56
Verantwoordelijke uitgever: Michel Magits Verschijnt tweemaandelijks 22 ste jaargang nr. 5 september-oktober 2005 ISSN 0774-1359 Afgiftekantoor Brussel X 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel DOSSIER

DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Ve

ran

two

ord

eli

jke

uit

ge

ve

r: M

ich

el

Ma

git

s

Ve

rsch

ijn

t tw

ee

ma

an

de

lijk

s

22

ste

jaa

rga

ng

nr.

5 •

sep

tem

be

r-o

kto

be

r 2

00

5

ISS

N 0

77

4-1

35

9 •

Afg

ifte

ka

nto

or

Bru

sse

l X

150 jaar Vlaamse studenten in Brussel

D O S S I E R

Page 2: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

CONFORM DE WET TOT BESCHERMING VAN DE PERSOON-

LI JKE LEVENSSFEER TEN OPZICHTE VAN DE VERWERKING

VAN PERSOONSGEGEVENS (8 DECEMBER 1992) DELEN

WIJ U MEE DAT EEN AANTAL VAN UW PERSOONSGEGE-

VENS OPGENOMEN WORDEN IN ONS ADRESSENBESTAND.

UVV ZAL, ALS HOUDER VAN DIT BESTAND, UW GEGEVENS

VERWERKEN IN HET KADER VAN VOLGEND DOELEIND: VER-

SPREIDEN VAN PUBLICATIES EN INTERNE COMMUNICATIE.

OP SCHRIFTELI JK VERZOEK, GERICHT AAN MEVROUW

MARINA VAN HAEREN, SECRETARIS-GENERAAL, BRAND

WH ITLOCK L A A N 87 TE 1200 SI NT-LAM B R ECHTS-

WOLUWE, KAN U EEN OVERZICHT KRIJGEN VAN DE DOOR

UVV OVE R U OPG E SL AG E N PE RSOON SG EG EVE N S.

ONJUISTE GEGEVENS VERBETEREN WIJ OP UW VERZOEK.

Lid van de Unievan de Uitgevers vande Periodieke Pers

Redactie

Franky Bussche

Anne-France Ketelaer

Sonny Van de Steene

Marina Van Haeren

Jenoff Van Hulle

Lay-out

C&L&J GrafiekGroep

De redactie van UVV-Info is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de door derden geleverde artikels.

UVV-INFOwordt gratis verspreid binnen de vrijzinnige gemeenschap

UNIE VRIJZINNIGE VERENIGINGEN vzw

Federaal SecretariaatBrand Whitlocklaan 871200 Sint-Lambrechts-WoluweTel. 02 / 735.81.92Fax 02 / 735.81.66E-mail: [email protected]

www.uvv.be

Page 3: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Van de redactie

Studenten doen een stad leven. Hun energie, hunhonger naar kennis, hun strijdbaarheid voor eensteeds betere samenleving doen een stad bruisen. Al meer dan 150 jaar gaan Vlaamse studenten naarBrussel om er hun ideeën te ontwikkelen en in dia-loog uit te wisselen. Aanvankelijk moesten ze daar-voor hun Nederlandse moedertaal opzij schuivenvoor het Frans. Progressief als studenten in Brusselsteeds bleken te zijn, zou daar vroeg of laat verande-ring in komen.

Vandaag 150 jaar geleden ontstaat in de schoot van deUniversité Libre de Bruxelles het eerste Vlaamse stu-dentengenootschap, dat ieder van ons kent onder zijnhuidige naam Brussels Studentengenootschap (BSG).

De studenten van het genootschap zijn geïnspireerddoor het vrijzinnig humanisme, gaan uit van hetprincipe van vrij onderzoek en strijden voor de‘Vlaamse zaak’. Het Nederlands is de taal van dekring. Met hun taalpolitieke standpunten wordt langstrijd gevoerd zowel op het politieke niveau als bin-nen de studentengemeenschap.

De strijd zal uiteindelijk leiden tot de oprichting vande, nu 50 jaar jonge, Oudstudentenbond, de uitge-sproken vrijzinnige organisatie die als doel heeft debanden tussen oud-studenten en studenten van deVrije Universiteit Brussel nauwer aan te halen, en deverdubbeling van de Université Libre de Bruxelles,in de Franstalige Université Libre de Bruxelles en deNederlandstalige Vrije Universiteit Brussel.

Een toekomst vol hoop ontwikkelt zich wanneer stu-denten andere studenten gaan opzoeken. Visies enervaringen ontmoeten elkaar. Interessevelden wordenuitgediept. De rol van studentenverenigingen is hier-bij zeker te waarderen en niet te onderschatten.

Vandaag de dag vertegenwoordigt BSG niet alleenalle studenten van de Vrije Universiteit Brussel,zowel naar de academische, de gewestelijke, denationale als de internationale overheden toe, maaroverkoepelt het genootschap ook alle door de SOR(Sociale Raad van de Vrije Universiteit Brussel)erkende studentenkringen aan de Vrije UniversiteitBrussel. Kringen die studenten verenigingen opdiverse vlakken als onderwijs, politiek…

Net als het BSG organiseren de studentenkringensociaal-culturele activiteiten in een zo breed mogelij-ke zin van het woord. Maatschappelijk engagementwordt aan ludieke activiteiten gebonden. Ieder jaaris er bijvoorbeeld het door ieder gekende Sint-Vé, destoet die steeds betrekking heeft op een bepaaldsociaal, ideologisch of politiek thema.Het zijn verenigingen waar jongeren zich tegenoverelkaar en de samenleving engageren.

Van engagement gesproken. Je hebt het waarschijn-lijk opgemerkt. De zetduivel op de cover van jonge-ren en engagement. Bij deze stellen we je gerust. Inhet nieuwe ‘Groene boekje’ zal ‘engagement’ nogsteeds als 6e letter een ‘e’ en geen ‘a’ bevatten.

We wensen u veel leesplezier, bij de (her)ontdekking,van 150 jaar Vlaamse (vrijzinnige) studenten in Brussel.

SONNY VAN DE STEENE

UVV-info • 22ste jaargang nr. 5 • september - oktober 2005

Verantwoordelijke uitgever: Michel Magits

InhoudVan de redactie 3

Dossier 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel• 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel: een vergeten geschiedenis 4

• Een Vlaamse studentenkring: 150 jaar... jong 6

• Charles De Coster en Alfons Willems: flamingante vrienden 16

• De eerste Vlaamse martelaar: de student Herman van den Reeck (1901 - 1920) 19

• Bladgoud in het archief: de Gulden Boeken van Geen Taal, Geen Vrijheid 21

• Van klakken en vlekken en jassen met plekken 22

• OSB: onbekend en te weinig bemind? 24

• Vrijzinnigheid bij de Brusselse studenten doorheen de tijd 28

• Leo Apostel: van Brussels student tot filosoof met wereldfaam (1925 - 1995) 33

Actualiteit• Opiniestuk ‘Een paus van het verleden’ - prof. dr. Michel Magits 34

• Opiniestuk ‘Adoptie ook een recht voor holebiparen’ - prof. dr. Michel Magits 36

• Persconferentie naar aanleiding van 4 (ver)nieuw(d)e brochures - Sonny Van de Steene 38

• Prijs Vrijzinnig Humanisme 2005 uitgereikt aan dr. Raymond Mathys - Sonny Van de

Steene 40

Internationaal• European Humanist Professionals: reisverslag van een seminarie over humanistisch sociaal

werk te Berlijn, van maandag 20 tot zaterdag 25 juni 2005. - Freddy Boeykens 41

• IHEU-congres 2005 te Parijs - Sonja Eggerickx 44

• De filosofische en religieuze overtuigingen en de publieke overheden - Philippe Grollet 46

• Vrij-on-zinnig - Jenoff Van Hulle 50

Kruiswoordraadsel 51

Jongeren en cultuur• Zintuiglijke prikkeling zonder weerga - Jenoff Van Hulle 52

• Is de maan een grote banaan of een bol kaas met gaten? - Sonny Van de Steene 53

Einstein anders bekeken 55

Centra Morele Dienstverlening 56

Page 4: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

UVV-info sept. - okt. 2005 4

150 jaar Vlaamse studenten in Brussel

een vergeten geschiedenis

De dingen zijn niet wat ze lijken.Over Brussel wordt wel eensgezegd: gelukkig is het géén stu-

dentenstad. Maar Brussel is wel een studenten-stad. Sterker zelfs, Brussel is een Vlaamse stu-dentenstad. Duizenden Vlamingen studeerdenreeds in Brussel. Ze pendelen of gaan er op kot.Ze maken kennis met een wereldstad, met eensmeltkroes van culturen. Alleen vallen die stu-denten in Brussel minder op, want kwantitatiefhebben ze niet zo veel te betekenen.

Als je gaat grasduinen in het verleden merk je datze kwalitatief wel belangrijk zijn. Niet alleen voorBrussel, maar ook voor Vlaanderen en zelfs daar-buiten. Grote namen komen op je af. Cesar DePaepe, Jan van Rijswijck, Lodewijk De Raet,August Vermeylen, Julius Hoste, HermanTeirlinck, Henri Fayat, Lydia Deveen, HermanDecroo, twee dozijn vergeten en vier dozijn actie-ve politici. Tientallen (hedendaagse) cultuurido-len en bekende Vlamingen studeerden in Brussel.

Tot na de Tweede Wereldoorlog deed men dat inhet Frans. De hoofdstad was cultureel gezienFranstalig, hoewel de meerderheid van de bevol-king Nederlands sprak. Maar die meerderheidhad een sociaal-economische achterstand die zepas in de tweede helft van de twintigste eeuw zouinhalen. Oude en respectabele Franstalige onder-wijsinstellingen leidden dus Vlaamse intelligentsiaop. Eens afgestudeerd bleven sommigen in dehoofdstad, voor anderen volgde een diaspora.Brussel heeft allerlei soorten onderwijsinstellin-gen, zowel van katholieke als van vrijzinnige sig-natuur. Maar in tegenstelling tot sommige ande-re steden wordt het Vlaamse studentenleven inBrussel al decennia lang gedomineerd doorprogressieve strekkingen. Komt het door hetjarenlange overwicht van de vrijzinnige Univer-sité Libre de Bruxelles (ULB) en haar dochter,de Vrije Universiteit Brussel (VUB)? Komt hetdoor het artistieke karakter van het Conser-vatorium, van de Sint-Lucas Hogeschool of vanhet Rits? Of komt het door de stad zelf, die bijeen aantal studenten een bepaalde maatschappe-lijke houding oproept?Eigenlijk weten we er zeer weinig van, want deFranstalige instellingen hebben zich nooit sterkgeïnteresseerd voor de Vlaamse ‘minderheden’in hun onderwijs. Ze hebben er nooit aandachtaan besteed. Daardoor is de geschiedenis van deVlaamse studenten in Brussel een vergetengeschiedenis. De oudste Vlaamse studentenkring in Brussel,Het Nederduits Taalminnend GenootschapSchild en Vriend, werd in het academiejaar1855-1856 opgericht. Nu 150 jaar geleden, maarde kring bestaat nog altijd onder de naamBrussels Studentengenootschap (BSG). Hij evo-

Page 5: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

lueerde van een klein eliteclubje aan de ULB totsturende koepelkring van de Vrije UniversiteitBrussel. Diverse van de hierboven genoemdeberoemdheden waren er lid van. Daarnaastbestaat de Oudstudentenbond (OSB) 50 jaar. Ener zijn dit jaar nog jubilerende studentenkringen.Een dergelijke dubbelverjaardag mag niet onop-gemerkt voorbijgaan. Hier komt een goudadervan de Vlaamse geschiedenis, innig verwevenmet vrijzinnigheid, aan de oppervlakte. HetBrussels Studentengenootschap staat symboolvoor het studentenleven van alle Vlamingen dieooit in Brussel hebben gestudeerd, deOudstudentenbond staat symbool voor de afge-studeerden. Het is tijd om hun geschiedenisbekend te maken aan heel Vlaanderen, het is tijdom herinneringen op te halen en door te gevenaan volgende generaties.Maar het is ook tijd om te vieren, om op de toe-komst van de Vlaamse studenten te klinken.Omdat jonge mensen de energie hebben om metidealisme te werken aan de wereld van morgen endeze misschien ooit verbeteren. U zult vanaf sep-tember 2005 langs allerlei kanalen worden herin-nerd aan de 150-jarige aanwezigheid van Vlaamsestudenten in Brussel en van haar oud-studentenin Vlaanderen. In het voorjaar van 2006 loopt erop de Vrije Universiteit Brussel een grote ten-toonstelling, die tot het einde van 2007 doorBrussel en Vlaanderen zal reizen. UVV-lidvereni-gingen en CMD die de tentoonstelling graag inhuis willen halen, kunnen hiervoor contact opne-men met Sabrina Ospazi op het Universiteits-archief van de VUB (02/629.12.26). Op de cam-pussen van een aantal participerende universitei-ten en hogescholen zullen activiteiten in het his-torische kader plaatsvinden. Verschillende stu-dentenkringen hebben al uitgewerkte plannen:het Brussels Studentengenootschap organiseert indecember een gala-editie van haar Zangfeest ennet voor de paasvakantie een Campus Event metworkshops, bestemd voor de aankomende stu-denten. Het is de bedoeling om hen kennis telaten maken met het culturele leven en het maat-schappelijke engagement van de studenten. Deworkshops zijn tegelijk een discussieforum voormaatschappelijke problemen die door onderzoe-kers worden bestudeerd.

Mogelijk loopt er ook een speciale reus mee in deSint-Verhaegenstoet van dit jaar en krijgt de stoetvan 2006 een historisch tintje. Zo ook hetGeuzenbal, dat in het najaar van 2006 opnieuwwordt georganiseerd, als groots jubileumbal.Verder worden er twee publicaties voorbereid:één jubileumboek met een geschiedenis van hetstudentenleven en één over historische studenten-cafés in Brussel. En als u verlekkerd bent op aca-demische zittingen, fuiven of quizzen kunt u er ditjaar een verslaving aan overhouden. Want eenaantal van deze activiteiten wordt én in de hoofd-stad én op plaatsen waar lokale kringen vandaankomen, georganiseerd via een lokale lustrumdag.Dit jubileum verklaart het thema van deze UVV-info. U vindt hier, als aanzet van het historischkader van 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel,een artikel over de geschiedenis van het BSG eneen artikel over de geschiedenis van OSB. Dezeaantekeningen worden afgewisseld met enkeleportretten van personaliteiten die een belangrij-ke rol speelden in één van beide geschiedenis-sen. De archieven en de symbolen van de krin-gen worden apart belicht, omdat ze elk van bij-zondere waarde zijn. Ten slotte mocht een arti-kel over de geschiedenis van het vrij onderzoeken de houding van de studenten tegenover devrijzinnigheid niet ontbreken.

De teksten werden geschreven door RolandDemailly, Tim Joosen, Kaat Knaepen, SabrinaOspazi, Frank Scheelings en Nik Trachet. Westreven in deze teksten geen volledigheid na. Deaangekondigde tentoonstelling gaat dieper in opde zaken die hier aangebracht worden. We zou-den het kader dan nog graag verbreden met degeschiedenis van de studenten van de andereVlaamse hogere onderwijsinstellingen in Brusselen van een aantal jubilerende studentenkringenvan de VUB. Tevens zal de tentoonstelling die-per ingaan op een aantal personaliteiten, op deinvloed die Brussel op de studenten heeft uitge-oefend, op de bijdragen die de studenten enoud-studenten hebben geleverd tot Brussel enVlaanderen en op de problemen waarmee dehuidige student wordt geconfronteerd. Veel lees-voer dus over het verleden van een beloftevollejeugd, met het oog op de toekomst.

5 UVV-info sept. - okt. 2005

Page 6: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

De context: een jong, bang en verscheurd landNa de onafhankelijkheid van België in 1830zweeft het land enkele decennia tussen triomf enangst. De Nederlandse koning wordt al snel ver-slagen, maar vanaf 1848 ligt de agressieve Fransekeizer Napoleon III op de loer. De opeenvolgen-de regeringen vrezen een inval en proberen debuitenlandse buur te vriend te houden. Internbenadrukken de unionistische regeringen vankatholieken en liberalen de eenheid van hetland, maar er heerst verdeeldheid tussen hen.Vluchtelingen stromen ondertussen Brussel bin-nen: Karl Marx bijvoorbeeld wordt door dePruisische Staat gezocht en zijn asiellandFrankrijk wijst hem in 1845 uit. Hij verblijft tus-sen 1845 en 1848 in Brussel. De socialistischepublicist Proudhon komt in 1858 in Brussel aanen blijft er tot 1862. Beiden zoeken tijdens hunballingschap gelijkgezinde en ontvankelijkeintelligentsia op. Ze vinden ze onder meer in hetmilieu van de Université Libre de Bruxelles."J'ai trouvé ici, chose précieuse, une élite d'hom-mes indépendants, fort instruits et tout à fait denos principes", zal Proudhon over hen schrijven.Zijn sociale ideeën slaan aan bij de progressieveprofessoren en studenten die hij ontmoet. De universiteit is een smeltkroes van diverse soor-ten liberalen: de regeringsgezinde liberalen, dieeen eerder conservatief sociaal beleid steunen,staan tegenover de radicale liberalen, die heftigafgeven op de clerus en die voor een doorgedre-ven democratie met algemeen stemrecht zijn. Deprofessoren zijn verdeeld over de twee strekkin-gen; onder de studenten vindt men veel radicalen.In die context wordt de Vlaamse Beweginggeboren. De jonge staat is, administratief en cul-tureel gezien, Franstalig. Toch ontstaan er al sneleen aantal literaire verenigingen, die vanuit eenromantisch nationalistisch gevoel de Vlaamsetaal en het 'roemrijke' verleden bestuderen. Bijde vorming van de regering van 1855 wordt dekatholiek De Decker zelfs onder druk gezet omeen onderzoek te doen naar de Vlaamse eisen.Hij stelt de Grievencommissie in, die maatrege-len moet suggereren om de ontwikkeling van deNederlandse letterkunde te stimuleren en hetNederlands eventueel een plaats te geven in deopenbare administraties. Zijn opvolger, de libe-rale staatsman Charles Rogier, reageert metafkeer op het verslag van de Grievencommissie.Volgens hem kan van een Vlaams volk geen spra-ke zijn en bestaan er dus ook geen Vlaamse grie-ven. Elk streven naar wettelijke tweetaligheid inVlaanderen (en alleen daar, de rest van Belgiëmoet in elk geval eentalig Frans zijn) is een uiting

van gebrek aan vaderlandsliefde. In Franstaligeradicale liberale kringen in Brussel heeft Rogierniet veel begrip gekregen. Daar beschouwt mende Vlamingen als natuurlijke bondgenoten tegenFrankrijk, als een verdrukt volk, dat ‘verheven’moet worden. Als een volk dat in de loop der tij-den onder de knoet is gehouden, maar dat loyaalen trouw is gebleven tegenover de jongeBelgische natie. Walen en Vlamingen moetenbroeders zijn om één sterk onafhankelijk Belgiëte maken. Verenigingen die zich in de hoofdstadals overtuigd Vlaams uitroepen, krijgen steunvan deze Franstalige progressieve liberalen, diemen gerust als flaminganten mag bestempelen.De intensiteit van deze steun varieert echter. Deradicalen zullen tot het ontstaan van een socia-listische partij (Belgische Werklieden Partij)altijd terugkeren naar de liberale gelederen.

Ontstaan van de Vlaamse studen-tenbeweging aan de UniversitéLibre de Bruxelles In mei 1856, aan de vooravond van Rogiers afwij-zing van de Vlaamse grieven, wordt aan deUniversité Libre de Bruxelles (ULB) een Vlaamsekring gesticht onder de naam NederduitschTaalminnend Genootschap Schild en Vriend.Onder de stichters vinden we de jonge filoloog enburgemeesterszoon Alfons Willems. De hoedanig-heid van de stichter en de naam (‘taalminnend’) vanhet genootschap duiden erop dat deze kring vooraleen letterkundige beweging wil zijn. De kenspreuk‘Schild en Vriend’ verwijst dan weer naar hetromantisch terugblikken naar de eigen geschiede-nis. Over deze eerste kring is zeer weinig bekend,behalve dan dat hij opvallende parallellen vertoontmet het vier jaar eerder opgerichte TaalminnendStudentengenootschap ’t zal wel gaan uit Gent.Beide kringen zijn vrijzinnig geïnspireerd en onder-houden nauwe contacten met elkaar. Dat is niet teverwonderen, de oprichting van Schild en Vriendvalt immers in dezelfde periode als de overstap vanverschillende Gentse vrijzinnige studenten naar deBrusselse Universiteit. De Gentse studenten raaktenin moeilijkheden naar aanleiding van een incidentmet twee Gentse professoren die er door deKatholieke studenten en de Belgische geestelijkheidvan beschuldigd werden de grootheid van Christusverloochend te hebben. De studenten van ’t zal welgaan verdedigen de professoren en komen daardoorzwaar onder vuur te liggen. Hun publicatie Noorden Zuid wordt op de Index geplaatst en de Gentserector verzoekt hen geen tweede bundel uit tegeven. Met de hulp van het Brusselse Schild enVriend kan de bundel Noord en Zuid II toch uitge-geven worden. De Gentenaars staan in voor de

Een Vlaamse studentenkring 150 jaar... jong

UVV-info sept. - okt. 2005 6

Page 7: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

financiële kant van de publicatie, maar de bundel ver-schijnt onder de verantwoordelijkheid van deBrusselse studenten. Dat Schild en Vriend zich nietalleen tegen de klerikalen richt maar ook eenVlaamse strijd voert, blijkt al meteen na hun oprich-ting in 1856. Het Genootschap zendt een delegatienaar de ULB-rector met de vraag een college vanVlaamse Letterkunde in te stellen. Ze vinden er nietmeteen gehoor, pas vierentwintig jaar later wordtdeze eis ingewilligd. Een markant detail bij dezegebeurtenis: Alfons Willems, de voorzitter van Schilden Vriend ten tijde van de eerste vraag naar een col-lege Vlaamse Letterkunde, zal in 1880 zelf de pasopgerichte leerstoel Geschiedenis der NederlandseLetterkunde aan de ULB mogen bezetten. Schild en Vriend onderneemt slechts enkelebeperkt politieke acties. In 1858 zal A. Willemsnog als vertegenwoordiger van de Brusselse stu-denten spreken op de begrafenis van de progres-sieve voorman Adolphe Dufranne. Daarna lijkende activiteiten stil te vallen. Een mogelijke ver-klaring voor het stilvallen van de activiteiten isdat de leden te veel opgeslorpt worden door huninbreng in het in 1858 opgerichte VlamingenVooruit, een drukkingsgroep van radicale libera-len. Of Schild en Vriend opgedoekt wordt, is nietduidelijk. Het ontbreekt ons jammer genoeg aanbronnen om de volgende twintig jaar van hetGenootschap met zekerheid te kunnen schetsen.Bij het honderdjarig bestaan van Geen Taal,Geen Vrijheid in 1956 deed Leentje Pelemans,oud-ondervoorzitster van de kring, onderzoeknaar het ontstaan van de kring. Zij kwam toen teweten dat J. Rens rond de jaren 1875 voorzittervan het Genootschap geweest was, wat zou bete-kenen dat de kring toch bleef voortbestaan.In elk geval wordt op 29 november 1877 eennieuwe vereniging opgericht aan de ULB: deVrijzinnige Studentenkring Geen Taal, GeenVrijheid. Deze kring houdt zich voornamelijkbezig met het organiseren van voordrachten.Dankzij een schenking van boeken door hetWillemsfonds, aangevuld met boeken van ledenen ‘andere Vlamingen’, wordt ook een biblio-theek voor de leden ingericht. Op taalpolitiekvlak is deze Vrijzinnige Studentenkring niet ergactief. Integendeel, de studenten zijn ereledenvan de Société Wallonne (en vice versa). Infebruari 1879 bieden ze de Waalse confraterseen luisterrijk feest aan. Bij de start van het aca-demiejaar 1879-1880 ontstaat er echter onenig-heid over het veelvuldige gebruik van het Fransop de bestuursvergaderingen. De regelmatigebijeenkomsten van de kring worden stopgezeten rond februari 1880 wordt de VrijzinnigeStudentenkring opgedoekt.

1880-1888: snelle opgangSlechts een paar maanden later, op 16 december1880 wordt een nieuwe kring gesticht: deVlaamschen Studentenkring van Brussel metkenspreuk Geen Taal, Geen Vrijheid (twee jaarlater omgedoopt in Vlaamschen Vooruitstreven-den Studentenkring van Brussel Geen Taal,Geen Vrijheid). Deze nieuwe kring koppelt let-terkunde en romantiek aan politieke actie. Deleden verklaren dat het Nederlands hun taal is"bij uitsluiting van alle andere" en steken hunstrijdbaarheid niet onder stoelen of banken.Hun standpunten worden weergegeven in hetstudentenblad dat vanaf januari 1881 werd uit-gegeven onder de naam De NederlandscheStudent. Het voornaamste programmapunt vande kring is de aanvaarding van het Nederlands inhet Vlaamse land als "eenige officiëele taal vanden Staat." Dit heeft implicaties op wetgevend,juridisch en uitvoerend gebied. Zo eist GeenTaal, Geen Vrijheid (GTGV) het gebruik vanhet Nederlands door alle Vlaamse politieke ver-tegenwoordigers in de Kamers, provincie- engemeenteraden, Nederlandstalig onderwijs "vanlaag tot hoog en in alle vertakkingen", alsookVlaamse organisatie en bevelvoering in het legerin het Vlaamse land en ten slotte het gebruik vanhet Nederlands in alle rechterlijke zaken inplaatsen waar Nederlands de volkstaal is. Dekring loopt in de kijker door de felheid waarmeehij naar buiten treedt, door zijn taalpolitiekestandpunten en door zijn culturele activiteiten.Het is duidelijk dat het actieterrein zich ver bui-ten de universiteit uitstrekt. Als een echte druk-kingsgroep spreekt de kring meermaals direct dewetgevende Kamers aan. GTGV pleit voortweetalige opschriften, bankbiljetten, postzegels,muntstukken, stempels, bestuursmededelingen,getuigschriften… In 1885 vraagt men een twee-talige uitgave van het Belgisch Staatsblad.Diverse ministers en gemeentebesturen krijgenklachtenbrieven van de kring. Maar ook binnen de studentengemeenschapwordt, met wisselend succes, actie gevoerd. Ophet studentenfeest te Luik, in mei 1881, houdende afgevaardigden redevoeringen in hetNederlands, een precedent gezien de voertaal opeen dergelijk feest steevast het Frans is. Bij destichting van het Verbond der Liberale Studen-tenmaatschappijen van België in 1881 slagen deBrusselse studenten erin het bestuur uit evenveelVlamingen als Walen te laten bestaan. Ter gele-genheid van het vijftigjarige bestaan van de uni-versiteit in 1884 wordt een jubelfeest georgani-seerd. De studentencommissie die instaat voor deorganisatie had beslist dat alle aankondigingen in

7 UVV-info sept. - okt. 2005

Page 8: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

de twee landstalen zouden gebeuren. In praktijkwordt dit echter niet uitgevoerd. GTGV neemtdaarom maar weinig deel aan de feesten en som-mige studenten zorgen voor opschudding dooreen protestaffiche op te hangen in het centrumvan de stad. Geen Taal, Geen Vrijheid tracht elk jaar weer nieu-we aanhangers te werven en in 1885 doen ze ditniet enkel binnen de universiteit. Een oproep totde Vlaamse leerlingen in de athenea van Brussel enElsene resulteert in de oprichting van de bond vanVlaamse leerlingen van athenea en middelbarescholen van het arrondissement Brussel met dekenspreuk ‘Help U zelf’. Heel wat leden van dezebond stromen later door naar GTGV. Ook bij het bestuur van de universiteit wordt destrijd verdergezet. Jaar na jaar tracht men bij hetbestuur van de universiteit de inrichting van eenleergang Nederlandsche Rechtstaal. Die wordttelkens toegezegd, maar nooit gegeven. Pas in1891 wordt een Vlaamse leergang Strafrecht enStrafvordering ingesteld en dan niet als resultaatvan het jarenlange actievoeren, maar als gevolgvan de taalwet op de academische graden van 10april 1890. In deze wet staat dat enkel afgestu-deerden die een bewijs van het gebruik van hetNederlands kunnen leveren tot een gerechtelijkambt kunnen worden benoemd. Zonder ditbewijs zou de universiteit een belangrijk deel vanhaar traditionele afzetgebied voor haar afgestu-deerden verliezen. Soms kent een actie van de kring een veel direc-ter succes. In februari 1882 bijvoorbeeld, als eengeneesheer van het militair hospitaal in zijn leszegt "Le sujet est un flamand, donc peu intelli-gent." De kring klaagt de dokter aan bij deminister van Oorlog en de dokter wordt ver-plicht zijn woorden terug te nemen.

1888-1914: volkslering en minoriseringTussen 1888 en 1914 verbleekt de ster van GeenTaal, Geen Vrijheid langzaam aan. De kringkrijgt het moeilijk om zijn ledenaantal op peil tehouden. Bovendien kent de ULB een spectacu-laire stijging van de studentenaantallen. DeVlamingen maken procentueel dan ook eensteeds geringer deel van de studentenpopulatieuit. En niet alle Vlamingen voelen zich geroepenlid te worden van de kring. De harde politiekeactie van de jaren 1880 heeft de gematigde stu-denten afgeschrikt. In 1897 noteert men danook in het Gulden Boek dat nogal watVlamingen weigeren lid te worden van GTGVmet als argument "Wij zijn Vlamingen dochgeene vlaminganten, we behoeven dus nieteenen Vlaamschgezinden kring bij te treden."In de jaren 1890 valt die harde politieke actiebijna volledig weg. Daar waar de jaarverslagenvan de 80-er jaren telkens een lijst van geschre-ven verzoekschriften en brieven vermelden,komt dat in de jaren 90 slechts sporadisch voor.De kring neemt nog wel deel aan stoeten, voor-drachten en manifestaties van Vlaams belang,maar is duidelijk afgestapt van de harde actie.Er worden veel voordrachten binnen de kringgeorganiseerd en men poogt de relaties met deandere studentenkringen aan de universiteitweer op te krikken. In 1888-1889 verloopt ditnog moeizaam. Het Gulden Boek meldt wel datGTGV uitgenodigd wordt door andere studen-tenkringen, maar dat er geen sprake kan zijn vanenige ‘bloedbroederlijkheid’. Drie jaar laterschrijft men in het Gulden Boek dat het nieuwegeslacht studenten verdraagzamer is. De kringwordt uitgenodigd op alle studentenfeesten enkan er het woord voeren in het Nederlands.

