40
Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting Voortplanting Bron illustraties: VOB (Vereniging Onderwijs in de Biologie) – Vlieberg leergangen © Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1

Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Embed Size (px)

DESCRIPTION

cursus voortplanting chemiebjjjjlgyfdcfgcfdxdswds

Citation preview

Page 1: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Voortplanting

Bron illustraties: VOB (Vereniging Onderwijs in de Biologie) – Vlieberg leergangen

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

1

Page 2: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

1. INLEIDING

De voortplanting is een van de meest fundamentele eigenschappen van het leven.De ongeslachtelijke voortplanting is de meest primitieve. Zij is bij vele lagere organismen de enige voortplantingsvorm. Bij wat hoger ontwikkelde organismen ziet men vaak een afwisseling van ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting. Bij alle hogere organismen wordt de geslachtelijke voortplanting echter de algemene regel.Ongeslachtelijke voortplanting gebeurt bij de Protista en de bacteriën door gewone celdeling. Bij sommige hoger ontwikkelde organismen gebeurt zij door regeneratie of door knopvorming. Ongeslachtelijke voortplanting leidt in de regel tot nakomelingen met praktisch identieke eigenschappen als het moederorganisme. Dit veroorzaakt een kleinere kans op aanpassing bij het veroveren van nieuwe gebieden of bij veranderende omstandigheden. Bij de geslachtelijke voortplanting is er een voortdurend hercombineren van genetisch materiaal, waardoor meer kans op variatie bestaat.

De geslachtelijke vermenigvuldiging bestaat in essentie uit het versmelten van twee cellen. Gezien lichaamscellen 2n zijn, moet er dus eerst een reductiedeling optreden zodat twee haploïde cellen kunnen ontstaan.

2. VORMING VAN GAMETEN BIJ DE MENS

Bij hogere organismen treft men een sterke specialisatie van cellen aan. De meeste cellen gaan tijdens de ontwikkeling tot adult organisme door mitose vermeerderen om zo weefsels en organen te vormen. Deze cellen noemt men de somatische cellen.Daarnaast worden echter een aantal cellen apart gehouden waaruit voortplantingscellen of kiemcellen ontstaan .Bij hogere organismen komen de kiemcellen steeds terecht in speciale organen, de geslachtsklieren. Hierin worden deze kiemcellen, na het ondergaan van een reductiedeling of meiose, omgevormd tot haploïde gameten.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

2

Page 3: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

3. HET MANNELIJK STELSEL

3.1. BOUW EN FUNCTIE

Het mannelijk stelsel

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

3

Page 4: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Teelbal en bijbal: (z) zaadleider, (bb) bijbal, (zb) zaadbuisjes, (t) teelbal

In de balzak liggen de twee teelballen of testes en de bijballen.

Een testis ( teelbal, testikel) is een klier waarin de zaadcellen of spermatozoïden gevormd worden. Deze spermavormende klier is door bindweefselschotten verdeeld in compartimenten (zaadbuisjes). In de wand van deze sterk kronkelende zaadbuisjes zitten de kiemcellen die zich ontwikkelen tot zaadcellen. Het hele netwerk van buisjes in de teelbal is voorzien van trilharen die samen met vocht zorgen voor het transport van zaadcellen naar de bijbal. Tussen de zaadkanaaltjes liggen cellen van Leydig voor de productie van het hormoon testosteron.

De bijbal doet dienst als opslagplaats voor de zaadcellen, produceert een deel van de zaadvloeistof en laat de zaadcellen verder rijpen. De bijbal is gelegen op en achter de testis en bestaat eveneens uit gekronkelde buisjes die een compacte massa vormen

De balzak of scrotum hangt buiten het lichaam omdat de zaadcellen niet normaal kunnen ontwikkelen bij een normale lichaamstemperatuur. Vanuit de bijballen vertrekken de twee zaadleiders.

De zaadleider bezit een sterk gespierde wand die door peristaltiek een snel transport van de zaadcellen mogelijk maakt. De zaadleider is gespierd en vormt met zenuwen en bloedvaten de zaadstreng.

Penis: uitwendig copulatieorgaan en bestaat uit de urinebuis omgeven door zwellichamen. De penis eindigt in een verbreding, de eikel genoemd waarover een verschuifbare huid ligt: de voorhuid. Door eikel en voorhuid wordt smeerstof geproduceerd: smegma. De zwellichamen bestaan uit sponsachtig weefsel waarvan de holten met bloed kunnen gevuld worden.De penis zorgt voor het afvoeren van de urine en het sperma. Enkel bij een penis in erectie kunnen de zaadcellen samen met de zaadvloeistof van de prostaatklier en de zaadblaasjes via de urinebuis uitgestoten worden. Twee zwellichamen rond de urinebuis kunnen met bloed gevuld worden waardoor de penis hard en stijf wordt. De voorhuid rond de eikel schuift hierdoor weg.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

4

Page 5: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Zaadblaasjes: er zijn 2 gekronkelde zaadblaasjes die in de zaadleider uitmonden; ze vormen een groot gedeelte van het zaadvocht dat de zaadcellen voedt.

De prostaat is een bolvormige klier aan het begin van de urinebuis. De prostaat bestaat uit klierweefsel. De afscheiding van de prostaat zou de zaadcellen activeren en de prostaat sluit de urinetoevoer af als er een zaaduitstorting gaat gebeuren.Ontsteking en minder soepel worden van de prostaat zal zaadlozing en urineren bemoeilijken.

De klieren van Cowper monden uit in de urinebuis en leveren een deel van het zaadvocht (neutraliseert het urinezuur).

3.2. VORMING VAN DE ZAADCELLEN OF SPERMATOGENESE

Tijdens de vermenigvuldigingsfase gaan de kiemcellen (= spermatogoniën) die in de wand van de zaadbuisjes zitten, via een reeks mitotische delingen voortdurend in aantal toenemen.Vanaf de puberteit nemen deze spermatogoniën in volume toe en vormen de primaire spermatocyten. Dit is de groeifase.Vervolgens wordt door de eerste deling van de meiose het aantal chromosomen gehalveerd, waardoor de secundaire spermatocyten ontstaan. Deze secundaire spermatocyten gaan onmiddellijk via de tweede meiotische deling over in de spermatiden.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

5

Page 6: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Vorming van de zaadcellen: spermatogenese

In een volgende fase ontstaan uit de bolvormige spermatiden langwerpige spermatozoïden of zaadcellen. Deze differentiatie is de eigenlijke spermatogenese.Tijdens dit hele proces, dat ongeveer 4 maanden duurt, verschuift de 'zaadcel' van de wand naar het lumen (holte) van het zaadbuisje toe.Een rijpe zaadcel heeft een hele reeks veranderingen ondergaan. Ze is omgevormd tot een beweeglijke cel met een kop, middenstuk en staart. Tijdens vorming en rijping worden spermacellen beschermd en gevoed door speciale voedstercellen: cellen van Sertoli (anders worden ze geëlimineerd als indringers).

