66
Voortplanting en ontwikkeling Voortplanting en ontwikkeling Mensen planten zich voort doordat de kern van een zaadcel versmelt met de kern van een eicel. De bevruchte eicel kan dan uitgroeien tot een nieuw individu. In dit thema behandelen we eerst de bouw en de werking van het voortplantingsstelsel van een man en van een vrouw. Daarna komen enkele aspecten van seksualiteit aan bod. Over deze aspecten moet jij je mening geven. Tijdens het leven van een mens vindt vrijwel voortdurend ontwikkeling plaats. We behande-len eerst de ontwikkeling die plaatsvindt tijdens het

Voortplanting en ontwikkeling

  • Upload
    hertz

  • View
    92

  • Download
    10

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Voortplanting en ontwikkeling. - PowerPoint PPT Presentation

Citation preview

Page 1: Voortplanting en ontwikkeling

Voortplanting en ontwikkelingVoortplanting en ontwikkeling

Mensen planten zich voort doordat de kern van

een zaadcel versmelt met de kern van een eicel.

De bevruchte eicel kan dan uitgroeien tot een

nieuw individu. In dit thema behandelen we eerst

de bouw en de werking van het

voortplantingsstelsel van een man en van een

vrouw. Daarna komen enkele aspecten van

seksualiteit aan bod. Over deze aspecten moet jij

je mening geven. Tijdens het leven van een mens

vindt vrijwel voortdurend ontwikkeling plaats. We

behande-len eerst de ontwikkeling die

plaatsvindt tijdens het embryonale stadium.

Daarna komt de verdere ontwik-keling aan bod,

vanaf de geboorte tot aan de dood.

Page 2: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man

urineblaaszaadblaasje

zwellichaamzaadleider

bijbal

teelbal

urinebuis

eikelvoorhuidbalzak

prostaat

Het voortplantingsstelsel van een man (schematisch)

Page 3: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man

zaadblaasje

urineblaas

prostaat

zaadleider

urineleider

zwellichaam

bijbal

teelbal (testes)

eikelbalzak (scrotum)

Vooraanzicht van het voortplantingsstelsel van een man (schematisch)

Page 4: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man

De teelballen bevatten sterk gekronkelde zaadkanaaltjes. De wandcellen van de zaadkanaaltjes delen zich voortdurend, waardoor zaadcelmoedercellen ontstaan. Na deling van de zaadcelmoedercellen ontstaan cellen die zich tot zaadcellen (spermacellen) ontwikkelen.

De vorming van zaadcellen in een teelbal (schematisch)

Menselijke zaadcel (SEM)

Page 5: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man

primaire spermatocyt

secundaire spermatocyt

spermacel

differentiatie en meiose I

meiose I compleet

meiose II

differentiatie

2n

2n

n n

n n n n

n n n n

Productie van spermacellen in een zaadbuisje (schematisch) Zaadbuisjes met spermacellen (SEM)

Page 6: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man

Spermatogenese (vorming van spermacellen) Binas 86D

Page 7: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man

zwellichamen

urinebuis

Dwarsdoorsnede van een penis

Een penis in erectie

De zwellichamen van de penis bevatten veel holten. Als de slagaders zich verwijden, vullen deze holten zich met bloed, waardoor de penis groter en stijf wordt (erectie). Dit gebeurt onder invloed van seksuele prikkels.

Page 8: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man

De twee stadia van de zaadlozing (schematisch)

samentrekken van de bijbal

samentrekken van de zaadblaasjes

samentrekken van de prostaat

samentrekken van de wand van de zaadleider

samentrekken van spieren aan de basis van de penis

samentrekken van de wand van de urineleider

vrijkomen van sperma (ejaculatie/zaadlozing)

Page 9: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man

Sperma bestaat uit:• zaadcellen (spermacellen) uit de teelballen• basisch vocht uit de zaadblaasjes dat de zaadcellen actief

maakt.• vocht met voedingsstoffen afkomstig uit de prostaat

Tijdens een zaadlozing verlaten 100 tot 400 miljoen zaadcellen het lichaam.

mitochondriënkern

zweepstaart

Een zaadcel (schematisch)