UVV-info sept. - okt. 2005 8

Leden van Geen Taal, GeenVrijheid, 1894 © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Een Vlaamse studentenkring 150 jaar... jong

Page 9: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Onder impuls van Lodewijk De Raet worden ereind jaren 80 sociale initiatieven genomen. Eeneerste belangrijk initiatief heeft betrekking ophet Nederlandstalige onderwijs in Brussel. Deuniversiteit organiseert vanuit een sociale reflexen omwille van de vrijzinnige uitstraling openba-re volksleergangen. Geen Taal, GeenVrijheidspant zich in om een 'Vlaamse' versie in te rich-ten. Al in januari 1886 heeft ze hiervoor bij degemeentelijke overheid gepleit, daarbij de toonaangevend voor de collega's uit Gent en Leuvendie dit soort voorstellen in de volgende jarenzouden navolgen. De politieke situatie is echterongunstig en ondanks de steun van burgemees-ter Karel Buls en anderen antwoordt het stads-bestuur eerst dat er geen geld is, vervolgens dathet niet nodig is en ten slotte dat dergelijke leer-gangen onnuttig zijn: "Zij kunnen enkel gevolgdworden door personen die zekeren graad vangeleerdheid hebben, waarbij de kennis derFransche taal natuurlijk gerekend wordt." Hetidee wordt echter niet vergeten en als enkelejaren later het Engelse systeem van de hoge-schooluitbreiding ten bate van het volk over-waait, is De Raet enthousiast. Hij bestudeert hetfenomeen en weidt er in het tijdschrift DeGoedendag over uit. Pas in mei 1895 wordt dezetheorie in de praktijk omgezet. Van het HoogerOnderwijs voor het Volk vindt echter wegensgebrek aan middelen slechts één cursus plaats,waarop een dertigtal mensen aanwezig zijn.

Sommige leden van Geen Taal, Geen Vrijheiduit die periode ontpoppen zich later tot belang-rijke figuren van de Vlaamse Beweging, denkenwe maar aan Lodewijk de Raet, Emile de Veen,Willem Thelen en Gustaaf Schamelhout.Opvallend is dat een aantal andere belangrijkefiguren zoals August Vermeylen en later HermanTeirlinck zich tijdens hun studententijd meeraangetrokken voelden tot serieuze letterkundigeverenigingen dan tot GTGV.Na de eeuwwisseling krijgt de kring weer watmeer glans. Ook hier weer een aantal bekendenonder de leden: de latere krantenmagnaat JuliusHoste jr. (1904-1906), publicist Nico Gunzburg(1905), de Nederlandse historicus Frederik C.Gerretson (1910) en journalist Eugène Cantillon(1912). Vanaf 1904 nemen de vormende activi-teiten toe. GTGV laat zich inspireren door ere-voorzitter Vermeylen die in 1902 docent gewor-den is aan de ULB. Samen met Hoste, Gunzburgen anderen houdt hij tot 1914 verschillende poli-tieke en literaire lezingen. De activiteiten van destudenten krijgen een steeds studentikozerkarakter. Ze bestaan uit het herdenken van

Vlaamse dichters, het aanleggen van een kring-bibliotheek en het organiseren van toneel- enzangfeesten. Banden met de Nederlandse con-fraters worden aangehaald. De predikantszoonHoek en de bekende historicus en Groot-Neerlandist Gerretson zetelen in 1910 in hetbestuur van de kring. Ze helpen mee een vlug-schrift opstellen, waarin een Vlaamse universi-teit in Brussel wordt geëist. Aan de vooravondvan de Eerste Wereldoorlog wordt dus voor heteerst sinds lang weer een meer agressieve poli-tiek gevoerd. Het tweetalige vlugschrift wordtverspreid op 2.000 exemplaren en verzondenaan andere universiteiten, aan de leden vanKamer en Senaat, aan de Koning der Belgen enaan de pers. Ondanks de tegenacties van"Waalsche haantjes-vooruit" die de brochures inbrand staken en de plakbrieven van de kringafscheurden, noteert men in het Gulden Boekhet "genoegen de brochuur met aandacht gele-zen te zien door de groote meerderheid derBrussselsche studenten." De wereldoorlogenzouden deze idee kelderen: de vervulling van dewens zou nog een halve eeuw moeten wachten.

Van oorlog naar oorlog (1914-1945):crisisDe Université Libre de Bruxelles sluit tijdens deEerste Wereldoorlog haar deuren. Geen Taal,Geen Vrijheid valt uiteen. Van de leden raakteen enkeling verstrikt in het activisme, een anderwordt krijgsgevangen genomen of sneuvelt alsoorlogsvrijwilliger. De oorlog betekent een volle-dige breuk met het verleden. Na de oorlog worden Vlaamse eisen als antiloy-

9 UVV-info sept. - okt. 2005

Bestuur van Geen Taal, GeenVrijheid, 1938 © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Page 10: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

aal en antinationaal beschouwd en zijn ze taboe.Brussel raakt verder verwikkeld in een verfran-singsproces, ondersteund door de gemeentelijkeoverheden. De traditionele politieke bondgeno-ten van de Vlaamse studenten, de Vlaams-Brusselse liberalen zoals Julius Hoste jr. wordenbinnen hun eigen partij zwaar gedomineerddoor Franstaligen. De ULB is een bolwerk vanFranstalige liberalen en de sfeer is er anti-Vlaamser dan ooit tevoren. In 1920 organiserenFranstalige ULB-hoogleraren in de Beurs eenmeeting tegen de vernederlandsing van deGentse universiteit. In deze vijandige sfeer hoefthet geen verwondering te wekken dat hetVlaamse studentenleven aan de ULB moeilijk opgang komt en tot circa 1935 bijna ondergrondsleeft. In 1924 wordt opnieuw een VlaamscheStudiegroep opgericht die een bescheidenbestaan leidt. Onder meer Piet Vermeylen waslid van deze kring. Vier jaar later bestaat er geenVlaams studentenleven meer aan de universiteit.De Vlaamsche Studiegroep (VSG of vesege)wordt heropgericht en onder voorzitterschapvan Willy Weemaes (1929 en 1931) en WillemVerougstraete (1930) weet men circa veertigleden te werven, waarvan er ruim twintig op devergaderingen aanwezig zijn. Op de circa 2.500-2.900 studenten die de ULB in het begin van dejaren 1930 telt, is dit natuurlijk uiterst beperkt.De Vlaamse studenten zijn zich bewust van hetfeit dat ze geen impact hebben, maar zoals voor-zitter Weemaes het uitdrukt: "Het voornaamsteis dat er Vlaams studentenleven aan de universi-teit blijft bestaan. Later kan dit zich uitbreidenen dan zal er geen hiatus bestaan hebben."Secretaris Rem Reniers getuigt over die periode:"Er bestond vijandschap aan de universiteittegen al wat Vlaams was. We kregen, buiten hetlokaal dat de ‘Vlaamse Club’ ter beschikkingstelde, geen materiële of morele steun. Hetmaximum dat de kring in de jaren na de her-oprichting durfde doen was dan ook het organi-seren van studieavonden waar onderling gede-batteerd werd." Een drietal jaar later zijn deomstandigheden hen iets gunstiger gestemd. Denieuwe rector is familie van de voorzitter van dekring. De bestaande werking van de kring wordtverdergezet, maar er worden al eens sprekersvan buitenaf uitgenodigd. De naam VlaamscheStudiegroep wordt niet meer gebruikt vanaf deperiode 1931-1932. Samen met het ’t Zal welgaan wordt het Algemeen Vrijzinnig VlaamsHoogstudentenverbond gevormd en de kring isook lid van het Algemeen Vlaamsch Hoog-studentenverbond, een samenwerking metLeuven en Gent.

De heropleving komt er in 1935, in een sterkgewijzigde politieke context. De taalwetten van1932 inzake bestuurszaken en onderwijs -dezelaatste wet stipuleerde onder meer dat de leer-lingen van de lagere scholen binnen de Brusselseagglomeratie recht hebben op onderwijs in deeigen taal- steken de Vlaamse studenten een hartonder de riem. Naar aanleiding van die wettenbesluit het ULB-bestuur een zestal cursussenNederlandse vakterminologie (voor geneeskun-de, voor techniek en dergelijke) in te richten. Dewet van 1935, die het Nederlandstalige docto-raat in de rechten verplicht voor de uitoefeningvan een gerechtelijk ambt in Vlaanderen, leidttot de instelling van een Nederlandstalig docto-raat in de rechten (de kandidaturen zullen pas in1948 verdubbeld worden). Onder voorzitter-schap van Jan du Four, die dit ambt zou waarne-men tot na de Tweede Wereldoorlog, pleit dekring bij ULB-voorzitter Paul Hymans voor deverdubbeling van de cursussen en van deFaculteit Letteren. Du Four is een van de eerste voorzitters waarbijeen linkse en Vlaamse visie samengaan. Tijdensde oorlog biedt hij weerstand aan de universitai-re politiek van de Duitse overheid.

1945-1969: vertraagde verdubbelingMeteen na de bevrijding hervat Geen Taal, GeenVrijheid zijn activiteiten. Het debat voor de ver-dubbeling van de universiteit wordt opnieuw aan-gezwengeld door de kring. Geen Taal, GeenVrijheid heeft een onberispelijke houding aange-nomen tijdens de oorlog en kan dus meteen destrijd voor haar idealen weer opnemen. Voor hetbestuur van de ULB blijft een verdubbeling echteronbespreekbaar, zodat de studenten die ervooropkomen in een geïsoleerde positie staan. In 1947wijzigt de naam van de kring nogmaals. De huidi-ge benaming Brussels StudentengenootschapGeen Taal, Geen Vrijheid (BSG) wordt in gebruikgenomen. Vanaf het midden van de jaren 50 krijgen de stu-denten in hun strijd voor de verdubbeling desteun van twee nieuw opgerichte verenigingen:de Vereniging voor Vrijzinnig Nederlands HogerOnderwijs en de Oudstudentenbond (OSB). De verslagen van eind jaren 50 in het GuldenBoek getuigen in hoofdzaak over de studentikozeactiviteiten van BSG. Maar de strijd voor de ver-vlaamsing gaat onverminderd voort. In 1957-1958 wordt er getriomfeerd. Er komen Neder-landstalige studentenkaarten en bibliotheekin-schrijvingen. Omdat op de openingszitting vanhet academiejaar 1965-1966 de nieuw aangestelde

Een Vlaamse studentenkring 150 jaar... jong

UVV-info sept. - okt. 2005 10

Page 11: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

rector geen positief standpunt over de verdubbe-ling inneemt, verlaten de Vlaamse studentenostentatief de zaal. Ruim een maand later formu-leert BSG-voorzitter Hendrik Peeters in zijn toe-spraak op de Sint-Verhaegenviering zeer zwarekritiek op de gevoerde universitaire politiek. Dezekritiek verwekt consternatie aan de universiteitzelf, haalt de pers en lokt politieke echo’s uit. Destudenten gaan over tot de oprichting van eenAktiekomitee voor Brussel en plannen begin 1966een staking. Op dat ogenblik verklaart rectorHomès in Het Laatste Nieuws echter dat de uni-versiteit de Faculteit Toegepaste Wetenschappenzal verdubbelen. Dit betekent een kentering in deop dat ogenblik gevreesde beleidslijn en eengebaar van goede wil van de rector. De studentenschorten hun acties op, maar blijven de structure-le verdubbeling eisen: twee vice-rectoren, de aan-passing van de samenstelling van de raad vanbeheer aan de realiteit van de verdubbeling ensplitsing van de subsidies. De voorzitter van BSGnoteert in het Gulden Boek dat men de waak-zaamheid niet mag laten verslappen, omdat erslechts één punt van het eisenpakket werd inge-willigd. "Wij hebben sterk de indruk dat mendoor zekere toegevingen te doen de andere eisenwil doodzwijgen." En ook de kleine successen,zoals het laten plaatsen van een tweede televisie-toestel in het studentenhuis zodat er ook naarNederlandstalige programma’s gekeken kan wor-den, worden genoteerd in het Gulden Boek.Hoewel de Vlaamse studentenkringen vanaf 1966verschillende persmededelingen en memoranda

over de verdubbeling uitgeven, verlie-zen zij het initiatief aan andere niet-stu-dentengroepen, zoals de Verenigingvan Vlaamse Professoren (VVP), hetVNVHO enzovoort. Dit is te wijtenaan interne verdeeldheid onder destudentenkringen, aan de veel sterke-re organisatorische basis van de VVPen het VNVHO en aan de verschui-ving in de belangstelling van veel stu-denten naar de democratisering vande structuren van de universiteit (inde geest van de contestatie). Op 22 mei 1968 besluit een algeme-ne ‘vrije vergadering’ het gezag vande raad van beheer niet meer teerkennen. Een week later organise-ren het BSG en de VVP-Brussel(onder leiding van Aloïs Gerlo) deeerste Vlaamse vrije vergadering.Eind mei lekt bovendien de verkla-ring van rector Homès, waarin hijstelt dat de unitaire structuur niet

meer leefbaar is, uit. Het VNVHO stelt daaropvoor een democratisch Coördinatiecomité voorde Nederlandstalige Universitaire Gemeenschap(CONUG) te stichten, dat zal opkomen voor deVlaamse belangen en waarin ook de studentenvertegenwoordigd zullen zijn. Binnen hetCONUG ontbrandt algauw een strijd tussen hetVNVHO en de VVP enerzijds, die strijden voorde Vlaamse universiteit en de studentenvereni-gingen anderzijds die opkomen voor democrati-sche structuren en groepspariteit binnen de raadvan beheer. Uiteindelijk wordt het pleit beslechtdoor de eersten die via de politieke fracties inhet parlement en onderhandelingen met hetbestuur van de universiteit geen verdubbeldeULB, maar wel de oprichting van een autonomeVlaamse universiteit kunnen doordrukken.

In de periode na de Tweede Wereldoorlog blij-ven de leden van Geen Taal, Geen Vrijheid duseen moeilijke strijd voeren. Toch krijgen ze, integenstelling tot hun collega’s uit vorige decen-nia, meer erkenning en moeten ze minder clan-destien opereren. Daar waar men in de jaren 30niet verder durft gaan dan het organiseren vandiscussieavonden binnen de kring, is de rectorvan de ULB aanwezig op de openingszitting vanGeen Taal, Geen Vrijheid in 1945-1946. Ooktien jaar later bij de feestelijke viering van hon-derd jaar GTGV is de rector aanwezig op hetGeuzenbal. Toch blijft het ook in deze periodevoor de Vlaamse studenten niet altijd makkelijkom zich aan de ULB te laten respecteren.

11 UVV-info sept. - okt. 2005

St-Vé, 1955 © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Page 12: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Na de splitsing in 1969De Nederlandstalige Vrije Universiteit Brussel(VUB) ontstaat met de erkenning van de rechts-persoonlijkheid in mei 1970 (terugwerkend tot 1oktober 1969). Incidenteel vinden er in 1970 en1971 nog anti-Vlaamse manifestaties op de cam-pus van de ULB plaats. Ze lokken reacties uit bijhet Brussels Studentengenootschap (BSG) en bijde Studiekring Vrij Onderzoek. Het BSG voert inde jaren 1970 een politiek van ‘bewusteVlaamsgezindheid’ (= verdediging van Vlaamsebelangen in Brabant) zonder zich te willen latenverleiden tot ‘overdreven nationalisme’. Maar metde verhuizing naar de campus Oefenplein in hetvooruitzicht is er fundamenteel geen reden meervoor de studenten, die zichzelf zien als progres-sieve Vlamingen, om te strijden voor een Vlaamseuniversiteit. Dat doel is verwezenlijkt. Op zijnmanier probeert het BSG zich daarom toe te leg-gen op de uitbouw van de structuren van de nieu-we instelling en neemt het na het ontstaan van deVUB nieuwe statuten aan. BSG evolueert van éénvan de zovele kringen aan de ULB tot een koe-pelkring voor de kringen aan de VUB. Het BSGkrijgt twee belangrijke taken. Ten eerste moet heteen coördinerende functie opnemen voor deandere kringen. Dit vertaalt zich in het beheer enhet openstellen van de studentikoze infrastruc-tuur en de uitwerking van een subsidieregelingvoor de kringen. Ten tweede zal het als vertegen-woordiger van de studenten optreden. Die verte-genwoordiging gebeurt zowel intern, bijvoor-beeld als lid van de Sociale Raad en voordien vande raad van beheer, als extern, bijvoorbeeld als lidvan de Vereniging voor Vlaamse Studenten envan het Erasmus Student Network.

BSG als koepelkringIn 1971-1972 erkent het BSG reeds tweeëntwintigkringen, terwijl dat er onder de oude ULB-struc-tuur slechts een handvol waren. De Neder-landstalige kringen van de ULB blijven bestaan ende richtingen die tot dan toe nog geen kring heb-ben, richten er één op. Bij de start van de VUBheeft elke faculteit een eigen kring. Door het snelstijgend aantal studenten worden er daarnaast ookeen aantal ‘subfacultaire’ kringen opgericht, die debestaande facultaire kringen enige concurrentieaandoen. Deze subfacultaire kringen zijn echter teklein en leiden een onregelmatig bestaan. Ze zijndan ook meestal geen lang leven beschoren. In diebeginperiode kunnen er drie soorten kringen wor-den onderscheiden: de facultaire, de regionale ende politieke. De facultaire kringen zien zichzelf alsde pijlers van het studentenleven en leggen zich toeop de folklore en op het uitdiepen van de vakspe-

cialisatie. Ze leveren bijvoorbeeld een belangrijkebijdrage aan het academisch leven op de VUB doorde organisatie van congressen.De regionale kringen werpen zich volledig op defolklore en proberen studenten uit dezelfde regiomet elkaar in contact te brengen. Sommige regio-nale kringen dateren al van voor het ontstaan vande VUB zoals Kinneke Baba (de kring voor deregio Geraardsbergen en Oost-Vlaanderen),Westland, Limburgia en Antverpia. Anderenworden later opgericht, zoals de BockstaelseMaegden, Kring der Brusselse Studenten, Vuria(Tervuren), Studihal (Halle) en de GeuzenkringPajottenland. De meeste nieuwe regionale krin-gen is echter geen lang leven beschoren.De politieke kringen vertegenwoordigen eenpolitieke ingesteldheid of maatschappelijkegedachte. Meestal zijn zij ook wel verbondenmet een politieke partij, zoals de Actief LinkseStudententen (vroeger verbonden met de SP ennu met LSP), Animo (met sp.a), Liberaal VlaamsStudentenverbond (met de VLD), Jong Groen(met Agalev) enzovoort. Ook deze kringen ken-nen een afwisselend bestaan.De erkenning van de kringen valt in het beginonder de bevoegdheid van de raad van beheervan de universiteit, maar tegen het einde van dejaren 1970 wordt dit doorgeschoven naar deSociale Raad (SOR). Het BSG vervult hier eenbemiddelende rol. Op basis van een jaarverslagwordt de werking van de kring geëvalueerd en aldan niet een subsidie toegestaan. Deze jaarver-slagen geven echter niet altijd een realistischbeeld van de werkelijkheid zodat het BSG ver-plicht wordt een nieuw systeem te bedenken.Vanaf 1983 worden alle activiteiten van eenkring apart beoordeeld en krijgen zij hierbij pun-ten toegekend. Aan de hand van het totaal aan-tal punten wordt het subsidieerbaar bedragbepaald. De erkenning vandaag de dag verlooptin twee fasen met een voorlopige erkenning eneen volwaardige erkenning. De voorlopigeerkenning wordt toegekend door de SocialeRaad en geldt voor drie jaar. Tijdens deze perio-de kan de kring geen aanspraak maken op desubsidies (werkings- en cultuursubsidies) die deSOR toekent. Na het verlopen van deze drie jaarmaken BSG en de kring in kwestie een evaluatieop over de proefperiode. Op basis van deze eva-luatie geeft BSG advies aan de SOR die zalbeslissen over de definitieve erkenning. Als dekring niet erkend wordt als volwaardige kring,verliest zij haar voorlopige erkenning, tenzij deSOR (op advies van BSG) toestaat om de proef-periode voor één jaar te verlengen. Zowel devoorlopige als de volwaardig erkende kringen

Een Vlaamse studentenkring 150 jaar... jong

UVV-info sept. - okt. 2005 12

Page 13: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

mogen gebruik maken van de infrastructuur vande VUB onder het beheer van BSG.In de jaren 70 hebben de politieke kringen zeerveel invloed, waardoor het folkloristische stu-dentenleven op een laag pitje staat. De politiekekringen erkennen zelfs het gezag van BSG niet.De toenmalige studentenvertegenwoordigersbehoren tot de linkse strekking en verafschuwenextreem-rechtse en fascistische ideeën, hetVlaams extremisme krijgt in hun ogen geengenade. Dit verklaart waarom het VNSU in dejaren 70 geen regelmatig bestaan kent en in 1978de studentenvertegenwoordigers een motieindienen bij de raad van bestuur, waarin zij deintrekking van de erkenning van VNSU vragen.VNSU deelde pamfletten uit voor de VlaamseMilitanten Orde en organiseerde een Zuid-Afrika-avond waarbij de stellingen van de pro-apartheidsorganisatie Protea aan bod kwamen.Vanaf 1985 wijzigt het klimaat en valt het folklo-ristische karakter van de kringen terug in desmaak bij de studenten: verschillende kringenvoeren opnieuw een doop in, een aantal codexenkomen in omloop en het Vrijzinnig Zangfeestwordt opgestart. Het BSG verwerft opnieuwinvloed in de SOR (ten koste van de sterk afge-zwakte politieke kringen) en evolueert naar eensociaal geëngageerde houding.De jaren 80 laten trouwens ook toe dat er naast dedrie ‘traditionele’ soorten kringen (de facultaire,de regionale en de politieke kringen) nog anderesoorten studentenverenigingen worden opgericht,zoals verenigingen van buitenlandse studenten(Isavub, Bangladesh Student Association, Vesco(Vesalius College), sociale studentenverenigingendie zich inzetten voor een rechtvaardiger wereld(bijvoorbeeld Vaka, Amnesty International,Greenpeace), verenigingen voor mensen metdezelfde geaardheid (bijvoorbeeld Kring voorhomo's, lesbiennes en bi’s, verschillende vrouwen-kringen) en ten slotte verenigen studenten die zichrond een bepaalde hobby of thema (bijvoorbeeldde spelgroep Society of Weird and Mad People(SWAMP)). Sinds enkele jaren kan men hier ookde multiculturele kringen aan toevoegen (bijvoor-beeld Koeleur Lokale, M!X). Hierdoor wordt hetstudentenleven gevarieerder. Ook het toegenomenaantal meisjes in de besturen verandert het karak-ter van het studentenleven.

BSG als vertegenwoordiger van destudenten naar buiten… Hoewel het BSG zich in de jaren 70 niet actiefmeer wil bezig houden met politieke acties, zalhet wel steeds de rechten van de student blijvenverdedigen. BSG lobbyt daarvoor naar buiten

uit bij officiële instanties via de Vereniging voorVlaamse Studenten (VVS). De VVS is vanaf dejaren 70 een extreem-links strijdorgaan. In feiteis ze een verlengstuk van de Marxistisch-Leninistische beweging (MLB), hetgeen zichvertaalt in een extreem solidariteitsgevoel met dearbeiders. De VVS kan op dat moment moeilijkbeschouwd worden als de algemene vertegen-woordiger van de Vlaamse studenten. De koe-pelorganisatie vervreemdt van de studentenbe-weging. Ze noemt zich een studentenvakbewe-ging en treedt op als vakbond van progressievestudenten. Vanaf 1974 wordt de actiegroepNeen aan VVS opgericht. Deze actiegroep kanzich niet meer vinden in de doelstellingen vanVVS en heeft tot doel de vereniging op te heffen.Het BSG steunt deze actiegroep en zet zich aftegen de werking van VVS. In 1978-1979 wor-den de studentenverenigingen in hun actiestegen de verdubbeling van het inschrijvingsgeldnog gesteund door VVS, maar daarna zet de ver-vreemding zich verder door.Pas in de jaren 80 krijgt de VVS-Studenten-vakbeweging (SVB) terug voet aan de VUB enwordt er een permanente werking opgestart. Erkomen kernen in de Faculteiten Letteren enWijsbegeerte, Pedagogie en Psychologie, Econo-mische, Politieke en Sociale Wetenschappen,Wetenschappen en Toegepaste Wetenschappen.Samen ondernemen ze enkele acties. VVS-Brussel en Vrij Onderzoek slaan verschillendemalen de handen in elkaar. Ten eerste voeren zijactie tegen het wetenschappelijk onderzoek dataan de VUB gebeurt voor de NAVO en voorprivé-bedrijven. Ten tweede zetten ze een groot-se campagne tegen racisme op touw. In 1984 zul-len de VVS en MLB samen met Vrij Onderzoeken de Actief Linkse Studenten een eenheidsfrontoprichten om het in hun ogen racistische wets-voorstel Gol, in verband met de subsidiëring vande buitenlandse studenten, beter te kunnenbekampen.Omdat VVS in de jaren 80 weinig stabiliteit kent,is de participatie van BSG in VVS dan nogalvariabel. Dit wordt vooral duidelijk in 1986. HetSint-Annaplan houdt een sterke verhoging vande inschrijvingsgelden in en een inkrimping vande betoelaging die de democratisering van hetonderwijs moeten bevorderen. De sociale betoe-laging neemt aan sommige universiteiten met dehelft of meer af (de helft in Leuven en tot 60%aan de Antwerpse instellingen). Het studenten-protest gebeurt onder impuls van verschillendestudentenverengingen, maar de VVS slaagt ernauwelijks in om als een heuse koepelverenigingop de voorgrond te treden.

13 UVV-info sept. - okt. 2005

Page 14: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Pas in 1999-2000 na enige statutenwijzigingenzijn de studentenraden opnieuw gemotiveerdom VVS als hun enige spreekbuis te aanvaarden.Op dat moment krijgt VVS dezelfde status alsVLIR en VLHORA door de erkenning door hetdepartement Onderwijs van het ministerie vande Vlaamse Gemeenschap en de daaraan ver-bonden geldelijke ondersteuning. VVS is daneindelijk in staat om stafmedewerkers aan tenemen en de beleidsvoorbereiding te laten doen.Het is dus pas vanaf de laatste jaren dat het BSGweer een permanente werkgroep heeft die hetBSG bij VVS vertegenwoordigt.

… maar ook internBij het ontstaan van de VUB eisen de studenteneen vierledige paritaire vertegenwoordiging inde raad van beheer, waarbij de studenten even-veel inspraak krijgen als hoogleraren, assistentenen vorsers en het administratief en technischpersoneel. Deze eis ondervindt weerstand van deprofessoren en dus wordt er beslist om een min-derheidsparticipatie van alle groepen in de raadvan beheer te houden, hoewel de professorennumeriek het sterkst zijn. Studentenvertegen-woordiging in de organen van de VUB is op datmoment miniem en helemaal geen evidente zaak.In de jaren 70 hebben de studenten slechts eenadviserende stem in de Commissie voor SocialeAangelegenheden van de VUB (ook wel SocialeCommissie of kortweg SOC genoemd). BSG isdaar in de minderheid. Deze commissie brengtadvies uit aan de raad van beheer over de wer-king van het studentenrestaurant, de dienst huis-vesting, de gezondheidsdienst, het kinderdag-verblijf en de studentenverenigingen. Naast dezeuniversitaire dienstverlening bestaat er een uni-tair gebleven studentenkring, de vzw Studenten-diensten van de VUB-Services Etudiants del'ULB. Deze kring voorziet in een aantal alterna-tieve diensten zoals een universiteitswinkelUNISHOP, een job-, reis- en kamerdienst.Daarnaast maken de studenten veel gebruik vande dienst Leven met Twee, een psychomedischcentrum en van het documentatiecentrum vanhet CISCOD (Civil Service and CooperationOffice for Developing Countries). Pas in het aca-demiejaar 1973-1974 eisen de studenten meerinspraak in het beheer van de universitaire socia-le sector, omdat deze vanaf dan meer uitge-bouwd raakt. Een studentenparlement dat verte-genwoordigers van alle regionale, facultaire enpolitieke kringen bevat, dringt steeds meer aanop een herziening van de statuten van de SOC.De studenten eisen een volledig onafhankelijkesociale sector en worden hierbij gesteund door

de wet van 3 augustus 1960, die voorziet in eenaparte financiering voor studentenvoorzienin-gen. Tijdens de SOC-vergadering van 6 februari1975 dringt C. Leysen, studentenlid van de SOCen voorzitter van het BSG, aan op een herzie-ning van het reglement van inwendige orde.Vooral de bepaling die het voorzitterschap reser-veert voor niet-studentenleden neemt hij op dekorrel. Toch wordt er opnieuw een prof als voor-zitter verkozen. De studenten en het BSG leggenzich echter niet zonder slag of stoot neer bij dezebeslissing. Een maand later zetten ze met eenstaking hun eisen inzake inspraak en de socialesector kracht bij. De eerste eis is op facultairniveau alle beslissingsbevoegdheden toe te ver-trouwen aan een faculteitsbestuur dat paritair issamengesteld uit enerzijds professoren en ander-zijds niet-professoren (dat wil zeggen assisten-ten, administratief en technisch personeel en stu-denten.) De tweede eis betreft de onafhankelijk-heid van de sociale sector. De studenten wensendat de sociale sector (waarvoor de wet een apar-te financiering voorziet) beheerd wordt door eenparitaire commissie met beslissingsbevoegdheid.Tot dan komt deze bevoegdheid toe aan de raadvan beheer. Ten derde dringen de studenten aanop de uitbouw van de sociale infrastructuur opde nieuwe campussen van de VUB (Jette enOefenplein). De pers besteedt ruime aandachtaan de gebeurtenissen en dat geeft resultaat.In 1976 kan de gevraagde eis van medebeheerbekomen worden dankzij de voorbeeldige dienst-verlening van de studentenkring Studenten-diensten. De raad van beheer besluit tot de oprich-ting van een autonoom socio-cultureel centrumVUB, waarin de werking van de vzw Studenten-diensten, de SOC en het Commissariaat voor Sporten VrijeTijd gecoördineerd worden: de SocialeRaad is geboren! De helft van de twaalf leden vande Sociale Raad zijn rechtstreeks verkozen studen-ten. De Sociale Raad treft volledig autonoombeslissingen. Zij moet enkel haar jaarlijkse begro-ting aan de raad van bestuur voorleggen. De voor-naamste doelstelling van de SOR is een gelijkwaar-dige sociale sector voor studenten uit te bouwen opde diverse campussen. De sociale werking moetbegrepen worden als een streven naar ieders wel-zijn. Bij de uitbouw en ontplooiing van de dienst-verlening gaat men zich niet alleen op de studentenen het personeel richten, maar op de hele Vlaamsegemeenschap in Brussel. In 1982 wordt voor deeerste maal een student tot voorzitter van de SORbenoemd en sindsdien is het (onder)voorzitter-schap steeds aan de studenten voorbehouden.Vooral de politieke studentenkringen werpen zich,zowel naar de universitaire als naar de nationale

Een Vlaamse studentenkring 150 jaar... jong

UVV-info sept. - okt. 2005 14

Page 15: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

overheid toe, op als de verdedigers van de socialesector van de universiteit. Samen met deStudiekring Vrij Onderzoek domineren zij jaren-lang de verkiezingen, want de SOR is hèt strijdor-gaan waar de beslissingen werden genomen om dekostprijs van het studeren te beperken. Opeen-volgende besparingsronden van minister Coens ophet einde van de jaren 80 en begin jaren 90 beper-ken de bewegingsruimte van de sociale sector envan de universiteiten aanzienlijk.