In de puntige kop zit de kern met het erfelijk materiaal en een acrosomaal blaasje. Dit acrosoom is een vacuole gevuld met enzymen die zorgen voor het doorboren van de wand van de eicel.De rest van het cytoplasma wordt als restlichaampje afgesnoerd. De twee centriolen zitten in de hals en vormen de basis voor de zweepstaart. De staart zorgt met zijn golvende beweging voor de voortbeweging. De mitochondriën, die de nodige energie moeten leveren, liggen geordend in het middenstuk.Bij de man bestaat slechts 5% van de zaadvloeistof uit materiaal afkomstig van de testes. Zowat 20% is afkomstig van excreties van de prostaatklier en 75% van de zaadblaasjes.Deze beide excreties vormen tijdens de ejaculatie de zaadvloeistof die door contracties van de respectievelijke klieren uitgestoten wordt. De zaadvloeistof wordt op die manier gemengd met de zaadcellen afkomstig van de testes. De zaadvloeistof zorgt naast de nodige voedingsstoffen voor de activiteit van de zaadcellen ook voor bescherming tegen de zure omgeving in de vagina. De zaadcellen blijven gemiddeld een dag of 5 leven.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

6

Page 7: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Onder speciale omstandigheden kunnen zaadcellen echter lang bewaard worden en hun vruchtbaarheid behouden. Dit leidde tot het opstellen van zaadbanken.

De zaadcel: (k) kop, (a) acrosoom, (c) celkern, (m) mitochondria, (ms) middenstuk, (s) staart, (r) restlichaampje

3.3. HORMONALE REGELING

Tijdens de puberteit gaat de hypofyse de activiteit van de geslachtsklieren of gonaden stimuleren door de aanmaak van gonadotrofe hormonen: het Follikel-Stimulerend Hormoon (FSH) en het Luteïniserend Hormoon (LH). Het LH zorgt voor de productie van testosteron. Testosteron is het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon. De productie van testosteron gebeurt in speciale cellen (Leydigcellen) die in het bindweefsel tussen de zaadbuisjes van de teelbal liggen.Het FSH zet, samen met testosteron de kiemcellen aan tot rijping waardoor zaadcellen gevormd worden.Testosteron ligt tevens aan de basis van de secundaire mannelijke geslachtskenmerken zoals lagere stem; beharing oksels, schaamstreek en gelaat; versterking spieren, ...

SAMENVATTING

In de teelballen (testes) worden vanaf de puberteit de zaadcellen (spermatozoa) door meiose gevormd. De zaadcellen zijn sterk gedifferentieerde cellen met een puntige kop en een lange staart. Het overgrote deel van het sperma bestaat uit vloeistof afkomstig van het zaad-blaasje en de prostaatklier. Onder invloed van het LH wordt testosteron gevormd dat de zaadcellen doet rijpen en zorgt voor de secundaire geslachtskenmerken.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

7

Page 8: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

4. HET VROUWELIJK STELSEL

4.1. BOUW EN FUNCTIE

ovaria of eierstokken

Twee relatief kleine eierstokken of ovaria (boonvormig en 3 cm doorsnede) staan in voor de productie van de eicellen. Men vindt er follikels in terug. In een follikel ontstaat de moedercel van de eicel (oöcyt). Een follikel is een oöcyt omgeven door een groot aantal kleinere begeleidende cellen. De eierstokken hangen met bindweefselstrengen vast aan het bekken. Op een microscopisch preparaat zijn de verschillende fases van de rijpende follikels duidelijk zichtbaar vanaf de puberteit. De ovaria bevatten ook cellen voor hormoonproductie.

eileider

Wanneer een follikel rijp is (follikel van De Graaf genoemd) barst die open en komt de vrijgekomen cel (oöcyt) in de trechter van de eileider terecht. Deze trechter is voorzien van een aantal beweeglijke vingerachtige uitstulpingen die de cel (secundaire oöcyt) opvangen. De wand van de eileider bevat kring- en lengtespieren, die aan de binnenkant bekleed is met een slijmvlieslaag met trilharen (om de eicel naar de baarmoeder of uterus te brengen). Een eventuele bevruchting gebeurt in de eileider.

baarmoeder of uterus

De baarmoeder is in feite een sterke dwarsgestreepte spier, aan de binnenzijde bekleed met een slijmvlies. Naar beneden toe versmalt de baarmoeder in een baarmoederhals (cervix) die afgesloten wordt door een slijmprop. Kliertjes in de baarmoederhals scheiden vocht af dat melkzuur bevat (maakt schede zuur en dat beschermt tegen ziektekiemen).

vagina

De vagina is een buisvormige schede van ongeveer 10 cm lang met huidplooien en bekleed met een slijmvlies. Dit slijmvliesepitheel bevat veel glycogeen en daarop leven bacteriën die glycogeen afbreken tot melkzuur. De meeste andere bacteriën kunnen niet goed tegen een zuur milieu zodat die melkzuurbacteriën een bescherming vormen tegen ziekteverwekkende bacteriën.Aanvankelijk wordt de schede gedeeltelijk afgesloten door het maagdenvlies (hymen).In tegenstelling tot het mannelijk stelsel, ligt het vrouwelijk stelsel bijna volledig in de buikholte.

schaamlippen

De kleine en grote schaamlippen die de clitoris omgeven, vormen de uitwendige geslachtsorganen. Het zijn in feite huidplooien. Ze bevatten slijmklieren aan de binnenkant.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

8

Page 9: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

clitoris

De clitoris of kittelaar die evenals de eikel erg gevoelig is, bestaat ook uit een sponsachtig zwellichaam dat met bloed gevuld kan worden. Deze is gelegen waar de kleine schaamlippen vooraan samenkomen.

