77
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 – 2015 De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Bedrijfseconomie Lee Brunet Evi Van Quickelberghe onder leiding van Prof. dr. Maggie Geuens en drs. Julie Verstraeten

De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2014 – 2015

De impact van blootstelling aan luxe op

vice/virtue keuzes

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Bedrijfseconomie

Lee Brunet

Evi Van Quickelberghe

onder leiding van

Prof. dr. Maggie Geuens en drs. Julie Verstraeten

Page 2: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in
Page 3: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2014 – 2015

De impact van blootstelling aan luxe op

vice/virtue keuzes

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Bedrijfseconomie

Lee Brunet

Evi Van Quickelberghe

onder leiding van

Prof. dr. Maggie Geuens en drs. Julie Verstraeten

Page 4: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

Permission

Ondergetekenden verklaren dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Evi Van Quickelberghe & Lee Brunet

Page 5: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

Woord vooraf

Van deze gelegenheid willen we gebruik maken om een aantal personen te bedanken die ons hebben

bijgestaan tijdens het schrijven van deze masterproef.

In eerste instantie willen we onze promotor prof. dr. Maggie Geuens bedanken voor het aanreiken

van het boeiende onderwerp. Onze begeleidster Julie Verstraeten bedanken we niet alleen voor het

steeds verstrekken van de nodige informatie, maar ook voor het verwerven van inzichten, het

beantwoorden van talloze mails en het kritisch evalueren van voorgedragen werkstukken.

Vervolgens willen we ook alle respondenten bedanken die deelnamen aan ons onderzoek. Zonder

hen was het onmogelijk geweest enig empirisch onderzoek tot een goed einde te brengen.

Aansluitend willen we ook iedereen die ons mee heeft geholpen in het aanbrengen van deze

respondenten bedanken.

Verder moet ook de faculteit Economie en Bedrijfskunde worden bedankt voor het ter beschikking

stellen van het computerlokaal, waar de studie plaatsgevonden heeft. Zonder deze ruimte was het

niet mogelijk geweest het onderzoek uit te voeren.

Evenzeer verdienen ook onze familie en vrienden een woord van erkentelijkheid, die meerdere

malen, zowel onze ideeën vooraf als geschreven werkstukken nadien, beoordeelden. Daarnaast

zorgden zij ook voor de vele momenten van ontspanning tijdens het schrijven van deze masterproef.

Speciale dank gaat uit naar Maxim Deboiserie, voor de vele technische hulp.

Page 6: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

Inhoudstabel

Lijst met afkortingen ................................................................................................................................ i

Lijst met figuren en grafieken ..................................................................................................................ii

Lijst met tabellen ..................................................................................................................................... iii

I. Inleiding ........................................................................................................................................... 1

II. Literatuurstudie .............................................................................................................................. 4

1 Luxe: een abstract gegeven ............................................................................................................. 4

1.1 Wat is luxe? ............................................................................................................................. 4

1.2 Loutere blootstelling aan luxe ................................................................................................. 5

2 Het vormen en nastreven van een doel .......................................................................................... 6

2.1 Bewuste doelvorming .............................................................................................................. 6

2.2 Onbewuste doelvorming ......................................................................................................... 7

3 De self en het self-concept............................................................................................................... 8

3.1 De self-discrepancy theorie ..................................................................................................... 9

4 Zelfcontrole .................................................................................................................................... 11

4.1 Self- resource depletion ......................................................................................................... 11

4.2 Zelfcontrole in een beslissingsproces .................................................................................... 12

5 Vices en virtues .............................................................................................................................. 13

5.1 Shoulds /wants, cognitief/affectief ....................................................................................... 13

5.2 Keuze vice/virtue en consumptie van een vice ..................................................................... 14

6 Te testen hypothesen .................................................................................................................... 16

III. Empirisch onderzoek ..................................................................................................................... 19

7 Studie 1: consumptie van een vice voedingsproduct .................................................................... 19

7.1 Methode ................................................................................................................................ 19

7.1.1 Steekproef ..................................................................................................................... 19

7.1.2 Opbouw studie .............................................................................................................. 19

7.1.3 Pretest ........................................................................................................................... 22

7.2 Resultaten.............................................................................................................................. 24

7.2.1 Voorbereidend werk...................................................................................................... 24

7.2.2 Statistische analyse ....................................................................................................... 26

7.2.3 Conclusie studie 1 .......................................................................................................... 32

8 Studie 2: keuze tussen een vice en virtue voedingsproduct .......................................................... 33

8.1 Methode ................................................................................................................................ 33

Page 7: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

8.1.1 Steekproef ..................................................................................................................... 33

8.1.2 Opbouw studie .............................................................................................................. 34

8.1.3 Pretests .......................................................................................................................... 35

8.2 Resultaten.............................................................................................................................. 37

8.2.1 Voorbereidend werk...................................................................................................... 37

8.2.2 Statistische analyse ....................................................................................................... 39

8.2.3 Conclusie studie 2 .......................................................................................................... 43

IV. Discussie ........................................................................................................................................ 45

1 Algemene conclusie ....................................................................................................................... 45

2 Beperkingen en aanbevelingen ..................................................................................................... 46

VI. Referenties ..................................................................................................................................... VI

V. Bijlage ........................................................................................................................................... VVI

1 Advertenties en fotoreeksen .......................................................................................................... VI

1.1 Luxe advertenties studie 1 ..................................................................................................... VI

1.2 Luxe foto’s studie 2 ............................................................................................................... VII

1.3 Voedingsproducten studie 2 .................................................................................................. IX

2 Beoordelingsschalen advertenties en foto’s ................................................................................... X

2.1 Voedingsproducten ................................................................................................................. X

2.2 Advertenties en foto’s ............................................................................................................. X

3 Algemene stemming ........................................................................................................................ X

4 Actuele/ideale self: gap analyse ..................................................................................................... XI

5 Instructies omtrent de filmfragmenten ......................................................................................... XII

5.1 Vóór de filmfragmenten ........................................................................................................ XII

5.2 Na de filmfragmenten ........................................................................................................... XII

6 Gevalideerde schalen ................................................................................................................... XIII

6.1 Self-esteem ........................................................................................................................... XIII

6.2 Attitude ten opzichte van luxe ............................................................................................. XIV

6.3 Zelfcontrole ........................................................................................................................... XV

6.4 Attitude ten opzichte van voeding ....................................................................................... XVI

7 Resultaten ..................................................................................................................................... XVI

7.1 Resultaten pretest studie 1 .................................................................................................. XVI

7.2 Resultaten pretest studie 2 ................................................................................................. XVII

Page 8: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

i

Lijst met afkortingen

A = appearance

B = bereikbare luxe

C = controle

M = moeilijk bereikbare luxe

P = performance

S = social

T.o.v. = ten opzichte van

Vc = vice

Vr = virtue

Vs. = versus

Page 9: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

ii

Lijst met figuren en grafieken

Figuren

Figuur 1: Goal setting en goal pursuit in consumentengedrag. ...................................................................... 7

Figuur 2: Model van automatische processen ................................................................................................ 8

Figuur 3: Self-discrepancy theorie ................................................................................................................. 10

Figuur 4: Overzicht terminologie vices en virtues ......................................................................................... 14

Figuur 5: Relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele, met het effect van de moderator en

mediators ...................................................................................................................................................... 17

Figuur 6: Moderator effect op de relatie van de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 1. ...... 29

Figuur 7: Mediator effect op de relatie van de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 1. ......... 30

Figuur 8: Moderator effect op de relatie van de onafhankelijke variabele en de mediators in studie 1. .... 30

Figuur 9: Relatie van de attitude ten opzichte van luxe en de grootte van de gap. ..................................... 32

Figuur 10: Moderator effect op de relatie van de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 2. .... 41

Grafieken

Grafiek 1: Steekproef studie 1 ....................................................................................................................... 19

Grafiek 2: Steekproef studie 2 ....................................................................................................................... 34

Page 10: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

iii

Lijst met tabellen

Tabellen in hoofdtekst

Tabel 1: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in studie 1. ............. 25

Tabel 2: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in studie

1. .................................................................................................................................................................... 25

Tabel 3: Resultaat ANOVA analyse van relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie

1. .................................................................................................................................................................... 26

Tabel 4: Resultaat ANCOVA van de invloed van de verschillende covariaten op de relatie tussen de

onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 1. ................................................................................... 28

Tabel 5: Resultaat ANOVA analyse van relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele exclusief

score 1 en 2 op de 'hoe graag lust u M&M's vraag' in studie 1. ................................................................... 28

Tabel 6: Resultaat ANOVA van de relatie tussen de onafhankelijke variabele en de mediators in studie 1.31

Tabel 7: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in studie 2. ............. 38

Tabel 8: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in studie

2. .................................................................................................................................................................... 38

Tabel 9: Resultaat ANOVA analyse van relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie

2. .................................................................................................................................................................... 39

Tabel 10: Resultaat ANCOVA van de invloed van de verschillende covariaten op de relatie tussen de

onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 2. ................................................................................... 40

Tabel 11: Resultaat ANOVA van de relatie tussen de onafhankelijke variabele en de mediators in studie 2.

....................................................................................................................................................................... 42

Tabellen in bijlage

Tabel A 1: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in de pretest van

studie 1. ........................................................................................................................................................ XVI

Tabel A 2: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in de

pretest van studie 1. .................................................................................................................................... XVII

Tabel A 3: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de foto’s van de voedingsproducten in de

pretest van studie 2. .................................................................................................................................... XVII

Tabel A 4: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de foto’s van de

voedingsproducten in de pretest van studie 2. ........................................................................................... XVII

Tabel A 5: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de luxe foto’s in de pretest van studie 2.

.................................................................................................................................................................... XVIII

Tabel A 6: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de luxe foto’s in de pretest

van studie 2. ............................................................................................................................................... XVIII

Page 11: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

1

I. Inleiding

Dagelijks spenderen consumenten geld aan noodzaken zoals kleren en voedsel. Soms geven mensen

echter toe aan de drang om minder essentiële producten, zoals luxegoederen, te kopen (Hansen &

Wänke, 2011). De term luxe wordt routinematig gebruikt in het dagelijkse leven om naar producten,

diensten of een bepaalde levensstijl te verwijzen. Luxe is echter moeilijk eenduidig te definiëren,

aangezien luxe verschillende vormen kan aannemen voor verschillende personen (Wiedmann,

Hennigs, & Siebels, 2007). Sinds begin de jaren ’90 heeft de luxemarkt een spectaculaire groei

gekend (Nueno & Quelch, 1998). Bijgevolg is ook de interesse in onderzoek naar luxegoederen

substantieel toegenomen en werd het concept luxe uitgebreid bestudeerd in tal van verschillende

sociale theorieën en marketingonderzoek (Chua, 2009). Echter, er werd nog vrij weinig onderzoek

uitgevoerd naar de eventuele psychologische gevolgen van loutere blootstelling aan luxegoederen.

Luxe is nochtans een concept waarmee individuen steeds meer geconfronteerd worden. Luxe is

bijvoorbeeld steeds meer terug te vinden in het algemene straatbeeld. Denk maar aan de talloze

luxueuze reclames en advertenties van wereldwijd bekende luxemerken zoals Chanel, Rolex,

Lamborgini, etc. Daarnaast staat luxe ook regelmatig centraal in series en films, die een steeds

prominentere rol innemen in het leven van de opkomende generaties. Voorbeelden hiervan zijn de

series Suits, Gossip Girl en Mad Men en de film The wolf of Wall Street. Niet alleen hierdoor, maar

ook via talloze magazines, lifestyleprogramma’s of realitysoaps wordt men geconfronteerd met de

luxueuze levensstijl van al dan niet bekende mensen. Een voorbeeld hiervan is het programma The

Sky is the Limit, waarin een blik wordt geworpen op het luxueuze leven van verschillende bekende

Vlamingen. Op deze manier worden individuen vaak vrij onbewust blootgesteld aan luxe. Over het

algemeen kan dus gesteld worden dat luxe een wijdverspreid concept is, waarmee iedereen op

regelmatige basis geconfronteerd wordt. Door de spectaculaire groei van de luxemarkt en het steeds

meer voorkomen van luxe over het algemeen, worden consumenten ook steeds vaker blootgesteld

aan luxe. Niettegenstaande deze loutere blootstelling aan luxe onder één van de verscheidene

bestaande vormen door ieder individu anders gepercipieerd wordt, kunnen er evenwel diverse

gradaties waargenomen worden.

Aldus kan er in het kader van deze masterproef een onderscheid gemaakt worden tussen bereikbare

en moeilijk bereikbare luxe. Bereikbare luxe is deze gradatie van luxe die mensen zal doen dromen

en waarbij deze individuen het ook als mogelijk zullen achten deze te kunnen bereiken. Daarentegen

is moeilijk bereikbare luxe het soort luxe die exclusief voorbehouden is voor bepaalde groepen van

de bevolking. Door de rest van de bevolking zal deze gradatie van luxe als (te) moeilijk bereikbaar

ervaren worden (Nueno & Quelch, 1998). Wanneer zij zouden trachten zich in te beelden dit soort

Page 12: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

2

luxe te bereiken, dienen zij te ver van de realiteit af te wijken. Een voorbeeld hiervan kan gegeven

worden voor een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld studenten. Voor een groot deel van de

studenten zal een auto zoals de Volkswagen type Golf geen luxe zijn, terwijl een auto van het merk

BMW reeds luxueuzer, doch bereikbaar is. Een Lamborgini daarentegen zal door de meerderheid van

de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden.

De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in bovenstaande uiteenzetting.

Door het toenemen van de belangrijkheid en de aanwezigheid van luxe in het dagelijks leven van de

consument, is loutere blootstelling aan luxe steeds meer van belang. Daarnaast is de invloed van

omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan luxe, op het maken van een keuze een meer beduidende

rol gaan innemen in het marketing onderzoeksveld, door een toename in het aantal keuzes. In

onderstaande uiteenzetting zal dit verder uitgediept worden.

Bij het maken van een keuze speelt de zelfcontrole van een individu een grote rol. Wanneer

consumenten om diverse redenen minder zelfcontrole bezitten, hebben deze meer de neiging om

impulsievere keuzes te maken (Baumeister et al., 2008). Elke dag maken miljoenen mensen

meerdere beslissingen. Bovendien is het aantal keuzemogelijkheden sterk toegenomen en ook het

aantal beslissingen die mensen moeten maken is enorm verhoogd. In deze masterproef wordt deze

keuze voorgesteld als een keuze tussen vices en virtues. Vices en virtues zijn afwegingen waarmee

mensen continu geconfronteerd worden. Het gaat over de keuze tussen de meer impulsieve optie,

namelijk iets wat men zou willen doen of kiezen (vice) en iets wat men eigenlijk zou moeten doen of

kiezen (virtue). Bijvoorbeeld de keuze die gemaakt moet worden tussen een uurtje sporten en een lui

moment in de zetel. Aangezien er een algemene stijgende trend in de prevalentie van obesitas waar

te nemen is, wordt deze opsplitsing van vices en virtues in termen van voedingsproducten relevant

binnen de consumentenwereld (Brunello, Michaud, & Sanz-de-Galdeano, 2009). Het verworven

inzicht omtrent de omstandigheden waarin consumenten meer zullen opteren voor virtues dan voor

vices, kan mogelijks geïmplementeerd worden om de algemene gezondheid in de hand te werken.

Het doel van deze masterproef bestaat er in na te gaan wat de invloed is van loutere blootstelling

aan luxe op de zelfcontrole van consumenten. Hierbij zal een onderscheid gemaakt worden tussen de

gradaties bereikbare en moeilijk bereikbare luxe. De mate van zelfcontrole kan weerspiegeld worden

in de consumptie van een vice voedingsproduct of de keuze tussen een vice en virtue

voedingsproduct. Om dit doel te bewerkstelligen maken we gebruik van twee verschillende studies.

Studie 1 gaat het effect van loutere blootstelling aan bereikbare en moeilijk bereikbare luxe op de

consumptie van een vice product na. Studie 2 daarentegen gaat na wat het effect van deze

blootstelling is op de keuze tussen een vice en virtue product. Dit alles is te herleiden tot de centrale

onderzoeksvraag: “Wat is de impact van loutere blootstelling aan respectievelijk bereikbare en

Page 13: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

3

moeilijk bereikbare luxe op de zelfcontrole van de consument, nagegaan via de keuze tussen

vice/virtue voedingsproducten of de consumptie van een vice voedingsproduct?”

Het academische belang van deze masterproef is onder meer het bijdragen aan de uitbreiding van de

kennis omtrent loutere blootstelling aan luxe. Aangezien de informatie die beschikbaar is over dit

onderwerp gering is, kan deze masterproef dienen als een aanvulling hierop. Het praktische belang is

vooral terug te vinden in de verkoopssector. Door inzicht te verwerven in het effect van loutere

blootstelling aan luxe, zouden deze inzichten gebruikt kunnen worden om de consumentenkeuzes in

een winkelomgeving te beïnvloeden.

Deze masterproef is opgedeeld in drie grote luiken: literatuurstudie, empirisch onderzoek en

discussie. In het eerste gedeelte van de literatuurstudie zal een overzicht gegeven worden van het

concept luxe. Zoals reeds aangegeven is luxe een veel besproken en onderzocht concept. Bijgevolg

bestaan hier omtrent tal van verschillende theorieën en definities (Chua, 2009). Chartrand staafde

reeds met onderzoek, waarbij consumenten werden onderworpen aan een toevallige blootstelling

aan beelden van luxe, dat deze loutere blootstelling aan luxe onbewust een luxe georiënteerd doel

activeert bij de consument (Chartrand, Huber, Shiv, & Tanner, 2008). In het tweede hoofdstuk zal

bijgevolg het vormen en nastreven van een doel in consumentengedrag verder uitgediept worden.

Dit kan zowel bewust als onbewust plaatsvinden, maar in het kader van het onderzoek in deze

masterproef wordt verwacht dat het proces van doelvorming voornamelijk onbewust zal

plaatsvinden, door loutere blootstelling aan luxe (Bagozzi & Dholakia, 1999). Het derde deel van de

literatuurstudie handelt omtrent de self en het self-concept. Hierbij wordt de meest relevante

theorie voor dit onderzoek omtrent het self-concept, namelijk de self-discrepancy theorie (Higgins,

1987), in detail besproken. Er wordt verwacht dat het doel dat onbewust gevormd kan worden bij

loutere blootstelling aan luxe, te vergelijken is met het nastreven van de ideale self. In het vierde

deel van de literatuurstudie wordt het concept zelfcontrole behandeld. Zelfcontrole of zelfregulatie

kan gedefinieerd worden als het uitoefenen van controle door de self om een bepaalde reactie te

vervangen door een andere, gewenste reactie (Vohs et al., 2008). De mate van zelfcontrole die de

respondenten bezitten na loutere blootstelling aan luxe wordt in dit onderzoek nagegaan met behulp

van de consumptie van een vice voedingsproduct en vice/virtue voedingskeuzes. Bij virtues worden

doelstellingen op lange termijn vervuld ten koste van het plezier op korte termijn, terwijl bij vices het

plezier op korte termijn vooropgesteld zal worden ten koste van de doelstellingen op lange termijn

(Wertenbroch, 1998). In het gedeelte dat het empirisch onderzoek bevat wordt een overzicht

gegeven van de twee verschillende studies qua opbouw en resultaten. Deze worden nadien

besproken in de discussie, met een algemene conclusie, beperkingen en aanbevelingen voor

toekomstig onderzoek.

Page 14: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

4

II. Literatuurstudie

1 Luxe: een abstract gegeven

De term luxe is een vrij abstract concept, dat moeilijk eenduidig te definiëren is. Dit onder meer

omdat luxe verschillende vormen kan aannemen voor verschillende personen en afhankelijk is van de

ervaring van de consument (Wiedmann et al., 2007). Het concept luxe werd al in tal van onderzoeken

bestudeerd, gaande van sociale theorieën tot hersenstudies (Chua, 2009).

1.1 Wat is luxe?

Er bestaan tal van theorieën die het verschil tussen luxe en noodzaak weergeven. De belangrijkste

psychologische theorie komt waarschijnlijk van Maslow. Deze theorie stelt een hiërarchie van noden

voor, gaande van de basis fysiologische noden, zoals honger en dorst, tot noden van zelfactualisatie.

Het basisprincipe van deze theorie is dat de noden op het laagste niveau eerst voldaan moeten zijn

vooraleer men kan beginnen streven naar één van de volgende niveaus (Taormina & Gao, 2014).

Economisten concentreren zich echter op het concept van elasticiteit wanneer ze luxe en noodzaak

onderscheiden. Eén van de economische definities maakt het onderscheid in termen van de

prijselasticiteit van de vraag. Bij een noodzakelijk product zal de aangekochte hoeveelheid relatief

weinig dalen wanneer de prijs stijgt. Een luxegoed zal daarentegen veel minder aangekocht worden

als de prijs toeneemt (Kemp, 1998).

Een alternatieve economische theorie beschrijft luxegoederen als die goederen die een elastische

vraag bezitten groter dan één. Met andere woorden de proportie van het huishoudbudget dat

gespendeerd wordt aan het goed, stijgt wanneer dit budget toeneemt. Het bestaan van deze twee

enigszins verschillende benaderingen toont aan dat luxe geen gecentraliseerd theoretisch concept is

in de huidige economie (Muellbauer, 1980).

Naast deze theorieën zijn er ook heel wat definities die het concept luxe beschrijven. Volgens het

American Heritage woordenboek van de Engelse taal is luxe ‘iets dat niet essentieel is, maar wel

bevorderlijk om te plezieren en om comfort te voorzien’ of ‘iets duur en moeilijk te verkrijgen’

(Hansen & Wänke, 2011). In het kader van het onderzoek in deze masterproef kunnen we stellen dat

de eerste definitie overeenstemt met bereikbare luxe, waarbij luxe gekoppeld wordt aan plezier en

begeerlijkheid. De tweede definitie, die de nadruk legt op de exclusiviteit van luxe, kunnen we linken

aan moeilijk bereikbare luxe. Deze luxegoederen zijn slechts bereikbaar voor een beperkt aantal

mensen, waardoor deze goederen vaak voorbehouden worden voor de hogere klassen van de

gemeenschap en dus geassocieerd zijn met sociale afstand (Nueno & Quelch, 1998).

