16
e-magazine Haïti na de hype Twee maanden na de aardbeving ligt het land nog steeds in puin. Wat weten we eigenlijk van Haïti? Judy Bralds in contact met Haïti Vijf eeuwen instabiliteit Haïti: open for business. 7 5 pagina pagina pagina 10

Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Bijlage bij de Element, de krant van de opleiding journalistiek van de Rijksuniversiteit Groningen.

Citation preview

Page 1: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

1 Element 8 - vrijdag 19 maart 2010 E-MAGAZINE - Haïti

e-magazine

Haïti na de hypeTwee maanden na de aardbeving ligt het land nogsteeds in puin. Wat weten we eigenlijk van Haïti?

Judy Bralds incontact met Haïti

Vijf eeuweninstabiliteit

Haïti: openfor business.

75pagina pagina pagina

10

Page 2: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

2 E-MAGAZINE - Haïti Element 8 - vrijdag 19 maart 2010

Inhoud3 Zonnebadend een land opbouwen

Nicole Besselink

5 ‘In een adoptieprocedure word jewitgewassen’Julie Enthoven

6 Speelbal voor buitenlandse belangenJelmer Mommers

8 Gekweld door binnenlandse eliteJelmer Mommers

9 Ingrijpender dan de tsunamiJulie Enthoven

10 ‘Haïti: open for business’Mark van der Meulen

13 Plunderen: wel of geen mythe?Sandra Postma

16 ‘Port-au-Prince als een schilderij vanJeroen Bosch’Julie Enthoven

Twee maanden na de aardbeving inHaïti wonen 700.000 mensen nogsteeds in tentenkampen. Het land datlang is geteisterd door politiekeonrust en corruptie heeft nog veel tijdnodig om er weer bovenop te komen.Nu Giro 555 bijna sluit – geld dat na26 maart binnenkomt, is bestemdvoor een volgende ramp – wordt hettijd om te kijken wat te doen met de108,9 miljoen euro. Wereldbank en deVerenigde Naties beramen de totalewederopbouwkosten op 11,5 miljarddollar. Op 31 maart komenwereldleiders bijeen in New York omeen plan uit te stippelen voor hetzorgenkindje van de Cariben.

Haïti kent een turbulentegeschiedenis van instabiliteit vanaf deonafhankelijkheidsverklaring in 1804.Frankrijk eiste 21 miljard dollar vanhaar voormalige kolonie, een bedragnet zo hoog als de totalejaarbegroting van de Fransen. JelmerMommers vat de historie van Haïtischerp en bondig samen.

Vrijwel iedere ramp leidt totplunderingen. Uit wanhoop halenslachtoffers de planken leeg. SandraPostma legt dit fascinerendefenomeen onder de loep.

Iedere ramp kent zijn persoonlijkeverhalen. Haïtianen die vanuitNederland de berichtgeving volgen,Nederlanders in Haïti die de ramp vandichtbij meemaakten. Julie Enthovensprak een hulpverlener ter plekke, eenwereldbankier en een geadopteerdeHaïtiaan. Nicole Besselink skypete meteen Nederlandse echtpaarwoonachtig in Port-au-Prince,eigenaar van een meubelfabriek datnu kant-en-klare huisjes maakt voorde armste inwoners van het getroffenland. Het echtpaar ziet niet alleen heilin de prefabwoningen, maar ook inluxe hotels. Toerisme als kans voor dewederopbouw.

Dat het land er weer bovenop kankomen, daar stellen velen hunvraagtekens bij. Maar toch is hetmogelijk. Dat schrijft Mark van derMeulen in zijn stuk over de toekomstvan Haïti.

Een blik op het verleden, een kijkop nu, een schets van de toekomst.Een gevarieerd magazine datonderbelichte onderwerpen in deschijnwerpers zet. Het ligt voor u.

V O O R W O O R D

Colofon:

Redactie: Mark van der Meulen, JulieEnthoven, Jelmer Mommers, NicoleBesselink, Sandra Postma.

Eindredactie: Judith van Kessel

Page 3: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

3 Element 8 - vrijdag 19 maart 2010 E-MAGAZINE - Haïti D

‘HAÏTI KAN VIER MILJOEN TOERISTEN AAN’

Zonnebadendeen landopbouwenToerisme zou voor Haïti een grote kans kunnen zijn om het land op te bouwenna de aardbeving van 12 januari. “Je kunt wel een strandje verderop gaanliggen, maar dan is er hier nog steeds een aardbeving geweest.”

Door Nicole Besselink

De beelden van zonnebadende Brittenop Thaise stranden vlak na deverwoestende tsunami in 2004 stondenvelen nog scherp op het netvlies. Derederijen die hun luxe cruiseschependaags na de aardbeving op Haïti alsvanouds lieten aanmeren, konden danook rekenen op een storm van kritiek.Maar in het getroffen land zijn demensen juist blij met de toeristen enwordt toerisme gezien als een grotekans.

voor structurele hulp in Haïti en na deaardbeving ruim een half miljoen euroinzamelde. Met dit geld worden nu,twee maanden na de beving, kant-en-klare huisjes gebouwd, prefab-woningen genoemd. Deze orkaan- enaardbevingbestendige huisjes van 18m2

worden als bouwpakket aan de armsteHaïtianen uitgedeeld.

“Haïti is geen vakantieland”, verteltDijkhuizen. Hij bezoekt het land metgrote regelmaat sinds begin jarennegentig. “De hotels in de hoofdstadPort-au-Prince zitten vol met hulp-verleners. Ook al voor de beving. In detijd van Baby Doc kwamen er nog welveel toeristen, maar daarna is deindustrie in elkaar gestort. De laatstejaren waren er net weer wat grotebedrijven die investeerden in hettoerisme en hotels bouwden. “Door debeving schuift de ontwikkeling van detoeristische sector weer een paar jaarop”, verzucht Dijkhuizen.

Blij met de boten“Toerisme is een grote kans voor Haïti”,zegt Evelien de Gier. Samen met haarman emigreerde ze in de jaren tachtignaar het arme land om een fabriek opte zetten voor een werkgelegenheids-

project. De fotolijstjesfabriek van toenis nu een meubelfabriek met zestiglokale werknemers in de hoofdstadPort-au-Prince. Hier worden deprefabwoningen van ProjecthulpNederland gemaakt.

De Gier was blij met de boten vlak nade beving, net als de meeste andereHaïtianen. “De boten brengen hardedollars binnen. Mensen vragen al snelhoe je dat kunt doen, op het strandliggen terwijl er net een aardbeving isgeweest. Maar ja, je kunt wel eenstrandje verderop gaan liggen, maardan is er hier nog steeds eenaardbeving geweest. Ik zie het verschilniet echt. Bovendien, als je op eenstrand in Haïti gaat liggen, geef je demensen wel geld. Die kunnen het danweer geven aan vrienden en familie diewel getroffen zijn. Ook leert debevolking zo dat buitenlanders eenbron van inkomsten zijn als je hardwerkt. Niet alleen wanneer je je handjevoor ze ophoudt.”

De Nederlandse erkent dat Haïti noggeen vakantieland is. “Af en toe komter een bus uit de DominicaanseRepubliek om de Citadelle te bekijken,een oud fort op een bergtop in het

Geen vakantieland“Als de toeristen wegblijven, gaan demensen dood van de honger.Bovendien heeft het noorden geen lastvan de beving”, aldus Piet Dijkhuizen.Hij is de man achter ProjecthulpNederland, een stichting die zich inzet

Page 4: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

4 E-MAGAZINE - Haïti Element 8 - vrijdag 19 maart 2010

Haïtianen verven het zwembad van een hotel. Foto: Projecthulp

noorden van Haïti. Maar er is geengoede weg naartoe en je moet op eenslecht onderhouden pad naar bovenlopen. Ondertussen komen jongetjesnaar je toe die je van alles proberenaan te smeren.”