venusheuvel

Venusheuvel: behaard.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

9

Page 10: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Het vrouwelijk stelsel

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

10

Page 11: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

4.2. VORMING VAN DE EICELLEN OF OÖGENESE

De oögenese verloopt grotendeels parallel aan de spermatogenese. Reeds voor de geboorte zijn de kiemcellen of de oöcyten waaruit de eicellen zullen ontstaan aanwezig.(+/– 5 miljoen) Dit in tegenstelling tot de spermatogenese die zich volledig voltrekt na de geboorte.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

11

Page 12: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Reeds voor de geboorte ontwikkelen zich de primaire oöcyten uit de oögoniën..Wanneer een follikel rijp is (Graafse follikel), is de eerste meiotische deling voltooid.Bij de eerste meiotische deling ontstaan er uit elke primaire oöcyt één secundaire oöcyt en één poollichaampje. Ze bevatten elk de helft van het aantal chromosomen. Alleen de secundaire oöcyt (oöcyt II) ontvangt ongeveer al het cytoplasma. Deze secundaire oöcyt wordt door de trechter van de eileider opgevangen bij de eisprong of ovulatie. Deze secundaire oöcyt splitst tijdens de 2 meiotische deling nog eens in een tweede poollichaampje en de eigenlijke rijpe eicel. De tweede meiotische deling gaat slechts door bij bevruchting. Deze laatste stappen van de oögenese spelen zich af in de eileider.De periode waarin de primaire oöcyt zich ontwikkelt tot rijpe eicel, noemt men de rijpingsfase. (Vaak noemt men de secundaire oöcyt ook reeds eicel.)Tijdens de rijpingsfase gaat de oöcyt omgeven worden door een steeds groter aantal voedingscellen of follikelcellen. Een groot deel van deze follikelcellen blijft na de eisprong in de eierstok achter en uit restanten van de follikel ontstaat een hormoonproducerend orgaantje, genoemd het gele lichaam of corpus luteum.

Vorming van de eicellen: oögenese

4.3. DE MENSTRUELE CYCLUS

De cyclus wordt door de eisprong in twee duidelijke fasen gescheiden.

De eerste dag van de menstruatie (van de bloeding) wordt beschouwd als de eerste dag van de cyclus.

Tot aan de eisprong gaan de follikels in de eierstok rijpen. Deze 'folliculaire' fase wordt beïnvloed door het centrale zenuwstelsel en duurt normaal twee weken. Sterke emotionele wijzigingen en stress (vb. in gevangenissen) kunnen deze periode weken, maanden en soms jaren laten duren.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

12

Page 13: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

In tegenstelling tot de folliculaire fase is de tweede fase (corpus luteumfase) zeer constant (14 dagen). De eisprong of ovulatie gebeurt dus altijd 14 dagen voor de volgende menstruatie.

Zodra een secundaire oöcyt een eisprong ondergaat, blijft ze maximaal 24 uur leefbaar. Indien ze niet bevrucht wordt, sterft ze af en wordt tijdens de menstruatie samen met het baarmoederslijm afgevoerd.

Terwijl de oöcyt rijpt in de eierstok gaat een dikke slijmlaag gevormd worden in de baarmoeder. In dit slijm worden reservestoffen onder de vorm van glycogeen opgestapeld. Indien de eicel bevrucht is, gaat ze zich in het slijm innestelen en gebruikt ze dit glycogeen als voedsel. De volledige menstruele cyclus staat onder controle van het zenuwstelsel. Via een reeks hormonen wordt alles geregeld.

4.4. HORMONALE REGELING

Vanaf de puberteit gaat de hypofyse onder invloed van hormonen van de hypothalamus de eierstok- en baarmoedercyclus regelen.Zowel de hypothalamus als de hypofyse zijn gevoelig voor hormonen (oestrogeen en progesteron) die in de eierstok geproduceerd worden. In feite meten ze de concentratie van beide hormonen en bepalen wat er verder gaat gebeuren. Indien er geen toekomstige eicel aan het rijpen is en de concentratie aan vrouwelijke hormonen laag is, gaat de hypothalamus de hypofyse stimuleren met de productie van het hormoon Gonadotrophine Releasing Factor (GRF). De hypofyse reageert op deze prikkeling met de vrijstelling van het Follikel-Stimulerend Hormoon (FSH).Het bloed transporteert het FSH naar de eierstok en een aantal 'rustende' follikels beginnen te rijpen. Tegelijk gaan de voedingscellen (follikelcellen) rond de oöcyt ( toekomstige eicel) sterk in aantal toenemen en scheiden deze follikelcellen vocht af (follikelvocht). Het vocht vloeit samen en doet een holte ontstaan binnen de follikel. Hierdoor wordt de follikel alsmaar groter en gaat hij uitpuilen. De toekomstige eicel bevindt zich in de follikel.

Rond de oöcyt (toekomstige eicel) wordt een beschermend vlies gevormd, het glasvlies (glashuid) of zona pellucida. Rond de glashuid zit een dikke laag follikelcellen die na de eisprong de corona radiata zullen vormen.

In het follikelvocht zit het eerste vrouwelijke geslachtshormoon, het oestrogeen. Zodra de toekomstige eicel dus rijpt, stijgt de concentratie aan oestrogeen in het bloed en wordt de afscheiding van het FSH geremd. Dit is een voorbeeld van negatieve terugkoppeling: bij een lage oestrogeenconcentratie komt er veel FSH vrij, bij een hoog oestrogeengehalte wordt de FSH afscheiding afgeremd. De blijvende FSH productie zorgt er voor dat de eicel verder rijpt. Tegelijk stimuleert oestrogeen de vorming van het luteïniseringshormoon of LH (positieve feed-back). De hormonen FSH en LH samen zorgen voor de verdere rijping van de follikel en de eisprong. De eerste deling van de meiose vindt plaats tijdens de eisprong zelf. De tweede meiotische deling gebeurt alleen maar als er bevruchting is.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

13

Page 14: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Na de eisprong blijft er in de eierstok een geel lichaam (corpus luteum) achter. Dit geel lichaam gaat het tweede vrouwelijke geslachtshormoon, het progesteron, produceren. Progesteron remt de afscheiding van FSH en LH door de hypofyse.Indien de secundaire oöcyt binnen de 24 uur bevrucht wordt, gaat ze over tot de productie van het ChorionGonadoTrofine (CGT). Hierdoor gaat de hypofyse door met de productie van LH. Het geel lichaam wordt in stand gehouden en dus ook de progesteronafscheiding.Indien de eicel (eigenlijk secundaire oöcyt) niet bevrucht wordt, gaat het geel lichaam verschrompelen en valt de oestrogeen- en progesteronproductie stil. De concentratie van beide hormonen daalt, waardoor de cyclus opnieuw kan beginnen.

