Upload
digital-library-numis-dln
View
214
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
1/12
VEREENIGING TOT BEOEFENING V N
OVERIJSSELSCH REGT EN GESCHIEDENIS
VERSL GEN EN
ME E EELINGEN
CHT EN ZESTIGSTE STUK
N V DEVENTER OEK EN STEENDRUKKERI}
VROEGER FIRMA
DE LANGE 953
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
2/12
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
3/12
DE NOODMUNTEN VAN DE STAD
KAMPEN
1578 en 1672
DOOR
H.
K.
BERGHUIJS
In de verschillende werken over onze Nederlandse munten
en penningen zijn de noodmunten van de stad Kampen van
de jaren 1578 en 1672 slechts gedeeltelijk afgebeeld en be-
handeld
1).
In het werk van Van der Chijs: De Munten der
voormalige Heeren en Steden van Overijssel , vindt men niets
vermeld. Ook Verkade behandelde in zijn Muntboek de
noodmunten niet. In het mooie werk van Mr. Gerard van
Loon: Beschrijving der Nederlandsche Historiepenninqen ,
vinden we van de noodmunten van 1578 alleen genoemd de 42,
. 21, 10~ en 38 stuiver. Vollediger is het werk van de Belgische
luitenant-kolonel Mailliet: Monnaies obsidionales et de n-
cessit , hetwelk in 1870 te Brussel in twee delen met platen-
atlas verscheen. Weinigen der Nederlandse belangstellenden
zullen echter dit uitermate zeldzame werk in hun bezit hebben
en de tekst bevat nagenoeg geen bijzonderheden. Ik meende
er derhalve goed aan te doen de Kamper noodmunten zo vol-
ledig mogelijk te beschrijven en van tekeningen te voorzien.
1 Zie ook Mr. J. van Doorninck,
Noodmunt rm van Kampen in
1578 tijens het beleg die? stad door eng? aaf van Rennenberg ge-
slagen
in Overijss. Almanak
1838,
blz.
243-245
en Mr. W. H. Cost
Jordens, E en woord over zekere dusgenoemde Kampe? noodmuntjes
van 1578,in Vers . en Meded. Overijss. Regt en Gesch. le stuk 1860 ,
95-99
en
3e
stuk
1865 , 51-52.
De daar besproken en afgebeelde pen-
ningen waren echter geen eigenlijke noodmunten, maar dienden _.
vermoedelijk in 1481 - als perrnisstebljetten voor den uitvoer van
koorn.
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
4/12
Nadat een gedeelte van Overijssel door Graaf Willem van
den Berg in 1572 voor de Prins van Oranje veroverd werd, viel
ook de stad Kampen op 11 Augustus 1572 in diens handen. De
vreugde was echter van korte duur, want op 18 November van
hetzelfde jaar moest de Graaf met zijn bezetting de stad weer
verlaten en deze everleveren aan de Spanjaarden. De stad
kreeg een bezetting van drie vaandels Duitse soldaten onder
bevel van de overste Nicelaas Polweiler: de soldaten moesten
door de stad gevoed en van soldij voorzien worden.
Op een landdag te Zwolle in het klooster van de St. Ag~
nietenberg gehouden op 17 April 1578 over de aanneming van
Rennenberg als stadhouder van Overijssel. werd deze door de
meerderheid tot stadhouder benoemd. De drie belangrijkste
steden, Deventer, Kampen en Zwolle weigerden echter hem
te erkennen. Zwolle liet zich echter nog tot de Alqemene
Staten overhalen en zodoende bleven aileen Kampen en
De-
venter aan de Spaanse zijde. Daar het bezit van de provincie
grotendeels van de drie belangrijkste steden afhing, besloot
Rennenberg tot het beleg hiervan over te gaan.
Het bevel van de belegering van Kampen werd opgedragen
aan Wolter Hegeman, die eerst pogingen in het werk gesteld
heeft de stad bij verrassing te nemen, hetwelk mislukte. De
be-
zetting van de stad bestond uit 500 Duitse soldaten onder
be-
vel van de overste Polweiler. De bevolking was voor het
merendeel Katholiek en zag in de overgave van de stad een
gevaar voor hun godsdienst, terwijl zij bij een mogelijke
her-
overing de wraak van de Spanjaarden vreesde, zodat ze de be-
zetting steunde.
