Upload
phungtram
View
216
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken.Een kwalitatief onderzoek naar de invulling van een behoeftegestuurd zorgmodel op psychogeriatrische afdelingen in het verpleeghuis.
Naam: I. Smit
Studentnummer:0501964
Blok 6 Afstudeertraject
Status: Definitief artikel
Studie: Masteropleiding Verplegingswetenschap Universiteit Utrecht
Aantal woorden: 5248 (exclusief citaten interviews)
Aantal woorden Nederlandse samenvatting: 235
Aantal woorden Engelstalig abstract: 258
Eerste begeleider: Jaap van der Bijl
Tweede begeleider: Fijgje de Boer
Stage-instelling: Verpleeghuis Bloemendaal te Gouda
Datum: 11-7-2008
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 1
Referentiestijl: Vorm van Harvard
Inhoudsopgave
Inleiding p. 3
Methode 6
Resultaten 10
Discussie 18
Conclusie en aanbevelingen 19
Referentielijst 20
Bijlagen 22Figuur 1 Zingevingsmodel (Van der Kooij, 2004) 22Figuur 2 Schematische weergave van de gevonden categorieën en subcategorieën 22Tabel 1 Methodische instrumenten (Van der Kooij, 2003) 23Tabel 2 Selectie respondenten 23Tabel 3 Topiclijst 24Tabel 4 Voorbeeld codeboom 25
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 2
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken: Een kwalitatief onderzoek naar de invulling van een behoeftegestuurd zorgmodel op psychogeriatrische afdelingen in het verpleeghuis.
Inleiding
In toenemende mate vindt binnen de verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg en thuiszorg
een verschuiving plaats van probleemgestuurde naar behoeftegestuurde zorgverlening door
verpleegkundigen en verzorgenden. In de behoeftegestuurde opvatting laten zorgverleners
zich vooral leiden door de behoeften en beleving van de patiënt en zijn familie en werken
patiënt en zorgverlener samen in een doorlopende dialoog. Objectieve wetenschappelijke
kennis en ervaringskennis zijn even belangrijk.
In de probleemgestuurde opvatting gaat het om het vinden van de juiste verpleegkundige
diagnose. In deze opvatting wisselt de zorgverlener met de patiënt informatie uit om na te
gaan in welke categorieën de patiënt problemen ervaart. Deze problemen worden zo
objectief mogelijk beschreven met de bijbehorende interventies en criteria voor evaluatie.
Hierbij vormt wetenschappelijke kennis de leidraad voor de praktijk. Ervaringskennis is
hieraan ondergeschikt (Grypdonck, 2006; Kort et al., 2002).
Binnen Nederland zijn tot nu twee behoeftegestuurde vormen van methodisch werken
ontwikkeld. In 2006 is door ActiZ, de brancheorganisatie voor zorgondernemers, het Model-
zorgleefplan geïntroduceerd. Het Model-zorgleefplan impliceert een behoeftegestuurde en
vraaggestuurde manier van methodisch werken door verpleegkundigen en verzorgenden
(ActiZ, 2006). Vraaggestuurde zorg volgens de definitie van Verkooijen et al. (2003) houdt in:
‘Binnen een gelijkwaardige interactie tussen patiënt en zorgaanbieder of hulpverlener, leidt
de vraag van de patiënt via overleg en onderhandeling tot een voor de patiënt passend
aanbod.’
Naast het zorgleefplan van ActiZ is ook door Van der Kooij (2004) een behoeftegestuurd en
vraaggericht zorgleefplan ontwikkeld, op grond van het zingevingsmodel. De Nederlandse
Raad voor de Volksgezondheid & Zorg definieert vraaggerichte zorg als een gezamenlijke
inspanning van zowel cliënt als professional resulterend in zorg die tegemoet komt aan de
wensen en verwachtingen van de cliënt en tegelijkertijd voldoet aan professionele
standaarden (Schoot et al., 2005). Andere definities van vraaggerichte zorg leggen meer
nadruk op het koppelen van vraag en aanbod (Verkooijen et al., 2003), waarbij de vraag de
door de professionals geobjectiveerde behoefte behelst.
In dit onderzoek staat het zingevingsmodel van Van der Kooij centraal. De zorg-en
omgangskundige uitwerking van het zingevingsmodel in de psychogeriatrische zorgverlening
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 3
wordt ook wel geïntegreerde belevingsgerichte zorg genoemd. Belevingsgerichte zorg is
door Van der Kooij (2003) gedefinieerd als zorg gericht op het verbeteren van het emotioneel
en sociaal functioneren, en uiteindelijk de kwaliteit van leven, van personen met dementie
door hen te assisteren bij het omgaan met cognitieve, emotionele en sociale consequenties
van de ziekte, en door aan te sluiten bij de individuele functionele mogelijkheden en de
subjectieve percepties van het individu (Zie ook Finnema et al., 2005).Geïntegreerde
belevingsgerichte zorg is een benadering, die elementen van de bestaande
belevingsgerichte benaderingswijzen, zoals snoezelen, geheugentraining, in de 24-uurszorg
voor dementerenden samenvoegt op basis van een protocol (Finnema et al., 2005).
Het theoretisch kader Het zingevingsmodel (Van der Kooij, 1988) vraagt van professionals zich bewust te zijn van
alle positieve momenten en situaties tijdens het verzorgen van bewoners en de momenten
van echt contact, waarbij de professionals in staat zijn om te verantwoorden hoe zij die
momenten tot stand hebben gebracht (Van der Kooij, 2003). Het is een model waarin alle
aspecten van de zorgverlening, namelijk de belevingswereld van bewoners,
belevingsgerichte omgangskundige vaardigheden, de belevingswereld van professionals, de
methodiek, het verpleegsysteem en de organisatorische consequenties, zijn opgenomen en
in een samenhangend geheel geplaatst zijn. De centrale concepten die hierbij een rol spelen
zijn zorgrelatie, professionaliteit, contact, creativiteit en communicatie.
Figuur 1 Zingevingsmodel (Van der Kooij, 2004)
In het zingevingsmodel staat de zorgrelatie centraal. De zorgrelatie is een relatie tussen de
professional en de bewoner, die zich kenmerkt door contact met elkaar. Deze relatie is
tijdelijk, vervangbaar en de professional moet zich hiervoor kunnen verantwoorden.
Professionaliteit wordt in het model gedefinieerd als: authentiek en creatief waarnemen,
reageren en (zo nodig) handelen, en dit achteraf kunnen ver(ant)woorden. Professionaliteit
bestaat uit drie kernbegrippen: contact, creativiteit en communicatie.
Contact houdt in dat er sprake is van een zodanige gevoelsmatige wisselwerking tussen
bewoner en professional dat zij zich door elkaar bevestigd voelen. Dit contact vindt plaats op
basis van gelijkwaardigheid. Creativiteit houdt in het in staat zijn van de professional om
binnen het team of de situatie iets nieuws te bedenken of iets te bedenken wat in algemene
zin vernieuwend is.
Communicatie gaat om het proces van bewustwording, reflectie en methodische
uitwisseling binnen het team, waarin de professional functioneert. Reflectie vindt plaats naar
aanleiding van het contact wat tot stand gebracht wordt, de positieve contactmomenten.
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 4
De maieutische methodiek binnen dit zingevingsmodel, bestaande uit mondelinge en
schriftelijke communicatie, is een hulpmiddel bij het realiseren van het belevingsgerichte
zingevingsmodel. De methodiek bestaat uit een aantal methodisch instrumenten.
