22
Energiejaarrapport Deze pagina omvat een korte samenvatting van het energiejaarrapport 2015. Het rapport geeft een overzicht van het energie- en waterverbruik en bijhorende kosten van de Universiteit Gent voor het jaar 2015 en de evolutie hiervan met de voorgaande jaren. Het energie- en waterverbruik en de bijhorende kost voor de Universiteit Gent (incl. DSV) bedroegen in 2015: Tabel 1 - Energie- en waterverbruik/kost UGent totaal 2015 Verbruik Kost (€) Elektriciteit 53.260.105 (kWh) 5.893.481 Brandstof 90.420.296 (kWh) 3.685.150 Subtotaal energie 143.680.402 (kWh) 9.578.630 Water 254.873 (m³) 846.916 Totaal 10.425.547 In vergelijking met vorig jaar is het elektriciteitsverbruik opnieuw gestegen (2%). Het werkelijk brandstofverbruik kende een stijging (18%), echter het gecorrigeerd brandstofverbruik is slechts licht gestegen (2,9%). Wanneer de aardgas die gebruikt wordt door de WKK’s om elektriciteit op te wekken, uit de brandstofgegevens wordt gehaald, ligt het gecorrigeerd verbruik in 2015 1% lager dan in 2014. Het waterverbruik is dan weer sterk gedaald (-5,5%). Het gebouwenpark heeft in 2015 een aantal wijzigingen ondergaan t.o.v. 2014. De hoogbouw van het complex Ledeganck werd in gebruik genomen. De bezettingsgraad van het datacenter S10 is gedurende het ganse jaar 2015 verder gestegen. Verder werden volgende gebouwen in gebruik genomen in 2015: sportonderzoekscentrum (Dunant), VRB (Veterinary Resaerch Building) op de faculteit Dierengeneeskunde en het Gebouw K3 op de campus Heymans. De energiekosten waren in 2015 hoger dan in 2014 maar lager dan in de voorgaande jaren (2012-2013). De elektriciteitskost steeg met 5% door het gestegen verbruik en de hogere eenheidsprijs. De brandstofkosten waren in 2015 laag door het lage verbruik en de lage eenheidsprijzen, de kost was slechts 3,8% hoger dan in 2014 ondanks het veel hogere verbruik en wel ongeveer 15% lager dan voorgaande jaren (2012-2013). De waterfactuur is in 2015 gedaald met 1,8% desondanks de hogere eenheidsprijzen. Maar door minder water te verbruiken is de totale kost gedaald.

Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Energiejaarrapport

Deze pagina omvat een korte samenvatting van het energiejaarrapport 2015. Het rapport geeft een overzicht van het energie- en waterverbruik en bijhorende kosten van de Universiteit Gent voor het jaar 2015 en de evolutie hiervan met de voorgaande jaren.Het energie- en waterverbruik en de bijhorende kost voor de Universiteit Gent (incl. DSV) bedroegen in 2015:

Tabel 1 - Energie- en waterverbruik/kost UGent totaal 2015

Verbruik Kost (€)Elektriciteit 53.260.105 (kWh) 5.893.481Brandstof 90.420.296 (kWh) 3.685.150Subtotaal energie 143.680.402 (kWh) 9.578.630Water 254.873 (m³) 846.916Totaal 10.425.547

In vergelijking met vorig jaar is het elektriciteitsverbruik opnieuw gestegen (2%). Het werkelijk brandstofverbruik kende een stijging (18%), echter het gecorrigeerd brandstofverbruik is slechts licht gestegen (2,9%). Wanneer de aardgas die gebruikt wordt door de WKK’s om elektriciteit op te wekken, uit de brandstofgegevens wordt gehaald, ligt het gecorrigeerd verbruik in 2015 1% lager dan in 2014. Het waterverbruik is dan weer sterk gedaald (-5,5%). Het gebouwenpark heeft in 2015 een aantal wijzigingen ondergaan t.o.v. 2014. De hoogbouw van het complex Ledeganck werd in gebruik genomen. De bezettingsgraad van het datacenter S10 is gedurende het ganse jaar 2015 verder gestegen. Verder werden volgende gebouwen in gebruik genomen in 2015: sportonderzoekscentrum (Dunant), VRB (Veterinary Resaerch Building) op de faculteit Dierengeneeskunde en het Gebouw K3 op de campus Heymans.De energiekosten waren in 2015 hoger dan in 2014 maar lager dan in de voorgaande jaren (2012-2013). De elektriciteitskost steeg met 5% door het gestegen verbruik en de hogere eenheidsprijs. De brandstofkosten waren in 2015 laag door het lage verbruik en de lage eenheidsprijzen, de kost was slechts 3,8% hoger dan in 2014 ondanks het veel hogere verbruik en wel ongeveer 15% lager dan voorgaande jaren (2012-2013). De waterfactuur is in 2015 gedaald met 1,8% desondanks de hogere eenheidsprijzen. Maar door minder water te verbruiken is de totale kost gedaald. Het aandeel van DSV in de totale energie- en waterkosten van de UGent bedraagt 13,5 %.De verbruiksgegevens in Erbis voor 2015 werden grotendeels bekomen door maandelijkse manuele meter opnames. Deze opnames werden uitgevoerd door medewerkers van de diverse DGFB-secties. Overige gegevensbronnen waren: kopijen van energie- en waterfacturen en Excel-overzichten samengesteld door DGFB-medewerkers.

