36
DE EUROPESE CENTRALE BANK HET EUROSYSTEEM HET EUROPEES STELSEL VAN CENTRALE BANKEN

DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

DE EUROPESE CENTRALE BANK

HET EUROSYSTEEM

HET EUROPEES STELSEL VANCENTRALE BANKEN

Page 2: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

Voorwoord door de President van de Europese Centrale Bank 3

1. De weg naar de Economische en Monetaire Unie1.1 Europese integratie 41.2 Economische integratie 51.3 De convergentiecriteria 61.4 De belangrijkste kenmerken van het eurogebied 81.5 De voordelen van de euro 8

Mijlpalen 10

2. De structuur en taken2.1 Het Europees Stelsel van Centrale Banken en het Eurosysteem 122.2 De Europese Centrale Bank 122.3 De taken van het Eurosysteem 132.4 Onafhankelijkheid 142.5 De nationale centrale banken 162.6 De besluitvormende organen van de ECB 162.7 ESCB-Comités 19

3. Het monetair beleid3.1 Prijsstabiliteit 203.2 De monetaire-beleidsstrategie van de ECB 203.3 De monetaire-beleidsinstrumenten 213.4 Communicatie 233.5 Monetaire en financiële statistieken 24

4. Het TARGET2-systeem 26

5. De eurobankbiljetten en euromunten5.1 De bankbiljetten 285.2 De munten 29

6. Bankentoezicht 30

Lijst van termen 32

INHOUD

2

Page 3: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

Wanneer gesproken wordt over een “centrale bank”, zal men waarschijnlijk allereerstdenken dat het een instelling is die geld uitgeeft. En geld is het instrument dat wijgebruiken als rekeneenheid, als betalingsmiddel en als waardeopslag. En inderdaad, debelangrijkste doelstelling van een centrale bank is ervoor te zorgen dat de waarde vangeld in de loop der tijd wordt behouden. Maar er zitten ook vele minder bekendeaspecten aan het moderne centrale-bankieren. Een ervan is communicatie. Een centralebank dient niet alleen te doen wat zij zegt, zij dient tevens uit te leggen wat zij doet,om op die manier de bekendheid van de burger met, en diens inzicht in, haar beleiden de door haar geboden diensten te vergroten.

Deze brochure maakt deel uit van onze informatieverschaffing over de werkzaamhedenvan de Europese Centrale Bank (ECB) in het hart van het Europees Stelsel van CentraleBanken (ESCB), waartoe ook de nationale centrale banken van de 27 lidstaten van deEuropese Unie behoren. Omdat niet alle lidstaten de euro als hun munteenheid hebbeningevoerd, wordt de term “Eurosysteem” gebruikt om te verwijzen naar de eenheiddie bestaat uit de ECB en de nationale centrale banken van die lidstaten die de eurohebben ingevoerd (thans 16). De meeste taken die krachtens hetVerdrag betreffendede Europese Unie aan het ESCB zijn toegekend, worden door het Eurosysteemuitgevoerd.

U kunt deze brochure ook downloaden van de website van de ECB(www.ecb.europa.eu). De elektronische versie zal met grotere regelmaat wordengeactualiseerd dan de gedrukte versie.

Ik hoop dat u deze brochure, hetzij in gedrukte vorm, hetzij in elektronische vorm, metplezier zult lezen.

Frankfurt am Main, april 2009

Jean-Claude TrichetPresident van de Europese Centrale Bank

VOORWOORD

3

Page 4: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

EUROPESE INTEGRATIEDe idee in Europa een economische en monetaire unie op te zetten is meer

dan vijftig jaar oud. Het was een visie van de politieke leiders die in 1952 besloten totde oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) ,die uit zes landen bestond: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw en daarna werden verdere stappen ondernomenin de richting van Europese integratie. Dezelfde zes landen richtten in 1958 de EuropeseEconomische Gemeenschap (EEG) en de Europese Gemeenschap voorAtoomenergie (EURATOM) op. In de loop der tijd versterkte en verdiepte dit netwerkvan betrekkingen zich, eerst tot de Europese Gemeenschappen (EG) en daarna, methet van kracht worden van hetVerdrag van Maastricht in 1993, tot de Europese Unie(EU). Het aantal leden groeide ook. Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijktraden in 1973 toe, acht jaar later gevolgd door Griekenland. Portugal en Spanje werdenin 1986 lid, Oostenrijk, Finland en Zweden in 1995. Deze uitbreiding kreeg haar vervolgop 1 mei 2004, toen de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen,Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarijeen Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007 te zijn toegetreden.

De voorwaarden waaraan vóór toetreding tot de EU dient te worden voldaan zijn dezogeheten Kopenhagen-criteria . Deze vereisen van toekomstige leden dat zij (a)beschikken over stabiele instellingen die de democratie, de rechtsorde,mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden waarborgen,en dat zij (b) een functionerende markteconomie hebben en in staat zijn om te gaanmet concurrentiedruk, om deverplichtingen van lidmaatschap,waaronder de doelstellingen vanpolitieke, economische en monetaireunie, op zich te kunnen nemen.

DE WEG NAAR DE ECONOMISCHEEN MONETAIRE UNIE

1.1

Geleidelijke uitbreiding van deEuropese Unie

Criteria voor toetreding tot de EU

zie Lijst van termen

4

Page 5: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

ECONOMISCHE INTEGRATIEDe eerste poging een economische en monetaire unie te creëren werd

gepresenteerd in het in 1970 uitgebrachte Werner-Rapport1, dat voorzag in drie fasendie in 1980 zouden moeten zijn voltooid. Deze eerste plannen voor een economischeen monetaire unie werden echter nooit gerealiseerd ten gevolge van de aanzienlijkeinternationale onrust op de valutamarkten na het uiteenvallen van het monetaire stelselvan Bretton Woods in de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw en ten gevolgevan de internationale recessie die optrad in de nasleep van de eerste oliecrisis in 1973.

Om deze instabiliteit tegen te gaan, creëerden de toenmalige negen lidstaten van deEEG in 1979 het Europees Monetair Stelsel (EMS) . Het belangrijkste kenmerkvan dit stelsel was het wisselkoersmechanisme (ERM) , dat de invoering betekendevan vaste maar aanpasbare wisselkoersen tussen de valuta’s van de negen landen.

In de tweede helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de idee van eeneconomische en monetaire unie nieuw leven ingeblazen door middel van de EuropeseAkte van 1986, die een interne markt creëerde. Maar er heerste het besef dat devolledige voordelen van één interne markt alleen zouden kunnen worden bewerkstelligddoor de invoering van een gemeenschappelijke munteenheid onder de deelnemendelanden. In 1988 gaf de Europese Raad het Comité Delors opdracht demogelijkheden te onderzoeken tot het verwezenlijken van een Economische enMonetaire Unie (EMU) . Het in 1989 gepresenteerde Delors-Rapport leidde totde onderhandelingen over het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarbij deEuropese Unie (EU) werd opgericht en dat hetVerdrag tot oprichting van de EuropeseGemeenschap aanpaste. In februari 1992 werd dit nieuwe Verdrag ondertekend inMaastricht (waardoor het vaak het “Verdrag van Maastricht” wordt genoemd) en op1 november 1993 werd het van kracht.

De voortgang naar de EMU in Europa vond plaats in drie fasen. De eerste fase (1990-1993) werd voornamelijk gekenmerkt door de volledige verwezenlijking van éénEuropese markt door middel van het wegnemen van alle interne belemmeringen ophet vrije verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten binnen Europa.

Verdrag van Maastricht in 1992ondertekend

In drie fasen naar de EMU:I. Interne MarktII. Europees Monetair InstituutIII. ECB en de euro

1.2

De weg naar deEconomische enMonetaire Unie

De structuur en taken

Het monetair beleid

Het TARGET2-systeem

De eurobankbiljettenen de euromunten

Bankentoezicht

2

1

3

4

5

6

1.1 Europese integratie1.2 Economische integratie1.3 De convergentiecriteria

1.4 De belangrijkste kenmerkenvan het eurogebied

1.5 De voordelen van de euro

Mijlpalen

1 Genoemd naar Pierre Werner, de toenmalige Minister-President van Luxemburg.

5

1.

Page 6: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

6

De tweede fase (1994–1998) begon met de oprichting van het Europees MonetairInstituut , en was voornamelijk gericht op de technische voorbereidingen voor degemeenschappelijke munteenheid, het vermijden van buitensporige tekorten en hetvergroten van de convergentie van het economische en monetaire beleid van delidstaten (om zo prijsstabiliteit en gezonde overheidsfinanciën te bewerkstelligen). Dederde fase ging op 1 januari 1999 van start met het onherroepelijk vaststellen van dewisselkoersen, het overdragen van de monetaire-beleidsbevoegdheden aan de ECBen de invoering van de euro als de eenheidsmunt. Op 1 januari 2002 werden in dedeelnemende landen de eurobankbiljetten en euromunten wettig betaalmiddel, en vanafeind februari 2002 hielden de nationale bankbiljetten en munten op wettig betaalmiddelte zijn.

DE CONVERGENTIECRITERIALanden die de euro als hun munteenheid willen invoeren moeten een hoge mate

van“duurzame convergentie” bewerkstelligen. De mate van bereikte convergentie wordtbeoordeeld aan de hand van een aantal in het Verdrag van Maastricht vastgelegdecriteria, op basis waarvan een land dient te hebben:• een hoge mate van prijsstabiliteit ;• houdbare overheidsfinanciën;• een stabiele wisselkoers, en• een lage en stabiele lange rente.

De criteria zijn bedoeld ervoor te zorgen dat uitsluitend landen met een op stabiliteitgericht economisch beleid en een bewezen verleden van prijsstabiliteit tot de derdefase van de EMU worden toegelaten. HetVerdrag vereist tevens van de centrale bankvan elk desbetreffend land dat zij onafhankelijk is (zie Artikel 108 van het Verdrag).