Vandaag zijn de studenten in haast alle bestuurs-en beleidsorganen van de VUB vertegenwoor-digd. Op het niveau van de raad van bestuur,maar ook in raden en commissies hebben deVUB-studenten een plaats kunnen verwervenmet volwaardig stemrecht. Op facultair niveauhebben zij stemrecht in essentiële materies, zoalsonderwijszaken. De belangrijkste verwezenlij-king is echter de participatie in de Sociale Raadwaarvan een student het voorzitterschap waar-neemt. De studentenvertegenwoordiging draagtdus rechtstreeks bij tot het bepalen van de koersdie de universitaire gemeenschap vaart en vergtvolle inzet en verantwoordelijkheid.

De bezorgdheid van het BSG voor het welzijnvan de student en de kwaliteit van het onderwijsheeft zich in het afgelopen decennium op diver-se vlakken geuit. Eind jaren 80, begin jaren 90steunt BSG de Student Aid (via zowel serieuzeals ludieke acties worden studenten geïnfor-meerd en enthousiast gemaakt voor de interna-tionale ontwikkelingshulp). Begin jaren 90 rondt

het BSG na jarenlange strijd eindelijk het dossiervoor een betere verkeersveiligheid rond de cam-pus af: aan de Triomflaan wordt de stoep ver-breed en het oversteken wordt vergemakkelijktdoor zebrapaden en voetgangerslichten. Vanaf1990 heeft BSG een European StudentNetwork-afgevaardigde die de praktische ensociale integratie van de studenten aan hungastuniversiteit probeert te vergemakkelijken,informatie verschaft over uitwisselingsprogram-ma's, studenten die terugkomen van een uitwis-seling helpt reïntegreren en de uitwisselingspro-gramma's evalueert. In 2001 zetten het BSG enStudiekring Vrij Onderzoek de VUB op zijn kopdoor een actie tegen de Bolognavoorstellen.De groei van de VUB heeft dus een aanpassingvan het BSG geëist. Als koepelkring voor deandere kringen is ze naar een belangrijke coördi-natiefunctie gegroeid. Als vertegenwoordigings-orgaan van de Brusselse studenten heeft ze, naeen aanvankelijk moeizame start, een afvaardi-ging bij VVS. Die VVS is de algemene gespreks-partner bij het departement Onderwijs in ver-band met studentenaangelegenheden. Als verte-genwoordigingsorgaan vormt ze ook intern aande VUB een belangrijke gesprekspartner, zowelin verband met de algemene universitaire poli-tiek als voor het sociaal beheer.

Bronnen• Archieven BSG, bewaard op het Universiteitsarchief van de VUB.• www.bsggtgv.be: Reglementen voor de erkenning van de kringen

van BSG.• Archieven, OSB, bewaard op het Universiteitsarchief van de VUB.• d'Alviella (G.), L'Université de Bruxelles pendant son troisième

quart de siècle, 1909.• Gubin (E. ), Bruxelles au XIXe siècle: berceau d'un flamingantis-

me démocratique (1840-1873), Brussel, 1979.• Henkens (B.), De vereniging van Vlaamse Studenten 1974-1983:

van nationale Overkoepeling naar klein-linkse vakbond, Leuven,onuitgegevens licentiaatsverhandeling, 1993.

• Lindemans (L.), Het vraagstuk Brussel uit Vlaams oogpunt, z.j.• Mondelaers (N.), Scheelings (F.), Universiteit en maatschappij: 25

jaar VUB, Brussel, 1995.• Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1998.• van Velthoven (H.), De Vlaamse kwestie 1830-1914: macht en

onmacht van de Vlaamsgezinden, 1982• Pelemans (L.), Het Brussels Studenten Genootschap ‘Geen Taal, Geen

Vrijheid’ bestaat 100 jaar, in De Geus 100, speciaal nummer, 1956.• Rapport sur l' année académique, diverse jaren.• Sieben (L.), De Vlaamse Beweging en de strijd om Brussel na de

Eerste Wereldoorlog: 1918-1926, VUB, onuitgegeven licentiaats-verhandeling, 1984.

• Taal en Sociale Integratie, 13 delen, 1978-1989.• Uyttebrouck (A.), Despy-Meyer (A.), Les cent cinquante ans de

l'Université Libre de Bruxelles (1834-1984), 198.• Vos (L.), Derez (M.), Depraetere (I.), van der Steen (W.),

Studentenprotest in de jaren zestig. De stoute jaren, 1988.• Witte (E.), Tyssens (J.) (ed.), De Tuin van Akademos. Studies naar

aanleiding van de vijfentwintigste verjaardag van de VrijeUniversiteit Brussel, 1995.

15 UVV-info sept. - okt. 2005

Rectoraatsbezetting n.a.v. Bologna-akkoorden, 2001 © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Page 16: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Eén der oudste alumni van de Vlaamsestudenten aan de Vrije HoogeschoolBrussel (de 19e eeuwse benaming van

de Université Libre de Bruxelles (ULB)) isCharles De Coster, de auteur van het befaamdeLa légende et les aventures héroiques, joyeuses etglorieuses d'Ulenspiegel et de Lamme Goedzak aupays de Flandres et ailleurs. Het boek draagt inFranstalige middens al gauw bij tot de beeldvor-ming over de Vlamingen. De hoofdfiguren, Tijlen Nele, krijgen de eer de geest en het hart vanmoeder Vlaanderen te zijn, terwijl de goedmoe-dige en wat sentimentele Lamme Goedzak sym-bool staat voor de volksmassa en de Vlaamsemiddelmaat. Hierdoor verwerft De Coster indiezelfde Franstalige middens de naam eenvoorvechter van de Vlaamse zaak te zijn. Tevensbepaalt het werk voor jaren het beeld dat bui-tenlanders van de Vlamingen hebben, want hetboek wordt in diverse talen vertaald. De Costeris geaccapareerd door zowat elke politieke ofmaatschappelijk filosofische beweging (belgicis-ten, vrijmetselaars, communisten, rechtse enlinkse flaminganten, collaborateurs, verzetslie-den...). Maar wie en wat is hij in werkelijkheid?

Ten eerste is De Coster inwerkelijkheid een barslechte student. Halfwegde 19e eeuw behaalt meneen kandidatuursdiplo-ma normaliter na één jaarstudie, maar de Costerdoet er vijf jaar over (van1850 tot 1855). Daarentegen neemt hijruim deel aan de geneug-ten van het studentenle-ven. Voordat hij studentwordt aan de ULB, is hijmedestichter van dekring Les Joyeuseses, dieopgericht wordt in 1847in het teken van deBrusselse 'zwanze' enonder bescherming ge-steld wordt van de heiligeLambic en de heiligeFaro, beide gerenom-meerde bieren uit dietijd. Maar de kring evolu-

eert langzaam naar een kring waar men zijn eigengeschriften ter beoordeling voorlegt aan anderen enwaar men tentoonstellingen, literaire en muzikaleavonden organiseert. De Coster is ook een graaggeziene gast in de kring van de Crocodiles, die mag

beschouwd worden als de eerste kring die in Brusseleen studententijdschrift uitgeeft. Zijn vriend, deNaamse tekenaar Félicien Rops, voert er de boven-toon. Tevens heeft hij banden met Lothoclo (eenliteraire kring) en met de Agathopèdes, die als doelhebben alle mystificaties neer te halen. De aga-thopèdes halen een grap met hem uit door hem opmissie naar Parijs te sturen met de opdracht zichzelfop te sluiten en één artikel per dag te schrijven. Hijloopt er met open ogen in.Hoewel De Coster zijn moeder en zijn vriendinElisa voortdurend belooft om te studeren, komter maar weinig van in huis. Pas als Elisa met hembreekt, slaagt hij -volgens hemzelf onverwachts-voor het examen. Ten tweede is de Coster een flamingant. Weweten niet in hoeverre De Coster Nederlands-talig was. Zijn vader is geboren in Ieper en over-lijdt als Charles zeven is. Zijn moeder is geborenin Hoei. Hij brengt zijn kinderjaren door aan eenFranstalig hof in Duitsland en verhuist met zijnouders op jonge leeftijd naar Brussel, dan nogeen overwegend Nederlandstalige stad maar hetculturele leven is er in het Frans. Een schrijvermoet Frans schrijven om gelezen te worden, van-daar dat De Costers geschriften in het Frans zijn.Maar hij blijkt in de Légende wel een woord-kunstenaar die speelt met het Nederlands en deVlaamse uitdrukkingen. Bovendien wordt zijnFrans beschouwd als "langue pure et maniéehabilement, sauf quelque lapsus." Hij vertaaltNederlandstalig werk van strijdende Vlamingenals Hiel en Benoit. Hij kende dus wel Neder-lands. Hij laat zich ook graag als Vlaming door-gaan. De politieke stukjes die hij als journalistschrijft, ondertekent hij met 'Karel'. En Karel iseen vurig pleitbezorger van de Vlaamse Be-weging: "Ce que nous voulons, c'est que ce mou-vement (Vlaamse Beweging) qui est sérieux etgrandit tout les jours, ait à la chambre et dans lesconseils communaux et provinciaux des défen-seurs et des adhérents", schrijft hij in het edito-riaal van het tijdschrift Uylenspiegel in april1861. In feite verdedigt hij daarmee het pro-gramma van het Vlaemsch Verbond, een druk-kingsgroep met partijaspiraties die als eerste depolitieke eisen van de Vlamingen formuleert.Ook eerder had hij dergelijke uitlatingen gedaanen hij zal deze ook later blijven herhalen. Maarwat brengt De Coster ertoe om de eisen van deVlamingen zo fel te verdedigen? Waarom schrijfthij op een gegeven moment: "Cette Flandre; quemon instinct d'homme et de poète me porte àaimer, dont le caractère convient à la trempe demon esprit et qui est pour moi une patrie dechoix au milieu de la grande patrie belge."

Charles De Coster en Alfons Willems

flamingante vrienden

UVV-info sept. - okt. 2005 16

Charles De Coster, AMVC-Letterhuis

Page 17: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Er zijn twee redenen. Ten eerste deelt De Costerde politieke opvattingen van de radicale libera-len in Brussel. De radicalen hebben een zeer kri-tische houding ten opzichte van de liberalen dieop dat moment aan de macht zijn. De radicalentrekken partij voor 'het volk', dat huns inziensdoor scholing verheven moet worden van hunonderontwikkeling. Ze zijn heftig antiklerikaalen vaak antireligieus en hebben een democra-tisch eisenpakket. Ze willen dat het kiesstelselwordt uitgebreid, pleiten voor de gelijkheid vanalle burgers voor de wet en ze zijn tegen elk cen-tralisme. De radicalen keuren dan ook de voor-zichtige Belgische politiek ten opzichte vanFrankrijk, waar de agressieve Napoleon III aande macht is, af. De radicale studenten maken dekeizer en zijn echtgenote in hun tijdschriftCrocodile regelmatig belachelijk. De Vlamingendaarentegen beschouwen zij als hun natuurlijkebondgenoten tegen de Franse dreiging, alsonderdrukt wegens het gebrek aan erkenningvoor hun taal, als een volk met capaciteiten datverheven moet worden opdat zij als broedersmet de Walen zouden samenleven in een ver-enigd België. Bij de radicale liberalen van die tijdheerst er een echte Vlaanderenrage en diverseFranstalige schrijvers zullen daarom over eengroot Vlaams verleden schrijven. De Costernoemt niet voor niets zijn Légende "het histo-risch poëma van Vlaanderens génie."Ten tweede heeft De Coster veel flaminganteWaalse en Vlaamse vrienden. De Franstalige fla-mingante professor Eugène Van Bemmel, dieslechts drie jaar ouder is dan De Coster, heefteen grote invloed op hem. Vanaf 1852 noemt DeCoster hem ‘zijn beste vriend’. Van Bemmelintroduceert hem bij de kring Lothoclo rond1851 en De Coster krijgt van hem de kans om tepubliceren in echte literaire tijdschriften, zoalsde Revue Nouvelle (1851-1852) en de Revue tri-mestrielle (vanaf 1854). Van Bemmel pleit opeen bijeenkomst van de Vlaamse studentenver-eniging Schild en Vriend in 1857 en op een hul-debanket voor de Grievencommissie in 1859voor een federalistisch België en zelfbestuurvoor de Vlamingen, iets wat in die tijd ongeveerondenkbaar was.Naast Franstalige flamingante radicale liberalenheeft De Coster ook Vlaamse vrienden. Debelangrijkste zijn de schilder Adolf Dillens, diemet hem Zeeland zal doorkruisen en in wiensbibliotheek hij het 16e eeuwse volksboekUlenspiegel ontdekte; Emmanuel Hiel, deSchaarbeekse volkse dichter en last but notleast... Alfons Willems, de stichter van Schild enVriend in 1856.

Alfons Willems is nog maar zestien als hij zichinschrijft als student in de filologie aan de ULB.Hij is twaalf jaar jonger dan Charles De Costeren heeft een totaal ander karakter. Willems iseen jong genie: hij is fel maar gestructureerd engoed voorbereid op zijn studies. Hij heeft in hetFrans aan het college van Dendermonde en aanhet atheneum in Brussel gestudeerd. In dezelaatste school krijgt hij Nederlandse les vanKarel Stallaert, die zeer begaan is met deVlaamse Beweging en die lid is van tal van lite-raire culturele genootschappen. Willems enStallaert delen de overtuiging dat de Vlamingentaal- en volksbewustzijn kan worden bijge-bracht, door hen van de rijkdom van hun taalen cultuur te overtuigen. Alfons Willems issterk onder de indruk van Stallaert en de tweeonderhouden voor de rest van hun leven eensterke band.Op de universiteit is Willems een ijverige stu-dent (genie Willems behaalt het doctoraat in deletteren... op zijn negentiende), maar hij heeftkennelijk toch nog genoeg tijd om een aantalnevenactiviteiten te ontwikkelen. Geheel in delijn van Stallaerts denken neemt hij in het voor-jaar van 1856 het initiatief om een Vlaamse stu-dentenkring op te richten: het Nederduits Taal-minnend Genootschap Schild en Vriend. Deomstandigheden zijn gunstig, zoals in het arti-

17 UVV-info sept. - okt. 2005

Alfons Willems, stichter van Geen Taal, Geen Vrijheid © Archief en Museum voor het Vlaams Leven te Brussel

Page 18: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

kel over de geschiedenis van Geen Taal, GeenVrijheid breder wordt uitgelegd. De Gentsestudentenvereniging 't Zal wel gaan -gesticht in1852- kan als voorbeeld dienen en de ex-Gentenaar Anton Bergmann, die in Brussel aanhet doctoreren is aan de rechtsfaculteit, wordtbij het initiatief betrokken. Andere stichtendeleden van Schild en Vriend zijn o.a. CharlesGraux, de toekomstige minister van Financiënbij het kabinet Frère Orban en Alfons VanCamp, later directeur bij het middelbaar onder-wijs.

Maar wat is de band tussen Willems en DeCoster? Ze komen weliswaar uit een licht ver-schillend milieu: Alfons Willems was de zoonvan de burgemeester van Sint-Joost-ten-Nodeen werd opgevoed in een Vlaamsgezind milieu,terwijl De Coster van bescheidener komaf wasen werd opgevoed in een Franstalig milieu. Opde universiteit hebben ze elkaar echter zekerontmoet, want in 1855 waren zowel De Costerals Willems ingeschreven in de kandidatuur inde Letteren en de faculteiten zijn in die periodenog klein. Willems heeft een innemende per-soonlijkheid en hoewel De Coster twaalf jaarouder is, worden ze vrienden. Dat is niet ver-wonderlijk. Willems en De Coster waren bei-den filologen met uitgesproken ideeën over deliteratuur. Willems schrijft in 1857 al een artikel'Wat men in Frankrijk zoo al over onze letter-kunde denkt' in Noord en Zuid, de academischebundel van 't Zal wel gaan. Beiden producerendezelfde soort schotschriften. De Coster zal zijn bronnen voor de legende vanUilenspiegel niet alleen op zijn latere werk alsarchivaris op het Rijksarchief vinden, maar ookomdat Willems reeds in 1858 de Byencorf derH. Roomsche Kercke (van de 16e eeuwseopstandsleider Marnix van Sint-Aldegonde)uitgeeft. Ze hebben beiden dus interesse voorde opstand van de 16e eeuw, een interesse diewaarschijnlijk ingegeven is door professor J. Altmeyer, hun leermeester.De politieke ideeën van beide studenten komenook overeen: zowel De Coster als Willems zijnflamingant, beide vrijdenkers voelen zich ver-want met het radicale liberale gedachtegoed.We zien ze dan ook later samen terugkomen indiverse Brusselse verenigingen en bij politiekegebeurtenissen. Willems zal in 1858 bijvoor-beeld als stichtend lid optreden van VlamingenVooruit, De Costers vriend Eugène VanBemmel wordt voorzitter en De Coster, Hiel enDillens worden lid. Vlamingen Vooruit was eenradicale liberale drukkingsgroep met een sterk

sociaal-economisch en democratisch program-ma die een volkomen gelijkheid tussen Walenen Vlamingen eist. Vooral vrijdenkers zijn lid. Willems is in 1859 één van de drijvende krach-ten achter het banket om hulde te bewijzen aande leden van de Grievencommissie, de commis-sie die als eerste in 1857 de achterstelling vande Vlamingen heeft aangeklaagd maar wiensverslag politiek wordt genegeerd. Uit denasleep van dit banket ontstaat het reedsgenoemde Vlaams Verbond dat wilde uitgroei-en tot een aparte partij en dat... De Coster in1861 zo fel zal verdedigen. Uit dit alles kan besloten worden dat WillemsDe Coster dus sterk heeft beïnvloed. Het lijktook waarschijnlijk dat De Coster de oprichtingvan Schild en Vriend genegen was, het strekteimmers volkomen met zijn politieke ideeën.

Willems blijft zich tijdens zijn leven inzettenvoor de Vlaamse zaak en zijn overtuiging. In1862-1864 wordt hij als consul naar Griekenlandgezonden, maar hij zal de Vlaamse Bewegingvanaf 1864 opnieuw zijn steun betuigen. Ooklater nog, bijvoorbeeld bij de strijd om eenVlaams Nationaal Theater. In Griekenland wor-den zijn interesses voor de klassieke Griekse filo-logie echter blijvend gewekt. Hij ontpopt zichals een uitstekend wetenschapper en de activitei-ten van de wetenschapper krijgen steeds meeraandacht. In 1880 wordt hij aangesteld als hoog-leraar in de Griekse filologie aan de ULB. Hijwordt er tevens belast met een cursus Vlaamseliteratuur. Willems specialiseert zich in deGriekse dichters en wordt een eminent kennervan Aristofanes. In 1896 wordt hij lid van deKoninklijke Academie van België. Zijn laatstewerk verschijnt in 1919, zeven jaar na zijn dood.Het is een meer dan 1.500 pagina’s tellendetotaaluitgave in drie volumes van het werk vanAristofanes.

Bronnen

• Archieven BSG, bewaard op het Universiteitsarchief van de VUB

• Draguet (M.) (ed.), Rops-Decoster, Une jeunesse à l'Université

Libre de Bruxelles, Brussel, 1996.

• Gerlo (A.), Charles De Coster en Vlaanderen, Antwerpen, 1959.

• Gubin (E. ), Bruxelles au XIXe siècle: berceau d'un flamingantis-

me démocratique (1840-1873), Brussel, 1979.

• Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1998.

• Pelemans (L.), Het Brussels Studenten Genootschap ‘Geen Taal, Geen

Vrijheid’ bestaat 100 jaar, in De Geus 100, speciaal nummer, 1956.

• Willemsen (A.W.), De Vlaamse Beweging I Van 1830 tot 1914, in

Lamberty (M. ) e.a. (ed.) Twintig Eeuwen Vlaanderen, deel IV,

Hasselt, 1974.

Charles De Coster en Alfons Willems flamingante vrienden

UVV-info sept. - okt. 2005 18

Page 19: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Op 11 juli 1920 is er een Guldensporen-slagherdenking in Antwerpen. DeAntwerpse burgemeester De Vos

heeft eerder al geweigerd de massa toe te latentot de stad en verbiedt alle samenscholingen. Deplechtigheden worden daarom in Borgerhoutgeorganiseerd, maar na het officiële gedeeltetrekken grote groepen naar de Antwerpse GroteMarkt. Als burgemeester De Vos dit verneemt,wordt hij onwel en geeft hij het bevel over aan deeerste schepen L. Strauss. Deze schepen geeft depolitie de opdracht om de vaandels van de beto-

gers in beslag te nemen. De actie verloopt zekerniet vlekkeloos en enkele leeuwenvlaggen sneu-velen. Op dat moment komen de militanten vande Vlaamse Bond de Grote Markt op met voor-aan Herman van den Reeck en FernandBerckelaers arm in arm. Er volgt een vechtpartijmet de politie en als een paar agenten de leeu-wenvlag van de meisjeskring Klimop uit de han-den van een meisje rukken, komt Herman tus-senbeide en wordt hij door een politieagent vankortbij neergeschoten. Op zijn sterfbed wordthij gedwongen een schuldbekentenis te onderte-

19 UVV-info sept. - okt. 2005

Her

man

van

den

Ree

ck e

erst

e m

arte

laar

[ge

schi

lder

d do

or I

van

De

Smae

le]

De eerste Vlaamse martelaar de student Herman van den Reeck (1901-1920)

Page 20: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

kenen en de volledige schuld op zich te nemenzodat de politieagent vrijuit gaat. Over de juistedood van van den Reeck bestaan vele versies,maar één ding staat vast: de politieagenten wil-den eerst een verhoor en een schuldbekentenisvan de zwaargewonde van den Reeck bekomenalvorens de medische verzorging toe te laten.Op 17 juli volgt er een koninklijke begrafenismet een massaal eerbetoon voor ‘de eerste mar-telaar van Vlaanderen’. De begrafenis krijgt inde binnen- en buitenlandse pers veel aandacht.De Waalse pers pakt zelfs uit met de kop ‘Le sac-rifice d'un idéaliste flamand’. Ook vanuit depolitieke wereld is er veel interesse en verschil-lende parlementsleden lopen naast de lijkwa-gens. De Vlaamse literaire wereld zal dezegebeurtenis vereeuwigen in zwaarbeladengedichten. Ondanks dit eerbetoon worden deoverige leden van de Vlaamse Bond kort hiernahard aangepakt. Enkelen, onder andere LodeCraeybeckx, krijgen een gevangenisstraf.

Maar wie was Herman van den Reeck? van denReeck wordt op 21 april 1901 geboren. Zijnvader is secretaris van een volkshogeschool engeeft zijn liefde voor Vlaanderen aan Hermanmee. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vanden Reeck zich tijdens zijn studies aan hetKoninklijk Atheneum van Antwerpen (1911-1918) al inzet voor de Vlaamse Beweging. Reedsals tiener geeft hij lezingen over de Transvaalseen de Zuid-Afrikaanse letterkunde en bestu-deert hij de geschiedenis van de Lage Landen envan de volkeren in Oost- en West-Europa dietoen voor hun vrijheden streden. Hij leest velewerken van Vlaamse voormannen uit het cultu-rele, sociale en politieke leven. Daarnaast is hijin diverse kringen en kunstgenootschappen eenactief kernlid of bestuurslid. Hij is lid van deVlaamse Bond (een leerlingenvereniging van hetAntwerpse atheneum die in 1901 werd opge-richt en vooral cultureel actief was) en bij hetuitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914werpt hij zich op als drukker-uitgever van DeGoedendag, het blad van de Vlaamse Bond waardiverse studenten voordien al in gepubliceerdhebben. Zijn kennis wil hij niet voor zichzelfhouden, maar verspreiden onder de studentenen arbeiders. Daarom organiseert hij zelfsamenkomsten om de Vlaamse geschiedenis tevertellen en te verspreiden. Juist door zijn publi-caties en zijn engagement maakt hij indruk opvelen en onderhoudt hij contacten met allelagen van de bevolking. Hij gaat vrij om metgelovigen, vrijzinnigen, katholieken, liberalen,nationalen en internationalen.

Na de oorlog schrijft hij zich in aan de Gentseuniversiteit, maar hij moet gedwongen zijn stu-dies staken en gaat als klerk aan de slag bij eenSpaanse firma. In 1920 schrijft hij zich opnieuwin aan de universiteit, ditmaal aan de UniversitéLibre de Bruxelles (ULB). Maar ook hier onder-vindt hij moeilijkheden door zijn radicaleVlaamsgezindheid. De universiteit overweegtzelfs om van den Reeck niet langer meer toe telaten tot de lessen. Zo ver komt het echter niet,want de dag nadat zijn vader het universiteitsbe-stuur ervan kan overtuigen om zijn zoon eentweede kans te geven, sterft Herman een tragi-sche dood.

Herman van den Reeck is een idealist. Naast eenuitgesproken Vlaamsgezindheid heeft hij ooksympathieën voor het communisme en voor debevrijding van het proletariaat. Maar dezeideeën verwoordt hij om tactische redenen nietopenlijk. Hoewel van den Reeck ervan overtuigdis dat het kapitalisme verantwoordelijk kan wor-den gesteld voor de oorlogsstrijd, streeft hij geenenge klassenstrijd of standenpolitiek na. Zijngrote voorbeeld is August Vermeylen die hijvolgt in zijn stelling "Om iets te zijn moeten weVlamingen zijn. Wij willen Vlamingen zijn omEuropeeërs te worden." Daarom is Hermansultieme doel de ontvoogding van de eigengemeenschap. Hierbij wenst hij zich niet te bin-den aan één ideologie.Herman van den Reeck blijft ook na zijn doodtot de verbeelding spreken. Zo wordt er in 1928een volksuniversiteit Herman van den Reeckopgericht om via voordrachten, cursussen, stu-diereizen, filmvoorstellingen, wetenschap enkunst de culturele ontwikkeling van volwassen-en te bevorderen (dit initiatief wordt tijdens deTweede Wereldoorlog stopgezet). In 1966 krijgtHerman van den Reeck een ereplaats op hetSchoonselhof naast Hendrik Conscience. In1995 wordt 75 jaar na zijn overlijden een her-denking georganiseerd en in december van datjaar organiseert de redactie van het tijdschriftWetenschappelijke Tijdingen een colloquiumover van den Reeck en de antiburgerlijke stro-ming na de Eerste Wereldoorlog.

Bronnen

• Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1998.

• Lamberty (M. ) e.a. (ed.) Twintig Eeuwen Vlaanderen, deel XIV,

Hasselt, 1976.

• Verboven (G)., Schoeters (H.), Holvoet (G.L.), Het Koninklijk

Atheneum te Antwerpen 175 jaar: de geschiedenis van een school

en haar rol in de Vlaamse Beweging, Antwerpen, 1982.

De eerste Vlaamse martelaar de student Herman van den Reeck (1901-1920)

UVV-info sept. - okt. 2005 20

Page 21: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

D e oudste stukken uit het archief van hetBrussels Studentengenootschap zijn detwee Gulden Boeken. Het eerste

Gulden Boek verwijst naar 1856, maar vertelt degeschiedenis van de kring vanaf 1880. Het boekzelf is van 1886. In de eerste jaren gebruikt men hetecht als netschrift. Het tweede Gulden Boek start inhet academiejaar 1938-1939. De Gulden Boekenzijn belangrijke bronnen. Telkens wordt het jaar-verslag van de kring erin genoteerd, zoals dat ophet einde van de 19e eeuw en tot in de jaren 60 vande 20ste eeuw gebruikelijk was. De Gulden Boeken maakten een bewogen geschie-denis mee. Ze werden een hele tijd door oud-bestuursleden van de kring bewaard, maar het eer-ste Gulden Boek is een tijd spoorloos geweest enhet tweede zou in de jaren 50 zijn teruggevonden inde kelders van de universiteit. Na diverse omzwer-vingen geraakten ze uiteindelijk, via Frans DePauw, op het universiteitsarchief van de VUB.De Gulden Boeken zijn uniek. Ze getuigen vanaf heteinde van de 19e eeuw over het vrijzinnig,Vlaamstalige studentenleven aan de Université Librede Bruxelles. Regionale kringen hebben soms ooklogboeken die getuigen van hun acties, maar ze mis-sen het nationale perspectief en getuigen doorgaansniet over politieke, culturele en sociale acties zoalsGeen Taal, Geen Vrijheid die destijds heeft gevoerd.Het eerste Gulden Boek heeft daarnaast nog een bij-zondere artistieke waarde. Het Boek is een mooivoorbeeld van de boekbindkunst van het einde vande 19e eeuw. De band is in petroleumblauw leerwaarop in zilveren letters ‘Vlaamsche Vooruit-strevende Studentenkring Brussel - GULDENBOEK - Geen Taal Geen Vrijheid Clauwaert endeGeus 1886’ is gedrukt. Het beslag bestaat uit een zil-veren slot en vier zilveren hoekbeschermers, met uit-gewerkte planmotieven. In het boek zijn verschillen-de, mooi ingekleurde, tekeningen aangebracht doorJ. Wittemann (in 1894). De initialen van de titels zijningekaderd en ingekleurd en soms voorzien van uit-gebreide bloemmotieven.

