44
JAARGANG 30 NR. 4 OKT - NOV - DEC 2018 Faculteit Geneeskunde • Permanente Vorming Vereniging van de AL umni van de FA culteit GEN eeskunde van de KU Leuven - ALFAGEN Afgiftekantoor: Leuven MassPost - P3A9092 DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT GEN ste j a a r g a n g

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

  • Upload
    others

  • View
    3

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

JAARGANG 30 • NR. 4 OKT - NOV - DEC 2018

Faculteit Geneeskunde • Permanente Vorming

Vereniging van de ALumni van de FAculteit GENeeskunde van de KU Leuven - ALFAGEN

Afgiftekantoor: Leuven MassPost - P3A9092DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT

GEN

ste

j aargang

Page 2: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

inhoud voorwoord

VOORWOORD 2

EDITORIAAL 3

NIEUWS VAN DE FACULTEIT

September promotie van de opleidingen aan de faculteit geneeskunde 5

Uniek academiejaar 2017-2018 7

Schenk jezelf en je patiënt een Mangomoment! 9

Proclamatie van de artsen-specialisten en apothekers klinische biologie en promotie van de masters in specialistische geneeskunde aan de faculteit geneeskunde 10

NIEUWS VAN ALFAGEN

Steunende leden 12

IN DE RAND VAN ALFAGEN

Congres: ‘Zorgpad voor de niet gemetastaseerde prostaatkanker’22 september Gasthuisberg Leuven 13

Steun AGORA 15

Een historische kijk op de Neonatologie in Leuven 16

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Black is beautiful en toch is bleker mode in Kinshasa 24

NIEUWS UIT DE UZ LEUVEN

CAR-T-cellen: een nieuwe vorm van immuuntherapie 26

Longkankerscreening met CT-scan kan duizenden sterfgevallen voorkomen 28

Emeritaat Professor Marc Decramer 30

MEDICA

Medica @ 24 urenloop 31

KUNST, CULTUUR EN REIZEN

Twee exemplaren van een Grieks werk over Vesalius door Nicolas Barbianis in het Leuvens Universiteitsarchief 33

François Crabbe 34

Acco 35

IN MEMORIAM

Uitvaart Professor Marc Verstraete 36

Jan De Groote (2 April, 1925-12 August, 2018) 39

Robrecht Vermeulen 41

LUSTRUMVIERINGEN

Lustrumviering promotiejaar 1953! 42

Geachte collegae,

Beste Alumnileden,

Het overlijden van onze erevoorzitter en zeer gewaardeerd wetenschapper aan onze faculteit, Baron em. prof. dr. Marc Verstraete, krijgt onze bijzondere aandacht, evenals de herdenking en herinnering aan een aantal andere betekenisvolle collegae. Een in memoriam laat soms op zich wachten, maar uitstel is daarom geen afstel.

Onze faculteit heeft een patent op promotie- en emeritaatsvieringen en onze leden krijgen hierover verslag en beelden.

Nieuws uit de UZ Leuven brengen wij steeds graag, of dit nu historiek is dan of het recente aanwinsten betreft.

Een bijzondere lustrumviering pikken wij natuurlijk steeds graag mee.

Dat A. Vesalius weer even om het hoekje komt kijken, is leuk mee-genomen.

Ook het ‘Mangomoment’ mogen jullie zeker niet missen, en het is een ervaringsdeskundige die jullie dit zegt. Verslag over het ‘LKI Fundraising Diner’ (LKI Kankerinstituut) komt in het volgende nummer.

In de Rand van ALFAGEN mogen jullie ook steeds een blik werpen.

Chris GeensVoorzitter ALFAGEN

Hoofd/Eindredacteur

ste

j aargang

Page 3: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

editoriaal

Hoe overleden ‘bijzondere’ emeriti blijvend gedenken!Het A. Vesaliustijdschrift is een goed instrument om een in memoriam te plaatsen voor overleden alumni en vooral emeriti die belangrijk zijn voor onze faculteit en de KU Leuven. Alhoewel een overlijden, een natuurlijk verschijnsel is, zitten weinigen daarop te wachten en zeker niet op de emoties en de commotie die dat met zich meebrengt.

Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om van de juiste personen een consistent verhaal te krijgen dat de geschie-denis en de juiste betekenis met zorg brengt van de betreurde over-ledene. Geduld, goede contacten en beleefde aandrang zijn vaak de beste ingrediënten om binnen een aanvaarbare tijdsfase de gevraagde tekst te krijgen.

Dat het A. Vesaliustijdschrift nog op papier bestaat, is voor mij een waarborg, dat de neergeschreven betekenis van een markante alumnus bewaard wordt, vlot bereikbaar blijft en waarschijnlijk ook nog gelezen wordt.

De vraag blijft natuurlijk wat onze faculteit en universiteit doen, om het niet-materiële erf-goed, met name het werk van de geest en de handen van onze prominente voorgangers te bewaren en onder de aandacht te houden. Het dient wel gezegd dat onze faculteit genees-

Vervolg p. 4Baron em. prof. Marc Verstraete

3

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 4: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

kunde steeds met veel respect en stijl de afscheidsplechtigheden orga-niseert voor de overleden prominente professoren. Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op de hoogte van de bijzonder carrière en de betekenis die de overleden academici voor de faculteit of de UZ Leuven hadden.

Maar eens afgestudeerd aan de universiteit, geldt vaak het gezegde: ‘uit het oog uit het hart’ en bekommeren weinig alumni in de ruime periferie van de Alma mater zich nog om de evoluties en belangrijke gebeurte-nissen binnen de UZ Leuven en het onderzoek en de opleiding aan de faculteit. Het is dan ook goed dat de faculteit de laatste jaren duidelijk werk maakt van het vereeuwigen van haar unieke boegbeelden. De borst-beelden in de auditoria van Gasthuisberg van onze eerste decaan, prof. J. Vandenbroucke en van de prominente chirurg prof. Baron A. Lacquet, zijn bij onze alumni goed bekend. Dat het leercentrum ‘Desiré Collen’ op Gasthuisberg de naam kreeg van één van onze grootste en wereldver-maarde onderzoekers, is een duidelijk eerbewijs voor het werk en de inzet van deze mecenas die duidelijk de KU Leuven mee op de kaart heeft gezet maar ook heel wat van onze patiënten het leven heeft gered en daarnaast ook het onderzoek en onderwijs daadwerkelijk ondersteund heeft. Misschien moeten wij hier en daar nog een gedenkplaat aanbren-gen, zodat de bezoekers van deze locaties en vooral onze jonge collegae en studenten, een korte verklaring krijgen bij deze beelden en namen.

Een uitgebreid verhaal over de faculteit en UZ Leuven, vinden de alumni natuurlijk in het boek van Liesbet Nys, dat in 2016 verscheen bij Uni-versitaire Pers Leuven: ‘Vijftig jaar Nederlandstalige Faculteit Genees-kunde aan de Leuvense universiteit’ met de erg cryptische en voor buitenstaanders weinig zeggende titel: ‘Van Mensen en Muizen’. Het is een stevig werk van ruim 350 blz. dat vlot leest en leuke plaatjes mee-kreeg. Om het helemaal te doorworstelen heb je wel een volle dagtaak nodig en je moet, zoals ik zelf reeds, een halve eeuw met het huis ver-trouwd zijn om alle verhalen en commentaren plaats te kunnen geven.

Toch verdient onze faculteit met dit werk bijzondere felicitaties en allen die op zoek zijn naar geschiedenis, verhalen, groei en bouw van facul-teit en UZ Leuven vinden hier hun gading. Wie meer wenst te weten over de coryfeeën in heel dit verhaal, komt er heel wat tegen, maar een mooie opsomming en een overzichtstabel ontbreken, zodat enige inspanning van de lezer vereist wordt.

Het recente overlijden van de erevoorzitter van ALFAGEN Baron em. prof. Marc Verstraete houdt mij bezig. Hij is toch echt één van onze zeer bijzondere alumni die de nodige eer verdient. Jammer genoeg, kon ik wegens gezondheidsredenen niet aanwezig zijn bij de uitvaart-plechtigheid. Wij ontvingen een bijzonder mooi ‘in memoriam’ van de hand van één van zijn trouwe medewerkers en plaatsen dit verder in

het tijdschrift. Wij komen graag in een volgend nummer nog terug op deze bijzondere per-soon zonder wie er nooit een ALFAGEN had bestaan! Toch wens ik bij het heengaan van deze mentor voor velen van ons een bijzonder voorstel te doen.

Laat ons op Gasthuisberg, ik denk aan de patio, een ereperk aanbrengen waar wij dan gedenkstenen plaatsen van onze meest bepa-lende voorgangers. Ja misschien wordt het wel een kleine ‘Wetenschapshoek’ zoals in Westminster Abbey.

Bezoekers komen daar genoeg langs, studen-ten en onze huidige onderzoekers kunnen dan mijmeren ‘I can be also in this place’, alhoewel er geen haast is natuurlijk.

Chris GeensVoorzitter ALFAGEN

Hoofdredacteur A. Vesaliustijdschrift

4

Page 5: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

nieuws van de faculteit

September promotie van de opleidingen aan de faculteit geneeskundeOp vrijdag 21 september 2018 vond de sep-tember promotie plaats aan onze faculteit geneeskunde. Er werden in totaal 81 stu-denten gepromoveerd uit de volgende oplei-dingen: Master of Bioethics (5); Master in de Biomedische Wetenschappen (9); Master of Biomedical Sciences (2); Master in de Genees-kunde (3 uit het 7-jarige en 27 uit het 6-jarige curriculum); Master in de Logopedische en Audiologische Wetenschappen (8); Master in de Tandheelkunde (7); en Master in de Ver-pleeg- en Vroedkunde (20).

Na het intreden van de togati en een verwel-koming door decaan prof. dr. Paul Herijgers volgde een bevlogen en aangrijpende toe-spraak over ‘mangomomenten’ (www.man-go-moment.be) (foto 1) door prof. dr. Kris Vanhaecht, docent kwaliteit en patiëntvei-ligheid aan de faculteit geneeskunde KU Leuven en stafmedewerker UZ Leuven (foto 2). Onverwachte positieve ervaringen (man-gomomenten) tijdens dagelijkse zorgactivitei-ten hebben niet enkel een positieve impact op patiënten, bewoners en familieleden, maar zullen tevens de bevlogenheid van hulpver-leners positief beïnvloeden (foto 3). Het Leu-vens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid onderzoekt dit momenteel bij kankerpatiënten en dit met steun van Kom Op Tegen Kanker.

Foto 1: Mangomoment

Foto 4: Paul Herijgers

Foto 2: Kris Vanhaecht

Foto 5: Chris Van Geet

Foto 3: voordracht Kris Vanhaecht

5

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 6: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Daarna volgde de plechtige proclamatie door onze decaan, prof. dr. Paul Herijgers (foto 4). De slottoespraak werd gehouden door prof. dr. Chris Van Geet, vicerector Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven (foto 5). Zij zette de studenten aan om naast hun profes-sionele activiteiten ook de nodige aandacht te hebben voor persoonlijke zelfontplooiing door het lezen van boeken, het bekijken van films, en deel te nemen aan culturele activiteiten. Dit alles zal een positieve invloed hebben op de persoonlijkheid van iedere gezondheidsme-dewerker bij het uitoefenen van het latere beroep. De plechtige zitting werd opgeluis-terd door de prachtige stem van Chloé De Bie begeleid door Björn Van de Walle aan de piano (foto 6). Op muziek ‘the circle of life’ uit de Dis-neyfilm, the Lion King werd de stoet der togati uitgeleid, voor het nemen van de traditionele groepsfoto van de promovendi met professo-ren op het binnenplein van de faculteit (foto 7).

Deze promotieviering en de stoet waren een mooi voorbeeld van hoe verscheiden gezond-heidswerkers kunnen en moeten samenwer-ken aan de toekomst voor het welzijn van onze patiënten: op één lijn in de gezondheidszorg van morgen!

Prof. dr. Dirk Van RaemdonckPenningmeester ALFAGEN

Foto 7: Groepsfoto promovendi en professoren

Foto 6: Chloé De Bie & Björn Van de Walle

6

Page 7: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

nieuws van de faculteit

Academiejaar 2017-2018 was zeer uniek voor de Faculteit Geneeskunde. Voor de opleiding geneeskunde behaalden immers zowel de studenten van het 6-jarig curriculum als de studenten van het 7-jarig curriculum diploma. Dubbel feest, dus.

Evenzeer uniek is dat de eerste deglutologen afstudeerden. De faculteit is namelijk de eerste universiteit ter wereld die een academische master-na-masteropleiding in deglutologie – de wetenschap rond slikproblemen in de mond, keel en slokdarm – aanbiedt.

Ook de eerste cohorte deelnemers aan de Interuniversitaire opleiding prenatale echo-grafie en foetale geneeskunde behaalde hun getuigschrift. Deze tweejarige interuniversitaire opleiding is een initiatief van de Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent, de Vrije Univer-siteit Brussel en KU Leuven.

Meer informatie over de opleidingen aan Faculteit Geneeskunde vindt u op de website.

Nieuwe programmadirecteuren voor academiejaar 2018-2019Prof. Martin Hiele programmadirecteur van de opleiding Master in de Specialistische GeneeskundeProf. Martin Hiele werd door het faculteits-bestuur in januari 2018 aangesteld als de nieuwe programmadirecteur voor de Master in de Specialistische Geneeskunde, en hier-door ook als lid van het faculteitsbestuur.

Prof. Hiele behoort tot de vaste medische staf van de dienst maag-darm-leverziek-ten. Hij heeft een grote onderwijservaring, is ombudsman voor de stages in de opleiding geneeskunde, heeft een ruime maatschappelijke betrokkenheid als voorzitter van de ethische commissie zorg, en door zijn jarenlange lidmaatschap van de Orde der Artsen. Hij was reeds lid van de Permanente Onderwijscommissie manama specialistische geneeskunde.

Prof. Hiele nam de fakkel over van Prof. Daphne Hompes die een naad-loze overgang tijdens het voorjaar 2018 garandeerde om de lopende

programmahervorming succesvol te vol-tooien. Zij zal zich verder blijven inzetten als begeleider voor de staflid-coaches.