Vier miljoen toeristenBill Clinton, speciaal VN-gezant voorHaïti, bezocht het fort in oktober enpleitte voor betere wegen. Ook riep hijondernemers op te investeren intoerisme. Het land zou in de ogen vande oud-president van Amerika jaarlijkszo’n vier miljoen toeristen kunnentrekken. Net zoveel als de Bahama’s enbuurland de Dominicaanse Republiek.Momenteel bezoeken zo’n 900.000 tot950.000 mensen het land, maardaarvan zijn er 600.000 cruisegasten.Zij verlaten de afgesloten resorts zoalsbij Labadee niet en pompen dus nietoptimaal geld in de economie. Zeslapen op het cruiseschip en makenweinig gebruik van de faciliteiten aanwal. De andere 350.000 bezoekerszouden vooral overzees levendeHaïtianen zijn.

Clinton ziet toerisme als mogelijkheidom het land weer op te bouwen. DeGier is het helemaal met hem eens.“Clinton noemde de Citadelle een vande wereldwonderen, maar het dingstaat er maar. Daar moet je wat meedoen. Leg goede wegen aan, zorg vooreen goede bereikbaarheid vanuit deDominicaanse Republiek, zorg dat jegoed opgeleide gidsen hebt en maaktwat brochures. Dan kun je er wat meedoen.”

CultuuromslagWil het Haïtiaanse toerisme slagen,dan moet een cultuuromslagplaatsvinden onder de bevolking, zomeent De Gier. Ze is erg te sprekenover de houding van haar oosterburen,de Dominicanen. “Toeristen voelen zicher veilig en verwend. Toen wij erwaren, hebben we veel gepraat metHaïtianen die daar werken, alsschoonmaker of tuinman. Dewerkethiek is er anders. Ze verteldendat het eerste wat ze leerden was datje goed moet zijn voor toeristen. Want,als je goed en aardig bent voortoeristen en net wat harder loopt, dan

komen ze misschien terug en verdien jeop de langere termijn meer geld.”

“In Haïti willen mensen vooral zo snelmogelijk een slaatje slaan uit detoeristen want, zo denken ze, dadelijkzijn ze misschien weer weg. Dat is eenheel andere zienswijze. Als je zo’ncultuuromslag via een hotel en hetpersoneel kunt realiseren, dan moetdat toch ook z’n vruchten af kunnenwerpen in heel Haïti?”

Dijkhuizen wijst op een anderprobleem. “Haïtianen zijn overlevers,het is een trots volk. Maar, ze hebbennooit geleerd om verantwoordelijkheidte nemen. Ze nemen een afwachtendehouding aan.”

Daarom zien Dijkhuizen en De Gierweinig heil in het traditionelehulpverlenen. Dat werkt volgens henniet. Je moet geen hulp verlenen, maarmensen aan het werk zetten. Geengeld, maar werk brengen. “Je kunt weleen projectje opstarten waarbijHaïtianen kettinkjes rijgen. Die wordendan in Nederland in de kerk gekocht

Page 5: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

5 Element 8 - vrijdag 19 maart 2010 E-MAGAZINE - Haïti

door mensen die het zielig vinden datHaïtianen zo arm zijn”, schetst De Gier.“Maar,” en dat werkt volgens deNederlandse veel beter, “je kunt ookiets heel moois maken dat jewereldwijd in boetieks kunt verkopenmet een grote marge. Dat is dan echtwerk waar mensen volgens normaleinternationale normen van acht tot vijfaan werken. Het geld wat daarmeeverdiend wordt, is bovendien eerlijkverdiend. Daar mag dan winstbejag bijzitten. Daar zijn Nederlanders altijdeen beetje bang voor, maar alsHaïtianen zien dat ze ergens winst meekunnen maken, dan zijn ze ook bereidom hierin te investeren. Dat is een heelgezonde toestand.”

Tahiti en strorokjesWil het toerisme op het eiland van degrond komen, dan zal de regering in deogen van De Gier slagvaardiger moetenoptreden. Het opzetten van een eigenbedrijf zou gemakkelijker gemaaktmoeten worden. “Stel dat een aantalparticulieren zegt: kom, we gaan eenstukje strand kopen, we zetten er eenhotel neer en gaan zelf wat reclamemaken met bijvoorbeeld eenchartervlucht, dan is dat nu nog heel

moeilijk.” De eigenares van demeubelfabriek prijst de inzet vanClinton ook op dit vlak. “Hij drong er,ook al voor de aardbeving, bij deregering op aan dat wanneer het landmeer werk wilde creëren, zij zelf ookbeter mee moeten werken. Nu, metzoveel internationale donoren rond detafel, hoop ik dat daar in elk geval watvaart in komt te zitten.”

De internationale aandacht voor hetgetroffen land kan de opbouw van hetland versnellen volgens De Gier. “Hetvoordeel is dat Haïti sinds deaardbeving wereldwijd op de kaartstaat. Toen wij naar Haïti gingen,dachten mensen aan Tahiti enstrorokjes. Nu weten ze zelfs waar hetongeveer ligt. Dat is een enormvoordeel. Bovendien is er nu een hoopgoodwill voor Haïti.” Ze hoopt datmensen gaan overwegen naar haarland te komen voor een vakantie. “Alsje als land wat te bieden hebt, dan kanhet zijn dat mensen die toch kunnenkiezen tussen een aantal Caribischeeilanden voor Haïti kiezen. Omdat zehet gevoel hebben iets aan de opbouwte kunnen bijdragen. “Dan maar Haïti,want daar kunnen ze ‘t gebruiken.’”

LabadeeDaags na de aardbeving van 12 januarilegden cruiseschepen als vanouds aanbij Labadee, een schiereiland in hetnoorden van Haïti dat privébezit is vande Noors-Amerikaanse rederij RoyalCarribean Cruises Ltd. (RCCL), de op eenna grootste rederij ter wereld. Heteiland is de grootste toeristen-inkomstenbron van Haïti. RCCL betaaltper gast zes dollar aan de overheid enverschaft werk aan zo’n vijfhonderdHaïtianen. Ook doneerde decruisemaatschappij na de beving etenen drinken dat aan boord was van hetschip aan de lokale bevolking en steldehet een miljoen dollar beschikbaar voorde wederopbouw.

De Gier: “Het is ook een tijd zogeweest dat de souvenirwinkeltjes opLabadee niets verkochten omdattoeristen door het personeel werdaangeraden hun portemonnee aanboord te laten liggen. Dan kwamen zeaan wal en lagen er al die mooieHaïtiaanse souvenirtjes. Dat is nu weleen stuk beter. RCCL heeft onlangs flinkgeïnvesteerd om de haven uit te diepenzodat enorme cruiseschepen er ook aankunnen meren. Dat is iets dat je welkommoet heten, daar moet je blij mee zijn.”

H A Ï T I E N I K

‘In een adoptieprocedure word je witgewassen’Judy Bralds zocht in 2004contact met andere Haïtianenin Nederland. Nu probeert hijmet Stichting HaïtiContact eensteentje bij te dragen aan dewederopbouw.

Door Julie EnthovenTot zijn tiende woonde Judy Braldsop het platteland van Haïti. Hijgroeide op in moeilijke omstandig-heden. “Er was weinig water, wehadden te maken met grote periodesvan droogte. En er was honger. Hetechte leven op het platteland dus.”Bralds werd ter adoptie afgestaan enkwam naar Nederland. Hij heeftsindsdien al 25 jaar geen contactmeer met zijn familieleden. omdathij ze niet meer kan vinden.

Bralds kreeg last van deverbroken band met zijn land vanherkomst. “In een adoptieprocedureword je witgewassen, als je begrijptwat ik bedoel. Ik had behoefte aancontact met mijn landgenoten.”

Bralds nam daarom in 2004 hetinitiatief voor een bijeenkomst voorHaïtianen in Nederland en richtteHaïtiContact op.

HaïtiContact had in eerste instantietot doel Haïtianen in Nederland teverenigen en te vertegenwoordigen. In2007 werd het een stichting, dieprojecten van andere organisaties voorde jeugd van Haïti ondersteunt.

