Upload
wbooks
View
215
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
https://www.wbooks.com/media/custom/upload/File-1380633902.pdf
Citation preview
BEHOUD VAN BINNEN
Preventieve conservering van interieursBehoud van binnenPreventieve conserveringvan interieurs
Dit is het eerste Nederlandstalige prak-
tijkboek over beheer en behoud van
interieurs. Het is in de eerste plaats
bestemd voor eigenaren en beheerders
van waardevolle of bijzondere binnen-
ruimten. Maar tegelijk is het een prak-
tisch naslagwerk voor iedereen die wil
weten wat er allemaal komt kijken bij
een verantwoorde instandhouding van
een (historisch) interieur.
Talloze onderwerpen komen aan bod.
Wat is de invloed van zonlicht? Hoe
kunt u meubels het best onderhouden?
Welke middelen en methoden zijn wel
en niet verantwoord? Waar moet u op
letten als u specialisten inschakelt? Of
vrijwilligers? Wat zijn de grootste
risico’s voor een collectie? Hoe kunt u
schade voorkomen? En hoe pakt u het
onderhoud planmatig aan?
Op deze en vele andere concrete vragen
krijgt u concrete antwoorden. Van veer-
tien ervaren specialisten uit binnen- en
buitenland. Toegankelijke
teksten, informatieve tabellen en vele
afbeeldingen maken dit boek tot een
nuttig, aantrekkelijk én, naar de samen-
stellers hopen, inspirerend naslagwerk.
Voorkomen is beter dan genezen, ook
bij interieurs. In dit boek vindt u alle
basale, praktische informatie om de
levensduur van een interieur te verlen-
gen. Daarmee kunt u kostbare ingre-
pen, zoals restauraties, voorkomen of
langdurig uitstellen. En ervoor zorgen
dat uw interieur steeds in optimale
conditie verkeert.
Preventieve conservering van interieurs
BEH
OU
D VA
N B
INN
EN
BEHOUD VAN BINNEN
Preventieve conservering van interieurs
Harrie Schuit (redactie)
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
WBOOKS
5
inHOuD
Inhoud
Voorwoord 6
Inleiding 8
1 Behoud in heden en verleden - Helen Lloyd & Harrie Schuit 14
2 Herkenning, erkenning en waardering - Eloy Koldeweij & Marceline Dolfin 28
3 Slim omgaan met risico’s - Agnes Brokerhof & Bart Ankersmit 40
4 De relatie met exterieur en omgeving - Joop Jansen 54
5 Alledaags beheer - Harrie Schuit 70
6 Housekeeping - Steven Coene 86
7 Interieurinspecties -Margriet Hage & Veerle Meul 98
8 Inschakelen van externe professionals - Katy Lithgow & Fiona Macalister 110
9 Inzet van vrijwilligers - Marianne Blaauboer 124
10 (Ver)huur van gebouwen - Antoon Ott 136
Summary 150
Register 154
Over de auteurs 158
Colofon 160
Veel mensen wonen of werken in een
prachtig interieur. U misschien ook wel.
Een prettige woon- of werkomgeving
inspireert en maakt een mens gelukki-
ger. Daarom zult u, als het even kan, een
mooi interieur ook mooi willen houden.
In de praktijk valt dat echter niet altijd
mee. Het is bepaald geen sinecure. Dat
geldt voor professionals en zeker voor
goedwillende, maar meestal veel minder
ter zake kundige eigenaren en beheer-
ders.
9
inLEiDinG
Dit boek helpt u op weg. Het biedt essentiële kennis,vele handreikingen en talloze tips om waardevolleinterieurs in een goede staat te houden. Het laatzien hoe u de zorg voor het interieur op een verant-woorde en praktische wijze vorm kunt geven. En hetmaakt duidelijk wat goede zorg voor het interieuroplevert, in zowel cultuurhistorische als financiëlezin. niet in de laatste plaats hoopt dit boek eigena-ren en beheerders van bijzondere interieurs te inspi-reren. Want hoe meer u weet en begrijpt van uwinterieur, des te interessanter en uitdagender hetwordt om er goed voor te zorgen.
