27
Gevaarlijke stoffen - V&G-module - Opdrachtgever Movares Nederland BV Jacco Buisman Movares Nederland B.V. Ondertekenaar Jacco Buisman Utrecht, 16 februari 2012 Concept

Gevaarlijke stoffen - CDN · Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 3 van 27 Inhoudsopgave Inleiding 5 1 Over de risico’s van ‘gevaarlijke stoffen’

Embed Size (px)

Citation preview

Gevaarlijke stoffen - V&G-module -

Opdrachtgever Movares Nederland BV Jacco Buisman

Movares Nederland B.V. Ondertekenaar Jacco Buisman

Utrecht, 16 februari 2012 Concept

Autorisatieblad

Alleen voor Intern gebruik

Gevaarlijke stoffen - V&G-module - Versie 0.1 CONCEPT d.d. 16 februari 2012

Naam Paraaf Datum

Opgesteld door Gerrit van Roekel 16 februari 2012

Controle door Arno de Graaff

Vrijgave door Jacco Buisman

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 3 van 27

Inhoudsopgave

Inleiding 5 

1 Over de risico’s van ‘gevaarlijke stoffen’ 6 1.1 Wat zijn gevaarlijke stoffen 6 1.2 Soorten van gevaarlijke stoffen 7 

1.2.1. Asbest 7 1.2.2. Dieselmotoremissie 8 1.2.3. Houtstof 8 1.2.4. Kwarts 9 1.2.5. Lasrook 9 1.2.6. Ontvlambare stoffen 10 

1.3 Wat doen gevaarlijke stoffen met je lichaam? 10 1.3.1. Opname in het lichaam 10 1.3.2. Effecten op het lichaam 11 1.3.3. Hoe herken je een gevaarlijke stof? 11 

1.4 Het begrip ‘risico’ 12 1.5 Risicobeheersing 13 

1.5.1. De arbeidshygiënische strategie 13 1.5.2. Het ‘redelijkerwijs-principe’ 14 1.5.3. Toepassing in de Movares-praktijk 14 

2 Wet- en regelgeving 15 2.1 Wetgeving 15 

2.1.1. Arbeidsomstandighedenwet 15 2.1.2. Arbobesluit 16 

2.2 Regelgeving’ vanuit Movares 17 

3 Voorbereiding op het werk 18 3.1 Organisatorische maatregelen 18 

3.1.1. Veiligheids- & gezondheidsplan (V&G-plan) 18 3.1.2. Voorlichting en instructie 18 3.1.3. Hulpverlening en noodprocedure 18 

3.2 Op de projectlocatie 19 3.2.1. De LMRA 19 3.2.2. Het klopt niet! Wat nu? 19 3.2.3. Rechten en plichten bij onveiligheid 19 3.2.4. Er gebeurt toch wat, wat dan? 19 

3.3 Terugkoppeling via de VCA-bladen 20 3.3.1. De werkplekinspectie 20 3.3.2. (bijna)Ongevallen, onveilige situatie en milieu-incidenten 20 

3.4 Voorbereiding & uitvoering kort samengevat 21 

4 Zelftoets en verklaring 22 4.1 Zelftoets 22 4.2 Verklaring bij de module ‘Werken boven water’ 23 4.3 Antwoorden op de vragen van de Zelftoets 24 

Colofon 25 

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 4 van 27

Bijlage I  Brondocumenten 

Bijlage II  Gevaarsymbolen 

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 5 van 27

Inleiding

Je bent aan deze module begonnen, omdat je, meer dan incidenteel, werkzaamheden uitvoert waarbij je in aanraking kunt komen met gevaarlijke stoffen. Daarmee behoor je tot het deel van de medewerkers van Movares die te maken hebben met werkzaamheden in een potentieel risicovolle omgeving. Je zult dus enigszins in staat moeten zijn om specifieke arbeidsrisico’s te herkennen. Kennis hebben van de ge- en verboden op grond van regelgeving en van adequate beheersmaatregelen, is ook noodzakelijk. Anders bestaat er de kans dat je vroeg of laat iets doet, of nalaat, waardoor jou, of anderen, iets onplezierigs overkomt. Daarenboven kan e.e.a. gemakkelijk leiden tot financiële schade en/of juridische ellende. In de Ri&e Buitenwerk (BRIE) zijn de potentiële arbeidsrisico’s geïnventariseerd en geëvalueerd. Op basis hiervan zijn op centraal niveau beheersmaatregelen afgesproken. Voordat medewerkers veilig kunnen werken, moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan:

Informatie om veilig te kunnen werken moet tijdig beschikbaar zijn. Die informatie moet begrijpelijk en ondubbelzinnig zijn. De werkgever faciliteert adequaat het veilige werken. De medewerkers zijn zich bewust van de potentiële arbeidsrisico’s en willen zich

veilig gedragen. Met de aangeboden VGM-modules wordt aan de eerste twee voorwaarden voldaan. De overige voorwaarden kunnen alleen maar door werkgever en werknemer samen worden ingevuld. VCA biedt Movares de kans om volgens een duidelijke te doorlopen PDCA-cyclus de kwaliteit van arbeidsomstandigheden in het algemeen, en de veiligheid tijdens het werk in het bijzonder, te verbeteren. De output van de VCA-bladen, de werkplekinspecties, het werkoverleg en (hopelijk niet) de analyses van (bijna-)ongevallen en onveilige situaties, geeft stelselmatig voeding aan de Ri&e Buitenwerk. Op basis daarvan kunnen vervolgens beheersmaatregelen getroffen kunnen worden, of aangepast. Dat kunnen werkprocedures zijn, toepassen van veiliger technieken, PBM-en, maar ook aanvullende Voorlichting & Onderricht (zoals de Arbowet dat noemt). Van dat laatste is deze V&G-module een voorbeeld. Uit periodieke evaluaties van de uitvoering van het beleid en van de BRIE, kunnen nieuwe en/of andere beheersmaatregelen volgen. Wellicht kan het zo zijn, dat bepaalde restrisico’s kunnen worden opgeheven door nieuwe technieken en/of inzichten. Uit het voorgaande mag je concluderen dat het aantal en/of de inhoud van de V&G-modules geen vast gegeven is. Aan het eind van de module tref je een ‘zelftoets’ aan (zie bladzijde 22). Behalve dat het handig is om op een andere manier nog een keer met de materie bezig te zijn, is het ook voor jezelf een manier om te kijken of je er ook wat van opgestoken hebt. Ben je klaar? Dan kopieer je de Verklaring uit de reader (zie bladzijde 23). Onderteken die, en laat dat ook je manager doen. Tenslotte moet je de gevolgde module via het Service Punt laten registreren in PeopleSoft. Hierbij word je om de ondertekende Verklaring gevraagd.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 6 van 27