De aardbeving heeft voor eennieuwe koers gezorgd. “Ik heb mijnfamilieleden al lang geleden verloren,

dus in die zin heeft de ramp me nietdirect geraakt. Maar de Haïtianen omme heen wel”, vertelt Bralds. Hij legtzich daarom toe op de zorg voorHaïtianen in Nederland. Hijorganiseerde een bijeenkomst in deAmsterdam Arena en probeert viahulpverleners om Haïtianen inNederland in contact te brengen methun familie.

Hij wil daarnaast met zijn stichtingeigen projecten op het eiland gaanopstarten, waarbij via kinderenfamilies benaderd worden. Degezinnen worden geholpenzelfredzaam te worden, bijvoorbeelddoor voor een eigen stukje grond tezorgen.

Bralds denkt dat er op de langetermijn zeker een toekomst is voorHaïti. “De kansen liggen bij de exportvan landbouwproducten en toerisme.Als het land stabiel wordt met eenstabiele regering, dan kan het eenglansrijke toekomst tegemoet gaan.”Maar voorlopig ligt Haïti in puin, endat is niet zomaar opgelost. Bralds:“Het zal een zware klus worden.”

Page 6: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

6 E-MAGAZINE - Haïti Element 8 - vrijdag 19 maart 2010

POLITIEKE EN ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN DIE VIJF EEUWENGELEDEN IN GANG WERDEN GEZET BEPALEN NOG STEEDS HET LOTVAN HAÏTI

Hoezo Haïti?Haïti doet het niet goed in de lijstjes. Het is een van de armste, minstontwikkelde, minst concurrerende, en meest corrupte landen. Waardooreigenlijk? Hoe komt het dat de overheid er zo zwak is en de mensen zo arm?Het antwoord op die vragen ligt zowel binnen als buiten Haïti. Het lot van deCaribische natie is getekend door buitenlandse inmenging en binnenlandseongelijkheid.

Speelbal voor buiten-landse belangenExterne krachten blijven bepalend

Door Jelmer Mommers

Om Haïti’s huidige problemen tebegrijpen, moeten we ruim vijfeeuwen terug naar de dag datColumbus er aanmeerde, op 5december 1492. Hij claimde het eilandvoor Spanje en doopte het Hispaniola.De indianenbevolking die er tot dietijd leefde, moest het ontgelden. Deinheemse stammen werden vermoordof gedwongen zich dood te werkenonder het brute koloniale regime vande Spanjaarden. Anderen stierven aanEuropese ziektes.

Niet veel later stichtten ook de Fransennederzettingen in het huidige Haïti. DeSpanjaarden probeerden hen teverjagen, maar dat lukte nooit volledigen in 1697 kregen de Fransen officieelhet gezag over het westen vanHispaniola. De indianenbevolking wastoen al praktisch uitgeroeid.

Om de koffieplantages te latenbewerken begonnen de Fransenmassaal Afrikaanse slaven teimporteren. Tegen het einde van de 18e

eeuw waren er in het huidige Haïti

ongeveer 40.000 blanke kolonisten,30.000 ‘vrije zwarten’ –afstammelingen van blanke kolonistenen slavenvrouwen – en een halfmiljoen zwarte slaven. Die verhouding,gecombineerd met de buitengewonegruwel van de slavenarbeid en hetbijhorende hoge ‘verloop’, zorgde vooreen explosieve situatie.

OnafhankelijkheidIn 1791 brak een opstand uit tegen deFranse bezetter. Na een bittere strijdwist de zwarte bevolking zichzelf onderleiding van de briljante generaalToussaint L’Ouverture te bevrijden. In1804 werd Haïti gesticht.

Daar waren de Fransen boos over, enze waren niet de enigen. In een werelddie werd gedomineerd door blankekolonisten was de succesvolleonafhankelijkheidsstrijd van zwarteslaven een levensgevaarlijk signaal.Haïti was bovendien de meestwinstgevende kolonie ooit. Veel landen– waaronder de VS - hadden erhandelsbelangen.

De Fransen kregen dan ook steun vanallerlei landen – waaronder de VS enNederland – toen zij in 1825 met eenoorlogsvloot teruggingen naar Haïti omeen deal te sluiten. Het was simpel: deFransen waren hun “Parel van deAntillen” kwijt, en daarvoor moesten zijgecompenseerd worden. Het voorstelvan de Fransen afslaan was geen optie,gezien de oorlogsvloot. Er werdgetekend: Haïti zou Frankrijk 150miljoen francs betalen, het moderneequivalent van 21 miljard euro. In ruilwerd Haïti officieel door Frankrijkerkend. Deze ‘schuld’ werd laterverlaagd tot 90 miljoen francs, maarook dat was een doodssteek voor dejonge natie.

Het duurde tot 1947 tot Haïti Frankrijkhad afbetaald. Nog steeds gaan erstemmen op die zeggen dat FrankrijkHaïti het geld terug moet betalen (ziekader).

Amerikaanse inmengingDe Fransen zijn niet de enigen geweestdie een bijzonder grote en destructieverol hebben gespeeld in de geschiedenisvan Haïti. Ook de Amerikanenbemoeiden zich regelmatig met hetCaribische land, en lang niet altijd tengoede of puur in het belang van deplaatselijke bevolking. Vanuit het langetijd racistische Amerikaanse perspectiefwaren de Haïtianen minderwaardig:niet in staat hun eigen land effectief tebesturen.

Page 7: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

7 Element 8 - vrijdag 19 maart 2010 E-MAGAZINE - Haïti

Vicieuze cirkelOok in de decennia daarna mengdenandere landen zich op bepalendemomenten in de Haïtiaanse economieen politiek. De zwakke, corrupteoverheid kon ondertussen nooit zijneigen boontjes doppen. Daardoorontstond met name in de laatste dertigjaar een vicieuze cirkel, die de staatzwakker en zwakker maakte. WildeHaïti investeren, dan moest het geldlenen. Maar grote geldschieters zoalsde VS en het IMF stelden telkensvoorwaarden aan hun leningen, zoalsprivatisering van staatsbedrijven enderegulering.

Zodoende moest de staat controle overveel staatsbedrijven uit handen geven,en werden invoertarieven vrijwelafgeschaft. Daardoor moest deHaïtiaanse landbouwsector – die werkverschaft aan tweederde van deHaïtiaanse beroepsbevolking – ineensconcurreren met buitenlandsevoedselproducenten, die wélbeschikken over moderne technieken.De zelfvoorzienendheid van Haïti namaf, de dure import nam toe, en dat allesterwijl het land zich dieper in deschulden stortte.

Haïti in drie woorden: blut, zwak enafhankelijk.De VS probeert Haïti aan de anderekant te helpen door gunstige

voorwaarden voor export te scheppen.In 2006 werd de HOPE ACT getekend,waarin geregeld is dat Haïtiinvoerrechtenvrij kleding maguitvoeren naar de VS. Hoe meerHaïtianen in fabrieken werken, hoebeter voor de economie, luidt dedominante redenering. Daarbij hoortook druk op de ketel: deminimumlonen moeten laag blijven omhet vestigingklimaat aantrekkelijk tehouden.

Haïti’s rol op het wereldtoneel is verderbeperkt tot het ontvangen van hulp enhet lenen van geld. Telkens alsbuitenlandse economische ofstrategische belangen in het gedingkomen door binnenlandse politiekeambities, begeven die ambities hetonder druk van buiten. Het land heeftnooit de kans gekregen omongehinderd te groeien. Wie degeschiedenis kent, weet dat Haïti detitel ‘mislukte staat’ niet primair dooreigen falen heeft verdiend.

·

De VS intervenieerde daaromregelmatig om orde op zaken te stellenin het rommelige land. In 1915 bevalWoodrow Wilson zijn mariniers om hetland binnen te vallen. Concreteaanleiding was het beschermen vanAmerikaanse levens en bezittingen: erwaren Haïtiaanse banken die schuldenhadden uitstaan bij hun collega’s inNew York. Maar strategischeoverwegingen speelden een minstenseven grote rol. Door zich met deontwikkeling van het land te bemoeien,verhinderden de VS dat Haïti in deinvloedssfeer van andere landen kwamte liggen.

Haïti werd opengesteld voorbuitenlandse ondernemers eninvesteerders. Tot 1930 werden geenverkiezingen toegestaan, omdatbekend was dat anti-Amerikaansekandidaten zouden winnen.