Ook op de structuur van de baarmoederwand hebben beide vrouwelijke geslachtshormonen een belangrijke invloed. Een stijgende oestrogeenconcentratie stimuleert de groei van het baarmoederslijmvlies. De slijmlaag neemt in omvang sterk toe en bereikt een maximale dikte rond de 14 dag, dus bij de ovulatie.

Verloop van de hormoonconcentraties in het bloed: (o) oestrogeen, (p) progesteron, (LH) Luteïniserend hormoon, (FSH) Follikel-Stimulerend hormoon, (m) menstruatie

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

14

Page 15: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Het progesteron, ook wel zwangerschapshormoon genoemd, zorgt voor de opstapeling van glycogeen in de slijmlaag. Dit glycogeen dient als voedsel voor het eitje dat zich innestelt in de slijmlaag.

Beide hormonen veranderen de samenstelling van de slijmprop die de baarmoederhals afsluit. In normale omstandigheden is deze slijmprop vrij stevig zodat de zaadcellen tegengehouden worden.Onder invloed van de stijgende oestrogeenconcentratie, tijdens de rijping van de eicel, wordt het slijm vloeibaarder. Een viertal dagen voor de eisprong is het slijm vloeibaar genoeg zodat de zaadcellen door kunnen. Na de eisprong gaat de slijmprop onder invloed van het progesteron terug stevig worden.Ook de secundaire geslachtskenmerken zoals de ontwikkeling van de borstklieren, haargroei in de oksels en schaamstreek en vetopstapeling ter hoogte van de heupen zijn een gevolg van het oestrogeen dat vanaf de puberteit in het bloed komt.

SAMENVATTING

Vanaf de puberteit gaat er maandelijks één eicel volledig rijpen in de eierstok (ovarium). Na de eisprong (ovulatie) wordt de eicel door de eileider naar de baarmoeder (uterus) getranporteerd. Het slijmvlies van de baarmoeder vormt tijdens de rijping van de eicel een dikke slijmlaag waarin de bevruchte eicel zich optimaal kan innestelen. Indien er geen bevruchting is, wordt de eicel samen met de slijmlaag afgevoerd tijdens de menstruatie. De hypofyse regelt met het FSH en het LH de hele cyclus. Onder invloed van het FSH gaan eicellen rijpen en wordt er oestrogeen geproduceerd. Dit oestrogeen stimuleert de aangroei van het baarmoederslijmvlies. Het LH zorgt rond de 14 dag voor de eisprong waardoor het geel lichaam (corpus luteum) achter blijft in de eierstok. Dit geel lichaam produceert progesteron dat zorgt voor de opstapeling van glycogeen in de slijmlaag van de baarmoeder.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

15

Page 16: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

5. BEVRUCHTING EN VERDERE ONTWIKKELING

5.1. BEVRUCHTING

Wanneer de eicel na de eisprong vrij komt, moet ze binnen de 24 uur bevrucht worden. De zaadcellen die bij de zaadlozing vrijkomen, beginnen onmiddellijk aan de lange reis. Alleen de sterkste en snelste zaadcellen zullen in de buurt van de eicel geraken. Ze moeten hiervoor tegen de stroom in door het slijm van baarmoederhals, baarmoeder en eileider zwemmen. Een andere hinderpaal is de zuurtegraad van de vagina. Die is zo zuur dat de spermacellen zonder de beschermende (buffer)vloeistof van de prostaatklier zouden afsterven. De baarmoeder is normaal afgesloten door een slijmprop, maar op bepaalde dagen in de vruchtbare periode vormen zich hierin nauwe kanaaltjes waarlangs de zaadcellen de baarmoeder kunnen binnendringen. Makkelijk gaat dat niet zodat de gebrekkige en onrijpe zaadcellen niet door de filter geraken en worden tegengehouden. Een 500-tal zaadcellen zullen uiteindelijk de 20 cm lange tocht overleven. Slechts één zaadcel zorgt voor de bevruchting van de eicel.

De zaadcellen proberen met zijn allen de eicel binnen te dringen. De acrosoom van iedere spermacel bevat een enzym dat de membraan van de eicel aantast en oplost. Zodra een spermacel de glashuid doorboord heeft en de eicel binnendringt, krimpt de eicel iets in en ontstaat er een vloeistof tussen de eicel en de glashuid. Dat noemen we de schorsreactie. Vanaf dit ogenblik wordt op een nog ongekende manier het binnendringen van andere zaadcellen verhinderd.

Zaadcel

Ondertussen is de tweede meiotische deling van de oöcyt volledig afgewerkt en kunnen de twee haploïde sets chromosomen versmelten. Hierdoor ontstaat een nieuwe unieke combinatie erfelijk materiaal. De bevruchte eicel, zygote genoemd, is diploïd en heeft opnieuw 46 chromosomen.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

16

Page 17: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Bevruchting

Zodra zaad- en eicel samengesmolten zijn, staat vast welke eigenschappen het nieuwe organisme zal hebben. Ook het geslacht is al bepaald. Vermits een zaadcel haploïd is, bezit ze ofwel een X-chromosoom ofwel een Y-chromosoom. De haploïde eicel heeft steeds een X-chromosoom. Het geslacht is dus volledig afhankelijk van het geslachtschromosoom van de zaadcel.