Page 2: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Voor een aantal verbruikers is een aanname gebeurt op basis van historische gegevens omdat op het moment van opmaak van het jaarrapport (maart 2016) nog geen facturen ontvangen werden.Alle kosten in dit jaarrapport zijn inclusief BTW.

Page 3: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

1. Het energie- en waterverbruik in 2015 voor UGent totaalIn volgende hoofdstukken worden het energie- en waterverbruik en bijhorende kosten behandeld voor de Universiteit Gent in zijn geheel. De cijfers in dit rapport hebben betrekking op de gebouwen aanwezig in de energieboekhouding. Op enkele kleine uitzonderingen na, betreft dit het ganse patrimonium van UGent. De hier vermelde cijfers kunnen als vrij compleet beschouwd worden. Door het ontbreken van enkele facturen dienden een aantal ramingen te worden gemaakt1. Dit geldt in de eerste plaats voor de energiekosten – in mindere mate voor verbruiken. Onderstaande tabel geeft het verbruik en de kosten voor de Universiteit Gent in zijn geheel (incl. DSV) op het vlak van elektriciteit, brandstoffen en water voor 2015.

Tabel 2 - Energie- en waterverbruik/kost UGent totaal 2015

Verbruik Kost (€)Elektriciteit 53.260.105 (kWh) 5.893.481Brandstof 90.420.296 (kWh) 3.685.150

waarvan Aardgas 71.366.807 2.618.891Stookolie 2.105.910 104.850Warmte 16.947.579 961.408

Subtotaal energie 143.680.402 (kWh) 9.578.630Water 254.873 (m³) 846.916Totaal 10.425.547Noot: Warmte betreft enerzijds stadswarmte van EDF-Luminus en anderzijds

warmte geleverd door UZ aan Home Boudewijn.

Het totale energieverbruik voor UGent in 2015 bedroeg ongeveer 143.680.000 kWh.De totale kost voor energie en water bedroeg ongeveer 10.400.000 EUR.

1 De kosten voor energie- en water worden in Erbis overgenomen van de facturen. De kosten worden toegewezen aan de verbruiksperiode die vermeld is op de factuur. Voor stookolie wordt de “verbruiksperiode” bepaald door de datum van huidige levering t.o.v. de datum van vorige levering.Voor water, elektriciteit en brandstof geldt dat de meeste grootverbruikers inmiddels maandelijks gefactureerd worden. Voor de andere meters is dit jaarlijks of meer-jaarlijks. Voor de meeste meetpunten werd afgerekend tegen eind 2015. Waar dit niet het geval was, werden de (bijkomende) kosten voor water tot eind 2015 ook geraamd.

Page 4: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

2. Het energie- en waterverbruik in 2015 voor DSVOnderstaande tabellen geven het verbruik en de kosten voor DSV (directie Studentenvoorzieningen) op het vlak van elektriciteit, brandstoffen en water voor 2015. De tabellen vermelden tevens het saldo voor de universiteit (excl. DSV) en het procentueel aandeel van DSV in de UGent totaal.

