Upload
hertz
View
92
Download
10
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Voortplanting en ontwikkeling. - PowerPoint PPT Presentation
Citation preview
Voortplanting en ontwikkelingVoortplanting en ontwikkeling
Mensen planten zich voort doordat de kern van
een zaadcel versmelt met de kern van een eicel.
De bevruchte eicel kan dan uitgroeien tot een
nieuw individu. In dit thema behandelen we eerst
de bouw en de werking van het
voortplantingsstelsel van een man en van een
vrouw. Daarna komen enkele aspecten van
seksualiteit aan bod. Over deze aspecten moet jij
je mening geven. Tijdens het leven van een mens
vindt vrijwel voortdurend ontwikkeling plaats. We
behande-len eerst de ontwikkeling die
plaatsvindt tijdens het embryonale stadium.
Daarna komt de verdere ontwik-keling aan bod,
vanaf de geboorte tot aan de dood.
Het voortplantingsstelsel van een man
urineblaaszaadblaasje
zwellichaamzaadleider
bijbal
teelbal
urinebuis
eikelvoorhuidbalzak
prostaat
Het voortplantingsstelsel van een man (schematisch)
Het voortplantingsstelsel van een man
zaadblaasje
urineblaas
prostaat
zaadleider
urineleider
zwellichaam
bijbal
teelbal (testes)
eikelbalzak (scrotum)
Vooraanzicht van het voortplantingsstelsel van een man (schematisch)
Het voortplantingsstelsel van een man
De teelballen bevatten sterk gekronkelde zaadkanaaltjes. De wandcellen van de zaadkanaaltjes delen zich voortdurend, waardoor zaadcelmoedercellen ontstaan. Na deling van de zaadcelmoedercellen ontstaan cellen die zich tot zaadcellen (spermacellen) ontwikkelen.
De vorming van zaadcellen in een teelbal (schematisch)
Menselijke zaadcel (SEM)
Het voortplantingsstelsel van een man
primaire spermatocyt
secundaire spermatocyt
spermacel
differentiatie en meiose I
meiose I compleet
meiose II
differentiatie
2n
2n
n n
n n n n
n n n n
Productie van spermacellen in een zaadbuisje (schematisch) Zaadbuisjes met spermacellen (SEM)
Het voortplantingsstelsel van een man
Spermatogenese (vorming van spermacellen) Binas 86D
Het voortplantingsstelsel van een man
zwellichamen
urinebuis
Dwarsdoorsnede van een penis
Een penis in erectie
De zwellichamen van de penis bevatten veel holten. Als de slagaders zich verwijden, vullen deze holten zich met bloed, waardoor de penis groter en stijf wordt (erectie). Dit gebeurt onder invloed van seksuele prikkels.
Het voortplantingsstelsel van een man
De twee stadia van de zaadlozing (schematisch)
samentrekken van de bijbal
samentrekken van de zaadblaasjes
samentrekken van de prostaat
samentrekken van de wand van de zaadleider
samentrekken van spieren aan de basis van de penis
samentrekken van de wand van de urineleider
vrijkomen van sperma (ejaculatie/zaadlozing)
Het voortplantingsstelsel van een man
Sperma bestaat uit:• zaadcellen (spermacellen) uit de teelballen• basisch vocht uit de zaadblaasjes dat de zaadcellen actief
maakt.• vocht met voedingsstoffen afkomstig uit de prostaat
Tijdens een zaadlozing verlaten 100 tot 400 miljoen zaadcellen het lichaam.
mitochondriënkern
zweepstaart
Een zaadcel (schematisch)
Het voortplantingsstelsel van een man1. Noteer de namen
en de functies van de genummerde delen van het voortplantingsstelsel van een man.
nummer
naam functie van het deel
1 zaadleider vervoert zaadcellen
2 zwellichaam
brengt de penis in erectie
3 penis brengt sperma in een vagina
4 urinebuis vervoert urine en sperma
5 eikel vangt seksuele prikkels op
6 zaadblaasje
produceert basisch vocht dat de zaadcellen activeert
7 prostaat produceert vocht met voedingsstoffen voor de zaadcellen
8 bijbal opslag van zaadcellen
9 teelbal produceert zaadcellen
Het voortplantingsstelsel van een man1. Door welke delen van het voortplantingsstelsel gaan zaadcellen
achtereenvolgens, vanaf de plaats van vorming tot buiten het lichaam?
