Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
De kwaliteit van de gespecialiseerde hulp
aan (vermoedelijke) slachtoffers van
loverboys/mensenhandel bij Kompaan en De Bocht
Gezond vertrouwen
Utrecht, januari 2017
De kwaliteit van de gespecialiseerde hulp
aan (vermoedelijke) slachtoffers van
loverboys/mensenhandel bij Kompaan en De Bocht
De kwaliteit van de gespecialiseerde hulp
aan (vermoedelijke) slachtoffers van
loverboys/mensenhandel bij Kompaan en De Bocht
De kwaliteit van de
gespecialiseerde hulp aan
(vermoedelijke) slachtoffers
van
loverboys/mensenhandel bij
Kompaan en De Bocht
Samenvatting
In oktober 2017 voerde de inspectie toezicht uit bij Kompaan en De Bocht. Doel van het toezicht
was om te bepalen in hoeverre Kompaan en De Bocht kwalitatief goede gespecialiseerde hulp biedt
aan (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel.
Kompaan en De Bocht voldeed op het moment van het toezicht aan 31 van de 33 onderzochte
verwachtingen uit het toetsingskader ‘Verantwoorde Hulp voor Jeugd’.
De inspectie heeft specifiek getoetst in hoeverre de kernelementen uit het kwaliteitskader van de
commissie Azough aantoonbaar aanwezig zijn binnen de door Kompaan en De Bocht geboden hulp
aan (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel. De inspectie heeft geconstateerd
dat deze kernelementen grotendeels terugkomen in het hulpaanbod van Kompaan en De Bocht.
Verbetering is nodig op het volgende criterium:
- De aanbieder zet gekwalificeerde professionals in.
De inspectie acht de aanbieder in staat om gespecialiseerde jeugdhulp te bieden aan
(vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/ mensenhandel en vertrouwt erop dat Kompaan en De
Bocht concrete verbetermaatregelen doorvoert die aansluiten bij de geconstateerde verbeter- en
aandachtspunten.
De inspectie blijft de ontwikkelingen binnen Kompaan en De Bocht volgen vanuit haar reguliere
toezichtrol.
Inhoudsopgave
1 Inleiding ................................................................................................................ 4
2 Bevindingen ............................................................................................................. 6
Thema 1: Uitvoering hulpverlening ............................................................................... 6
Thema 2: Veiligheid ................................................................................................. 10
Thema 3: Leefklimaat .............................................................................................. 12
Thema 4: Cliëntenpositie .......................................................................................... 15
Thema 5: Bestuurlijke organisatie .............................................................................. 16
Good practices ........................................................................................................ 20
3 Vervolg .............................................................................................................. 21
Bijlage - Verantwoording ................................................................................................ 22
4 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
1 Inleiding
Op verzoek van voormalig staatssecretaris Van Rijn van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport1 doet de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (hierna: de inspectie)
in 2017 onderzoek bij de jeugdhulpaanbieders die gespecialiseerde opvang en hulp bieden aan
slachtoffers van loverboys/mensenhandel.
Eind 2014 verscheen het Actieplan Aanpak meisjesslachtoffers van loverboys/mensenhandel in de
zorg voor jeugd: “Hun verleden is niet hun toekomst”2 van de Commissie Azough
3. Aanleiding voor
het actieplan was dat er nog geen integrale ketenaanpak voor slachtoffers was, hoewel er steeds
meer slachtoffers van loverboys/mensenhandel zijn. Naast het actieplan, en bijhorende producten
zoals een stappenplan voor professionals, heeft de commissie Azough het ‘Kwaliteitskader voor
jeugdhulporganisaties die gespecialiseerde opvang en hulp bieden aan meisjesslachtoffers van
loverboys/mensenhandel’ opgesteld, dat is gebaseerd op het actieplan.4 Dit kwaliteitskader geeft
de aanbieders handvatten voor het bieden van deze gespecialiseerde, residentiële behandeling. De
commissie Azough richt zich met het actieplan en het kwaliteitskader specifiek op
meisjesslachtoffers.5
Voorafgaand aan het toezicht onderzocht de inspectie eerst welke jeugdhulpaanbieders
gespecialiseerde residentiële opvang bieden aan (vermoedelijke) meisjesslachtoffers van
loverboys/mensenhandel. Hier bleek namelijk geen volledig overzicht van te zijn. De inspectie
heeft bij twintig (jeugdhulp)aanbieders, waarvan bekend is dat zij zich op slachtoffers van
loverboys richten, navraag gedaan of en zo ja aan hoeveel minderjarige slachtoffers van loverboys/
mensenhandel zij gespecialiseerde, residentiële hulp bieden. Dertien van de twintig
jeugdhulpaanbieders hebben aangegeven deze hulp te bieden. De jeugdhulpaanbieders gaven aan
dat zij zowel vermoedelijke als daadwerkelijke slachtoffers begeleiden en dat het slachtofferschap
niet altijd is/kan worden vastgesteld. Het toezicht wordt uitgevoerd bij deze dertien
jeugdhulpaanbieders.
In oktober 2017 voerde de inspectie toezicht uit bij Kompaan en De Bocht. Doel van het toezicht
was om te bepalen in hoeverre Kompaan en De Bocht kwalitatief goede gespecialiseerde hulp biedt
aan (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel.
1 Brief van 7 januari 2016, kenmerk 713864.
2 http://www.nji.nl/nl/Download-NJi/Publicatie-NJi/Actieplan-Hun-verleden-is-niet-hun-toekomst.pdf
3 Op initiatief van organisaties aangesloten bij Jeugdzorg Nederland is, met steun van het Ministerie van VWS
en met ondersteuning door Jeugdzorg Nederland, een commissie ingesteld die, onder leiding van een onafhankelijk voorzitter, een bijdrage heeft geleverd aan de verbetering van het hulpaanbod aan (vermoedelijke en potentiële) minderjarige meisjesslachtoffers van loverboys/mensenhandel. 4 http://www.nji.nl/nl/Kwaliteitskader-voor-jeugdhulporganisaties-die-gespecialiseerde-opvang-en-hulp-
bieden.pdf 5 Over de aard en omvang van minderjarige jongens die slachtoffer zijn van loverboys/ binnenlandse
mensenhandel is nog weinig bekend. Regioplan en Shop Den Haag doen in opdracht van VWS onderzoek naar jongensslachtoffers van binnenlandse mensenhandel.
5 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Beschrijving Kompaan en De Bocht
Kompaan en De Bocht is een open instelling die hulpverlening biedt aan kinderen, jongeren,
vrouwen, mannen en gezinnen. De medewerkers van Kompaan en De Bocht begeleiden en helpen
bij (het voorkomen van) opgroei- en opvoedingsproblemen, ontwikkelingsproblemen en
veiligheidsproblemen bij geweld in afhankelijkheidsrelaties. In mei 2017 is de organisatie verhuisd
naar een nieuwe hoofdlocatie: ‘Sterk Huis’. Met het betrekken van dit pand heeft Kompaan en De
Bocht ook haar visie en missie op hulpverlening aangescherpt. ‘Sterk Huis’ staat voor: warme en
veilige opvang, deskundige en innovatieve hulp en werken aan een zelfstandige toekomst door veel
aandacht voor werk en onderwijs.