5.2. ONTWIKKELING

Eerste week

Terwijl de zygote door de trilharen in de eileider langzaam naar de baarmoeder geduwd wordt, begint ze aan de klievingsdelingen. Dit zijn gewone mitotische delingen die men klievingsdelingen noemt omdat ze in de zygote als groeven zichtbaar worden. Na ongeveer 30 uur zijn 2 nieuwe cellen ontstaan, de blastomeren. Wanneer deze twee cellen loskomen, kunnen ze elk uitgroeien en ontstaat een één-eiigige tweeling. De eerste drie dagen brengt de jonge kiem al delend door in de eileider. Dit kogelvormig klompje cellen noemt men morula omdat het op een moerbei (= morula) gelijkt.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

17

Page 18: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

De kiem komt als morula in de baarmoeder terecht.Zolang de delende zygote zich in de eileider bevindt, blijft het glasvlies behouden waardoor er nog geen volumetoename is.Vanaf de vierde dag verdwijnt het glasvlies en dringt er vocht in de morula binnen. Hierdoor ontstaat een hol blaasje, de blastula. Deze blastula bestaat uit twee groepen cellen. De buitenste laag die het hele blaasje omringt vormt de trofoblast. Dit zijn voedende cellen die zich ontwikkelen tot de vlokkenhuid (chorion). Samen met de slijmlaag van de baarmoeder vormen ze later de placenta of moederkoek.

Klievingsdelingen tot blastulastadium: 1. eisprong, 2. bevruchting, 3. tweecellig stadium, 4 en 5. morula, 6. blastula, 7. innesteling

Aan een pool van de blastula ligt een klompje cellen waaruit het embryo zal ontstaan. Dit is de embryonale knop of kiemknop.

Blastula: (k) kiemknop, (t) trofoblast

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

18

Page 19: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Tweede week

Vanaf de achtste dag begint de innesteling van het toekomstige embryo in het baarmoederslijmvlies. De trofoblast vormt nieuwe cellen die als vlokken tussen het slijmvlies liggen. Zij zullen zorgen voor de vasthechting van het embryo. De steeds groeiende vlokken doorboren de verwijde bloedvaten in de baarmoederwand. Vaak treedt er dan een kleine bloeding (= innestelingsbloeding) op. Hierdoor ontstaan met bloed gevulde inhammen. Via de dunne wand van de voedingscellen kunnen de nodige voedings- en afvalstoffen uitgewisseld worden. Ook de zuurstofvoorziening gebeurt op die manier.

Tweebladige kiemschijf: (s) slijmvlies, (t) trofoblast, (a) amnionholte, (ec) ectoderm, (en) endoderm

Ook in de embryonale knop gaan de cellen delen en verschuiven zodat er twee lagen ontstaan. Dit zijn de kiembladen. Het buitenste kiemblad of ectoderm ligt tegen de voedingscellen. Het binnenste kiemblad of endoderm ligt naar de blastulaholte gekeerd.

Derde week

Tussen ectoderm en endoderm ontstaat het derde kiemblad, het mesoderm. De drie kiembladen samen vormen een embryonale plaat waaruit het eigenlijke embryo zal ontstaan. De embryonale plaat blijft met voedingscellen verbonden door een hechtsteel, die later de navelstreng zal vormen. Ieder kiemblad gaat in de volgende weken andere weefsels vormen:

ectoderm: zenuwstelsel, zintuigcellen voor oor en neus, huid met haaraanzet, hypofyse, melkklieren, zweetklieren;

mesoderm: spieren, skelet, transportstelsel (bloed en lymfe), urogenitaal stelsel;

endoderm:spijsverteringsstelsel met klieren (o.a. lever, alvleesklier), ademhalingsstelsel.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

19

Page 20: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Driebladige kiem: (s) slijmvlies, (a) amnionholte, (k) kiemplaat, (d) dooierzak, (b) blastulaholte

Tegelijkertijd heeft zich een spleet gevormd boven het ectoderm, de amnionholte. Deze holte wordt voortdurend groter en gaat het hele embryo omgeven. Het amnionvlies, een van de vruchtvliezen, produceert vruchtwater dat vooral dient als bescherming.

De reeds gevormde chorionvlokken groeien verder uit en worden sterk doorbloed. De moederkoek neemt in omvang toe en zorgt voor de nodige uitwisseling van stoffen. Sommige toxische stoffen zoals alcohol kunnen doorgegeven worden. Zowel de moeder als het embryo hebben een afzonderlijke bloedsomloop, die beide in tegengestelde richting stromen. Hierdoor wordt diffusie van stoffen bevorderd.

Cellen uit de endodermlaag gaan uitgroeien tot een dooierzak.De dooierzak dient voor de bloedvorming en stofwisseling voordat de echte organen ontstaan zijn, daarna kwijnt hij weg. Hij vormt door afsnoering de oerdarm waarin later de mond en anus ontstaan.Uit de dooierzak ontwikkelt de allantois. Dit is een kleine uitstulping die in de hechtsteel uitgroeit. Bij de mens blijven dooierzak en allantois rudimentair aanwezig.

In het embryo ontwikkelt de chorda. Dit is een elastische buis die het lichaam ondersteunt en de aanleg van het centrale zenuwstelsel (= neurale buis) beschermt. Ze is de voorloper van de wervelkolom en ligt boven de darm maar onder de neurale buis.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

20

Page 21: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Vierde week

Het embryo bereikt nu het stadium van snelste groei en verandering.De onmiskenbare vorm is de aanzet tot een relatief groot hoofd waarin zich de hersenen ontwikkelen. Ook de aanleg van oren, ogen en neus is herkenbaar.Op de romp zijn de eerste knopvormige verdikkingen zichtbaar die de ledematen gaan vormen.In de primitieve bloedsomloop begint het hartje te kloppen.De eerste vier weken na de bevruchting lijkt het embryo sterk op andere gewervelde dieren, zeker omdat tussen hoofd en romp de aanleg van kieuwspleten zichtbaar wordt (bij de mens krijgen ze echter geen functie).

Tweede maand

In de loop van de tweede maand gaan de organen ontwikkelen. Men spreekt van organogenese. De verschillende organen gaan hun functie al gedeeltelijk uitoefenen.Het hart bijvoorbeeld gaat sneller slaan. Armen, benen en gezicht hebben een duidelijke vorm gekregen. In deze periode van snelle groei is het embryo bijzonder gevoelig voor schadelijke invloeden (bv. tabak, alcohol, medicijnen). Vaak kan dit leiden tot misvormingen en/of miskramen.