Page 15: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

5

In een kwalitatief onderzoek naar de perceptie van de consument over luxe, werd ontdekt dat het

luxeconcept zeer veelzijdig is (Dubois, Laurent, & Czellar, 2001). Naast de sociale afstand, is de

aankoop van luxegoederen heel vaak louter hypothetisch. Bovendien is luxe ook gerelateerd aan

andere afstandsdimensies, namelijk temporale en ruimtelijke afstand. De aankoop van

luxeproducten wordt regelmatig gekenmerkt door lange vertragingen of vereist het contacteren van

internationale verdelers (Hansen & Wänke, 2011). Ten slotte kan men veel van de eigenschappen die

luxe definiëren eveneens gaan plaatsen op de dimensie van psychologische afstand. Aangezien

luxegoederen van excellente kwaliteit, duur, schaars en uniek zijn, wordt de psychologische afstand

tot luxegoederen als groter ervaren dan de psychologische afstand tot noodzakelijke of meer

functionele producten (Dubois et al., 2001). Deze psychologische afstand, die zowel temporeel,

hypothetisch, sociaal of ruimtelijk kan zijn, zorgt ervoor dat luxegoederen over het algemeen meer

abstract worden gepercipieerd dan noodzakelijke goederen. Dit basisprincipe kan afgeleid worden

van de ‘Construal level theory’, die stelt dat psychologische afstand van een object of evenement de

neiging om een meer abstracte en algemene voorstelling te geven, versterkt. Dit betekent dat

consumenten door deze psychologische afstand de objecten en evenementen meer in termen van de

centrale aspecten zullen voorstellen, met minder details en contextuele informatie. Het abstracter

voorstellen van objecten in termen van deze centrale aspecten wordt een hoge niveau construal

genoemd. Lage niveau construals daarentegen bevatten meer details, contextuele informatie en

ondergeschikte eigenschappen van het beschreven object (Trope & Liberman, 2010). Daarnaast werd

in ander onderzoek van Trope en Liberman aangetoond dat het activeren van de hoge niveau

construals leidt tot een grotere mate van zelfcontrole dan de activering van de lage niveau construals

(Fujita, Trope, Liberman, & Levin-Sagi, 2006).

1.2 Loutere blootstelling aan luxe

Hoewel het concept van luxe reeds uitgebreid bestudeerd werd in verschillende sociale theorieën en

marketing onderzoek, werd er nog vrij weinig onderzoek gedaan naar de psychologische gevolgen

van loutere blootstelling aan luxe. Chua toonde met behulp van twee verschillende experimenten

aan dat loutere blootstelling aan luxegoederen de neiging om eigen interesses boven die van

anderen te plaatsen vergroot. Het eerste experiment stelde dat individuen die blootgesteld werden

aan luxe, meer beslissingen maken uit eigenbelang, die daarnaast ook ethisch betwistbaar zijn. In een

tweede experiment werd vervolgens aangetoond dat deze aan luxe blootgestelde individuen minder

pro-sociale woorden identificeren dan de individuen die blootgesteld werden aan functionele

goederen. Echter, in de conditie van blootstelling aan luxe werd geen tendens teruggevonden om

meer anti-sociale woorden te identificeren. Dit toont aan dat blootstelling aan luxe niet noodzakelijk

Page 16: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

6

mensen aanzet om ‘gemeen’ te zijn tegenover anderen, maar louter het gevolg geeft dat de

individuen minder bezorgd zijn over anderen en dus meer de focus op zichzelf leggen (Chua, 2009).

Daarnaast werd onderzoek uitgevoerd waarbij consumenten werden onderworpen aan een

toevallige blootstelling aan beelden van luxe. Na deze blootstelling werd aan de participanten een

bepaalde keuzetaak voorgelegd. Chartrand toonde met dit experiment aan dat loutere blootstelling

aan luxe onbewust een luxe georiënteerd doel activeert bij de consument (Chartrand et al., 2008). De

mate van belang dat iemand hecht aan de gebruikte stimulus, in dit geval luxe, is echter afhankelijk

van individu tot individu. Sommige consumenten hechten meer belang aan luxe dan anderen

(Chartrand et al., 2008; Sirgy, 1982). Hoe dit zich zal uiten, wordt verderop in deze literatuurstudie

besproken.

2 Het vormen en nastreven van een doel

Onderzoek gedurende de voorbije drie decennia heeft aangetoond dat consumentengedrag

grotendeels gericht is op doelen (Chartrand et al., 2008). Een doel is een gewenste eindtoestand die

na activering het gedrag van de consument kan beïnvloeden op tal van verschillende manieren

(Custers & Aarts, 2005). In de literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen goal setting en goal

striving of goal pursuit. Goal setting bevat de basis voor het vormen van een doel, terwijl goal

striving het proces van het nastreven van een doel omvat (Bagozzi & Edwards, 1998). Over hoe deze

doelen exact het gedrag beïnvloeden heerst grote onenigheid in de literatuur (Van Osselaer et al.,

2005). Ondanks het vele onderzoek over doelen in de marketing, is er opvallend weinig onderzoek

dat de factoren nagaat die bepalen hoe consumentendoelen effectief geselecteerd en nagestreefd

worden (Chartrand et al., 2008). Een uitzondering hierop is het onderzoek van Bagozzi en Dholakia,

dat een omkadering geeft over hoe het opstellen en nastreven van doelen, consumentengedrag zal

beïnvloeden. Deze theorie houdt echter voornamelijk rekening met de bewuste aspecten van het

vormen en nastreven van een doel en laat de mogelijke onbewuste aspecten hieromtrent

achterwege (Bagozzi & Dholakia, 1999). In het kader van het onderzoek in deze masterproef wordt

verwacht dat het proces van doelvorming voornamelijk onbewust zal plaatsvinden door loutere

blootstelling aan respectievelijk bereikbare en moeilijk bereikbare luxe.

2.1 Bewuste doelvorming

Het bewust vormen van een doel en de daaropvolgende doelgerichte acties zijn zeer complexe

handelingen die plaatsvinden op zeer verschillende tijdstippen van het beslissingsproces. Tussen het

opstellen en nastreven van een bewust doel vinden verschillende mentale activiteiten en acties

plaats (Bagozzi & Dholakia, 1999). In Figuur 1 worden de verschillende fases van het doelgerichte

Page 17: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

7

beslissingsproces weergegeven, waarbij in elke fase een antwoord gezocht wordt op de bijhorende

vragen:

1) Het opstellen van een doel: ‘Wat zijn de doelen die ik kan nastreven?’ en ‘Waarom wil ik deze

doelen nastreven?’

2) Het vormen van een doelintentie: ‘Waar streef ik naar?’

3) Actieplanning: ‘Hoe kan ik mijn doel bereiken?’

4) Actie initiatie en controle: ‘Maak ik progressie naar mijn doel?’, ‘Hoe goed heb ik mijn

planning uitgevoerd?’, ‘Moeten er aanpassingen gemaakt worden?’ en ‘Is het doel nog

belangrijk voor me?’

5) Doel bereiken/falen: ‘In welke mate ben/heb ik geslaagd/gefaald in het bereiken van mijn

doel?’

6) Feedback reacties: ‘Hoe voel ik me bij het al dan niet bereiken van mijn doel?’

De eerste fase in dit proces, het opstellen van het doel, is de zogenaamde goal setting fase. De

tweede fase, namelijk het vormen van een doelintentie, vormt de initiatie van het bewust nastreven

van het doel of goal pursuit.

2.2 Onbewuste doelvorming

De modellen omtrent het bewust vormen en nastreven van een doel zijn voornamelijk gebaseerd op

onderzoek uitgevoerd in een gecontroleerde, stille en afleidingsvrije omgeving waarin de

consumenten hun volledige aandacht richten op de aanwezige stimuli en een zee van tijd hebben om

het antwoord te overwegen en de instructies van de onderzoeker op te volgen. Vrij snel begonnen

onderzoekers zich echter af te vragen in welke mate deze modellen eveneens konden toegepast

worden in de echte, complexe, luidruchtige en drukke wereld buiten de laboratoria en in welke mate

Doel opstellen

Vormen van een

doel intentie

Actie planning

Actie initiatie en controle

Doel bereiken/

falen

Feedback reacties

Figuur 1: Goal setting en goal pursuit in consumentengedrag. Eigen figuur, gebaseerd op figuur 1 uit

Bagozzi & Dholakia, 2014.

Page 18: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

8

de consumenten spontaan de opgelegde doelen gingen nastreven. Hierdoor werd duidelijk dat de

belangrijkste factor die wegviel uit deze modellen, onder de meer realistische condities, de

bewustheidfactor was (Bargh & Chartrand, 1999). In de voorbije tien jaar heeft een toenemende

hoeveelheid bewijs dan ook de hypothese ondersteund dat een doel onbewust kan gevormd en

nagestreefd worden. Deze hypothese gaat in tegen het traditionele beeld dat consumenten zich

volledig bewust zijn van de doelen onderliggend aan de keuzes die ze maken (Bargh, 2002).

Onderzoek omtrent het onbewust nastreven van een bepaald doel stelt dat deze doelen geactiveerd

kunnen worden door omgevingsfactoren en het gedrag van de consumenten onbewust kunnen

beïnvloeden tot dat de gewenste uitkomst bekomen is. Deze vorm van het nastreven van een doel

heeft gelijkaardige consequenties op het vlak van consumentengedrag dan deze van bewust

gevormde doelen (Chartrand & Bargh, 1996). Algemeen gezien kunnen omgevingsfactoren een

automatisch proces activeren, dat steeds aanleiding geeft tot een bepaald resultaat (Figuur 2).

Figuur 2: Model van automatische processen. Eigen figuur, gebaseerd op figuur 1 uit Chartrand, 2005

Voorbeelden van deze omgevingsfactoren zijn sociale situaties, evenementen, objecten, plaatsen,

aanwezigheid van andere mensen, etc. (Dijksterhuis, Smith, Baaren, Wigboldus, & Link, 2005). In de

context van deze studie wordt verwacht dat loutere blootstelling aan luxe overeenkomt met de

omgevingsfactor en het onbewust nastreven van een bepaald doel een voorbeeld is van een

automatisch proces. Het resultaat ten slotte omvat factoren zoals gedrag, motivatie, emoties en

beslissingen (Dijksterhuis et al., 2005). In het kader van dit onderzoek zal de zelfcontrole van

consumenten bij het maken van bepaalde beslissingen, als resultaat van het automatisch proces,

onderzocht worden, wat verderop in deze literatuurstudie aan bod komt. De onbewustheid is zowel

terug te vinden bij de omgevingsfactoren als het automatische proces. Het resultaat daarentegen is

meestal een proces waarbij men bijvoorbeeld bewust een bepaalde keuze zal maken (Chartrand,

2005).

3 De self en het self-concept

Er wordt verwacht dat het doel dat onbewust gevormd kan worden bij loutere blootstelling aan luxe,

te vergelijken is met het nastreven van de ideale self. Deze ideale self vormt een onderdeel van het

self-concept (Higgins, Shah, & Friedman, 1997). Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de

Omgevingsfactoren Automatisch proces Resultaat

Page 19: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

9

termen ‘self’ en ‘self-concept’. De self refereert naar ‘een proces, een wederkerend fenomeen dat

ontwikkelt tijdens sociale interactie en gebaseerd is op het sociale karakter van de menselijke taal’

(Gecas, 1982). Het self-concept daarentegen is ‘het product van deze wederkerende activiteit, de

totaliteit van de gedachten en gevoelens van een individu die verwijzen naar het individu als een

object’. Rond het self-concept bestaat veel onenigheid in de literatuur, maar algemeen is men tot de

consensus gekomen dat het self-concept moet bestaan uit meer dan één component (Sirgy, 1982).

Sommige onderzoekers stelden voorop dat het self-concept twee componenten bevat, namelijk de

actuele en ideale self, gedefinieerd als respectievelijk wat men effectief is/heeft en wat men zou

willen zijn/hebben (Belch & Landon, 1977). De meest relevante theorie voor dit onderzoek omtrent

het self-concept is echter de Self-discrepancy theorie van Tory Higgings (Higgins, 1987).

3.1 De self-discrepancy theorie

De self-discrepancy theorie stelt twee belangrijke dimensies voorop: de domeinen van de self en de

standpunten op de self (Figuur 3). De combinatie van één domein van de self en één standpunt van

de self geeft aanleiding tot één van de zes verschillende types self-states. Deze theorie geeft een

omkadering van hoe de verschillende types discrepanties tussen de voorstellingen van de self-states

gerelateerd zijn aan een verschillende emotionele respons (Higgins, 1987).

Er zijn drie basis domeinen: de actuele self, de ideale self en de ought self. Zoals eerder vermeld

betreft de actuele self de eigenschappen die men effectief heeft en komt de ideale self overeen met

de eigenschappen die men zou willen hebben. De ought self is een voorstelling van welke

eigenschappen men zou moeten bezitten. Om een link te kunnen leggen tussen de self en

emotionele respons is het echter niet voldoende om enkel de domeinen te onderscheiden. Er moet

bijgevolg ook rekening gehouden worden met vanuit welk perspectief op de self gekeken wordt

(Higgins, 1987). De self kan zowel vanuit eigen standpunt als vanuit het standpunt van een andere

persoon bekeken worden. Het standpunt betreft het gezichtspunt van waaruit kan beoordeeld

worden of een bepaalde set van eigenschappen al dan niet aanwezig is (Turner, 1956). De zes

verschillende self-states die het resultaat zijn van de onderlinge relatie tussen deze twee dimensies

zijn: actuele/eigen, actuele/ander, ideale/eigen, ideale/ander, ought/eigen, en ought/ander (Higgins,

1987). In het kader van dit onderzoek is er slechts één discrepantie van belang, namelijk de

discrepantie tussen de actuele/eigen en ideale/eigen. Dit omdat in het onderzoek de self enkel vanuit

het eigen standpunt van de verschillende respondenten bekeken wordt en dus zowel het domein

‘ought’ als het standpunt ‘ander’ hier geen rol zal spelen.

Page 20: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

10

Domeinen

actuele self

ideale self

ought self

Standpunten

eigen

ander

De self-discrepancy theorie stelt dat wanneer de eigenschappen van de actuele self als te

verschillend worden ervaren van de eigenschappen van de ideale self, individuen zichzelf zullen zien

als niet in staat zijnde om de ideale self te bereiken (Higgins, 1990). Met andere woorden wanneer

de gap tussen beide te groot is, zal de ideale self als moeilijk bereikbaar worden gezien en wordt

verwacht dat de focus terug op de actuele self gelegd wordt. In het kader van dit onderzoek

verwachten we bijgevolg een te grote gap tussen de actuele en de ideale self als het gevolg van

loutere blootstelling aan moeilijk bereikbare luxe. Deze te grote discrepantie tussen

vertegenwoordigt vervolgens de algemene psychologische situatie waarbij er een afwezigheid is van

een positieve uitkomst. Bijgevolg is het betrokken individu kwetsbaar voor negatieve emoties, meer

specifiek gevoelens van neerslachtigheid en ontevredenheid. Deze te grote discrepantie kan ook

geassocieerd zijn met frustratie door het hebben van niet ingevulde wensen (Higgins, 1990).

Daarnaast verwachten we, in de context van dit onderzoek, dat loutere blootstelling aan bereikbare

luxe eveneens aanleiding zal geven tot een discrepantie tussen de actuele/eigen en ideale/eigen self-

state. Echter, wanneer de gap tussen de actuele en ideale self niet te groot is, met andere woorden

wanneer de ideale self als bereikbaar wordt gezien, wordt verwacht dat consumenten zullen trachten

deze ideale self na te streven. Hierbij wordt verwacht dat het zien van de ideale self als bereikbaar,

aanleiding zal geven tot een goed gevoel.

Zoals eerder aangehaald is de mate van belang dat iemand hecht aan luxe, afhankelijk van individu

tot individu. De interesse in luxe wordt weerspiegeld in de grootte van de gap tussen de ideale en

actuele self die mensen ondervinden na de blootstelling aan luxe (Chartrand et al., 2008; Sirgy, 1982).

Naast de negatieve emotionele respons zorgt een te grote gap tussen de actuele en ideale self er ook

voor dat de consumenten een verminderd gevoel van self-esteem of eigenwaarde hebben (Higgins,

1990). In de context van deze studie is dit het gevolg van loutere blootstelling aan moeilijk bereikbare

luxe. Bij loutere blootstelling aan bereikbare luxe wordt daarentegen verwacht dat door de

afwezigheid van een te grote gap, en dus het zien van de ideale self als bereikbaar, de consumenten

net een verhoogd gevoel van self-esteem of eigenwaarde zullen hebben. Self-esteem kan volgens

Figuur 3: Self-discrepancy theorie. Eigen figuur

Page 21: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

11

Heatherton en Polivy verder opgesplitst worden in drie onderdelen, namelijk prestatie, sociaal en

voorkomen (Heatherton & Polivy, 1991).

4 Zelfcontrole

Omgaan met deze negatieve emotionele respons, die veroorzaakt wordt door de te grote gap tussen

de actuele en ideale self, zal een invloed hebben op de zelfcontrole van de consument, zoals verder

besproken zal worden. Zelfcontrole of zelfregulatie kan gedefinieerd worden als ‘het uitoefenen van

controle door de self om een invloedrijke reactie te omzeilen, in de veronderstelling dat het

vervangen van de ene reactie door de andere, gewenste reactie, gebeurt om bepaalde doelen te

bereiken’ (Vohs et al., 2008). Individuen hebben doelen op verschillende niveaus en het vervangen

van een doel op korte termijn door een doel op lange termijn vereist zelfcontrole. Zoals stoppen met

roken of andere verslavingen, blijven doorwerken aan een moeilijke taak, geld sparen, volhouden

aan een dieet, enzovoort (Tice & Bratslavsky, 2000). Met andere woorden, zelfcontrole vindt plaats

wanneer een individu de manier waarop hij/zij denkt, zich voelt of gedraagt, tracht te wijzigen

(Baumeister, Gailliot, DeWall, & Oaten, 2006; Muraven & Baumeister, 2000). De persoon in kwestie

zal proberen om handelingen, driften, gedachten, verlangens of emoties te onderdrukken, af te

remmen of te laten voortduren, ook al ligt dat niet in lijn met wat hij/zij eigenlijk zou willen doen of

voelen (Muraven, Tice, & Baumeister, 1998). Zelfcontrole kan bijgevolg aangewend worden om een

belangrijke impuls te weerstaan zodat een ander doel op lange termijn bereikt kan worden.

Zelfcontrole betekent dus ‘het overheersen of verhinderen van opkomende driften, gedrag of

verlangens’ (Muraven & Baumeister, 2000).

4.1 Self- resource depletion

Een limited resource model werd naar voor gebracht om het mechanisme te beschrijven dat mensen

in staat stelt om zelfcontrole uit te oefenen en op die manier hen dus mogelijk maakt van een

huidige staat naar de gewenste staat te gaan (Vohs & Faber, 2007). Uit onderzoek is gebleken dat na

het intensief uitoefenen van zelfcontrole, de mogelijkheid om dit opnieuw te doen gedeeltelijk

ontbreekt. Dit fenomeen wordt ook wel ego depletion genoemd (Baumeister et al., 2008). Het

reservoir van zelfregulerende middelen is eindig en bijgevolg kan een deel van deze bron tijdelijk

uitgeput of vermoeid geraken door situationele eisen van zelfcontrole (Vohs & Faber, 2007). De

middelen van zelfcontrole kunnen zodoende voorgesteld worden als een bron van energie of kracht

die mensen in staat stelt het hoofd te bieden aan de hierboven vermelde driften en ongewenst

gedrag te vervangen door gewenst gedrag. Veel van de activiteiten die betrekking hebben op de self

Page 22: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

12

hangen af van deze gemeenschappelijke bron, die gelimiteerd is en eenvoudig uitgeput geraakt (Vohs

et al., 2008).

Zoals hierboven al aangehaald lijkt het onderdrukken van emoties ook energie te vergen

(Baumeister, Bratslavsky, Muraven, & Tice, 1998; Mark Muraven et al., 1998). In het kader van dit

onderzoek zal deze situationele eis het onderdrukken van negatieve gevoelens zijn die mensen

ondervinden bij een te grote gap tussen hun ideale en actuele self. Baumeister et al. toonden aan dat

het uitvoeren van een actie van zelfregulatie de prestaties van een daaropvolgende, kennelijk niet-

gerelateerde actie van zelfcontrole verzwakt (Baumeister et al., 1998). Het is waarschijnlijk dat de

eerste actie van zelfcontrole, in dit geval het onderdrukken of reguleren van negatieve gevoelens,

een deel van de gemeenschappelijke bron verbruikt die nodig is om beter te kunnen presteren bij

een tweede actie (Vohs et al., 2008). Negatieve gevoelens worden door individuen in die mate

gepercipieerd dat hun preoccupatie met het reguleren ervan vaak voorrang krijgt op andere doelen

die zelfcontrole vergen (Tice & Bratslavsky, 2000). Individuen die een beroep hebben moeten doen

op zelfcontrole zullen passiever en met name impulsiever gedrag vertonen bij de daaropvolgende

acties, in vergelijking met individuen bij wie geen sprake was van een al te grote gap, bijgevolg niet te

maken hadden met negatieve gevoelens en dus geen aanspraak hebben moeten doen op

zelfregulatie (Vohs & Faber, 2007; Muraven & Baumeister, 2000). Verminderde en verhoogde

zelfcontrole kan zich op verschillende manieren uiten, maar in dit onderzoek spitsen we ons toe op

de consumptiehoeveelheid van een vice voedingsproduct en vice/virtue keuzes.

