Manon Bruggink

VR3C

Joyce Willemsen

St. Jorisschool, Lichtenvoorde

Frank Salet & Ans van Riesen

Toetsnummer: 130302-1B

Samenvatting

De St. Jorisschool wil een aantrekkelijk schoolplein voor de kleuters. Een schoolplein waar leerlingen vrij kunnen spelen en zichzelf goed kunnen ontwikkelen op verschillende gebieden. De school werkt veel met meervoudige intelligentie. Tijdens de lessen wordt hier gebruik van gemaakt, bij de kleuters geldt dit voor het kiesbord. Omdat er een nieuw schoolplein ontworpen wordt, vraagt de school of

meervoudige intelligentie ook terug kan komen in het schoolplein. Het schoolplein wordt verdeeld in vier zones, rood (sport), geel (spel), groen (groen) en blauw (rust). Voor de verschillende zones worden kaarten ontwikkeld die aansluiten bij het niveau van de leerlingen. Op de kaart is af te lezen welke van de acht intelligenties bij de opdracht hoort. Bij de groene zone draait het om natuur. De leerlingen onthouden het beter om dingen zelf te doen, ze mogen zelf dingen planten en dingen ontdekken. Zo proberen we samen met het team een leuk en aantrekkelijk schoolplein te ontwerpen voor kleuters.

Uit het document “Een verslag schrijven op Iselinge”:

De samenvatting betreft het gehele onderzoeks-verslag. Selecteer uit iedere paragraaf de essenties en verwoord dit tot één goed lopende samenvatting. Eigenlijk moet de lezer na het lezen van de samenvatting jouw hele verslag in het kort hebben ‘gelezen’. Het doel van een samenvatting is dat een lezer snel kan zien of hij jouw artikel of verslag interessant en bruikbaar vindt.

Het dikgedrukte mis ik in je samenvatting. Wat kan ik als lezer verwachten in de rest van je verslag? Wat krijg ik te lezen in het theoretisch kader? En welke vorm van praktijkonderzoek heb je gedaan en krijg ik te lezen? Etc.

Inhoudsopgave

Theoretisch kader: schoolontwikkeling blz. 1

Theoretisch kader: een schoolplein dat past! blz. 3

Praktisch kader: de beginsituatie blz. 4

Conclusie blz. 7

Literatuurlijst blz. 8

BijlageWerkplan blz. 9Foto’s ideeën kleuterplein blz. 17Foto’s huidige kleuterplein blz. 20

Theoretisch kader: schoolontwikkeling

Er is veel nieuws over het onderwijs. Dagelijks worden er dingen besproken om het onderwijs te kunnen verbeteren. Scholen willen het beste voor hun leerlingen en ze begeleiden op de juiste manier. Om de leerkrachten te kunnen voorzien van deze kennis moeten ze zich blijven ontwikkelen.

SchoolontwikkelingHet is belangrijk dat scholen zich blijven ontwikkelen. De leerkrachten zullen hun kennis regelmatig moeten bijspijkeren en materialen moeten af en toe vernieuwd worden. Maar ook het aanpassen van de handelswijze binnen school is van belang. Je ziet op veel scholen stagiaires om op die manier van de nieuwste ontwikkelingen op de hoogte te blijven. Volgens K. Güthe kan het volgende op het gebied van schoolontwikkeling worden gezegd: ‘De school is een plek waar een continu proces plaatsvindt, waarbij een systematische aanpak noodzakelijk is (Güthe,1997).’ Ontwikkeling hangt sterk af van de omgeving, het is daarom van belang dat er een fijne omgeving gecreëerd wordt waarin leerlingen veel kunnen leren. Schoolontwikkeling houdt in dat een schoolteam actie onderneemt om processen te verbeteren en te veranderen. Op deze manier zorgt de school voor een hoge kwaliteitszorg en blijft daarbij steeds streven naar de beste manier van onderwijs.Bij de schoolontwikkeling moet er een goede communicatie moet zijn tussen leerkrachten, ouders en eventuele externe begeleiders. De ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd in een groepsoverzicht, handelingsplan of groepsplan. Hoe verder de schoolontwikkeling wordt doorgezet zullen er vorderingen van leerlingen zichtbaar kunnen worden ten opzichte van de begincompetenties. Het zijn nuttige indicatoren om het niveau van onderwijs en diagnostiek te optimaliseren voor een leerlingen of een groepje leerlingen (Mooij, 2008).