Tabel 3 – Energie- en waterverbruik DSV versus UGent totaal

Verbruik DSV UGent (min DSV) DSV (%)Elektriciteit (kWh) 4.719.480 48.540.626 8,9Brandstof (kWh) 11.726.242 78.694.054 13,0

waarvan Aardgas 3.972.595 67.394.212 5,6Stookolie 150.222 1.955.688 7,1Warmte 7.603.425 9.344.155 44,9

Subtotaal energie

(kWh)16.445.722 127.234.680 11,4

Water (m³) 91.496 163.377 35,9Uit bovenstaande tabel leiden we af dat ongeveer 9 % van het elektriciteitsverbruik van de universiteit voor rekening van DSV komt. Voor brandstof en vooral voor water liggen deze percentages hoger, nl. 13 % resp. 36 %. Dit wordt onder meer verklaard door het feit dat het gebouwenpark vnl. uit studentenhomes bestaat. De top 3 voor het specifiek waterverbruik (m³/m²) wordt ingenomen door studentenverblijven.Op het vlak van brandstofverbruik valt verder op dat binnen DSV bijna geen stookolie installaties meer in gebruik zijn (enkel FI 02 Sportterreinen). Het brandstofverbruik bestaat voor ongeveer 2/3 uit stadswarmte: 45 % van het totale verbruik van warmte (EDF-Luminus en UZ) is voor DSV.

Tabel 4 – Energie- en waterkost DSV versus UGent totaal

Kosten (EUR) DSV UGent (min DSV) DSV (%)Elektriciteit 609.525 5.283.956 10,3Brandstof 565.532 3.119.618 15,3

waarvan Aardgas 160.710 2.458.181 6,1Stookolie 8.174 96.677 7,8Warmte 396.649 564.760 41,3

Subtotaal energie 1.175.057 8.403.573 12,3Water 237.180 609.736 28,0Totaal 1.412.237 9.013.310 13,5Uit bovenstaande tabel leiden we af dat ongeveer 13,5 % van de energie- en waterkosten van de universiteit - zijnde ongeveer 1.412.000 EURO - voor rekening van DSV komt.

Page 5: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

De kostenpercentages per energiesoort volgen grosso modo de verbruikspercentages.

Page 6: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

3. Evolutie van kosten en verbruiken voor UGent totaalIn dit hoofdstuk vergelijken we het energie- en waterverbruik en -kosten van 2015 voor de universiteit in zijn geheel met de voorgaande jaren. We bekijken de evolutie eerst voor de globale kosten en energieverbruiken en daarna voor brandstof, elektriciteit en water apart.

3.1. Evolutie van de globale energie- en waterkostenFiguur 1 geeft een overzicht van de evolutie van de totale kosten voor energie en water over de periode 2010 -2015.

Figuur 1: evolutie van de energie- en waterkosten: 2011 -2015

00.00 - Universiteit GentElektriciteit kosten

Universiteit Gent

ElektriciteitElektriciteit BrandstofBrandstof WaterWater

2011 2012 2013 2014 2015

Kosten

(€)

11.000.000

10.000.000

9.000.000

8.000.000

7.000.000

6.000.000

5.000.000

4.000.000

3.000.000

2.000.000

1.000.000

0

In bovenstaande grafiek valt op de energiekosten in 2014 sterk gedaalde door het lage brandstofverbruik en door de gunstige elektriciteitsprijs. In 2015 stijgt de totale kost opnieuw door het hogere verbruik van brandstof en elektriciteit.De kost voor water is in 2015 licht gedaald dankzij het lagere verbruik.Deze aspecten worden verder toegelicht per energiesoort in de respectievelijke hoofdstukken.

3.2. Evolutie van de brandstofverbruik/kostFiguur 2 toont ons de evolutie van het brandstofverbruik en bijhorende kosten over de periode 2011 -2015.

Page 7: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Om jaren met een strenge winter en jaren met een zachte winter met elkaar te kunnen vergelijken, corrigeren we het brandstofverbruik aan de hand van graaddagen (klimaatcorrectie)2.Zowel de reële als de gecorrigeerde verbruiken/kosten worden in onderstaande figuurweergegeven.

Figuur 2: evolutie van het brandstofverbruik en –kosten 2011 -2015

Universiteit Gent

Werkelijk verbruik Gecorr. verbruik Werkelijke kosten Gecorr. kosten

2011 2012 2013 2014 2015

Warm

te (kW

h)

125.000.000

100.000.000

75.000.000

50.000.000

25.000.000

0

Kosten (€)

5.000.000

4.000.000

3.000.000

2.000.000

1.000.000

0

Een referentiejaar heeft 1403 graaddagen, 2015 heeft er slechts 1273 en is daarom een vrij warm jaar. Uit onderstaande tabel met graaddagen leiden we af dat 2012 bijna een perfect “standaard” jaar was, terwijl 2013 een koud jaar was en 2014 een zeer warm jaar.