Tabel 1 Methodische instrumenten (Van der Kooij, 2003)
De methodiek stimuleert professionals bewust waar te nemen en zich in de belevingswereld
van de bewoner te verdiepen, informatie te halen uit de levensgeschiedenis en zich bewust
te zijn van de momenten en situaties waarin ze geslaagd zijn een positieve wisselwerking
met een bewoner tot stand te brengen (Van der Kooij, 2004). Daarna worden de individuele
waarnemingen en ervaringen bij elkaar gebracht en gezamenlijk gemaakt in de
belevingsgerichte zorgbespreking. Hierdoor gaan de professionals zich realiseren hoe hun
eigen gevoelens, normen en waarden hen onbewust beïnvloeden in hun relatie met de
bewoner. Dat helpt hen om de psychosociale en omgangskundige kant van hun werk meer
bewust te verwoorden. Tevens biedt de maieutische methodiek professionals de
mogelijkheid om zich te verantwoorden over de wijze waarop zij de zorg hebben verleend en
een kader om de zorgverlening te kunnen toetsen (Van der Kooij, 2004).
ProbleemstellingGezien de grote belangstelling van verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg voor
behoeftegestuurde vormen van methodisch werken en in het bijzonder voor
belevingsgerichte zorg is het van belang om te kijken naar de ervaringen en effecten van
belevingsgerichte zorg op zowel de bewoners en de professionals. Zeker in het licht van het
doel van geïntegreerde belevingsgerichte zorg, namelijk verbetering van kwaliteit van leven
van bewoners. Hiervoor is zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek nodig. Tot nu toe zijn
een aantal onderzoeken verricht met betrekking tot geïntegreerde belevingsgerichte zorg.
Hieruit kwamen de volgende punten naar voren:
Positieve effecten bij psychogeriatrische zorgvragers door minder angst en een
positiever zelfbeeld (Finnema et al., 2005).
Positieve effecten bij verzorgenden door het vertonen van minder stressreacties en
het vaker vragen naar de levensgeschiedenis van de bewoners (Finnema et al.,
2003).
Positief gedrag van de psychogeriatrische zorgvragers met betrekking tot het
ontwikkelen van een adequate zorgrelatie, het handhaven van een emotionele
balans en het meer open staan voor sociale contacten (Finnema et al., 2005).
Als laatste is kwalitatief onderzoek verricht naar de effectiviteit van de implementatie van
(geïntegreerde) belevingsgerichte zorg. In het onderzoek van Kort et al. (2002) wordt het
implementatieproces beschreven en de bijbehorende randvoorwaarden en de mogelijke
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 5
effecten voor de cliënt, de professional en de organisatie. Aanwijzingen voor effecten bij
professionals zijn: bewuster zorg verlenen, meer op hun beroepsverantwoordelijkheid
aangesproken worden, het verminderen van onzekerheid en het vergroten van het
relativeringsvermogen en de arbeidstevredenheid. Begrippen als autonomie,
ervaringsdeskundigheid en gelijkwaardigheid krijgen meer inhoud. Het reflecteren van
professionals draagt bij tot oplossing van problemen van cliënten, professionals en
organisatie.
Wat in deze onderzoeken ontbreekt, is systematisch kwalitatief onderzoek naar de
ervaringen die professionele hulpverleners hebben in de praktijk met de invulling van
geïntegreerde belevingsgerichte zorg. Gezien de beperkte tijd in het kader van het
afstudeerproject is dit onderzoek beperkt tot verpleegkundigen en verzorgenden.
Het doel van dit onderzoek was het inhoud geven aan en het toetsen van de concepten
zorgrelatie, professionaliteit, contact, creativiteit en communicatie uit het zingevingsmodel (of
de maieutische methodiek) aan de hand van de ervaringen van verpleegkundigen en
verzorgenden in de praktijk om bij te dragen aan een op evidentie gebaseerd model. Het
onderzoek kan hierdoor een bijdrage leveren aan de toename van kwaliteit van de
zorgverlening en uiteindelijk de kwaliteit van leven van bewoners te verbeteren. Om dit doel
te kunnen bereiken is antwoord gegeven op de volgende vraag: Op welke wijze geven
verpleegkundigen en verzorgenden, werkzaam in een verpleeghuis op een
psychogeriatrische afdeling, invulling aan de zorgverlening volgens de maieutische
methodiek.
Methode
DesignIn dit onderzoek is gekozen voor kwalitatief onderzoek, omdat het doel van kwalitatief
onderzoek is, inzicht krijgen in de manier waarop mensen hun ervaringen en de wereld
waarin ze leven beleven en interpreteren (Holloway & Wheeler, 2004; Maso & Smaling,
2004). Bij dit onderzoek gaat het om het invullen en toetsen van vijf concepten uit het
zingevingsmodel aan de ervaringen van verpleegkundigen en verzorgenden hiermee in de
praktijk.
Als onderzoeksdesign is voor het kwalitatieve survey gekozen, omdat het in dit design gaat
om de aard van een kenmerk en het afnemen van interviews bij respondenten in een
bepaalde populatie (Jansen, 2005). Door het kwalitatieve survey kan invulling gegeven
worden aan de ervaringen van verpleegkundigen en verzorgenden met de maieutische
methodiek, zodat inhoud gegeven kan worden aan de concepten uit het zingevingsmodel en
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 6
deze getoetst kunnen worden. In deze methode wisselen dataverzameling, codering en
analyse elkaar af. Waarbij de bevindingen voortdurend worden vergeleken met de
verzamelde data.
OnderzoekspopulatieHet onderzoek heeft plaatsgevonden in een verpleeghuis in het midden van Nederland waar
bewoners verblijven met een psychogeriatrische achtergrond, en monodisciplinair gewerkt
wordt met het zingevingsmodel van het Instituut voor Zingevende Zorg (het IMOZ) en
multidisciplinair probleemgestuurd.
De zorgpraktijk van de instelling wordt door het IMOZ aangemerkt als Best-Practice1, omdat
het zingevingsmodel organisatiebreed wordt gedragen, zowel op management als op
uitvoerend niveau. Het ontwikkelingsproces en de investeringen zijn over meerdere jaren
verspreid en verankerd in het beleid. In de zorg wordt gebruik gemaakt van de beschikbare
kennis, worden professionals geschoold in belevingsgerichte zorg, wordt gebruik gemaakt
van elkaars ervaringen in de monodisciplinaire bewonersbespreking en wordt rekening
gehouden met de belevingswereld van bewoners om te komen tot de best mogelijke zorg
aan de bewoners.
Van de bij de zorg betrokken gediplomeerde verzorgenden en verpleegkundigen zijn
respondenten geselecteerd door doelgerichte selectie. Dit houdt in dat respondenten zijn
geselecteerd, die werken met de maieutische methodiek en waarvan verwacht werd, dat ze
informatie konden geven over vijf centrale concepten uit het zingevingsmodel.