4.2 Zelfcontrole in een beslissingsproces

Wanneer hun middelen zijn uitgeput, hebben consumenten meer kans om te worden beïnvloed door

verlangens en begeertes. Hierdoor zullen ze de neiging hebben suboptimale keuzes te maken

(Baumeister et al., 2008; Hofmann, Strack, et al., 2008). Zoals kiezen voor een vice bij de expliciete

keuze tussen vice en virtue. Tice, Bratslavsky en Baumeister toonden bovendien aan dat mensen

moeite hebben om niet toe te geven aan een verleidelijke impuls wanneer zij in een slechte

stemming verkeren en ervan overtuigd zijn dat het toegeven aan de impuls hun slechte stemming zal

verbeteren (Baumeister, 2002). Dit zou verklaren waarom mensen die diëten de fout begaan op

momenten dat zij zich down voelen. Zij denken dat ze zich beter zullen voelen wanneer ze toegeven

aan de impuls om producten te consumeren die hen op korte termijn een goed gevoel zullen geven,

eerder dan dat ze kiezen voor een gezonde, maar minder lekkere variant van dit product. Deze

productkeuze, in het bijzonder een vice/virtue keuze is in het kader van dit onderzoek de

manifestatie van de tweede actie volgend op de uitputting van de bron aan zelfcontrole van de

consument.

Page 23: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

13

Het beslissingsproces, namelijk het al dan niet bewust overwegen van verschillende alternatieven en

de uiteindelijke selectie ervan, vergt een hoeveelheid energie van de persoon in kwestie die de keuze

dient te maken. Het is immers een proces dat de samenwerking vereist van het

informatieverwerkingsapparaat en het gedragscontrolesysteem van de consument (Vohs et al.,

2008). Daarnaast is ook het weerhouden van een bepaald gedrag, en dus het niet kiezen van een

alternatief, meer dan een passieve actie. Hoewel het eten van een stuk taart bijvoorbeeld

verschillende spierbewegingen vereist, zullen de meeste mensen op dieet beamen dat het

weerhouden van dat gedrag meer inspanning vergt dan het uitvoeren ervan. Het vereist een actie

van zelfcontrole waarbij the self de gedragspatronen wijzigt om zo een dominante respons te

verhinderen (Muraven & Baumeister, 2000).

Individuen hebben de neiging om, wanneer hun bron aan zelfcontrole in verminderde mate

aanwezig is, de voorkeur te geven aan producten die hen vooral op korte termijn zullen behagen. Er

is op dat moment sprake van een korte termijn oriëntatie (Ein-Gar, Goldenberg, & Sagiv, 2012).

5 Vices en virtues

Veel van de significante keuzes die individuen dienen te maken, betreffen deze tussen vices en

virtues. In het kader van dit onderzoek zal de vice/virtue keuze zich manifesteren in de vorm van

ongezonde/gezonde voeding.

5.1 Shoulds /wants, cognitief/affectief

Onderzoek toont aan dat de keuze van de consument het steeds verschuivende conflict tussen

wilskracht, dat zelfcontrole vergt, en verlangen vertegenwoordigt (Hoch & Loewenstein, 1991). Dit

intrapersoonlijk conflict is het resultaat van de wisselwerking tussen wat individuen willen en wat ze

denken dat ze zouden moeten doen. Daarom refereren Bazerman, Tenbrunsel en Wade-Benzoni

naar vices en virtues in termen van ‘wants’ en ‘shoulds’ (Bazerman, Tenbrunsel, & Wade-benzoni,

1998). In de operationele zin van het woord refereren wants naar de emotionele of affectieve

voorkeur van de beslisser, terwijl shoulds refereren naar de rationele of cognitieve voorkeuren.

Individuen willen handelen op een manier dat hun belangen gemaximaliseerd worden op korte

termijn, terwijl men het gevoel heeft dat men moet handelen op die manier dat onze belangen

gemaximaliseerd worden op lange termijn. Deze want/should tegenstelling is compatibel met het

werk van Loewenstein uit 1996. Hierin wordt gesteld dat: “veel menselijk handelen gebaseerd is op

viscerale of voorbijgaande reacties die ingaan tegen de eigenbelangen op lange termijn”

(Loewenstein, 1996). De want self kan dus gezien worden als een viscerale reactie en de should self is

Page 24: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

14

de tegenhanger die voor meer reden vatbaar is (Bazerman et al., 1998). Dit menselijk handelen kan

zich vertalen in een keuze, meer bepaald een keuze tussen een vice of virtue product.

Deze keuze tussen een vice of virtue product kan ook beschreven worden in termen van

respectievelijk affectie en cognitie. Zelfcontrole doet zich voor wanneer cognitie het gedrag bepaalt

in plaats van of in meerdere mate dan emotie. Shiv en Fredorikhin ondersteunden dit idee door te

laten zien dat wanneer de cognitieve bron van de deelnemers zwaarder belast was er een grotere

voorkeur was voor een affectief beladen keuze (vb. chocoladetaart) in plaats van een cognitief

beladen keuze (vb. fruitsalade). In termen van het resource depletion model zullen na uitputting van

de bron aan zelfcontrole, affectieve keuzes voorrang krijgen op cognitief wenselijke keuzes

(Fedorikhin & Shiv, 1999). Met andere woorden, ‘indien de verwerkingsmiddelen beperkt zijn, zullen

tijdens een besluitvormende taak affectieve reacties die spontaan worden opgeroepen een grotere

invloed hebben op de beslissing dan cognitie’ ( Peck & Childers, 2006). Een samenvatting van de

verschillende terminologie met betrekking tot vices en virtues wordt weergegeven in Figuur 4.

Figuur 4: Overzicht terminologie vices en virtues. Eigen figuur

5.2 Keuze vice/virtue en consumptie van een vice

Vices en virtues worden relatief ten opzichte van elkaar gedefinieerd, gebaseerd op de timing van

hun kost en voordeel. Bij virtues ‘worden doelstellingen op lange termijn vervuld ten koste van het

plezier op korte termijn’. Het tegenovergestelde vinden we bij vices, ‘hier zal het plezier op korte

termijn vooropgesteld worden ten koste van de doelstellingen op lange termijn’ (Wertenbroch,

1998). In navolging van bovenstaande definities hangen consumentenkeuzes tussen vices en virtues

af van het temporele perspectief, die consumenten nemen om tussen beide een keuze te maken

(Wertenbroch, 2001). Voor eender welk paar zullen vice producten dus onmiddellijke kleine

beloningen uitwisselen voor latere grote kosten, terwijl bij virtue producten de kleine onmiddellijke

kosten gevolgd worden door grotere vertraagde beloningen. Binnen overeenkomstige paren van

Vice

Ongezond

Wants

Affectief

Emotioneel

Virtue

Gezond

Shoulds

Cognitief

Rationeel

Page 25: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

15

producten zal de voorkeur voor het vice of virtue product dus veranderen naargelang consumenten

de onmiddellijke of uitgestelde verbruiksgevolgen van deze producten evalueren (Read,

Loewenstein, & Kalyanaraman, 1999).

Herman en Poliv brachten al naar voor dat individuen aan een slechte gemoedstoestand trachten te

ontsnappen met behulp van eten (Herman & Polivy, 1975). Daarnaast kan ‘binge-eating’ of ‘het zich

overgeven aan eetlust’ zich voordoen wanneer individuen in een slechte stemming verkeren en

denken dat ze op deze manier zich beter zullen voelen. In het kader van dit onderzoek kan dit

vergeleken worden met de consumptie van vices, iets wat doorgaans zelfcontrole vereist om te

weerstaan. Een negatieve stemming kan er dus voor zorgen dat individuen vatbaar zijn om te falen

op het vlak van zelfcontrole (Tice & Bratslavsky, 2000). Bovendien werd in recenter onderzoek

aangetoond dat ‘de consumptie van vice voedingsproducten sterker gerelateerd was aan de groep

deelnemers van wie de zelfreguleringmiddelen verminderd waren dan aan deelnemers van de

controlegroep die beroep konden doen op de volledige bron aan zelfcontrole’ (Friese, Hofmann, &

Wänke, 2008; Hofmann, Rauch, & Gawronski, 2007). Op basis van deze bevindingen kunnen we dus

concluderen dat het falen van zelfcontrole zich vaak vertaald in de voorkeur van individuen voor

korte termijn doelen ongeacht de lange termijn kosten (Baumeister, 1997). Hierdoor zullen

participanten met een verminderde zelfcontrole ervoor kiezen producten te consumeren die de

directe voordelen belichten boven producten die de toekomstige voordelen belichten. In het kader

van dit onderzoek kunnen we dit vergelijken met de effectieve vice/virtue voedingskeuze en

consumptie. Vice voedingsproducten belichamen namelijk de onmiddellijke voordelen terwijl virtue

voedingsproducten in staan voor de toekomstige en –of lange termijn voordelen.

Individuen die stress ervaren beschikken over minder zelfcontrole en zijn bijgevolg gevoeliger aan

directe, voedingsgerelateerde externe stimuli, die hen vervolgens aanzetten tot eten (Greeno &

Wing, 1994). Terwijl consumenten, indien zij beschikken over voldoende zelfcontrole, strategisch af

kunnen zien van enkele geprefereerde directe voordelen die de vice consumptie kan inhouden om

een uitgesteld nut te maximaliseren (Wertenbroch, 2001). Bovendien werd al in verschillende

onderzoeken aangetoond dat vices sneller op basis van impulsen geconsumeerd worden dan

vergelijkbare virtues (Wertenbroch, 1998). Ook andere conceptuele voorstellingen, bijvoorbeeld deze

in termen van viscerale invloeden naar het werk van Loewenstein, voorspellen dat vices verleidelijker

zijn en aldus onderworpen aan een grotere nood aan zelfcontrole dan virtues. Deze producten

vragen aldus een grotere potentiële behoefte aan zelfbeheersing (Loewenstein, 1996). Onmiddellijk

na het moment waarop een persoon zelfcontrole heeft moeten gebruiken kan deze mogelijk niet

terug vallen op voldoende reguleringsmiddelen om het daaropvolgende doel te bereiken. Namelijk,

Page 26: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

16

in dit geval het doel om voorzichtig te consumeren en niet toe te geven aan de drang om impulsief te

consumeren. (Vohs & Faber, 2007).

Algemeen wordt bijgevolg verwacht dat wanneer individuen dienen om te gaan met negatieve

emoties die loutere blootstelling aan moeilijk bereikbare luxe kan teweegbrengen, er sprake is van

een verminderde zelfcontrole. Deze lage zelfcontrole, als gevolg van de actie van zelfregulatie zal

ertoe leiden dat de persoon in kwestie minder belang zal hechten aan het in acht nemen van

toekomstige, al dan niet slechte, gevolgen. Wat zal leiden tot meer consumptie van vices en

verhoogde neiging tot het kiezen van vices bij expliciete keuzes tussen vices en virtues. Daarnaast zal

het omgekeerde effect verwacht worden wanneer individuen blootgesteld worden aan bereikbare

luxe. De afwezigheid van negatieve emoties zorgt ervoor dat deze individuen in meerdere mate

beroep kunnen doen op de bron aan zelfcontrole, en bijgevolg minder impulsief zullen handelen bij

de daaropvolgende actie. Dit zal leiden tot minder consumptie van vices en een verhoogde neiging

tot het kiezen van virtues bij de expliciete keuze tussen vices en virtues.

6 Te testen hypothesen

Aan de hand van het opgebouwde verhaal in de literatuurstudie is het mogelijk om een korte

samenvatting te geven die de hypothesen kan onderbouwen. Loutere blootstelling aan luxe kan

individuen stimuleren tot het onbewust vormen van een doel (Chartrand et al., 2008). Er wordt

verwacht dat dit doel te vergelijken zal zijn met het nastreven van de ideale self. De gevolgen hiervan

zijn verschillend naargelang loutere blootstelling aan respectievelijk moeilijk bereikbare en

bereikbare luxe.

Als de ideale self te ver afwijkt van de actuele self, wordt de ideale self als onbereikbaar gezien en

wordt verwacht dat de focus terug op de actuele self gelegd zal worden. Dit kan leiden tot een

negatieve emotionele respons, met gevoelens van neerslachtigheid en ontevredenheid. Een te grote

gap zorgt er daarnaast ook voor dat de consumenten een verminderd gevoel van eigenwaarde

hebben (Higgins, 1990). Omgaan met negatieve emoties vergt een deel van de bron aan zelfcontrole.

De daaropvolgende acties die zelfcontrole vragen hebben meer kans om te falen (Muraven &

Baumeister, 2000). Een verminderde zelfcontrole bij het maken van een keuze zorgt ervoor dat men

meer impulsief gaat handelen (Vohs & Faber, 2007). Dit impulsieve handelen kan weerspiegeld

worden bij het maken van een keuze tussen vice en virtue producten, namelijk het meer consumeren

van vices en meer kiezen voor vices dan virtues (Wertenbroch, 1998).

Wanneer de ideale self echter als bereikbaar wordt gezien, met andere woorden, wanneer de gap

tussen de ideale en de actuele self niet te groot is, zullen consumenten trachten de ideale self na te

Page 27: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

17

streven (Higgins et al., 1997; Higgins, 1987). Hierbij wordt verwacht dat het zien van de ideale self als

bereikbaar, aanleiding zal geven tot een goed gevoel. Daarnaast wordt verwacht dat door het zien

van de ideale self als bereikbaar, de consumenten net een verhoogd gevoel van self-esteem of

eigenwaarde zullen hebben. Door de afwezigheid van negatieve emoties wordt verwacht dat deze

consumenten minder zullen verbruiken van de bron aan zelfcontrole en dus minder impulsief gaan

handelen bij een tweede daaropvolgende actie. Dit wordt eveneens weerspiegeld in de vice/virtue

keuze, door het minder consumeren van vices en meer virtues keuzes bij de keuze tussen vices en

virtues.

In deze studie zal dus het effect van de onafhankelijke variabele, namelijk de conditie (geen luxe,

bereikbare luxe en moeilijk bereikbare luxe) op de afhankelijke variabele (consumptie vice product of

vice/virtue keuze) nagegaan worden. Hierbij zal zowel het effect van een moderator (attitude ten

opzichte van luxe) als twee mediators (self-esteem en grootte van de gap tussen de actuele en ideale

self) op deze hoofdrelatie onderzocht worden (Figuur 5).

Figuur 5: Relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele, met het effect van de moderator en

mediators.

De verschillende hypothesen die in deze studie onderzocht zullen worden zijn als volgt:

� H1: Bij loutere blootstelling aan bereikbare luxe wordt een grotere gap verwacht tussen de

ideale en actuele self dan bij blootstelling aan geen luxe. Er wordt verwacht dat er sprake zal

zijn van een verhoogd self-esteem en daarnaast ook meer zelfcontrole, wat zich zal uiten in

minder consumptie van vices en meer virtue keuzes bij vice/virtue keuzes.

Mediators:

Self-esteem

Grootte van de gap

Afhankelijke variabele:

Consumptie vice product

of

Vice/virtue keuze

Moderator:

Attitude tov luxe

Onafhankelijke variabele:

Conditie

(geen luxe - bereikbare luxe -moeilijk bereikbare luxe)

Page 28: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

18

�H2: Bij loutere blootstelling aan moeilijk bereikbare luxe wordt een nog grotere gap

verwacht tussen de ideale en actuele self dan bij blootstelling aan bereikbare luxe. Er wordt

verwacht dat er sprake zal zijn van een verminderd self-esteem en daarnaast ook minder

zelfcontrole, wat zich zal uiten in meer consumptie van vices en meer vice keuzes bij

vice/virtue keuzes.

De mate van belang dat iemand hecht aan de gebruikte stimulus, in dit geval luxe, is afhankelijk van

individu tot individu. Sommige consumenten hechten meer belang aan luxe dan anderen,

weergegeven als de attitude ten opzichte van luxe. De interesse in luxe wordt weerspiegeld in de

grootte van de gap tussen de ideale en actuele self die mensen ondervinden na de blootstelling aan

luxe (Chartrand et al., 2008; Sirgy, 1982).

� H3: Voor individuen die geen interesse hebben in luxe wordt verwacht dat er geen effect zal

zijn van zowel loutere blootstelling aan bereikbare als aan moeilijk bereikbare luxe, wat tot

uiting zal komen in de grootte van de gap tussen de actuele en ideale self, die vergelijkbaar

zal zijn aan deze van de individuen in de controle conditie.

Page 29: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

19

III. Empirisch onderzoek

Om de hypothesen te testen werden twee studies uitgevoerd, waar steeds naar verwezen zal worden

als studie 1 en 2. Concreet werd in studie 1 nagegaan wat het effect van loutere blootstelling aan

bereikbare en moeilijk bereikbare luxe is, op de consumptie van een vice voedingsproduct. In studie

2 werd nagegaan wat het effect is van loutere blootstelling aan bereikbare en moeilijk bereikbare

luxe, op de keuze tussen een vice en een virtue voedingsproduct. De manipulatie was in beide studies

verschillend, enerzijds luxeadvertenties in studie 1 en anderzijds luxefoto’s in studie 2. Beide studies

beogen de drie hypothesen te testen, echter studie 1 het eerste luik van hypothese 1 en 2, namelijk

de vice consumptie, terwijl studie 2 het tweede luik van hypothese 1 en 2 zal nagaan, meer bepaald

de vice/virtue keuze.

7 Studie 1: consumptie van een vice voedingsproduct

7.1 Methode

7.1.1 Steekproef

Deze studie werd uitgevoerd door 116 mensen, waarvan 52 mannen en 64 vrouwen. Voor de

verschillende condities was de verdeling als volgt: 39 respondenten in de controle conditie zonder

luxe, 41 respondenten in de bereikbare luxe conditie en 36 respondenten in de moeilijk bereikbare

luxe conditie. De verdeling van mannen en vrouwen over de verschillende condities wordt

weergegeven in Grafiek 1. De doelgroep van de studie betreft studenten tussen 18 en 24 jaar, met

een gemiddelde leeftijd van 21 jaar en standaardafwijking 2,14.

Grafiek 1: Steekproef studie 1.

7.1.2 Opbouw studie

Studie 1 betreft een studie waarin het effect van loutere blootstelling aan respectievelijk bereikbare

en moeilijk bereikbare luxe op de consumptie van een vice voedingsproduct werd nagegaan. Om de

bereikbare en moeilijk bereikbare luxe te kunnen manipuleren werd gebruik gemaakt van luxe

advertenties. De studie vond plaats in een computerlokaal van de faculteit Economie en

16 17 1923 2417

0

10

20

30

Geen luxe Bereikbare luxe Moeilijk

bereikbare luxe

Mannen

Vrouwen

Page 30: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

20

bedrijfskunde. De studie werd uitgevoerd op vier dagen, waarvan twee volle en twee halve dagen. Er

werden op voorhand zoveel mogelijk kennissen ingepland, aangevuld met respondenten die gezocht

werden tijdens het verloop van de studie op de faculteit zelf. De participanten namen plaats aan een

afzonderlijke computer, waarbij telkens twee plaatsen werden tussen gelaten. Dit steeds met

maximaal zes respondenten tegelijk, zodat ze elkaar niet teveel zouden beïnvloeden.

Het verloop van de vragenlijst was als volgt. De respondenten kregen in een introductietekst

meegedeeld dat het ging om een onderzoek naar de mate waarin details in advertenties onthouden

worden, met het uitvoeren van een bepaalde andere activiteit tussendoor. Omdat deze mate zal

verschillen naargelang de persoon in kwestie, werd beschreven dat er gepolst zou worden naar tal

van persoonlijke karakteristieken. Deze uitleg werd ingesloten om ervoor te zorgen dat de

respondenten zo weinig mogelijk de reële opbouw en het doel van de volledige studie zouden

begrijpen.

Vervolgens werden de respondenten gevraagd om een unieke code aan te maken. Deze code was

noodzakelijk om achteraf de consumptie van het vice product te kunnen linken aan de juiste

vragenlijst. De respondenten werden at random toegewezen aan één van de drie condities: geen

luxe (controle), bereikbare luxe of moeilijk bereikbare luxe. Elke respondent kreeg hierna de zes

advertenties te zien, overeenkomstig met de conditie waaraan de respondent werd toegewezen. De

zes reeksen advertenties met telkens één advertentie per vooropgestelde gradatie zijn: handtassen,

zonnebrillen, uurwerken, kledij, meubels en auto’s (Zie Bijlage 1.1). Er werd telkens gevraagd de

advertentie aandachtig te bekijken, maar respondenten dienden deze nog niet te beoordelen. De

algemene stemming van de respondenten werd nagegaan, onmiddellijk na de blootstelling aan luxe,

met behulp van zes bipolaire 7-puntenschalen (vb. 1= verdrietig, 7= gelukkig) (Zie Bijlage 3). Dit werd

ingesloten als covariaat om na te gaan of de stemming van de respondenten geen effect zou hebben

op de hoofdrelatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele. Daarna werd een methode

toegepast om de gap tussen de actuele en ideale self te meten. Deze methode werd gebaseerd op de

‘Regulatory Focus Strength Measure’ van Tory Higgings (Higgins et al., 1997) (Zie Bijlage 4). De gap

werd gemeten omdat, zoals eerder aangegeven werd, de gap een mogelijke mediator kan zijn van de

relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele. Daarnaast werd deze gap ook gemeten om

hypothese 3 te kunnen nagaan. De respondenten werden gevraagd om zes eigenschappen van hun

‘ideale ik’ op te lijsten (vb. eerlijk, sportief, attent, etc.). Vervolgens moesten ze aangeven op een 4-

puntenschaal (1= een beetje, 4= in heel sterke mate) in welke mate hun ‘ideale ik’ elk van deze

kenmerken zou bezitten en in welke mate ze op het moment van de studie reeds de opgegeven

kenmerken bezaten, tevens op een 4 puntenschaal (1= een beetje, 4= in heel sterke mate).