VerbetercultuurContinu verbeteren is van groot belang voor organisaties zoals een basisschool. Het is alleen niet eenvoudig, omdat sommige verbeteringen niet op korte termijn zichtbaar zijn. Ook het veranderen van gewoontes en werkwijzen speelt daarin een rol, daarom is het belangrijk dat het verbeteren in kleine stapjes verloopt. Er wordt ook wel gesproken van een traject in plaats van een project (Mulder, 2008). In de basis van een verbetercultuur is een team verantwoordelijk voor het continu verzorgen van goede prestaties.

VeranderkennisHet doel van veranderkennis is iets te bereiken. Leerkrachten moeten open staan voor veranderingen. Deze veranderingen zijn meestal verbeteringen. Ze willen hun kennis vergroten, hierbij draait het om bij het onderwijs. Wanneer dit ontbreekt, kan dit leiden tot een mislukking. Een leerkracht moet voldoende kennis hebben, maar omdat in de huidige samenleving steeds nieuwe kennis bij komt over verschillende leerlingen, moet de leerkracht hier alert op zijn. Volgens Fullan, 2009, staan bij veranderkennis verschillende principes centraal staan, namelijk (Landzaat, 2009):•gericht zijn op verantwoordelijkheid voor verandering• relateren aan moreel doelbewust zijn• capaciteit opbouwen• begrijpen van veranderingsproces• ontwikkeling van een samen-leren-cultuur•ontwikkeling van een evaluatiecultuur (Landzaat, 2009)

KwaliteitszorgOm een hoge maat van kwaliteit te bereiken hebben mensen elkaar nodig. Alle mensen rondom de school hebben een rol bij het maken van goed onderwijs, zowel leerlingen, leerkrachten, ouders maar ook de begeleiders. Kwaliteitszorg is mensenwerk. De taak van de schoolleider is dan om dit goed te organiseren. Bij kwaliteitszorg draait het om goed onderwijs, de zorg van kwaliteit. Om dit te

kunnen realiseren wordt er met het team antwoord gegeven op verschillende vragen, namelijk:• Doen we de goede dingen?• Doen we die goed?• Hoe weten we dat?• Vinden anderen dat ook?Uit deze vragen wordt een conclusie getrokken. Het team gaat verder met deze conclusie, want wat doen ze verder met de antwoorden? Er wordt dus gekeken naar het gewenste toekomstbeeld, daarbij wordt gekeken naar de uitgangspunten met daaraan gekoppelde doelstellingen van het team.

Schoolontwikkeling en kwaliteitszorg zijn erg met elkaar verbonden. Dit komt omdat de schoolontwikkeling voor een groot deel ontstaat vanuit interne en externe aanleiding. Bij interne aanleidingen draait het vooral op het niveau van de leerlingen, leerkrachten en de schoolorganisatie. Het team stelt doelen op die ze nastreven (Penta Nova, n.d.) .

Theoretisch kader: een schoolplein dat past!