Tabel 2 Selectie respondenten
Eerst zijn acht respondenten, verzorgenden en verpleegkundigen geselecteerd die de
basistraining van het IMOZ over belevingsgerichte zorg hadden gevolgd, variërend in leeftijd,
opleiding en ervaring. Hieronder zijn ook twee respondenten meegenomen met een SPW
achtergrond, omdat zij zowel verzorgende taken hadden als woonbegeleider of
activiteitenbegeleidster waren. Vervolgens zijn twee interne trainers geselecteerd, die de
opleiding van interne trainer van het IMOZ hadden gevolgd. Dit omdat in eerder onderzoek is
aangetoond, dat meer training in belevingsgericht werken leidt tot het hebben van meer
belevingsgerichte vaardigheden (Finnema et al., 2005). Door de variëteit in leeftijd,
werkervaring, beroepsopleidingen en functie is getracht om tot een zo breed mogelijke
1 Best-Practice houdt in dat behandelingen worden gebaseerd op de kwalitatief beste gegevens die op dat moment beschikbaar zijn. Dit wordt ook ‘evidence based nursing’ of ‘good clinical practice’ genoemd. ‘Evidence based nursing’ is te vertalen als een verpleegkundige praktijkvoering die rekening houdt met beschikbare kennis, ervaring en de context om te komen tot de best mogelijke zorg aan patiënten en aan hun familie en/of naasten. (Gamel, C. (2006). Blokboek systematische literatuurreview. Masteropleiding Verplegingswetenschap Cursusjaar 2006/2007. Utrecht:UMC.)
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 7
invulling en uitdieping te komen van de concepten. Als laatste zijn twee respondenten
geselecteerd om de eerdere uitkomsten te bevestigen.
DataverzamelingDe dataverzameling heeft in de eerste zes maanden van 2008 plaatsgevonden. Met het
zingevingsmodel en de onderzoeksvraag als leidraad zijn een aantal richtinggevende
concepten gebruikt in het onderzoek, die door Van der Kooij (2004) zijn gedefinieerd.
Richtinggevende concepten zijn begrippen die bij de start van het onderzoek als richtsnoer
dienen voor de eerste dataverzameling en analyses (Bosch, 1996). Deze concepten zijn de
concepten uit het zingevingsmodel, namelijk ‘zorgrelatie’, ‘professionaliteit’, ‘contact’,
‘creativiteit’ en ‘communicatie’.
De data zijn verzameld door twaalf semi-gestructureerde interviews af te nemen bij
geselecteerde verpleegkundigen en verzorgenden. Het aantal van twaalf respondenten is
voldoende voor een heterogene steekproef (Holloway & Wheeler, 2004). Semi-
gestructureerd hield in dat open vragen waren opgesteld om richting te geven aan het
interview, zodat alle concepten uit het zingevingsmodel aan de orde kwamen, waarna verder
werd doorgevraagd op de antwoorden die de respondenten gaven.
Tabel 3 Topiclijst
Ethische overwegingenHet IMOZ heeft toestemming gevraagd voor het uitvoeren van dit onderzoek, wat verleend is
door de locatiemanager na schriftelijke en mondelinge informatie. De betrokken
respondenten verleenden vrijwillig medewerking aan het onderzoek, nadat zij schriftelijk en
mondeling waren geïnformeerd over de inhoud van het onderzoek en schriftelijk
toestemming hadden gegeven voor het onderzoek. De anonimiteit van de respondenten
werd gegarandeerd.
Voor dit onderzoek was geen toestemming van het METC vereist, omdat het gaat om
onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van het afnemen van interviews bij professionele
zorgverleners naar aanleiding van hun invulling van de zorgverlening volgens de maieutische
methodiek. Dit valt niet onder de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen
(WMO) (CCMO, 2004; METC, z.j.).
Data-analyseData-analyse vond plaats door het coderen van de interviews. Het coderen houdt in het
leggen van relaties tussen de ruwe data met theoretische begrippen (Jansen, 2005). Eerst is
inductief gecodeerd door gebruik te maken van de analysestappen uit de ‘Grounded Theory’.
In ‘Grounded Theory’ zijn de codes direct gebaseerd op de data, waardoor wordt vermeden
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 8
dat voorgevormde ideeën in het proces van coderen een rol spelen (Holloway & Wheeler,
2004). Gestart is met het open coderen door regel voor regel te analyseren met behulp van
in vivo codes, woorden die letterlijk door de respondenten zijn gebruikt. Vervolgens is axiaal
gecodeerd door categorieën en hoofdcategorieën te vormen, die systematisch onderzocht
zijn op hun dimensies en eigenschappen. Tijdens de analyse van de data zijn de gevonden
categorieën steeds vergeleken met de al bestaande concepten van het zingevingsmodel op
overeenkomsten en verschillen, waarbij ook gebruik gemaakt is van wat in de literatuur al
bekend was. Op deze wijze is inhoud gegeven aan de concepten uit het zingevingsmodel en
konden deze getoetst worden. Het proces van coderen is gestopt op het moment dat er geen
nieuwe informatie naar voren kwam, de categorie volledig beschreven was en duidelijke
linken aanwezig waren tussen de categorieën.
Het verzamelen en analyseren van de data is iteratief gebeurd door eerst het eerste
interview te analyseren. Naar aanleiding van de analyse vond overleg plaats met twee
medestudenten over de uitkomsten, zodat overeenstemming werd bereikt over de codes,
categorieën, de interviewtechniek aangepast kon worden en de vragen van de interviews
bijgesteld konden worden. Hierdoor konden in de vervolginterviews nieuwe categorieën aan
de orde komen en categorieën verder uitgediept worden. Vervolgens zijn zeven interviews
afgenomen en geanalyseerd, waardoor in vervolginterviews nieuwe categorieën naar voren
konden komen en categorieën verder konden worden uitgediept. Na analyse van zes
interviews vond opnieuw overleg plaats tussen de drie onderzoekers en werd
overeenstemming bereikt over de gevonden codes, categorieën, concepten en de
codeboom. Vervolgens werden twee interviews afgenomen en geanalyseerd. Na acht
interviews kwamen geen nieuwe categorieën meer naar voren en werd informatie herhaald.
Als laatste zijn twee interviews afgenomen en geanalyseerd om de eerdere uitkomsten te
bevestigen.
ObjectiveringsstrategieënDe methodologische kwaliteit bij het verzamelen van de gegevens is gewaarborgd door
zoveel mogelijk te streven naar objectiviteit in het onderzoek. Dit houdt in dat zoveel mogelijk
recht gedaan wordt aan het ‘object’ van onderzoek (Maso & Smaling, 1998). Om dit te
bevorderen zijn een aantal maatregelen getroffen om de objectiviteit, betrouwbaarheid en
validiteit van het onderzoek te waarborgen.
In het onderzoek zijn begrippenmemo’s, methodologische memo’s en theoretische memo’s
gebruikt, zoals verwijzingen naar passages waar een code duidelijk tot uiting komt,
samenhangen tussen categorieën. In een reflectief dagboek is door de onderzoeker
gereflecteerd op haar relatie met de respondenten en haar reacties op de verhalen van de
respondenten. Op drie verschillende locaties is door drie verschillende onderzoekers
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 9
dezelfde onderzoeksvraag en doelstelling beantwoord. Dit waren drie studenten, die werden
begeleid vanuit de Universiteit van Utrecht door een ervaren onderzoeker. Na de collectie
van de data werden deze individueel geanalyseerd. Door middel van ‘peer-debriefing’ werd
overlegd welke codes en categorieën het beste overeenstemden met de ervaringen van de
respondenten. Tevens is gebruik gemaakt bij de analyse van de data van de computer en is
al het onderzoeksmateriaal systematisch gedocumenteerd.
