Docentenhandleiding - Gamedidactiek€¦ · Web viewZet het exacte gedrag in dat bij dat kwadrant of gebied hoort. Als de ander bijvoorbeeld 'onder' zit en opstandig is, gedraag jij

Groot project Budoka

Inhoud

Inleiding.................................................................................................................. 3Les 1 Achtergrondinformatie Communicatie.……………………………………………………………………4Onderwijsleergesprek Communicatie.....................................................................6Budoka digitale leeropdracht Communicatie.……………………………………………………………………8Les 2 Achtergrondinformatie Johari-venster.……………………………………………………………….…10Filmpje Johari-venster………………………………………………………………………………………….…………12Budoka digitale leeropdracht Johari-venster.………………………………………………………….………14Les 3 Achtergrondinformatie Roos van Leary………...………………………………………………….……16Energizer Roos van Leary…..…………………………………..………………………………………………….……17Budoka digitale leeropdracht Roos van Leary………..………………………………………………….…….19Benodigdheden voor uitvoering van de opdrachten.………………………………………………….……21Literatuur en internet……………………………………………..………………………………………………….……22

Groot project Budoka | Docentenhandleiding 2

Inleiding

Tijdens dit avontuur gaat de Budoka (deelnemers) het gevecht aan in een dojo (gevechtsruimte). Beheersing is ‘echte’ kracht en wanneer de Budoka de opdracht goed heeft uitgevoerd, dan wordt hij beloond met een kyu (graduatie).

Om als begeleider de deelnemers hier zo goed mogelijk bij te assisteren is het raadzaam om deze docentenhandleiding nauwkeurig door te nemen.

Dit avontuur kan ingezet worden voor 1e t/m 4e jaar MBO groepen die het thema communicatie en gedrag behandelen. De meeste opdrachten zijn gericht op gedrag. Er komt zowel stof uit het leerboek aan bod als een verdieping op de stof.

Het voornaamste doel van dit avontuur is het creëren van kennis en gedrag die de communicatie verbeterd. Het doel van deze lessen is om communicatie en gedrag op een andere manier te laten beleven. Niet zomaar een theoretische les over communicatie, maar ermee bezig zijn. Door middel van een enthousiaste docent die verhalen vertelt over communicatie en gedrag en de opdrachten die ze in de lessen gaan maken wordt dit doel bereikt. De duur van iedere les is 45 minuten.

Belang van BPV-BeroepsPraktijkVorming De uitleg van termen in de boeken wordt zo goed mogelijk gedaan. Toch kunnen begrippen voor deelnemers nog steeds onduidelijk zijn. De begrippen laten toepassen tijdens de BPV-BeroepPraktijkVorming zorgt er voor dat de deelnemer een beter begrip krijgen van wat de begrippen betekenen. Denk bijvoorbeeld aan een opdracht over communicatie en gedrag. Het horen, zien en voelen is een onmisbaar onderdeel om deelnemers kennis te laten maken met communicatie en gedrag. Het toepassen van communicatie en gedrag op hun eigen leefomgeving, mooier kan het niet!


Les 1 Communicatie

Communiceren en waarom het zo moeilijk kan zijn. We communiceren erg veel en vaak met elkaar en toch is er zoveel onbegrip. Hoe komt het dat communicatie vaak moeizaam verloopt terwijl men de beste bedoelingen heeft.

Wat is communicatie

We willen een boodschap overbrengen aan een ontvanger. De bedoeling is dat de boodschap zo goed mogelijk wordt overgebracht zodat de ander begrijpt wat we willen zeggen. Maar ook onze lichaamstaal is mede bepalend voor het verloop van de communicatie. Immers we zien snel genoeg als iemand boos kijkt of je geheel niet aan kijkt

Referentiekader is belangrijk

Ons referentiekader wordt bepaald door de omstandigheden waarin we leven. Onze eigen geschiedenis en onze sociale omstandigheden alsmede de plaats op de aarde waar we wonen spelen een rol bij het referentiekader wat we hebben gevormd. Globaal kunnen we zeggen:

Opvoedingonderwijscultuurreligieleefomgeving

Factoren die onze visie op het leven bepalen.

