77
Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi Jaargang 9 nr. 3 15 september 1990 KANTOOR VAN AFGIFTE : 3688 KINROOI 2 ISSN 0774-000X

Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift van de

Geschied- en Heemkundige

Kring Kinrooi

Jaargang 9 nr. 3 15 september 1990 KANTOOR VAN AFGIFTE : 3688 KINROOI 2

ISSN 0774-000X

Page 2: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

INHOUD Woordje van de voorzitter. 95

Uit heden en verleden van Kinrooi

- Een veelgeplaagde bedienaar van de vroegere Kinrooier kerk :

Henricus-Wemer Herkenroode. 96

- Moord te Molenbeersel. 98

- Hoe Robert Desart onze molens tekende in 1961. 110

- Orgel in de Sint-Leonarduskerk te Molenbeersel werd gerestaureerd. 112

- Den ijzeren draad. 117

- "Roepstenen" te Kessenich. 119

- Dorpspomp te Kessenich. 120

- Melkerij H. Harlindis en Relindis te Geistingen. 121

- 60 jaar - Instituut Heilig Graf te Kinrooi. 129

- Het Sint-Annabeeld van Geistingen. 132

- Over mensen en dingen uit Ophoven : Gaspard Coolen vertelt. 135

- Dekt de vlag de lading ? 137

- De irrigatie van land- en tuinbouwgronden te Ophoven - nu

reeds landinrichting. 139

- Nieuws van de schutterijen uit Kessenich. 145

- Beter laat dan ... 146

Waat maag det in godshierenaam beteikene ?

- Tussen A en Z. 148

Uit de ledenfamilie 150

Nieuwe aanwinsten bibliotheek 154

Wij waren aanwezig te ... 155

Verslag van de ledenvergadering van 22 juni: Dhr. Verbeet 159

Oos modeltaal 160

Boekbespreking 161

Aktiviteiten van onze kring

- Verslag van ons bezoek aan Maaseik op 5 mei 11. 165

- Najaarsnamiddaguitstap :op zondag 16 september. 166

- Ledenvergadering op 5 oktober met ons vervolgverhaal over

"Heksen" door E.H. A. Wieërs. 167

- Kieke nao Vreuger te Geistingen 167

REDAKTIE

Donaat Snijders

Louis Beijnberger

Werner Smet

Martine Dryvers

VERANTW. UITGEVER

René Raets

Venlosesteenweg 157

3688 Kinrooi

REDAKTIEADRES

Sekr./Dokumentatiecentrum

Weertersteenweg 241

3688 Kinrooi

Rek.nr. 735-2141878-09

Tel. 011/ 70.14.10

OP DE OMSLAG ...

Oude foto van de melkerij H. Harlindis en Relindis te Geistingen.

Page 3: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

WOORDJE VAN DE VOORZITTER

Voor U ligt nummer drie van de negende jaargang van "DAO RAOSTJ GET". Een

extra-dik nummer !

De redaktie heeft haar best gedaan om U - na de vakantieperiode - nieuwe en boeiende

lektuur, van hoogstaand niveau, te brengen.

Dit nummer staat dan ook boordevol informatie en interessante artikelen over ons Heem

en onze vijf kerkdorpen. Zoals bijvoorbeeld een verhaal over een Kinrooise rector,

genaamd H. W. Herkenroode, een bijdrage van pater Snijders over "Den ijzeren draad",

historiek rond het orgel van Molenbeersel, het vervolg op "Oos modertaal".

Ons lid, J. Van de Winkel bespreekt uitvoerig het moordverhaal van Willy van de Vin uit

Neeritter in 1928.

Onze aandacht ging ook uit naar het irrigatieprojekt te Ophoven.

Door vernieuwde druk en het gebruik van nieuwe technieken, is het ons mogelijk U per

bladzijde meer leesgenot te verschaffen.

Wij vestigen uw speciale aandacht op het RONDVRAAGFORMULIER dat los in dit

nummer is ingesloten.

Door middel van deze bijlage willen wij U in de eerste plaats informeren over onze

doeleinden, die het bestuur zich voor de toekomst stelt.

Op de tweede plaats vragen wij uw mening hierover. Indien U een opinie heeft en ons die

wil meedelen, kan U dat doen met behulp van het antwoordformulier. Het bestuur zal alle

antwoorden met ernst bestuderen én analyseren.

In het eerstvolgende nummer volgt dan een eerste bespreking.

Voorzitter

R. RAETS.

95

Page 4: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Een veelgeplaagde bedienaar van de vroegere Kinrooier kerk: HENRICUS - WERNER

HERKENROODE, kruisheer van Maaseik.

In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van

een artikel van twee van onze leden, K.Cools en R Janssen.

In het Oude Land van Loon, XL.1985, p.39-42 verschenen van K.Cools en R Janssen, Aantekeningen over Henricus

Werner Herkenroode, kruisheer.

Nog jong (32) maakte hij in 1796, na enkele malen met de communiteit naar Duitsland te zijn gevlucht, de uitdrijving

van van de Maaseiker kruisheren mee, woonde een tijdje bij zijn broer en deed daarna dienst in de kapel van

Kinrooi.

Gesupprimeerd geestelijke, weigeraar van de eed van haat tegen het koningschap, banneling -vluchteling naar

StAgatha en Emmerich, “émigré’ ’ en ' ‘eclésiastique mal noté’ ’, kon hij zich in 1802 in Kinrooi vestigen, waar hij

vanaf1803 tot aan zijn dood in 1826 rector was. Data en lotgevallen van deze kruisheer zijn hier verzameld. Zoals

vele verhalen over de gewone vervolgde priester in die tijd, laten ook deze enkele bladzijden ons het leed en lijden

zien, dat de Fransen met hun “liberté, égalité et fraternité’ ’ ook voor kloosterlingen en geestelijken meebrachten.

E.Koninckx had hem in 1974 al opgenomen in zijn werk “Le clergé du diocèse de Liège - De priesters van het

bisdom Luik - Der klems im Bistum Lüttich 1825-1967. Luik, 1974.

Als “capellanus in Kinroye, gestorven op 28 september

1826, 61 jaar oud”.

Ere wie ere toekomt: H.Janssen-Aerts had in 1953 onze

man ook vermeld in zijn ‘ ‘ Aanteekeningen over het

verleden van Kinrooi”, bij zijn oude woningen met

name “Nelis”: eenpaanhuis of brouwerij die in 1953

verdwenen was en waarvan hij o.m. vermeldt (p.47): ...

de bierkelder van 10 x 2,5 m is bewaard gebleven,

alsmede de valluik op de zolder die toegang gaf tot een

duister hok van ruim één meter vierkant. Volgens de

overlevering heeft zich alhier gedurende de Franse

Omwenteling een priester schuilgehouden.

Waarschijnlijk is dit de Eerw. Heer H.Herkenroode

geweest van de Orde der kruisheren, de latere rector

der kapel, die geweigerd had de eed van trouw aan de

republiek en haat aan het koningschap af te leggen en

volgens de wet van 7 Vendémiaire jaar IV tot de

deportatie was veroordeeld.

Dit huis is nu afgebroken.

Hij vernoemt hem (p.64) van 1805 tot 1826 als rector

van de kapel van Kinrooi (onder Kessenich). en verder

nog het (zeer ongewenst) bezoek van de “speciale

commissaris der republiek” op 19Nivóse van het jaar

VII (8 januari 1799)(p.76) die zich, vergezeld van de

kerkmeesters naar de kapel begaven, teneinde over te

gaan tot het opmaken van de inventaris van de

kerkmeubelen:

1. een altaar in hout geschat aan 5 F

2. zes kaarsen in geel was 2 F

3. een preekstoel 2 F

4. drie en twintig banken

12 F

5. een kaarsendomper 0,25 F

96

Page 5: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Daarna werden de kerkmeesters ondervraagd of er geen

kelk, remonstrans, kazuivels of andere ornamenten

waren, waarop de citoyens bekenden “dat eertijds een

kelk in tin, een ciborie in tin een remonstrans in zilver

en koper geweest waren; dit was echter gestolen in de

nacht van 31 december (nota van

H. Janssen-Aerts:

‘ ‘deze voorwerpen zullen wel opzettelijk weggenomen

zijn”).

De onbekende dieven waren binnengekomen door een

venster der pastorij dat in gemeenschap was met de

kerk !

Dat ‘ ‘laten verdwijnen’ ’ van bedreigde zaken is van

alle tijden...

Zo het “verdwijnen” van kerkklokken in de eerste

wereldoorlog (die konden toch moeilijk “gestolen’ ’

zijn en toch waren, bijvoorbeeld, die van Geistingen

“opeens” weg, en zaten nog in de kerk, onder de

banken). Die kaarsendomper van Kinrooi is wel, meen

ik, het toppunt!!

Arme kerken hadden vroeger vaak tinnen voorwerpen,

waar zilver of goud buiten de financiële kapa- citeit

lagen.

Het artikel van Cools-Janssen is zeer lezenswaard,

maar voor een ‘ ‘ geleerd ’ ’ tijdschrift wellicht te zwaar

om het hier zonder meer af te drukken, vanwege vooral

de vele en lange verwijzingen.

KRUISHEER-PRIESTER HERKENROODE.

Wij beperken ons hier tot een paar aantekeningen rond

de figuur van deze kruisheer-priester. Herkenroode was

geboren te Tongeren in 1764. Rond 1786 trad hij in bij

de kruisheren te Maaseik. In 1787 werd hij priester

gewijd te Luik. Zijn kloosterleven werd vijf jaar later

brutaal gestoord door de komst van de Fransen. Twee

keer trokken de kloosterlingen in ballingschap naar

Duitsland, om even zoveel keren hun klooster

gehavend en bestolen terug te vinden.

In 1796 volgde het einde: opheffing en verkoop.

Na de uitdrijving woonde hij een tijd bij zijn broer

Thomas die te Maaseik woonde en met een Gelderse

was getrouwd. Van 1797, toen hij weigerde de beruchte

eed af te leggen, werd het voor hem, zoals voor vele

andere priesters hoe langer hoe meer onveilig en

benepen.

In 1798 werd de toestand onhoudbaar te Maaseik en hij

week uit naar het klooster van St Agatha. En verder op

naar Emmerich.

In het begin van de negentiende eeuw keerde hij

terug, maar het klooster was weg en hij trok dan maar

naar Kinrooi waar hij voor zijn vlucht ook dienst had

gedaan. Hij was er rector van 1803 tot aan zijn dood in

1826. Hij bracht een kelk en een kazuifel mee en in

1819 liet hij de kapel, die bouwvallig was geworden,

vergroten: en werd een nieuw koor aangebouwd en de

platte zoldering werd vervangen door een boogvormig

gewelf.

Herkenroode overleed te Kinrooi op 28 september

1826 en werd er op 30 september begraven. De

aangifte van het overlijden gebeurde door Chris- tiaan

Sijmkens, 31 jaar oud, landbouwer en buurman van de

overledene en Renier Thijskens, 45 jaar oud,

landbouwer en eveneens buurman van de overledene.

Handtekening van Henricus-Wemer

HERKENROODE.

Donaat SNIJDERS.

97

Page 6: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Moord te Molenbeersel !

Inwoner van Neeritter in Molenbeersel doodgestoken

Op karnavalszondag 28 februari van het jaar 1926, daags nä zijn 18de verjaardag, werd Willy van de Vin uit Neeritter het dodelijk slachtoffer van een café-ruzie in Molenbeersel. Voor een globaal inzicht in dit voorval verwijzen wij naar onderstaand krante-artikel. Het betreft een originele kopie van het bericht, dat „De Nieuwe Koerier” (1) uit Roermond op dinsdag 2 maart 1926 als voorpagina-nieuws bracht. Zie hiernaast kolom 5 onder en 6 boven van deze voorpagina, op helft ware grootte afgedrukt.

98

Page 7: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

99

Page 8: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Als oudere mensen uit Neeritter verhalen over het tragische noodlot, dat Willy van de Vin (2) trof, spreken ze steevast

van “de MOORD op Wiel van Huike’’.

Is die conclusie wel gerechtvaardigd? op welke feiten is men afgegaan ?

Aan de hand van gesprekken, die we met de enige twee nog in leven zijnde direkt-betrokkenen en vele anderen

voerden, hebben we getracht een stuk van de ware toedracht te achterhalen.

Om reden van privacy is in sommige gevallen informatie, zoals o.a. volledige persoons-gegevens, woonplaats e.d.,

bewust achter gehouden.

Passages uit interviews, die krenkend voor nabestaanden zouden kunnen zijn, hebben we evenmin hier opgenomen.

Echter in geen enkel geval zijn gegevens achterwege gelaten, waarbij de essentie van het ver haal zou, of ook maar

dreigde te worden aangetast.

TWEE PARTIJEN.

Op die voor Wiel fatale kamavalszondag, 28 februari

1926, togen Harie Brouns (Rie van Helm)(3), Sjaak

Coolen (Sjaak van Smits Riekske)(4) en Klaas

Hurxkens (Klaos van Kuëb)(5) naar café Kempkes

(6) om een pintje te pakken.

Harie Brouns: “Toen we daar zaten kwamen ook

Wielen Bairvan Huike (Van de Vin)(7) enNie, Chris en

N61 van Lewieëskes (Poels)(8) binnen en dronken

enkele glazen bier.

Er zijn bij Kempkes tussen ons geen woorden gevallen

en ook was niemand onder invloed van drank.

krantenknipsel van 9 maart 1926.

„DE NIEUWE KOERIER”

dinsdag 9 maart 1926

Van Kempkes uit zijn Klaos, Sjaak en ik naar De Birke

(9) gegaan.

Daar zat dezelfde groep die we bij Kempkes

ontmoetten.

VECHTPARTIJ.

Als we doorvragen over wat er zich vervolgens heeft

afgespeeld zegt Harie Brouns: ”Nai, dao zègk ich niks

euver. Hiej woeëne mieën kinjer en femilie van Nól

van Lewieëskes. Diej gaon dao dên mesjien deeper op

in.

Trouwes, euver dèt gevalle höbbe ze al ins gèt

gesjreeve”. (10).

Ondergetekende: "Maar wat had Nól ermee te maken

?”

Harie Brouns:”Jè, dên zal ich ut dich mèrvertêlle... Het

ging tussen hem en mij. Er werd binnen in het café wat

gezongen en op een gegeven moment zijn wij twee op

de vuist gegaan.

Buiten heeft de vechtpartij zich voortgezet, maar daar

was ik niet meer bij.

“Dai aoje heet mich dao van teege gehaoje. Hij was in

het café aan het kaarten en trok me naar binnen’ ’.

AANLEIDING.

Onze vraag, wat precies de aanleiding van het

handgemeen is geweest, omzeilt Harie Brouns met:

“Och,

Page 9: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

wat onderlinge rivaliteit. Daarvóór heb ik nooit iets

gehad met die van Poels of Van de Vin. Ik was geen

vechtersbaas, maar week ook voor niemand terug! ’ ’

Harie Brouns raakt na deze woorden merkbaar

opgewonden. Met stemverheffing vervolgt hij: “Die

van Poels durfden zich met z’n drieën zelfs niet met

mij te meten. Bij de Birke voelden ze zich gesteund

door ondermeer Bair en Wiel van de Vin en nog enkele

anderen.

Zij waren met een man of zeven. Ik alleen met Klaos

Hurxkens en Sjaak Coolen, waarmee ik die zondag

toevallig op stap was gegaan.

Beiden waren geen echte vrienden van mij. Dat

“clubje” (Poels en Van de Vin) had iets tegen mij

uitgebroed.

Want buiten tegen de gevel zag ik een riek, schop en

knuppels staan. Later hoorde ik ook nog dat zich in de

struiken tegenover De Birke personen hadden

verschanst, die blijkbaar van het plan om mij te

pakken, op de hoogte waren”.

Lisa Van de Vin-Timmermans (Lieës van zandj

Tjeun)(l 1): “Het is allemaal begonnen om die drie

dochters van Köppes Zef (Zef Timmermans)(12) en

nergens anders om ! To, Truuj en Mieëke waren

“nette” (leesiknappe) meisjes en “gek” met iedereen.

Dat zorgde natuurlijk voor de nodige jaloezie.

Trouwens, het was niet de eerste keer, dat om een van

die meisjes ruzie ontstond. Je kent N.N. uit Thom ?

Nou, die werd er bij De Birke ook uitgetimmerd omdat

hij wat al te veel aandacht aan een van hen schonk”.

Er wordt wel eens beweerd, dat “De Hei” vroeger één

familie was.

Lisa: “Niet direkt in letterlijke zin. Als je bedoelt te

zeggen dat de onderlinge band van de hei-bewoners

hecht was: ja! Iedereen beschouwde zich als buur. Wij

kwamen bijvoorbeeld veel bij Helm (Brouns) en Huike

(Van de Vin). Zodoende ben ik ook aan Sjaak (13)

blijven plakken.

Ook bij Köppes Zef werden vele buurtbezoeken

afgelegd”.

Nie Poels zegt zich van het gebeuren weinig meer te

herinneren. Onze vragen beantwoordt hij

schouderophalend, of met...:

“Nai, dèt weit ich neet mieë. ‘t Is auch al zoeëlang

geleeje...”.

Het verhaal van Lisa bevestigt Nie echter zonder

aarzelen volmondig. “Dèt kloptj waat Lieës zeet”. Zelf

zegt hij overigens nooit bij Köppes Zef over de

vloer te zijn gekomen.

“Waal oos Nölle”. Nie komt overeind, mij met

gesperde ogen doordringend aankijkend vervolgt hij:

“Het is ook juist dat alles om “die vrouwlje van

Köppes” draaide. En ik kan je ook nog vertellen om

wie het precies ging: om Mieëke. Zij is later met een

voedsel-controleur uit Kessel getrouwd”.

Klaas HURXKENS (Klaos van Kueb) links en Willy van de

Vin (Wiel van Huike) op een schoolfoto uit circa 1915.

VERVOLG RUZIE.

Naar wat er zich vóór het café precies heeft afgespeeld,

valt slechts te gissen.

Gezien het tijdstip, het moet ongeveer zeven uur in de

avond zijn geweest, was het al donker toen de

vechtpartij buiten escaleerde.

Wie wèt heeft gedaan, zal altijd wel een open vraag

blijven. Harie Brouns: “Hoewel ik géén ooggetuige

ben geweest, durf ik wèl met zekerheid te stellen dat

Klaos (Hurxkens), door de grote overmacht die hij

tegenover zich vond, danig in het nauw is gebracht.

Omstanders hebben Klaos het café binnen geduwd.

Door het slaapkamerraam aan de achterzijde is hij naar

huis gevlucht”.

Truike Koning-Coenen (Truuke van Keunke)(14)

bevestigt dat Klaas Hurxkens via de slaapkamer van

haar grootvader aan zijn belagers kon ontkomen.

‘ ‘Hij heeft het mes, waarmee hij Wiel van Huike had

gestoken, in de tuin van De Birke weggegooid. Daar

hebben de gendarmes het ‘s anderendaags onder de

pereboom gevonden”, herinnert Truike zich.

101

Page 10: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

„DE NIEUWE KOERIER”

woensdag 3 maart 1926

ZWAAR GEWOND.

Harie Brouns: "Wiel is op eigen kracht het café weer

binnen gekomen.

Ik zag dat bloed door zijn kleren drong en begreep dat

het ernstig was. Daarop heb ik mijn flets gepakt en ben

dokter Nijssens (15) in Kessenich gaan waarschuwen".

Truuke Koning-Coenen vult aan : "Ze hebben Wiel bij

Tant Mieke en nonk Naard op bed gelegd".

Dokter Nijssens : hij kon slechts de dood vaststellen

kranteknipsel 3 maart 1926.

Bair Kuypers (vanne Kamp) die in Neeritter geestelijke

hulp haalde.

102

Page 11: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Bair Kuypers (Bair vanne KSmp)(16) spoedde zich

naar Neeritter om geestelijke bijstand voor Wiel. “Ich

hob geine waig gezeen”, zou Bair later vedelaren,

daarmee aangevend welke haast hij betracht had.

Pastoor Heymans (17) verwees Bair Kuypers door naar

kapelaan Van Houdt, die Willy Van de Vin, in

VELKE.

Ook Christiaan Poels (Chris van Lewieëskes) was bij

de vechtpartij gewond geraakt.

“Tant Mieke heet ei vèlke oppe wönj gedaon”, vertelt

Truuke Koning-Coenen ze kan echter niet aangeven

wat met “ei vèlke” wordt bedoeld.

Nie over zijn gewalde broer ‘ ‘ Chris liep een

steekwond op tussen duim en wijsvinger. Ondat men

in Maaseik het bloeden niet kon stelpen, is hij nog

dezelfde nacht naar Roermond vervoerd. Chris heeft

lang met zijn hand “inne plak” (mitella) gelopen omdat

hij de “fiet” (fijt) erin kreeg. De wond genas echter

volledig ; ze liet alleen “ei kuulke” als litteken in de

tegenstelling tot dokter Nijssens, nog levend zou

aantreffen. Hij voorzag de stervende van de Laatste

Sacramenten. Volgens de overlijdensakte, opgemaakt

door burgemeester Alfred Wauters van Molenbeersel,

stierf Wiel dezelfde avond om negen uur.

duimholte achter, maar daar heeft hij nooit last van

gehad”, legt Nie uit

“Nai, dèt kan Truuke auch neet weete.

Dao mósse boor veur zeen gewaist”, zegt Nie Poels

niet zonder enige trots als we vragen naar de betekenis

van “ei vèlke”. “Eigelik is ut ei neugter- vèlke. Het

vèlle, ‘t vlees (vlies) dus, dèt óm ei pas geboore kaof

zitj. Ei kaof waat nog neet gedronke heet, neugter is.

Dèt vèlle woord oppe deur gespanne óm te drueëge.

Later woorte dao dèn vèlkes van gekniptj. Die hólpe

hieël good óm ut blooje te stèlpe”, legt Nie uit.

103

Page 12: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

krantebericht 4 maart 1926.

Onze gesprekspartner Antoine Poels (Nieke van

Lewieëskes), de broer van Chris. Op de foto "iets"

jonger dan nu.

Christiaan Poels (Chris van Lewieëskes).

Op de foto als jongeman en (inzet) enkele maanden

voor zijn dood. De verwondingen bleken achteraf mee

te vallen, zoals we uit bovenstaand bericht al kunnen

opmaken.

104

Page 13: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

NIEUW DRAMA.

Sjaak Van de Vin, de vier jaar oudere broer van Wiel,

stapte die zondagavond niets vermoedend bij De Birke

binnen. Daar werd hij met zijn inmiddels overleden

broer geconfronteerd.

Lisa Van de Vin-Timmermans : "Sjaak is over het

gebeurde altijd erg gesloten geweest. Wel heeft hij me

eens verteld dat Bair en Wiel hem hadden gevraagd

om met hem uit te gaan. Hij had dat geweigerd, maar

kon daar later geen verklaring voor geven. Sjaak

wandelde die zondag in z'n eentje van café Dirks ("biej

Pietje) (18) naar café Simons (19) beide gelegen aan de

grens in Kessenich.

"Iets' dwong hem vervolgens om naar de Birke te gaan.

"Alsof mijn geest dat getuigde", zegt Sjaak letterlijk",

vertelt zijn vrouw Lisa.

De gouden echtelieden Sjang en Trees

Van de Vin omringd door hun tien

kinderen.

De foto dateert van 1940 en is voor

"Huike" gemaakt.

Boven : v.l.n.r. : Sjaak - Gon - Lies -

Neer - Mieke - Bair - An - Tjeu;

Onder : Noea - moeder - Trees Leeters

van "Protasius" - vader Sjang van de

Vin - Greet.

Hiervan is niemand meer in leven.

Page 14: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Lies Kuypers (van Bair vanne Kamp) (20) en haar man

Bair Ramakers (Bair van klömpe Graadje) (21) vullen

eikaars verklaringen aan.