Binnen haar hulpverleningsaanbod heeft Kompaan en De Bocht specifieke aandacht voor
vrouwenhulpverlening en in het bijzonder voor (vermoedelijke) slachtoffers van
loverboys/mensenhandel. Gespecialiseerde hulp aan deze doelgroep wordt geboden in de
behandelgroep Lima. Op deze groep worden meiden/vrouwen opgevangen in de leeftijd van
veertien tot vierentwintig jaar. Er is plek voor vier (vermoedelijke) slachtoffers van
loverboys/mensenhandel en zes tienermoeders. Tevens zijn er twee crisisplekken. Voor de
behandeling van (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel heeft Kompaan en De
Bocht de methodiek Veilig Lima ontwikkeld. Deze methodiek is ontleend aan de Lima-methodiek,
die wordt gehanteerd in de vrouwenopvang. Kompaan en De Bocht heeft Veilig Lima ter erkenning
voorgelegd aan het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Kompaan en De Bocht is gevestigd in Noord-
Brabant. Als het om veiligheidsredenen nodig is, kunnen slachtoffers uit heel Nederland er terecht
na verwijzing uit de eigen regio.
De zorg van Kompaan en De Bocht aan slachtoffers van loverboys/mensenhandel valt onder het
Landelijk Transitie Arrangement van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
Vanaf 2017 biedt Kompaan en De Bocht ook opvang aan mannelijke slachtoffers van
mensenhandel. De gespecialiseerde zorg aan deze seksespecifieke groep is niet meegenomen in
het toezicht van de inspectie.
Toetsingskader
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het toetsingskader Verantwoorde Hulp voor Jeugd.
Het toetsingskader bestaat uit vijf thema’s: Uitvoering hulp, Veiligheid, Leefklimaat, Cliëntenpositie
en Bestuurlijke organisatie. Elk thema is uitgewerkt in een aantal verwachtingen. Het
toetsingskader is te vinden op: http://toetsingskadervhj.nl.
In het onderzoek maakt de inspectie gebruik van de kernverwachtingen uit het toetsingkader
Verantwoorde Hulp voor Jeugd, maar sluit bij de operationalisatie en de beoordeling hiervan nauw
aan bij de kernelementen, kwaliteitscriteria en indicatoren uit het kwaliteitskader van de commissie
Azough.
6 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
2 Bevindingen
In dit hoofdstuk worden de resultaten van het toezicht naar de kwaliteit van de gespecialiseerde
hulp aan (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel gepresenteerd aan de hand van
de vijf thema’s uit het toetsingskader Verantwoorde Hulp voor Jeugd. Deze thema’s zijn
onderverdeeld in criteria waar verwachtingen onder vallen. Per verwachting geeft de inspectie een
oordeel. Bij de onderbouwing van het oordeel sluit de inspectie nauw aan bij de kernelementen,
kwaliteitscriteria en indicatoren uit het kwaliteitskader van de commissie Azough. Wanneer het
oordeel voldoende is, maar de inspectie op grond van de bevindingen van mening is dat er reden is
voor verbetering, benoemt de inspectie een aandachtspunt.
V Voldoende N.B. Niet beoordeeld
O Onvoldoende O V Gewijzigd in voldoende voor vaststellen rapport
Thema 1: Uitvoering hulpverlening
1.1. Professionals bieden passende hulp
Verwachting Oordeel
1.1.1 Professionals bieden hulp die aansluit bij de relevante ontwikkelgebieden en de
problematiek van de jeugdigen en hun ouders. V
Toelichting:
Bij de behandeling van (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel werken
de medewerkers van Kompaan en De Bocht volgens de Veilig Lima-methodiek. Veilig Lima
is een residentieel behandeltraject van zes maanden, voor meisjes/vrouwen tussen de
veertien en vierentwintig jaar, die (vermoedelijk) slachtoffer zijn van mensenhandel,
jeugdprostitutie of loverboyproblematiek. Behandeling vindt plaats op een open en
seksespecifieke afdeling waar ook tienermoeders verblijven. Kompaan en De Bocht heeft er
bewust voor gekozen om deze vrouwen/meiden op één afdeling te plaatsen. De voordelen
van de combinatie van deze twee doelgroepen liggen besloten in de genderspecifieke
aanpak en de algemene dagelijkse gang van zaken. Zo maakt de aanwezigheid van
kinderen dat het dagelijks leven op de groep meer vergelijkbaar is met een gezinssituatie
en heeft dit een positieve uitwerking op de groepscultuur. De strakke dagstructuur zorgt
daarnaast voor rust en regelmaat op de groep en de kinderen zorgen voor afleiding en
zorgzaamheid. In vijf fasen wordt toegewerkt naar terugkeer in de eigen omgeving of naar
een plek waar de jeugdige haar toekomst wil opbouwen. Veiligheid staat voorop. Hierbij
gaat het zowel om de fysieke veiligheid als om de pedagogische en mentale veiligheid van
de jeugdige. Gedurende de behandeling is er specifieke aandacht voor traumabehandeling,
7 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Verwachting Oordeel
het herstellen en opbouwen van een stevig en veilig netwerk, het zelfbeeld en de
zelfredzaamheid, en voor de omgang met intimiteit, seksualiteit en relaties. Het traject is
toekomstgericht. Zo snel mogelijk na binnenkomst wordt de jeugdige begeleid om naar
buiten te gaan. Er wordt zorgvuldig gekeken hoe de jeugdige een zo veilig mogelijke
toekomst kan opbouwen, waarbij de risico’s op terugval zo klein mogelijk zijn en de
toekomstkansen zo groot mogelijk. Binnen de instelling is een breed palet aan erkende
interventies voorhanden die bij de behandeling kunnen worden ingezet. Ook kan het team
‘Hulp bij Seksueel Misbruik’ (HSM), onderdeel van het Diagnostisch behandel- en
therapiecentrum van Kompaan en De Bocht, ondersteuning bieden in het behandeltraject.
Aandachtspunten:
De inspectie heeft geconstateerd dat er ten tijde van het toezicht sprake was van
wachttijden voor verschillende (interne) therapieën.