Prof. Fabienne Dobbels programma- directeur van de opleiding Master in de Verpleeg- en VroedkundeProf. Fabienne Dobbels startte in septem-ber als de nieuwe programmadirecteur voor de opleiding master in de verpleeg- en vroedkunde.

Uniek academiejaar 2017-2018

Martin Hiele

Fabienne Dobbels

7

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 8: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

het internationale netwerk MODERNET - Monitoring Occupational Diseases and tracing New and Emerging Risks in a NETwork.

Prof. Katleen Vandamme volgt voor de opleiding tandheelkunde Prof. Paul Lambrechts op.Prof. Vandamme behaalde haar doc-toraat in de biome-dische wetenschap-pen in 2007 en was daarna postdocto-raal onderzoeker aan de universiteit Paris Diderot 7 (Frankrijk) en te Leuven met een FWO mandaat. Sinds 2013 combi-neert ze haar onderzoek met onderwijstaken en patiëntenzorg aan UZ Leuven als tandarts met specialisatie in implantaat-gedragen res-tauraties. In haar experimenteel en klinisch onderzoek richt zij zich op de biomechanische en biologische aspecten betrokken bij implan-taat osseointegratie, met specifieke aan-dacht voor de diabetes patiënt. Verder is zij o.a. mede- voorzitter van het Instituut voor Osseointegratie en voorzitter van de Implan-tology Research Group van de International Association for Dental Research (IADR).

Fabienne Dobbels heeft veel ervaring binnen onderwijs als hoofd-docent en lid van de Permanente Onderwijscommissie verpleeg- en vroedkunde aan onze faculteit alsook als gastdocent aan the Institute of Nursing Science aan de Universiteit van Basel (Zwitzerland).

Zij is een psychologe en psychotherapeute, en richt zich in haar onder-zoek vooral op medicamenteuze therapietrouw, self-management en patient reported outcomes. Ze bestudeerde voornamelijk patiënten na orgaantransplantatie, maar deed ook bij andere chronische patiënten-populaties dergelijk onderzoek. Verder is prof. Dobbels voorzitter van de werkgroep rond chronische zorg binnen het Departement Maat-schappelijke Gezondheidszorg en Eerstelijnszorg. Tot slot is zij mede-voorzitter van de werkgroep rond psychosociale zorg binnen ELPAT (Ethical, Legal and Psychosocial Aspects of organ Transplantation) en lid van de stuurgroep voor Europese Transplant paramedici (ETAHP) binnen het overkoepelende Europese orgaan ‘ESOT’.

Prof. Dobbels volgt Prof. Philip Moons op die zich de voorbije vier jaar enthousiasmerend inzette voor deze masteropleiding.

Prof. Lode Godderis neemt het programmadirecteurschap voor de opleiding maatschappelijke gezondheidszorg over van Prof. Karel Hoppenbrouwers die met emeritaat gaat.Prof. Godderis is hoofd van de Divisie Milieu en Gezondheid binnen het Depar-tement Maatschappelijke Gezondheids-zorg en Eerstelijnszorg en sinds 1996 als hoogleraar verbonden aan de faculteit met als specialisatie arbeidsgeneeskunde. Hij

onderzoekt enerzijds de impact van werk op de gezondheid en ander-zijds hoe gezondheid het (on)vermogen tot werken kan beïnvloeden en ontrafelt hiervoor het onderliggende epigenetisch mechanisme. Als directeur onderzoek bij IDEWE leidt hij een team gespecialiseerd in studies over psycho-sociale risico’s en analyse van medische gege-vens voor bedrijven en verschillende sectoren. Hij is ook voorzitter van

Lode Godderis

Katleen Vandamme

8

Page 9: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

nieuws van de faculteit

“Schenk jezelf en je patiënt een Mangomoment”, dat was het advies van Prof. Kris Vanhaecht op de proclamatie op 14 september voor de nieuwe masters geneeskunde, tandheelkunde, ver-pleegkunde, logopedie & audiologie en biomedi-sche wetenschappen. Vanhaecht werd door de decaan uitgenodigd om de promovendi en hun familie toe te spreken op deze feestelijke dag.In het afgelopen jaar verzamelde zijn team meer dan 1 000 verhalen over Mangomomenten. Dit zijn de kleine, onverwachte, verrassende, soms bijna niet waarneembare acties of gebaren tij-dens de dagelijkse zorgverlening tussen patiën-ten, bewoners, familieleden en/of hulpverleners. Ze vinden plaats tijdens normale zorgactiviteiten en zorgen voor een positieve band. Mangomo-menten zijn verschillend van ‘make a wish’ of ‘BV’s’ die het kinderziekenhuis komen bezoe-ken’. Indien je enkele voorbeelden wil lezen, surft dan even naar www.mangomoment.be Naast het verzamelen van verhalen, voerde het onderzoeksteam, verbonden aan het Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid van onze

faculteit, meer dan 120 diepte-interviews uit met patiënten, familieleden en zorgverleners. Zo gingen ze op zoek naar de diepere bete-kenis achter de verhalen. Hoe kwam het dat kleine attenties net zoveel indruk maken? Wat doet het met de patiënt én de hulpverlener? Waarom kunnen patiënten de verhalen soms 10 jaar na de feiten nog in detail vertellen. Uiter-aard werd duidelijk dat Mangomomenten een positief moment opleveren voor patiënten en hun familie. Maar uit de interviews bleek ook dat zorgverleners hierdoor hun bevlogenheid terugvinden. Tenslotte zorgt het voor een posi-tieve chemie tussen de individuele patiënt en de individuele hulpverlener. Door deze positieve klik, is er meer openheid, maar volgt de patiënt ook sneller de adviezen van de arts, tandarts, of andere zorgverlener. Vanhaecht besloot zijn lezing met een oproep aan de promovendi: “Zorg ervoor dat je bevlogen blijft in dit mooie beroep. Het wordt niet eenvoudig, de druk zal hoog zijn, maar de positieve chemie die je kan creëren met je patiënt en zijn/haar familie, dat is datgene wat je de nodige veerkracht zal geven tijdens moeilijkere of zwaardere momen-ten”. “Zorg dus goed voor je patiënten, zorg goed voor de familiele-den, zorg goed voor je collega’s en teamleden maar zorg vooral goed voor jezelf en blijf trouw aan je waarden en aan de waarden die de KU Leuven je heeft proberen mee te geven in de voorbije jaren.”

Meer informatie over het project of over het Mangomoment Fonds dat werd opgericht om onderzoek en opleiding rond patiëntgerichte zorg te ondersteunen, vind je op www.mangomoment.be.

Prof. Kris Vanhaecht

Schenk jezelf en je patiënt een Mangomoment!

Kris Vanhaecht

9

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 10: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Proclamatie van de artsen-specialisten en apothekers klinische biologie en promotie van de masters in specialistische geneeskunde aan de faculteit geneeskundeOp vrijdag 19 oktober 2018 vond de proclamatie plaats van de art-sen-specialisten en van de apothekers klinische biologie die hun kli-nische opleiding hebben afgerond aan de UZ Leuven en de samen-werkende opleidingsdiensten. In aanwezigheid van vele universitaire en coördinerende stagemeesters werden in totaal 212 artsen en 4 apo-thekers geproclameerd die door hun opleiding een beroepstitel ver-kregen in één van de 30 erkende disciplines in onze gezondheidszorg. Daarnaast werden nog eens 48 artsen afgeroepen die een bijkomende opleiding hadden beëindigd in één of ander subspecialisme van de geneeskunde. Tevens promoveerden velen van deze artsen en apothe-kers door het behalen van het universitair diploma, respectievelijk van master in de specialistische geneeskunde en van master in de klinische biologie. Als student hadden zij allen met vrucht een bijkomende mas-ter-na-masteropleiding voltooid aan onze faculteit geneeskunde van de KU Leuven.

Na het intreden van de togati en een verwelkoming door de nieuwe gedelegeerd bestuurder van UZ Leuven, prof. dr. Wim Robberecht werd namens de promovendi een toespraak gegeven door dr. Caressa Meert. De plechtige proclamatie werd uitgesproken door onze decaan, prof. dr. Paul Herijgers geflankeerd door prof. dr. Martin Hiele, programmadirec-teur specialistische geneeskunde. Daarna volgde een minuten aange-houden en welverdiend applaus. Het slotwoord werd gehouden door prof. Luc Sels, rector van de KU Leuven. Aansluitend werd de traditionele groepsfoto genomen van professoren en gepromoveerden vooraan in de aula. De plechtige overhandiging van de getuigschriften vond plaats tijdens de rijkelijk verzorgde receptie in het bijzijn van partners, baby’s en ouders.

Aldus kan opnieuw een grote lichting van jonge artsen-specialisten en apothekers klinische biologie beginnen aan hun professionele loop-baan in vele ziekenhuizen verspreid over Vlaan-deren en ver daarbuiten. De stagemeesters en stafleden van de UZ Leuven en de samenwer-kende opleidingsdiensten mogen met grote fierheid terugblikken op de ongelooflijke inzet en medische prestaties die onze jonge colle-ga’s in de afgelopen jaren hebben geleverd ten bate van vele patiënten. De faculteiten van de groep biomedische wetenschappen zullen voor onze specialisten en apothekers ook in de toekomst postgraduate vormingen blijven aanbieden. We hopen dan ook in de komende jaren nog vele collega’s terug te mogen ont-moeten op de ‘health sciences’ campus Gast-huisberg van onze Alma Mater.

Het bestuur van ALFAGEN wenst alle gepro-moveerden van harte proficiat met het behalen van deze mijlpaal en hoopt velen van hen later terug te mogen ontmoeten op een activiteit van onze alumnivereniging.

Prof. dr. Dirk Van RaemdonckPenningmeester ALFAGEN

10

Page 11: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

nieuws van de faculteit

Proclamatie van de artsen-specialisten en apothekers klinische biologie en promotie van de masters in specialistische geneeskunde aan de faculteit geneeskunde

Prof. dr. Wim Robberecht Dr. Caressa Meert

Prof. dr. Paul Herijgers en prof dr Martin Hiele Prof. Luc Sels

Groepsfoto van professoren en gepromoveerden

11

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 12: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Steunende leden 2018Dokter AGTEN ClementDokter BAEYENS Jean-P.Dokter COENEGRACHTS Jean-LouisEm. prof. dr. COLLEN DesiréDokter DAEMS LucDokter DE NEF JaakDokter DE PAEP JanDokter DE WITTE ElisabethDokter DE ROOVER MarcDokter DE ROOVER JeanEm. prof. dr. GEENS ChrisDokter GOES FrankDokter HERMANS MarcEm. prof. dr. IDE PaulEm. prof. dr. JAEKEN JaakDokter JAMAER DanielDokter KETELS RobertEm. prof. dr. KNOCKAERT DanielDokter KUMS RenildeDokter LACQUET FrançoiseDokter LEENDERS JorisProf. dr. LEGIUS EricDokter LEONARD AndréEm. prof. dr. LERUT AntoonProf. dr. MENTEN JoannesEm. prof. dr. MOENS GuidoDokter NIETVELT GustaafProf. dr. OPDENAKKER GhislainDokter PAUWELS PatrickDokter PECCEU AnnieDokter PULS TonyDokter RUTTEN JacquesEm. prof. dr. STEENO OmerProf. dr. THOMEER MichaelEm. prof. dr. VAN DE WERF FransDokter VAN DER DONCK PaulProf. dr. VAN HOOTEGEM PhilippeDokter VAN MOL ChristineProf. dr. VAN RAEMDONCK DirkDokter VAN STEENKISTE MARIADokter VERHOEVEN EricProf. dr. VERSLYPE ChrisProf. dr. WESTHOVENS René

Geachte steunende leden,

hartelijk dank voor jullie belangrijke bijdrage voor ALFAGEN.

Het erelidmaatschap is intussen voor de ver-eniging een zeer nuttige bron van inkomsten geworden.

De huidige gewone ledenwerving loopt bij-zonder goed en jullie zetten echt nog de kers op de taart!

Jullie zijn natuurlijk ook hartelijk welkom op de ledendag en op de proclamatie van de nieuwe Alumnus van het jaar en receptie nadien.

Noteer alvast de datum voor de grote prijs-uitreiking met laudatio en feestelijke viering op woendag 5 december 2018 om 18.30u.

Collegiale groeten,

em. prof. dr. Chris Geens Voorzitter ALFAGEN

12

Page 13: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

In de rand van ALFAGEN

Er waren 230 ingeschrevenen voor de con-sensusmeeting ‘Zorgpad voor de niet geme-tastaseerde prostaatkanker’ op 22 september in Gasthuisberg te Leuven.

Er zijn de laatste jaren verschillende veran-deringen opgetreden bij de behandeling van prostaatkanker.

Daar het een chronisch proces betreft en er verschillende mogelijkheden van ongeveer gelijkwaardige behandelingen met echter ver-schillende nevenwerkingen bestaan is er een noodzaak aan overleg tussen de verschillende gezondheidswerkers en de patiënt, wiens inspraak veel belangrijker is geworden bij de therapie keuze. Ook zijn partner speelt trou-wens een belangrijke rol.

Er was noodzaak aan een duidelijk en overzichtelijk zorgpad waar de taak van de diverse gezondheidswerkers en de patiënt omschreven wordt. De patiënt zal meer vertrouwen krijgen in zijn behandeling als hij waar-neemt dat de diverse gezondheidswerkers hetzelfde zorgpad gebruiken.

In onze uitnodiging stond vermeld: de kracht van co creatie. Inderdaad het zorgpad uitgewerkt door de dienst urologie van UZ Leuven werd nadien gedurende meer dan een jaar verder besproken en geëvalu-eerd door een grote groep van gezondheidswerkers en patiënten uit de regio van het Vesalius netwerk.

We luisterden naar urologen, radiotherapeuten, oncologen, huisartsen, prostaatverpleegkundigen en patiënten van de regio Tienen, Diest, Leuven, Vilvoorde, Mechelen, Bonheiden en Lier.

