zelf van hoesten als ik het hooi in de bakken deed, en de paarden be-gonnen ook te hoesten. Wat een ellende! Vooral om-dat hooi zowat het enige is dat de

paarden eten. Als dat dan niet helemaal goed is... voel je je geen goede paarden-moeder. Ik vroeg me af, hoe dat hooi toch zo stoffig kwam. Het was hartstikke vers, zou er misschien zo-veel modder tussen hebben gezeten?Lang leve internet als je een paardenprobleem hebt. Ik ging zoeken op ‘stoffig hooi’ en kwam erachter dat het stof eigenlijk schimmel is. Als het hooi is gaan schim-melen, wordt het stoffig. En ik las ook, dat paarden hier na verloop van tijd een aller-gie door kunnen ontwikke-len. Het laatste wat ik wilde natuurlijk. Daar zat ik dan, met een stal barstens-vol hooi

dat ik mijn paarden niet wilde geven. Eerst maar weer eens naar boer Hugo voor een aanhangertje goed hooi voor de komende weken. Tja, wat doe je met dat oude hooi? Naar het stort? Toen ik daar ging informeren, viel die man zowat van zijn stoel. Met 100 balen hooi kun je niet bij het milieuperron terecht. Mijn hobbyboer maar eens gebeld. Ik was de enige die niet lyrisch over zijn hooi was, het zou wel de ventila-tie geweest zijn. Ik dacht: weet je wat, ik zet het gratis op Marktplaats, misschien dat iemand er nog iets mee kan. Gelukkig werd er dezelfde dag nog enthousiast gebeld, en de volgende ochtend kwam ene Theo met een aanhan-ger mijn hele schuur leeg-halen. Nu ben ik dan wel mijn geld kwijt, maar heb tenminste weer plek voor goed hooi. En ik weet ook al waar ik dat zelf ga halen.

Paarden kunnen een allergie voor stoffig hooi ontwikkelen

IJslandse Paarden, dec. 2014

Page 5: Columns over paarden

Een paard kopen als verrassing voor mijn dochters tiende ver-jaardag. Dat was mijn missie. In het diepste geheim ging ik aan de slag. Iedere avond struinde ik het internet af. Ik begon bij Marktplaats, maar al snel kwamen daar andere paardenverkoopsites bij. Het paard moest natuurlijk geschikt zijn voor kinderen, dus dat werd mijn zoekterm: ‘kinderen’ en ‘beginners’. Ik schrok terug van beschrijvingen van het paard waarin ‘sterk’, ‘zeer voorwaarts’ of ‘voor gevorderden’ stond. En ik werd geregeld verliefd. Ik bel-de dan op met een vragenlijst van zo’n honderd vragen. Vaak kwam ik er tijdens het gesprek achter dat het toch niet was wat ik zocht. Het eerste paard dat ik echt ging bekijken was een prachtige Haflinger, een plaatje om te zien en de huidige eigenaresse was er ook met elf jaar op gaan rijden. Toen Isabel even niet in de buurt was, legde ik snel sluipend mijn rijbroek, laarzen en cap achterin de auto. Op weg naar de Haflinger hal-

verwege even stoppen langs de kant van de weg om me in mijn rijbroek te wurmen. En dan kennismaken: prachtig en lief in de stal, heel meegaand in de bak, maar helaas, buiten werd hij zenuwachtig en probeerde op allerlei manieren weer terug naar de stal te komen.Ondertussen ging ik ook op zoek naar een paard voor me-zelf. Ik kon immers moeilijk een paard alleen houden, ik probeerde het zo te plannen dat beide paarden samen aan zouden komen. Ik ging er menig keer weer stiekem vandoor met allerlei smoesjes, weer halver-wege omkleden. Ik kwam van alles tegen: te grote paarden, te enthousiaste paarden, chagrij-nige paarden, paarden die niet meer wilden stoppen, paarden die niet rechtuit konden lopen en veel schrikachtige paarden. In totaal heb ik wel 10 paarden bekeken en ik ging dan al 200 kilometer van mijn woonplaats af. Telkens dacht ik: dit moet hem zijn! Voor Isabel vond ik uiteindelijk de IJslander Flytir,

een rustige en grappige pony, die heel goed opgevoed was. Voor mezelf kocht ik een warm-bloed merrie. Op de spannende dag dat Isabel haar pony zou krijgen, ging ze met de oppas weg naar de ponyclub. Mijn man en ik waren ’s ochtends al vroeg ver-trokken om Flytir op te halen in Nijmegen. De merrie zou worden gebracht. En het lukte: beide paarden stonden aan huis toen Isabel terugkwam. Wat een heerlijke verrassing om je dochter zo’n cadeau te kunnen geven! Ze was ermee in de ze-vende hemel.Maar zelfs na die lange zoek-tocht bleek mijn merrie toch te pittig voor kinderen. Ik besloot na een paar maanden haar toch weer te verkopen en voor me-zelf ook zo’n lieve IJslander te kopen. Daar begon de de hele zoektocht weer opnieuw! Wat bleek het moeilijk te zijn om een lieve IJslander te vinden die ook voor kinderen geschikt was. Ik plaatste uiteindelijk een filmpje op youtube, waarin ik een op-

roep deed. Gelukkig reageerde de eigenaresse van Kjarval en ik ging langs in Rotterdam. Tijdens zo’n bezoek was ik heel erg achterdochtig: ‘Waarom binden jullie hem niet vast?’, ‘Laat hij zich wel vangen?’, ‘Kunnen er wel kinderen op?’ Maar Kjarval voldeed aan alle criteria en zo kwamen we uiteindelijk uit op twee IJslanders. En Isabel kan nu op beide paarden rijden, ideaal!

Brigitte en haar dochter Isabel zijn gek op paarden. Sinds kort hebben ze twee IJslanders aan huis staan. Dat levert heel wat avonturen op.

Op zoek naar de ware

Kjarval

Flytir

COLUMN

Brigitte heeft vroeger een aantal paarden gehad, maar is ermee gestopt toen ze zwanger werd. Nu haar dochter Isabel 10 is, is de tijd weer rijp voor paarden.

Ros, dec. 2014