‘ ‘ Sjaak (Van de Vin) is naar huis gegaan maar durfde

niet naar binnen te gaan. Bang dat iemand zou vragen

waar Wiel bleef. Hij heeft zich in de paardestal

verborgen gehouden. Het was de eerste keer dat Wiel

uitging.

Moeder Trees (Trees van Petarius) had haar zoon nog

tegen proberen te houden. Maar Neer(22), de zes jaar

oudere broer van Wiel, overreedde haar met:

‘ ‘ Mooder, gai mótj dai jóng neet zoeë kort haoje. Lisa

Van de Vin-Timmermans: “Kapelaan Van Houdt heeft

Sjang Van de Vin van de dood van Wiel op de hoogte

gebracht. Sjang lag zwaar ziek te bed.

Nee, wat hem precies mankeerde weet ik niet”.

BIJZONDERHEDEN.

Mijn vader, JF. van de Winkel (Fendie van

Nèndje)(23), was misdienaar ten tijde van het

gebeurde.

‘ ‘ Ik had samen met Sjanke van Hanze (24) bij pastoor

Heijmans de tweede mis gediend. Na afloop zaten we

voor het altaar de litanie te bidden, toen kapelaan Van

Houdt me vanuit de sacristie teken deed te komen en de

boodschap meegaf: “zeg maar tegen pastoor dat die

jongen dood is”.

Staande voor de communiebank bracht pastoor

Heijmans de kerkgangers op de hoogte van wat was

voorgevallen. Anders zo zachtmoedig van aard, was hij

nu fel in zijn bewoordingen.

Pastoor Heijmans trok van leer tegen de Belgische

kroegen waar ‘ ‘ van alles’ ’ gebeurde en waartegen hij

in het verleden meerdere malen had gewaarschuwd ’ ’.

Bair Kuypers kreeg van kapelaan Van Houdt trouwens

ook de Levieten gelezen vanwege zijn vertoeven bij De

Birke.

Nie Poels: ”Toeën Bair zich weer biej dai grieëze (Van

Houdt) ging beechte, kreeg têr ze flink oêtgebüjeldj.

Woëeuver ut ging heeter mich noeëts vertêldj, mèr ich

kós ut waal raoje”, zegt Nie met twinkelende

pretoogjes. Over het verloop van de begrafenis hebben

we geen gegevens kunnen achterhalen. Mijn vader

herinnert zich alleen nog, dat hij als misdienaar de

lijkkist mee heeft af gehaald ‘ ‘biej ut kruus ónger de

kêstaanjeleboum ’ ’.

Omdat Huike te ver weg lag, werd het stoffelijk

overschot per boerekar tot de ingang van het dorp

gebracht. Van daaruit werd het in stoet naar de kerk

gedragen.

Lies Ramakers-Kuypers vermeldt nog dat haar tante

Tina (25) de “zwarte rouwsjólke” voor de meisjes Van

de Vinhëeft gemaakt. En mijn tante Til (26), die velen

uit Neeritter en daarbuiten het naaivak heeft geleerd,

weet dat daarvoor luster werd gebruikt. “Omdat die stof

kreukvrij was”, zegt ze.

TOT BESLUIT.

Ofschoon de aanleiding, die tot het tragisch gebeuren

leidde, voor de hand lijkt te liggen, bestaan er niettemin

verschillende lezingen.

Twee ervan willen we U, vanwege de volledigheid, niet

onthouden. Zowel Willy Van de Vin als Klaas

Hurxkens, waren lid van de toneelclub in Neeritter.

106

Page 15: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

"Biej ut kruus onger de kestaanjeleboum Daarvan kunnen we heden ten dage helaas niet meer spreken. De wilde

kastanje moest begin zeventigerjaren om verkeers-technische reden het loodje leggen. Ook het huis links op de

voorgrond verdween in dezelfde periode.

De doorgaande Ringstraat en de weg links (Haardstraat) leiden naar de Hei. (Door de schaduw-partijen is het kruis

tegen de stam niet zichtbaar.).

Klaas was, in tegenstelling tot Wiel, een goede to-

neelspeler.

Daarom kreeg hij "altijd" de hoofdrollen en dat kon-

den "die vanne Vin" niet verkroppen.

Een variant.

“De toneelstukken gingen in die tijd "altijd" over

moord en doodslag.

Klaas, als uitstekend speler, vertolkte die rollen

"altijd". Op het laatst ging hij daar zó op in, dat hij dat

óók in praktijk bracht”.

"Mijn vader", zo vertelt een inwoner van Neeritter,

"is er getuige van geweest hoe Klaas het mes scherpte

op de slijpsteen achter het huis. Hier rijg ik er vandaag

nog een aan", heeft hij dreigend met het mes zwaaiend

geroepen, luidt een ander indianenverhaal.

Hoe de rechtzaak verliep en tot welk vonnis de Roer-

mondse rechtbank kwam, hopen we U in het decem-

ber-nummer van "Dao Raostj gèt!" uitvoerig te

verhalen. Hier alvast de aankondiging:

107

Page 16: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

VOETNOTEN. Het oudershuis, Huikenstraat 5, Neeritteris thans als

opslagplaats in gebruik bij twee neven van Wiel.

(1) Een stukje Roermondse krante-geschiedenis in

vogelvlucht. (3) Hubertus, Hendrikus Brouns (Rie van Helm),

Op 1 januari 1856 start Jacob Jozef Romen, afkom- geboren te Molenbeersel (gehucht Manestraat) op

stig van het Duitse Emmerich, “Het Nieuwsblad 27/01/1907.

voorde stad en het district Roermond”. Op 22 maart Zijn geboortehuis, op 200 m van de grenspaal 141,

1856 wordt de naam gewijzigd in “Maas-en Roer- thans pand Keyersstraat 7, werd in 1930 heropge-

bode, nieuws-en advertentieblad’ ’. bouwd.

Tot 1888 blijft het weekblad alle “zaterdagen” ver- Het gezin telde tien kinderen, waarvan drie nog in

schijnen. Wanneer Henri van der Marck op 3 januari leven. Harie Brouns bezocht de lagere school in

1888 start met ‘ ‘ De Nieuwe Koerier’ ’ en deze 3x (di- Molenbeersel en Neeritter. Zelfheeft hij zes kinderen

do-za) per week laat verschijnen, is “De Maas-en “mèreine jóng”. Zijn vrouw stierf een drietal jaren

Roerbode” genoodzaakt haar uitgiftefrequentie óók geleden. Sindsdien woont Harie Brouns alleen in het,

tot 3x op te voeren. Op 1 juli 1899 doet Henri van der juist door zijn eenvoud, veel charmes uitstralend

Marck ‘ ‘ De Nieuwe Koerier’ ’ en zijn drukkerij over boerderijtje, waarop hij vanaf het huwelijk als land-

aan Gerrit Jan Beckers en Hendrik Jan Ferdinand bouwer de kost verdiende.

Willem Verstenen.

Beide drukkers zien het nutteloze van het elkaar (4) Jacobus, Hubertus Coolen (Sjaak van Smits

beconcurreren in en fuseren op 1 oktober 1904 tot Riekske), °Neeritter 28/05/1906 - + 26/08/1978

“De Nieuwe Koerier - Maas-en Roerbode”. (landbouwer). Hij en Klaas Hurxkens waren neven.

In 1918 gaat de krant in eigendom over aan de nieuw De moeder van Klaas was een zus van zijn vader. Het

opgerichte N.V. “De Nieuwe Koerier - Maas-en oudershuis stond (thans) Oude Brugstraat nr. l te

Roerbode ’ ’. Neeritter.

Op zaterdag, 12 december 1925 presenteert de krant

zich als dagblad. (5) Nicolaas, Joannes, Hubertus Hurxkens (Klaos

In 1971 fuseert de “Maas-en Roerbode” met “De van Kueëb), fabrieksarbeider, “Neeritter, 01/09/1906

nieuwe Limburger” uit Maastricht tot “De Lim- -+ziekenhuis Sittard 09/12/1978.

burger”. De drukkerijen Roermond en Maastricht Trouwde op 17/04/1931 met ElisabethJanssen(°29/

blijven naast elkaar bestaan. Ieder drukt zijn eigen 08/1908).

editie-en advertentiepagina’s. Alleen de drukplaten Uit het huwelijk werden 12 kinderen geboren, alle

voor de voorpagina en algemene advertentie-pag- nog in leven. Zelf stamde Klaas uit een gezin van

ina’s worden door de Maastrichtse drukkerij aange- zeven kinderen, waarvan hij de op één na oudste was.

leverd voor Roermond. In januari 1990 bedraagt de Zijn vader (landbouwer) was Jacobus, Hubertus

totale oplage van “De limburger” ruim 135.000. Hurxkens (Kueëb), “Neeritter 11/08/1873 - + Weert

Hiervan verzoigt de Roermondse drukkerij met 50.000 22/06/1945, en moeder Maria Aldegonda Coolen,

exemplaren de Middenlimburgse editie. “Duiken (Dld) 07/01/1872 - + Neeritter 17/05/1928.

(Met dank aan oud-collega J.C. (Koos) de Valk uit Zij bewoonden het huidige, gerenoveerde pand,

Roermond, voormalig hoofd-nieuwsdienst bij de “Heide-Rust”, Rutjensstraat 3 te Neeritter.

Maas-en Roerbode).

(2) Wilhelmus, Franciscus, Hubertus van de Vin (in (6) Kempkes, gelegen op 500 m van de ‘Itterse

de volkmond:Wiel van Huike) werd op 27/02/1908 Hei”, werd destijds uitgebaat door broer en zus

te Neeritter geboren. Als zoon van Joannes,Hubertus Sjarel en Nel.

(Sjang) van de Vin ° te Kessenich 1/12/1866 en Omdat “Kempkes Nd” een baard had, gekscheer-

overleden te Neeritter op 03/11/1945 (landbouwer) den “die van Itter”:”Wai gaon Nèl sjaire...!” Maar

enTheresia.HubertinaLeeters(Trees vanProtasius, Nel zeii’Tch sjairhaör!”.

dialekt: Pretarius). Zij incasseerde de guldens...! Kempkes, in 1855 als

Geboren te Neeritter op 28/01/1872 en overleden te café en winkel begonnen, ligt pal aan grenspaal 146, Neeritter

op 01/02/1944. Uit het huwelijk werden 21 Uffelseweg ,op het kruis punt van drie wegen: Molen-

(!) kinderen geboren, waarvan er 18 in de kerk beersel, Hunsel en Neeritter. Door leegstaan is het

gedoopt zijn. Wiel was de 14de uit het gezin. pand thans ook sterk in verval geraakt, en staat op het

108

Page 17: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

punt voorgoed te verdwijnen. (Gegevens ontleend aan:

“Geef Acht”, soldatenblad Milac-Molenbeersel nr

19. -6 juni 1955.)

(Privé-verzameling Mathieu Kunnen Molenbeersel).

(6) Jacobus, Hubertus van de Vin (Bair van Huike),

°Neeiitter 11/06/1905 - + 29/08/1980. De drie jaar

oudere broer van Wiel.

(7) Antonius, Hubertus, Mathias Poels (Nieke van

Lewieëskes), °Ittervoort 15/02/1905 ;

Christiaan.Hubert Poels (Chris van Lewieëskes),

°Ittervoort 25/02/1904 - +Weert 11/03/1981;

Amoldusjohannes,Mathias Pouls (Nól van

Lewieëskes), °Hunsel 31/08/1907 - + 29/03/1978. (De

burgerlijke stand vermeldt twee schrijfwijzen voor

PoEls-PoUls !).

Zij waren de drie oudste van de zes kinderen. Hun

ouders warenMichiel, Antoon, Hubert Poels, °Thom

14/10/1864 - +Neeritter 28/07/1939 en Beatrix

Verflagen,°Meijel 27/08/1874 - +Roermond 28/12/

1968. Het gezin verhuisde in 1922 van Hunsel naar

Neeritter (Lewieëskes). Chris en Nieke (beiden bleven

ongehuwd) hebben de boerderij van hun ouders later

voortgezet en deelden óók in het bejaardentehuis de

kamer. Nólle was wèl getrouwd, maar uit het huwelijk

werden geen kinderen geboren. Lewieëskes

(nieuwbouw) Oude Brugstraat 3, Neeritter, wordt thans

bewoond door Jan van de Vin, de oudste zoon van

Neer.

(8) De afstand van Kempkes naar De Birke bedroeg

1500 meter. Café De Birke, thans Bekerstraat 6,

Molenbeersel (gehucht Manestraat), werd uitgebaat

door Leonardus Royakkers en zijn vrouw Maria

Coenen (Birke Naard en Mieke). het werd druk bezocht

door de inwoners van Neeritter.

(9) Harie Brouns bedoelt hier ongetwijfeld het

artikel in “Dao Raostj get’ ’ van Jrg.7 - nr2, november

1988.

Onder de titel “Coupletten der vreeselijke moord

gepleegd op Belgisch grondgebied’ ’ belicht Mathieu

Kunnen de tekst van het gedicht dat gemaakt werd

n.a.v. het gebeurde.

(10) Maria, Elisabeth van de Vin-Timmermans (Lieës

van zandj Tjeun), °Neeritter 24/11/1907. Zij woonde

Manestraat 5, Neeritter, op 450 meter van Harie

Brouns. Lisa Timmermans huwde op 25/05/1934

met Sjaak van de Vin, een broer van Wiel.

(11) Zef Timmermans (Köppes Zjef) woonde Key-

ersstraat 4, nabij grenspaal 142, op 400 meter van Klaas

Hurxkens.

(12) Jacobus, Josephus, van de Vin (Sjaak van Huike),

°Neeritter 14/02/1904 - +Ittervoort 17/07/1989.

Hij was de vier jaar oudere broer van Wiel, en gehuwd

met Lisa Timmermans.

(13) Maria, Getrudis Koning-Coenen (Truuke van

Keunke),0 18/10/1911.

Zij werkte als huishoudelijke hulp bij tante Mieke (van

de Birke), een zus van haarvader. Zij had tevens de

zorg over haar inwonende grootvader Coenen. Truuke

was die zondagavond bij De Birke.

(14) Zie het artikel van Wemer Smet: “Dokter

Nijssen, een beroemde dokter die te Kessenich woonde

!”, zie Dao Raostj Gèt! Jrg. 7 nr.3, februari 1989.

(15) Wilhelmus, Hubeitus Kuypers (Bair vanne

Kamp), °Neeritter 06/01/1906 - +Neeritter 26/08/1978.

Die bewuste avond dronk hij bij De Birke een pilsje (of

bock?) (Voor de vele verdiensten in zijn latere leven

werd hij pauselijk én koninklijk onderscheiden).

(16) Pastoor Heijmans, die de ‘ ‘kunst’ ’ van het

fietsen niet beheerste, was toen al op gevorderde

leeftijd.

(17) + (19) Café Dirks (biej frietje), tevens tramhalte,

lag tegenover het grenskantoor Kessenich. Het had bij

de Nederlanders geen goede naam vanwege het

aanwezige dansorgel ! “Fatsoenlijker” was café

Simons, gebouwd in 1844 en 100 meter verder gelegen

op de hoek Venlosesteenweg-Kasteelstraat.

(20) + (21) Lies Ramakers-Kuypers (Lies van Bair

vanne Kamp), de oudste dochter (54) van Bair

Kuypers. Gehuwd met Lambertus, Joannes Ramakers

(Bair van klömpe Graadje). Beiden zijn geboren en

getogen “Itterse”.

(22) Renier,Hubertus van de Vin (Neer van Huike),

“Neeritter 08/03/1902 - +Roermond 03/08/1952.

(23) Johannes, Ferdinandus van de Winkel (Ferdie

van (tummer) Nèndje) uit Neeritter geboren aldaar op

109

Page 18: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

30/05/1914.

(24) Johannes, Hubertus Hansen (Sjânke van (Koeëb)

Hanze), °Neeritter 16/02/1917 - +Kelpen-01er 11/

11/1987. Was in laatstgenoemde plaats koster-or-

ganist. (Had vele verdiensten voor de gemeenschap en

werd daar voor pauselijk én koninklijk onderscheiden).

(25) Catharina. Hubertina Paulussen-Leeters (Tina

van Joeëb),°Neeritter 09/02/1905 - +Neeritter 04/03/

1987.

(26) Mathilda, Anna Maria, Josephina Hendrickx-

van de Winkel (Tilla vanne Köster), °Neeritter 03/10/

1906, wonend in Ittervoort.

Jos VAN DE WINKEL

Ittervoort.

Hoe Robert DES ART onze molens tekende in 1961.

Einde 1961 verscheen " De windmolens van België" te

Brussel. Er was een voorwoord van Alfred Ronse en

een inleiding van Arthur Haulot. Het eigenlijke werk

bestaat uit 154 bladzijden pentekeningen van

windmolens, uit alle provincies.

Robert Desart zegt dat het hem twee jaar werken en

vooral rondreizen heeft gekost. Men kan dat voetstoots

aannemen.

De tekeningen zijn smaakvol en zeer verzorgd.

Het werk is, zo te zien, een privé-uitgave in een reeks

van "getekende boeken". Er is alleszins geen andere

uitgever vermeld, wel de auteur als wonende te

Grimbergen, Haneveldkaan, 29. Waar het boek toen te

koop was voor 200 frank.

We hebben gepoogd de tekenaar aan te schrijven, nu

haast dertig jaar later, voor toelating tot overname.

Hij was (er) niet meer...

Wij danken hem, nu hij er misschien (wellicht) niet

meer is.

Donaat SNIJDERS.

KESSENICH. Wijk : Veldstraat. Arr. Maaseik.

1869. Genoemd : De Korenbloem.

Afgebroken in 1961.

110

Page 19: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Ill

Page 20: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Orgel in de Sint-Leonarduskerk te Molenbeersel

werd gerestaureerd.

Op zondag, 29 april jl. werd het gerestaureerde kerkorgel in Molenbeersel plechtig ingespeeld door niemand minder

dan de bekende orgelleraar Joris VERDIN.

Op de uitnodiging van deze manifestatie, die wij hierbij afdrukken, verneemt men iets meer over de historiek van het

orgel.

Chris GERIS bezorgde ons tevens de 22 bijdragen, getiteld "op de orgelbank" die reeds eerder verschenen in het

Parochieblad en in het Kinders Klökske. Uit deze bijdragen hebben we enkele gedeelten overgenomen.

PLAATSING VAN HET ORGEL IN 1886.

In 1886 werd een orgel geplaatst in de Sint Leonar-

duskerk. De kerk was toen nog vrij klein want het

transept met de koepel en het koor zijn een uitbreiding

van deze eeuw. In die tijd was Antonius Roovers

pastoor van deze parochie. Het moet een muzikale man

zijn geweest die in het interieur van zijn kleine

parochiekerk met zo’n groot orgel verrijkte. Hij is

geboren in Gemert (NL.) op 1 januari 1846.

Hij werd op 11 juni 1870 in Luik priester gewijd. Nadat

hij kapelaan was te Peer (1870) Hamont (1871) en

Tongeren (1875), werd hij pastoor in Heppeneert

(1879), dan aalmoezenier der Zusters Benedictinessen

te Tongeren (1883) en in 1885 pastoor in

Molenbeersel.

Hij was niet alleen toegewijd priester, maar ook aktief

schrijver van boeken. Het moet een kunstzinnig man

zijn geweest. Want tijdens zijn 9-jarig herderschap in

onze parochie kwam de kerk in het bezit van het orgel

en een kruisweg, terwijl het kerkhof, eertijds met een

haag omringd, door een muur werd omgeven.

In 1894 werd hij pastoor te Paal waar hij in 1902

ontslag nam en datzelfde jaar te Tessenderlo overleed.

ORGELB OUWERSFAMILIE VERMEULEN.

Het orgel dat in 1886 in onze kerk werd geplaatst, is

een werkstuk uit het atelier van de orgelbouwersfami-

lie Vermeulen uit Weert. De familie startte reeds meer

dan honderd jaar vroeger met het bouwen van orgels.

In het begin van de 18e eeuw opgericht, is het zeker de

oudste orgelbouwplaats van Nederland en ver

daarbuiten, die nu nog steeds actief is in deze branche.

De firma heeft een eeuwenoude traditie. De oudste

archieftekst die “Joannes Vermeulen, orgelmaker te

Nederweert” vermeldt, stamt uit 1730.

Volgens de overlevering was deze Joannes afkomstig

uit Rotterdam (1680) en van beroep beeldhouwer.

Rond of kort na 1700 is hij vanuit Rotterdam naar het

zuiden vertrokken met zijn vrouw Margaretha Touwen.

Ze kregen acht kinderen, waarvan vijf jongens.

Het bedrijf is van dan af tot op heden van vader op zoon

gegaan.

De eerste generatie combineerde het beeldhouwen en

het instrumenten maken. Een prachtig voorbeeld van

het hoogstaande beeldhouwwerk der Vermeulens

bevindt zich nog steeds in de Sint Martinuskerk te

Weert. Rechts achteraan staat een Mariabeeld op een

troon in een overdadig gebeeldhouwde kast. Ze zijn

112

Page 21: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

het werk van Jan Vermeulen. De opdracht uit 1770

staat genoteerd in het archief van de Sint Martinuskerk.

Het loont de moeite dit pronkstuk eens te gaan

bekijken. Maar beeldhouwen is heel wat anders dan

meubels maken. Vermits een orgelkast grotendeels een

meubel is, merkje ook aan ons orgel, dat de firma

Vermeulen in de constructie van de kast erg zwak was.

Zelfs Petrus Johannes (1830-1910), die al uit de zesde

generatie was en ons orgel heeft gebouwd, worstelde

nog met dit probleem. Voor het oog een prachtig

instrument. Maar de misleidend fraaie buitenkant

verborg een zeer slechte onderliggende constructie.

Door de vakkundige herstelling in de schrijnwerkerij

van Hoeken mogen wij zonder schroom zeggen, dat het

meubel nu beter in elkaar zit dan ooit tevoren.

Waterpas op de nieuwe vloer en loodrecht tegen de

muur.

HET ORGELVERDRIET VAN LIMBURG.

In 1988 verwekte orgeldeskundige Jaak Van Gele heel

wat opschudding met zijn uitgave “Het or- gelverdriet

van Limburg”, waarin hij de verkommering van het

orgelpatrimonium in onze provincie aan de kaak stelde.

In 1989 bestempelde hij op de orgeldagen te Beringen

de kerkfabrieken als de grote schuldigen voor deze

verloedering. Ook de provinciale overheid en de

diocesane orgelcommissie verweet hij schromelijk

nalatigheid voor de slechte staat van zo ’n 100 orgels in

Limburg, waarvan er 52 in een hemeltergende toestand

verkeren.

Door de bezorgdheid en de positieve ingesteldheid van

ons kerkfabriek blijft de Leonarduskerk dit or-

gelverdriet bespaard.

Het orgelcomité benaderde reeds in 1983 het

kerkfabriek om een restauratie te overwegen. Zowel de

kerkfabriek als pastoor Coenen reageerden positief.

BESLUIT VAN CHRIS GERIS.

Deze 22 artikeltjes wilden niet alleen inzicht geven

over de restauratie en het instrument, maar waren ook

een pleidooi voor goed orgelspel mét de nodige

waardering.

Wat tientallen jaren financieel mogelijk was, moet in

onze huidige welvaartmaatschappij die de hoogste

kwaliteitsnormen en prestaties eist, ook op kerkmu-

ziekgebied kunnen. Al speelt een organist Pro Deo,

het mag zeker niet "pro deo". Want "goede wil" en

"het goede doel" zijn zelden normen van goede

kwaliteit. V oor muziek geldt juist deze norm. Er is

namelijk maar één soort: goede muziek. Smaken

mogen verschillen.

ORGELFEEST OP 29 APRIL 1990.