In onze opvoeding krijgen we de eerste geboden en verboden volgens de waarden en normen van de ouders. Daarna volgt het onderwijs wat heel bepalend is voor de plaats die we in de maatschappij innemen. De kennis die we krijgen via het onderwijs nemen we in ons hele leven verder mee.


Communicatie kan gemakkelijk verstoord raken wanneer kinderen een partner krijgen. Er komen mensen met nieuwe waarden en normen binnen in het ouderlijk gezin en we krijgen te maken met 2 mensen met ieder een eigen referentiekader. Er kan gelijkenis zijn maar er kan ook sprake zijn van heel verschillende inzichten waarbij het moeilijk is respect voor elkaar te hebben. Nieuwe visies doen hun intrede en het is moeilijk om het eigen referentiekader te veranderen.

Wat kunnen oorzaken zijn van het mislukken van goede communicatie

Een van de belangrijkste oorzaken van mis communicatie is dat mensen verschillende verwachtingspatronen hebben. Het uitspreken van deze verwachtingspatronen is iets wat veel mensen niet hebben geleerd. Daarnaast kunnen er plotseling externe omstandigheden zijn waardoor de communicatie misloopt zoals wanneer men met elkaar wil praten en er is veel herrie in de omgeving of zaken die de aandacht afleiden. Men noemt dit externe ruis Dan kan dit tot gevolg hebben dat de communicatie fout loopt en er onbegrip ontstaat maar dit kan hersteld worden in een nieuwe poging. Interne omstandigheden kunnen er zijn wanneer de ontvanger niet in staat is de boodschap goed te ontvangen, bijv. door emoties of afgeleid zijn door eigen omstandigheden. Ook kan een stukje historie ontbreken om een boodschap goed op te vangen. Dit wordt interne ruis genoemd.

Vaak ontstaat mis communicatie echter door de onduidelijkheid in de informatie. We gaan heel vaak uit van de gedachte dat de ander al op de hoogte is van bepaalde zaken waardoor niet meer alles verteld hoeft te worden. Veel wordt als vanzelfsprekend verondersteld.

Feedback

Vragen naar feedback is zo ongelofelijk belangrijk. Beiden kunnen zorgen voor terugkoppeling naar de ander. Wanneer we ons wat bewust zijn hoe we communiceren en vanuit welke achtergrond we dit doen dan kunnen we kijken wat we willen verbeteren.


Onderwijsleergesprek Communicatie

WatDe docent laat de deelnemer aan de hand van de achtergrondinformatie over communicatie een reeks vragen een leerweg afleggen. Hij geeft geen uitleg maar laat de deelnemer de gewenste antwoorden vinden. De deelnemer heeft het idee dat het zelf de voortgang maakt. De vragen reeks volgt tot in de kleinste delen de voortgang van een redenering of informatieve tekst. De docent adresseert de vragen steeds aan de deelnemer persoonlijk.

Doel- d.m.v. gerichte vragen een gekende problematiek kunnen uitdiepen.- actief en geconcentreerd kunnen denken.- communicatie is een boodschap zo goed mogelijk overbrengen en met de beste bedoelingen.- ons referentiekader wordt bepaald door de omstandigheden waarin we leven.

MateriaalWhite bord met voldoende stiften.

KlasschikkingBij voorkeur in een halve cirkel, naar het bord gericht.

GroepsomvangHet gesprek verloopt tussen de docent en de deelnemer(s)

Tijdsduur


Maximaal 15 minuten

VerloopDe docent wil de deelnemers iets duidelijk maken langs de weg van vraag en antwoord. Het (zogenaamde) gesprek wordt volledig geleid door de docent. Hij alleen stelt de vragen. Hij richt zich na het stellen van een vraag tot één deelnemer en stuurt niet aan op onderlinge gedachtewisseling tussen de deelnemers. Door directe vragen te stellen over een bepaald leerstofonderdeel probeert hij de deelnemers stap voor stap specifieke kennis of enig inzicht bij te brengen.

Dus:- de leerstof verdelen in kleine deeltaakjes.- een stap terug zetten als blijk dat de deelnemer een te grote stap heeft moeten maken. Door kleinere tussenvraagjes de achterstand weer inhalen.- steeds aangeven of het antwoord goed of niet goed is.