De interviews zijn opgenomen met digitale audio apparatuur, zodat het mogelijk was om de
data zo nauwkeurig mogelijk te transcriberen als een lopend verhaal.
ResultatenUit de analyse van de interviews zijn verschillende gerelateerde categorieën met een aantal
subcategorieën gevonden. Voor het bespreken van de resultaten wordt als uitgangspunt de
concepten uit het zingevingsmodel gebruikt (zie figuur 1), maar deze worden deels door de
gevonden data anders ingevuld. Figuur 2 is een schematische weergave hiervan.
Figuur 2 Schematische weergave van de gevonden categorieën en subcategorieën
Centraal in deze weergave staat de zorgrelatie tussen bewoner en professional, omdat alles
wat gebeurt tussen de professional en de bewoner op deze relatie terug te voeren is. En niet
alleen in deze weergave staat de zorgrelatie centraal, ook Nolan et al. (2003) en Schoot et
al. (2005) stellen dat de essentie van verpleging ligt in de aard van de relatie.
De aan de zorgrelatie gerelateerde categorieën zijn contact, communicatie en
professionaliteit. De verschillende categorieën zullen eerst apart worden besproken, waarna
op de relatie tussen de verschillende categorieën zal worden ingegaan.
Tabel 4 laat een voorbeeld zien hoe van in-vivo codes tot categorieën gekomen is.
Tabel 4 Voorbeeld codeboom
ZorgrelatieDe zorgrelatie tussen de professional en de bewoner kwam naar voren vanuit de interviews
als de relatie, waar in de levensgeschiedenis en de belevingswereld van zowel de bewoner
als de professional een centrale rol spelen, wat overeenkomt met het zingevingsmodel. De
belevingswereld kan vanuit de interviews worden omschreven als het geheel van bewuste
ervaringen. Waarbij ervaring in kan houden kennis door ondervinding verkregen. Om de
belevingswereld van de bewoner te leren kennen is de levensgeschiedenis van belang. Bij
de levensgeschiedenis gaat het om de karakteristiek van het gezin van herkomst, het sociale
en geografische milieu, en de historische context van de bewoner en professional.
Het leren kennen van de belevingswereld en het zich verdiepen in de levensgeschiedenis
van de bewoner helpt de professional om het gedrag van de bewoner te kunnen verklaren,
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 10
de bewoner beter te leren kennen en aan te kunnen sluiten bij de belevingswereld van de
bewoner. De levensgeschiedenis en belevingswereld van de professional kan hierbij helpen
doordat de professional en de bewoner aansluiting bij elkaar vinden door bijvoorbeeld
dezelfde interesses en culturele achtergrond.
Verzorgende: Ja, we hebben een dame op de afdeling haar voorgeschiedenis was bij de
wasserette, wasserij en zo. En als je haar gaat wassen, dan heeft ze het altijd over de
wasserette. Ja, in haar beleving was ik daar ook bij. Daar praten wij dan ook zo over, hoe
gezellig het was…
Verzorgende: Nou bijvoorbeeld als je weet, we hebben iemand hier die was automonteur, als
je dat weet dan begrijp je ook waarom hij altijd met rolstoelen aan het slepen is, aan het
sleutelen is. Als je dat niet zou weten, dan zou je denken wat is die man toch altijd bezig.
Maar doordat je meer van zijn achtergrond weet, kun je daar beter op inspringen.
Verpleegkundige: …Nou is zij een hele creatieve zuster en zijn kon ook perfect naaien. Wat
bleek deze mevrouw was vroeger coupeuse geweest. Dit was..wat ze deelden. En doordat
de ..zuster daar zo goed met die mevrouw over kon praten, voelde die mevrouw zich ook
echt gekend op haar kwaliteit als coupeuse en haar ervaring als ontwerpster, naaister van
dingen. Dat zij altijd bij deze zuster vriendelijker was, rustiger was. Terwijl de andere zusters
wisten dat niet, hadden dat lijntje ook niet.
De geïnterviewden gaven aan dat de zorgrelatie wordt opgebouwd door de professional met
de bewoner door het hebben van aandacht voor de bewoner; op (non)verbale wijze te
communiceren; door contact te hebben; door empathie, het zich inleven in de bewoner, en
het respect hebben voor de autonomie van de bewoner. Het aandacht geven aan de
bewoner uit zich in het aandachtig luisteren naar en ingaan op wat de bewoner vertelt. Door
het geven van aandacht stelt de professional zich open voor communicatie en contact met
de bewoner. Communicatie gaat vaak vooraf aan het hebben van contact, wat overeenkomt
met het zingevingsmodel. Het communiceren met een bewoner vindt plaats door praten met,
aanraken en is in de zorgrelatie net zo essentieel als contact. Contact kan worden
omschreven als een ontmoeting met (emotionele) uitwisseling tussen de bewoner en/of
diens familie en de professional, waarbij men zich door elkaar bevestigd voelt. Het
empathisch vermogen stelt de professional in staat om zich in te leven in de emoties van de
bewoner of om in de leefwijze en belevingswereld van de bewoner te kruipen, waarbij de
karakteristiek als methodisch instrument een hulpmiddel is (zie tabel 1). Dit maakt empathie
tot een belangrijke belevingsgerichte vaardigheid.
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 11
Verzorgende: En vaak gewoon als je met iemand meepraat en gewoon al aangeeft dat je
begrijpt dat hij heel boos is, dan is het vaak al goed. Iemand voelt zich dan begrepen.
Binnen de zorgrelatie kwam bij alle geïnterviewden de autonomie van de bewoner en het
hebben van respect hiervoor naar voren. De geïnterviewden verwoordden dit bijvoorbeeld
door rekening te houden met de gewoonten van de bewoner, die naar voren kwamen vanuit
de levensgeschiedenis van de bewoner; de behoeften en keuzes van de bewoner.
Autonomie wordt hier opgevat als actieve zelfbepaling met behulp van ondersteuning van
anderen. Actieve zelfbepaling wordt niet alleen gezien als kritische reflectie, maar ook als
rekening houden met de manier waarop een bewoner in de wereld staat, zijn
belevingswereld (Widdershoven, 2003). Voor de psychogeriatrische bewoner geldt vooral dit
laatste. Dit is een verschil met het zingevingsmodel waar autonomie niet wordt genoemd. De
uitwerking van autonomie komt wel naar voren in het zingevingsmodel door rekening te
houden met de belevingswereld van de bewoner en in de gelijkwaardigheid van bewoner en
professional. De professionals worden hierin ook gestimuleerd door het opstellen van een
karakteristiek. Gelijkwaardigheid werd door de geïnterviewden niet genoemd. Maar
gelijkwaardigheid komt wel terug in de manier waarop de professional rekening houdt met de
bewoner.
Verzorgende: Als iemand nooit gewend is en echt niet van douchen houdt maar wel van
wassen dan is dat normaal. Ik heb dan niet zoiets dat je twee keer in de week moet douchen.
Als iemand het bad lekker vindt, maar niet houdt van douchen, dan doen we hem gewoon in
bad. Zo doen we het allemaal. Met eten ook zo,.., pas nog een bewoner die twee keer warm
eet, die was dat gewend, dan moet dat kunnen.
Door het respecteren van de autonomie van de bewoner kwamen een aantal
spanningsvelden naar voren, zoals tussen de autonomie van de bewoner en de mening van
de familie; wanneer moet de professional ingrijpen tegen de wil van de bewoner en waar ligt
de grens in het tegemoet kunnen komen aan de bewoner.