Ingenesteld embryo: (p) placenta, (n) navelstreng, (v) vruchtwater, (f) foetus, (a) amnion

Derde maand

Alle organen zijn aangemaakt. Het gezicht heeft ogen, oren, neus en mond; de armen hebben handen met vingers, de benen voeten met tenen.Het embryo is nu uitgegroeid tot een foetus, een miniatuur mensje van ongeveer 8 cm met een gewicht tussen 10 en 45 gram.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

21

Page 22: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Vierde maand

Het geslacht van de foetus wordt zichtbaar. De organogenese is voltooid, de groeiperiode begint.De foetus leert zijn spieren gebruiken. Ook de ademhaling wordt getraind. Omdat de longblaasjes nog niet ontplooid zijn, komt er niet veel vruchtwater binnen. De zuurstofvoorziening verloopt via de navelstreng en de placenta.De foetus zweeft vrij rond in het vruchtwater dat schokken opvangt en de temperatuur regelt.

Vanaf de vijfde maand kan de moeder de bewegingen van de foetus voelen. In de loop van de zesde maand opent de foetus zijn ogen. Het gehoor is al goed ontwikkeld.Gedurende de laatste maanden moet de foetus enkel nog groeien. Hij ontwikkelt zijn eigen slaap- en waakritme.

6. Geboorte

Ongeveer 40 weken na de bevruchting is de foetus voldragen. Meestal is hij reeds ingedaald. Dit is vaak een gevolg van voorweeën tijdens de laatste weken van de zwangerschap. De buik voelt tijdens die weeën hard aan. Weeën zijn samen-trekkingen van de baarmoederspieren.

Naar het einde van de zwangerschap zal de foetus een hormoon afscheiden waardoor de placenta veel minder progesteron zal afscheiden en meer oestrogeen. Progesteron oefende een remmende werking uit op de spiercontracties in de baarmoeder. Hierdoor kunnen er weeën optreden. Onder impuls van de weeën en van de verhoogde oestrogeenafscheiding vormt de hypofyse het hormoon oxytocine, dat stimulerend inwerkt op de spiercontracties. Ook andere hormonen spelen een rol ( prostanglandines)Kort voor de geboorte nemen de weeën in frequentie en hevigheid toe. De ritmische weeën met regelmatige tussenpozen van 5 tot 15 minuten zorgen voor de ontsluiting (uitrekking) van de baarmoederhals.De ontsluiting is het eerste stadium. De vruchtvliezen scheuren en het vruchtwater vloeit weg waardoor de geboortegang nog eens extra gesmeerd wordt. Bij ongeveer 10 cm opening van de baarmoederhals laat men de vrouw mee persen. De ontsluitingsweeën gaan over in persweeën als het baringskanaal helemaal geopend is. De uitdrijvingsfase begint dan. Met het hoofdje vooraan wordt het kind naar buiten gedreven. De navelstreng wordt afgebonden en doorgeknipt.Nu volgt de nageboorte: uitdrijven van navelstreng en placenta en vruchtvliezen. Hierdoor verdwijnt ook de negatieve feedback op de hypofyse ( FSH, LH en prolactine kunnen opnieuw gevormd worden). De vergrote baarmoeder krijgt haar oorspronkelijke vorm langzaam terug door naweeën.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

22

Page 23: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Geboorte

Met het wegvallen van de placenta treedt er een plotse daling van het oestrogeen - en progesterongehalte op. De hypofyse gaat met het hormoon prolactine de melkproductie op gang brengen. Onder invloed van het zuigen komt via een reflex de melkstroom op gang. De eerste melk (colostrum) is met zijn grote hoeveelheid antistoffen belangrijk voor de natuurlijke afweer van de baby. De melk verandert tijdens de borstvoedingsperiode van samenstelling, aangepast aan de behoefte van de baby.

SAMENVATTING

Slechts één zaadcel gaat de eicel binnen 24 uur na de eisprong kunnen bevruchten. Zodra beide kernen versmolten zijn begint de zygote reeds in de eileider aan de eerste klievingsdelingen. Na ongeveer 5 dagen is er een morula gevormd die in de baarmoeder terecht komt.De cellen van de morula nemen water en voedingsstoffen op uit de omgeving. De jonge kiem krijgt daardoor het uitzicht van een blaasje: de blastula. De wand ervan is de trofoblast en deze zal instaan voor de innesteling. De andere cellen van de blastula vormen de embryonale knop, waaruit later het embryo gevormd wordt. De embryonale knop groeit uit en de kiembladen ontstaan:ectoderm, mesoderm en endoderm. Uit deze kiembladen ontstaan dan de organen. In de loop van de tweede en derde maand ontstaan alle organen en krijgt het embryo een duidelijk menselijke vorm, men spreekt van een foetus. Vanaf de vierde maand wordt het geslacht zichtbaar. De wand van de oorspronkelijk blastula groeit uit tot het eerste vruchtvlies. De wand van een tweede holte ontstaan in het ectoderm, het amnion vormt het tweede vruchtvlies. Op die wijze ontstaat een waterbel. De foetus zwemt in het vruchtwater en haalt zijn voedsel en zuurstof via de navelstreng uit de placenta. Na ongeveer 40 weken zorgen weeën voor het breken van de vliezen en de geboorte van de baby.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

23

Page 24: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

7. GEBOORTEREGELING

Een coïtus of geslachtsgemeenschap leidt niet noodzakelijk tot een zwangerschap.Geboorteregeling of vruchtbaarheidsbeheersing is erop gericht het aantal geboorten te beperken of te spreiden in de tijd.Veelgebruikte voorbehoedsmiddelen zijn: het condoom, het vrouwencondoom, de pil, de prikpil, de pleisterpil, het koperspiraaltje, het hormoonspiraaltje, het pessarium, implanon en de nuvaring..Er zijn ook natuurlijke methoden van geboorteregeling, zoals de kalendermethode, de Billingsmethode, de temperatuursmethode en de terugtrekmethode, maar deze zijn allemaal uiterst onbetrouwbaar. Een combinatie van alle natuurlijke methoden kan aangewezen zijn om de betrouwbaarheid te vergroten.Zaaddodende middelen kunnen als aanvulling op een voorbehoedsmiddel worden gebruikt.Vermits geen enkele methode 100% betrouwbaar is, heeft men een zwangerschaps-cijfer (zc) ingevoerd. Dit cijfer geeft aan hoe groot de kans op een zwangerschap is bij gebruik van een bepaalde methode.Bv. zc = 80% zonder geboorteregeling: d.w.z. indien 100 koppels gedurende 1 jaar samenleven, worden 80 vrouwen zwanger.