Mijn schoolontwikkelthema De St. Jorisschool wil een actief schoolplein

voor kleuters. Het schoolplein moet gekoppeld worden aan meervoudige intelligentie. Meervoudige intelligentie is te onderscheiden in acht intelligenties. Ieder mens bezit alle acht intelligenties, de ene is sterker ontwikkeld dan de ander. De sterk ontwikkelde intelligenties bepalen de manier waarop men leert, bepalen de voorkeur voor activiteiten (Gardner, 1993) . Op de afbeelding hiernaast zijn de acht intelligenties te vinden door middel van een mindmap. Een mindmap wordt op de St. Jorisschool veel toegepast tijdens de MI lessen, de leerlingen verwerken de informatie hierin (Riesen, 2013). Op het schoolplein ontwikkelen kleuters zich optimaal zowel fysiek als cognitief. Ze zijn namelijk bezig met basale bewegingsvaardigheden zoals rennen en lopen. Ook komt de cognitieve ontwikkeling naar voren, de kleuters zijn namelijk bezig met verbaal begrip en ruimtelijk inzicht. Het vakgebied dat bij dit schoolontwikkelthema hoort is daarom ook bewegingsonderwijs. Door veel te bewegen neemt het leervermogen toe, kleuters letten beter op en de concentratie neemt toe (Dordel & Breithecker, 2003). Terwijl de kleuters op het schoolplein spelen zijn ze onbewust ook bezig met hun sociaal emotionele ontwikkeling. Ze moeten samenwerken, rekening houden met elkaar en elkaar helpen. De kleuters kunnen zich dus op verschillende gebieden ontwikkelen tijdens het spelen op het schoolplein (Steijn, 2011). Tijdens dit schoolontwikkelthema wordt het vakgebied beweegonderwijs goed afgebakend. Er wordt namelijk gekeken naar beweegonderwijs op het schoolplein. Welke spellen/sporten kunnen er worden uitgevoerd op het schoolplein? Er moeten spellen ontwikkeld worden die passen bij het materiaal op de school. Creativiteit staat dus voorop. Op het schoolplein komen de intelligenties naar voren in de vier verschillende zones. Deze zijn sport, spel, rust en groen. Deze 4 zones worden aangegeven met belijning op het schoolplein. Er worden kaarten ontwikkeld die passen bij meervoudige intelligentie (doe, kijk, getal, taal, samen, muziek, ik en natuur). Deze kaarten moeten zo ontwikkeld worden dat kleuters ze begrijpen. Hiervoor wordt er gebruik gemaakt van foto’s, zo begrijpen de leerlingen in één oogopslag wat er met het spel bedoeld wordt. De kleur van de omlijning van de kaart bepaald in welk vak de kaart mag worden uitgevoerd. Met de kleur van de titel van de kaart wordt aangegeven bij welke van de acht intelligenties de kaart hoort. Er komt ook een groen- zone, dit is een stuk grond die wordt beplant met struiken, bomen en ander ongevormd materiaal. Kinderen leren meer als ze spelen in de natuur (Louv, 2007). Vraagstukken die bij dit onderzoek aan bod kunnen komen zijn:• Wat is de beste inrichting voor het onderbouwplein?• Welke materialen zijn nodig voor een aantrekkelijk schoolplein?• Op welke manier kunnen de kaarten zo gemaakt worden dat het duidelijk is voor kleuters?• Kunnen andere mensen hulp bieden bij het in de praktijk brengen van materiaal (huisjes verven, beplanting etc.)?

Praktisch kader: de beginsituatieVorig jaar is er al een werkplekstudent bezig geweest met de start van dit schoolontwikkelthema. Deze student is vooral theoretisch bezig geweest. Ik moet er voor zorgen dat het schoolplein daadwerkelijk wordt afgerond zodat de kleuters zo snel mogelijk op hun nieuwe schoolplein kunnen spelen. Relevante onderzoeksvragen zijn daarom:Wat heeft de vorige werkplekstudent uitgezocht?In hoeverre is het team ingelicht over het schoolplein?Waar moet er nu aan gewerkt worden?Wat zijn de plannen?

Om een goed beeld te krijgen van de beginsituatie ben ik rond de tafel gegaan met de kleuterleidsters Floor Hummelink van groep 1/2a, Dorian Scharenborg van groep 1/2b en Anke

Domhof van groep 1/2c. De opdracht die mij te wachten stond was voor een groot gedeelte duidelijk, maar er waren nog een aantal vragen waar ik antwoord op wilde. Hieronder in de tabel zijn de vragen te vinden. Onder het kopje conclusie staan conclusies die ik zijn met de kleuterleerkrachten heb overlegd.

Vragen Conclusie

Wat willen jullie met de belijning? De belijning is nu 10 cm breed. Willen jullie dat de vakken die elkaar raken dan een dubbele lijn krijgen (rood/geel)?

De belijning mag wel 5 cm worden, dit is breed en overzichtelijk genoeg voor de leerlingen. Wanneer het een dubbele belijning wordt, zou 20 cm te breed zijn. Verder zijn wij wel voor een dubbele belijning, dit zorgt voor een duidelijk beeld bij de leerlingen. Langs het hek en de muren wordt de belijning doorgetrokken, dit om het vak goed af te bakenen. Hoe we dit met de rubberen tegels doen, is nog een vraag.

Hoe willen jullie dit doen bij de fietsenstalling?

De helft van de fietsenstalling voor de leerlingen verdwijnt. Er is nu veel te veel ruimte voor het aantal fietsen, dit is zonde. De ruimte kan dan beter gebruikt worden voor de groene zone. De tegels worden er dan uitgehaald.