Het Vlaamse Topstukkendecreet heeft de intentie omculturele topstukken in privé-handen te beschermen.Omwille van de inhoudelijke en artistiek waarde vanhet Gulden Boek werd het statuut van topstuk aange-vraagd. Het Gulden Boek heeft immers een cultuurhis-torische, historische, wetenschappelijke en artistiekebetekenis voor de Vlaamse Gemeenschap. Uit alle aan-vragen voor het topstukkenstatuut distilleerde deVlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, archief- endocumentatiewezen (VVBAD) een voorlopige lijst vantopstukken en het Gulden Boek werd opgenomen indie lijst. Momenteel ligt die proeflijst van Vlaamse top-stukken ter beoordeling bij het ministerie van Cultuur.

Het is een wonder dat de Gulden Boeken op hetuniversiteitsarchief van de VUB zijn beland. Zeontsnapten wellicht een aantal keer op het nipper-tje aan de vernietiging. Immers, de bibliotheek vanGeen Taal, Geen Vrijheid brandde eind 19e eeuwaf en het latere lokaal werd bij het uitbreken van deTweede Wereldoorlog door collaborateurs openge-broken. Een gedeelte van het archief werd toenverscheurd, een ander gedeelte werd meegenomen.Met een aantal studentenkringen op de VUB zijn erafspraken gemaakt over het beheer en de overdrachtvan hun archief. Maar archiefbeheer staat zeldenbovenaan op het prioriteitenlijstje van een vereni-ging en dat is bij studentenverenigingen niet anders.De studenten zijn heel het jaar druk in de weer methet draaiend houden van hun kring, met het organi-seren van de doop, de jaarlijkse fuif en een rist vanandere activiteiten. Op het einde van het academie-jaar hebben ze andere zorgen dan het archief van dekring aan hun hoofd. Er wordt dan bovendien eenander bestuur gekozen en het minste van de zorgenis de overdracht van het archief. Sommigen kunnenbij het afzwaaien waarschijnlijk moeilijk afscheidnemen van hun studentenleven en bewaren hetkringarchief uit nostalgische overwegingen zelf. Ofze zien het nut van overdracht van de archieven nietin. Misschien zien de studenten de overdracht vanhun archief als de inlevering van hun vrijheid en hungeheimen? Jammer genoeg gaat er zo een schat aaninformatie verloren over het leven van de studentenaan de universiteit. Het universiteitsarchief probeert daar iets aan tedoen door gericht op zoek te gaan naar archievenvan studentenkringen. Het biedt een gratis opslag-plaats voor het archief, de garantie dat het eeuwigbewaard zal worden en dat de leden van de kringhet steeds kunnen komen inkijken. Opdat het ver-leden van jonge generaties bewaard blijft.

21 UVV-info sept. - okt. 2005

Bladgoud in het archiefde Gulden Boeken van Geen Taal, Geen Vrijheid

Uittreksel uit het Gulden Boek © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Page 22: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

De Brusselse ‘rolder’, de studentikozestudent die men in november bede-lend langs de boulevards ziet gaan of

die men luidruchtig zingend aantreft in cafeetjes,is een opmerkelijke, maar vertrouwde verschij-ning in de stad. De pendelaars, vooral zij dieniets met universiteit of hogeschool te makenhebben, worden erdoor geërgerd. Anderen krij-gen een aanval van nostalgie of zijn blij dat ‘hetnog bestaat’. Dan herinnert de volkse Brusselaarzich plots wel een aantal anekdotes, gaande van‘Chef, de flêche is af!’ (studenten hadden eenpatent op het wegtrekken van de tramsemafoor)tot ‘streaken’ over het Flageyplein. Men herkentdeze studentikozen aan tekens en symbolen:klak, lint, labojas, codex, pint en medailles. Maarzijn er onder die versierselen typisch VlaamsBrusselse fenomenen?

De studentenklak (‘la penne’) is van al die para-fernalia wel de meest typisch Brusselse. InVlaamse universiteitssteden komt ze niet voor(in sommige Waalse wel). De oorsprong moetworden gezocht in de 19e eeuw, toen de kepie inzwang kwam en al snel als herkenningstekendiende voor allerhande beroepen, ambten encorporaties. Kijk maar op oude foto’s en je ziet hoe glazen-wassers, melkboeren en beambten van water- entelefoonmaatschappijen elk een eigen kepiedroegen, met korte klep. Deze dracht is verdwe-nen, baseballpetjes zijn goedkoper, zelfs voor depolitie. Maar tot in de jaren 80 had bijvoorbeeldde direkteur van de Nieuwpoortse stedelijke vis-mijn een kepie op, met een koperen plaat metdaarop ’direkteur’. Dat was tenminste duidelijk.Kortkleppige kepies zien we bij oude Duitse stu-dentengroepen, maar evengoed in kunstsociëtei-ten of gymnastiekverenigingen.

De klak met lange klep is al heel wat typischerBrussels, maar nog niet uniek. Groot was mijnverwondering toen ik op de Faeröereilandenscholieren zag met petten met lange klep, ver-sierd met linten en kleuren, net zoals inBrussel. Zo’n pet krijgen ze daar cadeau wan-neer ze slagen voor het laatste jaar middelbaar.De jongeren dragen ze de hele zomer tot zenaar het hoger onderwijs trekken op hetDeense vasteland. Ook in Noorwegen zie je wel schoolhoofddek-sels die lijken op de Brusselse ‘penne’. Maardoor de globalisatie verdwijnen ze. Ook deBrusselse student draagt zijn ’penne’ nog nauwe-lijks in het openbaar. In de jaren na de oorlogmoest een klakdragende student niet eens zijn

abonnement laten zien op de tram, zijn hoofd-deksel gold als bewijs.

Zo’n Brusselse klak wordt versierd met allerhan-de objecten, waaronder sterren en kleuren vol-gens anciënniteit en faculteit, maar ook met dejaarlijkse herdenkingsmedailles van SintVerhaegen. Dit is weerom een traditie van deUniversité Libre de Bruxelles (ULB). Diemedailles, uitgegeven door verschillende studen-tenkoepels en soms door individuele ‘corpo’s’,zijn aan Franstalige kant zeer gezocht. Editionsspéciales, met afwijkende kleuren en details, zijnware ‘collector’s items’. Het BrusselsStudentengenootschap (BSG) heeft daar altijdwat lauw aan meegedaan en de rage is nooit echtop de Vrije Universiteit Brussel (VUB) overge-slagen.

De Vlaamse studenten hebben de pettentraditievan de ULB met graagte overgenomen. Maartoen de wegen van ULB en VUB scheidden,bestond er onder de Vlaamse studenten al eengebruik dat in Franstalige kringen schier onbe-kend zou blijven tot na 1980: de cantus. Dit is inoorsprong een Duits spel van drinken en zingen,gespeeld volgens min of meer ingewikkelderegels. Omdat cantussen plaatsgrijpen aan for-meel gedekte tafels, zou men kunnen sprekenvan ‘zittende’ studentikoziteit, in tegenstellingtot de Waalse ‘staande’ guindaille, die zich aande toog afspeelt.

De Vlaamse versie van de cantus werd in Leuvengeboren uit de gebruiken van tijdens deKulturkampf gevluchte Duitse katholieke stu-denten. Die regels werden geformaliseerd doorflamingant Mon de Goeyse, in de jaren 30 van de20ste eeuw. Tekenend voor die zittende studen-tikoziteit is het gebruik van het clublint en somsde ‘bierpet’. Dat laatste is een kleploos kalotje, inde kleuren en met het monogram van de club.Het wordt veelal door regionale studentenclubsgebezigd, in Brussel werd het nooit echt popu-lair. Het clublint wel, maar dan voornamelijk alsbestuurs- en preseslint. Hoe zo’n preseslint ermoest uitzien, hoe een wapenschild of het mono-gram van een club moest worden ontworpen,dat alles lag vast in de Leuvense codex. MaarBrussel zou Brussel niet zijn of zo’n vastgeroestboek werd onderwerp van scherts. Leo Ven(preses van de Polytechnische Kring) gaf in 1976de eerste aangepaste VUB-codex uit met liedjesén lichtvoetiger reglementen. Die werd gretiggebruikt, maar zelden om een kringavond vlek-keloos te laten verlopen, wel integendeel!

UVV-info sept. - okt. 2005 22

Van klakken en vlekken

Page 23: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Regels werden in vraag gesteld, bewust omge-draaid of genegeerd. Er werd aan tafel duchtiggeprotesteerd en gediscuteerd over het aantalsterren op een pet, de samenstelling van eenwapenschild of het al dan niet zingen van deVlaamse Leeuw en Sarie Mareis. Functies wer-den uitgehold of op barokke wijze uitvergroot,er verschenen kringen die enkel uit ‘praesides’bestonden (handig voor gratis drankbonnetjes)etc. etc. Dat maakte de zittende Brusselse stu-dentikoziteit tot een sterk experiment. Het vrij-zinnige aan dit soort operetteschijngevechten isdat men er leert geen enkele regel zomaar te aan-vaarden en uittest hoe ver gezagsdragers rekbaarzijn. Tot wat een wetboek leiden kan! DeFranstalige guindaille bleef nooit veraf…

Ook schijnernstig was het oprichten van studen-tikoze ridderordes, de zogenaamde vlekken (vanvlek, Brussels voor blik, slecht metaal). Waar dieaan de ULB al jaren circuleerden onder de ledenvan doopcommissies, werd de Orde van deLaurier, de eerste aan de VUB, opgestart doorNicolas Joschko, preses van KEPS (1981). Laterzouden er andere volgen. ‘Verdienstelijke’ stu-dentikozen verleenden deze orde elk jaar aan‘verdienstelijke’ kandidaten. Het bleef eenBrussels fenomeen, maar ijdelheid begon het tewinnen van de echte irreverente studentikoziteit.Zo’n ordes werden ernstiger naarmate de yup-piejaren vorderden, de elitevorming werdgemeend. Erg levensvatbaar zijn ze dan ook niet

gebleken. Als klap op de vuurpijl speelt menzelfs met de idee om een studentikoos hoogge-rechtshof op te richten (de Schare van Dertien),bevoegd in folkloristische geschillen.

Het gebruik van een labojas tijdens studentenac-tiviteiten is eerder praktisch van aard. Ouderenherinneren zich hoe tot laat in de jaren 60 enkelde studenten wetenschappen op Sint-Vé para-deerden in labojas. Maar mettertijd werd hetgooien met bloem, eieren en bier steeds intenser:een aangepaste kleding drong zich op. Bestuursleden droegen hun toga’s: lange gewa-den in de kringkleuren. De andere deelnemerskwamen met versierde labojas. Die kon tegeneen spatje. Vaak zijn feestlabojassen beschrevenmet opinies en/of grappige tekeningen, sommi-gen echt wel het lezen waard. Die mode isondertussen alweer aan het tanen. Feestelijk-heden worden steeds minder vuil; binnenkortkan men in Armani naar Sint-Verhaegen. O tempora, O mores!

En zo evolueert de studentensymboliek verder.Heel snel, want studentengeneraties zijn kort:gemiddeld vijf jaar. Wat zes jaar geleden gebeur-de, is volgend jaar prehistorisch. Toch bleef totnog toe het Vlaams Brusselse studentenlevengetekend door dat balanceren op de grens tussenLatijns en Germaans. De traditie slingert in detijd tussen die twee varianten. Laat ons hopendat het nog even duurt.

23 UVV-info sept. - okt. 2005

en jassen met plekken

Vrijzinnig Zangfeest, 1993 © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Page 24: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Aan de Université Libre de Bruxelles(ULB) bestaat sinds 1843 een oud-studentenbond, de Union des

Anciens Etudiants (UAE). Bij de oprichting vande UAE stelt de raad van beheer van de ULB datzij op de inzet van de oud-studenten rekent voorhaar verdere ontplooiing. De leden moeten even-eens het principe van het vrij onderzoek verdedi-gen. De UAE is er voor alle oud-studenten, maarwordt hoofdzakelijk beheerd door Franstaligen.Hoewel voor de Tweede Wereldoorlog een eersteaanzet is gegeven tot de invoering vanNederlandstalige studierichtingen aan de ULB, zalhet nog twee decennia duren voor de UAE even-eens een Nederlandstalige afdeling zal kennen.Midden jaren 50 heerst er een gunstig politiekklimaat voor de oprichting van vrijzinnige ver-enigingen in de Vlaamse onderwijssfeer. Belgiëwordt op dat moment geregeerd door een rege-ring van socialisten en liberalen onder leidingvan A. Van Acker en de schoolstrijd laait op. DeFranstalige liberalen raken ervan overtuigd dater een vrijzinnige intellectuele elite tot standmoet komen als tegengewicht voor een door henzo gevreesd homogeen katholiek blok. ‘Goedevoorbeelden’ als Piet Vermeylen (op datmoment minister van Binnenlandse Zaken) ofOmer Vanaudenhove (minister van OpenbareWerken) sterken hen in die mening. Bovendiengroeit het aantal Nederlandstalige studenten aande universiteit, zodat zij steeds meer gewichtkrijgen. Invloedrijke Franstalige professorenpleiten nu voor de verdubbeling van de cursus-sen en de rectoren Henri Janne (1956-1959) enW. de Keyser (1959-1962) zijn de Vlamingengunstig gezind. Henri Janne zal in 1957 verkla-ren: "Le développement démographique, éco-nomique, et culturel du pays flamand, ainsi quela démocratisation générale des études, donnent

droit à la jeunesse flamande d'obtenir les mêmespossibilités d'études supérieures que la jeunessed'expression française tant du point de vue tech-nique et scientifique, que du point de vue idéo-logique." In december 1955 ontstaat de Vereniging voorNederlandstalig Vrijzinnig Hoger Onderwijs(VNVHO), al gauw bekend als 'de verenigingmet de moeilijke naam'. Zij zal zich inzetten voorde Vlaamse zaak aan de ULB door geld in tezamelen om Nederlandstalige cursussen op terichten en door druk uit te oefenen op het uni-versiteitsbestuur. Tussen de oprichters vindtmen vooral oud-studenten met grote namenterug: onder meer de socialistische volksverte-genwoordiger Henri Fayat, A. Lilar (toenmaligminister van Justitie), E. Soudan (minister vanStaat), A. Spinoy (minister van Landsver-dediging), Omer Vanaudenhove, Piet Vermeylenen Raymond Brulez (schrijver en directeur vande NIR, de voorloper van de VRT).De oprichting van de OSB op 22 januari 1956,ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van hetBrussels Studentengenootschap (BSG), is in diecontext dan ook geen grote verrassing. Onder deoprichters zijn heel wat oud-studenten die nogop de universiteit werken: Frans De Pauw (toennog assistent en later professor in de rechtsfacul-teit), prof. Marcel Vanaudenhove (die overigensook in het bestuur van het VNVHO zat) enadvocaat Andries Kinsbergen (die in 1967 gou-verneur van Antwerpen zal worden). Anderenzijn vroeger preses of bestuurslid van het BSGgeweest, zoals Jan Du Four, Raymond (Rem)Reniers en Willem Verougstraete. In totaal zijner achttien stichtende leden, Willem Veroug-straete wordt de eerste voorzitter. Hij zal laterover deze periode getuigen: "De strijd voor deverdubbeling van de universiteit werd groten-deels gevoerd op de banketten van de VNVHOwaarop de verantwoordelijken van de universi-teit uitgenodigd werden. Maar ze kregen er veelmeer op hun brood dan er te eten was!"

De oprichting van de OSB mogen we niet zienals een breuk met de UAE. De OSB wordt nietvolledig onafhankelijk, ze bestaat eerst als eenafdeling van de UAE. De oprichters van de OSBzijn meestal overtuigde vrijzinnigen die menendat dit hen blijvend met de universiteit en deUAE verbindt. Ze gedragen zich loyaal tegen-over de ULB, maar zijn ervan overtuigd dat dezeer voordeel bij heeft om, door de verdubbelingvan de faculteiten, meer Nederlandstalige stu-denten aan te trekken. De ULB van haar kantvraagt aan de oud-studenten om reclame te

OSBonbekend en te weinig bemind?

UVV-info sept. - okt. 2005 24

DE OUDSTUDENTENBOND (OSB)

VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL (VUB)

IS ER VOOR DE AFGESTUDEERDEN EN LOOPT DUS

NIET DIRECT IN DE KIJKER BIJ HET BREDE PUBLIEK.

TOCH HEEFT DE BOND EEN INTERESSANTE GESCHIEDENIS

EN HAAR VERWEZENLIJKINGEN BETREFFEN

NIET ALLEEN DE OUD-STUDENTEN.

Page 25: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

maken. VNVHO en OSB geven daarom de bro-chure Studeer in het Nederlands aan de VrijeUniversiteit te Brussel uit, die verdeeld wordtdoor studenten en oud-studenten op de middel-bare scholen en in Nederlandstalige vrijzinnigemiddens. Ettelijke brieven van geïnteresseerdelaatstejaars of hun ouders worden beantwoord.Deze loyale opstelling krijgt een serieuzeopdoffer tijdens het beleid van rector Leroy(1962-1965), die zich eerder vijandig opstelttegen de verdubbeling en zo de samenwerkingverziekt. De wet Janne van 9 april 1965 geeft definanciële mogelijkheden aan de universiteit omde verdubbeling verder te zetten. Maar het uni-versiteitsbestuur lijkt het geld eigenlijk niet voorde verdubbeling te gebruiken. OSB-voorzitterRoger Martin laat in april 1968 zijn ongenoegenblijken over het feit dat de oud-studenten welingezet worden om het tweeledige imago van deuniversiteit naar buiten uit te dragen, maarbetwijfelt of de extra overheidsfondsen ook wer-kelijk aan de verdubbeling besteed worden. Hijvraagt openheid van boekhouding. De ULBblijft hierop het antwoord schuldig. Er wordtmet cijfers en modellen gegoocheld, maar deuniversiteit weet dat haar cijfers te laag liggenom de Vlaamse drukkingsgroepen tevreden tekunnen stellen. Het wederzijds vertrouwen isdan helemaal zoek.

In het politieke debat dat in de jaren voor 1969uitbreekt over de verdubbeling van de universi-teit, spelen een aantal oud-studenten (Frans DePauw, Maurits Naessens, Jef Rens, PietVermeylen) een primordiale rol. Zij hebben veelsteun gehad van de liberale en de socialistischepartij, en van verschillende drukkingsgroepenzoals VNVHO, de Vereniging van VlaamseProfessoren (VVP) en de vakbond, voorgezetendoor oud-student Roger Van Geen. ProfessorFrans De Pauw spreekt onvermoeibaar de persen de politiek aan. Professor Piet Vermeylen(vanaf 1968 minister van Onderwijs) beschiktover voldoende autoriteit om voor 68 de rege-ring een verdubbelingspolitiek te laten voeren enals de situatie gunstig is, twee zelfstandige uni-versiteiten tot stand te laten komen. De wet van28 mei 1970 geeft rechtspersoonlijkheid aan deVUB (en aan de KULeuven (KatholiekeUniversiteit Leuven)) en de wet van 27 juli 1971regelt de subsidiëring.

In overeenkomst met de UAE komt in 1969 danook een zelfstandige Oudstudentenbond totstand. Ook nu blijft het voornemen in een goedeverstandhouding te blijven. Naar proportie van

het aantal leden wordt een deel van het patrimo-nium van de UAE naar de OSB overgeheveld enmen voert de mogelijkheid van een dubbel lid-maatschap in. Het hoofddoel van de verenigingwordt verwoord door Jan Wauters (interimvoor-zitter in 1969): "Samen met de Vrije UniversiteitBrussel wordt de Oudstudentenbond onafhan-kelijk. Hij is met het ontstaan van de VUB ver-groeid en heeft een opwindend doel: de uitbouwvan deze Vlaamse vrijzinnige universiteit teBrussel." Deze algemene doelstelling wordt uit-gevoerd. De bestuursleden van OSB gaan per-soonlijke leningen aan om een studentinnen-home in te richten, zodat de universiteit eenonderkomen kan bieden aan vrouwelijke stu-denten. Men werkt er dag en nacht om dekamers op tijd in orde te krijgen. De OSB doetzelf het beheer en de administratie. Diverse oud-studenten lobbyen voor de universiteit, stellenhun kennis ter beschikking of helpen met veelidealisme mee aan de praktische organisatie.Henri De Knibber (voorzitter van OSB in 1977-78) heeft bijvoorbeeld in de eerste helft van dejaren 70 een belangrijke rol gespeeld als project-leider voor het tot stand komen van de gebou-wen van de campus Oefenplein. Anderen helpenpraktisch mee aan de verdeling van het patrimo-nium tussen ULB en VUB of aan de snelle tot-standkoming van het Universitair Ziekenhuis inJette (onder meer de oud-studenten Kiekens enGepts, die dan al professor zijn).

De officiële doelstellingen die de OSB zich in1969 in haar statuten stelt, geven een goed beeldvan de andere activiteiten waarmee de vereni-ging zich in de daarop volgende jaren zal bezig-houden. Ten eerste wil de vereniging de contacten tussende afgestudeerden stimuleren. Het instrumentdaartoe zijn de ledenboeken waarin de oud-stu-denten hun vroegere studiegenoten kunnenopsporen. Momenteel bestaan deze gegevens ineen geautomatiseerde versie en op cd-rom.Door de jaren heen heeft de OSB voor haar ledenuiteenlopende activiteiten georganiseerd en aanandere deelgenomen. Het gaat daarbij zowel omculturele en informatieve als om recreatieve acti-viteiten. Eén van de oudste activiteiten is het jaar-lijkse Geuzenbal, georganiseerd in samen-werking met het BSG. Voor die bals wordenmeestal mooie zalen gekozen, zoals de oudeAncien Belgique (voor de moderniseringswerkenin de jaren 90) of de Concert Noble, met parketen kroonluchters. Elk bal wordt voorafgegaandoor een diner. Wanneer de locatie over verschil-lende zalen beschikt zijn er twee orkesten, één

25 UVV-info sept. - okt. 2005

Page 26: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

voor de wat oudere oud-studenten en profes-soren en één voor de jongere garde. Soms veran-dert men de formule en laat men een groep ofeen artiest met naam optreden. Op het einde vande jaren 90 loopt de belangstelling voor de balsterug. Het laatste bal in 2001 is verlieslatend enhet bestuur ziet zich gedwongen om het bal tevervangen door een jaarlijkse fuif.Tot het vaste programma behoort aanvankelijkook de Geuzenrally. Men organiseert autorally’sen fietsrally’s. Rally’s zijn ongemeen populair inde jaren 70, met de veralgemening van het auto-bezit, maar het genre ondergaat wat sleet tijdensde energiecrisis. Begin jaren 90 blijkt er nog wei-nig belangstelling te bestaan voor de Geuzen-rally en wordt de organisatie ervan stopgezet.Verleden jaar startte echter een nieuw gelijkaar-dig initiatief: een rittensportrally.

Uit de organisatie van talrijke leerrijke en ludie-ke daguitstappen, weekends en in de jaren 80zelfs skivakanties kan men afleiden dat de OSB-ers een hechte vriendengroep vormen. De bandtussen de afgestudeerden wordt regelmatig gesti-muleerd door pensensoupers, bieravonden, con-tactdrinks of diners. Zo wordt de jaarlijkse statu-taire algemene vergadering naar traditie afgeslo-ten met een banket.De ontspanning wordt afgewisseld met culture-le activiteiten. In de jaren 70 en 80 organiseertmen atelierbezoeken bij vooraanstaande enminder vooraanstaande kunstenaars. In de

jaren 80 en 90 worden er meer concerten geor-ganiseerd of gaat men eens naar een ballet ofeen tentoonstelling.

Een tweede belangrijke doelstelling bestaat uithet toekennen van studiebeurzen of studielenin-gen aan studenten die zich bij de VUB inschrij-ven. OSB bouwt een eigen steunfonds uit om,weliswaar in samenwerking met de SocialeDienst van de VUB, studenten met financiëleproblemen bij te staan met renteloze leningen.Een zestigtal studenten konden zo het hoofdboven water houden tijdens hun studies.Het antwoord van OSB op de stijgende werk-loosheid in de jaren 70 is de reorganisatie van deplaatsingsdienst die bestaat sinds 1956. Ze helptpas afgestudeerden bij het zoeken naar een job.Het is een belangrijke verwezenlijking van OSB.

De bond maakt hiervoor handig gebruik vanhaar informatiekanalen bij bedrijven en overhe-den. De publicatie van de vacatures gebeurt tot1973 in het tijdschrift Bulletin dat gezamenlijkmet de UAE wordt uitgegeven. Daarna publi-ceert OSB de jobaanbiedingen in haar eigenblad Briefing. Sinds 1979 (en tot 1990) verschijntspeciaal voor de vacatures het blad Telex. In dejaren 80 legt de bond zeer veel nadruk op haarplaatsingsdienst. De dienst levert niet alleeninformatie over vacatures aan studenten, maarook omgekeerd kunnen overheden en bedrijveninformatie krijgen over afgestudeerden die nog

OSB onbekend en te weinig bemind?

UVV-info sept. - okt. 2005 26

OSB uitstap naar Dover, 1991 © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Page 27: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

op zoek zijn naar een betrekking. Tevens pro-beert OSB nog beter op de toenemende vraag inte gaan door sollicitatietrainingen, infodagen enjobbeurzen in te richten. Zeer gekend uit dezetijd is de brochure Afgestudeerd…een job zoe-ken!. Door de toegenomen automatiseringbesluit het bestuur om de plaatsingsdienst uit-eindelijk anders te laten functioneren: men scha-kelt over op e-mail en regelt de dienstverleningvia een cv-vacaturebank, een gratis uitwisselings-forum tussen de jonge afgestudeerden en debedrijfswereld, en een grote jaarlijkse jobbeurs(Jobhap).

Een derde belangrijke doelstelling is de bijdragevan OSB tot de vorming van haar leden. Ze orga-niseert of verleent steun aan heel wat congres-sen, meestal in samenwerking met vakgerichteoud-studentenkringen. Dat dit vanaf 1969gebeurt is niet verbazend, aangezien de jongeuniversiteit zelf nog al zijn energie nodig heeftom zijn structuren op te bouwen. Het VlaamsWetenschappelijk Economisch Congres kan vierjaar op OSB rekenen. Met de oud-studentenver-eniging van de dokters worden bijscholingengeorganiseerd. Uiteindelijk hebben deze initia-tieven aanleiding gegeven tot de oprichting vaneen zelfstandige kern Uitstraling PermanenteVorming, die een belangrijke schakel vormt inde postacademische vorming.

De OSB heeft ten slotte voor de uitstraling vanhet vrij onderzoek en de vrijzinnigheid inVlaanderen meer dan haar steentje bijgedragen.Zij hielp bij de uitbouw van de Unie VrijzinnigeVerenigingen (UVV), waarvan zij in de begin-jaren het secretariaat waarnam. Het uitroepenvan 1980 als het jaar van de vrijzinnigheid is eeninitiatief van de OSB, dat onder het toezicht vanUVV wordt geplaatst. De geproduceerde mobieletentoonstelling 200 jaar vrijzinnigheid bezoekttientallen steden en gemeenten en mag een grootsucces worden genoemd.

OSB probeert zich aan te passen aan telkens wis-selende omstandigheden. Maar hoe sterker deuitbouw van de VUB vordert, hoe minder spec-taculaire acties ten bate van de universiteit nodigzijn. Daarom begint de OSB zich in belangrijkemate in te zetten voor de verfraaiing van deCampus. Het Fonds Kunstpatrimonium wordtin 1978 in het leven geroepen om geld te verza-melen voor kunstwerken. Ter gelegenheid vande viering van het tienjarig bestaan van de VUBschenkt de OSB een beeld van de kunstenaarGeorges Dobbels. Dat beeld staat nu voor het

administratiegebouw. Bij de viering van vijftienjaar VUB ondersteunt de OSB de schenking vaneen beeld gemaakt door de kunstenaar Paul VanGijsegem. In 1980 werkt ze dan weer ijverig meemet een plantdag voor groene campussen inElsene en in Jette. Maar de nood lijkt minder groot. Geen wonderdat de relatie met de volledig uitgebouwde envolwassen geworden VUB verandert. In dat lichtmoeten de debatten van de zomer van 2004gezien worden: het zijn pogingen om, in dialoogmet de universiteit, een invulling te geven aaneen vernieuwde OSB. Hieruit is een samenwer-kingsvoorstel ontstaan, waarin kwaliteitsbewa-king naar de VUB toe, alumniwerking, regionalewerking, acties naar het middelbaar onderwijs,postacademische vorming, gemeenschappelijkepublicaties en elektronische communicatiespeerpunten zijn. De OSB hoopt op deze manierhaar ondersteunende rol naar de VUB een nieuwelan te kunnen geven.

Bronnen

• Archieven OSB, bewaard op het Universiteitsarchief van de VUB

• Bartier (J.), Laïcité et Franc-Maçonnerie, éditions de l’université

de Bruxelles, 1982.

• Cornelis (G.), Veretennicoff (I.) en Witte (E.) (eds.), Roger Van

Geen, een kritisch-optimistische kijk op onderwijs, wetenschap en

maatschappij, Brussel, 1997.

• Le Bulletin (tijdschrift van de UAE), 1969.

• Witte (E.) en Tyssens (J.) (eds.), De tuin van akademos. Studies

naar aanleiding van de 25ste verjaardag van de Vrije Universitet

Brussel, Brussel, 1995.

• VUB magazine, OSB-nummer, januari 1991.