1 Over de risico’s van ‘gevaarlijke stoffen’

Als je lichaam aan stoffen wordt blootgesteld bestaat de kans dat er een effect optreedt. Dit kan een gewenst effect zijn, bijvoorbeeld medicijngebruik, maar ook een ongewenst effect veroorzaken. Als een kind een fles schoonmaakmiddel aanziet voor limonade weet je dat je direct 112 moet bellen. Het schadelijke effect kan acuut zijn, het manifesteert zich op de plaats van de blootstelling zoals de zogenaamde fles limonade, of de bijtende vloeistof die je over je handen krijgt. Of je wordt binnen enkele minuten duizelig of misselijk door het inademen van schadelijke gassen of dampen. Ook kan het effect zich pas na een lange tijd van blootstelling, soms jaren, manifesteren. Over het algemeen kan worden gesteld dat je als Movaar niet zelf met gevaarlijke stoffen werkt. Maar doordat je, bijvoorbeeld als toezichthouder of bouwbegeleider, je ophoud in de buurt van een proces of activiteit waarbij een gevaarlijke stof wordt gebruikt, loop je toch risico op gezondheidsschade als je er niet op verdacht bent en niet juist bent voorbereid. Behalve dat gevaarlijke stoffen een direct risico kunnen opleveren voor jou als medewerker van Movares vormen veel gevaarlijke stoffen ook een groot risico voor het milieu.

1.1 Wat zijn gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen zijn er in vele soorten. Van allergenen tot asbest, van houtstof tot lasrook, en van bestrijdingsmiddelen tot nanodeeltjes. Al deze stoffen kunnen gezondheidsschade opleveren. De werkgever moet dan ook overmatige blootstelling aan deze stoffen voorkomen. Hoe streng de regels zijn, is afhankelijk van de soort stof en de risico’s ervan. Gevaarlijke stoffen kunnen gezondheidsschade opleveren omdat ze bijvoorbeeld giftig, corrosief, irriterend, brandgevaarlijk, kankerverwekkend, mutageen, bedwelmend, explosief of schadelijk voor de voortplanting zijn. Ook kunnen gevaarlijke stoffen overgevoeligheidsverschijnselen veroorzaken.

De effecten en de ernst daarvan zijn afhankelijk van de bewuste stof, van de mate (hoeveelheid) en duur van de blootstelling, van de eigenschappen van de persoon die is blootgesteld aan de stof en van de omstandigheden waarin de blootstelling optreedt.

Tot gevaarlijke stoffen worden de volgende groepen gerekend: Allergenen, stoffen die overgevoeligheid kunnen veroorzaken. Hierbij kun je denken

aan de pollen van bepaalde planten in het voorjaar. Asbest, in het verleden een goedkoop en veel toegepast bouwmateriaal Bestrijdingsmiddelen, gebruikt in de land- en tuinbouw, soms ook in weg- en

spoorbermen Cytostatica, gevaarlijke geneesmiddelen Dieselmotorenemissie, de uitlaatgassen van een dieselmotor Houtstof, wat ontstaat bij het bewerken van hout Huidirriterende stoffen, stoffen die de huid beschadigen

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 7 van 27

Stoffen die kanker of beschadiging van erfelijk materiaal beschadigen Kwarts, een mineraal dat vooral in de bouw zeer veel voor komt Lasrook, een verzamelnaam voor het mengsel van gassen, dampen en deeltjes dat vrij

komt bij laswerk en soortgelijke processen, Nanodeeltjes, zeer kleine deeltjes met eigenschappen die erg kunnen afwijken van de

‘normale’ materialen Ontvlambare stoffen, zoals wasbenzine en

thinner Voor de voortplanting giftige stoffen, stoffen

die een nadelige invloed hebben op de vruchtbaarheid van de mens en op de zwangerschap

Vluchtige organische stoffen, stoffen die vrij komen bij de verdamping van o.a. aardolieproducten en bij een onvolledige verbranding

Ontplofbare stoffen zoals buskruit, niet gestabiliseerde kunstmest, maar ook het stof in graansilo’s of houtstof in een werkplaats.

In hoofdstuk 1.2 zullen een aantal van de gevaarlijke stoffen, waar je als Movaar in aanraking kunt komen verder worden uitgediept. In hoofdstuk 1.3 zal nader worden ingegaan op de uitwerking van schadelijke stoffen op het menselijk lichaam.

1.2 Soorten van gevaarlijke stoffen

In de volgende paragrafen worden een aantal gevaarlijke stoffen nader toegelicht. Per soort worden in het kort de risico’s genoemd.

1.2.1. Asbest Asbest is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen (silicaten), die zijn opgebouwd uit fijne, microscopisch kleine vezels. Asbest is een natuurlijk product en is vooral na 1950 veelvuldig in Nederland toegepast, onder meer in fabrieken, woningen en schepen. Sinds 1993 is het verboden om asbest te bewerken, te verwerken of in voorraad te houden. Bij het slopen, verbouwen en onderhouden van objecten die voor 1993 gebouwd zijn, bestaat dus de kans op blootstelling aan asbest. De bekendste toepassingen zijn: asbestcement (golfplaten, bouwmateriaal, waterleiding) asbesttextiel (brandweerpakken, gordijnen) asbestpapier/karton (vloerbedekking, plaatmateriaal) asbest-remvoeringen (auto, vrachtwagen, bus, trein) asbestisolatie (kabelkokers, leidingen, schepen) asbesthoudende pakkingen (industrie, verwarming)

Let wel, asbest kan niet alleen in een gebouw voorkomen, maar ook de grond rondom dit gebouw kan zwaar ‘besmet’ zijn met asfaltdeeltjes. Ook is in de jaren 60 van de vorige eeuw veelvuldig afval van de asbestindustrie verwerkt in de verharding van landbouwwegen.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 8 van 27

Wat is het risico? Langdurige blootstelling aan asbest kan leiden tot asbestose, een vorm van ‘stoflongen’. Afhankelijk van de mate en duur van blootstelling aan asbest kan deze ziekte consequenties hebben voor de levensverwachting. Vanwege de duurzaamheid van ingeademde asbestvezels in de longen kunnen zich 10 tot 60 jaar na inademing van asbestvezels zeer ernstige longziekten openbaren, zoals longkanker en mesothelioom, een vorm van kanker van het long- of buikvlies Zodra asbest is aangetroffen, moet het werk worden stilgelegd. De werkplek moet afgezet worden en een daartoe gecertificeerd bedrijf moet een asbest-inventarisatie uitvoeren. Dit bedrijf bepaalt de risico-klasse van de sanering. Op grond van het uitgebreide saneringsplan dat wordt opgesteld, voert dan (vaak) een gecertificeerd saneringsbedrijf de sanering uit.

1.2.2. Dieselmotoremissie Dieselmotoremissie (DME, ook wel fijnstof genoemd) is het gevolg van het verbranden van diesel in een dieselmotor plaatsvinden. Het dampmengsel dat daaruit vrijkomt, is complex en bestaat uit toxische en irriterende gassen, en deeltjesvormige verontreinigingen. De deeltjesvormige dieselemissies bestaan uit elementair koolstof, zware metalen , polycyclische aromatische koolwaterstoffen (pak’s) en polychloorbifenylen (pcb's).