1.1.2 Professionals bieden hulp die aansluit bij de achtergrond, eigen mogelijkheden en het
probleemoplossend vermogen van de jeugdigen, hun ouders en hun netwerk. V
Toelichting:
Bij de intake wordt, aan de hand van een vragenlijst, nagegaan in hoeverre de jeugdige
past binnen de Veilig Lima-doelgroep. Bij twijfel vindt overleg plaats met de aan de groep
verbonden gedragswetenschapper. In de eerste twee weken na plaatsing brengen de
ambulant hulpverlener en de aandachtsfunctionaris (mentor) die aan de jeugdige zijn
toegewezen samen met de jeugdige zo goed mogelijk in beeld in welke situatie de jeugdige
verkeert, hoe groot de dreiging is en welke hulpvraag ze heeft. Dit gebeurt aan de hand
van onder andere een risicotaxatie, contact met de politie en eventuele voorinformatie van
andere betrokken hulpverleners. Vanuit het oogpunt van veiligheid controleert de
aandachtsfunctionaris samen met de jeugdige ook haar telefoon- en social media
contacten. In deze nul-fase legt de ambulant hulpverlener contact met het gezin van de
jeugdige en screent haar netwerk.
Medewerkers werken systeemgericht door ouders en het (veilige) netwerk intensief bij de
behandeling te betrekken. In de loop van het traject kan daarvoor binnen het gezin
systeemtherapie en psycho-educatie worden ingezet. Daarbij kijkt de ambulant
hulpverlener ook in hoeverre trauma’s binnen het gezin zijn verwerkt. Tevens maakt hij/zij
met de jeugdige een krachtenanalyse die wordt gebruikt om doelen te bepalen, motivatie
te generen en krachten te ontdekken. Als het de bedoeling is dat een jeugdige na
behandeling terugkeert naar haar ouders wordt intensieve ambulante gezinsbehandeling
(IAG) ingezet. De aandachtsfunctionaris op de groep maakt samen met de jeugdige een
ecogram (schema van het sociaal netwerk) en inventariseert met behulp van een
instrument de steunstructuur en het toekomstbeeld van de jeugdige. Daarbij is ook
aandacht voor de (culturele) achtergrond en levensovertuiging van de jeugdige en haar
ouders.
8 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
1.2. Professionals werken volgens professionele standaarden
Verwachting Oordeel
1.2.1 Professionals werken volgens de richtlijnen van de beroepsgroep. V
Toelichting:
Protocollen en richtlijnen binnen Kompaan en De Bocht zijn vastgelegd in het
kwaliteitshandboek dat voor alle medewerkers (digitaal) toegankelijk is. Medewerkers
geven aan volgens het protocol te handelen bij onder andere weglopen, medicijngebruik en
incidenten. Medewerkers kennen daarnaast ook de gedragscode en het bejegeningsprofiel
van Kompaan en De Bocht. Op de Veilig Lima-groep is de methodiek Veilig Lima leidend in
de werkwijze van de medewerkers.
De medewerkers benoemen dat zij elkaar aanspreken op hun gedrag naar de jeugdigen.
Medewerkers spreken bijvoorbeeld onderling over het onderwerp afstand en nabijheid en
de dilemma’s die ze hierbij ervaren. Knelpunten worden besproken op de groep of tijdens
een teamvergadering in aanwezigheid van de ambulant hulpverlener en de
gedragswetenschapper.
1.2.2 Professionals werken doelgericht en planmatig. V
Toelichting:
De medewerkers van Kompaan en De Bocht werken doelgericht en planmatig. De basis
hiervan ligt bij de Veilig Lima-methodiek. Om de doelen te behalen onderscheidt deze
methodiek vijf fasen die gestructureerd doorlopen moeten worden. Na de nul-fase, waarin
veel aandacht is voor het in kaart brengen van de veiligheidsrisico’s vindt een
evaluatiegesprek plaats waarin samen met de jeugdige en haar ouders in grote lijnen de
doelen binnen het behandeltraject worden afgestemd. Op basis van dit gesprek maakt de
ambulant hulpverlener binnen zes weken een cliëntplan waarin de langetermijndoelen zijn
beschreven. De aandachtsfunctionaris levert input voor het plan door aan te geven hoe de
ontwikkeling van de jeugdige op de groep verloopt. Het cliëntplan wordt vastgesteld door
de (geregistreerde) gedragswetenschapper. Naast het cliëntplan wordt er een actieplan
opgesteld waarin de kortetermijndoelen en afspraken met betrokkenen zijn opgenomen.
Tot slot is er op de groep een daglijst waarop de aandachtsfunctionarissen in samenspraak
met de jeugdige de persoonlijke werkdoelen beoordelen.
Elke zes weken vindt, in aanwezigheid van jeugdige, ouders en betrokken hulpverleners,
een evaluatie van de doelen plaats. Tijdens deze WAP (Wensen, Ambities, Passies)-
bespreking worden de doelen besproken en, indien gewenst, bijgesteld. Terwijl de
gedragswetenschapper eindverantwoordelijk is voor de behandeling, is het bewaken van
de voortgang van de behandeling en de realisatie van de doelen een gezamenlijke taak
voor de gedragswetenschapper, de ambulant hulpverlener en de aandachtsfunctionaris.
Kwaliteitsborging vindt plaats via het (tweewekelijkse) werkoverleg tussen de ambulant
hulpverlener en de gedragswetenschapper, en tijdens de tweewekelijkse teamvergadering.
Aandachtspunt:
Kompaan en De Bocht maakt (nog) geen gebruik van een cliëntplan waarin behandeling,
therapie, dagbesteding en onderwijs geïntegreerd zijn opgenomen.
9 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
1.3. Professionals betrekken jeugdigen en hun ouders bij de hulp
Verwachting Oordeel
1.3.1 Professionals werken met een plan dat door of in overleg met jeugdigen en hun ouders
is opgesteld. V
Toelichting:
Het cliëntplan fungeert als onderlegger voor het gehele Veilig Limatraject en is evenals
het actieplan een co-productie van medewerkers, jeugdige en ouders. De jeugdige
bepaalt in samenspraak met haar ouders en de betrokken medewerkers van Kompaan
en De Bocht welke doelen zij wil behalen. Ouders en jeugdige zijn in principe altijd
aanwezig bij de evaluatiebesprekingen. De ambulant hulpverlener heeft daarnaast
wekelijks contact met de ouders. Indien gewenst vindt er op initiatief van de ambulant
hulpverlener een netwerkberaad plaats.
1.3.3 Professionals bejegenen jeugdigen en hun ouders met respect en nemen hen serieus bij
de uitvoering van de hulp. V
Toelichting:
De jeugdigen geven aan dat de medewerkers van Kompaan en De Bocht hen respectvol
bejegenen. Zowel ouders als jeugdigen kunnen op verschillende momenten hun mening
over de uitvoering van de hulp geven. Dat kan bijvoorbeeld tijdens de wekelijkse
belmomenten waarbij de ambulant hulpverlener de ouders op de hoogte brengt van de
voortgang van de hulp. Ook kunnen ouders en jeugdige hun mening geven tijdens de
verschillende evaluatiemomenten. In het cliëntplan wordt de mening van ouders en
jeugdige expliciet vastgelegd. Tot slot kunnen ouders invloed uitoefenen door zich aan te
melden voor de cliëntenraad jeugdzorg. De cliëntenraad behartigt de belangen van
ouders waarvan de jeugdigen bij Kompaan en De Bocht verblijven of behandeld worden.