Op 30 Mei 1578 begon het beleg van de stad en in de eerste
dagen van Juni wist Rennenberg reeds Brunnepe, de Kamper
voorstad, te veroveren. Het -beleg was echter niet van lange
duur; na zes weken ging men op 17 Juli tot onderhandelingen
over. De troepen van Polweiler werd toegestaan om met op-
gerolde vaandels en gedoofde lonten uit te trekken naar de
Bentheimse grenzen, onder de belofte, dat ze de eerste maan-
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
5/12
5
den de wapens niet meer zouden opvatten tegen de, Staatse
troepen. De kosten der Duitse bezetting hadden echter de kas
van de stad tot op de bodem toe verteerd en om aan de beta-
ling van het garnizoen te voldoen was men tot andere mid-
delen genoodzaakt.
Het stadszilverwerk en het zilver van de kloosters en kerken
werd genomen, om hiervan de bekende noodmunten te slaan,
welke men op bijgaande platen vindt afgebeeld. Men noemde
ze klippenningen of ook wel klippingen. Op 22 Mei was dit
reeds in de vergadering van Ridderschap en steden besproken.
volgens onderstaande aantekening:
Item die gedeputeerde der steden Deventer ende Campen
versproken van hoere steden silverwerck clippenningen te
laeten slaen tot leninge der soldaten, ende vermeende die
muntmeister dezelve te slaen het stuck van 18 enqelschen,
holdende in fijn 8 penningen. geldende 38 stuvers, die hal-
ven ende vierendeelen na advenant; des solde men tot 1
marck Antwerper koers toe zetten 3 unce oft 6 loot kopers.
Item een marck fijns is 12 penningen ende maeckt 1
marck wercks.
In het Liber Memorand. Nov. fo. 128 is dit feit als volgt
te boek gesteld:
AO. 1578 den 16 Maij. als deze stadt Campen seer benaut
was. vermitz inlage der Hoochdeutschen knechten Pol-
weylerschen regiments. alsoe dat men in de uterste noet was
geraden. ende men langher ghienen raedt~' noch troost en
wust om penningen to wege te brengen tot leninge der
voersz. knechten. daermit sie uth der burger cost blyven
mochten. hebben demnae burqemeysteren, Scepenen Raedt
ende beyde gesworene gemeenten groot ende cleyn belieft
dat men der stads silverwerck zal laten breken ende daer-
van klippenningen doen slaen.
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
6/12
Pl
E K T R E M V M
3
SV S IDIVt \
SV~SlDIyt\
5
6
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
7/12
37
De 5de Juni 'Werd een ordonnantie gemaakt, waarin men be-
paalde:
Voirts laeten Scepen ende Raedt weten ende gebieden,
alsoe haer E. in dezen tegenwoirdigen. no eden tot leninge
voir den krychluyden etliche clippenningen hebbeu moeten
laeten slaen, dat dieselve een yder saIl ontfangen ende uut-
geven als te weten: die helen voir acht ende dertich stuvers,
den halven voir negenthi enstuvers ende die vierendeelen
voir thiendenhalven stuver, den stuver tot XV placken ge~
rekent; dair nae sich een yder saIl richten.
Men zal zich wellicht afvragen, hoe kwam men aan deze
merkwaardige bedragen van 38, 19 en 9Yz stuiver en later
aan 42, 21 en 10Yz stuiver? We vinden echter in het plakkaat
van de Staten-Generaal van 11 November 1577, dat voor alle
Nederlandse gewesten gold, de waarde van de rijksdaalder be-
paald op 38 stuiver. Wij
hebben
hier dus met een hele, halve
en kwart rijksdaalder te doen (Plaat I. no. 1~3). Door de slech-
te tijden liepen de koersen echter op, zodat het volgende al-
gemene plakkaat van 19 December 1579 aan de rijksdaalder
een koers van 41 stuiver toekent. In de belegerde steden van
Overijssel is
deze
verhoging van koersen nog
sneller
gegaan,
zodat Deventer reeds op 9 Juni 1578 een koers van 44 stuivers
vaststelde voor de nood-rijksdaalders van hetzelfde gewicht en
zo werd dan in Kampen tijdens het beleg de koers van de rijks-
daalder ook verhoogd van 38 op 42 stuivers en liet men na de
eerste serie stukken slaan van 42, 21 en
IOYz
stufver (Plaat
I.
no's 4~6).