Toen in 1930 weer verkiezingen werdengehouden, kwam inderdaad zo’n anti-Amerikaanse kandidaat aan de macht.Op dat moment begonnen de VS aanhun terugtrekking, die in 1934 werdvoltooid. Tussen 1934 en 1957 volgdenzwakke regimes elkaar op, van 1957 tot1986 heersten vader en zoon Duvaliermet veel geweld over hun land. De VSsteunden de Duvaliers tijdens de KoudeOorlog, zolang zij zich niet aansloten bijhet communistische kamp.

Hoezo schuld?Als compensatie voor het verlies van dekolonie werd Haïti in 1825 gedwongeneen monumentale ‘schuld’ te betalenaan Frankrijk. Haïtianen hebben zichhier altijd tegen verzet. Niet alleenwaren de inwoners van het landjarenlang geëxploiteerd, toen ze zicheindelijk hadden vrijgevochten moestenze nog boeten. Pas in 1947 wist Haïtizich van deze economische strop teverlossen.

Nog steeds gaan er stemmen op diezeggen dat Frankrijk nu eencompensatie zou moeten betalen vooralle schade die het Haïti heeftberokkend. Oud-president Jean-BaptisteAristide maakte dit punt ook altijd, totongenoegen van de Fransen.

Toen Nicholas Sarkozy, huidigpresident van Frankrijk, een paar wekengeleden op bezoek ging in Haïti, schreefhij geschiedenis. Hij was de eersteFranse staatsman die het land bezochtsinds de onafhankelijkheid. Sarkozylegde een hulpplan van bijna 330miljoen euro op tafel, inclusief eenannulering van een huidige schuld van56 miljoen euro.

Op een vraag over mogelijketerugbetaling van het geld dat zijn landHaïti 122 jaar lang afhandig maakte, ginghij niet in.

In reactie op de aardbevingkondigden veel landen annulering vanHaïti’s schulden aan.

Columbus komt aan in Hispaniola, 5 december 1492

Page 8: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

8 E-MAGAZINE - Haïti Element 8 - vrijdag 19 maart 2010

Gekweld doorbinnenlandse eliteOndanks een hoopvollestart is Haïti nooit eensterke staat geworden.Het land is al sinds haargeboorte in de greepvan een piepkleine,conservatieve elitewiens belangen vaaksamenvallen met dievan buitenlandse elites.

Zo steunde Amerika tussen 1957 en1986 de verschrikkelijke dictaturen vanvader en zoon Duvalier – ook welbekend als Papa Doc en Baby Doc –zolang zij zich verre hielden van hetcommunisme. Pas toen de weerstandtegen Baby Doc zo groot was dat debinnenlandse elite het vertrouwen inhem had verloren, begonnen de VSopenlijk te klagen over de erbarmelijkemensenrechtensituatie in het land. In1986 werd Baby Doc gedwongen af tetreden. Hij werd door de Amerikanenweggevlogen naar ballingschap inFrankrijk.

In 1990 begon er iets nieuws tebloeien in Haïti. In dat jaar won depopulaire priester Jean-BaptisteAristide met grote meerderheid hetpresidentschap op zijn socialistischehervormingsagenda. Hij was een vande weinige leiders in lange tijd die hetarme volk echt in beroering wist tebrengen. Zijn partij Lavalas (nu FanmiLavalas) is tot op de dag van vandaagerg populair, vooral in de armerebuurten van Port-au-Prince.

Maar het zat Aristide’s niet mee. Hijwerd tot twee keer toe democratischverkozen, maar beide keren uit hetzadel gewipt door militairestaatsgrepen waaraan de VS hun steunverleenden. In 2004 hebben deAmerikanen volgens Aristide een couptegen hem gepleegd. De VS noemt dezeaantijging ‘absurd’.

De waarheid is dat belanghebbendenbinnen de VS de tegenstanders vanAristide altijd hebben gesteund, en datanderen onverschillig waren voor zijnlot of dat van Haïti. Dat komt doordatAristide de belangen van de binnen- enbuitenlandse elites niet consequentdiende. Hij stond aan het hoofd vaneen populaire beweging die hem nogsteeds steunt. Aristide voerde toen hijde kans kreeg hervormingen door diede VS niet welgevallig waren. Hijverzocht de Fransen officieel omterugbetaling van de ‘schuld’ die Haïtiaan Frankrijk betaalde (zie kader).Daarop riep Frankrijk op totverwijdering van de populaire leider.Aristide was, kortom, te links en tebrutaal.

Maar Aristide was zeker geen heilige.Hij riep bij een aantal gelegenheden optot geweld tegen de rijke elite en hijdeed weinig om weerstand te biedentegen de corrupte krachten die zich aanhem opdrongen. Hij is door een notoiredrugsdealer beschuldigd vanbetrokkenheid bij de grootschaligeHaïtiaanse drugshandel. Op dit momentverkeert Aristide in ballingschap inZuid-Afrika.

Na de verwijdering van Aristide greepde internationale gemeenschap in om

te voorkomen dat het land in chaos zouvervallen. De Verenigde Natiesbegonnen de vredesmissie MINUSTAH,die als voornaamste taak had de ordete bewaren. Critici zeggen dat deaanwezigheid van de VN vooral

VERVOLG HOEZO HAÏTI?

Geteisterde grondNaast politieke en economischebeproevingen heeft Haïti deverwoestende kracht van moeder natuurbovengemiddeld vaak moeten trotseren.

Het land ligt bovenop meerderebreuklijnen, waardoor het relatief vaakwordt getroffen door aardbevingen. Dehoofdstad werd ook in 1770 al vernietigddoor een aardbeving. In 1842 werd CapHaïtien getroffen.

Bovendien wordt het eilandbuitengewoon vaak geteisterd doortropische stormen en orkanen. In 2008kwamen maar liefst 3 verwoestendeorkanen langs. Toen de aarde op 12januari 2010 begon te schudden, was veelschade van toen nog niet eens hersteld.

De vatbaarheid van het eiland voordeze natuurrampen wordt verergerd dooronverantwoordelijk gebruik van de grond.In de laatste honderd jaar is de overgrotemeerderheid van de bomen gekapt omals brandstof te dienen. Nog maar 2%van de Haïtiaanse grond is bebost. In1923 was dat 60%.

Zonder bomen die de grond met hunwortels op zijn plek houden kan eenzware regenbui al zorgen voormodderstromen en aardverschuivingen.Laat staan een orkaan of een aardbeving.

Voeg deze ingrediënten bij eenhoofdstad gebouwd met goedkoop betonen een overheid die totaal niet in staat isom te reageren op een grootschaligeramp, en je hebt, zoals we op 12 januarizagen, een receipe for disaster.

Page 9: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

9 Element 8 - vrijdag 19 maart 2010 E-MAGAZINE - Haïti

bedoeld was om aanhangers vanAristide in toom te houden. In 2006werd René Préval met steun van de VSen de VN tot president gekozen.

Van alle politieke instabiliteit encorruptie is de straatarme bevolkingsteevast het slachtoffer geworden. Dehelft van de bevolking is analfabeet. Dewerkloosheid werd voor de aardbevinggeschat op ongeveer vijftig procent.Acht op de tien Haïtianen leeft onderde armoedegrens.

Maar de Haïtianen worden ondanksalles niet graag als slachtoffers gezien.Een adviseur van president RenePréval, Patrick Elie, vertelde aan eenjournalist van Al-Jazeera dat mensengeen medelijden moeten hebben metHaïti. “Haïti moet worden geholpen,dat wel. Maar mensen moeten niet opons neerkijken. Ze zouden eerder naarons moeten kijken voor lessen insolidariteit, in discipline en inveerkracht.”

Scène uit de onafhankelijksstrijd(1791-1804). Haïti was het eerste land waar zwarte slaven zichzelfbevrijdden.

H A Ï T I E N I K

‘Ingrijpender dan de tsunami’Rampenexpert Doekle Wielinga over de impact van de aardbeving

“We moeten het land niet opbouwenzoals het was, maar een strategieontwikkelen om de impact van eenvolgende ramp te verkleinen.” DoekleWielinga leidde in Haïti een team van240 experts om de impact van deaardbeving te analyseren.