Het unieke aan dit symposium was dat al deze betrokkenen samen werden gebracht in één forum. Zij vertelden ons welk het te volgen zorgpad is bij de niet gemetastaseerde prostaatkanker wat betreft de

Congres: ‘Zorgpad voor de niet gemetastaseerde prostaatkanker’ 22 september Gasthuisberg Leuven

13

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 14: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Het symposium was boeiend enerzijds daar er een zorgpad werd voorgesteld dat over-zichtelijk en bruikbaar is voor de verschillende gezondheidswerkers en voor de patiënt en anderzijds toonde het een goede samenwer-king tussen de verschillende ziekenhuizen, huisartsen, prostaatverpleegkundigen en de patiënten uit de Vesalius regio.

Bruno Mortelmans - coördinator

PSA bepaling, de diagnostiek, laag-intermediair- hoog risico prostaat-kanker evenals de verdere opvolging.

Elke topic was gedeeltelijk videobased waarbij meer dan 25 sprekers in een 90-tal minuten het ganse overzicht van de niet gemetastaseerde prostaatkanker vertelden.

Nadien was er per topic een paneldiscussie en een voting systeem.14

Page 15: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

In de rand van ALFAGEN

Steun AGORAOp zondag 9 september 2018 lanceerde het KU Leuven Erfgoedfonds een campagne voor de restauratie van het auditorium in het Leercentrum Agora, het voormalig Farma-ceutisch Instituut.

In het najaar van 2018 en het voorjaar van 2019 wordt het laatste deel van het voormalig Insti-tuut (blok E) waarin het auditorium en de Cou-vreurzaal zijn ondergebracht, volledig gerestau-reerd. De KU Leuven engageert zich voor het grootste deel van de restauratie. Met hulp van alumni en geïnteresseerde schenkers zouden we de resterende 60 000 euro willen bijeen-brengen voor de renovatie van het auditorium.

Nog tot en met 28 februari 2019 is het mogelijk om een zitje te kiezen in het auditorium of om een vrije bijdrage te doen. De naam van de schenker wordt – indien gewenst – vermeld in het (virtueel) audi-torium én op het zitje in het auditorium zelf (via www.steunagora.be kan u zien wie er reeds in het auditorium zit).

Meer info kan u vinden op de website: www.steunagora.be.

Indien kan u ook de link delen via Facebook: https://www.facebook.com/pg/Erfgoedfonds/posts/?ref=page_internal.

15

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 16: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Een historische kijk op de Neona tologie in Leuven

thesiste Virginia Apgar legde in 1953 de regels en techniek vast voor interventie en reanimatie van de asphyctische pasgeborene.

Dr. Gaby Boone, opgeleid in Boston bij Clement Smith, de toenmalige paus van de neonatolo-gie, was de eerste kinderarts-consulente op het moederhuis van St Raphael in 1952. Het was echter Professor Ephrem Eggermont, gloed-nieuw kinderarts, die in 1956 als eerste ook systematisch de pasgeborene mocht onder-zoeken. Professor Eggermont heeft er in de volgende jaren samen met de onvermoeibare en tijdloos toegewijde hoofdverpleegster Aline

Neonatologie is een jong specialisme binnen de kindergeneeskunde dat voornamelijk in het tweede deel van de vorige eeuw en begin deze eeuw en enorme ontwikkeling heeft gekend waarin het UZ Leuven zeker in België een voortrekkersrol heeft gespeeld en nog speelt. Deze lezing is dan ook opgedragen aan de vele artsen, verpleegkundigen, vroedvrouwen doch ook techniekers, ambulanciers en zovele anderen die samen dit stukje geschiedenis hebben geschreven. Neonatologie is echter een kleine wereld waarin uitwisseling van kennis en ervaring in binnenlandse en buitenlands centra deel uitmaakte van de evolutie. Het Leuvens verhaal is daarom niet los te denken van markante feiten die de evolutie hebben bepaald.

Het verhaal begint in 1936 met de inhuldiging van het ‘moederhuis’ of kraamafdeling van het St Raphaëlziekenhuis. Zoals in de meeste Euro-pese materniteiten werden de zorgen aan borelingen en prematuren toevertrouwd aan de vroedvrouwen die in geval van ongewone proble-men beroep konden doen op de verloskundige. Fig. 1 toont de moeder en kind zaal kort na de inhuldiging. In het HistarUZmuseum is echter een couveuse zichtbaar, verwarmd met petroleum, daterend omstreeks 1927, wat aanwijst dat prematuren er reeds gespecialiseerde zorgen kregen. Vanaf einde 1944 is er in een toenemende tendens geweest om in materniteiten te bevallen doordat de onkosten van het 10 dagen postpartumverblijf in de materniteit door de ziekteverzekering werd gedragen. Het was er voornamelijk de verloskundige Professor Marcel Renaer die zich het lot van de pasgeborene aantrok.

Op enkele uitzonderingen na is de prematuur pas in de wetenschappelijke kijker gekomen in het begin van de jaren 50 voornamelijk vanuit de hoek van de kindergeneeskunde. Zo toonde Silverman in 1950 aan dat tempe-ratuur-en vochtigheidscontrole de overleving verbeterde. Pattle, Avery en Mead identificeerden de oorzaak van de geduchte hyalijne membranen-ziekte als een tekort aan surfactant en ontrafelden de synthesepathways. Het onderscheid tussen preterm en intrauterine groeiretardatie (thans -restrictie) werd geofficialiseerd door de WHO in 1960. 1950 is ook het revelatiejaar geworden van de invloed van zuurstof op het ontwikkelend netvlies van de jongste prematuren. Nadat zuurstof standaardtherapie was geworden voor de prematuur in 1940 ontstond een epidemie van blindheid tot 30% bij laag geboortegewicht < 1500g. Het heeft echter nog 10 jaar geduurd en 3 grote gecontroleerde studies gevraagd eer een veilig protocol voor zuurstoftoediening werd aanvaard en verspreid. De anes-

Figuur 1

Figuur 2

16

Page 17: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Een historische kijk op de Neona tologie in Leuven

In de rand van ALFAGEN

Bergen (“juffrouw Alinneke”) de basis gelegd van neonatale zorg aan zieke en premature borelingen door goede observatie en introduc-tie van ondersteunende therapie zoals zuurstof-toediening, partiële sondevoeding, en nieuwe technieken zoals infuustherapie en wisseltrans-fusie voor Rhesusimmunisatie, een frequent probleem vóór de periode van de preventie door Rhogam. Figuur 2 toont Ephrem Egger-mont bij een wisseltransfusie in de operatiezaal.

Figuur 3 toont hoe de ‘pouponnière’ of cou-veuseafdeling er uitzag in 1973. Het waren drie kamertjes van 25m2 elk, steeds overvol met bedjes en incubatoren. Om het plaatje volledig te maken moet nog gezegd dat zowel Neder-landstalige als Franstalige kinderartsen deze “pouponnière” deelden. Op onpare dagen werden de baby’s in de verloskamer door Nederlandstalige artsen opgevangen en verder verzorgd, op pare dagen door Franstaligen.

Een belangrijke bijdrage in de kennisverrijking over de pasgeborene waren de ‘Seminaries van Perinatale Mortaliteit’ geleid door professor Marcel Renaer. Professor Jan Bonte, later opgevolgd door Philippe Moerman gaven de autopsiebevindingen van elk overleden kind, Pro-fessor Joseph Lauweryns commentarieerde de anatomopathologie, professor Eggermont de neonatale bevindingen en evolutie terwijl professor Marcel Renaer een consensus trachtte te bekomen over de doodsoorzaak en de te nemen maatregelen ter preventie.

Omstreeks 1974 deed de technologie haar intrede ovv de cardiore-spiratoire monitor en een gloednieuw apparaat voor meting van per-cutane zuurstofspanning. Wat de opvang en reanimatie van de pas-geborene betreft was men aangewezen op beademing met masker via de semi-automatische infant pulmotor, een apparaat dat niemand gebruikte omwille van zijn complexiteit, ofwel met de ballon (AMBU). Beademing via intubatie gebeurde zelden of nooit tenzij in de opera-tiezaal heelkunde doch werd geïntroduceerd vanaf 1973 in de verlos-kamer en later ook in de ‘pouponnière’. Het materiaal werd ons ter beschikking gesteld door professor Van de Walle die ook aan de basis lag van een eenvoudig met vingertip te bedienen beademingstoestel de zgn. ‘fles van Van de Walle’ waarbij de druk werd ingesteld met

Figuur 3Hugo Devlieger

17

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 18: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

De NIZ betekende een belangrijke uitbereiding in de patiëntenzorg: immers de ondersteu-nende zorg werd aangevuld met overname van sommige falende vitale functies zoals de falende ademhalingspomp door kunstmatige beademing, het invoeren van totale parenterale voeding bij immaturiteit van het maagdarm-stelsel. Later voegde zich daaraan toe de epu-ratietechnieken, de externe pacemaker e.a. Overname van vitale functies was een ambi-tieus project dat vereiste dat er een tevens permanente controle en bijsturing gebeurde. Deze controle gebeurde in de eerste plaats en traditiegetrouw nog steeds visueel door het oog van de verpleegster en arts. Zij werden hierin ondersteund door gloednieuwe cardio-respiratoire monitoren. Een bloedgasanalyser liet daarenboven toe praktisch rond de klok het intern milieu te controleren met toenemend verfijnde micromethodes. Vanaf 1976 was er ook een systematisch oogonderzoek.

De medische staf bij opening van de dienst bestond uit Professor Eggermont, Paul Casaer, Jaak Jaeken en ikzelf, terwijl Dr. Frans De Bisschop, opgeleid door bij Koppe en De Leeuw in Amsterdam, consulent was. De hoofdverpleegster was Els Nolf. De wereld van de neonatologie ook in het buitenland was nog zeer beperkt en elk van ons kinderarts-ne-onatologen heeft zijn buitenlandse mentoren gekend.

een T vormige metalen buis in een grote fles water. Intensifiëring van de zorgen hing in de lucht toen een Ångström beademingstoestel voor volwassene werd binnengereden in de overvolle dienst…tevergeefs. Professor Ephrem Eggermont liet hierop de wijze woorden vallen: de tijd en de middelen zijn nog niet rijp. Deze profetische uitspraak, werd slechts duidelijk, enkele jaren later.

Door de optimalisatie van de gewone neonatale zorgen aan de pre-matuur had Efrem Eggermont en zijn verplegingsteam de overlevings-kansen van de prematuur met gewichtsklasse 1000-1500 op 10 jaar verdubbeld van 30% tot 60% zonder impact evenwel op de gewichts-categorie <1000g (zie verder figuur 7).

De opening van het kinderziekenhuis op de Campus Gasthuisberg in september 1975 betekende een ongelooflijke opportuniteit voor de ganse dienst Kindergeneeskunde en heeft geleid tot een versnelde emancipatie van de kinderarts. Het heeft evenwel nog één jaar gevraagd ttz. tot 1 oktober 1976, vooraleer de neonatale intensieve zorgen (NIZ) zijn kunnen opengaan na een zoektocht naar de gepaste infrastructuur en apparatuur. Deze dienst had 18 bedden waarvan 8 intensieve en ontving de pasgeborenen <2 000 g. overgebracht met reisincubator en ambulance vanuit de materniteit St Raphaël en de externe transporten vanuit de regionale ziekenhuizen. Omwille van de bekendheid van de dienst als enige onafhankelijke neonatale intensieve dienst in Vlaande-ren en zelfs in België is het aantal externe transporten in de volgende 4 jaar praktisch verdrievoudigd nl van 69 tot 196. Figuur 4 toont deze intensieve afdeling van 1976.

Figuur 4

Figuur 5

18

Page 19: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

In de rand van ALFAGENDe beginperiode van de NIZ op Gasthuisberg was een grote leerschool zowel voor artsen als voor verpleegkundigen. Voor de artsen moes-ten nieuwe technieken op punt gesteld worden zoals het aanbrengen van umbilicale en perifere arteriële catheters, de kunstmatige beademing, het plaatsen van een thoraxdrain, van diepe cen-traal veneuze catheters, het transport van zieke vaak beademde borelingen, … De eerste kunst-matige beademing vond plaats op 12 december 1976 met een gloednieuw beademingstoestel, de Bourns LS 104-150, het neusje van de zalm qua neonatale beademing op dat ogenblik. Het leren werken met dergelijk toestel was echter niet eenvoudig. Er was ook vaak een tekort aan een respirator en samen met de dienst biotech-niek werd een eigen ventilator gebouwd, de ‘co-matic’ een variante van de fles van Van de Walle genaamd ter herinnering aan de co-as-sistent die deze fles bediende. In deze begin-periode werd ook veel gebruik gemaakt van CPAP of continue positieve luchtwegdruk zij het endotracheaal zij het nasaal. Ook hierbij ontbrak de nodige randapparatuur zodat vindingrijkheid een noodzaak was. Ziektebeelden, onbekend vóór de fase van intensieve zorgen bij prematu-ren, doken op zoals de open ductus arteriosus, bronchopulmonale dysplasie, necrotiserende enterocolitis. Ook voor de verpleging was het een periode van innovatie en ontwikkelen van nieuwe verplegingstechnieken zonder dat er aangepast materiaal op de markt was (Figuur 5) of dat de verpleegkundigen hierin een specifieke opleiding hadden gekregen. De NIZ betekende een nieuwe manier van samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen waarbij beiden door de nauwe samenwerking geleerd hebben elkaar te appreciëren. De verpleegkundigen kregen ook meer bevoegdheid en medische akten, voorheen gereserveerd voor de arts, werden aan hen toevertrouwd, bv. het plaatsen van een infuus. Dit contrasteerde met de toen nog sterk verticale verhouding tussen artsen en verpleeg-kundigen. Meer dan ooit was er ook aandacht voor hygiëne vóór en tijdens het werk.