Page 10: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man1. Noteer de namen

en de functies van de genummerde delen van het voortplantingsstelsel van een man.

nummer

naam functie van het deel

1 zaadleider vervoert zaadcellen

2 zwellichaam

brengt de penis in erectie

3 penis brengt sperma in een vagina

4 urinebuis vervoert urine en sperma

5 eikel vangt seksuele prikkels op

6 zaadblaasje

produceert basisch vocht dat de zaadcellen activeert

7 prostaat produceert vocht met voedingsstoffen voor de zaadcellen

8 bijbal opslag van zaadcellen

9 teelbal produceert zaadcellen

Page 11: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een man1. Door welke delen van het voortplantingsstelsel gaan zaadcellen

achtereenvolgens, vanaf de plaats van vorming tot buiten het lichaam?

2. Tijdens de embryonale ontwikkeling ontstaan de teelballen in de buikholte, vlak bij de nieren. Daarna dalen ze af naar de balzak. Dit is bij een volwassen man nog te zien aan de ligging van de zaadleiders. Leg dat uit.

De zaadcellen gaan vanaf de teelballen naar de bijballen, waar ze tijdelijk worden opgeslagen. Bij een zaadlozing worden de zaadcellen vanuit de bijballen via de zaadleiders voortgestuwd. De zaadleiders komen uit in de urinebuis, die door de penis loopt. Via de urinebuis verlaten de zaadcellen het lichaam.

Teelballen bijballen zaadleider urinebuis het lichaam verlaten

De zaadleiders maken een grote boog, langs het schaambeen en de urineblaas. Deze ligging is een gevolg van het feit dat de teelballen tijdens de embryonale ontwikkeling vlak bij de nieren zijn ontstaan.

Page 12: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een vrouw

baarmoeder (uterus)

eileider

eierstok (ovarium)

trechter

urineblaas

urinebuisvagina

kleine schaamlipgrote schaamlipclitoris (kittelaar)

Het voortplantingsstelsel van een vrouw (schematisch)

Page 13: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een vrouw

baarmoeder

eierstok

eileider

baarmoedermond

baarmoederwand

vagina

trechter

Vooraanzicht van het voortplantingsstelsel van een vrouw (schematisch)

De groei en ontwikkeling van een embryo vindt plaats in de baarmoeder. Deze bestaat uit een dikke gespierde wand, die met slijmvlies is bekleed.De vagina heeft een zeer rekbare wand. Bij geslachtsgemeenschap komt de penis in de vagina. Het kind komt via de vagina ter wereld.

Page 14: Voortplanting en ontwikkeling

Bs 2Het voortplantingsstelsel van een vrouw

Rond de achtste week delen bij een vrouwelijke embryo de kiemcellen in de eierstokken zich mitotisch, hierdoor ontstaan een paar miljoen oögonia. Eén tot twee miljoen beginnen nog voor de geboorte aan de meiose, ze heten dan oöcyten. Tot aan de puberteit blijft de oöcyt in de profase-I.Bij het begin van de puberteit zijn er 400.000 oöcyten over, tijdens iedere menstruatiecyclus nemen 5-12 follikels sterk in volume toe en hervatten de meiose, slechts één follikel zal zich volledig ontwikkelen, de rest sterft af. De meiotische deling verloopt ongelijkmatig, één cel houdt al het grondplasma, de ander vormt het poollichaampje dat afsterft.Meiose II wordt pas helemaal voltooid als er bevruchting plaatsvindt. Gedurende het leven rijpen er slechts 400-500 oöcyten tot eicellen.

oögoniadiploïde cel (2n)in het embryo

differentiatie en meiose I

primaire oöcyt

secundaire oöcyt

voltooien meiose Ien start meiose II

binnendringen van spermacel zorgt voor voltooien van meiose II

eicel

aanwezig bij geboorte

1e pool-lichaampje

2e pool-lichaampje

2n

2n

n n

nn

Meiose in oögenese (schematisch)

Page 15: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een vrouw

Oögenese (vorming van eicellen) bij een vrouw Binas 86D

Page 16: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een vrouw

secundaire oöcyt

primaire oöcytin een follikel

secundairefollikel

eierstok

primairefollikel

ovulatie

geel lichaam

degenerend geel lichaamStart:

De ontwikkeling van een follikel in een eierstok (schematisch)

In de eierstokken (ovaria) vindt de ontwikkeling plaats van de eicellen. Bij de geboorte zijn in de eierstokken van een meisje reeds alle cellen aanwezig die zich tot eicel kunnen ontwikkelen. Enkele tienduizenden van deze cellen bevinden zich in een rusttoestand in de ontwikkeling. Elk van deze cellen is omgeven door een laag andere cellen. Samen vormen ze een jonge follikel.