Verzorgende: …Of familie zegt die vindt zingen heel erg leuk, maar je brengt de bewoner
naar het zingen, maar die vindt het helemaal niet leuk.
Verzorgende: Ja, tegen bewoners die zich absoluut niet wil laten verzorgen. En dat is best
wel heel moeilijk. Stel als ze onder de ontlasting zitten, dan ga je die persoon onder dwang
verzorgen. Ja, als het echt nodig is. Maar als iemand voor de rest schoon is, niet incontinent
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 12
of zo is en wil niet gedouched worden, dan laten we die persoon zo. Of je vraagt wilt u
schone kleren aantrekken.
Verzorgende: Ja, maar als iemand jaren is gewend om een stukje te wandelen of zo dan
overdag kun je het makkelijker doen met iemand, maar ’s avonds kun je niet makkelijk weg.
Op gegeven moment moet je daar een lijn in trekken Anders gaat het ten koste van andere
bewoners.
ProfessionaliteitVanuit de interviews kwam naar voren dat de kern van professionaliteit het vermogen is om
zoekend te reageren vanuit de zorgrelatie die de verpleegkundige of verzorgende heeft
opgebouwd met een bewoner. Het zoekend reageren houdt in dat de professional vanuit
hetgeen geobserveerd wordt, zoekt naar hoe te reageren of te handelen naar een bewoner
of situatie toe. Dit is een bewust proces en kan zowel individueel als in teamverband
gebeuren. Hiervoor legt de professional verantwoording af door middel van bijvoorbeeld
rapportage, het vastleggen van omgangsafspraken en evaluatie.
Verzorgende: Kijk, als iemand iedere dag zegt: ‘Ik wil niet uit bed, ik wil in bed blijven liggen.’
Dan gaan we kijken dit is niet de gezonde manier. Waarom wil iemand dagelijks in bed
blijven liggen. Dan gaan we op onderzoek uit. Dan wordt er gerapporteerd. Dan gaat ook via
de arts, heeft iemand pijn, heeft iemand dit? Waarom wil iemand in bed blijven liggen?
De vier categorieën die naar voren kwamen in de interviews binnen het concept
professionaliteit zijn: creativiteit, keuzevrijheid, bewustwording en ontwikkeling. Dit is een
verschil met het zingevingsmodel waar professionaliteit bestaat uit drie categorieën: contact,
creativiteit en communicatie. Contact en communicatie spelen wel een belangrijke rol in de
professionele zorgrelatie, maar zijn het middel om tot creativiteit, keuzevrijheid,
bewustwording en ontwikkeling te komen.
Creativiteit, binnen het team, kan worden gedefinieerd vanuit de interviews als het elke keer
weer iets nieuws bedenken in een bepaalde situatie door de professional. Hierbij kan
zoekend reageren als toetsing worden gebruikt. Dit komt overeen met de invulling van
creativiteit in het zingevingsmodel.
Verzorgende: Ja, je gaat natuurlijk steeds meer dingen proberen...Een man die hier woont
houdt van voetbal … we hebben gevraagd om een tv op de kamer, DVD’s van voetbal
hebben we met z’n allen opgezocht. Hij heeft altijd op de muziekvereniging gezeten, dan
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 13
draai je een bandje met dat soort muziek. Je probeert toch iets passend bij de bewoner te
zoeken.
Keuzevrijheid werd door de geïnterviewden gezien als de mogelijkheid die de professional
ervaart om zijn creativiteit te ontplooien en toe te passen binnen bepaalde grenzen, zoals de
dagindeling en wensen van de bewoner.
Een verpleegkundige in de nachtdienst vertelde dat een mevrouw, die terminaal was,
onrustig was. Ze rommelde en riep steeds. Regelmatig bij haar langsgaan, aanraken hielp
alleen op dat moment, daarna werd mevrouw weer net zo onrustig…Verpleegkundige tegen
verzorgende: ‘..En als ik zo naar deze mevrouw kijk zou ze het liefst iemand hebben, die
achter haar in het bed gaat liggen, een arm om haar heen slaat, zodat ze rustig in slaap kan
vallen, haar angst los kan laten, zodat ze zich veilig voelt…Verzorgende: Ja, hoor dat wil ik
wel proberen, als dat helpt… Verpleegkundige: Dan neem ik jouw bellen en de dingen die
hier gebeuren. Ik blijf hier een half uur en dan gaan we het proberen. Het was een gokje,
want ik word soms ook tien keer weggeroepen op een afdeling als je ergens bezig bent. Na
een half uur kwam de verzorgende de kamer uit en ze zei: Ze slaapt. Deze mevrouw is niet
meer onrustig geweest en anderhalve dag later overleden.’
De geïnterviewden gaven aan dat bewustwording inhoudt het inzicht krijgen in en onder
woorden kunnen brengen van eigen opvattingen en handelen door middel van reflectie en
communicatie. Reflectie, het spiegelen, kan zowel zelfreflectie zijn als het reflecteren in de
groep tijdens bijvoorbeeld bewonersbesprekingen. Communicatie vindt plaats tussen
individuele professionals door bijvoorbeeld het geven van feedback aan een collega over
hoe hij omgaat met een bewoner.
Verzorgende: Ja, nieuwe dingen zoals respect voor iemand, inleven in iemand. Vroeger
deed je dat ook, maar nu sta je er meer bij stil. Ja, toen ik hier als leerling kwam en de
persoon moest om acht uur uit bed, dan zorgde je ervoor dat hij om acht uur uit bed kwam.
Dan vroeg je niet wilt u uit bed komen. Er stond om acht uur uit bed, dan moest iemand om
acht uur uit bed, want familie had dat gezegd. En als mevrouw dan zei ik wil nog niet uit bed
komen, dan werd er gezegd, maar stel je voor dat de familie komt. Dan is die persoon niet uit
bed. Maar het gaat niet om de familie, maar het gaat om de wensen van de bewoner zelf.
Ontwikkeling kwam in de interviews naar voren als het bijhouden en vergaren van kennis en
vaardigheden, individueel of in teamverband. Bij het ontwikkelen in teamverband staat het
delen van ervaringen centraal, wat onder andere gebeurt in bewonersbesprekingen.
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 14
Verzorgende: ..want je weet toch een stuk meer over de bewoner. Je praat makkelijker en je
weet bijvoorbeeld waar die van houdt. Ik bedoel sommigen hebben geen kinderen en dan
zorg je dat je niet daarover begint.
Verzorgende: Nou, soms als je een bewonersgesprek hebt, dan ook een beetje vertelt hoe
was het ’s morgens als je bij iemand komt. Hoe reageert iemand? Hoe was iemand in de
huiskamer? Soms zijn we op zoek. Want stel voor kom je ‘s morgens binnen en je vraagt
heel veel en de bewoner wordt chagrijnig. Die dingen worden er ook allemaal bij gezegd.
Van je komt binnen en als je heel vrolijk bent, dat de bewoner ook vrolijk wordt. Of je komt te
druk binnen, zodat de bewoner chagrijnig wordt. Dat zijn dingen die we allemaal bespreken.
De invulling van de vier categorieën van professionaliteit worden ook voor een deel
ondersteund vanuit de theorie over normatieve professionaliteit. De normatieve professional
is een deskundige professional gericht op reflectie, zodat hij vrij en flexibel durft te handelen.