Toen Pol SPREEUWERS iedereen welkom heette

omstreeks 17.00 uur, was de kerk reeds goed gevuld.

De stoelen waren zodanig geplaatst dat het publiek

naar het orgel toe keek. Na de historiek van het orgel,

de restauratie en een dankwoord aan de medewerkers,

stelde hij Joris VERDIN voor.

Deze zorgde voor een magistraal optreden en liet het

publiek toe kennis te maken met heel wat onbekende

orgelmuziek. Hij toonde ook aan tot wat het orgel in

staat is.

Nadien werd een receptie aangeboden door het

Gemeentebestuur. In de parochiezaal werd door middel

van dia’s getoond hoe de restauratie gebeurde. In één

woord: vakwerk !

De restauratie van het kerkorgel te Molenbeersel werd

door burgemeester Hubert BROUNS als voorbeeld

gesteld van samenwerking en van inzet voor ons

patrimonium. Wanneer overheidssteun niet kan, te lang

uitblijft of door administratieve verplichtingen bijna

onmogelijk wordt gemaakt, dan is de plaatselijke inzet

van het grootste belang. Wij wensen alle betrokkenen

en niet in het minst onze leden van Molenbeersel die

aan het projekt hebben meegewerkt van harte geluk

met deze geslaagde restauratie.

De informatie en fotomateriaal in deze bijdrage werd

geleverd door Chris GERIS en Pol SPREEUWERS,

waarvoor onze beste dank.

113

Page 22: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een
Page 23: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een
Page 24: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Fotocollage orgel Molenbeersel.

Het aug vanne meister.

Alle zeven even op zijn zeven gemakken. Ein hiel gepesser !

Make det het aafkumtj want ich wil haost speule ! Hopelijk blieve de piepe néet te lang weg

116

Page 25: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

DEN IJZEREN DRAAD.

In dit tijdschrift schreven we enige tijd geleden (Jrg.8, blz. 268-272) een verhaal over de elektrisch geladen draad die

de Duitse bezetters in 191511916 langs onze hele grens met Nederland oprichtten en die zeker “het eerste ijzeren

gordijn’ ’ was in Europa. We vonden ook nog een gehavende hoogst zeldzame foto van het geval tussen Thorn en

Kessenich.

In ' ‘De Kroedwès’ ’ van de kring van Thorn wisten ze onlangs (met pet, met bolhoed) de Thornenaars grotendeels te

identificeren. Zo is zo’n foto veel méér waard!

Dit artikel vond een onverwacht grote respons, zelfs vanwege radio en televisie. Men wist het niet (meer). Men had er

nooit van gehoord. Zo gaat het inderdaad na jaren. En daar is een “tijdschrift’’ goed voor!

WAAR EEN INTERLIMBURGSE BOEKENBEURS

GOED VOOR IS.

We namen samen, met de V.V. V. van Kinrooi, deel

aan dit gebeuren te Maaseik op 28 en 29 oktober 1989.

Er waren de traditionele en talrijke heemkringen met

hun publikaties. Men moest zijn portemonnee wel

stevig in zijn hand klemmen, om niet spoedig arm te

worden. De tijd is gelukkig voorbij dat een dorp, en dan

zeker een zonder adel of kasteel, eigenlijk het

vermelden niet of nauwelijks waard was.

Er waren ook antiquairs en bij hen snuisteren is een

boeiende bezigheid. Men ziet er allerhand wat men

herkent uit zijn prille jeugd, wat thuis bestond, maar

wat verdwenen is...allang. Twaalfhoeken voor 3,5

frank door uitgever Theelen van Tongeren en zo van

dat.

Ge moet wel niet meer afkomen met drie frank vijftig

of zoiets. Het zijn boek-handelaren en misgun ze dan

ook niet dat ze enige winst nastreven, nadat ze bij het

beelden-en boekenstormen waarschijnlijk zomaar

mogen opruimen... ZIJ zijn niet de stommeriken, maar

de achtelozen die het weggooiden.

LIED NR. 3.

Het hele boekje telt 42 bladzijden in heel bescheiden

druk op nog wel, eerder nog slecht oorlogspapier. Het

is gedrukt in 1919 met “kerkelijke goedkeuring” pak

dat vast!

En gedrukt te Peer bij de gebroeders Smeets. Het heet,

wijdlopig:

“Uit liefde vor het vaderland

LIEDEREN NA DEN OORLOG

2de uitgave met nieuwe stukken

lste deel: ernst

2de deel: klucht

3de deel: voordrachten

bewerkt door J.REINARTZ’ ’

Waarom ik er 200 fr. voor betaalde ?

Eigenlijk voor dat ene lied. Hier is het:

Er lag een petieterig boekje, dat bij nader inzien, mij de

ogen uitstak vanwege het “lied nr.3”: “DE IJZEREN

DRAAD”.

117

Page 26: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Een paar kleine opmerkingen:

- de zangwijze was (is?) alom bekend:

dat ene lied van dokter GRIJZENBAARD, een

kwakzalver die de kermissen bezocht met allerlei

"wondermiddelen" voor de goedgelovige onnozelaars:

"kan make dat de dove gaat

en dat de lamme mij verstaat".

Het was lang geleden een "bestseller". Hier is er sprake

van IJZERbaard: haast zeker een toespeling op die

beroemd geworden Ijzer waarachter het Belgisch leger

vier jaar stand hield.

- de "ijzerdraad" (die ook van staal heet) was een

KOPERdraad: de gevaarlijke toch, de dodelijke...

- dat ons landje een "muizenval" was klopt. En dat

men er toch nog ooit uitgeraakte, dat er gaandeweg

ook veel Duitse deserteurs waren, die naar Nederland

uitweken, dat het Belgisch leger later ook een deel van

Duitsland ging bezetten (5de strofe).

- die "cijfermuziek" leerden wij min of meer in de

lagere jongensschool.

In zoverre is het ook een "tijdsdokument".

- tijdens bezettingstijden uit zich de onlust dikwijls in

klandestiene anti-liedjes. Dat is wel van alle tijden.

Men kan, handenwringend, eigenlijk niets daartegen

DOEN. Men reageert zich af in moppen, vloeken,

liedjes, vertelsels, die bijna altijd “onderhuids” blijven

tot na de bevrijding. Er zijn er nogal wat uit die eerste

wereldoorlog, minder lijkt mij, uit de tweede... Want

goed twintig jaar later waren “ze” daar weer..

Met andere verschrikkingen, zoals

“concentratiekampen” Zeer onzaliger gedachtenis. Het

is waard ze te bewaren en te verzamelen, als eerste

klas- tijdsdokumenten.

Wizze wizze wis bom bom!

Gloria, Victoria, wizze wizze wit bom

bom...

DONAAT SNIJDERS

118

Page 27: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Wij lazen voor U ...

"ROEPSTENEN TE KESSENICH"

In "Ons Heem", Jrg.43, nr.2 (1989) verscheen een zeer uitvoerig en zeer gedokumenteerd en uitgebreid artikel van

de hand van Paul De Win, blz.46-94 over "roepstenen en kerkpuien" in ons land.

Een inventaris van deze dingen valt te lezen van blz.72 tot 94, per provincie. Limburg komt er zeer mager uit met

zeggen en schrijve vijf van deze monumentjes, nl. te Hoepertingen, Leopoldsburg, Overpelt, Zutendaal en Kessenich.

Voor ons Kessenich valt er te lezen: Twee roepstenen te Kessenich (nog bestaand op 8/1983) gelegen aan

weerskanten van het portaal van de neo-gotische StMartinuskerk (1898-1899). Het zijn twee hardstenen

kolomresten, afkomstig van de vroegere dorpskerk (J.Venken, Gids voor Oud-Limburg. De Maaskant.

Antwerpen-Weesp, 1985, p. 29). De twee witte, halve rondes met sierband contrasteren fel met de bakstenen

kerkgevel.

Ik denk dat haast al onze lezers bekend zijn met die "opvallende stenen".

Copyright A.C.L. Brussel. Donaat SNIJDERS.

119

Page 28: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Wat is een roepsteen ?

Het is, zegt De Win, een meer algemene term voor een

stenen blok vanwaar bekendmakingen werden gedaan.

Zeker in de late Middeleeuwen, toen haast iedereen

ongeletterd was en men het moest weten van ‘ ‘horen

zeggen”.

Maar op plaatsen tot in deze eeuw toe, was het in de

dorpen veelal de veldwachter als voornaamste persoon:

hij moest het AFROEPEN, meestal ‘s zondags rond de

missen en vanaf een soort verhoog: ‘‘de roepsteen”.

Die dan, steeds volgens deze studie, ook ‘‘dubbel” kon

voorkomen.

Het is aan zo’n steen niet altijd te merken, geeft de

schrijver toe, dat het ook een echte ROEPsteen is

geworden, nadat hij uit de oude kerk verwijderd werd

als in zekere zin onbruikbaar... Als hij dat dan al werd,

dan geeft hij evenzeer toe dat dit nog in de 19e eeuw

gebeuren kon. ‘ ‘Elk zegge het voort! ’ ’

De auteur houdt het ervoor dat hij voor toekenning van

die naam "roepsteen" te werk is gegaan bij

overleveringen van dorpelingen, allicht ouderen.

Is hier, op een van deze twee (overigens prachtige)

stenen na de verlegging rond 1900 (nog)

"GEROEPEN" ?

Eigen kort navragen leverde niets op. Oude Kesse-

nichenaren zouden hier aan het woord moeten komea

Haast je, rep je...

Het zou zeker interessant zijn de beweringen van De

Win bevestigd te zien en te weten.

Veel van deze kleine monumentjes, mede met de kaak,

de dorpspompen en zo meer zijn in de loop der tijden

verdwenen, opgeruimd; niet het minst in de

beeldenstormerij van de moderne jaren, vooral als

dienst aan Koning Auto.

Die prachtige steenblokken (kapitelen) van Kessenich

liggen ook deze "koning" goddank niet in de weg...

Laat ze mooi liggen... Maar vraag eens na wat er van

dat "roepen" eigenlijk is.

ELK ZEGGE HET VOORT: zoals dat oude "roepen"

altijd eindigde.

En dan had Kessenich toch weer iets bijzonders, want

in de andere dorpen bij ons is er bij mijn weten nooit

iets van gehoord.

Dorpspomp van Kessenich... terug van weggeweest.

In het najaar van 1989 werd door Werner Smet - Frans

Parren en Mathieu Henkens een aanvraag gericht aan

het Schepencollege van Kinrooi om de dorpspomp te

mogen terugplaatsen.

Ook de herwaarderingscommissie onder

voorzitterschap van Alfons Hermans en de

verkeerscommissie werden om advies gevraagd.

Al de genoemde instanties reageerden gunstig op onze

aanvraag. Thans kunnen we U meedelen dat de werken

eind augustus zullen aanvangen en we hopen dit

"monumentje" op 22 september te 17 uur te kunnen

inhuldigen. Op die dag verwachten we alle

oud-Kessenichenaren terug in ons dorp voor een fijne

"Terugkomdag".

Na de inhuldiging volgt er een plechtige

Eucharistieviering in de parochiekerk die wordt

verzorgd door de priesters afkomstig uit Kessenich,

gevolgd dooreen gezellig samenzijn in zaal Oppenhof

aan de Dorpsstraat. De organisatie van dit feest gaat uit

van "Ter Eiken" ter gelegenheid van haar vijftienjarig

bestaan.

Mathieu HENKENS.

120

Page 29: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Melkerij H. Harlindis en Relindis te Geistingen.

- deel 3 -

Kar 1: HENKENS Pieter : 1917/1929. HENCKENS

Jos: 1930-1935.

HENCKENS Jos en MEERTEN Jan :

vanaf 1936.

De prijs bedroeg 900,-frin 1917en4.250,-frin 1939.

Kar 2 : SMEETS Jean : 1917/1918.

SMEETS & VANHOLZAETS :

1919/1921

HENCKENS Leonard: 1922/1925

SMEETS J. & MEERTEN J.: 1930/

1935 (behalve 1931).

MEERTEN Jan: 1931.

SMEETS Jan & VANDEWEERDT W. : vanaf

1936.

De prijs bedroeg 690,-frin 1917 en 4.260,-fr in 1939.

Kar 3 : VANDEWINKEL J.: 1917.

CLOOTEN P. & CUYPERS H.: 1918

COOLEN Jacob: 1919.

COOLEN Jean: vanaf 1920.

De prijs bedroeg 1.115,-fr in 1917 en 8.000,-fr in 1939.

Kar 4 : VANHOLZAETS J. : 1917/1918.

DIRKX Jacobus : 1919/1922.

JANSSENS : 1923.

JANSSENS & COOLS : 1925.

JANSSÉNS & CRETSKENS : 1926/1929.

CRETSKENS Ger. : 1930.

CREEMERS Fr.: 1931/+1936.

LANTINNE Lambert: 1932/1935.

LEURS P. : 1937.

SCHROOYEN Jac. & LATINNE Lambert:

vanaf 1938.

De prijs bedroeg 1.200,-fr in 1917 en 7.000,-fr in 1939.

Kar 5 : DEBEN Henri: 1917/1920.

HAMERS & DEBEN R. : 1921/1927.

DIEBEN & HAWINKEL : 1928/1930.

CRETSKENS Ger. : 1931.

MOOREN Thom.: 1932/1936.

KEYERS Fr. : 1937.

MOOREN Th. & KEYERS J. & VER-

STRAETEN J.: Vanaf 1938.

De prijs bedroeg 1.025,-fr in 1917 en 6.200,-fr in

1939.

121

MELKKARREN 1917 - 1940

Page 30: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Kar 6: PERNOT: 1917.

De leden tegen 6 fr de rit:

1918.

HONS & VANMINSEL : 1919/1920.

VANDEWINKEL: 1921.

VANMINSEL : 1922/1923.

CREEMERS & LEYEN : 1925.

LEYEN J.: 1926/1929 (met bijkar). PAUMEN

Jac. : 1930.

HA WINKEL & COOLEN : 1931.

WILLEN Mart. : 1932/1933.

HAWINKEL Jac.: 1934/1936.

WILLEN Th. : 1937.

PEETERS Wed. : 1937.

GORISSEN J. & Wed. PEETERS :

vanaf 1938.

De prijs bedroeg 1.700,-fr in 1917 en 5.000,-fr in 1939.

Kar 7 : De leden aan g,-fr de rit : 1917 De leden aan

8,-fr de : 1918 SNIJCKERS & DEBEN J. :

1919/1920. VERSTRAETEN : 1921.

COOLEN Renier : 1922/1923.

STOCKBROEKX Lambert : 1925/1930.

GO YENS M. : 1931.

COOLEN R. : 1932/1933.

NELISSEN Jan : 1934/1937.

NELISSEN J. & COOLEN Math. : vanaf

1938.

De prijs bedroeg 2.200,-fr in 1917 en 5.000,-fr in 1939.

Kar 8: BOSMANS Louis : 1917.

PEYMEN & BOSMANS & RUTTEN: 1918

TEEUWEN Godf. : 1919.

TEEUWEN & DECKERS : 1920/1921 en

1923.

JAEKEN Pieter: 1922.

MOORS Leonard: 1925/1930.

(vanaf 1929 met bijkar).

PAUMEN Jac.: 1931/1934 + 1937 PAUMEN

Jac. & PAREYN P.: 1935.

Wed. LEDUCQ: 1936.

CORTSJENS Jos : 1938.

MEEKELS Jos : vanaf 1939.

De prijs bedroeg 1.190,-fr in 1917 en 8.955,-fr in 1939.

Kar 9 : BRUNENBERGP.: 1917.

De leden tegen 7,- fr de rit:

1918.

KNIPPENBERG & SNIJCKERS :

1919.

LUTTGENS (?) : 1920.

LAMBERIGTS : 1921 + 1926/1928.

LAMBERIGTS & HERMANS : 1923 en 1925.

VANDEVENNE R. & LUYSMANS : 1929

VANDEVENNE R. : 1930 + 1938/1940.

STOCKBROECKX Lambert: 1931. DEBEN

P.: 1932.

VANDEVEN & DEBEN P. : 1933/1934.

COOLEN Math. : 1935.

VANDENINDEN J. & VANDERVORST W.

1936.

BRUNENBERG P. & MOONEN Th : 1937. De

prijs bedroeg 2.000,- fr in 1917 en 5.500,- fr in 1937.

Kar 10 : DEKKERS Wed. : 1917/1920.

TIMMERMANS : 1921.

De leden: 1922.

JACOBS Jan : 1923 + 1925.

SEGERS Willem : 1926/1927 (met bijkar). De

leden : 1929.

SCHROYEN G.: 1930 + vanaf 1934 MOORS

L. : 1931/1933.

Bijkomende kar (nr. 10b):

DECKERS J. : 1929.

STINKENS M. : 1930.

De prijs bedroeg 2.250,- fr in 1917 en 8.500,- fr in

1939.

Kar 11 : HENDRICKX Th. : 1917/1919. MEERTEN

Mathieu : 1920, 1921 +

1923 + 1925.

SLEVEN Martinus : 1926/1927.

MEERTEN M. & CREEMERS Fr. :

1928/1929.

CREEMERS Fr. : 1930.

SNIJKERS & VANDENINDE : 1931/1932.

VANDENINDE J. : 1933.

BRUNENBERG P. : 1934 + 1936.

DEBEN P. & VANDENINDE J. : 1935.

VERSTRAETEN J. : 1937.

VANDEVORST W. : vanag 1938.

De prijs bedroeg 1.200,- fr in 1917 en 6.800,- fr in

1939.

122

Page 31: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Kar 12 : VANDEVENNE Hub. : 1919/1920

GOYENS : 1921.

Wed. GOYENS & HENKENS : 1925.

COOLEN Renier : 1925/1930

SCHROYEN Godfried : 1931/1932.

STINKENS Godfried : 1931/1932.

COOLEN J. : vanaf 1934.

De prijs bedroeg 1.075,- fr in 1919 en 12.000,- fr in

1939.

Kar 13 : VERKISSEN : 1922.

JAME : 1923.

LEYEN Pieter : 1923/1925.

LEYEN H. & VAN ELSEN C. : 1926/

1930 (vanaf 1929 bijkar).

STINCKENS Mart. : 1931. VANDEWEERDT

Th. : 1932/1935. CREEMERS L. : 1936.

CORSTJENS Jos : 1937.

PAREYN P. : vanaf 1938.

De prijs bedroeg 1.500,- fr in 1922 en 8.395,- fr in

1939.

Kar 14 : VERHAEGH & HEYMANS : 1929/1930

(met bijkar(

HEYMANS : 1931.

VERHAEGH P. : 1932/1933.

PEPELS G. : 1934/1935.

VANDEWEERDT Th. : vanaf 1936.

De prijs bedroeg 10.800,- fr in 1929 (met bijkar) en

9.300,-fr in 1939.

Kar 15 : Wed. VERMEULEN : 1929/1930.

VERHAEGHE P. : 1931 (met bijkar)

PEETERS Jac. : 1932/1935. PEPELS G. : 1936.

HEYMANS Math. : vanaf 1937.

De prijs bedroeg 9.500,- fr in 1929 en 11.000,- fr in

1939.

Kar 16 : PEETERS J. : 1936. PRIKKEN J. : vanaf 1937.

De prijs bedroeg 7.600,- fr in 1936 en 8.500,- fr in

1939.

Kar 17 : VANDERLINDEN J. : vanaf 1938 De prijs

bedroeg 7.600,- fr in 1937 en 12.000,- fr in 1939.

Kar 18 : BERGHS Ch. : vanaf 1 februari 1938 aan 80,-

fr per dag.

Verlinden Nikolaas en Broens René bij de melkkarren.

123

Page 32: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

De eerste rij

1: RUTTEN Jozef - 2: MARTENS - 3: DUPONT - 8: LINSSEN Antoon - 17: MAES Direkteur van de Botermijn - 18: BRINKMAN Willy.

De tweede rij van L naar R :

CORTEN August - PETERS Leo - RUTTEN Hubert - NIESKENS Mathieu - COENEN Jan - TEUWEN Jan - CAMP Harrie -

NELISSEN Herman - GIELEN Jan - GO YENS Godfried - RUTTEN Jan - HERMANS Theodoor - BARTELS Theo.

MELKRITTEN PERIODE 1941 -1948.

Wanneer men het vroeger had over de melkkarren,

ging men nu meer over "melkritten" praten.

Deze ritten werden weer jaarlijks uitbesteed. Wel was

de vraagprijs meestal hoger dan de melkerij wou

betalen en diende men te onderhandelen om tot een

vergelijk te komen.

Rit 1 : MEERTEN Jan & HENCKENS Jos

(Geistingen): 1941/1948.

Rit 2 : SMEETS Jan & VANDEWEERDT W.

(Geistingen): 1941-1943/1945.

SMEETS Jan & VANDEWEERDT W. &

HERMANS M. : 1942.

CRETSKENS Jan: 1946.

CRETSKENS Jan & VANDEWEERDT:

1947/1948.

124

Page 33: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Rit 3 : COOLEN Jan (Ophoven): 1941/1948

Rit 4 : SCHROYEN Jac. & LATINNE Lambert:

(Ophoven): 1941/1942.

De leden: 1943 SMEETS R.:

1944/1947 BARTELS G.: 1948.

Rit 5 : KEYERS J. & MOOREN Th. (Kessenich) :

1941/1942.

HERMANS Th. : 1943.

DIRIKX J. : 1945/1948.

Rit 12 : COOLEN Jan (Ven-Gr.): 1941/1942.

(Zijn paard werd opgeëist door de bezetter).

VINCKEN Willem : 1943/1944.

PRIKKEN J. : 1945.

PARADIS Chr. : 1946.

CREEMERS : 1947/1948.

Rit 13 : PAREYN P. (Aldeneik): 1941/1942.

MEEKELS Jos : 1943/1948.

Rit 14 : VANDEWEERDT Theodoor (Ven):

1941/1944. FINCKEN W. : 1945/1948.

Rit 6 : WILLEN Martinus (Kessenich) : 1941 - 1943/1944.

WILLEN M. & Wed. PEETERS : 1942.

WILLEN & DEBEN H. : 1945/1947. WILLEN

: 1948.

Rit 7 : NELISSEN Jan (Kessenich) : 1941/1946. VAN

DE VENNE H. : 1947/1948.

Rit 8 : PAREYN P. (Aldeneik) : 1941/1942

PAUMEN Jaak & HENCKENS G. :

1943/1945.

PAUMEN : 1946/1948.

Rit 9 : VAN DER VORST (Wed.)(Kessenich) : 1941+

1944.

VAN DE VENNE & Gebroeders LINSSEN :

1942.

De leden : 1943 + 1945.

COOLEN Eugène & VAN DE VENNE : 1946.

VAN DEVENNE H. : 1947.

JOOSTEN Mathieu : 1948.

Rit 10 : JACOBS Will. (Ven) : 1941/1942. DEUSS Th.

: 1943.

BIESMANS Victor : 1944/1948.

Rit 11 : VANDEVENNE R. & VANDENINDE J :

(Kessenich) : 1941.

VANDEVENNE & VANDENINDE &

Gebroeders LINSSEN : 1942.

De leden : 1943.

VERSTRAETEN J. : 1944/1948.

Transportband, 1958.

Rit 15 : HEYMANS Mathieu ('t Zand) :

1941/1944.

VAN DER LINDEN (Elen) : 1945. ROUMEN

K. : 1946/1947. PAUWELS H. : 1948.

Rit 16 : AENGEVELD André : (Wurfeld) : 1941/1942. PRIKKEN Jan : 1943/1948.

Rit 17 : VANDERLINDEN N. (Elen) :

1941/1948.

Rit 18 : KLERKX Harrie (Heppeneert) :

1941/1947. PAUWELS M. : 1948.

Rit 19 : VANDERLINDEN Hubert (Elen) : 1941/1948.

Rit 20 : PEETERS M. : 1943/1945.