2. Tijdens de embryonale ontwikkeling ontstaan de teelballen in de buikholte, vlak bij de nieren. Daarna dalen ze af naar de balzak. Dit is bij een volwassen man nog te zien aan de ligging van de zaadleiders. Leg dat uit.
De zaadcellen gaan vanaf de teelballen naar de bijballen, waar ze tijdelijk worden opgeslagen. Bij een zaadlozing worden de zaadcellen vanuit de bijballen via de zaadleiders voortgestuwd. De zaadleiders komen uit in de urinebuis, die door de penis loopt. Via de urinebuis verlaten de zaadcellen het lichaam.
Teelballen bijballen zaadleider urinebuis het lichaam verlaten
De zaadleiders maken een grote boog, langs het schaambeen en de urineblaas. Deze ligging is een gevolg van het feit dat de teelballen tijdens de embryonale ontwikkeling vlak bij de nieren zijn ontstaan.
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
baarmoeder (uterus)
eileider
eierstok (ovarium)
trechter
urineblaas
urinebuisvagina
kleine schaamlipgrote schaamlipclitoris (kittelaar)
Het voortplantingsstelsel van een vrouw (schematisch)
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
baarmoeder
eierstok
eileider
baarmoedermond
baarmoederwand
vagina
trechter
Vooraanzicht van het voortplantingsstelsel van een vrouw (schematisch)
De groei en ontwikkeling van een embryo vindt plaats in de baarmoeder. Deze bestaat uit een dikke gespierde wand, die met slijmvlies is bekleed.De vagina heeft een zeer rekbare wand. Bij geslachtsgemeenschap komt de penis in de vagina. Het kind komt via de vagina ter wereld.
Bs 2Het voortplantingsstelsel van een vrouw
Rond de achtste week delen bij een vrouwelijke embryo de kiemcellen in de eierstokken zich mitotisch, hierdoor ontstaan een paar miljoen oögonia. Eén tot twee miljoen beginnen nog voor de geboorte aan de meiose, ze heten dan oöcyten. Tot aan de puberteit blijft de oöcyt in de profase-I.Bij het begin van de puberteit zijn er 400.000 oöcyten over, tijdens iedere menstruatiecyclus nemen 5-12 follikels sterk in volume toe en hervatten de meiose, slechts één follikel zal zich volledig ontwikkelen, de rest sterft af. De meiotische deling verloopt ongelijkmatig, één cel houdt al het grondplasma, de ander vormt het poollichaampje dat afsterft.Meiose II wordt pas helemaal voltooid als er bevruchting plaatsvindt. Gedurende het leven rijpen er slechts 400-500 oöcyten tot eicellen.
oögoniadiploïde cel (2n)in het embryo
differentiatie en meiose I
primaire oöcyt
secundaire oöcyt
voltooien meiose Ien start meiose II
binnendringen van spermacel zorgt voor voltooien van meiose II
eicel
aanwezig bij geboorte
1e pool-lichaampje
2e pool-lichaampje
2n
2n
n n
nn
Meiose in oögenese (schematisch)
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
Oögenese (vorming van eicellen) bij een vrouw Binas 86D
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
secundaire oöcyt
primaire oöcytin een follikel
secundairefollikel
eierstok
primairefollikel
ovulatie
geel lichaam
degenerend geel lichaamStart:
De ontwikkeling van een follikel in een eierstok (schematisch)
In de eierstokken (ovaria) vindt de ontwikkeling plaats van de eicellen. Bij de geboorte zijn in de eierstokken van een meisje reeds alle cellen aanwezig die zich tot eicel kunnen ontwikkelen. Enkele tienduizenden van deze cellen bevinden zich in een rusttoestand in de ontwikkeling. Elk van deze cellen is omgeven door een laag andere cellen. Samen vormen ze een jonge follikel.