Door Julie Enthoven

Wielinga heeft in zijn carrière al heelwat ellende gezien. Zo hielp hij bij detsunami in Sri Lanka en Atjeh. “Maarde situatie in Haïti is toch nog watingrijpender, omdat het de hoofdstadbetreft.” Wielinga heeft al vijftien jaarervaring met het werk inrampgebieden. In 1994 werd hij viaCordaid voor het eerst uitgezondennaar de Falkland Eilanden. Laterwerkte hij voor de Verenigde Natiesen ten slotte kwam hij bij deWereldbank terecht. Wat hem zotrekt aan het werk? “Het globaleaspect. Ik ben altijd geïnteresseerdgeweest in wat er in het buitenlandgebeurt. En natuurlijk het proberenom mensen een betere toekomst tebieden”, vertelt Wielinga.

Binnen de Wereldbank werkt Wielingavoor het Global Facility for DisasterReduction and Recovery. Dit is eenonderdeel van de Wereldbank dat totdoel heeft grote schade bijnatuurrampen te beperken. Na eenramp wordt de organisatie door deregering van het getroffen landgevraagd de schade in kaart te brengenen ernaar te kijken wat er moetgebeuren om het land ‘ramp-proof’ temaken. In Haïti werd een groot teamvan experts ingezet om in drie wekeneen analyse te maken. Wielinga leiddehet project.

Wielinga is ervan overtuigd datmen moet proberen de gebiedenbuiten Port-au-Prince te ontwikkelen.“Veel mensen zijn de stad uitgevlucht.Het zou mooi zijn om omstandighedente ontwikkelen waarin mensen op hetplatteland willen blijven.” Deeconomische activiteiten worden opdie manier beter over het landverspreid. Ook worden de risico’s meerverdeeld. Risicospreiding is één van demanieren om het land resistenter temaken tegen een volgende ramp. “Het

is bijvoorbeeld van belang om nietalleen de haven van Port-au-Prince teherbouwen, maar om ook twee of drienieuwe havens te creëren zodat hetland niet afhankelijk is van die ene.”

Wielinga’s team heeft zijn adviezenoverlegd met de Haïtiaanse regering enze zijn gezamenlijk tot een plan voorhet eiland gekomen. Om het land beterop te bouwen is in totaal zo’n 11,5miljard dollar nodig. Deze weekbespreekt Wielinga het rapport inSanto Domingo met verschillendepotentiële donoren. Uiteindelijk zal op31 maart in New York een grotedonorconferentie plaatsvinden waarbijde internationale gemeenschap, medeaan de hand van het rapport, zalbesluiten welke bijdrage deze zalleveren aan Haïti.

Wielinga zelf zal daarna weerteruggaan naar Washington, deze stadis inmiddels zijn uitvalsbasis geworden.Hij bezoekt Nederland slechts enkelekeren per jaar. In Washington heeft deWereldbank mogelijk alweer hetvolgende project voor hem in petto.“We gaan wellicht eens kijken in Chili.”

Page 10: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

10 E-MAGAZINE - Haïti Element 8 - vrijdag 19 maart 2010

TOEKOMST NA EEN GESCHIEDENIS VAN MISLUKKING

‘Haïti: openfor business’Veel wijst er op dat Haïti zich straks alleen moet zien te redden. De aandachtvan de internationale gemeenschap taant; veel mensen zijn Haïti-moe. Nu deregens gaan vallen, droogt de militaire hulp juist op. Er is haast geboden ommet een effectief plan te komen waardoor Haïti weer opgebouwd kan worden.Maar het is niet onmogelijk, denken deskundigen. En dat Haïti er alleen voormoet staan is juist helemaal niet zo’n slecht idee.

Door Mark van der Meulen

Eigenlijk is iedereen het er wel overeens: dit is dé kans om Haïti teverbeteren. Het land is als een schonelei, bijna letterlijk. Corruptie enpolitieke onrust die Haïti zo lang in hungreep hebben gehouden kunnen nu tothet verleden behoren. Niemand wilalleen maar herstel van de status quoante, de situatie van voor de beving.Het is als een wedergeboorte, een kansom het land nu voor eens en altijd teverbeteren. Net als de Haïtiaansepresident René Préval gelooft iedereendat Haïti een paar enorme stappenverder kan komen.

Bijna iedereen dan. Daniel Erikson, vande Amerikaanse denktank Inter-American Dialogue geeft vlak na debeving in Trouw een vrij pessimistischperspectief. “Waarschijnlijk zal Haïti erniet bovenop komen”, zegt Erikson. Hijziet Haïti als een soort Somalië in deCariben, beheerst door krijgsheren.“Haïti zag er voor de aardbeving al uitalsof het door een aardbevinggetroffen was”, legt Erikson uit. Hij ziethet land nu alleen nog maar verderafzakken. Herstel van de infrastructuuren de economie is bijna onmogelijk,verbetering ondenkbaar.

Volgens Erikson is er een lichtpuntje:“De vredesmacht van de VerenigdeNaties en een netwerk van hulp-organisaties, met een langegeschiedenis van samenwerking.”Hiermee zijn de lijnen voor inter-nationale hulp al uitgezet. De VNhebben een missie al sinds destaatsgreep van 2004 in Haïti. Hethoofdkantoor van de missie in Port-au-Prince is tijdens de beving verwoest.

Overigens wordt door Erikson hetvermogen van president Préval om eengoede leider te zijn, om het land erweer bovenop te helpen, ook ernstigbetwist: “Hij heeft wel leiderschaps-capaciteiten, maar in een land als Haïtimoet je echt spijkers met koppen slaanom iets gedaan te krijgen. Het is eengrote vraag of Préval dat waar kanmaken”, vertelt Erikson tegen Reuters.

Waar Erikson een kans ziet, schuiltvolgens zijn collega Paul Wanders, ookvan de Inter-American Dialogue, juisteen gevaar voor Haïti. De hulp vaninternationale organisaties maakt hetland ervan afhankelijk en het is eenenorme druk op de ontwikkeling vande economie. “Waarom zou je zelf nogeten gaan verbouwen als je het gratis

kunt krijgen van een hulporganisatie?”,zegt Wanders.

“Waarom zou je zelf nog

eten gaan verbouwen als je

het gratis kunt krijgen van

een hulporganisatie?”

Préval en decentralisatiePresident Préval wil ook graag van deafhankelijkheid van buitenlandse hulpaf. Volgens hem was het buitenlandhistorisch gezien een blok aan het beenvan Haïti. Frankrijk bezorgde het netonafhankelijke Haïti een enormestaatsschuld en het buitenland steektalleen een hand toe als er wat teverdienen is, zegt de president. Haïtimoet van de grond af aan opgebouwdworden, door de Haïtianen zelf. Prévalroept mensen op die in de hoofstadwonen en geen onderdak meer hebbenom naar het platteland te trekken. Zokan de agrarische sector weer wordenopgebouwd na jarenlang in devergetelheid te zijn geraakt. Als delandbouw weer bloeit, kan Haïti vaneen importeconomie naar een export-economie worden omgebouwd, aldusde visie van Préval.

Page 11: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

11 Element 8 - vrijdag 19 maart 2010 E-MAGAZINE - Haïti

Jarenlang was alle aandacht voor dehoofdstad, Port-au-Prince. Het platte-land liep leeg en de stad is snel grotergeworden. Daar is waar werd geïn-vesteerd, door het buitenland en doorHaïti zelf. Er was werk in de textielfa-brieken waar Haïtianen in opdracht vanAmerikaanse afnemers t-shirtsmaakten. Na de beving is er vooralkritiek op deze centralisatie. Het salariswas niet meer dan drie dollar per dag,een minimumloon door Amerikanenbedacht. De werkdagen waren lang,vaak meer dan vijftien uren per dag.Werknemers in fabrieken werdenuitgeput en uitgebuit.