Tabel 5–Erbis Graaddagen voor UGent 2011 -2015

2011 2012 2013 2014 20151.162 1.405 1.564 1.107 1.273

Het gecorrigeerd verbruik van 2015 ligt 2,9% hoger dan dit van 2014. Het hoger gecorrigeerd verbruik van de voorbije jaren betekent dat er per graaddag gemiddeld meer brandstof verbruikt werd. Wanneer de aardgas die gebruikt wordt door de WKK’s om elektriciteit op te wekken, uit de brandstofgegevens wordt gehaald, ligt het gecorrigeerd verbruik in 2015 1% lager dan in 2014. Maar dus nog niet onder het gecorrigeerd verbruik van 2013. De laatste 2 jaar wordt de dalende trend van het gecorrigeerd verbruik dus niet verdergezet.

2 De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse gemiddelde temperaturen en rekening houdend met bedrijfstijden (openingsuren) en interne warmte winsten. Het aldus bekomen aantal graaddagen ligt een stuk lager dan deze volgens de 15/15 methode. Het gecorrigeerde verbruik betreft het werkelijk verbruik dat herrekend wordt naar een klimatologisch referentiejaar (het referentiejaar in Erbis is gebaseerd op 30 jarige gemiddelde temperaturen en telt ongeveer 1300 Erbis graaddagen).

Page 8: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Op analoge wijze toont Figuur 2 werkelijke en gecorrigeerde kosten. Zowel de werkelijke als de gecorrigeerde kosten vertonen de laatste jaren een dalende trend. De gecorrigeerde kosten zijn met 10% gedaald en zitten terug op het niveau van 2013. De werkelijke kosten zijn gestegen met 4% voornamelijk omdat het verbruik hoger lag dan in 2014, want zoals hieronder wordt verduidelijkt, zijn de eenheidsprijzen in 2015 gedaald tov 2014.Onderstaande figuur toont de gemiddelde specifieke energiekost voor UGent die men bekomt door de effectief gefactureerde bedragen te delen door de gefactureerde verbruiken.

Figuur 3 : evolutie van de specifieke brandstof kosten: 2011 -2015

Universiteit Gent

Aardgas Stookolie Warmte EDF-Luminus Warmte UZ

2011 2012 2013 2014 2015

Kosten

(c€/k

Wh)

8

7

6

5

4

3

2

1

0

Vooral de sterke daling in de stookolieprijs is duidelijk, maar aangezien er slechts weinig stookolie verbruikt wordt, heeft die geen grote impact op het energiebudget. De andere brandstofprijzen zijn licht gedaald tov 2014, doordat de wereldmarktprijs dalende was in 2015.De eenheidsprijs van de warmte van de Centrale van EDF-Luminus was in 2013 opnieuw gestegen. In 2013 heeft EDF-Luminus beloofd dat de warmte “groener” zal geproduceerd worden en dat de kostprijs niet verder zal stijgen. Deze belofte werd gedeeltelijk ingevuld: 2 WKK motoren werden in de centrale van de Ham in dienst genomen waardoor de warm water productie op een meer ecologisch verantwoorde manier plaatsvindt. In 2014 was daar nog niets van te merken, in 2015 is de eenheidsprijs ligt gedaald.De eenheidsprijs voor warmte afkomstig van het UZ Gent is in 2015 licht gestegen maar blijft veruit de goedkoopste warmtebron.Om deze vergelijking tussen de eenheidsprijzen correct te maken dient men rekening te houden met het rendement van de verwarmingsinstallaties, zodat de kostprijs per hoeveelheid nuttige warmte bekomen wordt. Volledigheidshalve

Page 9: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

dient men tevens de afschrijvingskosten van de installaties in rekening brengen, alsmede de operationele kosten.In onderstaande figuur geven we de specifieke kost per nuttige energie. Hierbij gaan we uit van de volgende gemiddelde rendementen van de stookinstallaties:

Stookolie: 75% Gas: 80% (klassiek) Gas: 90% (condenserend) Warmte: 98% (enkel een warmtewisselaar)

Figuur 4 : evolutie van de specifieke brandstof kosten nuttige energie: 2011 -2015