De afdeling had vanaf de start in 1976, onder impuls van professor Casaer, een onderzoeksruimte binnen de muren welke door zijn tus-senkomst ook werd uitgerust met een polysomnograaf en recorder en later verschillende andere elektrofysiologische meetinstrumenten waar-van de near infrared spectrometrie (NIR) de laatste aanwinst was. Vanuit dit laboratorium zijn er verschillende onderzoekslijnen opgestart die ver-band houden met de ontwikkelingsneurologie en ontwikkelingsbiologie, meer bepaald het voedingsgedrag van de prematuur, de voedingsakte en ademhaling, ademhalingsbewegingen bij belasting, structuur-functie-relatie van de neonatale thorax, hersencirculatie en electrofysiologie van de hersenen. Het laboratorium ontwikkelingsfysiologie heeft een tiental buitenlandse fellows aangetrokken wiens onderzoekswerk mede de faam van het laboratorium hebben bepaald. Het onderzoek van Jaak Jaeken concentreerde zich in deze periode op de transiënte hyperammoniëmie en Efrem Eggermont deed samen met Dr Bhavani o.a. onderzoek op prealbumine als indicator van voedingstoestand bij de prematuur.

De tachtiger jaren zijn jaren van consolidatie geworden. Begin 1980 was er een basisstramien voor neonatale intensieve zorgen gelegd. Technie-ken en behandelingsmethoden waren vanuit buitenlandse centra mee-genomen en ingevoerd. Nu was de tijd aangebroken voor diepgang. De nieuwe hoofdverpleegkundige, Helga Philips heeft hier in grote mate toe bijgedragen. Zij heeft zich weten te omringen met uitstekende adjuncten en heeft gezorgd voor een stimulerende teamgeest binnen verpleegkun-digen, voor een veralgemening van de professionele competentie en voor een grotere betrokkenheid bij de medische problematiek. Figuur 6 toont een deel van het verplegingsteam anno 1988.

Figuur 6 19

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 20: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

De uitstraling van de dienst moet in het oog gevallen zijn van toenmalige minister van gezondheid, Jean-Luc Dehaene. Hij wilde zien hoe de neonatale intensieve zorgen in Leuven georganiseerd waren. Twee jaar later (1987) had hij een koninklijk besluit klaar waarin de neonatale en NIZ werden gedefinieerd en de organisatorische en structurele omkadering bij wet werd vastgelegd. De neonatologie werd een eigen dienst met erkenningsnormen voor kinderartsen-neonatologen en neonatale ver-pleegkundigen. Later werden (door de gewes-ten) 18 NIZ centra erkend in België waarvan moet gezegd dat enkel UZ Leuven strikt aan de criteria beantwoorde. Dit is ook de peri-ode geweest waarin het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie is gesticht (1986) in een gemeenschappelijke vergadering tussen de Vlaamse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie (VVOG) en de Vlaamse vereni-ging voor Kindergeneeskunde (VVK). Het SPE heeft sindsdien uitstekend werk verricht in het verzamelen van perinatale gegevens van alle bevallingen en geboorten in Vlaanderen.

In deze periode van expansie van het pati-entenaanbod is er parallel een uitbreiding geweest van het aantal stafleden welke op neonatologie actief waren. Naast Prof. Eggermont, Jaak Jaeken en mezelf zijn Francis de Zegher, Kris De Boeck en Stefaan Van Lierde het team komen vervoegen. Zij ver-zekerden, naast de uitbouw van hun eigen subspecialisme, een deel van de dagtaken en de nachtwachten. De inbreng van Francis

Ook de medische staf werd uitgebreid vanuit de dienst kindergenees-kunde door kinderartsen specialisten die ook in het wachtsysteem werden ingeschakeld. Een eerste buitenlandse fellow werd aangetrok-ken nl. Johan Smith vanuit Stellenbosch (Zuid-Afrika).

Aangepaste toestellen en behandelingsmethodes waren ondertussen op de markt verschenen, zoals de eenvoudiger in te stellen drukventi-lator en de zuurstofsaturatiemeter terwijl de cerebrale en later ook de cardiale echografie hun intrede deden. Nieuwe verzorgingstechnieken zagen het daglicht zoals schapenwol als onderlegger, bubbelfolie ter preventie van warmteverlies, mutsjes, … Einde de tachtiger jaren ver-schenen ook de eerste prematurenpampers en werden de knuffels toe-gelaten. Samen met apothekers Ludo Willems en Lutgart De Pourcq werd een standaardformule ontworpen voor totale parenterale voeding met twee compartimenten gebaseerd op de graad van vochttolerantie.

Reeds in oktober 1979 was een plan opgezet om bij risicokinderen een multidisciplinair evaluatieonderzoek te doen op 7 en 18 maanden. Naast de toenmalige stafleden neonatologie waren ook Paul Casaer, Paul De Cock en Hans Daniëls, onderzoekspsycholoog bij dit onder-zoek betrokken. Deze opvolging is zeer belangrijk geweest als een kwa-liteitscontrole van de overleving en tevens een terugkoppeling naar de therapeutische beslissingen in de neonatale periode. Het intensifiëren van de zorgen betekende onmiskenbaar verbeterde levenskansen ook voor de groep pretermen < 1 000g. zoals blijkt uit de grafiek op figuur 7, zonder evenwel toename van de sequelen, wat geruststellend was.

Op 9 november 1982 werd de dienst Verloskunde-Gynecologie over-gebracht naar Gasthuisberg als deel van fase 2. Dit versterkte de samenwerking en maakte de aanwezigheid van een neonatoloog bij elke risicobevalling mogelijk zodat de kleinste prematuren nu recht-streeks vanuit de verloskamer op de NIZ konden opgenomen worden. De dienst verloskunde in het UZ Leuven heeft onder leiding van pro-fessor Van Assche een efficiënt netwerk van samenwerkingsverbanden weten te uit te bouwen met de regionale verloskundige diensten onder het moto dat het beter was de moeder in optimale omstandigheden in een materniteit met neonatale intensieve zorgen te brengen dan de foetus te vervoeren in onveilige en onstabiele omstandigheden. De samenwerking verloskunde/neonatologie op Gasthuisberg werd verder geconcretiseerd door een gezamenlijke risicopatiëntenbespreking vanaf september 1985 waaraan, naast de staf verloskunde en neona-tologie ook Kamiel Vanden Berg als echografisch expert, Martin Gielen als ethicus en Jean-Pierre Frijns en Koen Devriendt aan deelnamen. Voor het eerst werd de kinderarts-neonatoloog rechtstreeks betrokken in het obstetrisch beleid van risicozwangerschappen.

Figuur 7

20

Page 21: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

In de rand van ALFAGENde Zegher op wetenschappelijk vlak is zeer belangrijk geweest. Het onderzoek dat hij in de dienst verricht heeft betreffende de foetale perinatale endocrinologie was baanbrekend. De interesse die ondertussen in de dienst gegroeid was voor de endocrinologie ligt aan de basis van het onderzoekswerk dat Chris Vanhole later heeft verricht in het kader van haar proefschrift. Ook het onderzoek van Ste-faan Van Lierde betreffende de predictie van chronisch longlijden op basis van kliniek en radiologie is voor de afdeling een belangrijke meerwaarde geweest in het begrijpen en voor-komen van ernstige sequelen bij prematuren. Tot 1990 deelden de artsen supervisoren hun activiteiten op neonatologie met een subspe-cialisme. In 1990 werd voor het eerst een vast staflid benoemd als kinderarts-neonatoloog met de exclusieve opdracht neonatologie nl. Chris Vanhole.

Bij aanvang 1990 barste de dienst uit zijn voegen: er was een dringende nood om het aantal intensieve plaatsen te verdubbelen en ook de infrastructuur aan te passen aan de snel evoluerende technologie. De architec-turale ombouw van 1991 (Figuur 8) opende totaal nieuwe mogelijkheden voor de dienst en verliep parallel met enkele belangrijke evoluties in het neonataal therapeutisch arsenaal.

Een reuzestap in de behandeling van hya-lijne membranenziekte was de endotracheale toediening van exogeen kunstmatig sur-factant in 1990-91 waarbij UZ Leuven ‘Prin-cipal Investigator’ was voor de OSIRIS trial in België. Tevens verschenen nieuwe neonatale beademingstoestellen op de markt, die meer respectvol waren voor het eigen ademha-lingsritme van de pasgeborene. Nasale CPAP werd “herontdekt” Dit alles maakte dat de ademhalingsondersteuning op een zachtere manier kon gebeuren. Ook de hoogfrequente oscillatie als beademingsmodus werd aan het arsenaal toegevoegd.

De periode 1990-2000 is ook bijzonder vruchtbaar geweest voor de uit-bouw van de specialisatie neonatale verpleegkunde waarbij een team van opleiders in het leven werd geroepen om de nieuwe verpleegkun-digen in te wijden in de steeds toenemende complexiteit van neonatale zorgen en hierover protocollen op te stellen. Parallel hiermee zijn er ook belangrijke organisatorische veranderingen nodig geweest. De omkade-ring van de assistenten verbeterde door invoeging van een major/minor supervisor systeem, de intubatieoefeningen en de inscholingslessen voor nieuwe assistenten. Spijts de politiek van terugverwijzing naar het zieken-huis van herkomst van de baby of de moeder bleef er een onevenwicht tussen het aantal kinderen aanwezig op de dienst (gemiddeld 32), en het officieel aantal bedden (26). Dit werd uiteindelijk weggewerkt in oktober 1994 toen de afdeling officieel erkend werd voor 34 (later 35) bedden. Stafaanpassing werd een noodzaak omwille van het toenemend patiën-tenaanbod. Dit nieuw staflid was Gunnar Naulaers (1994). Op initiatief van Chris Vanhole werd samen met de verpleegkundigen, de sociale werkers, de verpleegkundige van Kind & Gezin een tweewekelijkse over-legvergadering georganiseerd omtrent de probleemgezinnen.

In deze jaren is ook het huishoudelijk- en verzorgingskarakter gaan ver-anderen. Het beter begrijpen van de lichaamstaal en meer betrouwbare monitoring maakten dat de prematuren, tot nu toe naakt en hulpeloos in hun incubator, aangekleed konden worden wat aanleiding heeft gegeven tot de tot de meest diverse modeontwerpen (Figuur 9).

Het aantrekkelijk maken van de baby was ook een grote stap voor-waarts om de ouders-kind binding te verbeteren. Ouders werden thans

Figuur 821

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 22: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

echografie van hersenen en hart te verrichten. De open incubatoren maakten de pasgebo-renen toegankelijk voor heelkundige ingre-pen. Naast de behandeling van retinopathie, was het de cardiochirurg Wim Daenen die als eerste de stap zette om een open ductus arte-riosus aan bed te opereren. Figuur 10 toont dergelijke ingreep bed-side. Later volgden ook de gastro-enterologische chirurgen.

Het is in deze decennia 1990-2000 dat het UZ Leuven een volwaardig Perinataal Cen-trum is geworden met enkele speerpunten waaronder de foetale diagnose door Kamiel VandenBerghe, en het belangrijk Centrum voor Foetale Chirurgie onder impuls van Jan Deprest, eerst ovv lasertherapie bij foeto-foe-tale transfusie, later ook tracheale plugging bij hernia diaphragmatica, en andere intrau-teriene ingrepen. Dit Leuvens Perinataal Cen-trum was uniek in België en heeft zeker model gestaan voor de wetgeving van 1996 betref-fende de perinatale zorg. De wet speelde in op de frustraties van eminente verloskundigen waaronder Professor Van Assche. De wet van 1987 had al te veel de nadruk gelegd op de NIZ. De wet van 1996, geïnspireerd door het advies van de Vlaamse Adviescommissie Peri-natale Zorgen herstelde dit evenwicht onder het motto: ‘Geen neonatale intensieve zorgen zonder Maternale intensieve zorgen.’

Het jaar 2000 startte in optimale omstandig-heden. Drie gloednieuwe neonatologen elk met een partiële opleiding in een buitenlands neonatologisch centrum nl. Karel Allegaert, Veerle Cossey en Anne Debeer kwamen de beperkte staf versterken. Elk van hen bekwaamde zich in een deelaspect van de neonatologie en opende een eigen onder-zoekslijn. Dit heeft geleid tot een viertal klinisch gewortelde doctoraten nl. Gunnar Naulaers betreffende de hersendoorbloeding en oxyge-natie, Karel Allegaert over de perinatale phar-macologie, Veerle Cossey over moedermelk

gestimuleerd om zoveel mogelijk op bezoek te komen en hun kind aan te raken. Einde deze decade werd ook zg. Kangaroo Mother Care inge-voerd waarbij de stabiele baby naakt tussen de borsten van de moeder wordt geplaatst en moeder en kind rustig kunnen genieten van elkaars intimiteit, een methode die veel aangewend wordt in lage loon landen doch ook door Vlaamse moeders werd geapprecieerd. Ook de groot-ouders en familie werden binnen de afdeling toegelaten. Steeds in de geest van integrale verzorging van zieke en premature boorling kwam de radioloog en cardioloog aan bed om zowel röntgenonderzoek als

Figuur 9

Figuur 10

22

Page 23: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

In de rand van ALFAGEN

en darmcolonisatie en Anne Debeer over long-maturatie en beademing.

In overleg met de verpleegstaf werd naar een nieuwe dimensie in de neonatale zorgen gestreefd. Deze werd genoemd: koesterende en ontwikkelingsondersteunende zorg. Het was een Leuvense variante van wat in de VS doch ook in Europa NIDCAP (Newborn Individuali-sed Care and Assessment Program) genoemd werd. Hierbij gold als principe dat op basis van observatie van gedraging en lichaamstaal het mogelijk wordt de negatieve aspecten van de intensieve zorgen tot een minimum te herlei-den hetgeen de ontwikkeling van de preterm ten goede komt. Aandachtspunten waren o.a. keuze van de verzorgingsmomenten, positio-nering van de baby, geluidsdemping.

Anno 2000 bestond er geen specifiek neona-taal programma van extracorporeale mem-braan oxygenatie (ECMO) in België. Bij ECMO wordt de ademhalingsfunctie en ten dele de rechterhartfunctie overgenomen via een extra-corporeale circulatie. Het was het een logi-sche stap om deze expertise in huis te halen. Immers, door het toenemend succes van het foetaal chirurgieprogramma, werden meer en meer patiëntjes met hernia diaphragmatica doorverwezen naar Leuven met vaak kritisch hypoplastische longen. De opleiding van staf-

leden en verpleegkundigen gebeurde in samenwerking met het Eras-musziekenhuis in Rotterdam en met de dienst intensieve zorgen van Professor Peter Lauwers. Het neonataal ECMOprogramma heeft ook geleid tot verwijzingen uit andere NIZ centra in het land voor kinderen met kritische ademhalingsproblemen.