In mei 1998 bevestigde een EU-topontmoeting in Brussel dat elf van de toenmaligevijftien EU-lidstaten – België, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg,Nederland, Oostenrijk, Portugal en Finland – voldeden aan de vereisten voor invoeringvan de eenheidsmunt. Op 1 januari 1999 voerden deze landen dan ook de euro in als

Op stabiliteit gericht monetair beleiden onafhankelijke centrale banken

16 lidstaten zijn overgegaanop de euro

1.3

zie Lijst van termen

DE WEG NAAR DE ECONOMISCHEEN MONETAIRE UNIE

Page 7: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

7

1.hun gemeenschappelijke munt. Op 1 januari 2001 sloot Griekenland zich bij deze groepaan, na eveneens aan de criteria te hebben voldaan. Ook andere lidstaten hebben daarnavoldaan aan de convergentiecriteria en zich bij het eurogebied aangesloten: Sloveniëop 1 januari 2007, Cyprus en Malta op 1 januari 2008 en Slowakije op 1 januari 2009.Eén lidstaat, Zweden, voldeed niet aan alle voorwaarden. Bovendien zijn Denemarkenen het Verenigd Koninkrijk “lidstaten met een bijzondere status”. Aan het Verdrag totoprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocols verleenden deze beidelanden het recht te kiezen of zij al dan niet aan de derde fase van de EMU willendeelnemen, d.w.z. de euro willen invoeren. Beide lidstaten maakten gebruik van dezezogeheten “opt-out clause” (“uitzonderingsclausule”) door de EU-Raad te latenweten dat zij vooralsnog niet van plan waren over te gaan tot de derde fase, d.w.z.dat zij vooralsnog geen deel willen uitmaken van het eurogebied.

Zweden en acht van de twaalf landen die sinds 2004 toetraden gelden als lidstatenmet een “derogatie”, aangezien zij nog niet hebben voldaan aan alle vereisten voorinvoering van de euro. Het hebben van een derogatie betekent dat een lidstaatis vrijgesteld van enkele, doch niet alle, bepalingen die normalerwijze van toepassingzijn vanaf het begin van de derde fase van de EMU. Dit betreft alle bepalingen die deverantwoordelijkheid voor het monetaire beleid overdragen aan de Raad van Bestuur

van de ECB.

Net als Zweden hebben de andere lidstaten van de EU die nog niet zijn overgegaanop de euro geen “opt-out”-clausule, zoals deze na onderhandelingen werd bereikt doorhet Verenigd Koninkrijk en Denemarken.

Dit betekent dat de nieuwe lidstaten, door zich bij de EU aan te sluiten, zich ertoeverplichten uiteindelijk, wanneer zij voldoen aan de convergentiecriteria , de euroin te voeren. De ECB en de Europese Commissie stellen elke twee jaar – of opverzoek van een lidstaat met een derogatie – een rapport op betreffende de voortgangdie is geboekt met het voldoen aan de convergentiecriteria. Deze convergentieverslagenbevatten tevens een beoordeling van andere factoren die van invloed zouden kunnenzijn op de integratie van het land in de economie van het eurogebied. Deze verslagenvormen de basis voor de beslissing van de EU-Raad of een nieuw land al dan niet tothet eurogebied kan worden toegelaten.

Twee lidstaten hebben besloten deeuro niet in te voeren

De nieuwe lidstaten hebben zichertoe verplicht uiteindelijk de euroin te voeren

Page 8: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

DE BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN HETEUROGEBIED

De individuele landen die nu samen het eurogebied vormen, waren voordat zij tot heteurogebied toetraden relatief open economieën. Nu maken zij echter deel uit van eengrotere en veel zelfstandiger economie. Door zijn omvang is het eurogebiedvergelijkbaar met grote economieën als de Verenigde Staten en Japan.

Het eurogebied is een van de grootste economieën ter wereld, met (in 2006) eenbevolking van 318 miljoen mensen. De Europese Unie als geheel bestaat uit 27 lidstatenen heeft een bevolking van 493 miljoen mensen. (Ter vergelijking: deVerenigde Statenen Japan hebben respectievelijk 299 en 128 miljoen inwoners.)

In termen van het bruto binnenlands product (bbp) uitgedrukt inkoopkrachtpariteit , was deVerenigde Staten in 2006 met 19,7% van het mondialebbp de grootste economie, gevolgd door het eurogebied met 14,3%. Japans aandeelbedroeg 6,3%. De aandelen van de individuele landen van het eurogebied zijn aanzienlijkkleiner : het grootste bedroeg in 2006 3,9% van het mondiale bbp.

Hoewel het eurogebied in aanzienlijke mate kan worden geraakt door ontwikkelingenin de wereldeconomie, betekent het feit dat het eurogebied een minder open economieis dat bewegingen in de prijzen van buitenlandse goederen slechts in beperkte matevan invloed zijn op de binnenlandse prijzen. De economie van het eurogebied is echteropener dan die van deVerenigde Staten of Japan. De uitvoer van goederen en dienstenuit het eurogebied als aandeel van het bbp was in 2006 met 21,6%2 aanzienlijk hogerdan de desbetreffende cijfers voor de Verenigde Staten (11%) en Japan (16,8%).

DE VOORDELEN VAN DE EUROMet de verwezenlijking van de Economische en Monetaire Unie heeft

de EU een belangrijke stap gezet in de richting van voltooiing van de interne markt.Consumenten en bedrijven kunnen nu prijzen gemakkelijk vergelijken en zo de meestconcurrerende leveranciers in het eurogebied vinden. Daarnaast biedt de EMU eenomgeving van economische en monetaire stabiliteit in heel Europa die gunstig is voorduurzame groei en werkgelegenheidscreatie, en de gemeenschappelijke munt heeft eeneinde gemaakt aan de verstoringen die werden veroorzaakt door scherpe bewegingenin de wisselkoersen van de voormalige nationale munteenheden.

Een van ‘s werelds grootsteeconomieën

Geringe afhankelijkheid vanbuitenlandse handel

Een echte interne markt voorgoederen en diensten

1.5

zie Lijst van termen2 Het cijfer voor het eurogebied is exclusief Cyprus en Malta.

8

DE WEG NAAR DE ECONOMISCHEEN MONETAIRE UNIE

1.4

Page 9: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

De invoering van eurobankbiljetten en euromunten op 1 januari 2002 heeft het reizenbinnen het eurogebied gemakkelijker gemaakt. De prijzen voor goederen en dienstenkunnen in een oogopslag worden vergeleken en betalingen kunnen in alle landen metdezelfde munt worden verricht.

Met de komst van de euro kwam binnen het eurogebied een einde aan deviezen-transactiekosten en valutarisico’s. In het verleden belemmerden deze kosten en risico’sde grensoverschrijdende concurrentie. De toegenomen concurrentie maakt hetwaarschijnlijker dat beschikbare middelen op de meest efficiënte wijze worden gebruikt.Met een gemeenschappelijke munt worden investeringsbeslissingen makkelijker,aangezien wisselkoersschommelingen niet langer van invloed kunnen zijn op hetrendement op grensoverschrijdende investeringen binnen het eurogebied.

Vóór de invoering van de euro waren de financiële markten over het algemeen nationalemarkten. Financiële instrumenten (zoals overheidsobligaties en aandelen) luidden innationale valuta. De invoering van de euro was een belangrijke stap naar integratie vande financiële markten in het eurogebied, en zal de structuur van de economie van heteurogebied blijven beïnvloeden. Aanwijzingen van deze integratie kunnen, inuiteenlopende mate, worden gevonden in alle geledingen van de financiële structuur :• de interbancaire geldmarkt in het eurogebied is volledig geïntegreerd;• de euro-obligatiemarkt is goed geïntegreerd, diep en liquide, en verschaft

een breed aanbod aan beleggingen en financiering;• de aandelenmarkt van het eurogebied wordt steeds meer gezien als één

enkele markt;• de binnenlandse en grensoverschrijdende fusies en acquisities onder banken in

het eurogebied zijn toegenomen.

De diepte en kwaliteit van een geïntegreerde financiële markt vergemakkelijken definanciering van economische groei en het scheppen van werkgelegenheid. Mensenhebben een breder scala van keuzes voor hun beslissingen aangaande besparingen enbeleggingen. Bedrijven kunnen een beroep doen op een zeer grote kapitaalmarkt omhun bedrijfsactiviteiten te financieren en gebruik te maken van nieuwe financiëleinstrumenten om zichzelf te beschermen tegen verschillende financiële risico’s en hetbeheer van hun investeringen te verbeteren.

Deviezentransactiekosten envalutarisico’s geëlimineerd

Integratie van financiële markten

9

1.

Page 10: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

1952

De Europese Gemeenschap voor Kolen enStaal (EGKS) wordt opgericht door België,Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg enNederland.

1958Het Verdrag van Rome wordt van kracht; deEuropese Economische Gemeenschap (EEG)en de Europese Gemeenschap voorAtoomenergie (EURATOM) wordenopgericht.

1967Het Fusieverdrag combineert de driebestaande Gemeenschappen (EGKS, EEG,EURATOM).

1970

Het Werner-Rapport, de eerste “blauwdruk”voor een monetaire unie, wordtgepresenteerd.

1973Denemarken, Ierland en het VerenigdKoninkrijk worden lid van de EuropeseGemeenschappen (EG).

1979Oprichting van het Europees Monetair Stelsel(EMS).

1981

Griekenland wordt lid van de EuropeseGemeenschappen.

1986Spanje en Portugal worden lid van deEuropese Gemeenschappen.

1987

De Europese Akte, die de weg vrijmaakt voorde interne markt, wordt van kracht.

1989

Het Comité Delors presenteert zijn rapportinzake Economische en Monetaire Unie.

MIJLPALEN

10

Page 11: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

1990Begin van de eerste fase van de EMU.

1993Het Verdrag betreffende de Europese Unie(het “Verdrag van Maastricht”) wordt vankracht.

1994

Begin van de tweede fase van de EMU. HetEuropees Monetair Instituut (EMI) wordtopgericht in Frankfurt am Main.

1995Oostenrijk, Finland en Zweden treden toe totde EU.

1998Het EMI wordt geliquideerd, en de EuropeseCentrale Bank wordt opgericht in Frankfurtam Main.