En bij de fietsenstalling voor de leerkrachten? Het lijkt ons handiger om het vak aan te passen. De leerlingen mogen nu nog gebruik maken van die ruimte om daar te kunnen rijden met de wagens. Dit is gevaarlijk voor de fietsen die er staan omdat kleuters af en toe nog wel eens de controle verliezen. We kiezen er dus nu voor dat de lijn wordt doorgetrokken zodat er een apart vak ontstaat voor de fietsen. Nu zitten de fietsenstallingen van de leerkrachten en leerlingen bij elkaar.

Moet de belijning om het rooster heen? Bij beide ingangen liggen roosters. Hier komt de belijning om heen en dus niet langs de muren.

Wat willen jullie precies in welke vakken? Rust niks, hier komen bankjes zodat de leerlingen kunnen rusten. Er worden hier ook geen kaarten voor ontwikkeld. Er komt een kleine afscherming, een hegje of een krijtbord. Verder komen er bankjes waar de kinderen tot rust kunnen komen.Geel Dit is echt een spelzone. De leerlingen mogen hier met de karren en fietsen spelen. Hier worden maar een beperkt aantal kaarten voor gemaakt. Bijvoorbeeld hinkelen, touwtje springen en hoepelen.Rood Hier worden de meeste kaarten voor gemaakt. Hier komen dus ook kaarten waarop spellen zijn uitgewerkt, bijvoorbeeld

fopbal. Er zijn een aantal materialen aanwezig maar er is ook nog een lijst met nieuwe materialen.Groen Deze zone moet nog ontworpen worden. Er zijn al een aantal struiken uitgezocht die geschikt zijn. Er moet dus een plattegrond gemaakt worden waarop duidelijk alles is te zien. In overleg met Van Ooijen(hovenier in Lichtenvoorde) moet dit goed komen. In de zone komen ook plantenbakken, hierin kunnen dingen worden geplant, zoals zaadjes.

Hoe doen we het met het klimrek en de rubberen tegels?

Dit is nog een lastig punt. Er moet gevraagd worden of de belijning ook op de rubberen tegels geplakt kan worden(of dit blijft zitten). Ook is de vraag bij welk vak het klimrek hoort. Het meest logische in om het bij het spelvak te laten horen, maar de leerlingen mogen niet met de karren op deze tegels komen. De leerlingen weten dit dus dat zou in de toekomst geen probleem moeten zijn.

Hoe ver zijn jullie al met de materialenlijst? Er is een materialenlijst. Wij moeten nog overleggen waar onze prioriteiten liggen, dit komt nog.

Hoe vaak gaan de leerlingen per dag naar buiten en spelen ze dus op het schoolplein met de materialen?

In de groepen 1 en 2 staat elk dagdeel bewegingsonderwijs, in de breedste zin van het woord, op het programma. Bij slecht weer gebeurt dit binnen (Schoolgids, 2013-2014).

Om een duidelijk beeld te schetsen van het schoolplein heb ik enkele foto’s gemaakt van het huidige kleuterplein. In de bijlage zijn de foto’s te vinden.

Tijdens mijn vooronderzoek heb ik ook gekeken naar het perspectief van de kinderen. Zo heeft Jeen uit groep 7 de opdracht gekregen om een schoolplein voor de kleuters te ontwerpen. Hij koos ervoor om een kleutercamping te maken. De reden hiervoor was dat de kleuters dan konden spelen alsof ze op vakantie waren, want daar is het altijd heel fijn. Hij heeft deze opdracht individueel gekregen. In de bijlage zijn de foto’s te vinden van zijn werk.

Conclusie

Uit het literatuuronderzoek blijkt dat de school een plek is waar een continu proces plaatsvindt, waarbij een systematische aanpak noodzakelijk is (Güthe, 1997). Bij de St. Jorisschool wordt er veel aandacht besteed aan schoolontwikkeling. Veel leerkrachten volgen naast hun baan ook nog een cursus, bijvoorbeeld ICT, taalbeleidsplan en groepsvorming. Door deze cursussen te volgen blijft de school in ontwikkeling. Deze informatie wordt gedeeld met de rest van het team in verschillende vergaderingen. Stagiaires zijn ook belangrijk bij schoolontwikkeling. Ze kunnen namelijk nieuwe snufjes toevoegen en andere werkvormen uitproberen die ze op school krijgen aangeleerd. Ook worden er speciale thema-vergaderingen georganiseerd, hierbij draait het om thema’s zoals hoogbegaafdheid. Het draait niet alleen om de kennis maar ook om de sociale vaardigheden bij leerlingen. Er wordt een nieuw instrument ingevoerd, namelijk ZIEN. Zien is een leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hier is ook een studiedag voor gepland. De school staat dus open voor nieuwe ideeën en werkt aan een goede schoolontwikkeling.