De kwaliteitsverbetering van de neonatale zorgen in deze laatste tien jaar heeft als resultaat gehad dat de grenzen van de leefbaarheid, nog >26 weken en 750g. in 1983, meer en meer zijn verschoven zijn zoals blijkt uit deze studie van het SPE over de overleving 0-7 dagen op een popu-latie van 5 000 prematuren tussen 23 en 29 weken zwangerschapsduur en in functie van het geboortegewicht (Figuur 11). De overleving In de groep extreme pretermen van 26-29 zwangerschapsweken was meer dan 70%.

Begin 2000 was de ruimte waarbinnen de neonatologie functioneerde duidelijk te klein geworden en was er sprake van de bouw van een nieuwe afdeling in fase 4 van het Gasthuisbergproject. Dit heeft aanlei-ding gegeven tot intense brainstorming over het ‘één-kamer-project’, een idee dat Chris Vanhole had meegebracht uit de VS. In 2003 kregen we hiervoor het groene licht van Dr. Wim Tambeur en de directie. Ver-schillende werkgroepen hebben in de volgende jaren gereflecteerd en protocollen uitgewerkt over alle aspecten van het zorgketen. Om de haalbaarheid van de verzorging te testen werden ook simulatiekamers gemaakt in verschillende versies. De inhuldiging van deze innovatieve dienst is er gekomen in 2014. Dit concept van ‘single room’ of familie-kamer herstelde ten volle de rol van de ouders in het verzorgingsproces van de prematuur nadat aanvankelijk en achtereenvolgens de verlos-kundige, de kinderarts, de neonatoloog en de neonatale verpleegkun-digen de hoofdspelers waren geweest.

Tot slot nog een reflectie betreffende de drijfveren tot kwaliteitsverbete-ring van de neonatale zorgen in de afgelopen 50 jaren? Er is de explo-sie van kennis door wetenschappelijk onderzoek en uitwisseling binnen eigen dienst en binnen de Belgische, Europese en Noord-Amerikaanse centra; er is de betrokkenheid van de directie van het ziekenhuis, van de technische diensten en medische firma’s om aangepaste infrastruc-tuur, materialen en middelen te ontwikkelen of ter beschikking te stel-len. Er is de betrokkenheid van de vele ouders en ook van de Vlaamse Vereniging van Ouders van Couveusekinderen (VVOC).

Maar het is voornamelijk het onmetelijk enthousiasme, de vindingrijk-heid, de expertise en onvoorwaardelijke inzet van zovelen, die deze evolutie hebben bepaald.

Hugo Devlieger

Figuur 11

23

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 24: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

www.alumni-ontwikkelingssamenwerking-leuven.be

Het chaotisch, soms stilstaand verkeer in Kinshasa, geeft de kans aan een reguliere bezoeker om alles wat langs de weg gebeurt in detail te observeren. Opvallend is de toename van het aantal reuzerecla-meborden, typisch voor een megacity in wording. Zij illustreren waar mensen mee bezig zijn, en waar geld mee te verdienen valt. Reclame voor ‘éclaircissants’, huidverblekende middelen, staat in concurrentie met publiciteit voor bier, telefonienetwerken, banken, en in toenemende mate ook de ‘églises de réveil’. Het effect van de ‘éclaircissants’ wordt geïllustreerd met afgebleekte, overbelichte en gefotoshopte gezich-ten, die men niet direct in de straten van Kinshasa tegenkomt. Aan het aantal en grootte van de advertenties te zien lijkt de publiciteit voor ‘éclaircissants’ het duidelijk te halen van de “Black is beautiful” reclame.

Dit in tegenstelling met de publiciteit voor meer bruin in het noordelijk halfrond. Beide trends verwijzen naar de manipulatie van de hoeveel-heid melanine in de huid: te vermeerderen door natuurlijk of artificieel zonlicht bij diegenen die bruiner willen zijn, te remmen door diegenen die bleker willen worden. Elke procedure houdt risico’s in voor de huid:

Black is beautifulen toch is bleker mode in Kinshasa

teveel UV straling op een melanine-arme huid is cancerogeen, sommige huidverblekers zijn schadelijk voor de huid. Een gekende huid-verbleker is hydroquinone, een blokker van tyrosinase in melanocyten, een enzyme dat essentieel is voor de aanmaak van melanine-pigmenten.

Alhoewel er ontradingscampagnes voor het ge- bruik van hydroquinone bestaan in Kinshasa, blijft het een populair product dat vlot verkrijg-baar is. In de Europese Unie kan het omwille van de risico’s enkel op voorschrift gebruikt worden. Nadelen, vooral voor een donkere huid en in veel zonlicht, zijn: abnormale don-kergrijze, soms geelachtige pigmentatie (onchronosis) vooral in het gezicht, snellere veroudering van de huid, tragere wondheling, en mogelijks carcinogeen.

‘Eclaircissants’ worden aangeprezen langs de grote verbindingswegen in Congo. Sommige huidverblekers van het type hydroquinone zijn echter niet zo onschuldig als ze lijken.

24

Page 25: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

ontwikkelingssamenwerkingDe tint van de huid is een prachtige illustra-tie van darwiniaanse evolutie, in dit geval als een aanpassing aan verschillende gradaties zonlicht: melanine beschermt de huid tegen UV stralen en regelt de UV radiatie in de huid voor een optimale synthese van vitamine D. De huidtint hangt af van een samenspel van verschillende genen die tussenkomen in de synthese van twee types melanine en de dis-tributie ervan in de huid. Genetica betekent ook dat er fouten gemaakt worden. Albinisme is een extreme vorm van een tekort aan mela-nine. Meest gekend is een autosomaal reces-sieve aandoening die zeer frequent is in Congo en te wijten aan een fout gen dat codeert voor de synthese van tyrosinase. Onze vereniging steunt het doctoraat van dr Laetitia Mavinga met Prof. Koen Devriendt als promotor; in dit werk wordt de genetische basis van albinisme in Congo in kaart gebracht.

Hoe knap ook de klimaatgestuurde aan-passingen van de melanineconcentratie met een donkere huid in centraal Afrika en een bleke in het - hoge Noorden, huidskleur heeft dikwijls een dramatische rol gespeeld

in de geschiedenis van de mensheid met discriminatie en racisme als gevolg. Een aandachtig volger van het wereldnieuws weet, dat nog een zeer lange weg af te leggen is, vooraleer alle discriminatie op basis van huidskleur zal verdwenen zijn. De recente discussies in de media omtrent taalgebruik in verband met huidskleur waarbij elke variatie tussen zwart en wit nauwelijks nog kan benoemd worden, illustreren hoe moeilijk bespreekbaar het thema is. Huidskleur werd dikwijls losgekoppeld van zijn biologische betekenis en gelinkt aan de perceptie van status. In Europa was ooit een extreem witte huidskleur de mode toen een bruine gelaatskleur geassocieerd werd met werken op het veld. Wit moest het pas recent afleggen tegenover bruin toen de begoede klasse bruiner werd in zonovergoten zuiderse stranden. In zwart Afrika is men blijkbaar minder en minder gelukkig met de biologisch perfecte aanpassing aan een hoge intensiteit zonlicht, en werd bleker de mode. Zoals bruinen gelinkt was aan wat gepercipi-eerd was als een hogere status, zo kan bleken geduid worden als een idealiseren van wat westers is. Merkwaardig hoe dit alles gelinkt is aan melanine wat in se met status niets te maken heeft. Het zijn socio-culturele irrationele interpretaties van biologische zinvolle adaptaties.

Met de trend naar ‘bleker is beter’ begin ik te begrijpen waarom beel-den van geliefde heiligen in Congo zoals O.L.Vrouw van Banneux en Lourdes, en de heilige Rita er zo extreem wit uitzien.

Em. prof. dr. Fons Verdonck

25

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 26: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

CAR-T-cellen: een nieuwe vorm van immuuntherapie

Begin augustus behandelde de dienst hematologie van UZ Leuven voor het eerst een patiënt met een gloednieuwe vorm van immuuntherapie: CAR-T-cellen. Dat zijn afweercellen van de pati-ent zelf, die genetisch gemodificeerd worden om de kankercel te herkennen en aan te vallen. De resultaten uit de eerste klinische studies zijn veelbelovend.

Behandelingen met CAR-T-cellen worden sinds een zestal jaren gebruikt in klinische studies. In UZ Leuven werd de therapie vorige maand voor het eerst ingezet voor een patiënt met multipel myeloom of de ziekte van Kahler, een zeldzame beenmergkanker. Binnenkort start op de dienst hematologie ook een tweede studie voor patiënten met lymfomen en in UZ Gent wordt onderzocht wat de therapie kan bete-kenen voor patiënten met acute lymfatische leukemie.

“Bij een kleine groep kahlerpatiënten slaat zelfs de nieuwste medicatie niet of maar heel kort aan”, zegt prof. dr. Michel Delforge, dienst hematologie. “Voorlopig ziet het ernaar uit dat die groep patiënten wel kan worden geholpen met CAR-T-cellen.”

Gemodificeerde afweercellenCAR-T-therapie is een vorm van immuun-therapie, waarbij afweercellen van de patiënt (T-cellen) uit het bloed gehaald worden en vervolgens genetisch gemodificeerd worden. Daarna worden ze aan de patiënt terugge-geven. Door de genetische modificatie kan de T-cel zelf een ‘artificiële antigenreceptor’ aanmaken: een ‘chimeric antigen receptor’ of CAR. De antigenreceptor is een eiwit op de oppervlakte van de T-cel, dat ervoor zorgt dat de T-cel antigenen van de kankercel kan her-kennen en zich aan de kankercel kan binden. Daarbij wordt de T-cel geactiveerd, zodat ze de kankercel kan doden.

Een belangrijke uitdaging voor het onderzoek is de therapie uit te breiden naar andere types kanker. CAR-T-cellen zijn ontworpen om te binden aan specifieke eiwitten die kenmerkend zijn voor een specifiek type kanker, en die niet voorkomen op levensnoodzakelijke cellen. Zo’n doeleiwit is afhankelijk van het type aandoening en is nog niet voor alle tumoren gevonden. Er wordt momenteel onderzocht welke mechanis-men bepalen waarom sommige tumoren wel goed reageren en andere niet. Voorlopig is er de meeste ervaring bij kwaadaardige aandoe-ningen van het bloed, het beenmerg en de lymfeklieren, maar er wordt onderzocht of de therapie ook voor vaste tumoren werkt.CAR-T-cellen (hier in het rood weergegeven) zijn afweercellen van de patiënt zelf, die genetisch gemodificeerd

worden om de kankercel (hier in het wit voorgesteld) te herkennen en aan te vallen.

26

Page 27: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

nieuws uit UZ Leuven

CAR-T-cellen: een nieuwe vorm van immuuntherapie

Laatste optieWat op lange termijn de effecten en de overlevingskansen bij CAR-T-celtherapie zullen zijn, is nog niet zeker. Maar eerdere studies sug-gereren dat de therapie patiënten kan helpen die eigenlijk geen behan-delingsopties meer hadden. Op termijn zal moeten worden bekeken of de CAR-T-celtherapie ook bruikbaar is bij een grotere groep patiënten. Het gaat dan om patiënten die nog niet zijn uitbehandeld, maar die wel agressieve, resistente vormen van kanker of een hoog risico op herval hebben.

Immuuntherapie Immuuntherapie heeft de voorbije jaren een grote evolutie ondergaan. Sinds een aantal jaren speelt die vorm van therapie een steeds belang-rijkere rol op de dienst hematologie en op andere oncologische afde-lingen. Stamceltransplantatie is een van de meest bekende vormen van immuuntherapie, maar heeft als nadeel dat er een geschikte donor moet zijn en dat de donorcellen het lichaam van de patiënt kunnen aanvallen.

Daarnaast zijn er diverse in het laboratorium ontwikkelde eiwitten (de monoklonale antilichamen) die als kankertherapie ingezet worden. De nieuwste vormen van immuuntherapie activeren het immuunsysteem, zodat het de kanker onder controle kan krijgen. CAR-T-therapie is daar een voorbeeld van, maar er zijn ook andere vormen zoals checkpoint inhibitoren. Daarbij worden de signalen van de tumor die de werking van de immuuncellen verhinderen, geblokkeerd. Zo kunnen de immuuncel-len opnieuw hun werk doen.

Bron: UZ Leuven

Nobelprijs Geneeskunde voor pionier immuuntherapieEen van de pioniers binnen de immuuntherapie, professor James P. Allison, kreeg in oktober de Nobelprijs voor de Geneeskunde toegekend. In 2017 ontving hij trouwens al een eredoctoraat aan de KU Leuven, samen met professor Carl H. June, nog een van de grondleggers van de CAR-T-therapie. Promotoren van beide eredoctoraten waren prof. dr. Peter Vandenberghe, diensthoofd hematologie UZ Leuven, en prof. dr. Peter Carme-liet (VIB-KU Leuven).

Prof. dr. Michel Delforge, dienst hematologie UZ Leuven

27

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 28: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Longkankerscreening met CT-scan kan duizenden sterfgevallen voorkomen

Het Nederlands-Belgisch proefbevolkingsonderzoek naar long-kanker (het NELSON-onderzoek) heeft aangetoond dat dankzij een CT-scan van de longen, longkanker in een veel gunstiger sta-dium kan worden ontdekt. Hierdoor wordt de kans om aan deze ziekte te overlijden met bijna 26% verlaagd. Het onderzoek bij 16  000  vrijwilligers omvatte ook bijna 7  000  personen die in de 10 jaar voor de start van de studie waren gestopt met roken. De resultaten van het NELSON-onderzoek werden eind september op het Wereld Longkanker Congres in Toronto gepresenteerd.