1999

Begin van de derde fase van de EMU met 11deelnemende landen; invoering van de euroals gemeenschappelijke munt. Het aangepasteVerdrag betreffende de Europese Unie (het“Verdrag van Amsterdam”) wordt van kracht.

11

1.2001Griekenland sluit zich als twaalfde land aan bijhet eurogebied.

2002De eurobankbiljetten en euromunten wordenin omloop gebracht.

2003Het aangepaste Verdrag betreffende deEuropese Unie (het “Verdrag van Nice”) wordtvan kracht.

2004

Tien nieuwe landen worden op 1 mei lid vande Europese Unie.

2007De EU groeit uit tot 27 leden door detoetreding van Bulgarije en Roemenië. Sloveniëwordt lid van het eurogebied. In decemberwordt het "Verdrag van Lissabon" ondertekend.

2008Cyprus en Malta treden toe tot heteurogebied, dat hierdoor nu 15 leden telt.

2009Slowakije treedt toe tot het eurogebied.

Page 12: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

1212

HET EUROPEES STELSEL VAN CENTRALE BANKEN ENHET EUROSYSTEEM

Het Europees Stelsel van Centrale Banken is opgericht overeenkomstig hetVerdrag van Maastricht en de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Bankenen van de Europese Centrale Bank . Het bestaat uit de Europese Centrale Banken de nationale centrale banken van alle EU-lidstaten.

Het Eurosysteem bestaat uit de ECB en de nationale centrale banken van de(thans 16) EU-lidstaten die de euro hebben ingevoerd.

De besluitvormende organen van de ECB zijn de Raad van Bestuur en de Directie. De monetaire-beleidsbeslissingen van de ECB worden genomen door de Raad van

Bestuur. De Directie brengt de beslissingen ten uitvoer en is verantwoordelijk voor hetdagelijks beheer van de ECB. Het derde besluitvormende orgaan van de ECB is deAlgemene Raad , die zal blijven bestaan zolang er EU-lidstaten zijn die de euro nogniet hebben ingevoerd als hun munteenheid.

DE EUROPESE CENTRALE BANKDe ECB is in juni 1998 opgericht in Frankfurt am Main in Duitsland, en nam de

taken van haar voorganger, het Europees Monetair Instituut, over. De ECB is eensupranationale instelling met eigen rechtspersoonlijkheid. De ECB is momenteelgehuisvest in drie gebouwen in het centrum van Frankfurt, maar in 2011 zal zij haarnieuwe hoofdkwartier (waaraan thans wordt gebouwd in het oostelijk deel vanFrankfurt) betrekken.

Het personeelsbestand van de ECB is in de ware zin des woords Europees: hetpersoneel is afkomstig uit alle 27 landen van de Europese Unie.

De ECB is een supranationaleorganisatie

DE STRUCTUUR EN TAKEN

2.1

2.2

zie Lijst van termen

Page 13: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

2.

1313

DE TAKEN VAN HET EUROSYSTEEMHet Eurosysteem heeft vier hoofdtaken. De eerste taak is het ten uitvoer leggen

van het monetaire beleid zoals dat door de Raad van Bestuur van de ECB isaangenomen, bijvoorbeeld beslissingen ten aanzien van de basisrentetarieven van deECB (de minimale inschrijvingsrente voor de basisherfinancieringstransacties

en de rentetarieven voor de marginale beleningsfaciliteit en dedepositofaciliteit ) en, waar toepasselijk, beslissingen ten aanzien van monetairedoelstellingen en de liquiditeitsvoorziening. De Directie is verantwoordelijk voor hetten uitvoer leggen van het monetaire beleid, en zij oefent deze verantwoordelijkheiduit door middel van het geven van instructies aan de nationale centrale banken. Zoneemt de Directie bijvoorbeeld wekelijks een besluit aangaande de toewijzing vanliquiditeit aan de bankensector door middel van de basisherfinancieringstransacties.

De tweede taak van het Eurosysteem is het verrichten van valutamarktoperaties, de derde taak is het aanhouden en beheren van de officiële reserves van de landen

van het eurogebied.

De nationale centrale banken van het Eurosysteem hebben officiële reservesovergedragen aan de ECB met een totale waarde van ongeveer €40 miljard (waarvan85% in deviezen en 15% in goud). In ruil daarvoor hebben de nationale centrale bankenin euro luidende rentedragende vorderingen op de ECB ontvangen. De nationalecentrale banken van het Eurosysteem zijn betrokken bij het beheer van dedeviezenreserves van de ECB: zij handelen als agent voor de ECB, conform door deECB vastgestelde richtsnoeren inzake portefeuillebeheer. De resterendedeviezenreserves van het Eurosysteem zijn het bezit van, en worden beheerd door,de nationale centrale banken. Transacties in die reserves worden echter door hetEurosysteem gereguleerd; met name voor transacties boven bepaalde limieten is degoedkeuring vooraf van de ECB vereist.

Een vierde hoofdtaak van het Eurosysteem is het bevorderen van de goede werkingvan het betalingsverkeer. Bovendien draagt het Eurosysteem bij aan de uitoefening vanhet financieel toezicht: het adviseert wetgevers op die gebieden die onder zijnbevoegdheden vallen en het stelt monetaire en financiële statistieken samen.

Het Verdrag van Maastricht specificeert tevens dat de ECB het alleenrecht heeftmachtiging te geven tot de uitgifte van eurobankbiljetten.

Raad van Bestuur beslist inzakebasisrentetarieven

Deviezenreserves worden aangehoudendoor de ECB en de nationale centralebanken

2.3

2

1

3

4

5

6

2.1 Het Europees Stelsel van CentraleBanken en het Eurosysteem

2.2 De Europese Centrale Bank2.3 De taken van het Eurosysteem

2.4 Onafhankelijkheid2.5 De nationale centrale banken2.6 De besluitvormende organen van

de ECB2.7 ESCB-Comités

De weg naar deEconomische enMonetaire Unie

De structuur en taken

Het monetair beleid

Het TARGET2-systeem

De eurobankbiljettenen de euromunten

Bankentoezicht

Page 14: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

1414

Persoonlijke onafhankelijkheid

Functionele onafhankelijkheid

zie Lijst van termen

ONAFHANKELIJKHEIDBij de uitoefening van met het Eurosysteem verband houdende taken mogen

de ECB en de nationale centrale banken geen instructies vragen aan dan wel aanvaardenvan instellingen of organen van de Gemeenschap, van regeringen van EU-lidstaten ofvan enig ander orgaan. De instellingen en organen van de Gemeenschap en deregeringen van de lidstaten mogen op hun beurt niet trachten de leden van debesluitvormende organen van de ECB of van de nationale centrale banken bij deuitoefening van hun taken te beïnvloeden.

De Statuten van het ESCB en van de ECB voorzien in een zekerstelling van debenoeming van de Presidenten van de nationale centrale banken en van de leden vande Directie van de ECB, en wel op de volgende wijze:

• een minimum ambtstermijn van vijf jaar voor presidenten van nationale centralebanken;

• een ambtstermijn van acht jaar voor leden van de Directie, zonder mogelijkheidvan herbenoeming;

• ontheffing van leden van de Directie uit hun functie is alleen mogelijk in gevalvan handelingsonbekwaamheid of ernstig tekortschieten; in dat geval is hetEuropese Hof van Justitie bevoegd geschillen te beslechten.

Het Eurosysteem is ook functioneel onafhankelijk. De ECB en de nationale centralebanken beschikken over alle instrumenten en bevoegdheden die nodig zijn voor hetvoeren van doelmatig monetair beleid en zij zijn bevoegd autonoom beslissingen tenemen over wijze en tijdstip van gebruik van deze instrumenten en bevoegdheden.

Het is het Eurosysteem niet toegestaan leningen te verschaffen aan Gemeenschaps-organen of nationale overheidsinstanties, hetgeen de onafhankelijkheid van hetEurosysteem verder vergroot doordat het zo wordt afgeschermd van beïnvloeding dooroverheden. Bovendien is de Raad van Bestuur gerechtigd bindende verordeningenvast te stellen voor het uitvoeren van de taken van het ESCB en in bepaalde anderegevallen zoals die zijn vastgelegd in specifieke wetgeving van de EU-Raad .

2.4

DE STRUCTUUR EN TAKEN

Page 15: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

1515

2.Nationale Bank vanBelgië / BanqueNationale de Belgique

Banka Slovenije

Banque de France

Bank of Greece

Suomen PankkiFinlands Bank

DeutscheBundesbank

Banco de Por tugal

Central Bank andFinancial ServicesAuthority of Ireland

Banco de EspañaCentral Bank ofCyprus

Banque centraledu Luxembourg

Bank Ċentrali ta’Malta/CentralBank of Malta

De NederlandscheBank

OesterreichischeNationalbank

Národná bankaSlovenska

Banca d’Italia

Page 16: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

DE NATIONALE CENTRALE BANKENDe nationale centrale banken van het Eurosysteem bezitten een eigen

rechtspersoonlijkheid (overeenkomstig het nationale recht van hun respectieve land)die gescheiden is van die van de ECB.Tegelijkertijd vormen zij een integraal onderdeelvan het Eurosysteem, dat verantwoordelijk is voor prijsstabiliteit in het eurogebied;bij de uitvoering van de taken van het Eurosysteem gaan zij te werk overeenkomstigde richtsnoeren en instructies van de ECB.

De nationale centrale banken zijn betrokken bij de tenuitvoerlegging van hetgemeenschappelijke monetaire beleid in het eurogebied. Zij verrichten monetaire-beleidstransacties, zoals het verschaffen van centrale-bankgeld aan kredietinstellingen

, en zij garanderen verrekening van binnenlandse en grensoverschrijdende giralebetalingen. Bovendien verrichten zij, zowel voor eigen rekening als in de hoedanigheidvan agent voor de ECB, transacties in het kader van het beheer van de deviezenreserves.Daarnaast zijn de nationale centrale banken grotendeels verantwoordelijk voor hetverzamelen van nationale statistische gegevens en voor het in omloop brengen enverwerken van de eurobankbiljetten in hun respectieve land. De nationale centralebanken vervullen tevens functies die buiten de Statuten vallen, tenzij de Raad van Bestuurdeze onverenigbaar acht met de doelstellingen en taken van het Eurosysteem.