Laatstgenoemde betreft de ‘actuele ik’ van de respondent in kwestie. Daarna vulden de

Page 31: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

21

respondenten de ‘State Self-Esteem Scale’ in om te peilen naar enkele eigenschappen van

eigenwaarde (Heatherton & Polivy, 1991) (Zie Bijlage 6.1). Dit omdat zoals eerder aangegeven werd,

self-esteem een mogelijke mediator kan zijn van de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke

variabele.

In het volgende deel van deze studie werden twee filmfragmenten getoond: ‘Paperman’ (5min1sec)

en de eindscene van ‘The Place Beyond the Pines’ (5min55sec), die samen exact 10min56sec

duurden. Deze filmfragmenten werden ingesloten om de consumptie van het vice product mogelijk

te maken. Als vice product werd gekozen voor M&M’s zonder noten. Deze werden gebracht bij de

respondent aan het begin van de filmfragmenten en onmiddellijk na het beëindigen van de

filmfragmenten, samen met de neergeschreven unieke code, terug opgehaald (Zie instructies

vragenlijst in Bijlage 5). De twee filmfragmenten werden zodanig gekozen dat deze zo neutraal

mogelijk waren en dus geen interfererende invloed op de studie zouden kunnen uitoefenen. Na het

bekijken van de filmfragmenten werd de respondent gevraagd deze te beoordelen, om de indruk te

wekken dat deze fragmenten deel van het onderzoek waren. Deze gegevens werden echter niet

geanalyseerd. Vervolgens werd gepeild naar de attitude ten opzichte van luxe, aan de hand van 20

items (gebaseerd op Dubois, Czellar, & Laurent, 2005) (Zie Bijlage 6.2). Dit omdat zoals eerder

aangegeven werd, attitude ten opzichte van luxe een mogelijke moderator kan zijn van de relatie

tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele. Naast de attitude ten opzichte van luxe werd

eveneens de zelfcontrole en attitude ten opzichte van voeding van de respondenten nagegaan met

respectievelijk de ‘Brief self controle scale’ (Tangney, Baumeister, & Boone, 2004) en de ‘Restrained

eating scale’ (Wardle, 1987) (Zie Bijlage 6.3 en 6.4). Deze twee factoren zijn

persoonlijkheidskarakteristieken, waarvoor gecontroleerd moet worden tijdens de analyse en die

hierbij dus opgenomen worden als covariaten. Ten slotte werd ook gevraagd aan de respondenten

om aan te geven hoe lang het geleden was dat ze iets gegeten hadden voor de studie (minder dan 2

uur, tussen 2 uur en 4 uur, tussen 4 uur en 6 uur of meer dan 6 uur), hoeveel honger ze op het

moment van de studie hadden en hoe graag ze M&M’s zonder noten eten (beide op een 9-

puntenschaal). Deze drie vragen werden ingesloten om te kunnen uitsluiten dat het eten van een

grote hoeveelheid van de M&M’s louter te wijten was aan een grote honger of het heel graag lusten

van M&M’s. Omgekeerd ook om te weten of het niet eten van de M&M’s niet enkel te wijten was

aan het feit dat de respondent geen honger had of dit voedingsproduct helemaal niet of niet zo graag

lust. Deze drie factoren werden bijgevolg ingesloten als covariaten bij de analyse van de resultaten.

Vervolgens werden de zes advertenties die de respondenten te zien kregen aan het begin van het

experiment opnieuw getoond. Deze keer werd gevraagd om de advertenties te beoordelen op

volgende dimensies aan de hand van een 7-punten Likert schaal : aantrekkelijk, luxueus, bereikbaar,

Page 32: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

22

betaalbaar, verfijnd en smaakvol (vb. 1= helemaal niet aantrekkelijk , 7= heel aantrekkelijk, hetzelfde

voor elk van de dimensies). Dit werd ingesloten om achteraf na te gaan of de manipulatie wel

degelijk gewerkt heeft.

Ten slotte werd nog gepeild naar enkele sociodemografische gegevens, namelijk leeftijd en geslacht.

De respondenten moesten hierbij ook toelichten tussen welke vragen in de vragenlijst er volgens hen

een link bestond en welke link ze zagen tussen de vragen. Als laatste moesten ze nog beantwoorden

of er een vraag in de vragenlijst was die een invloed heeft gehad op hoe ze verder antwoordden in

een andere, daaropvolgende vraag. Dit om na te gaan of de respondenten niet door hadden dat de

M&M’s nadien zouden afgewogen worden en de gap tussen de actuele en ideale self zouden meten,

omdat dit hun gedrag omtrent het eten van de M&M’s en de antwoorden omtrent de gap analyse

zou kunnen beïnvloeden.

7.1.3 Pretest

Voorafgaand aan de eigenlijke studie werd een pretest uitgevoerd. Deze pretest was een online

vragenlijst die ingevuld werd door 24 personen (8 mannen en 16 vrouwen), van dezelfde populatie

als de doelgroep in de feitelijke studie. De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedraagt 22 jaar,

met een standaardafwijking 1,92. De algemene opzet van deze pretest was het identificeren van

advertentiereeksen om te gebruiken in de feitelijke studie om de respectievelijke blootstelling aan

bereikbare en moeilijk bereikbare luxe te manipuleren. Daarom werd nagegaan welke advertenties

op verschillende dimensies (aantrekkelijk, luxueus, bereikbaar en betaalbaar) van een beoogd niveau

ervaren werden door de respondenten. Er werden elf verschillende reeksen van advertenties

opgesteld, met telkens de volgende gradatie van luxe: geen luxe - bereikbare luxe - moeilijk

bereikbare luxe. Bij elk van deze advertenties werd gevraagd de advertentie aandachtig te bekijken

en te beoordelen op de volgende dimensies aan de hand van een 7-punten Likert schaal:

aantrekkelijk, betaalbaar, bereikbaar, luxueus, verfijnd en smaakvol (vb. 1= helemaal niet

aantrekkelijk , 7= heel aantrekkelijk, hetzelfde voor elk van de dimensies). Alle foto’s werden in een

willekeurige volgorde weergegeven. Vervolgens werd gepeild naar enkele sociodemografische

gegevens, namelijk geslacht en leeftijd.

Met behulp van een MANOVA-test werd telkens het verband tussen de gemiddelde waarden voor de

verschillende dimensies en de drie advertenties met de vermelde gradatie van luxe, nagegaan.

Hierbij werden de advertenties als onafhankelijke variabele en de vier dimensies als afhankelijke

variabelen ingevoerd. Er werd gewerkt met een simple contrast om de luxe advertenties te

vergelijken ten opzichte van de controle advertentie en eveneens ten opzichte van elkaar.

Page 33: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

23

Het selecteren van de advertenties werd uitgevoerd door eerst te kijken naar de gemiddelde

waarden van de verschillende reeksen per dimensie, die terug te vinden zijn in Tabel A 1 (Zie Bijlage

7.1). Hierbij moest de volgorde kloppen met de drie gradaties van luxe op de dimensies: luxueus,

bereikbaar en betaalbaar. Bijvoorbeeld de moeilijk bereikbare luxe advertentie moest als minder

bereikbaar en betaalbaar worden gezien dan de bereikbare luxe advertentie. Hierbij viel de reeks van

de hotels af, aangezien de bereikbare luxe advertentie als luxueuzer, minder bereikbaar en minder

betaalbaar gezien werd dan de advertentie voor moeilijk bereikbare luxe.

Vervolgens werd gekeken naar de p-waarden van de MANOVA-test, resultaten hiervan zie Tabel A 2

(Bijlage 7.1). In deze tabel wordt de aantrekkelijkheid tussen de drie verschillende reeksen

aangegeven. Daarna werd met behulp van simple contrast ook steeds het verschil tussen de luxe

advertenties en de controle advertentie en daarnaast ook de luxe advertenties onderling bekeken,

op de dimensies luxueus, bereikbaar en betaalbaar. De verschillende vereisten waar voldaan aan

moest worden, werden één voor één gecontroleerd. Eerst werd steeds gekeken of er een significant

verschil was in luxe, bereikbaarheid en betaalbaarheid tussen de controle advertentie en de twee

luxe advertenties. Dit was enkel niet het geval voor de reeks van de parfums.

Vervolgens werd gekeken of er een significant verschil was in bereikbaarheid en betaalbaarheid

tussen de twee luxe advertenties. Dit was niet het geval bij de hotels en de meubels voor zowel

bereikbaarheid als betaalbaarheid en bij de uurwerken enkel voor betaalbaarheid. Daarnaast was

een optioneel significant verschil in luxe tussen de twee luxe advertenties een extra controlerende

factor, maar geen noodzaak. Dit was slechts zo voor de auto’s, auto advertenties en hotels.

De grootste problemen lagen echter bij de dimensie aantrekkelijkheid. Hierbij werd als vereiste

vooropgesteld dat er geen significant verschil was tussen de drie advertenties binnen dezelfde reeks.

Dit omdat een zeer lage waarde op aantrekkelijkheid van één van de drie advertenties binnen een

zelfde reeks eventueel zou kunnen resulteren in een minder effectieve manipulatie. Er waren slechts

vier reeksen die hiervoor significant gelijk waren namelijk: zonnebrillen, uurwerken, groepskledij en

meubels.

Aangezien slechts twee reeksen aan de drie belangrijkste vereisten voldeden (zonnebrillen en

groepskledij) en er voorop gesteld werd om minstens zes advertenties in te sluiten in de studie,

werden nog vier extra advertenties geselecteerd. Hierbij werd gekozen om de advertentie van de

auto’s en deze van de handtassen in te sluiten, om nog specifiek het effect op voornamelijk vrouwen

of mannen te kunnen meenemen. Daar deze twee reeksen niet voldeden aan de vereiste omtrent

aantrekkelijkheid, werd gecontroleerd of de gemiddelde waarden voor aantrekkelijkheid van de drie

advertenties zeker boven een waarde van 3,5 lagen. Daarnaast werden ook de reeksen van de

Page 34: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

24

uurwerken en meubels ingesloten, die als enige twee reeksen ook voldeden aan de initiële vereisten

omtrent de aantrekkelijkheid.

7.2 Resultaten

7.2.1 Voorbereidend werk

Vooraleer de gegevens van de studie geanalyseerd konden worden moesten eerst een aantal zaken

bekeken en toegevoegd worden aan de resultatenfile. De afgewogen hoeveelheid gegeten M&M’s

werd gelinkt aan de juiste vragenlijst met behulp van de unieke code. De open vragen omtrent het al

dan niet zien van een link in de vragenlijst werden één voor één geanalyseerd en omgevormd tot een

scoresysteem. Hierin werd een onderscheid gemaakt tussen de respondenten die niks door hadden,

degene die door hadden dat de M&M’s afgewogen zouden worden en degene die door hadden dat

de gap tussen de ideale en actuele self berekend zou worden. Dit om achteraf te kunnen nagaan wat

het effect is van het weglaten van deze respondenten. Er werd daarnaast ook gecontroleerd of alle

respondenten de twee filmfragmenten volledig bekeken hadden. Degene die deze niet bekeken

hadden werden uitgesloten. De respondenten die meer dan één van de drie controlevragen fout

ingevuld hadden werden eveneens uit de dataset gehaald.

De grootte van de gap werd berekend door de scores op elk van de eigenschappen van de actuele

self af te trekken van deze van de overeenkomstige ideale self. Van deze zes getallen werd dan de

som genomen om de gapgrootte te bekomen. Enkele respondenten hadden een negatieve gapscore

en hiervoor werd bijgevolg gekeken wat het effect was van het weglaten van deze respondenten,

weliswaar enkel voor de gapanalyse en niet voor de analyse van de vice consumptie.

Bij elk van de schalen werd gekeken voor welke schaalitems de scores een hercodering vereisten,

zodanig dat bijvoorbeeld bij de schaal voor de attitude ten opzichte van luxe een hogere score steeds

in relatie stond met het meer belang hechten aan luxe. De schalen werden vervolgens getest op

betrouwbaarheid en validiteit door de Cronbach’s alfa te berekenen. Deze bedraagt voor elk van de

gevalideerde schalen meer dan de vereiste 0,7: α algemene stemming (6 items)= 0,82; α self-esteem (20 items)=

0,89; α attitude ten opzichte van luxe (20 items)= 0,86; α zelfcontrole (13 items) = 0,82; α attitude ten opzichte van voeding (10

items) = 0,95 . Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat deze allemaal intern consistent zijn. In

totaal werden vier ingevulde vragenlijsten volledig uitgesloten voor de analyse, twee die de

filmfragmenten niet bekeken hadden en twee die meer dan één controlevraag fout ingevuld hadden.

Om de manipulatiecheck uit te voeren, werd gebruik gemaakt van deze basisfile. De grootte van de

steekproef was bijgevolg als volgt: totaal: 112; C: 39; B: 38 ; M: 35. Er werd net zoals in de pretest

Page 35: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

25

gebruik gemaakt van een MANOVA-test om telkens het verband tussen de gemiddelde waarden voor

de verschillende dimensies en de drie luxe advertenties na te gaan. Hierbij werd gecontroleerd of

voldaan werd aan dezelfde vier vereisten. De gemiddelde waarden op de vier dimensies worden

weergegeven in Tabel 1, de p-waarden van de MANOVA-test in Tabel 2. De resultaten die niet

overeenkomen met de vooropgestelde vereisten vanuit de pretest worden steeds aangegeven in het

vet.

Aantrekkelijk Luxueus Bereikbaar Betaalbaar

C B M C B M C B M C B M

Handtassen 5,03 4,76 5,06 3,18 5,89 6,17 5,67 4,00 3,69 6,10 3,05 2,60

Zonnebrillen 4,69 4,37 3,74 3,67 4,87 5,49 5,31 5,29 3,51 5,51 4,55 3,23

Auto’s 4,67 4,95 5,11 4,85 5,66 6,86 4,74 3,92 2,14 4,38 3,16 1,31

Uurwerken 4,97 4,55 4,57 4,33 5,18 5,51 5,44 4,45 4,14 5,10 3,92 3,60

Groepskledij 4,46 3,74 4,71 3,56 5,05 5,86 5,69 4,58 3,40 5,79 4,29 2,94

Meubels 5,31 4,68 4,37 4,21 4,79 4,26 5,82 4,74 5,00 5,64 4,26 4,37

Tabel 1: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in studie 1.

Op basis van de gemiddelde waarden kan besloten worden dat de volgorde van deze gemiddelde

waarden op de dimensies luxueus, bereikbaar en betaalbaar, enkel niet klopt voor de reeks meubels.

Hierbij wordt de moeilijk bereikbare luxe advertentie steeds als minder luxueus, bereikbaar en

betaalbaar gezien dan de bereikbare luxe advertentie.

Op basis van de p-waarden kan gesteld worden dat enkel de reeks van de auto’s voldoet aan de vier

vooropgestelde vereisten. Bij de handtassen en uurwerken is er telkens geen significant verschil

tussen de moeilijk bereikbare en bereikbare advertentie op de dimensies luxueus, bereikbaar en

betaalbaar. Bij de zonnebrillen wordt de controle advertentie als niet significant verschillend gezien

van de bereikbare luxe advertentie op de dimensie bereikbaar. Daarnaast voldoen de zonnebrillen,

eveneens als de groepskledij en meubels niet aan de vereisten omtrent de aantrekkelijkheid, qua p-

waarde. Als daarbij dan de versoepelde vereiste omtrent de gemiddelde waarden (boven 3,5)

bekeken wordt, voldoen deze drie reeksen hier wel aan. De grootste problemen liggen bij de reeks

van de meubels, waar de controle niet als verschillend luxueus wordt gezien van zowel de bereikbare

Aan-

trekkelijk Luxueus Bereikbaar Betaalbaar

C vs. B C vs. M B vs. M C vs. B C vs. M B vs. M C vs. B C vs. M B vs. M

Handtassen 0,58 7,55E-29 2,32E-31 0,13 7,08E-8 8,22E-10 0,29 2,32E-23 7,47E-27 0,07

Zonnebrillen 0,02 2,40E-5 2,10E-9 0,03 0,95 2,99E-9 4,92E-9 2,82E-4 3,14E-14 2,00E-6

Auto’s 0,46 2,78E-4 4,51E-15 3,92E-7 7,00E-3 7,03E-14 5,62E-8 9,00E-6 2,70E-20 5,74E-10

Uurwerken 0,32 1,00E-3 1,20E-5 0,21 4,28E-4 9,00E-6 0,28 1,56E-4 4,00 E-6 0,30

Groepskledij 0,02 1,44E-8 2,29E-15 2,00E-3 1,88E-4 4,14E-12 1,23E-4 4,81E-8 4,07E-19 1,00E-6

Meubels 6,00E-3 0,05 0,86 0,08 5,00E-6 1,00E-3 0,26 3,28E-7 3,00E-6 0,68

Tabel 2: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in studie 1.

Page 36: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

26

als moeilijk bereikbare luxe advertentie. Daarnaast is er ook geen significant verschil in zowel de

bereikbaarheid als betaalbaarheid tussen de twee luxe advertenties.

7.2.2 Statistische analyse

In de onderstaande analyse zal het eerste luik van hypothese 1 en 2 nagegaan worden. Hierbij wordt

ook het effect van de moderator en de mediators op de hoofdrelatie tussen de onafhankelijke en

afhankelijke variabele onderzocht.

Eerst werd een basisanalyse uitgevoerd om het effect na te gaan van de onafhankelijke variabele

(de blootstelling aan luxe) op de afhankelijke variabele (de consumptie van het vice

voedingsproduct), dit met behulp van een ANOVA-test. Er werd opnieuw gebruik gemaakt van simple

contrast om het verschil tussen de controle en de luxe condities en de luxe condities onderling te

kunnen nagaan. Bovendien werd in deze basis file gecontroleerd of eventuele outliers het effect

verstoorden, met behulp van een boxplot. Hieruit bleek dat er één sterke uitschieter was, in de

bereikbare luxe conditie. Deze outlier werd uit het sample verwijderd om na te gaan wat het effect

was van het weglaten van deze persoon. Daarna werd gekeken wat het effect was van het weglaten

van de 12 respondenten die de link met de M&M’s doorhadden (Tabel 3).

Tabel 3: Resultaat ANOVA analyse van relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 1.

Aan de algemene p-waarden (kolom conditie) van alle drie de analyses is te zien dat er geen

significant verschil is in de vice consumptie tussen de verschillende condities (‘p’ > 0,05). Als dan

nader gekeken wordt naar de verschillende condities onderling, is ook daar geen van de relaties (C

vs. B, C vs. M, B vs. M) significant verschillend (‘p’ > 0,05). De partial eta squared toont aan hoeveel

van de variabiliteit in de afhankelijke variabele kan verantwoord worden door de onafhankelijke

variabele. De conclusie omtrent de outlier is dat er nog steeds geen sprake is van een significante

relatie tussen de afhankelijke en de onafhankelijke variabele, er is echter wel een bepaalde tendens

waar te nemen. De p-waarde is afgenomen van 0,69 naar 0,53 door het verwijderen van deze sterke

uitschieter. De gemiddelde waarde van de vice consumptie daalt in de bereikbare conditie van 16,37

naar 14,05. Dit ligt meer in lijn met de vooropgestelde verwachting, namelijk dat de personen in de

bereikbare luxe conditie minder van het vice product consumeren dan de controle conditie. De

partial eta squared is gestegen van 0,70% naar 1,20%, dus meer van de variabiliteit in de afhankelijke

Grootte

steekproef (N) Gemiddelde waarden

F-

waarde p-waarde

Partial η

squared

(in %)

Totaal C B M MC MB MM Conditie C vs. B C vs. M B vs. M

Basis 112 39 38 35 14,62 16,37 18,80 0,37 0,69 0,72 0,39 0,62 0,70%

Outlier 111 39 37 35 14,62 14,05 18,80 0,64 0,53 0,90 0,36 0,30 1,20%

Link 99 34 34 31 12,91 15,29 20,58 1,25 0,29 0,62 0,12 0,29 2,50%

Page 37: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

27

variabele kan verklaard worden door de onafhankelijke variabele. Bij de analyse van het weglaten

van de personen die de link met de M&M’s doorhadden, is de tendens als volgt: een daling van de p-

waarde van 0,69 naar 0,29; MC daalt van 14,62 naar 12,91; MB daalt van 16,37 naar 15,29 en MM

stijgt van 18,80 naar 20,58. Daarnaast kan ook 2,50% in plaats van slechts 0,70% van de variabiliteit

in de afhankelijke variabele verklaard worden door de onafhankelijke variabele. Hypothese 1 en 2

stellen dat blootstelling aan bereikbare luxe zou zorgen voor minder consumptie van vices ten

opzichte van de controle conditie, terwijl de moeilijk bereikbare luxe net zou zorgen voor meer

consumptie van vices. Op basis van de gemiddelde waarde van de hoeveelheid M&M’s gegeten kan

deze verwachting niet bevestigd worden. In de moeilijk bereikbare luxe conditie wordt inderdaad

steeds het meest van de vice geconsumeerd, maar de gemiddelde waarde in de bereikbare conditie

ligt niet lager dan de controle conditie. Dit in de file zonder de personen die de link doorhadden, de

file die gebruikt wordt voor alle analyses omtrent de vice consumptie.

Vervolgens werd het effect van de vooropgestelde covariaten nagegaan, namelijk de algemene

stemming, zelfcontrole, attitude ten opzichte van voeding, het tijdstip waarop men voor het laatst

iets at en hoeveel honger men had als men aan de studie deelnam. Voor de analyses omtrent de vice

consumptie werd beslist om verder te werken met de basisfile waaruit de outlier verwijderd werd en

daarnaast de personen die de link met de M&M’s doorhadden eveneens verwijderd werden.

Alvorens de effectieve analyse kon worden uitgevoerd, diende de homogeniteit van de

regressiecoëfficiënten nagegaan te worden. Dit om te controleren of de regressie tussen de covariaat

en afhankelijke variabele niet verschilt per waarde van de onafhankelijke variabele. Met behulp van

een ANCOVA-test werd bij model, de optie custom geselecteerd en werden de onafhankelijke

variabele en de covariaat zowel afzonderlijk als in de vorm van hun interactieterm ingegeven.