OpmerkingenMet een onderwijsleergesprek kan men de deelnemers moeilijk tot een volwaardig inzicht en tot toepassing van inzichten brengen. Wel kan men via een strak volgehouden reeks vragen de deelnemers naar een eindpunt dirigeren en hen bij de laatste vraag het beoogde verband laten formuleren. Dit is echter geen echte inzichtelijk doorbraak.


Digitale leeropdracht Communicatie

WatDe docent laat de deelnemer de digitale leeropdracht Budoka op de computer uitvoeren. Hij geeft een korte uitleg over de digitale leeropdracht en laat de deelnemer zelfstandig starten. De digitale leeropdracht wijst zich vanzelf en de deelnemer zal het als een avontuur ervaren. De deelnemer kan punten scoren bij het goed beantwoorden van de vragen. Hierdoor wordt de deelnemer uitgedaagd en gemotiveerd om de vragen goed te lezen en na te denken, voordat het antwoord wordt gegeven. Door deze leerprincipes zal de leerstof beter beklijven.

Doel- door activering en aanvulling van kennis, de juiste antwoorden invullen.- de antwoorden begrijpen.- actief, geconcentreerd en gemotiveerd kunnen denken.- beklijven leerstof.- er kan gelijkenis zijn met het referentiekader, maar er kan ook sprake zijn van heel verschillende inzichten waarbij het moeilijk is respect voor elkaar te hebben.- vaak ontstaat mis communicatie echter door de onduidelijkheid in de informatie.- bewust zijn hoe we communiceren en vanuit welke achtergrond we dit doen dan kunnen we kijken wat we willen verbeteren.

MateriaalVoldoende computers.

KlasschikkingDe deelnemers zitten naast elkaar achter een computer.


GroepsomvangDe deelnemer gaat zelfstandig met de digitale leeropdracht aan de slag zonder te overleggen met hun mededeelnemers.

TijdsduurMaximaal 20 minuten

VerloopDe digitale leeropdracht met informatie op het juiste moment, zal de deelnemer iets duidelijk maken en begrijpen. Tijdens het verloop van de digitale leeropdracht zal de docent als begeleider functioneren. Wanneer een deelnemer de digitale leeropdracht heeft uitgevoerd, dan gaat hij aan de halve cirkel zitten en wacht tot alle andere deelnemers hebben plaats genomen.

Na de digitale leeropdracht communicatie stelt de docent vragen over de informatie en de vragen in de opdracht. Hij richt zich na het stellen van een vraag tot één deelnemer en stuurt wel aan op onderlinge gedachtewisseling tussen de deelnemers. Op deze manier probeert hij de deelnemers meer inzicht bij te brengen.

Dus:- de docent zorgt voor interactie in de groep en stuurt daar waar nodig.- steeds aangeven of het antwoord goed of niet goed is.



Les 2 Johari-venster

Het Johari-venster laat verschillende dingen van jezelf zien. Doel is kwadrant 1 zo groot mogelijk te krijgen door aan jezelf te werken binnen kwadrant 2 en 3, en kwadranten 2 en 3 zo klein mogelijk te maken!

Johari-venster Bekend aan jezelf Onbekend aan jezelf

Bekend aan anderen

1. Functionele zelf

Hoe toon je jezelf naar buiten?

Combinatie van wat je zegt, hoe je het zegt en wat je doet

Als je je veilig voelt, laat je meer zien

2. Blinde vlek

Gedrag dat je vertoont, maar waarvan je je (bijna) niet bewust bent

Welke signalen zend je uit? Dit kan een niet-bedoeld effect op

de boodschap hebben Hierop heb je feedback van

anderen nodig Als je wilt groeien / ontwikkelen is

voorwaarde dat je openstaat voor feedback en dat je je kwetsbaar op kunt stellen!

Onbekend aan anderen

3. Privé-ruimte

Gedachten, gevoelens, waarden en normen

De Privé-ruimte manifesteert zich sterk door lichaamstaal

Let op: binnenkant beinvloedt de buitenkant

Privé-ruimte kan functionele ruimte ondersteunen of afbreken

4. Onbewust / verborgen Talent


Door het ontvangen van feedback wordt kwadrant 2 kleiner. Je leert wat je nog niet wist, maar anderen wel van je weten. Door feedback te geven en dingen van jezelf te vertellen wordt kwadrant 3 kleiner. Anderen leren je beter kennen. Kwadrant 1 wordt groter.