Universiteit Gent

Aardgas Aardgas C Stookolie Warmte EDF LuminusWarmte UZ

2011 2012 2013 2014 2015

Kosten

(c€/k

Wh)

11

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

Op basis van hoger vermelde rendementen ligt de specifieke kost van de verschillende brandstofsoorten niet ver uit elkaar, door de lage eenheidsprijs van stookolie is deze brandstof opnieuw vrij kostenefficiënt. Zoals de voorgaande jaren was de kost van nuttige warmte van aardgas en EDF-Luminus ongeveer gelijkaardig en was de warmte afkomstig van het UZ duidelijker goedkoper. Vanaf 2012 is de nuttige warmte van EDF-Luminus duurder dan deze van aardgas.

3.3. Evolutie van het elektriciteitsverbruik/kostOnderstaande figuur toont ons de evolutie van het elektriciteitsverbruik en bijhorende kosten over de periode 2011 - 2015.

Figuur 5 : evolutie van het elektriciteitsverbruik en –kosten 2011 -2015

Page 10: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Universiteit Gent

Kosten Verbruik UGent 38.00 - Landbouw 40.10 - S10 60.27 - A27 (VIB)72.00 - Diergeneeskunde 91.03 - Farmacie 93.01 - Zuiderpoort

2011 2012 2013 2014 2015

Elektr

iciteit

(kWh)

60.000.000

50.000.000

40.000.000

30.000.000

20.000.000

10.000.000

0

Kosten (€)6.000.000

5.000.000

4.000.000

3.000.000

2.000.000

1.000.000

0

Het elektriciteitsverbruik kent de voorbije jaren een licht stijgende trend met toenames van achtereenvolgens 1,6 %, 2,5%, 1,8% en 1,0%. In 2014 zien we voor het eerst een daling in het elektriciteitsverbruik, een daling met 0,9%. In 2015 kon deze daling niet verdergezet worden en steeg het verbruik opnieuw met 2%. Tussen 2011 en 2012 steeg de totale kost met 5,4%. De totale kost van 2012 en 2013 was ongeveer gelijk. Gedurende 2014 zijn de marktprijzen van elektriciteit gedaald, dit reflecteert zich ook in de gedaalde eenheidsprijs van UGent in 2014. In 2015 is de eenheidsprijs opnieuw met 3% gestegen, hoofdzakelijk te wijten aan de stijgende transport en distributietarieven.Naast het totale verbruik van de UGent zijn in Grafiek 5 ook de grootste elektriciteitsverbruikers gevisualiseerd. Het VIB-UGent gebouw dat 2,8 % van de oppervlakte vertegenwoordigt, verbruikt 15% van de totale geconsumeerde elektriciteit. Daarnaast zijn nog een aantal stevige elektriciteitsverbruikers opgenomen in de grafiek om de grootteordes weer te geven.Wat opvalt is dat het stijgende elektriciteitsverbruik van S10. Steeds meer decentrale ICT infrastructuur verhuist naar S10. Het elektriciteitsverbruik is te wijten aan de ICT infrastructuur van UGent zelf want het verbruik van de Vlaamse supercomputer is in 2015 niet gestegen.

Page 11: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Figuur 6 : totaal elektriciteitsverbruik van het datacenter S10 en van de Vlaamse Supercomputer (2012-2015)

40.10 - S10 - DatacenterElektriciteit globaal

Verloop per jaar

Gegenereerd op 1/04/2016 14:22:41Universiteit Gent

Vl Supercomputer Globaal verbruik S10

2012 2013 2014 2015

Elek

tricite

it (kW

h)

5.500.000

5.000.000

4.500.000

4.000.000

3.500.000

3.000.000

2.500.000

2.000.000

1.500.000

1.000.000

500.000

0

Vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 30 juni 2015 werd elektriciteit uur per uur aangekocht aan de actuele marktprijs. Dit bleek in het voorjaar van 2014 een uitstekende keuze omdat de marktprijs dan laag was. De tweede helft van 2014 is de prijs opnieuw gestegen naar het niveau van de voorbije jaren. Aangezien deze aankoopmethode bepaalde budgettaire risico’s inhoudt, is in huidige leveringscontract gekozen om opnieuw op de forwardmarkt elektriciteit aan te kopen per kwartaal. Het huidige contract is gestart op 1 juli 2015 en loop tot 31 december 2017. In de loop van 2016 zal deze aankoopmethode samen met de Associatie Partners van AUGent geëvalueerd worden voor het uitschrijven van een nieuwe aanbesteding.De eenheidsprijs van alle aangekochte elektriciteit (incl. windturbines) is 11,07 cEUR/kWh in 2015.