Het platteland is voor de beving vooralmet de nek aangekeken. Nu veelfabrieken zijn verwoest, schermt Prévalmet de potentie van het platteland.Veel land ligt braak en wacht omverbouwd te worden. Haïti moet nietlanger afhankelijk zijn van de hulp vanhet buitenland, het moet zelf voedselverbouwen. Vlak na de onafhankelijk-heid van Frankrijk was landbouw eenbloeiende sector en de motor van dejonge economie. Volgens Préval moetdit weer terug komen.

Eigen boontjesHaïti-deskundige Paul Wanders snaptde Haïtiaanse president en zijnpromotie van het platteland, maarlandbouw kan nooit meer de motorvan de Haïtiaanse economie worden,die het ooit was. “Haïti kan bananenen suiker verbouwen. Dat is het zo’nbeetje. Dat is prima, maar er valt geengeld mee te verdienen.”

“Haïti kan bananen en

suiker verbouwen. Dat is

prima, maar er valt geen

geld mee te verdienen”

Volgens Wanders zou een revitalisatievan de agrarische sector alleen goedzijn voor de zelfvoorziening. “Nuimporteert Haïti voedsel, en dat is danniet meer nodig.” Ook hoeft Haïti nietlanger afhankelijk te zijn vanhulporganisaties. “Dit is natuurlijk ookeen boost voor de Haïtiaansementaliteit. Nu is er een enorm gebrekaan zelfvertrouwen. Landbouw kandaar iets aan doen.”

“Een opbouw van de agrarische sectoris ook goed om het gevaar van

ontbossing tegen te gaan”, zegtWanders. Nu veel land nog braak ligtkunnen bij regenbuien makkelijkaardverschuivingen ontstaan. Als ergewassen verbouwd worden, is hetgevaar van bodemerosie veel kleiner.

Volgens Wanders is niet de landbouw-sector, maar vertrouwen in eendaadkrachtige overheid de manierwaarop Haïti kan herstellen. “De sleuteltot een succesvolle wederopbouw issteun aan de regering. De regeringheeft altijd geworsteld om goed eneffectief beleid te kunnen voeren. Water was aan overheidsgebouwen is nuverwoest. De zichtbaarheid van deoverheid is daarmee weg. Deboodschap moet zijn dat de overheidnog steeds intact is. Snelle verkiezingenkunnen daarvoor zorgen.”

De Haïtiaanse overheid heeft altijd temaken gehad met corruptie, legtWanders uit: “Hulporganisaties hebbenveel wantrouwen tegen de overheid.Maar de overheid omzeilen helpt niet.Alle hulp moet via regering van Haïtigaan. Door de regering direct tebetrekken, en door verkiezingen in denabije toekomst, krijgt de overheidlegitimiteit.”

Drie mannen bouwen een nieuw huis. Foto: DvhN

Page 12: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

12 E-MAGAZINE - Haïti Element 8 - vrijdag 19 maart 2010

Haïti staat letterlijk op een breekpuntin haar geschiedenis. Voorheen werdhet land geteisterd door corruptie enwerd de politiek bepaald door onrust.De ramp kwam zo onverwacht en is vanzo’n omvang dat het land letterlijk eennieuw begin heeft gekregen. Alles moetopnieuw worden gebouwd. Niet alleende gebouwen, de hele maatschappijmoet vanaf de basis worden herbouwd.

Volgens Wanders moet Haïti naverkiezingen eerst aan de wereld latenzien dat het een plek is waar geldverdiend kan worden. “Haiti: open forbusiness, moet de boodschap zijn.Misdaadcijfers zijn in Haïti net zo hoogals in andere landen in de Cariben. Metlandbouw en toerisme kan Haïti nietgenoeg verdienen. Het moet duidelijkworden dat dienstverlening, kleinebedrijven en industriëen terecht-kunnen in Haïti. Maar dan moeten deVS en Europa wel hun tariefmurenlaten vallen. Alleen dan krijgt Haïti eeneerlijke kans op het toneel van dewereldhandel.” Wanders weet dat dezesectoren in slecht daglicht staan, dooruitbuiting. “Je kunt veel zeggen overhoe de textielhandel in elkaar zit, maarde lage prijzen zorgen wel voor succes.”

“Er is veel reden voor pessimisme”,erkent Wanders. “Het is voor Haïti eenongelovelijke samenloop vanomstandigheden die het moeilijkmaken zo’n ramp te boven te komen.Het wordt een zware weg naar herstel.Maar het is mogelijk. De Westersewereld kijkt wantrouwend naar eenwederopbouw. Het is de VS ook nietgelukt om van Katrina te bekomen, duswaarom wel Haïti? Maar het is eenkans om het land beter te maken.”

Atjeh als voorbeeldDe nabije toekomst blijft onzeker. Deregen en orkanen laten niet lang opzich wachten. En er is aanhoudendeinternationale aandacht nodig. Net alsmiljardeninvesteringen. Een bedrag van11,5 miljard dollar is nodig om het landweer op te bouwen. Op 31 maartwordt een conferentie gehouden inNew York. Hier zullen internationalehulporganisaties en regeringsvertegen-woordigers praten over een Marshall-plan voor Haïti.

President van de Wereldbank RobertZoellick roemt het voorbeeld van Atjehin Indonesië. “Het is een succesverhaal:140.000 huizen zijn weer opgebouwd,

2.500 kilometer weg is aangelegd en200.000 kleine en middelgrotebedrijven zijn gesteund”, zegt Zoellicktegen de Amerikaanse websitePolitico.com. De Wereldbankcoördineerde wederopbouwprojectenen trok investeerders aan. Zoellick pleitvoor een zelfde model voor Haïti.

“Haiti: open for business,

moet de boodschap zijn”

“Over tien jaar zou Haïti er bovenopkunnen zijn”, voorspelt Wanders. Ookhij verwijst naar het succes inIndonesië. “In Atjeh werd na detsunami rekening gehouden met vijf tottien jaar om het gebied op te bouwen.Dat is ze gelukt. We zijn nu zes jaarverder en het buitenland investeertvolop. Dat is ook mogelijk voor Haïti.Nu is de kans.”

Temidden van het puin wordt een Haïtiaan geknipt. Foto: UN Photo, Sophia Paris

Page 13: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

13 Element 8 - vrijdag 19 maart 2010 E-MAGAZINE - Haïti

WETENSCHAPPERS HEBBEN VERSCHILLENDE OPVATTINGENOVER SOCIAAL GEDRAG BIJ RAMPEN

Plunderen: welof geen mythe?Plunderen hoort bij rampen, zo weten we. Een mens verandert nou eenmaalten tijde van een grote ramp. Maar zo simpel is het niet. Plunderingen zijn eenmythe, zegt de ene groep wetenschappers. We moeten plunderingen juistserieuzer gaan nemen, zegt de andere.

Door Sandra Postma

Plunderende menigtes overvallenvoedselkonvooien van de VerenigdeNaties in Haïti en een bewapendemassa berooft elektronicawinkels inChili. Waar eerst hongerige mensenbrood en water uit de buurtsuperhaalden, gingen in Concepcióngewapende bendes zelfs met tv’s enwasmachines aan de haal. Dathongerige mensen stelen, wordt doorde samenleving wel geaccepteerd,maar wanneer wordt het zoeken naarvoedsel ‘plunderen’ en waardoor gaanmensen het doen?

Het Rode Kruis in Haïti meldde injanuari dat Haïti na de aardbevinggeteisterd werd door plunderingen.Daarbij zou ook geweld zijn gebruikt.Ook kwam de hulpverlening moeizaamop gang. Konvooien van de VerenigdeNaties werden al een aantal kerenovervallen door Haïtianen die ervandoor gingen met zakken volvoedsel. Toch lijken de plunderingendaar in het niet te vallen bij die in Chili.

Het lijkt alsof plunderingen bijnatuurrampen horen. Toen orkaanKatrina grote gedeeltes van NewOrleans onder water zette, braken erook berovingen uit. Supermarktenwerden leeggehaald en de ramen vanelektronicawinkels werden ingegooidom plasmaschermen mee te nemen.Over de hele wereld lijken berovingen

voor te komen na grote rampen, maarze verschillen nogal in omvang.