Vervolgens werd gekeken of deze interactieterm wel degelijk niet significant was en dus de

nulhypothese van homogeniteit niet verworpen kon worden. Dit was het geval bij elk van de

vooropgestelde covariaten, behalve zelfcontrole (‘p’: algemene stemming: 0,66; zelfcontrole: 0,02;

attitude ten opzichte van voeding: 0,25; het tijdstip van eten: 0,50; de hoeveelheid honger: 0,22 en

het lusten van M&M’s: 0,78). Deze resultaten tonen aan dat de feitelijke analyse voor elk van de

covariaten mocht uitgevoerd worden, behalve voor de vooropgestelde covariaat zelfcontrole. Deze

analyse werd uitgevoerd met behulp van een ANCOVA-test en simple contrast, waarbij naast de

onafhankelijke en afhankelijke variabel telkens één covariaat werd ingevoerd. De grootte van de

steekproef was in elk van deze analyses als volgt: totaal: 99, C: 34, B: 34, M: 31 (Tabel 4). Significante

p-waarden worden steeds weergegeven in het vet.

Page 38: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

28

Tabel 4: Resultaat ANCOVA van de invloed van de verschillende covariaten op de relatie tussen de

onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 1.

Deze resultaten tonen aan dat de covariaten algemene stemming, attitude ten opzichte van voeding,

tijdstip van eten en hoeveelheid honger niet significant zijn. De covariaat lusten van M&M’s is echter

wel significant, maar niet in deze mate dat het effect van de onafhankelijke op de afhankelijke

variabele hierdoor eveneens significant wordt. De gemiddelde waarde van de vice consumptie

verandert in de drie condities van 12,91 naar 12,69 (C) en 15,29 naar 15,98 (B) en 20,58 naar 20,07

(M). Dit ligt nog steeds niet in lijn met de verwachtingen, namelijk een hogere gemiddelde vice

consumptie in de moeilijk bereikbare luxe conditie in vergelijking met de controle conditie en een

lagere gemiddelde vice consumptie in de bereikbare luxe conditie in vergelijking met de controle

conditie. De significante p-waarde van de covariaat lust M&M’s toont aan dat het lusten van M&M’s

wel degelijk een significant effect heeft op het eten van M&M’s. Met behulp van een boxplot werd

vervolgens gekeken of een hogere score op de vraag hoe graag men M&M’s lust ook overeenkwam

met een grotere hoeveelheid gegeten M&M’s. Een stijgende trend in deze boxplot toonde aan dat

deze verwachting inderdaad kon bevestigd worden. Daarnaast kon ook waargenomen worden dat

een score van 1 en 2 op de vraag hoe graag men M&M’s lust, overeenkwam met een zeer lage tot

geen hoeveelheid gegeten M&M’s, ongeacht de toegewezen conditie. Daarom werd besloten deze

personen te verwijderen uit de file en te kijken wat het effect hiervan was. In totaal waren er vier

respondenten die een score 1 gaven op deze vraag en één respondent die als score een 2 gaf. De

resultaten hiervan zijn terug te vinden in Tabel 5.

Uit deze resultaten blijkt eveneens dat de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele

niet significant is (‘p’: 0,25). De p-waarde is echter afgenomen van 0,29 naar 0,25 door het

Gemiddelde waarden F-

waarde p-waarde

Partial η

squared

(in %)

MC MB MM Covariaat Conditie C vs. B C vs. M B vs. M

Stemming 11,95 16,62 20,19 1,43 0,08 0,24 0,35 0,10 0,47 2,90

Eten 13,10 15,29 20,37 1,12 0,35 0,33 0,65 0,15 0,31 2,30

Tijdstip 12,85 15,34 20,60 1,25 0,88 0,29 0,61 0,12 0,29 2,60

Honger 13,15 14,98 20,66 1,24 0,34 0,29 0,71 0,13 0,26 2,60

Lust M&M’s 12,69 15,98 20,07 1,23 0,002 0,30 0,48 0,12 0,39 2,50

Grootte

steekproef (N) Gemiddelde waarden

F-

waarde p-waarde

Partial η

squared

(in %)

Totaal C B M MC MB MM Conditie C vs. B C vs. M B vs. M

94 32 33 29 13,72 15,70 22,00 1,40 0,25 0,69 0,11 0,22 3,00

Tabel 5: Resultaat ANOVA analyse van relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele exclusief

score 1 en 2 op de 'hoe graag lust u M&M's vraag' in studie 1.

Page 39: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

29

verwijderen van deze respondenten. De gemiddelde waarde van de vice consumptie stijgt in de drie

condities van 12,91 naar 13,72 (C) en 15,29 naar 15,70 (B) en 20,58 naar 22,00 (M), wat aantoont dat

deze respondenten weinig tot niets van de M&M’s gegeten hebben. Er werd besloten om voor de

verdere analyses die betrekking hebben op de vice consumptie verder te werken met deze file.

Vervolgens werd de analyse van de vooropgestelde moderator, hier de attitude ten opzichte van

luxe, nagegaan via een lineaire regressie analyse. Indien een variabele als moderator optreedt, zal dit

tot uitdrukking komen in een interactie-effect. Het interactie-effect tussen de onafhankelijke

variabele en de moderator zal dan extra variantie verklaren in de afhankelijke variabele (Figuur 6).

Figuur 6: Moderator effect op de relatie van de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 1.

Alvorens deze analyse kon uitgevoerd worden, dienden dummy variabelen aangemaakt te worden.

De twee experimentele condities en de controle conditie werden bijgevolg gehercodeerd in d1 en d2,

met d1 voor de bereikbare conditie en d2 voor de onbereikbare. De controle conditie kreeg in beide

variabelen een nul. De continue variabele, attitude ten opzichte van luxe, werd vervolgens

gecentraliseerd door van de variabele telkens het gemiddelde af te trekken. Daarna werd de

productterm berekend door de gecentraliseerde waarde van de moderator te vermenigvuldigen met

de dummyvariabelen van de conditie. Bij de analyse via lineaire regressie was het noodzakelijk om de

interactieterm in een aparte blok bij de onafhankelijke variabelen in te voeren, omdat de

interactieterm, ook al is deze niet significant, de coëfficiënten voor de samengestelde variabelen

vervormt. Door de interactieterm toe te voegen, werd getest of de toevoeging hiervan in het

bestaande regressiemodel de voorspellingskracht van de afhankelijke variabele,

consumptiehoeveelheid, versterkt. Op die manier werd nagegaan of het moderator effect statistisch

significant is. De p-waarde van het model met de interactietermen bedraagt 0,005. Echter, de p-

waarden van de interactietermen zelf zijn niet significant (‘p’: d1 x attitude t.o.v. luxe: 0,21 en d2 x

attitude t.o.v. luxe: 0,08). Dit betekent dat hoewel het model met de interactietermen significant is,

er geen sprake is van moderatie aangezien de interactietermen op zich niet significant zijn.

Voor analyse van de vooropgestelde mediators (Figuur 7) moet men vier stappen uitvoeren (Baron &

Kenny, 1986):

Moderator:

attitude tov luxe

Afhankelijke variabele:

Consumptie vice product

Onafhankelijke variabele:

Conditie

Page 40: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

30

1) Eerst wordt het effect van de onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele zonder

mediator nagegaan met behulp van lineaire regressie. Enkel wanneer deze relatie significant

is bestaat er een mogelijkheid dat er een mediator effect zal zijn.

2) Vervolgens wordt de regressie van de onafhankelijke variabele op de potentiële mediator

nagegaan. Indien een mediator effect bestaat moet ook dit een significante relatie opleveren

3) Daarna wordt gekeken naar de regressie van de mediator op de afhankelijke variabele. Een

mediator effect kan alleen bestaan als ook tussen de mediator en afhankelijke variabele een

significante samenhang bestaat

4) Ten slotte wordt de regressie van de onafhankelijke variabele en de mediator samen op de

afhankelijke variabele nagegaan. Hierbij moet nu alleen de mediator significant zijn, de

onafhankelijke variabele heeft geen toevoegende waarde op het voorspellen van de

afhankelijke variabele, in dat geval spreekt men van volledige mediatie.

Aangezien de initiële analyse tussen de onafhankelijke variabele en afhankelijke variabele geen

significant resultaat opleverde, is het niet mogelijk om het mediator effect op deze relatie na te gaan.

Wat echter wel kan nagegaan worden is wat het effect van de onafhankelijke variabele (conditie)

geweest is op de vooropgestelde mediators self-esteem en de grootte van de gap, dit zowel met als

zonder het effect van de moderator attitude ten opzichte van luxe (Figuur 8).

Figuur 7: Mediator effect op de relatie van de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 1.

Moderator:

attitude tov luxe

Mediators:

Self-esteem

Grootte vd gap

Onafhankelijke variabele:

Conditie

Figuur 8: Moderator effect op de relatie van de onafhankelijke variabele en de mediators in studie 1.

Mediators:

Self-esteem

Grootte vd gap

Afhankelijke variabele:

consumptie vice product

Onafhankelijke variabele:

Conditie

Page 41: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

31

Met behulp van een ANOVA-test en simple contrast werd eerst nagegaan of er een significant

verschil was in self-esteem en de grootte van de gap tussen de controle conditie en de twee luxe

condities en de luxe condities onderling, zonder het effect van de moderator. De resultaten hiervan

zijn terug te vinden in Tabel 6. Voor de analyses omtrent self-esteem werd gebruik gemaakt van de

basisfile waaruit de outlier verwijderd werd. Self-esteem werd zowel voor de volledige schaal als voor

de drie subschalen, namelijk performance self-esteem(P), social self-esteem (S) en appearance self-

esteem (A), getest. Voor de analyse van het effect op de grootte van de gap werd gebruik gemaakt

van de basisfile, waaruit de outlier en de eerste 7 personen waarbij de gap analyse nog niet op punt

stond weggelaten werden. Daarnaast werd ook gekeken wat het effect was van het weglaten van de

5 personen die een negatieve waarde voor de gap hadden. Er waren geen personen die de link

omtrent de gap analyse doorhadden.

Hieruit blijkt dat de mediator self-esteem niet significant verschillend is tussen de verschillende

condities, als de schaal in zijn geheel bekeken wordt (‘p’: 0,30). Als deze echter opgesplitst wordt,

blijkt dat enkel het sociale deel van de self-esteem schaal wel significant verschillend is tussen de

verschillende condities (‘p’: 0,04), nader gezien tussen de bereikbare en moeilijk bereikbare luxe

condities (‘p’: 0,01). Hypothese 1 en 2 stellen dat self-esteem verhoogd zou zijn bij de bereikbare luxe

conditie en verlaagd bij de moeilijk bereikbare luxe conditie. De gemiddelde waarden bevestigen

deze hypothesen echter niet, self-esteem is namelijk voor elk van de vier analyses (hoofdschaal en de

3 subschalen) het hoogst in de moeilijk bereikbare conditie en het laagst in de bereikbare luxe

conditie. Voor de mediator, grootte van de gap, blijkt dat zonder het weglaten van de personen met

een negatieve gap waarde deze wel degelijk significant is (‘p’: 0,02). Dit betekent dat de grootte van

de gap significant verschillend is naargelang de conditie. Als nader gekeken wordt naar de condities

onderling, kan gesteld worden dat er enkel een significant verschil is tussen de controle conditie en

de bereikbare luxe conditie. Hypothese 1 en 2 stellen dat de bereikbare luxe zou zorgen voor een

grotere gap dan de controle conditie en de moeilijk bereikbare luxe voor een nog grotere gap dan de

Tabel 6: Resultaat ANOVA van de relatie tussen de onafhankelijke variabele en de mediators in studie 1.

Grootte

steekproef (N)

Gemiddelde

waarden

F-

waarde p-waarde

Partial η

squared

(in %)

Totaal C B M C B M Conditie C vs. B C vs. M B vs. M

Self-

esteem 111 39 37 35 4,77 4,60 4,86 1,23 0,30 0,29 0,61 0,13 2,20

P 111 39 37 35 4,99 4,88 5,05 0,41 0,67 0,57 0,73 0,37 0,80

S 111 39 37 35 4,53 4,17 4,73 3,34 0,04 0,10 0,37 0,01 5,80

A 111 39 37 35 4,79 4,74 4,78 0,03 0,97 0,81 0,95 0,87 0,10

Gap 104 37 36 31 2,65 4,97 3,74 4,02 0,02 6,00E-3 0,20 0,16 7,40

Gap (-) 99 32 36 31 3,28 4,97 3,74 2,20 0,12 0,05 0,60 0,15 4,40

Page 42: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

32

bereikbare luxe. Als gekeken wordt naar de gemiddelde waarden kan deze verwachting niet

bevestigd worden. De gemiddelde grootte van de gap in de bereikbare luxe conditie is namelijk in

beide analyses steeds groter dan in de moeilijk bereikbare conditie, die op zijn beurt groter is dan in

de controle conditie.

Daarnaast werd ook de relatie van de twee mediators onderling nagegaan met behulp van lineaire

regressie, dit zowel voor de volledige schaal van self-esteem als de drie subschalen. De p-waarden

van deze vier analyses tonen aan dat er geen significante relatie is tussen beide mediators (‘p’: self-

esteem: 0,15; S: 0,15; P: 0,23 en A: 0,38).

Vervolgens werd ook het effect bekeken van de moderator, attitude ten opzichte van luxe, op de

relatie tussen de onafhankelijk variabele en de mediators met behulp van lineaire regressie. Hierbij

heeft de moderator geen significant effect op de relatie tussen de onafhankelijke variabele en de

beide mediators (‘p’: self-esteem: 0,66; S: 0,98 ; P: 0,21 ; A: 0,55; grootte van de gap: 0,61).

Met behulp van lineaire regressie, werd hypothese 3 nagegaan. Hierbij werd de invloed van de

attitude ten opzichte van luxe op de grootte van de gap onderzocht (Figuur 9).

Uit deze analyse bleek dat de er geen significante relatie is tussen de attitude ten opzichte van luxe

en de grootte van de gap (‘p’: 0,55).

7.2.3 Conclusie studie 1

Algemeen kunnen uit de analyses van studie 1 de volgende zaken geconcludeerd worden: de

manipulatiecheck toont aan dat manipulatie met de luxe advertenties niet steeds het beoogde effect

gehad heeft. Enkel de reeks van de auto’s voldeed volledig aan de vier vooropgestelde vereisten. De

basisanalyse van de relatie tussen de onafhankelijke variabele (conditie) en de afhankelijke variabele

(consumptie vice), toont aan dat er geen significant verschil is in consumptie tussen de verschillende

condities, ook niet na het verwijderen van de sterke outlier en de respondenten die de link met de

M&M’s door hadden. Daarnaast liggen ook de gemiddelde waarden van de vice consumptie niet in

lijn met de verwachtingen, namelijk een hogere gemiddelde vice consumptie in de moeilijk

bereikbare luxe conditie in vergelijking met de controle conditie en een lagere gemiddelde vice

consumptie in de bereikbare luxe conditie in vergelijking met de controle conditie. Uit de analyse van

Attitude tov luxe

Grootte vd gap

Figuur 9: Relatie van de attitude ten opzichte van luxe en de grootte van de gap.

Page 43: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

33

de covariaten blijkt dat de vooropgestelde covariaten algemene stemming, attitude ten opzichte van

voeding, tijdstip van eten en hoeveelheid honger niet significant zijn. De vooropgestelde covariaat

lusten van M&M’s is echter wel significant, in die zin dat een hogere score op de vraag hoe graag

men M&M’s lust ook overeenkwam met een grotere hoeveelheid gegeten M&M’s. De veranderingen

in de gemiddelde waarde van de vice consumptie liggen wederom niet in lijn met de verwachtingen.

De moderator analyse bevestigt geen significant effect van de vooropgestelde moderator, attitude

ten opzichte van luxe, op de relatie tussen de onafhankelijk en afhankelijke variabele. Door de niet

significante relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele, was een mediator analyse niet

van toepassing. Echter, het effect van de onafhankelijke variabele op de vooropgestelde mediators

self-esteem (zowel de totale schaal als subschalen A, P en S) en de grootte van de gap en de invloed

van de moderator hierop konden wel geanalyseerd worden. Deze analyse toonde slechts een

significant verschil aan tussen de bereikbare en moeilijk bereikbare luxe conditie, wanneer enkel de

sociale subschaal bekeken werd. De verandering in de gemiddelde waarde voor self-esteem liggen

echter niet in lijn met de verwachtingen, namelijk verhoogd bij de bereikbare luxe conditie en

verlaagd bij de moeilijk bereikbare luxe conditie. De grootte van de gap is significant verschillend

tussen de verschillende condities, echter de gemiddelde waarden liggen wederom niet in lijn met de

verwachtingen, namelijk een grotere gap bij de bereikbare luxe conditie dan de controle conditie en

een nog grotere gap bij de moeilijk bereikbare luxe conditie. Ten slotte is er geen sprake van een

significante relatie tussen de attitude ten opzichte van luxe en de grootte van de gap, in die zin dat

niet kan aangetoond worden dat voor individuen die geen interesse hebben in luxe er geen effect is

van loutere blootstelling aan zowel bereikbare als moeilijk bereikbare luxe.

8 Studie 2: keuze tussen een vice en virtue voedingsproduct

8.1 Methode

8.1.1 Steekproef

De studie werd uitgevoerd door 148 mensen, waarvan 55 mannen en 93 vrouwen. Voor de

verschillende condities was de verdeling als volgt: 52 respondenten in de controle conditie, 46

respondenten in de bereikbare luxe conditie en 50 respondenten in de moeilijk bereikbare luxe

conditie. De verdeling van mannen en vrouwen over de verschillende condities wordt weergegeven

in Grafiek 2. De doelgroep van de studie betreft studenten tussen 18 en 24 jaar, met een gemiddelde

leeftijd van 21 jaar en standaardafwijking 2,00.

Page 44: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

34

Grafiek 2: Steekproef studie 2.

8.1.2 Opbouw studie

Studie 2 betreft een vragenlijst die online verspreid werd, zeer gelijkaardig aan studie 1. Het verschil

is dat hierbij nagegaan werd in welke mate de respondenten een bepaalde voorkeur vertoonden

voor een vice of virtue voedingsproduct na loutere blootstelling aan foto’s van respectievelijk

bereikbare en moeilijk bereikbare luxe.

Het verloop van de vragenlijst was als volgt. Een gelijkaardig verhaal als in studie 1 werd naar voor

gebracht in een introductietekst omtrent de doelstelling van het onderzoek, maar dan met foto’s in

plaats van advertenties. Bij de start van de studie werden de respondenten at random toegewezen

aan één van de drie condities: geen luxe, bereikbare luxe en moeilijk bereikbare luxe. Elke

respondent kreeg hierna de zes foto’s te zien, overeenkomstig met de conditie waaraan de

respondent werd toegewezen. De zes reeksen foto’s met telkens één foto per vooropgestelde

gradatie zijn: auto’s, huizen, hotel façades, hotelkamers, restaurantinterieurs en badkamers (zie

Bijlage 1.2). Opnieuw werd gevraagd om deze foto aandachtig te bekijken, aangezien er later in de

studie vragen over gesteld zouden worden. Onmiddellijk na de blootstelling werd de algemene

stemming van de respondenten nagegaan met behulp van dezelfde zes bipolaire 7-puntenschalen

(zie Bijlage 3).

In het volgende deel van studie 2 werd de respondent geconfronteerd met acht verschillende

voedingskeuzes, in een willekeurige volgorde (zie Bijlage 1.3). Hierbij moest steeds aangegeven

worden in welke mate een bepaalde voorkeur voor het vice of virtue voedingsproduct aanwezig was

op een 9-puntenschaal (1= helemaal voorkeur product A, 9= helemaal voorkeur product B). Na deze

keuze werd de respondenten gevraagd te bevestigen of ze wel degelijk de desbetreffende reeks

foto’s te zien gekregen hadden aan het begin van de studie. Dit om de manipulatie nog eens te

versterken. Het daaropvolgende deel van de studie bevatte de gevalideerde schalen en methodes in

dezelfde volgorde die reeds gebruikt werden bij studie 1: de actuele/ideale gap analyse (Higgins et

al., 1997), en de verschillende schalen om self-esteem (Heatherton & Polivy, 1991), de attitude ten

2213

2030 33 30

0

10

20

30

40

Geen luxe Bereikbare luxe Moeilijk

bereikbare luxe

Mannen

Vrouwen

Page 45: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

35

opzichte van luxe (Dubois et al., 2005), zelfcontrole (Tangney et al., 2004) en de attitude ten

opzichte van voeding (Wardle, 1987) van de respondenten na te gaan.

In het laatste deel van studie 2 werden de zes foto’s die al getoond werden aan het begin van de

studie opnieuw weergegeven. Hierbij werd eveneens gevraagd deze te beoordelen op de dimensies

aantrekkelijk, luxueus, bereikbaar, betaalbaar, verfijnd en smaakvol aan de hand van een 7-punten

Likert schaal, om nadien een manipulatiecheck te kunnen uitvoeren. Ten slotte werd nog gepeild

naar enkele sociodemografische gegevens, namelijk leeftijd en geslacht. De respondenten moesten

hierbij ook toelichten tussen welke vragen in de vragenlijst er volgens hen een link bestond en welke

link ze zagen tussen de vragen. Als laatste moesten ze nog beantwoorden of er een vraag in de

vragenlijst was die een invloed heeft gehad op hoe ze verder antwoordden in een andere,

daaropvolgende vraag.

8.1.3 Pretests

Voorafgaand aan de eigenlijke studie werd opnieuw een pretest uitgevoerd, in dit geval twee

pretests. De eerste pretest was een online vragenlijst die ingevuld werd door 25 personen (10

mannen en 15 vrouwen), eveneens van dezelfde populatie als de doelgroep in de eigenlijke studie.