Proefbevolkingsonderzoek met 16.000 deelnemersIn drie regio’s in Nederland en in de Leuvense regio in België werden in de periode 2003-2006 ruim 600 000 mensen in de leeftijdsgroep 50-74 aangeschreven via de bevolkingsregisters. Zij kregen vragen over hun gezondheid. Bij ruim 30 000 personen van deze groep werd op basis van hun antwoorden geschat dat zij een verhoogd

risico op longkanker hadden. Zij werden uit-genodigd om mee te doen aan het proef-bevolkingsonderzoek. 16 000 personen rea-geerden positief.

De helft van de deelnemers (de screengroep) werd een screening door middel van vier CT-scans aangeboden. Tussen die CT-scans zat een tijdsverschil van achtereenvolgens 1, 2 en 2,5 jaar. De andere helft (de controlegroep) kreeg geen CT-scan. Er was toen immers nog geen bewijs dat deelnemers van deze vroege opsporing voordeel zouden ondervinden. De scans werden gemaakt in het Spaarne Zieken-huis te Haarlem, in het UMC Utrecht, in het UMC Groningen en in universitaire ziekenhui-zen Leuven.

CT-scan helpt bij vroegtijdig herkennen longkankerNa 10 jaar werd bij 443 personen uit de screengroep longkanker ontdekt, terwijl in de controlegroep bij 394 personen longkan-ker aan het licht kwam, meestal naar aanlei-ding van klachten. In die controlegroep werd bijna 50% in het meest ongunstige en onge-neeslijke stadium (IV) gevonden, terwijl in de gescreende groep dat slechts bij 10% het geval was. De CT-scan kon dus jaren eerder een belangrijk vlekje in de longen als longkan-ker aanduiden en zo de behandeling vroeg opstarten. Na 10 jaar waren in de controle-groep 214 mannen overleden aan longkan-

28

Page 29: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

nieuws uit UZ LeuvenVoor wie nooit of relatief weinig gerookt hebt, heeft dit onderzoek geen nut want dan loopt men sowieso weinig risico.

Screening longkanker dringt zich op“In België is longkanker nog steeds de meest frequente oorzaak van kankersterfte”, zegt prof. dr. Nackaerts van de dienst pneumologie van UZ Leuven die het onderzoek in Leuven coördineerde. “De belangrijkste reden is de laattijdige diagnose, omdat de ziekte in een vroegtijdig stadium vaak geen symptomen geeft. Screening voor longkanker met een lage-dosis-CT-scan van de longen leidt tot een vroegere diagnose en een bewezen bete-kenisvolle afname van de longkankersterfte.”

Op basis van deze NELSON-studieresultaten zou de screening voor longkanker dan ook zo snel mogelijk moeten worden georganiseerd, zoals dit al gebeurt voor borst-, baarmoeder-hals- en colonkanker. “De longkankerscreening moet idealiter wel volgens het NELSON-pro-tocol worden gepland, uitgevoerd en opge-volgd,” duidt professor Nackaerts. “Praktisch houdt dat in dat dezelfde methodiek wordt gebruikt voor de selectie van de te screenen rokers, voor het uitvoeren van de CT-scans (de lage-dosis-techniek), voor het aflezen van de gemaakte CT-scans (het beoordelen, het clas-sificeren van longnodulen en het gebruiken van een screeningdatabank van longnodulen) en ook voor de aanpak van longnodulen die als erg verdacht worden bestempeld tijdens screening.”

Voor de NELSON-studie gebeurde dit in UZ Leuven met een multidisciplinair longnodu-len-managementplan via de diensten pneumo-logie-oncologie, radiologie, nucleaire genees-kunde, thoracale heelkunde en radiotherapie.

Bron: UZ Leuven

ker tegenover 157 mannen in de screengroep: een verschil van 26%. Opmerkelijk was dat onder de kleinere groep vrouwen die deelnam, het verschil in sterftecijfer nog groter was, rond de 40 tot 60%.

Veel gezondheidswinst“Een resultaat van wereldklasse”, zegt prof. de Koning van de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC in Rotterdam en hoofdonderzoeker van de NELSON-studie.

Er is tot nu toe slechts één grote studie in de Verenigde Staten die heeft aangetoond dat een CT-scan de sterfte aan longkanker omlaag kan brengen en daarmee beter is dan het maken van een ouderwetse long-foto. Maar in die studie werd maar liefst bijna 25% van de gescreende personen eerst voor een vervolgonderzoek doorgestuurd naar het zie-kenhuis. In de NELSON-studie werd slechts 2,3% van de deelnemers na een CT-scan doorgestuurd. Dit omdat de radiologen op basis van het volume en de groeisnelheid van vlekjes in de longen schatten welke personen een heel hoge kans op longkanker hadden.

“Een relatief nieuwe techniek, die onrust voorkomt en geld bespaart,” stelt prof. de Koning. “We zijn nu de eerste en vermoedelijk enige studie die aantoont dat dit innovatieve maar strenge beleid ook veel gezond-heidswinst oplevert, en zelfs meer dan in de Amerikaanse studie was vastgesteld. Stoppen met roken, of er helemaal niet mee beginnen, blijft een topprioriteit. Maar met longkankerscreening zijn jaarlijks dui-zenden volwassenen geholpen, ook zij die netjes al jaren met roken gestopt zijn, maar nog steeds veel risico lopen.”

Prof. dr. Kristiaan Nackaerts, dienst pneumologie, coördineerde het NELSON-onderzoek in UZ Leuven. 29

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 30: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

nieuws uit UZ Leuven

Emeritaat Professor Marc Decramer

Het was een feestelijke viering, einde oktober, in de grote aula op Gast-huisberg.

De UZ Leuven hebben traditie en stijl bij het afscheid nemen van hun emeriti! Nu de grote baas vertrekt, was dit dus niet anders. De dank- en lofbetuigingen kenden geen einde. Zeggen dat er algemeen instemming bestond over de resultaten van de beleidsperiode van de afscheidne-mende CEO, is te beperkt voor de naar vóór gebrachte lofzangen.

Ook grapjes en kwinkslagen waren toegelaten, naast komische anek-dotes.

Toch bleven wij wat op onze honger. Menige spreker had het over de grote omslag die ontstaan was maar niemand benoemde welke spe-cifieke ingrepen of technieken aangewend werden en hoe die gewaar-deerd werden.

Voor een publiek met heel wat collegae uit de ziekenhuiswereld en ook vanuit het gezondheidszorgbeleid, was het misschien nuttig geweest,

om enkele bepalende ingrepen die tot succes hebben geleid, meer expliciet te brengen.

Nu wij toch wat in de voetbalsfeer zaten, miste ik wat info over de beleidslijnen van de coach, die tot dergelijk succes hebben geleid.

Misschien vernemen wij dat binnenkort wel van de opvolger prof. Wim Robberecht. Het zou immers erg nuttig zijn, wanneer de suc-cesvolle ingrepen vanuit Gasthuisberg ook de periferie halen.

Chris GeensVoorzitter ALFAGEN

30

Page 31: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

medica

Medica @ 24 urenloopDinsdag 23 oktober. We verzamelen met meer dan 100 mensen in Doc’s Bar om de optocht naar de velden van Sportkot in te zetten. De Medica-vlag wapperend in de wind, het Medi-ca-schild hoog in de lucht en een bordeaux-rode zee van dappere Medicaners die zich klaarma-ken voor dé 24 uur van hun leven. Onder bege-leiding van het universitair orkest, dat de deun-tjes van het Medica-lied speelt, maken we de intrede op de looppiste. Nog enkele minuten en de 24 urenloop, editie 2018, gaat van start. Na de officieuze start, de ereronde der praesides, klinkt het echte startschot en gaat de eerste loper van start! Klaar om nog 23 uur en 59 minu-ten alles te geven en te volharden in de strijd!

Als ik erop terugkijk is dit toch een geweldig bijzonder evenement. 24 uur lang, van dinsdag 20 uur tot woensdag 20 uur, nemen de Leu-vense studentenverenigingen het tegen elkaar op om zoveel mogelijk rondjes te lopen. Weken en maandenlang op voorhand is iedereen aan het trainen voor deze wedstrijd. De conditie wordt aangescherpt, de quadriceps worden verstevigd en de nieuwste technieken voor de stokwissel worden geëxploreerd. Elk rondje, dat iets meer dan 520 meter bedraagt, moet elk jaar sneller en sneller worden afgelegd. Voor Medica staat de limiet op 1 minuut 30 seconden (of omgerekend een gemiddelde snelheid van 20 km/u). De snelste Medica-loper is erin geslaagd om een rondje van 1 minuut en 11 seconden neer te zetten, een geweldige prestatie!

En 24 uur later… De seconden worden afge-teld… 3. 2. 1. Afgelopen! De 24 urenloop zit

erop. De afgelopen uren zijn nog bijzonder spannend geweest voor Medica! Na een intense strijd met Industria, is Medica erin geslaagd, om de 5de plaats te behalen! Met 954 rondjes (of in totaal 496 km) is Medica 1 rondje sneller dan Industria. Oef, we kunnen opgelucht ademhalen!

Eveneens voor plaats 1 en voor plaats 3 was er een bijzonder hevige strijd! De gouden medaille ging dit jaar naar Apolloon, op de voet gevolgd (eveneens 1 rondje achterstand) door VTK. Met een nieuw rondjes-record van 1073 rondjes liep Apolloon zich naar de geschie-denisboeken! Ook de 3de plaats werd hevig bekampt! Uiteindelijk trok LBK aan het langste eind en versloeg Ekonomika met 1 rondje verschil! Wat een spannende apotheose!

Bedankt lopers! Bedankt Medica!Cedric VanluytenPraeses Medica

De sfeer op de 24 urenloop wordt stevig opgekrikt door talloze optredens!

Tim Van Assche (Medica) in volle actie! Hij heeft individueel meer dan 30 rondjes gelopen!

De praeses die zijn team 24 uur lang aanmoedigt!

31

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 32: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Personen met een belangrijke functie in het openbaar leven (politiek, cultureel, academisch, …) deponeren allengs hun persoonlijke archie-ven in archieffondsen. Het Leuvens Universiteitsarchief onderscheidt universitaire en niet-universitaire particuliere archieven. Bij de univer-sitaire particuliere archieven noteren we o.a. de archiefbestanden van Joris Helleputte, Henri de Vocht, Pieter Willems, José Aerts, Paul Alberdingh Thym, Raymond M. Lemaire, Honoré van Waeyenbergh en Gerard van der Schueren. Ook andere archieffondsen bezitten persoon-lijke archieven van Leuvense professoren, o.m. van Paul van Zeeland (UCL), Gaston Eyskens (Rijksarchief te Leuven; enkel raadpleegbaar na akkoord van descendenten, i.c. Mark Eyskens), Raymond Derine, Hendrik Draye, Louis Baeck (ADVN: Archief-, Documentatie- & Onder-zoekscentrum voor het Vlaams Nationalisme in Antwerpen).

Raadpleging van particuliere archieven leidt dikwijls tot verrassende ontdekkingen! Zo wisten we, naar aanleiding van onze onderzoeken over Vesalius, dat in 1964 Ferdinand Wagenseil (1887-1967), professor van anatomie aan de Universiteit van Giessen (D), een artikel onder de titel ‘Der Tod Vesals’ gepubliceerd had in ‘AnatomischerAnzeiger’ (115: 374-386, 1964) na een bezoek in december 1962 aan het Ionisch eiland Zakynthos (Zante) alwaar Vesalius in 1564 overleed. Aldaar had hij een ontmoeting met apotheker Nicolas Ant. Barbianis die hem vertelde dat van zijn Grieks werk over Vesalius [Andreas Vesalius en de Evolutie van de Anatomie] slechts één exemplaar bewaard bleef (bij de drukker in Athene). Het gaat om: Νικολαου Αντ. Βαρβιανη, O André Vésale και η προοδος της ανατομιας – L’évolution de l’anatomie et André Vésale, Προλεγομενα: Σπ. Δοντα (καθηγητου, ακαδημαικου), Εμμ. Εμμανουηλ (καθηγητου, ακαδημαικου), Αθηναι, 1953. De tekst, nage-noeg volledig in het Grieks, met een Résumé van twee pagina’s in het Frans, beslaat in totaal 32 pagina’s en is geïllustreerd met onder andere een plan uit 1513 met de buurt van Kalogerata in Laganas (Zakynthos) en een met de daar nu verdwenen Vesalius-stèle.

Gans de oplage, pas in zijn bezit, was vernietigd door de desastreuze aardbeving gevolgd van woningbrand op 12 augustus 1953. Buiten

Twee exemplaren van een Grieks werk over Vesalius door Nicolas Barbianis in het Leu vens Universiteitsarchief Totale oplage verloren gewaand door de aardbeving op Zakynthos in augustus 1953

de kerk van Molos op het centrale plein was de ganse stad Zakynthos op het gelijknamige Ionische eiland vernield.

Nicolas Ant. Barbianis (1898-1980), een des-cendent van een adellijke familie van hertogen en prinsen van Barbiano di Belgiojoso, was een apotheker in Zakynthos-stad en sedert

Ill. 1: Het werk van Apotheker Nicolas Ant. Barbianis, waarvan de ‘totale’ oplage verloren was gewaand door de aardbeving op 12 augustus 1953, die zijn woning en gans Zakynthos-stad vernielde.

32

Page 33: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

kunst, cultuur en reizen

vele jaren gefascineerd door het leven en werk van Vesalius met focus op zijn levenseinde in oktober 1564 bij zijn terugreis van een pel-grimstocht naar Jerusalem.

Nicolas Barbianis had zijn werk in 1952 in de Academie in Athene voorgesteld, ingeleid door Professor Spiros Dondas. Op die voorstelling

Twee exemplaren van een Grieks werk over Vesalius door Nicolas Barbianis in het Leu vens Universiteitsarchief Totale oplage verloren gewaand door de aardbeving op Zakynthos in augustus 1953

Ill. 2: Prof. Dr. Gerard van der Schueren tijdens zijn spreekbeurt te Zakyn-thos op 1 mei 1965 op de Vesalius-viering met onthulling van zijn buste.