Als je een verborgen agenda hebt, enkel gaat voor eigen belang, niets wilt geven, enkel wilt halen maak je kwadrant 3 heel groot en dus wordt kwadrant 1 erg klein. Je krijgt geen vertrouwen.

Hoe kleiner je kwadrant 1 houdt: des te minder overtuigend ben je, des te minder vertrouwen heb je:

Je houdt veel gedachten en gevoelens voor jezelf; Je ego is erg groot, je gaat voor eigen belang; Je bent niet transparant, niet open; Je doelen / drijfveren zijn niet duidelijk; Je hebt weinig zicht op hoe anderen je waarnemen, op hoe je overkomt; Anderen kunnen je gedrag niet kunnen plaatsen.

Hoe groter kwadrant 1 des te kleiner kwadrant 2 én 3:

Je bent transparant in je motieven en drijfveren; Je bent duidelijk over je gevoelens en gedachten; Je kunt je kwetsbaar opstellen; Je kunt feedback geven en ontvangen; Je vraagt anderen om feedback; Je bent je bewust van het effect van je gedrag / communicatie; Je komt overtuigender over.

Kortom:

Hoe duidelijker je gedrag voor anderen is (door wat prijs te geven van je privé-ruimte en open te staan voor wat anderen jou aan feedback geven over je blinde vlek) des te overtuigender kom je over en des te meer vertrouwen krijg je. Door je kwetsbaar op te stellen en te zijn wie je bent en dat ook te tonen (transparantie), door (te leren) feedback te vragen en ontvangen, wordt gebied 1 groter!


Filmpje Johari-venster

WatDe docent laat aan de deelnemer een filmpje zien over het Johari-venster. aan de hand van de achtergrondinformatie over het Johari-venster en het filmpje, laat de docent een deelnemer een vraag stellen aan een andere deelnemer. Hij geeft geen uitleg maar laat de deelnemer de gewenste antwoorden vinden. De deelnemer heeft het idee dat het zelf de voortgang maakt. De docent stuurt de interactie aan wanneer ze moeite hebben met het antwoord geven.

Doel- Weet wat het Johari-venster is.


- Weet hoe je het Johari-venster kunt gebruiken om onderlinge communicatie te verbeteren.

MateriaalWhite bord met voldoende stiften.


GroepsomvangHet gesprek verloopt grotendeels tussen de deelnemers


VerloopDe docent wil de deelnemers iets duidelijk maken langs de weg van vraag en antwoord. Het (zogenaamde) gesprek wordt volledig geleid door de deelnemers. De deelnemers stellen onderling vragen aan elkaar. De onderlinge gedachtewisseling blijft tussen de deelnemers. Door directe vragen te stellen over een bepaald leerstofonderdeel of film moment probeert de docent de deelnemers stap voor stap specifieke kennis of enig inzicht bij te brengen.

Dus:- De docent luistert of de vraag goed gesteld naar een deelnemer.- de docent zorgt voor interactie in de groep en stuurt daar waar nodig.- steeds aangeven of het antwoord goed of niet goed is.

OpmerkingenEr is een directe aansluiting bij kennis en ervaring van de deelnemers. De deelnemers zijn actief betrokken. De docent is niet steeds aan het woord en kan direct inspelen op wat er in de groep gebeurt. De docent let op dat het risico bestaat van afdwalen en verzanden in discussies.

Filmpje Johari-venster: http://youtu.be/sdozzYQgD_g


Digitale leeropdracht Johari-venster

WatDe docent laat de deelnemer de digitale leeropdracht Johari-venster op de computer uitvoeren. Hij geeft een korte uitleg over de digitale leeropdracht en laat de deelnemer zelfstandig starten. De digitale leeropdracht wijst zich vanzelf en de deelnemer zal het als een avontuur ervaren. De deelnemer kan niet verder met de digitale leeropdracht wanneer het antwoord verkeerd is. Hierdoor wordt de deelnemer uitgedaagd en gemotiveerd om de vragen goed te lezen en na te denken, voordat het antwoord wordt gegeven. Door deze leerprincipes zal de leerstof beter beklijven.

Doel- door activering en aanvulling van kennis, de juiste antwoorden invullen.- de antwoorden begrijpen.- actief, geconcentreerd en gemotiveerd kunnen denken.