Hij is gericht op wie de ander is en staat open voor de levenservaringen van de hulpvrager
(Baart, 1999). Dit komt overéén met de empirische gegevens waarin naar voren kwam dat in
het proces van bewustwording reflectie een grote rol speelt; het maken van eigen keuzes;
het creatief zijn en het zich verder ontwikkelen. Door middel van de maieutische methodiek
wordt de professional in staat gesteld om zich te verdiepen in wie de ander is, zijn
levenservaringen.
CommunicatieCommunicatie werd door de geïnterviewden gezien als een manier van informatie-
uitwisseling, verbaal of non-verbaal. Communicatie vindt plaats binnen het team, tussen de
professional en de bewoner en zijn familie en tussen verschillende disciplines. Dit kan zowel
mondeling als schriftelijk plaatsvinden en formeel of informeel zijn. Communicatie helpt de
professional om bewust te worden van eigen opvattingen en het daaruit voortvloeiend
handelen, die de praktijk actief beïnvloedt en verandert.
Verzorgende en woonbegeleider: Ja, een collega zei vanmiddag, een mevrouw die eet heel
slecht, dat als je tegen haar zegt: ‘Ik wil u bord meenemen, want ik moet het afwassen. Dan
gaat ze dus wel eten.’ Toen zei ik tegen haar dat zou ik rapporteren als ik jou was, want een
ander kan dat inderdaad ook zo doen.
Manieren van communicatie binnen het team zijn het werkoverleg, waar onder andere het
belevingsgericht werken wordt aangescherpt, de bewonersbespreking, rapportage,
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 15
overdracht, overleg tijdens de koffie. Communicatie met andere disciplines, zoals arts,
fysiotherapeut verloopt rechtstreeks of door middel van het probleemgestuurde
multidisciplinair overleg, waar het zorgplan wordt opgesteld, of bewonersbesprekingen over
bijvoorbeeld gedragsproblemen. Het probleemgestuurd denken komt bij sommige
verzorgenden ook terug als gesproken wordt over belevingsgericht werken. Bij het werken
met het probleemgestuurde zorgplan door verpleegkundigen en verzorgenden wordt wel
gekeken hoe dit gericht kan worden op de behoefte(n) van de bewoner.
Communicatie speelt een belangrijke rol in het opbouwen van een relatie en het maken van
contact met een bewoner.
Verzorgende: Ik maak dan meestal als ik ga beginnen met de zorg een praatje met de
bewoner. De bewoner vertelt dan over hoe hij zich die dag voelt. Als hij verdrietig is. Luister
ik aandachtig naar …, waarom hij verdrietig is. Of wat er is. Of mocht er een leuke
gebeurtenis zijn dan ga ik er ook op in. Dan stel ik ook wel vragen dat de bewoner zich echt
veilig voelt, dat er aandacht in wordt gestoken.
Communicatie met de familie in familiegesprekken of daarbuiten door de
(eerstverantwoordelijke) verzorgende was volgens alle geïnterviewden essentieel. Familie
vormt een bron van informatie om de levensgeschiedenis van de bewoner te kunnen
beschrijven, omdat een psychogeriatrische bewoner dit zelf vaak niet meer kan vertellen.
Tevens werd het inlichten van de familie bij problemen met een bewoner en het begeleiden
van familie in de omgang met een bewoner belangrijke aspecten gevonden in de
communicatie met de familie. Deze rol van de familie is ook terug te vinden bij Grypdonck
(2006). Dit is een verschil met de het zingevingsmodel, waar in het concept communicatie
deze rol van de familie niet naar voren komt.
Verzorgende en woonbegeleider: En als zij (een bewoner) door blijft gaan, want ze kan
duizend-en-één vragen stellen… maar als vraag tien beantwoord is, dan begint ze weer bij
vraag één. Maar haar dochter en schoondochter hebben daar .. moeite mee. Dus als zij dan
weggingen, dan kwamen ze gewoon bijna niet weg ...Ja, ze begon gewoon weer bij vraag
één. Dus toen heb ik inderdaad een keer een gesprek met hun gehad. En toen vroegen ze
hoe moeten wij daarmee omgaan. En toen heb ik inderdaad gezegd, ja het is heel moeilijk
voor u. Want ze voelt bij jullie dat ze toch de hele tijd die aandacht van jullie krijgt. Dus ik heb
ze echt aangeraden, op een gegeven moment moeten jullie echt zeggen, we gaan nu naar
huis toe en we komen de volgende keer weer. En weglopen. Dus dat hebben ze ook
gedaan…
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 16
ContactContact, verbaal of non-verbaal, kwam naar voren vanuit de interviews als een ontmoeting
met (emotionele) uitwisseling tussen de bewoner en/of diens familie en de professional,
waarbij men zich door elkaar bevestigd voelt. Dit komt overeen met de invulling van contact
in het zingevingsmodel. De professionals ervaarden contact met een bewoner als de
bewoner een positieve reactie teruggaf zoals het zich ontspannen, het vertellen over verdriet.
Contact kan worden bereikt doordat de professional op een zoekende wijze contact maakt
en een houding uitstraalt van betrokkenheid en ontvankelijkheid. Contact tussen de
professional en de bewoner werd volgens de geïnterviewden gelegd door het kennen van de
persoon, zodat bekend is hoe iemand benaderd kan worden. Een hulpmiddel bij het leren
kennen van de persoon en het maken van contact vormt de levensgeschiedenis; het maken
van een karakteristiek (zie tabel 1) en het bespreken van positieve contactmomenten van de
professional met een bewoner tijdens de monodisciplinaire bewonersbespreking. Andere
mogelijkheden om contact te maken zijn (non)verbale communicatie, zoals aanraking,
muziek, het doen van activiteiten met elkaar en het ‘rapport’ maken (meegaan met het
gedrag en beleving van de bewoner).
Verzorgende: We hadden een bewoonster die lag de gehele dag in bed, praatte niet meer,
reageerde af en toe op lichamelijk aandacht. Dus ik vond dat altijd zelf altijd zo fijn als ik haar
kon verzorgen. Want dan zette ik een muziekje op, want ik had van familieleden bijvoorbeeld
gehoord van muziek dat ze dat prettig vond en dan zag je haar stralen in dat bed. En dan
pakte ik haar hand vast en dan wreef ik over de hand. Dan zag je gewoon die
gezichtsuitdrukking dat ze het zo prettig vond. En dan denk ik, zo kun je ook contact met de
mensen maken.
Relatie tussen de categorieënTussen de categorie ‘zorgrelatie’ en de hieraan gerelateerde categorieën ‘professionaliteit’,
‘contact’ en ‘communicatie’ kwam een duidelijke relatie naar voren vanuit het onderzoek. Als
eerste gaat het in de zorgrelatie om een professionele relatie tussen bewoner en
professional. Deze relatie is tijdelijk en vervangbaar vanuit de professional gezien. Het is een
doelgerichte relatie. In deze relatie gaat het om het zo goed mogelijk zorg dragen voor een
bewoner. Om deze relatie tot stand te brengen is communicatie en contact tussen de
bewoner en professional nodig. Waarbij communicatie tevens een voorwaarde is om het
contact tot stand te kunnen brengen. In deze relatie spelen zowel de belevingswereld en
levensgeschiedenis van de bewoner als van de professional een grote rol, omdat de
professional communicatie en contact tot stand probeert te brengen door aan te sluiten bij de
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 17
belevingswereld en levensgeschiedenis van de bewoner. Hiervoor heeft de professional
belevingsgerichte kennis en vaardigheden nodig, de maieutische methodiek.