De informatie in dit boek is van toepassing op veletypen eigenaren en beheerders en op vele soorteninterieurs. Het maakt niet uit of u de eigenaar bentvan een woonhuis, een toegewijde vrijwilliger diedapper de kerk beheert, de conciërge van een school,de beheerder van een buitenplaats of iemand diezorgt voor de facilitaire zaken in een kantoor ofoverheidsgebouw. En evenmin of het gaat om eenachttiende-eeuws interieur of een interieur van nade Tweede Wereldoorlog.
Geen twee interieurs zijn hetzelfde. Er is een enormediversiteit aan roerende en onroerende onderdelen,om nog maar te zwijgen van alle materialen die ineen interieur kunnen voorkomen. in het algemeengeldt: hoe meer onderdelen en objecten een interi-eur omvat, hoe complexer het onderhoud. Zeker alsdie onderdelen en objecten op hun beurt uit diversematerialen zijn samengesteld.
Inleiding
Afb. 4. Met een mattenklopper wordt het vuil metharde hand uit de loper geslagen.
10
BEHOuD VAn BinnEn
Hoe complexer het interieur, des te groter de kansdat bepaalde onderdelen systematisch wordenover geslagen en er achterstallig onderhoud ont-staat. Maar het komt ook voor dat elementen juistte veel aandacht krijgen. En ook dat kan de levens-duur sterk bekorten. Denk bijvoorbeeld aan het tevaak reinigen van een bepaald onderdeel, waardooreen oude afwerking verdwijnt.
De uitdaging om op een goede manier voor eeninterieur te zorgen is natuurlijk niet uitsluitend vanvandaag. Zo gaf de bewoner van Kasteel Twickel in1760 in zijn instructieboek voor de rentmeester devolgende opdracht: ‘Wanneer [de rentmeester] bin-nen of buiten s’ huis eenige onordentelijkheid, slor-digheid, of verwaerloosing van Huisraed, gereed-schap of andere saeken bespeurt, sal hij de Huis-houdster, of dengeene wiens departement het is,daar van waerschouwen, en vermaenen tot beeteroplettendheid: ten einde alles op sijn plaets behoor-lijk geschikt en bewaert werde.’1 En dat het nietaltijd vanzelf ging, blijkt uit het ‘muizenboekje’ vanKasteel Twickel, waarin per jaar exact wordt bijge-houden hoeveel muizen, ratten en vleermuizen erop een bepaalde datum werden gevangen.2
Ook een van de grondleggers van de nederlandsemonumentenzorg kon erover meepraten. Victor deStuers schrijft in zijn bekende artikel ‘Holland op zijnsmalst’: ‘Aan opzettelijke slooping is voortdurendeverwaarloozing nauw verwant. Wat ginds de mokerverricht, doet hier langzaam maar zeker de tand destijds.’3
Dit boek wil die tand des tijds een halt toeroependoor beter voor interieurs te zorgen. De afgelopen
decennia is in nederland de aandacht voor hetbehoud van het historische interieur enorm toege-nomen. De Manifestatie Historisch interieur in 2001heeft hier sterk aan bijgedragen. Datzelfde geldtvoor de overwegend kunsthistorische publicatiesover historische interieurs of hun onderdelen uit datjaar of kort daarna. Daarnaast bevordert sinds 2001de ‘Stichting Het nederlandse interieur’ de kennisover en het in stand houden van interieurs. Ditgebeurt door onder andere studiedagen, een web-site en een nieuwsbrief.
De betekenis van het woord ‘interieur’ is wellichtminder eenduidig dan menigeen in eerste instantiezou denken. niet iedereen verstaat er hetzelfdeonder. Dit boek hanteert de definitie van de erf-goedspecialisten: het samenstel (onderlinge relatie,structuur en ruimtelijke verhoudingen) van een ofmeer ruimten, de afwerking daarvan (wanden, vloe-ren en plafonds) met de bijbehorende bestanddelen(deuren, schouwpartijen, installaties, ingebouwdmeubilair et cetera) en ten slotte de inrichting (roe-rende zaken, zoals losse meubels en wanddecora-ties).4
De zojuist gegeven definitie houdt in dat zich in vrij-wel elk bouwwerk – al dan niet een beschermdmonument – een interieur bevindt. Vanzelfspre-kend is niet ieder interieur even waardevol. De prak-tijk leert echter dat eigenaren, beheerders, bewo-ners en gebruikers lang niet altijd goed inschattenwelke (onderdelen van) interieurs waardevol zijn enwelke niet. En dan met name in kunst- en cultuur-historisch opzicht.