Het schoolontwikkelthema is bekend bij het team. Het team is op de hoogte gebracht door de eindpresentatie van Lorien Kuiper, de vorige werkplekstudent. Deze student heeft vooral gekeken naar de theoretische deel van dit onderzoek. Zo is er voornamelijk gekeken naar de koppeling tussen het schoolplein en meervoudige intelligentie. Nu is het de taak om het in de praktijk te brengen. Uit het praktijkonderwijs blijkt dat er nog aan verschillende punten gewerkt moet worden, namelijk:• Er moeten kaarten ontwikkeld worden. Deze kaarten worden ingezet tijdens het buiten spelen met de kleuters. De kaarten moeten zo ontwikkeld worden dat kleuters ze begrijpen. • De zones moeten duidelijk zichtbaar zijn voor de leerlingen. Dit wordt aangebracht met speciale Pleinplakkers. De kleuren van de lijnen geven de zone aan.• Bij de rustzone moet een afscheiding komen zodat de leerlingen daar ook echt kunnen zitten en tot rust kunnen komen. Dit kan niet worden opgelost door er een struik neer te zetten i.v.m. weinig zonlicht. • De groenzone moet nog helemaal worden ingericht. Er moet worden gekeken naar welke begroeiing er kan worden geplant wat geschikt is op een schoolplein bij kleuters. De begroeiing moet dus stevig zijn en tegen een stootje kunnen.• De school heeft een budget voor materialen. Van dit bedrag mogen de leerkrachten nieuwe materialen aanschaven betreft het schoolplein. Deze materialen moeten nog worden aangeschaft.

x

Literatuurlijst

Dordel, S. & Breithecker, D., (2003). Bewegte Schule als Chance einer Förderung der Lern- und Leistungsfähigkeit. Haltung und Bewegung, 23, 5-15.

Gardner, H. (1993). Meervoudige Intelligentie en coöperatief leren. Verkregen op 8 oktober, 2013, van http://www.fisme.science.uu.nl/publicaties/literatuur/6152.pdf

Gardner, H. (1993). Meervoudige Intelligentie. Verkregen op 8 oktober, 2013, van http://www.webje- wijzer.nl/meervoudige-intelligentie.html

Güthe, K. (1997). Indicatoren van schoolontwikkeling. Enschede: Universiteit Twente.

Landzaat, M. (2009). Voorwaarden voor een succesvolle implementatie. Time2Change, over het implementeren van vroeg, meer en beter Engels in het basisonderwijs. 8-10.

Louv, R. (2007). Het laatste kind in het bos. Utrecht: Jan van Arkel.

Mooij, K., (2008). Schoolontwikkeling en optimalisering van leerprocessen. Verkregen op 15 oktober, 2013, van http://dspace.ou.nl/bitstream/1820/2948/1/20100709%20Mooij- bijdrage

%20JGObundel2008.pdf

Mulder, A.P.M., (2008). Verbetercultuur als voorwaarde voor continu verbeteren. Verkregen op 15 oktober, 2013, van http://www.sigmaonline.nl/artikel/11509/Verbetercultuur-als-voorwaarde-voor-continu-verbeteren

Penta Nova. (n.d.). Kwaliteitszorg. Verkregen op 15 oktober, 2013, van http://www.pentanova.nl/kennis-delen/kwaliteitszorg.aspx

Steijn, A., van. (2011). Bewegen baat het brein. Verkregen op 8oktober, 2013, van http://www.sportknowhowxl.nl/OpenPodium/6222

Bijlagen

Werkplan SOT2013-2014

algemene gegevens

Naam: Manon Bruggink

Klas: VR3C

Met wie maak je het eerste deel van het vooronderzoek?

Joyce Willemsen

gekozen onderwerp

Korte beschrijving van het

gekozen onderwerp:

‘Een schoolplein dat past’

De St. Jorisschool in Lichtenvoorde werkt met Meervoudige Intelligentie. Dit wil de school terug laten komen op het schoolplein. Vorig schooljaar is een werkplekstudent begonnen met het ontwerpen van het kleuterschoolplein. De werkplekstudenten van dit schooljaar gaan hierop verder borduren. Het is de bedoeling dat het kleuterplein wordt afgerond en daar MI-kaarten bij gemaakt worden. Verder moet er een begin gemaakt worden met het bovenbouwschoolplein. Het is de bedoeling dat de twee pleinen goed op elkaar zijn afgestemd.