Omdat de deeltjes worden gevormd door verbrandings- en condensatieprocessen, zijn de meeste zeer klein. Dit fijnstof komt bij inademing in de luchtwegen en longen terecht. Vooral de kleinere deeltjes kunnen tot diep in de longen doordringen. Vooral het gebruik van door een dieselmotor aangedreven

machines in ruimten als tunnels, gebouwen en fabriekshallen vragen dus bijzondere aandacht bij de voorbereiding van het werk. Wat is het risico? DME kan verschillende effecten hebben op de gezondheid, waaronder oogirritatie, hart- en vaataandoeningen, luchtwegklachten, ontstekingsreacties en longfunctieveranderingen, mogelijk samenhangend met COPD en astma. Daarnaast is er een verhoogde kans op longkanker en blaaskanker.

1.2.3. Houtstof Houtstof komt vrij bij het zagen, schuren en schaven van hout. De hoeveelheid stof is afhankelijk van het materiaal waarmee werknemers werken. Zo komt bij plaatmateriaal zoals mdf meer stof vrij dan bij multiplex of massief hout. Snel draaiend of bewegend gereedschap verspreidt meer stof dan langzaam bewegend gereedschap, scherp gereedschap produceert minder stof dan bot gereedschap. Wat is het risico? Stof van hardhout is sinds 1998 in Nederland en Europa geclassificeerd als een kankerverwekkende stof. Voorbeelden van hardhout zijn: beuken, eiken, kersen, noten, mahonie, meranti en teak. Veel houtsoorten bevatten stoffen die irriterend zijn voor huid, ogen en slijmvliezen. Sommige houtsoorten zorgen voor huiduitslag en/of eczeem, zoals grenen, meranti, merbau en iroko.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 9 van 27

Bij een aantal houtsoorten, zoals padoek en wengé, kunnen splinters voor (flinke) ontstekingen zorgen. In een enkel geval zorgt inademing van houtstof zelfs voor braakneigingen of maagkramp (zoals bij de houtsoort afromosia). Allergie als gevolg van blootstelling aan bepaalde houtsoorten komt vrij regelmatig voor. Bekende houtsoorten die allergie kunnen veroorzaken, zijn onder andere: grenen, western red ceder, iroko, robinia, eiken en teak. Houtstof, met name van hardhout, is opgenomen in de lijst van kankerverwekkende stoffen. Vooral hardhout kan long- en neuskanker veroorzaken bij langdurige blootstelling. Voor zachthout is de kankerverwekkendheid minder duidelijk aangetoond.

1.2.4. Kwarts Bijna iedereen in de bouw heeft te maken met stof. Niet alleen diegenen die zelf met kwartshoudend materiaal werken, maar ook werknemers en anderen in hun directe omgeving. Er zijn beroepen waarbij je dagelijks blootgesteld kan worden aan kwarts, zoals asfaltfrezers, stratenmakers, koppensnellers, slopers, terrazzowerkers, vloerenleggers en wand- en plafondmonteurs. Bij het bewerken van kwartshoudend materiaal zoals zagen, schuren, boren en frezen komt onder andere kwartsstof vrij. Kwartsstof is heel fijn stof, het is niet of nauwelijks te zien. Met de term kwarts wordt respirabel vrij kristallijn silica bedoeld. Respirabel stof is die fractie van het zwevende stof, die doordringt tot in de terminale bronchiën en in de longblaasjes. Wat is het risico? Blootstelling aan kwarts kan effect hebben op de luchtwegen van werknemers. Langdurige, hoge blootstelling kan tot silicose leiden. Diep in de longen kunnen de kwartsstofdeeltjes bindweefselvorming veroorzaken. Dat wordt longfibrose of ook wel stoflongen (of silicose) genoemd. Het longweefsel kan dan minder zuurstof opnemen en wordt minder elastisch. Dat kan betekenen dat bij inspanning kortademigheid en benauwdheid optreden, en pijn op de borst. Hoe hoger de blootstelling aan stof, hoe meer schade er ontstaat. En die schade is niet meer te herstellen. De beschadiging van de longen gaat namelijk door, ook al stopt de blootstelling. Het kwarts is dan namelijk nog in de longen aanwezig. Het verraderlijke is dat de meeste mensen er in eerste instantie niet eens zo veel van merken. Pas op latere leeftijd krijgt men er echt last van. Silicose vergroot de kans op het krijgen van andere longziekten als tuberculose of longkanker. Kwarts is inmiddels ook opgenomen op de lijst van kankerverwekkende stoffen. Blootstelling aan kwarts kan uiteindelijk longkanker veroorzaken.

1.2.5. Lasrook Blootstelling aan lasrook treedt voornamelijk op binnen beroepen in de ‘klein metaal’ en ‘groot metaal’. Hiernaast wordt in een groot aantal andere sectoren gelast. Er zijn circa honderd beroepen bekend waarbij met regelmaat blootstelling aan lasrook kan optreden. Ook werknemers in de bouw verrichten met regelmaat laswerkzaamheden ondanks het feit dat zij geen lasser van beroep zijn. Wat is het risico? Werknemers die aan lasrook worden blootgesteld, lopen het risico stoffen in te ademen die onder meer schade aan de luchtwegen kunnen veroorzaken. Veelvoorkomende acute gezondheidseffecten zijn irritatie van de luchtwegen, metaaldampkoorts en astmatische bronchitis. Ook kunnen door de blootstelling aan lasrook heesheid, keelpijn en oogirritaties optreden. Op de lange termijn kunnen ijzerdeeltjes zich ophopen in de longen. Dit brengt in sommige gevallen een verhoogde kans op longkanker met zich mee. Ook is een verhoogde kans op een miskraam vastgesteld bij vrouwen van roestvast-staal-lassers (rvs-lassers). Het is dus van

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 10 van 27

groot belang om de blootstelling aan lasrook en eventuele componenten hierin te minimaliseren.

1.2.6. Ontvlambare stoffen Ontvlambare stoffen branden zeer gemakkelijk. Deze stoffen kunnen gemakkelijk door vonk of open vuur worden ontstoken. Voorbeelden zijn wasbenzine, thinner en ethanol. Voor vloeistoffen en gassen zijn het vlampunt en de gebruikstemperatuur bepalend. Voor vaste stoffen vooral de fijnheid van het poeder. Daarnaast is de elektrische geleidbaarheid van belang, omdat een stof die elektriciteit slecht geleidt bij transport of storten kan opladen. De statische oplading kan leiden tot een vonk, die de stof doet ontbranden. Ontvlambare stoffen komen in vrijwel alle werkomgevingen voor. Is het een risico? Als op de verpakking van een product een pictogram met een vlam tegen is opgenomen, gaat het om een ontvlambare stof. Voor (licht) ontvlambare stoffen wordt het symbool gebruikt van een vlammetje (letter F of F+). De R-(gevaars)zinnen op het etiket geven meer informatie over het gevaar. Ontvlambare stoffen zijn te herkennen aan de zinnen R10, R11, R12, R17, en R30. Naast het feit dat je bij een brand ernstige brandwonden op kunt lopen schuilt het tweede gevaar in het feit dat bij dat verbrandingsproces ontledingsproducten ontstaan die giftig of bijtend zijn, en dus schadelijk voor de mens.