Page 17: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een vrouw

De eerste delingen van de zygote en de innesteling van het klompje cellen De ovulatie (SEM)

Page 18: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een vrouw

De uitwendige voortplantingsorganen van een vrouw

Page 19: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een vrouw1. Noteer de namen

en de functies van de genummerde delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw.

nummer

naam functie van het deel

1 eileider vervoert eicellen

2 eierstok produceert eicellen

3 baarmoeder hierin komt sperma terecht, ontwikkeling embryo

4 vagina hierlangs komt kind ter wereld, afvoeren menstruatie

5 clitoris vangt seksuele prikkels op

6 kleine schaamlip

bevat klieren die slijm produceren, ingang glad maken

Page 20: Voortplanting en ontwikkeling

Het voortplantingsstelsel van een vrouw1. Waardoor vindt transport van een eicel in een eileider plaats?

2. In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw vindt de bevruchting van een eicel plaats?

3. Wat gebeurt er met een eicel die niet wordt bevrucht?

4. Tijdens het transport door de eileider wordt het klompje cellen niet groter. Leg uit dat het klompje cellen pas kan groeien nadat het zich heeft ingenesteld in het baarmoederslijmvlies.

Het transport van een eicel in een eileider vindt plaats in een vochtstroom, die ontstaat door spierbewegingen van de eileider en trilhaarbewegingen op de binnenwand van de eileider.

De bevruchting van een eicel vindt plaats in een eileider.

Een eicel die niet wordt bevrucht, wordt afgebroken. De resten worden door cellen van de wand van de eileider geresorbeerd (opgenomen).

Het klompje cellen kan alleen groter worden als het van buitenaf voedingsstoffen kan opnemen. Dit is pas mogelijk na innesteling in het baarmoederslijmvlies.

Page 21: Voortplanting en ontwikkeling

Hormonale regeling van de voortplanting

hypofyse

De hypofyse is een hormoonklier en bevindt zich onderaan de hypothalamus, een deel van de hersenen. De hypofyse maakt een groot aantal hormonen, waaronder twee geslachtshormonen, namelijk:- het follikel stimulerend hormoon (FSH);- het luteïniserend hormoon (LH)Onder invloed van deze hormonen wordt de hormoonproductie van andere geslachtshormonen geregeld.

Page 22: Voortplanting en ontwikkeling

Hormonale regeling van de voortplanting

Veranderingen bij de man:

Primaire geslachtskenmerken: zijn reeds vanaf de geboorte te zien:- testes- bijbal- penis met zwellichamen- prostaat met zaadblaasjes

Secundaire geslachtskenmerken:Ontwikkelen zich gedurende de puberteit onder invloed van hormonen (testosteron):- lichaamsbeharing- zwaardere stem- oksel- en schaamhaar- zaadlozing

Hormonale regeling bij een man (schematisch)

Page 23: Voortplanting en ontwikkeling

Hormonale regeling van de voortplanting

Veranderingen bij de vrouw:

Primaire geslachtskenmerken: zijn reeds vanaf de geboorte te zien:- eierstokken- eileiders- baarmoeder- vagina met kleine schaamlippen- clitoris

Secundaire geslachtskenmerken:Ontwikkelen zich gedurende de puberteit onder invloed van hormonen (oestrogenen):- ontwikkeling van borsten- toename van vetweefsel (heupen)- oksel- en schaamhaar- menstruatiecyclus

Page 24: Voortplanting en ontwikkeling

Hormonale regeling van de voortplanting

Het verband tussen processen in een eierstok en de processen in het baarmoederslijmvlies, als er geen bevruchting optreedt (schematisch)