DiscussieEen sterk punt van dit onderzoek is dat hetzelfde onderzoek op drie verschillende locaties
plaatsgevonden heeft door drie verschillende onderzoekers. Hierdoor konden de gevonden
data met elkaar vergeleken worden en door middel van ‘peer-debriefing’ overlegd worden
welke codes en categorieën het beste overeenstemden met de ervaringen van de
respondenten. Het bleek dat eenvoudig tot consensus gekomen kon worden, omdat de
codes en categorieën eenduidig waren. Dit verhoogt de betrouwbaarheid en validiteit van het
onderzoek.
Het onderzoek kent ook een aantal beperkingen. Alleen interviews zijn afgenomen, er is niet
geobserveerd. De vraag hierbij is, doen de professionals ook wat ze zeggen. Onder de
respondenten zaten drie verpleegkundigen. Wil over deze groep iets gezegd kunnen worden,
dan zullen meer respondenten uit deze groep dienen te worden geselecteerd.
Een punt wat door alle geïnterviewden werd genoemd, was de invloed van randvoorwaarden
om een professionele zorgrelatie te kunnen opbouwen, wat ook naar voren komt in het
‘Person-centred nursing’ model van McCormack (McCormack & McCance, 2006).
Genoemde randvoorwaarden waren belevingsgerichte kennis en vaardigheden, zoals
reflectie, empathie, goed kunnen luisteren; bewonertoewijzing; voor een kleine groep
bewoners zorgen; het meedenken en het voorwaarden scheppen op de afdeling door het
management. De vraag is of dit inderdaad randvoorwaarden zijn. Door middel van dit
onderzoek was dit niet aantoonbaar, wat een beperking van dit onderzoek is.
Daarnaast wordt zowel probleemgestuurd als behoeftegestuurd gewerkt in de onderzochte
organisatie, waardoor bepaalde veranderingen naar behoeftegestuurd werken mogelijk
geremd kunnen worden. Dit kwam in de empirische gegevens naar voren in het
probleemgericht denken van sommige geïnterviewden.
Het onderzoek heeft verschillende implicaties voor de praktijk. Er zijn aanwijzingen dat de
methodiek voor de professionals een meerwaarde heeft in het ontwikkelen van een relatie
met de bewoner en het zich bewust worden van wat ze al deden en/of het ontwikkelen van
nieuwe manieren in het omgaan met een bewoner door reflectie. Een tweede meerwaarde is
dat de professional door de methodiek zijn handelen kan verwoorden en verantwoorden en
beter kan aansluiten bij de behoeften die de bewoner heeft, waardoor mogelijk de kwaliteit
van zorg verbeterd kan worden.
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 18
Conclusie en aanbevelingenIn dit onderzoek is gezocht naar een antwoord op de vraag op welke wijze verpleegkundigen
en verzorgenden, werkzaam in een verpleeghuis op een psychogeriatrische afdeling,
invulling geven aan de zorgverlening volgens de maieutische methodiek.
Hierbij kan als conclusie worden getrokken, dat een aantal overeenkomsten en verschillen
aanwezig zijn tussen de concepten uit het zingevingsmodel en de invulling die de
professionals geven aan de concepten. De overeenkomsten zijn de invulling van de
concepten zorgrelatie, creativiteit, contact en communicatie. Het eerste verschil is dat vanuit
de empirie blijkt dat de autonomie van de bewoner een belangrijke rol speelt in de
zorgrelatie, terwijl dit in het zingevingsmodel niet wordt genoemd, al komt dit wel terug in de
uitwerking en de manier waarop professionals gestimuleerd worden om rekening te houden
met de autonomie van de bewoner. Vanuit de empirie blijkt dat professionaliteit bestaat uit
vier categorieën creativiteit, keuzevrijheid, bewustwording en ontwikkeling in plaats van de
drie uit het zingevingsmodel contact, creativiteit en communicatie. Deze invulling van
autonomie en professionaliteit vanuit de empirie wordt tevens ondersteund vanuit de
literatuur, waardoor er voldoende aanwijzingen zijn om ze op te nemen in het
zingevingsmodel. Het laatste verschil betreft de rol van de familie in de communicatie. Deze
communicatie met de familie of mantelzorgers zou kunnen worden opgenomen in het
zingevingsmodel. Om dit goed te kunnen doen, zou verder kwalitatief en kwantitatief
onderzoek dienen plaats te vinden met betrekking tot de rol van familie of mantelzorger in de
zorg voor psychogeriatrische bewoners in het verpleeghuis.
Als laatste zou verder kwantitatief onderzoek plaats dienen te vinden naar de invloed van de
door de geïnterviewden mogelijke randvoorwaarden. Zijn er bijvoorbeeld verschillen
merkbaar in het kunnen opbouwen van een professionele zorgrelatie op een grote afdeling
en kleinschalig wonen.
Tevens kan als conclusie worden getrokken dat er aanwijzingen zijn dat het zorg verlenen
volgens de maieutische methodiek een meerwaarde heeft voor de professional op het
gebied van het opbouwen van een relatie met een bewoner, bewustwording, het verwoorden
en verantwoorden van zijn handelen en het beter aansluiten bij de behoeften van de
bewoner. Hierdoor kan mogelijk de kwaliteit van zorg verbeterd worden
Aanbevelingen voor de zorgpraktijk zijn het betrekken van andere disciplines in het hele
innovatieproces met betrekking tot het zingevingsmodel en de volledige implementatie van
het zingevingsmodel, zodat voorkomen kan worden dat verzorgenden en verpleegkundigen
op twee manieren moeten denken en werken zowel probleem als behoeftegestuurd. Een
tweede aanbeveling is het betrekken door de professionals van de familie in het opstellen
van de levensgeschiedenis voor de psychogeriatrische bewoner, omdat dit bijdraagt tot het
beter leren kennen van de bewoner en het herkennen van zijn gedragingen.
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 19
Referentielijst
ActiZ. Verantwoorde zorg: visie en verwezenlijking. Werken met het model Zorgleefplan.
Utrecht: ActiZ; 2006.
Baart, A. Normatief-reflectieve professionaliteit. Praktische humanistiek 1999; 8 (3): 94-113.
Bosch, CFM. Vertrouwdheid: verlangen, ervaren en creëren. De werkelijkheidsbeleving van
dementerende ouderen op psychogeriatrische verpleegafdelingen, een beschrijving van een
onderzoeksproces. Utrecht: Lemma BV; 1996.
CCMO (2004). Op 21-9-2007 ontleend aan http://www.ccmo.nl
Finnema E, Droes R, Ettema T, Ooms M, Adèr H, Ribbe M & Tilburg W van. The effect of
integrated emotion-oriented care versus usual care on elderly persons with dementia in the
nursing home and on nursing assistants: a randomized clinical trial. International Journal of
Geriatric Psychiatry 2005; 20 (4): 330-343.
Finnema E, Lange J de, Droës R, Ribbe M & Tilburg W van. Kwaliteit van verpleeghuiszorg.
Verandert de mening van familieleden na het invoeren van belevingsgerichte zorg?
Verpleegkunde 2003; 18 (2): 103-113.
Grypdonck M. Inleiding in de verplegingswetenschap. Handleiding ten behoeve van de
studenten van het schakelprogramma Master in de Verplegingswetenschap. Utrecht:
Universiteit Utrecht; 2006.