27 UVV-info sept. - okt. 2005

Onthulling van het beeld van Georges Dobbels, 1979 © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Page 28: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Geen Taal, Geen Vrijheid (2e helft19e- begin 20e eeuw)De Belgische vrijzinnigheid beleeft vanaf detweede helft van de 19e eeuw hoogdagen. Zekomt voort uit de liberale verlichtingstraditie inFrankrijk maar is sterk beïnvloed door de speci-fieke politieke situatie in België. Zo is de secula-risering van de staat en de instellingen, die vanaf1789 in Frankrijk redelijk verregaand is, inBelgië nooit volledig beëindigd. De vrijzinnig-heid komt in de 19e eeuw dan ook naar voren alseen zeer militante strekking.Ze ijvert in de eerste plaats voor het herleidenvan de godsdienst tot een private aangelegen-heid en voor de invoering van de vrijheid vangodsdienst. De vrijzinnigen pleiten dan ook vooreen scheiding tussen Kerk en Staat. Verder heeftde vrijzinnigheid een sterk rationalistischeinslag. De democratisering van de wetenschap-pen en het baseren van het menselijk handelenop de rede worden als cruciaal beschouwd.Specifiek voor de Belgische vrijzinnigheid is haarprogressieve ingesteldheid en haar nauwe bandmet de zich ontwikkelende arbeidersbeweging.Voor veel vrijzinnigen betekent de verlichtings-gedachte ook een streven om het lot van de min-der begoeden in de samenleving te verbeteren.Hiermee plaatsen de vrijzinnigen zich politiekmeestal in het kamp van het radicale liberalisme.Veel Vlaamse vrijzinnigen verstaan onder devooruitgangsgedachte dat ook het Vlaamse volkin haar geheel moet geëmancipeerd worden enbevrijd van het ‘Franstalige juk’. Vooral op dit laatste thema wordt bij de studen-tenvereniging Geen Taal, Geen Vrijheid(GTGV) zeer sterk de nadruk gelegd. In haargeloofsbelijdenis, opgetekend in het GuldenBoek op 15 december 1886 en door tientallenleden ondertekend, neemt GTGV twee zwaretaken op haar schouders. Enerzijds het "verbete-ren van het lot van de mindere standen", zowelop materieel als op geestelijk vlak, anderzijds debevrijding van de onderdrukte volkeren. Voorhet Vlaamse volk is één van de meest crucialeelementen in die bevrijding de erkenning vanhet Vlaams als een volwaardige taal, ook in hetonderwijs, in de wetenschap en in de staats-administratie. Het verloochenen van haar taal iseen volk veroordelen tot armoede en moreelverval, zo stelt GTGV. Door bij de Vlamingenterug trots en vaderlandsliefde te kweken dooronder andere hun taal te gebruiken in het uni-versitaire onderwijs, zal Vlaanderen eindelijk instaat zijn sociale en economische vooruitgang tebereiken, zo menen de studenten.Geen Taal, Geen Vrijheid schaarde zich dan ook

achter de basisidee van de Landdagbeweging, destroming in de jaren 1864-1914 die pleitte voorpolitieke samenwerking over de partijgrenzenheen tussen de Vlaamsgezinden uit het heleland. ‘Eerst Vlaming, dan Liberaal’ was één vande lijfspreuken die herhaaldelijk geciteerd wordtin het Gulden Boek. Dat zorgt wel eens voorstrubbelingen met het Gentse ’t Zal wel gaan. DeGentenaars verzaken blijkbaar iets makkelijkeraan de Vlaamse principes als de Brusselaars,maar minder makkelijk aan de liberale principes.Zo heerst er verontwaardiging bij GTGV als devertegenwoordigers van ’t Zal wel gaan in 1881op het studentenfeest in Luik het woord voerenin het Frans. Ook in 1882 ontstaat onenigheidtussen beide kringen als de Brusselaars proteste-ren tegen de aanstelling van Dange als de Gentseschepen van Onderwijs. Dange staat bekend alsniet Vlaamsgezind, maar werd wel gesteunddoor de Gentenaars. In hetzelfde jaar loopt ookde poging van ’t Zal wel gaan om samen een ‘stu-dentenverbond voor Vlaamse vrijzinnige studen-tenbonden’ op te richten spaak. Geen Taal,Geen Vrijheid opteert er immers voor om geenonderscheid van partij te maken en al deVlaamse studentenkringen deel uit te latenmaken van dit verbond. Men raakt het niet eens,de Brusselaars trachten later via brief de onder-handelingen weer op te starten, maar krijgengeen respons uit Gent, waardoor het initiatief inde kiem gesmoord wordt. Een incident rond deverkiezingen voor de Kamer in 1884 toont overi-gens aan dat lang niet alle leden van de kringachter de spreuk ‘Eerst Vlaming, dan Liberaal’stonden. De redactieraad van het tijdschrift vande kring ondersteunde de kandidaturen van deVlaamsgezinden, losstaand van hun partij. Deleden van de kring kwamen hiertegen inopstand, met als gevolg dat het blad vanaf danonafhankelijk van de kring wordt uitgegeven.Een maand later neemt de kring zijn tweede ken-spreuk ‘Clauwaert en Geus’ in gebruik.In 1890 vermeldt het Gulden Boek een verkla-ring voor het feit dat de kring zich achter deLanddagbeweging schaart: "is de kring vooruit-strevend liberaal en is hij nimmer aan zijne vrij-zinnige grondbeginselen tekort gebleven, event-wel achtten de leden het geraadzaam en prak-tisch voor het terechtstellen van Vlaamsche grie-ven en het bekomen onzer rechten een eerlijkverband met onze Staatkundige tegenstreversaan te gaan, zonder eenigszins van onze weder-zijdsche overtuigingen afstand te doen."Deze visie wordt door de kring ook vastgehou-den in duidelijke politieke acties. GTGV voerttijdens verkiezingen actief campagne voor

Vrijzinnigheid bij de Brusselse studentendoorheen de tijd

UVV-info sept. - okt. 2005 28

Page 29: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

progressieve liberale Vlaamsgezinden zoalsKarel Buls en dr. Kops. Wanneer in 1885 eenstudent het GTGV-vaandel meedraagt in debegrafenisstoet van de vooraanstaande liberaalCharles Rogier, reageert de kring hierop zeerheftig door via aanplakbiljetten te verklaren datzijn vaandel buiten de wil van de kring om in destoet is geraakt. GTGV benadrukt dat ze geenenkele sympathie wil betuigen aan CharlesRogier, die ze als een notoir vlamingenhaterbestempelt. De leden van GTGV zullen dikwijlsin conflict komen met vooraanstaande leden vande academische gemeenschap aan de UniversitéLibre de Bruxelles (ULB), vooral dan rondVlaamsgezinde eisen en activiteiten.Het is niet verbazend dat er relatief weinig verwij-zingen gebeuren naar de vrijzinnigheid in de tek-sten en activiteiten van GTGV. Nergens wordt eenexpliciete omschrijving gegeven van de begrippen‘vrijzinnigheid’ of ‘vrij onderzoek’. Deze begrip-pen worden echter wel op natuurlijke wijze in ver-band gebracht met de progressieve en Vlaams-gezinde standpunten van de kring. We kunnenhieruit de conclusie trekken dat er bijzonder groteeensgezindheid bestaat over wat ‘vrijzinnigheid’wil zeggen voor de studenten van GTGV. De vrij-zinnige speelt in de maatschappij een actieve rol inde strijd tegen elke vorm van onderdrukking ofvrijheidsberoving die er kan bestaan. Of het nugaat om de katholieke dogma’s, de economischeachterstelling van de arbeidersbevolking of de dis-criminatie tegenover het Vlaamse volk, het zijnallen onredelijke situaties die moeten worden be-streden. De vrijzinnige intellectueel moet in diestrijd een cruciale rol spelen.De vrijzinnigen stellen zich dus duidelijk op aande progressieve kant van de samenleving enbrengen dit naar voren via een zeer actievebetrokkenheid bij politieke gebeurtenissen.Uiteraard ondergaat deze opstelling de invloedvan maatschappelijke veranderingen en wijzigin-gen. De dramatische gebeurtenissen van deEerste Wereldoorlog en het interbellum zullendan ook een decisieve invloed hebben op de ide-ologische opstelling van de Vlaamse vrijzinnigestudentenbeweging.

Jan Du Four en GTGV (jaren 30 - 40)In de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog is deNederlandstalige studentenbeweging aan de ULBin crisis. In de jaren 30 van de 20e eeuw herleeftGTGV om opnieuw tot bloei te komen vanaf1935. Vanaf dat jaar zal de kring, onder het voor-zitterschap van de scheikundestudent Jan DuFour, een duidelijke politieke koers gaan varen.Du Four past volledig in het progressieve en

Vlaamsgezinde karakter dat GTGV zichzelfheeft aangemeten, maar geeft aan deze opstellingeen zeer specifiek karakter. Op 24 mei 1936 boeken de fascistische partijenRex en VNV een verpletterende verkiezings-overwinning. In een artikel van Jan Du Four inLes Cahiers du Libre Examen uit 1937 maakt hijduidelijk wat hierover zijn standpunt is. VolgensDu Four moeten vrijzinnigen een cruciale rolspelen in de strijd tegen de reactionaire krachtenin de samenleving of wat hij noemt het ‘clerico-fascisme’. Volgens Du Four is het grote probleem hierbijdat de progressieve vrijzinnige beweging inVlaanderen zo goed als onbestaande is. De vrij-zinnigheid heeft zichzelf afgesneden van deVlaamse bevolking doordat ze vooral franstaligis. Daardoor krijgen reactionaire en katholiekekrachten vrij spel in het Vlaamse intellectuelemilieu. Om die situatie recht te trekken, zou deULB ook in het Nederlands onderwijs moetengeven om zo Vlaamse intellectuelen op te leiden. Binnen GTGV krijgt het begrip vrijzinnigheiddus opnieuw een duidelijk progressieve en pro-Vlaamse inhoud. De vrijzinigheid staat voortolerantie en vrijheid, tegenover het onderdruk-kende karakter van katholieke en nationaal-socialistische krachten. Vooral de strijd tegen hetrechtse, katholieke Vlaams nationalisme en hetfascisme is aan de orde. GTGV organiseert

29 UVV-info sept. - okt. 2005

Jan Du Four © Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel

Page 30: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

onder het voorzitterschap van Du Four solidari-teitsacties voor republikeins Spanje en tegen deJapanse inval in China.Verder profileert DuFour zich als een notoir tegenstander van hetVNV en Rex en voert hij hevige twistgesprekkenmet VNV-leider Staf De Clercq. Wanneer in 1940 nazi-Duitsland België binnen-valt, en de bezetter ook steeds meer controleprobeert te krijgen over het universitaire onder-wijs, zal GTGV een cruciale beslissing nemen.In tegenstelling tot heel wat andereVlaamsgezinde verenigingen, zal de kring weige-ren samen te werken met de Duitse bezetter. DeDuitse autoriteiten die toezicht hebben op deULB pogen de Vlaamse studenten aan hun kantte krijgen om hen in te schakelen in het projectvan de ‘germanisering’ van de universiteit. JanDu Four weigert echter om GTGV in deze poli-tiek in te schakelen en richt samen met deFranstalige vrijzinnige studentenorganisaties aande ULB de Association Générale op. Hiermeewordt duidelijk gemaakt dat zowel de Neder-landstalige als de Franstalige vrijzinnige studen-tenverenigingen zich uitspreken tegen het fascis-me. De gevolgen van deze principiële opstelling zijndat verschillende vrijzinnige studenten, waaron-der ook Jan Du Four, worden opgepakt en datde lokalen van GTGV door fascistische studen-ten worden aangevallen. Wanneer de ULB in1941 haar deuren sluit, omdat de steeds groterwordende bemoeienissen door de Duitse autori-teiten het vrij onderwijs niet meer mogelijkmaken, zal Du Four zich engageren om onder-gronds les te geven aan studenten, zodat zij voorde Centrale Examencommissie hun diplomakunnen halen. GTGV blijft ook actief in het ver-spreiden van de illegale anti-Duitse pers.Opnieuw merken we dat binnen de Vlaamsevrijzinnige studentenbeweging de discussie overhet geven van een specifieke inhoud aan hetbegrip ‘vrijzinnigheid’ niet echt wordt gevoerd.Jan Du Four en GTGV brengen dit begrip nogsteeds rechtstreeks in verband met hun progres-sieve, pro-Vlaamse opstellingen. De dramatische gebeurtenissen van de jaren 30en 40, de opkomst van het fascisme en het uit-breken van de oorlog, maken dat GTGV, vanuithaar ideologische oriëntering, in de praktijkmeer en meer een zeer praktische en specifiekeinhoud moet geven aan haar visie op ‘vrij onder-zoek’. Voor de kring en haar dynamische voor-zitter moeten vrijzinnigen een cruciale rol spelentegen alle vormen van autoritarisme, in het bij-zonder tegenover rechts-conservatieve en fascis-tische krachten. De Vlaamse eisen tot ontvoog-

ding vormen voor de Vlaamse vrijzinnige stu-dentenbeweging geen aanleiding om het kampvan de Duitse bezetter te vervoegen. Vlaamseemancipatie komt er niet als die wordt opgelegddoor een fascistisch bezettingsregime dat verderhet vrij onderzoek onmogelijk maakt. Terwijlvele Vlaams-nationalisten zich achter het vaan-del van het nationaal-socialisme scharen, zijn JanDu Four en zijn medestudenten van GTGVtypische voorbeelden van het Vlaamse vrijzinni-ge anti-fascisme.

Studiekring Vrij Onderzoek en Leo Apostel (jaren 50 - 70)In 1949 wordt de Studiekring Vrij Onderzoekopgericht als Nederlandstalige afdeling van deCercle du Libre Examen, die tot doel heeft devrijzinnige gedachte onder de studentengemeen-schap vorm te geven en uit te dragen. Vanaf datmoment zal een levendige discussie losbarstenover de inhoud die moet gegeven worden aan debegrippen ‘vrij onderzoek’ en ‘vrijzinnigheid’.Deze discussie zal duren tot 1962.In dat jaar laat de Oudstudentenbond een tekstvan Leo Apostel verschijnen met als titel ‘Vrijonderzoek: van negatie naar bevestiging, van leuzenaar beginsel’. De tekst van Apostel en het charis-ma van zijn schrijver maken dat de discussie over‘vrij onderzoek’ tenminste tijdelijk beslecht wordt.Spoedig zal de tekst uitgroeien tot de geloofsbelij-denis van de Studiekring Vrij Onderzoek.In zijn tekst trekt Apostel van leer tegenover aldiegenen die menen dat een poging tot het gevenvan een omschrijving van het principe van ‘vrijonderzoek’ een aanfluiting zou betekenen van hetprincipe zelf. Volgens Apostel is het cruciaal omhet begrip te definiëren en wel om twee redenen.Ten eerste is de rol van de vrijzinnigheid in desamenleving gewijzigd. Daar waar vrij onderzoekvroeger de leuze was van diegenen die ten strijdetrokken tegenover de greep van de religie op desamenleving en tegen de irrationele aanvallen opeen vrije beoefening van de wetenschappen, isdeze rol nu voor een deel achterhaald. De rol vande kerk is sterk teruggedrongen en de beperkin-gen op de wetenschapsbeoefening zijn opgehe-ven. Volgens Apostel komt het er nu op aan om‘vrij onderzoek’ te herdefiniëren, zodat het kangebruikt worden als beginsel tot handelen.Ten tweede werd vrij onderzoek in het verledenvooral gebruikt in tegenstelling tot anderelevenshoudingen (‘negatie’), zoals het katholiekedogmatisme of het fascistische autoritarisme. Ditis een bijzonder negatieve en eerder passievehouding. De vrijzinnige vervalt hiervoor gemak-kelijk in een overdreven relativisme en sceptis-

Vrijzinnigheid bij de Brusselse studenten doorheen de tijd

UVV-info sept. - okt. 2005 30

Page 31: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

cisme, wat leidt tot politiek fatalisme. Daarom ishet voor Apostel cruciaal om een bevestiging tegeven van het ideaal van vrij onderzoek en zoeen actieve houding vooropstellen.Apostel zal het begrip dan ook als een recht énals een plicht omschrijven. Vrij onderzoek isvoor hem zowel het recht als de plicht om dewaarheid te leren kennen. Ieder mens moet, vol-gens zijn eigen mogelijkheiden, constant onder-zoek verrichten, wars van dogma’s en anderebeperkingen. Apostel stelt een voorwaarde: demaatschappij moet de middelen voorzien om hetonderwijs toegankelijker te maken en om onder-zoekers alle mogelijkheden te geven hun werk teverrichten. Hij schetst het ideaal van eengemeenschap waarin al het handelen uiteindelijkgericht is op het mogelijk maken van het vrijonderzoek. Voor Apostel heeft die maatschappijeen sterke egalitaire grondslag.In een appendix die Apostel in 1973 aan zijntekst zal toevoegen, probeert hij een concretetoepassing te vinden voor de beginselen van hetvrij onderzoek. Het vrij onderzoek verzet zichonder andere tegen de financiële en politiekebeperkingen die de overheid probeert op te leg-gen aan het wetenschappelijk onderzoek, maarook tegen de nog steeds bestaande fascistischeregimes en tegen de autoritaire uitspattingen vanhet communisme in China en de Sovjetunie. Hijschetst de noodzaak van een sociaal bewogenpolitieke houding, met een bijzondere aandachtvoor de vrijheid van onderwijs en onderzoek.Deze houding vinden we ook terug in de dagda-gelijkse werking van de Studiekring VrijOnderzoek in deze periode. De lezingen die dekring houdt, geven aan welke politieke opstellingzij verdedigt. Veel aandacht gaat uit naar de poli-tieke situatie in China, Cuba en de Sovjetunie,naast heel wat meer theoretische debatten oversocialisme en communisme. Daarnaast vinden erdiscussies plaats over de negatieve gevolgen vande imperialistische inmengingen in Zuid-Amerika en Afrika en wordt er hevig gepolemi-seerd tegen de wapenwedloop en de aanwezig-heid van kernwapens in de wereld.De studiekring is ook actief betrokken bij tal vanmanifestaties en protestacties rond deze enandere thema’s. Wanneer in mei 1968 de ULB-VUB door studenten en personeel wordt bezet,speelt de studiekring hierin een belangrijke rol.Samen met hun Franstalige tegenhanger Cercledu Libre Examen zal de Studiekring VrijOnderzoek vanaf het eind van de jaren 60 denoodzaak van de ontdubbeling van de unitaireULB-VUB bepleiten, gekoppeld aan de strijdtegen de verhuizing van de Franstalige afdelin-

gen van de gesplitste KUL naar Brussel. Ledenvan de studiekring zijn dikwijls te zien bij sta-kingsacties in bedrijven in het Brusselse en voe-ren solidariteitscampagnes met politieke gevan-genen overal ter wereld.De Vlaamse vrijzinnige studenten, althans demilitanten onder hen, houden dus een bijzonderactieve en progressieve houding aan. Maar integenstelling tot eerdere periodes ontstaat eenlevendige discussie over de inhoud van de ter-men ‘vrij onderzoek’ en ‘vrijzinnigheid’. Wanteen actieve en progressieve politieke houdinglijkt niet meer zo evident verzoenbaar te zijn metdeze principes. De vrijzinnige studenten wordendoor heel wat andere ideologische en politiekestromingen uitgedaagd standpunten in te nemenover thema’s waarover binnen vrijzinnige milieusgeen echte consensus (meer) bestaat. Vandaar dewil om basisprincipes als ‘vrij onderzoek’ en‘vrijzinnigheid’ te defi-niëren. De studiekringweigert af te glijdennaar een te extreemsceptiscisme dat poli-tieke acties onmoge-lijk maakt. Integendeel, politie-ke actie, en wel van-uit een duidelijklinkse invalshoek,vormt een cruciaalonderdeel van hetwerk van de orga-nisatie. Studentenzijn in de periodevan de jaren 60en 70 politiekbijzonder actiefen de leden vande studiekringspelen hierineen voortrek-kersrol. Meteen overdon-derend enthousiasmemengen zij zich in alle politieke en maatschap-pelijke discussies van hun tijd en nemen in dezedebatten vanuit hun vrijzinnige inspiratie zeerduidelijke standpunten in.

Vrijzinnige studenten nuMedio jaren 80 zal het begrip ‘vrijzinnigheid’binnen de studentenbeweging opnieuw verva-gen. Het maatschappelijk engagement van destudenten lijkt steeds minder gefundeerd op eenspecifiek vrijzinnig karakter. Weliswaar zal bin-

31 UVV-info sept. - okt. 2005

Revue Vrij Onderzoek, 1968 © Universiteitsarchief

Vrije Universiteit Brussel

Page 32: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

nen de studentenbeweging aan de VUB de term‘vrijzinnigheid’ nog steeds een belangrijke rolspelen, maar die rol wordt vaak ceremonieel ensymbolisch. In de discussies over sommige the-ma’s, zoals de houding tegenover extreem-rechts, zal men de standpunten die binnen destudentenbeweging worden ingenomen nog welgaan verklaren vanuit een vrijzinnige opstellingof met een verwijzing naar vrij onderzoek. Maardaarnaast blijft ‘vrijzinnigheid’ en ‘vrij onder-zoek’ vooral beperkt tot een (verplichte) clausu-le in de statuten van de studentenkringen aan deVUB of op activiteiten zoals de Sint-Verhaegenstoet of het Vrijzinnig Zangfeest. Eenechte specifieke inhoud wordt echter aan dezebegrippen niet meer gegeven.Steeds minder studenten identificeren zich danook met de ‘vrijzinnigheid’. Het is een thema datbij de hedendaagse jongeren minder leeft danvoorheen. Steeds meer jongeren beschouwenzichzelf bijvoorbeeld wel als niet-religieus, maarzullen hierbij niet de link leggen met de specifie-ke inhoud die ‘vrijzinnigheid’ hier heeft. Zo zienwe ook dat bij de redenen waarom jongeren vooreen universiteit als de VUB kiezen het typischevrijzinnige imago een steeds minder belangrijkerol speelt.De VUB kent ook een steeds groter wordendeinstroom van studenten uit het katholiekeonderwijs, die pas tijdens hun universitaire stu-dies voor het eerst geconfronteerd worden methet vrijzinnige gedachtengoed. Meestal onthalenzij het gunstig, omdat het past bij een jonge enmoderne levensstijl, maar voelen ze zich nietgeroepen om over dit principe fanatieke discus-sies te voeren.Dat belet de studentenbeweging niet om zichmaatschappelijk progressief op te blijven stellenen zich te laten inspireren vanuit de progressievevrijzinnigheid.Dit valt op wanneer we kijken naar de thema’swaarop studentenorganisaties zoals de Studie-kring Vrij Onderzoek zich de voorbije jarengeprofileerd hebben. Discussies vinden plaatsover kerkuittreding, de rol van religie in demaatschappij of over niet-religieuze waardevor-ming in de complexe hedendaagse maatschappij.Ook discussies rond de hervormingen in hetonderwijs worden in dit kader gevoerd. Erwordt geredeneerd dat bepaalde hervormingennefaste gevolgen kunnen hebben voor het onaf-hankelijk onderwijs en het vrij onderzoek.Politieke actie blijft dan ook een belangrijkonderdeel van de studentenbeweging. Veel stu-denten spelen een actieve rol in de antiglobalis-tische en de pacifistische beweging. Ook het

asielprobleem en de vluchtelingenproblematiekzijn brandende kwesties. Solidariteitscampagnes met vluchtelingen staangeregeld op de agenda van de geëngageerdestudent. Dit verklaart ook waarom vanaf detweede helft van de jaren 80 studentenkringenontstonden die nauw aansluiten bij de nieuwesociale bewegingen en de ngo’s.Binnen de maatschappelijke debatten die hedenten dage worden gevoerd zullen veel studentendus wel degelijk nog steeds duidelijke standpun-ten innemen. De actieve politieke opstelling dieApostel als voorwaarde stelde voor het nastrevenvan vrij onderzoek is dus wel nog aanwezig, maarde studenten zullen hun standpunten veel minderidentificeren met of puren uit een specifiekelevensbeschouwelijke houding zoals vrijzinnig-heid. Dit is ook minder nodig. Daar waar thema’szoals de scheiding tussen Kerk en Staat, euthana-sie, abortus, atheïsme, humanisme... vroegervooral werden uitgedragen door een specifieke,meer beperkte groep van uitgesproken ‘vrijzinni-gen’, zijn het nu thema’s geworden waar een veelruimer maatschappelijk draagvlak voor bestaat.Op die manier bekijken veel studenten dan ookde vrijzinnigheid. Hoewel ze zich niet meer spe-cifiek zullen identificiëren met deze levensbe-schouwelijke opvatting, kan een grote meerder-heid zich wel vinden in de standpunten die van-uit vrijzinnige hoek worden ingenomen. Dedebatten rond actuele thema’s worden met veelovergave en enthousiasme gevoerd en werkenonder de studenten nog steeds mobiliserend.

Bronnen

• Gulden Boek Geen Taal, Geen Vrijheid, bewaard op het

Universiteitsarchief van de VUB.

• Witte (E.), 1789-1989 - 200 jaar vrijzinnigheid in België, 200 ans de

libre pensée en Belgique, Centre d’Action Laïque, Charleroi, 1989.

• Despy-Meyer (A.), Dierkens (A.), Scheelings (F.). 25.11.1941, de

Université Libre de Bruxelles sluit haar deuren, Brussel, 1991.

• Apostel (L.), Vrij onderzoek: Van negatie naar bevestiging, van

leuze naar beginsel, editie 1962 en 1974.

• 25 jaar Studiekring Vrij Onderzoek 1949-1974, Brussel, 1974.

• Van Eeckhout (G.). De Vrijzinnige gepeild, Verslag van de bevra-

ging onder de leden van vrijzinnige verenigingen, Unie Vrijzinnige

Verenigingen, 2002.

• Van De Velde (Ch.), Doorslaggevende keuzecriteria bij eerste

generatie-studenten, onderzocht in relatie tot de beeldvorming

met betrekking tot de VUB, onuitgegeven licentiaatsverhandeling,

VUB, 1997.

• Craen (M.), De relevante keuzecriteria mbt. universitaire onder-

wijsinstellingen bij potentiële studenten onderzocht in relatie tot

de beeldvorming rond universiteiten, onuitgegeven licentiaatsver-

handeling, VUB, 1996.

Vrijzinnigheid bij de Brusselse studenten doorheen de tijd

UVV-info sept. - okt. 2005 32

Page 33: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Leo Apostel kan beschouwd worden alséén van de meest invloedrijke filosofenuit de 20ste eeuw. Hij wordt in 1925

geboren in Antwerpen. Vlak na de TweedeWereldoorlog, in 1944, begint hij filosofie te studerenaan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Na hetbehalen van zijn licentiaatsdiploma in 1948 wordtApostel assistent bij de bekende logicus ChaïmPerelman, onder wiens promotorschap hij in 1953doctoreert. Apostel trekt daarna naar de VerenigdeStaten om in Chicago bij Rudolf Carnap te gaan stu-deren en later naar Genève waar hij bij Jean Piagetstudeert. Het zijn twee ontmoetingen die hem zijnhele verdere leven zullen blijven beïnvloeden. In 1956 keert Apostel uiteindelijk terug naar deULB waar hij aangesteld wordt als Nederlandstaligedocent logica en kennisleer. Een jaar later krijgt hijdezelfde leeropdrachten aan de RijksuniversiteitGent (RUG). Als Nederlandstalige professor aan deULB zal hij een beslissende rol spelen bij de ver-dubbeling van de afdeling Wijsbegeerte. Bij de split-sing wordt hij professor aan de VUB. In Gent zal hijde drijvende kracht zijn achter de oprichting van desectie Moraalwetenschappen. Zijn denkbeeldenover ‘vrij onderzoek’ zijn in de contestatieperioderond mei 68 door de studenten meermaals gebruikt.Heel zijn leven zou Apostel een grote droom metzich meedragen: de oprichting van een pluralis-tisch en interdisciplinair studiecentrum van hetmenselijke denken. Zijn bedoeling is om zo eensynthese te bewerkstelligen tussen de mensweten-schappen en de exacte wetenschappen. Hij wil opdie manier komen tot een ‘wetenschap van dewetenschappen’. Hij propageert ook een ‘religieusatheïsme’, een zingeving aan de werkelijkheid dieniet gebaseerd is op godsdienstige argumenten. Indie zin zal hij zich ook opwerpen als een actief ver-dediger van de vrijmetselarij en van een pluralisti-sche en open vrijzinnigheid. Toch oogst zijn streven geen algemene goedkeuring,zeker niet bij de beheerders van de universiteit.Weliswaar zal Apostel in Gent het Centrum voor dewetenschappelijke Studie van de Religie oprichten,maar verdere pogingen om tot een centrum voorwetenschapssynthese te komen, stuiten op sterkeweerstand vanuit het universiteitsbestuur. De‘wetenschap van de wetenschap’ doorbreekt immersde gevestigde universitaire structuren! Diep teleur-gesteld in de werking van universiteit richt hij in hetbegin van de jaren 70 de werkgroep Eenheid op, diezich verzet tegen de verzuiling en die pleit voor deoprichting van een écht pluralistische universiteit inAntwerpen, helaas zonder succes. Zwaar gedesillu-sioneerd keert Apostel zich steeds meer af van deacademische wereld. Zijn loopbaan als docent aande VUB eindigt in 1977, in Gent in 1979.

Na het beëindigen van zijn academische carrièrewijdt hij zich volledig aan zijn levenswerk: het zoe-ken van ‘eenheid in de verscheidenheid’. Apostelzoekt naar symmetrieën tussen de verschillende vor-men van het menselijke denken, of het nu gaat overde wiskunde, fysica, economie, psychologie, religieof de kunst. Al deze denkvormen geven hun eigenbeschouwing van de totale werkelijkheid en makengebruik van hun modellen en metaforen om het uni-versum te verklaren. Deze benadering is volgensApostel echter zeer beperkend, dus wil hij het uni-versum zo breed mogelijk beschouwen. Dit kanalleen door de werkelijkheid te onderzoeken met eenzo breed mogelijke waaier aan denkrichtingen, van-uit verschillende wetenschappen.Voor zijn werk krijgt Apostel in 1985 de Solvayprijsen later de Arkprijs voor het Vrije Woord (1988) ende Prijs van het Vrijzinnig Humanisme (1995). Methet geld dat verbonden is aan de Solvayprijs zalApostel aan de VUB het Centrum Leo Apostel(CLEA) oprichten, dat Apostels interdisciplinair enpluralistisch onderzoek verderzet. Nog steeds wer-ken in het CLEA verschillende menswetenschapperszij aan zij met exacte wetenschappers rond multidis-ciplinaire onderzoeken en aan de constructie vanintegrerende wereldbeelden.

Bronnen

• In memoriam bericht, Vrije Universiteit Brussel

• Website project Integrerende Wereldbeelden. Onderzoek naar een

Interdisciplinaire Constructie van een Model van de Werkelijkheid

met Ethische en Praktische Relevantie: http://logica.rug.ac.be/

33 UVV-info sept. - okt. 2005

Leo Apostelvan Brussels student tot filosoof met wereldfaam (1925-1995)

Leo

Apo

stel

©U

nive

rsite

itsar

chie

f Vri

je U

nive

rsite

it B

russ

el

Page 34: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

In De Standaard van zaterdag 28 mei 2005 ver-scheen een voorpublicatie uit het nieuwe boekWaarden in tijden van ommekeer van pausJoseph Ratzinger. Hij bespreekt wat volgens hemessentieel is voor Europa’s cultuur en identiteit.