Page 25: Voortplanting en ontwikkeling

Hormonale regeling van de voortplantingMenstruatiecyclus ongeveer 28 dagen

Voor de ovulatie:Hypofyse produceert vooral FSH stimuleert de eierstok- rijping van een follikel met daarin de eicel- follikelcellen produceren oestradiol groei van baarmoederslijmvlies stimuleren en de LH productie op gang brengen

Na de ovulatie:Hypofyse produceert vooral LH stimuleert de ovulatie en vorming van het gele lichaam in de eierstok- ovulatie: eisprong, de eicel komt de 14e dag uit het follikel in de eierstok vrij in de eileider- vorming van het gele lichaam (corpus luteum) uit restanten van de follikel- gele lichaam produceert progesteron stimuleert groei en ontwikkeling baarmoederslijmvlies en remt FSH en LH productie

LH productie stopt waardoor het gele lichaam degenereert en geen progestron meer produceert: het baarmoederslijmvlies wordt niet meer gestimuleerd menstruatie: het baarmoederslijmvlies laat los en verlaat via de vagina het lichaam

Page 26: Voortplanting en ontwikkeling

Hormonale regeling van de voortplanting

De eerste weken van de zwangerschap Binas 86E

Page 27: Voortplanting en ontwikkeling

Bs 3Hormonale regeling van de voortplanting1. De pijlen in onderstaande afbeelding geven een stimulerende of

remmende invloed weer. Geef in de cirkels in de pijlen de invloed als volgt weer:+ de secretie wordt gestimuleerd- de secretie wordt geremd

- - -+++

Page 28: Voortplanting en ontwikkeling

Hormonale regeling van de voortplanting1. Wanneer vindt waarschijnlijk de eerst volgende ovulatie plaats? Op

welke dagen is dan de kans het grootst dat geslachtsgemeenschap leidt tot zwangerschap?

2. Stel dat de eicel inderdaad wordt bevrucht. Wanneer vindt dan ongeveer innesteling van het embryo in het baarmoederslijmvlies plaats?

De eerst volgende ovulatie vindt waarschijnlijk plaats op 26 januari.Op 23, 24, 25 en 26 januari is de kans het grootst dat geslachtsgemeenschap leidt tot zwangerschap.

Als de eicel wordt bevrucht, vindt innesteling plaats op ongeveer 1 februari.

Page 29: Voortplanting en ontwikkeling

Hormonale regeling van de voortplanting1. Welk hormoon wordt het mannelijk geslachtshormoon genoemd?

Waar in het lichaam vindt secretie (afgifte) van dit hormoon plaats?

2. Welke hormonen worden de vrouwelijk geslachtshormonen genoemd? Waar in het lichaam vindt secretie van deze hormonen plaats?

3. Waardoor barst bij de ovulatie de rijpe follikel open?

4. Hoe komt het dat er in een menstruatiecyclus van vier weken slechts een korte periode van 3 à 4 dagen is, waarin geslachtsgemeenschap tot bevruchting kan leiden?

Testosteron wordt het mannelijk geslachtshormoon genoemd. Secretie van testosteron vindt plaats door hormoonproducerende cellen die tussen de zaadkanaaltjes in de teelballen liggen.

Oestrogenen worden de vrouwelijke geslachtshormonen genoemd. Secretie van oestrogenen vindt o.a. plaats door cellen in de wand van een rijpende follikel in een eierstok.

Bij ovulatie barst de rijpe follikel open, doordat deze onder invloed van de hoge concentratie LH in het bloed veel vocht heeft opgenomen.

Een onbevruchte eicel kan na de ovulatie slechts ongeveer 12 uur blijven leven; een zaadcel kan na een zaadlozing in het lichaam van een vrouw ongeveer 3 dagen blijven leven. Daardoor kan slechts in een korte periode geslachtsgemeenschap leiden tot bevruchting.

Page 30: Voortplanting en ontwikkeling

SeksualiteitSeksualiteit kan een rol spelen bij:- voortplanting- lustbeleving- onderhouden van relaties

Page 31: Voortplanting en ontwikkeling

Seksueel overdraagbare aandoeningen

Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) of geslachtsziekten: infectieziekten die je alleen kunt krijgen door intiem lichamelijk contact met een besmet persoon.