1.3 Wat doen gevaarlijke stoffen met je lichaam?

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe schadelijke stoffen in je lichaam kunnen worden opgenomen, wat globaal de effecten zijn en tot slot worden een aantal algemeen toepasbare maatregelen genoemd. Specifieke maatregelen noemen voor stoffen waar jij mee te maken kunt krijgen is maatwerk, en zou deze syllabus vrijwel onleesbaar maken.

1.3.1. Opname in het lichaam Schadelijke stoffen kunnen op een drietal manieren in het lichaam worden op genomen. Vergiftigingen via de mond/maag komen vooral voor in huiselijke situaties. In industriële situaties, inclusief de bouwsector, vind opname meestal plaats via de ademhaling of via de huid. Een combinatie van beide is ook mogelijk. Opname door de mond is mogelijk als we niet onze handen wassen voor we gaan eten, waardoor stof aan onze handen ook in de maag terecht komt. Of we zijn in een stoffige omgeving en slikken waarbij het stof ook in het mondslijm zit. Een schadelijke stoffen die in de maag terecht komt wordt via het bloed door het hele lichaam verspreid en kan zo een proces verstoren of een orgaan aan tasten. Opname door de ademhaling komt in de bouw veelvuldig voor. Met de ingeademde lucht komen ook schadelijke gassen, dampen en stofdeeltjes mee. De giftige gassen of dampen kunnen via de longblaasjes in de bloedbaan worden opgenomen en zo door het lichaam worden verspreid. Voorbeelden van deze niet-bijtende gassen zijn CO (koolmonoxide) en H2S (waterstofsulfide). Bijtende gassen beschadigen de wanden van de longblaasjes en veroorzaken longoedeem, vochtafscheiding in de longen. Voorbeelden van bijtende gassen zijn HCl (waterstofchloride, in waterige vorm zoutzuur genoemd) of NH3 (ammoniak). Een giftige stof kan enkel in de longen komen als de deeltjes kleiner zijn dan 5 µm ( = 5x10-6m).

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 11 van 27

Grotere deeltjes worden in de neus en de luchtwegen afgevangen en komen in de maag terecht. Voorbeelden van schadelijke stofdeeltjes is respirabel kwartsiet. In de maag geven deze deeltjes geen nadelige effect, maar in de longen veroorzaken de deeltjes bindweefselwoekering. Het gevolg hiervan is dat de werking van de longen verslechtert, en soms zelf onvoldoende wordt. Ander voorbeelden van stofdeeltjes zijn asbest en hardhout soorten, en niet te vergeten het fijnstof in uitlaatgassen van dieselmotoren. Opname van schadelijke stoffen door de huid is gecompliceerder. Een gezonde en onbeschadigde huid beschermd goed tegen bacteriën en micro-organismen, maar reageert zwak op zuur. Een giftige stof kan: plaatselijk letsel veroorzaken (bijtende stoffen), de huid prikkelen (met kans op een ontsteking), een blijvende verkleuring veroorzaken (bijvoorbeeld zwarte vlekken door aanraking met

zilverzouten), het vet in de huid oplossen waardoor eczeem of ontsteking kan optreden (alle

oplosmiddelen geven dit effect), allergische reacties uitlokken (epoxyharsen en hun harders staan hierom bekend) via de huid in de bloedbaan komen. Voorbeelden hiervan zijn cyaniden, methanol en

benzeen. De eerste gevallen blijft de schade beperkt tot plaatselijk, in het laatste geval komt de schadelijke stof in het hele lichaam.

1.3.2. Effecten op het lichaam Gezondheidsschade als gevolg van het op een of andere wijze binnenkrijgen van een schadelijke stof kan zich vrijwel direct manifesteren, het kan ook enkele uren duren voor zich de gevolgen openbaren. Er zijn echter ook stoffen waarvan de gevolgen pas na jaren evident worden. De schadelijke werking kan beperkt blijven tot de plek waar de huid contact heeft gemaakt met de schadelijke stof, maar kan merkbaar zijn in het hele lichaam en processen verstoren of organen aan tasten. Bij de uitoefening van bepaalde beroepen zijn mensen, vaak zonder het zich bewust te zijn, gedurende jaren blootgesteld aan schadelijke stoffen. Voorbeelden zijn mensen die met asbest hebben gewerkt, mensen die vele jaren in een stoffige omgeving met respirabel kwartsiet hebben rondgelopen en schilders die jaren zijn blootgesteld aan oplosmiddelen en daardoor Organo Psycho Syndroom (OPS, het schilderssyndroom) hebben opgelopen. In de loop van jaren zijn bepaalde schadelijke gevolgen aangemerkt als beroepsziekte.

1.3.3. Hoe herken je een gevaarlijke stof? Elke werkgever moet een registratie voeren van de gevaarlijke stoffen die binnen het bedrijf worden gebruikt. Vermeld moeten worden de naam van de stof, welke componenten, welke gevaren en risico’s en de te nemen maatregelen. Betreft het kankerverwekkende stof , dan moeten aanvullende gegevens worden opgenomen: hoeveel mensen werken er mee, welke werkzaamheden en welke matregelen zijn genomen om contact met de stof te voorkomen. De leverancier van een gevaarlijke stof is verplicht een veiligheidsinformatieblad mee te leveren. Daarin moet informatie zijn opgenomen over de samenstelling van de stof, de mogelijke risico’s voor de gezondheid en de te nemen maatregelen. Op de verpakking moet een veiligheidsetiket zijn staan en welke R- en S-zinnen op de stof van toepassing zijn. De veiligheidsetiketten zijn opgenomen in bijlage II van deze syllabus. Tip: print de betreffende pagina uit en hang hem aan de wand in het directieverblijf. R-zinnen. De letter R staat voor risk (intrinsiek gevaar). R-zinnen geven aan welke eigenschappen van de stof intrinsiek gevaar opleveren en waarvoor men moet uitkijken (waarschuwingszinnen).

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 12 van 27

S-zinnen De letter S staat voor safety (veiligheid). De S-zinnen bevatten veiligheidsaanbevelingen. Dit zijn werkwijzen of aanwijzingen die de kans op lichamelijke of materiële schade minimaliseren. Voorbeelden: R18: Kan bij gebruik een ontvlambaar/ontplofbaar damp-luchtmengsel vormen R43: Kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid R36/37: Irriterend voor de ogen en de ademhalingswegen S30: Nooit water op deze stof gieten

Omdat wereldwijd verschillende veiligheidsetiketten en veiligheidszinnen worden gebruikt voor hetzelfde gevaar, heeft de VN in 2002 het ‘Globally Harmonised System” vastgesteld. Dit VN-GHS beschrijft criteria voor de indeling en etikettering van chemische stoffen en mengsels op basis van hun gevaarlijke eigenschappen. VN-GHS levert wereldwijde criteria voor de communicatie over gevaren van chemische stoffen en mengsels. Concreet betekent dit dat op 1 juni 2015 in Nederland te gevaaretiketten worden vervangen door die van het GHS, en dat de R- en S-zinnen worden vervangen door de zinnen uit de lijst van voorzorgsmaatregelen en de lijst van gevaaraanduidingen. De nieuwe etiketten zijn ook opgenomen in bijlage II.