7.1. “NATUURLIJKE” CONTRACEPTIE

Al in de oudheid werd de coïtus interruptus (onderbreken van de geslachtsgemeen-schap) toegepast. Dit is een onbetrouwbare methode.Inzicht in het verloop van een cyclus kan helpen uitmaken wanneer er kans is op een zwangerschap.Om te voorkomen dat een eicel bevrucht wordt, moet men ofwel zorgen dat er geen zaadcellen bij de eicel geraken ofwel verhinderen dat een eicel vrijkomt uit de eierstok. Dit gebeurt respectievelijk door periodieke onthouding en mechanische middelen of door toedienen van hormonen.

Periodieke onthouding

De periodieke onthouding is in feite een biologische methode die berust op onthouding van geslachtsgemeenschap tijdens de periode waarin de vrouw vruchtbaar is. Hiervoor bepaalt men de begin- en einddag van de vruchtbare periode. De periode begint een vijftal dagen voor de ovulatie of eisprong omdat zaadcellen enkele dagen blijven leven in de eileider. Daar de eicel slechts 24 uur leefbaar is, valt de einddatum op de 2 dag na de ovulatie. Indien men de dag van ovulatie kent, kan men de vruchtbare periode dus bepalen. Men kan die vruchtbare periode bepalen met de kalendermethode, de temperatuursmethode, de slijmmethode.

Kalendermethode

Gemiddeld duurt een menstruele cyclus 28 dagen. Rond de 14 dag treedt ovulatie op. Dus begint de vruchtbare periode vijf dagen voor de ovulatie en eindigt ze 2 dagen erna. Om te voorkomen dat de eicel bevrucht wordt, is onthouding van geslachts-gemeenschap noodzakelijk van de 9 tot de 16 dag van de cyclus.zc = 15 à 30. Dit ligt vrij hoog omdat de ovulatie vroeger of later kan vallen dan voorzien of omdat zaadcellen soms langer dan 5 dagen overleven in de eileider.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

24

Page 25: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

Deze methode is dus enkel bruikbaar voor vrouwen met een vrij regelmatige cyclus. Daarom bepaalt men best gedurende minstens een half jaar hoelang de cycli duren. Belangrijk zijn de langste en de kortste cyclus. De eerste dag van de bloeding is ook de eerste dag van de cyclus.

Om een beetje meer zekerheid te hebben past men volgende regel toe: – begindatum vruchtbare periode: kortste cyclus min 20 dagen;– einddatum vruchtbare periode: langste cyclus min 10 dagen.

EISPRONG

1 ... 6 7 ... 13 ... 16 17 ... 26 (kortste)1 2 3 ... 8 9 ... 15 ... 18 19 ... 28

1 2 3 4 5 ... 10 11 ... 17 ... 20 21 ... 30 (langste)

VRUCHTBAREPERIODE

Temperatuurmethode

Na de ovulatie treedt er een temperatuurstijging op van 0,2 tot 0,5 C. Door iedere dag de lichaamstemperatuur te meten kan men dus de onvruchtbare dagen na de ovulatie exact bepalen. Men neemt hiervoor iedere dag voor het opstaan op dezelfde manier de ochtendtemperatuur. Indien de temperatuur gedurende ongeveer 3 dagen is gestegen kent men de einddatum van de vruchtbare periode.Periodieke onthouding tot die einddatum geeft een zc van 1 à 3.Wel moet men rekening houden met het feit dat alcohol, stress, slechte nachtrust, infecties, ... de ochtendtemperatuur kunnen doen stijgen.

Ovulatiemethode, slijmmethode, Billingsmethode

Deze methode steunt op de veranderingen in uitzicht, samenstelling en vloeibaarheid van het slijm van de schede. Als de ovulatie nadert wordt het slijm alsmaar dunner en elastischer totdat het vlak voor de ovulatie zijn maximale vloeibaarheid bereikt. Daarna wordt het slijm weer taai en kleverig, voelt droog aan of verdwijnt zelfs. De methode is zeer onbetrouwbaar maar wordt doorgaans gebruikt in combinatie met de andere methoden.

Kalender-temperatuurmethode

De begindatum van de vruchtbare periode wordt bepaald met de kalendermethode. De temperatuur wordt gebruikt om de einddatum te bepalen.zc = 10. Het risico op vroegere ovulatie en overlevende zaadcellen blijft behouden.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

25

Page 26: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

7.2 BARRIÈRE VORMING

Deze middelen verhinderen dat de zaadcellen tijdens de geslachtsgemeenschap bij de eicel geraken.Het condoom, een dun elastisch rubber, wordt over de penis in erectie geschoven en vangt de zaadcellen op. Het vrouwencondoom is een kleurloos doorschijnend zakje van ongeveer 17 cm lang met aan beide zijden een ring dat in de vagina wordt geschoven.Het diafragma bestaat uit een ring waarover een rubberen membraan gespannen is. Voor de geslachtsgemeenschap wordt het diafragma over de baarmoederhals aangebracht. Het gebruik van zaaddodende zalf samen met condoom of diafragma geeft een zwangerschapscijfer van ongeveer 5.

Een meestal definitieve methode is sterilisatie. Zowel de zaadleider als de eileider kunnen door een chirurgische ingreep onderbroken of afgesnoerd worden.

7.3. HORMONALE CONTRACEPTIE: DE PIL

Er zijn verschillende methoden ontwikkeld die allen ingrijpen in de hormonale regeling van het vrouwelijk stelsel. De voornaamste zijn de combinatiepillen en deze hebben een drievoudige werking.Oestrogeen en progesteron kunnen op verschillende manieren in één of andere combinatie en/of opeenvolging genomen worden.

De pil kan op drie manieren werken:1.   Zij maakt het slijm bij de baarmoedermond dikker, waardoor zaadcellen moeilijker uit de

vagina in de baarmoeder kunnen zwemmen. De slijmprop wordt dus ondoordringbaar gemaakt voor zaadcellen.