Gonorroe (druiper): er komt slijm of etter uit de penis of vagina. Behandelbaar met penicilline.

Syfilis: zweertje rond de geslachtsorganen, mond, tong of anus. Onbehandeld kan de bacterie zich door heel het lichaam verspreiden en kunnen zich jaren later ernstige ziekteverschijnselen zich voordoen, zoals verlamming. Behandelbaar met penicilline.

Chlamydia: soms een waterige afscheiding uit de urinebuis of vagina, of bloedverlies uit de vagina. Bij 2/3 van de besmette personen treden geen ziekteverschijnselen op. Behandelbaar met penicilline. In Nederland de meest voorkomende SOA.

Page 32: Voortplanting en ontwikkeling

Seksueel overdraagbare aandoeningen

AIDS (Aquired Immuno Deficiency Syndrome): het afweersysteem van de besmette persoon is aangetast. Hierdoor wordt deze persoon vatbaar voor allerlei ziekten, zoals darm- en longontsteking of huidkanker.AIDS wordt veroorzaakt door HIV (Human Immunodeficiency Virus). Iemand die met HIV in aanraking is gekomen gaat antistoffen vormen tegen het virus. Deze antistof is niet in staat het virus te vernietigen.

Seropositief: als antistof tegen HIV aangetoond wordt bij een gezond persoon.

Bij besmette personen komt het HIV voor in bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht en moedermelk.

Page 33: Voortplanting en ontwikkeling

Seksueel overdraagbare aandoeningen1. Waarin onderscheiden seksueel overdraagbare aandoeningen zich

van andere infectieziekten?

2. Wat zijn de ziekteverschijnselen bij syfilis en bij chlamydia?

3. Waardoor heeft aids geen specifieke ziekteverschijnselen?

4. Wat zijn in Nederland de twee belangrijkste bronnen van besmetting met HIV?

Seksueel overdraagbare aandoeningen kun je alleen krijgen via intiem lichamelijk contact met een besmet persoon; andere infectieziekten kun je ook op andere manieren krijgen.

Bij syfilis: een zweertje aan de geslachtsorganen, mond, tong of anus en in een later stadium verlamming en geestelijke achteruitgang.Bij chlamydia: in sommige gevallen een waterige afscheiding uit de urinebuis of vagina, of bloedverlies uit de vagina.

Doordat bij aids het afweersysteem tegen andere ziekten is aangetast. Aids kan leiden tot allerlei ziekten.

Onveilige seks en het gebruik van dezelfde spuiten en naalden door meerdere druggebruikers zijn in Nederland de twee belangrijkste bronnen van besmetting met het aids-virus.

Page 34: Voortplanting en ontwikkeling

GeboorteregelingGeboorteregeling: als een vrouw, meestal samen met een man, bepaalt of zij een kind wil of niet.Anticonceptie: maatregelen nemen die bevruchting tegen-gaan.Anticonceptiemiddelen: voorbehoedsmiddelen

Anticonceptie zonder voorbehoedsmiddelen:- periodieke onthouding- coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap)

Anticonceptie gericht op barrièrewerking:- condoom (mannencondoom of vrouwencondoom)- pessarium of femcap- zaaddodende middelen- spiraaltje of ankertje

Anticonceptie gericht op hormoonwerking:- de pil: combinatiepil – driefasenpil – minipil - hormoonspiraaltje- implantaatje- mannenpil

Page 35: Voortplanting en ontwikkeling

GeboorteregelingSterilisatie: zaadleiders of eileiders worden door middel van een kleine medische ingreep onderbroken of dichtgemaakt.

De productie van zaadcellen of eicellen gaat gewoon door, net als alle andere seksuele functies!

Page 36: Voortplanting en ontwikkeling

GeboorteregelingNoodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap:- morning-afterpil: een kuur waarbij je een zware combinatiepil

krijgt voorgeschreven. Je krijgt een vrij hoge concentratie oestrogenen binnen, waardoor je misselijk kunt woorden. Innemen binnen 24 tot 36 uur na de geslachtsgemeenschap.

- plaatsen van een spiraaltje: tot vijf dagen na de geslachtsgemeenschap.