Probleemstelling: ‘Een schoolplein dat past’

Het onderwerp van het onderzoek is het herontwerpen van het schoolplein en daarbij het toepassen van meervoudige intelligentie bij de kleuters, in de leeftijdscategorie van 4 tot en met 6 jaar. Op het schoolplein wordt een vertaalslag gemaakt naar MI. Er wordt dieper ingegaan op het onderzoek dat al eerder heeft plaatsgevonden voor het kleuterplein. Daarin staat bijvoorbeeld op welke manier meervoudige intelligentie toegepast kan worden op het plein.

Ieder kind blinkt minimaal in een van de acht intelligenties uit. Zo kunnen de leerlingen zich bekwaam voelen binnen een van de intelligenties waar ze zich het meest thuis bij voelen. Dit wordt beweert door de Amerikaanse hoogleraar Howard Gardner, echter is er nooit wetenschappelijk bewijs geleverd dat het werken met meervoudige intelligentie ook echt werkt (Gardner,n.d.). Binnen de school wordt er gewerkt met meervoudige intelligentie. De kleuters beginnen hiermee op het kiesbord, hierbij zijn er verschillende opdrachten per intelligentie.

Op het schoolplein wordt er vooral gespeeld met gevormde materialen. Uit de theorie is gebleken dat het juist belangrijk is dat kinderen vrijuit kunnen spelen en bewegen (Herrewegen, Weijkamp, Kersten, Wigman, Koning & Plassche, 2011).Fijn buitenspelen kan invloed hebben op de ontwikkeling van de leerling. Leerlingen lopen minder snel een achterstand op in hun motoriek en hun sociale ontwikkeling (Delfos, 2004).

Belangrijke begrippen

- Ongevormde materialen: Dit zijn materialen waar van te voren niet precies duidelijk vaststaat wat je er mee kan doen. Leerlingen kunnen zelf beslissen hoe ze de materialen toepassen in hun spel. Door de speelmaterialen veelzijdig te houden, ontwikkelen de leerlingen zich beter(Valck, 2005).

- Zones op het schoolplein: Op het schoolplein worden er voor het overzicht verschillende gekleurde belijningen aangebracht. Deze lijnen staan voor de verschillende soorten zones. Blauw = rustzoneGeel = spelzoneGroen = natuurzoneRood = sportzone

- Meervoudige intelligentie: Bij meervoudige intelligentie gaat men er vanuit dat een mens niet op één, maar op verschillende manieren intelligent kan zijn. Ieder persoon beschikt over alle acht vormen, maar ontwikkelt zich vaak sterk in een of twee intelligenties (Buter, 2004).

Het doel van het onderzoeksverslag is de lezer duidelijk maken aan welke eisen een goed schoolplein moet voldoen. Hierbij draait het vooral om de MI en de sociale veiligheid van de leerlingen.

Rollen Kennismakelaar: Er wordt kennis verkregen door het onderzoeksverslag van de vorige werkplek student goed door te nemen. Ook wordt er een korte literatuurstudie gedaan in het vooronderzoek. In overleg met de kleuterleiders wordt een plan gesteld voor het maken van een goed schoolplein.

Educatief ontwerper: Tijdens het schoolontwikkelthema gaat het nu vooral om de praktijk. Er moet veel resultaat komen wat ook daadwerkelijk te zien is op het schoolplein. Dit is een taak wat vooral aan bod komt.

Onderwijsonderzoeker: Onderzoek is belangrijk om de beginsituatie vast te stellen. Door observaties op het schoolplein krijg je een duidelijk beeld, het is een vrije speel-leersituatie.Dit is de taak van de onderwijsonderzoeker.

Praktische relevantie: De praktische relevantie van dit onderzoek is dat de St. Jorisschool (en eventueel andere basisscholen) een plan hebben voor een schoolplein met vier verschillende zones. Het is de bedoeling dat het plan ook daadwerkelijk uitgevoerd gaat worden. Daarbij worden op basis van MI, opdrachtkaarten gemaakt voor alle zones. Deze kaarten kunnen door de leerlingen tijdens het buiten spelen worden gebruikt.