1.3.4 Professionals zorgen ervoor dat de jeugdigen contact kunnen (onder)houden met hun
ouders en hun netwerk. V
Toelichting:
Vanuit het systeemgericht werken is het contact tussen jeugdige, ouders en sociaal
netwerk geborgd. Medewerkers zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid om deze
contacten te stimuleren. Het actief betrekken van het netwerk is een belangrijk
onderdeel van de Veilig Lima-methodiek en is voor een groot deel belegd bij de
ambulant hulpverlener.
10 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
1.4. Professionals stemmen af met de bij de jeugdigen en hun ouders
betrokken instanties
Verwachting Oordeel
1.4.1 Professionals stemmen het plan af met de plannen van overige betrokken instanties. V
Toelichting:
De medewerkers van Kompaan en de Bocht werken nauw samen met hun vaste
contactpersonen bij de (zeden)politie, bijvoorbeeld bij vermissing, acute onveiligheid of bij
het inwinnen van relevante informatie. Vanuit haar regierol in het behandeltraject
onderhoudt Kompaan en De Bocht korte lijnen met instellingen op het gebied van
gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en met de regionale
wijkteams. Als er een (gezins)voogd betrokken is dan is deze ook aanwezig bij de
evaluatiebesprekingen. Op het moment dat de hulpverlening van de jeugdige op de Veilig
Lima-groep is afgerond, zorgen de medewerkers voor een warme overdracht richting de
vervolgvoorziening. De aandachtsfunctionarissen en/of ambulant hulpverleners bieden in
de regel nog twee maanden na afronding van de behandeling nazorg aan de jeugdige en
haar gezin. De intensiteit van deze nazorg is afhankelijk van de behoefte van het gezin en
de eventuele vervolgvoorziening waar de jeugdige naar toe gaat.
Aandachtspunt:
Het contact met de buitenregionale wijkteams verloopt over het algemeen moeizaam. De
inspectie is van mening dat Kompaan en De Bocht de wijkteams op hun
verantwoordelijkheid tot actieve samenwerking mag aanspreken.
Thema 2: Veiligheid
2.1. Professionals houden goed zicht op de veiligheid van jeugdigen
Verwachting Oordeel
2.1.1 Professionals hebben een actueel beeld van de veiligheid van de jeugdigen. V
Toelichting:
De Veilig Lima-groep bevindt zich in een afgeschermde vleugel van het ‘Sterk Huis’. De
aangrenzende ‘healing garden’ waar de jeugdigen van Veilig Lima overdag kunnen
verpozen is ook volledig afgesloten voor de buitenwereld. De afdeling zelf is afgesloten
voor bezoek van buiten en er is cameratoezicht bij de ingang. Bezoekers moeten zich
melden bij de receptie en mogen, na toestemming en op afspraak, naar de afdeling.
Medewerkers weten waar de jeugdigen zich bevinden en hebben, ook vanuit hun
kantoorruimte, goed zicht op eventuele bezoekers. Overdag staan er standaard twee
medewerkers op de groep, ’s nachts heeft één medewerker slaapdienst en is er in het
gebouw beveiliging aanwezig.
De jeugdigen weten hoe het toezicht geregeld is en geven aan dat zij zich veilig voelen op
11 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Verwachting Oordeel
de groep. In de eerste weken na opname mag de jeugdige niet naar buiten. Vrijheden
worden vervolgens uitgebreid waarbij het de jeugdige van Veilig Lima, vanwege het open
karakter van de instelling, vrijstaat om de instelling te verlaten. Indien de jeugdigen een
externe opleiding volgen dan worden er duidelijke afspraken met school gemaakt zodat de
mentor altijd op de hoogte is van de aan- of afwezigheid van de jeugdige op school.
2.1.2 Professionals schatten de veiligheidsrisico’s van de jeugdigen systematisch in. V
Toelichting:
Voor alle jeugdigen brengt de ambulant hulpverlener bij aanvang van de hulp de
risicofactoren in kaart. Met behulp van een gestructureerd screeningsinstrument maakt
hij/zij een risicotaxatie. Ten aanzien van de inschatting van de veiligheid in de thuissituatie
of bij logeermomenten maakt hij/zij gebruik van de Lirik. Bij veranderde omstandigheden
wordt wederom een risicotaxatie gedaan met behulp van het screeningsinstrument.
Aandachtspunt:
Om de risico’s in te schatten van (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel
op de Veilig Lima-groep maken de medewerkers van Kompaan en De Bocht geen gebruik
van RIS-L, terwijl dit instrument specifiek gericht is op de risico’s voor deze doelgroep.
2.1.3 Professionals beoordelen de veiligheidsrisico’s in multidisciplinair verband. V
Toelichting:
Veiligheidsrisico’s worden in eerste instantie door de ambulante hulpverlener, in
afstemming met de aandachtsfunctionaris, ingeschat. Als er sprake is van grote
veiligheidsrisico’s (code rood), bijzonderheden of gerichte twijfel (code oranje) dan wordt
standaard de gedragswetenschapper geraadpleegd.
2.2. Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor jeugdigen
Verwachting Oordeel
2.2.1 Professionals bepalen mede op basis van de veiligheidsrisico’s de in te zetten hulp. V
12 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Verwachting Oordeel
Toelichting:
Bij signalen van onveiligheid hanteren de medewerkers van Kompaan en De Bocht de
meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. De conclusies uit de risicotaxatie
worden overgenomen in het cliëntplan van de jeugdige. Op basis van de uitkomsten van de
risicotaxatie wordt in overleg met de jeugdige en haar ouders de in te zetten hulp bepaald.
In het cliëntplan en het actieplan staat vermeld welke hulp wordt geboden in relatie tot de
risicotaxatie. Wanneer er voldoende zicht is op de veiligheidsrisico’s worden de vrijheden
van de jeugdige waar mogelijk en volgens een vaste fasering uitgebreid. Hiervoor wordt
samen met de jeugdige een veiligheidsplan gemaakt.
Middels verschillende workshops besteden de medewerkers op de groep aandacht aan het
beperken van risicovol gedrag, onder andere op het gebied van het gebruik van internet en
social media. Tevens maken de aandachtsfunctionarissen voor de jeugdigen een
signaleringsplan, het ‘lekker in je vel’- schema.
2.2.2 Professionals bewaken de gemaakte afspraken over het beperken van veiligheidsrisico’s. V
Toelichting:
De aandachtsfunctionaris bewaakt de afspraken over het beperken van de
veiligheidsrisico’s van de jeugdige. De gedragswetenschapper houdt overstijgend zicht op
deze afspraken. De op individueel niveau gemaakte veiligheidsafspraken worden
vastgelegd in een afsprakenlijst die op kantoor door de dienstdoende
aandachtsfunctionarissen kan worden ingezien.