- overtijdbehandeling: tussen de 10e en 16e dag na het uitblijven van de menstruatie. De baarmoeder wordt schoongemaakt en leeggezogen.

- abortus: onder plaatselijke verdoving wordt met een zuigpompje het baarmoederslijmvlies met het embryo via de baarmoedermond weggezogen.

Page 37: Voortplanting en ontwikkeling

Geboorteregeling1. Welke twee hormonen bevat de ‘pil’?

2. Welke gunstige bijwerking heeft het gebruik van de pil voor een vrouw?

3. Op welke drie manieren voorkomen de hormonen in de pil zwangerschap?

4. Waarom mag een pessarium niet meteen na de geslachtsgemeenschap uit de vagina worden weggehaald?

De pil bevat kunstmatig gesynthetiseerd oestrogeen hormoon en een progestageen hormoon.

De menstruatie is niet zo hevig als wanneer geen pil wordt gebruikt.

De hormonen in de pil voorkomen op de volgende drie manieren zwangerschap:- de natuurlijke cyclus wordt zodanig beïnvloed dat er in het algemeen geen eicel meer kan vrijkomen;- het slijmvlies van de baarmoeder wordt ongeschikt voor de innesteling van een eventueel bevruchte eicel;- in het baarmoederhalskanaal ontstaat een slijmprop die het zaadcellen zeer moeilijk maakt om in de baarmoeder te komen.

Omdat sperma dat zich nog in de vagina bevindt niet mag doordringen in de baarmoeder.

Page 38: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Bevruchting van een eicel door een zaadcel

spermacel nadert de eicelde spermacel laat enzymen vrij die de membraan van de eicel verteren

eiwitten in de kop van de spermacel binden aan de receptoren op de eicelmembraan

het plasmamembraan van de spermacel en de eicel smelten samen

de kern van de spermacel gaat het cytoplasma binnen

er vormt zich een ondoordringbare bevruchtingsmembraan om de eicel

kernen versmelten

Page 39: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Page 40: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

zygote 2 cellen

4 cellen

8 cellen

veel cellen

blastula(holle bal)

doorsnede door een blastula

Klievingsdelingen

Klievingsdelingen: delingen waarbij geen groei plaatsvindt.

Page 41: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

bevruchting

ovulatie

eerste klievingsdeling

eileider

eierstok blastocyt(ingenesteld)

baarmoederslijmvlies

baarmoeder

Van ovulatie tot innesteling

Page 42: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

baarmoederslijmvlies

trofoblast

embryonaalknop

blastulaholte

Klompje cellen vlak voor de innesteling

toekomstige embryo

toekomstigedooierzak

trofoblastbaarmoederholte

baarmoederslijmvlies

bloedvat

Tijdens de innesteling (ongeveer 7 dagen na bevruchting)

Page 43: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

amnionholte

chorion

dooierzak

Ontwikkeling van de embryo (9 dagen)

hechtvlokken

embryo

dooierzak

chorion

amnion

hechtsteel

Ontwikkeling van de embryo en hechtsteel (16 dagen)

Page 44: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

placenta

hechtvlokken

chorion

embryo

amnion

dooierzak

hechtsteel

navelstreng

Placenta is gevormd (31 dagen)

Page 45: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Page 46: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling1. Op welke manier zorgt het klompje cellen ervoor dat innesteling in

het baarmoederslijmvlies plaatsvindt?

2. Leg uit dat het klompje cellen dat uit de zygote ontstaat, pas na innesteling kan groeien.

3. Tijdens de innesteling bevat het klompje cellen een holte, gevuld met vocht. Wat gebeurt er met deze holte tijdens de verdere embryonale ontwikkeling?

4. Wat is de functie van het vruchtwater?

Van het klompje cellen scheidt de buitenste laag cellen enzymen af, die het baarmoederslijmvlies plaatselijk oplossen. Hierdoor zakt het klompje cellen in het baarmoederslijmvlies.

Doordat het pas voedingsstoffen kan opnemen na innesteling.

Tijdens de verdere embryonale ontwikkeling komt deze met vocht gevulde holte tussen de twee vruchtvliezen te liggen. Deze holte verdwijnt.