Het stadszilverwerk. dat hiervoor gebruikt werd, bestond
uit een aantal bekers, bokalen en kandelaars, welke volgens
een verordening uit 1539 werden vervaardigd van de pensie,
die iemand van de raad nog van. de stad te vorderen had, als
hij stierf. Twee bekers ontkwamen in l578 aan de vernietiging,
namelijk een kroes van Johan van Urck van 1551 en een van
Claes Bouws uit 1571. Deze laatste is vermoedelijk in 1672
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
8/12
38
in de smeltkroes terecht gekomen. doch de eerste ontkwam
er ook toen aan en wordt op het stadhuis te Kampen nog steeds
bewaard en wordt soms wel de moffenbeker genoemd. Het is
een prachtige beker van gedreven zilver met een fraai be~'
werkte deksel
.
De noodmunten zijn alle vierkant en aan de keerzijde glad.
Het opschrift luidt EXTREMUM SUBSIDIUM (Het uiter--
ste hulpmiddel). Soms zijn de hoeken afgerond.
Enkele van de bewaardgebleven stukken zijn als aandenken
aan de keerzijde gegraveerd. Zo zijn bekend een stuk van 19
stuiver met op de gladde keerzijde gegraveerd een mansportret
en omschrift: Den O. Iacop Ielyssen, anno 1584 ~A.V.O.G~
Wie was deze (Overste?) [acop [elyssen? (Plaat II. no. 7).
In een veiling te Amsterdam kwam een stuk van 42 stuiver
voor met op de keerzijde twee familiewapens onder n helm :
teken verenigd. Vrij zeker een huwelijkspenning uit deze tijd;
het mannelijk wapen is dat van het geslacht van Uterwyck.
het vrouwelijk van het geslacht van Boecop
3 .
(Plaat II no. 8).
Deze noodmunten zijn steeds voor verzamelaars' zeer aan-
trekkelijke stukken geweest en dit zal dan ook wel de reden
zijn dat er vrij veel vervalsingen van voorkomen. op veilingen.
zowel als in onze musea. Deze vervalsingen stammen voor een
deel reeds uit de 17e eeuw. Een zeer merkwaardige vervalsing
is wel die welke geheel van de echte stukken afwijkt (een zgn.
Becker-vervalsinq, genaamd naar de maker. die gehele series
antieke munten heeft vervalst). Op plaat III onder, no: 9 beeld
ik deze valse
xxi
stuiver af. terwijl uit een veiling een der-
gelijk stuk van 42 stuiver bekend is.
Ook de door Mailliet vermelde 32 stuiver (een waarde die
in het geheel niet voorkwam) is vals.
2) Mr. J. Nanninga Uittrdijk. Stadszilverwerk van Kamp en .in
Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel III (1876). blz. 141-150.
3) In Augustus 1586 ondertrouwen te Zwolle Johan van Uterwyck en
Aleid van Boecop; blijkens kanttekening had het huwelijk te Kampen
plaats.
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
9/12
SVBSlDIVf'\
J
1 1 m
Pl
7
8
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
10/12
Pl
II
9
m J ~ 8
@ ~ ~ ~ i l i J
6.\~
~ lk ~ 1 l
D Q
oT I { 11~
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
11/12
41
In 1672 herhaalde de historie zich, numismatisch echter op
bescheiden schaal.
Nadat de stad Kampen op 24 Juni 1672 door de Bisschop
van Munster werd bezet onder de commandant Douwer, kwam
op 28 Juni de Graaf de Gac voor de stad met 17 Franse com-
pagnin, waarvan n te paard. De kolonel Douwer moest
spoedig plaats maken voor zijn Franse bondgenoten. Het re-
solutie-boek van de stad schrijft hierover: .
aen welcke den colonel Douwer op ordre van den Furst van
Munster de stadt voor den Coninck van Vranckrijck heeft
ingeruimdt en heeft hij heere Graeve de Gac, Colonel. du
Rgiment Vermandois, en Gouverneur van dese
stadt..
bij
monde uit naem van sijn Allerchristelijckste Maj. aen Sehe-
penen ende Raedt en de Gesworen Gemeente, ter praesentie
van verscheyde aenwesende Edelen belooft, de stadt bij
haere privilegien en het gecontracteerde met sijnen Churfur-
~telijcke Doorl. van CoIn en sijn Furstel. Genade van Mun-
ster te sullen mainteneeren.
Deze vrij grote bezetting kostte de stad meer dan zij kon
opbrengen, en om in de grote geldnood te voorzien namen
Burgemeesters en Raad het volgende besluit op
22
Juni 1672:
Doordien de stadt met de tegenwoordige toevallen van oor-
log, door welcke deselve eerst is gevallen in handen van de
. Churfurst van Ceulen en de Furst van Munster, en naeder-
handt in de handen van sijne Con. Majestyt van Franck-
rijck, is geraeckt in de uytterste extremiteit, is goet gevon~
den dat het Stadts silverwerck alhier sal werden gebracht
ter Munte en door de Heer Burgemeester Harn als Munt-
meester geconventeert in silveren goutguldens, waervolgents,
hetzelve buijten 2 poealen en 2 lampetten, waervan een
pocael en een lampet is vereert aen de heer Hartog van
Lutsembourg en het ander pocael en lampet aen de heer
Cont de Gac, Gouverneur van dese stadt, en noch 2 pocae-
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)
8/11/2019 De noodmunten van de stad Kampen : 1578 en 1672 / door H.K. Berghuijs
12/12
42
len en een lampet bij de stadt verbleven. ten overstaen van
de heer Henrick Crachsen Stuirman en Wilhelm de Voocht,
nevents de Secretaris Rutger van Breda. is swaer bevonden.
wesende gesmolten. 394 marck 16 onsen weIck in gehalte
sijnde geordineert op 8 penningen en 2 grein. ter remedie
van 2 grein in het gewigte offte het marck wercks, twaelff
stucks te wegen 154 enqelschen, ter remedie van 2 enqel-
sehen, heeft uytgebracht een summa van 8635 car. guldens
en 6 stuivers.
Het gevolg van het boven aangehaalde besluit was'. dat de
stad op deze wijze voor de tweede maal haar zilverwerk in de
smeltkroes zag verdwijnen. Met uitzondering van de twee stuk-
ken. welke men aan de Hertog van Luxemburg schonk en een .
tweetal aan de Graaf de Gac, bleven voor de stad nog slechts
een tweetal bokalen en een kan bewaard. Uit het besluit
blijkt dat men zilveren goudguldens heeft geslagen van het
zilver (zgn. 28~stuiverstukken). Aangenomen mag worden dat
deze munten op de normale wijze. met de gewone stempels ge~
slagen zijn. want de munt was normaal in werking. Toch ken-
nen wij ook uit deze tijd een stuk. dat men meestal voor een
noodmunt heeft gehouden. doch eerder als een herinnerlnqs-
penning aan het beleg beschouwd zal moeten worden.
Aan de voorzijde bevindt zich het wapen van de stad met
eronder CAMPEN en aan de keerzijde over 4 regels verdeeld:
NECESSITAS ALTERA. 1672. (D.i. tweede noodzakelijk-
heid 1672). Voor afbeelding zieplaat III no. 10.
Ten slotte mag ik niet nalaten mijn dank te betuigen aan
Dr. Enna van Gelder. de directeur van het Kon. Penninqkabi-
net te Den Haag. die mij belangrijke aanwijzingen gaf. Een
volgend jaar hoop ik de noodmunten van Deventer te be-
handelen.
VORG, Verslagen en mededeelingen 68 (1953)