1.4 Het begrip ‘risico’

Iedereen voelt aan (z’n water (:<)) dat ‘risico’ iets te maken heeft met gevaar en kans. En in het kader van het werk heeft het te maken met het gevaar van ziek worden of een ongeval krijgen. Wellicht heb je de cursus ‘VCA-VOL’ al gehad. In een willekeurige syllabus die bij zo’n cursus hoort, kom je vaak het volgende tegen: En om het helemaal belangrijk en wetenschappelijk te laten lijken, krijg je daar dan deze uitleg bij: “Risico is de mate van waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis zal plaatshebben, bepaald door de kans van optreden, de frequentie of tijd van blootstelling en het ongewenste effect”. Om te beginnen wordt er meer uitleg gegeven dan in de formule staat. De uitleg is in principe niet onjuist. Daarvan uitgaande zou de formule in feite moeten luiden: Maar ook dan kom je niet echt verder. Als basis voor enige feeling met het begrip, en voor wat je er praktisch mee kan in je werk, is het noodzakelijk om je het volgende goed te realiseren. Één van de moeilijkheden van de formule zit ‘m in het inschatten van ‘de kans van optreden’. Een andere lastige is het begrip ‘Effect’. Benzeen, een bestanddeel van benzine, is al in heel lage concentraties kankerverwekkend, het effect hiervan is de dood. Daarmee scoort blootstelling aan benzeen al heel snel een groot risico. Maar als die blootstelling nu maar heel

Risico = Kans x Effect

Risico = Kans x Effect x Blootstelling

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 13 van 27

zelden voorkomt, wat gebeurt er dan met het ‘Risico’? Kortom, ook hier wordt weer duidelijk dat risicobepaling erg lastig is, en zeker voor iemand die er niet voor heeft doorgeleerd. Risico’s bepalen is gespecialiseerd werk voor veiligheidskundigen. Een vervelende bijkomstigheid is dat bijna iedereen risico’s lager in schat, als men zelf die kans kan beïnvloeden. Ter verduidelijking: veel mensen maken zich meer zorgen dat ze betrokken raken bij een botsing als hun partner achter het stuur zit. Waarschijnlijk is dat onterecht. Want hoe maak je dat meetbaar? Zelfs al heeft je partner al drie keer een ongeval gehad, en jij nog geen één, dan zegt dat niets over het risico dat je loopt, als je bij hem of haar naast het stuur zit. De moraal van dit verhaal: Gebruik vooral je GBV (Gezonde BoerenVerstand),

en denk in termen van: klein, reëel of groot risico.

1.5 Risicobeheersing

Het is vrijwel onmogelijk om het werk zo in te richten, dat er geen gevaarlijke stoffen meer worden toegepast of dat er als gevolg van het bouwproces geen schadelijke dampen als rookgassen ontstaan. De Arbeidsomstandighedenwet houdt wel degelijk rekening met dit feit, verwoord in het zogenaamde principe van de arbeidshygiënische strategie.

1.5.1. De arbeidshygiënische strategie De Arbowet gebiedt werkgevers altijd te streven naar een zo hoog mogelijk niveau van veiligheid. Alleen als het redelijkerwijs niet van een werkgever kan worden verlangd, mag je, qua veiligheidsniveau, een stapje terug doen. Dat zal altijd wel onderbouwd moeten zijn. Dit principe in de Arbowet heet de Werkgevers moeten volgens een arbeidshygiënische strategie de veiligheid en gezondheid van werknemers beschermen. De arbeidshygiënische strategie is een hiërarchisch stelsel van beheersmaatregelen voor risico’s. Hierbij wordt allereerst naar de bron van het probleem gekeken. Als daar niets aan kan worden gedaan, zijn andere maatregelen mogelijk. De arbeidshygiënische strategie ziet er dus als volgt uit:

Bronmaatregelen Een werkgevers moet eerst de oorzaak van het probleem wegnemen. Voorbeeld:een zeer schadelijke stof vervangen door een veiliger alternatief.

Collectieve maatregelen Als bronmaatregelen geen mogelijkheden bieden, moet de werkgever collectieve maatregelen nemen om risico’s te verminderen. Voorbeeld: als een minder schadelijk stof niet voorhanden is moet een afscherming of een afzuiginstallatie worden geplaatst.

Individuele maatregelen Als collectieve maatregelen niet kunnen of ook (nog) geen afdoende oplossing bieden, moet de werkgever individuele maatregelen nemen. Voorbeeld: het werk zo organiseren dat werknemers minder risico lopen door de duur van de blootstelling aan het risico te verminderen (taakroulatie).

arbeidshygiënische strategie

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 14 van 27

Persoonlijke beschermingsmiddelen Als de bovenste drie maatregelen geen effect hebben, moet de werkgever de werknemer gratis persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken. Voorbeeld: adembeschermers, oorbeschermers of lasbrillen.

1.5.2. Het ‘redelijkerwijs-principe’ De maatregelen op de verschillende niveaus hebben nadrukkelijk een hiërarchische volgorde. De werkgever moet dus eerst de mogelijkheden op hoger niveau onderzoeken voordat besloten wordt tot maatregelen uit een lager niveau. Het is alleen toegestaan een niveau te verlagen als daar goede redenen voor zijn (technische, uitvoerende en economische redenen). Dit is het redelijkerwijs-principe. Die afweging geldt voor elk niveau opnieuw. Uitzondering hierop vormen risico's van kankerverwekkende stoffen en biologische agentia. Dan mag alleen een stap lager in de hiërarchie worden gedaan als een hogere maatregel technisch niet uitvoerbaar is, economische oorzaken (€’s) mogen voor deze twee groepen niet worden aangewend als reden voor een lager niveau van maatregel.

1.5.3. Toepassing in de Movares-praktijk Het namens een opdrachtgever begeleiden van de bouw is een voorkomende ‘buitenklus’ voor Movares. Op zo’n klus is de kans groot dat je te maken krijgt met een van de genoemde gevaarlijke stoffen. Voor dat je daar aan het werk gaat moet vanuit Movares gekeken worden welke risico’s je gaat lopen. De eerste stap die je maken moet is dus het inventariseren en evalueren van de risico’s. Het bestek of contract kan je helpen om te bepalen wat je op de klus tegen gaat komen. Ook de werkplannen van de aannemer kunnen je helpen om de risico’s in kaart te brengen. De aannemer zal daarbij ook de maatregelen voor zijn eigen medewerkers hebben voorgeschreven. Aan deze maatregelen zul je dan tenminste moeten houden. Zwaardere maatregelen mogen natuurlijk te allen tijde.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 15 van 27

2 Wet- en regelgeving

2.1 Wetgeving

2.1.1. Arbeidsomstandighedenwet Elke werkgever is verplicht van alle werkzaamheden een risico-inventarisatie en -evaluatie uit te voeren

en actueel te houden1. Dat staat prominent in de arbowet.