SEVERIJNS E. : 1946/1948.

125

Page 34: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een
Page 35: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

127

Page 36: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

In de verslagen na 1949 wordt er globaal over de

melkritten geschreven, echter zonder vermelding van

de betrokken personen.

Het melkrijden was een hard beroep, tegen een matige

prijs. Soms was het moeilijk om in de zomer de melk

koel te houden (de avondmelk werd 's morgens

afgehaald) en in de winter bevroor de melk soms (zodat

men moeilijkheden had om ze te verwelken).

Tankwagens zouden uiteindelijk de taak overnemen

omdat alles veel sneller en beter moest gaan. Tussen de

vroegere melkrijders en de boeren bestond er een

speciale band, zeker wanneer dezelfde melkrijder

jarenlang op de boerderij langskwam.

Werner SMET.

Bronnen: Archief melkerij Geistingen.

Tijdens de tentoonstelling Kieke nao vreuger te

Geistingen zal een speciale stand geplaatst worden

betreffende de melkerij.

Ereprijs te Hasselt, 1958.

De eerste rij van links naar rechts:

CUYPERS Harrie - BERBEN Pierre - SCHROEN Albert - Direkteur PETERS Leo - LAMBRICHTS Pierre De

tweede rij van links naar rechts : SCHMITS Maurice - SILKENS Mathieu - HAWINKEL Jaak - VANHOLZAETS Pierre - KUPERS Willy

128

f3 K

S

S

Page 37: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

- 60 JAAR - INSTITUUT HEILIG GRAF TE KINROOI.

Dit jaar herdenkt men het feit dat de school van het Heilig Graf, reeds 60 jaar lang instaat voor Middelbaar

Onderwijs te KINROOI.

In “Grafschrift”, jrg. 13 nr. 7, april 1990, verscheen een bijdrage over het ontstaan van het klooster en de oprichting

van de school. Met toelating van direkteur Mathieu VANLAAR nemen we deze hierna gedeeltelijk over.

HET ONTSTAAN VAN HET HEILIG-GRAF-

KLOOSTER EN HET KATHOLIEK ONDERWIJS

IN KINROOI.

1. De kloosterorde van het “Heilig Graf”.

De kloosterorde van het "Heilig Graf' is uit de

vernieuwingsbeweging van de 11de en de 12de eeuw,

bekend onder de naam "Gregoriaanse Hervorming",

ontstaan. In Palestina drong die beweging met de

kruisvaarders door.

Toen Godfried van Bouillon in 1099 Jeruzalem

veroverde, was de patriarchale zetel er ten gevolge van

de gewelddaden van de Turken onbezet.

Godfried van Bouillon richtte in de Heilig-Grafbasi-

liek een latijns kapittel van twintig kanunniken op, om

er de kerkelijke getijden in koor te bidden, de patriarch

in het bedienen van zijn kerk te helpen en voor het

zieleheil van de pelgrims te zorgen.

Na een seculiere periode werden die kanunniken in

1114 ertoe verplicht de regel van Sint-Augustinus aan

te nemen. Ze werden in 1122 door Paus Callixtus II als

reguliere kanunniken van het "Heilig Graf' erkend.

Die Paus - en ook zijn opvolgers - namen "de orde van

het Heilig Graf' onder hun bijzondere bescherming. Al

heel vlug verspreidde de orde zich vanuit het Heilig

Land over heel Europa. Zo kennen wij in onze

Limburgse provincie al een klooster van Heilig-

Grafkanunniken in Wimmertingen, opgericht

omstreeks 1145. In 1312 verhuisde dat klooster naar

Henegouw, onder Hasselt.

In Spanje bestaat er nu nog een klooster van Heilig-

Grafkanunnikessen in Zaragoza, opgericht in 1276.

Tussen 1443 en 1445 werd er met de goedkeuring van

Jan van Heinsberg, prinsbisschop van Luik, in Sint-

Odiliënberg in Nederland ook een

Sepulcrinessenklooster opgericht, maar die stichting

heeft geen stand gehouden en omstreeks 1460 stond dat

klooster verlaten.

2. Het Heilig-Grafklooster in Kinrooi.

Jan van Abroek, geboren in Beek bij Bree, had het plan

uitgedacht het in puin liggende klooster in Sint-

Odiliënberg te herbouwen, om er een mannenklooster

van de Heilig-Graforde op te richten.

Met dat doel trad hij in de priorij Henegouw binnen. Na

Jans professie in 1467 liet Comelius Oeslinger, zijn

prior, hem met enige van zijn medebroeders naar

Sint-Odiliënberg gaan, om dat plan te verwezenlijken.

In 1469 werd jan van Abroek priester gewijd en in 1471

erkende prins-bisschop Lodewijk van Bourbon de

stichting Sint-Odiliënberg,met Jan van Abroek als

prior.

In 1474 stichtte prior Jan van Abroek vanuit Sint-

Odiliënberg een klooster voor kanunniken in Kinrooi,

maar na vier jaar bleven er in dat huis geen geestelijken

meer over, behalve dan de prior, pater Vranck en een

lekebroeder.

In 1484 stelde de aartsprior, Catanius Detraversagius,

Jan van Abroek als provinciaal van de orde in

Neder-Germanië aan, maar in 1478 al had hij hem de

volmacht verleend om de “ Orde van het Heilig graf ’ in

onze gewesten te hervormen en zowel mannen als

vrouwen tot de professie toe te laten.

129

Page 38: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

In zijn verlangen om in onze streken een

vrouwenklooster van de orde op te richten, viel zijn

blik op het dorpje Kinrooi, waar het oude

kanunnikenklooster nog leegstond.

Hij maakte zijn plannen aan zijn zuster Meynt

(dementia) van Abroek, die in Roermond in het

klooster van de Cellezusters, “O.L.Vrouw-Boomgaard

genaamd”, onder de regel van Sint- Augustinus zieken

verpleegde, bekend.

Zuster Meynt en twee van haar medezusters, zuster

Catharina van Beuggen en zuster Catharina van Weert,

kregen van hun overste verlof om naar de ‘‘Orde van

het Heilig Graf” over te stappen. Op 8 oktober 1480

legden zij in Sint-Odiliënberg in de handen van de prior

Jan van Abroek de geloften af. Diezelfde dag namen

drie andere vrouwelijke aspiranten het kloosterkleed

aan. ‘s Anderendaags trokken die zes kloostervrouwen

met huifkarren naar Kinrooi , waar Jan van Abroek hen

in het convent “O.L.Vrouw van Jeruzalem”

installeerde.

Wie had op dat ogenblik kunnen voorzien dat die

vrouwen, verenigd in een schamel kloosterje van dat

kleine Limburgse dorp, de stam zouden gaan vormen

van een boom die zijn takken heinde en ver zou

uitstrekken ?

Ja, Kinrooi werd de bakermat van de vrouwenkloosters

van het ‘‘Heilig Graf” in de Nederlanden. Al vlug

werden er vanuit Kinrooi twee dochterkloosters

gesticht: één in Nieuwstad bij Sittard en één in

Garzen-Sint-Antonii. Maar te midden van de oorlogen

en de aanhoudende strooptochten, die op het einde van

de XVde eeuw onze streken onveilig maakten, waren

de kloosterlingen - en vooral dan de vrouwelijke - op

het platteland niet langer meer veilig.

In de lente van het jaar 1496 trokken de zusters van

Kinrooi zich in het naburige stadje Maaseik, waar de

prior voor hen een huis had gekocht, terug.

De twee dochterkloosters verenigden zich in de stad

Luik in het klooster “Sainte Elisabeth des Bons

Enfants”.

Maar de eerste jaren van de van de XVIde eeuw waren

zo onrustig dat na 1520 alleen ‘‘Sainte Elisabeth’ ’ als

vrouwenklooster van de orde overbleef. Het klooster

van Maaseik sloot in die periode bij de congregatie van

Windesheim aan.

Vanuit het klooster in Luik werden, vooral in de

XVIIde eeuw, talrijke nieuwe vrouwenkloosters

gesticht. Van de vele huizen die ons uit die periode

bekend zijn, noemen we er hier maar drie : nl. het

"Sepulcrinessen-of bonnefantenklooster in Hasselt,

"Sainte-Agathe" in luik en de "Bonnefanten" in

Maastricht. Waarom gaat onze aandacht vooral naar

die kloosters uit ?

Omdat na de Franse revolutie vier zusters uit die drie

huizen zich opnieuw verenigden, om op 28 augustus

1837 in Bilzen een nieuw Heilig-Grafklooster te

stichten.

3. Oprichting van een school voor katholiek onder wijs

en een nieuwe stichting van een Heilig Grafklooster in

Kinrooi.

De schoolwet van 1879 en de vastberadenheid van

Monseigneur Doutreloux, bisschop van Luik, om in

Kinrooi zowel als elders een katholieke school op te

richten, waren aanleiding tot die stichting.

Op 13 september 1879 werd de eerste steen van die

katholieke school gelegd. Op tweede Paasdag 1881

zouden een groep zusters uit het Heilig-Graf van Bilzen

naar Kinrooi komen, om de zorg voor de opvoeding

van de katholieke jeugd op zich te nemen. Maar helaas

! Op 14 december 1880 verwoestte een hevige brand de

school en het klooster.

Maar de kloosterlingen gaven niet op: ze sloegen zo

vlug mogelijk weer aan het werk. In de namiddag van

17 juli 1881, aldus E.H.Johannes Baptist Weyen,

pastoor van de parochie Kinrooi, kwamen de zusters

van het Hèilig Graf uit Bilzen in Kinrooi aan en ze

werden er door Monseigneur Doutreloux, bisschop van

Luik en Monseigneur Rutten, zijn Groot-Vica- ris,

plechtig ontvangen.

Trouw aan de traditie - als geestelijke erfgenamen van

de reguliere kanunniken van het kapittel van het

‘‘Heilig Graf”in Jeruzalem - hadden de zusters tot

voornaamste doelstellingen God te loven, Hem voor de

verlossing te danken en het lijden, de dood en de

verrijzenis van de Heer in het dagelijks koorgebed te

bezingen.

Vanuit die overgave aan de Heer stonden ze in

apostolische dienstbaarheid naar de medemens gericht

en ze droegen er het hunne toe bij om het katholiek

onderwijs in ons land uit te breiden en te verstevigen.

Bij hun aankomst in Kinrooi in 1881 namen ze de zorg

over voor de parochieschool, die uit twee klassen voor

lager onderwijs - samen ongeveer 75 leerlingen - en één

bewaarschoolklas voor 50 tot 60 kleuters bestond.

Toen in 1917 de 120 voor de lagere school

ingeschreven leerlingen ook het derde klaslokaal nodig

hadden, werd voor de kleuters een kleine bewaarschool

130

Page 39: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

bijgebouwd, die in 1926 door een ruimer schoollokaal

nog eens vervangen werd.

Naast de lagere school openden de zusters in 1882 een

kleine kostschool om aan de opgroeiende meisjes een

betere opvoeding voor het huishouden en de

vrouwelijke handwerken te geven.

Met hetzelfde doel hielden ze toen ook een

drukbezochte zondagsschool. Geleidelijk voerden de

zusters in de kostschool het leerplan van een vrije

middelbare afdeling in. In 1911 werd aan de bestaande

lokalen een nieuw gebouw voor het internaat

toegevoegd.

Bezorgd om de degelijkheid van het katholiek

onderwijs, werkte zuster M Jozefine Leyen uit

Aldeneik met onvermoeibare ijver voor de omvorming

van de vrije middelbare afdeling tot een middelbare

landelijke huishoudschool. Gestart in oktober 1930,

werd die afdeling in 1934 door de staat erkend en tot de

subsidiering toegelaten. Bij de aanvang telde de

afdeling maar veertien leerlingen, een aantal dat nu, na

ongeveer 60 jaar, tot een mooie groep van meer dan

400 is uitgegroeid.

Tot aan het einde van de tweede wereldoorlog was het

een school waar meisjes van 12tot 15 jaar het eerbare

beroep van boerin konden leren.

De meeste meisjes in die landelijke huishoudschool

waren intern. Ze gingen maar eens in de twee maanden

naar huis. Ze leerden koeien melken, kaas en boter

maken, zaaien en groenten kweken in de kloostertuin,

kippen houden en speculaas en taarten bakken. De

zusters van het Heilig Graf hadden in Kinrooi in die tijd

een erf met wel 300 kippen en andere hoenders. En de

dagen dat de grote oven werd aangestoken om te

bakken, was het feest in de school.

De vierde paragraaf handelt over de ontwikkeling van

de landbouwhuishoudkunde tot het V.S.O.

In Jrg.14, nr.4 van TER EIKEN publiceerde Frans

Parren een artikel met als titel “Katrijn van Kessenich

sticht klooster in Kinrooi’’. In een naschrift betreurt hij

dat in de bijdrage van “Grafschrift’’ nergens de naam

van de initiatiefneemster van de stichting, Katrijn van

Kessenich, werd vermeld. Meerdere historische

bronnen maken er wel melding van, zo merkte hij

terecht op.

Het instituut Heilig Graf blijft haar taak ook heden nog

verder waarmaken. Dit in het belang van onze jeugd en

samenleving. Men poogt er de “waarden’ ’ in het leven

te blijven benadrukken en niet alleen “kennis” bij te

brengen.

131

Page 40: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

HET SINT-ANNABEELD VAN GEISTINGEN.

Laatgotisch kunstwerk in een verloren dorp aan de Maas.

Ons grootste suksesboek -allang uitverkocht- is de inventariserende beschrijving van de veldkruisen en

kapellen van onze vijf dorpen: "Waar men gaat langs onze wegen" (uitgegeven Ten Bos, Nieuwkerken, 1981).

Omkranst door een drietal mooie foto’s vindt men daar de beschrijving van oude en nieuwe ‘Sint Ans-kapel’ te

Geistingen, alsmede van het beeld.

We geven het nog eens in hoofdzaken weer.

Aan de vijfsprong Geistingen-Daalstraat-1 Meulke-Itterseweg-Kessenicherweg vindt ge een nogal petieterig

modern kapelletje, opvolger van een veel ouder en groter.

Het heette in de volksmond ook wel "het kapelke aan Naar des".

Op deze plaats wordt reeds een houten kruis vermeld op de Ferrariskaart van 1776. Tot 1972 stond er een

bakstenen gebouw met dubbele vleugeldeur met spijlen: zoals het in de vorige eeuw wel de mode was. Overigens

goed bedacht: men had een zicht op de binnenkant, ook met gesloten deuren. Bovendien was het voor gebouw

en inhoud zeer goed dat er "wat lucht aan kon". Er waren ook de traditionele twee raampjes en een

voorportaaltje.

Het is daar hoogstwaarschijnlijk de oudste dorpskern van Geistingen.

Archief of dokumenten ontbreken haast altijd rond deze kleine monumentjes en dat is begrijpelijk: er kwam geen

architekt aan te pas, wel een opdrachtgever die zo zijn intentie had.

En natuurlijk een metselaar, en dat was het dan...

Toch weten wij iets meer. Getuigenis namelijk van

wijlen Anna Catharina Smeets-Dirkx (van de “Poes”)

die in haar jonge jaren lange tijd had ingestaan voor

het onderhoud van de kapel. Die heette vroeger te

staan op "Hoezergoed", waar Anneketrien voor

werkte.

Zij was te Geistingen geboren in 1860 en overleed er

in 1942.

Uiteindelijk blijkt de kapel toch op gemeentegrond te

staan en wat zij wist was veelal ook van "horen zeg-

gen". Want toen zij een klein meisje was, werd

verteld dat de kapel zou gebouwd zijn door een over-

levende van de russische veldtocht van Napoleon.

(Dit zou ons in 1814 brengen !), men kan zich voor-

stellen dat de man dankte ! Er zou een "zouavens-

luier", ook uit dank, in zijn gebracht. Wat dat is ?

Deze vrouw had wel weinig benul van militaire "or-

namenten": het zal dan wel een "chevron" of zo iets

zijn geweest. Zij meende pertinent te weten dat deze

tweede teruggekeerde soldaat-schenker Jaak Rutten

was, die pauselijk zouaaf was van 29.11.1869 tot

7.3.1870 en hoogstwaarschijnlijk, na een bijzonder

korte diensttijd dus, ziek naar huis kwam. Hij over-

leed overigens reeds op 7.3.1870, 31 jaar oud.

Sint An heeft hem wel niet gered.

En de verdedigde paus was nog aan het ergste toe,

toen hij begraven werd.

In 1876 werd de ruïneuze kapel herbouwd. Een

collecte bracht 25,-fr.op. De buurt, die er nu nóg veel

mee inzit, liet het er niet bij zitten. Lambert Rutten

(Hoverbert) schonk gratis de brikken, buurman

Raemaekers maakte gratis de deur, Mathijs Snijders

(Koels Ties) schonk de kepers en latten, vrouw

Vertinden...een liter jenever, welk voorbeeld gevolgd

werd door de burgemeester. Echt groepswerk dus,

prachtig !

In 1938,30jaar later, dreigde het dak in te storten. Op

initiatief van Jan Geerkens zaliger werden al vlug

350,-fr bijeengebracht, voor welke som aannemer

Jaak Hermans (van Fieje) een zwaar betonnen dak

konstrueerde.

132

Page 41: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Dat zou waarschijnlijk de eeuwen getrotseerd hebben,

als de kapel in 1972 niet was afgebroken.

Achteraf gezien valt het wellicht te betreuren dat men,

na gezamelijk overleg in de buurtschap, daartoe is

overgegaan: het nieuwe geval is wel modem maar

allesbehalve indrukwekkend... Het beeld, waarover zo

dadelijk meer, kreeg geen lucht meer.

Alles werd, wellicht ook weer terecht, opgeofferd aan

de zo dwingende “beveiliging”. Alle veranderingen

zijn daarom nog geen verbeteringen, zoals een oude

wijsheid verkondigt. De kapel bevatte tot 1972 onder

meer een mooi houten kruisbeeld, twee glazen

verzilverde kandelaars, een paar niet zo oude houten

heiligenbeeldjes, een antiek Lievevrouwke met twee

porseleinen vaasjes.

HET SINT-ANNABEELD.

Maar dan vooral dat beeld !

Een laatgotisch kunstwerk, zoveel is zeker.

‘ ‘ Heren dieven, kom maar niet af! ”. Ik zag dat laatst

staan bij een kopie van een beeld. Wij weten er óók wat

van: in Kessenich, in Kinrooi, in Geistingen, in Elen, in

Heppeneert,..

Wat is het jammer te noemen dat wij onze vroeger zo

geliefde beelden en schatten zo zwaar MOETEN

beveiligen. Misschien nog meer dat die in feite

gedevalueerd zijn tot ‘ ‘objekten’ ’ en tot geldwaarde

(antiek). De huidige bewakers en hoeders van Sint- An

zeggen dat het er gelukkig niet té eenzaam is, maar dat

er steels-verliefde blikken worden geworpen bij het

passeren. Buitenlandse nummerplaten...Wij MOETEN

wel in termen denken van beton en zware ijzeren

platen. Terug naar het beeld.

Wie het voor de eerste keer vlak voor zich ziet staan

komt onder de indruk: ik heb dat meer dan eens

vastgesteld.

Het beeld is vol uitdrukking: hier is een echte vakman

bezig geweest. Als dit “moder An’ ’ voorstelt, dan is

het geen wonder dat men er vroeger ging beewegen om

een goede afloop van de aanstaande geboorte. Het is

een heel dispuut geweest onder “geleerden’ ’ of dit

beeld nu een “Anna’ ’ voorstelt of haar dochter

“Maria” (zelf moeder van die Jezus). Rector Bernard

Claessens hield het erop dat het om een Lievevrouw

ging. Graaf J. de Borchgrave d’Altena opteerde voor

een Anna. Het is duidelijk dat een vrouwelijke en

mannelijke heilige diverse etiketten KON krijgen. Wie

kon bij mogelijkheid ook maar vermoeden hoe die of

die heilige er had uitgezien en dan nog op bepaalde

leeftijd ?

In de schatkamer van Maaseik bewaren ze een,

overigens zeer mooi, vrouwenbeeld, waar duidelijk te

ZIEN is hoe ze ooit van een Apollonia (die van de

tanden.. .en verbrand op een brandstapel die te zien is)

een Lucia hebben gemaakt, tegen de keelpijn en

voorgesteld met een zwaard door de keel gestoken.

Bracht Apollinia niet veel meer op ?

Had men behoefte aan een Sint Lucie ?

Goedkoop dan nog, met wat verandering ? Dat kan

allemaal.

Erg belangrijk is dit wel niet. De devotionele

praktijken en zo zijn vervangen door dokters en

specialisten, scanners, niersteenverbrijzelaars, leven in

vitro, draagmoeders en zo verder.

Blijft tenslotte over: een beeld met kunstwaarde.

Eikenhout, ruggelings uitgehold, 58 centimeter hoog

en aan de voet 39 centimeter breed. De heilige is met

majestätische trekken afgebeeld.

133

Page 42: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Zij zit in gebed met gevouwen handen. Ze draagt een

typische middeleeuwse kleding. Is dit eens te meer een

werk van de beroemde “beeldensnider’ ’ Jan van

Steffensweert ?

Het is mogelijk, maar waarschuwingen passen toch

wel: die “Jan” is tegenwoordig wel “erg” in de

mode...Tot er weer iets anders komt.

De oude Geistingenaren hadden wel door dat dit beeld

“iets bijzonders” was. Annakatrien bevestigde dat zij

pastoor Van den Boom had moeten beloven -op eed! -

dat zij het beeld bij oproer of oorlog of ontij in het oog

zou houden en het in noodgevallen in de kerk moest

brengen. Hoe komt zoiets in Geistingen terecht ?

We hebben er volledig het raden naar.

Het moderne ding is nog gedeeltelijk omkranst door

oude lindebomen. Het ontwerp komt van Gerard

Hermans en het is uitgevoerd door zijn broers, de

aannemers Mathieu en Pierre.

BEZOEK VAN MEVR. VAN THILLO

Bij een bezoek van Mevr. Van Thillo dit voorjaar

schrokken wij toch wel hoe slecht het beeld er uitzag

na de opsluiting in 1972, vergeleken met foto’s van

vóór 1970. Door toedoen van ondergetekende is het

destijds zwaar behandeld tegen wormsteek door de

bekende drogist Van der Hoeven van Maaseik. Die dat

sekure en stinkende werk ook weer eens gratis deed ter

ere van Sint An of laat het dan haar dochter zijn: in

ieder geval familie. Van binnen dus wel voor een hele

tijd weer beveiligd ziet het er van buiten slecht uit, zeer

slecht na die 18 jaar ‘cachot’.

Van Thillo wist ervan en kwam eens kijken namens de

Limburgse Dienst en het Provinciaal Museum voor

religieuse kunst te Sint Truiden, waar van 1 september

tot 11 november 1990 een grote tentoonstelling wordt

gepland over laatgotische beeldsnijkunst uit Limburg

en het grensland.

Ook zij vond het een prachtstuk, hoewel dringend toe

aan reparatie. De buurt heeft zich over de kwestie

gebogen en het beeld zal wel TIJDELIJK verhuizen

naar Sint-Truiden. Waarom ook niet, met al de

garanties die men tegenwoordig krijgt ? Bovendien -zo

zijn de plannen- zal het dan BIJGEWERKT en weer

GEKLEURD terugkomen, wat een groot winstpunt is,

zonder meer. Geen echte RESTAURATIE, want dat is

veel te duur. Restauratie zou betekenen: kompleet

terugbrengen (= restaurare in het Latijn) in de originele

toestand.