Voorbereiding literatuurstudie

Werkwijze Zoektermen:

- Ontwikkelingen binnen een school- Meervoudige intelligentie- Schoolplein, speelplein, kleuterplein, etc.- Schoolzones- Ontwikkeling kleuters- Groen schoolplein- Ongevormde materialen- Spelen in de natuur- Opdrachtkaarten- Sociale veiligheid- Buiten spelen

Zoekmachines:

- www.scholar.google.nl- www.specify.com- www.yippy.com - www.google.nl

Beslisregels:• Er worden recente bronnen gebruikt. Dit betekent bronnen vanaf 2003. • Er worden bronnen gebruikt, waarvan de schrijver en de datum bekend zijn. Wanneer er één van de twee niet aanwezig is, is de bron minder betrouwbaar.• Er worden geen onbetrouwbare en geen oudere bronnen dan 2003 gebruikt in dit onderzoek.

Onderzoeksvragen

a. Literatuurstudie

Hoofdvraag theorie:Hoe kunnen kleuters zich optimaal ontwikkelen op het schoolplein?

Deelvragen:

• Op welke manier kan meervoudige intelligentie worden toegepast op het schoolplein?

• Hoe kan voor een goede ontwikkeling gezorgd worden op de speelplaats?

• Wat zijn belangrijke factoren op het schoolplein?

Hoofdvraag praktijk:

Welke overwegingen moet je maken bij het ontwerpen van een goed en veilig schoolplein?

Deelvragen:

• Welke indeling maken we bij het onderbouwplein?

• Welke materialen zijn geschikt voor het onderbouwplein?

• Welke zaken moeten er nog geregeld worden voor het afronden van het onderbouwplein?

b. Onderzoeksmethode

Mijn rol in dit schoolontwikkelthema is vooral de rol van educatieve ontwerper. Ik ben dan namelijk vooral bezig in de praktijk. Van te voren heb ik ingelezen wat de vorige student heeft uitgewerkt. In overleg met Ans zorg ik ervoor dat er belijning komt op het schoolplein. Mijn taak is om de speelkaarten te ontwerpen waar de leerlingen mee aan het werk kunnen. Ik overleg veel met mijn mentor, andere kleuterjuffen, Ans, Wilma en Joyce om het schoolplein zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Ook de inbreng van de kleuters is welkom. Om een stukje groen te krijgen op het schoolplein zouden we eventueel andere schoolpleinen/parkjes kunnen bezoeken om ideeën te krijgen.

Materialen:InternetBoekenCatalogussen KCOArtikelenAndere schoolpleinenParkjesSpeeltuinen

Personen:Joyce Willemsen – Medewerkplekstudent Ans van Riesen – Interne opleider/SOT-begeleiderWilma te Welscher – Locatieleider/SOT- begeleiderDorian Scharenborg – Mentor/aanspreekpunt groep ½Frank Salet – SOT-begeleider

Bronnen

1 Buter, A. (2004). Meervoudige Intelligentie en coöperatief leren. Verkregen op, 17 september, 2013, van http://www.fisme.science.uu.nl/publicaties/literatuur/6152.pdf

2 Delfos, M. (2004). Werken is nepspelen. Verkregen op, 17 september, 2013, van http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/wp-content/uploads/2012/02/Werken-is-nepspelen-Martine-DelfosHet-jonge-kind-jan-2004.pdf

3 Gardner, H. (n.d.). Meervoudige intelligentie. Amsterdam: Volkskrant.

4 Herrewegen, J. van., Weijkamp, R., Kersten, J., Wigman, R., Koning, A., & Plassche, M. (2011). Spelen met buitenruimte. Soest: Atlas.

Planning van het onderzoek

24 sept. 2013 Werkplan af

27 sept. 2013 Afspraak voor belijning schoolplein

18 okt. 2013 Prioriteiten lijst materiaal

Eind oktober Opdrachtkaart kleuterplein af

6 nov. 2013 Vooronderzoek af

Eind november Advies groengedeelte kleuterplein

3 dec. 013 Presentatie teamvergadering ?

Materialen bestellen

Bekijken voor afscherming rustzone

Hoofdvraag theorie:Hoe kunnen kleuters zich optimaal ontwikkelen op het schoolplein?

Deelvragen:- Op welke manier kan meervoudige intelligentie worden toegepast op het schoolplein?- Hoe zorg je op de speelplaats voor ontwikkeling van kinderen?- Wat zijn belangrijke factoren op het schoolplein?