Bijkomend aspect bij wegwerkzaamheden zijn de weggebruikers. Artikel 10 van de arbowet besteed daar

aandacht aan.

Arbeidsomstandighedenwet: Inventarisatie en evaluatie van risico’s

5.1 Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een

inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico’s de arbeid voor de werknemers

met zich brengt. Deze Ri&e bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de

risicobeperkende maatregelen en de risico’s voor bijzondere categorieën van werknemers.

5.4 De Ri&e wordt aangepast zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring, gewijzigde

werkmethoden of werkomstandigheden of de stand van de wetenschap en professionele

dienstverlening daartoe aanleiding geven.

Arbeidsomstandighedenwet: Voorlichting en instructie

8.1 De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's te voorkomen of te beperken. Tevens zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de wijze waarop de deskundige bijstand, bedoeld in de artikelen 13, 14, 14a en 15, in zijn bedrijf of inrichting is georganiseerd.

Arbeidsomstandighedenwet: Verplichtingen werknemer

11 De werknemer is verplicht om in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere betrokken personen. Met name is hij verplicht om: a. arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze te gebruiken; b. de hem ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en na gebruik op de daartoe bestemde plaats op te bergen, een en ander voor zover niet krachtens deze wet is bepaald dat werknemers niet verplicht zijn beschermingsmiddelen als vorenbedoeld te gebruiken.

1 Ook Movares beschikt over een Ri&e. De risico’s die kunnen bestaan bij werkzaamheden zoals in het voorbeeld zijn hier in opgenomen. Je vindt de Ri&e van Movares via de volgende link: Home > VG / ARBO > ARBO > Arbobeleid > (BRIE) en beleidcyclus.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 16 van 27

2.1.2. Arbobesluit In het Arbobesluit wordt de regelgeving wat concreter: Arbobesluit: Verplichtingen werkgever 2.35 lid 1 Bij de uitvoering van zijn verplichtingen op grond van de artikelen 3, 5, 8 en

19, eerste lid, van de wet neemt de werkgever, die bij de totstandbrenging van een bouwwerk arbeid doet verrichten, doeltreffende maatregelen ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers. Deze maatregelen hebben met name betrekking op: a. het in goede orde en met voldoende bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in stand houden van de bouwplaats; e. de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, met name in geval van gevaarlijke materialen of stoffen; f. de voorzieningen voor de verwijdering van gebruikte gevaarlijke materialen;

Arbobesluit: Gevaarlijke stoffen en biologische agentia 4.1

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. gevaarlijke stoffen: stoffen, mengsels of oplossingen van stoffen waaraan werknemers bij de arbeid worden of kunnen worden blootgesteld die vanwege de eigenschappen van of de omstandigheden waaronder die stoffen, mengsels of oplossingen voorkomen gevaar voor de veiligheid of gezondheid kunnen opleveren;

4.1b

1. In alle gevallen waarin werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, zorgt de werkgever voor een doeltreffende bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemer.

4.1d 1. In alle gevallen waarin arbeid wordt verricht waarbij werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, wordt in het kader van artikel 3 van de (Arbo-)wet de blootstelling van werknemers aan gevaarlijke stoffen voorkomen of geminimaliseerd door op de verpakking van de gevaarlijke stof opvallend en goed leesbaar te vermelden: a. de officiële naam van de gevaarlijke stof en de relevante gevaarlijke bestanddelen; en b. de gevaarsymbolen, gevaarbenamingen en de waarschuwingszinnen.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 17 van 27

2.2 Regelgeving’ vanuit Movares

In het kader van de VCA**-certificering is voor VCA-projecten het VCA-blad in gebruik. Voorafgaand aan de werkzaamheden, wordt hierop vastgelegd welke risico’s er kunnen spelen. Eigenlijk is dit een soort projectspecifieke Ri&e! Oorspronkelijk is het een ‘kreet’ vanuit RailAlert (de stichting vanuit de samenwerkende spoorbranche die de spoorse veiligheid reguleert). Maar het is er een die ook de directie van Movares hanteert. Kortom, er geldt maar één regel:

Je werkt niet met of in de buurt van gevaarlijke stoffen, als niet op deskundige wijze is vastgesteld

dat de juiste maatregelen zijn genomen om veilig te kunnen werken.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 18 van 27

3 Voorbereiding op het werk

“Een goede voorbereiding is het halve werk, “Een slimme meid is op alles voorbereid” en “Beter mee verlegen, dan om verlegen”; in dit geval zijn het geen loze tegeltjeswijsheden, maar op ervaring gefundeerde waarheden (als koeien).

3.1 Organisatorische maatregelen

De organisatorische maatregelen die in de voorbereidingsfase moeten worden getroffen, staan hieronder beschreven.

3.1.1. Veiligheids- & gezondheidsplan (V&G-plan) Voor het werken met gevaarlijke stoffen is volgens de wetgeving een V&G-plan verplicht. Het ontwerp moet zo worden opgezet, dat gevaarlijke stoffen niet worden toegepast of vervangen worden door minder schadelijke alternatieven. Er dient een risico-inventarisatie en -evaluatie te worden uitgevoerd waarbij alle risico’s aan de orde komen. De resterende gevaren die in de ontwerpfase niet kunnen worden opgelost, moeten worden opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan). Niet alleen voor werkzaamheden van een aannemer, maar ook voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor Movares een opdracht heeft gekregen, bijvoorbeeld het nemen van bodem- of watermonsters is een V&G-plan een must. De risico’s dienen te worden beoordeeld aan de hand van gegevens van de aanwezige infra, de omgeving en de bij de werkzaamheden benodigde stoffen, materialen en gereedschappen.

3.1.2. Voorlichting en instructie Om zo veilig mogelijk te kunnen werken, moeten alle betrokken werknemers weten met welke gevaarlijke stoffen je te maken kunt krijgen en welke maatregelen moeten worden getroffen en wat de procedures zijn. Hiertoe moet onder verantwoordelijkheid van de direct leidinggevende voorlichting en instructie worden gegeven. Aandacht dient te worden besteed aan:

het werken met gevaarlijke stoffen in het algemeen; welke gevaarlijke stoffen kan ik verwachten; de werkmethoden; de mogelijke gevaren; het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm); de overige risico’s en bijbehorende maatregelen de communicatieprocedures; hulpverlening en de reddingsprocedures.

3.1.3. Hulpverlening en noodprocedure Ondanks alle voorzorgsmaatregelen is het niet uitgesloten dat zich een vervelende situatie voordoet. In het V&G-plan moeten de maatregelen worden vastgelegd die bij de specifieke gevaren genomen moeten worden. Om direct hulp te kunnen bieden moet een noodprocedure zijn opgesteld. In deze procedure staat welke technische en organisatorische maatregelen moeten worden genomen en hoe de taken en verantwoordelijkheden zijn verdeeld.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 19 van 27

3.2 Op de projectlocatie

Movares, divisie Infra, werkt conform de VCA**. Dat houdt dus in dat in een autonoom buitenproject standaard een aantal stappen worden genomen en een aantal zaken moet worden geregistreerd. Dat is niet voor de lol, of om je extra werk te verschaffen. Die stappen en die registraties dragen er toe bij dat het werk steeds veiliger zal worden.