Wat stukken van mensen kost. Deze dame vond,

terecht, dat het DAARNA niet zo in die betonnen ‘ ‘

bunker’ ’ MAG opgesloten blijven: het zou dan snel

vergaan. Zij heeft gelijk. Eens zover moet de buurt zich

maar weer beraden 'en zich laten raden door bevoegde

mensen. Een overbrengen naar elders, bijvoorbeeld

naar de kerk, lijkt moeilijk vanwege de beveiliging en

ook zullen de buurtbewoners er wel grote bezwaren

tegen hebben dat HUN beeld verhuizen zou.

Begrijpelijk. Zelf speel ik met de gedachte van ofwel

een nieuwe-oude kapel zoals vroeger...maar de centen.

Ofwel in dat betonnen gevalletje enkele serieuze grote

gaten boren boven de standplaats van het beeld, zodat

er lucht bij kan en het beeld niet verder “stikt”. Met een

nieuwe dikke glasplaat in betonglas is het dan toch

weer ordentelijk. Veel kan DIT niet kosten, en het blijft

veilig. De Heemkring moet anders, lijkt mij, ook maar

bijspringen !

Over Sint An, een weer “opkomende heilige, zou nog

veel te vertellen vallen. Dat is ook gedaan door onder

meer J. van Overstraeten in zijn ‘ ‘Gids voor

Vlaanderen”, 1966 en S. Schoutens in “Maria’s

Limburg”.

Aalst, 1905. Om er een paar te noemen.

Page 43: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

In ons "kapellenboek" opperde ik in 1981 de wens/

idee dat er ooit een prentkaart van het beeld zou uitge-

geven worden. Iets voor de Heemkring, in samenwer-

king met winkels bijvoorbeeld ? Of met verenigin-

gen, parochieraad ? Er bestaan prachtige foto’s. Het

mag gezien worden, geloof dat maar ! Kunsthisto-

risch De glorie van Geistingen.

een uit de buurtschap in zijn

verre jeugd.

Toen wij er gingen bidden

voor de stervende ‘ ‘Pitje

van Naardes”

D. Snijders, o.s.c.

OVER MENSEN EN DINGEN UIT OPHOVEN.

Herinneringen bij een foto ...

Deze woning was eenmaal eigendom van Tieske Klerkx. Metselaar van beroep, zijn eigenlijke naam was Johan

Mathijs Klerkx, gehuwd met Catharina Janssen en vader van drie dochters, Truke, Lieske en Anna.

Deze Anna, de jongste dochter, trouwde met Geer-

keris Jan, de ons bekende oudheidkundige, verzamelaar

van stenen en voorwerpen uit het romeinse tijdperk en

mede-auteur van het boek "Ophoven Geistingen door

de eeuwen heen". Het oude huis werd een tiental jaren

terug afgebroken en op deze plek, in de Merren-

hofstraat, staat nu de fraaiere woning van meester Louis

Geerkens. Hier werd de leuze gehuldigd "het blijft in de

familie".

Tieske Klerkx was een zeer rustig man, niet veel van

zeggen, had min omgang met andere mensen maar is de

maker geweest van vele woningen in zijn leefperiode en

bereikte de ouderdom. Zijn echtgenote Catharina

Janssen, alom gekend als Tant Kaatje was geboren op

25.11.1866 en overleed op 1.7.52. Dus ook een hoge

ouderdom: 86 jaar.

In feite waren het twee woonhuizen.

Links op de foto was de eigenlijke woning van de

eigenaar, maar het voorste huis, met de gevel langs de

straat werd in de jaren 1950 en volgende bewoond door

weduwe Willem Wieers, geboren Maria Coolen, werd

geboren te Ophoven op 17 januari 1861 en stierf

"Moederke Coolen" uit Ophoven.

135

Page 44: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Ingang van het museum te Ophoven. In de deur staat de

Heer A.J. Geerkens.

(Foto : Marcel Ruyst, Kessenich, juni 1964).

Huis van Geerkens-Klerckx Anna, Dorpsstraat 29 te

Ophoven.

Ten zuiden woont Comelia Wieërs.

Langs de straatkant is het Heemmuseum.

(Foto : Coolen Pierre, 1966).

op 4 april 1959. Op haar doodsprentje staat te lezen

“De hoge ouderdom is een zegekroon als hij op de weg

der gerechtigheid gevonden wordt”. “De dierbare

overledene was haar 99e levensjaar ingetreden. We

hadden gehoopt dat ze de 100 zou bereiken”.

Inderdaad had ze de 100 best kunnen bereiken maar op

98 jarige ouderdom kreeg zij blindedarmontsteking en

was het onmogelijk haar nog te opereren, zodat ze aan

deze ziekte moest sterven.

Maar over deze Maria Coolen het volgende: geen

anekdote maar waar gebeurd. Toen Jan Geerkens in

1957 bezoek kreeg van Radio Heer, nabij Maastricht,

om een reportage te verzorgen over zijn museum, dat

gevestigd was in hetzelfde huis, vertelde hij aan deze

radiomensen dat de ware antikiteit dichtbij verbleef.

Wat was het ge volg ? Het oude mens werd bezocht en

verzocht een liedje te zingen uit haar jeugd. En

moederke Wieers zong waarachtig een heus lied uit

haar jeugd en ... in het Frans.

Dit enig feit werd naderhand door Radio Heer

uitgezonden.

We mogen besluiten: Jan Geerkens was inderdaad

verzamelaar van “echte oudheid”. Vermelden we nog

dat Nelke Wieers haar moeder heeft blijven verzorgen

tot aan haar dood. Zij zou Moeder Wieers niet in

ouderdom overtreffen? Ze is 85 jaar geworden en

overleden op 29 maart 1985.

G. Coolen.

Page 45: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

DEKT DE VLAG DE LADING ?

Zoals alle Vlaamse gemeenten kan ook onze gemeente haar eigen vlag hijsen.

Dit is dan het gevolg van het dekreet van 28 januari 1977 dat elke gemeente van het Nederlandse taalgebied

verplicht een gemeentewapen en vlag te hebben.

Na een jarenlange procedure ziet het enige echte officiële Kinrooier symbool er als volgt uit:

" Een gele vlag met drie rode jachthorens - geplaatst 2

-1 - beslagen en gemond van wit" of in heraldische

termen:

" Een vlag van goud met drie jachthorens uit keel,

geplaatst 2-1, beslagen en gemond van zilver". Voor

kenners is dit het wapen van de heren en latere graven

van Hom(e) bij Roermond.

Maar onder dat vroegere graafschap Hom(e)

behoorden alleen de dorpen Geistingen en Ophoven

met de Raam en de Hagendoren.

Dekt dan de vlag wel de ganse lading?

Kan de ganse huidige gemeente Kinrooi zich met deze

vlag wel volledig toedekken ?

Het antwoord is zonder enige beperking een volmondig

ja. In deze korte bijdrage wil ik dit duidelijk maken.

Hiertoe moeten we wel terug naar het verre verleden.

Dat "ons" Kinrooi een fusieproduct is en gevormd is uit

vijf dorpen of vier gemeenten weet wel iedereen, maar

deze vier gemeenten zijn niet zomaar uit de lucht

komen vallen.

* De gemeente Molenbeersel die pas sinds 1845

bestaat is -oneerbiedig gezegd- een samenraapsel van

twee stukken Neeritter (Manestraat en Molenbeersel),

twee stukken Ittervoort (Winkel en Groot-Beersel), een

stuk Stramproy, een stuk Hunsel (Beersel) en een stuk

Kessenich (Beersel).

* De gemeente Kinrooi, die ook in 1845 werd

opgericht, is gevormd uit het gehucht Kinrooi zelf, dat

samen met de Driessenstraat van Kessenich werd

afgesplitst, de Hagendoren die van Ophoven werd

genomen, en de Bomerstraat en de B roekhoek die uit

Neeritter kwamen.

* Ophoven met de Raam en Geistingen bleven, op de

Hagendoren na, wat ze waren.

* Kessenich verloor een groot gedeelte van zijn

oppervlakte aan Molenbeersel en Kinrooi. (1).

De huidige gemeente Kinrooi is dus gevormd uit het

grondgebied van de vroegere schepenbank Ophoven-

Geistingen, de schepenbank Kessenich (zonder

Hunsel), een groot deel van Neeritter en delen van

Stramproy en Ittervoort die onder het land van Hom

hoorden.

Thom, Kessenich en Neeritter zijn drie enclaves die op

oude kaarten, ook al waren ze geen deel van het

graafschap Hom, toch onder die naam zijn terug te

vinden.

Ophoven - Geistingen hoorde tenminste sinds 1243

onder Hom.

Het land Kessenich werd, zeker sinds 1402, bestuurd

door afstammelingen van een zijtak van de heren van

Hom.

Een sprekend bewijs zijn de drie horens in het tweede

en derde kwartier van het gevierendeeld wapen dat de

heren en vrouwen van Kessenich voerden. Dit wapen is

ook te zien op de omslag van het boek van de hand van

Piet Henkens "De geschiedenis van Kessenich". Ook

op vele munten die geslagen werden in opdracht van de

heren van Kessenich kwamen de horens van Hom

voor.(2).

In Neeritter, een van de Luikse vrijdorpen, was de heer

van hom voogd en in Thom (onder) voogd. Deze

functie werd dikwijls misbruikt om die gebieden

helemaal op te slorpen. Hier lukte dit niet. In Wessem,

bezit van de abdij van St.-Pantaleon te Keulen, en

Weert, tendele bezit van het kapittel van St.-Servaas te

Maastricht waar de heren van Hom ook voogd waren

kenden ze meer sukses.

137

Page 46: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Met de gemaakte keuze zal Kinrooi dus zeker niet

onder valse vlag gaan varen, ook al zie ik aan de huizen

in onze dorpen de Homse horens nog niet wapperen.

Thieu WIEERS.

Voetnoten:

(1) Het meest had Neeritter door deze herschikking te

lijden. Het verloor meer dan de helft van de

oppervlakte.

(2) P. Henkens, De geschiedenis van Kessenich, blz.

30 en volgende.

Illustratie :

- Munten uit het boek van Piet Henkens "De

Geschiedenis van Kessenich", blz. 30.

- De vlag zoals ze in de Gemeente-Info staat Jrg.6. nr.

6, april 1987.

138

Page 47: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

OPHOVEN, een dorp dat gefusioneerd werd met Kinrooi, is gelegen in het noorden van Limburg, naast de Maas.

Ophoven is ook de naam van een ruilverkaveling waarin gronden werden opgenomen, vanzelfsprekend van Ophoven,

maar ook van Kinrooi en van Kessenich (allen gemeente Kinrooi) en van de stad Maaseik.

139

Page 48: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

De Maas heeft steeds een zeer grote invloed gehad op

de samenleving en de landbouw in de dorpen van de

streek.

In voorhistorische tijden waren de Ardennen immers

een hoog gebergte. De Maas en haar bijrivieren hebben

dit gebergte door erosie afgebroken. De puinkegel van

de afbraakmaterialen is een tientallen meters dikke

kiezel-en zandlaag die de ondergrond vormt in heel

Noord-Oost Limburg. Na de ijstijden werd een lösslaag

afgezet in de leem-en zandleem- streek.

Ook weer ingevolge erosie werd nu dit materiaal

aangevoerd door de Maas en afgezet in het Maasbroek.

Het gevolg was een vruchtbaar leempakket op zeer

doorlatende kiezel in dit Maasbroek. Het is vruchtbare

en goed bewerkbare grond. In natte winters komen er

wel eens overstromingen voor. Door windverstui-

vingen had zich naast het Maasbroek op de kiezellaag

een duinenrij gevormd van droge zandige gronden

waar het water ongeveer 3 meter onder de ploegzool

voorkomt

De dorpen en de bedrijfsgebouwen zijn gelegen op de

droge duinenrij. De boer bewerkte gronden in het

vruchtbare Maasbroek en op de droge zandgronden.

Maar veel is sinds enkele decennia veranderd: -Voor de

oorlog werd het Albertkanaal gegraven en in de jaren

’70 werd dit kanaal verbreed. Het Albertkanaal wordt

bevoorraad met water uit de Maas en bij elke

versassing gebruikt het Albertkanaal Maaswater. Het

debiet en dus ook het peil van de Maas is ten gevolge

daarvan gedaald.

-In de bedding van de Maas werd kiezel gebaggerd. De

Maasbedding is dus dieper geworden en opnieuw is het

waterpeil gedaald. Dit heeft dan op zijn beurt een

daling van het grondwaterpeil onder de

landbouwgronden voor gevolg gehad.

-De Maaskiezel en het Maaszand zijn uitstekende

bouwmaterialen. Op vele plaatsen in het Maasbroek is

leem weggegraven en de Maaskiezel ontgraven. Grote

waterplassen van tientallen hectaren zijn ontstaan. Ze

zijn in open verbinding met de Maas, en bij laag

waterpeil ingevolge droogte, vloeit het grondwater

gemakkelijker dan vroeger naar de waterplassen. Dit is

de derde oorzaak van verlaging van het grondwaterpeil.

De boer heeft een groot deel van de leemgronden in het

Maasbroek verlaten. Het werden kiezelgroeven.

Er resten hem nog de zandige duingronden waar het

grondwaterpeil is gedaald.

De vooruitstrevende landbouwers hebben putten

geboord om water te pompen voor beregening van hun

akkers. Dat pompen van water heeft opnieuw een

daling van het grondwater voor gevolg.

DE RUILVERKAVELING.

Het ruilverkavelingscomité-Ophoven kende deze

toestand reeds vanaf het ogenblik dat de ambtenaren

van de Nationale Landmaatschappij een bodemkundig

onderzoek deden in het vooruitzicht van de classificatie

van de gronden.

Het ruilverkavelingscomité-Ophoven is steeds van

oordeel geweest dat in het kader van haar taak inzake

landinrichting, het nodige moest worden gedaan om de

nadelige gevolgen van de daling van het freatisch

oppervlak op te vangen.

Landinrichting is immers een gecoördineerde

samenwerking, zodat de nadelen die voortvloeien uit

bepaalde aktiviteiten (hier daling van het freatisch

oppervlak en kiezelexploitatie) worden opgevangen

door het uitvoeren van andere werken.

De waterplassen, ontstaan door de kiezelexploitatie,

werden reeds voor een deel dienstbaar gemaakt voor

recreatie.

Het ruilverkavelingscomité-Ophoven zal daar nu de

nodige installaties bouwen om de droge

landbouwgronden te irrigeren.

DE WATERVOORRAAD EN DE

WATERBEHOEFTE VAN DE DROGE

ZANDGRONDEN.

Voorafgaandelijk aan elk initiatief heeft het ruil-

verkavelingscomité onderzocht of de bodem voor een

normale produktie in het groeiseizoen wel degelijk

water tekort heeft. De bodems vermeld op de

bodemkaart variëren van Z.. (zand) tot S..

(lcmig) zand met een drainageklasse van .b. (droog) tot

.c. (matig droog) en slechts zelden tot .d. (matig nat).

Op de stuifwalgronden -de duinerij naast het

Maasbroek dus- is de meest voorkomende

profielontwikkeling ..b (bruine gronden) of ..m

(plaggengronden).

Op plaatsen verder van de Maas komen andere

(lekzanden voor met meer en meer doorgedreven

profielontwikkeling onder de vorm van een humus

en/of ijzerpodzolisatie.

140

Page 49: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

De humusvoorraad van de grond heeft eveneens een

zeer grote invloed op het waterweerhoudingsver-

mogen van de bodem.

Jonge ontginningsgronden hebben veelal een zeer

dunne humeuze bovenlaag.

De sinds vele eeuwen ontgonnen gronden, nabij de

oude bewoningskernen, hebben veelal een dikke

humeuze laag door de eeuwenlange toevoer van

stalmest.

Het ruilverkavelingscomité heeft de afdeling

bodemkunde van het Centrum voor bosbiologisch

onderzoek van Genk belast met het uitzoeken van de

representatieve bodemtypes voorde streek, de staal-

neming en de staalbeschrijving.

Het Laboratorium voor landtechniek van de Faculteit

voor landbouwwetenschappen van de Universiteit van

Leuven bepaalde het watertekort van de diverse

grondtypes in het groeiseizoen.

DE KLIMATOLOGISCHE GEGEVENS.

Uit een studie van de klimatologische gegevens

betreffende neerslag en verdamping merken we dat er

gemiddeld van september tot maart meer neerslag is

dan verdamping. Dit overschot aan water wordt voor

een deel afgevoerd door de rivieren. Een ander deel

blijft vastgehouden in de grond.

Lemige gronden zuigen grote hoeveelheden water aan ,

humeuze zandige gronden al veel minder en

humusarme zandgronden zeer weinig. Dit

vastgehouden water is in het groeiseizoen ter

beschikking van de plant. Een derde deel van het

neergevallen water zakt af naar het freatisch oppervlak.

Daar het freatisch oppervlak in de ruilverkaveling-

Ophoven veelal zeer diep onder het maaiveld ligt, zal

de plant hier weinig water van recupereren. Door

bronnen komt het eveneens in de rivieren terecht.

Vanaf april tot en met augustus is de verdamping groter

dan de neerslag (zie figuur 2).

In droge jaren is echter de hoeveelheid regenval

kleiner, het aantal uren zonneschijn groter, de

verdamping groter, en bijgevolg het neerslagdeficit

ook merkelijk groter.

Gesteld wordt dat een beregeningsinstallatie een

neerslagdeficit, dat eens per 10 jaar kan voorkomen,

moet kunnen opvangen.

Voor een plantengroei met permanente verdamping

werd door statische verwerking van de neerslag-en

verdampingsgegevens van het weerkundig station

van Beek in Nederlands-Limburg het te verwachten

neerslagtekort berekend.

De neerslag en de verdamping gemeten op het K.M.I.

te Ukkel verschilt merkelijk met deze te Beek. De

Maasvallei is droger dan Ukkel. Figuur 2 De neerslag. Je verdamping, hel neerslag Jtfnil en -overschol m Je loop van een jaar.

GEMIDDELDE MAANDELIJKSE NEERSLAG

TE KESSENICH EN DE POTENTIËLE E

VAPOTRANSPIRATIE VOOR GRASLAND

DE BODEMKUNDIGE GEGEVENS.

De grond levert aan de plant in de periode dat de

verdamping groter is dan de neerslag, het nodige water

voor een normale groei, tenminste als de bodem zelf

genoeg water heeft.

Leemgrond heeft praktisch altijd voldoende water.

Zandgrond heeft slechts voldoende water als de wortels

water kunnen opzuigen uit het freatisch oppervlak.

Daar het freatisch oppervlak te Ophoven diep onder het

maaiveld ligt, heeft de plant voor een permanent vlotte

groei onvoldoende water.

De watervoorraad werd gemeten tussen de veldca-

paciteit (dit is wanneer de grond aldus verzadigd is dat

deze bij toevoeging van water, dit water laat

wegvloeien) en het verwelkingspunt (dit is wanneer de

grond dusdanig droog is dat de plant verwelkt).

Normaal mag nooit dit verwelkingspunt bereikt

worden, omdat de plant reeds vooraf elke groei stopzet.

Ook verschilt het verwelkingspunt van plant tot plant.

Spinazie of kropsla zullen sneller verwelken dan

granen of maïs.

141

Page 50: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Uit de studie van de klimatologische, de bodemkun-

dige en tevens de teeltgegevens bleek dat in het

ruilverkavelingsobjekt Ophoven de droogte-gevoe-

ligheid van de gronden aldus kan weergegeven worden.

Hieruit kan afgeleid worden dat de jaarlijkse

waterbehoefte in het voorgestelde projekt is: gemiddeld

: 2.431.700 m3 eens per 10 jaar: 3.827.300 m3

BEPALING VAN DE IRRIGATTEFREQUENTIE EN

HET DEBIET.

Uit ditzelfde bodemkundig onderzoek bleek tevens dat

het water met kleine hoeveelheden moet toegediend

worden om te voorkomen dat:

1. structuurbederf optreedt;

2. water oppervlakkig afvloeit;

3. water door infiltratie naar de ondergrond verloren

loopt;

4. teveel water verdampt.

Er mag maximaal een gifte toegediend worden gelijk

met 35 mm regenneerslag of350 m3/ha per decade (=

periode van 10 dagen).

In de veronderstelling dat elke landbouwer deze gifte

spreidt over 10 dagen en 16 uur per dag beregent, dan

bedraagt de gemiddelde beregeningsintensiteit 2,20

m3/uur/ha voor irrigatie van de hele 1.369 ha.

moeten kunnen beregend worden, zodat een

beregeningsintensiteit van 2,20 X 0,75 = 1,65 m3/u/ha

ruim zou volstaan. Voor de ruilverkaveling-Ophoven

zou dus een debiet moeten kunnen geleverd worden

van 1,65 X 1.329 = 2.193 m3/uur.

DE DRUK EN HET DEBIET AAN DE HYDRANT.

De druk en het debiet aan de hydrant moet voldoende

zijn om het gebruik van haspels mogelijk te maken.

Met haspels wordt hier bedoeld een oprolbare buis-

leiding van ongeveer 300 meter met aan het einde van

de buis een irrigatiekanon. De buis wordt volledig

afgerold en met de beregening wordt begonnen. Het

beregeningsapparaat rolt automatisch de buis op met

een regelbare snelheid. Eens de buis opgerold valt de

beregening stil. De vereiste druk aan de hydrant is 10

atmosfeer en het debiet ongeveer 65 m3/uur.

HET VOORONTWERP EN DE ECONOMISCHE

STUDIE.

Nadat de waterbehoeften gekend waren heeft het

ruilverkavelingscomité-Ophoven aan een Limburgs

bouwkundig studiebureau opdracht gegeven een studie

te maken van:

1. de winning, het transport en de opslag van water,

2. de distributiesystemen (pompen en leidingen);

3. een schema van de uit te voeren werken met

bijhorende raming;

4. de economische verantwoording.

Het was een logische eis van het ministerie van de

Vlaamse Gemeenschap dat, vooraleer met het opstellen

van het ontwerp zou begonnen worden, eerst moest

kunnen worden aangetoond dat de werken, zonder

aftrek van enige subsidie, rendabel zouden zijn.

1. De waterwinning.

Het is echter zo dat nooit op de hele oppervlakte

vruchten staan die in dezelfde periode water nodig

hebben.

Er is ook steeds een periode waarin een gewas veel, een

een periode waarin een gewas weinig water nodig

heeft.

Over een grote oppervlakte gespreid kan gesteld

worden dat 75 % van de oppervlakte gelijktijdig zou

De kostprijs, de voor-en nadelen voor

bedrijfszekerheid, exploitatie en waterkwaliteit en de

gevolgen voor het milieu, werden onderzocht voor

diverse wijzen en plaatsen van watercaptatie.

Hieruit bleek dat watercaptatie uit de kiezelputten naast

de Maas te verkiezen was boven watercaptatie uit

geboorde putten of door opstuwing en pompen uit een

of meerdere van de bijrivieren van de Maas

142

Page 51: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

1. Het distributiesysteem.

Vanuit het pompgebouw aan de kiezelputten te

Ophoven zal het water op een druk van ong. 13

atmosfeer gepompt worden in persleidingen. Elke

landbouwer zal aan elk perceel een hydrant vinden

waar hij water kan nemen om met voldoende debiet en

druk zijn privé-beregeningsinstallatie in werking te

kunnen stellen.

2. Het schema van de uit te voeren werken en de

raming.

Aan de hand van een voorontwerp van het

pompgebouw, de elektromechanische uitrusting en het

distributienet, werden de volgende ramingen gemaakt:

-de kostprijs van de werken;

-de kostprijs van de energie;

-de andere uitbatingskosten.

Uit de studie van het distributienet bleek dat hoe groter

de diameter van de buizen, hoe hoger de bouwkosten

en hoe hoger de jaarlijkse afschrijvingskosten, maar

hoe lager de energiekosten voor het in bedrijf houden

van de pompen.

De bouwkosten zijn subsidieerbaar. De energiekosten

daarentegen worden niet gesubsisieerd.