Page 12: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Figuur 7 : evolutie van de specifieke elektriciteitskost over 2011 – 2015

Universiteit Gent

ElektriciteitElektriciteit

jan2011

apr jul sep jan2012

apr jul sep jan2013

apr jul sep jan2014

apr jul sep jan2015

apr jul sep dec

Kosten

(c€/k

Wh)

14

13

12

11

10

9

8

3.4. Groene stroom3.4.1 3 windturbines in MelleDe windturbines bevoorraden de Campus Ardoyen. De campus Ardoyen verbruikt ongeveer 27% van het elektriciteitsverbruik van de UGent. In 2015 werd 76% van het elektriciteitsverbruik van de Campus Ardoyen rechtstreeks gedekt door opgewekte elektriciteit van de 3 windturbines, de overige 24% is gedekt door het restprofiel dat eveneens bij de elektriciteitsleverancier van de windturbines wordt aangekocht. Figuur 8 geeft een overzicht van de productie van de 3 windturbines in Melle De jaarlijkse productie is gedurende de jaren 2011-2013 ongeveer 12.000 MWh. 2015 was een winderig jaar waardoor de productie hoog was en afklopte op net geen 14.000 MWh wat overeenstemt met het verbruik van 4.000 gezinnen. Let op: onderstaand grafiek geeft de totale productie weer, dit is niet gelijk aan de afname van de UGent.In 2015 werd de hoogste productie gerealiseerd tot nu toe.

Page 13: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Figuur 8 : Overzicht van de elektriciteitsproductie van de 3 windturbines (2010 - 2015)

Page 14: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

3.4.2 Zonne-energie geproduceerd op gebouwen van UGentDe productie van elektriciteit uit zonne-energie door middel van PV-panelen is gedurende de laatste jaar nagenoeg onveranderd gebleven. Maar deze productie is vandaag nog verwaarloosbaar ten opzichte van het totale elektriciteitsverbruik (zie verder).

Figuur 9 : Overzicht van de elektriciteitsproductie van de PV-installaties (2011 - 2015)

Elektriciteit Zonnepanelen

Verloop per jaar

Gegenereerd op 1/04/2016 14:25:43Universiteit Gent

24.01 - FPPW 48.00 - Heidestraat 60.18 - A18 (Petrochemie)56.00 - Kantienberg 53.01 - Studentenverblijf Astrid

2011 2012 2013 2014 2015

Elek

tricite

it (kW

h)

50.000

45.000

40.000

35.000

30.000

25.000

20.000

15.000

10.000

5.000

0

Page 15: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

3.4.3 Eigen productie via Warmtekrachtkoppeling (WKK)In een klassieke elektriciteitscentrale waarbij uit aardgas of steenkool elektriciteit gemaakt wordt, gaat ongeveer 40% van de energie verloren in warmte die wordt “weggekoeld” via koeltorens. 5 % gaat daarna nog verloren in het hoogspanningsnet. Dus 55% van de input energie wordt omgezet in elektriciteit de overige 45% gaan verloren.In een klassieke opwekking van warmte voor een gebouw dmv aardgas gaat ongeveer 10% van de input energie verloren. Een WKK is een gecombineerde productie van elektriciteit en nuttige warmte vertrekkende van eenzelfde primaire energiebron (aardgas in het geval van UGent)Met andere woorden een WKK is een kleine lokale elektriciteitscentrale waarbij de warmte nuttig aangewend wordt. Hierbij wordt ongeveer 55% van de energie in het aardgas omgezet in warmte, 30% wordt elektriciteit en 15% gaat verloren.

Figuur 10 : schematische weergave rendement van WKK

De milieuwinst zit in het feit dat er weinig energieverlies is bij de productie van elektriciteit. UGent beschouwt deze elektriciteit als groene stroom die binnen het patrimonium van UGent wordt opgewerkt en verbruikt.