2.2.3 Professionals treden bij acute onveiligheid actief op. V
Toelichting:
In geval van een onveilige situatie, bijvoorbeeld bij onttrekking van een jeugdige, weten de
medewerkers van Kompaan en De Bocht hoe zij moeten handelen. Zij volgen in dat geval
het wegloopprotocol en hebben direct contact met de politie, de ouders en eventueel de
jeugdbeschermer. Als er bij terugkomst een vermoeden is van seksuele contacten tijdens
het weglopen, dan is soms medische zorg vereist. Kompaan en De Bocht heeft hiervoor
concrete afspraken gemaakt met de vaste huisarts. Ook wordt in dergelijke gevallen het
HSM-team ingezet, dat individuele hulp na seksueel misbruik biedt in de vorm van
gesprekken met de jeugdige.
Thema 3: Leefklimaat
3.1. De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit
Verwachting Oordeel
3.1.1 De leefomgeving is schoon, passend en veilig. V
13 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Verwachting Oordeel
Toelichting:
De jeugdigen zijn over het algemeen tevreden over hoe hun groep is ingericht. Ze
verblijven op een nieuwe en ruim opgezette afdeling die is ingericht naar de eisen en
wensen van de doelgroep. De leefruimtes zien er schoon uit, zijn huiselijk ingericht en zijn
voorzien van verschillende spelmaterialen. De jeugdigen mogen hun kamer zelf aankleden
en persoonlijk maken. Toilet en douche delen ze met één andere jeugdige. Een kook/
werkbegeleider assisteert de jeugdigen bij het koken, het schoonhouden van hun kamer en
bij de hun toebedeelde (corvee)taken.
Kompaan en De Bocht heeft diverse maatregelen genomen om de fysieke veiligheid voor
de jeugdigen en de brandveiligheid op de groepen te borgen. Zo is er een noodplan in het
geval van een ontruiming, zijn er brandoefeningen op locatie en zijn medewerkers BHV-
geschoold.
3.2. Het leefklimaat is passend bij de jeugdigen
Verwachting Oordeel
3.2.1 Het leefklimaat past bij de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de jeugdigen. V
Toelichting:
Op de afdeling wordt een vaste dag- en weekstructuur aangehouden. Elke jeugdige heeft
daarnaast een op maat gesneden dagprogramma. Daarbij staat het volgen van onderwijs
of andere passende dagbesteding centraal. In hun vrije tijd hebben de jeugdigen de
mogelijkheid om verschillende activiteiten te doen op de groep zoals knutselen, tv kijken,
spelletjes doen of cake bakken. In de ‘healing garden’ kunnen de jeugdigen zich
terugtrekken als ze daar zin in hebben of tot rust willen komen. Tijdens de vakanties
zorgen de aandachtsfunctionarissen voor een afwisselend activiteitenprogramma.
3.2.2 De dagelijkse routine en de huisregels dragen bij aan de ontwikkeling van de jeugdigen. V
Toelichting:
De jeugdigen kennen de dagelijkse routine en weten welke huisregels er op de Veilig Lima-
groep gelden. Jeugdigen benoemen bijvoorbeeld dat er afspraken zijn over rooktijden, het
uitvoeren van taken en het niet aan elkaars spullen zitten. Op het prikbord van de afdeling
hangt een uitgewerkt schema met een verdeling van de individuele taken. Via de
individuele gesprekken met hun aandachtsfunctionaris en via de jongerenraad hebben de
jeugdigen invloed op de dagelijkse gang van zaken op de groep.
3.2.3 Jeugdigen leiden een voor hen zo gewoon mogelijk leven, inclusief onderwijs en
vrijetijdsbesteding. V
Toelichting:
Op de locatie wordt onderwijs aangeboden in een digitale leeromgeving: ‘Leren op afstand
(LOA). Daarbij volgen de jeugdigen in een homogene meidengroep hun individuele
lesprogramma via skype. LOA biedt ook mogelijkheden voor andere vormen van
dagbesteding of toekomstverkennning (bijvoorbeeld het doen van een beroepskeuzetest).
14 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Verwachting Oordeel
Als het in het kader van hun veiligheid mogelijk is, kunnen de jeugdigen extern onderwijs
volgen in de directe omgeving van Kompaan en De Bocht. Kompaan en De Bocht beschikt
ook over interne werkervaringsplekken (bijvoorbeeld de coffeecorner en de interne winkel)
waar de jeugdigen bepaalde kennis en vaardigheden kunnen opdoen.
Medewerkers stimuleren de jeugdigen om te sporten. Daarvoor kunnen de jeugdigen van
Veilig Lima bijvoorbeeld terecht in een lokaal zwem- en fitnesscentrum waar ze anoniem,
begeleid en zonder contact met anderen kunnen sporten. Jeugdigen geven aan dat de
aandachtsfunctionarissen hun best doen om tegemoet te komen aan de wensen van de
jeugdige als het gaat om vrijetijdsbesteding.
De jeugdigen kunnen terecht bij een huisarts en tandarts waar Kompaan en De Bocht
vaste werkafspraken mee heeft gemaakt. Als jeugdigen liever bij hun eigen huis- of
tandarts willen blijven is dat bespreekbaar.
Aandachtspunt:
Tijdens het toezicht constateerde de inspectie dat een jeugdige drie weken na binnenkomst
nog geen gebruik kon maken van een zinvolle dagbesteding of onderwijs.
3.3. Professionals hebben een respectvolle houding naar de jeugdigen
Verwachting Oordeel
3.3.2 Professionals hebben tijd en aandacht voor de jeugdigen. V
Toelichting:
De medewerkers van Kompaan en De Bocht werken op basis van een positief pedagogisch
basisklimaat. Hun houding wordt gekenmerkt door onvoorwaardelijke steun, een
respectvolle bejegening en wederzijds vertrouwen. De jeugdigen waarderen hun inzet.
Elke dag zijn er vaste groepsmomenten waarin de aandachtsfunctionarissen hun best doen
om een huiselijke sfeer te creëren. Tijdens zo’n moment vindt er vaak een ‘rondje positieve
dingen’ plaats. Als een jeugdige uitstroomt bij Kompaan en De Bocht dan wordt royaal de
tijd genomen voor afscheid, inclusief slingers en als afscheidcadeau een fotoboek waar
iedereen iets in schrijft. Op het kantoor van de medewerkers hangt een collage van foto’s
van jeugdigen die op de groep verblijven of verbleven. Ook plakken de medewerkers
regelmatig ‘complimentbriefjes’ op de deur van de jeugdigen en worden de jeugdigen
beloond met muntjes als ze bepaalde werkdoelen goed hebben afgerond. De muntjes
kunnen ze vervolgens inleveren voor een cadeau(tje).