Door middel van computerberekeningen werden de

diameters van de buisleidingen aldus berekend dat de

som van het jaarlijks afschrijvingsbedrag van de

ongesubsidieerde kostprijs van de installatie en van de

gemiddelde energiekost minimaal is. De berekende

diameter van elke buis werd dan naar boven afgerond

naar een buisdiameter, die in de handel verkrijgbaar is.

3. De economische verantwoording.

Voorgaande gegevens werden vergeleken met de

mogelijke winst voor land- en tuinbouw. De winst voor

de landbouw is vanzelfsprekend functie van het

teeltpatroon (dit is de verhouding van de diverse

teelten over de 1.369 ha).

In 1982 werd vastgesteld dat 267 ha groenten, 500 ha

grasland, 420 ha mms en 227 ha andere akker-

bouwteelten waren.

Bij dit teeltpatroon bedroeg de berekende

meeropbrengst bij irrigatie gemiddeld 18.500 fr/ha.

(Voor sommige groenten rekent men op 2 teelten per

jaar). Bij een beperkte uitbreiding van de groenteteelt

voor de conservennijverheid tot 576 ha, werd de

gemiddelde meeropbrengst berekend op 26.500 fr./ha.

Bij een uitbreiding van de groenteteelt aangepast aan

de behoefte van de plaatselijke conservennijverheid tot

1.028 ha (voor dubbel teelten is de oppervlakte

tweemal geteld) zou de gemiddelde meeropbrengst

36.000 fr/ha bedragen.

Als naast de groenteteelt voor conservennijverheid

tevens veilinggroenten worden geteeld (wat eveneens

meerdere teelten per jaar mogelijk maakt) tot een

oppervlakte van 1.259 ha, dan is de gemiddelde

berekende meeropbrengst 49.000 fr/ha.

De jaarlijkse exloitatiekosten per beregende hectare

werden geraamd op 14.000 fr/ha.

Aan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd

een princiepsbelofte van subsidie gevraagd, waarin

geargumenteerd werd dat de gemiddelde

meeropbrengst per ha 26.500 fr. zou zijn bij een

beperkte uitbreiding van de groenteteelt.

In werkelijkheid zou de jaarlijkse winst dan zijn:

(26.500 - 14.000 fr.) X 1.369 ha = ongeveer

17.000.000 fr.

DE SUBSIDIERING.

Ten einde de kosten te drukken heeft het ruilverkave-

lingscomité subsidies aangevraagd aan de Vlaamse

Gemeenschap, de provincie Limburg en de gemeenten

Kinrooi en Maaseik.

De Vlaamse Gemeenschap subsidieert voor 80 %. De

provincie Limburg: 5 % + 3.000.000 frank.

De gemeenten Kinrooi en Maaseik: 10 % - 3.000.000

fr.

Bij de eigenaars betrokken bij de ruilverkaveling zal

een bijdrage geïnd worden van 5 %.

HET ONTWERP.

In het jaar 1986 werd het ontwerp van de werken

opgesteld. Het distributienet en het pompgebouw zijn

ontworpen voor een debiet van 2.193 m3/uur. De

elektromechanische uitrusting, de hoog-en

laagspanningsinstallaties, de motoren en pompen, zijn

voorzien op 75 % van voornoemd debiet.

De installatie in het pompgebouw omvat een grote

opvoerpomp om het water uit de kiezelgroeven naar

het feitelijke pompgebouw te brengen.

Daar wordt het water op hogere druk gebracht en

doorgepompt naar het distributienet.

Daar de debieten moeten kunnen variëren van zeer

143

Page 52: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

kleine irrigatie tegen vorstschade tot zeer groot bij

abnormale zomerdroogte, is het plaatsen voorzien van:

-een hydrofoorketel met 4 kleine pompen voor de

kleine debieten;

-een middelgrote pomp met variërend toerental en dus

ook schommelende middelmatige debieten; -een

middelgrote pomp met constant toerental als

aanvulling van vorige pomp;

-een grote pomp met variërend toe rental voor

schommelende hoge debieten;

-een installatie voor waterslag.

Het geheel is volledig geautomatiseerd en beveiligd,

zodat de bediening en bewaking zeer eenvoudig zijn.

Aan elk perceel in de ruilverkaveling is een hydrant

voorzien, gelijkaardig als een hydrant voor een

brandkraan.

Opdat de landbouwer aan de hydrant water zou kunnen

nemen wordt hem een apparaat ter beschikking gesteld

dat buiten de meter voor het meten van de hoeveelheid

afgenomen water ook een druk-en debietbeperker

bevat (zie figuur 3).

DE PRIJSVORMING.

In het voorjaar van 1988 werd een publieke offerte

uitgeschreven voor de blusleidingen enerzijds en voor

het pompgebouw en de elektromechanische uitrusting

anderzijds.

Het ruilverkavelingscomité gaf de voorkeur aan een

prijsofferte om de aannemers de mogelijkheid te geven

diverse materialen of apparaten voor te stellen, zodat

het comité in de mogelijkheid zou zijn de meest

voordelige, dus niet noodzakelijk de goedkoopste

oplossing te kiezen.

Voor de blusleidingen bestond de mogelijkheid tussen

asbestcement, glasvezelversterkt polyester,

Polyvinylchloride of duktiel gietijzer.

Voor het pompgebouw en de elektromechanische

uitrusting werd aan de aannemer een ontwerp

voorgesteld waarvoor hij prijs moest opgeven, maar

werd hem de vrijheid gelaten andere systemen voor te

stellen op voorwaarde dat aan de eisen van debiet en

druk voldaan werd.

Na het bekomen van de subsidietoezeggingen van het

Vlaamse Gewest, de provincie en de gemeenten, heeft

het milveikavelingscomité de werken toegewezen en

zijn de aannemers begonnen met de uitvoering ervan.

De totale kosten voor deze werken, met inbegrip van

B.T.W.-kosten voor ontwerp, toezicht en allerlei

bijkomende betalingen en vergoedingen wordt

geraamd op 225 miljoen frank.

DE EXPLOITATIE.

De gemeente Kinrooi en de stad Maaseik zullen na

voltooiing de hele installatie in eigendom verwerven.

Er worden besprekingen gevoerd voor de oprichting

van een coöperatieve waarin naast beide gemeenten

ook de land- en tuinbouwers als coöperanten zouden

deelnemen. Deze coöperatie zou de hele exploitatie

beheren en het water aan de land- en tuinbouwers

verkopen. De gemeenten hebben commissies opgericht

die, naast de juridische en technische, ook de

agrarische en sociale aspekten van de irrigatie

bestuderen.

De beide gemeenten zijn er zich immers van bewust dat

het hier niet enkel gaat om een modernisering van de

teelttechnieken en een overschakeling van minder

intensieve naar zeer intensieve tuinbouw, maar dat ook

het aspect werkverschaffing door deze overschakeling

naar tuinbouw en vooral naar marktbare groenten, niet

moet onderschat worden.

De hoop mag gesteld worden dat door dit initiatief van

het ruilverkavelingscomité een bijdrage geleverd wordt

aan de vermindering van de werkloosheid in Limburg.

R.DE GRAEF

Hoofdingenieur-direkteur

van de Provinciale directie

voor ruilverkaveling van

de NLM te Diest.

Page 53: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

NIEUWS VAN DE SCHUTTERIJEN UIT KESSE-

NICH.

Beide schutterijen lieten weer van zich horen en

brachten wat nieuwigheden die onze aandacht

verdienen.

Bij de BREIDELZONEN werd ere-voorzitter Lam-

bert Stockbrockx opgenomen in de Edele eed-broe-

derschap van de souvereine Orde van de Rode Leeuw

van Limburg en de Heilige Sebastianus.

Dit gebeurde te B ree op 21 januari.

Lambert Stockbroekx zag het levenslicht in 1926, trad

in 1945 toe tot de schutterij waarvan hij voorzitter was

van 1971 tot 1985. Proficiat!

Tijdens het "vogelschieten" schoot Mario Gorissen,

vorig jaar reeds koning, opnieuw de vogel af. Indien hij

dit volgend jaar weer lukt wordt hij "keizer" op 18 jaar!

Bij de BREIDELZONEN heeft men een nieuwe groep

vendeliers laten opleiden door De Bond Maas en

Kempen. De groep wint hierdoor veel aan waarde

tijdens de optochten.

Bij onze schutterijen zitten er bestuursmensen en leden

die de handen nog uit de mouwen willen stekea Wij

wensen hen alle succes toe in de toekomst.

Schutterij SINT-MARTINUS was sedert 1 januari

zonder lokaal. Café "Onder de Toren" tegenover de

kerk stopte dan de bedrijvigheid. Op 13 februari begon

men aan de bouw van een nieuw lokaal op de

Bergplaats. Tevens werd het betonnen Sint-Maar-

tensputje vervangen door een nieuw gemetseld putje,

waar op 2 juli weer aan "putvegen" werd gedaan.

Het nieuwe schutterslokaal in aanbouw.

(foto : G.H.K.K. -1 mei 1990).

HERINNERING UIT MIJN PRILLE JAREN.

Het knaapje en de sneeuwman.

Als hij de sneeuwman ziet, zo helemaal alleen In 't

halfduister en de kou... kan hij niet meer...

Een kind nog... weent hij, luisterend naar de wind Die

van de nacht spreekt en knarsetandend huilt. Zijn blik

vol tranen reikt tot waar, met wit gelaat De sneeuwman

met zwarte ogen in 't ijle staart.

Plots merkt de sneeuwman 't knaapje in het huis. Hij

heeft allicht geen lust om binnen dood te gaan Maar is

toch met die kleine peuter echt begaan.

Al is hij heel van ijs, van louter ijs...

Toch smelt hij voldoende uit één oog

Om een druppeltje te storten als een traan

Voor 't ventje dat daar zo roerloos staat in 't warme

huis

En angstig tuurt naar de verlaten sneeuwman In de

kou... in de hijgende wind.

M.J.BOON

HERFST

Hoe nukkig en wispelturig is de herfst.

Rode vlam slaat onbarmhartig in de bomen. Stormen

rammen stam en takken Duizend bladeren tuimelen...

tuimelen En kolken in greppels en dreven.

Dan luwt de felle wind en blaast weemoedig zijn

laatste adem uit Tot alle geluid uitdooft en verstomt

Donkerte sluipt over huizen en vlakte Natte nevels

dekken alle bakens toe Schokschouderend dwalen nog

luttele bladeren Verdwijnen ergens spoorloos in de

mist.

En laat ons thans even toeven bij de graven Gedenken

die ons dierbaren waren En mijmeren over 't lot ieder

van ons beschoren.

M.J.BOON.

145

Page 54: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Beter te laat dan ... Deze huwelijksfoto van Sniekers Pierre met Kunnen Ida en Kunnen Theodoor met Sniekers Anna-Maria uit 1949 hoort nog bij het artikel van "Makkengoed" (zie "Dao Raostj

Get Jaarg. 9 nr. 1 - 2).

Page 55: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

1. Lies GOVAERTS (Jannes)

2. Mia GOVAERTS (Jannes)

3. Betje KUNNEN (Hezer)

4. Mieke KUNNEN (Hezer)

5. Nel CREEMERS (Bet van de Hei)

ó.Toke KUNNEN (Sjraeve)

7. Thieu KUNNEN (Sjraeve)

8. 8. Jan BEUGELS

9. Margriet SMEETS

10. Mathieu SNIEKERS (Makken)

11. Maria KUNNEN

12. Michel VANHEES (Wale Michel)

13. Catharina DONNE (Kaat)

14. Gertrudis KUNNEN

15. Jacob AENDEKERK (Wale

Kuubke)

16. Theodoor KUNNEN (Sjraeve)

17. Pierre STALS (Teune)

18. Maria SNIEKERS (Makken)

19. Antoinette KUNNEN (Sjraeve)

20. Mathijs SCHOUTEDEN (Sjoemaeker)

21. Pierre SNIEKERS (Makken)

22. Maria TIJSKENS

24. Ida KUNNEN (Sjraeve)

25. Mathieu AKKERMANS

26. Catho VANHOEF

27. Arnold MEULENEERS

28. Aldegonda RO Y AKKERS

29. Theodoor BAENS (Zoêj)

30. Harieke BAENS

31. Johannes KUNNEN

32 Jacobus KUNNEN (Sjraeve)

33. Lucia DONNE

34. E.H. Mathieu VLIEGEN

35. Hendrik SNIEKERS (Makken)

36. Aldegonda TIJSKENS

37. Comelia SNIEKERS (Makken)

38. Jean BAENS (Zoêj)

Page 56: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

MAKKENKRUIS TE MOLENBEERSEL

Zoals de meesten onder ons zich wel zullen herinneren werd op dinsdag 22

april 1986 door een aantal vrijwilligers van de Heemkring begonnen met de

afbraak van genoemd monument Men had vastgesteld dat er instortingsgevaar

bestond en om verdere moeilijkheden te voorkomen werd in samenspraak met

alle betrokken partijen (eigenaar - gemeente - heemkring) besloten het

Makkenkruis af te breken en daarna terug op te bouwen.

Opbouwen gaat echter nooit zo snel als afbreken. Maar toch, thans vier jaar

later kan burgemeester Hubert Brouns in aanwezigheid van de Schepenen

Hermans - Beynsberger, Poukens en Van Montfort de eerste steen leggen van

het nieuwe monument.

De burgemeester dankte in zijn korte toespraak de familie Kunnen voor haar

inzet en prees de Heemkundige Kring voor haar doorzettingsvermogen.

Daarna bracht het gezelschap een kort bezoek aan de Daelkapel die momenteel

wordt gerestaureerd.

Het geheel werd afgesloten met een frisse drink aangeboden door een zichtbaar

gelukkige "Makkenfamilie" op de binnenhof van hun erf. Eens te meer werd

bewezen dat zelfs de meest moeilijke opdracht toch een oplossing kan worden

gevonden.

We hopen U allen te mogen uitnodigen in het najaar bij de plechtige

inhuldiging van het heropgebouwde Makkenkruis.

Mathieu HENKENS.

Page 57: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

TUSSEN A EN Z.

Van aoddénk en zicht.

(Inleiding)

Het vermoeden is wel gewettigd dat de meeste jongeren geen benul meer zullen hebben wat deze twee woorden

betekenen... Het is verdwenen: het aoddénk zeker; de zicht is ook heel raar geworden en als ze nog bestaat zal ze wel

ergens erg verroest tussen de spinnewebben hangen in een nog schaarse schuur...

DAT AODDENK.

Het gaat om aod (oud) en dénk (ding), zoveel is

duidelijk. "Ding” is zo alles en nog wat: een mens die

moeilijk ter taal is heeft het daar altijd opnieuw weer

over, “ongeriefd van woorden”, zoals Gezelle dat

uitdrukte.

Ik kende al mensen die ze "dingske" noemden om die

reden in zijn alledaags gepraat: of het nu ging om een

plant of een beest of een voorwerp waarvan hij de

naam niet zo rap vond: het was een "dénk" of "e

dinkske".

Toch werd de combinatie aod-dénk, in mijn jeugd

althans, nooit anders gebruikt dan in de betekenis:

gezeefde assen uit de stoof. Het zal jongeren verbazen

dat men vroeger ongelooflijk zuinig was (in hun

moderne oortjes): als verwarmings-en stookmid- del

bestond er na de tijd van de openhaarden, die ik nog

nauwelijks heb gekend, alleen de kachel, bij ons stoof.

Groot of klein, diverse maten en uitvoeringen, van de

bereklauw tot de "leuvense stoof'. Met of zonder oven;

al of niet enigszins versierd. Altijd met een (stove)bol.

Als die eenmaal gebarsten was, dan nam men de maat

met een "klöppelke", zoals men dat deed met klompen

en schoenen en dan werd ‘ s morgens de student uit de

buurt opgewacht als die naar de tram ging en hij kreeg

"géér of noéi" dat klöppelke mee om van bij Helmes

een nieuwe mee te brengen ‘ s avonds, (verlees het

klöppelke néét!)

Die was er soms verveeld mee, want als er een kwaaie

gard of erger nog een kontroleur op die tram opstapte,

waart ge de sigaar.

Er zaten steeds wel studenten met een paardshaam of

een stovebol of zo onder de bank, voor naober Thies of

Drei: men kon "burendienst" niet weigeren en wilde

dat ook niet doen: iemand een plezier doen en helpen

was nog heel gewoon, ook zonder betaling.

Maar die kontroleur vroeg aan zo’n haamdrager (het

was Béér Rutten, van de borger) of dat OOK studie-

gerief was. Waarop Béér gretig inpikte en Ja zei. De

kontroleur meesmuilend: "Jao, dao zulse waal

eindige...achter e péérd !"

De profetie is ongeveer uitgekomen, maar het

voorwerp moest als vracht naar de pakwagen en

erger..betalen.. zoveel centiemen.. De tram heeft bij

Greefkens moeten wachten omdat de ‘ ‘pampieren’ ’

tussen Aldeneik en Geistingen nog niet uitgeschreven

waren.. De tram kon overigens wachten, want daar

kwam hem toch niets tegen vanuit Kessenich. Dit alles

"terzijde" rond zo’n stovebol en wat een student lijden

kan.

Men stookte in die bol hout en/of kolen, meestal dit

laatste. Als het even kon: magere/Luikse. Vetkolen uit

onze eigen ondergrond “verrenneweerden” de bol en

sintelden ook teveel. Van die vetkolen werden wel

"klute" (kluiten) gemaakt: zo’n twee derden leem en

een derde gruis, wat grootvader of één of andere oude

nonk in het "sjöbke" ineenfoefelde in plaats van de

toch alweer duurdere briketten.- In ieder huis hing er

ergens een speciaal zeef om wat men uit de "laaj"

buitendroeg nog eens te ziften, want er zat allicht nog

wat brandbaars in. En dat was dan "aoddénk", nog

goed voor op een goedbrandend vuur. Over "slam"

zullen we het hier nu niet meer hebben: het was

tenslotte "oorlogsmiserie".

DE ZICHT.

De zicht werd nog eens gebruikt enkele j aren geleden

om een perceeltje boekweit te maaien. De zicht en de

daarbijhorende pikhaak..een kunst om daarmee te

werken, mijne mens.

Met de zeis (zéégsel) dat is eenvoudiger, hoewel het

ook alweer een grote kunst is die scherp te houden, na

vakkundig haren op de haarbol. Ons vader heeft zo,

148

Page 58: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

met de bril op, uren en uren zitten "tuppen" voor

hemzelf en veel voor anderen die dat niet konden: de

zéégsel sjerp haoje.

Een wetsteen kon maar een kleine hulp zijn.

Ze kenden in oude tijden in Geistingen "zich-

tenzöndig". De dikke "meister", Leonard Wieers, heeft

er nog over geschreven. Als de oogst kwam werd het

duidelijk een zware tijd voor de maaiers. We kennen de

verhalen bijvoorbeeld van Edward Vermeulen

(Warden oom) over de "trimards" die vanuit de

Vlaanders ieder jaar hektaren en hektaren gingen

afkappen op de grote franse boerderijen (waar zij thuis

niets hadden). Het ging bij ons wel nooit over zóveel

hektaren, maar het was alleszins toch zware arbeid "in

het zweet des aanschijns" tot ooit die oogst binnen was.

De zondag dat dit was gestart moest de boer nog en

extra tracteren. Maar goed ook, want ‘s anderendaags

was het vroeg op en werken., op boterhammen en het

beroemde "oogstbier" van de brouwerij Vinken. Wat

zerp " de dorst verslaand" (wat heel voornaam was).

Ieder wat grotere boer had destijds een

vaatje"oogstbier" liggen. Mathieu Rut- ten heeft in zijn

boek "De Ruttenkroniek" (1989) op blz. 166-167 een

boekje opengedaan over dat oud bier van de brouwerij

Vinken van Geistingen, ook befaamd in de buurt.

Een verhaal om nog ooit op terug te komen.

Zicht - werkwoord: zichten is natuurlijk in

woordafleiding familie van zéégsel, zeis. Ook van de

familie is dat kleine oogstmes: de vroeger ook zo

bekende "zeekel" of sikkel. Dit laatste gaat terug op

heel oude tijden: de Egyptenaren, Babyloniërs en zo,

die hun mager graangewas bij de oogst alleen de aren

afsneden. In mijn jeugd zag men nog dikwijls er klaver

mee snijden of ook netelen.

In dit laatste geval had men dan wel "haosen" aan of

lappen om de handen. De zicht betekent eigenlijk:

kleine zeis en waar Pietje de Dood mee wordt

voorgesteld dat is dan de echte grote. Al verwonderde

het mij als kind dat die zo’n groot getuig nodig had

voor die toch wel dunne "levensdraad".

Ook de zaag hoort erbij en dat is dan allemaal

"snijgetuig". Duits Sense. De zaag is gebleven. De

zéégsel en vooral de zicht zijn nagenoeg verdwenen. Al

geruime tijd geleden konden niet veel jonge boeren er

nog mee om. De "maaimachienen" deden hun intrede

enlaterde "zelfbinders" en de "dempers". De zware

oogsttijd is verleden tijd.

Men zal er niet om treuren.

Zelfs het zware boomkappen is vervangen door een

simpel omleggen. Wie heeft nog een "waope" of

kapmes, dat wij nu en dan op de grote slijpsteen van

Neer de smeed mochten (moesten) gaan slijpen. Maar

goed dat zo’n dorpssmid er was.

Lezen we niet in de bijbel (I Samuel, 13): "Nu was er in

heel Israël geen smid te vinden, want de Filistijnen

hadden verordend dat de Hebreeën geen zwaarden of

lansen mochten smeden. De Israëlieten moesten zich

ook tot de Filistijnen wenden om hun ploegschaar, hun

zeis, hun bijl of hun sikkel te laten slijpen. Dit kostte

twee derde sikkel voor een ploegschaar of zeis en een

derde sikkel voor een hak, een bijl of voor het

herstellen van een osseprikkel".

Nog een geluk dat Neer veel goedkoper was. "Veur

niks" zelfs voor de klanten, die het zelf kwamen doen.

FILOLOGUS.

149

Page 59: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

150

Page 60: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Mongo 05/05/90

FELICITATIES voor...

BRIEVEN DIE WE MOCHTEN

ONTVANGEN.

Zeer hartelijk bedankt voor het altijd zeer gelezen

"Dao raostj gèt"...

Het was altijd welkom in Nairobi!

Voor 't volgend jaar augustus '90 - mei '91 zal

mijn adres zijn :

Willy Schoofs

c/o Provincial Miss. of Africa

1624 - 21 st. Street N.W.

WASHINGTON D.C. 20009

U.S.A.

Hopelijk vind ik daar wat meer tijd om te

schrijven !

Van harte,

Willy Schoofs.

Miss. of Africa.

Dag burgemeester,

Neef Pol vertrekt binnenkort in verlof en dat is

een mooie gelegenheid om 'n briefje mee te

geven.

Reden van mijn schrijven : U hartelijk te danken

voor alles wat U voor ons, missionarissen, doet.

Niet alleen langs O.C.M.W., maar ook voor de

regelmatige berichtgeving door Gemeente-Info

Kinrooi. Na 36 jaren Zaïre is er 't gevaar dat we

van onze gemeente, van ons dorp vervreemden.

Maar de info vertelt ons alles, op alle gebied, en

zodoende is dat gevaar bezworen. Ik lees die

info uit, van A tot Z en zelfs confraters (één uit

West-Vlaanderen, de ander uit de polders van

Holland) hebben interesse in wat er zoal in onze

gemeente reilt en zeilt.

Ook "Dao raostj gèt" ben ik dankbaar voor de

band met het verleden. Curieus : hoe ouder men

wordt, hoe meer men terug wil duiken in dat

verleden van de voorvaderen.

Hetzelfde vind ik bij onze zwarten terug, een

teken dat het een algemeen verschijnsel is.

Mag ik U daarom vragen, om bij gelegenheid,

de redactie van ons heemkundig tijdschrift,

daarvoor te danken.