Krachtens nationale wetgeving kunnen aan de nationale centrale banken andere takenworden opgedragen die niet verband houden met de monetaire-beleidsfuncties: zo zijnenkele nationale centrale banken bijvoorbeeld betrokken bij bankentoezicht en/offungeren zij als de hoofdbankier van de desbetreffende overheid.

DE BESLUITVORMENDE ORGANEN VAN DE ECBDe Raad van Bestuur van de ECB bestaat uit de leden van de Directie van de

ECB en de Presidenten van de nationale centrale banken van de landen van heteurogebied. Het Statuut van het ESCB bepaalt dat de Raad van Bestuur van de ECBminimaal tien keer per jaar bijeen dient te komen. De data van de vergaderingen wordendoor de Raad van Bestuur zelf vastgesteld op basis van een voorstel van de Directie.De vergaderingen kunnen ook worden gehouden in de vorm van een teleconferentie,tenzij ten minste drie Presidenten hiertegen bezwaar maken. De Raad van Bestuurvergadert thans tweemaal per maand, doorgaans op de eerste en de derde donderdag

1616

Monetaire-beleidstransacties wordendoor de nationale centrale banken

verricht

De Raad van Bestuur vergadert tweekeer per maand, op donderdag

2.5

2.6

zie Lijst van termen

DE STRUCTUUR EN TAKEN

Page 17: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

van de maand. Monetaire-beleidsaangelegenheden worden gewoonlijk uitsluitendbesproken tijdens de eerste vergadering van de maand.

DeVoorzitter van de EU-Raad en een lid van de Europese Commissie mogendeelnemen aan de vergaderingen, hoewel uitsluitend de leden van de Raad van Bestuur

stemrecht hebben. Elk lid van de Raad van Bestuur heeft één stem en de Raad vanBestuur neemt zijn beslissingen (met uitzondering van beslissingen ten aanzien vanfinanciële aangelegenheden van de ECB) op basis van gewone meerderheid vanstemmen. Indien de stemmen staken, brengt de President de beslissende stem uit.Watbetreft financiële aangelegenheden – bijvoorbeeld inschrijving op het kapitaal van deECB, overdracht van officiële reserves, of verdeling van monetaire inkomsten – wordende stemmen gewogen volgens de aandelen van de nationale centrale banken in hetgeplaatste kapitaal van de ECB.

Het Verdrag betreffende de Europese Unie en de Statuten van het ESCB en van deECB kennen de Raad van Bestuur de bevoegdheid toe om de strategisch belangrijkstebeslissingen voor het Eurosysteem te nemen.

De belangrijkste verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur zijn:• het bepalen van het monetair beleid van het eurogebied, d.w.z. het nemen van

beslissingen over de hoogte van de basisrentetarieven van de ECB;• het goedkeuren van de richtsnoeren en het nemen van de beslissingen die

noodzakelijk zijn om de uitvoering van de taken van het Eurosysteem tewaarborgen.

Wanneer de Raad van Bestuur beslissingen neemt ten aanzien van het monetair beleiden de andere taken van het Eurosysteem, houdt de Raad rekening met de ontwikkelingenin het eurogebied als geheel.

De Directie bestaat uit de President en deVice-President van de ECB en vier overigeleden. Zij worden gekozen uit personen met een erkende reputatie en beroepservaringop monetair en bancair gebied, en worden benoemd in onderlinge overeenstemmingdoor de regeringen van het eurogebied op het niveau van de staatshoofden enregeringsleiders, op aanbeveling van de EU-Raad nadat deze het EuropeesParlement en de Raad van Bestuur van de ECB heeft geraadpleegd. De Directievergadert normalerwijze iedere dinsdag.

1717

Aandacht gericht op eurogebied alsgeheel

Directie vergadert elke dinsdag

2.

Page 18: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

De President van de ECB, of in zijn afwezigheid deVice-President, zit de vergaderingenvan de Raad van Bestuur, de Directie en de Algemene Raad van de ECB voor. DePresident wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de Eurogroep , de informelegroep van de ministers van economische zaken en financiën van het eurogebied, enhij kan tevens aanwezig zijn bij die vergaderingen van de EU-Raad waar aangelegenhedenworden besproken die verband houden met de doelstellingen en taken van hetEurosysteem.

De belangrijkste verantwoordelijkheden van de Directie zijn:• het voorbereiden van de vergaderingen van de Raad van Bestuur ;• het ten uitvoer leggen van het monetaire beleid in het eurogebied overeenkomstig

de door de Raad van Bestuur vastgestelde richtsnoeren en besluiten en, dit doende,het geven van instructies aan de nationale centrale banken;

• het beheren van de lopende zaken van de ECB; en• het uitoefenen van bepaalde, door de Raad van Bestuur aan haar gedelegeerde

bevoegdheden, met inbegrip van die van regelgevende aard.

De Algemene Raad bestaat uit de President en de Vice-President van de ECB en dePresidenten van de nationale centrale banken van alle EU-lidstaten. De overige leden vande Directie, de Voorzitter van de EU-Raad en een lid van de Europese Commissiemogen de vergaderingen van de Algemene Raad bijwonen maar hebben geen stemrecht.De vergaderingen van de Algemene Raad kunnen worden bijeengeroepen wanneer dePresident dit noodzakelijk acht of op verzoek van ten minste drie van de leden van deAlgemene Raad. De Algemene Raad komt gewoonlijk eens in de drie maanden bijeen inFrankfurt.

De Algemene Raad draagt geen verantwoordelijkheid voor de monetaire-beleidsbeslissingen in het eurogebied. De Raad heeft taken overgenomen van het EMIdie in de derde fase van de EMU door de ECB moeten worden uitgevoerd zolang erEU-lidstaten bestaan die de euro niet hebben ingevoerd. Dit betekent dat de AlgemeneRaad voornamelijk verantwoordelijk is voor rapportage aangaande de voortgang diede EU-lidstaten die de euro nog niet hebben ingevoerd hebben geboekt ten aanzienvan de convergentie, en voor het geven van advies ten aanzien van de voorbereidingendie noodzakelijk zijn voor invoering van de euro als hun munteenheid. De Algemene

1818

Algemene Raad vergadert vier keerper jaar

DE STRUCTUUR EN TAKEN

zie Lijst van termen

Page 19: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

Raad draagt tevens bij aan de adviesfuncties van het ESCB en helpt bij het verzamelenvan statistische gegevens.

ESCB-COMITÉSDe besluitvormende organen van de ECB worden bijgestaan door ESCB-Comités. Deze Comités spelen tevens een belangrijke rol in de samenwerking

binnen het ESCB. Zij bestaan uit deskundigen van de ECB en de nationale centralebanken van het Eurosysteem , alsmede van andere bevoegde organen, bijvoorbeeldnationale toezichthoudende instanties, zoals het geval is bij het Comité voorBankentoezicht. De nationale centrale banken van de landen die geen deel uitmakenvan het eurogebied hebben elk deskundigen benoemd om deel te nemen aanvergaderingen van de ESCB-Comités wanneer een Comité aangelegenheden behandeltdie vallen onder de bevoegdheden van de Algemene Raad. De mandaten van deverschillende Comités worden vastgelegd door de Raad van Bestuur , aan wie deComités, via de Directie , rapporteren.

Thans bestaan de volgende Comités: het Comité voor AdministratieveVerslagleggingsvraagstukken en Monetaire Inkomsten, het Comité voor Bankentoezicht,het Comité Bankbiljetten, het Comité voor Kostenmethodiek, het Comité voorCommunicatie van het Eurosysteem/ESCB, het IT-Stuurcomité van het Eurosysteem,het Automatiseringscomité, het Comité van Interne Auditors, het Comité voorInternationale Betrekkingen, het Juridisch Comité, het Comité Markttransacties, hetComité voor het Monetaire Beleid, het Comité voor Betalings- enVerrekeningssystemenen het Comité Statistieken.

In 1998 heeft de Raad van Bestuur tevens een Begrotingscomité ingesteld, dat bestaatuit vertegenwoordigers van de ECB en de nationale centrale banken van hetEurosysteem. Het Begrotingscomité ondersteunt de Raad van Bestuur inaangelegenheden ten aanzien van het budget van de ECB.

Ten slotte werd in 2005 een Human Resources Conferentie opgericht, bestaande uitde leden van het ESCB. De Conferentie heeft tot doel het verder bevorderen van desamenwerking en teamgeest onder de centrale banken van het Eurosysteem/ESCB ophet gebied van humanresourcesmanagement.

1919

Comités van deskundigenondersteunen de besluitvormendeorganen

2.7

2.

Page 20: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

PRIJSSTABILITEITHet hoofddoel van het Eurosysteem is het handhaven van prijsstabiliteit

. Onverminderd het doel van prijsstabiliteit, dient het Eurosysteem het algemeneeconomische beleid van de Europese Gemeenschap te ondersteunen.

Artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt dat de EuropeseUnie streeft naar het bevorderen van “economische en sociale vooruitgang en een hoogniveau van werkgelegenheid, en het verwezenlijken van een evenwichtige en duurzameontwikkeling”. Het Eurosysteem draagt bij aan verwezenlijking van deze doelstellingendoor bij zijn handhaving van prijsstabiliteit rekening te houden met deze doelstellingen.Indien deze doelstellingen elkaar zouden doorkruisen, dient de ECB het handhaven vanprijsstabiliteit te allen tijde voorrang te geven.

Het Eurosysteem handelt in overeenstemming met het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelenwordt bevorderd.

DE MONETAIRE-BELEIDSSTRATEGIE VAN DE ECBTeneinde prijsstabiliteit te bereiken, dient de ECB de liquiditeitsverhoudingen

op de geldmarkt te beïnvloeden, en daarmee het niveau van de korte rente.