Na het overlijden van Johannes Paulus IIhadden velen gehoopt op een nieuwekerkleider van de moderniteit die het star-

re conservatisme en dogmatisme achter zich zoulaten en de 21ste eeuw zou binnentreden. Denieuw verkozen paus Joseph Ratzinger had eenzeer conservatief imago als behoeder van degeloofsleer. Sommigen hoopten dat hij als pausandere standpunten zou innemen, waardoor dekloof tussen de aloude ethische stellingen en deopinie van de individuele gelovigen overbrugd zouworden. Men wou Benedictus XVI het voordeelvan de twijfel gunnen om de stap naar een heden-daagse ethiek te zetten. Deze hoop wordt met hetverschijnen van zijn boek in de grond geboord.

Hij betreurt dat Europa zijn religieuze en zedelij-ke grondslagen ontkent. Hij schetst een negatiefbeeld van Europa dat, ondanks zijn voortduren-de politieke en economische macht, meer enmeer gezien wordt als in verval rakend en totondergang gedoemd. Essentiële ethische waar-den zijn echter niet exclusief christelijk. Europais bovendien niet monocultureel. Bij het opstel-len van de Europese Grondwet ontstond er dis-cussie omtrent de waarden van de Unie en wil-den de christelijke kerken de christelijke oor-sprong laten vastleggen in de Grondwet. Ditgeschiedde niet om diverse redenen: de Europesebeschaving put niet alleen uit de joods-christelij-ke tradities, maar ook uit de arabische en huma-nistische cultuur; de Europese Unie kan nietgelegitimeerd worden door een godsdienst; deUnie moet immers het belang van alle Europeseburgers behartigen, zowel gelovigen als niet-gelo-vigen, terwijl de democratie een scheiding tussenKerk en Staat veronderstelt. In de preambule vande Grondwet wordt dan ook opgenomen dat deEuropese Unie put uit ‘de culturele, religieuze enhumanistische tradities van Europa’, en wordtniet verwezen naar God of het christendom. Inartikel 52 voorziet de Grondwet dat de EuropeseUnie met de kerken, religieuze en niet-confessio-nele organisaties een open, transparante en regel-matige dialoog dient te voeren.Dit neemt niet weg dat de voorzitter van deEuropese commissie onlangs de niet-confessio-nele organisaties weigerde te ontmoeten, ter-wijl hij een dialoog met de katholieke bis-schoppen organiseerde.

Benedictus XVI blijft zeer weigerachtig staantegenover het kloneren van mensen, embryo-onderzoek en orgaandonatie. Volgens hem komthier de menselijke waardigheid in het gedrang.Zo heeft recent de voorzitter van de PauselijkeAcademie voor het Leven de doorbraak in hetonderzoek voor het kloneren van mensen ver-oordeeld, terwijl de doorbraak door het experi-ment van Koreaanse wetenschappers in dewetenschappelijke wereld onthaald werd als eenrevolutionaire stap naar een oplossing van pijnen ongeneeslijke ziektes.

De paus houdt een pleidooi voor het monogamehuwelijk als fundamenteel ordeningsprincipevan de relatie tussen man en vrouw en als bouw-steen van gemeenschapsvorming. Hij vindt dathet huwelijk bedreigd wordt door de uithollingvan de onontbindbaarheid door de steedsgemakkelijker wordende echtscheiding, hetsamenleven van man en vrouw zonder de wette-lijke status van het huwelijk. Benedictus XVIlaat dan wel buiten beschouwing dat de katho-lieke kerk, in tegenstelling tot haar theoretischeleerstellingen, echtscheidingen in werkelijkheidaanvaardt in de vorm van nietigheid van huwe-lijk (we herinneren aan de ontbinding door depaus van het eerste huwelijk van een Mone-gaskische prinses en van onze Vlaamse charme-zanger Helmut Lotti). Volgens de paus staan wevoor een verwijdering van het mensbeeld waar-van de gevolgen uiterst zwaarwegend kunnenzijn, omdat enerzijds het samengaan van man envrouw zich steeds verder losmaakt van rechts-vormen en anderzijds homoseksuele partner-schappen steeds meer als gelijkwaardig aan eenhuwelijk worden gezien.Nochtans leven bij de bevolking, bij zowel gelo-vigen als niet-gelovigen, andere ideeën over rela-tievorming. Naast het klassieke huwelijk staande mensen open voor de alternatieve samenle-vingsmodellen en is het huwelijk verbreekbaar.Het zijn de mensen zelf die hun keuze maken enopteren voor ongehuwd samenwonen, homo-relatie, alleenstaande moeder, nieuw samen-gesteld gezin, L.A.T.-relatie, samenlevingscon-tract…Belangrijk hierbij is ook het respecteren van descheiding tussen Kerk en Staat. De Kerk magzich niet mengen in de toepassing van democra-tisch tot stand gekomen wetgeving. Recent nogprobeerden in Spanje de katholieke bisschop-pen koning Juan Carlos er toe aan te zetten om,naar analogie met de handeling van onze koningBoudewijn bij onze abortuswet, de wet op hethomohuwelijk niet te ondertekenen.

Een paus van het ver leden

UVV-info sept. - okt. 2005 34

PeRs berichten

Page 35: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Ac

tua

lite

it

lijkheid en geweldloosheid. Interlevensbeschouw-elijke dialoog vormt een sleutelelement. Gezamenlijke projecten over levensbeschouwelijkeen culturele grenzen zijn mogelijk. In Europa staanwe voor de uitdaging om, ongeacht onze over-tuiging, samen te bouwen aan een waarlijk inter-culturele samenleving, gebaseerd op de universeleen Europese rechten van de mens en de principesvan onze democratische rechtsstaat, waarbij descheiding tussen Kerk en Staat gegarandeerdwordt. We staan voor een scharniermoment in degeschiedenis. We hopen dat Benedictus XVI zijngelovigen de weg naar de moderniteit laat bewan-delen en samen met niet- en andersgelovigen laatmeebouwen aan een moderne samenleving.

Michel Magits voorzitter Unie Vrijzinnige Verenigingen

De Standaard06/06/2005

35 UVV-info sept. - okt. 2005

Het multiculturele Europa dient gefundeerd te zijnop een actief pluralisme. Belangrijk hierbij is hetrespect voor elkaars eigenheid en het niet opdringenvan ideeën aan elkaar. Verdraagzaamheid moetdoor iedereen gehanteerd worden. Onze pluralisti-sche maatschappij bestaat uit zowel godsdienstigeals niet-godsdienstige burgers. Een Europa meteen Grondwet zonder verwijzing naar de christelijkeoorsprong is niet zonder toekomst. Onze wereld is in volle evolutie. Er is een toenemende ontkerke-lijking en migratie. De bestaande monopoliepositievan het christendom in Europa werd doorbroken.Wanneer men zich nu ook openstelt voor de waar-den van niet- en andersgelovigen vormt dit geennegatief gegeven, maar is het een vanzelfsprekendestap in onze evoluerende maatschappij. We dienensamen op zoek te gaan naar wat we gemeenschap-pelijk hebben. We kunnen steunen op universelewaarden zoals naastenliefde, solidariteit, broeder-

Page 36: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

T ijdens hoorzittingen in de Kamer wordtop dit ogenblik de adoptie door hole-bi’s besproken naar aanleiding van een

wetsvoorstel van Guy Swennen, volksverte-genwoordiger sp.a. Het voorliggende wets-voorstel waarover de commissie Justitie zalstemmen is een compromisvoorstel dat de wetop adoptie uit 2003 wijzigt en de adoptieopenstelt voor koppels van gelijk geslacht.

Het voorstel werd positief onthaald door demeeste partijen, inclusief de CD&V. Het wasdan ook zeer verwonderlijk dat vanuit deGezinsbond, die zich nochtans duidelijk profi-leert als een pluralistische organisatie, eennegatief standpunt ingenomen werd zonderenig intern debat door haar voorzitter RogerPauly. In de media wordt een discussiegevoerd tussen voor- en tegenstanders van deholebi-adoptie. Ten gevolge van deze reactieswijzigde de CD&V haar standpunt rond hole-bi-adoptie, zodat de eerder ingenomen open-heid in de kiem gesmoord wordt. Het nieuwevoorstel doet denken aan de oude CVP diesteeds hybride voorstellen formuleerde engeen duidelijke taal sprak.

Tot op heden kunnen holebiparen geen kinde-ren adopteren wat hen in een ongelijke situatieplaatst ten aanzien van hetero-ouders. Hetwetsvoorstel Swennen biedt een oplossingvoor holebikoppels die kinderen willen adop-teren of reeds kinderen hebben.Voor het homohuwelijk was er een groot par-lementair en maatschappelijk draagvlak. Deadoptieregeling vormt een volgende stap omholebikoppels gelijke rechten te geven. Bij dediscussie is het belangrijk om niet uit het oogte verliezen dat het de bedoeling is om de kin-deren te beschermen. Vandaag kunnen hole-bi’s enkel als individu kinderen adopteren enniet als koppel. Het gevolg is dat, als de adop-tie-ouder overlijdt, de mee-ouder geen enkelejuridische band heeft met het kind. Nu heeftde mee-moeder in een lesbische relatie vrijwelgeen plichten en rechten tegenover het kind.Zo is ze niet aansprakelijk voor het kind, heeftze geen beslissingsrecht op het vlak van onder-wijs of medische ingrepen, moet ze geenonderhoudsgeld betalen en bestaat er geen erf-recht voor het kind. Een nieuwe wet op basisvan het voorstel Swennen zal dit gebrek voor-komen.Het traditionele man-vrouwkoppel dat voor-zitter Pauly van de Gezinsbond naar vorenschuift vormt al lang niet meer het enigeopvoedingsmodel voor kinderen van vandaag.We worden in onze samenleving geconfron-teerd met een diversiteit van samenlevingsvor-men: gehuwde koppels, samenwonenden,holebiparen, L.A.T.-relaties, nieuw samenge-stelde gezinnen, alleenstaanden.Voor de kinderen van elk koppel, welke hunseksuele geaardheid of juridische band ookmoge wezen, is juridische zekerheid noodza-kelijk. De adoptie is trouwens onderworpen

UVV-info sept. - okt. 2005 36

PeRs berichten

Adoptie ook een recht

Page 37: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Ac

tua

lite

it

voor holebiparenadoptie ook verzekerd worden van hun vol-waardige rechten en een goede zorg.Ook kinderen van holebiparen hebben immersrecht op een volwaardige juridische band methun beide ouders die hen opvoeden. Via adop-tie kan men dit realiseren. Alternatieven voorhet adoptierecht zijn onvolledig. Zorgouderschap betreft de rechten en plich-ten van ouders die kinderen uit een vorighuwelijk opvoeden en regelt geen erfrecht.Het kind krijgt via adoptie wel 2 volwaardigeouders die allebei volwaardige plichten enrechten ten aanzien van het kind hebben zodathet kan opgroeien in een veilig en warm gezin,waar het liefdevol omringd wordt door zijnbeide ouders.Ook in het buitenland bestaan wetgevende ini-tiatieven rond holebi-adoptie of zijn ze in ont-wikkeling. Ons land dient bilaterale verdragenaf te sluiten zodat met onze nieuwe adoptiere-geling ook de adoptie van buitenlandse kinde-ren mogelijk wordt.

Het is een democratische rechtsstaat onwaar-dig wanneer we de huidige schrijnende discri-minatie laten bestaan door holebiparen hetadoptierecht te ontzeggen. We pleiten er danook voor om het voorliggende wetsvoorstelgoed te keuren en op die manier de huidigediscriminatie op te heffen. Kinderen kiezenhun ouders niet. Alle kinderen hebben rechtop een gelijke juridische band met diegenendie de zorg voor hen dragen. Elk type vanouderschap moet dezelfde garanties kunnenbieden naar de kinderen toe op het vlak vanrechten en plichten, zorg en bescherming. Dekinderen hebben daar recht op!

Michel Magits voorzitter Unie Vrijzinnige Verenigingen

De Tijd04/07/2005

37 UVV-info sept. - okt. 2005

aan een strenge procedure via de jeugdrechter.In het belang van het kind gebeurt deze pro-cedure terecht zeer zorgvuldig.Uit wetenschappelijk onderzoek, zowel in binnen- als buitenland van onder meer AnneBrewaeys (doctoraal proefschrift aan de Rijks-universiteit te Leiden in 1997) en KatrienVanfraussen (doctoraal proefschrift aan deVrije Universiteit Brussel in 2002) blijkt dat deopvoeding door ouders van hetzelfde geslachtevenwaardig is aan een opvoeding door eentraditioneel ouderpaar. Dit onderzoek bewijstdat adoptie van kleuters en jonge kinderensoms evenveel problemen schept bij gewoneouders als bij holebi-ouders omwille van desoms moeilijke levensloop die die kinderenachter de rug hebben. Follow-up onderzoek(uitgevoerd aan de Vrije Universiteit Brusselnaar aanleiding van de inseminatie van lesbi-sche koppels in het Academisch Ziekenhuisvan de VUB te Jette) bewijst duidelijk dat ervoor de kinderen, geboren binnen deze rela-ties, geen negatieve invloed vast te stellen is.

Bij de bevolking bestaat er een grote bereid-heid om de holebi-adoptie mogelijk temaken. Dit blijkt uit de talrijke reacties in depers op het standpunt van de voorzitter vande Gezinsbond. Er komen reacties van indi-viduele leden van diezelfde Gezinsbond, vantalrijke individuen en organisaties uit hetmiddenveld zoals de Kristelijke WerknemersBeweging en de Kristelijke ArbeidersVrouwenbeweging, allen met een pleidooivoor het toelaten van de adoptie. Zo zijn ookde Staten-Generaal van het Gezin en hetCentrum voor Gelijkheid van Kansen enRacismebestrijding voorstander van de open-stelling van de adoptie en diende het VlaamsParlement een resolutie pro-holebi-adoptiein. De mensen staan duidelijk open voor eenveranderende maatschappelijke realiteit enwillen dat de kinderen van holebiparen door

Page 38: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

UVV-info sept. - okt. 2005 38

Persconferentie naar aanleiding van

4 (ver)nieuw(d)e brochuresSonny Van de Steene TROTS STELDE VOORZITTER MICHEL MAGITS

OP DE PERSCONFERENTIE VAN 28 JUNI 2005

DE 4 (VER)NIEUW(D)E UVV-BROCHURES VOOR:

ELKE MENS VERDIENT EEN OSCAR,

PRATEN WERKT AANSTEKELIJK,

HET LEVEN IN STAPPEN

EN ELK SCHOUDERKLOPJE HELPT.

De her-taling

Dat de vrijzinnigheid voor nieuwe uitdagingenstaat, is zeker. Niet alleen is de organisatie op eennieuwe en bredere leest geschoeid. Ook debelangstelling van het publiek gaat in stijgendelijn. Steeds meer mensen gaan op zoek naar zin-geving. Vooral bij jongeren is dit fenomeenmerkbaar. Het zoeken naar zingeving neemtdiverse vormen aan. Sommigen doen dit aan dehand van spiritueel getinte filosofieën, anderenproberen de diepere waarden te ontdekken in deklassieke godsdienst, nog anderen omarmen debasiswaarden van het vrijzinnig humanisme. Zelezen erover, ze praten erover en ze wordenactief lid van gespreksgroepen.

Deze nieuwe trend was voor de Unie VrijzinnigeVerenigingen een belangrijke drijfveer om devrijzinnige basiswaarden en diensten uit te leg-gen en tegelijk te her-talen. Veel basisdocumen-tatie bestond er niet terzake. En zeker de recen-te uitbouw van de morele dienstverlening vereis-te nieuwe en klaar geformuleerde handleidin-gen. De formulering van het nieuwe materiaal iseigentijds en spreekt de doelgroep op een zeerrechtstreekse manier aan.

Het resultaat zijn 4 basisdocumenten die elkeen onderdeel van de Vlaamse vrijzinnigheidbelichten.Het eerste document belicht de basiswaardenvan het ‘vrijzinnig humanisme’. Het draagt detitel Elke mens verdient een Oscar. Aan de handvan bekende films uit het wereldrepertoire wor-den de vrijzinnige basiswaarden naar het publiekgeprojecteerd.Het tweede document belicht de rol van de‘moreel consulent’. De moreel consulent is actief

De doorbraak

Het duurde tot 1993 vooraleer de vrijzinnigheidals 'niet-confessionele levensbeschouwelijkegemeenschap' grondwettelijk werd erkend. Ergingen nog eens bijna 10 jaren overheen vooral-eer de wet van 21 juni 2002 de uitvoering van degrondwettelijke erkenning regelde. Maar goed,beter laat dan nooit.

De wet van 21 juni 2002 voorziet ondermeer inde formele erkenning van de 'Centra MoreleDienstverlening'. De centra zijn de levende ont-moetingsplaatsen waar de dialoog tussen men-sen op zoek naar een niet-confessionele zinge-ving plaatsvindt. Deze dialoog heeft betrekkingop de meest uiteenlopende levens- en interes-sesferen. Naast het verstrekken van informatieen het verlenen van morele bijstand organiserende Centra Morele Dienstverlening de vrijzinnigeplechtigheden en de vorming van vrijwilligers.Ze stimuleren de lokale lidverenigingen, coördi-neren de leerkrachten niet-confessionele zeden-leer en werken nauw samen met diverse vereni-gingen uit de welzijnssector.

Tegen 2007 zullen er in Vlaanderen en Brussel22 lokale en 6 provinciale Centra MoreleDienstverlening zijn voor de Nederlandstaligen(vandaag zijn er 15 lokale). Dit aantal komt over-een met het aantal administratieve arrondisse-menten. Het is een strikt minimum als men demensen relatief dicht bij hun deur wil bereiken,maar het is verre van voldoende.De wet van 21 juni 2002 voorziet bovendien nietin een 'tweede fase'. Daardoor zijn er ook geenmiddelen gebudgetteerd om het aantal CentraMorele Dienstverlening naar een 'menselijker'geografisch niveau te tillen.

Page 39: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

39 UVV-info sept. - okt. 2005

Ac

tua

lite

it

Tegelijk wil het onderzoek naar de levensbe-schouwelijke denkbeelden en de maatschappelij-ke vraagstellingen van de Vlaamse bevolkingpeilen. Meer bepaald wordt nagegaan of zichbinnen de bevolking een 'actief-pluralistisch'profiel met voldoende draagvlak aftekent.

In het totaal werd per Vlaamse provincie eensteekproef van 500 personen bevraagd. Samenmet Brussel geeft dat een totaal van 3.000. Deverwerking van de antwoorden begint in juli.Uiterlijk eind november zal het eindrapportworden gepresenteerd.

Het tweede luik van het onderzoek is de bevra-ging van de eigen mensen: leden, bestuursleden,personeelsleden en medewerkers van de natio-nale en lokale verenigingen. Specifiek wordtnaar hun oordeel over de werking en de toe-komst van de georganiseerde vrijzinnigheid viade Unie Vrijzinnige Verenigingen gepeild.

Michel Magits voorzitter Unie Vrijzinnige Verenigingen

DE PERSCONFERENTIE MISTE DUIDELIJK ZIJN DOEL

NIET. DE PERS PUBLICEERDE 2 ARTIKELS. EÉN VER-SCHEEN IN DE STANDAARD OP 29 JUNI 2005 MET

ALS TITEL ‘HOE IS HET GESTELD MET DE VLAAMSE

VRIJZINNIGEN’ EN EEN TWEEDE KWAM IN DE

GAZET VAN ANTWERPEN OP 5 JULI 2005 ONDER DE

KOP ‘WIJ ZIJN GEEN PAPENVRETERS MEER’.

INDIEN U DE 4 BROCHURES WENST, KAN U DIE GRA-TIS VERKRIJGEN BIJ EEN (P)CMD IN UW BUURT OF

VIA HET FEDERAAL SECRETARIAAT VAN DE UNIE

VRIJZINNIGE VERENIGINGEN.

in de Centra Morele Dienstverlening, in de zie-kenhuizen en rusthuizen, bij het leger, in degevangenissen, op de luchthaven, in de zeevisse-rij en aan de universiteit. Praten werkt aansteke-lijk heet dit document toepasselijk.De derde publicatie geeft een overzicht van de‘vrijzinnige plechtigheden’: geboorte en adoptie,lentefeest, huwelijk, relatie, jubileum, overlijden.De vrijzinnige plechtigheden worden gebundeldonder de titel Het leven in stappen.De vierde titel legt uit waarin de ‘morele bij-stand’ bestaat. Elke mens kampt vroeg of laatmet problemen. Elk schouderklopje helpt is danhet motto.

De documenten zullen op een heel brede schaal inVlaanderen en Brussel verspreid worden. Ze zul-len tegelijk als leidraad dienen voor de gesprekkenen initiatieven die samen met andere verenigingenin het welzijnswerk zullen genomen worden.

Wetenschappelijk levensvragenonderzoek

Willen wij de morele dienstverlening een correc-te spreiding geven over heel Vlaanderen, danmoeten wij de politieke wereld overtuigen vande gefundeerdheid van onze vraag. Wij willen deVlaamse en Brusselse politici hiervoor graag denodige argumenten aanreiken.In die optiek situeert zich het grootscheeps'levensvragenonderzoek' dat momenteel aande gang is. Het wordt uitgevoerd aan de VUBonder leiding van Dominique Verté, geassi-steerd door Wiske Verhaest. Het onderzoekwil wetenschappelijk nagaan in welke mate aande behoeften van de georganiseerde en niet-georganiseerde vrijzinnigen in Vlaanderenbeantwoord wordt.

Page 40: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

UVV-info sept. - okt. 2005 40

O p dinsdag 21 juni kende het Humanistisch Verbondde 2-jaarlijkse Prijs Vrijzinnig Humanisme toe aandr. Raymond Mathys.

In het reglement staat dat de Prijs Vrijzinnig Humanismetoegekend wordt aan iemand "...omwille van een langdurige,consequent volgehouden levenshouding, hetzij op het vlakvan denken en handelen, hetzij op basis van praktische inzetvoor het vrijzinnig humanistisch gedachtegoed."Dr. Raymond Mathys werd geprezen voor zijn inzet tot eenmeer humane geneeskunde.

Geboren in 1941 te Antwerpen. Trok nazijn middelbare studies naar de UniversitéLibre de Bruxelles, waar hij in 1966 zijndiploma van dokter in de genees-, heel- enverloskunde behaalde. Hij specialiseerde zich in de InwendigeGeneeskunde bij professor FritsNoeninckx in het Stuivenbergzieken-huis. In 1973 krijgt Raymond Mathyszijn erkenning als volwaardig internist.Waarschijnlijk deels ingegeven door het feitdat zijn eerste echtgenote heel vroeg stierfaan kanker, bekwaamt hij zich in de jarendaarop in een uiterst belangrijke subdisci-pline: de oncologie.In 1980 wordt hij afdelingshoofd van de

afdeling Hemato-oncologie. In 1984 benoemt de VrijeUniversiteit Brussel dokter Mathys tot consulent hemato-onco-logie aan het AZ VUB.

De oncologie begint in de jaren 80 zijn eerste curatieve succes-sen te boeken, maar genezingen blijven meer dan zeldzaam. Dr.Mathys gaat ervan uit dat alleen maar het gezwel behandelenniet volstaat. Hij zag veel vroeger dan de meeste artsen deuiterst belangrijke rol van de psychosomatische aspecten in hetziektebeeld van de patiënt. De holistische aanpak was voordokter Mathys evident. Palliatieve zorg moet vanaf het eerstemoment, van zodra de diagnose gesteld en medegedeeld is aande patiënt, volwaardig deel uitmaken van de behandeling.

Ondertussen was Raymond Mathys bevorderd tot geasso-cieerd diensthoofd Inwendige AZM. In 1992 richt hij deVereniging voor Palliatieve Hulpverlening Antwerpen op,waarvan hij als voorzitter aangeduid werd.In AZ Middelheim creëert hij, samen met zijn tweede echt-genote Marilou, de Stichting prof. dr. Frits Noeninckx, eeneenheid voor psychosociale en palliatieve begeleiding voorkanker- en aidspatiënten.

Met de opening van een palliatieve afdeling in hetMiddelheimziekenhuis in 1999 realiseerde dr. Mathys één vanzijn dromen. Een opvangplaats voor allen die op een waardigewijze een einde willen van een lijden dat niet langer meer tedragen is. Geen vergeten sterfplek, maar een ruimte die toelaatom waardig en niet alleen te sterven. Het is ook een plaats

waar de zieke, op enkele dagen tijd, zonder nutte-loze onderzoeken een aanpassing kan krijgen vooreen meer adequate pijnbestrijding, die hem toelaatverder thuis verzorgd en opgevangen te worden.Zijn echtgenote maakt dit moment spijtig genoegniet meer mee, ook zij sterft vroegtijdig aan kanker.

Op 1 november 2004 kreeg het Middelheim vande European Society of Medical Oncology de titel‘Designated Center of Integrated Oncology andPalliative Care’ toegekend.

Dokter Raymond Mathys publiceert in vaktijd-schriften, geeft zowel nationaal als internationaalvoordrachten, is voorzitter van de raad van beheervan de Belgian Society of Psycho-oncology, is stich-tend lid van de vzw Oncologisch CentrumAntwerpen in 1996, net als van het AKIO(Antwerp Kanker Informatie- en Ontmoetings-centrum) in 1998, is lid van de raad van beheer vande Vlaamse Liga tegen Kanker en van de FederaleControle- en Evaluatiecommissie Euthanasie. Hij ismedewerker van het eerste uur aan het LEIF-artseninitiatief van prof. dr. Wim Distelmans van de VrijeUniversiteit Brussel en van de PostacademischeVorming voor Artsen in Palliatieve Zorg. In sep-tember 2003 werd hij voorzitter van de raad vanbestuur van het Cédric Hèle Instituut (Vlaamsinstituut voor psychosociale oncologie).

Ramond Mathys helpt ook bij het bespreekbaarmaken van euthanasie in ons land. Hij stelt dat wan-neer alle therapeutische middelen falen en er sprakeis van een niet meer te harden en uitzichtloos lijden,dat euthanasie dan het logische en aanvaardbaresluitstuk wordt van goede palliatieve zorg. Op zo’nmoment heeft ieder mens het recht om geholpen teworden in zijn of haar sterven op zijn of haar vraag.Samen met enkele anderen is hij één van de stu-wende krachten die aanleiding zullen geven toteen zeker nog ver van ideale maar toch ingrijpen-de wetgeving, die niet langer het uitvoeren en toe-passen van euthanasie strafbaar stelt, mits het inacht nemen van bepaalde condities. Waarbij Raymond Mathys steeds duidelijk steltdat euthanasie onder geen beding mag uitgroeientot een routinebehandeling. Iedere levensbeëindi-gende situatie moet op een zuiver persoonlijkebasis worden beoordeeld en afgewogen.

Geen beslissingen over het hoofd van de patiënt heen.Geen verticaal paternalistisch opgebouwde arts-patiëntenrelatie. Geen ‘onmenselijke’ geneeskunde.Dr. Raymond Mathys kreeg de Prijs VrijzinnigHumanisme voor zijn visie, inspanning en verwezen-lijkingen tot een meer humane geneeskunde.

Prijs Vrijzinnig Humanisme 2005 uitgereikt aan dr. Raymond Mathys

Sonny Van de Steene

dr. Raymond Mathys

Page 41: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Berlijn. Hoofdstad van de huidige Bonds-republiek Duitsland. Voormalige hoofd-stad van de Duitse Democratische

Republiek (D.D.R.). Hoofdstad van het gewezenzogenaamde Derde Rijk. Hoofdstad van hetvoormalige keizerrijk. Stad hoogzwanger vangeschiedenis en contradicties. Gebombardeerd,verwoest, bevrijd, opgedeeld, herenigd, als eenfeniks uit haar as herrezen. Berlijn, waar de 20steeeuw zich kristalliseert. Berlijn met haar typischehumor, stad waar Ossi’s en Wessi’s door elkaarleven. Een metropool in oppervlakte 8 keerParijs, 3,4 miljoen inwoners.

De kleine jet van SN, waarmee de Vlaamse dele-gatie van 10 personen zich op 19 juni naarBerlijn begeeft, heeft zijn daling naar Tempelhofingezet. De voormalige luchthaven van het nazi-regime, door de westerse mogendheden in 1961gebruikt om de stad uit de lucht te bevoorraden,ligt midden in de stad. Degenen die dit voor deeerste maal meemaken zijn eerst verrukt doorhet prachtige zicht, dan verbijsterd: het vlieg-tuigje vliegt links en rechts tussen flatgebouwendoor, maar nog steeds geen luchthaven te zien.Landing. U-bahn. Hotel in Berlin-Mitte, voor-malig Oost-Berlijn. Morgenvroeg begint in hethoofdkwartier van onze Berlijnse vrienden vanhet Humanistischer Verband een werkweek mettal van bezoeken aan humanistisch sociale initia-tieven in de stad. Van uitwisselingen van erva-ringen, moeizame gesprekken in het Duits, rui-len van visitekaartjes en haastig opgeschreven e-

mailadressen. Onze delegatie zal dan versterkt wor-den door kleinere afvaardigingen uit Nederland enNoorwegen.

Werner Schultz, verantwoordelijke voor onderwijsvan HVD-Berlin (Humanistischer Verband Deutsch-lands), verwelkomt ons in het gebouw aan deWallstrase. Zijn uiteenzetting gaat over de positie ende realisaties van het humanisme in Duitsland. Net alsin vele westerse landen is er een daling op te merkenvan het aantal effectieve leden in de verschillendelevensovertuigingen. Uit een recent onderzoek blijktdat de enige stijgende groep de islamitische levens-overtuiging is. De situatie in Berlijn is als volgt: 40%geeft aan lid te zijn van een kerkgemeenschap en 60%is dit niet. Dit kan men verklaren door de specifiekegeschiedenis van een verdeelde stad die werd samen-gevoegd. Na de val van de muur hadden de kerken dehoop om heel wat geseculariseerde ex-Oost-Berlijnersin hun kerken (terug) te vinden. Dit gebeurde even-wel niet. Voor de humanistische beweging was er ookgeen grote toeloop, niettegenstaande er qua levens- enwereldbeschouwing veel raakvlakken waren. HetHVD telt een 3.000-tal leden in Berlijn, 12.000 in heelDuitsland. Maar met hun dienstverlening bereiken zejaarlijks een 200.000 mensen. HVD-Berlin stelt meerdan 600(!) werknemers te werk, waaronder een 200-tal leerkrachten Lebenskunde, eenzelfde aantal mede-werkers in kleuterscholen en een 250-tal medewerkersin de diverse sociale dienstverleningen. 90% van dewerkingskosten wordt door de overheid betaald; eenbudget van meer dan 20 miljoen euro… Het HVD isbekommert om een 5-tal onderwerpen: de scheidingvan Kerk en Staat, het promoten van een wetenschap-pelijk wereldbeeld, de relatie tussen religie en secula-risatie, zelfdeterminatie en tot slot het gevecht voorgelijkberechtiging in de staatsinstellingen waar noggeen morele bijstandwordt verstrekt.