Ill. 3: De ‘diaries’ van Ap. Nicolas Barbianis met de foto van de overhan-diging van het ereteken van Officier in de Leopoldsorde aan Ap. Nicolas Barbianis op 7 juni 1962 door Ambassadeur Graaf Geoffroy d’Aspremont Lynden (foto consul Theo Dirix).

Ill. 4: Tijdens het congres ‘Vesalius Continuum’ te Zakynthos in september 2014 werd het nieuwe bronzen beeld van de spierman van Vesalius onthuld op het centrale Solomos-plein. Onder sterke druk van de verontwaardigde Grieks-orthodoxe geestelijkheid werd het intussen verplaatst en opgesteld naast de Vesalius-buste.

Ill. 5: De auteurs van deze bijdrage samen met consul Theo Dirix vóór het ‘Spaans Dak’ aan de Zoete-Waters met de gedenkplaat ter herinnering aan de verblijfplaats van de voorouders van Vesalius in de 15de eeuw.

33

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 34: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

was de Belgische Ambassadeur Z. Exc. Remi Baert aanwezig. Remi Baert was de eerste Vlaamse Ambassadeur en doorbrak hiermee, behorend tot de Fayat-boys, het monopolie van de Franstalige adel in de Belgische diplomatie, waar nog steeds een onverantwoorde taalpa-riteit de kansen van onze Vlaamse studenten hypothekeert. Dit geldt trouwens voor gans het Departement Buitenlandse Zaken en ook de Dienst voor Buitenlandse Handel!

Na de aardbeving en het verlies van zijn apo-theek en woning, achtte Nicolas Barbianis zich gelukkig nog een enig exemplaar van zijn werk te bezitten! Nicolas Barbianis was evenwel vergeten dat hij enkele dagen vóór de aardbe-ving een exemplaar van zijn gedrukt werk had overgemaakt aan Professor Gerard van der Schueren, professor van anatomie te Leuven. Op 10 september 1953, één maand voor de noodlottige ramp, had Z. Exc. Ambassadeur Remi Baert (St Eloois Vijve) zijn ontvangen exemplaar overgemaakt aan zijn streekge-noot Prof. Gerard van der Schueren (Zulte). De archieven van Professor Gerard van der Schu-eren, overleden in 1978, zijn geïnventariseerd aanwezig in het Leuvens Universiteitsarchief.

Wij achten ons gelukkig dat we, ter gelegen-heid van het Vesalius-jaar en het internationaal congres ‘Vesalius Continuum’ in Zakynthos- stad in september 2014, aan Nicolas Barbianis’ kleinzoon, Nikos Barbianis, konden medede-len dat twee exemplaren van zijn grootvaders’ werk nog aanwezig zijn in het Universiteits- archief van de Universiteit Leuven!

Omer Steeno, Maurits Biesbrouck en Theodoor Goddeeris

Ill. 6: Enkele maanden vóór zijn overlijden in Bad Godesberg, Bonn (10 februari 1965) ontving Ambassadeur Remi Baert op 14 november 1964 het ereburgerschap van de Stad Kortrijk. Op de foto herkennen we van l. naar r. Schepen Maurits Duyck, Minister André Dequae, Mevr. Lambrecht, Ambassadeur Remi Baert, Burgemeester Ivo-Joseph Lambrecht (ook afkomstig van St.-Eloois-Vijve), Mevr. Baert, e.a. Op zijn uitvaart was o.m. Mgr. Honoré van Waeyenbergh aanwezig. (foto © Stad Kortrijk – met toelating)

FRANÇOIS CRABBEFranciscus Crustaceus magister doctus atque piusBruxellensis medicusnotus oto-rhino-laryngicus.Professeur François Crabbeiwas zeikes nen brusselse kadeispecialist nuis keil en uëreza vloms: da wil de ga ni uëre.

“’t is gij moet weten wat gij doetals wanneer een nee-us bloedt?hoe trekt gij u uit den slagmet een locus van Kisselbach?’t is gij kunt slikken met de pharynx?’t is gij hebt knobbels op de larynx?is neusloop snot of hersenvocht?of wat etter uit een keelkrocht?

34

Page 35: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

kunst, cultuur en reizen

Eindejaarsaanbieding ALFAGEN: “België in oude prenten 1525-1875”

De mooiste prenten van onze historische steden en landschappen in een luxueus boek. Door de uitvinding van de boekdrukkunst was de prent (een gedrukte tekening) gedurende vier eeuwen lang wat de foto is vandaag: een getrouwe weergave van de werkelijkheid. Deze unieke selectie prenten in boekvorm geeft een prachtig beeld van de evolutie van onze steden en landschappen. Ook veel verdwenen monumenten zoals oude stadswallen, kerken, paleizen en abdijen zijn er op te zien. De prenten zijn van de hand van beroemde en minder beroemde tekenaars zoals Van Dijck, Breughel, Hoolans, Van der Borcht e.a. Alle prenten worden achteraan in het boek voorzien van korte commentaren die de inhoud in detail toelichten. Een geschiedenis in woord en beeld.

Lannoo 2017 - 442 pagina’s – 40x34 cm - EAN: 9789401447348 – 119 EUR

Aanbieding via ALFAGEN: € 95 indien besteld bij [email protected] - thuisbezorging mogelijk (5 EUR extra)

’t is als gij moet zijn oor ontstoppen,help zijn kostuum niet naar de knoppen!’t is gij vertrouwd zijn met ‘t behandelen van dikke cryptische amandelen? ” Hij had voorwaar goede bedoelin-gen

met zijn O.R.L. aandoeningen,al was ’t examen wel geen pretjehij gaf op tijd en stond een zetje:“’t is als gij wil komen hogeropen klimop doen om tot de top van het artsenkorps te behoren,gij moet kennen neus- keel- en oren.“

Dirk LahayeEmeritus

buitengewoon hoogleraar

in de sociale geneeskunde

35

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 36: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Uitvaart Professor Marc VerstraeteMijnheer de rector, mevrouw de vicerector, heren ererectoren, heren bestuurders van de Universitaire Ziekenhuizen, zeer geachte mevrouw en familie Verstraete, beste collegae en vrienden van professor Marc Verstraete,

Wij zijn hier zeer talrijk aanwezig om afscheid te nemen van een heel bijzonder man.

Marc Verstraete werd op 1 april 1925 geboren te Brugge; hij volgde mid-delbaar onderwijs aan het Sint Lodewijkscollege van die stad, als klasge-noot van de latere prof. Georges Stalpaert. Hij studeerde geneeskunde te Leuven, en als student deed hij reeds verdienstelijk onderzoek op het laboratorium van prof. Hoet. Na een opleiding in Inwendige Genees-kunde onder prof. Van Goidsenhoven, trok hij een tijd naar Oxford, het laboratorium van de befaamde stollingsexperten Biggs en MacFarlane, waar voor het eerst het belangrijk onderscheid tussen hemofilie A en B kon gemaakt worden, techniek die Marc later in België heeft ingevoerd. Daarna trok hij een jaar naar New York bij Irving Wright, een beroemde cardioloog die voor het eerst anticoagulantia gebruikte bij patiënten met een myocardinfarct. In de jaren 50 werden simultaan op meerdere plaat-sen nieuwe stollingsfactoren ontdekt, wat leidde tot enorme spraakver-warring. Voor de cardioloog Wright was dit onaanvaardbaar, zodat hij het International Committee for the Nomenclature of Clotting Factors oprichtte en zijn fellow Marc Verstraete meenam als permanent secre-taris om te notuleren. Aldus kwam de jonge onderzoeker Verstraete in contact met alle pausen van de bloedstolling op dat ogenblik.

Bij zijn terugkeer naar Leuven droeg professor Vandenbroucke hem op een dienst bloedings-en vaatziekten op te richten. Hij richtte een klein labo in in de kelders van Sint Rafael en trok meteen student-on-derzoekers aan, onder wie de latere professoren Jan Hellemans en Antoon Amery, die ons helaas veel te vroeg ontvallen zijn. Tijdens nach-telijke labovergaderingen ten huize Verstraete vertelde Marc de studen-ten-onderzoekers over de laatste complexiteiten en controverses in de bloedstolling, zoals hij die voor het Commttee notuleerde.

Telkens er vermoeden was van een hemofiliepatiënt ergens te lande, trok prof. Verstraete er met de wagen heen om de sterk gehandicapte per-

soon ten huize te onderzoeken en een bloed-staal te nemen om de diagnose te bevestigen. Hemofilie was in die tijd een erg invaliderende bloederziekte leidend tot sociaal isolement en waarvoor nog weinig kon gedaan worden. Om het sociaal isolement te minderen, richtte Marc samen met enkele anderen in 1958 de Vrienden-kring van Hemofilielijders op, thans de Vereni-ging van Hemofilielijders, die dit najaar haar 60 jarig bestaan viert. Snel richtte prof. Verstraete een multidisciplinaire hemofilie raadpleging in, waar op één voormiddag patiënten achtereen-volgend gezien werden door een hematoloog, een orthopedist, een kinesitherapeut, een sto-matoloog een (kinder-) psycholoog, een sociaal werker en een verpleegkundige, waarna een gemeenschappelijk advies werd opgesteld. Patiënten werden erheen gebracht van over gans het land. Gelukkig is dankzij deze inspan-ningen en de vooruitgang van de geneeskunde hemofilie thans een beheersbare aandoening geworden, die een normaal leven toelaat.

Marc zocht ook naar een langer werkend oraal anticoagulans; er wordt verteld dat de firma Roche als blijk van erkentelijkheid voor zijn inspanningen het middel phenprocoumon de merknaam MARCoumar gaf.

Hij was nauw betrokken bij de anticoagulatie tijdens de eerste open hart ingrepen door zijn jaargenoot prof. Stalpaert.

Als zoon van een gynaecoloog was Marc op de hoogte van catastrofale bloedingen die soms in de verloskunde plaats vinden; zijn studie over intravasculaire stolling als oorzaak van bloedingen werd een citation classic.

36

Page 37: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

in memoriam

lianen, daarna uit gans West maar ook Oost Europa, toen het ijzeren gordijn nog bestond; maar ook uit Zuid Afrika, Bangladesh, Argentinië, Egypte, Brazilië, Japan, de Verenigde Staten, … Hij hield enorm van de internationale uitstraling die hij zo verwezenlijkte. Hij schreef boeken over hemostase en over trombose, die vertaald werden in het Frans, het Italiaans, het Spaans, en zelfs het Russisch, met groot succes. Hij organiseerde meerdere internationale symposia in Leuven.

Het labo was inmiddels gegroeid, eerst naar de oude inkoopafdeling van Sint Rafaël, daarna naar Gasthuisberg. Er werd hard gewerkt, om steeds voorop te blijven, maar er werd ook regelmatig gevierd; ontel-bare taarten werden met alle medewerkers verorberd; pralines waren in de omgeving van Marc onveilig. Zijn loyauteit en bekommernis om alle medewerkers (secretaressen, verpleegkundigen, laboranten, bio-chemici en artsen) blijven legendarisch. Hij gaf zijn naaste medewerkers alle vrijheid om zich zelfstandig te ontplooien.

Marc was al vroeg aangetrokken door de mogelijkheid van trombolyse. Hij was de aller-eerste ter wereld die kon aantonen dat strep-tokinase arteriële klonters bij de mens kon oplossen; hij documenteerde dit met arterio-grafies die hij toen zelf uitvoerde. Dit leidde tot zijn levenswerk, de trombolytische behan-deling van myocard infarct. Samen met zijn vriend prof. Jürgen van de Loo uit Münster organiseerde hij de eerste Europese multicen-trische studies die het gunstig effect van strep-tokinase bij myocardinfarct aantoonden. Deze indrukwekkende uitslagen kwamen wel wat voor hun tijd want vele cardiologen twijfelden toen nog of trombose de oorzaak dan wel het gevolg is van een infarct.

De latere positieve studies van Désiré Collen met weefsel plasminogeen activator bij myo-card infarct heeft Marc met zijn Europees net-werk verder ondersteund. Marc was ook de drijvende kracht achter de multicentrische Caprie studie, die de antitrombotische werking van clopidogrel in het licht stelde, middel dat nog steeds wordt aangewend in onder andere de interventionele cardiologie. Zijn onder-zoeksinspanningen blijven dus talloze patiën-ten helpen. Hij was ook een pionier van het niet invasief vasculair onderzoek.

Marc was een uitstekende spreker, die overal ter wereld werd uitgenodigd. Hij vertrok altijd op het laatste nippertje naar de luchthaven, en zette zich na thuiskomst, ook na een lange nachtvlucht, onmiddellijk terug aan het werk; zijn werkkracht was ongeëvenaard. Tijdens zijn tochten in het buitenland probeerde hij jonge onderzoekers naar Leuven te lokken; eerst Ita-

37

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 38: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Marc werd gevraagd het congres van het International Society on Thombosis and Haemostasis (een kleinkind van het vroegere Nomen-clature Committee) in 1987 te Brussel te organiseren. Dit congres in de paleizen van de Heizel was een enorm wetenschappelijk succes en merkwaardig ook uiterst winstgevend. Marc Verstraete besliste toen een partieel refund te geven op het inschrijvingsgeld, wellicht een uniek gebeuren in de annalen van congressen, maar tevens een blijk van het onconventionele denken van Marc. Het overschot werd gebruikt voor de verdere uitrusting van het labo.

Marc had drie grote liefdes: zijn familie, zijn labo en de leerstoelen op naam. Hij had in de Verenigde Staten gezien hoe onderzoek via leerstoelen gefinancierd werd, en vond dat dit in Leuven ook moest kunnen. Hij zette zich hier dan ook met zijn enorme wilskracht 100% voor in, ook na een invaliderende majeure heelkundige ingreep. Dankzij zijn netwerk van kennissen, zijn geestdrift en zijn overredingskracht kon hij menig ondernemer overtuigen te investeren in Leuvens onderzoek in een domein van hun keuze. Toen we hem tijdens zijn laatste levensjaar in het rusthuis bezochten, lag het jaarverslag van het Leuvens Univer-siteitsfonds telkens prominent op zijn werktafel en was hij dolgelukkig met het blijvend succes van de fondsenwerving.