De ECB heeft gekozen voor een strategie die voor een consistente en systematischeaanpak van monetaire-beleidsbeslissingen zorgt. Consistentie draagt bij aan hetstabiliseren van de verwachtingen ten aanzien van de inflatie en aan het versterkenvan de geloofwaardigheid van de ECB.

Een hoofdelement van de monetaire-beleidsstrategie van de Raad van Bestuurvan de ECB is de kwantitatieve definitie van het begrip prijsstabiliteit :“een jaarlijksestijging van de Geharmoniseerde Consumentenprijsindex (HICP) voor heteurogebied van minder dan 2%”. Prijsstabiliteit dient op de middellange termijn teworden gehandhaafd, als gevolg waarvan het monetair beleid noodzakelijkerwijstoekomstgericht dient te zijn.

2020

HET MONETAIR BELEID

3.1

Prijsstabiliteit is de topprioriteit

zie Lijst van termen

3.2

Page 21: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

Bij haar streven naar prijsstabiliteit, stelt de ECB zich tot doel het inflatiecijfer ondermaar dicht bij 2% te houden op de middellange termijn. Dit onderstreept het belangdat zij hecht aan het verschaffen van een toereikende veiligheidsmarge ter beschermingtegen de risico’s van deflatie .

Monetair beleid dient toekomstgericht te zijn aangezien er sprake is van aanzienlijkevertragingen in het transmissiemechanisme (zie volgende paragraaf). Daarnaastdient monetair beleid de inflatieverwachtingen te verankeren en bij te dragen aan hetverminderen van de volatiliteit in de economische ontwikkelingen.

Naast de definitie van prijsstabiliteit omvat de monetaire-beleidsstrategie eenveelomvattende beoordeling van de risico’s voor prijsstabiliteit, bestaande uit eeneconomische analyse en een monetaire analyse. Elke monetaire-beleidsbeslissing wordtvoorafgegaan door een grondige onderlinge toetsing van de gegevens die uit de tweeanalyses naar voren komen.

MONETAIRE-BELEIDSINSTRUMENTENHet transmissiemechanisme van monetair beleid begint bij het liquiditeitsbeheer

en het korte-rentebeleid van de centrale bank.

Als onderdeel van de financiële markt, speelt de geldmarkt een cruciale rol in detransmissie van monetaire-beleidsbeslissingen, aangezien het de markt is die als eerstewordt beïnvloed door een monetaire-beleidswijziginging.Voor een efficiënt monetairbeleid is een diepe en geïntegreerde geldmarkt essentieel, omdat deze garant staat vooreen evenwichtige verdeling van centrale-bankliquiditeiten en een homogeen korte-renteniveau in de hele muntunie.Vrijwel vanaf de start van de derde fase van de EMU,toen de nationale geldmarkten met succes geïntegreerd werden tot één enkele efficiëntegeldmarkt voor het gehele eurogebied, is aan deze voorwaarde voldaan.

Ter sturing van de korte rente staat aan het Eurosysteem een samenstel van monetaire-beleidsinstrumenten ter beschikking, te weten open-markttransacties, permanentefaciliteiten en reserveverplichtingen.

2121

3.3

Toekomstgericht monetair beleid

Geldmarkt de eerste markt diewordt beïnvloed

2

1

3

4

5

6

3.1 Prijsstabilliteit3.2 De monetaire-beleidsstrategie van

de ECB3.3 De monetaire-beleidsinstrumenten

3.4 Communicatie3.5 Monetaire en financiële statistieken

De weg naar deEconomische enMonetaire Unie

De structuur en taken

Het monetair beleid

Het TARGET2-systeem

De eurobankbiljettenen de euromunten

Bankentoezicht 3.

Page 22: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

De open-markttransacties kunnen worden verdeeld in:• basisherfinancieringstransacties ; dit zijn reguliere liquiditeitsverschaffende

transacties die wekelijks worden uitgevoerd en een looptijd hebben van eenweek;

• de langerlopende herfinancieringstransacties; dit zijn liquiditeitsverschaffendetransacties, met een maandelijkse frequentie en een looptijd van drie maanden;

• “fine-tuning”-transacties; deze worden uitgevoerd op ad hoc basis en hebben totdoel de liquiditeitsverhoudingen in de markt te beheersen en de rente te sturen,met name om de rente-effecten van onverwachte fluctuaties inliquiditeitsverhoudingen op de markt te egaliseren; en

• structurele transacties; deze kan het Eurosysteem uitvoeren door middel vantransacties met wederinkoop, rechtstreekse aan- of verkopen vanwaardepapieren en de uitgifte van schuldbewijzen.

Het Eurosysteem biedt tevens twee permanente faciliteiten, die een boven- enondergrens aangeven voor de zeer korte marktrente door liquiditeiten te verschaffenen te onttrekken:• de marginale beleningsfaciliteit, die het kredietinstellingen mogelijk maakt

daggeld te verkrijgen van de nationale centrale banken tegen onderpand vanbeleenbare activa; en

• de depositofaciliteit , die door kredietinstellingen kan worden gebruikt ombij de nationale centrale banken in het Eurosysteem zeer kortlopende deposito'saan te houden.

Ten slotte verplicht het Eurosysteem kredietinstellingen minimumreserves aan tehouden op rekeningen bij de nationale centrale banken. Elke kredietinstelling dientgemiddeld gedurende een reserve-aanhoudingsperiode van ongeveer één maand eenbepaald percentage van haar eigen klantendeposito’s (evenals van enkele anderebancaire passiva) aan te houden op een depositorekening bij de betreffende nationalecentrale bank. Het Eurosysteem vergoedt op deze rekeningen een korte-rentetarief.Het doel van het stelsel van reserveverplichtingen is het stabiliseren van degeldmarktrente en het tot stand brengen (of vergroten) van een structureelliquiditeitstekort in het bancaire stelsel.

2222

HET MONETAIR BELEID

zie Lijst van termen

Permanente faciliteiten

Reserveverplichtingen

Page 23: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

COMMUNICATIEEfficiënte externe communicatie is een essentieel onderdeel van de activiteiten

van een centrale bank. Communicatie draagt bij aan de effectiviteit en geloofwaardigheidvan monetair beleid.Teneinde het monetaire beleid en overige centrale-bankactiviteiteninzichtelijker te maken voor het publiek, dient de ECB open en transparant te zijn. Ditis de belangrijkste leidraad voor de externe communicatie van het Eurosysteem. waarbijsprake is van nauwe communicatie tussen de ECB en de nationale centrale banken.

Om effectief te kunnen communiceren, maken de ECB en de nationale centrale bankengebruik van verschillende instrumenten. De belangrijkste hiervan zijn:

• een reguliere persconferentie na de eerste vergadering van de maand van deRaad van Bestuur ;

• publicatie van een Maandbericht, dat een gedetailleerde beschrijving bevat vande economische ontwikkelingen in het eurogebied evenals artikelen overonderwerpen die relevant zijn voor de werkzaamheden van de ECB;

• hoorzittingen met de President en andere leden van de Directie van de ECBin het Europees Parlement ;

• toespraken en interviews gehouden door de leden van de besluitvormendeorganen van de ECB;

• persberichten die de beslissingen en opvattingen van de Raad van Bestuurtoelichten;

• de websites van de ECB en de nationale centrale banken, die toegang geven total het gepubliceerde materiaal, waaronder een zeer grote verzameling statistischegegevens;

• Working Papers;• Occasional Papers.

23

3.43.

Page 24: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

MONETAIRE EN FINANCIËLE STATISTIEKENDe ECB verzamelt en publiceert financiële en monetaire statistieken in nauwe

samenwerking met de nationale centrale banken. Deze statistische informatieondersteunt het monetaire beleid van het eurogebied en de besluitvorming van de ECB.

De nationale centrale banken (en, in sommige gevallen, andere nationale autoriteiten)verzamelen gegevens van financiële instellingen en andere bronnen in hun land enberekenen de totalen op nationaal niveau, die zij naar de ECB sturen. De ECB steltvervolgens de aggregaten samen voor het eurogebied.

De wettelijke grondslag voor het ontwikkelen, verzamelen, samenstellen en verspreidenvan statistieken door de ECB is vastgelegd in de aan hetVerdrag gehechte Statuten vanhet Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank .Hoewel de ECB ervoor zorgdraagt dat aan haar statistische vereisten wordt voldaan,streeft zij ernaar om de belasting die statistische rapportage voor financiële instellingenen andere rapporteurs met zich meebrengt zo beperkt mogelijk te houden.

2424

HET MONETAIR BELEID

ECB stelt aggregaten samen voorhet eurogebied

zie Lijst van termen

3.5

Page 25: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

De verantwoordelijkheid voor statistieken op Europees niveau wordt gedeeld doorde ECB en de Europese Commissie (door middel van Eurostat, het Bureau voorde statistiek van de Europese Gemeenschappen). De ECB is primair of gedeeldverantwoordelijk voor de monetaire statistieken van het eurogebied alsmede destatistieken betreffende financiële instellingen en financiële markten, externe statistieken(waaronder de betalingsbalansstatistieken), financiële rekeningen en de ontwikkeling vanniet-financiële kwartaalrekeningen naar institutionele sector (huishoudens, onder-nemingen en overheid). De verantwoordelijkheid voor de statistische infrastructuur(waaronder seizoencorrectie, het ontwikkelen van een kwaliteitskader en standaardenvoor datatransmissie) op Europees niveau ligt eveneens bij beide instellingen. Waarmogelijk voldoen de ESCB-statistieken aan internationale normen.

25

3.

Page 26: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

HET TARGET2-SYSTEEMTARGET2 (Trans-European Automated Real-time Gross settlement

Express Transfer) heeft inmiddels het eerste TARGET-systeem vervangen, dat ingebruik is geweest vanaf januari 1999, toen de euro van start ging.