- beklijven leerstof.- Het zelfbeeld van anderen accepteren en serieus nemen.- Gemotiveerd zijn de zelfkennis te vergroten.- Reflectie op de eigen situatie.- Zonder vooroordeel naar anderen luisteren.- Feedback vragen, hierdoor ervaar je wat jouw invloed is op anderen, ook de invloed van non-verbale gedragingen.






Na de digitale leeropdracht laat de docent de deelnemers vragen stellen aan elkaar over de informatie en de vragen in de opdracht. Een deelnemer richt zich na het stellen van een vraag tot één deelnemer. Wanneer deze deelnemer het antwoord niet weet, dan stuurt de docent aan op onderlinge gedachtewisseling


tussen de deelnemers. Op deze manier probeert hij de deelnemers meer inzicht bij te brengen.



Les 3 Roos van Leary

Gedrag lokt gedrag uit. Elke succesvolle leider kent dit belangrijke psychologische principe als zijn broekzak. Timothy Leary heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de patronen van gedragsbeïnvloeding. Hij bracht de neiging van de mens om aanvullend te reageren uitgebreid in kaart en vond uiteindelijk twee eenvoudige principes die hij vorm gaf in de 'roos van Leary':

Symmetrie principe:

Streven naar eigen belang (tegen) lokt datzelfde gedrag bij de ander uit. Streven naar gezamenlijk belang (samen) en leidt ook tot hetzelfde coöperatieve gedrag bij de ander. 'Tegen' duidt op een meer functionele instelling. Mensen met dit gedrag zullen zich vrij zakelijk opstellen en zijn niet primair gericht op samenwerken. 'Samen' duidt vaak op een mensgerichte instelling. Mensen met dit gedrag zullen zich over het algemeen vriendelijk opstellen.

Complementariteitprincipe:

Het tweede principe luidt: leiden lokt volgen uit, en omgekeerd. In termen van Leary: boven-gedrag roept onder-gedrag op en onder-gedrag roept boven-gedrag op. Iemand die bovengedrag vertoont heeft de neiging zich dominant op te stellen. Iemand die ondergedrag vertoont heeft de neiging zich meer afwachtend, volgzaam op te stellen.


De combinaties tussen deze twee assen leiden tot de vier hoofdrollen: leidingnemend, aanpassend, defensief en aanvallend. De roos is hieronder in vereenvoudigde vorm afgebeeld.

Energizer Roos van Leary

WatNu we weten dat gedrag lokt gedrag uit, gaan we de kwadranten inter-acteren.

Hoe

De acteur (docent) stapt in zijn rol en neemt plaats in het kwadrant. Vraag een deelnemer om met hem te spelen en zet die buiten het kwadrant. Al na een halve minuut legt de acteur het spel stil en vraagt de deelnemers om aan te geven in welk kwadrant het gedrag van de acteur thuishoort. Vervolgens gaat de acteur in het passende kwadrant staan en laat het spel verdergaan. Na een halve minuut vraagt de acteur weer om aan te geven in welk kwadrant het gedrag thuishoort. Waarschijnlijk verandert er iets in de interactie tussen hen. Leg na een minuutje de actie stil en vraag aan de deelnemer buiten het kwadrant wat hem is opgevallen.

Waarschijnlijk geeft hij aan dat hij wel een verschil merkte en dat het gek voelde om zijn gedrag vol te houden. Betrek de deelnemers bij deze nabespreking en koppel hier theorie aan over de interactie tussen de kwadranten: gedrag lokt gedrag uit. Vraag de deelnemer buiten het kwadrant om het spel weer op te pakken en geef hem de kans om van kwadrant te wisselen, als hij dat wil. Geef daarna anderen deelnemers de kans om de rol van de deelnemer over te nemen en doorloop met hen dezelfde werkwijze.


Voorbeeld scènes:

vraag aan een deelnemer (acteur) of hij je wilt helpen met een opdracht bespreek met je deelnemer (acteur) hoe de samenwerking verliep; zijn

bijdrage was minimaal.

DoelAls je vastzit in je communicatie met iemand, kun je verschillende acties ondernemen om daar verandering in te brengen. Afhankelijk van je doel kun je bijvoorbeeld:

1. Aansluiten. Kijk hoe de ander zich gedraagt (in welk kwadrant zit hij) en 'sluit aan' op hetzelfde niveau. Als de ander 'onder' zit, ga dan zelf ook onder zitten.