Uitwerking van de hoofd- en deelvragen

Hoofdvraag 1 Hoe kunnen kleuters zich optimaal ontwikkelen op het schoolplein?

Welke onderzoeksactiviteiten ga je ondernemen voor iedere deelvraag?

Hoe ziet de praktijkcomponent eruit ?

Deelvragen 1 Op welke manier kan meervoudige intelligentie worden toegepast op het schoolplein?

Verdiepen in de literatuur, er achter komen wat meervoudige intelligentie is en of dit terug kan komen op het schoolplein.

Verschillende zones ontwikkelen en daarbij spelkaarten ontwerpen waarmee de kleuters aan de slag kunnen.

2 Hoe kan voor een goede ontwikkeling gezorgd worden op de speelplaats?

In de literatuur op zoeken wat een goede ontwikkeling is van een kleuter.Samen met mijn mentor hierover in gesprek gaan.

Observaties op het schoolplein. Waar liggen de interesses en wat zorgt voor een goede ontwikkeling.

3 Wat zijn de belangrijke factoren op het schoolplein?

Veel observaties bekijken en met mijn mentor hierover in gesprek gaan. Wat is aantrekkelijk voor de leerlingen en waardoor kan de ontwikkeling verstoren?

Observaties. Waar spelen de leerlingen graag mee.

Waarom zijn deze vragen interessant en relevant?

De deelvragen dekken de hoofdvraag. De antwoorden op de vragen bieden samen het antwoord op de hoofdvraag.

Wat zijn de beoogde uitkomsten en opbrengsten van jouw onderzoek?

Het schoolplein met verschillende zones en daarbij verschillende MI-kaarten.

Hoofdvraag 2 Welke overwegingen moet je maken bij het ontwerpen van een goed en veilig schoolplein?

Welke onderzoeksactiviteiten ga je ondernemen voor iedere deelvraag?

Hoe ziet de praktijkcomponent eruit ?

Deelvragen 1 Welke indeling maken we bij het onderbouwplein?

Ik pak het onderzoek van Lorien van vorig jaar erbij en vergelijk het met mijn onderzoek. Ik overleg met Ans over de belijning.

Het plein is verdeeld in verschillende zones. Op het plein dit aangegeven met belijning.

2 Welke materialen zijn geschikt voor het onderbouwplein?

Kijken welke materialen er nu al zijn. Vragen aan de leerkrachten bij welke materialen hun prioriteiten liggen. Boeken bekijken over materiaal (NIJHA).

De materialen zijn beschikbaar en de kleuters kunnen er mee spelen.

3 Welke zaken moeten er nog geregeld worden voor het afronden van het onderbouwplein.

In overleg met de kleuterjuffen, Ans en Wilma maak ik de kaarten. De kaarten kan ik naderhand bij stellen na het observeren van de leerlingen.

De kaarten zijn ontwikkeld, materiaal is besteld en de leerlingen kunnen aan de slag met de verschillende MI-kaarten.

Waarom zijn deze vragen interessant en relevant?

De deelvragen dekken de hoofdvraag. De antwoorden op de vragen bieden samen het antwoord op de hoofdvraag.

Wat zijn de beoogde uitkomsten en opbrengsten van jouw onderzoek?

Een schoolplein met verschillende zones waarbij de kleuters grotendeels zelfstandig aan de slag kunnen met de kaarten. De kaarten zijn zo ontwikkeld dat de leerlingen er samen uit moeten komen. De leerkracht heeft een coachende rol.

Interactie met het schoolteam

Hoe plan je de interactie met

het schoolteam?

Elke teamvergadering houden Joyce en ik een korte presentatie over hoe ver we zijn met ons project. De andere leerkrachten kunnen aanvulling geven. Samen met de leerkrachten van de kleuters zitten we in een samenwerkingsgroep. Ik overleg met hun hoe het zit met de materialen en het geld.

Overleg met de begeleidende docent

Hoe plan je het overleg met

jouw begeleidend docent?

Elke dinsdagmiddag is er tijd om te overleggen over het SOT. We wisselen samen met Ans onze ideeën uit. We kunnen dan terecht voor onze vragen.

Overige opmerkingen -

Vastgesteld op: 24-09-2013

Handtekening student Handtekening docent

Foto’s kleuterplein ideeën

Foto’s huidige kleuterplein