Net als zijn voorganger wordt TARGET2 gebruikt voor de verrekening van centrale-banktransacties, grote interbancaire overschrijvingen in euro en andere betalingen ineuro. Het systeem zorgt voor “real-time” verwerking, verrekening in centrale-bankgelden onmiddellijke onherroepelijkheid van de afwikkeling (“finaliteit”). In tegenstelling totzijn voorganger, waar alle betalingen gedecentraliseerd werden verwerkt door denationale centrale banken, maakt het nieuwe systeem echter gebruik van één enkelgemeenschappelijk platform zonder enige tussenkomst van de centrale banken. Ditplatform maakt een verbeterde en geharmoniseerde dienstverlening mogelijk en leidtdankzij schaalvoordelen tot lagere tarieven en grotere kostenefficiëntie. Er bestaat geenboven- of ondergrens voor de omvang van betalingen via TARGET2.

2626

HET TARGET2-SYSTEEM

4.“Real-time” bruto verrekeningin euro

zie Lijst van termen

Page 27: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

Door gebruik te maken van TARGET2 voor alle grote betalingen, met name die inverband met interbancaire transacties, krijgen marktdeelnemers een uitstekendedienstverlening aangeboden en kunnen zij een aanzienlijke bijdrage leveren aan hetterugdringen, in de gehele EU, van systeemrisico, d.w.z. het gevaar van “besmetting” vanandere regio’s ten gevolge van het grote aantal en de hoge waarde van de transactiestussen banken.

Een andere ontwikkeling in dit kader is de lancering in 2008 van het GemeenschappelijkEurobetalingsgebied (“Single Euro Payments Area” ofwel SEPA), waarin alle giralebetalingen in euro worden verwerkt als binnenlandse betalingen: er bestaat geenverschil meer tussen nationale en grensoverschrijdende betalingen. Samen met SEPAzal TARGET2 de markt voor betalingen in het eurogebied ingrijpend veranderen endeze dynamischer en kostenefficiënter maken.

27

2

1

3

4

5

6

De weg naar deEconomische enMonetaire Unie

De structuur en taken

Het monetair beleid

Het TARGET2-systeem

De eurobankbiljettenen de euromunten

Bankentoezicht 4.

Page 28: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

DE BANKBILJETTENDe eurobankbiljetten zijn op 1 januari 2002 in omloop gebracht. Er zijn

zeven coupures, elk met verschillende afmetingen: €5, €10, €20, €50, €100, €200en €500. Hoe hoger de coupure, hoe groter het biljet.

De bankbiljetten verbeelden de architectonische stijlen van zeven perioden uitde Europese cultuurgeschiedenis – klassiek, romaans, gotisch, renaissance, barok-rococo, de ijzer-en-glasarchitectuur en de moderne twintigste-eeuwsearchitectuur – en tonen drie bouwkundige elementen: ramen, poor ten enbruggen. In geen van de ontwerpen worden bestaande gebouwen ofmonumenten afgebeeld.

De ramen en poor ten aan de voorzijde van elk bankbiljet symboliseren de geestvan openheid en samenwerking in Europa. Op de achterzijde van de bankbiljettenstaan bruggen afgebeeld. Deze symboliseren de communicatie tussen de landenvan Europa onderling en tussen Europa en de rest van de wereld.

In de bankbiljetontwerpen zijn een aantal echtheidskenmerken opgenomen (zoalseen watermerk, een hologram, een veiligheidsdraad en van kleur veranderendeinkt) om de bankbiljetten tegen vervalsing te beschermen en mensen in staatte stellen echte bankbiljetten te herkennen. Ook zijn speciale kenmerkenverwerkt (bijvoorbeeld verhoogde inkt en grote waardecijfers) om herkenningdoor blinden en slechtzienden gemakkelijker te maken.

Door strenge kwaliteitscontroles wordt gewaarborgd dat alle gedruktebankbiljetten dezelfde kwaliteit hebben en er identiek uitzien. De bankbiljettenhebben geen individuele nationale ontwerpen.

De planning voor een nieuwe serie bankbiljetten is reeds begonnen. Al zal zijnieuwe echtheidskenmerken bevatten, deze nieuwe serie zal toch ook in menigopzicht een voortzetting zijn van de huidige serie: de bankbiljetten zullen dezelfdecoupures hebben (van €5 tot €500) en zij zullen op de huidige ontwerpengebaseerd zijn, waardoor ze onmiddellijk herkenbaar zullen blijven alseurobankbiljetten.

2828

DE EUROBANKBIL JETTEN ENEUROMUNTEN

zie Lijst van termen

5.1

Page 29: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

DE MUNTENEén euro is 100 eurocenten. De euromunten zijn er in acht verschillende

waarden: 1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent, en €1 en €2. Elke munt heeft een "Europese"zijde en een nationale zijde. Vanzelfsprekend kunnen alle euromunten wordengebruikt in alle landen van het eurogebied, ongeacht hun nationale zijde.

De acht euromunten zijn verschillend van grootte, gewicht, materiaal, kleur endikte. Ook zijn enkele aanvullende innovatieve kenmerken verwerkt om hetgebruikers, in het bijzonder blinden en slechtzienden, gemakkelijker te makende verschillende denominaties te herkennen. Zo heeft elke munt in de serie eenander soor t rand. Een fijnmazig kwaliteitscontrolesysteem zorgt ervoor dat demunten onderling uitwisselbaar zijn in het hele eurogebied en voldoen aan denormen die gelden voor gebruik in automaten.

Bij de productie van de hogere euromunten (€1 en €2) is bijzondere zorgbesteed aan de bescherming tegen vervalsing. Het geavanceerde tweekleurigeontwerp maakt het heel moeilijk ze te vervalsen, en zo ook de enigszins verdieptliggende tekens op de rand van de €2-munt.

29

5.2

2

1

3

4

5

6

5.1 De bankbiljetten5.2 De munten

De weg naar deEconomische enMonetaire Unie

De structuur en taken

Het monetair beleid

Het TARGET2-systeem

De eurobankbiljettenen de euromunten

Bankentoezicht 5.

Page 30: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

BANKENTOEZICHTDe directe verantwoordelijkheid voor het bankentoezicht en financiële stabiliteit

blijft berusten bij de bevoegde autoriteiten van de afzonderlijke EU-lidstaten, maar hetVerdrag heeft het ESCB tot taak gegeven bij te dragen tot “een goede beleidsvoeringvan de bevoegde autoriteiten ten aanzien van het bedrijfseconomische toezicht opkredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel”.

Deze taak wordt in grote lijnen op de volgende drie manieren uitgevoerd.

Ten eerste volgt en beoordeelt het ESCB de financiële stabiliteit op eurogebied-/EU-niveau. Deze activiteit complementeert en ondersteunt de daarmee corresponderendeactiviteit op nationaal niveau, die wordt uitgevoerd door de nationale centrale bankenen toezichthoudende autoriteiten teneinde de financiële stabiliteit in de betreffendelanden te handhaven.

3030

BANKENTOEZ ICHT

6.

Beoordeling van financiële stabiliteit

zie Lijst van termen

Page 31: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

Ten tweede geeft het ESCB advies over het ontwerpen en herzien van de vereistenbetreffende regelgeving en toezicht voor financiële instellingen. Een groot deel van dezeadviserende rol wordt vervuld door de deelname van de ECB aan de relevanteinternationale en Europese regelgevende en toezichthoudende organen, zoals het BazelsComité voor Bankentoezicht, het European Banking Committee en het Committee ofEuropean Banking Supervisors.

Ten derde bevordert de ECB de samenwerking tussen centrale banken entoezichthoudende autoriteiten betreffende onderwerpen die van gemeenschappelijkbelang zijn (bijv. toezicht op betalingssystemen, financiële-crisisbeheersing).

Deze activiteiten worden verricht met de ondersteuning van het Comité voorBankentoezicht (één van de in paragraaf 2.7 vermelde ESCB-Comités), waarin zoweldeskundigen van de centrale banken van de EU als van de toezichthoudende autoriteitenzitting hebben.

31

2

1

3

4

5

6

De weg naar deEconomische enMonetaire Unie

De structuur en taken

Het monetair beleid

Het TARGET2-systeem

De eurobankbiljettenen de euromunten

Bankentoezicht 6.

Page 32: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

L I J ST VAN TERMENAandelenmarkt: de markt voor aandelen inondernemingen die een beursnotering hebben.Aandelen worden doorgaans als een risicovollerbeleggingsinstrument gezien dan obligaties,aangezien aandeelhouders een dividend kunnenkrijgen uitgekeerd door de emitterendeonderneming, terwijl obligatiehouders altijd rechthebben op een rentebetaling onafhankelijk van debedrijfswinst.

Algemene Raad: een van de besluitvormendeorganen van de ECB. De Algemene Raad bestaatuit de President en de Vice-President van de ECBen de presidenten van de nationale centralebanken van alle EU-lidstaten.

Basisgeld: ook wel “high-powered money” of de“monetaire basis” genoemd. Het omvat debankbiljetten en munten die zich buiten de kluizenvan de centrale banken bevinden, plus dedeposito’s van kredietinstellingen bij het centrale-banksysteem.

Basisherfinancieringstransacties: op regelmatigebasis door het Eurosysteem uitgevoerde open-markttransacties om het bancaire stelsel tevoorzien van de passende hoeveelheid liquiditeit.Deze transacties worden uitgevoerd via wekelijksebiedingen waarbij banken op liquiditeit kunneninschrijven.

Bruto Binnenlands Product (bbp): een maatstafvoor economische bedrijvigheid. Het bbp is gelijkaan de waarde van alle door een economiegedurende een specifieke periode geproduceerdegoederen en diensten.

Centrale bank: een instelling die op grond vaneen wettelijk besluit verantwoordelijk is voor deuitvoering van het monetaire beleid voor eenspecifiek gebied.

Comité Delors: in juni 1998 gaf de EuropeseRaad een door Jacques Delors, de toenmaligevoorzitter van de Europese Commissie ,voorgezeten Comité de opdracht onderzoek tedoen naar en concrete voorstellen te formulerenbetreffende de fases die zouden moeten leidennaar een economische en monetaire unie. HetComité bestond uit de toenmalige presidentenvan de nationale centrale banken van de EuropeseGemeenschap (EG), Alexandre Lamfalussy, detoenmalige Algemeen Directeur van de Bank voorInternationale Betalingen (BIB), Niels Thygesen,Economie-Professor uit Denemarken, en MiguelBoyer, de toenmalige President van de BancoExterior de España. In het resulterende DelorsRappor t werd geadviseerd de economische enmonetaire unie in drie fases te realiseren.