ChiliPlunderen wordt over het algemeenwel geaccepteerd wanneer hongermensen tot diefstal drijft. Volgers vande ramp begrepen dat de overvallen opvoedselkonvooien rond Port-au-Princedoor gebrekkige hulptransportontstonden. De grens wordtschimmiger als plunderaars hetvoorzien hebben op andere spullen. Nade aardbeving bij Concepción stuurdede overheid duizenden militairen destraat op. Een avondklok werdingesteld en beelden van de politie diehard optrad gingen de hele wereldover. Waar het begon met hetleeghalen van supermarkten ging hetsnel over in ernstigere berovingen.Zelfs hoofdstad Santiago werd hettoneel van gewapende winkel- enhuisovervallen.

De Chileense president MichelleBachelet riep samen met de rest van debevolking op tot hoge straffen voor degeweldplegers. Ze ging zelfs, net als derest van de bevolking, over tot hetterugroepen van de gestolen goederen.Tot ieders verbazing werden grotehoeveelheden gestolen goederenteruggegeven. Van koelkasten tot tv’sen matrassen. In totaal zou de politie 2miljard dollar aan spullen hebben

teruggehaald of teruggekregen. Erwaren naar verluidt 35 vrachtwagensnodig om alle spullen terug te brengen.

Veel Chilenen zien het grote gat tussenarm en rijk als reden voor deplunderingen. De armen werden vooralgetroffen door de aardbeving en juistzij waren het die niet alleen desupermarkten leeghaalden, maar ookde elektronicawinkels. Kind en opastalen beiden. Ondertussen paktenburgers de wapens op om zich tegende plunderingen te bewapenen.Autobanden werden in brand gestokenen als blokkade gebruikt om de eigenbezittingen te beschermen.

Verkeerd beeldEr is in het verleden veel onderzoekgedaan naar het gedrag van mensen nanatuurrampen. De klassieke theorie isdat plunderen eigenlijk amper voorkomt. Het idee dat er massaalgeplunderd wordt na rampen, wordtvolgens deze theorie in standgehouden door de media en deoverheid. In welvarendesamenlevingen is er nauwelijks redentot plunderen. De buurten daar zijnrustig en bij mensen komt na een rampjuist een gevoel van saamhorigheidnaar boven. Wordt er hier welgeplunderd, dan zijn het vaakindividuen die in het geheim te werkgaan.

Page 14: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

14 E-MAGAZINE - Haïti Element 8 - vrijdag 19 maart 2010

Plunderingen zijn ook volgens dezetheorie geen mythe, hoogstens komenze voor in samenlevingen waar het alonrustig is. Berovingen worden dan ingroepen uitgevoerd en in hetopenbaar. Vaak worden zegeaccepteerd, omdat de mensen eraangewend zijn en zelf al weinig hebben.Haïti is zo’n land dat al voor deaardbeving in moeilijkheden verkeerde.Plunderingen waren hier volgens dezetheorie dan ook te verwachten. Chilidaarentegen is een land dat er betervoorstaat. Hier zou men verwachtendat plunderingen amper voorkomen.

Disaster syndromeOok het beeld van de plunderende ennietsontziende mens na een rampklopt niet volgens deze theorie. Wezouden met z’n allen na eennatuurramp in een grote, bijnaapocalyptische wereld van chaosterechtkomen, waarin we niet meerdenken aan anderen, maar alleen aanonszelf.

Er is zelfs een term voor dit beeld: het‘disaster syndrome’, ofwel: hetrampensyndroom. Dit beeld ontstaatbij die mensen die over de ramp horen

of lezen, maar er zelf niet bij betrokkenzijn. Ze denken dat de slachtoffersmachteloos zijn en hulp nodig hebbenvan anderen. Die steun komt vaak in devorm van een andere partij die deslachtoffers moet helpen, als een ouderdie over zijn kinderen waakt. Vaak zijnhet hulporganisaties of donorlanden.Dat geweld en plunderingen onderdeelzijn van een ramp, past perfect bij ditbeeld.

Al jaren probeert een groepwetenschappers bewijs te leveren datdit beeld niet klopt, maar het blijfthardnekkig. De Amerikaanseonderzoeker Erik Auf der Heide deed ervoor de Amerikaanse overheidonderzoek naar. In zijn onderzoek doethij uit de doeken hoe moeilijk het isdeze illusie weg te nemen.

Volgens Auf der Heide is het helemaalniet zo dat mensen zich anders gaangedragen bij een ramp. Juist het ideebij buitenstaanders dat dit wel zo is, isvreemd. Bij zijn onderzoek zag hij datgeïnterviewden het als abnormaaltypeerden als er zich geenplunderingen of chaotische taferelenhadden voorgedaan na de ramp die zij

meemaakten. “Ze dachten dat huneigen situatie abnormaal was, dat demensen in hun omgeving eenongelooflijke daadkracht en moedtoonden in plaats van dat dit gewoonis.”

Auf der Heide vergeleek vooral dedirecte situatie na rampen in Amerika.Hij zag niet meer plunderingen ofasociaal gedrag, maar meersamenhorigheid en juist sociaal gedrag.“Wanneer een situatie op z’n allerergstis, stijgen gemeenschappen bovenzichzelf uit.” Wel stelt hij dat insamenlevingen die al problematischzijn asociaal gedrag kan voorkomen.Mensen kunnen daar juist wel inpaniek verkeren en waar al veel geweldis, zal dat bij een ramp niet zomaarverdwijnen. “Maar asociaal gedrag iswel uitzonderlijk bij de meesterampen.”

MytheNiet alleen het beeld van de mens bijrampsituaties klopt niet, ook hetplunderen zelf zou volgens Auf derHeide amper voorkomen. “Het is eenfenomeen dat door iedereen wordtaangenomen. Niemand zet vraagtekens

Een politieagent in Port-au-Prince pakt een relschopper op. Foto: VN, Logan Abassi.

Page 15: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

15 Element 8 - vrijdag 19 maart 2010 E-MAGAZINE - Haïti

bij de berichtgeving. De politie trektblokkades op en iedereen gaat ervanuit dat er geplunderd wordt. Maarzo zit het dus niet.”

Het ophalen van je eigen spullen uiteen ingestort huis kan lijken opplunderen. “In Amerika is plunderen,behalve als het draait om een opstandof orderverstoring, geen voorkomendverschijnsel bij rampen.” Zo zou na 11september het aantal geweldplegingenjuist zijn afgenomen en na de zwareaardbeving die San Francisco in 1989trof zou er maar weinig geplunderdzijn. Als het al gebeurde, dan was dat inbuurten waar al veel geweldvoorkwam. Volgens Auf der Heidezouden veel districten zelfs een afnamevan geweld hebben gerapporteerd.

De angst voor plunderingen speeltvolgens aanhangers van de klassieketheorie een grote rol in het beeldervan. Als een ramp aangekondigdwordt, zoals bij een orkaan, blijven veelmensen thuis bij hun bezittingen. Allopen ze zelf groot gevaar, ze willenniet terugkomen in een leeggehaaldhuis. De Amerikaanse wetenschapperHenry Fischer onderzoekt het gedragvan mensen bij rampen. “Vaakbewapenen mensen zich tegenindringers waarvan ze denken dat diekomen en dreigen ze iedereen die zichmaar op hun terrein bevindt, neer teschieten. Sommigen verdrinken in huneigen huis terwijl een orkaan langsscheert.”

RealiteitWaar de klassieke wetenschappersgelooft dat de plunderingen niet bijrampen horen en dat de verdelingtussen rijkere en armere landen vaninvloed is op het voorkomen ervan,denken anderen dat het niet zo simpelligt. Kathleen Tierney deed onderzoeknaar de rol van de overheid bij rampen.Zij stelt dat burgers in welgesteldelanden van hun overheid verwachtendat deze optreedt bij een ramp. Doetde overheid dit niet, dan kunnenburgers nog wel eens het heft in eigenhanden nemen. Zo kunnen ook in rijkelanden ongeregeldheden uitbreken:“Verschillende groepen kunnen na eenramp saamhorigheid vinden in hetbekritiseren van de overheid of andereinstanties.” Dat plunderingen helemaalniet voorkomen of alleen in armelanden, gelooft zij dan ook niet.

Steeds vaker komen situaties bijrampen niet overeen met de theorieënvan de wetenschap. Zo passen derecente Chileense plunderingen en dieeerder in New Orleans niet in het beeldvan de rustige samenleving waarinmensen juist moed tonen in plaats vanhet getoonde straatbeeld waarin ookonrust heerst en geweld plaatsvindt.Terwijl plunderingen volgens sommigewetenschappers helemaal niet, ofalleen mogen voorkomen waar geweldeen sociaal geaccepteerd fenomeen isen waar al onrust heerst, zoals in Haïti,lijkt de situatie op veel rampplekken delaatste tijd toch anders te zijn.

Dr. Henry Quarantelli richtte hetDisaster Research Center op bij deuniversiteit van Delaware in deVerenigde Staten. Hij geeft toe fout tehebben gezeten met zijn vroegereveronderstellingen en roept andereonderzoekers op ook te kijken naar dehuidige data en niet meer naar die vanvroeger. “Ik denk dat we goed moetenkijken naar wat wij toen dachten datjuiste aannames waren. Wij alsonderzoekers van rampen moeten onsgoed realiseren dat de aannames diewe nu maken ook daadwerkelijk terugte vinden moeten zijn in de echterealiteit.”

Een politieagent in Port-au-Prince wacht onder het puin de plunderaars op. Foto: VN, Logan Abassi

Page 16: Element - Bijlage Haïti (19 maart 2010)

16 E-MAGAZINE - Haïti Element 8 - vrijdag 19 maart 2010

H A Ï T I E N I K

‘Port-au-Prince als een schilderij van Jeroen Bosch’Het hoofd van de missie van Artsen zonder Grenzen in Haïti over het rampgebied

Karline Kleijer (35) is acht jaarwerkzaam bij Artsen zonder Grenzenen bood hulp in onder andereUzbekistan, Sudan, Zimbabwe, Chaden Sri Lanka. Sinds 13 januari, de dagna de aardbeving, is ze gestationeerdin Port-au-Prince als noodhulp-coördinator. Element mailde met haarover haar werkzaamheden enervaringen.

Door Julie Enthoven

Wat ging er door u heen toen u voorhet eerst op de plek van de rampkwam?“Port-au-Prince zag er uit als eenschilderij van Jeroen Bosch. Dat is nietecht met woorden te omschrijven. Ikhoop dat ik zoiets nooit meer meehoef te hoeven maken. Het kleinebeetje hulp dat Artsen zonderGrenzen (AzG) op dat moment konbieden was inspirerend.”

Hoe zou u de sfeer beschrijven die opdit moment op het eiland heerst?“Mensen beginnen wanhopig en booste worden omdat ze na tweemaanden nog niet veel vooruitgangzien. Ook begint de criminaliteit toe tenemen. Daarnaast is er veel verdrieten verslagenheid om de familieledenen kennissen die zijn omgekomen,maar ook om het algehele verlies. Hetging net ietsjes beter met Haïti en nuligt alles in puin: de overheids-gebouwen, de scholen, ziekenhuizen,musea, oude historische gebouwen,bedrijfjes, enzovoort. Het zal jarenduren voordat Haïti weeropgekrabbeld is.”

Wat doet u in Haïti? “Ik ben de noodhulpcoördinator entegelijk het hoofd van de missie. Datbetekent dat ik de projecten van AzGaanstuur en de organisatie vertegen-woordig naar autoriteiten, deVerenigde Naties en ander groepen inHaïti. Ook ben ik verantwoordelijkvoor de veiligheid van onze mensen.

Artsen zonder Grenzen heeft inHaïti op dit moment acht zieken-huizen waar mensen geopereerd engenezen worden. Daarnaast hebbenwe meer dan twintig klinieken oplocaties waar veel getroffenen intenten wonen. Ook heeft een team

van psychologen een groot geestelijkgezondheidszorgprogramma opgezet.Een team van ingenieurs levert wateren is bezig met het opzetten vanlatrines. AzG heeft meer dan 100.000mensen tijdelijk onderdak gegeven. Intotaal zijn er 370 internationale en3500 lokale medewerkers in Haïti om aldeze activiteiten te ondersteunen.”

Hoe verloopt de hulpverlening tot nutoe?“De situatie van de mensen is heel ergzorgwekkend en de omvang van deramp is enorm. Omdat de hoofdstad ende enige luchthaven van Haïti getroffenwaren, kwam de hulp maar moeilijk opgang. Veel organisaties en overhedenzijn nu in Haïti om te helpen maar denoden zijn simpelweg overweldigend.Nog steeds zijn er op zijn minst500.000 mensen die geen tent ofplastic zeil hebben ontvangen en desanitatie in de kampen is zeerondermaats.

Om het allemaal nog ingewikkelderte maken, is er in Port-au-Prince eengroot gebrek aan ruimte en bezit destaat bijna geen eigen grond. Dit maaktde creatie van nieuwe veilige plekkenvoor daklozen moeizaam. Een grotegroep mensen heeft de stad verlatenom bij familie in te trekken op hetplatteland, maar de mensen daarleefden voor de aardbeving al onder dearmoedegrens en zullen nu nog meermonden moeten voeden.

Ik vind de condities waar demensen in Haïti op dit moment in levenmensonterend en schaam me op zijntijd voor de relatieve luxe waarin ik hierleef.”

Waar is op dit moment het meestbehoefte aan in het land?“De mensen die op straat wonenhebben onderdak nodig! Op ditmoment regent het regelmatig licht.Vanaf mei begint het echte regen-seizoen met tropische stormen die elkjaar aan honderden mensen het levenkosten. Je kunt je voorstellen dat eententje of zeiltje geen kans maakt tegeneen orkaan.

Ook maak ik me zorgen over deveiligheid van de mensen. Er zijn veelalleenstaande vrouwen met kinderendie in met touwtjes en stokkengeknoopte hutjes van zeiltjes en

bedlakens wonen. Vooral ’s nachtshebben zij geen enkele mogelijkheidom zich te weren tegen dieven enseksueel geweld. Wij spreken jongevrouwen die ’s nachts door groepenmannen verkracht zijn. Overdagdurven mensen hun hutjes niet teverlaten als ze hun spullen niet meekunnen zeulen.”

Wat is het meest bijzondere dat udaar tot nu toe heeft meegemaakt?“Een meisje van zeven die eenamputatie ondergaan had in onzekliniek, had geen verzorgers bij zich enwist niet meer waar ze vandaankwam. Na zes weken had ze alleharten gestolen van mijn collega’s enhoewel ze zelf erg in de war was,motiveerde ze met haar schaterendelach mijn hele oververmoeide team.Een van de sociale werkers heeft haarin de auto meegenomen en islangzaam door de wijk heen gereden.Na vier uur rondjes rijden hebben zeuiteindelijk haar ouders gevonden.”

Hoe ervaart u het werken op Haïti?“De mensen van Haïti zijn overleversen gehard door jarenlang geweld,rampen en armoede. De solidariteitna de aardbeving en de mensen diehun leven voor elkaar waagdenmaakten grote indruk op me. Er werdin de kranten gesproken over de 130mensen die door internationalesearch & rescue-teams gevonden zijn.Maar in de eerste drie dagen zijn er,met gevaar voor eigen leven,duizenden mensen gered door deburgers die met hun handen tunnelsgroeven onder ingestorte gebouwen.”

Hoe denkt u dat het in de toekomstverder moet met dit land?“Ik denk dat het belangrijk is dat depopulatie van Haïti betrokken wordtbij de opbouw. Ook moet ervoldoende aandacht en geld naar degezondheidszorg gaan. Zelfs voor deaardbeving hadden veel mensen geentoegang to basismedische zorg en inde huidige situatie is het nogbelangrijker dat ook de allerarmstenbij een dokter terecht kunnen vooradvies en medicijnen.”

Karline Kleijer blijft waarschijnlijk nogtot mei in het gebied.