2. Steek over naar 'de andere kant'. Je kiest een tegenovergestelde gedragsvariant. Als de ander vastzit in teveel leidend gedrag, kies je bijvoorbeeld ik-bovengedrag (aanvallend, concurrerend). Als de ander vastzit in bijvoorbeeld concurrerend gedrag, kies je voor wij-bovengedrag (leidend, helpend)

3. Zet het exacte gedrag in dat bij dat kwadrant of gebied hoort. Als de ander bijvoorbeeld 'onder' zit en opstandig is, gedraag jij je meewerkend. Of als de ander zich te helpend gedraagt, gedraag jij je een beetje aanvallend.

Het is belangrijk dat je je voorbereidt. Vraag jezelf af wát je precies wilt veranderen, welke kant wil je op? Als het patroon al langer bestaat, dan is het belangrijk dat je je nieuwe gedrag bewust en duidelijk inzet en ook echt volhoudt tot je je doel bereikt hebt.

MateriaalWit breed plakband en vellen wit papier. De Roos van Leary wordt op de grond geplakt.


GroepsomvangHet gesprek verloopt eerst tussen docent en een deelnemer. Daarna tussen docent en deelnemers en vervolgens tussen een deelnemer en de deelnemers.



Digitale leeropdracht Roos van Leary

WatDe docent laat de deelnemer de digitale leeropdracht Roos van Leary op de computer uitvoeren. Hij geeft een korte uitleg over de digitale leeropdracht en laat de deelnemer zelfstandig starten. De digitale leeropdracht wijst zich vanzelf en de deelnemer zal het als een avontuur ervaren. De deelnemer kan niet verder met de digitale leeropdracht wanneer het antwoord verkeerd is. Hierdoor wordt de deelnemer uitgedaagd en gemotiveerd om de vragen goed te lezen en na te denken, voordat het antwoord wordt gegeven. Door deze leerprincipes zal de leerstof beter beklijven.


Doel- door activering en aanvulling van kennis, de juiste antwoorden invullen.- de antwoorden begrijpen.- actief, geconcentreerd en gemotiveerd kunnen denken.- beklijven leerstof.- Weet wat de Roos van Leary is.- Gedrag roept gedrag op.- Hoe je gedrag kunt beinvloeden




TijdsduurMaximaal 15 minuten.



Na de digitale leeropdracht laat de docent de deelnemers een situatie bedenken waarin ze te maken hebben gehad met de Roos van Leary. De docent laat een deelnemer een situatie vertellen aan de groep en vraagt daarna aan de groep hoe de reactie verloopt volgens de Roos van Leary. Dit herhaalt de docent een aantal keren, op deze manier probeert hij de deelnemers meer inzicht bij te brengen. Door meer inzicht te krijgen wil de docent bereiken dat ze de Roos van Leary gaan toepassen in de praktijk.




Benodigdheden voor uitvoering van de opdrachten

Voordat je begint aan de les moeten er een aantal benodigdheden worden verzameld. Een goede voorbereiding is het halve werk.

Docentenhandleiding

PowerPoint presentatie

Klasschikking: bij voorkeur in een halve cirkel, naar het bord gericht.

White bord met stiften

Witte flip-over vellen met verschillende kleuren stiften

Computers

Computer met beamer en internet


Literatuur Wilma van der Heide en L. van der Bijkerk (2006) Het gaat steeds beter! Activerende werkvormen voor de opleidingspraktijk. Bohn Stafleu van Loghum

Sebo Ebbens en Simon Ettekoven (2005) Samenwerkend leren. Wolters-Noordhoff Groningen | Houten

internet http://www.aquamarijntca.nl/methodieken/enneagram

http://www.verbeeck-ujvari.be/3-vaakgestelde-vragen-over-nonverbale-communicatie

http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/didactische-vaardigheden


http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/didactische-vaardigheden



http://www.aquamarijntca.nl/methodieken/enneagram

Documents

Docentenhandleiding - Gamedidactiek€¦ · Web viewZet het exacte gedrag in dat bij dat kwadrant of gebied hoort. Als de ander bijvoorbeeld 'onder' zit en opstandig is, gedraag jij