Dat was 't voor vandaag : een levensteken en

een dankwoord.

Om te eindigen wens ik U van harte alle heil en

zegen bij 't bestuur van onze gemeente.

Heel hartelijk en meelevend

P. Jan Gorissen

Mongo

Bondo (Uele) - Zaïre.

151

Page 61: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

BESCHERMENDE LEDEN

SILKENS J., St.-Josephstraat 21, Reutje (Nederland)

STEUNENDE LEDEN

BEYNSBERGER Theo, Smeetsstraat 85, Kinrooi

BONNE A., Bovenderstraat 29, Merkelbeek

BRIELS Ton, Bergerrothweg 17, Stramproy

COOLEN J., Rozenberglaan 15, Heel

CUYPERS Herman (broeder), Rue de Crehen 1, Hannut

CUYPERS - CLUSTERS Louis, Weertersteenweg 232, Kinrooi

HENCKENS Mathieu, Venlosesteenweg 119 A, Kinrooi

KUNNEN Eric, Makkestraat 5, Kinrooi

LEMMENS Henri, Bloemstraat 2, Londerzeel

LEMMENS Theo, Weertersteenweg 115, Kinrooi

PEERLINGS Henri, Heikempweg 5, Kinrooi

VANDERSTEGEN Mia, Kampstraat 36 bus 1, Kinrooi

VERBEEK Mathieu, Neeroetersesteenweg 47, Kinrooi

VANTHOOR Willy, Geistingen 54, Kinrooi

WIEERS Jan, Geistingen 36, Kinrooi

E.H. WILL Jaak, Venlosesteenweg 27, Kinrooi

KORTEN Peter, Keenterstraat 84, Weert

ALBRECHTS G., Kempenlaan 5, Genk

PEPELS J., Van Sonsbeeckstraat 20, Heerlen

KUNNEN Léon, St. Truidersteenweg 54, Herk-de-Stad

Wie steunend of beschermend lid wil

worden van de Geschied- en

Heemkundige Kring Kinrooi kan dit door

overschrijving van een bedrag op

rekeningnummer 735-2141878-09.

Steunende leden:

van 500 - 1.000 fr.

van 20 - 60 fl.

Beschermende leden :

vanaf 1.000 fr.

vanaf 60 fl.

152

Page 62: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Griezelen geblazen op onze

volgende ledenvergadering op 5 oktober '90

met als voordrachtgever

kruisheer Albert Wieërs

met zijn vervolgverhaal over

"HEKSEN".

E. H. Wieërs zal zich meer beperken op het

plaatselijk gebeuren : Maaseik, Weert, Geistin-

gen, enz...

"KIEKE NAO VREUGER" te Geistingen.

Op donderdag 1 en vrijdag 2 november

(Allerheiligen) vindt er na tien jaar, weer een

tentoonstelling plaats:

KIEKE NAO VREUGER.

U herinnert zich nog wel van de vorige editie de

communiefoto's, het bidprentje van

grootmoeder, het uniform van de Zouaaf en

nog veel meer leuke dingen uit de oude doos.

Mis deze kans niet om het (uw ?) verleden

terug op te zoeken !

Kom daarom op 1 en 2 november tussen 14.00

uur en 22.00 uur naar het

Gemeenschapshuis te Geistingen.

Voor de prijs hoeft U het niet te laten.

50,- fr. volwassenen

Kinderen gratis.

153

Page 63: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

-Infogids Kinrooi 1990 / V.V.V.-Infodienst v.z.w.;

gemeentebetuur Kinrooi.

Kinrooi, 1990.- 80 p.:ill.

-Gemeentegids Genk 1990/ Gemeentebestuur Genk,

uitgeg. door "Suurland’s Vademecum bvba".

Genk, 1990.- 176 p.:ill.

-Heimwee naar huis: de herwaardering van het

Vlaamse levenslied / Johan van Hecke.

Antwerpen :dedalus, 1989.- 160 p.

ISBN 90 - 70924 - 70 - 6.

-"Opera Omnia": een verzameling historische en

heemkundige opstellen / Pierre Crasbom (et.all); foto’s:

Karei Peeters.

Thom: Geschied- en Heemkundige Kring "Het land

van Thom", 1990.

243 p.: ill.

ISBN 90-9003350-5.

-Bokkerijders voor galg en rad : beelden van wrede

straffen/ M.Hendrickx.

Maaseik, 1990: Dokumentatiecentrum Maaseik en

Maaseiker ruilclub "Achter Olmen".

Dmkkerij: Limburgsche Post, Beegden.

-Adressenlijst gemeente Kinrooi. Kinrooi, 1990.- 156 p.

-Verenigingenlijst gemeente Kinrooi

Kinrooi, 1990.- 28 p.

-Tien-dorpen-tocht "Langs de streep" /

V.V.V.-Infodienst Kinrooi. Kinrooi, 1990.- 31 p.:ill.

-De abdij van Sint Maria, Relindis en Harlindis te Eike

ofte wel het kollegiale kapittel van Onze-Lieve- Vrouw

te Maaseik/ L.P.M.J.Heere, kruisheer. Maaseik, 1968:

historische en Culturele kring.- 58 p. Geschonken door

E.H. Donaat Snijders.

-De lagere school te Maaseik voor de Franse revolutie/

L.P.M.J. Heere, kruisheer. Maaseik, 1967.- 16 p. Geschonken door E.H.Donaat Snijders.

-De Laetbank van Haler, een leen van Kessenich/

A.G.Koenderink.

(Fotokopijen).- 25 p.

Geschonken door Dhr. Driessen uit Eli.

-"Onuitwisbaar": 150 jaar “Klein Kloosterke” te

Maaseik / H.Heymans.

Maaseik, 1990.- 256 p.:ill.

-"Jaarboek nr.22" /Heemkundevercniging Roerstreek.

St.Odiliënberg, 1990.- 192p.:Ul.

-"Heemkalender Kinrooi 1991"/ Geschied- en

Heemkundige Kring Kinrooi (13 foto’s) Kostprijs:

100,-fr.

- Talrijke nummers en jaargangen van allerlei

tijdschriften ("erfenis" Sangers en Snijders, kruisheren

te Maaseik).

- 'n Manjel Stokkemer Weurd : dialektwoordenboek /

Kunstkring Amold Sauwen Stokkem ; ill. : Jan Venken. Stokkem, 1990. - 144 p.: ill.

- Genealogie Franssen. Geschonken door Dhr. Franssen uit Houthalen.

154

Martine DRYVERS.

Page 64: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Onder deze benaming starten we een nieuwe rubriek met als doel onze lezers op de hoogte te houden van

verschillende gelegenheden waar onze kring in meedeelt en/of uitgenodigd werd.

MEI 1990.

Op zaterdag, 5 mei 1990 omstreeks 17.00 uur werd op

het binnenplein van de nieuwe Stedelijke Openbare

bibliotheek, Bleumerstraat 68 te Maaseik het

kunstwerk “De Bokkerijder’ ’ plechtig ingehuldigd. Dit

beeld werd vervaardigd door kunstenares Mevr. Truus

Coumans uit Haelen.

Op 12 mei 11. werd de Nationale Molendag gehouden

te Stramproy. Een borstbeeld in brons van de laatste

beroepsmolenaar van Stramproy, nl.

“Lei Van de Winkel (1908-1978) werd op deze dag

onthuld. Ook dit borstbeeld is vormgegeven door

kunstenares Mevr. Truus Coumans uit Haelen.

Op vrijdag, 11 mei 1990 nam een delegatie van onze

kring deel aan de academische zitting en receptie ter

gelegenheid van het 60 jaar secundair onderwijs door

de Zusters Kanunnikessen van het Heilig Graf van

Kinrooi, op deze avond gaf Z.E.H. Donaat Snijders een

historisch overzicht, (meer uitleg vindt U elders in dit

nummer).

Genealogische instuif op zaterdag, 19 mei 11. in het

Gemeenschapshuis van Geistingen.

Onze kring werd vertegenwoordigd door de

bestuursleden Werner Smet (secretaris) en Louis

Beijnsberger (penningmeester) die de boekenstand

verzorgden.

JUNI 1990.

Op zaterdag, 9 juni 1990 werd te Hamont-Achel de

vijftiende gouwdag gehouden, met als thema “De

kaarsenproduktie: van huisnijverheid tot industrieel

bedrijf en volkskundige betekenis.”

Zondag, 17 juni 1990 was de St.Martinuskerk van

Kessenich uitzonderlijk toegankelijk voor het publiek.

155

Page 65: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Familievorsers zoeken naar hun "Roots".

Genealogische instuif te Geistingen op 19 mei 1990.

Initiatiefnemers Thieu Wieërs en Peter Roost konden

ruim honderd belangstellenden verwelkomen op deze

samenkomst. Dergelijke grote opkomst hadden ze niet

verwacht. Het bewijs werd nog eens geleverd dat er

velen geïnteresseerd zijn in stamboomonderzoek.

Onze kring was aanwezig met de genealogische

publikaties uit ons dokumentatiecentrum. We sloten

aan bij de publikaties van de kring en het archief van

Thorn. De boeken en brochures werden vlijtig ter hand

genomen. Er werden menige gegevens genoteerd. Deze

samenkomst bood de gelegenheid aan genealogen om

eens van gedachten te wisselen, ervaringen te vertellen

en tips te geven.

"Op het archief zoekt ieder voor zich en is weinig

ruimte voor overleg en mag men de anderen niet

storen”, aldus Thieu Wieers. ‘ ‘Tevens heb ik hier de

kans op vele vragen te antwoorden die mij anders

telefonisch of schriftelijk worden gesteld. Vraagstellers

beseffen soms niet hoeveel opzoekingswerk en dus tijd

het vergt om te zoeken wat zij vragen". Ook Peter

Roost, Mathieu Kunnen en vele anderen waren druk in

de weer met antwoorden op vragen. Jaak Simons uit

Hasselt demonstreerde een komputerprogramma met

vele mogelijkheden. De aanschaf ervan kost wel

13.000,-fr. voor zulk engelstalig basisprogramma. De

komputer heeft dus ook hier zijn intrede gemaakt.

Bezoekers gingen de zaal rond met hun map met

gegevens die ze reeds hadden bijeengebracht, of

haalden hun notities boven in de hoop deze te kunnen

aanvullen.

Elkeen droeg een naamkaartje zodat het kontakt leggen

vergemakkelijkt werd. Op een bord werden de

adreskaartjes van de bezoekers, met vermelding van de

familienamen en plaatsen waarrond men opzoekingen

doet, opgehangen. Ook weer een middel om kontakt te

kunnen leggen.

Tegen 18 uur liep deze geslaagde namiddag in het

Gemeenschapshuis naar zijn einde. Alhoewel ik zelf

niet aktief bezig ben met genealogie, heb ik er toch

van genoten. Vele bekenden en bekende gezichten heb ik

er teruggezien.

Een initiatief om te herhalen, misschien met een

voordrachtgever over stamboomonderzoek, wat één der

aanwezigen bleek verwacht te hebben.

Werner SMET.

156

Page 66: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

GENEALOGISCHE DOKUMENTÄRE IN HET BEZIT VAN DE KRING.

NAAM VAN HET BOEK

1. De familie PURNOT en PERNOT

2. Gedenkboek van de familie STO(C)KBROE(C)K(X)

3. SNIJDERS Snel Schrift, nr.3 - 4 - 5 - 6

4. De familie RODIGAS

5. Genealogie POUKENS

6. Mijn naam is : STEINTJES - STEINS - STEYNS -

STIJNS - STEENS

7. The family of Joannes-Cornelius and Maria-Elisabeth

PRIKKEN-THISSEN

8. Stamboom familie SLEVEN

9. Het oude nest: contact en nieuwsblad van het geslacht

SÄNGERS.

10. De RUTTEN-stam in het Maasland

Jrg. nrs. 1-2-3-4

11. The RUITEN family in the United States of America

12. De RUTTEN-stam in het Maasland

13. De familie PEX in de beide Limburgen

14. De bet-overgrootvader van mijn kleinkinderen Joseph

WILMS

15. Mes ascendances limburgeoises: notes généalogiques sur les

families : SMEETS - VAN VELTHOVEN - PEETEN -

SCHOOFS - SLANGEN - RUITEN et GIJBELS.

16. Genealogie SMEETS: drukkersfamilie afkomstig van de

"Zwaantjeshoeve" in Echt 1600 - 1983.

17. Adressenlijst afstammelingen van Hubert VERHEYEN en

FRANSSEN Margaretha.

18. Stamoverzicht VERHEYEN - FRANSSEN

19. Genealogie VERBEEK

20. Stamboek THEUNISSEN

21. Acht generaties te Ophoven van de familie REYNDERS

22. Familiefeest NARINX-HOUTMORTELS

23. KRAEWINKELS reunie

24. Het TEUWEN-krantje nrs. 1-2-3

25. Familie VERLAEK, bakermat Thom

Jrg. nr. 1-2 Jrg. nr.

1 Jrg. 4 Jan.'87

26. Genealogie, een zinvolle vrijetijdsbesteding

27. Stamboomonderzoek: een handreiking bij het schrijven van uw

familiegeschiedenis.

28. BROUNS - BIJLMAKERS - JANSSEN - SCHEEPERS

29. Klim in je stamboom

30. Westfriese geslachten: overzicht van de familie WONDER

31. De tijdrekening: de kalender Juliaans, Gregoriaans en Republikeins.

32. Family of Maria-Elisabeth (Kosten) VENNER

AUTEUR

J.H. STRUKERS

Stam-comité

Donaat SNIJDERS, o.s.c. J.H.

STRUKERS Jan POUKENS

/Helchteren A.B.J.

JONGEN-STEINS

Barbara-Ann THISSEN

René SLEVEN / Roggel W. S

ANGERS, kruisheer

M. RUIT EN / Tongeren

M. RUITEN / Tongeren M.

RUITEN / Tongeren René PEX

Jac. LINSSEN

Ghislaine de PINCHART

P. SIMONS Pierre

VERHEYEN

Jan en Thieu VERBEECK Gebr.

THEUNISSEN / Kinrooi H.J.

GEERKENS en D. SNIJDERS

Familie NARINX Samengesteld door

familieleden VERLAAK Mathieii /

Maaseik VERLAAK Mathieu

Jean HOEKEN Aad

van der TANG

M.J.A. CUYPERS-JANSSEN Michel

MISPELON J.P. GEUS

Donald VANDECANDELAERE

Helen VENNER-MEISTER / Iowa -

U.S.A.

157

Page 67: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Theo GUFFENS / Stokkem-Dilsen 33. Stam DOMEN 34. Oud-pauselijk zouaaf: Pieter-Jan DOMEN 1847-1925

35. DROSSAERTkroniek 1985 en 1986 in Nederlands-LimburgL.J.J. AENDEKERK

36. Adressenlijst van de kinderen en kleinkinderen uit

het huwelijk dat te Kinrooi gesloten werd op 22/011903

tussen Pieter-Matthijs HORNIX en Anna-Maria-Gertrudis

LENDERS.

37. Tweede familiereünie van de familie JEGERS

38. Stamboom familie HINOUL

39. Stam KOSTEN

40. ROSVELDS

Bijgewerkt in '74 door Mandy Rosvelds

'84 door M. Rosvelds en Marleen Menten

41. Het HENCKENSKrantje. Jrg. 1 nrs. 1-2-3

Jrg. 2 nrs. 1-2-3-4

42. Het DIDDEN-blaadje. Driemaandelijks tijdschrift

43. Duizend Limburgse familiewapens

(beginletter: B)

44. Limburgse families en hun wapens. Deel 2 en 3

45. Nederlands repertorium van familienamen (Limb.)

46. De republikeinse kalender

47. Vlaams kwartierstatenboek deel III

48. Genealogie CLUSTERS

49. Genealogie DOUMEN

50. Limburgs tijdschrift GENEALOGIE

Jrg. 12 (1984)

Jrg. 13 (1985)

Jrg. 14 (1986)

Jrg. 15 (1987)

Jrg. 16 (1988)

+ 1 informatienummer (1987)

51. Oud schrift in de praktijk

52. Wapenkunde

53. Allerlei facetten van de genalogie

- burgerlijke stand

- cijnsregisters

- notariaat

- gichten

- bloed- en aanverwantschap

- oud schrift in de schepenregisters

54. Familiegeschiedenis :

- huwelijksvoorwaarden

- notariële verkopen

- delingsakte van een boer

55. Hoe maak ik mijn stamboom op ?

56. Stamboomonderzoek in de praktijk

Pierre VERHEYEN-JANS SEN

Lisette JOOSTEN

J. BIERENS, o.s.c.

Thieu WIEERS / Kessenich

Guido TIJSKENS / Hamont Achel Het

Belang van Limburg 24 en 25 november

1973 F. GOOLE en P. SEVERIJNS De

Walburg Pers Fr. GEVAERT

Centrum voor familiegeschiedenis

V.V.F.-Antwerpen Familie CLUSTERS

Jan DOUMEN

Limburgs en Oudheidkundige

Genootschap.

V.V.F.-Limburg P.

van BAELEN

Dr. Jan LINDEMANS

V.V.F.-Limburg

Martine DRY VERS.

158

Page 68: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

LEZING VAN DR. G.J.B. VERBEET.

Op vrijdag, 22 juni was er een zeer geïnteresseerd

publiek aanwezig in het schooltje van de Hees te

Kessenich.

Het wel en wee van de beide Limburgen tijdens de twee

vorige eeuwen, werd in een zeer boeiende en vlotte

lezing door de heer Verbeet uit de doeken gedaan.

Algauw begrepen we dat de Maas altijd het breekpunt

was in onze geschiedenis.

Nu eens de boedel te scheiden, dan weerom als buffer

te dienen tegen vijandige aanvallen.

In 1795 maakten de Fransen zich meester van de

gebieden aan de Neder-Maas (de beide Limburgen).

Alle heerlijkheidjes en vorstendommen werden van de

kaart geveegd en op z’n frans kwamen er drie stevige

departementen voor in de plaats.

Als in 1815 Napoleon in Waterloo het loodje moest

leggen tegen de Engelsen wilden de Pruisen Neder-

lands-Limburg inrijven tot aan de Maas om alzo hun

droom in vervulling te zien gaan:

Duitsland van de Memel tot aan de Maas.

Maar Engeland stak daar een stokje voor.

De strategische, belangrijke Maas en zijn rechteroever

kwamen onder de hoede van Willem van Oranje

tesamen met de Zuidelijke Nederlanden.

Als in 1830 een onafhankelijk België ontstond, onder

leiding van de 'katholieke' koning Leopold I, was het

spel weer op de wagen in Limburg.

Heel wat katholieke Limburgers van over de Maas

wilden bij België horen maar toen Maastricht bij

Oranje bleef, was het voor de rechteroever gauw

bekeken : Nederlands-Limburg werd de appendix van

Nederland.

De grote afstand naar het politieke en commerciële hart

in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam maakte dat

Limburg verstoken bleef van de welvaart en de

ontwikkeling die het westen van het land kende. Met

Belgisch Limburg was het niet beter gesteld.

In de noord-oostelijke uithoek, ver van de havens en

zonder spoor-en waterwegen kwamen de Belgische

gezagsdragers enkel hun soldaten en accijnzen opeisen.

Voor de rest lieten ze de arme lieden wat keuteren op

hun magere gronden en in hun lemen hutjes.

Wat is geschiedenis boeiend als het over je eigen plekje

gaat!

Bedankt Doctor Verbeet omdat U met hart en nieren

van Limburg houdt.

U hebt door uw lezing ons gevoel van eigenwaarde

gesterkt.

GABY NIES

159

Page 69: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Béste diejalekt- leefhöbbers en leefhöbsters !

Nao oze’n oproop ban verleeje kiêr óm oze sjoêne

platte kal in iêre te haoje höbbe wée hiel veul pozitieve

reejaksies g’hadj. De meiste minse veule heur hertje

nog lmoppe van nostalgiej en bezunjer diejgeene diej ei

stökske VEUR wéereldjoorlog II gebore zeen ! Es wée

het allemaol op ei riêke zette, könne wée jummes röstig

stélle dette veuroêtgank inne wéereldj de’n

achteroêtgank is op en mét hiêl veul sjoên zake en

bezunjer oze platte kal. Wée könne het waal spréeke en

al tamelik léeze...mer sjriêve... det is angere koffiej!

Dao zeen óm zoê te zêkke gein echte beuk van en

neemes kan uch mét zeekerheid garandeere waat en

wiej presies de sjriêfwiêze mót zeen, ómdat oze platte

kal van dorp tot dörp en van streek tot streek versjiltj.

Het aller-gemekkelikste isset esse ei klei bitje begrip

höbs vanne Franse enne Duitse taal, ómdat sommige

aalkappingsteiken en anger teikens ei deegelik

hulpmiddel zeen óm oos riêke klankbuiginge in ein zoê

bést meugelijk te benadere oêtspraak helpe volckxxi

Ein iêrste vereiste óm diejalekt te sjriêve is het zoê

eenvoudig meugelik te haoje en de klankbuiginge door

middel van teikes zoê dicht meugelik te benadere. Es

vorst vanne Rabbedabbers van Kinder höb ich al twelf

jaor het “Rabbedabberke” (kamevals- gezétje)

opgestèldj. En eederjaor opnów kóm ich tot de

óntdèkking detter er weurt zeen diej op ein simpeler

maneer gesjreeve kónne wéere. Auch al sjiltj oze platte

kal (es wèe het sprèeke) neet zóe erg veul in oos viêf

kirkdörpe...toch is de sjriêfwiêze en oêtspraak van

bepaaldje weurt nogal versjillendj.

Hiejbiej wil ich auch nog stélle det “De’n Ertesjiêter’’

(kamevalsgazèt van Kèesing) meede es veurbeeldj kan

aangehooldj wèere wiej det het presies gesjreeve mót

wèere.

Ter Eike heet in miê plat hertje ein gewaardeerdje

plaats verworve !

Het iêrste diejalekt woê det ich in miê lèeve mét in

aanraking kwaam woê re de platte werke van iêre-

Vorst Tonniej van Wiêk van Maazeik. Esdjer het

H.Wammes (kamevalsgazèt van Maazeik) lèestj

kómdjer auch tot de ontdèkking wiej meujlik det auch

vorst Tonniej het haaj óm det Maazeikers in zién

oêtspraak zoê dicht meugelik te benadere.

Ich gebruêk neet veul klinkers of meedeklinkers

achterein mer gebruêk inne plaats de aksente (kepke,

dóbbelpuntjes en streepkes).

Beveurbeeldj: het is spiêtig det het gei sjoên wéér is

vandaag !

Wèez èkke eigelik: spie-ê-tig en sjoe-ê-en mer det

weurdj te lestig in het sjriêve !

Inne weurtjes mét, béd, gazèt enz. zétte wèe het aksón

graaf en det óm de oêtspraak kort te haoje. Mer in

weurt diej langer klinke zoê wiej in gèeve, belèeve,

Kèesing sjriêve wèe twiê ES want sjriêve wèe dit mèt

ein E den veuldjer of heArdjer drek det dit toch neet

heztzelfdje klinktj es in bèd, tierèt, dèk, lèk, enz.

Zétte wèe het streepke oppe twiêdje E den is het

verkiêrdj want den kriêge wèe ein hiêl anger oêtspraak

want het is neet ge-ève, bele-ève of Ke-èsing. Snappie

?

Vergèete wèe nów det streepke te zétte den is het gei

plat miê ! Ein dobbel EE zétte wèe waal in bvb: deeze,

teege, deegelik , peeter en meeter, enz.

Zoê... Veur deeze kiêr weer genóg platte wauwel.

Minse diej in het diejalekt mèt mich wille korrespon-

deere zeen van harte welkom ! Miên adres is Be-

lestraat, 14 en ich vinj altiêd tiêd veur uch trók te

sjriêve!