Na een lunch in openlucht waar het ijs tus-sen gastheren enbezoekers definitiefwerd gebroken, is hetinternationale gezel-schap te gast in hetdistrict Neuköln, eendichtbevolkte, multi-culturele en kansar-me regio. We werden er ontvangen door ElisabethKronseder, de verantwoordelijke voor een dagzorg-en coördinatiecentrum voor rehabilitatie van bejaar-de buurtbewoners. Dit coördinatiecentrum heefteen onderkomen gevonden in het Haus der älternBurgers. De doelstelling van het centrum is ouderemensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te latenwonen. De medewerkers fungeren als gidsen in het

41 UVV-info sept. - okt. 2005

European Humanist Professionalsreisverslag van een seminarie

over humanistisch sociaal werk te Berlijn,van maandag 20 tot zaterdag 25 juni 2005

Freddy Boeykens

voorzitter

European Humanist

Professionals

DE VLAAMSE DELEGATIE

Freddy Boeykens

Page 42: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

welzijnslandschap en wel op een 3-tal manieren. Eeneerste wijze is die van het informeren. Wie goed geïn-formeerd is kan een voor hem geschikte keuze maken.Een tweede wijze is die van ‘beratung’ waarmee ‘coun-seling’ en ‘begeleiding’ wordt bedoeld. Een derde wijzeis ‘case-management’. 60% van de cliëntwerking behelstbovenstaande werkwijzen. Daarnaast is er een ‘indirec-te cliëntwerking’. Onze gastvrouw geeft een opsomming van deze tak vanhet werk: toegankelijke (=leesbare en begrijpelijke) infor-matiefolders ontwikkelen en aanbieden, het coördinerenvan mantelzorg, bijhouden van een databank voor hulp-verleners met een overzicht aan zorgvoorzieningen enfungeren als een stageplaats voor sociale werkers.Maar het centrum heeft nog meer in zijn mars. Tweeprojecten werden uitgewerkt: het eerste project ver-zamelt alle dienst- en zorgverlenende partners in hetdistrict om tot een meer afgestemde en efficiëntedienstverlening te komen én om de leemtes in hetaanbod op te sporen en eventueel via bepaalde initia-tieven op te vullen.Elisabeth is een enthousiaste vertelster en wordt dit nogmeer wanneer ze het over het tweede project mag heb-ben, de woongemeenschappen voor dementerendebejaarden. Deze woongemeenschappen vind je ver-spreid over het ganse Berlijnse grondgebied.Momenteel zijn er een 150-tal actief. De idee vangemeenschapshuizen voor deze doelgroep is gegroeiduit de ervaring dat dementerende personen het ergmoeilijk hadden in rusthuizen: soms te weinig struc-tuur, verlies van oriëntatie…In een woongemeenschap huren verschillende bewo-ners een huis. Daarbij sluiten ze niet alleen een huur-contract af met een privé-verhuurder, maar tevens eenverpleegverdrag met verschillende voorzieningen waar-in hun zorg geregeld wordt. Er wordt gestreefd naar 6tot 8 huurders per huis. Elke huurder heeft een eigenkamer ter beschikking. De woonkamer en keuken wor-den gedeeld. De bewoners kunnen de klok rond beroepdoen op een hulpverlener.Het centrum heeft een aantal woongemeenschappenonder haar hoede en houdt het kamerbestand ervan bij.Positieve evoluties zijn merkbaar bij de bewoners. Zovertelt Elisabeth over het dalend verbruik van psycho-farmaca, het meer actief worden op lichamelijk en gees-telijk gebied van de bewoners, het verminderen van zie-kenhuisverblijf… Het volgen van woongemeenschap-pen door het centrum wordt voornamelijk gekleurddoor informeren en ondersteunen van de bewoners,wars van alle bemoeizucht én met het activeren vanzelfredzaamheid en zelforganisatie voor ogen.

De lange dag wordt afgerond met een avondmaal, weerin open lucht (het is bloedheet), in het gezellige café-res-taurant van HVD, Café Rix. Dinsdagvoormiddag 21 juniworden 3 sociale initiatieven, gehuisvest in het hoofd-kantoor van HVD-Berlin, toegelicht. Althans, dat is debedoeling. Het derde, de mobiliteitshulp voor minderva-liden, komt in het gedrang wegens tijdsgebrek. FrankSpade geeft een uiteenzetting rond het wilsverklaring-project van HVD. Dit project vloeit voort uit de brochu-re Patientenverfügung die het Duits ministerie vanJustitie opstelde. Aangezien er in Duitsland geen speci-

fieke wetgeving bestaat rond de wilsverklaring, ismen ten rade gegaan bij verschillende rechtszakendie met deze materie verband houden. De bro-chure die het departement van Justitie opmaakte,vormt als synthese de minimale consensus dierond de wilsverklaring te vinden is. De wilsver-klaring is net als bij ons een toekomstig verzoekaan artsen in het geval de persoon in kwestie nietlanger in staat is zijn of haar wil te uiten. We uitenmet andere woorden onze wil op voorhand. Weverduidelijken welke behandeling we wensen enwelke we weigeren, aangezien ieder het rechtheeft om behandeling te weigeren. Een arts is ver-plicht de wilsverklaring te respecteren. HetHumanistisch Verbond Duitsland ontwikkeldeop basis van de brochure van het ministerie vanJustitie een website (www.standard-patienten-verfuegung.de) Aan de hand van een vragenlijstmaakt het HVD een gepersonaliseerde wilsver-klaring op, registreert deze en verwittigt deopsteller om de 2 jaar ervan dat het wenselijk is dewilsbeschikking te hernieuwen.

Het tweede initiatief waarmee we deze voormid-dag kennismaken is de dienst ambulante stervens-begeleiding. De ‘ambulanter Hospizdienst’ werdin 1990 opgericht door Gita Neumann, die ook inhet opstellen van levenstestamenten pionierswerkverricht heeft. In de loop der jaren werd de wer-king meer en meer uitgebreid en werden de takenverdeeld over meerdere personen. Zodoendestaat Gudrun Ott-Meinhold sinds 7 jaar aan hethoofd van de dienst als coördinatrice en heeft zijsindsdien 120 vrijwillige medewerkers opgeleid.Haar keuze voor dit soort werk is sterk persoon-lijk geïnspireerd, zij werd in de loop van haarleven meermaals met langdurige ziekte, sterven endood geconfronteerd in haar naaste omgeving enheeft zich persoonlijk in de zorg voor haar naas-ten geëngageerd. Deze eigen ervaringen vormende vruchtbare achtergrond van waaruit Gudrunde opleiding tot medewerker in de Hospizdienstorganiseert. Deze opleiding bestaat uit 3 onder-delen (Seminaren), vindt een keer per jaar plaats(telkens vanaf september) en beslaat 9 maanden,met een bijeenkomst per week en een aantalweekends. De opleiding is sterk (zelf)ervarings-en praktijkgericht, met tal van rolspelen en eenveelvoud aan rekwisieten om de sfeer en de situ-aties zo goed mogelijk na te bootsen waarin devrijwilligers later werkzaam zijn. Gudrun laat ookniet na om te onderstrepen dat je als vrijwilligervoldoende zorg dient te dragen voor jezelf. Want,zoals zij zo mooi zegt "hetgeen we in ons hebben,draagt ons". Indien een vrijwilliger de volledigecursus doorlopen heeft en het werk voor zichzelfals zinvol ervaart, verbindt hij/zij zich ertoe omgedurende 2 jaar ter beschikking te staan: op diemanier wordt de kwaliteit en de continuïteit vande werking mee gewaarborgd.

In de namiddag staat een bezoek aan deReichstag op de agenda. De nieuwe glazen koe-

European Humanist Professionals reisverslag van een seminarie over humanistisch sociaal werk te Berlijn

UVV-info sept. - okt. 2005 42

Page 43: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

pel op het gerestaureerde gebouw is indrukwek-kend, zo ook de toelichtingen van de gids, dieeen les geeft in hedendaagse geschiedenis… Devolgende morgen bevinden we ons weer in dedoor onder meer hoge werkloosheid geteisterdedeelgemeente Neuköln. Ditmaal zijn we op be-zoek bij Renate Müller, buurtmanager van dewijk Rollberg. Op zich is de buurt een dorp in destad. 50% zijn migranten, hoofdzakelijk Turkenen Palestijnse vluchtelingen. Het overgrote deelvan de inwoners is afhankelijk van sociale steun.Problemen eigen aan de buurt: samenlevings-problemen, bewoners zonder papieren, werk-loosheid, verpauperde autochtone bevolking…De 19de eeuwse woonstructuur werd wegge-vaagd en in de jaren 70-80 werd de wijk heraan-gelegd als woonerf via sociale woningbouw endito verhuursysteem.Diverse sociale projecten pogen de bewonerseen gestructureerder levensritme bij te brengen.Zo ook het project Quartiersmanagement van deHVD. Van belang is het bijbrengen van verant-woordelijkheid en de herinschakeling van debewoners in het arbeidsproces.

’s Namiddags volgt een geleid bezoek aan hetnieuwe crematorium Baumschulenweg, teTreptow. Voor de meeste een unieke ervaring,moeilijk in woorden te vatten… Op magistralewijze onderstreept de architectuur van hetgebouw haar functie: bezinnen, afscheidnemen, rouwen

Onverminderd gaat het programma door.Donderdagochtend 23 juni zijn we op bezoek bijManfred Engel, directeur van het in het oudecentrum van Berlijn gelegen Brückentreff,

Psychosoziale Kontakt- und Beratungsstelle im OrtsteilMitte. In Brückentreff huizen 2 instituten: een psycho-sociaal contactpunt, waar consultaties mogelijk zijn(counseling) en een dagcentrum voor chronisch psy-chisch zieken. Het werken met chronisch psychischzieke mensen in dit centrum heeft een preventief karak-ter: het doel is deze mensen geïntegreerd in de maat-schappij te laten leven en niet in een ‘getto voor psy-chisch zieken’. Om naar het centrum te komen zijnbasisvaardigheden nodig: op tijd op kunnen staan, dekalender in het oog houden… Er wordt in het centrumeen structuur aangeboden, zodat een geordende dagmogelijk wordt. Na de uiteenzetting en de vragenrondevolgde een rondleiding en vervolgens een door depatiënten met zorg bereide maaltijd, die we samen methen nuttigen.

Vervolgens gaat het richting Prenzlauerberg, een hippebuurt in Berlijn met mooi gerestaureerde huizen entrendy winkels en horecazaken. We bezoeken er deSchwangerschaftskonflikt-Beratungsstelle, een cen-trum geleid door psychologe Ines Scheibe. Hier kun-nen vrouwen terecht voor de nodige praktische en juri-dische informatie met betrekking tot zwangerschap,abortus, anticonceptie en seksualiteit, en worden zijwegwijs gemaakt in de administratieve wirwar van ver-schillende aanvraagformulieren voor sociale onder-steuning. In sommige gesprekken ligt de nadruk meerop informatie, maar er is altijd ruimte voor de emotio-nele kant van de zaak. De cliënten bepalen hierin vooreen groot stuk zelf, hoe diepgaand zij hun situatie wil-len bespreken. Indien vrouwen ervoor kiezen om dezwangerschap uit te dragen, kunnen zij zich laten bege-leiden tijdens de zwangerschap en na de bevalling. Ditgebeurt op individuele basis en in groepsgesprekken,die wekelijks plaatsvinden met gemiddeld 8 vrouwen,waarvan sommigen nog zwanger, sommigen reedsbevallen zijn. Maar ook wanneer vrouwen het moeilijkhebben na een abortus, wordt hen een luisterend ooren ondersteuning geboden. Vanuit de humanistische visie van Ines en haar collega’sstaat de vrouw in kwestie met al haar noden, wensen entwijfels centraal, de voornaamste doelstelling is om haarde passende ondersteuning te bieden om tot een autono-me, zelfverantwoorde beslissing te komen. In deze hou-den Ines en haar collega’s er een duidelijk andere visie opna dan de Lebensschützer (Pro Vita), die vanuit eenpaternalistische kijk ervan uitgaan dat psychische proble-men een automatisch gevolg zouden zijn van elke abortus.

In de namiddag volgt een prachtige boottocht door destad in de blakende zon. ’s Avonds op uitnodiging vanHVD-Berlin een diner in Prenzlauerberg. Een uitgelatensfeer… Wir sind Berliner(?)(!) De volgende dag de enigevrije halve dag, nadien verglijdt het EHP Seminar lang-zaam in de activiteiten voor de in de stad aankomendeEHF-leden (European Humanist Federation). Een atheï-stische rondrit, een uitvoering van enkele muziekstukkenspeciaal gecomponeerd voor de 100ste verjaardag vanhet Humanistischer Verband… Een conferentie, verga-deringen… en de onverbiddelijke terugkeer… naarBelgië met die ene, rotsvaste zekerheid in het achter-hoofd: Berlijn, wij komen terug!

43 UVV-info sept. - okt. 2005

BEZINNINGSRUIMTE VAN HET CREMATORIUM BAUMSCHULENWEG

Page 44: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Na de gebruikelijke welkomswoorden kre-gen we een beeld van de Verenigde Staten.Misschien wisten we al hoe invloedrijk de

rechtse conservatieve christenen in dat land onderde regering Bush zijn, maar toch… De realiteit isblijkbaar nog erger: de invloed op het dagelijkseleven is enorm groot, ondanks bijvoorbeeld het feitdat het land over een enorm potentieel weten-schappers beschikt, blijven allerhande bijgelovenbestaan. Concreet heeft dit bijvoorbeeld gevolgenvoor programma’s rond aidsbestrijding, maar ookseksuele opvoeding in het algemeen en voorlich-ting in het bijzonder zijn onderhevig aan de opvat-tingen van fundamentalistische christenen. Tiener-zwangerschappen zijn niet ongewoon in de VS,maar de enige voorlichting die openlijk gepropa-geerd én financieel gesteund wordt is dat seksenkel binnen het huwelijk is toegelaten, het hetero-seksuele huwelijk dan welteverstaan.We hoorden ook dat hoewel in Frankrijk de wetop de strikte scheiding van Kerk en Staat 100jaar oud is, er toch nog altijd subtiele invloedenzijn. Officieus dan toch, waardoor de situatie inBelgië toch beter in te schatten is: het is hier alle-maal klaar en duidelijk geregeld, waardoor con-trole veel gemakkelijker is. We kregen ook overzichten van India, Nigeria,Mexico en Rusland: overal zien we dat er ver-menging is van godsdienst en staat, soms expli-ciet, soms impliciet, maar het erge is dat dezeinvloeden weer eerder toe- dan afnemen.Na deze globale behandeling werd er nagegaanwelke filosofische en institutionele aspecten aande scheiding verbonden zijn, maar werd ookonderzocht welke de gevolgen zijn voor deschool, de opvoeding. Bovendien wordt descheiding een noodzakelijke voorwaarde voor denaleving van Rechten van de Mens.

De tweede dag was er geen plenaire vergadering,maar werden in de voormiddag 3 workshopsvoorzien. Een belangrijk thema was de scheidingvan Kerk en Staat in de Europese Unie. Eentweede belichtte en onderzocht de plaats voor dewetenschappen in die scheiding. Een derdebehandelde de rechten van vrouwen in religieuzeen seculiere staten. Het werd al vlug duidelijk datin welke religie ook, vrouwen als minderenbeschouwd worden, zeker niet alleen in de islam. In de namiddag was er weer keuzemogelijkheid:in parallelle sessies werden een aantal praktischeproblemen aangepakt, zoals de vraag hoe men inlanden waar er helemaal geen scheiding is,tewerk moet gaan om die toestand te verande-ren, hoe gebruik je de media om te komen tot

UVV-info sept. - okt. 2005 44

Sonja Eggerickx

first vice-president International

Humanist and Ethical Union

en

ondervoorzitter

Unie Vrijzinnige Verenigingen

VAN 5 TOT EN MET 7 JULI WERD TE PARIJS HET 3-JAARLIJKSE IHEU-CONGRES GEORGANISEERD.

TER GELEGENHEID VAN DE 100STE VERJAARDAG VAN DE FRANSE WET DIE DE SCHEIDING VAN

KERK EN STAAT BEPAALT WERKTE HET 16DE WERELDCONGRES VAN DE INTERNATIONAL

HUMANIST AND ETHICAL UNION (IHEU) OOK ROND DIT THEMA. HET WAS DE FRANSE LID-

VERENIGING LA LIBRE PENSÉE DIE DE PRAKTISCHE ORGANISATIE OP ZICH NAM.

HET SPREEKT VANZELF DAT DE SITUATIE VERSCHILT VAN LAND TOT LAND, MAAR HET WERD

AL VLUG DUIDELIJK DAT WAT DE GRONDWET OOK BEPAALT, HET IN DE REALITEIT NOGAL EENS

ANDERS UITPAKT. HET WERD VOORAL OOK ERG DUIDELIJK DAT HET ZEKER NIET ALLEEN DE

ISLAM IS DIE PROBEERT EEN IMPACT TE HEBBEN OP DE WETTEN VAN EEN LAND, IN TEGEN-

STELLING TOT WAT WESTERSE LANDEN NOGAL EENS PLEGEN TE DENKEN.

IHEU-congres 2005 te Parijs

SONJA EGGERICKX

© M

AR

CC

AM

PIN

E

Page 45: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

een maatschappij waarin Kerk en Staat effectiefgescheiden zijn, wat is het belang van scholingover dit onderwerp en vooral ook: hoe kan ditovergebracht worden op de bevolking, en in eenvierde sessie werd onderzocht of er in verbandmet euthanasie echte vooruitgang geboekt werd.En een tweede serie werd in volgende 4 groepenopgedeeld: de verbinding tussen cultuur,moraal, ethiek en religies. Verder: armoede,duurzame ontwikkeling en bevolking: hoe kanmen humanisme promoten in ontwikkelingslan-den? Er was een groep rond bio-ethiek, vooralvanuit het recent geopende IHEU-studiecen-trum te New York. En een laatste waarin gezochtwerd naar bruikbare strategieën en doelstellin-gen voor IHEU in wereldwijde campagnes inverband met scheiding van religie en staat.

Op donderdag was er dan weer een plenaire ses-sie waarin we de verslagen van de verschillendeworkshops te horen kregen. Het was ook tijdensdeze bijeenkomst dat het bericht kwam van debomaanslagen in de Londense metro. Voor heelwat van onze Britse vrienden werden het angsti-ge uren. Het was zeer moeilijk om het thuisfrontte bereiken en nogal wat deelnemers haddenpartners, kinderen, vrienden, die elke dag inLonden werkten. Naast het objectieve feit datelke terroristische aanslag uiteraard vreselijk is,wordt het ineens zoveel pijnlijker, omdat mensenmet wie je dan toch samen zit, samenwerkt,samen discussieert, plots direct geconfronteerdworden met die terreur.

Na het congres vond ook nog de GeneralAssembly plaats. Twee leden van het ExecutiveCommitee kwamen in aanmerking voor herver-kiezing, Larry Jones en Sonja Eggerickx. Ze wer-den beiden herbevestigd voor de komende 3 jaar.

Een congres als dit van Parijs is natuurlijk in deeerste plaats een gebeurtenis waar nogal wat

informatie wordt doorgegeven, waar van ge-dachten gewisseld kan worden, waar plaats isvoor echte discussies. In die zin is het zeer ver-rijkend. Maar naast de lezingen en de work-shops, zijn er ook de minder formele ontmoetin-gen: samen een beetje toerist spelen (een boot-tochtje op de Seine bijvoorbeeld), het officiëlediner, het uitreiken van de Humanist Awards, dekoffiepauzes… en daarbij de mogelijkheid omcontacten te leggen met humanisten van over dehele wereld, dat is natuurlijk een aspect dat ont-zettend belangrijk is. Het is de bedoeling om deteksten op de IHEU-site te plaatsen, zodat ookdiegenen die er niet waren kunnen lezen wat ergezegd werd. Maar dat informele is natuurlijkniet zo makkelijk over te dragen.

Het was een goed con-gres, zowel inhoude-lijk als organisatorisch. Trouwens de eerste 2dagen vergaderden wein het prestigieuzeUnescogebouw, de 3dedag zaten we in de aleven prestigieuze Sor-bonne. Natuurlijk wa-ren niet alle interventies even goed, uiteraardliep niet alles steeds perfect zoals het moest.Dergelijke bijeenkomst met zo geringe middelenorganiseren is een krachttoer op zich. Uiteraardwaren er dus mankementen, maar die verdwe-nen in het niets bij dat wat wél goed verliep. Endat was het gevolg van heel hard werk van velevrijwilligers.

Het volgende grote IHEU-congres (2008) zalwaarschijnlijk te Moskou zijn: we houden u zeker op de hoogte…

Geïnteresseerden kunnen alle in Parijs geleverdebijdragen lezen op www.iheu.org

45 UVV-info sept. - okt. 2005

SONJA EGGERICKX ZITTEND NAAST HANNE STINSON, EXECUTIVE DIRECTOR BRITISH HUMANIST ASSOCIATION, TIJDENS EEN INTERVENTIE

IN HET AUDITORIUM RICHELIEU, SORBONNE, PARIJS

SONJA EGGERICKX

ZIT ALS CHAIRPERSON DE IHEUGENERAL ASSEMBLY VOOR.

© M

AR

CC

AM

PIN

E

© M

AR

CC

AM

PIN

E

Page 46: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

De eerste opdracht van de publieke overhe-den is te verzekeren dat alle rechten enpublieke vrijheden kunnen uitgeoefend

worden. Het recht op veiligheid, het recht op levenin waardige omstandigheden en ook het recht opautonomie van elke persoon en de vrijheid vangeweten en meningsuiting.

Om elke burger het vermogen van autonomie en deeffectieve uitoefening van een vrijheid van geweten enmeningsuiting te verzekeren, hebben de publieke over-heden noodzakelijkerwijze de plicht om aan alle toe-komstige burgers, met name de kinderen, een oplei-ding aan te bieden. Ze hebben ook de plicht om eenstrikte onpartijdigheid in acht te nemen ten opzichtevan de filosofische en religieuze overtuigingen.

De scheiding tussen Kerk en Staat of de lekenpolitiek - de plicht van onpartijdigheid

Sedert de Franse wet van 1905 waarvan we het 100-jarig bestaan vieren, zijn we gewoon om te sprekenvan ‘de scheiding tussen Kerk en Staat’, maar hetgegeven moet uiteraard veralgemeend worden naarde verhoudingen die de publieke overheden in hetalgemeen (de staten, de Europese instellingen, deinternationale organisaties, de regio’s, de departe-menten, de gemeentebesturen) enerzijds kunnenonderhouden met anderzijds de kerken, de diversereligieuze gemeenschappen alsook met de vereni-gingen van vrijdenkers, kortweg de confessionele enniet-confessionele gemeenschappen.

Deze plicht van onpartijdigheid van de publiekeoverheden ten opzichte van de filosofische en religi-euze overtuigingen en de instellingen (kerken enorganisaties die er van afhangen) is niet anders dande lekenpolitiek.

De lekenpolitiek verbiedt de publieke overheid ompartij te kiezen in het filosofisch en religieus debat. Zeverbiedt aan de Staat en de publieke overheden omeen godsdienst of een overtuiging te bevoordelen. Ze

legt op om alle burgers op een identieke manier tebehandelen, ongeacht of ze tot deze godsdienstbehoren of een andere of dat ze geen enkele gods-dienst belijden. Het is in dat opzicht dat men kanzeggen dat de godsdiensten en de confessionele enniet-confessionele overtuigingen (en natuurlijkook de afwezigheid van een overtuiging) tot deprivé-sfeer van de personen behoren in de zin datde publieke overheid geen vat kan hebben op dezeovertuigingen of de afwezigheid van overtuiging,die als dusdanig geen enkel recht of verplichtingtoekennen andere dan deze van het gemene recht.

Wil dit zeggen dat de lekenpolitiek zich noodza-kelijk vertaalt volgens de formulering die heteerste artikel van de Franse wet van 1905 ver-kondigt:"De Republiek verzekert de vrijheid van geweten.Ze waarborgt de vrije uitoefening van de eredienstenbehoudens de beperkingen (hierna) uitgevaardigdin het belang van de openbare orde."

Het antwoord is ja!

UVV-info sept. - okt. 2005 46

Philippe Grollet

voorzitter

Centre d’Action Laïque

De filosofische enreligieuze overtuigingen

en de publieke overhedenDEZE TEKST IS DE VERTALING VAN DE VOORDRACHT DIE PHILIPPE GROLLET GAF TE PARIJS OP

6 JULI 2005 TIJDENS HET 16DE HUMANISTISCHE WERELDCONGRES VAN DE INTERNATIONAL

HUMANIST AND ETHICAL UNION. HET THEMA VAN HET CONGRES WAS DE SCHEIDING TUSSEN

KERK EN STAAT. DEZE TEKST WERD VERTAALD DOOR FRANKY BUSSCHE, MOREEL CONSULENT -

HOOFD VAN DIENST CEL STUDIE EN ONDERZOEK VAN DE UNIE VRIJZINNIGE VERENIGINGEN.

Philippe Grollet

Page 47: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Vertaalt de lekenpolitiek zich noodzakelijk doorde formulering afgekondigd in het begin vanartikel 2 van dezelfde wet:"De Republiek erkent, salarieert en subsidieertgeen enkele eredienst."

Het antwoord is neen!

Het antwoord is niet negatief uit principe: deStaat die werkelijk geen enkele eredienst sala-rieert of subsidieert zou ongetwijfeld voldoenaan het voorschrift van onpartijdigheid en dusaan de eis van de lekenpolitiek. Maar de objecti-viteit gebiedt ons vast te stellen dat geen enkeleStaat dit principe toepast. Zelfs Frankrijk niet.

Kan men mij inderdaad uitleggen hoe men hetexclusieve gebruik van publieke gebouwen zoalskathedralen, kerken, synagogen of tempels kantoekennen, kan reserveren voor het gebruik doorbepaalde erediensten, onder de autoriteit van dehiërarchie van een bepaalde Kerk of een bepaal-de religieuze gemeenschap, zonder de eredien-sten te erkennen die er van genieten en zelfs zon-der de gezagdragers te erkennen die zich beroe-pen op deze erediensten?

Kan men mij uitleggen hoe men door degemeenten, de departementen of de Staat, deonderhoudskosten (klein onderhoud, grootonderhoud) kan laten dragen en in bepaaldegevallen de heropbouw van gebouwen van deeredienst zonder deze erediensten te erkennenen ze te subsidiëren (indien niet in geld dan min-stens in natura)?

Kan men mij uitleggen hoe men de aalmoeze-niers kan bezoldigen in de gevangenissen, in hetleger, in de ziekenhuizen en zelfs in de interna-ten van de publieke lycea zonder voorafgaandde erediensten en zelfs de religieuze gezagdra-gers, die deze aalmoezeniers bevoegd verklaren,te erkennen?

Het is zeker dat de Franse wet van 1905, diemerkwaardig is in vele opzichten, in zijn artikel2 een fictie invoert… zoniet een misleiding dieonthult dat deze tekst wel degelijk het politie-ke product van een compromis is, ontstaan uiteen machtsverhouding, in een bepaalde histo-rische context.

Nadenken over een universele definitie van delekenpolitiek (of een definitie die tenminstegeschikt is om toepasbaar te zijn in Europa)impliceert het vasthouden aan zekere principes.

47 UVV-info sept. - okt. 2005

Welke kunnen deze zijn:

1 Het is de publieke overheden verboden om tussente komen in de interne organisatie van de confes-sionele en niet-confessionele gemeenschappen.

Dat lijkt evident en nochtans voorzien of voorzagenverschillende concordataire regimes (en met namedit van Napoleon) een bevoegdheidsverklaring doorhet staatshoofd ter gelegenheid van de benoemingvan bisschoppen. Een staat zoals Turkije, die alge-meen beschouwd wordt als een lekenstaat, kent deimams en het religieus personeel in zijn geheel hetstatuut van staatsambtenaren toe, onder het gezagvan de minister van Erediensten. Men kan niet zeg-gen dat in dat geval het principe van de lekenpoli-tiek gerespecteerd wordt. Niet meer dan in anderelanden, nochtans even democratisch als hetVerenigd Koninkrijk, waar een meerderheidsgods-dienst het statuut van staatsgodsdienst heeft.

2 De Kerken en confessionele en niet-confessione-le gemeenschappen krijgen geen voorrechten toe-gekend bij de uitoefening van de publieke macht.De Staat delegeert hen geen enkel deeltje van deopenbare dienst.

Dat lijkt ook evident en nochtans laat een belangrijkaantal landen, zowel in Europa als elders, eenbelangrijk en vaak essentieel deel van de openbaredienst over aan de Kerken op het vlak van onder-wijs, openbare gezondheidszorg en hulpverleningnaar personen en dit met staatsgelden. Bepaaldelanden kennen aan het religieuze huwelijk wettelijkegevolgen toe en delegeren op deze wijze aan degeestelijkheid bepaalde functies van de ambtenarenvan de burgerlijke stand.

3 De beslissingen van de kerkelijke autoriteitenhebben geen enkele wettelijke kracht en uit hetreligieus recht (canoniek recht, sharia, talmoedenz.) kan geen enkel wettelijk gevolg vloeien.

In toepassing van dit principe kan niemand zichonttrekken aan een wettelijke verplichting of verbodomwille van een religieus voorwendsel. Men zalzonder te veel moeilijkheden aanvaarden dat deouders, getuigen van Jehova, zich niet kunnen ont-trekken aan de verplichting om hun kind een bloed-transfusie te geven die medisch onmisbaar geachtwordt, ondanks het religieus voorschrift op straffevan vervolging in hoofde van het niet verlenen vanbijstand aan een persoon in gevaar. Men zal ookaanvaarden dat het religieus voorschrift van de mos-limbegrafenis in volle grond niet te verkiezen valtboven de wettelijke voorschriften betreffende de

Page 48: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

organisatie van de teraardebestelling in functie vandwingende sanitaire normen. Maar alle voorbeeldenzijn niet zo evident en eenvoudig.