Het vruchtwater beschermt het embryo tegen schokken en tegen uitdroging. Bovendien kan het embryo zich in het vruchtwater gemakkelijk bewegen.

Page 47: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Embryo in de baarmoeder (schematisch)

Page 48: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Page 49: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Page 50: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Embryo 3 weken: een kloppend hart Embryo 5 weken: vorming handen

Page 51: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Embryo 6 weken: hersenactiviteit Embryo 9 weken: helemaal gevormd

Page 52: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

Foetus 4 maanden: waarnemen moedersstem Foetus 5 maanden: halverwege

Page 53: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling

De laatste maanden: groeien

Page 54: Voortplanting en ontwikkeling

Embryonale ontwikkeling1. Op welke manier zorgt progesteron ervoor dat de zwangerschap in

stand blijft?

2. Wanneer spreken we van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap?

3. Hoeveel eicellen zijn betrokken bij het ontstaan van een eeneiige tweeling? En hoeveel zaadcellen?

Progesteron zorgt ervoor dat de zwangerschap in stand blijft, doordat:- het baarmoederslijmvlies dikker wordt en de klieren stoffen gaan afscheiden;- het baarmoederslijmvlies in stand wordt gehouden;- de afgifte van FSH en LH door de hypofyse wordt geremd.

We spreken van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap als het klompje cellen zich buiten de baarmoeder innestelt (meestal in een eileider, soms in de buikholte of in een eierstok).

Bij het ontstaan van een eeneiige tweeling zijn één eicel en één zaadcel betrokken.

Page 55: Voortplanting en ontwikkeling

Nieuwe voortplantingstechniekenVerminderde vruchtbaarheid: als men er binnen één jaar niet in slaagt een zwangerschap te realiseren.

Oorzaken:- Hoeveelheid en de kwaliteit van het sperma is afgenomen misschien door strakke broeken en zittende levenswijze, waardoor temperatuur van balzak te hoog is.- Vrouwen willen op steeds oudere leeftijd voor de eerste keer zwanger worden.- Stoffen uit het milieu hebben een nadelige invloed op de vruchtbaarheid.

Page 56: Voortplanting en ontwikkeling

Nieuwe voortplantingstechniekenOpheffen van ongewenste kinderloosheid- Kunstmatige inseminatie: een arts brengt bij een vrouw

sperma (donorsperma) in van een andere (onbekende) man.- In-vitrofertilisatie (IVF): een arts haalt vrijgekomen eicellen uit

de eileider en in een voedingsmedium vindt bevruchting en ontwikkeling van zygote tot klompje cellen plaats. Bij implantatie wordt het klompje cellen in de baarmoeder ingebracht meestal meerdere klompjes om kans op succes te vergroten meerlingen

Het succes van een IVF-behandeling

Page 57: Voortplanting en ontwikkeling

Nieuwe voortplantingstechniekenPreïmplantatietechniek: de gezondheidstoestand van het klompje cellen wordt onderzocht, voordat het wordt geïmplanteerd. Uit het achtcellig stadium wordt één cel weggenomen voor onderzoek.

Page 58: Voortplanting en ontwikkeling

Nieuwe voortplantingstechnieken1. Noem vijf factoren die bij de vrouw verminderde vruchtbaarheid

kunnen veroorzaken.

2. Noem drie factoren die de oorzaak kunnen zijn van een te laag aantal zaadcellen in het sperma van de man.

3. Leg uit waarom men bij IVF twee klompjes cellen implanteert.

Vijf factoren die verminderde vruchtbaarheid bij de vrouw kunnen veroorzaken zijn:- de stijging van de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen;- bepaalde stoffen in het milieu (bijv. bestrijdingsmiddelen);- bepaalde geneesmiddelen (bijv. DES);- de voeding;- de gezondheidstoestand.

Drie factoren die de oorzaak kunnen zijn van een te laag aantal zaadcellen in het sperma van de man zijn:- het dragen van te strakke broeken;- een zittende levenswijze;- de teelballen produceren te weinig of geen gezonde zaadcellen.

Bij IVF implanteert men twee klompjes cellen om de kans op een geslaagde innesteling te vergroten.