30%

55%15%

Page 16: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Figuur 11 : overzicht van de energiestromen van de WKK’s op Ledeganck en Coupure in 2015

De WKK’s produceerden in 2015 2.370 MWh elektriciteit, dat is 4,5% van het totale verbruik van de UGent. 4.537MWh warmte werd er aangemaakt door de WKK’s en dat stemt overeen met 6% van de totale warmte behoefte van UGent.De financiële winst komt voort uit het feit dat aardgas ongeveer 3 maal goedkoper is dan elektriciteit. Daarnaast worden WKK-certificaten uitgereikt als steunmaatregel om dergelijke technologie te ondersteunen.

Figuur 12 : fictieve en werkelijke kosten van de WKK’s

Page 17: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

Bovenstaande figuur geeft een overzicht van de werkelijke kosten en de vermeden (fictieve) kosten wanneer er een klassieke opwekking van warmte en aankoop van elektriciteit zou zijn. De blauwe grafiek geeft de werkelijk aankoopkost van de aardgas en onderhoudsvergoedingen weer. De groene balk stemt overeen met de kost wanneer de opgewekte elektriciteit op het gewone distributienet zou aangekocht worden. De rode balk is de kost die nodig zou zijn om de aardgas aan te kopen om de warmte op te wekken dmv een condenserende aardgasketel. Beide WKK’s tezamen leverden in 2015 een kostenbesparing op van 167.000 Euro.

Page 18: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

3.4.4 Herkomst van de aangekochte elektriciteitOnderstaande figuur visualiseert de herkomst van de verbruikte elektriciteit. Het linkse taartdiagram toont de hoeveelheid elektriciteit aangekocht door UGent. Voor 1% van de elektriciteit is de herkomst ongekend omdat de elektriciteitskost een deel is van de huurovereenkomst. 26% van het verbruik wordt geproduceerd door de 3 turbines in Melle. 4,5% wordt gemaakt door de WKK’s op de campus Coupure en complex Ledeganck. De productie van de 5 zonnepaneelinstallaties is nauwelijks zichtbaar op de uitvergrootte taartgrafiek. 0,10% van de totale verbruikte elektriciteit wordt opgewekt door de 5 zonnepaneelinstallaties.

Figuur 13: herkomst van de gebruikte elektriciteit

68%1%

0.09%

4%

26%

Groene stroom niet geproduceerd op patrimonium UGentaangekochte elektriciteit van ongekende afkomst (huur)Groene stroom geproduceerd op patrimonium UGent (Zon)Groene stroom geproduceerd op patrimonium UGent (WKK)Groene stroom geproduceerd op patrimonium UGent (Wind)

In 2014 werd 25% van de verbruikte elektriciteit geproduceerd op het patrimonium van de UGent. In 2015 is de geproduceerde elektriciteit gestegen naar 31% omdat het een goed windjaar was en omdat de WKK’s in dienst genomen zijn.

Page 19: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse

3.5 Evolutie van het waterverbruik/kostOnderstaande figuur toont de evolutie van het waterverbruik en bijhorende kosten over de periode 2011 -2015.

Figuur 14 : evolutie van het waterverbruik en –kosten 2011 -2015

Universiteit Gent

Verbruik Kosten

2011 2012 2013 2014 2015

Water

(m3)

400.000

350.000

300.000

250.000

200.000

150.000

100.000

50.000

0

Kosten (€)

1.000.000

875.000

750.000

625.000

500.000

375.000

250.000

125.000

0

Het waterverbruik vertoont de laatste jaren een voortdurende dalende trend van ongeveer 1% per jaar. In 2015 daalde het waterverbruik met 5,5%. De reden voor deze daling is te vinden in het feit dat verschillende gebouwen een lager verbruik kenden en zoals elk jaar is er terug een besparing terug te vinden bij de studentenhomes. Verder werden in 2015 waterlekken snel opgespoord en werden zware verliezen op die manier vermeden.De waterkosten stegen in de jaren 2011, 2012, 2013 ongeveer jaarlijks met 1 à 2 %. In 2014 zakte de totale kostprijs 9%. In 2015 zakte de totale kost nog eens met meer dan 2%, voornamelijk door het lagere verbruik.Echter moet hierbij opgemerkt worden dat de verbruiken van het afgelopen jaar goed gekend zijn maar dat de kosten voor 2015 nog niet 100% duidelijk zijn. De facturen (of terugbetalingen) van de saneringsbijdrage komen meestal één jaar later.

Page 20: Energiejaarrapport 2002 Stad  · Web view2016-04-29 · De graaddagen worden niet bepaald a.d.v de klassieke 15/15 methode doch worden door Erbis berekend op basis van uurlijkse