3.2.1. De LMRA Aangekomen op de projectlocatie, maakt het buitenteam onder leiding van de Operationeel Leidinggevende, eerst even pas op de plaats om een LMRA uit te voeren. Deze ‘Laatste Minuut Risico-Analyse’ is niet anders dan samen bekijken of je de vragen op het LMRA-kaartje met ‘ja’ kunt beantwoorden. Werken met gevaarlijke stoffen is werken met Multi-risico’s. Een LMRA is daarom bij deze werkzaamheden extra belangrijk!

3.2.2. Het klopt niet! Wat nu? Het kan voorkomen dat je tot de conclusie komt dat niet alle vragen op de LMRA positief beantwoord kunnen worden. Wat je aantreft, klopt dus niet. Bij twijfel of een “NEE” ga je dus niet direct aan het werk, maar denk je eerst even na, in overleg met je teamgenoten en/of met je leidinggevende. Dan bepaal je of, en hoe, er wel veilig gewerkt kan worden. Regel eerst een veilige uitvoering, als dat noodzakelijk is. En dan pas ga je (weer) aan het werk.

3.2.3. Rechten en plichten bij onveiligheid De Arbowet heeft ruimte gemaakt voor werknemers om er voor te zorgen dat je niet de dupe hoeft te worden van onveilige arbeidsomstandigheden. Zo ben je op grond van de Wet bevoegd om het werk bij ernstig gevaar op te schorten. Je behoudt in zo’n geval het recht op loondoorbetaling en je mag niet worden benadeeld in jouw positie binnen het bedrijf waar je werkzaam bent. Maak je daar gebruik van, i.c. je staakt het werk, of je begint er niet aan, dan geeft diezelfde Wet je wel de verplichting om dit onmiddellijk te melden bij je leidinggevende. Blijf je een onveilig gevoel houden, dan werk je dus niet. Je leidinggevende is degene die moet aantonen dat jouw onveilige gevoel niet reëel is. Overigens is het niet aan te bevelen om lichtzinnig met bovenstaand recht te gaan zwaaien. Als dat nodig moet zijn, dan zijn we als Movaren niet goed met elkaar bezig. Onthoud dat Movares, als werkgever, er heel wat aan gelegen is om jou de volgende ochtend weer gezond aan het werk te hebben. Maar er moet in ieder geval wel tijdig en volwassen overlegd worden.

3.2.4. Er gebeurt toch wat, wat dan? Ondanks alle voorzorgen en maatregelen blijft het mogelijk dat jou of je collega iets overkomt, bijvoorbeeld dat je toch in aanraking komt met die gevaarlijke stof. Uit de eerdere hoofdstukken blijkt dat EHBO zich beperkt tot een acute vergiftiging of aanraking met een gevaarlijke stof. In het kort volgen een aantal situaties met daarbij genoemd wat te doen

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 20 van 27

Bij een vergiftiging van de longen het slachtoffer in de frisse lucht brengen. Als het slachtoffer in ademnood verkeert en het niet-bijtende gassen betrof, mond op mond/neusbeademing toepassen. Betreft het bijtende gassen het slachtoffer beademen met een zuurstofapparaat. Betreft het een vergiftiging van de huid de kleren verwijderen en het lichaamsdeel goed afspoelen met water. Bij bijtende stoffen zo snel als mogelijk en langdurig spoelen. En uiteraard zo snel als mogelijk de hulpdienst oproepen.

3.3 Terugkoppeling via de VCA-bladen

In de vorige paragraaf werd genoemd dat werken volgens de VCA** een aantal registratieverplichtingen met zich mee brengt. Dat gebeurt middels de VCA-bladen. Die gaan vanaf het begin met een buitenproject mee. Het eerste blad heeft met name betrekking op (project-)risico-informatie en op al dan niet genoten voorlichting en onderricht. Dat moet ingevuld zijn op het moment dat je op de projectlocatie bent aangekomen. Daar, ter plekke, wordt tenminste het tweede blad ingevuld.

3.3.1. De werkplekinspectie Aangekomen op de projectlocatie, maak je dus eerst de LMRA (§ 3.2.1). Komt daaruit dat je gewoon aan het werk kan gaan, dan moet je weten dat nu, of tijdens het werk, door de Operationeel Leidinggevende van het buitenteam een werkplekinspectie moet worden uitgevoerd. Op blad 2 van het VCA-blad staat een checklist(je). Deze moet doorlopen worden en ingevuld. Rechts van de checkpoints is ruimte gelaten voor opmerkingen of gevonden oplossingen. Het totale VCA-blad moet binnen drie werkdagen na afloop van het (deel-) project digitaal naar de groepsmanager van de Operationeel Leidinggevende zijn verstuurd. Deze groepsmanager kan blad 3 gebruiken als er in de operationele sfeer verbeteringen inzake veiligheid doorgevoerd moeten worden.

3.3.2. (bijna)Ongevallen, onveilige situatie en milieu-incidenten Blad 4 van het VCA-blad hoeft hopelijk nooit, of bijna nooit, gebruikt te worden. Maar, mocht zich onverhoopt toch een ongeval voor doen, dan moet hiervan wel melding gemaakt worden. Natuurlijk wordt er direct contact opgenomen met de betreffende leidinggevende(n). Maar het is erg belangrijk voor de mogelijke leereffecten die een ongeval met zich mee kan brengen, dat er zo snel mogelijk een zo compleet en duidelijk mogelijk beeld van het ongeval ontstaat. Wacht hier een week mee, en de helft van de belangrijke info is weggezakt, en de andere helft klopt niet meer. Blad 4 gebruik je ook wanneer er nèt geen ongeluk gebeurde. Bijvoorbeeld, je collega glijdt op een bemost talud uit, valt en rolt naar beneden. Maar gelukkig viel hij zacht. En bij het naar beneden rollen, miste hij net het uitstekende prikkeldraad van het hek. Kortom, het was een bijna-ongeval. Het liep gelukkig goed af. Toch moeten ook deze situaties worden gemeld. Ook zo’n voorval kan informatie opleveren. Dat kan helpen om in de toekomst te voorkomen dat een dergelijk bijna-ongeval een echt ongeval wordt; met alle narigheid van dien. Want waarom gleed hij uit? Zijn onze schoenen niet goed? Of had hij z’n gympen aan? Wat kan hiervan geleerd worden? Dit geldt idem dito voor onveilige situaties. Ook dit soort zaken moeten worden gemeld. Uiteindelijk kan het leiden tot een hoger niveau van veiligheid voor de buitenwerkers!

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 21 van 27

Het zal in de praktijk van Movares in buitenwerk niet vaak voor komen, maar ondenkbaar is het niet dat zich een milieu-incident voordoet. Lekken van brandstof en olie uit voertuigen, of uit een omgevallen jerrycan zou voor kunnen komen. Probeer allereerst erger te voorkomen. En ruim zo mogelijk de verontreiniging op. Van dit soort gevallen moet ook melding worden gemaakt op blad 4.