Behalve het begrip ‘interieur’ verlangt ook hetbegrip ‘preventieve conservering’ enige uitleg. Pre-ventieve conservering is een term die onder meer inmusea in binnen- en buitenland al enkele decenniain omloop is. in dit boek gaat het over de ‘preven-
11
inLEiDinG
Afb. 5. Schade door dag- en zonlicht is vaak gemakke-lijk te beperken door luiken en persiennes zo veelmogelijk gesloten te houden.
duurzaamheid. Als de noodzakelijke verzorging aanhistorische interieurs zou worden onthouden, zou-den er hoe langer hoe minder authentieke interieur-elementen overblijven.
Onderschat ook niet het financiële voordeel dat pre-ventieve conservering van interieurs oplevert; hetvoorkomen van schade of vervolgschade maaktkostbare restauratiewerkzaamheden in de meestegevallen overbodig. Denk bijvoorbeeld aan eeneiken parketvloer. Als deze goed wordt behandeld,kunnen andere mensen er met gemak een eeuwlater nog van genieten. Laat men de vloer echterdiverse keren opschuren (om hem er weer ‘alsnieuw’ te laten uitzien), dan wordt deze uiteindelijkzo dun dat alleen nog vervanging overblijft. Een der-gelijke aanpak is ongewenst, ook omdat door hetopschuren alle gebruikssporen en het doorleefdeuiterlijk verdwijnen. uit het oogpunt van behoud isopschuren zelden noodzakelijk. Een interieur dat ineen goede, maar niet ‘overgerestaureerde’ conditieverkeert, biedt zonder twijfel het meeste gebruiks-plezier.
Deze publicatie verschijnt ter gelegenheid van eenmanifestatie over de zorg voor het interieur. Debelangrijkste onderdelen daarvan zijn het sympo-sium ‘Behoud van binnen’, op 9 oktober 2013 inAmsterdam, en de ingebruikstelling van de websitewww.behoudvanbinnen.nl. Deze bevat onder meeraanvullingen op dit boek en biedt de voordelen vanuiteenlopende digitale toepassingen.
Preventieve conservering van interieurs is eenenorm veelzijdig terrein met veel verschillende deel -gebieden. Voor dit boek is hieruit een keuze gemaakt.niet alle deelgebieden worden behandeld, wel eenaantal belangrijke. Per deelgebied komen vooral dehoofdlijnen en soms een detail aan bod. u moet detien hoofdstukken dan ook zien als tien inleidingen
12
BEHOuD VAn BinnEn
Afb. 6. De uitvinding van de stofzuiger was eensprong vooruit in de strijd tegen stof, maar de nogniet regelbare zuigkracht was minder goed voorkwetsbare materialen zoals textiel.
tieve conservering van interieurs’. Daarmee wordthet volgende bedoeld: het geheel van maatregelenen handelingen ter bescherming van de onroerendeén roerende interieurelementen, gericht op hetscheppen van zo goed mogelijke bewaarcondities.Preventieve conservering van interieurs heeft totdoel waardevolle interieurs of hun elementen zolang mogelijk te behouden, risico’s op schade toteen minimum te beperken, de cultuurhistorischewaarden veilig te stellen en slijtageprocessen tegente gaan of te vertragen. Dit alles om dure conserve-rings-, restauratie- of reconstructiewerkzaamhedente voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen.
Door op tijd preventieve maatregelen te (laten)nemen, kunt u een interieur of waardevolle onder-delen daarvan zo lang mogelijk in goede staat hou-den. Dat is zowel een verantwoordelijkheid voor‘een goede huisvader’, als een evidente vorm van
op de desbetreffende onderwerpen. Binnen debeschikbare ruimte behandelen de auteurs dewezenlijke vragen van het onderwerp waarover zijschrijven.