De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedraagt 23 jaar, met een standaardafwijking 1,61. De

algemene opzet van deze pretest was het identificeren van fotoreeksen om te gebruiken in de

feitelijke studie, om de respectievelijke blootstelling aan bereikbare en moeilijk bereikbare luxe te

manipuleren. Daarom werd nagegaan welke foto’s op verschillende dimensies (aantrekkelijk,

luxueus, bereikbaar en betaalbaar) van een beoogd niveau ervaren werden door de respondenten. Er

werden zeven verschillende fotoreeksen van drie foto’s opgesteld met telkens dezelfde gradatie van

luxe als in studie 1. Daarbij werd opnieuw gevraagd deze aandacht te bekijken en beoordelen op

dezelfde manier als in studie 1. Ook deze foto’s werden in een willekeurige volgorde weergegeven.

Vervolgens werd eveneens gepeild naar enkele sociodemografische gegevens, namelijk geslacht en

leeftijd.

De statistische analyse werd op dezelfde manier uitgevoerd als in studie 1. De gemiddelde waarden

van de verschillende foto’s op de vier dimensies terug te vinden in Tabel A 5 (Bijlage 7.2). Er werd

opnieuw eerst gekeken of de volgorde van de gemiddelde waarden van de drie foto’s op de

dimensies luxueus, bereikbaar en betaalbaar juist was. Dit was het geval voor alle fotoreeksen.

Vervolgens werd gekeken naar de p-waarden van de MANOVA-test, resultaten hiervan zie Tabel A 6

(Bijlage 7.2). De verschillende vereisten waar voldaan aan moest worden, zijn identiek aan deze in de

pretest van studie 1.

Page 46: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

36

Eerst werd dus gekeken of er een significant verschil was in luxe, bereikbaarheid en betaalbaarheid

tussen de controle foto en de twee luxe foto’s. Dit was voor alle reeksen het geval. Vervolgens werd

gekeken of er een significant verschil was in bereikbaarheid en betaalbaarheid tussen de twee luxe

foto’s. Dit was enkel niet het geval bij de hotel façades, voor de dimensie bereikbaar. Daarnaast werd

bekeken of er een significant verschil was in luxe tussen de luxe foto’s. Dit was enkel niet het geval

voor de restaurants, maar dit vormt geen probleem aangezien deze vereiste optioneel was. Het was

opnieuw de dimensie aantrekkelijk die voor problemen zorgde. Op basis van de vereiste omtrent

deze dimensie zouden slechts de fotoreeksen van de restaurants en de auto’s ingesloten mogen

worden in de feitelijke studie. Aangezien hier eveneens een minimum van zes foto’s beoogd werd,

werden de vereisten omtrent de aantrekkelijkheid opnieuw enigszins versoepeld. De reeksen waarbij

de gemiddelde aantrekkelijkheid voor elke foto boven een waarde van 3,5 lag, werden ingesloten in

de feitelijke studie. Bij de fotoreeks van de vliegtuigen werd de foto van de controle conditie als veel

te onaantrekkelijk gezien (gemiddelde van 3,12), en bijgevolg werd deze reeks als enige reeks niet

opgenomen in de feitelijke studie.

Daarnaast werd voor studie 2 ook een tweede pretest opgesteld, met verschillende fotoreeksen van

de voedingsproducten voor de vice/virtue keuze. Deze pretest werd ingevuld door 25 personen (8

mannen en 17 vrouwen), eveneens van dezelfde populatie als de doelgroep in de eigenlijke studie.

De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedraagt 23 jaar, met een standaardafwijking 1,72. De

algemene opzet van deze pretest was het identificeren van de foto’s van de voedingsproducten die

gebruikt werden in studie 2, om de keuze tussen de vice en virtue voedingsproducten voor te stellen.

Hierbij werden elf verschillende reeksen van keuzes met telkens één vice product en één virtue

product die tegenover elkaar gezet werden, opgemaakt. Bij elk van deze foto’s werd opnieuw

gevraagd de foto aandachtig te bekijken en te beoordelen op volgende dimensies aan de hand van

een 7-punten Likert schaal: aantrekkelijk, gezond en lekker (vb. 1= helemaal niet aantrekkelijk , 7=

heel aantrekkelijk, hetzelfde voor elk van de dimensies). Ook deze foto’s werden in een willekeurige

volgorde weergegeven. Ten slotte werd opnieuw gepeild naar sociodemografische gegevens namelijk

leeftijd en geslacht.

De gemiddelde waarden van de verschillende voedingsproducten op de drie dimensies zijn terug te

vinden in Tabel A 3 (Bijlage 7.2). Hierbij werd opnieuw gekeken of de volgorde van de gemiddelde

waarden correct was, met andere woorden of de vooropgestelde virtues als gezonder werden gezien

dan de vices. Elk van deze reeksen voldeed aan het bovenvernoemde criterium. Vervolgens werden

de p-waarden van de MANOVA-test geanalyseerd, weergegeven in Tabel A 4 (Bijlage 7.2). Hierbij

werd nagegaan of er een significant verschil was tussen beide voedingsproducten op de dimensie

gezond en geen significant verschil op de dimensies lekker en aantrekkelijk. Het verschil op de

Page 47: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

37

dimensie gezond werd vereist, aangezien vooropgesteld werd dat er steeds een vice en een virtue

product getoond werd. Er werd geen verschil op de dimensies lekker en aantrekkelijk vereist, omdat

deze de keuze niet mogen beïnvloeden. Als één van beide producten er veel aantrekkelijker uitziet

dan het andere is de kans groter dat de respondenten voor deze keuze zullen gaan, ongeacht het

gezond is of niet. Alle reeksen waren hierbij significant verschillend op de dimensie gezond en

significant gelijk op de dimensie lekker. Het probleem zat hier eveneens bij de dimensie aantrekkelijk,

waarbij de reeks van fruitsla/cake, druiven/nootjes en zalm/stoverij als significant verschillend

werden gezien. De overige acht reeksen werden bijgevolg ingesloten in studie 2.

8.2 Resultaten

8.2.1 Voorbereidend werk

Ook in deze studie moesten eerst een aantal zaken bekeken en toegevoegd worden aan de

resultatenfile, vooraleer de gegevens van de studie geanalyseerd konden worden. Deze zijn, op

enkele na, allemaal identiek aan de zaken beschreven bij studie 1. Er werd echter strenger

opgetreden voor fouten in de controlevragen, namelijk er werd gekeken wat het effect was van het

weglaten van de respondenten die één of meerdere van de drie controlevragen verkeerd hadden

ingevuld. Dit omdat bij een online verspreiding minder tot geen vat is op de omgevingsfactoren die

tijdens het invullen van de vragenlijst een belangrijke rol spelen op de concentratie van de

respondent in kwestie. Het grote verschil in de studie zelf is dat de afhankelijke variabele hier in

plaats van de consumptie van een vice voedingsproduct, de keuze tussen een vice en een virtue

voedingsproduct bedroeg. Deze scores werden eerst gehercodeerd waar nodig, zodat steeds een

hogere score overeen kwam met een sterkere, meer uitgesproken, voorkeur voor het vice product.

Vervolgens werd een gemiddelde waarde voor deze scores berekend zodat één waarde verkregen

werd als afhankelijke variabele.

Bij elk van de gebruikte gevalideerde schalen werd eveneens gekeken voor welke schaalitems de

scores een hercodering vereisten en werden de schalen getest op betrouwbaarheid en validiteit door

de Cronbach’s alfa te berekenen. Deze bedraagt voor elk van de gevalideerde schalen meer dan de

vereiste 0,7: α algemene stemming (6 items)= 0,79 ; α self-esteem (20 items)= 0,89; α attitude ten opzichte van luxe (20

items)= 0,88; α zelfcontrole (13 items) = 0,85; α attitude ten opzichte van voeding (10 items) = 0,93. Op basis hiervan kan

geconcludeerd worden dat deze allemaal intern consistent zijn. In totaal werden tien ingevulde

vragenlijsten volledig uitgesloten uit de basisfile, aangezien deze respondenten meer dan één

controlevraag fout ingevuld hadden. Daarnaast werd gekeken wat het effect was van het weglaten

Page 48: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

38

van de 18 respondenten die één controlevraag fout ingevuld hadden en de vier respondenten die de

link met de vice/virtue keuze doorhadden.

Om de manipulatiecheck uit te voeren, werd gebruik gemaakt van de basisfile. Bijgevolg was de

grootte van de steekproef was als volgt: totaal: 138; C: 49; B: 43 en M: 46. Er werd net zoals in de

pretest gebruik gemaakt van een MANOVA-test om telkens het verband tussen de gemiddelde

waarden voor de verschillende dimensies en de drie luxe foto’s na te gaan. Hierbij werd

gecontroleerd of voldaan werd aan dezelfde vier vereisten. De gemiddelde waarden op de vier

dimensies worden weergegeven in Tabel 7, de p-waarden van de MANOVA-test in Tabel 8. De

resultaten die niet overeenkomen met de vooropgestelde vereisten vanuit de pretest worden steeds

aangegeven in het vet.

Aantrekkelijk Luxueus Bereikbaar Betaalbaar

C B M C B M C B M C B M

Auto’s 4,65 4,90 5,02 4,23 5,64 6,50 5,00 3,62 2,46 4,56 3,10 1,98

Huizen 4,38 4,36 5,44 3,58 5,45 6,31 4,37 3,50 2,52 4,65 3,12 2,04

Kamers 4,52 5,45 5,92 4,52 5,07 5,92 4,65 5,10 3,96 4,38 4,76 3,65

Hotels 3,50 5,10 4,98 3,58 5,88 5,67 5,33 3,67 4,17 5,19 3,17 3,77

Restaurants 4,71 4,95 5,37 3,88 5,36 5,67 5,17 4,43 4,19 5,06 4,00 3,81

Badkamer 5,48 5,50 6,04 5,12 5,60 5,79 4,75 4,31 3,42 4,40 4,02 3,15

Tabel 7: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in studie 2.

Op basis van de gemiddelde waarden kan besloten worden dat de volgorde van deze gemiddelde

waarden op de dimensies luxueus, bereikbaar en betaalbaar, niet klopt voor de reeks kamers en

hotels. Bij de hotels wordt de moeilijk bereikbare luxe foto als minder luxueus en als meer bereikbaar

en betaalbaar gezien dan de bereikbare luxe foto. Bij de kamers wordt de bereikbare luxe foto als

meer bereikbaar en betaalbaar gezien dan de controle foto.

Tabel 8: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in studie 2.

Op basis van de p-waarden kan gesteld worden dat enkel de reeks van de auto’s voldoet aan de vier

vooropgestelde vereisten. De vereiste omtrent aantrekkelijkheid is enkel voldaan voor de auto’s en

restaurants. Voor de andere reeksen kan bijgevolg gekeken worden of voldaan wordt aan de

versoepelde vereiste (gemiddelde boven 3,5), wat voor elk van deze reeksen het geval is. Bij de reeks

Aan-

trekkelijk Luxueus Bereikbaar Betaalbaar

C vs. B C vs. M B vs. M C vs. B C vs. M B vs. M C vs. B C vs. M B vs. M

Auto’s 0,49 1,77E-13 4,14E-27 2,00E-6 2,00E-6 1,32E-16 5,30E-5 4,78E-8 2,24E-19 2,20E-5

Huizen 1,00E-3 2,10E-12 2,92E-22 1,00E-3 4,00E-3 2,34E-9 1,00E-3 2,31E-7 5,20E-17 1,84E-4

Kamers 1,00E-6 0,02 7,87E-9 4,41E-4 0,11 0,01 9,20E-5 0,17 8,00E-3 1,12E-4

Hotels 6,14E-9 3,38 E-20 1,67E-18 0,31 7,45E-9 1,60E-5 0,07 2,43E-12 1,17E-7 0,02

Restaurants 0,07 1,15E-8 4,21E-12 0,21 9,00E-3 3,65E-4 0,39 1,40E-4 5,00E-6 0,49

Badkamers 0,03 0,04 2,00E-3 0,38 0,14 8,00E-6 3,00E-3 0,20 1,40E-6 3,00E-3

Page 49: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

39

van de kamers is de controle conditie steeds niet significant verschillend van de bereikbare luxe

conditie, op de dimensies luxueus, bereikbaar en betaalbaar. Bij de reeks van de badkamers is dit

eveneens het geval, op de dimensies bereikbaar en betaalbaar. Bij de hotels is er geen significant

verschil tussen de twee luxe foto’s op de dimensies luxueus en bereikbaar, bij de badkamers op de

dimensie luxueus.

8.2.2 Statistische analyse

In de onderstaande analyse zal het tweede luik van hypothese 1 en 2 nagegaan worden. Hierbij

wordt ook het effect van de moderator en de mediators op de hoofdrelatie tussen de onafhankelijke

en afhankelijke variabele onderzocht.

Eerst werd een basisanalyse uitgevoerd om het effect van de onafhankelijke variabele (de

blootstelling aan luxe) na te gaan op de afhankelijke variabele (de keuze tussen de vice/virtue

voedingsproducten), dit met behulp van een ANOVA-test. Er werd opnieuw gebruik gemaakt van

simple contrast om het verschil tussen de controle conditie en de luxe condities en de luxe condities

onderling te kunnen nagaan. Er werd eveneens een boxplot aangemaakt om te kijken of er extreme

outliers in de resultaten terug te vinden waren, wat niet het geval was. Daarna werd gekeken wat het

effect was van het weglaten van de personen die één controlevraag fout hadden en de personen die

de link met de voedingskeuze doorhadden (Tabel 9).

Aan de algemene p-waarden van de drie analyses is te zien dat de keuze tussen de vice/virtue

producten niet significant verschillend is in de verschillende condities (‘p’>0,05). Ook als dit nader

bekeken wordt, namelijk per koppel condities, zijn geen van deze significant verschillend. De

conclusie omtrent de controlevraag is dat er nog steeds geen sprake is van een significante relatie

tussen de afhankelijke en onafhankelijke variabele, er is echter wel een bepaalde tendens waar te

nemen. De p-waarde is toegenomen van 0,30 naar 0,55 door het verwijderen van deze

respondenten. De gemiddelde waarde van de vice/virtue keuze blijft ongeveer gelijk in de controle

conditie (van 5,05 naar 5,06), terwijl in de bereikbare conditie een stijging (van 4,62 naar 4,70) en in

de moeilijk bereikbare conditie een daling (van 5,09 naar 4,98) waar te nemen is. De partial eta

squared is gedaald van 1,80% naar 1,00%, dus minder van de variabiliteit in de afhankelijke variabele

Tabel 9: Resultaat ANOVA analyse van relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 2.

Grootte steekproef

(N)

Gemiddelde

waarden

F-

waarde p-waarde

Partial

η squared

(in %)

Totaal C B M MC MB MM Conditie C vs. B C vs. M B vs. M

Basis 138 49 43 46 5,05 4,62 5,09 1,23 0,30 0,19 0,92 0,16 1,80

Controlevraag 120 45 38 37 5,06 4,70 4,98 1,48 0,55 0,29 0,81 0,44 1,00

Link 134 49 42 43 5,05 4,58 4,99 1,16 0,31 0,16 0,86 0,23 1,70

Page 50: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

40

kan verklaard worden door de onafhankelijke variabele. Bij analyse van het weglaten van de

personen die de link met de voedingskeuze doorhadden, is de tendens als volgt: : de p-waarde blijft

ongeveer gelijk (van 0,30 naar 0,31); MC blijft gelijk (5,05); MB daalt van 4,62 naar 4,58 en MM daalt

van 5,09 naar 4,99. Daarnaast kan ongeveer evenveel van de variabiliteit in de afhankelijke variabele

verklaard worden door de onafhankelijke variabele (van 1,80% naar 1,70%). Hypothese 1 en 2 stellen

dat personen in de moeilijk bereikbare luxe conditie eerder zullen opteren voor vices, terwijl

personen in de bereikbare luxe conditie eerder zullen opteren voor virtues, beide in vergelijking met

de controle conditie. Op basis van de gemiddelde waarden, bij de drie analyses, kan deze

verwachting niet bevestigd worden, in de controle conditie wordt namelijk steeds het meest

geopteerd voor het vice product. In de bereikbare luxe conditie wordt echter wel het meest

geopteerd voor het virtue product, maar deze gemiddelde waarden zijn niet significant verschillend

tussen de verschillende condities. Er werd besloten om verder te werken met de file inclusief de

personen die één controlevraag fout hadden. Er wordt vanuit gegaan dat het foutief beantwoorden

van slechts één controlevraag niet gelegen is aan het feit is dat de respondenten willekeurig iets

aangeduid hebben, maar door verwarring omtrent de controlevragen, wat vaak door de

respondenten werd aangegeven in de open vragen over de link.

Vervolgens werd het effect van de vooropgestelde covariaten nagegaan, namelijk de algemene

stemming, zelfcontrole en attitude ten opzichte van voeding. Alvorens de effectieve analyse kon

worden uitgevoerd, diende hier opnieuw de homogeniteit van de regressiecoëfficiënten nagegaan te

worden. Deze was homogeen bij elk van de covariaten (‘p’: algemene stemming: 0,09; zelfcontrole:

0,47; attitude ten opzichte van voeding: 0,80) en bijgevolg mocht de feitelijke analyse met de

covariaat telkens uitgevoerd worden. Dit opnieuw met behulp van een ANCOVA-test en simple

contrast, waarbij naast de onafhankelijke en afhankelijke variabel telkens één covariaat werd

ingevoerd (Tabel 10). De grootte van de steekproef was in elk van deze analyses als volgt: totaal: 134,

C: 49, B: 42, en M: 43.

Gemiddelde

waarden

F-

waarde p-waarde

Partial

η squared

(in %)

MC MB MM Covariaat Conditie C vs. B C vs. M B vs. M

Stemming 5,05 4,59 5,00 1,12 0,56 0,33 0,17 0,87 0,23 1,70

Eten 5,07 4,50 4,97 1,32 1,62E-4 0,27 0,12 0,75 0,23 2,00

Zelfcontrole 5,01 4,60 5,02 1,08 2,00E-3 0,34 0,20 0,97 0,20 1,60

Tabel 10: Resultaat ANCOVA van de invloed van de verschillende covariaten op de relatie tussen de

onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 2.

Page 51: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

41

Deze resultaten tonen aan dat de covariaat algemene stemming niet significant is en dus geen

significant effect uitoefent op de relatie tussen de onafhankelijke variabele en de afhankelijke

variabele. De covariaten zelfcontrole en de attitude ten opzichte van voeding zijn echter wel

significant, maar niet in deze mate dat de feitelijke relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke

variabele hierdoor eveneens significant wordt. Dit toont aan dat de mate van zelfcontrole en de

attitude ten opzichte van voeding wel degelijk een significant effect hebben op de vice/virtue keuze.

Met behulp van een boxplot werd vervolgens gekeken of een hogere score op zelfcontrole en de

attitude ten opzichte van eten ook overeenkwam met een grotere voorkeur voor virtue producten.

Deze verwachting kon niet bevestigd worden, aangezien in beide boxplots geen algemene trend waar

te nemen was. Daarnaast werd het effect nagegaan van het gelijktijdig toevoegen van zowel de

covariaat zelfcontrole als de attitude ten opzichte van voeding. Hierbij werd nog steeds geen

significante relatie teruggevonden tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele (‘p’: 0,30).

Vervolgens werd de analyse van de vooropgestelde moderator, hier de attitude ten opzichte van

luxe, nagegaan via een lineaire regressie analyse (Figuur 10).

Alvorens deze analyse kon uitgevoerd worden, dienden opnieuw dummy variabelen aangemaakt te

worden van de categorische onafhankelijke variabele. Daarnaast werd de continue variabele,

attitude ten opzichte van luxe, opnieuw gecentraliseerd. Op dezelfde manier als in studie 1 werd

nagegaan of het moderator effect statistisch significant is. De p-waarde van het model met de

interactietermen bedraagt 0,03. Echter, de p-waarden van de interactietermen zelf zijn niet beide

significant (‘p’: d1 x attitude t.o.v. luxe: 0,02 en d2 x attitude t.o.v. luxe: 0,98). Dit betekent dat

hoewel het model met de interactietermen significant is en daarnaast ook de interactieterm d1 x

attitude t.o.v. luxe significant is, er geen sprake is van moderatie aangezien de tweede

interactieterm, d2 x attitude t.o.v. luxe, op zich niet significant is.

Aangezien de initiële analyse tussen de onafhankelijke variabele en afhankelijke variabele ook hier

geen significant resultaat opleverde, is het niet mogelijk om het mediator effect op deze relatie na te

gaan. Bijgevolg werd opnieuw enkel het effect geanalyseerd van de onafhankelijke variabele op de

Moderator:

Attitude tov luxe

Afhankelijke variabele:

Keuze vice/virtueproduct

Onafhankelijke variabele:

Conditie

Figuur 10: Moderator effect op de relatie van de onafhankelijke en afhankelijke variabele in studie 2.

Page 52: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

42

vooropgestelde mediators self-esteem en de grootte van de gap, dit zowel met als zonder het effect

van de moderator, attitude ten opzichte van luxe. Deze relatie is identiek aan deze in studie 1,

weergegeven in Figuur 8. Met behulp van een ANOVA-test en simple contrast werd eerst nagegaan

of er een significant verschil was in self-esteem en de grootte van de gap tussen de controle conditie

en de twee luxe condities en de luxe condities onderling, zonder het effect van de moderator. De

resultaten hiervan zijn terug te vinden in Tabel 11. Voor de analyses omtrent self-esteem werd

gebruik gemaakt van de basis resultatenfile. Self-esteem werd zowel voor de volledige schaal als voor

de drie subschalen, namelijk performance self-esteem(P), social self-esteem (S) en appearance self-

esteem (A), getest. Voor de analyse van het effect op de grootte van de gap werd gebruik gemaakt

van de basisfile en werd daarnaast ook gekeken wat het effect was van het weglaten van de vijf

personen die een negatieve waarde voor de gap hadden. Er waren geen personen die de link

omtrent de gap analyse doorhadden.