3.4 Voorbereiding & uitvoering kort samengevat

Bij werkzaamheden op en boven water zijn een aantal punten voor jou van belang. Een aantal is al genoemd, een aantal niet. Hier alles nog eens op een rijtje: Voor je met je klus buiten begint is een goede voorbereiding noodzakelijk. Laat je

informeren over de plaatselijk geldende regels. Dit geldt zeker als je een werkplek van een aannemer gaat bezoeken.

Analyseer via het veiligheidsetiket om wat voor soort stof het gaat. Lees de op de verpakking staande R- en S-zinnen. Beoordeel of je over de juiste pbm’s beschikt. Houdt zo veel als mogelijk je huid bedekt. Probeer in een stoffige omgeving je zodanig op te stellen dat het stof van je af waait,

bijvoorbeeld bij het lossen of verwerken van steenslag o.i.d. Draag altijd de oranje of gele veiligheidskleding. Meld je komst aan bij de beheerder.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 22 van 27

4 Zelftoets en verklaring

In dit laatste hoofdstuk staat een zogenaamde ‘zelftoets’. Behalve een andere manier om nog een keer door de theorie te gaan, is dit ook het moment waarop je voor jezelf kunt toetsen of je er ook mee uit de voeten kan. Na de zelftoets tref je een verklaring aan waarmee je te kennen geeft dat je over dit onderwerp de benodigde kennis hebt opgedaan, het begrepen hebt en er naar zult handelen tijdens je werkzaamheden. Deze verklaring lijkt een beetje op de PBM-verklaring die Movares sinds 2011 hanteert. Jij en je groepsmanager moeten deze verklaring dateren en tekenen. Daarna kun je hiermee de module laten registreren door het Service Punt.

4.1 Zelftoets

Vraag 1. Wat is een gevaarlijke stof? Vraag 2. Wat is de betekenis van een R-zin? Vraag 3. Welke eerste hulp geef je aan een slachtoffer die uitwendig contact heeft gehad met een bijtende vloeistof? Vraag 4. Wat is de betekenis van onderstaand pictogram op een verpakking:

Vraag 5. Wie is verantwoordelijk voor de verstrekking, instructie over het gebruik en het onderhouden van persoonlijke beschermingsmiddelen? De antwoorden vind je in § 4.3.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 23 van 27

4.2 Verklaring bij de module ‘Werken boven water’

Ondergetekende heeft de VGM-module ‘Gevaarlijke stoffen’ gevolgd. De module behandelt:

a ) de veiligheidsrisico’s waaraan medewerkers van Movares bij werken met gevaarlijke stoffen blootgesteld kunnen worden,

b ) de relevante in- en externe voorschriften,

c ) de relevante beheersmaatregelen om werkzaamheden met gevaarlijke stoffen veilig uit te kunnen voeren.

Ondergetekende verklaart hierbij de inhoud van deze module te kennen en begrepen te hebben. Ondergetekende zal bij het in opdracht van Movares werken langs de genoemde voorschriften en risicobeheersmaatregelen in acht nemen. Datum: ......................... Datum: ......................... Naam medewerker: Naam leidinggevende: ................................................ ................................................ Handtekening: Handtekening:

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 24 van 27

4.3 Antwoorden op de vragen van de Zelftoets

Vraag 1. Als je met een gevaarlijke stof kan dat betekenen dat je schade aan je gezondheid kunt oplopen. Deze schade kan zich acuut manifesteren (voorbeeld: een bijtende vloeistof over je handen), maar kan zich ook pas na jaren openbaren (voorbeeld: inademen van kwartsiet). Vraag 2. R-zinnen geven aan welke eigenschappen van de stof intrinsiek gevaar opleveren en waarvoor men moet uitkijken. Het is dus een duidelijke waarschuwing. Vraag 3. Zo snel als mogelijk langdurig spoelen met water. Vraag 4. In de verpakking zit een stof die zeer gemakkelijk vlam kan vatten. Dit kan door een vlam of vonk, maar ook spontaan als gevolg van een stijging van temperatuur zonder toevoer van energie Vraag 5. Movares, in de persoon van je direct leidinggevende, is verantwoordelijk voor de verstrekking van een pbm. Ook moet hij er voor zorgen dat jij de juiste instructie krijgt over het gebruik van het persoonlijk beschermingsmiddel. Het is jouw verantwoording dat je het middel op de juiste wijze gebruikt en dat je het in goede staat houdt.

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 25 van 27

Colofon

Opdrachtgever Movares Nederland BV Jacco Buisman

Uitgave Movares Nederland B.V. Leidseveer 10

3511 SB Utrecht Postbus 2855 3500 GW Utrecht

Auteur Movares Nederland B.V.

Telefoon 030 - 265 3241 Telefax 030 - 265 4551

Ondertekenaar Arno de Graaff

arbocoördinator

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 26 van 27

Bijlage I Brondocumenten

Bij het samenstellen van deze syllabus is van de volgende bronnen gebruik gemaakt:

Handboek Arbobesluit, editie 2011/2012, Sdu Uitgevers bv

Handboek Arbobeleidsregels, editie 2010/2011, Sdu Uitgevers bv

Abomafoon 6.10, oktober 2006, Aboma

http://www.inspectieszw.nl

http://stoffen-info.nl/onderwerpen/eu-ghs/

Basisveiligheid - module Buitenwerk, 2010, Movares (interne opleiding)

Gevaarlijke stoffen / Concept / Versie 0.1 / 16 februari 2012 blad 27 van 27

Bijlage II Gevaarsymbolen

Symbool tot 1 juni 2015

GHS-symbool vanaf 1 juni 2015

Betekenis

Globale omschrijving van de gevaren van de stoffen

Ontploffingsgevaar De stof kan tot zeer snelle ontbranding komen, afhankelijk van de stof zelf, temperatuur, schokken, wrijving of contact met andere stoffen.

Ontvlambaar De stof kan door een vlam of vonk in brand geraken, of kan spontaan ontbranden stijging van temperatuur zonder toevoer van energie

Oxyderend Stof bevat veel zuurstof en kan zo de brand van andere stoffen in hoge mate bevorderen.

Schadelijk, irriterend

Kan door inslikken of inademen, of door opname door de huid gevaar opleveren voor de gezondheid

Vergiftig Kan door inslikken of inademen, of door opname door de huid zeer ernstige schade voor de gezondheid opleveren. Vaak met dodelijke afloop.

Corrosief (bijtend, agressief)

Stof kan ernstige schade toebrengen aan levend weefsel, kan ook andere materialen aantasten. Water en vocht kunnen dit verergeren.

Gevaarlijk voor het milieu

Stof kan het ecosysteem aantasten (flora en fauna, water, ozonlaag)

Chronische schade Schadelijk voor de gezondheid op lange termijn. Deze openbaart zich soms pas na jaren.

Gassen onder druk Vooral bedoeld als waarschuwing. Het symbool zegt niets over welke gassen er aanwezig zijn.