Hier en daar groeit een schrikwekkend gevaar voor descheiding tussen Kerk en Staat die recent in Canada eenzeer verontrustende ontwikkeling kende. De heer SyedMumtaz Ali, een advocaat op rust uit Ontario, die gedu-rende jaren actie voerde om de islamitische principesbetreffende het familierecht en erfrecht te kunnengebruiken om geschillen op te lossen die voorkomenbinnen de moslimgemeenschap in Canada, heeft zeerhandig de wet op de arbitrage gebruikt zoals deze geor-ganiseerd is in Ontario. Deze wet staat inderdaad toeaan de partijen met een geschil om vrij hun geschilbetreffende verschillende materies, in het bijzonderfamiliaal en erfrechtelijk, voor te leggen. Dat is geenbezwaar. In 2003 heeft de heer Syed Mumtaz Ali deoprichting aangekondigd van een Islamitisch Instituutvoor burgerlijk recht. Volgens zijn initiatiefnemer heeftdit instituut als opdracht geschillen te beslechten vol-gens het islamitisch privaat recht. Deze diensten wordenaangeboden aan de moslimgemeenschap van Ontarioonder de vorm van een ‘shariarechtbank’, zoals de wetop de arbitrage van 1991 toestaat met als gevolg dat,wanneer een rechter een beslissing neemt over eengeschil, zijn beslissing definitief is en de partijen bindt,die zich alleen tot de lokale seculiere Canadese recht-bank kunnen richten om ze te laten uitvoeren. De recht-bank beschikt over geen enkele bevoegdheid van beoor-deling betreffende de zaak. Deze zaak roept heel watreacties op in Canada en het feit dat de ereprocureur-generaal, mevrouw Marion Boyd in een rapport vandecember laatstleden aan de autoriteiten heeft aangera-den het systeem, mits enkele detailaanpassingen, tebehouden dat de toepassing van de sharia legitimeert viade arbitragerechtbanken zoals het Islamitisch Instituutvoor burgerlijk recht, geeft een idee van de ernst van hetprobleem en het feit dat het zo ver weg van ons ontstaanis, is niet van die aard om ons gerust te stellen.

4 De publieke overheden kunnen aan de confessio-nele of niet-confessionele gemeenschappen, aanhun organen, aan hun vertegenwoordigers geensubsidie toekennen, noch hulp, noch gebouw,noch vrijstelling tenzij krachtens de wet en methet respect van de principes van gelijkheid enniet-discriminatie.

Ik heb daarnet gezegd en ik blijf erbij dat de eerstezin van artikel 2 van de Franse wet betreffende descheiding tussen Kerk en Staat "De Republiek erkent,salarieert en subsidieert geen enkele eredienst" slechtseen bezwerend karakter heeft. Een dergelijke verkla-ring die niet overeenkomt met de realiteit voldoetniet, noch intellectueel, noch politiek.

Vanaf het ogenblik dat de burgers in hun geheelzich schikken in het ten laste nemen door destaatskas van de onderhoudskosten van eengebouw van een eredienst, van de seminaries ende aalmoezenierswoningen, is het niet de vraagte weten of de Staat de erediensten erkent, sala-rieert en subsidieert, maar wel volgens welk cri-terium hij ze erkent, waarom hij deze erkent enandere niet en hoe hij de staatsgelden toekentonder de vorm van salaris, subsidie, vrijstellingof anders, en of bij dit alles de principes vangelijkheid en niet-discriminatie gerespecteerdworden of niet.

Vanaf het ogenblik dat de burgers in hun geheel(of in ieder geval een voldoende meerderheid)zich akkoord verklaren om de onderhoudskos-ten van gebouwen van de eredienst, van semina-ries en aalmoezenierswoningen ten laste tenemen van de staatskas, is het raadzaam dit teerkennen en te organiseren in een democratischetransparantie en in gelijkheid.

Het past dat de publieke overheid de mogelijk-heid van de erkenning opent met alle voordelendie erbij horen, voor alle overtuigingen, confes-sionele en niet-confessionele, op basis van iden-tieke criteria. Of anders onttrekt men alle kathe-dralen, alle kerken, alle tempels, alle synagogenaan hun vroegere bestemming en stuurt men alleaalmoezeniers weg uit de legers, de ziekenhuizenen de gevangenissen. Liever dan zich vast teklampen aan een even utopische slogan (in deeerste betekenis van de term: utopia, land vannergens) is het verkieslijker zich serieus in tespannen om voorwaarden vast te stellen voor deerkenning van de confessionele gemeenschap-pen en in alle helderheid de tarieven vast te stel-len van de voordelen die hen toegekend wordenterwijl men natuurlijk waakt over de toepassingvan een gezonde billijke verdeling waarbij mende verenigingen van vrijdenkers niet opzij zalschuiven.

Is het inderdaad niet schokkend te zien dat eenmilitair, een gehospitaliseerde patiënt, eengevangene in de meeste Europese landen kangenieten van een morele bijstand door de aal-moezenier van zijn keuze, katholiek, moslim,jood of protestant, terwijl de agnost of atheïst diezich bevindt in dezelfde moeilijke omstandighe-den van nood en isolement niet kan terugvallenop een niet-confessionele morele bijstand diezijn levensbeschouwing respecteert. BuitenNederland, België en een paar Scandinavischelanden, zijn er weinig die een niet-confessionele

De filosofische en religieuze overtuigingen en de publieke overheden

UVV-info sept. - okt. 2005 48

Page 49: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

morele bijstand organiseren als alternatief voorde aalmoezenierschappen (met dien verstandedat de psychologische en sociale diensten dieverbonden zijn aan de militaire instellingen, zie-kenhuizen een totaal ander doel hebben en nietbeantwoorden aan hetzelfde verwachte onafhan-kelijke en broederlijke luisteren).

Is het ook niet schokkend om de zondagmorgenop een publieke zender de uitzendingen vanmoslims, protestanten, Israëlieten en katholie-ken elkaar te zien opvolgen zonder dat de vrij-zinnige gedachte (en ik noem hier niet meer delekenpolitiek, synoniem van onpartijdigheid vande publieke overheid, maar de lekenfilosofie,synoniem van persoonlijk engagement op basisvan waarden ontdaan van elke bovennatuurlijkeof magische verwijzing).

In Europa zijn de landen nog zeldzaam waar devrijzinnige gedachte (hier spreek ik nog vanlekenfilosofie, synoniem van vrijdenken en atheï-stisch of agnostisch humanisme) erkend is enaanwezig op de publieke televisie op dezelfdewijze als de religieuze denkbeelden.

5 De publieke overheden houden op met hunprotocol in overeenstemming met de eis vanonpartijdigheid. De publieke overheden orga-niseren slechts burgerlijke of pluralistischeplechtigheden en roepen slechts op om deel tenemen aan de plechtigheden met dergelijkkarakter.

Een lekenstaat respecteert zijn plicht van onpar-tijdigheid zowel in de grond van de zaak als sym-bolisch.

Het plaatsen van de kardinaal aan het hoofd vanhet protocol van de Staat, voor de voorzitter vanhet parlement, voor de eerste minister en devoorzitters van de hogere gerechtshoven, zoalsBelgië en andere landen doen, het toekennenvan de eerste plaats van het diplomatieke korpsaan de pauselijke nuntius zoals in Frankrijk ende meerderheid van de landen, dat is uiteraardniet het respecteren van de eis van de onpartij-digheid van de Staat. Het organiseren van eengrote staatsmis ter gelegenheid van een collectie-ve rouw, naar aanleiding van het overlijden vaneen staatshoofd of een nationale ramp die perdefinitie in de rouw gelovigen van alle godsdien-sten en ongelovigen, religieuzen, agnosten enatheïsten verenigt, dat is evident niet het respec-teren van de plicht van onpartijdigheid van deStaat, evenmin als het graveren van de formule

‘God met ons’ op de Nederlandse munten van 1 en2 euro. De eed laten afleggen op de bijbel of eenaanroeping van de godheid toevoegen in de wette-lijke eedformule is ook niet conform met de eis vanonpartijdigheid van de Staat.

Bij deze vijf principes zou ik nog een ander toevoe-gen dat een hoofdstuk op zich verdient:

De school van het burgerschap

Een van de voornaamste opdrachten van de onpar-tijdige lekenstaat is het organiseren van een onder-wijs dat aan alle kinderen, zonder onderscheid vansociale of religieuze afkomst, de middelen voor vor-ming biedt die er verantwoordelijke volwassenenvan maken, bezitters van kennis en bekwaamheid,volwaardige burgers, autonoom en solidair,gevormd tot kritische geesten.

De tijd ontbreekt ons om hier dit essentieel aspect teontwikkelen. Laten we toch de aandacht vestigen optwee gevaren die voortdurend de school van hetburgerschap bedreigen:-de commercialisering van het onderwijs en het uit-eenvallen van het schoolsysteem in enerzijds getto-scholen en anderzijds sociale elitescholen;-en de communautarisering van het onderwijs die inveel landen begunstigd wordt door de delegatie vande publieke overheid van het onderwijs aan religi-euze gemeenschappen.

In twintig minuten is het helaas niet mogelijk om eensnelle inventaris op te stellen van de principes die derelaties tussen de publieke overheden en de filosofischeof religieuze overtuigingen zouden moeten sturen.

Ter herinnering: de principes zijn:1.De niet-inmenging van de Staat in de geloofsorga-

nisaties2.De niet-inmenging van de erediensten en de

geloofsorganisaties in de Staat3.De voorrang van de burgerlijke wet op elke reli-

gieuze autoriteit4.Gelijke toegang tot de erkenning en de subsidies

(niet-discriminatie)5.Het niet communautariseren van de openbare

dienst

En vooral: de school van het burgerschap.

Als het onmogelijk is om een stand van zaken teschetsen van elk van de Europese landen voor dezezes criteria, dan is het in ieder geval mogelijk vast testellen dat geen enkel land zich kan beroemen opeen bereikte laïcité (‘laïciteit’). Het lijkt me overi-

49 UVV-info sept. - okt. 2005

Page 50: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

gens dat het concept even bedrieglijk zou zijn alste spreken over de bereikte democratie. Dedemocratie is geen staat. Het is een poging waarvooruitgangen, verstarring, nederlagen en nieu-we vooruitgangen elkaar opvolgen. Niets is ooitverworven. Niets is ooit verloren.

De laïcité is zoals de democratie. Ze maakt erwezenlijk deel van.

Ze graveert zich niet in het marmer. Ze herleidtzich niet tot een wettekst, zoals deze van 1905.

De laïcité is een lange weg waarvan de oorsprongzich verliest in de oude geschiedenis.

Een weg waarvan de Verlichting een referentieis, de Franse revolutie en de wet van 1905 richt-snoeren. Het is een steile weg met zijn hoogtenen laagten. Het is een geheel van principes waar-van we alle inzetten scherpzinnig, dapper enstipt moeten bevatten.

Het is een geheel van principes waarvoor westeeds moeten strijden om deze realiteit te inte-greren die zich voor ons als onvermijdbaaroplegt: de laïcité zal vooruitgaan of achteruit-gaan in Europa (en in de wereld) maar geenenkel land, zelfs een zeer groot land, kan zich deuitzondering ervan voorbehouden.

Het is niet alleen de zaak van de ongelovigengezonde relaties vast te leggen tussen de publie-ke overheden en de filosofische en religieuzeovertuigingen van de burgers, het is te zeggenhet bewaren van de onpartijdigheid van de Staaten de neutraliteit van de publieke ruimte, hetgemeenschappelijk patrimonium, het is te zeg-gen het opbouwen van de lekenpolitiek.

De filosofische en religieuze overtuigingen en de publieke overheden

UVV-info sept. - okt. 2005 50

Harry Potter en paus Benedictus XVI schieten blijkbaar niet goed op met elkaar. De laatste verwijt de eerste zijn esoteri-

sche tovenarij aan te wenden om de christelijkheid van jonge zieltjes te vervormen. Terwijl de eerste beweert dat hij enkel

het goede voorheeft met de mensheid. Maar zoals vaak dient men de oorzaak van ruzie en conflict te zoeken in stress of

vermoeidheid en zijn de beschuldigingen niet gemeend. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de paus onvindbaar

was voor commentaar en hij op dat moment op reis was. Een wijze beslissing, zoals het een wijs man betaamt. Al was het

maar om te onthaasten, het conflict eens rustig te beschouwen en zo het vredesproces tussen beide protagonisten een kans

op slagen te geven. Want, geef toch toe: het zou jammer zijn indien verkeerde redenen een wederzijds misprijzen in stand

houden. Harry Potter is misschien soms wat onstuimig, maar heeft het echt niet zo slecht bedoeld.

Vrij • • zinnig Jenoff Van Hulle

Het is de zaak van alle democraten (welke ookhun privé-meningen zijn betreffende religie, hetgeloof of de twijfel, het geloof of het atheïsme)

De lekenpolitiek is niet het eigen jachtterreinvan de vrijdenkers, zelfs al zijn zij vaak de meesttrouwe verdedigers ervan.

Maar het slagen van de lekenpolitiek, en dus hetbouwen van een humanistische samenlevingvoorzien van onpartijdige instellingen vereist,dat binnen de schoot van deze samenleving metdiverse overtuigingen de vrijdenkers goedlevend zijn, goed actief, goed zichtbaar, goedhoorbaar, dus goed georganiseerd!

Er zal geen humanistische maatschappij bestaanen geen waarlijk pluralisme in de publieke ruim-te als het discours over de zin gemonopoliseerdwordt door de gelovigen. Opdat een alternatiefdiscours, alternatieve discours hoorbaar zoudenzijn moet de lekenfilosofie (het is te zeggen delaïcité van het engagement van personen en nietalleen de laïcité van de onpartijdigheid van deinstellingen) zich organiseren, zich verenigen eneen partner worden waar men niet omheen kanin elk maatschappelijk en ethisch debat.

Er zal ook geen humanistische maatschappij engeen waarlijk pluralisme op het Europese vlakzijn dat reeds de maatstaf is van de economischeen sociale realiteiten en die morgen (als datbevalt of niet) de maatstaf zal zijn van de politie-ke en sociale realiteiten, als er niet op Europeesniveau een grote gestructureerde vrijzinnigebeweging opgericht wordt.

En wat dit punt betreft, beste vrienden, moetnog alles gebeuren. Of bijna.

Page 51: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Oplossing vorig nummer Het sleutelwoord dat we zochten was VERGRIJZING

Winnaars vorig nummer Uit de juiste inzendingen kwamen volgende vijf winnaarsuit de bus:

Eddy Moerman uit Brugge

Remi Vansintejan uit Mechelen

Winnie Vermeulen uit Edegem

Asnes Vanvolsem uit Ronse

Fieke Van De Kop uit Brussel

Zij kregen elk tickets voor het Dierenpark Planckendael.

KR

UI

SW

OO

D 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11Z W E E D S

RA A D S E L 5

© Puzzelland

Vijf winnaars krijgen elk een verrassingspakket.

Hoe maakt u kans?Vul snel het kruiswoordraadsel in en stuur het sleutelwoord vóór 19 septem-ber 2005 naar de Unie Vrijzinnige Verenigingen, Brand Whitlocklaan 87te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe of fax het door op nummer 02/735 81 66.

De oplossing verschijnt samen met de namen van de vijf winnaars in hetvolgende nummer.

VOORNAAM

NAAM

GEBOORTEJAAR M ❏ V ❏

ADRES

Page 52: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Als landelijke jeugddienst voor actieve kunsteducatie biedt Mooss vzw sinds 1981 workshops en programma's aan. De organisatie doet aan actieve kunstbeoefening, kunstbeschouwing en kunstbeleving met een educatief doel. Ze wil het vermogenom kunst in al haar uitingen, aan te voelen, te waarderen, te beleven en er mee om te gaan, ontdekken, versterken en verdiepen.Haar doelgroep zijn kinderen, jongeren en hun begeleiders.

Mooss proudly presents:

UVV-info sept. - okt. 2005 52

JONGEREN EN CULTUUR•

Zintuiglijke prikkeling zonder weergaJenoff Van Hulle HET NIEUWE SCHOOLJAAR IS AANGEBROKEN. VOOR ONZE JONGE GENERATIE BETEKENT DIT: OPNIEUW VROEG

OPSTAAN, STIL ZITTEN, AANDACHTIG LUISTEREN EN VEEL HUISWERK MAKEN. KORTOM: EEN HONDENLEVEN.

MOOSS VZW PROBEERT DE PIJN TE VERZACHTEN EN BIEDT DE KANS OM CREATIEF UIT TE BREKEN.

»» Licht Gekanteld (festival-Leuven) ««De Licht Gekanteld editie 2005 is 2 dagen (23-24september) beeld, dans, theater, circus, film,muziek en tal van kleine bijzondere verrassingenzonder franje. Mooi, lief, hard, ruw, lelijk, zacht,uitdagend, niks, nul… Boeiend zonder meer!

De Licht Gekanteld editie 2005 staat op hogetemperatuur te pruttelen en belooft opnieuween ware knaller te worden. Ingrediënten blij-ven ongewijzigd: een bundel jongeren bekijktkritisch allerlei kunstzinnige brouwsels vanjonge makers, programmeren en organiseren.

Een absoluut verplicht nummer!

Licht Gekanteld is een schitterend samenwerkingsproject van Artforum vzw, Cultuurcentrum Leuven enMooss vzw.

Meer info016/23.71.59 (artforum/stijn)016/25.60.22 (mooss/nele)[email protected]

»» Workshops in Antwerpen ««Mooss vzw organiseert in samenwerking metKavka een hele waaier workshops voor jon-geren (vanaf 14 jaar) in Antwerpen. Die zijnzoals gewoonlijk kunstzinnig, creatief en volactie.

Keuze uit:¬ Salsa¬ Video clipping¬ Improvisatietheater¬ Musical¬ Gips en kleiwerkplaats¬ Foto Basics¬ Beeldenreeksen (fotografie voor gevor-

derden)¬ Mode¬ R ’n’ B singing

Inlichtingen en inschrijvingenKavka, Oudaan 142000 AntwerpenSurf naar www.mooss.org en www.kavka.be

»» Tien audiovisuele workshops ««In de maanden september, oktober en novem-ber 2005 biedt Mooss vzw 10 originele works-hops aan -gratis en voor niks!- aan culturelecentra, jeugdorganisaties enz in Vlaams-Brabant… van telkens 2 volle dagen en dit inhet kader van Artefact. Artefact (een organisa-tie van ‘t STUK, Mooss en de Filmfabriek inopdracht van de provincie Vlaams-Brabant)bundelt een aantal activiteiten rond kunst ennieuwe media in culturele centra, jeugdhuizenen andere organisaties in de provincieVlaams-Brabant.

Er is de keuze uit 2 verschillende workshops:audiovisuele installaties en weblogging.

Voor meer informatieMooss vzwDiestsesteenweg 1043010 Leuventel.: 016/25.60.22e-mail: [email protected]: www.mooss.org

Page 53: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

Vlaanderen kent vijf Volkssterrenwachten die jegraag inwijden in de wondere wereld van desterrenkunde. Urania is één van die vijf.

De naam Urania is ontleend aan de Griekse mythologie.In de Oudheid was Urania de muze van de sterrenkun-de. Tegenwoordig probeert Urania, de sterrenwachtdan, je te inspireren tot sterrenkunde en aanverwantewetenschappen als weerkunde en ruimtevaart.

Urania stelt haar deuren wagenwijd open voor hetgrote publiek in het tweede weekend van september(vrijdag 9 september 2005 van 20u tot 24u, zaterdag 10september 2005 van 14u tot 24u en zondag 11 septem-ber 2005 van 10u tot 19u).

Het centrale thema van deze opendeurdagen is hetweer op aarde en andere planeten. Een tentoonstel-ling laat de bezoekers kennismaken met een aantalboeiende weerfenomenen. In de weertuin en hetweerlabo kan je zien hoe het weer wordt opgemetenen voorspeld. Voor de jonge bezoekers is er een spe-ciaal parcours doorheen de sterrenwacht uitgestip-peld. Op zaterdag en zondag is er om 15u telkens eenvoordracht, o.a. over het weer en het klimaat opaarde en het weer op andere planeten, en zaterdag-avond is er ook een star-party. Bezoekers kunnendan door een professionele telescoop een blik in hetheelal werpen. Nieuw dit jaar is dat er een aantaldoe-opdrachten van Technopolis zullen zijn.

Op maandag 3 oktober zijn we in België getuige van eengedeeltelijke zonsverduistering. Tijdens de opendeurda-gen verneem je alles over het veilig waarnemen van ditfenomeen, waar je allemaal op moet letten, welke filtersje kan gebruiken en waar je het best gaat kijken.Verder kan je een bezoekje brengen aan de waarnemings-toren, het kijkerbouwatelier, de waarnemingsbox, hetweerstation, het documentatiecentrum en de astroshop.

Voor Urania’s jongeren wordt met de opendeurdageneen leuk jaar aangeboden met interessante activiteiten.

AstrokidsWil je zelf een raket bouwen, wil je de weg leren ken-nen aan de sterrenhemel, wil je weten of er buiten-aardse wezens wonen op andere planeten en zoveelmeer, dan is er Urania’s Astrokids.

Tijdens het schooljaar gaat de leuke 10-delige lessen-reeks Sterrenplukkers door voor jonge sterrenfanatentussen 7 en 11 jaar. De lessen gaan door iedere eerstezaterdag van de maand van 14u tot 16u.Voorkennis is niet vereist, motivatie is heel belangrijk!De lessen zijn gericht op hen die zich ernstig willen ver-diepen in de wonderen van het heelal…

Tijdens de kerstvakantie, de paasvakantie en de zomer-vakantie wordt Urania telkens voor enkele dagen hetspeelterrein van de kleinste astronomen. De leukeAstrokids-sterrenkampen worden dan georganiseerd.Gedurende enkele dagen kunnen jullie je dan onder-dompelen in een speels sterrenkundebad. Van sterren-spelletjes tot zonnewaarnemingen, van een voorstellin-gen tot het werken met telescopen…Ervaren monitoren van Urania Mobiel en van de jeugd-

53 UVV-info sept. - okt. 2005

Jon

ge

ren

en

Cu

ltu

ur

IS DE MAAN EEN GROTE BANAAN OF EEN BOL KAAS MET GATEN? WONEN ER MENSEN

OP DE MAAN? KOMEN WENSEN UIT, WANNEER JE ZE DOET ALS JE EEN STER ZIET VAL-

LEN? WAT MOET JE DOEN OM ASTRONAUT TE WORDEN? BESTAAN ER MARSMANNE-

TJES EN ZO JA, ZIJN ZE APPELBLAUWZEEGROEN?

STEEDS ZIN GEHAD OM DOOR EEN GROTE TELESCOOP NAAR DIE FONKELENDE EINDELOZE

STERRENHEMEL TE LOEREN? ZIN OM DE GEHEIMEN VAN DE RUIMTE TE ONTDEKKEN?

DAN KAN URANIA JE ZEKER HELPEN VIA ASTROKIDS OF OBERON.

Sonny Van de Steene

Is de maan een grote banaan of een bol kaas met gaten?

Page 54: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

werkgroep Oberon maken jullie op een plezierige endidactische manier vertrouwd met astronomie, ruimte-vaart en weerkunde.

Deelnemingsbijdrage cursus Sterrenplukkers: €49 (lidgeld Urania + cursus).

OberonOberon is niet alleen de naam van een maan van Uranus,maar is ook de jeugdwerking van volkssterrenwachtUrania. Ze richt zich naar jongeren van 12 tot 25 jaar.

Voor de jongeren van 12 tot 15 jaar wordt een inleidendecursus georganiseerd over verschillende onderwerpenvan de sterrenkunde: de sterrenbeelden, de zon, de maan,planeten, vallende sterren… Deze cursus is de ideale aan-loop naar een leuke toekomst vol sterren en planeten!

De lessen vinden plaats op zaterdagvoormiddag van 10utot 12u in de lokalen van de sterrenwacht Urania. Af entoe is er ook les op vrijdag- of zaterdagavond. Dan orga-niseert Oberon een planetariumsessie of een waarne-mingsavond, om je een beetje vertrouwt te maken metde nachtelijke sterrenhemel. Je leert dan op een ont-spannen manier omgaan met al het beschikbare waar-nemingsmateriaal, zoals verrekijkers en telescopen. Als je nu denkt dat je iedere lesochtend steeds dezelf-de oude professor voor je neus zal zien staan, dan hebje het goed mis. De lessen van de Jeugdcursus wordennamelijk gegeven door een team van jongeren uit

Oberon. Gemotiveerde jongeren tussen 15 en 25 jaardie al een tijdje actief zijn binnen Oberon. Van echteleraars kan je dus niet spreken!

Wanneer je meer dan twee derden van de lessen hebt bijge-woond, krijg je een getuigenschrift op het einde van het jaar.

Deelnemingsbijdrage Jeugdcursus: €20 + €22 lidgeld Urania

En om je sterrenkundige honger volledig te stillen wordter ook nog minstens één keer per jaar een 3-daagsegeorganiseerd. Een 3-daagse is een soort van minikamp.’s Nachts ga je waarnemen en overdag wordt er eencombinatie van werkkringen, workshops en voordracht-jes aangeboden. Tussendoor worden nog andere activi-teiten aangeboden. Heerlijk met andere Oberianen degeheimen van de ruimte ontsluieren en aanzien.Daarbij komt ook nog het jaarlijkse waarnemingskamp.Het is de climax van het jaar! Het kamp valt altijd inaugustus, omdat dit dé zomermaand is om buiten waarte nemen. Waarnemen is dan ook het hoofddoel van hetkamp. De telescopen worden meegenomen en de don-kerste plekjes, waar de fonkelende sterrenhemel op zijnbest is, van Frankrijk of Nederland worden opgezocht.

Betekent dit nu dat je vanaf 16 jaar uit de boot valt?Nee, de ‘ouderen’ kunnen gewoon aansluiten bijOberon en eventueel de cursus Algemene Sterren-kunde volgen om volledig up-to-date te zijn.

Ben je nu verschrikkelijk nieuwsgierig geworden? Hebje de kriebel te pakken? Kom je graag iets meer teweten over sterrenkunde? Aarzel dan niet en contac-teer Urania voor meer informatie.

Volkssterrenwacht Urania vzwJ. Mattheessensstraat 60B-2540 HoveTel: 03/455.24.93Fax: 03/454.22.97E-mail: [email protected]://www.urania.be

UVV-info sept. - okt. 2005 54

Is de maan een grote banaan of een bol kaas met gaten?

Page 55: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:
Page 56: DOSSIER 150 jaar - koninklijk atheneum brussel · 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel een vergeten geschiedenis D e dingen zijn niet wat ze lijken. Over Brussel wordt wel eens gezegd:

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWESTPCMD Brussel

Stalingradlaan 18-20 - 1000 Brusseltel. 02/242.36.02 - fax 02/242.56.17e-mail: [email protected]

CMD JetteWordt geopend in het najaar.

PROVINCIE ANTWERPENPCMD Antwerpen

Van Putlei 52 - 2018 Antwerpentel. 03/259.10.80 - fax 03/259.10.89e-mail: [email protected]

CMD AntwerpenBreughelstraat 60 - 2018 Antwerpentel. 03/227.47.70e-mail: [email protected]

CMD HerentalsLantaarnpad 20 - 2200 Herentalstel. 014/85.92.90 - fax 014/85.44.39e-mail: [email protected]

CMD MechelenO.-L.-Vrouwestraat 29 - 2800 Mechelentel. 015/45.02.25 - fax 015/43.55.19e-mail: [email protected]

CMD TurnhoutP. de Nefstraat 2 - 2300 Turnhouttel. 014/42.75.31 - fax 014/42.54.40e-mail: [email protected]

Centra Morele Dienstverlening

UNIE VRIJZINNIGE VERENIGINGEN v.z.w.

PROVINCIE LIMBURGPCMD Hasselt

A. Rodenbachstraat 18 - 3500 Hasselttel. 011/21.06.54 - fax 011/23.55.16e-mail: [email protected]

CMD Maasland Pauwengraaf 63 - 3630 Maasmechelentel. 089/77.74.21 - fax 089/77.74.22e-mail: [email protected]

CMD TongerenVlasmarkt 11 - 3700 Tongerentel. 012/45.91.30 - fax 012/45.91.39e-mail: [email protected]

PROVINCIE OOST-VLAANDERENPCMD Gent

Coupure Rechts 4 - 9000 Genttel. 09/233.52.26 - fax 09/233.74.65e-mail: [email protected]

CMD AalstKoolstraat 80-82 - 9300 Aalsttel. 053/77.54.44 - fax 053/77.97.70e-mail: [email protected]

CMD RonseZuidstraat 13 - 9600 Ronsetel. 055/21.49.69 - fax 055/21.66.68e-mail: [email protected]

CMD Sint-NiklaasAnkerstraat 96 - 9100 Sint-Niklaastel. 03/777.20.87 - fax 03/777.31.64e-mail: [email protected]

CMD ZottegemKastanjelaan 73 - 9620 Zottegemtel. 09/326.85.70 - fax 09/326.85.73e-mail: [email protected]

PROVINCIE VLAAMS-BRABANTPCMD Leuven

Brusselsestraat 78 - 3000 Leuventel. 016/23.56.35 - fax 016/20.75.47e-mail: [email protected]

CMD HalleMolenborre 28/02 - 1500 Halletel. 02/383.10.50 - fax 02/383.10.51e-mail: [email protected]

CMD VilvoordeVlaanderenstraat 69 - 1800 Vilvoordetel. 02/253.78.54 - fax 02/253.57.87e-mail: [email protected]

PROVINCIE WEST-VLAANDERENPCMD Brugge

Jeruzalemstraat 51 - 8000 Bruggetel. 050/33.59.75 - fax 050/34.51.69e-mail: [email protected]

CMD IeperKorte Torhoutstraat 4 - 8900 Iepertel. 057/23.06.30 - fax 057/23.06.39e-mail: [email protected]

CMD KortrijkOverleiestraat 15A - 8500 Kortrijktel. 056/25.27.51 - fax 056/25.27.53e-mail: [email protected]

www.uvv.beUnie Vrijzinnige Verenigingen

FEDERAAL SECRETARIAAT

Brand Whitlocklaan 87

1200 Sint-Lambrechts-Woluwe

tel. 02/735.81.92

fax 02/735.81.66

e-mail: [email protected]

website: www.uvv.be