De praktijk blijkt vaak weerbarstiger dan wat in eenboek kan worden opgetekend. Sommige aspectenvragen om meer aandacht of nuancering dan in eenboek kan worden gegeven. Jarenlange praktijkerva-ring in de zorg voor interieurs of de periodieke, kritische blik van een erfgoedprofessional gaan verder waar pagina’s tekst ophouden. De zorg voor het interieur is tenslotte mensenwerk; dat is al vele generaties lang het geval en het zal ook zoblijven.
Dit boek stimuleert en helpt om de juiste (eerste)stappen te zetten. Door nu en in de toekomst dejuiste zorg te bieden, kunnen niet alleen wij vanprachtige interieurs genieten, maar ook de toekom-stige generaties.
13
inLEiDinG
Noten
1 Wassenaer, u.W. graaf van, Reglementen en ordre op
d’Administratie en bestieringe der Goederen, gehoor-
ende onder den Huijse Twickel […], Capitel 5, Delden,
1760, Huisarchief Twickel, inventarisnr. 2524.
2 Muizenboekje, register van gevangen muizen, ratten en
vleermuizen en de uitgekeerde vangstpremies 1872-
1878. Huisarchief Twickel, inventarisnr. 1346.
3 Stuers, V. de, Holland op zijn smalst, in: De Gids, jaargang
37, 3e serie, deel 3, november 1873, p. 343.
4 Deze definitie is een aanscherping van de definitie die in
2000 voor het eerst is geformuleerd in: Laan, B. et al.
(red.), Jaarboek Cuypersgenootschap 2000. Achter gesloten
deuren. Bronnen voor interieurhistorisch onderzoek 1800-1950,
Rotterdam, 2000, p. 5.
Afb. 7. Schoeisel met borstelharen aan de onderzijdeom een nieuwe waslaag of de aanwezige waslaag opparketvloeren aan te brengen of op te poetsen.
70
BEHOuD VAn BinnEn
De conditie van een interieur staat of valt
met goed dagelijks beheer. Regelmatige
zorg en aandacht zijn cruciaal voor de
levensduur van de roerende en onroe-
rende onderdelen. Maar daarvoor zijn
wel kennis en ervaring vereist. Elk inte -
rieur heeft andere aandachtspunten.
Welke dat zijn, hangt onder meer af van
de leeftijd, de functie en de materialen.
Daarnaast spelen in vrijwel elke binnen-
ruimte bekende schadelijke invloeden,
zoals de blootstelling aan licht en het
inlopen van vuil. Intensief gebruik, ach-
terstallig onderhoud en het ontbreken
van beschermingsmaatregelen kunnen
de problemen vergroten. In dit hoofd-
stuk een overzicht van belangrijke aan-
dachtspunten, schadeoorzaken en (pre-
ventieve) maatregelen.
Dagelijks of regelmatig beheer berust op kennis enzeker ook op basale vaardigheden, zoals kijken, rui-ken, luisteren, voelen, nadenken en analyseren. Ditbeheer vergt nog een extra zintuig: fijngevoeligheidof alertheid om signalen in een vroeg stadium op tepikken. Hiermee kan een degradatieproces al vroegworden ontdekt, vertraagd of gestopt. Een goedvisueel geheugen komt ook uitstekend van pas, netals het vermogen om situaties vanuit verschillendegezichtspunten te benaderen en te beoordelen.
Kennis en informatieGoed dagelijks beheer van een interieur begint methet verkrijgen van overzicht en het vergaren van dejuiste kennis en informatie.1 (afb. 54) Ook geldt dathoe complexer de locatie is, hoe belangrijker hetwordt om overzicht te houden over de benodigdekennis en informatie. De complexiteit van de locatiehangt af van diverse factoren. Een belangrijke is debeheersituatie: is de eigenaar ook de beheerder of iser sprake van een (meer of minder complexe) orga-nisatiestructuur? Verder zijn van invloed het aantalgebouwen en het aantal vertrekken, de hoeveelheidobjecten, het aantal bezoekers, de functie(s) van hetgebouw, de intensiteit van het gebruik, de conditiewaarin de roerende en onroerende goederen zichbevinden en de ligging van het gebouw.
