Upload
kaitlin-higgins
View
32
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Ecosystemen. Hoofdstuk 3. Schiermonnikoog, meer dan wat los zand!. Maak groepjes van vier Maak een voedselweb Welke drie abiotische factoren zijn het belangrijkst? Ruil met ander groepje Controleer Benoem de producenten (P), herbivoren (H) en carnivoren (C) - PowerPoint PPT Presentation
Citation preview
Schiermonnikoog, meer dan wat los zand!
• Maak groepjes van vier• Maak een voedselweb – Welke drie abiotische factoren zijn het belangrijkst?
• Ruil met ander groepje– Controleer– Benoem de producenten (P), herbivoren (H) en
carnivoren (C)• Leg voedselweb op de juiste plaats bij de kaart• Maak een voedselweb voor Schiermonnikoog
3.1 Kwetsbare ecosystemen
• Ecosysteem – Complexe zelfstandige eenheid– Afgebakend gebied met organismen en biotische
en abiotische relaties
• Organismen in ecosysteem– Producent• Plantaardige organismen
– Consument• Dierlijke organismen
– Reducent • Bacteriën en schimmels
• Draagkracht – De maximale populatiegrootte die een gebied kan
onderhouden
• Populatiedynamiek– Veranderingen in de populatie a.g.v. (a)biotische
factoren– Verstoring: snel optredende blijvende
veranderingen
3.2 Energie
• Biomassa– Energie uit biomassa– Totaalgewicht van organismen
• Welke afbeelding geeft de piramide van aantallen weer? Leg uit waarom
• Rechts, in een boom leven heel veel rupsen; links is een piramide van biomassa
• Autotroof– Organismen die in staat zijn om uit energiearme
anorganische stoffen , energierijke organische stoffen te maken (producenten)
– Fotosynthese • Heterotroof– Organismen hebben energierijke organische
stoffen nodig (consumenten)
• Primaire productie – Hoeveelheid organische stoffen (biomassa) die
producenten maken• g/opp./jaar • g/volume/jaar
• Secundaire productie– De hoeveelheid organische stoffen (biomassa) die
de consumenten maken
• Neem de piramide over en teken de balk voor de consumenten van de 2e orde en de balk voor de 3e orde
Ontstaan ecosysteem (1)
• Pioniersecosysteem– Begin van elk ecosysteem• Kale rots/ omgespitte grond
– Verandert door successie• Soortensamenstelling & abiotische factoren veranderen
sterk• Toename van biodiversiteit• Productie nieuwe weefsels > afbraak weefsel
Ontstaan ecosysteem (2)
• Climaxecosysteem– Eindstadium van een ecosysteem• Soortensamenstelling en abiotische factoren ± gelijk• Maximale biodiversiteit• Productie nieuwe weefsels= afbraak weefsels
– Bijv. koraalrif, loofbos, tropisch regenwoud