3.3.5 Professionals respecteren de privacy van de jeugdigen. V
Toelichting:
Medewerkers op de Veilig Lima-groep geven aan dat ze bewust en zorgvuldig met de
privacy van de jeugdigen omgaan. Als voorbeeld noemen ze: eerst op de kamerdeur van
de jeugdige kloppen alvorens naar binnen te gaan en niet ongevraagd post van de
jeugdige openen. Van de mannelijke groepsleiding wordt verwacht dat deze extra alert is
15 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
als het gaat om het respecteren van de privacy van de jeugdigen, bijvoorbeeld bij het
betreden van een kamer of het afnemen van urinecontroles. Jeugdigen hebben een eigen
‘druppel’ waarmee ze kun kamer kunnen afsluiten. Verder zijn de lades en kasten op hun
kamer afsluitbaar zodat ze daar veilig hun persoonlijke spullen kunnen opbergen.
Thema 4: Cliëntenpositie
4.1. De aanbieder geeft de jeugdigen en hun ouders de mogelijkheid om
voor hun individuele belangen op te komen
Verwachting Oordeel
4.1.1 De aanbieder onderneemt actie indien jeugdigen en/of hun ouders aangeven ontevreden te
zijn over de geboden hulp. V
Toelichting:
Aandachtsfunctionarissen en ambulant hulpverleners zijn alert op tekenen van onvrede bij
de jeugdigen of hun ouders. Zij doen hun best om eventuele problemen in onderling
overleg op te lossen. Indien gewenst kunnen de jeugdigen of hun ouders een klacht
voorleggen aan de teamcoördinator of de clustermanager.
4.1.2 Jeugdigen en hun ouders kunnen gebruikmaken van een onafhankelijke
vertrouwenspersoon. V
Toelichting:
Elke vier weken komt een cliëntvertrouwenspersoon op de (Veilig) Lima-groep. Informatie
over haar staat op het prikbord op de groep en in de cliëntmap die elke jeugdige bij
binnenkomst krijgt.
Aandachtspunt:
De inspectie heeft geconstateerd dat de cliëntvertrouwenspersoon wordt ingehuurd door
Kompaan en De Bocht. Dit heeft als risico dat zij niet geheel onafhankelijk is. Op grond van
de Jeugdwet is de gemeente de bevoegde autoriteit om een vertrouwenspersoon in te
stellen. De gemeente moet ervoor zorgen dat de vertrouwenspersoon voor alle cliënten
bekend en gemakkelijk toegankelijk is. Kompaan en de Bocht heeft zich ingespannen om
een onafhankelijke vertrouwenspersoon in te huren voor zowel de minderjarge als de
meerderjarige cliënten van het zogeheten cluster Geweld in Afhankelijkheidsrelaties. Dit is
voor de meerderjarige cliënten echter niet gelukt. Daarom heeft Kompaan en de Bocht
ervoor gekozen om de huidige cliëntvertrouwenspersoon in te huren voor beide groepen
cliënten van dit cluster.
4.1.3 Jeugdigen en hun ouders kunnen een klacht indienen bij een onafhankelijke
klachtencommissie. Informatie hierover is terug te vinden in de cliëntmap en op de website
van Kompaan en De Bocht.
V
16 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Thema 5: Bestuurlijke organisatie
5.1. De aanbieder voert systematisch kwaliteitsmanagement uit Verwachting Oordeel
5.1.1 De aanbieder heeft een visie op hoe zij verantwoorde hulp biedt.
V
Toelichting:
Kompaan en De Bocht heeft haar visie op hoe zij verantwoorde hulp biedt aan
(vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel vastgelegd in de Veilig Lima-
methodiek. Het hoofddoel van Veilig Lima is dat een jeugdige haar eigen veiligheid
waarborgt en zelf de regie neemt bij haar persoonlijke ontwikkeling en de inzet van
hulpbronnen om zo te kunnen participeren in de maatschappij. Subdoelen zijn gekoppeld
aan zeven kerngebieden: veiligheid, trauma, netwerk, zelfbeeld, intimiteit/seksualiteit en
relaties, zelfredzaamheid en toekomst. Voor het behalen van de doelen maken
medewerkers gebruik van een combinatie van erkende behandelinterventies passend bij de
kerngebieden. Om verandering mogelijk te maken wordt allereerst ingestoken op het
stoppen van de directe onveiligheid. Daarnaast wordt actief ingezet op stabilisatie van
trauma en traumaverwerking, versterking van het veilige netwerk en het versterken van
het zelfbeeld van de jeugdige. Veilig Lima stimuleert jeugdigen om zelfstandig keuzes te
maken ten aanzien van hun toekomstperspectief; hierbij hanteren de medewerkers een op
kracht gerichte benadering.
5.1.4 De aanbieder registreert en analyseert incidenten en voert naar aanleiding van de analyse
verbeteringen door. V
Toelichting:
Pedagogisch medewerkers registreren incidenten, volgens protocol, in een
incidentenformulier. Dit formulier wordt naar de clustermanager gestuurd en wordt
ingezien door de gedragswetenschapper, de teamcoördinator en de ambulant hulpverlener.
Indien nodig worden direct maatregelen genomen. Voor bij het incident betrokken
medewerkers bestaat de mogelijkheid om zich voor nazorg aan te melden bij het
bedrijfsongevallenteam (BOT). De kwaliteitsfunctionaris van Kompaan en De Bocht
verzamelt en analyseert de incidenten en maakt een incidentenrapportage. Aan de hand
van deze instellingsbrede rapportage worden trends gesignaleerd en verbeteringen
doorgevoerd.
Aandachtspunt:
Incidenten worden niet altijd (na)besproken in de teamvergadering. Ook de terugkoppeling
van de geaggregeerde incidentenanalyse naar de medewerkers behoeft aandacht.
17 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
5.2. De aanbieder zet gekwalificeerde professionals in
Verwachting Oordeel
5.2.1 De aanbieder werkt met geregistreerde professionals, tenzij de inzet van een niet
geregistreerde professional niet afdoet aan de kwaliteit van hulp of noodzakelijk is voor de
kwaliteit. O
Toelichting:
Het Kwaliteitskader Jeugd geldt als veldnorm voor de verantwoorde werktoedeling binnen
de jeugdhulp. Hierin staat onder meer dat jeugdhulp moet worden uitgevoerd door SKJ-
geregistreerde professionals indien de hulp gericht is op complexe problematiek en
specifieke kennis en vaardigheden vereist.
Het aanbod van Kompaan en De Bocht op de Veilig Lima-groep betreft een
gespecialiseerde behandeling aan jeugdigen die (mogelijk) slachtoffer zijn van loverboys/
mensenhandel en voldoet aan bovengenoemde criteria uit het Kwaliteitskader Jeugd. Om
die reden vraagt ook de dagelijkse hulp aan de jeugdigen op deze groep om de expertise
van geregistreerde professionals, eventueel naast de inzet van niet-geregistreerde
pedagogisch medewerkers.