De beheerder moet kortom beschikken over eenveelheid aan gegevens. Het is belangrijk dat hij aldeze informatie op een overzichtelijke en toeganke-lijke manier vastlegt. De onderwerpen zijn zeer
71
ALLEDAAGS BEHEER
Harrie Schuit
5 Alledaags beheer
Afb. 53. Het aanbrengen van een nieuwe waslaag opde houten onderdelen van een negentiende-eeuwsebadkamer in kasteel Twickel.
divers: een omschrijving van de bijzonderheden pervertrek (ruimteboek), technische gebouwinforma-tie, een adressenbestand van wie wat kan uitvoerenen nog veel meer. Afhankelijk van onder meer decomplexiteit van de locatie bepaalt de eigenaar ofbeheerder zelf hoe uitgebreid de documentatiemoet zijn. (zie tabel iV)
De dagelijkse praktijkGoed kijken, ruiken, voelen en luisteren – iederekeer opnieuw – kan belangrijke informatie opleve-ren voor het dagelijks beheer van interieurs. Het kanbovendien helpen om de vergaarde theoretischekennis te toetsen en aan te scherpen. Hoe systema-tischer waarnemingen en handelingen worden uit-
gevoerd, des te groter het inzicht in de (verande-rende) conditie van interieur onderdelen en in heteffect van maatregelen.
Het volgende stappenplan maakt een systemati-sche werkwijze mogelijk. Het omvat vijf stappen:vermijden, blokkeren, detecteren, beperken enbehandelen. 2 De stappen, of eigenlijk de genoemdemaatregelen, zijn geordend naar prioriteit. Dehoogste prioriteit staat boven: liever vermijden danblokkeren, liever beperken dan behandelen. Ditneemt overigens niet weg dat vaak een combinatievan maatregelen noodzakelijk is.
Het stappenplan is bruikbaar voor roerende enonroerende interieurelementen, vervaardigd uituiteenlopende materialen, al dan niet samenge-steld, en in combinatie met uiteenlopende schade-beelden. Hierna wordt aan de hand van een voor-beeldobject beschreven hoe de systematiek werkt.
72
BEHOuD VAn BinnEn
Afb. 54. Vroeger kon men inzicht in de relatieve lucht-vochtigheid en temperatuur krijgen met een thermo-hygrograaf, zoals op deze afbeelding; tegenwoordigworden dataloggers gebruikt.
Het betreft een achttiende-eeuws linnenkabinet datzich bevindt in een boerderij, tegen een buitenmuurop het westen. in het voorbeeld wordt het stappen-plan toegepast voor het schadebeeld ‘aantastingdoor houtborende insecten’.
Stap 1: VermijdenHoutborende insecten gedijen het best bij een hogerelatieve luchtvochtigheid. Deze kan gelden vooreen heel vertrek, maar ook voor een gedeelte daar-van. in de boerderij wordt regelmatig geventileerd.Achter het kabinet hebben zich echter vuil en stofopgehoopt en de buitenmuur is enigszins vochtig.De luchtcirculatie is hier beperkt. Deze omstandig-heden resulteren in een plaatselijk hoge relatieveluchtvochtigheid. in dit microklimaat bestaat daar-door een verhoogde kans op houtborende insecten.Omgekeerd wordt door het vermijden van dezeongunstige omstandigheid de kans op aantastingsterk gereduceerd.
Stap 2: BlokkerenEen tweede maatregel om de kans op aantasting teverkleinen, is het blokkeren van de toegang voor deveroorzakers van schade. in veel gevallen moet ditenigszins overdrachtelijk worden geïnterpreteerd.in het voorbeeld betekent het: geen blokken haard-hout naar binnen halen waarin zich houtboordersbevinden. En natuurlijk ook voorkomen dat zich opandere plaatsen in het gebouw aantastingen doorinsecten voordoen. De uitvliegende kevers kunnendan immers gemakkelijk het kabinet bereiken.