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
De eerste delingen van de zygote en de innesteling van het klompje cellen De ovulatie (SEM)
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
De uitwendige voortplantingsorganen van een vrouw
Het voortplantingsstelsel van een vrouw1. Noteer de namen
en de functies van de genummerde delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw.
nummer
naam functie van het deel
1 eileider vervoert eicellen
2 eierstok produceert eicellen
3 baarmoeder hierin komt sperma terecht, ontwikkeling embryo
4 vagina hierlangs komt kind ter wereld, afvoeren menstruatie
5 clitoris vangt seksuele prikkels op
6 kleine schaamlip
bevat klieren die slijm produceren, ingang glad maken
Het voortplantingsstelsel van een vrouw1. Waardoor vindt transport van een eicel in een eileider plaats?
2. In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw vindt de bevruchting van een eicel plaats?
3. Wat gebeurt er met een eicel die niet wordt bevrucht?
4. Tijdens het transport door de eileider wordt het klompje cellen niet groter. Leg uit dat het klompje cellen pas kan groeien nadat het zich heeft ingenesteld in het baarmoederslijmvlies.
Het transport van een eicel in een eileider vindt plaats in een vochtstroom, die ontstaat door spierbewegingen van de eileider en trilhaarbewegingen op de binnenwand van de eileider.
De bevruchting van een eicel vindt plaats in een eileider.
Een eicel die niet wordt bevrucht, wordt afgebroken. De resten worden door cellen van de wand van de eileider geresorbeerd (opgenomen).
Het klompje cellen kan alleen groter worden als het van buitenaf voedingsstoffen kan opnemen. Dit is pas mogelijk na innesteling in het baarmoederslijmvlies.
Hormonale regeling van de voortplanting
hypofyse
De hypofyse is een hormoonklier en bevindt zich onderaan de hypothalamus, een deel van de hersenen. De hypofyse maakt een groot aantal hormonen, waaronder twee geslachtshormonen, namelijk:- het follikel stimulerend hormoon (FSH);- het luteïniserend hormoon (LH)Onder invloed van deze hormonen wordt de hormoonproductie van andere geslachtshormonen geregeld.
Hormonale regeling van de voortplanting
Veranderingen bij de man:
Primaire geslachtskenmerken: zijn reeds vanaf de geboorte te zien:- testes- bijbal- penis met zwellichamen- prostaat met zaadblaasjes
Secundaire geslachtskenmerken:Ontwikkelen zich gedurende de puberteit onder invloed van hormonen (testosteron):- lichaamsbeharing- zwaardere stem- oksel- en schaamhaar- zaadlozing
Hormonale regeling bij een man (schematisch)
Hormonale regeling van de voortplanting
Veranderingen bij de vrouw:
Primaire geslachtskenmerken: zijn reeds vanaf de geboorte te zien:- eierstokken- eileiders- baarmoeder- vagina met kleine schaamlippen- clitoris
Secundaire geslachtskenmerken:Ontwikkelen zich gedurende de puberteit onder invloed van hormonen (oestrogenen):- ontwikkeling van borsten- toename van vetweefsel (heupen)- oksel- en schaamhaar- menstruatiecyclus
Hormonale regeling van de voortplanting
Het verband tussen processen in een eierstok en de processen in het baarmoederslijmvlies, als er geen bevruchting optreedt (schematisch)
Hormonale regeling van de voortplantingMenstruatiecyclus ongeveer 28 dagen
Voor de ovulatie:Hypofyse produceert vooral FSH stimuleert de eierstok- rijping van een follikel met daarin de eicel- follikelcellen produceren oestradiol groei van baarmoederslijmvlies stimuleren en de LH productie op gang brengen
Na de ovulatie:Hypofyse produceert vooral LH stimuleert de ovulatie en vorming van het gele lichaam in de eierstok- ovulatie: eisprong, de eicel komt de 14e dag uit het follikel in de eierstok vrij in de eileider- vorming van het gele lichaam (corpus luteum) uit restanten van de follikel- gele lichaam produceert progesteron stimuleert groei en ontwikkeling baarmoederslijmvlies en remt FSH en LH productie
LH productie stopt waardoor het gele lichaam degenereert en geen progestron meer produceert: het baarmoederslijmvlies wordt niet meer gestimuleerd menstruatie: het baarmoederslijmvlies laat los en verlaat via de vagina het lichaam
Hormonale regeling van de voortplanting
De eerste weken van de zwangerschap Binas 86E
Bs 3Hormonale regeling van de voortplanting1. De pijlen in onderstaande afbeelding geven een stimulerende of
remmende invloed weer. Geef in de cirkels in de pijlen de invloed als volgt weer:+ de secretie wordt gestimuleerd- de secretie wordt geremd
- - -+++
Hormonale regeling van de voortplanting1. Wanneer vindt waarschijnlijk de eerst volgende ovulatie plaats? Op
welke dagen is dan de kans het grootst dat geslachtsgemeenschap leidt tot zwangerschap?
2. Stel dat de eicel inderdaad wordt bevrucht. Wanneer vindt dan ongeveer innesteling van het embryo in het baarmoederslijmvlies plaats?
De eerst volgende ovulatie vindt waarschijnlijk plaats op 26 januari.Op 23, 24, 25 en 26 januari is de kans het grootst dat geslachtsgemeenschap leidt tot zwangerschap.
Als de eicel wordt bevrucht, vindt innesteling plaats op ongeveer 1 februari.
Hormonale regeling van de voortplanting1. Welk hormoon wordt het mannelijk geslachtshormoon genoemd?
Waar in het lichaam vindt secretie (afgifte) van dit hormoon plaats?
2. Welke hormonen worden de vrouwelijk geslachtshormonen genoemd? Waar in het lichaam vindt secretie van deze hormonen plaats?
3. Waardoor barst bij de ovulatie de rijpe follikel open?
4. Hoe komt het dat er in een menstruatiecyclus van vier weken slechts een korte periode van 3 à 4 dagen is, waarin geslachtsgemeenschap tot bevruchting kan leiden?
Testosteron wordt het mannelijk geslachtshormoon genoemd. Secretie van testosteron vindt plaats door hormoonproducerende cellen die tussen de zaadkanaaltjes in de teelballen liggen.
Oestrogenen worden de vrouwelijke geslachtshormonen genoemd. Secretie van oestrogenen vindt o.a. plaats door cellen in de wand van een rijpende follikel in een eierstok.
Bij ovulatie barst de rijpe follikel open, doordat deze onder invloed van de hoge concentratie LH in het bloed veel vocht heeft opgenomen.
Een onbevruchte eicel kan na de ovulatie slechts ongeveer 12 uur blijven leven; een zaadcel kan na een zaadlozing in het lichaam van een vrouw ongeveer 3 dagen blijven leven. Daardoor kan slechts in een korte periode geslachtsgemeenschap leiden tot bevruchting.
SeksualiteitSeksualiteit kan een rol spelen bij:- voortplanting- lustbeleving- onderhouden van relaties
Seksueel overdraagbare aandoeningen
Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) of geslachtsziekten: infectieziekten die je alleen kunt krijgen door intiem lichamelijk contact met een besmet persoon.
Gonorroe (druiper): er komt slijm of etter uit de penis of vagina. Behandelbaar met penicilline.
Syfilis: zweertje rond de geslachtsorganen, mond, tong of anus. Onbehandeld kan de bacterie zich door heel het lichaam verspreiden en kunnen zich jaren later ernstige ziekteverschijnselen zich voordoen, zoals verlamming. Behandelbaar met penicilline.