Hieruit blijkt dat de mediator self-esteem niet significant verschillend is tussen de verschillende

condities, als de schaal in zijn geheel bekeken wordt (‘p’: 0,53). Als deze echter opgesplitst wordt,

blijkt dat enkel het sociale deel van de self-esteem schaal wel marginaal significant verschillend is

tussen de controle conditie en de bereikbare luxe conditie (‘p’: 0,05). Hypothese 1 en 2 stellen dat

self-esteem verhoogd zou zijn bij de bereikbare luxe conditie en verlaagd bij de moeilijk bereikbare

luxe conditie, ten opzichte van de controle conditie. De gemiddelde waarden bevestigen deze

hypothesen echter niet, noch voor de totale schaal als voor de drie subschalen. Voor de mediator,

grootte van de gap, blijkt dat zowel met als zonder het weglaten van de personen met een negatieve

gap waarde deze niet significant verschillend is tussen de verschillende condities (‘p’: 0,30; 0,39).

Hypothese 1 en 2 stellen dat de bereikbare luxe zou zorgen voor een grotere gap dan de controle

conditie en de moeilijk bereikbare luxe voor een nog grotere gap dan de bereikbare luxe. Als gekeken

wordt naar de gemiddelde waarden kan deze verwachting niet bevestigd worden. De gap van de

controle conditie is namelijk in beide analyses steeds het grootst.

Tabel 11: Resultaat ANOVA van de relatie tussen de onafhankelijke variabele en de mediators in studie 2.

Grootte

steekproef (N)

Gemiddelde

waarden

F-

waarde p-waarde

Partial η

squared

(in %)

Totaal C B M C B M Conditie C vs. B C vs. M B vs. M

Self-

esteem 138 49 43 46 4,53 4,73 4,60 0,64 0,53 0,27 0,72 0,46 0,90

P 138 49 43 46 4,92 4,94 4,83 0,20 0,82 0,93 0,61 0,56 0,30

S 138 49 43 46 4,17 4,63 4,39 0,97 0,14 0,05 0,33 0,32 2,80

A 138 49 43 46 4,30 4,47 4,48 0,52 0,60 0,40 0,37 0,98 0,80

Gap 138 49 43 46 4,26 3,54 3,50 1,21 0,30 0,20 0,17 0,95 1,80

Gap (-) 133 48 42 43 4,37 3,67 3,82 0,96 0,39 0,20 0,30 0,56 1,50

Page 53: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

43

Daarnaast werd ook de relatie van de twee mediators onderling nagegaan met behulp van lineaire

regressie, dit zowel voor de volledige schaal van self-esteem als de drie subschalen. De p-waarden

van deze vier analyses tonen aan dat er geen significante relatie is tussen beide mediators (‘p’: self-

esteem: 0,56; S: 0,65; P: 0,68 en A: 0,99).

Vervolgens werd ook het effect bekeken van de moderator attitude ten opzichte van luxe op de

relatie tussen de onafhankelijk variabele en de mediators met behulp van lineaire regressie. De p-

waarde van het model met de interactietermen bedraagt voor de mediators self-esteem en de

grootte van de gap: ‘p’: self-esteem: 0,06; S: 0,18 ; P: 0,18 ; A: 0,23; grootte van de gap: 0,83. Dit

toont aan dat enkel de p-waarde van de volledige self-esteem schaal marginaal significant is.

Daarnaast is hierbij ook de p-waarde van de interactieterm d1 x attitude t.o.v. luxe marginaal

significant (‘p’: 0,06) en de p-waarde van de interactieterm d2 x attitude t.o.v. luxe significant (‘p’:

0,03). Deze significante interactie kan verder geïnterpreteerd worden met behulp van de verkregen

regressiecoëfficiënten. Aangezien deze negatief zijn bij beide interactietermen, kan dit als volgt

geïnterpreteerd worden: hoe hoger de attitude ten opzichte van luxe, hoe lager de samenhang

tussen de conditie en de keuze tussen een vice en virtue voedingsproduct. Dit betekent dat bij

mensen met een hogere attitude ten opzichte van luxe het minder uitmaakt dat ze blootgesteld zijn

aan luxe, dan bij mensen met een lagere attitude ten opzichte van luxe.

Met behulp van lineaire regressie, werd hypothese 3 nagegaan. Hierbij werd de invloed van de

attitude ten opzichte van luxe op de grootte van de gap onderzocht, op dezelfde manier als in studie

1 (Figuur 9). Uit deze analyse bleek dat er geen significante relatie is tussen de attitude ten opzichte

van luxe en de grootte van de gap (‘p’; 0,43).

8.2.3 Conclusie studie 2

Algemeen kan uit de analyses van studie 2 de volgende zaken geconcludeerd worden: de

manipulatiecheck toont aan dat manipulatie met de luxe foto’s niet steeds het beoogde effect gehad

heeft. Enkel de reeks van de auto’s voldeed volledig aan de vier vooropgestelde vereisten. De

basisanalyse van de relatie tussen de onafhankelijke variabele (conditie) en de afhankelijke variabele

(keuze vice/virtue product), toont aan dat er geen significant verschil is in de mate waarin gekozen

wordt voor vices of virtues tussen de verschillende condities, ook niet na het verwijderen van de

respondenten die één controlevraag fout ingevuld hadden en de respondenten die de link met de

voedingskeuze doorhadden. Daarnaast liggen ook de gemiddelde waarden van de vice/virtue keuze

niet in lijn met de verwachtingen, namelijk dat personen in de moeilijk bereikbare luxe conditie

eerder zullen opteren voor vices, terwijl personen in de bereikbare luxe conditie eerder zullen

opteren voor virtues, beide in vergelijking met de controle conditie. Uit de analyse van de

Page 54: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

44

vooropgestelde covariaten blijkt dat de covariaat algemene stemming geen significant effect

uitoefent op de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele. De covariaten attitude ten

opzichte van voeding en zelfcontrole zijn echter wel significant, maar hierbij kon niet aangetoond

worden dat zoals verwacht een hogere score op zelfcontrole en de attitude ten opzichte van eten

ook overeenkwam met een grotere voorkeur voor virtue producten. De veranderingen in de

gemiddelde waarde van de vice/virtue keuze liggen wederom niet in lijn met de verwachtingen. De

moderator analyse bevestigt geen significant effect van de vooropgestelde moderator, attitude ten

opzichte van luxe, op de relatie tussen de onafhankelijk en afhankelijke variabele. Door de niet

significante relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele, was een mediator analyse niet

van toepassing. Echter, het effect van de onafhankelijke variabele op de vooropgestelde mediators

self-esteem (zowel de totale schaal als subschalen A, P en S) en de grootte van de gap en de invloed

van moderator hierop konden wel geanalyseerd worden. Deze analyse toonde slechts een significant

verschil aan tussen de controle conditie en de bereikbare luxe conditie wanneer enkel de sociale

subschaal bekeken werd. De verandering in de gemiddelde waarde voor self-esteem liggen echter

niet in lijn met de verwachtingen, namelijk verhoogd bij de bereikbare luxe conditie en verlaagd bij

de moeilijk bereikbare luxe conditie. De grootte van de gap is niet significant verschillend tussen de

verschillende condities, daarnaast liggen ook de gemiddelde waarden wederom niet in lijn met de

verwachtingen, namelijk een grotere gap bij de bereikbare luxe conditie dan de controle conditie en

een nog grotere gap bij de moeilijk bereikbare luxe conditie. De moderator attitude ten opzichte van

luxe heeft enkel een significant effect op de relatie tussen de onafhankelijk variabele en de volledige

schaal van de mediator self-esteem. Ten slotte is er geen sprake van een significante relatie tussen de

attitude ten opzichte van luxe en de grootte van de gap, in die zin dat niet kan aangetoond worden

dat voor individuen die geen interesse hebben in luxe er geen effect is van loutere blootstelling aan

zowel bereikbare als moeilijk bereikbare luxe.

Page 55: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

45

IV. Discussie

1 Algemene conclusie

De primaire doelstelling van dit onderzoek was nagaan wat de invloed is van loutere blootstelling aan

respectievelijk bereikbare en moeilijk bereikbare luxe op de zelfcontrole van consumenten. De mate

van zelfcontrole werd onderzocht in twee verschillende studies. In studie 1 werd de mate van

zelfcontrole nagegaan via de consumptie van een vice product en in studie 2 via de keuze tussen vice

en virtue voedingsproducten.

In het tweede hoofdstuk van deze masterproef werd de reeds bestaande literatuur omtrent deze

probleemstelling en de bijhorende verwachtingen besproken. Op basis hiervan werd naar voor

gebracht dat bij loutere blootstelling aan bereikbare luxe er een grotere gap zou zijn tussen de ideale

en actuele self dan bij blootstelling aan geen luxe. Er werd verwacht dat er sprake zou zijn van een

verhoogd self-esteem en daarnaast ook meer zelfcontrole, wat zich zal uiten in minder consumptie

van vices en meer virtue keuzes bij vice/virtue keuzes. Bij loutere blootstelling aan moeilijk

bereikbare luxe daarentegen, werd een nog grotere gap verwacht tussen de ideale en actuele self

dan bij blootstelling aan bereikbare luxe. Er werd verwacht dat er in dit geval sprake zou zijn van een

verminderd self-esteem en daarnaast ook minder zelfcontrole, wat zich zal uiten in meer consumptie

van vices en meer vice keuzes bij vice/virtue keuzes. Daarnaast werd ook naar voor gebracht dat voor

individuen die geen interesse hebben in luxe er geen effect zou zijn van zowel loutere blootstelling

aan bereikbare als aan moeilijk bereikbare luxe. Dit zou tot uiting komen in de grootte van de gap

tussen de actuele en ideale self, die vergelijkbaar zou zijn aan deze van de individuen in de controle

conditie.

In het daaropvolgende hoofdstuk worden de uitgevoerde studies met bijhorende resultaten

besproken. In studie 1 werd het effect van loutere blootstelling aan respectievelijk bereikbare en

moeilijk bereikbare luxe op de consumptie van een vice voedingsproduct nagegaan. Om de

bereikbare en moeilijk bereikbare luxe te kunnen manipuleren werd gebruik gemaakt van luxe

advertenties. In studie 2 werd het effect van loutere blootstelling aan respectievelijk bereikbare en

moeilijk bereikbare luxe op de keuze tussen vice en virtue voedingsproducten nagegaan. Voor de

manipulatie werd hier gebruik gemaakt van luxe foto’s.

Uit de resultaten van studie 1 blijkt dat er geen significant verschil is in de consumptie van een vice

product tussen de verschillende condities. In studie 2 werd eveneens aangetoond dat er geen

verschil waargenomen kon worden in respondenten hun voorkeur voor respectievelijk vices of

virtues tussen de verschillende condities. Dit toont aan dat de blootstelling aan zowel bereikbare als

Page 56: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

46

moeilijk bereikbare luxe niet het verwachte effect heeft gehad op de zelfcontrole van de

respondenten. Er was namelijk geen sprake van een verhoogde zelfcontrole bij de bereikbare luxe

conditie en een verminderde zelfcontrole bij de moeilijk bereikbare luxe conditie. Daarnaast kon ook

in beide studies het verwachte effect niet waargenomen worden inzake de mediators grootte van de

gap en self-esteem. De bereikbare luxe conditie gaf namelijk geen aanleiding tot de aanwezigheid van

een grotere gap en een verhoogd self-esteem bij respondenten in vergelijking met de controle

conditie. Daarnaast gaf ook de moeilijk bereikbare luxe conditie geen aanleiding tot de aanwezigheid

van een nog grotere gap dan bij de bereikbare luxe conditie en een verlaagd self-esteem in

vergelijking met de controle conditie. De moderator attitude ten opzichte van luxe had in beide

studies geen significant effect op de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabelen. Er

was tevens in beide studies geen relatie waar te nemen tussen respondenten hun attitude ten

opzichte van luxe en de grootte van de gap die ze ervaren tussen hun ideale en actuele self, in die zin

dat niet kan aangetoond worden dat voor individuen die geen interesse hebben in luxe er geen

effect is van loutere blootstelling aan zowel bereikbare als moeilijk bereikbare luxe. Hoegenaamd

moet benadrukt worden dat uit de manipulatiecheck gebleken is dat de manipulatie met zowel de

luxe foto’s als luxe advertenties niet perfect was. In dit opzicht is het bijgevolg niet mogelijk om de

vooropgestelde hypothesen met zekerheid te ontkrachten. Indien in toekomstig onderzoek een

soortgelijke studie zou uitgevoerd worden, wordt aangeraden om te werken met een manipulatie die

zeker aan alle vooropgestelde vereisten voldoet, zodat de hypothesen met zekerheid ontkracht of

bevestigd kunnen worden.

2 Beperkingen en aanbevelingen

Het onderzoek dat uitgevoerd werd in deze masterproef aan de hand van de twee eerder besproken

studies heeft enkele beperkingen. Deze beperkingen zullen hieronder besproken worden, met

daarnaast ook een aantal aanbevelingen voor eventueel toekomstig onderzoek. Mogelijks liggen

deze beperkingen mee aan de basis van het niet vinden van een significant effect van loutere

blootstelling aan luxe op zowel de vice consumptie als vice/virtue keuzes.

Allereerst zijn er enkele tekortkomingen omtrent de gebruikte luxe advertenties en foto’s. De

resultaten van de manipulatiecheck toonden aan dat zowel de luxe advertenties van studie 1 als de

luxe foto’s van studie 2 niet perfect aan alle vooropgestelde vereisten voldeden. Hieruit kan

geconcludeerd worden dat de manipulatie met de blootstelling aan luxe niet het beoogde effect

teweeg bracht, ondanks het feit dat zowel de foto’s als de advertenties gepretest werden. Daarnaast

was er in beide studies ook geen controle over de duur van de blootstelling aan deze foto’s en

advertenties. Het is mogelijk dat de respondenten deze niet lang genoeg bekeken om een effectieve

Page 57: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

47

manipulatie te bewerkstelligen. Tevens kan niet met zekerheid ervan uitgegaan worden dat elk van

de respondenten interesse vertoont voor de objecten weergegeven op de verschillende luxe foto’s

en advertenties. Dit wordt reeds gedeeltelijk opgevangen door het feit dat er zes verschillende foto’s

en advertenties worden getoond, maar toch bestaat de kans dat enkele respondenten door geen van

deze zes weergegeven objecten aangesproken werden. Bijgevolg moet met de resultaten van deze

studie voorzichtig omgesprongen worden.

In toekomstig onderzoek zou een soortgelijke studie opnieuw uitgevoerd kunnen worden, maar

dienen nieuwe foto’s en advertenties geselecteerd te worden voor de manipulatie. Deze foto’s

voldoen idealiter aan alle vereisten, maar moeten zeker verschillen tussen de bereikbare en moeilijk

bereikbare luxe condities op de dimensies bereikbaar en betaalbaar, wat in deze studie niet steeds

het geval was. Controle over de duur van blootstelling kan uitgeoefend worden met behulp van een

timer. Op deze manier kan nadien gecontroleerd worden of de respondenten de foto’s en

advertenties wel degelijk grondig bekeken hebben en deze niet gewoon direct weg klikten. Om de

mate van interesse van de respondenten in een bepaalde categorie van objecten na te gaan, zou een

extra reeks vragen kunnen toegevoegd worden aan de pretest. Dit kan als volgt gevraagd worden op

een 7-punten Likert schaal, gelijkaardig voor elk van de gepreteste reeksen foto’s en advertenties: ‘In

welke mate bent u geïnteresseerd in huizen?’.

Een tweede grote beperking is deze omtrent de vooropgestelde moderator en mediators. In deze

studie werd enkel het effect van de moderator attitude ten opzichte van luxe nagegaan. Echter, in

toekomstig onderzoek zou tevens het effect van andere moderators nagegaan kunnen worden. Zo

kan het effect van de mate waarin een individu beïnvloedbaar is bijvoorbeeld onderzocht worden.

Niet enkel de attitude die men heeft ten opzichte van luxe zal namelijk een rol spelen bij de

blootstelling aan luxe, ook de mate waarin men beïnvloed wordt door deze luxe advertenties en

foto’s zal hier mogelijks meespelen. Daarnaast zou in toekomstig onderzoek ook een gelijkaardige

studie als de huidige studie uitgevoerd kunnen worden, maar met andere vooropgestelde mediators.

In de literatuurstudie werd reeds aangegeven dat een te grote discrepantie tussen de actuele en

ideale self ervoor kan zorgen dat het betrokken individu kwetsbaar is voor negatieve emoties, meer

specifiek gevoelens van neerslachtigheid, ontevredenheid en frustratie door het hebben van niet

ingevulde wensen (Higgins, 1990). Echter, wanneer de ideale self als bereikbaar wordt gezien, wordt

verwacht dat dit aanleiding zal geven tot een goed gevoel. Aangezien deze specifieke negatieve en

positieve gevoelens nog niet gedetailleerd genoeg beschreven worden in de literatuur, konden deze

gevoelens niet gemeten worden in de studie, maar werd een algemene stemmingschaal toegevoegd

als vooropgestelde covariaat. In toekomstig onderzoek zou nagegaan kunnen worden welke

specifieke gevoelens deze negatieve en positieve emoties inhouden, en zou bijgevolg een meer

Page 58: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

48

specifieke schaal omtrent deze gevoelens meegenomen kunnen worden als een vooropgestelde

mediator in een vergelijkbare studie.

Er werd besloten om als doelgroep studenten tussen de 18 en 24 jaar te kiezen. Het was belangrijk

om dit onderzoek uit te voeren op een specifiek segment van de consumentenmarkt aangezien, zoals

vermeld in de literatuurstudie, luxe verschillende vormen kan aannemen voor verschillende

personen en afhankelijk is van de ervaring van de consument (Wiedmann et al., 2007). In dit opzicht

zullen studenten over het algemeen een andere perceptie tegenover luxe bezitten dan andere

leeftijdsgroepen, bijvoorbeeld tegenover werkende jongeren, die algemeen gezien over meer

kapitaal beschikken. Studenten zullen minder besef hebben van het monetaire aspect, omdat het

grootste gedeelte hiervan nog niet moet instaan voor eigen levensonderhoud, noch zelf geld

verdient. Bijgevolg kan hetzelfde soort onderzoek nog eens uitgevoerd worden voor verschillende

nieuwe doelgroepen, om na te gaan of de resultaten van dit onderzoek niet teveel vertekend werden

door het gebruik van deze specifieke doelgroep. Daarnaast bevatte de doelgroep in de twee studies

steeds meer vrouwen dan mannen, wat ook een effect op de resultaten gehad kan hebben. In

toekomstig onderzoek zou kunnen rekening gehouden worden met de invloed van geslacht op de

mate van zelfcontrole na loutere blootstelling aan respectievelijk bereikbare en moeilijk bereikbare

luxe, om dit effect te analyseren.

Tot slot bestaan er nog enkele beperkingen omtrent het algemene design van de twee studies. In

studie 1 zijn deze beperkingen voornamelijk het gevolg van de keuze van M&M’s als vice

voedingsproduct. Een algemene trend was dat er in de voormiddag beduidend minder van de M&M’s

gegeten werd, ongeacht de toegewezen conditie. Dit waarschijnlijk door het feit dat dit

voedingsproduct een snoepgoed betreft. Daarnaast gaven ook verschillende respondenten, die in de

voormiddag aan de studie deelnamen, aan dat ze helemaal geen zin hadden in M&M’s op dat

moment van de dag. In toekomstig onderzoek zou dit opgevangen kunnen worden door de studie

enkel in de middag uit te voeren of gebruik te maken van een voedingsproduct dat zich beter leent

tot consumptie de hele dag door. Daarnaast gaf de combinatie van het snoepgoed in het recipiënt

aanleiding tot behoorlijk wat geluid bij de consumptie ervan. Respondenten gaven dan ook na de

studie vaak aan dat dit hen tegenhield in het ongestoord consumeren van het product. In toekomstig

onderzoek kan geopteerd worden voor een vice voedingsproduct dat zich beter leent tot het subtiel

consumeren ervan. Bovendien werd steeds een vooraf bepaalde hoeveelheid (150 g) van het vice

product aangeboden, maar hiervan kan niet met zekerheid uitgesloten worden dat dit geen

bijkomend effect heeft gehad op de consumptie van het vice product. In toekomstig onderzoek zou

eventueel nagegaan kunnen worden of een grotere of kleinere hoeveelheid gekregen

voedingsproduct meer of minder zou aanzetten tot consumptie. Daarnaast zou ook in een

Page 59: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

49

gelijkaardig studie de zelfcontrole van de respondenten nagegaan kunnen worden met zowel een

vice als virtue voedingsproduct in plaats van enkel de consumptie van een vice product. Hierbij

zouden beide producten kunnen aangeboden worden om de vice/virtue keuze verder te analyseren

met behulp van de consumptie van beide producten. Een andere mogelijke beperking van studie 1

omvat de duur van de gekozen filmfragmenten. De beide filmfragmenten waren samen 10min55sec

lang, wat mogelijks niet lang genoeg kan geweest zijn om voldoende tijd te laten voor de consumptie

van het voedingsproduct en zo een onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende condities.

Een beperking omtrent studie 2 is het gevolg van het feit dat deze studie een vragenlijst betreft die

online verspreid werd. Hierdoor werd enkel gepeild naar intenties en niet naar daadwerkelijk gedrag,

zoals in studie 1 wel het geval is. De respondenten die deelnamen aan deze studie dienden slechts

aan te geven naar welk voedingsproduct, vice of virtue, hun voorkeur ging, zonder dit product ook

effectief aan te kopen of te consumeren. Deze beperking wordt omzeilt in studie 1 door een offline

opzet van deze studie, wat in toekomstig onderzoek omtrent dit onderwerp ook steeds aangeraden

zou worden.

Page 60: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

I

V. Referenties

Bagozzi, R. P., & Dholakia, U. (1999). Goal Setting and Goal striving in consumer Behavior. Journal of

Marketing, 63, 19–32.

Bagozzi, R. P., & Edwards, E. a. (1998). Goal setting and goal pursuit in the regulation of body weight.