Tijd ontbreekt om nog andere facetten van Marc Verstraete te belich-ten, zoals zijn lessen over medische semeiologie, zijn taak als acade-misch secretaris van de faculteit, zijn werk voor de geneesmiddelen

commissie, zijn functies binnen de Koninklijke Academie voor Geneeskunde, zijn inzet voor het toenmalig Nationaal Fonds voor Weten-schappelijk Onderzoek, zijn talrijke eredocto-raten, zijn titel van baron. Zonder de blijvende geduldige steun van mevrouw Verstraete had Marc dit alles zeker niet kunnen verwezenlij-ken.

Het is met grote droefheid dat zijn zeer talrijke medewerkers thans afscheid nemen van een man die hun leven vorm heeft helpen geven, maar toch overheerst een gevoel van enorme dankbaarheid en zeer diep respect voor dit lang en zo rijk gevuld leven.

It is with great sadness, but with enormous gratitude and deep respect, that the many coworkers around the world, several of whom are present today, part from prof. Marc Ver-straete, the man who helped shape their scientific lives.

Em. prof. dr. J. Vermylen

38

Page 39: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

in memoriam

Jan De Groote (2 April, 1925-12 August, 2018)

Jan De Groote passed away at age 93. He will be remembered as the first secretary of EASL (1966-1969) and as one of the founding fathers of the Gnomes, the International Liver Pathology Study Group.

He graduated in medicine at the Catholic Uni-versity of Leuven medical school in 1951, and specialized in Internal Medicine at the St Raph-ael Hospital (predecessor of the Gasthuisberg University Hospital, Leuven, Belgium).

He had a special interest in biochemistry and in clinical chemistry, with focus on hepatic normal and disordered metabolic functions. For this

purpose, he spent the years 1955 - 1956 as research fellow of the British Council in Hammersmith Hospital, London, for a training period in Hepatology under guidance of Professor Dame Sheila Sherlock. In this department he met several European fellows, i.a. H.A. Martini from Marburg (Germany). This group of young hepatologists kept in touch, and decided to create a European Association for the Study of the Liver (EASL). The first meeting was held in 1966 in Marburg under the pres-idency of Prof Martini. Jan De Groote was elected as the first secre-tary because of his smooth character and his multilingualism; speaking four languages was very useful for mediating between French, English, German, Italian, and Scandinavian hepatologists. Indeed at that first meeting, fellows from different countries presented papers in their own language with short English summaries.

Jan De Groote‘s research focused on hepatic encephalopathy and ammonia metabolism, resulting in his PhD thesis in Leuven in 1959. He became staff member of Internal Medicine in Leuven. He was pro-moted to full professor in medicine in 1968. In 1978, he organized a department of hepato-biliary and pancreatic diseases.

Gradually his attention had been taken up by the chronic character of several liver disorders, amongst which also so-called chronic hepati-tis, at the time most controversial because of terminological confusion and with several leading hepatologists not believing in such a disease. Keeping this topic in mind, he studied the liver biopsies himself, as several hepatologists did in those days, e.g. H Thaler in Vienna and others. His interest in pathology was soon complemented in Leuven by the advent of Valeer Desmet, who became his lifelong companion and instructor in Liver Pathology.

At the second EASL meeting in Göteborg (Sweden), a slide seminar on liver pathology including cases of ‘chronic hepatitis’ entailed such fervent discussions and disagreements, that Jan De Groote stood up, smoothened the atmosphere, and suggested that a small group of interested pathologists and clinicians should sit together in order to clarify the issue. This intervention of Jan was the trigger leading into what later on became known as the International Liver Pathology Study Group, nick-named as ‘The Gnomes’ by Dame Sheila Sherlock. Over

39

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 40: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

time, the group published a short series of land-mark papers, the first hit being the well-known chronic hepatitis classification of 1968. The group remains still active, and celebrated its 50th anniversary of annual meetings at its Athens meeting in 2018.

In his own department, Jan De Groote continued to stimulate biochem-ical and clinical research in Hepatology, Biliary and Pancreatic disor-ders. The Leuven liver group owes a lot to Jan’s initiatives. Also outside his hospital, Jan was very undertaking and started the Flemish Asso-ciation of Gastroenterology in a period that the French language was dominating the scientific field in Flanders. At the University level, Jan was intricately involved in various groups aiming at a renewal of both theoretical and practical medical teaching,

Jan had a large group of friends, often visiting him at his house in Kortenberg, where he had a nice collection of art, both paintings and small sculptures from all over the world. He loved art but also nature and visitors could enjoy his large garden and his specially designed glasshouse where he intensely cultivated all kinds of orchids.

Jan De Groote retired from academic activities at age 65 but remained active in the various associations.

He is survived by his 6 children, 14 grandchildren and 8 great-grand-children. His wife Christiane died 4 years ago.

References:Williams Roger: Past and Present of EASL De Groote J, Desmet VJ, Gedigk P, Korb G, Popper H, Poulsen H, Scheuer PJ, Schmid M, Thaler H, Uehlinger E. A classification of chronic hepatitis. Lancet. 1968; 14 :626-8.

Baptista A, Bianchi L, De Groote J, Desmet VJ, Ishak KG, Korb G, MacSween RN, Popper H, Poulsen H, Scheuer PJ, et al. The diagnos-tic significance of periportal hepatic necrosis and inflammation. Histopathology. 1988; 12: 569-79. Review.

Denk H, Scheuer PJ, Baptista A, Bianchi L, Callea F, De Groote J, Desmet VJ, Gudat F, Ishak KG, Korb G, et al. Guidelines for the diagnosis and interpretation of hepatic granu-lomas. Histopathology. 1994; 25:209-18.

Johan Fevery, em. Professor of Hepatology and internal Medicine, [email protected]

Valeer Desmet, em. Professor of Pathology, [email protected]

Frederik Nevens, Professor of Medicine, Hepatology and Liver transplantation, [email protected]

40

Page 41: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

in memoriam

Robrecht Vermeulen

We konden het nauwelijks geloven toen we vernamen dat Robrecht overleden was.Hij werd geboren in Ukkel op 27 februari 1938 en overleed in Leuven op 28 september 2018.Hij behaalde zijn doktersdiploma aan de KU Leuven in 1962. Daarna specialiseerde hij in inwendige geneeskunde aan de University of Pennsylvania in Philadelphia en te Leuven, en in cardiologie in het Michael Reese Hospital in Chicago. Hij oefende zijn drukke praktijk van cardiologie uit eerst in Sint-Jans-Molenbeek en daarna in Jette. Hij was een bekwaam en gewetensvol cardioloog en had een goede band met zijn patiënten.Van 1982 tot 1985 was hij voorzitter van de Provinciale Raad van de Orde der Artsen van Brabant met het Nederlands als voertaal, en van 1988 tot 1994 lid van de Nationale Raad van die Orde. Zijn geduld en rechtvaardig-

heidsgevoel waren hem in die functies uitermate behulpzaam.Als oud-student van Leuven onderhield hij nauwe banden met zijn Alma Mater: hij was stichtend lid van de Alumni KU Leuven – Kern Brussel.Doch Robrecht Vermeulen was nog meer dan arts.Het AVV-VVK op het rouwbericht, de leuze van de vroegere Katholieke Vlaamse Studentenbeweging, overgenomen door Vlaamse soldaten in WO I, was een terechte samenvatting van zijn diepe christelijk-Vlaamse overtuiging en inzet.Van zijn Vlaams engagement getuigen meerdere van zijn vermelde func-ties: oud-voorzitter van het Doktersgild Van Helmont, oud-voorzitter van het Vlaams Artsenverbond, oud-voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen en bestuurslid van het Aktiekomitee voor een Vlaamse Sociale Zekerheid (werkgroep van het OVV), oud-voorzit-ter van de Vereniging Vlaamse Academici- afdeling Brussel, lid van de Orde van den Prince en van Pro Flandria. Hij combineerde zijn Vlaams engagement met een open blik op Europa en de wereld.Binnen de Vlaamse Beweging ging zijn belangstelling vooral uit naar de toewijzing van de sociale zekerheid, in eerste instantie de gezondheids-zorg, aan de Vlaamse en Franse Gemeenschap en naar – in afwach-ting daarvan – een rechtvaardige communautaire verdeling van de art-sencontingentering. Bovendien maande hij ons regelmatig aan om de Brusselse Vlamingen nooit los te laten.Robrecht Vermeulen was een bijzonder mens.Hij was rustig, stil, zwijgzaam en introvert.Hij was geen tafelspringer, doch discreet en bescheiden.Tijdens vergaderingen was hij luisterbereid en bedachtzaam bij het uiten van zijn mening.Bij conflicten speelde hij een bemiddelende en verzoenende rol.Zijn betogen en artikels getuigden van een heldere geest.Na een gezamenlijk genomen beslissing volgde hij nauwgezet, effici-ent en volhoudend de uitgestippelde weg met een zeldzaam geziene werkkracht.Hij koppelde zin voor rechtvaardigheid aan een grote verantwoordelijk-heidszin.Hij droeg zijn familie op handen.Hij was een moedig man.Wij missen hem.De Alumnivereniging biedt aan de echtgenote van Robrecht en aan de ganse familie haar oprechte christelijke deelneming aan.

Eric Ponette

41

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 42: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

lustrumvieringen

Lustrumviering promotiejaar 1953!Veel alumni wachten tot er enkele lustrumvieringen voorbij zijn alvorens zij de zin van hun lidmaatschap bij ALFAGEN waarderen, en zij hebben natuurlijk ongelijk! Vraag het maar aan deze collegae die net hun 65 jaar afstuderen vierden.

In 1953 stonden zij met ruim 90 mannen en enkele dames op de foto. Momenteel blijven er nog een dertigtal jaargenoten over.

Bij de lustrumviering van 50 jaar afstuderen, zagen zij elkaar voor het laatst in Leuven. Hoog tijd dacht em. prof. Jacques Gruwez, mentor van deze jaargang, om nog eens een feestje te bouwen. Dankzij de inzet van ons secretariaat, kwam het tot een mooi feestje in de Faculty Club, waarop een zevental jubilarissen aanwezig waren, de meesten met partner.

De mentor hield een mooie gelegenheidstoespraak en nadien brach-ten de aanwezigen, allen krasse negentigers, hun levensverhaal en bij-zondere herinneringen naar voor. Enkelen hadden de Congolese onaf-hankelijkheid nog ter plaatse meegemaakt en herinnerden zich nog de voetbalwedstrijd die toen jaarlijks werd gehouden in het Leuvens stadspark tussen de Nederlandstalige en Franstalige studenten van het laatste jaar geneeskunde. Er werden foto’s uitgewisseld en een collega kon vertellen dat hij nog af en toe aan het werk was!

De genodigde was ererector Mark Waer, die met zijn gekende welsprekendheid, de jubilarissen feli-citeerde met hun viering en zijn bewondering uit-sprak over de verhalen en het enthousiasme van eeuwig jonge alumni. Wij dankten hem hartelijk voor zijn aanwezigheid.

Het werd een fijne samenkomst met een heerlijke maaltijd in een hartelijke sfeer.

Ik vond het als ALFAGEN-voorzitter een grote eer om hier aanwezig te mogen zijn en dankten de mentor en de collegae die besloten, om volgend lustrum of misschien iets vroeger, nog terug samen te komen. Alle aanwezigen waren heel blij met de Vesalius medaille geschonken door ALFAGEN. Met wat zang en gitaar van de mentor, zonder vervaldatum, werd afgesloten.

Chris GeensVoorzitter ALFAGEN

42

Page 43: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Hoofd- en eindredactie: Chris Geens

Redactieraad: Chris Geens, Fons Verdonck, Jaak Jaeken, Chris Mertens, Dirk Van Raemdonck en Sonja Wuyts

Coverfoto: © Nick Ervinck - study for AGRIEBORZ, 2009-2016 - www.nickervinck.com

Lay-out & druk: Drukkerij Van der Poorten - Leuven

Verantwoordelijke uitgever: Chris Geens, ON2 – Campus Gasthuisberg Herestraat 49 bus 400 – 3000 Leuven

colofon

43

A.VESALIUS nr. 4 – december 2018

Page 44: DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Afgiftekantoor: Leuven ... · Voor de redactie is het steeds een moeilijke en delicate opdracht om ... Via het tijdschrift brengen wij dan de alumni op

Coördinatie: Vereniging van de Alumni van de Faculteit Geneeskunde van de KU Leuven

Campus GHB ON2, Herestraat 49 bus 400, 3000 Leuven

Tel. +32 16 33 06 11

Verantwoordelijke uitgever: Chris Geens, ON2 – Campus Gasthuisberg

Herestraat 49 bus 400 – 3000 Leuven

ALFAGENvereniging van ALumni

van de FAculteit GENeeskunde

ON2 – Campus GasthuisbergHerestraat 49 bus 4003000 Leuven Tel. +32 16 33 06 24 / +32 16 33 06 11E-mail: [email protected] www.alfagen.be

Lidmaatschap 2019: € 50

Steunend lid: € 150

Afgestudeerd vóór 1978: € 35

Afgestudeerd in 2016, 2017 of 2018: € 30

Laatste fase basisopleiding arts: GRATIS

Laatste fase BMW: GRATIS

Werkzaam in een ontwikkelingsland: GRATIS

Uw bijdrage voor het lidmaatschap 2019 is welkom op rekening van 'ALFAGEN vzw' met vermelding van 'LIDGELD 2019' en uw MD-NUMMER IBAN: BE37 4310 2075 4128 en BIC: KREDBEBB

Ontwikkelingshulp geneesheren en apothekers Alumni Leuven ON2 - Campus GasthuisbergHerestraat 49 bus 4003000 Leuven Tel. +32 16 33 06 24 / +32 16 33 06 11 E-mail: [email protected] Bijdragen voor de actie ‘Medische Ontwikkelingshulp’ zijn steeds welkom op rekening van ‘Ontwikkelingshulp Geneesheren en Apothekers-Alumni Leuven’ IBAN: BE80 4310 0585 0177 en BIC: KREDBEBB

Meer info op www.alumni-ontwikkelingssamenwerking-leuven.be

***Stortingen van minimum 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar***

www.alumni-ontwikkelingssamenwerking-leuven.be

Lidmaatschap 2019!