Chlamydia: soms een waterige afscheiding uit de urinebuis of vagina, of bloedverlies uit de vagina. Bij 2/3 van de besmette personen treden geen ziekteverschijnselen op. Behandelbaar met penicilline. In Nederland de meest voorkomende SOA.
Seksueel overdraagbare aandoeningen
AIDS (Aquired Immuno Deficiency Syndrome): het afweersysteem van de besmette persoon is aangetast. Hierdoor wordt deze persoon vatbaar voor allerlei ziekten, zoals darm- en longontsteking of huidkanker.AIDS wordt veroorzaakt door HIV (Human Immunodeficiency Virus). Iemand die met HIV in aanraking is gekomen gaat antistoffen vormen tegen het virus. Deze antistof is niet in staat het virus te vernietigen.
Seropositief: als antistof tegen HIV aangetoond wordt bij een gezond persoon.
Bij besmette personen komt het HIV voor in bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht en moedermelk.
Seksueel overdraagbare aandoeningen1. Waarin onderscheiden seksueel overdraagbare aandoeningen zich
van andere infectieziekten?
2. Wat zijn de ziekteverschijnselen bij syfilis en bij chlamydia?
3. Waardoor heeft aids geen specifieke ziekteverschijnselen?
4. Wat zijn in Nederland de twee belangrijkste bronnen van besmetting met HIV?
Seksueel overdraagbare aandoeningen kun je alleen krijgen via intiem lichamelijk contact met een besmet persoon; andere infectieziekten kun je ook op andere manieren krijgen.
Bij syfilis: een zweertje aan de geslachtsorganen, mond, tong of anus en in een later stadium verlamming en geestelijke achteruitgang.Bij chlamydia: in sommige gevallen een waterige afscheiding uit de urinebuis of vagina, of bloedverlies uit de vagina.
Doordat bij aids het afweersysteem tegen andere ziekten is aangetast. Aids kan leiden tot allerlei ziekten.
Onveilige seks en het gebruik van dezelfde spuiten en naalden door meerdere druggebruikers zijn in Nederland de twee belangrijkste bronnen van besmetting met het aids-virus.
GeboorteregelingGeboorteregeling: als een vrouw, meestal samen met een man, bepaalt of zij een kind wil of niet.Anticonceptie: maatregelen nemen die bevruchting tegen-gaan.Anticonceptiemiddelen: voorbehoedsmiddelen
Anticonceptie zonder voorbehoedsmiddelen:- periodieke onthouding- coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap)
Anticonceptie gericht op barrièrewerking:- condoom (mannencondoom of vrouwencondoom)- pessarium of femcap- zaaddodende middelen- spiraaltje of ankertje
Anticonceptie gericht op hormoonwerking:- de pil: combinatiepil – driefasenpil – minipil - hormoonspiraaltje- implantaatje- mannenpil
GeboorteregelingSterilisatie: zaadleiders of eileiders worden door middel van een kleine medische ingreep onderbroken of dichtgemaakt.
De productie van zaadcellen of eicellen gaat gewoon door, net als alle andere seksuele functies!
GeboorteregelingNoodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap:- morning-afterpil: een kuur waarbij je een zware combinatiepil
krijgt voorgeschreven. Je krijgt een vrij hoge concentratie oestrogenen binnen, waardoor je misselijk kunt woorden. Innemen binnen 24 tot 36 uur na de geslachtsgemeenschap.
- plaatsen van een spiraaltje: tot vijf dagen na de geslachtsgemeenschap.
- overtijdbehandeling: tussen de 10e en 16e dag na het uitblijven van de menstruatie. De baarmoeder wordt schoongemaakt en leeggezogen.
- abortus: onder plaatselijke verdoving wordt met een zuigpompje het baarmoederslijmvlies met het embryo via de baarmoedermond weggezogen.