Psychology & Health, 13(4), 593–621. doi:10.1080/08870449808407421

Bargh, J. A. (2002). Losing Consciousness : Automatic Influences on Consumer Judgment, Behavior,

And Motivation. Journal of Consumer Research, 29(2), 280–285.

Bargh, J. A., & Chartrand, T. L. (1999). The unbearable automaticity of being. American Psychologist,

54(7), 462–479.

Baron, R. M., & Kenny, D. a. (1986). The moderator-mediator variable distinction in social

psychological research: Conceptual, strategic, and statistical considerations. Journal of Personality

and Social Psychology, 51(6), 1173–1182. doi:10.1037//0022-3514.51.6.1173

Baumeister, R. F. (1997). Esteem threat, self-regulatory breakdown, and emotional distress as factors

in self-defeating behavior. Review of General Psychology, 1(2), 145–174. doi:10.1037//1089-

2680.1.2.145

Baumeister, R. F. (2002). Yielding to temptation: self-control failure, impulsive purchasing and

consumer behavior. Journal of Consumer Research, 28(4), 670–676.

Baumeister, R. F., Bratslavsky, E., Muraven, M., & Tice, D. M. (1998). Ego depletion: Is the active self a

limited resource? Journal of Personality and Social Psychology, 74(5), 1252–1265. doi:10.1037//0022-

3514.74.5.1252

Baumeister, R. F., Gailliot, M., DeWall, C. N., & Oaten, M. (2006). Self-regulation and personality: how

interventions increase regulatory success, and how depletion moderates the effects of traits on

behavior. Journal of Personality, 74(6), 1773–801. doi:10.1111/j.1467-6494.2006.00428.x

Baumeister, R. F., Sparks, E. A., Stillman, T. F., & Vohs, K. D. (2008). Free will in consumer behavior:

Self-control, ego depletion, and choice. Journal of Consumer Psychology, 18, 4–13.

doi:10.1016/j.jcps.2007.10.002

Bazerman, M. H., Tenbrunsel, A. E., & Wade-benzoni, K. (1998). Negotiating with yourself and losing:

making decisions with competing internal preferences. Academy of Management Review, 23(2), 225–

241.

Page 61: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

II

Belch, G. E., & Landon, E. L. (1977). Discriminant validity of a product-anchored self-concept

measure. Journal of Marketing Research, 14(2), 252–256.

Brunello, G., Michaud, P.-C., & Sanz-de-Galdeano, A. (2009). The rise of obesity in Europe: an

economic perspective. Economic Policy, 551–596.

Chartrand, T. L. (2005). The Role of Conscious Awareness in Consumer Behavior. Journal of Consumer

Psychology, 15(3), 203–210. doi:10.1207/s15327663jcp1503_4

Chartrand, T. L., & Bargh, J. a. (1996). Automatic activation of impression formation and

memorization goals: Nonconscious goal priming reproduces effects of explicit task instructions.

Journal of Personality and Social Psychology, 71(3), 464–478. doi:10.1037//0022-3514.71.3.464

Chartrand, T. L., Huber, J., Shiv, B., & Tanner, R. J. (2008). Nonconscious Goals and Consumer Choice.

Journal of Consumer Research, 35(2), 189–201. doi:10.1086/588685

Chua, R. Y. J. (2009). The Devil Wears Prada ? Effects of Exposure to Luxury Goods on Cognition and

Decision Making.

Custers, R., & Aarts, H. (2005). Positive affect as implicit motivator: on the nonconscious operation of

behavioral goals. Journal of Personality and Social Psychology, 89(2), 129–42. doi:10.1037/0022-

3514.89.2.129

Dijksterhuis, A., Smith, P. K., Baaren, R. B. Van, Wigboldus, D. H. J., & Link, P. (2005). The Unconscious

Consumer : Effects of Environment on Consumer Behavior. Journal of Consumer Psychology, 15(3),

193–202.

Dubois, B., Czellar, S., & Laurent, G. (2005). Consumer Segments Based on Attitudes Toward Luxury:

Empirical Evidence from Twenty Countries. Marketing Letters, 16(2), 115–128. doi:10.1007/s11002-

005-2172-0

Dubois, B., Laurent, G., & Czellar, S. (2001). Consumer rapport to luxury: analyzing complex and

ambivalent attitudes, 33(0), 1–56.

Ein-Gar, D., Goldenberg, J., & Sagiv, L. (2012). The role of consumer self-control in the consumption

of virtue products. International Journal of Research in Marketing, 29(2), 123–133.

doi:10.1016/j.ijresmar.2011.08.003

Fedorikhin, A., & Shiv, B. (1999). Heart and Mind in Conflict : The Interplay of affect and cognition in

consumer decision making. Journal of Consumer Research, 26(3), 278–292.

Page 62: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

III

Friese, M., Hofmann, W., & Wänke, M. (2008). When impulses take over: moderated predictive

validity of explicit and implicit attitude measures in predicting food choice and consumption

behaviour. The British Journal of Social Psychology / the British Psychological Society, 47(Pt 3), 397–

419. doi:10.1348/014466607X241540

Fujita, K., Trope, Y., Liberman, N., & Levin-Sagi, M. (2006). Construal levels and self-control. Journal of

Personality and Social Psychology, 90(3), 351–367. doi:10.1037/0022-3514.90.3.351

Gecas, V. (1982). The self-concept. Annual Review of Sociology, 8, 1–33.

Greeno, C. G., & Wing, R. R. (1994). Stress-induced eating. Psychological Bulletin, 115(3), 444–464.

Hansen, J., & Wänke, M. (2011). The abstractness of luxury. Journal of Economic Psychology, 32(5),

789–796. doi:10.1016/j.joep.2011.05.005

Heatherton, T. F., & Polivy, J. (1991). Development and validation of a scale for measuring state self-

esteem. Journal of Personality and Social Psychology, 60(6), 895–910. doi:10.1037//0022-

3514.60.6.895

Herman, C. P., & Polivy, J. (1975). Anxiety, restraint, and eating behavior. Journal of Abnormal

Psychology, 84(6), 666–672. doi:10.1037//0021-843X.84.6.666

Higgins, E. T. (1987). Self-discrepancy: a theory relating self and affect. Psychological Review, 94(3),

319–40. Retrieved from http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/3615707

Higgins, E. T. (1990). Relating Self-Discrepancy to Self-Esteem : The Contribution of Discrepancy

beyond Actual-Self Ratings. Journal of Experimental Social Psychology, 26, 108–123.

Higgins, E. T., Shah, J., & Friedman, R. (1997). Emotional responses to goal attainment: strength of

regulatory focus as moderator. Journal of Personality and Social Psychology, 72(3), 515–25. Retrieved

from http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/9120782

Hoch, S. J., & Loewenstein, G. F. (1991). Time-inconsistent Preferences and Consumer. Journal of

Consumer Research, 17(4), 492–507.

Hofmann, W., Friese, M., & Wiers, R. W. (2008). Impulsive versus reflective influences on health

behavior: a theoretical framework and empirical review. Health Psychology Review, 2(2), 111–137.

doi:10.1080/17437190802617668

Page 63: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

IV

Hofmann, W., Rauch, W., & Gawronski, B. (2007). And deplete us not into temptation: Automatic

attitudes, dietary restraint, and self-regulatory resources as determinants of eating behavior. Journal

of Experimental Social Psychology, 43(3), 497–504. doi:10.1016/j.jesp.2006.05.004

Hofmann, W., Strack, F., & Deutsch, R. (2008). Free to buy? Explaining self-control and impulse in

consumer behavior. Journal of Consumer Psychology, 18(1), 22–26. doi:10.1016/j.jcps.2007.10.005

Kemp, S. (1998). Perceiving luxury and necessity. Journal of Economic Psychology, 19(5), 591–606.

doi:10.1016/S0167-4870(98)00026-9

Loewenstein, G. (1996). Out of Control : Visceral Influences on Behavior. Organizational Behavior and

Human Decision Processes, 65(3), 272–292.

Muellbauer, J. (1980). An Almost Ideal Demand System. The American Economic Review, 70(3), 312–

326.

Muraven, M., & Baumeister, R. F. (2000). Self-regulation and depletion of limited resources: does

self-control resemble a muscle? Psychological Bulletin, 126(2), 247–259.

Muraven, M., Tice, D. M., & Baumeister, R. F. (1998). Self-control as a limited resource: Regulatory

depletion patterns. Journal of Personality and Social Psychology, 74(3), 774–789. doi:10.1037//0022-

3514.74.3.774

Nueno, J. L., & Quelch, J. A. (1998). The Mass Marketing of Luxury. Business Horizons.

Peck, J., & Childers, T. L. (2006). If I touch it I have to have it: Individual and environmental influences

on impulse purchasing. Journal of Business Research, 59(6), 765–769.

doi:10.1016/j.jbusres.2006.01.014

Read, D., Loewenstein, G., & Kalyanaraman, S. (1999). Mixing virtue and vice : combining the

immediacy effect and the diversificatio ... Journal of Behavioral Decision Making, 12, 257–273.

Sirgy, M. J. (1982). Self-Concept in Consumer Behavior. Journal of Consumer Research, 9(3), 287–300.

Tangney, J. P., Baumeister, R. F., & Boone, A. L. (2004). High Self-Control Predicts Good Adjustment ,

Less Pathology , Better Grades , and Interpersonal Success. Journal of Personality, 72(2).

Taormina, R. J., & Gao, J. H. (2014). Maslow and the Motivation Hierarchy : Measuring Satisfaction of

the Needs. The American Journal of Psychology, 126(2), 155–177.

Page 64: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

V

Tice, D. M., & Bratslavsky, E. (2000). Giving in to Feel Good : The Place of Emotion Regulation in the

Context of General Self-Control. Psychological Inquiry, 11(3), 149–159.

doi:10.1207/S15327965PLI1103

Trope, Y., & Liberman, N. (2010). Construal-level theory of psychological distance. Psychological

Review, 117(2), 440–63. doi:10.1037/a0018963

Turner, R. H. (1956). Role-Taking , Role Standpoint , and Reference-Group Behavior. Amerian Journal

of Sociology, 61(4), 316–328.

Van Osselaer, S. M. J., Ramanathan, S., Campbell, M. C., Cohen, J. B., Dale, J. K., Herr, P. M., …

Tavassoli, N. T. (2005). Choice Based on Goals. Marketing Letters, 16(3-4), 335–346.

doi:10.1007/s11002-005-5896-y

Vohs, K. D., Baumeister, R. F., Schmeichel, B. J., Twenge, J. M., Nelson, N. M., & Tice, D. M. (2008).

Making choices impairs subsequent self-control: a limited-resource account of decision making, self-

regulation, and active initiative. Journal of Personality and Social Psychology, 94(5), 883–898.

doi:10.1037/0022-3514.94.5.883

Vohs, K. D., & Faber, R. J. (2007). Spent Resources: Self-Regulatory Resource Availability Affects

Impulse Buying. Journal of Consumer Research, 33(4), 537–547.

Wardle, J. (1987). Eating style a validation study of the Dutch Eating Behaviour Questionnaire in

normal subjects and women with eating disorders. Journal of Psychosomatic Research, 31(2), 161–

169.

Wertenbroch, K. (1998). Consumption Self-Control by Rationing Purchase Quantities of Virtue and

Vice. Marketing Science, 17(4), 317–337.

Wertenbroch, K. (2001). Self-rationing: self-control in consumer choice.

Wiedmann, K., Hennigs, N., & Siebels, A. (2007). Measuring Consumers ’ Luxury Value Perception : A

Cross-Cultural Framework. Academy of Marketing Science Review, 2007(7), 1–21. Retrieved from

http://www.amsreview.org/articles/wiedmann07-2007.pdf

Page 65: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

1 Advertenties en fotoreeksen

1.1 Luxe advertenties

Geen luxe

VI. Bijlage

en fotoreeksen

dvertenties studie 1

Bereikbare luxe Moeilijk

VI

Moeilijk bereikbare luxe

Page 66: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

Geen luxe

1.2 Luxe foto’s studie 2

Geen luxe

Bereikbare luxe Moeilijk

studie 2

Bereikbare luxe Moeilijk

VII

Moeilijk bereikbare luxe

Moeilijk bereikbare luxe

Page 67: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

VIII

Geen luxe Bereikbare luxe Moeilijk bereikbare luxe

Page 68: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

Geen luxe

1.3 Voedingsproducten

Virtue product Vice

Virtue product Vice

Bereikbare luxe Moeilijk

Voedingsproducten studie 2

Vice product Virtue product

Vice product Virtue product

IX

Moeilijk bereikbare luxe

Vice product

Vice product

Page 69: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

X

2 Beoordelingsschalen advertenties en foto’s

2.1 Voedingsproducten

2.2 Advertenties en foto’s

3 Algemene stemming

Page 70: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

XI

4 Actuele/ideale self: gap analyse

Page 71: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

XII

5 Instructies omtrent de filmfragmenten

5.1 Vóór de filmfragmenten

5.2 Na de filmfragmenten

Page 72: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

XIII

6 Gevalideerde schalen

6.1 Self-esteem

Page 73: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

XIV

6.2 Attitude ten opzichte van luxe

Page 74: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

XV

6.3 Zelfcontrole

Page 75: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

XVI

6.4 Attitude ten opzichte van voeding

7 Resultaten

7.1 Resultaten pretest studie 1

Aantrekkelijk Luxueus Bereikbaar Betaalbaar

C B M C B M C B M C B M

Handtassen 4,25 5,21 5,67 2,58 5,63 5,88 5,63 4,25 3,25 6,17 3,79 2,67

Auto’s 4,08 5,00 5,54 3,38 5,58 6,33 5,50 4,00 2,42 5,21 3,29 1,63

Zonnebrillen 4,38 5,13 4,58 3,75 5,42 5,58 5,58 4,50 3,13 5,67 3,83 2,92

Winterkledij 5,13 5,25 4,21 3,21 5,21 5,58 5,92 4,42 3,29 5,83 4,04 3,13

Avondkledij 4,25 5,46 3,58 2,96 5,46 5,63 5,71 4,33 2,63 6,08 3,96 2,58

Parfum 4,00 5,83 4,58 3,63 5,29 5,63 5,46 4,96 3,63 5,42 4,38 3,33

Auto ad 3,75 5,13 4,50 3,92 5,63 6,50 5,17 3,96 1,88 4,88 3,17 1,17

Uurwerken 4,71 5,25 4,83 3,42 5,29 5,79 5,54 4,33 3,58 5,50 3,54 3,04

Hotels 4,50 5,54 5,17 4,17 6,21 5,38 5,29 3,42 3,67 5,25 3,08 3,08

Groepskledij 4,46 4,42 4,63 2,88 5,13 5,79 6,29 4,46 3,29 6,25 3,71 2,79

Meubels 4,75 4,83 4,54 3,63 5,17 5,33 5,79 4,08 3,67 6,13 3,58 3,42

Tabel A 1: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in de pretest van

studie 1.

Page 76: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

XVII

Aan-

trekkelijk Luxueus Bereikbaar Betaalbaar

C vs. B C vs. M B vs. M C vs. B C vs. M B vs. M C vs. B C vs. M B vs. M

Handtassen 0,01 1,14E-17 2,83E-19 0,35 7,79E-4 6,06E-8 0,01 2,91E-11 5,72E-18 3,67E-4

Auto’s 1,00E-3 3,11E-10 8,91E-15 0,01 1,34E-4 5,29E-12 1,00E-5 9,21E-10 1,23E-20 4,20E-8

Zonnebrillen 0,19 3,00E-6 4,83E-7 0,62 1,01E-3 4,84E-11 4,50E-5 7,18E-8 2,45E-13 3,59E-3

Winterkledij 0,01 7,89E-8 7,58E-10 0,26 1,60E-5 1,23E-11 8,79E-4 2,00E-6 2,84E-11 9,22E-3

Avondkledij 1,0E-4 6,42E-10 8,63E-11 0,64 1,10E-5 3,83E-16 1,33E-7 2,05E-9 1,89E-17 3,1E-5

Parfum 1,3E-5 1,00E-6 1,98E-8 0,29 0,12 1,78E-7 7,20E-5 1,05E-3 2,58E-9 1,05E-3

Auto ad 0,01 1,72E-7 7,09E-13 4,00E-3 2,33E-3 1,51E-12 7,27E-7 2,63E-8 2,99E-21 3,06E-10

Uurwerken 0,34 1,88E-7 3,24E-10 0,13 1,16E-3 6,11E-7 0,04 1,95E-7 4,47E-10 0,14

Hotels 4,0E-3 1,47E-9 1,01E-4 5,80E-3 3,00E-6 4,20E-6 0,50 2,48E-8 2,48E-8 1,00

Groepskledij 0,88 4,52E-9 1,08E-12 0,05 2,20E-5 1,93E-10 4,98E-3 3,39E-12 1,26E-17 3,37E-3

Meubels 0,76 7,36E-7 7,01E-8 0,56 1,50E-5 1,82E-7 0,26 1,53E-11 1,66E-12 0,60

Tabel A 2: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de luxe advertenties in de

pretest van studie 1.

7.2 Resultaten pretest studie 2

Virtue Vice Aantrekkelijk Gezond Lekker

Vr Vc Vr Vc Vr Vc

Muesli Koffiekoek 5,60 4,84 5,76 2,16 5,48 5,32

Boterham Hamburger 4,12 4,92 5,40 1,44 4,72 5,20

Granenreep Snoepreep 4,20 4,72 4,52 1,48 4,28 4,92

Fruitsla Cake 6,24 5,52 6,56 2,28 6,12 5,52

Slaatje Pizza 5,84 5,20 6,12 2,32 5,64 5,60

Zalm Stoverij 6,12 4,64 5,80 2,20 5,92 5,48

Tomaten Chips 5,00 4,60 6,44 1,68 5,36 5,24

Druiven Nootjes 5,28 4,28 6,12 1,96 5,76 5,20

Yoghurtijs Ben&Jerry’s 5,88 5,44 4,32 1,60 5,80 5,64

Groenten Frituurhapjes 5,60 4,80 6,32 1,60 5,96 5,72

Yoghurt Pudding 4,28 3,84 5,20 2,40 4,92 4,56

Tabel A 3: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de foto’s van de voedingsproducten in de

pretest van studie 2.

Virtue Vice Aantrekkelijk Gezond Lekker

Muesli Koffiekoek 0,07 1,28E-21 0,67

Boterham Hamburger 0,07 1,23E-22 0,27

Granenreep Snoepreep 0,24 6,08E-15 0,14

Fruitsla Cake 9,65E-3 5,09E-25 0,06

Slaatje Pizza 0,11 3,28E-23 0,91

Zalm Stoverij 2,99E-4 1,04E-17 0,27

Tomaten Chips 0,37 3,05E-31 0,76

Druiven Nootjes 0,01 2,35E-24 0,07

Yoghurtijs Ben&Jerry’s 0,21 3,71E-13 0,65

Groenten Frituurhapjes 0,07 2,74E-28 0,46

Yoghurt Pudding 0,27 2,62E-19 0,32

Tabel A 4: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de foto’s van de

voedingsproducten in de pretest van studie 2.

Page 77: De impact van blootstelling aan luxe op vice/virtue keuzes · de studenten als moeilijk bereikbaar aanzien worden. De relevantie van deze masterproef wordt onder meer aangetoond in

XVIII

Aantrekkelijk Luxueus Bereikbaar Betaalbaar

C B M C B M C B M C B M

Auto’s 4,48 5,24 5,12 3,24 5,60 6,60 5,88 3,60 1,72 5,56 3,12 1,56

Vliegtuig 3,12 5,16 5,32 2,80 5,80 6,48 5,84 3,08 2,12 5,48 2,84 1,56

Huizen 4,64 4,40 5,64 2,96 5,48 6,68 5,56 3,60 1,64 5,68 2,92 1,52

Kamers 3,72 5,16 5,60 3,48 5,32 6,20 5,76 4,32 2,84 5,56 3,92 2,64

Hotels 3,88 4,72 5,04 3,32 5,32 6,08 5,60 3,64 3,36 5,60 3,40 2,56

Restaurants 4,88 5,16 5,52 2,96 5,92 6,24 5,68 3,80 2,48 5,96 3,52 2,24

Badkamer 5,08 5,60 6,28 4,16 5,48 6,60 5,72 4,12 2,32 5,48 3,76 2,00

Tabel A 5: Gemiddelde scores op de verschillende dimensies van de luxe foto’s in de pretest van studie 2.

Aan-

trekkelijk Luxueus Bereikbaar Betaalbaar

C vs. B C vs. M B vs. M C vs. B C vs. M B vs. M C vs. B C vs. M B vs. M

Auto’s 0,15 7,96E-15 4,44E-22 9,40E-5 6,53E-11 3,31E-22 1,94E-8 7,91E-13 1,22E-22 4,39E-7

Vliegtuigen 6,74E-7 2,42E-15 2,07E-19 0,03 2,03E-9 7,44E-14 0,02 2,91E-11 3,03E-18 2,93E-4

Huizen 0,02 4,21E-18 4,77E-27 5,21E-7 4,19E-8 2,61E-19 4,19E-8 1,27E-14 3,86E-23 6,00E-6

Kamers 1,0 E-5 2,46E-9 2,21E-15 1,72E-3 3,40E-5 2,37E-13 2,20E-5 4,00E-6 2,57E-13 1,97E-4

Hotels 0,01 5,56E-11 2,13E-16 4,59E-3 3,00E-6 1,54E-7 0,47 2,56E-9 3,80E-14 0,01

Restaurants 0,33 2,09E-20 1,01E-22 0,17 2,1E-5 4,61E-11 0,01 7,14E-11 3,13E-18 1,47E-4

Badkamers 1,79 E-4 2,60E-5 4,05E-12 2,86E-4 2,00E-6 3,58E-17 1,32E-7 2,09E-7 3,62E-18 1,21E-7

Tabel A 6: P-waarden van de MANOVA-test op de verschillende dimensies van de luxe foto’s in de pretest

van studie 2.