Holloway I & Wheeler S. Qualitative Research in Nursing. Oxford: Blackwell Science Ltd;
2004.
Jansen H. De kwalitatieve survey. Methodologische identiteit en systematiek van het meest
eenvoudige type kwalitatief onderzoek. Kwalon (2005); 10 (3): 15-34.
Kooij C van der. Zorgconcepten en organisatiemodellen. In Dekker MC, red.
Verpleeghuiszorg binnen nieuwe kaders. Lochem: De tijdstroom; 1988; 78-189.
Kooij C van der. Gewoon lief zijn? Het maieutisch zorgconcept en het invoeren van
geïntegreerde belevingsgerichte zorg op psychogeriatrische verpleeghuisafdelingen. Utrecht:
Lemma; 2003.
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 20
Kooij C van der. Een glimlach in het voorbijgaan. De ervarings-en belevingswereld van
verzorgenden in zingevend perspectief. Utrecht: All Print; 2004.
Kort H, Giesen F, Prinsen B, Peppel R, Veenvliet M & Zwart N. Belevingsgerichte
hulpverlening in de thuiszorgpraktijk. Utrecht: NIZW; 2002.
Maso I & Smaling A. Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Amsterdam: Boom; 1998.
McCormack B & McCance TV. Development of a framework for person-centred nursing.
Nursing theory and concept development or analysis. Journal of Advanced Nursing 2006; 56
(5): 472-479.
METC (z.j.). Op 21-9-2007 ontleend aan http://www.umcutrecht.nl/metc
Nolan MR, Davies S, Brown J, Keady J & Nolan J. Beyond 'person-centred' care: A new
vision for gerontological nursing. Practice development-Person-centred practice. Journal of
Clinical Nursing 2003; 13 (3a): 45-53.
Schoot T, Proot I, Meulen R ter & Witte L de. Recognition of client values as a basis for
tailored care: the view of Dutch expert patients and family caregivers. Scandinavian Journal
of Caring Sciences 2005; 19 (2): 169-176.
Verkooijen HEC, Elderhuis RM, Hamers JPH & Spreeuwenberg C. Vraaggestuurde zorg en
het patiëntenperspectief. Een literatuurstudie. Verpleegkunde 2003; 18 (1): 39-47.
Widdershoven G. Ethiek in de kliniek. Hedendaagse benaderingen in de gezondheidsethiek.
Maastricht: Boom; 2003.
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 21
BijlagenFiguur 1 Zingevingsmodel (Van der Kooij, 2004)
Figuur 2 Schematische weergave van de gevonden categorieën en subcategorieën
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008 22
Tabel 1 Methodische instrumenten (Van der Kooij, 2003)
Tabel 2 Selectie respondenten
Participant Leeftijd (jaren)
Geslacht Opleiding Functie Jaren ervaring
1 23 v VIG Eerst verantwoordelijke
verzorgende (EVV’er)
3
2 22 v VIG EVV’er 3
3 37 v Ziekenverzorging Verzorgende 18
4 34 v VIG/Verpleegkunde
niveau 4
Verpleegkundige,
EVV’er, avond-
weekendhoofd
12
5 31 v SPW 4+
deelkwalificaties
medicatie en
wondbehandeling
Woonbegeleider,
EVV’er en verzorgende
taken
9
6 48 v Bejaardenverzorgende Verzorgende 22
7 22 v SPW 3 Aktiviteitenbegeleidster
+ zorgtaken
2
8 45 v Verpleegkunde niveau
4
Verpleegkundige,
EVV’er
25
9 37 v Ziekenverzorging, Praktijkopleider, interne 21
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008
Observatieformulier: Een formulier dat vraagt naar de beleving van de bewoner
in het hier en nu en naar de communicatie en de beleving tijdens zorgsituaties.
Levensgeschiedenis: Met het verkrijgen van inzicht in de levensgeschiedenis
wordt beoogd dat professionals meer begrip krijgen voor het gedrag van
bewoners in het hier en nu.
Karakteristiek: Een hulpmiddel om de hele mens in beeld te krijgen en niet
alleen zijn problemen, stoornissen en handicaps.
Monodisciplinaire Zorgplan: Het zorgplan van verpleegkundigen en
verzorgenden.
Monodisciplinaire bewonerbespreking: Hierbij wordt met behulp van het
observatieformulier en de levensgeschiedenis de karakteristiek van een
bewoner, zijn zorgkaart en zorgplan gemaakt of geëvalueerd.
Multidisciplinaire overleg: Hierbij wordt als introductie over de bewoner als hele
mens gesproken. Daarna worden de aandachtspunten besproken die bij een
bewoner om een multidisciplinaire aanpak vragen.
23
managementopleiding,
opleiding interne
trainer IMOZ
trainer
10 48 v Verpleegkunde niveau
4, opleiding interne
trainer IMOZ
Verpleegkundige,
nachthoofd, interne
trainer
30
11 48 v Bejaardenverzorgende Verzorgende 22
12 60 v Ziekenverzorging Medewerker wonen en
welzijn, verzorgende
6
(herintreder)
Tabel 3 Topiclijst
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008
TopicsOp welke wijze bouw je met behulp van belevingsgericht werken aan een relatie met
de bewoner?
Welke rol speelt de levensgeschiedenis en de belevingswereld van de bewoner in
deze relatie?
Hoe krijg je inzicht in de levensgeschiedenis en belevingswereld van de bewoner?
Op welke wijze krijg je nu met behulp van belevingsgericht werken contact met de
bewoner?
Op welke momenten heb jij echt contact met de bewoner ervaren? (beschrijving
zowel verbaal als non-verbaal)
Op welke wijze communiceer je met behulp van belevingsgericht werken over de
bewoner? (karakteristiek, team, bewonersbespreking)
Hoe worden gegevens vastgelegd en verspreid in het team?
Hoe werk je door het gebruik van belevingsgericht werken aan jouw professionaliteit?
(creativiteit, ontwikkeling, keuzevrijheid etc.)
24
Tabel 4 Voorbeeld codeboom
Zinvolle zorg? Het zingevingsmodel nader bekeken. 11-7-2008
Zorgrelatie (hoofdcategorie) Levensgeschiedenis/belevingswereld professional (categorie) Levensgeschiedenis/belevingswereld bewoner (categorie) Verdiepen (subcategorie van levengeschiedenis/belevingswereld bewoner) In vivo codes: - levensgeschiedenis geeft verdieping, - behoeften, gewoonten en reacties leren begrijpen - Achtergrond kennen brengt verdieping in relatie bijv.. automonteur, tijd van helpen - levensgeschiedenis geeft duidelijkheid bijv. beroep, gewoonten - aansluiten bij (contact krijgen) - leren kennen van de bewoner op meerdere manieren - beter leren kennen van de bewoner - meer dingen zien - verdiepen in persoon, mens - betere zorg door kennen achtergrond - verdieping relatie wisselend - ieder zijn eigen verdieping Autonomie (categorie) Bewoner centraal stellen (subcategorie autonomie) Respecteren autonomie (subcategorie autonomie) wensen bewoner (subcategorie onder respecteren autonomie) In vivo codes: - wens bewoner wc, dan geen ondersteek geven - centraal stellen - aangeven gewoonte - tegemoet komen aan/ honoreren - niet willen-niet hoeven bijv. naar bed gaan, douchen - hoe aangekleed willen worden - bij voornaam genoemd willen worden
25