Geboorteregeling1. Welke twee hormonen bevat de ‘pil’?
2. Welke gunstige bijwerking heeft het gebruik van de pil voor een vrouw?
3. Op welke drie manieren voorkomen de hormonen in de pil zwangerschap?
4. Waarom mag een pessarium niet meteen na de geslachtsgemeenschap uit de vagina worden weggehaald?
De pil bevat kunstmatig gesynthetiseerd oestrogeen hormoon en een progestageen hormoon.
De menstruatie is niet zo hevig als wanneer geen pil wordt gebruikt.
De hormonen in de pil voorkomen op de volgende drie manieren zwangerschap:- de natuurlijke cyclus wordt zodanig beïnvloed dat er in het algemeen geen eicel meer kan vrijkomen;- het slijmvlies van de baarmoeder wordt ongeschikt voor de innesteling van een eventueel bevruchte eicel;- in het baarmoederhalskanaal ontstaat een slijmprop die het zaadcellen zeer moeilijk maakt om in de baarmoeder te komen.
Omdat sperma dat zich nog in de vagina bevindt niet mag doordringen in de baarmoeder.
Embryonale ontwikkeling
Bevruchting van een eicel door een zaadcel
spermacel nadert de eicelde spermacel laat enzymen vrij die de membraan van de eicel verteren
eiwitten in de kop van de spermacel binden aan de receptoren op de eicelmembraan
het plasmamembraan van de spermacel en de eicel smelten samen
de kern van de spermacel gaat het cytoplasma binnen
er vormt zich een ondoordringbare bevruchtingsmembraan om de eicel
kernen versmelten
Embryonale ontwikkeling
Embryonale ontwikkeling
zygote 2 cellen
4 cellen
8 cellen
veel cellen
blastula(holle bal)
doorsnede door een blastula
Klievingsdelingen
Klievingsdelingen: delingen waarbij geen groei plaatsvindt.
Embryonale ontwikkeling
bevruchting
ovulatie
eerste klievingsdeling
eileider
eierstok blastocyt(ingenesteld)
baarmoederslijmvlies
baarmoeder
Van ovulatie tot innesteling
Embryonale ontwikkeling
baarmoederslijmvlies
trofoblast
embryonaalknop
blastulaholte
Klompje cellen vlak voor de innesteling
toekomstige embryo
toekomstigedooierzak
trofoblastbaarmoederholte
baarmoederslijmvlies
bloedvat
Tijdens de innesteling (ongeveer 7 dagen na bevruchting)
Embryonale ontwikkeling
amnionholte
chorion
dooierzak
Ontwikkeling van de embryo (9 dagen)
hechtvlokken
embryo
dooierzak
chorion
amnion
hechtsteel
Ontwikkeling van de embryo en hechtsteel (16 dagen)
Embryonale ontwikkeling
placenta
hechtvlokken
chorion
embryo
amnion
dooierzak
hechtsteel
navelstreng
Placenta is gevormd (31 dagen)
Embryonale ontwikkeling
Embryonale ontwikkeling1. Op welke manier zorgt het klompje cellen ervoor dat innesteling in
het baarmoederslijmvlies plaatsvindt?
2. Leg uit dat het klompje cellen dat uit de zygote ontstaat, pas na innesteling kan groeien.
3. Tijdens de innesteling bevat het klompje cellen een holte, gevuld met vocht. Wat gebeurt er met deze holte tijdens de verdere embryonale ontwikkeling?
4. Wat is de functie van het vruchtwater?
Van het klompje cellen scheidt de buitenste laag cellen enzymen af, die het baarmoederslijmvlies plaatselijk oplossen. Hierdoor zakt het klompje cellen in het baarmoederslijmvlies.
Doordat het pas voedingsstoffen kan opnemen na innesteling.
Tijdens de verdere embryonale ontwikkeling komt deze met vocht gevulde holte tussen de twee vruchtvliezen te liggen. Deze holte verdwijnt.