Convergentiecriteria: iedere EU-lidstaat dient omde euro te kunnen invoeren aan vier criteria tevoldoen: een stabiel prijsniveau, gezondeoverheidsfinanciën (een beperkt begrotingstekortin verhouding tot het bbp en een beperkteoverheidsschuldquote), een stabiele wisselkoers,en een lage en stabiele lange rente.

Deflatie: een proces waarbij het algemeneprijsniveau over een langere periode van tijdaanhoudend daalt.

Depositofaciliteit: een permanente faciliteit vanhet Eurosysteem die tegenpar tijen kunnengebruiken om bij een nationale centrale bankdeposito’s tot de volgende dag aan te houden,waarover een van te voren vastgestelde rentewordt vergoed.

Derogatie: krachtens ar tikel 122 van het EG-Verdrag zijn lidstaten met een derogatie landendie zich voorbereiden op invoering van de euro,maar daar nog niet toe zijn overgegaan. Dezestatus heeft betrekking op 9 lidstaten (Zweden enacht van de nieuwe lidstaten): de rechten enverplichtingen die betrekking hebben op deinvoering van de euro als gemeenschappelijkemunt zijn op deze landen niet van toepassing. Inhet geval van Denemarken en het VerenigdKoninkrijk ligt dit anders: zij zijn vrijgesteld vandeelname aan de derde fase van de Economischeen Monetaire Unie.

Directie: een van de besluitvormende organenvan de ECB. De Directie bestaat uit de Presidenten de Vice-President van de ECB en vier overigeleden, benoemd in onderlinge overeenstemmingdoor de staatshoofden en regeringsleiders van delanden die op de euro zijn overgegaan.

ECOFIN: zie EU-Raad

Economische en Monetaire Unie (EMU): hetproces dat er toe moet leiden dat de EU-lidstatenhun economisch en monetair beleid harmoniserenen dat een gemeenschappelijke munt wordtingevoerd. Het Verdrag van Maastricht bepaaldedat de EMU in drie fases zou wordenverwezenlijkt: in de eerste fase (1 juli 1990 tot 31december 1993), regelden de lidstaten het vrijeverkeer van kapitaal tussen de betreffende landen,alsmede intensiever coördinatie van economischbeleid en nauwere samenwerking tussen centralebanken; de tweede fase (1 januari 1994 tot 31december 1998) begon met de oprichting van hetEuropees Monetair Instituut en stond in het tekenvan de technische voorbereidingen voor deinvoering van een gemeenschappelijke munt, hetvoorkomen van buitensporige tekor ten, enverdere convergentie van het economisch enmonetair beleid van de lidstaten (teneindestabiele prijzen en gezonde overheidsfinanciën tewaarborgen); en de derde fase (vanaf 1 januari1999) begon met het onherroepelijk vastleggenvan de wisselkoersen, het overdragen van de

monetaire-beleidsbevoegdheid aan de ECB en deinvoering van de euro als de gemeenschappelijkemunt.

ERM-II: zie Wisselkoersstelsel II

EU-Raad (Raad van Ministers): een orgaan van deEuropese Gemeenschap dat bestaat uitver tegenwoordigers van de regeringen van delidstaten, normaliter de ministers die bevoegd zijnvoor de behandelde onderwerpen (derhalvewordt de Raad vaak als de Raad van Ministersaangeduid). Wanneer de EU-Raad bijeenkomt inde samenstelling van de Ministers vanEconomische Zaken en Financiën, wordt hijgewoonlijk Ecofin-Raad genoemd.Verder kan deEU-Raad, wanneer het bijzonder belangrijkebesluiten betreft, bijeenkomen in de samenstellingvan staatshoofden en regeringsleiders. De Raaddient niet te worden verward met de EuropeseRaad, die eveneens bijeenkomt in de samenstellingvan staatshoofden en regeringsleiders, maar die deUnie voorziet van de nodige stimulansen voorhaar ontwikkeling en algemene politiekerichtsnoeren vaststelt.

Eurogroep: een informele bijeenkomst van deMinisters van Economische Zaken en Financiënvan de landen van het eurogebied. De ministersbespreken onderwerpen die te maken hebbenmet hun gemeenschappelijke verantwoordelijk-heden ten aanzien van de eenheidsmunt. DeEuropese Commissie en de ECB wordenuitgenodigd aan de vergaderingen deel te nemen.De Eurogroep komt doorgaans onmiddellijkvoorafgaand aan een Ecofin-vergadering bijeen.

Europees Monetair Instituut (EMI): eenEuropees orgaan verantwoordelijk voor devoorbereiding van de eindfase van deEconomische en Monetaire Unie. Het EMI werdop 1 januari 1994 opgericht en op 1 juni 1998vervangen door de ECB.

Europees Monetair Stelsel (EMS): voordat deeuro werd ingevoerd, was een aantal valuta’s vanEU-lidstaten aan elkaar gekoppeld in het EMS, datvanaf 1979 tot 1999 heeft bestaan. Het bestonduit drie hoofdcomponenten: de Ecu (een mandjemet de valuta’s van de lidstaten), het wisselkoers-en interventiemechanisme, dat elke valuta eenspilkoers gaf die gekoppeld was aan de Ecu(bilaterale wisselkoer s); en de krediet-mechanismen, die centrale banken in staat steldente inter veniëren wanneer een bilateralewisselkoers de drempel overschreed. Op 1 januari1999 werd het EMS vervangen door hetWisselkoersstelsel II (ERM II).

Europees Parlement: deze Europese instellingbestaat uit 785 direct gekozen ver tegen-woordigers van de burgers van de EU-lidstaten.Hoewel het Parlement vooral adviserendebevoegdheden heeft, deelt het tevensbegrotingsbevoegdheden met de EU-Raad door

32

Page 33: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

over de jaarbegroting mee te stemmen. Het werkttevens samen met de EU-Raad bij het maken vanEuropese wetgeving, en het controleer t deEuropese Commissie.

Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB):bestaat uit de Europese Centrale Bank en denationale centrale banken van alle EU-lidstaten.

Europese Centrale Bank (ECB): op 1 juni 1998opgericht en gevestigd in Frankfur t am Main. DeECB en de nationale centrale banken van heteurogebied zijn gezamenlijk verantwoordelijk voorhet vaststellen en uitvoeren van het monetairebeleid van de landen die deel uitmaken van heteurogebied.

Europese Commissie: een van de vijf Europeseinstellingen. De Europese Commissie werd in1967 opgericht voor de drie EuropeseGemeenschappen. De Commissie doetvoorstellen voor nieuwe Gemeenschaps-wetgeving, die zij voorlegt aan het EuropeesParlement en de Raad. De Commissie ziet er optoe dat EU-besluiten op de juiste wijze wordengeïmplementeerd en houdt toezicht op hoe deEU-gelden worden besteed. Tevens houdt zijtoezicht op de naleving van de Europeseverdragen en de Gemeenschapswetgeving. Alshoedster van de Verdragen waarborgt zij, tezamenmet het Europese Hof van Justitie, dat dewetgeving die van toepassing is op alle lidstaten,op de juiste wijze wordt geïmplementeerd.Thans bestaat de Commissie uit een presidenten 26 commissarissen. De Departementen van deCommissie, die Directoraten-Generaal wordengenoemd, zijn verantwoordelijk voor deimplementatie van gemeenschappelijk beleid enalgemeen bestuur op een bepaald gebied. Zijvertegenwoordigt het algemeen belang van de EUen is onafhankelijk van de lidstaten. De Commissiewordt benoemd voor een periode van vijf jaar,maar kan worden weggestuurd door hetParlement.

Europese Economische Gemeenschap (EEG):opgericht in 1957 middels het Verdrag van Rome.De EEG vormde een stap richting economischeintegratie, d.w.z. het vrije verkeer van personen,goederen, kapitaal en diensten tussen de EU-lidstaten.

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal(EGKS): een van de Europese Gemeenschappen.De EGKS werd in 1951 in Parijs opgericht enbewerkstelligde een gemeenschappelijke marktvoor kolen en staal tussen de zes medeoprichters(België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg enNederland).

Europese Hof van Justitie: deze instellingwaarborgt dat bij de interpretatie en toepassingvan de Verdragen en van door de Europeseinstellingen aangenomen rechtsinstrumenten, dewet wordt nageleefd.

Europese Raad: voorziet de Europese Unie vande nodige stimulansen voor haar ontwikkeling enbepaalt daar voor de algemene politiekerichtsnoeren. De Raad is samengesteld uit destaatshoofden en regeringsleiders van delidstaten en de Voorzitter van de EuropeseCommissie (zie tevens EU-Raad).

Eurosysteem: omvat de Europese Centrale Banken de nationale centrale banken van de landenvan het eurogebied, en heeft tot taak hetmonetaire beleid van het eurogebied vast testellen en ten uitvoer te leggen.

Geharmoniseerde Consumptieprijsindex(HICP): de door de Raad van Bestuur gebruikteprijsmaatstaf ter beoordeling van de prijsstabiliteitin het eurogebied. De HICP wordt berekend engepubliceerd door Eurostat, het Bureau voor destatistiek van de Europese Gemeenschappen.

Inflatie: een aanhoudende stijging van hetalgemene prijsniveau, resulterend in eenaanhoudende daling van de koopkracht van geld.De inflatie wordt gewoonlijk weergegeven als eenprocentuele verandering op jaarbasis van eenconsumptieprijsindex zoals de HICP.

Interbancaire geldmarkt: de markt voorkor tlopende leningen tussen banken. De termbeschrijft gewoonlijk het verhandelen van geldenmet een looptijd variërend van één dag (tot devolgende werkdag of zelfs minder dan een dag)tot één jaar.