Weurdj vervolgtj !

TeeVee.

160

Page 70: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

INFOGIDS KINROOI 1990.

Door de V.V.V.-Infodienst KINROOI werd in

samenwerking met het Gemeentebestuur een nieuwe

infogids uitgegeven.

De gids bevat naast de gebruikelijke gemeentelijke

informatie ook toeristische informatie. Het voorwoord

werd geschreven door burgemeester Hubert BROUNS.

Ook is er een algemene historiek over Kinrooi

opgenomen evenals geschiedkundige gegevens en de

belangrijkste bezienswaardigheden in Ophoven-

Geistingen-Kessenich-Kinrooi en Molenbeersel.

Verder bijdragen over de natuurmonumenten,

beregening van landbouwgronden, tradities, oude en

nieuwe gebruiken, Kinrooi: “vissersparadijs” en

“lekker Kinrooi”.

De gids besluit met een bibliografie en de lijst der

adverteerders welke de uitgave mogelijk maakten. Op

de kleurige omslag prijkt het gemeentewapen alsook

foto’s van het gemeentehuis en de groep fietsers

genomen tijdens de fietstocht “Langs de Streep’ ’ in

1989 en een zicht op de jachthaven “De Spaanjerd”.

Inwoners van Kinrooi krijgen de gids gratis aan huis

besteld. Anderen kunnen de gids verkrijgen bij de V. V.

V.-Infodienst Maasstraat, 50 b te 3688 Kinrooi, aan

20,-fr. + eventuele verzendingskosten. (Tel.:

011/56.47.36)

TIEN-DORPEN-TOCHT.

Naast de nieuwe infogids gaf de V.V.V-Infodienst ook

een nieuwe brochure uit voor toeristen en eigen

inwoners die de streek eens willen verkennen per fiets

of met de auto.

Naast de vijf kerkdorpen van onze gemeente:

Ophoven- Geistingen-Kessenich-Kinrooi en

Molenbeersel, worden er ook vijf

Nederlands-Limburgse grensdorpen aangedaan:

Thom-Ittervoort-Neeritter-Hunsel en Stramproy.

De tocht is 40 km lang.

Aan iedere kerk kan men een beschreven wandeling

maken( in totaal zo’n 10 km). Een dagvullend

programma dat zelfs onze eigen inwoners kan

verrassen. De gids is goed geïllustreerd en werd

samengesteld door Werner Smet.

Bestellen bij de V.V.V.-Infodienst;

Maasstraat, 50B bus 3 te 3688 Kinrooi

Telefoon: 011/56.47.36.

Kostprijs: 50,-FR. (excl. verzendingskosten).

BOEKEN VAN BIJ ONS.

Em. VANDENBOSCH; Molenbeersel uit de tijd van

toen.

Uitgave in eigen beheer: Oude Kerkstraat, 41 te 3688

Molenbeersel. Aldaar af te halen.

242 bladzijden: geïllustreerd met kaarten en oude

foto’s.

De schrijver, lid van onze kring, betreurt meer dan eens

in deze gebundelde opstellen, dat Molenbeersel, zo’n

groot dorp (dorpJE noemt hij het steeds, maar dat lijkt

mij een ouderwetse nederigheid) na Henri Janssen

(1938) tot dusver geen opvolger heeft gekregen, die in

boekvorm publiceerde.

Hier is dan, zoveel later, weer een boek geheel gewijd

aan Molenbeersel. Het is goed zo. Ook het zich

beperken tot dat ene woongebied. Het is geen zware

historie. Eerder herinneringen op allerlei gebied aan

“de tijd van toen”, zo’n vijftig-zestig jaar en soms meer

geleden.

Emanuel heeft gegraven in archieven die hem ter

beschikking stonden en daardoor heel wat uit de

doeken gedaan uit de tijd van vader Jan en zijn eigen

werkend bestaan. Met name zijn er zo twee uitvoerige

delen:

over het Broek en de wateringen en over de

ontginningen. Daarmee is wel voorgoed iets

vastgelegd, wat anders beslist dreigde verloren te gaan

in deze nieuwere tijden.

Ook andere, meerdere hoofdstukken raken in menig

opzicht onbekende dingen. Voor velen toch: de

melkerijen met van die namen als “de Pezerik” en zo.

Het vervoer in de dagen dat er nog geen wegen waren...

De landbouw; winkels en cafés; de tram daar tussen

Weert en Maaseik; de ruitersclub; de embrionale

voetbalgebeurtenissen; een paar oude woningen; de

hoerengilde; enz...

De schrijver is kennelijk op zijn best als hij de oude

gebruiken kan verhalen: zo de gebruiken bij een

overlijden, voor honderd procent uitgedokterd.

Zo het ware latijn en vooral misschien ook het

jagerslatijn rond jagen en stropen; de beekvegers (een

totaal verdwenen “ ras ”); de smokkelaars (en de

kommiezen); hoe Molenbeersel een “haven” had; het

vissen in de zovele beken, vijvers, vennen en

waterplassen.

Hij heeft het zowaar over Beerselse “uitvinders”. Over

het verdwenen “buurten”, primitieve “veeartserrij” om

een groot woord te gebruiken, en mensen

161

Page 71: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

artsenij... soms wat ruw tot barbaars toe, maar het WAS

ZO.

De oorlogen komen er mager uit, maar dat zal wel voor

een volgend boek zijn.

Hij ‘ ‘belooft’ ’ dat zo tussendoor wel eens meer, want

uitgepraat is hij zeker met Zelf, als gij wilt, verzamelaar

van oude liedjes, vond ik er hier een paar felgezochte,

zoals dat van “den blauwen kiel”.

Het is niet zozeer een kijkboek, maar een leesboek. De

illustratie is, met, de mogelijkheden van wat er aan

origineel is, toch wel een beetje ondermaats. De auteur

beklaagt zich ergens dat klein alaam, ooit geschonken

voor een nog op te richten verzameling (met een groot

woord “museum”) de mist zijn ingegaan.

Ik moge hem verzekeren dat dit projekt om vele

redenen, toch nog niet vergeten is.

Het boek ziet er mooi uit: verzorgd en zeer goed papier.

Eens te meer jammer echter (zoals met zoveel boeken

gebeurt) dat er zoveel spellingfouten in staan. Het kan

voorkomen worden met een bevoegde corrector en dat

wil ik steeds aanprijzen: er is geen drukkerij of die kent

dat. Er zijn altijd wel mensen die dat willen doen.

Donaat SNIJDERS.

Zoals gebruikelijk: een uittreksel.

OORLOG (p.157).

‘t Zijn droeve tijden als de oorlog loeit, als mensen men

slacht üjk dieren. Dit gedicht is maar al te waar. In de

oorlog van ’40-’45 zijn in Molenbeersel 14 vliegtuigen

neergestort. Gelukkig zonder veel schade te

berokkenen. Ook zijn er vele bommen, vooral brand-en

fosforbommen, gevallen, maar voor ons zonder schade.

Wel was het paard van Rakels zeer verbrand en diende

afgemaakt.

Aan Verstraten en Beker hadden de Duitsers

schijnwerpers geplaatst. Na een kogelregen vanuit

Engelse jagers waren ze plotseling verdwenen.

Voor de piloten was het erger. In Bruneveld lag er een

die nog in het zand geschard had. Het lijk werd door een

jonge boer van schoenen en bretels ontdaan. Achter

Donkeihof viel er een met zijn buik door een

spaneboom. De takken waren tot aan de grond afgekapt.

In het Stramproyerbroek vielen brokstukken van een

vliegtuig. Een piloot bleef onder de motor steken.

Wegens het moeras kon hij niet bovengehaald worden.

Swa van Nieske en Mietje van Drees hebben na de

oorlog daar een houten kruis geplaatst Dit is tot aan de

grond afgerot.

Om enig aandenken te bewaren heb ik een weikje

gemaakt wat hierna volgt.

A.den Doolaard dicht: de eerste dode in elke oorlog is

het gezond verstand.

Waarom brandde in Molenbeersel het Gemeentehuis af

? Het volstond al als zij aan de gemeentesecretaris de

sleutels vroegen, die zou ze graag gegeven hebben.

Door die brand is veel dokumentatie in vlammen

opgegaan. Dokumentatie van jaren vlijtige arbeid en

gegevens over ons dorp werden in een kwartier

verwoest. Kan men zulke bendes nog verzetsstrijders

noemen ?

Die er alleen op uit waren om te moorden, te branden en

te stelen lijk de nachtraven. Hoed af voor diegenen die

veel en in stilte werkten. Wat weinigen weten, is dat

generaal Eisenhower, HIJZELF in Molenbeersel een

stille werker is komen decoreren. Die persoon was

Harie Breukers, van de Kirkel.

Uit het boek: “De bevrijding van Noord-Limburg”,

geschreven door Martin Ruttens, halen wij het

volgende aan:

(kolom met aantal gesneuvelden wordt overgenomen

uit het boek)

Totaal onkosten geschat op 1.154 miljard Dollar en

voor 230 miljard Dollar verwoest. Watleren wij: dat

men in de oorlog blind is Blind van haat tussen regimes,

maar ook tussen de eigen bevolking. Dit was ook voor

Molenbeersel de spijtige WAARHEID.

GEDICHT: opgedragen ter gedachtenis aan de gevallen

piloot in het Stramproyerbroek door Emanuel

Vandenbosch.

HET EENZAME KRUIS.

In het Broek, ver van kerk en huis

staat eenzaam een houten kruis.

Er was een piloot gestrand

en onder het toestel beland.

Hij weikte dapper mede

voor onze duurzame vrede.

En gaf zijn jonge leven voor

ons, en zovelen.

162

Page 72: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

In het grote, gore moeras waar zijn

jeugdig leven begaf is een kruis

geplant voor die onbekende iemand.

Twee edele personen - God zal hun

belonen - hebben aan dat graf geleden

en voor zijne ziel gebeden.

Waarom moeten jonge levens en

onbekende wezens in tijd van oorlog

en terreur onnodig sterven, ver van

hun deur ?

Hoe gaat het liedje weer ?

Nooit geen oorlog meer.

Voor al die onschuldige mensen is het

dat wat wij wensen.

Heemkunde en onderwijs, in: Ons Heem, jrg. 44, nr.

2 - 3 , 1990.

De Gouwdag van Vlaams-Brabant op 4 juni 1989 te

MEERBEEK gehouden was specifiek gewijd aan de

onderwijsbrochures. In Ons Heem werd nu dit

onderwerp hernomen.

alhoewel de uitgewerkte voorbeelden betrekking

hebben op de fusiegemeente Kortenberg kunnen de

lezers ook voor hun eigen gemeente dergelijke

projecten uitwerken.

J. Gerits verzorgde de inleiding "Het Verbond voor

Heemkunde en het onderwijs."

H. Vanoppen schreef de interessante bijdrage "De

onderwijsbrochure gezien vanuit het standpunt van een

heemkundige kring."

J. Devriese bekeek in zijn artikel de

onderwijsbrochures vanuit het standpunt van de

basisschool.

J. Cresens vanuit het standpunt van de kartografie

waarin hij behandelde hoe men eenvoudige kaarten kan

maken voor het onderwijs.

Ter Eiken, jrg. 14, nr. 4; 15 mei 1990.

Steeds opnieuw lezen we het Kultureel tijdschrift voor

Kessenich met veel aandacht.

In dit nummer werd er aandacht besteed aan :

- De Maasgalmkapel -10 jaar jong, door Jean Janssen.

- Lambert Stockbroekx (ere-voorzitter Breidelzonen)

opgenomen in de orde van de Rode Leeuw en de

Heilige Sebastianus, door Jan Knippenberg.

- Katrijn van Kessenich sticht klooster in Kinrooi,

door Frans Parren.

- Mathieu Hamaekers, een rare vogel uit Ophoven,

door Luc Boutsen (naar aanleiding van diens

voordracht voor onze kring op 6 april).

- Uit de archieven De zes afwezigen, door Mathieu

Henkens.

- Weereen roeping in Kessenich: Roos Peeters, door

Jan Lamberigts.

- Ten huize van... Imelda van de Wit, door Christine

Peetere (Imelda Lamere-Hermans).

- Jan vanne pestoer en Zjef vanne veldjwachter, anno

1937, door Piet Henkens.

- De Boterakker bedreigd, door Frans Parren.

- Oud-pastoor Jozef Vandebrouck, door Mathieu

Henkens.

Dit zijn de voornaamste rubrieken die eventueel ook

onze lezers kunnen interesseren.

163

Page 73: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

Een nieuwe uitgave: Hubert VAN EYGEN,

Weertersteenweg, 115 Molenbeersel.

Deze schrijver liet onlangs zijn vijfde dichtbundel

verschijnen "Voorlopig Testament" in de reeks

"Dilbeekse Cahiers", 40 blz., prijs 250,-fr. Dit boekje is

bij hem verkrijgbaar.

Van Eygen is dus niet aan zijn proefstuk. Zijn

dichtbundel "Gevangen gedichten", de voorgaande, laat

een maatschappijkritische stem horen, niet-kriptisch

gesloten zoals zoveel zich nieuw voordoende poëzie

van modernen.

Er staat wat er staat, zonder franjes of omwegen. In

deze nieuwe bundeling (die hij schonk aan onze kring)

is de felheid nog terug te vinden, maar eerder

getemperd door een gevoel van machteloosheid, van

tenslotte ijdele pogingen van een dwarsligger en

kontestant.

"Bijna liep ik me te pletter maar nog net op tijd zag ik

de onverschilligheid". Dit "Voorlopig testament" moge

geen definitief testament zijn. "Je kan beter aarzelen,

zegt de dichter, dan helemaal niets doen".

Hij doet het. In een mooie taal, wat verwacht kon

worden van deze licentiaat germaanse en ex-leraar. Het

is niet het dorp wat hem inspireerde, maar de mensen.

Hij noemt deze gedichten "schuttingverzen" van een

"vrijheidsstrijder".

Een zo te zien merkwaardig man uit onze gemeente.

Overigens in het literaire wereldje van Vlaanderen al

verder bekend.

HET OPSTEL VAN SNEPPEKE.

(Uit: Het Belang van Limburg, 29/04/1964)

Ergens in Limburg...

DE KACHEL.

De enkele warme dagen waarvan we verleden week

mochten genieten brachten tegelijk met de stijging van

de thermometer een vermeerdering van het goed

humeur teweeg. Enige uitzonderingen niet meegeteld!

Inderdaad, heeft de hoofdonderwijzer van de

jongensschool te Geistingen, met reden trouwens, die

enkele zonnige dagen hartsgrondig verwenst.

Wegens het zomerse weer hadden de jongens hun

truien en overjassen in de kast gelaten, en dus

oordeelde de hoofdonderwijzer dat het de hoogste tijd

werd dat de kachel naar de zolder ging. Met vereende

krachten en ten koste van heel wat zweet - het was

verduveld warm weer - werd de kachel uit de klas

verwijderd.

Te laat besefte het schoolhoofd dat hij de grillen van

april klakkeloos over het hoofd had gezien, want na een

paar dagen daalde de temperatuur, de truien werden

zonder moeite bovengehaald, hetgeen met de kachel

natuurlijk niet het geval was, maar nadat de jongens

zelfs in hun overjas de les hadden gevolgd, was men

verplicht de stoof terug naar binnen te sjouwen en aan

te steken.

Uit protest heeft dat onding toen een halve dag

gedampt, maar, wat wil je, ondanks alles mag een

schoolmeester niet vloeken !

164

Page 74: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

VERSLAG V OORJAARSNAMIDDAGREIS JE

NAAR MAASEIK OP 5 MEI 1990.

Onder een blakende zon trokken we op 5 mei 11.

richting Maaseik.

Een 18-tal geïnteresseerden luisterden aandachtig naar

wat onze gids, E.H.Donaat Snijders, te vertellen had

over de huizen van de markt. We begonnen onze

stadswandeling via de Bleumerpoort. Na een woordje

uitleg over de Maasbrug, die vorig jaar honderd jaar

bestond, begaven we ons naar de Bleumerstraat, waar

menige huizen staan met een zeer oude historiek.

- Bleumerstraat nr.47: "De Gapers".

Dit gebouw werd opgericht rond 1600.

Het gebouw dankt zijn naam aan de acht gapende

koppen die als versiering boven vensters werden

aangebracht. Zij werden weggekapt toen men in het

begin van de vorige eeuw in de benedenverdieping

nieuwe, grotere vensters aanbracht en de gevel volledig

egaliseerde.

- Bleumerstraat nr.77: "De Drie Mariën".

Oudste gevel daterend uit 1631, van de eerste

baksteengeneratie.

De typische gevelopbouw verwijst naar de

binnenstedelijke vakbouw, met name de uitkragende

verdieping, hier gedragen door drie bogen uit baksteen.

De drie kristelijke Heiligen:

Eutropia, Bertilia en Genoveva worden in het

Maaseiker gehucht Heppeneert vereerd onder de naam

‘ ‘ De Drie Gezusters”.

Vervolgens bezochten we de markt waar de terrasjes

overvol zaten.

Deze markt is, volgens E.H. Snijders, de mooiste van

het land en ongeveer één hectare groot. Vanouds was

de markt het centrum van het leven. De vier stadspom-

pen op de vier hoeken van het marktplein werden

opgesteld in 1742. Deze publieke pompen werden

vervaardigd door de Maastrichtse kunstenaar Jaspar de

Liège en bleven in gebruik tot het begin der jaren ’60.

In 1920 werd op iedere hoek van de markt een kanon

geplaatst, welke tijdens W.O.II weer werden

weggehaald.

HET STADHUIS.

Het oorspronkelijke stadhuis bevond zich in het

midden van de markt en maakte één geheel uit met de

hal.

Toen dit gebouw afgebroken werd in het midden van

de 18e eeuw (1769) werd het huis “Het Groene Schildt’

’ gekocht om als stadhuis en vleeshal te dienen.

De ingangsdeur met gesmeed kunstwerk toont de

wapens van het graafschap Loon en van Maaseik. Voor

het stadhuis staat thans het ‘ ‘perron’ ’ dat eraan

herinnert dat Maaseik een stad met zekere vrijheden

was. Het perrron dat aanvankelijk een gerechtelijk

instrument was (op de trappen werd het vonnis geveld,

terwijl de zuil als schandpaal fungeerde, waaraan men

de veroordeelden vastbond) werd te Maaseik opgericht

in 1397, na toelating van de prinsbisschop Jan Van

Beieren.

Tijdens de 17e en 18e eeuw werd het perron het

symbool van het gezag en iedere gezagsdrager liet hier

zijn

besluiten bekend maken met als slotwoorden: "MEN

ZEGGE HET VOORT!".

Het huidige perron werd op 1 juni 1958 heropgericht.

STANDBEELD GEBROEDERS VAN EYCK.

De eikeboom was en is nog steeds het symbool van

deze stad.

Het standbeeld van de gebroeders Van Eyck werd

opgericht in 1864, op de plaats waar vroeger de

“stads-eikeboom” stond.

Omtrent de beslissing tot kapping van deze eikeboom

heerste er een grote onenigheid tussen de Eyck-isten,

zij die waren voor hef behoud van de boom, en de Van

Eyck-isten, zij die het kappen gunstig gezind waren.

Deze laatsten wonnen het pleit en de boom werd

gekapt

Dit beeldenduo, Vlaamse primitieve schilders, werd

gebeeldhouwd door Leopold Wiener en op 5

september 1864 ingehuldigd door koning Leopold I.

HUIZEN VAN DE MARKT EN HUN HISTORIEK.

- Markt nr.4: "Gielen": bijnaam de "Engelsman".

De oudste 17de eeuwse kern van het gebouw is

voorzien van een typisch 19e eeuwse gevel,

gekenmerkt door een sobere afwerking.

165

Page 75: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een

- Markt nr.14: “De Vrede” .

Dit imposante 18e eeuwse huis heeft een typische

bouwstijl vervaardigd uit hardsteen met aan de ene kant

3 vensters en aan de andere zijde één venster. Dit huis is

voorzien van een hoge barokgevel die de woning tegen

brand en storm moesten beschermen. Het

zolderdakraam werd "het osseoog" genoemd. Nu wordt

het huis bewoon door dokter Goessens.

- Markt nr.30: "Het Vosken".

Dit hoekhuis wordt eveneens als Bokkerijdershuis

aangeduid, vermits deze bende (1780-1785) in de

kelder van dit gebouw de eed aflegden. Hun leider

Henricus Houben, bewoonde dit huis.

- Markt nr.33: "Von der Liliën".

Hier woonden vele generaties hoofd- postmeesters. Het

gebouw werd opgericht in 1715 en is het laatste

Maaslands huis te Maaseik. Boven de deur staat het

chronogram: “De Leliën verschaffen mij glorie”, (in het

latijn : pariunt mihi lilia decus).

- Markt nr.37: "De Stadt Amsterdam".

Gebouwd in 1687.

In de 19e eeuw woonde er de familie Caris, die vooral

bekendheid verwierf door Lambert-Joseph Caris,

meester-koperslager van beroep, die een

streekgebonden kroniek over de periode 1783-1847

heeft geschreven. Momenteel behoort het pand aan de

Bank Brussel Lambert, die er een bankgebouw

inrichtte.

Verder liepen we nog voorbij enkele prachtige

herenhuizen; zoals ‘ ‘ De Posthoorn (markt nr.40) ”; “

De Oranjeboom (huidig V.V.V.-kantoor)”; en “De oude

apotheek (waarin zes apothekersgeslachten mekaar

opvolgden)”.

KRUISHERENKERK.

Rond het tijdstip van vier uur brachtten we nog een

bezoek aan de kerk van de Kruisheren: de St Jacobskerk

genoemd en gelegen in de Bosstraat.

Deze kerk werd opgericht in 1767 en bezit een

uitzonderlijk mooi rococo-interieur, wat uniek is in

Limburg. De koorbanken dateren uit de 15e eeuw. De

twaalf apostelen werden aangebracht door

Dhr .Mariens uit Antwerpen. Het dubbel orgel zorgt bij

iedere misgelegenheid voor prachtige mu- ziekklanken

die door geen enkele zuil onderbroken worden.

Omstreeks 16.45 uur werden we uitgenodigd om de

inhuldiging van het "Bokkerijdersbeeldje" bij te

wonen. Deze gelegenheid had plaats in de nieuwe

stadsbibliotheek (vroegere Fraterschool), gelegen in de

Bleu- merstraat nr.68. Tal van genodigden, waaronder

burgemeester Vermassen en de ontwerpster van het

beeld Mevr. Truus Coumans, waren aanwezig. Na deze

plechtigheid kon men in de bibliotheek een expo over

bokkerijders gaan bezichtigen.

Martine DRYVERS.

NAJAARSNAMIDDAGUITSTAP :

Bezoek op zondag 16 september 1990 aan de

St.-Martinuskerk van Kessenich en het

prachtige kasteel "Borgitter”.

Wij komen ditmaal samen aan de kerk van

Kessenich omstreeks 13.00 uur.

Op aanvraag van velen organiseert de

Geschieden Heemkundige Kring Kinrooi een

namid- daguitstap naar Sint-Truiden en dit op

ZATERDAG, 13 OKTOBER 1990.

We zullen er een bezoek brengen aan de

tentoonstelling "LAAT-GOTISCHE

BEELDSNIJKUNST", waar ook het beeld van

de Moeder Anna van Geistingen is

tentoongesteld. Geïnteresseerden kunnen koniakt

opnemen met het sekretariaat, Weertersteenweg,

241 te Molenboerse! (Tel.; 011/70.14.10) of wel

via de voorzitter: R. Raets, Venlosesteenweg 157

te Kessenich (Tel.: 011/56.50.84)

166

Page 76: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een
Page 77: Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift de oude doos/1990...In Clairlieu (het historisch tijdschrift van de kruisheren), Jrg.45,1987, verscheen de hiernavolgende bespreking van een