Page 59: Voortplanting en ontwikkeling

De geboorteNa ongeveer negen maanden (39 weken) zwangerschap wordt het kind geboren.

De ontsluiting- Indaling: de eerste weeën vinden om de 15 tot 30 minuten

plaats. Hierbij trekt het bovenste deel van de baarmoederwand zich samen. Het onderste deel van de baarmoederwand en de baarmoederhals worden rond het hoofdje van de foetus getrokken. Duurt 4 tot 8 uur.

- Ontsluiting: de weeën komen om de 3 tot 5 minuten. De slijmprop in de baarmoederhals wordt uitgestoten en de opening in de baarmoederhals wordt groter tot maximaal 10 cm (volledige ontsluiting). De vruchtvliezen breken en het vruchtwater vloeit weg.

De indaling en ontsluiting

Page 60: Voortplanting en ontwikkeling

De geboorte

De uitdrijvingDe weeën worden steeds krachtiger en spieren in de buikwand gaan zich samentrekken (persweeën). Kan enkele seconden tot 2 uur duren.

Stuitligging: eerst komt het kontje of voetje naar buiten.Dwarsligging: het kind kan niet via de vagina worden geboren. Door een operatie via de buikwand (keizersnede) komt het kind ter wereld.

De uitdrijving

Page 61: Voortplanting en ontwikkeling

De geboorte

De nageboorteDe placenta, de resten van de navelstreng en de vruchtvliezen worden door samentrekking van de baarmoederwand losgewoeld. Ze worden ongeveer een kwartier na de baby uitgedreven.

De nageboorte

Page 62: Voortplanting en ontwikkeling

De geboorte

Oestrogeen Oxytocine

Activeert oxytocine receptoren in de baar-moeder

Stimuleert de baarmoeder tot samentrekking

Van de eierstokken

Van de foetus en hypofyse

Stimuleert placenta tot het maken van

Stimuleert krachtiger samentrekking van de baarmoeder

Positieve feedback

Prostaglandine

Page 63: Voortplanting en ontwikkeling

De geboorte1. Welk gevaar bestaat als de moeder gaat ‘persen’ terwijl de

ontsluiting nog niet volledig is?

2. Waarom wordt het huidsmeer van een pasgeboren baby er niet meteen afgewassen?

3. Waarom wordt een pasgeboren baby ondersteboven gehouden?

Het gevaar bestaat dat de baarmoederhals inscheurt.

Het huidsmeer biedt bescherming tegen ziekteverwekkers.

Om mogelijk slijm uit de longen te laten lopen.

4. Waardoor komt de ademhaling bij een pasgeboren baby op gang?De ademhaling bij een pasgeboren baby komt op gang onder invloed van een stijging van het koolstofdioxidegehalte van het bloed van de baby (via afklemmen en doorknippen van de navelstreng).

Page 64: Voortplanting en ontwikkeling

De levenscyclus van de mens

Levensfasen van de mens

Page 65: Voortplanting en ontwikkeling

De levenscyclus van de mens

Grove motorische ontwikkeling: leren bewegen met het hele lichaam

Fijne motorische ontwikkeling: leren kleine bewegingen te maken

Sociale ontwikkeling: leren contact te maken met andere mensen

Page 66: Voortplanting en ontwikkeling

De levenscyclus van de mens1. Leg uit dat de soort mens een levenscyclus heeft en elke

individuele mens een levensloop.

2. Geef twee voorbeelden van grove motorische ontwikkelingen bij een peuter en bij een kleuter.

3. Geef twee voorbeelden van fijne motorische ontwikkelingen bij een peuter en bij een kleuter.

De soort mens heeft een levenscyclus omdat de soort mens blijft voortbestaan, ondank het sterven van individuen. Elke individuele mens heeft een levensloop, omdat het leven van een mens eindigt.

Peuter: traplopen en tegen een bal schoppenKleuter: leren fietsen en klimmen

Peuter: leren torentje bouwen en met een lepel etenKleuter: leren tekenen en veters strikken

4. Noem twee lichamelijke ontwikkelingen die in de puberteit plaatsvinden.De voortplantingsorganen beginnen te functioneren en de secundaire geslachtskenmerken komen tot ontwikkeling.