2.   Zij onderdrukt de maandelijkse eisprong. Omdat er geen eitje vrijkomt, kan er geen bevruchting plaatsvinden.

3.    Zij verandert de baarmoederwand, waardoor een bevrucht eitje zich niet kan nestelen.

Doordat de pil op verschillende manieren bescherming biedt, is het een uiterst betrouwbaar voorbehoedsmiddel.zc = 0,02 tot 1,4. De combinatiepil slik je 21 (of 22) dagen. Daarna slik je (6 of) 7 dagen geen pil: de stopweek. Bij sommige merken geeft men in de stopweek neppillen, zodat je niet uit je slikritme raakt. In de stopweek word je ongesteld.Er zijn soorten combinatiepillen: de een fase pil, de twee fasen pil en de drie fasen pil.Bij de een fase pil is de hoeveelheid oestrogeen en progesteron in alle pillen dezelfde. Bij de twee fasen pillen bestaat de strip uit twee soorten pillen bijvoorbeeld de sequentiepil heeft in de eerste 7 pillen alleen oestrogeen en in de 15 pillen daarna zowel oestrogeen als progesteron. Bij de drie fasen pil is de pilstrip in drie fasen ingedeeld met voor elke fase een andere kleur pil. De hoeveelheid progestageen neemt stapsgewijs toe. Men maakt soms een onderscheid tussen eerste, tweede en derde generatie pillen. Het verschil is het soort progestageen dat in de pil gebruikt wordt.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

26

Page 27: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

De minipil

Dit is een speciaal soort pil, waarin alleen een progestatieve stof zit. Deze is daarom geschikt voor vrouwen die geen oestrogeen mogen slikken bijvoorbeeld voor vrouwen die borstvoeding geven. De hormoondosis is zeer laag waardoor men nauwkeurig moet zijn. Hier is geen stopweek. De eisprong gaat wel door bij gebruik van de minipil maar de slijmprop is ondoordringbaar voor zaadcellen.

De morning-after-pil

De morning-after pil is niet één pil, maar een aantal pillen .Men beschouwt dit meer als een noodmaatregel achteraf. De eerste 2 pillen moeten zo snel mogelijk na het onbeschermde seksuele contact worden ingenomen.

7.4. HET SPIRAALTJE

Behalve koperspiraaltjes bestaan er trouwens ook hormoonspiraaltjes . Het is een klein plastic apparaatje omwonden met een dun koperdraadje, dat de arts in de baarmoeder plaatst. Het remt de beweeglijkheid van zaadcellen en verandert het baarmoederslijmvlies zodanig dat een bevruchte eicel zich niet kan innestelen. Op die manier voorkomt het zwangerschap.

Het hormoonhoudende spiraaltje (merknaam: Mirena) is een soort kruising tussen het koperspiraaltje en de pil. Het wordt in de baarmoeder geplaatst, waar het regelmatig een geringe hoeveelheid hormonen afgeeft. De hoeveelheid hormoon die in het bloed komt, is 100 maal minder dan bij de pil.

Pech-spiraaltje of nood-spiraaltje: men kan binnen de 5 dagen na onbeschermd seksueel contact eventueel nog een spiraaltje laten plaatsen om te voorkomen dat de bevruchte eicel zich in de baarmoeder zou innestelen. Eigenlijk is dit een gewoon spiraaltje.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

27

Page 28: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

7.5 STERILISATIE

Sterilisatie is een chirurgische ingreep, waardoor het onmogelijk wordt om nog kinderen te krijgen.Bij mannen wordt de doorvoer van zaadcellen en bij vrouwen van eicellen onmogelijk gemaakt.Sterilisatie bij de man heet vasectomie.In de balzak wordt een sneetje gemaakt van een centimeter, waardoor de zaadleider naar buiten wordt gehaald. Deze wordt vervolgens doorgesneden en eventueel wordt er een stukje verwijderd. Daarna worden beide uiteinden dicht gesmolten of gebrand. Bij het klaarkomen heeft de man na sterilisatie nog gewoon een zaadlozing. Maar hierin zitten geen zaadcellen meer. De weg die de zaadcellen normaal afleggen van de ballen naar de penis is door deze operatie namelijk afgesloten. De zaadcellen komen er dus niet meer uit, maar worden afgebroken en opgenomen door het bloed. Het sperma ziet er niet anders uit dan bij mannen die niet gesteriliseerd zijn. Dat komt omdat sperma slechts voor 1 tot 3% uit zaadcellen bestaat. De rest is prostaatvocht, dat dun is en melkachtig wit, en vloeistof uit de zaadblaasjes, dat geelachtig is en klonterig. Alleen onder een microscoop kun je zien dat er geen zaadcellen in het sperma zitten.

Sterilisatie bij een vrouw: de eileiders worden doorgesneden en samengebonden, of afgebonden, of afgeklemd, of dicht gebrand. Bij de klem heeft een hersteloperatie de meeste kans van slagen. Door de operatie wordt de toegangsweg van de eierstok naar de baarmoeder afgesloten. Een gerijpte eicel kan hierdoor niet meer naar de baarmoeder toe. Ook kunnen zaadcellen niet meer van de baarmoeder naar de eicel.

SAMENVATTING

Geboorteregeling kan gebeuren door contraceptie of contragestie. Bij contraceptie wordt bevruchting verhinderd, bij contragestie innesteling. Aan de hand van de kalender- en/of temperatuurmethode kan de vruchtbare periode rond de eisprong bepaald worden. Door toepassing van periodieke onthouding of het gebruik van condoom of diafragma gaat er geen zaadcel in de buurt van de eicel geraken. De pil belet door hoge oestrogeen- en progesteronconcentraties, de rijping van de eicellen. Innesteling van de bevruchte eicel wordt verhinderd door het gebruik van het spiraaltje. Tot de 20 week kan abortus toegepast worden om een ingenesteld embryo weg te nemen.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

28

Page 29: Cursus Voortplanting Def n;mhbmmhhjjvgfdresezqezqsredrtdsesrttutyughhbhhkkkjkjjkmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm

Celleer, voortplanting en erfelijkheid lespakket : Voortplanting

BIJLAGE: WEBSITES

http://www.digischool.nl/bioplek/bioplek.html Neem inhoud theorie/animaties en dan voortplanting.

http://www.pbs.org/wgbh/nova/miracle/ Neem watch the program, dan krijg je diverse animaties te zien over je leerstof.

http://www.sexwoordenboek.nl/ Alles over voorbehoedsmiddelen en voorlichting.

© Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

29