Het vruchtwater beschermt het embryo tegen schokken en tegen uitdroging. Bovendien kan het embryo zich in het vruchtwater gemakkelijk bewegen.
Embryonale ontwikkeling
Embryo in de baarmoeder (schematisch)
Embryonale ontwikkeling
Embryonale ontwikkeling
Embryonale ontwikkeling
Embryo 3 weken: een kloppend hart Embryo 5 weken: vorming handen
Embryonale ontwikkeling
Embryo 6 weken: hersenactiviteit Embryo 9 weken: helemaal gevormd
Embryonale ontwikkeling
Foetus 4 maanden: waarnemen moedersstem Foetus 5 maanden: halverwege
Embryonale ontwikkeling
De laatste maanden: groeien
Embryonale ontwikkeling1. Op welke manier zorgt progesteron ervoor dat de zwangerschap in
stand blijft?
2. Wanneer spreken we van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap?
3. Hoeveel eicellen zijn betrokken bij het ontstaan van een eeneiige tweeling? En hoeveel zaadcellen?
Progesteron zorgt ervoor dat de zwangerschap in stand blijft, doordat:- het baarmoederslijmvlies dikker wordt en de klieren stoffen gaan afscheiden;- het baarmoederslijmvlies in stand wordt gehouden;- de afgifte van FSH en LH door de hypofyse wordt geremd.
We spreken van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap als het klompje cellen zich buiten de baarmoeder innestelt (meestal in een eileider, soms in de buikholte of in een eierstok).
Bij het ontstaan van een eeneiige tweeling zijn één eicel en één zaadcel betrokken.
Nieuwe voortplantingstechniekenVerminderde vruchtbaarheid: als men er binnen één jaar niet in slaagt een zwangerschap te realiseren.
Oorzaken:- Hoeveelheid en de kwaliteit van het sperma is afgenomen misschien door strakke broeken en zittende levenswijze, waardoor temperatuur van balzak te hoog is.- Vrouwen willen op steeds oudere leeftijd voor de eerste keer zwanger worden.- Stoffen uit het milieu hebben een nadelige invloed op de vruchtbaarheid.
Nieuwe voortplantingstechniekenOpheffen van ongewenste kinderloosheid- Kunstmatige inseminatie: een arts brengt bij een vrouw
sperma (donorsperma) in van een andere (onbekende) man.- In-vitrofertilisatie (IVF): een arts haalt vrijgekomen eicellen uit
de eileider en in een voedingsmedium vindt bevruchting en ontwikkeling van zygote tot klompje cellen plaats. Bij implantatie wordt het klompje cellen in de baarmoeder ingebracht meestal meerdere klompjes om kans op succes te vergroten meerlingen
Het succes van een IVF-behandeling
Nieuwe voortplantingstechniekenPreïmplantatietechniek: de gezondheidstoestand van het klompje cellen wordt onderzocht, voordat het wordt geïmplanteerd. Uit het achtcellig stadium wordt één cel weggenomen voor onderzoek.
Nieuwe voortplantingstechnieken1. Noem vijf factoren die bij de vrouw verminderde vruchtbaarheid
kunnen veroorzaken.
2. Noem drie factoren die de oorzaak kunnen zijn van een te laag aantal zaadcellen in het sperma van de man.
3. Leg uit waarom men bij IVF twee klompjes cellen implanteert.
Vijf factoren die verminderde vruchtbaarheid bij de vrouw kunnen veroorzaken zijn:- de stijging van de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen;- bepaalde stoffen in het milieu (bijv. bestrijdingsmiddelen);- bepaalde geneesmiddelen (bijv. DES);- de voeding;- de gezondheidstoestand.
Drie factoren die de oorzaak kunnen zijn van een te laag aantal zaadcellen in het sperma van de man zijn:- het dragen van te strakke broeken;- een zittende levenswijze;- de teelballen produceren te weinig of geen gezonde zaadcellen.