Stap 3: DetecterenOm te weten of het kabinet inderdaad niet doorhoutborende insecten wordt aangetast, is hetnoodzakelijk om met enige regelmaat te detecterenof zich (beginnende) schade voordoet. Dit detecte-ren is een combinatie van activiteiten die bekendstaan als inspecteren en monitoren. Zo zal het kabi-
net worden geïnspecteerd op de aanwezigheid vanhoopjes (vers) boormeel (het houtpoeder dat uit deboorgaatjes valt). Daarnaast kunnen verdachtelocaties (met gaatjes) worden gemonitord; dit kandoor onder het verdachte houtwerk een vel egaalpapier aan te brengen en enige tijd later te controle-ren of hierop vers boormeel is gevallen (let op: ditniet te verwarren met oud boormeel, van eerdereniet meer actieve aantastingen wat door trillingenuit de gaatjes kan vallen).
Stap 4: BeperkenStel dat een lade van het kabinet door houtboordersblijkt te zijn aangetast. Dan is het van groot belang
73
ALLEDAAGS BEHEER
Afb. 55. Relatief kleine aanpassingen kunnen vaakveel schade voorkomen. Dit stoelenboord voorkomtdat rugleuningen schade toebrengen aan de wand-bespanning.
Uitgever:WBOOKS, Zwolle in samenwerking met Rijksdienst voorhet Cultureel Erfgoed
Eindredactie: Harrie Schuit
Redactie: Hester Lensink, Harrie Schuit, Huub van de Ven
Redactie beeld:Hester Lensink, Kris Roderburg, Harrie Schuit, Huub van de Ven
Redactie tekst:Rik de Groot tekst & beeld
Vertalingen:Language unlimited, utrecht
Vormgeving:Roelof Koebrugge BnO, Heerde
Verantwoording beeldmateriaal:Al het beeldmateriaal is afkomstig van de Rijksdienst voorhet Cultureel Erfgoed tenzij anders vermeld
Brabants Monumenten Fonds/Ruud Strobbe Fotografie:afb. 118
Fries Fotoarchief: afb. 12Geldersche Kasteelen & Landschap: afb. 31, afb. 52, afb.
65, afb. 66, afb. 67, afb. 68, afb. 69, afb. 70, afb. 72,afb. 73
Huisarchief Twickel: afb. 8, afb. 13, afb.17 Monumentenwacht nederland: afb. 113, afb. 116 Monumentenwacht noord-Brabant: afb. 84Monumentenwacht Vlaanderen: afb. 77, afb. 78, afb. 82,
afb. 83, afb. 85national Gallery of ireland: afb. 8national Trust images: M. Antrobus: afb. 97, A. von Ein-
siedel: afb. 16, J. Hammond: afb. 86, 93, A. Hornak: afb.14, P. Kay: afb. 95, J. Millar:afb. 89, J. Miller: afb. 87, 92,i. Shaw: afb. 11, E. Watts: afb. 91
national Trust images/ P. Lithgow Partnership: afb. 88 nederlands Fotomuseum: afb. 4 Spaarnestad Photo/ H. Hilterman: afb. 120utrechts Landschap: afb. 94
Colofon
T. van Eck: afb. 103 R. de Groot: afb. 44, afb. 110J. van ’t Hof: afb. 34 E. nijhoff-Asser: afb. 105B. Overeem: afb. 121A. Reinstra: afb. 98H. Schuit: afb. 43, afb. 45, afb. 48, afb. 57, afb. 59, afb. 100 A. Zeijlemaker: afb. 56, afb. 99, afb. 106
Omslag: Grote zaal van Kasteel Biljoen in 'winterslaap'.
Pag. 2. afb. 1, De voormalige eigenares van huis Bisdom vanVliet bewaarde alle restanten van behangsels en textiel omte gebruiken bij beschadigingen. Deze collectie is tot op dedag van vandaag bewaard gebleven.
Pag. 4. afb. 2, Interieur directeurswoning uit de wederop-bouwperiode. Dit gebouw is ontworpen door architect P. Sigmond en werd in 1962 voltooid.
© 2013 WBOOKS / Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed / de auteurs
Alle rechten voorbehouden. niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in eengeautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar ge-maakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektro-nisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of openige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijketoestemming van de uitgever.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menenzekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bijeen CiSAC-organisatie is het auteursrecht geregeld metPictoright te Amsterdam. © c/o Pictoright Amsterdam 2013.
iSBn 978 90 663 0659 2 nuR 648