Koopkrachtpariteiten (purchasing powerparities, PPP’s): koopkrachtpariteiten (PPP’s) zijnde valutaomrekeningskoersen die de koopkrachtvan verschillende valuta’s gelijk maken door deverschillen in prijsniveaus tussen landen teelimineren. In hun eenvoudigste vorm laten PPP’szien wat de prijsverhoudingen in nationale valuta’szijn voor dezelfde goederen of diensten inverschillende landen.

Kopenhagen-criteria (toetredingscriteria):landen die tot de EU willen toetreden, dienen aanverschillende criteria te voldoen: politieke criteria(stabiele instellingen die democratie , derechtsorde, mensenrechten en respect voorminderheden waarborgen), economische criteria(een functionerende markteconomie), eninvoering van het acquis communautaire (hetgeheel van EU-wetgeving). De criteria werden injuni 1993 vastgesteld door de Europese Raad vanKopenhagen, en in december 1995 door deEuropese Raad van Madrid bekrachtigd.

Kredietinstelling: banken en spaarbanken zijn demeest voorkomende typen kredietinstellingen.Krachtens Richtl i jn 2000/12/EG is eenkredietinstelling (i) een onderneming waarvan dewerkzaamheden bestaan uit het van het publiekin ontvangst nemen van deposito’s of van andereterugbetaalbare gelden en het verlenen vankredieten voor eigen rekening, of (ii) een

onderneming, of enige andere rechtspersoon nietbegrepen onder (i) die betaalmiddelen in de vormvan elektronisch geld uitgeeft. “Elektronisch geld”is gedefinieerd als een monetaire waardever tegenwoordigd door een vordering op deuitgevende instelling, welke: (a) is opgeslagen opeen elektronische drager ; (b) is uitgegeven in ruilvoor ontvangen geld dat ten minste dezelfdewaarde ver tegenwoordigt als de uitgegevenmonetaire waarde; en (c) als betaalmiddel wordtaanvaard door andere ondernemingen dan deuitgever.

Marginale beleningsfaciliteit: een permanentefaciliteit van het Eurosysteem die tegenpar tijenkunnen gebruiken om van een nationale centralebank tegen beleenbare activa krediet tot devolgende werkdag te verkrijgen, tegen een voorafvastgesteld rentetarief.

Minimale inschrijvingsrente: de minimaleinschrijvingsrente voor de basisherfinancierings-transacties. Deze wordt vastgesteld door de Raadvan Bestuur, gewoonlijk tijdens zijn eerstevergadering van de maand.

Minimumreserveverplichting: de aankredietinstellingen opgelegde verplichting eendeposito aan te houden bij de centrale bank. Deminimumreserveverplichting voor een individueleinstelling wordt berekend als percentage van dedoor de (niet-bancaire) cliënten van dezeinstelling aangehouden deposito’s.

Obligatiemarkt: bedrijven en overheden gevenobligaties uit om kapitaal aan te trekken voor huninvesteringen. Obligaties zijn rentegevendeeffecten met ofwel een vaste rente ofwel eenvariabele rente en met een looptijd van tenminste één jaar (vanaf het moment van uitgifte).Vastrentende obligaties vormen het leeuwendeelvan de obligatiemarkt.

Permanente faciliteit: een door de centrale bankgeboden faciliteit waarvan kredietinstellingen opeigen initiatief gebruik kunnen maken. HetEurosysteem stelt twee permanente faciliteitenter beschikking, nameli jk de marginalebeleningsfaciliteit en de depositofaciliteit.

Prijsstabil iteit: het hoofddoel van hetEurosysteem. De Raad van Bestuur heeftprijsstabiliteit gedefinieerd als een jaarlijkse stijgingvan de consumptieprijzen (gemeten op basis vande HICP) voor het eurogebied van minder dan2%. Bij het streven naar prijsstabiliteit stelt deRaad van Bestuur zich tot doel de inflatie op demiddellange termijn onder maar dicht bij 2% tehouden.

Raad van Bestuur: het hoogste besluitvormendeorgaan van de ECB. De Raad van Bestuur bestaatuit alle leden van de Directie van de ECB en depresidenten van de nationale centrale banken vande EU-lidstaten die de euro hebben ingevoerd.

33

Page 34: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

L I J ST VAN TERMENRentedragende vordering: een financieel activumdat de eigenaar ervan recht geeft tot hetontvangen van rentebetalingen door deschuldenaar die het activum heeft uitgegeven.

SEPA: het “Single Euro Payments Area”(“Gemeenschappelijk Eurobetalingsgebied”) ofwelSEPA is een gebied binnen Europa waarinparticulieren, bedrijven en andere organisaties giralebetalingen in euro kunnen verzenden en ontvangen,zowel binnenlands als grensoverschrijdend, metdezelfde basisvoorwaarden, -rechten en-verplichtingen, ongeacht waar zij zich bevinden.SEPA werkt als een enkele binnenlandse markt voorbetalingen en stelt cliënten in staat net zogemakkelijk en goedkoop als in hun woonplaatsbetalingen te verrichten. Het SEPA-initiatief wordtbeheerd door de Europese Betalingsraad, die in2002 is opgericht en voor betalingen hetbesluitvormende en coördinerende orgaan is vanhet Europese bankwezen.

TARGET2-systeem: het Trans-EuropeanAutomated Real-time Gross settlement ExpressTransfer-systeem voor de euro, dat wordt gebruiktvoor de verrekening van centrale-banktransacties,grote interbancaire overschrijvingen in euro enandere betalingen in euro. TARGET2 biedtverrekening in centrale-bankgeld en onmiddellijkeonherroepelijkheid van de transacties (“finaliteit”).TARGET2 is beschikbaar voor alle transacties ineuro tussen en binnen de landen van heteurogebied en enkele andere EU-landen.TARGET2 heeft inmiddels het eerste TARGET-systeem vervangen, dat in gebruik is geweest vanafjanuari 1999, toen de euro van star t ging.

Transmissiemechanisme: het proces waarbijrenteveranderingen via verschillende kanalen hetgedrag van economische partijen, de economischebedrijvigheid en uiteindelijk het algemene prijs-niveau beïnvloeden.

Valutamarktoperaties: het aankopen of verkopenvan vreemde valuta’s. In de context van hetEurosysteem betekent dit het aankopen ofverkopen van andere valuta’s tegen euro.

Verdrag: verwijst naar het Verdrag tot oprichtingvan de Europese Gemeenschap. Hetoorspronkelijke Verdrag werd op 25 maar t 1957in Rome onder tekend en trad op 1 januari 1958in werking. Dit Verdrag, dat ook wel het “Verdragvan Rome” wordt genoemd, voorzag in deoprichting van de Europese EconomischeGemeenschap (EEG), nu de EuropeseGemeenschap (EG).

Verdrag betreffende de Europese Unie: ditVerdrag,dat ook vaak het “Verdrag van Maastricht” wordtgenoemd, is op 7 februari 1992 ondertekend entrad in werking op 1 november 1993. Het Verdragbetreffende de Europese Unie wijzigde hetVerdragtot oprichting van de Europese Gemeenschap envoorzag in de oprichting van de Europese Unie.

Verdrag van Amsterdam: dit Verdrag, dat werdonder tekend in Amsterdam op 2 oktober 1997en in werking trad op 1 mei 1999, en het Verdragvan Nice, dat werd onder tekend op 26 februari2001 en op 1 februari 2003 in werking trad,wijzigden zowel het Verdrag tot oprichting van deEuropese Gemeenschap als het Verdragbetreffende de Europese Unie.

Verdrag van Lissabon: dit Verdrag werdonder tekend op 13 december 2007, maar zalslechts in werking treden wanneer het door allelidstaten is geratificeerd. Het wijzigt zowel hetVerdrag tot oprichting van de EuropeseGemeenschap als het Verdrag betreffende deEuropese Unie. Deze twee Verdragen zullen debasis blijven vormen voor het functioneren van deEuropese Unie. Het Verdrag van Lissabonvereenvoudigt de structuur van de EU, die thansbestaat uit drie “pijlers”: de Gemeenschap, hetgemeenschappeli jke buitenlandse enveiligheidsbeleid, en justitie en binnenlandse zaken.In het nieuwe Verdrag houden deze pijlers op tebestaan en wordt de Gemeenschap vervangendoor de Unie, die rechtspersoonlijkheid zalverkrijgen. Het Verdrag tot oprichting van deEuropese Gemeenschap krijgt tevens eennieuwe naam: het Verdrag betreffende de werkingvan de Europese Unie.

Wisselkoersstelsel II (ERM II): het stelsel dat hetkader vormt voor samenwerking op het gebied vanwisselkoersbeleid tussen de landen van heteurogebied en de landen buiten het eurogebied. Hetlidmaatschap van het wisselkoersstelsel is vrijwillig.Niettemin wordt van de lidstaten met een derogatieverwacht dat zij meedoen aan het wisselkoersstelsel,waarmee een spilkoers van hun valuta ten opzichtevan de euro wordt vastgesteld, alsmede eenfluctuatiemarge rond de spilkoers. De standaardfluctuatiemarge bedraagt ±15%. In het geval vanlanden met een zeer hoge graad van convergentiemet het eurogebied, kan op verzoek van debetreffende EU-lidstaat buiten het eurogebied eensmallere fluctuatiemarge worden overeengekomen.

34

Page 35: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

© Europese Centrale Bank, 2009

ADRESKaiserstrasse 29

60311 Frankfurt am Main, Duitsland

POSTADRESPostfach 16 03 19

60066 Frankfurt am Main, Duitsland

TELEFOON+ 49 69 1344 0

WEBSITEhttp://www.ecb.europa.eu

FAX+ 49 69 1344 6000

CONCEPT EN ONTWERPKonzept Verlagsgesellschaft, Frankfurt am Main, Duitsland

FOTO’SClaudio Hils

Martin JoppenMartin Starl

Marcus ThelenAndreas VarnhornWalter Vorjohann

Europese Gemeenschap

DRUKWERKImprimerie Centrale s.a., Luxemburg

ISBN 978-92-899-0399-8 (online)

Page 36: DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET …Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie toetraden. Bulgarije en Roemenië zijn de jongste leden, na op 1 januari 2007

NL