Bij IVF implanteert men twee klompjes cellen om de kans op een geslaagde innesteling te vergroten.
De geboorteNa ongeveer negen maanden (39 weken) zwangerschap wordt het kind geboren.
De ontsluiting- Indaling: de eerste weeën vinden om de 15 tot 30 minuten
plaats. Hierbij trekt het bovenste deel van de baarmoederwand zich samen. Het onderste deel van de baarmoederwand en de baarmoederhals worden rond het hoofdje van de foetus getrokken. Duurt 4 tot 8 uur.
- Ontsluiting: de weeën komen om de 3 tot 5 minuten. De slijmprop in de baarmoederhals wordt uitgestoten en de opening in de baarmoederhals wordt groter tot maximaal 10 cm (volledige ontsluiting). De vruchtvliezen breken en het vruchtwater vloeit weg.
De indaling en ontsluiting
De geboorte
De uitdrijvingDe weeën worden steeds krachtiger en spieren in de buikwand gaan zich samentrekken (persweeën). Kan enkele seconden tot 2 uur duren.
Stuitligging: eerst komt het kontje of voetje naar buiten.Dwarsligging: het kind kan niet via de vagina worden geboren. Door een operatie via de buikwand (keizersnede) komt het kind ter wereld.
De uitdrijving
De geboorte
De nageboorteDe placenta, de resten van de navelstreng en de vruchtvliezen worden door samentrekking van de baarmoederwand losgewoeld. Ze worden ongeveer een kwartier na de baby uitgedreven.
De nageboorte
De geboorte
Oestrogeen Oxytocine
Activeert oxytocine receptoren in de baar-moeder
Stimuleert de baarmoeder tot samentrekking
Van de eierstokken
Van de foetus en hypofyse
Stimuleert placenta tot het maken van
Stimuleert krachtiger samentrekking van de baarmoeder
Positieve feedback
Prostaglandine
De geboorte1. Welk gevaar bestaat als de moeder gaat ‘persen’ terwijl de
ontsluiting nog niet volledig is?
2. Waarom wordt het huidsmeer van een pasgeboren baby er niet meteen afgewassen?
3. Waarom wordt een pasgeboren baby ondersteboven gehouden?
Het gevaar bestaat dat de baarmoederhals inscheurt.
Het huidsmeer biedt bescherming tegen ziekteverwekkers.
Om mogelijk slijm uit de longen te laten lopen.
4. Waardoor komt de ademhaling bij een pasgeboren baby op gang?De ademhaling bij een pasgeboren baby komt op gang onder invloed van een stijging van het koolstofdioxidegehalte van het bloed van de baby (via afklemmen en doorknippen van de navelstreng).
De levenscyclus van de mens
Levensfasen van de mens
De levenscyclus van de mens
Grove motorische ontwikkeling: leren bewegen met het hele lichaam
Fijne motorische ontwikkeling: leren kleine bewegingen te maken
Sociale ontwikkeling: leren contact te maken met andere mensen
De levenscyclus van de mens1. Leg uit dat de soort mens een levenscyclus heeft en elke
individuele mens een levensloop.
2. Geef twee voorbeelden van grove motorische ontwikkelingen bij een peuter en bij een kleuter.
3. Geef twee voorbeelden van fijne motorische ontwikkelingen bij een peuter en bij een kleuter.
De soort mens heeft een levenscyclus omdat de soort mens blijft voortbestaan, ondank het sterven van individuen. Elke individuele mens heeft een levensloop, omdat het leven van een mens eindigt.
Peuter: traplopen en tegen een bal schoppenKleuter: leren fietsen en klimmen
Peuter: leren torentje bouwen en met een lepel etenKleuter: leren tekenen en veters strikken
4. Noem twee lichamelijke ontwikkelingen die in de puberteit plaatsvinden.De voortplantingsorganen beginnen te functioneren en de secundaire geslachtskenmerken komen tot ontwikkeling.