Bij Kompaan en De Bocht is de (geregistreerde) gedragswetenschapper verantwoordelijk
voor de behandeling; zij stelt onder meer het cliëntplan vast voor de jeugdigen. Ook de
therapeutische interventies en ambulante begeleiding worden uitgevoerd door
geregistreerde professionals. Echter, bij de Veilig Lima-groep van Kompaan en De Bocht
wordt de dagelijkse hulp op de groep volledig uitgevoerd door niet-geregistreerde
pedagogisch medewerkers. Kompaan en De Bocht heeft voor de inspectie niet aannemelijk
gemaakt waarom deze afwijking van het Kwaliteitskader Jeugd niet leidt tot verlies van
kwaliteit bij de behandeling op de homogene groep. De inspectie verwacht dat Kompaan
en De Bocht een onderbouwde keuze maakt voor de verhouding tussen het aantal
geregistreerde en niet-geregistreerde pedagogisch medewerkers op deze groep, passend
bij de complexiteit van de problematiek van de jeugdigen.
5.2.2 De aanbieder zet professionals in die aantoonbaar zijn geschoold voor de functie die zij
uitoefenen. O
Toelichting:
Ondanks de aanwezigheid van een strategisch opleidingsplan en een groot intern
trainingsaanbod is de inspectie van mening dat Kompaan en De Bocht meer kan investeren
in de scholing en begeleiding van medewerkers op de Veilig Lima-groep.
Uit het toezicht komt naar voren dat, door recente personeelswisselingen, relatief veel
onervaren medewerkerkers op de Veilig Lima-groep werkzaam zijn, zonder specifieke
kennis en kunde in het begeleiden en behandelen van de complexe doelgroep. Verder is
gebleken dat met name kennis van de behandelmethodiek, traumaverwerking en de
onderliggende problematiek van (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel
wordt gemist. Tijdens een recente studiedag is, volgens medewerkers, gebleken dat
(nieuwe) medewerkers behoefte hebben aan meer scholing en begeleiding in het omgaan
met de complexe doelgroep op de Veilig Lima-groep.
18 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
5.2.3 De aanbieder biedt professionals de mogelijkheid kennis en vaardigheden actueel te
houden.
V
Toelichting:
De Steeds Sterker Academie van Kompaan en De Bocht biedt medewerkers diverse
(scholings)mogelijkheden, zoals trainingen, cursussen en workshops. Ook kunnen
medewerkers het team HSM inroepen voor inhoudelijke ondersteuning op het gebied van
seksueel misbruik.
Aandachtspunt:
In tegenstelling tot de ambulant hulpverleners hebben de aandachtsfunctionarissen geen
intervisiebijeenkomsten met elkaar. Wel kunnen zij hun vragen en dilemma’s inbrengen
tijdens het tweewekelijkse teamoverleg waar ook casuïstiek besproken wordt.
5.3. De aanbieder voldoet aan de geselecteerde nalevingsnormen
Verwachting Oordeel
5.3.1 De aanbieder beschikt over de Verklaring Omtrent het Gedrag van personen die structureel
contact hebben met de jeugdigen en hun ouders. V
Toelichting:
Alle door de inspectie onderzochte personeelsdossiers beschikken over een geldige en
actuele VOG.
Aandachtspunt:
Tijdens het toezicht bleek dat van twee medewerkers de VOG enkele weken na
indiensttreding is afgegeven. De inspectie benadrukt dat Kompaan en de Bocht bij
indiensttreding van een medewerker dient te beschikken over een geldige en actuele VOG.
De VOG moet betrekking hebben op de functie en mag bij indiensttreding niet ouder zijn
dan drie maanden.
5.3.2 De aanbieder heeft een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. V
Toelichting:
Medewerkers van Kompaan en De Bocht zijn bekend met de meldcode, handelen volgens
de meldcode en zijn hierin getraind.
5.3.3 De aanbieder past geen vrijheidsbeperkende maatregelen toe op jeugdigen zonder
rechterlijke machtiging gesloten jeugdhulp (of BOPZ) tenzij er sprake is van een
noodsituatie. V
Toelichting:
Op de (Veilig) Lima-groep maakt Kompaan en De Bocht afspraken met de jeugdige en haar
ouders die een vrijheidsbeperkend karakter hebben. Zo wordt bij de start van de
behandeling de mobiele telefoon en/of i-pad van de jeugdige ingenomen, vindt er
19 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
urinecontrole plaats en zijn er beperkende (individuele) afspraken over verlof en het
gebruik van internet en social media. Kompaan en De Bocht ziet dit als maatregelen die
passen in de beginfase van de behandeling van de specifieke doelgroep die op de Veilig
Lima-groep verblijft en die nodig zijn om de veiligheid te borgen. Hierover worden de
jeugdigen en hun ouders duidelijk geïnformeerd tijdens de intake en worden afspraken
vastgelegd in de cliëntplannen. Jeugdigen kunnen altijd, onder begeleiding van de mentor,
contact onderhouden met hun ‘veilige’ netwerk. Afhankelijk van de fase van behandeling
krijgen de jeugdigen hun vrijheden weer terug. Dit wordt individueel bepaald.
Aandachtspunt:
Vrijheidsbeperkende maatregelen, die Kompaan en De Bocht vanwege de veiligheid van de
jeugdigen neemt, mogen alleen worden toegepast met instemming van de jeugdige, ook
op het moment van de toepassing zelf (tenzij er sprake is van een noodsituatie).
Medewerkers van Kompaan en De Bocht dienen altijd op individueel niveau af te wegen in
hoeverre toepassing van deze maatregelen noodzakelijk is, of er alternatieven zijn en welk
doel met de beperking wordt beoogd. Indien in een noodsituatie toepassing van
vrijheidsbeperkende maatregelen noodzakelijk is gebleken, dient na deze situatie opnieuw
te worden beoordeeld of een machtiging gesloten jeugdhulp (of machtiging BOPZ)
aangevraagd dient te worden. De beoordeling, inclusief de visie van de jeugdige, moet
worden opgenomen in het dossier van de jeugdige.
5.3.4 De aanbieder past geen vrijheidsontneming toe op jeugdigen zonder rechterlijke
machtiging gesloten jeugdhulp (of BOPZ). V
Toelichting:
Kompaan en De Bocht past geen vrijheidsontneming toe op jeugdigen. Als de veiligheid dit
toelaat kan een jeugdige de instelling verlaten wanneer ze wil. Om impulsief
wegloopgedrag te ontmoedigen wordt wel een aantal bewuste blokkades opgeworpen. Om
het pand te verlaten heeft een jeugdige bijvoorbeeld een pasje nodig en kan zij niet
ongezien het pand verlaten. Als een jeugdige echt weg wil wordt zij niet fysiek
tegengehouden. Wel proberen de medewerkers haar te overtuigen om terug te keren naar
de instelling.
5.4. De aanbieder zorgt voor jeugdhulp in samenhang met andere hulp
Verwachting Oordeel
5.4.1 De aanbieder heeft samenwerkingsafspraken met haar ketenpartners vastgelegd. V
Toelichting:
Kompaan en De Bocht heeft samenwerkingsafspraken met diverse regionale en landelijke
ketenpartners op het gebied van GZ, GGZ en verslavingszorg. Ook zijn de afspraken met
de (regionale) politie vastgelegd in verschillende protocollen. Voorbeelden hiervan zijn het
vermissingsprotocol en het protocol rondom het verstrekken van informatie. Op uitvoerend
niveau zijn er werkafspraken met (regionale) wijkteams en wijkagenten.
20 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Verwachting Oordeel
Aandachtspunt:
Kompaan en De Bocht doet nog weinig meldingen van (vermoedelijke) slachtoffers van
loverboys/ mensenhandel bij CoMensha.6 Jeugdigen en hun ouders staan hier niet altijd
voor open. De inspectie verwacht dat Kompaan en De Bocht hierin actiever handelt.
Good practices
De inspectie constateerde enkele goede voorbeelden bij Kompaan en De Bocht waar zij door
opname in dit rapport andere aanbieders op wil wijzen.
• De workshop ‘IK-monument’ heeft als doel om het zelfbeeld van de jeugdige positief te
beïnvloeden. Met behulp van fotografie wordt een ‘IK’-monument gemaakt waarin mooie
foto’s en complimenten zijn opgenomen. Dit gebeurt aan de hand van individuele
fotoshoots of fotosessies in kleine groepen, waarin de jeugdigen ook leren hoe zij kunnen
overkomen op een foto. In de kantoorruimte op de groep hangt inmiddels een ‘wall of
fame’ met foto’s van jeugdigen die op de Veilig Lima-groep verblijven of verbleven.
Ook op andere gebieden kunnen medewerkers van Veilig Lima gebruik maken van een
breed scala aan workshops. Voorbeelden zijn: ‘Mijn muziekapotheek’ (emotieregulatie) of
‘Selfie’ (veiligheid).
• Kompaan en De Bocht biedt interne werkervaringsplekken voor jeugdigen die binnen de
veiligheid van de instelling hun dagbesteding willen vormgeven. Daarnaast zijn er
afspraken met een lokaal zwem- en fitnesscentrum gemaakt zodat kwetsbare jeugdigen de
mogelijkheid hebben om begeleid, anoniem en gescheiden van anderen te kunnen sporten.
• Het team Hulp bij Seksueel Misbruik (HSM) biedt hulp aan jeugdigen en (inhoudelijke)
ondersteuning aan medewerkers van Kompaan en De Bocht. De hulp aan jeugdigen kan
bestaan uit individuele hulpverlening na seksueel misbruik en/of deelname aan een
verwerkingsgroep (lotgenotencontact) voor seksueel misbruikte meisjes en vrouwen. De
problematiek en behoeften van (vermoedelijke) slachtoffers van jeugdprostitutie blijkt zeer
nauw gerelateerd aan misbruikproblematiek en de behoefte aan lotgenotencontact. Tijdens
de lotgenotencontactgroep worden niet zozeer de traumatische gebeurtenissen met elkaar
gedeeld, maar wordt aan de hand van verschillende thema’s op het gebied van intimiteit,
seksualiteit en relaties met elkaar gesproken, informatie uitgewisseld, ervaringen gedeeld
en geoefend.
6 CoMensha, het Coördinatiecentrum Mensenhandel, is het landelijk meldpunt voor de centrale aanmelding,
plaatsing en registratie van slachtoffers van mensenhandel. Doel van het melden van (vermoedelijke)
slachtoffers van loverboys/ mensenhandel bij CoMensha is om hiermee een bijdrage te leveren aan een
adequate registratie van aantallen en aard van deze slachtoffers in de zorg voor jeugd. Het melden bij
CoMensha is een van de kernelementen uit het kwaliteitskader van de commissie Azough. Het melden bij
CoMensha vindt alleen plaats met uitdrukkelijke toestemming van jeugdige (16+) of ouders/voogd en conform
de handreiking voor melden bij CoMensha. Indien geen uitdrukkelijke toestemming wordt gegeven vindt geen
melding plaats bij CoMensha.
21 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
3 Vervolg
Kompaan en De Bocht voldeed op het moment van het toezicht aan 31 van de 33 onderzochte
verwachtingen uit het toetsingskader ‘Verantwoorde Hulp voor Jeugd’.
De inspectie heeft specifiek getoetst in hoeverre de kernelementen uit het kwaliteitskader van de
commissie Azough aantoonbaar aanwezig zijn binnen de door Kompaan en De Bocht geboden hulp
aan (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/mensenhandel. De inspectie heeft geconstateerd
dat deze kernelementen grotendeels terugkomen in het hulpaanbod van Kompaan en De Bocht.
Verbetering is nodig op het volgende criterium:
- De aanbieder zet gekwalificeerde professionals in.
De inspectie acht de aanbieder in staat om gespecialiseerde jeugdhulp te bieden aan
(vermoedelijke) slachtoffers van loverboys/ mensenhandel en vertrouwt erop dat Kompaan en De
Bocht concrete verbetermaatregelen doorvoert die aansluiten bij de geconstateerde verbeter- en
aandachtspunten.
De inspectie blijft de ontwikkelingen binnen Kompaan en De Bocht volgen vanuit haar reguliere
toezichtrol.
22 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
Bijlage - Verantwoording
De inspectie voerde het toezicht bij Kompaan en De Bocht uit op 30 oktober 2017. Om tot een
gefundeerd oordeel te komen, gebruikte de inspectie voor het toezicht verschillende
informatiebronnen. De informatie uit deze bronnen is met elkaar vergeleken en gewogen. Voor het
toezicht zijn de volgende bronnen betrokken:
• Een korte presentatie door de instelling;
• Gestructureerde interviews met:
o Een clustermanager, een beleidsmedewerker en een gedragswetenschapper;
o Twee pedagogisch medewerkers;
o Een gedragswetenschapper;
• De check van twaalf dossiers op de aanwezigheid van de Verklaring Omtrent het Gedrag van
medewerkers, waarbij de inspectie op basis van een aantal criteria zelf de dossiers heeft
geselecteerd;
• De check van drie dossiers van jeugdigen, onder andere op de aanwezigheid van een plan en
risico-inschattingen en –beoordelingen. Hierbij was een medewerker aanwezig. De inspectie
heeft zelf de dossiers geselecteerd;
• Een gesprek met een jeugdige;
• Observatie van de leef- en verblijfruimten.
Voorafgaand aan het toezicht heeft de inspectie de website geraadpleegd en de aanwezige
documenten van de instelling geanalyseerd, waaronder het Jaardocument Maatschappelijke
Verantwoording 2016. Tijdens en na het toezicht heeft Kompaan en De Bocht de inspectie inzicht
gegeven in een aantal relevante (beleids)documenten en instrumenten.
23 | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting
www.igj.nl
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting